DRIE VROUWEN
Een kortverhaal door Sara Soete
I Hij dacht dat Anna blij zou zijn met zijn cadeau. De tranen waarvan hij hoopte dat ze van dankbaarheid en opluchting waren, bleken van oprecht verdriet te zijn. Twijfel maakte zich meteen van hem meester. Had hij Haar fout begrepen? Dat was nog nooit gebeurd. Maria sprak tot hem, soms heel duidelijk en soms in raadsels, maar hij had tot vandaag altijd begrepen wat Ze wilde, wat Ze van hem verwachtte. Hij had er altijd van gehouden dat stilte niet leek te bestaan in de stad. De hele nacht door: sirenes, zingende studenten, giechelende koppels en kwade oude mannen. De vertrouwde geluiden van de nachtelijke stad hoorde hij al sinds zijn kindertijd. Hij luisterde altijd heel gefascineerd en fantaseerde er verhalen bij. Hij in zijn bed, Maria stevig vastgeklemd tussen zijn handen. Hij leerde Haar kennen toen hij nog klein was. Zijn moeder had hem een stenen, geschilderd beeldje van Haar gegeven. Zo zou hij ’s nachts nooit alleen zijn, Zij zou er altijd zijn om voor hem te zorgen. Zij wel. Het werkte want hij voelde zich nooit bang of alleen, ondanks de vele nachten waarop zijn moeder
2
met verschillende mannen de stad introk. Soms hoopte hij dat de sirenes iets te maken hadden met zijn moeder. Als ze zou sterven, zou alles weer in orde zijn. Dan zou ze gestraft zijn voor haar zonden en zou hij zonder die last kunnen leven, samen met Haar. Toen hij 18 werd, had zijn dronken moeder het beeldje voor zijn ogen kapot gegooid. Ze noemde het een geschenk waar hij haar later dankbaar voor zou zijn, aangezien hij zichzelf ontiegelijk belachelijk maakte door Haar overal mee te nemen. Toen hij Haar aan scherven zag vallen en de versplinterde stukjes van Haar blauwe jurk tegen zijn been sprongen, gebeurde het. Opeens wist hij met een enorme zekerheid dat Maria niet meer het beeld was maar dat Zij nu een deel van hem geworden was. Hij voelde dat Ze zijn gedachten kende, dus ook al zijn twijfels, verdriet en woede. Bovendien wist Zij nog veel meer: wat geweest was, wat zou komen, welke keuzes hij moest maken, … Vanaf nu zou Zij hem leiden en dat was goed. Hij wist dat Ze hem niet verlaten had, hij voelde Haar nu dichter dan Ze ooit geweest was. Ze sprak toen ook voor het eerst tot hem. Hij hief net woedend zijn hand zodat zijn moeder zou voelen wat hij voelde, toen hij Haar fluisterende woorden hoorde:
3
“Laat haar, ga niet mee in haar waanzin en verlies de controle over jezelf niet. Verlaag je niet tot haar niveau.” Het werkte, zowel de inhoud van Haar woorden als het effect dat Haar stem op hem had, deden hem wegwandelen. Het duurde daarna niet lang meer voor hij zijn moeder verliet en alleen ging wonen. Maria was alles wat hij nodig had in dit leven. Ze gaf hem stabiliteit en zekerheid. In tegenstelling tot zijn moeder, die al zoveel mannen had gehad, was Zij een zuivere maagd. Niemand had Haar blanke borsten aangeraakt, Haar huiveren gevoeld, niemand was ooit dichterbij Haar geweest dan hij. Ze was onbevlekt en hij hield daarom van Haar. Zij was alles wat zijn moeder niet was. Zijn moeder was een hoer, bezoedeld, niet één keer maar tientallen, misschien zelfs honderden keren. Maria was schoon en broos, met een huid zo helder als kristal. Ze was voor hem alleen. Ze zou voor hem zorgen en hem nooit verlaten. Hij besloot iets met zijn handen te doen. Het idee kwam van Haar natuurlijk, hij was toch altijd zo handig geweest en kon al snel aan de slag bij een loodgietersbedrijfje. Hij woonde in een groot appartement waar hij een extra
4
