Drie denkpatronen Kort 1.0 - 24/01/11 © Francis Gastmans
[email protected]
Drie denkpatronen, kort en bondig 1
Denken 'Denken' is concreet: praten met jezelf, in stilte of hardop. Er is geen denken zonder een innerlijk gesprek. We kunnen daarbij verschillende talen gebruiken. Je kan denken met woorden, met klanken, met beelden, met vormen en kleuren, met bewegingen, enz. Er is echter geen denken zonder een taal. Wanneer we denken leggen onze gedachten een bepaalde weg af. We zetten begrippen, woorden en beelden in een bepaalde volgorde: dat is onze gedachtengang. We beschouwen onze gedachtengang als 'logisch', als een logische opeenvolging van woorden en gedachten. Telkens we denken volgen we dezelfde logische weg ook al is de inhoud van het denken verschillend. Een denkpatroon is de structuur die onder onze gedachtengang verborgen ligt en waarop ze steunt. Het is het patroon dat onze gedachtengang volgt, wanneer we de ene gedachte bij de andere plaatsen. Het denkpatroon schrijft een bepaalde gedachtengang voor, een manier van denken, die wordt ondersteund door een reeks aannames (bv. "Op deze wijze je gedachten vormen is het logisch."), paradigma's, 'waarheden' en dwingende uitgangspunten. Het denkpatroon staat los van een denkinhoud! Zelfs wanneer twee personen inhoudelijk een tegengestelde mening hebben dan nog is de onderliggende structuur van hun gedachtengang meestal dezelfde. "Vrede kan er maar komen indien de vijandelijkheden definitief ophouden." zeggen de strijdende volkeren. Ze volgen beiden dezelfde gedachtengang: het ene is de noodzakelijke voorwaarde om het andere te bereiken. Wel vullen ze de woorden 'vrede', 'vijandelijkheid', 'indien', 'definitief' en 'ophouden' verschillend in. De onderliggende structuur van hun denken is lineair: er is een rechtstreeks oorzakelijk verband tussen 'vrede' en 'vijandelijkheden'. Het zijn voor hen namelijk tegenstellingen. Er zijn drie basisdenkstructuren of denkpatronen: lineair, systemisch en lemniscatisch.
2
Lineair denken We zijn allemaal opgegroeid en opgevoed vanuit een of andere vorm van lineair denken. Bij het begrip 'lineair' denken we spontaan aan 'rechtlijnig'. Dat is niet erg zorgvuldig. 'Lineair' staat voor 'lijnig' en slaat op alle manieren van denken die een vooraf uitgestippeld patroon hebben en makkelijk worden voorgesteld met een lijn. 'Lineair' denken betekent 'lijnig' denken: a) er is een beginpunt en een eindpunt (soms worden deze punten ver weg in de tijd geprojecteerd), b) tussen die punten wordt een vast verband gezien: 'oorzaak - gevolg' of 'begin - verloop - einde' of 'heen - keerpunt - weer' of 'dalen - transformeren - stijgen', enz. c) de weg wordt gezien als 'opeenvolgend' en moet in de aangewezen richting worden afgelegd, vaak is de weg duidelijk beschreven, stap na stap.
1 van 9
Drie denkpatronen Kort 1.0 - 24/01/11
Het beeld van de seizoenen die elkaar onverbiddelijk in dezelfde volgorde opvolgen, is een voorbeeld van lineair denken, in dit geval de variant 'circulair denken'. Variaties van lineair denken zijn: - rechtlijnig denken: er is een rechtstreeks en rechtlijnig verband tussen twee of meer fenomenen, - sacraal denken: er zijn oorzakelijke 'krachten' mee aan het werk die niet onderhevig zijn aan de 'aardse wetmatigheden', - circulair denken: er is een weerkerend patroon van een beperkt aantal factoren, - spiraal denken: er is een weerkerend patroon van factoren die bij iedere omwenteling steeds een trapje 'hoger' staan, - dialectisch denken: van thesis over antithesis naar synthese die dan nieuwe thesis wordt, in een eindeloze beweging, - evolutiedenken: steeds van eenvoudig naar complex, - U-denken: eerst door een dal, dan loslaten, om daarna het doel te kunnen bereiken (een nieuwe stap in de ontwikkeling). Al deze denkwijzen volgen een oorzaak-gevolg patroon: "Wanneer je dit doet, dan bekom je dat. Dat volgt op dit". De tekening van deze patronen is dan ook steeds één lijn, heel vaak met een pijl die de richting aangeeft.
