Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW)
Droogtemonitor bijlage 1 juni 2015 | Nummer 2015-3
Bijlage: Nadere informatie voor waterprofessionals Maandverwachting weer in stroomgebieden Maas en Rijn Neerslagverwachting voor de periode van 1 juni 2015 tot en met 9 juni 2015: Gisteren en vandaag trekt er een storing met wat regen van west naar oost over beide stroomgebieden. Dinsdag ligt het front nog boven Zwitserland, maar vanaf woensdag zorgt een hogedrukgebied voor droog weer. Vanaf zaterdag 6 juni neemt de kans op enkele lokale onweersbuien langzaam toe, eerst in het zuiden van de stroomgebieden, later ook in het noorden. Op veel plaatsen blijft het ook dan echter droog. Temperatuurverwachting voor de periode van 1 juni 2015 tot en met 9 juni 2015: De eerste dagen liggen de temperaturen overdag nog tussen 15 en 20 graden. Vanaf dinsdag lopen de temperaturen op naar 20-25 graden op woensdag/donderdag en daarna verder tot boven de 30 graden op veel plaatsen in het weekend van 6/7 juni. Verdere vooruitzichten voor de periode van 10 juni 2015 tot en met 30 juni 2015: De eerste week is er een grote kans op het aanhouden van het droge weertype. In de tweede helft van juni zijn er geen aanwijzingen voor afwijkingen van de normale waarden. De kans is tamelijk groot dat de temperaturen in de eerste week nog steeds enkele graden boven normaal blijven. Ook in de weken daarna is de kans op temperaturen rond of boven normaal groter dan op koeler weer.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 1 van 11
Figuur1. Verwachte temperatuur De Bilt
figuur2. Verwachting cumulatieve neerslag
Figuur 3. De gepresenteerde kleurenverdeling is een indicatie voor temperatuur-/neerslagafwijkingen tussen de real-time prognoses van het ECMWF numerieke weermodel t.o.v. de numerieke modelklimatologie. De voorgaande figuren geven de resultaten weer van het ECMWF-model waarmee de maandverwachtingen worden berekend. In de bovenste vier figuren wordt per week de verwachte temperatuurafwijking ten opzichte van de gemiddelde (of normale) situatie weergegeven. In de onderste vier figuren wordt per week de verwachte afwijking in de neerslag weergegeven. De kleur wit betekent dat er geen significante afwijkingen van de normale situatie zijn. De verwachte afwijkingen in graden Celsius respectievelijk millimeters worden weergegeven in de schaalverdeling boven de kaarten.
Neerslagtekort Van 1 april tot en met 30 september wordt in Nederland het gemiddelde neerslagtekort berekend over dertien meetstations (figuur 4A). In deze grafiek toont de zwarte lijn het verloop van het neerslagtekort (mm) in de tijd. Op dit moment is het landelijk gemiddelde neerslagtekort in Nederland circa 90 mm. In het westen en zuiden is het iets droger en in het noordoosten juist wat minder droog geweest (figuur 4B). De verwachting is dat het neerslagtekort in de komende periode van 14 dagen zal stijgen tot circa 120 mm. Dat komt ongeveer overeen met een 5% droog jaar.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 2 van 11
Het doorlopend potentieel neerslagoverschot wordt verkregen door het verschil te berekenen tussen de hoeveelheid gevallen neerslag en de berekende referentiegewasverdamping. Dit verschil wordt dagelijks gesommeerd in het tijdvak van 1 april tot en met 30 september. Een negatief getal geeft een tekort aan, een positief getal een overschot.
Figuur 4A. Doorlopend landelijk gemiddeld neerslagtekort.
Figuur 4B. Ruimtelijk beeld potentieel neerslagoverschot.
