Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW)
Droogtemonitor bijlage 30 juni 2015 | Nummer 2015-5
Bijlage: Nadere informatie voor waterprofessionals Maandverwachting weer in stroomgebieden Maas en Rijn Neerslagverwachting geldig van 30-06-2015 tot en met 07-07-2015: De komende dagen blijven de neerslagkansen klein. Pas tegen of in het volgende weekeinde is zeer lokaal een onweersbui mogelijk maar de kans daarop is (nog) niet groot. Na het volgende weekeinde wordt de kans op neerslag weer erg klein. Temperatuurverwachting geldig van 30-06-2015 tot en met 07-07-2015: De komende week gaan we een zeer warme periode tegemoet. Vanaf woensdag enkele tropische dagen met temperaturen tussen de 30-35 graden en zeer lokaal nog iets hoger. Vanaf zondag lijkt de hitte (iets) getemperd te worden. Verdere vooruitzichten geldig van 08-07-2015 tot en met 26-07-2015: De kans is groot dat de temperaturen tot en met de derde week van juli ruim (3-6 graden) boven de normale waarden uitkomt. Daarna lijkt de afwijking ten opzichte van de normale waarde kleiner te worden maar waarschijnlijk nog wel in de ordegrootte van 1-3 graden boven normaal. Wat betreft de neerslag zien we boven de aandachtsgebieden een signaal voor normaal tot iets te droog weer. De laatste week van deze periode is er geen afwijking van de normaal meer zichtbaar.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 1 van 11
Figuur 1. De gepresenteerde kleurenverdeling is een indicatie voor temperatuur-/neerslagafwijkingen tussen de real-time prognoses van het ECMWF numerieke weermodel t.o.v. de numerieke modelklimatologie. De voorgaande figuren geven de resultaten weer van het ECMWF-model waarmee de maandverwachtingen worden berekend. In de bovenste vier figuren wordt per week de verwachte temperatuurafwijking ten opzichte van de gemiddelde (of normale) situatie weergegeven. In de onderste vier figuren wordt per week de verwachte afwijking in de neerslag weergegeven. De kleur wit betekent dat er geen significante afwijkingen van de normale situatie zijn. De verwachte afwijkingen in graden Celsius respectievelijk millimeters worden weergegeven in de schaalverdeling boven de kaarten.
Neerslagtekort Van 1 april tot en met 30 september wordt in Nederland het gemiddelde neerslagtekort berekend over dertien meetstations (figuur 2A). In deze grafiek toont de zwarte lijn het verloop van het neerslagtekort (mm) in de tijd. Op dit moment is het landelijk gemiddelde neerslagtekort in Nederland 147 mm . Dat komt overeen met een tekort dat ongeveer eens in de 20 jaar voorkomt . De verwachting is dat het neerslagtekort in de komende periode verder zal toenemen tot waarden die minder dan één keer per 20 jaar voorkomen. Figuur 2B geeft een schatting van het potentieel neerslagoverschot in Nederland. Het doorlopend potentieel neerslagoverschot wordt verkregen door het verschil te berekenen tussen de hoeveelheid gevallen neerslag en de berekende referentiegewasverdamping. Dit verschil wordt dagelijks gesommeerd in het tijdvak van 1 april tot en met 30 september. Een negatief getal geeft een tekort aan, een positief getal een overschot. In figuur 2B is te zien dat vrijwel in heel Nederland sprake is van een neerslagtekort, maar dat deze het grootst is in de westelijke provincies, Noord-Brabant en Limburg.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 2 van 11
Figuur 2A. Landelijk gemiddeld neerslagtekort.
Figuur 2B. Doorlopend potentieel neerslagoverschot.
