Nummer 44 | 12 december 2006 | Uitgave Directie Voorlichting en Communicatie Ministerie van Defensie
Pagina 4-5 Nederland verrast Amerikanen
Pagina 6-7 Joint tot op het laagste niveau
Pagina 8-9 Japanse aanval op Pearl Harbour
Pagina 12-13 De Saar een volmaakt uitgevoerde missie
GEDRAGSCODE: KORT EN DUIDELIJK DEN HAAG - De Gedragscode die volgend jaar gaat gelden voor alle medewerkers van Defensie moet kort, bondig en duidelijk zijn en vooral opgaan voor alle Defensieonderdelen. Tevens moet iedere militair zich bewust zijn van zijn of haar bijzondere status als defensiemedewerker. Dat vroeg een vrijwel unanieme meerderheid van het Defensiepersoneel dat afgelopen woensdag in Den Haag actief meepraatte en suggesties deed over de te vormen gedragregels. Zo’n 240 medewerkers van Defensie spraken eerst in themagroepen en later plenair zeer betrokken over de bestrijding van ongewenst gedrag. “Een wit bord met een rode rand en tachtig in het midden werkt beter dan een lange lijst met regeltjes”, zo werd vanuit de zaal geopperd. En ook de bumpersticker die gekscherend werd gesuggereerd, ‘Doe Normaal’, neemt de Commandant der Strijdkrachten, generaal Dick Berlijn, mee als basis voor een duidelijke boodschap naar het personeel. Daarin zullen met name de woorden ‘fatsoen’ en ‘verantwoordelijkheid’ doorklinken. Samen met zijn plaatsvervanger, luitenant-generaal Rob Bertholee, houdt de CDS morgen, woensdag 13 december, nog een sessie om samen met het personeel tot oplossingen te komen. De werkgroep van Bertholee, die ook na zijn bevordering onder zijn leiding blijft opereren, komt begin januari met een set gedragsregels die de basis onder de
Laatste Defensiekrant DEN HAAG - Deze Defensiekrant is de laatste editie van dit jaar. De volgende Defensiekrant verschijnt - bijzondere omstandigheden daargelaten op donderdag 4 januari. Het laatste nieuws van en over Defensie kunt u lezen op de website: www.defensie.nl De redactie en administratie wensewn alle lezers prettige kerstdagen en een voorspoedig 2007 toe.●
EERSTE TFU’ERS TERUG Foto: Hennie Keeris
gedragscode moeten vormen. Aanleiding om hiertoe te komen zijn de uitkomsten van het rapport dat de commissie Staal presenteerde na een onderzoek naar vormen van ongewenst binnen Defensie. De uitkomsten daar-
van schokten velen binnen Defensie. Ook de Tweede Kamer vroeg om maatregelen en gaat minstens vier jaar controleren op de vorderingen. Zie verder pagina 3
EINDHOVEN - Afgelopen dinsdag is de hoofdmacht van de eerste rotatie van de Task Force Uruzgan (TFU) op de vliegbasis Eindhoven gearriveerd. Deze bestaat uit 119 militairen onder leiding van de commandant van de Nederlandse battle group, luitenant-kolonel Piet van de Sar en de commandant van het Provinciale Reconstructie Team (PRT), luitenant-kolonel Nico Tak. Ze werden ingehaald door Commandant Landstrijdkrach-
ten luitenant-generaal Peter van Uhm. Het PRT opereerde de afgelopen vier maanden onder de vleugels van de battle group en ondersteunde de meest uiteenlopende projecten, variërend van de aanleg van waterleidingen en wederopbouw van het onderwijssysteem tot de reïntegratie van overheidsinstanties. In november 2006 is het budget dat het ministerie van Bui-
ERKENNING MET DRAAGINSIGNE VOOR DUTCHBAT III
‘Eindelijk de plaats die we verdienen’ ASSEN - “Tjééé Henk, goed je te zien. Hoe is ’t met jou?” Terwijl hij links en rechts handen schudt, beent adjudant b.d. Henk Homan naar de uitgang van het exercitieterrein van de Johan Willem Frisokazerne in Assen. De ex-militair wekt een enigszins beduusde en trotse indruk tegelijk. Maar het is voor hem dan ook een gedenkwaardige dag. Samen met circa 500 oud-strijdmakkers heeft hij zojuist tijdens een plechtige ceremonie het draaginsigne voor leden van Dutchbat III opgespeld gekregen. “Eindelijk genoegdoening.”
De herinneringsspeld symboliseert de rehabilitatie van de 850 militairen van Dutchbat, die in 1995 de moslimenclave Srebrenica in Oost-Bosnië na een zware tijd moesten prijsgeven. Tot overmaat van ramp kregen ze na hun terugkomst in ons land een karrenvracht aan kritiek over zich uitgestort. Volgens later gehouden onderzoeken en enquê-
tes, bleken ze hun werk echter naar eer en geweten te hebben gedaan. “Er is een zaak rechtgezet”, verzucht Homan, terwijl het feest der herkenning op het exercitieterrein ten einde loopt. “Eindelijk nemen we de plaats in die we verdienen. De militairen van het Nederlandse bataljon zijn lang genoeg de gebeten hond geweest. Wij konden im-
mers niks doen aan de val van Srebrenica. We zijn er met te weinig man en onvoldoende bewapening naartoe gestuurd. Jammer alleen dat de genoegdoening zo lang op zich liet wachten. Maar ik vind het belangrijker dat het er toch van gekomen is.” Lees verder op pagina 3 De commandant landstijdkrachten, luitenant-generaal Van Uhm, speldt het draaginsigne op bij een oud-militair van Dutchbat III. Foto: Leo Hijkoop-AVDD
tenlandse zaken beschikbaar heeft gesteld voor het PRT verdubbeld, als gevolg van succesvolle realisatie van verschillende projecten. Foto: Hennie Keeris●
Wisselingen van de wacht in Uruzgan TARIN KOWT - De eerste rotatie van de Nederlandse troepen in Uruzgan heeft zijn uitzending erop zitten. Degenen die vier maanden in het Aziatische land hebben gediend, gaan de komende weken naar huis, terwijl nieuwe militairen daarvoor in de plaats komen. In het bijzijn van de commandant van Task Force Uruzgan, kolonel Theo Vleugels, is het commando over de battle group van luitenant-kolonel Piet van der Sar overgedragen aan luitenant-kolonel Tim Luiten. Met de overdracht is er niet alleen een nieuwe commandant gekomen; de hele samenstelling van de eenheid is veranderd. Toch doen zich volgens luitenant-kolonel Luiten geen grote veranderingen voor in het optreden. “We willen het succes van onze voorgangers voortzetten. Er zullen zeker verschillen zijn tussen ons optreden en dat van onze voorgangers, maar grote veranderingen zijn niet nodig.” Lees verder op pagina 3