Afvoeren Rijn en Maas Rijn Het afvoerverloop van de Rijn wordt sterk beïnvloed door het smelten van sneeuw en gletsjers in de Alpen. Dit smeltwater stroomt via natuurlijke meren en stuwmeren af richting Duitsland. Deze meren houden het water tijdelijk vast en hebben zo een dempende werking op de afvoer. Het grootste en belangrijkste meer is de Bodensee. Een goed beeld van de hoeveelheid water die de Alpen via de meren verlaat wordt verkregen aan de hand van de afvoer bij Bazel. Benedenstrooms van Basel bevinden zich slechts middelgebergten en kleine stuwmeren. In tijden van droogte wordt de bijdrage van dit deel van het stroomgebied vooral bepaald door toestroming vanuit grondwater. Het aandeel van het Alpine deel van het stroomgebied aan de totale afvoer van de Rijn bedraagt in de maand juni ca. 65%. In een droge zomer kan tot wel 95% van de afvoer uit de Alpen afkomstig zijn. Laagwater wordt in de zomer vooral beïnvloed door de hoeveelheid basisafvoer vanuit de Alpen. De watervoorraad in de Alpen wordt tot eind juni gekarakteriseerd door de hoeveelheid sneeuw in het stroomgebied, de invloed van de waterstand in de Bodensee op de hoofdstroom en de invloed van de overige Alpenmeren op de Zwitserse zijrivieren. Vanaf juli is de invloed van sneeuwsmelt verwaarloosbaar. Bij een lage stand van de meren treedt er een grotere demping van de afvoer uit de Alpen op, waardoor smelt- en regenwater pas veel later tot afstroming komt. Sneeuw Vanaf 1 juni wordt er voor de Zwitserse Alpen geen nieuwe sneeuwberichtgevingen meer opgesteld, aangezien er alleen op de hoogste toppen nog sneeuw ligt. Deze (zomerse) sneeuwsituatie levert vrijwel geen bijdrage aan de afvoeren. Zwitserse Meren Het peil van de meeste Zwitserse stuwmeren ligt iets boven het langjarig gemiddelde. Een maat hiervoor is de z.g. ‘Füllungsgrad’ die normaal rond deze tijd 20% bedraagt is op dit moment 25%. Maatgevend voor de Rijnafvoer is de afvoer vanuit de Bodensee. De huidige stand van de Bodensee Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 3 van 11
is hoger ten opzichte van het langjarig gemiddelde voor de maand juni. Op basis van de weersverwachting zal het peil van de Bodensee in de komende week licht dalen richting het langjarig gemiddelde.
Figuur 5 : Waterstandsverloop Bodensee, station Romanshorn met langjarig gemiddelde, maximale en minimale waarden [Bron: Bundesamt für Umwelt, Bern]
Actuele afvoersituatie In een normaal jaar bedraagt het aandeel vanuit de Alpen aan de totale afvoer van de Rijn in juni ca. 65%, op dit moment is dit aandeel 58%. Wat iets lager is dan het langjarig gemiddelde voor deze maand. De afvoer van de Rijn bij de uitstroming uit de Bodensee bedraagt 590 m3/s, iets hoger dan het gemiddelde voor eind mei/begin juni. Afvoerverwachting 1 juni – 8 juni : De afvoer van de Rijn is de laatste week van mei gedaald tot circa 2100 m3/s. Op basis van verwachte neerslag zal de afvoer naar verwachting de komende week afnemen naar 1900 m3/s. Afvoerverwachting 8 juni – 15 juni : Op basis van de meteorologische verwachting wordt een verdere lichte daling van de Rijnafvoer verwacht.
Figuur 6 : Afvoerverloop Lobith/Rijn (p.m. de vreemde uitschieters naar beneden zijn veroorzaakt door een technische storing; dat zijn geen echte waarnemingen). Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 4 van 11
Conclusie Op basis van de huidige situatie en de weersverwachtingen wordt verwacht dat de afvoer van de Rijn de komende periode iets onder het langjarig gemiddelde zal zakken. De basisafvoer is normaal. Alles overziend geeft het Rijngebied een gemiddeld normaal beeld. De kans op droogteproblemen is deze zomer ongeveer gemiddeld.