Afvoeren Rijn en Maas Rijn Het afvoerverloop van de Rijn wordt sterk beïnvloed door het smelten van sneeuw en gletsjers in de Alpen. Dit smeltwater stroomt via natuurlijke meren en stuwmeren af richting Duitsland. Deze meren houden het water tijdelijk vast en hebben zo een dempende werking op de afvoer. Het grootste en belangrijkste meer is de Bodensee. Een goed beeld van de hoeveelheid water die de Alpen via de meren verlaat wordt verkregen aan de hand van de afvoer bij Basel. Benedenstrooms van Basel bevinden zich slechts middelgebergten en kleine stuwmeren. In tijden van droogte wordt de bijdrage van dit deel van het stroomgebied vooral bepaald door toestroming vanuit grondwater. Het aandeel van het Alpine deel van het stroomgebied aan de totale afvoer van de Rijn bedraagt in de maand juni ca. 65%. In een droge zomer kan tot wel 95% van de afvoer uit de Alpen afkomstig zijn. Laagwater wordt in de zomer vooral beïnvloed door de hoeveelheid basisafvoer vanuit de Alpen. De watervoorraad in de Alpen wordt tot eind juni gekarakteriseerd door de hoeveelheid sneeuw in het stroomgebied, de invloed van de waterstand in de Bodensee op de hoofdstroom en de invloed van de overige Alpenmeren op de Zwitserse zijrivieren. Vanaf juli is de invloed van sneeuwsmelt verwaarloosbaar. Bij een lage stand van de meren treedt er een grotere demping van de afvoer uit de Alpen op, waardoor smelt- en regenwater pas veel later tot afstroming komt. Sneeuw Vanaf 1 juni wordt er voor de Zwitserse Alpen geen nieuwe sneeuwberichtgevingen meer opgesteld, aangezien er alleen op de hoogste toppen nog sneeuw ligt. Deze (zomerse) sneeuwsituatie levert vrijwel geen bijdrage aan de afvoeren. Zwitserse meren Het peil van de meeste Zwitserse stuwmeren ligt iets onder het langjarig gemiddelde. Een maat hiervoor is de z.g. ‘Füllungsgrad’ die normaal rond deze tijd 40%-50% bedraagt en op dit moment 45% is. Maatgevend voor de Rijnafvoer is de afvoer vanuit de Bodensee. De huidige stand van de Bodensee ligt op het langjarig gemiddelde voor de maand juni. Op basis van de weersverwachting zal het peil van de Bodensee in de komende week licht dalen.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 3 van 11
Figuur 3. Waterstandsverloop Bodensee, station Romanshorn met langjarig gemiddelde, maximale en minimale waarden. (Bron: Bundesamt für Umwelt, Bern)
Actuele afvoersituatie In een normaal jaar bedraagt het aandeel vanuit de Alpen aan de totale afvoer van de Rijn in juni ca. 65%, op dit moment is dit aandeel 60%. Dit is dus iets lager dan het langjarig gemiddelde voor deze maand. De afvoer van de Rijn bij de uitstroming uit de Bodensee bedraagt 569 m3/s, wat ligt op het gemiddelde voor juni. Afvoerverwachting (1 juli 2015 – 8 juli 2015) De afvoer van de Rijn is vorige week gestegen tot een maximum van circa 2150 m3/s en heeft nu weer een daling ingezet. Momenteel is de afvoer circa 2050 m3/s. Op basis van de verwachte neerslag zal de afvoer naar verwachting de komende week verder dalen. Afvoerverwachting (8 juli 2015 – 15 juli 2015) Op basis van de meteorologische verwachting wordt geringe verdere daling van de afvoer verwacht.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 4 van 11
Figuur 4. Afvoerverloop Lobith/Rijn.
Conclusie Op basis van de huidige situatie en de weersverwachtingen wordt verwacht dat de afvoer van de Rijn de komende periode onder het langjarig gemiddelde zal blijven. De basisafvoer is normaal. Alles overziend geeft het Rijngebied een gemiddeld beeld. De kans op droogteproblemen is deze zomer gemiddeld.