kamer had, die hij helemaal voor Haar inrichtte. Hij had in een tweedehandswinkeltje een oud portret van Haar gevonden, het was wat vergeeld maar de fletse kleuren herinnerden hem aan de kleuren van het stenen beeldje. Zo had hij Haar voor het eerst leren kennen. Haar portret kreeg een ereplaats op een oude maar prachtige, antieke secretaire die hij op een veiling had gekocht. Hij had er veel voor betaald maar voor Haar kon niets te duur zijn. In de hoek van de kamer had hij een mooie sofa gezet waar hij regelmatig ging zitten als hij met Haar wou praten. In die periode vroeg Zij hem om een eerste offer. Hij had lang niets meer van zijn moeder gehoord. Na zijn verhuis had ze hem nog regelmatig gebeld, maar toen haar telefoontjes onbeantwoord bleven, had ze het blijkbaar opgegeven. Hij voelde die dag een onverklaarbare drang om haar te zien. Ze had tenslotte ondanks haar vele slechte keuzes, altijd gedacht goed te doen. Misschien was hij te hard voor haar geweest. Maria raadde het af maar toch reed hij die avond naar haar huis. Zijn oude sleutel kwam goed van pas, aangezien er geen reactie kwam toen hij aanbelde. Terwijl hij de trap opging, bleef Maria herhalen dat dit een slecht idee was en dat hij beter rechtsomkeer kon maken. Toen hij de kamer
5
binnentrad, vond hij zijn moeder languit op de tafel, de benen gespreid en bovenop haar een gespierde man met op zijn rug een grote tatoeage van een slang. Zijn moeders ogen waren dicht en ze kreunde van genot. Hij zag de slang kronkelen en wist dat zij een duivelin was. En hij was lang geleden uit haar verdorven lichaam gekropen dus hij zou voor altijd de last van haar zonden moeten dragen. Toen hij de trap afwandelde hoorde hij nog hoe ze haar hoogtepunt bereikte. Buitengekomen sprak Zij tot hem. Ze was niet kwaad maar dit kon niet onbestraft blijven. Hij had haar zonden van zich willen afschudden, door te verhuizen en bij haar weg te gaan. Maria bevestigde dat die nu weer op zijn schouders rustten en dat Zij daardoor niet bij hem kon zijn. Er moest een offer gebracht worden om dit goed te maken. Ze vroeg het hem en hij begreep wat hem te doen stond. Het was niet eens zo moeilijk. Toen de slangenman die nacht zijn moeders huis verliet, volgde hij met een Engelse sleutel. Het was donker, de straat was leeg en hij was altijd handig geweest dus de klus was met enkele rake slagen geklaard. Niet veel later sleepte hij het zware lichaam zijn busje in en reed de stad uit op zoek naar een verlaten plek.
6
Toen alles achter de rug was, stelde Maria hem gerust dat hij het goede had gedaan. Dankzij dit offer was hij verlost van de zonden van zijn moeder en kon hij weer samen zijn met Haar. Hij had met een nietig, onbekend leven betaald voor een zware schuld waarvan hij nu vrij was. Hij kon zijn moeder vergeten, deze keer voor echt, en zou vanaf nu luisteren naar Haar. Er lagen nog mooie dingen voor hem in het verschiet.
7
II Op een ochtend werd hij heel vroeg wakker. Maria riep hem. Haar stem klonk helderder dan ooit. “Sta op, ga naar het station, neem de eerste trein die de stad uitrijdt.”” Hij volgde Haar instructies gehoorzaam, hij leek geen enkele weerstand te hebben tegen die indringende stem. En toen hij de eerste de beste trein opstapte en de coupé binnenwandelde, zag hij haar. “Dit is ze, zij is enkel voor jou op deze wereld gezet, ze is mijn afscheidscadeau. Je zal voor haar moeten knokken, maar ze zal het waard zijn.” Afscheidscadeau? Waarover had Ze het? De paniek die hem even overviel, verdween al snel toen hij het meisje wat beter bekeek. Ze steunde met haar voorhoofd tegen het raam, had haar benen opgetrokken tot onder haar kin en luisterde muziek. Pikzwart krullend haar piepte vanonder haar wollen muts en van wat hij kon opmaken uit de weerspiegeling van het raam had ze grote, starende ogen die eruit zagen alsof ze gehuild had. Zachtjes neuriede ze terwijl haar hoofd mee wiegde met de muziek. Voor
8