Enkele paradigma's van het lineair denken: - Ieder fenomeen heeft een oorzaak, iedere oorzaak heeft een gevolg. - Ieder fenomeen heeft een begin (geboorte), kent een specifiek verloop (levensduur) en heeft een einde (dood). - Fenomenen kunnen duidelijk worden afgebakend. - Tussen de fenomenen bestaat er een hiërarchie, van eenvoudig tot complex, van laag naar hoog. - Fenomenen hebben een identiteit, een 'ik', soms een ziel (in het sacraal denken). - Er kan slechts één juist antwoord zijn, één Waarheid. - Het tegengestelde van wat waar is, is onwaar en dus fout. Deze manier van denken wordt overal ter wereld, in alle culturen gebruikt. Het is het 'oerdenkkader' dat de mens hielp om te overleven en te ontwikkelen. Door de eeuwen heen heeft dit denkkader zijn praktisch nut bewezen. Alle praktische ontwikkelingen en technieken - mechanische, economische, geneeskundige, sociale en spirituele - werden tot nu toe gemaakt op basis van oorzaak-gevolg denken. De begrippen 'ontwikkeling', 'vooruitgang' en 'welvaart' hebben we hoofdzakelijk vanuit een van de variaties van het lineair denken ingevuld.
In de managementliteratuur vinden we dit denken terug in de modellen: de matrix, de cirkel, de fasen-pijl, de U,... Het lineaire denken heeft echter ook getoond dat het grenzen heeft. Vele problemen waarmee we vandaag worden geconfronteerd zijn het gevolg van het feit dat we in het verleden de zaken (enkel) lineair hebben aangepakt.
2 van 9
Drie denkpatronen Kort 1.0 - 24/01/11
3
Sacraal denken, een variant van lineair denken 3.1
Je kan meer waarnemen dan er is Voor het sacraal denken zijn de fenomenen niet wat je uiterlijk waarneemt. A is niet zomaar A en alleen maar A, B is niet zomaar B en alleen maar B. Er zijn niet-onmiddellijk-waarneembare factoren die een belangrijke, zelfs beslissende rol spelen in het verschijnen van en de interacties tussen de fenomenen. Het sacraal denken vertrouwt op de aanwezigheid van 'krachten' die ervaren worden als 'anders' dan de materieel waarneembare wereld. Er is sprake van een 'energie', een 'levensstroom', een 'energetisch veld', het 'etherische', of van een 'God', een 'oppergod', 'De Gans Andere', 'De Alomtegenwoordige', 'De Onnoembare', of van geesten, natuurwezens, goden, heiligen, voorouders, enz. Het sacraal denken verwijst naar dynamieken die haaks staan op de bekende fysische wetmatigheden en hun oorzakelijke verbanden. Voor het sacraal denken zijn die 'krachten' feiten, het zijn waarneembare fenomenen. Het sacraal denken neemt 'krachten' waar die de wetmatigheden die het wetenschappelijk denken als vaststaand beschouwt, kunnen vervormen. Deze krachten kunnen de bestaande wetmatigheden afremmen, volledig negeren of er dwars tegenin gaan. Voor het sacraal denken is het een kwestie van de juiste scholing van het juiste waarnemingsorgaan (via een spirituele scholingsweg) en het loslaten van materialistische paradigma's om te kunnen zien wat er te zien is.
3.2
Sacraal maar het blijft lineair oorzaak en gevolg De oorzakelijke band tussen A en B kan plots doorbroken worden en vervangen worden door een oorzakelijke band tussen A en een 'geest' of een 'helende kracht', d.w.z. met een eenheid uit een totaal andere 'waarheidscategorie'.