Maas De Maas is een snel reagerende regenrivier. Invloed van sneeuw op de afvoer van de rivier is er alleen in de winter. Anders dan bij de Rijn neemt de afvoer in het voorjaar niet toe door het smelten van sneeuw en gletsjers in het brongebied. Het stroomgebied van de Maas kent geen grote watervoorraden in de vorm van gletsjers en stuwmeren. Omdat het water in een groot deel van het stroomgebied snel wordt afgevoerd, kan de basisafvoer relatief klein worden in een periode zonder neerslag. Actuele afvoersituatie Het jaar 2015 is begonnen met verhoogde afvoeren door de vele neerslag die gevallen is in het begin van het jaar. Ook aan het eind van de maand februari was de afvoer verhoogd, waarbij sneeuwsmelt een belangrijke rol speelde. Vanaf begin maart is de afvoer gedaald. De afvoer te St. Pieter schommelde de afgelopen week tussen de 50 en 150 m3/s en bedraagt op 1 juni 89 m3/s, een lagere dan gemiddeld niveau voor de tijd van het jaar. De uitgangsituatie voor de zomer van 2015 is hiermee lager dan gemiddeld. Op basis van de weersverwachting voor de aankomende week blijft de afvoer op het huidige niveau.
Figuur 7 : Afvoerverloop Luik/Maas Conclusie Droogteproblemen zijn de komende tijd voor de Maas nauwelijks waarschijnlijk.
Grondwater De grondwatervoorraad is in het grootste deel van Nederland op peil of iets aan de droge kant. Uit de in de provincies Gelderland en Noord-Brabant beschikbare actueel waargenomen freatische grondwaterstanden is af te leiden dat de freatische grondwaterstand momenteel ongeveer gelijk is aan het meerjarig gemiddelde of daar iets onder ligt (figuur 8.1, 8.2 en 8.3). Traag reagerende grondwatersystemen zoals de hoog gelegen delen van de Veluwe laten lagere grondwaterstanden zien dan langjarig gemiddeld, hier werkt de droge herfst van 2014 nog door in de grondwaterstanden (figuur 8.4). Gemiddeld genomen zet tegen het einde van het voorjaar de daling van de freatische grondwaterstanden door, als gevolg van een afname van de neerslag en een stijging van de Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 5 van 11
temperatuur. Na enkele koele en natte dagen begin juni, wordt het weer droger en stijgt de temperatuur naar rond of boven normaal. Voor het grondwater betekent dit waarschijnlijk een verdere daling van de freatische grondwaterstand die ongeveer gelijk is aan de normale daling in deze periode van het jaar (figuur 8.2 en 8.3).
Figuur 8.1: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in Noord-Brabant in 2015; donkerblauw: 25 e-75e percentiel, lichtblauw: 10e-25e en 75e-90e percentiel (Boxtel, De Kampina B51A0501-001; bron: http://grondwaterstand.brabant.nl/)
Figuur 8.2: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in het centrale deel van Oost Gelderland in 2015; blauw: 25e-75e percentiel, grijs: 10e-25e en 75e-90e percentiel (Zelhem, B41A0192; bron: www.grondwaterstand.nl)
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 6 van 11
Figuur 8.3: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in het zuidelijk deel van de IJsselvallei in Gelderland in 2015; blauw: 25e-75e percentiel, grijs: 10e-25e en 75e-90e percentiel (Brummen, B33G0372/33GL9-001; bron: www.grondwaterstand.nl)
Figuur 8.4: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in Gelderland in 2015; blauw: 25 e-75e percentiel, grijs: 10e-25e en 75e-90e percentiel (Otterlo, B33C0163-001; bron: www.grondwaterstand.nl)
Waterkwaliteit De watertemperaturen van de Rijn bij Lobith en in de Maas bij Eijsden waren vanmorgen respectievelijk circa 16 en 17 graden Celsius. Gelet op de weersverwachting kunnen de watertemperaturen in de komende 10 dagen waarden boven de 20 graden gaan bereiken. Landelijk gezien neemt de kans op het optreden van blauwalgenbloei en botulisme toe.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 7 van 11
Figuur 9.1.: Watertemperatuur Lobith/Rijn (in graden Celsius)
Figuur 9.2.: Watertemperatuur Eijsden/Maas (in graden Celsius)
Chloridegehalte De chloridegehalten in het hoofdwatersysteem worden gemonitord en zijn alle normaal voor de tijd van het jaar.