12 december | Pagina 2
INGEZONDEN GELOOFWAARDIGHEID Raakt ons bedrijf zijn geloofwaardigheid kwijt? In 2005, als C-LFD Apeldoorn, heb ik veel commentaar geleverd op rekenmodellen die ten grondslag lagen aan de normering Huisvesting en diensten (Legerplan 1525 Reorganisatie LFD’n). Om een lang verhaal kort te houden: er moest en zou zo worden gerekend! Nu in 2006 als C-LFD Schaarsbergen, hanteer ik dit rekenmodel om, met de inputcijfers van Schaarsbergen, te komen tot de sterktebepaling voor de productgroep Huisvesting en diensten. Normeren; rekenmodel + input (cijfers) = uitkomst. Bij ons bedrijf schijnbaar: rekenmodel + variabele input = vastgestelde uitkomst. Ik kom met de voor iedereen verifieerbare cijfers vier VTE’n hoger uit, dan het hogere niveau. “We hebben een personeelsplafond” is nu het antwoord. Hoezo een genormeerde organisatie? Ondertussen blijken alle eerste medewerkers in het eerste conceptreorganisatieplan te zijn weggeschreven. Nu vele vergaderingen verder krijg ik meer eerste medewerkers dan nodig!? Hoe was dat verhaal van chiefs and indians ook al weer? Ook hier wordt weer gebruik gemaakt van variabele input. De vraag is niet: ‘hoe richt ik mijn organisatie zo efficiënt en effectief mogelijk in?’ maar: ‘hoe ziet het gewenste personeelsvullingsplan eruit’. Het verschil in dit verhaal was vier VTE’n. Ondertussen is het teruggebracht tot 2,25 VTE’n. Op dit moment worden er, door het hogere niveau, allerlei pogingen gedaan om dit verschil te overbruggen. En weet U hoe? Door het rekenmodel ter discussie te stellen. ‘Als je dit iets aanpast en dat iets anders interpreteert’, ziedaar de oplossing: het rekenmodel geeft als uitkomst de gewenste uitkomst. Dit is niet meer uit te leggen. Ons bedrijft raakt zijn geloofwaardigheid kwijt.● C-LFD Schaarsbergen majoor H.W. Veldhuis Reactie namens het Commando Landstrijdkrachten: “Het normenkader Huisvesting & Diensten is voor een deel gebaseerd op gegevens die de Lokaal Facilitaire Diensten (LFD’en) zelf hebben verstrekt. Pas na overleg met vertegenwoordigers van Regionale Militaire Commando’s (RMC’s) en LFD’n is dit huidige normenkader vastgesteld en zijn de gevolgen verwerkt in ondermeer Legerplan 1525, Reorganisatie LFD’n RMC Noord. De commandant van het RMCNoord heeft inmiddels in eerste termijn het goedgekeurde Legerplan met zijn Medezeggenschaps Commissie besproken. Ik adviseer majoor Veldhuis dan ook eventuele problemen met de bedrijfsvoering van zijn LFD te bespreken met Commandant RMC Noord.” Hoofd Afdeling Facility Management Majoor Veldhuis
NIEUW GEZONDHEIDSCENTRUM In het artikel over het nieuwe gezondheidscentrum in de Defensiekrant van 23 november maakt u melding van het nieuwe gezondheidscentrum Den Haag. Nog afgezien van het feit dat dit gezondheidscentrum nog niet operationeel is zou ook de indruk kunnen ontstaan dat het gezondheidscentrum CLSK in de Binckhorst is gesloten. Dit is niet het geval. De militairen en burgers kunnen dus ook nog steeds terecht op het gezondheidscentrum in de Binckhorst. De meeste Defensieburgermedewerkers in de Haagse regio vallen voor wat betreft hun arbozorg onder de arbodienst KL die geen deel uitmaakt van het nieuwe gezondheidscentrum en kunnen dus ook niet terecht bij het nieuwe gezondheidscentrum. Verder wordt in uw artikel ten onrechte gesteld dat burgers een beroep kunnen doen op tandheelkundige en fysiotherapeutische zorg. Dit is niet het geval.● Hoofd Gezondheidscentrum CLSK F.H.J.M. van Hootegem Luitenant-kolonel vliegerarts
AANPAK VAN DE BUREAUCRATIE
DEPARTEMENTAAL BERAAD ‘ONTBUREAUCRATISEERT’ DEN HAAG - De defensieformulieren worden gesaneerd en gedigitaliseerd. De defensiemedewerker hoeft een aanvraag flexibilisering arbeidsduur slechts in te dienen bij een wijziging, de ICT dienstverlening door DTO verbetert en de voedingskaart verdwijnt. Honderd dagen na de start van het project zijn in het Departementaal Beraad de eerste resultaten van de aanpak van de bureaucratie besproken. De afgelopen weken is in deze krant steeds verslag gedaan van de geboekte resultaten om de bureaucratische ergernissen aan te pakken. De KMAR en DTO zijn ook elk gestart de bureaucratie binnen hun organisatie aan te pakken. Voor de wat langere termijn speelt bijvoorbeeld de invoering van de nieuwe Defensiepas een belangrijke rol om te komen tot één wachtwoord voor het gebruik van de PC. Na de opwarmfase van de af-
Foto: Peter Wiezoreck
gelopen honderd dagen begint nu de aanpak van de complexere en bredere problematiek op
het gebied van regelgeving, snelheid en slagvaardigheid van besluitvormingsprocessen, vergadercircuit en parafencultuur. Voor het vereenvoudigen van de regelgeving heeft het Departementaal Beraad ingestemd met het daarvoor ontwikkelde plan van aanpak. Na de evaluatie van het huidige besturingsmodel volgen aanbevelingen voor andere onderwerpen uiterlijk maart 2007. Daarnaast heeft het Departementaal Beraad de projectleider ‘aanpak bureaucratie’ kolonel Alfred Arbouw de opdracht gegeven te komen tot een ‘aanspreekpunt aanpak bureaucratie’.●
Project levering nieuwe wissellaadsystemen afgerond DEN HAAG - De cirkel is rond. Luchtmacht, landmacht en marine rijden sinds kort met hetzelfde type wissellaadsysteem, een voertuig dat containers en flattracks zelfstandig kan laden en lossen. Als laatste krijgsmachtdeel was de marine aan de beurt.