Een 'gebed', een 'offer' of een ritueel wordt ingezet om een genezing of een oplossing te bekomen. Men legt een rechtstreeks oorzakelijk verband tussen de genezing/de oplossing en de 'kracht' die door de 'sacrale actie' wordt beroerd. Allopathie en homeopathie steunen beiden op 'sacrale' elementen. Hoezeer de allopathie ook beweert te berusten op wetenschappelijk onderzoek (wat het geval is), het is in veel gevallen ook een kwestie van trial and error, onbewezen oorzakelijke verbanden, samen met een flinke dosis geloof. Bij een ervaring waarvan men zegt "Dit kan geen toeval zijn!" zoekt men in het sacraal denken al vlug een 'machtige beïnvloeder' buiten de waarneembare, materiële gegevens. Men gelooft dat er een 'sturende kracht' is die de loop der dingen kan beïnvloeden los van de zichtbare oorzakelijkheid. Synchroniciteit is sacraal denken (en dus lineair denken) wanneer men gelooft dat het geen toeval is en dat een (nog onbekende) onzichtbare 'hand' mee de dingen 'stuurt'.
3.3
Iedereen denkt wel eens sacraal Allemaal hebben we momenten dat we het sacraal denken inschakelen. Om het te kunnen benoemen nemen we vaak de taal en de handelingen (rituelen) over van hen die zich opstellen als 'voorganger' bij een van de vele religies. Velen gebruiken het woord 'spiritueel' om het sacrale te benoemen. Men maakt de taal 'sacraal' en ervaart woorden op zich (geschreven of gesproken) als 'sacraal': "Zeg deze spreuk iedere dag tienmaal luidop en je zal ...", "Spreek deze woorden uit met eerbied (want anders ...)", "Dit boek is heilig."
3 van 9
Drie denkpatronen Kort 1.0 - 24/01/11
In veel boeddhistische stromingen is het lemniscatisch denken van het oorspronkelijke boeddhisme vervormd door de toevoeging van het sacraal denken en rituelen uit oude religies. Het aanroepen van de Boeddha en het denken in termen van "Doe dit, dan zal dat gebeuren." is er dagelijkse praktijk. Reïncarnatie wordt dan erg persoonlijk, lineair en causaal beleefd: "In mijn volgend leven ..." Het Zen boeddhisme tracht al het causale en het sacrale weg te laten. Bij de beoefening steunt men op een reeks rituele handelingen die enkel invloed hebben op het praktisch handelen hier en nu. Zen is niet 'spiritueel'! Het 'onweten' onwetend laten, maakt Zen niet 'spiritueel'. Iedereen die beweert rationeel te denken, kan bij zichzelf stukjes 'sacraal denken' ontdekken. Het leeft 'onderhuids' bij iedere mens.
In de managementliteratuur wemelt het van het sacrale denken. Kijk eens hoeveel modellen het cijfer zeven gebruiken. Louter toeval? Hoeveel modellen steunen (stiekem) op astrologie, tarot, enneagram, mythen, de 'Tocht van de held', de macht van de getallen of de tekens, ...
3.4
Zin en betekenis geven Voor veel mensen is het sacrale er gewoon, 'ergens'. Velen voelen aan dat er nog 'iets anders' is dan louter en alleen het waarneembare, meer dan de gebieden waartoe de (Westerse) wetenschap zich beperkt. Wetenschappelijk onderzoek gaat op zoek naar concrete en verifieerbare 'vaststellingen' en 'feiten'. Dan volgen 'interpreteren', 'duiden' en 'kaderen' vanuit een wetenschappelijke visie en paradigma's. Wetenschap is per definitie een zaak van scherp waarnemen en interpreteren. De mens heeft echter behoefte aan 'betekenis geven'! Wetenschap kan geen betekenis geven, ze kan enkel het materiaal aanreiken waarop we onze betekenisgeving steunen. Betekenis geven aan onze ervaringen, aan de feiten zoals wij die zien en aan de begrippen zoals wij die denken, is een relationele zaak: Wat kan ik met deze kennis in mijn leven? Op welke manier is deze kennis voor mij zinvol? Wat is de zin van het bestaan? Wat is de zin van mijn leven? Om de relationele dimensie uit te drukken, grijpt de mens makkelijk naar het sacrale of het 'spirituele'. Sacraal denken is verbonden met de zoektocht naar de zin van het leven. Men wil greep krijgen op het leven, men wil begrijpen, men wil de 'levenstwijfel' beheersen. Er is de behoefte aan een zinvolle bestendigheid van haar identiteit. Sacraal denken is verbonden met een gevoel van onmacht en met de wens om toch wat vat te krijgen op het leven met de hulp van een 'hogere macht' (God, Moeder Natuur, een voorouder, het Lot, het karma, de Boeddha, ...).