Figuur 10 : Verloop van het chloridegehalte (mg Cl -/l) bij enkele locaties in het benedenrivierengebied. Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 8 van 11
Regionaal waterbeeld Noord-Nederland Het IJsselmeer, Markermeer en Veluwerandmeren zijn op zomerstreefpeil en de IJsselafvoer (circa 360 m3/s) is ruim toereikend om het peil de komende weken te handhaven. Het chloridegehalte in het IJsselmeer is normaal en zal de komende vier weken ook geen problemen opleveren. De grondwaterstanden in de regio zijn wat lager dan normaal. De inlaat naar de regio/waterschappen begint toe te nemen en de regionale afvoeren nemen af. Er zijn geen blauwalgproblemen in het IJsselmeergebied, er worden bij de stranden weinig tot geen blauwalgcellen gemeten. Bij de waterschappen in de regio zijn zeven waarschuwingen/negatieve zwemadviezen afgegeven, voornamelijk in Groningen. Verder zijn geen knelpunten of bijzonderheden te melden.
Twentekanalen en Gelderland In het beheergebied van beide RDO’s zijn geen bijzonderheden. Voor deze tijd van het jaar is de rivierafvoer is normaal. De waterstand daalt geleidelijk aan verder. Er doen zich geen problemen voor met betrekking tot de waterkwaliteit. Ook de temperatuur van het water is normaal te noemen. Alle waterschappen laten weten dat de grondwaterstanden normaal tot laag zijn voor de tijd van het jaar. De zomerpeilen zijn ingesteld. De verwachting is dat de watervraag in de komende dagen zal toenemen.
West-Midden-Nederland Ten aanzien van de zoetwatervoorziening zijn geen bijzonderheden te melden. De provincie ZuidHolland heeft een aantal waarschuwingen afgegeven voor zwemwaterlocaties ivm de waterkwaliteit. De waarschuwingen worden per dag bijgehouden op www.zwemwater.nl. Het Waaiersluiscomplex (Gouda) is momenteel beperkt inzetbaar (n.b.: dit geldt zowel voor inlaten als uitlaten). Tot week 25 is één spuikoker niet beschikbaar i.v.m. onderhoudswerkzaamheden.
Zuid-Oost Nederland Er zijn op dit moment geen knelpunten in de watervoorziening in de regio Zuid-Oost. In het hoofdwater systeem Maas & kanalen is nog voldoende water beschikbaar om alle belangen van water te voorzien. De afvoeren van het regionale watersysteem zijn wisselend per deelgebied. Afvoeren variëren tussen normaal en onder de basisafvoer. Door de neerslag van afgelopen weekend zijn de afvoeren iets gestegen maar gezien de verwachte hoge temperaturen en een minimum aan neerslag gaan deze zeker weer zakken de komende week. De wateraanvoer wordt zover mogelijk opgevoerd en de stuwen staan zo hoog mogelijk om het water zoveel mogelijk vast te houden. Waterschap de Dommel heeft al voor een behoorlijk deel van haar beheergebied een verbod voor het onttrekken van oppervlaktewater afgegeven. Ook waterschap Peel en Maasvallei geeft als nog enkele beken onder de basisafvoer zakken een onttrekkingsverbod af voor delen van haar beheersgebied. De grondwaterstanden zijn normaal of iets lager dan normaal voor de tijd van het jaar. Op enkele locaties is blauwalg geconstateerd.
Zuid-West Nederland In Zuid-West Nederland zijn op dit moment geen bijzonderheden te vermelden. Het zoutgehalte blijft onder de norm door continu door te spoelen. Gezien de ontwikkelingen in afvoer en neerslag worden er de komende tijde geen problemen verwacht. Brabantse Delta heeft op vijf geïsoleerde wateren blauwalg aangetroffen.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 9 van 11
Figuur 11. Nederland is ingedeeld in zes regionale droogte regio’s. RDO staat daarbij voor regionaal droogteoverleg.
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 10 van 11
Droogtemonitor: bijlage voor waterprofessionals
Pagina 11 van 11