Knipping benoemd tot ‘Member of the British Empire’ DEN HAAG - Kapitein-luitenant-ter-zee Peter Knipping heeft dinsdag 28 november uit handen van de Britse ambassadeur mr. Lyn Parker de onderscheiding Member of the British Empire (MBE) ontvangen. KLTZT Knipping, momenteel werkzaam bij de Defensie Materieel Organisatie, kreeg deze hoge Britse onderscheiding voor het werk dat hij tijdens zijn plaatsing van 2001 tot 2005 in het Verenigd Ko-
ninkrijk heeft gedaan. Hij heeft de eerste drie jaar gewerkt als Liaison Officer voor het internationale samenwerkingsverband dat de Rolls Royce voortstuwingsmachines beheert. Deze gasturbines worden door de Koninklijke Marine gebruikt voor de voortstuwing van de fregatten. Op verzoek van de Britse defensie organisatie is KLTZT Knipping nog een jaar langer gebleven om als projectoffi-
cier te werken aan een nieuw contract met Rolls Royce voor het onderhoud van de gasturbines. Dat contract waaraan KLTZT Knipping een belangrijke bijdrage heeft geleverd, is inmiddels afgesloten en zorgt
voor aanzienlijke besparingen voor de deelnemende landen.
Kolonel Marcel Mulder, hoofd van de afdeling Logistieke Systemen van de Defensie Materieel Organisatie, nam de twintig voor dit krijgsmachtdeel bestemde exemplaren over van Hans Ennik van leverancier Scania. Landmachtofficier Mulder sluisde ze vervolgens door naar de vertegenwoordiger van de marine, kapitein-terzee Maarten Lutje Schipholt (foto). Die op zijn beurt stelde ze beschikbaar aan kolonel Dick Swijgman van het Korps Mariniers, de uiteindelijke gebruiker van de twintig wagens. Het eerste nieuwe wissellaadsysteem rolde vorig jaar september de landmacht binnen. De totale order omvatte de levering van 555 stuks, inclusief 98 aanhangers. De voertuigen voor het Korps Mariniers zijn geschikt gemaakt voor amfibische operaties. Foto Scania●
Foto: Engelse ambassade●
DEN HAAG - Door het tegen beter weten in bewust in diskrediet brengen van het nazorgaanbod van Defensie en het Veteraneninstituut worden hulpzoekende veteranen ontmoedigd aan te kloppen bij de voor hen enig juiste loketten. Dat stelt de voorzitter van het Veteraneninsatituut in Doorn, Martin Zijlstra, in een open brief in reactie op de uitzending van Netwerk van de NCRV van woensdag 29 november. ‘Falende nazorg voor veteranen’ kopte NCRV’s Netwerk op 29 november. Op basis van getuigenissen van twee ontspoorde veteranen werd aldus het complete systeem van opvang en nazorg zoals geboden door onder meer Defensie en het Veteraneninsitituut (VI) met de grond gelijk gemaakt. Verdere munitie daarvoor werd selectief gezocht en gevonden in een onderzoek door de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg dat, wat betreft het VI, zich in zijn conclusies overigens beperkte
‘OPINIE(MIS)LEIDERS’ tot twee vooral administratieve verbeteringsvoorstellen. Zonder dat er bij het verhaal van de veteranen ook maar een begin van een journalistiek-kritisch vraagteken werd gezet, werd de subjectieve en beperkte insteek van de programmamakers hartgrondig omarmd door opinieleiders uit de wereld van politiek en militaire belangenbehartiging. Hete tra-
nen van verontwaardiging werden vervolgens in koor gehuild over zoveel onbegrip, onrecht en ‘falende veteranenzorg’. Ik ben woedend over deze gang van zaken omdat de berichtgeving van Netwerk op geen enkele manier spoort met de werkelijkheid. Een enkel feit omtrent het VI om dat te onderbouwen. In 2006 had c.q. kreeg het VI ruim 1900 hulp-
MILIEUSPECIALISTEN SCOREN DIPLOMA AMSTERDAM - Feest onlangs op de Marinekazerne Amsterdam. Daar werd de schijnwerper gericht op 26 employees van Defensie, omdat ze het diploma Milieuspecialist hadden behaald (foto). Directeur Wim Kiezenbrink van de opleidingsinstelling CBT: “Aan de start zagen jullie een onsamenhangend geheel van een berg milieuwet- en regelgeving. Nu zien jullie de structuur en kunnen jullie ermee overweg om je commandant bij te staan.” De opleiding, onder auspiciën van het Commando Zeestrijdkrachten, duurde van maart tot en met november. Ze wordt extern erkend en kent zes beoordelingsmomenten: drie ten-
tamens, een presentatie, een auditrapportage en tenslotte een mondeling examen. Voor de samenstelling van het lespakket tekende de milieucoördinator van het Commando Zeestrijdkrachten, Jan Vredenburg. Aan de opleiding namen zowel militairen als burgers deel. Ze zaten een dag per week in de schoolbanken. In 2007 komt er waarschijnlijk opnieuw een soortgelijke opleiding.●
dossiers in behandeling. En de hoeveelheid klachten over de geboden (na)zorg? Nul. Inderdaad... nul. Dat betekent niet dat we alles perfect doen en we zijn ook blij als we daarop onderbouwd worden gewezen door bijvoorbeeld de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg. Dat helpt ons het zorgaanbod beter af te stemmen op de behoeften van
MELDPUNT ONGEWENST GEDRAG Rutgers Nisso Groep
BEREIKBAAR OP WERKDAGEN VAN 08.00 UUR TOT 20.00 UUR (OOK VANUIT HET BUITENLAND BEREIKBAAR) 0800-3333673 (GRATIS) +31 (0)71-8807118 WWW.RNG.NL/MELDPUNT
onze doelgroep. We zijn echter niet blij als bovengenoemde aanbevelingen en feiten willens en wetens uit hun context worden gelicht ofwel worden genegeerd door journalisten, politici of belangenbehartigers. Ze zullen daarmee hun eigen doelen willen nastreven, maar een effectievere veteranenzorg zal daarvan zeker níet het resultaat zijn. Integendeel: door het tegen beter weten in bewust in diskrediet brengen van het nazorgaanbod van Defensie en het VI worden hulpzoekende veteranen ontmoedigd aan te kloppen bij de voor hen enig juiste loketten. Dááraan zouden zulke opinie(mis)leiders eens moeten denken als er - met het oog op ledental, kijkcijfers of stembusuitslag - weer eens geprofileerd moet worden over de rug van in dit geval de nazorgverleners. Men scoort namelijk inderdaad - maar in hoofdzaak over de rug van de hulpzoekende veteraan en daarmee dus uiteindelijk vooral in eigen doel.● Voorzitter Veteraneninstituut, Martin Zijlstra