4
Systemisch denken Vorige eeuw werd het systemisch denken onder de aandacht gebracht. Toch werd het reeds eeuwen geleden in India en China gebruikt naast het lineair denken. In systemisch denken worden de fenomenen bekeken vanuit het geheel en de interafhankelijkheid die hen verbindt en zo tot geheel maakt. In systemisch denken is er aandacht voor de onderliggende verbindende structuren. Er wordt gezocht naar het systeem (het verband) dat door de dynamiek van de fenomenen en hun interacties wordt gevormd.
4 van 9
Drie denkpatronen Kort 1.0 - 24/01/11
Een systeem is een patroon van beïnvloeding. Fenomenen worden een systeem door elkaar te beïnvloeden maar worden op hun beurt door het geheel, door het systeem, beïnvloed. De natuur wordt gezien als een open systeem, alle fenomenen kunnen het systeem wijzigen. Systemisch denken bekijkt de fenomenen (die een systeem vormen) zelf ook als samengesteld uit een netwerk van factoren die elkaar veroorzaken en beïnvloeden. Er is niet één oorzaak en er is niet één gevolg. Het gaat niet in één richting maar in verschillende richtingen tegelijkertijd. Wil je de fenomenen begrijpen dan moet je zicht krijgen op het patroon dat zij maken via de manier waarop ze elkaar beïnvloeden. Je moet oog hebben voor het interactiesysteem dat ze met elkaar hebben opgezet en in stand houden. Let wel, in het systemisch denken behouden de fenomenen een eigenheid, een 'identiteit', al is er wederzijdse afhankelijkheid. Er is ook sprake van een doelgerichtheid of op z'n minst van een bepalende richting. Bij het oplossen van vraagstukken en problemen wordt vertrokken vanuit het systeem dat zich bij het verbinden van de verschillende factoren gaandeweg toont. Een 'oplossing' is slechts effectief indien het systeem wijzigt. (Bij vele lineaire oplossingen wordt het systeem behouden of zelfs bevestigd.) Variaties zijn: holistisch denken, contextueel denken. De voorstelling van systemen heeft een structuur in de vorm van een spinnenweb of een mindmap of een stratenplan.
Enkele paradigma's van systemisch denken: - Een fenomeen kan door meerdere aspecten worden veroorzaakt, iedere oorzaak kan meerdere gevolgen hebben. - Alle facetten van een fenomeen zijn interafhankelijk, ze beïnvloeden elkaar wederzijds. - Fenomenen kunnen worden beschreven doch niet steeds exact worden afgebakend. - Fenomenen hebben een identiteit met een 'eigen' genetische basis die in het leven verder wordt opgebouwd. - Er zijn meerdere 'juiste antwoorden' mogelijk, meerdere 'waarheden' kunnen tegelijkertijd waar zijn, doch ze mogen niet tegengesteld zijn. - Een systeem verandert wanneer een van haar samenstellende factoren wijzigt. Opgelet: circulair denken wordt vaak ten onrechte gezien als systemisch denken! De natuur en het verloop van de 'natuurlijke' processen vormen een open systeem. Deze processen vastleggen in een model van vier seizoenen is een verenging van het systeem tot een lineair model! Men ziet dan niet meer de 'lente' in de 'winter' of de 'herfst' in de 'zomer', enz. Dit gebeurt ook in het bedrijfsleven door bepaalde consultants die zich 'systeemdenkers' noemen. Onterecht worden circulaire modellen of U-vormige modellen als systemisch beschouwd. Het zijn uitdrukkingen van lineair denken!