haar lag een agenda met bloemen erop en in een sierlijk handschrift stond daar haar naam: ‘Anna’. Wat was hij Haar dankbaar voor dit geschenk. Wat was ze mooi! Anna. An-na. Hij herhaalde haar naam in gedachten. Hij verlangde naar haar. Hij verlangde ernaar om in haar schoot te liggen, haar aan te raken, haar stem te horen. Hij stapte af in het eerstvolgende station, volledig gedesoriënteerd wandelde hij die dag doelloos rond en dacht aan haar. Zij was van hem. Zij was het sterkste en tegelijk breekbaarste wat hij ooit gezien had. Zij was van hem zodat hij haar niet zou breken. Hij was niet ongerust dat hij haar niet meer zou zien, toen niet en maanden later ook niet. Maria zou voorzien. Ze sprak niet meer tot hem sinds hij Anna had gevonden. Zelfs in de kamer bij Haar portret, leek hij op geen enkele manier nog iets terug te vinden van Haar aanwezigheid, Ze leek volledig uit zijn leven verdwenen te zijn. Toch wist hij dat Zij ervoor zou zorgen dat hij Anna terug zou zien. Sinds Maria in zijn leven was gekomen, had hij altijd de onverklaarbare angst gehad dat Zij ook weer zou verdwijnen en hem alleen zou achterlaten. Toch leek hem dat, nu dit moment gekomen was, verrassend weinig te doen. Hij dacht aan Anna, droomde over Anna, at, dronk en ademde Anna. Daar kon Maria niet meer bij. Er was
9
geen ruimte voor Haar en geen nood aan Haar nu Anna er was. Dat wist Zij natuurlijk, dus was Zij vertrokken op het perfecte moment. Hij zag Anna terug in een plaatselijke supermarkt. Terwijl hij tussen de rekken wandelde, stond hij opeens naast haar: hij zag een krukje, daarop twee gestrekte, kleine voeten, opgespannen kuiten, een strak rokje, een dikke trui en uiteindelijk Anna’s zwarte krullen en geconcentreerde blik terwijl ze de bovenste rayon herschikte. Hij kon wel zingen van geluk. Vandaag was het zover, hij zou met haar praten en haar meenemen naar zijn huis. Hij wist niet meer hoe lang hij daar al stond, hij wist alleen dat hij haar benen kon aanraken als hij wou, zo dichtbij was ze. Hij rook haar, hoorde haar zuchten en voelde haar lichaamswarmte. Hij stond daar 5, misschien 10 minuten. Het leek een eeuwigheid maar hij zei niets, hij kon het niet. Het eerste wat hij tegen haar zou zeggen mocht niet gewoontjes zijn maar moest de lading dekken van deze ontmoeting: de beloofde toekomst, al het moois dat op hen lag te wachten. Hoe kon hij dit duidelijk maken in die eerste paar woorden? Toen verloste zij hem uit zijn lijden. Ze kwam het trapje af en sprak hem aan met een hese, zachte stem. Vroeg of ze hem kon helpen. Zwijgend zag hij
10
voor het eerst haar ogen, ze waren lichtbruin, bijna rossig van kleur en er lag een eeuwige zachtheid in. Hij slaagde erin na een ongemakkelijke stilte te vragen om iets wat hij zogenaamd niet wist staan. De woorden die duidelijk moesten maken wat het lot voor hen in petto had, zou hij dan maar voor later bewaren. Na een korte babbel, bleek Anna helemaal niet ver van hem af te wonen en toen hij de winkel verliet, sprak ze de wens uit hem snel terug te zien. Toen wist hij dat zij hetzelfde voelde. Zij had in hem gezien wat hij zag de eerste keer op de trein. In haar blik lag datzelfde geloof in hun toekomst. Hij sprak de weken daarop elke dag met haar in de supermarkt en wandelde een keer met haar naar huis. Hij probeerde eerst voorzichtig en later steeds duidelijker te beschrijven wat er tussen hen aan het gebeuren was. Hij vertelde uiteindelijk ook over Maria en over zijn moeder. Hoe Zij hem had gered. Hoe Zij hem naar Anna had geleid, hoe Zij haar had geschonken. Als iemand het zou begrijpen was het Anna wel. Maar Anna werd afstandelijker naarmate hij openhartiger werd. Hij vond haar steeds minder vaak in de winkel. Haar collega’s zeiden dat ze in het magazijn bezig was of dat ze wat vroeger naar huis was vertrokken. Toen hij
11