12 december | Pagina 3
CDS GENERAAL BERLIJN: STRIJD BEGINT NU PAS
’ONGEWENST GEDRAG BESCHADIGT DEFENSIE’ Vervolg van pagina 1
DEN HAAG - “Bij defensie is de groepswerking van groot belang. Vooral in opleiding wordt erg gehamerd op het belang van het teamwerk. Als dat proces niet goed wordt begeleid, dreigen mensen die buiten de groep vallen het slachtoffer te worden van pestgedrag. Hier zie je dat de teamwerking, waar we als defensie zo op hameren, ook haar negatieve kanten heeft.” TEKST: EVERT BROUWER FOTO’S: HENNIE KEERIS
Dat zei de Commandant der Strijdkrachten, generaal Dick Berlijn, afgelopen woensdag tijdens de bijeenkomst met zo’n 240 militairen en burgers van alle krijgsmachtdelen en Defensiebedrijven. Bij de sessie waren ook de operationele commandanten (OPCO’s) of hun vervanger, de directeuren van diverse Defensiebedrijven en voorzitters van enkele vakbonden voor Defensiepersoneel aanwezig. “De commissie Staal heeft aangetoond dat er structureel iets mis is binnen onze organisatie, als het gaat om de omgang met ongewenst gedrag. Naar aanleiding van dit rapport moeten er op korte termijn een aantal maatregelen worden doorgevoerd”, zo liet Berlijn weten. “Blijkbaar zijn we tot op heden niet in staat geweest om een veilige werkomgeving te creëren voor al ons personeel. Als Commandant der Strijdkrachten vind ik dat er geen ruimte mag zijn
Wisseling van de wacht
voor ongewenst gedrag. Dat is iets dat we gezamenlijk moeten uitbannen. We moeten hernieuwde inhoud geven aan het militair-zijn”, stelt hij. “Gedragsregels kunnen ons daarbij de richting geven, maar we moeten zelf de organisatie verbeteren.” Om zoveel mogelijk te kunnen terugkoppelen naar het personeel, werden de aanwezigen opgedeeld in vier groepen. Daarin werden thema’s besproken als integriteit, respect, welke middelen moeten ten dienste staan, professionaliteit en taakuitvoering en collegialiteit. Deze thema’s zijn tot stand gekomen in eerdere sessies die de werkgroep met het personeel heeft gehouden. Alcohol wordt in veel gevallen genoemd als oorzaak voor ongewenst gedrag. Drankmisbruik, waardoor het werk negatief wordt beïnvloed en ook het eenmalig toestaan van gebruik van softdrugs werd veel genoemd als ongewenst gedrag. Evenals in de kleinere groepen was men vrijwel unaniem van mening dat ook het gebruik of bezit van softdrugs reden voor ontslag kan zijn, zoals dat nu al het geval is bij de Koninklijke Marechaussee. “Er zijn vijf verschillende sets gedragsregels voor de defensieonderdelen: dat leidt tot verwarring”, opperde de krijgsmachtadjudant Erik Nieuwenhuis dan ook. “Het is goed om nu met een eenduidige set regels te komen, een instrument voor de verdere bestrijding van ongewenst gedrag en versterking van positie van leidinggevenden.” Generaal Berlijn wil er dan ook best over nadenken of de regels kunnen worden aangescherpt. “Misschien moeten we bijvoorbeeld bij misbruik van alcohol en gebruik of bezit van softdrugs verder gaan dan we nu doen.” Een absolute meerderheid van de aanwezigen zei daar duidelijk voor te zijn: een zero tolerancebe-
leid is hard, maar maakt de zaken wel meteen duidelijk. Voor de Koninklijke Marechaussee geldt die overigens al vanwege de voorbeeldfunctie van de KMAR.
Vervolg van pagina 1
Team wisselde dinsdag 28 november van personeel. Luitenantkolonel Nico Tak stond sinds 1 augustus aan het hoofd van het PRT en heeft met zijn mensen het fundament gelegd voor de komende periode van inzet in Uruzgan. Het nieuwe PRT, onder leiding van luitenant-kolonel Gerard Koot (op de foto links), gaat door op de ingeslagen weg en de contacten verder intensiveren en de ontwikkeling van zowel het provinciale bestuur als het districtsniveau ondersteunen. Door het oppakken van projecten dragen zij bij aan het verbeteren van de situatie in Uruzgan en het werken aan perspectief voor de bevolking.●
TARIN KOWT - Luitenant-kolonel Van der Sar schrijft het succes van de missie toe aan de pelotonscommandanten en hun pelotons. Het zijn deze mensen die de contacten met de bevolking, politie en leger hebben en met bruikbare informatie terugkomen uit het gebied. Hij roemde de samenwerking tussen de pantser- en luchtmobiele infanterie. “Ik ben er van overtuigd dat de Bravo-compagnie van het twaalfde bataljon net zo makkelijk zal integreren in deze battle group als de Bravo-compagnie van 44 Pantserinfanteriebataljon in de eerste battle group deed.” Ook het Provinciaal Reconstructie
‘ZEIKERD VAN DIENST’
Veel problemen, zo hebben militairen van alle rangen aangegeven, ontstaan na de overstap van de initiële opleidingssituatie naar de praktijk. Daar waar in de opleiding nog veel duidelijke regels
waren, ontbreken die vaak daarna. Daaraan zal dus nadrukkelijk aandacht worden besteed, evenals aan het sociaal leiderschap. Dat vraagt om aanpassingen in de opleidingen en meer begeleiding van militairen in de operationele sfeer, realiseert de CDS zich. Ook dient er meer openheid bij Defensie te komen, waarbij de medewerkers elkaar durven aan te spreken op ongewenst gedrag. “Daarvoor moeten
we niet bang zijn”, opperde een adjudant van de Koninklijke Luchtmacht, “je moet soms impopulaire maatregelen nemen. Iedereen bij Defensie mag wat mij betreft een ‘zeikerd van dienst’ zijn, als de organisatie er baat bij heeft.” De CDS legde dat wat anders uit. “We zijn meesters in het elkaar complimenteren. Maar je moet elkaar op een correcte manier kunnen aanspreken over wat er fout gaat.”