5 van 9
Drie denkpatronen Kort 1.0 - 24/01/11
5
Lemniscatisch denken Het derde denkkader, lemniscatisch denken, gaat terug op een traditie van eeuwen. Alleszins vóór Lao Zi en Boeddha was dit denken reeds gebruikt. Voor dit denken is het niet alleen belangrijk om de vervlochtenheid en interafhankelijkheid van alle fenomenen te zien. Het is ook noodzakelijk om zichzelf als menselijk waarnemer te zien binnen die vervlochtenheid en interafhankelijkheid. De mens staat niet buiten het 'grote systeem' als objectieve waarnemer maar is daar een onderdeel van. De mens zit in het waarnemen wanneer hij waarneemt. Het menselijk waarnemen en denken (= het creëren van begrippen, het omzetten ervan in een taal en het opbouwen van een redenering) heeft zijn plaats binnen dat grote interafhankelijke systeem en is door haar aard en haar positie begrensd. Fenomenen zijn niet afgescheiden van elkaar en hebben geen 'eigenheid' los van andere fenomenen. De 'identiteit' van een fenomeen kan niet worden gezien zonder de ontelbare condities die aanleiding geven voor de mens om iets te zien als een 'identiteit'. Lemniscatisch denken bekijkt de werkelijkheid op hetzelfde ogenblik van buiten af en van binnen uit. Bewust dat er geen 'binnen' kan zijn zonder 'buiten' en omgekeerd. Het bekijkt datgene wat binnen tot 'binnen' maakt, tegelijk met datgene wat buiten tot 'buiten' maakt, tegelijk met hoe binnen 'buiten' maakt en hoe buiten 'binnen' maakt. Lemniscatisch denken bekijkt de wereld, de mensen en hun interacties als een eeuwigdurend, doorlopend proces van construerende condities en consequenties, een proces dat noch lineair (lijnig, in één richting), noch iteratief (herhalend) verloopt. Dit proces heeft geen vooropgezet doel of een voorgeschreven weg doch is zelfsturend en zelfregulerend. Dit proces heeft geen absoluut begin en geen absoluut einde. In het lemniscatisch denken is er geen begin en er is geen einde. Het symbool van de lemniscaat illustreert dit: een eeuwige beweging, zonder begin en zonder einde.
Je vindt dit ook terug in het yin-yang symbool. Spijtig genoeg roept dit bij veel mensen een zwart-wit denken op. Yin en Yanng zijn dan vaste waarden die als tegenstellingen worden gehanteerd.
In het lemniscatisch denken zijn de fenomenen geen op voorhand gekende en afgebakende 'dingen' maar werkelijkheden die voortdurend 'onder constructie' zijn, fenomenen die voortdurend bezig zijn 'werkelijkheid' te worden voor de mens. Het is de mens die bepaalt wat 'werkelijkheid' is. Meer nog, de mens construeert wat hij werkelijkheid' noemt. De mens bepaalt wat 'waar' is en wat niet. Het is niet een bepaalde instantie buiten de mens die dat doet. Lemniscatisch denken aanvaardt zonder oordeel de zo-heid van 'de dingen', van datgene wat de mens als 'werkelijkheid' waarneemt en benoemt. De fenomenen hebben op zich geen kwaliteit en geen waarde. Het is de mens die de fenomenen rangschikt in bepaalde hoedanigheden of kwaliteiten en een waarde toekent in functie van zijn eigen beleving en beoordeling. Lemniscatisch denken ziet de fenomenen niet als 'verbonden', alsof er sprake zou zijn van dingen die 'af' zijn of een bestaan op zich hebben en van daaruit relatie aangaan met elkaar.
6 van 9
Drie denkpatronen Kort 1.0 - 24/01/11
Het proces heeft geen begin- en geen eindpunt, maar er is sprake van 'voortdurend creërend'. Enkele paradigma's van lemniscatisch denken: - Alle kennis is menselijke kennis. De mens is begrensd in zijn waarnemen, zijn denken, zijn kennen, zijn benoemen, zijn beoordelen en zijn handelen. De mens kan enkel datgene waarnemen en kennen wat zijn begrensde menselijke mogelijkheden toelaten. - De 'Ene waarheid' bestaat niet en nog minder de 'Ene Waarheid'. Iedere 'waarheid' is voorlopig en overeengekomen. Het tegengestelde van wat 'waar' is, is even 'waar'. - Er bestaat geen 'universele' kennis los van een cultuur. - Wat de mens waarneemt is 'menselijke werkelijkheid', het is steeds een interpretatie van wat hij waar-neemt. Alle kennis is kennis 'over' de dingen. - De menselijke werkelijkheid is geen illusie, het is werkelijk 'werkelijkheid'! Doch het is niet 'DE enige, universele werkelijkheid'. - De mens kan nooit iets waarnemen van een standpunt buiten zijn lichaam. Hij kan zich dat wel mentaal voorstellen maar niet rechtstreeks waarnemen. Alle waarnemingen zijn gebonden aan de beperkingen van het menselijk lichaam. Ook de waarneming van het transcendente. - Alle begrippen werden door de mens gecreëerd en ingevuld. Alle begrippen worden daarom 'leeg' genoemd. 'Leegte' geldt voor alle fenomenen, ook voor 'zelf', 'non-zelf', 'ziel', 'ik', 'identiteit', 'God', 'nirvana', 'karma', enz. - De mens heeft geen identiteit, de mens creëert een identiteit interafhankelijk met zijn omgeving. - Er bestaan geen oorzaken en geen gevolgen. Alles wat kan worden waargenomen is deel van een voortdurende stroom van construerende condities en consequenties, - Er bestaan geen tegenstellingen, geen tegenpolen. Alles is interafhankelijk en interconstructief = A kan slechts bestaan en worden gekend dankzij B en omgekeerd. Geen 'goed' zonder 'kwaad', geen 'licht' zonder 'duister'. Dit tegenstellingen noemen is een menselijke interpretatie, geen 'feitelijkheid'. Het begrip 'licht' wordt gecreëerd samen met en door het begrip 'duister' én in interactie met de context waarbinnen de mens begrippen construeert. - Omwille van een vlotte, praktische communicatie construeren we een conventionele werkelijkheid met: identiteit, tijd, geboorte, leven en dood, oorzaak en gevolg, enz.