haar één keer wel tussen de rekken vond, was ze kortaf en ontweek zijn blik. Ze leek zelfs bang en zei geen tijd voor hem te hebben. En dat het beter zou zijn als hij haar vanaf nu met rust liet. Wat was er aan de hand? Waarom negeerde ze wat ze allebei wisten? Misschien was zij aan hem gaan twijfelen. Had hij niet duidelijk genoeg gemaakt wat hij voor haar voelde? Was ze bang om afgewezen te worden? Hij moest met haar praten. Vastberaden dit uit te klaren, ging hij langs bij haar appartement. Toen bleek dat ze niet thuis was, liet hij een kort briefje achter in haar brievenbus waarin hij vroeg hem dringend te bellen. Toen hij na enkele dagen nog niets van haar gehoord had, ging hij opnieuw bij haar langs. Ze woonde op de benedenverdieping dus hij kon gemakkelijk naar binnen kijken. De vorige keer was het donker geweest, vandaag brandde er licht. Hij zag haar in de zetel zitten in kleermakerszit, één en al concentratie las ze in het boek op haar schoot. Haar hand verdwaalde verstrooid in de richting van de zak chips naast haar. Ze zat daar zo sereen, zo één met haar omgeving, dat hij het voorlopig niet over zijn hart kreeg aan te bellen. Hij genoot zo van dit beeld, dat hij eerst niet merkte dat iemand anders de woonkamer kwam binnengewandeld. Terwijl hij naar haar elegante handen staarde en zich inbeeldde hoe die
12
zouden aanvoelen in zijn ruwe knoesten van handen, werd zijn beeld plots verstoord. Een man doemde op. Een andere man ging naast zijn Anna in de zetel zitten. Wie was hij? Waarom kuste hij haar? Waarom had ze hem nooit vermeld? Dit moest de reden zijn dat ze de laatste keer zo afwijzend had gedaan. Ze zag hoe de man haar boek wegnam en met zijn hoofd in haar schoot ging liggen. Zij aaide zijn haren en staarde voor zich uit. Eén blik, één blik op deze situatie had hij nodig om alles te begrijpen. Het was overduidelijk. Anna wou niet bij deze man zijn, Anna wou hem en alleen hem. Misschien had ze verteld over hun ontmoeting en was de man jaloers geworden. Misschien was hij agressief geworden en zij bang. Dat zou haar gedrag van de laatste weken perfect verklaren. En de voorspelling van Maria dat hij voor haar zou moeten knokken. Anna wilde hem, maar ze kon niet weg bij deze vreselijke man die haar terroriseerde. Hij had Maria niet meer nodig om te weten dat het tijd was voor een tweede offer. Hij zou Anna verlossen van deze man. Hij wist hoe het moest, Maria had hem hier destijds op voorbereid. Hoewel Ze er niet meer was, ging hij nog even terug naar huis om kracht te putten uit Haar portret dat nog steeds op een ereplaats in zijn appartement stond.
13
Hij hoopte daar de bevestiging te krijgen. Ze glimlachte minzaam en hij voelde in alle vezels van zijn lichaam dat dit hem te doen stond, het kon niet duidelijker zijn. Die avond verscheen hij terug aan Anna’s raam, zijn Engelse sleutel in zijn achterzak. Het kon niet beter getimed zijn, want hij zag de man net de deur naar de gang opendoen. Even later kwam hij het appartement uit, eerst nog sleurend met een vuilniszak en enkele tellen later levenloos op de grond met een gat in zijn hoofd. Eén kreet ontsnapte hem voor de sleutel tegen zijn schedel landde en zijn lichaam op de grond plofte. Bij het eerste offer had hij meerdere keren moeten slaan, maar hij was handig en leerde snel bij. Deze man was in één klap dood. Hij hoorde Anna’s stem vanuit het huis. ‘Peter? Alles oké?’ Na een lange stilte, hoorde hij een deur opengaan. Het was zover. Zo meteen zou ze het offer zien en begrijpen wat hij voor haar gedaan had. Hij zou het lichaam laten verdwijnen zoals hij destijds gedaan had en ze zouden samen kunnen zijn. Zorgeloos. Eindeloos. Hij schrok op van Anna’s kreet toen ze hem zag. Hij hield de sleutel in zijn rechterhand en keek trots naar het geschenk dat voor hen op de grond lag. Eerst zweeg ze.
14
Ze staarde, begon te beven over haar hele lichaam en even later hysterisch te huilen. Hij had gedacht dat Anna blij zou zijn met zijn cadeau. De tranen waarvan hij hoopte dat ze van dankbaarheid en opluchting waren, bleken van oprecht verdriet te zijn. Had hij Haar fout begrepen? Terwijl Anna panisch en hysterisch van hem wegrende, riep hij radeloos tot Maria. Zij moest hem geruststellen dat hij het goede gedaan had, zoals Ze altijd had gedaan. Ze moest nog één keer terugkomen, hem geruststellen en hem Anna terugbrengen. Maar Maria zweeg en hij was alleen.
15
© Bibliotheek van Babel
www.bibliotheekvanbabel.eu