Maas De Maas is een snel reagerende regenrivier. Invloed van sneeuw op de afvoer van de rivier is er alleen in de winter. Anders dan bij de Rijn neemt de afvoer in het voorjaar niet toe door het smelten van sneeuw en gletsjers in het brongebied. Het stroomgebied van de Maas kent geen grote watervoorraden in de vorm van gletsjers en stuwmeren. Omdat het water in een groot deel van het stroomgebied snel wordt afgevoerd, kan de basisafvoer relatief klein worden in een periode zonder neerslag. Actuele afvoersituatie Het jaar 2015 is begonnen met verhoogde afvoeren door de vele neerslag die gevallen is in het begin van het jaar. Ook aan het eind van de maand februari was de afvoer verhoogd, waarbij sneeuwsmelt een belangrijke rol speelde. Vanaf begin maart is de afvoer gedaald. De afvoer te St. Pieter schommelde de afgelopen week tussen de 20 en 340 m 3/s en bedraagt gemiddeld over de laatste drie dagen 73 m3/s, een lager dan gemiddeld niveau voor de tijd van het jaar. De uitgangsituatie voor de zomer van 2015 is hiermee lager dan gemiddeld. Afvoerverwachting (1 juli 2015 – 8 juli 2015) Op basis van de weersverwachting voor de aankomende week blijft de afvoer onder het langjarig gemiddelde.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 5 van 11
Figuur 5. Afvoerverloop Luik/Maas.
Conclusie Er worden in de komende periode geen problemen verwacht met de watervoorziening uit de Maas.
Grondwater De grondwatervoorraad is in het grootste deel van Nederland gemiddeld of lager dan gemiddeld. Uit de in de provincies Gelderland beschikbare actueel waargenomen freatische grondwaterstanden is af te leiden dat de freatische grondwaterstand momenteel onder het meerjarig gemiddelde ligt (figuur 6, 7 en 8). Traag reagerende grondwatersystemen zoals de hoog gelegen delen van de Veluwe laten lagere grondwaterstanden zien dan langjarig gemiddeld, hier werken de droge jaren 2013 en 2014 nog door in de grondwaterstanden (figuur 9). Gemiddeld genomen zet gedurende de zomer de daling van de freatische grondwaterstanden door, als gevolg van een beperkte neerslag en een relatief hoge temperatuur. De komende week wordt het droog met temperaturen (ruim) boven normaal. Voor het grondwater betekent dit de een verdere daling van de freatische grondwaterstand.
Figuur 6: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in het zuidelijk deel van Gelderland in 2015; blauw: 25e-75e percentiel, grijs: 10e25een 75e-90e percentiel (Hatert, B46A0717; bron: www.grondwaterstand.nl)
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Figuur 7: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in het centrale deel van Oost Gelderland in 2015; blauw: 25e-75e percentiel, grijs: 10e-25e en 75e-90e percentiel (Zelhem, B41A0192; bron: www.grondwaterstand.nl)
Pagina 6 van 11
Figuur8: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in het zuidelijk deel van de IJsselvallei in Gelderland in 2015; blauw: 25 e75e percentiel, grijs: 10e-25e en 75e-90e percentiel (Brummen, B33G0372/33GL9-001; bron: www.grondwaterstand.nl)
Figuur 9: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in Gelderland in 2015; blauw: 25 e-75e percentiel, grijs: 10e-25e en 75e-90e percentiel (Otterlo, B33C0163-001; bron: www.grondwaterstand.nl)
Waterkwaliteit De watertemperaturen van de Rijn bij Lobith en in de Maas bij Eijsden waren vanmorgen beide circa 21,5 graden Celsius. Vanwege het warme weer van de komende periode zal de watertemperatuur gaan oplopen.
Figuur 10. Watertemperatuur Lobith/Rijn (in graden Celsius)
Figuur 11. Watertemperatuur Eijsden/Maas (in graden Celsius)
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 7 van 11
Chloridegehalte Vanwege voldoende aanvoer van zoet water via de rivieren zijn de chloridegehalten in het hoofdwatersysteem normaal tot laag voor de tijd van het jaar en ligt overal onder de afgesproken streefwaarden. Problemen vanwege zoutindringing zijn dan ook niet aan de orde en dit zal in ieder geval deze en volgende week zo blijven.
Figuur 12. Verloop van het chloridegehalte (mg Cl -/l) bij enkele locaties in het benedenrivierengebied.