6
Een symbool is geen tekening Het onderscheid tussen 'symbool' en 'tekening' is niet zonder belang. Een symbool kan een voorwerp zijn, een illustratie of een tekening. Deze worden echter niet gebruikt in hun letterlijke of uiterlijke vormentaal maar hebben op dat ogenblik een figuurlijke betekenis.
Links staat een symbool: 'heelheid' of 'verstild evenwicht'. Rechts staat een lineaire afbeelding: een circulaire weg, bv. de seizoenen. Lineair denken werkt met tekeningen!
7 van 9
Drie denkpatronen Kort 1.0 - 24/01/11
Het symbool 'lemniscaat' staat voor 'eeuwige beweging'.
Er zijn er velen die de lemniscaat lineair gebruiken. Ze zien twee polen die op gelijke afstand van elkaar staan met daartussen een circulaire weg die kruist in het midden. Zo wordt de lemniscaat een lineaire tweedimensionale tekening.
Geen 'polen' en geen 'tegenstellingen' De lemniscatisch beweging is een voortdurend balancerende beweging tussen interafhankelijke, samenstellende, elkaar construerende elementen. Deze elementen 'polen' noemen of 'tegenstellingen' houdt het gevaar in dat je denkt dat het hier gaat om zelfstandige fenomenen. Dat is niet zo. Ieder fenomeen is interafhankelijk en voortdurend 'under construction'. De 'Weg van het Midden' betekent niet dat het 'midden' een vast punt is. Het 'midden' bestaat enkel omdat wij 'extremen' creëren. In het midden is er ... 'leegte'. Dat kunnen we voorlopig invullen. We zetten bijvoorbeeld onszelf in het midden ("Alles draait om het IK"), of een vraag ("Het draait allemaal om déze vraag, om dit probleem.").
7
Drie evenwaardige denkkaders De drie denkkaders (lineair, systemisch en lemniscatisch) zijn evenwaardige denkkaders. Ze vullen elkaar aan. Tussen lineair, systemisch en lemniscatisch denken onderling is er geen hiërarchie, geen beter-slechter, geen minder-meer. De drie denkkaders zijn er steeds geweest en worden ook vandaag nog gebruikt in diverse middens. Geen enkel denkkader is gebonden aan een tijd, een cultuur of een plaats. Je hoeft echt geen zen-monnik te zijn om lemniscatisch te denken.
Wanneer het brandt moet je blussen. Daarna is het nuttig om naar de oorzaken te zoeken. Misschien moet er verder worden gezocht, naar structurele verbanden. Leiders zijn echter geen brandjesblussers! Zij willen branden voorkomen. Daarvoor is het nodig om anders te denken dan in een strik oorzaak-gevolg patroon. Voor eenvoudige menselijke of technische problemen is lineair denken het meest aangewezen. Wanneer de fenomenen als 'meer complex' worden ervaren tonen de resultaten op lange termijn dat het nuttiger om de zaken systemisch of lemniscatisch te benaderen. Het is een primaire reactie van de mens om te zoeken naar oorzaken en gevolgen. We hebben de sterke neiging om van een correlatie (twee fenomenen die op hetzelfde ogenblik gebeuren) een causaliteit te maken (tussen de twee fenomenen is er een oorzakelijk verband). Hoe vanzelfsprekend het lijkt dat je dit niet zomaar mag doen (nu je dit leest), toch trappen we allemaal nog steeds in deze valkuil.