Ongewenst gedrag, zei hij, doet afbreuk aan de groep en daarmee het imago van de krijgsmacht. Hij onderstreepte dan ook dat zijn missie niet stopt na de bijeenkomsten. “Dit is pas het begin. Ongewenst gedrag zal niet geheel zijn uit te bannen, maar ik wil wel dat er nu iets aan gebeurt om het terug te dringen.” Een video-verslag is te zien op het Defensie Intranet●
DUTCHBAT III NA ELF JAAR ERKENNING Vervolg van pagina 1
ASSEN - Oud-Dutchbatter eerste luitenant Bart Buijs valt Homan in alle opzichten bij. “Vanzelfsprekend betreuren wij de verschrikkelijke gebeurtenissen van toen. Maar het was een onmogelijke missie.” Luitenant-kolonel Kees Matthijssen, destijds commandant van de Charliecompagnie van Dutchbat, noemt de uitreiking van het draaginsigne ‘een mooi gebaar’. “De leiding van het Ministerie van Defensie heeft de daad bij het woord gevoegd. De verantwoordelijkheid is niet afgeschoven op de militairen die jarenlang zijn nagewezen. Ze dragen ‘Srebrenica’ de rest van hun leven met zich mee. Het insigne verzacht het leed.” DIEP DAL
Demissionair minister Henk Kamp stond stil bij de val van de enclave en de daarop volgende massamoord. De gebeurtenissen in de enclave vormen een zwarte bladzijde in de naoorlogse geschiedenis van Europa en zijn voor altijd aan de missie van Dutchbat III verbonden, zei hij. Om het laatste te onderstrepen, had een deputatie van de eenheid,
Een afvaardiging van Dutchbat III, onder wie toenmalig commandant kolonel b.d. Thom Karremans (geheel links), onthulde een plaquette met daarop de tekst ‘voor altijd verbonden’.
onder wie toenmalig commandant, kolonel b.d. Thom Karremans, even daarvoor een plaquette onthuld. Daarop staan de woorden ‘voor altijd verbonden’. Volgens Kamp markeerden de val van de enclave en de daaropvolgende tragedie, het failliet van de pogingen van de internationale gemeenschap om de oorlog in het voormalige Joegoslavië te stoppen. Hij constateerde dat Dutchbat III jarenlang gebukt is gegaan onder frustratie en teleurstelling, veroorzaakt door het internationaal falen. Vooral in eigen land kregen de militairen de wind frontaal van voren. “Door de jarenlange bekritisering van Dutchbat in de media en de publieke opinie, bent u met z’n allen door een diep dal gegaan. Niemand kan daarvan beter getuigen dan kolonel Karremans. Op hem is als geen ander het nationaal onbehagen over de trieste afloop van de missie afgereageerd.”
Kamp sprak er schande van dat de aanstichters van het kwaad op de Balkan, Radovan Karadzic en generaal Ratko Mladic, nog steeds niet zijn opgepakt, om terecht te staan voor het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag. Volgens hem ontbeerden de militairen van Dutchbat de middelen om de Bosnisch-Servische troepen te stoppen. In de dagen na de val van de enclave, stonden ze voor onoplosbare dilemma’s en afwegingen. “U moest voortdurend vrezen voor represailles tegen de vluchtelingen en uzelf.” De minister liet de persoonlijke drama’s de revue passeren, waarmee veel Dutchbat-militairen na terugkomst in Nederland te maken kregen. “Miskenning en onbegrip vielen u ten deel. Het is u volstrekt ten onrechte - persoonlijk jarenlang aangerekend dat Dutchbat niet bij machte was om de val van de enclave te voorkoBijna alle exDutchbatters droegen tijdens de ceremonie een zelfde blauw windjack.
TEKST: JACK OOSTHOEK FOTO’S: LEO VAN HIJKOOP-AVDD
men, en de inwoners te beschermen. Het gevoel stak u nog het meest, dat u in de steek bent gelaten door de politiek. Die had u de opdracht gegeven voor de onmogelijke missie.” Volgens Kamp mag de rehabilitatie van Dutchbat, een initiatief van Tweede Kamerlid Mat Herben (LPF), niet als heldenverering worden gezien. “Wel als ‘erkenning van de miskenning’, dat de Dutchbat-militairen onder zeer moeilijke omstandigheden hun uiterste best hebben gedaan. ‘Den Haag’ heeft de nodige lessen geleerd uit het drama. Al waren ze wel duurbetaald”, aldus de bewindsman. Oud-bataljonscommandant Karremans, de meest gefotografeerde man van de dag, gaf te kennen dat de affaire in het geheugen van elke Dutchbatter staat gegrift. “Hoezo eervolle taak; hoezo vredesmacht? Er zijn mij nog vele dingen onduidelijk.” Karremans, noemde GrootBrittannië als voorbeeld van hoe het (veel) beter kan. Daar kunnen uitgezonden militairen volgens hem altijd op steun uit brede lagen van de samenleving rekenen. Ondanks alle ellende tijdens en zeker na de uitzending naar Srebrenica, spoorde hij de Dutchbatters toch aan het insigne waardig te dragen. Daar konden demonstranten bij de poort van de Johan Willem Frisokazerne niets aan af doen.●
12 december | Pagina 4
HONULULU (HAWAII) - Het kan niet wat die Nederlanders zeggen. Dat dachten de Amerikanen toen onder andere kapitein-luitenant-ter-zee Paul Rouffaer als hoofd van de sectie voor maritime ballistic missile defence beweerde dat de draaiende SMART-L luchtwaarschuwingsradar in één oogopslag kan zien dat er een ballistische raket aankomt en ook nog eens de baan van het projectiel weet te berekenen. Op 7 december leverde Hr.Ms. Tromp het bewijs dat het wel degelijk kan.
Rechts: Een ballistische raket wordt afgevuurd (re) vanaf het Hawaiaanse eiland Kaua’i. Vanaf de Tromp volgt en berekent de SMARTL de baan van het projectiel. De Lake Erie vernietigt de raket met een SM 3 raket.