Regionaal waterbeeld RDO Noord Het debiet van de IJssel bij Olst is circa 350 m3/sec (ongeveer 2,5 cm waterschijf IJsselmeer), vodoende voor de zomerperiode. Het IJssel zal ook de komende 2 weken voldoende water aanvoeren naar het IJsselmeergebied. Spui Afsluitdijk is ongeveer 160 m3/sec per dag (ongeveer 1,2 cm waterschijf IJsselmeer). De meerpeilen zijn: IJsselmeer NAP-20 cm, Markermeer NAP-20 cm, Veluwerandmeren NAP-6 cm. De Veluwerandmeren zijn op peil gebracht door water in te laten vanuit het Markermeer. Het neerslagtekort is merkbaar in de regio. Door de gevallen neerslag is de droogtesituatie ongeveer gelijk gebleven in de afgelopen 2 weken. In regio noord heeft Noord-Holland het grootste neerslagtekort en het noordoosten het minst. Vooralsnog zijn er geen noemenswaardige problemen. De beregening in diverse gebieden gaat weer toenemen, er is voldoende oppervlaktewater beschikbaar. De waterinname door de waterschappen gaat de komende periode toenemen uit de meren van het IJsselmeergebied. Blauwalgproblemen zijn er niet in het IJsselmeergebied, er worden bij de stranden weinig blauwalgcellen gemeten. Bij de waterschappen in de regio zijn diverse waarschuwingen/negatieve zwemadviezen afgegeven. De verwachting is dat de blauwalgproblematiek gaat toenemen de komende periode door de oplopende temperaturen.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 8 van 11
Het chloridegehalte in het IJsselmeer is normaal en zal de komende 4 weken ook geen problemen opleveren, bij het drinkwaterstation Andijk is de waarde beneden de 100 mg/l. Er zijn geen knelpunten te melden. RDO Gelderland en RDO Twentekanalen De situatie in Oost-Nederland levert nog steeds weinig bijzonderheden of problemen. De Rijnafvoer is rond de 2050 m3/s ( Zomergemiddelde 2000 m3/s), dus voldoende voor de aanvoer naar de regio. De verwachting is dat de afvoer de komende periode wel wat zal afnemen. De waterstand die nu rond de 920 cm +NAP bij Lobith ligt zal eveneens wat afnemen de komende periode. De verwachting is echter dat deze daling niet op korte termijn tot problemen zal leiden. De watertemperatuur neemt wel duidelijk toe, deze is ruim 21 oC bij Lobith, in de Twenthekanalen, bij Hengelo beneden is de temperatuur inmiddels bijna 28 oC. De waterkwaliteit is tot nu nog bijna overal op orde in de regio Oost-Nederland. In de regio van Waterschap Rivierenland is op twee locaties blauwalg aangetroffen. Bij waterschap Vechtstromen zijn enkele gevallen van vissterfte gemeld. Waterschap Rijn en IJssel geeft aan dat het in het beheergebied vrij droog is voor de tijd van het jaar wat leidt tot relatief veel afvoerloosheid en lagere grondwaterstanden dan normaal. Ook in het beheergebied van Vechtstromen geldt dat de afvoeren in het watersysteem afnemen, na de regen van vorige week. De grondwaterstanden zakken weg en zijn lager dan normaal voor de tijd van het jaar. Meerdere waterschappen geven aan dat er nog geen aanleiding is om op te schalen, maar dat ze wel waakzaam zijn, zeker i.v.m. weersvooruitzichten. Grondwaterstanden zullen verder wegzakken en de kans op problemen met de waterkwaliteit neemt toe. RDO West-Midden De zoetwatervoorziening binnen West-Midden verloopt over het algemeen zonder grote problemen. De afvoer van de Rijn is dermate hoog dat er geen verziltingsproblemen zijn en dat er voldaan kan worden aan de watervraag. Bij Delfland en Rijnland is de watervraag hoog vanwege het oplopende neerslagtekort. Rijnland is opgeschaald naar fase twee omdat het neerslagtekort wat groter is dan 175 mm. Inspectie van droogtegevoelige waterkeringen vind bij Delfland en Rijnland