"Onze hersenen hebben tijdens hun ontwikkeling verbindingen gelegd om conclusies te trekken. Onze evolutie had plaats in een wereld waarin het nemen van snelle beslissingen op basis van onvolledige gegevens vaak een kwestie was van leven of dood. Dat maakt dat we overal oorzaak en gevolg zien, zelfs wanneer dat niet het geval is. Ironisch genoeg hoe meer intelligent je bent, hoe meer kans u hebt om correlaties te zien maar ook om ze te verwarren met oorzaken!" (Dr. Ginger Campbell in een interview met Dr. Scott Lilienfeld over zijn boek: 50 Great Myths of Popular Psychology: Shattering Widespread Misconceptions about Human Behavior. (Brain Science Podcast N° 70 September 2010)
8 van 9
Drie denkpatronen Kort 1.0 - 24/01/11
8
Flexibel denken Flexibel denken betekent dat je bewust(er) kiest voor een bepaald denkkader in functie van hoe je op dat ogenblik de zaken waarneemt en wilt benaderen. Ieder denkkader stelt eigen type vragen: 1. "Wat is de oorzaak?", "Waar komt dit vandaan?", "Hoe kunnen we dit zo snel mogelijk oplossen?", ... 2. "Welke aspecten spelen hier een rol en hoe zijn die met elkaar verbonden?", "Welke aspecten spelen een sleutelrol?", "Welk systeem toont zich?", "Op welke plaats moeten we iets veranderen wil het ganse systeem wijzigen?", ... 3. "Welke feiten meen ik waar te nemen en wat maakt dat ik deze feiten als een 'probleem' beschouw?", "Wat heeft dit 'probleem' met mezelf te maken?", "Wat hebben deze feiten mij te vertellen (naast mijn innerlijke reactie dat ik hen wil wijzigen)?", ... Het komt er op aan om zich af te vragen: "Welk denkkader verkies ik nu? Welke denk-aanpak zal me in deze zaak de resultaten opleveren die ik wens? Welk denkkader biedt me nu het gepaste perspectief? Hoe kan ik de resultaten van twee of drie denkkaders met elkaar verbinden?" Voor het lineair denken is dit een lastige vraagstelling omdat het in de aard van haar denken ligt om te vertrekken van de overtuiging dat er maar één juiste, 'logische' manier van denken is (het lineaire) en dat er voor problemen slechts één goede oplossing bestaat. Zowel systemisch denken als lemniscatisch denken spreken dit tegen. Om flexibel te kunnen denken moet je de paradigma's van het lineaire denken wijzigen. Voor het aanpakken van ernstige zaken heb je de drie denkkaders afwisselend nodig. Alvorens een lastige vraag aan te pakken maak ik een probleemverkenning. Zo ben ik zeker dat ik de 'juiste' vraag aanpak en niet mijn energie verlies in een of ander schijnprobleem. Dan teken ik een mindmap en verzamel de factoren die ik ken en die samen het systeem uitmaken waar mijn vraag over gaat. Wanneer ik een actieplan of een scenario maak om de dingen daarna concreet aan te pakken schets ik een lineair verloop. Toch blijf ik alert want ik weet dat geen enkel plan verloopt zoals het wordt getekend. Ieder moment veranderen de dingen. Het leven is immers een lemniscatisch gebeuren, niet een lineair proces!
Met een klant doorloop ik hetzelfde proces wanneer er vraag is om een participatief event te faciliteren. Eerst een groep samenstellen van betrokken stakeholders. Dan samen zoeken naar de 'brandende vraag'. Vervolgens een overzicht maken van de factoren die invloed hebben op elkaar. Tenslotte alles samenvatten in een scenario dat zij herwerken tot het hún scenario is. Op het ogenblik dat ik faciliteer beleef ik de groep als een systeem en reageer ik flexibel op de dynamiek die er zich afspeelt. Dus ik verander waar nodig. © Francis Gastmans
9 van 9