Foto: US Navy
HR.MS TROMP TOONT MET SMART-L AAN DAT HET ONMOGELIJKE MOGELIJK IS
NEDERLAND VERRAST dien geeft Nederland zo invulling aan een verzoek van de NAVO, die al lang iets dergelijks als dit wilde. Het unieke is dat er buiten de Tromp geen schepen zijn die uit alle richtingen, dus 360 graden rond, TBM’s zien aankomen. Wat we als Koninklijke Marine kunnen, mag
Hr.Ms.Tromp vaart langs het Hawaiaanse eiland Kaua’i waar de Amerikaanse marine vanaf de Pacific Missile Range Facility een ballistische doelraket afvuurt om de SMART-L ELR te testen. TEKT: MONIQUE VAN RIJEN-BOS FOTO’S: PETER BIJPOST - AVDD
Volgens Rouffaer is het een gegeven dat de dreiging van ballistische raketten toeneemt. “Dat vormt geen enkel punt van discussie meer.” Voormalige Oostbloklanden en staten als Egypte, Iran, Irak, Libië, Noord-Korea en Syrië beschikken erover. Het gaat niet alleen om short range projectielen met een bereik van zeshonderd tot duizend kilometer, maar ook om medium range tot drieduizend, intermediate range met een dracht van 5500 kilometer en zelfs om intercontinentale ballistische raketten die nóg verder reiken. “De vraag is nu hoeveel kans er bestaat op een dergelijke raketaanval ergens in de wereld op een dichtbevolkte stad of op een troepenmacht die een militaire operatie uitvoert. Feit blijft dat, wil je er iets tegen doen, je de missiles eerst moet detecteren.” Voorkomen is uiteraard beter dan genezen, maar mocht dat niet lukken, dan moet je een ballistische raket in de lucht aanvallen en de gevolgen, zoals een regen brokstokken, zoveel mogelijk beperken. TECHNOLOGISCHE VOORSPRONG
Het uitschakelen van raketten op grote hoogte, is onlosmakelijk
Links: In de commandocentrale zit iedereen te nagelbijten tot de verlossende woorden klinken dat de missie is geslaagd.
verbonden met een goede detectie. Die capaciteit had de marine niet binnen handbereik. De firma Thales ging op zoek naar een oplossing en vond die in de Signaal Multibeam Acquisition Radar for Targeting – L bands, kortgezegd SMART-L, ooit bedoeld om luchtdoelen op te sporen tot op een hoogte van een kilometer of dertig. De vier luchtverdedigingschepen van het Commando Zeestrijdkrachten zijn reeds uitgerust met deze door Thales ontwikkelde luchtwaarschuwingsradar, een autonoom detectiemiddel dat zonder ‘hulp’ van andere sensoren dus al redelijk ver kan zien. Thales meende dat met een modificatie van het systeem de SMART-L, die overigens nooit is ontwikkeld om in te zetten tegen ballistische raketten, niet alleen nóg verder zou kunnen kijken, maar ook stukken hoger. Die verre blik vormt een absolute voorwaarde bij de opsporing van Tactical Ballistic Missiles (TBM’s). Die kun je het best te pakken nemen op de weg naar boven. Hoe groter het bereik, hoe hoger hij komt. Dat heeft ook weer effect op de daalsnelheid. Hoe harder omlaag, en dan kan het zomaar om acht keer de snelheid van het geluid gaan, hoe moeilijker de onderschepping. Thales ontdekte inderdaad een methode om het blikveld van de luchtwaarschuwingsradar te ver-
ruimen. Daarmee zou deze buiten de dampkring in een straal van duizend kilometer een inkomende raket kunnen opsporen. Die kun je dan op grote hoogte uitschakelen. Voordeel van zo’n exo-atmosferische vernietiging is dat de brokstukken op weg naar beneden in de dampkring verbranden. “En dat alles alleen maar door een softwareaanpassing”, verduidelijkt Rouffaer. “Voor slechts enkele tientallen miljoenen, en dat is op dit gebied echt peanuts, beschikken we over een fantastisch afweermiddel tegen ballistische raketten. Defensie heeft zo op korte termijn technologisch een voorsprong en kan met SMART-L ELR (Extended Long Range - red.) een belangrijke capaciteit leveren waaraan internationaal behoefte bestaat. BovenDe SMART-L zelf.
je dus best bijzonder noemen.” Bij de Duitsers, eveneens SMART-L gebruikers, is de nieuwsgierigheid naar de mogelijkheden met de gemodificeerde variant ook gewekt. Daarnaast toont potentiële klant Denemarken grote belangstelling. Naar verwachting zullen ook de Britten, Fransen, Italianen en Zuid-Koreanen meer willen weten van het modificatieprogramma. Die vier
opereren met de S1850, een tweelingzusje van de SMART-L, naar een ontwerp van Thales, maar geproduceerd door Marconi. RADARGESCHIEDENIS
Die unieke radar op het Nederlandse fregat, moest zich natuurlijk wel bewijzen. Dit ondanks het rotsvaste vertrouwen erin van Jan Struik, productmanager bij Thales, en zijn collega Peter Ruizendaal. “Met simulators bootsten we al een lancering na”, zegt Ruizendaal. De baan van de TBM is daarbij gesimuleerd, gedetecteerd en getrokken. Met verwerkte plots ontstond een systeemtrack, weergegeven in gele puntjes. Om die volledige route te berekenen en te
12 december | Pagina 5
Boven: De Tromp heeft Standard Missile (SM) 2 raketten aan boord. Alleen met de SM-3 variant (foto) kun je ballistische raketten vernietigen. De Erie (links) had de inkomende raket dienen te vernietigen, maar moest daar om techinische redenen van afzien. Foto’s: US Navy
AMERIKANEN voorspellen, gebruiken we het System Performance Analysis Tool (SYPAT). Dat is absoluut nodig bij de SMART-L, hoewel-ie ook andere radarberekeningen kan maken. Alles verliep uitstekend.” Wat de mannen van Thales betreft, zal de beproeving alleen maar bevestigen wat ze al weten. Om ook anderen daarvan te overtuigen, doet Hr.Ms. Tromp tijdens haar ruim vijf maanden durende wereldreis, die 8 oktober begon, Hawaii aan. Daar is het vandaag de dag nog mogelijk zonder al te veel overlast een test als deze te doen. Op een enorm wateroppervlak van bijna één miljoen vierkante kilometer wordt alle scheepvaart geweerd en in het luchtruim daarboven alle luchtvaart. Daarbij dient ook
nog eens rekening te worden gehouden met overtrekkende satellieten en een bemand ruimtestation. Dan breekt het moment van lancering aan. Vanaf het Hawaïaanse eiland Kaua’i, op vierhonderd kilometer van het luchtverdedigingsfregat, vuren de Amerikanen een ballistische raket af. Aan boord van de Tromp is daar niets van te horen of te zien. De SMART-L ELR merkt het projectiel echter direct op. Na zo’n vijftien kilometer verschijnt een eerste plot in beeld. SYPAT berekent de baan van de raket en levert Link16 via datacommunicatie, verzorgd door het Helderse software bedrijf Force Vision, identieke luchtbeelden aan alle betrokkenen. De deelnemende Aegis-
Schout bij nacht Alan Brad Hicks: “Nederlandse participatie maakt een coalitie mogelijk om elders in de wereld op te treden. Zo krijg je een navy of the willing.”