plaats. Volgende week breiden beide waterschappen de inspecties uit vanwege toenemende neerslagtekorten. Hollandse Delta spoelt enkele locaties door i.v.m. verzilting. Op enkele gebruikelijke locaties is sprake van beginnende blauwalgproblematiek en zijn waarschuwingen zwemwaterlocaties van kracht (www.zwemwater.nl). RDO Zuid-West Op heden is het chloridegehalte van het Volkerak-Zoommeer onder de 450 mg Cl/l gebleven. De beregeningsbehoefte was in het beheergebied van waterschap Scheldestromen en waterschap Brabantse Delta groot. Waterschap Hollandse Delta kon voldoende water inlaten, maar heeft via een persbericht wel opgeroepen om onttrekkingen tijdig te melden. Waterschap Brabantse Delta heeft de uit voorzorg geplaatste noodpomp bij Nieuw Vossemeer (nog) niet aangewend. Er wordt vrijwel continu water uit het Hollandsch Diep via de Volkerakspuisluizen ingelaten (etmaalgemiddeld 45 m3/s) om het chloridegehalte onder de norm te houden. Met hetzelfde doel spoelen de waterschappen actief door. Ter bestrijding van zoute kwel worden door waterschap Hollandse Delta enkele gebieden in de Hoekse Waard met zoetwater vanuit de rivieren doorgespoeld. Om waterkwaliteitsproblemen op het Mark-Vliet stelsel te voorkomen, spoelt waterschap Brabantse Delta deze actief door en heeft het waterschap het schutbedrijf ingesteld bij de sluis van Benedensas. Waterschap Scheldestromen meldt dat als gevolg van weinig neerslag natuurlijke verzilting optreedt in het systeem. Peilen zijn opgezet, maar in het secundaire en tertaire stelsel van Waterschap Scheldestromen kunnen ze niet worden gehandhaafd, vallen waterlopen droog. De eerder door Waterschap Scheldestromen en Brabantse Delta afgekondigde onttrekkingsverboden blijven van kracht. Waterschap Brabantse Delta heeft op acht geïsoleerde locaties blauwalg geconstateerd, Waterschap Scheldestromen op één geïsoleerde locatie en heeft hiervoor een persbericht afgegeven. Waterschap Hollandse Delta is deze week gestart met inspecties van droogtegevoelige boezemwaterkeringen. Waterschap Brabantse Delta en Scheldestromen melden dat de beregeningsbehoefte zal toenemen vanwege de aangekondigde hitte. Waterschap Brabantse Delta verwacht nieuwe onttrekkingsverboden af te kondigen vanwege afnemende afvoer. Uit voorzorg heeft Waterschap Brabantse Delta een noodpomp geplaatst. De waterstanden en afvoeren geven aanleiding om de droogtesituatie actief te volgen en indien nodig de passende maatregelen te treffen. Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 9 van 11
RDO Zuid-Oost Op het hoofdwatersysteem Maas & kanalen is nog voldoende water beschikbaar. Om aan de vraag te voldoen wordt op de Maas volop water gebufferd en gestuurd op maximale waterstanden. In de regio is het nog altijd relatief droog. De neerslag van afgelopen week heeft gezorgd voor tijdelijk wat meer water voor gewasgroei en heeft het neerslagtekort iets doen afnemen. Komende week wordt het echter weer een droge week met hoge temperaturen, waardoor het neerslagtekort flink zal toenemen. Waar mogelijk staan stuwen in de hoogste stand en wordt de wateraanvoer zover mogelijk opgevoerd. Wateraanvoer is normaal voor de tijd van het jaar, maar is te weinig. Bij waterschap Roer en Overmaas leidt het opzetten van stuwen plaatselijk tot te natte laag gelegen percelen. Het aantal locaties waar blauwalg is geconstateerd is iets toegenomen.
Figuur 13. Nederland is ingedeeld in zes regionale droogte regio’s. RDO staat daarbij voor regionaal droogteoverleg.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 10 van 11
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 11 van 11