kruiser USS Lake Erie beschikt over de Standard Missile 3, kortweg SM 3, die de Nederlandse marine ontbeert. Daarmee zou ze de doelraket met behulp van de informatie van de gemodificeerde SMART-L makkelijk uit de lucht kunnen halen, maar de kruiser draait haar eigen oefening en gebruikt daarom uitsluitend radargegevens van de enigszins gedateerde Spy. Dat maakt overigens niets uit voor de SMART-L test. De beproeving moet aantonen dat de radar in eerste instantie raketten weet te detecteren en te volgen. Dat lukt perfect. De vernietiging van de TBM door de Lake Erie wordt echter om onduidelijke reden afgeblazen. Tot frustratie van de op de Tromp aanwezige Amerikaanse liaisonofficier Richard Thompson. Wat deze senior fire control chief aangaat, betekent dit een mislukking. Voor de Nederlanders heeft hij echter niets dan lovende woorden. “Ik kan niet méér onder de indruk zijn dan nu. Dit is klasse!” Hoewel de SMART-L de hoofdrol speelt, is de Mirador bepaald geen figurant. Met deze infrarood- en daglichtcamera valt het doel optisch te volgen en de baanvoorspelling nog verder te verfijnen. Al met al schrijft de Koninklijke Marine in de vroege avond van 7 december (Nederlandse tijd) radargeschiedenis.
De Amerikaan Lex Hughes (li) over SMART-L ELR: “Jullie zijn op dit gebied zeker zes jaar voor op ons.” Naast hem Jan Struik en Peter Ruizendaal van Thales.
De Amerikaanse Tactical Group Superviser Lex Hughes steekt zijn enthousiasme, als wetenschapper bij een met TNO vergelijkbare instantie, niet onder stoelen of banken. “Ik ben verbaasd over wat ik zie”, geeft hij aan. “Jullie zijn op dit gebied zeker zes jaar voor op ons.” Zo ver wil schout-bij-nacht Brad Hicks, programmaleider van Aegis Ballistic Missile Defense, het Amerikaanse afweersysteem tegen ballistische raketten, niet gaan. Wel betitelt hij de samenwerking met Nederland als ‘significant’. Voor Hicks telt bovenal de optie tot coalitievorming zwaar. “Als er een dreiging bestaat van ballistische raketten
moet je een schip op de goede plek hebben. De VS kan daar niet alleen voor zorgen. Nederlandse participatie maakt een coalitie mogelijk om elders in de wereld op te treden. Zo krijg je een navy of the willing. Bovendien vormt het politiek gezien een krachtig signaal dat het niet alleen de VS is die iets onderneemt.” Tussen de regels door laat de Amerikaan weten het verstandig te vinden om je voor te bereiden op ballistische raketten. “Achteraf reageren is te laat. Dan kun je je alleen nog maar afvragen hoeveel het waard zou zijn geweest om het te voorkomen.” Het prototype van de gemodificeerde SMART-L heeft bewezen in
EEUW NEDERLANDSE ONDERZEEBOOTHISTORIE IN BOEK VASTGELEGD DEN HAAG - “Dit document kijkt terug op een bewogen geschiedenis, maar gunt daarnaast een doorkijk naar de toekomst. Verstandig, want de krijgsmacht onderschrijft het belang van de onderzeeboten.” Met deze woorden nam demissionair minister Henk Kamp onlangs op het Ministerie van Defensie in Den Haag het eerste exemplaar in ontvangst van het boek, getiteld ‘Klaar voor onderwater - 100 jaar Nederlandse onderzeeboten’ (foto). Als gever van het boek fungeerde kapitein-ter-zee b.d. jhr. Robin Snouck Hurgronje, zelf oud-commandant van een onderzeeboot en samensteller van het boek. De overhandiging vond plaats in bijzijn van medewerkers aan het boekwerk, onder wie schout-bij-nacht Willem Nagtegaal, directeur Operationeel Beleid, Behoeftestelling en Plannen.
‘Klaar voor onderwater’ geeft de geschiedenis weer van een bijzonder onderdeel van de Koninklijke Marine. Met name de beschrijving van de inzet van de boten tijdens de Koude Oorlog is uniek. De verschillende schrijvers van het boek voeren toen zelf, waardoor de verhalen dus grotendeels uit de eerste hand komen. Aan bod komen ook alle types onderzeeboten; van de allereerste duikboot O-1 tot en met de huidige moderne Walrusklasse. Het boek biedt veel leesplezier, niet alleen voor lezers uit de onderzeebootgemeenschap, maar voor iedereen die zich interesseert voor dit veelzijdige ‘wapen’. ‘Klaar voor onderwater’ telt 168 rijk geïllustreerde pagina’s en is in gebonden uitvoering verkrijgbaar bij de uitgeverij Aprilis. Prijs N 19,95. ISBN 90 5999 4162 4. Bijdrage Richard Keulen. Foto Peter Wiezoreck
een straal tot vierhonderd kilometer te kunnen kijken en de raketbaan te kunnen berekenen. Volgens Rouffaer is duizend nu ook geen enkel probleem meer. “Voor de nabije toekomst voorzie ik dat deze radar zelfs ‘zicht’ heeft tot tweeduizend.” De SMART-L hoeft overigens niet alleen van toegevoegde waarde te zijn bij een onderschepping met door schepen gelanceerde SM 3 raketten. Volgens het hoofd wapentechnische dienst van de Tromp, kapitein-luitenant-ter-zee Rienk Koolstra, kan hij eveneens van betekenis zijn bij het afvuren van PAC 3 raketten met een Patriot lanceersysteem. Hoe? “Heel simpel. De PAC 3, vergelijkbaar met een mini SM 3, heeft een bereik tot circa tachtig kilometer. Dat geldt ook voor de radar. De SMART-L kan helpen door verder te kijken en de baan van een inkomende raket uit te rekenen. Zo krijgt de Patriot een voorwaarschuwing en kan de PAC 3, sneller, verder en hoger een vijandelijk projectiel uitschakelen. Dat is altijd het best.” Het klinkt allemaal alsof aan boord van de Tromp alles op het wapentechnische vlak is zoals Koolstra het ook het liefst zou zien, maar dat blijkt niet zo. “Het allermooiste zou zijn als we zelf SM 3 raketten hadden. Dat ben je totaal onafhankelijk. Maar ja, één zo’n exemplaar kost al gauw een miljoen of acht.”●
12 december | Pagina 6
LUCHTMACHT ZIET BROOD IN MARINIERSOEFENING GATHERED CLOUD
JOINT TOT OP HET MARNEHUIZEN - Niemand wil eindigen als marinier-1 Robin Kwakman. De ongelukkige zeesoldaat, die de rol van onschuldige burger uitbeeldt, werd tijdens de eerste schermutselingen dodelijk geraakt. Nu ligt hij al uren verkleumd en verveeld op de grond. En hij niet alleen, ook onder de militairen vallen veel slachtoffers. Tijdens de eerste fase van de joint oefening Gathered Cloud drukt dat algauw zijn stempel op het enthousiasme van de deelnemers. Het gevecht in het oefendorp Marnehuizen begint fel en overmoedig, maar slaat na een halve dag sluipen en schieten om in behoudendheid.
Links boven: Om de mariniers te kunnen droppen werd gebruik gemaakt van een C-130H30 Hercules van 334 squadron uit Eindhoven. De boarding van de mariniers vond plaats op Groningen Airport Eelde. Foto: Frank Visser Boven tweede van links: Een instructeur van de mariniers helpt bij het boarden van de para’s. Foto: Frank Visser
Onder: Het is voor het eerst tijdens Gathered Cloud dat de mariniers ondersteuning krijgen van Leopard 2A6 gevechtstanks.
TEKST: ANDRE TWIGT FOTO’S: GERBEN VAN ES-AVDD
Medebedenker van Gathered Cloud, onderofficier Toegevoegd S3 (Operaties) korporaal Michiel Hollander heeft wellicht de verklaring voor die plotselinge ommezwaai. De deelnemers zijn zich misschien meer bewust van het SAAB trefferregistratiesysteem, waarmee zij zijn uitgerust. Dit brok techniek uit Zweden laat geen misverstanden bestaan over de inzetbaarheid. Wordt iemand getroffen, dan vertelt een vrouwenstem in het infrarood gestuurde sensorharnas precies wat de gevolgen zijn. In het geval van Kwakman, behorend tot de 11de Paracompagnie, was de boodschap helder: dood. Ook veel tegenstanders van 1 Mariniersbataljon (Marnsbat) werden getroffen. Voor de ‘overleden’ frontsoldaten is alle leed echter snel geleden. Achter de linies reactiveert een oefenleider hen met enkele drukken op de knop. Vervolgens kunnen ze sluipend door achtertuinen, ramen en deuren weer naar voren. Het conflict tussen de paramilitaire opstandelingen en de mariniers uit Doorn is tenslotte nog lang niet over. Gathered Cloud kent dan ook een uitgebreid scenario met snel wisselende geweldsniveaus, waarin bovendien alle krijgsmachtdelen voorkomen. Zo worden de manoeuvres van de mariniers in en om het oefendorp Marnehuizen onder-
steund door 112 Pantsergeniecompagnie en acht Leopard 2 A6 tanks van het Charlie eskadron, 42 Tankbataljon. De pantsers blijken van onschatbare waarde tijdens het Optreden in Verstedelijkt Gebied (OVG). Ze bieden rijdende dekking aan de zeesoldaten en geven desgewenst waarnemings- of vuursteun met de coaxiale mitrailleur of de 120 mm vuurmond. Zeker in het echt is met dat kanon wel enige terughoudendheid vereist, merkt wachtmeester 1 Nick Ensink op Reimer op wanneer voetvolk voor de loop de weg oversteekt. “Je loopt als infanterist in verstedelijkt gebied snel het risico te dicht bij de schietbuis te komen. Valt een schot, dan ontstaat er een druk van zo’n zesduizend bar. Daar word je niet vrolijk van.” Om het spel wat meer realisme te geven, maakte de oefenstaf de Leopards gevoelig voor het lichte AT-4 (antitankwapen), waarmee de opstandelingen zijn uitgerust. Ensink op Reimer: “Bij drie inslagen is de tank uitgeschakeld. Als we zo’n verhouding niet aanbrengen, doet het gevecht wat onrealistisch aan.” SERIEUZE ZAAK
Dat kan niet de bedoeling zijn, want Gathered Cloud is voor 1 Marnsbat een serieuze zaak. De oefening moet onder meer bijdragen aan het opkrikken van de besluitvorming tot op het laagste niveau. Volgens opvolgend com-
Rechts: Voor de zogenaamd dodelijk verwonde ‘burger’, marinier 1 Robin Kwakman, zit er niets anders op dan wachten op een hulpleider, die hem weer tot ‘leven’ wekt.
12 december | Pagina 7
Links: In totaal vier pararuns waren er nodig om alle mariniers te droppen. Foto: Frank Visser
Rechts: Het opkrikken van de besluitvorming op alle niveaus is een belangrijke doelstelling tijdens Gathered Cloud.
LAAGSTE NIVEAU mandant majoor Paul Keijzer zijn bij OVG niet alleen de beslissingen van commandanten in de bevelvoeringlijn van grote invloed op de operaties, maar ook die van de individuele marinier. Daarom moet iedereen zich bewust zijn van wat er om hem heen gebeurt. Temeer omdat operaties in dorp of stad vaak gepaard gaan met een gebrekkige communicatie en dito overzicht. Dat klinkt door in de manier waarop het bataljon met operatiebevelen omgaat. “We bakenen de tijd af die de verschillende niveaus krijgen om een bevel nader uit te werken. Daardoor kun je het beter afstemmen op de laatste stand van zaken en leer je de mannen bovendien een deadline na te leven.” Een ander oefendoel dat Keijzer nastreeft, is zijn personeel vertrouwd maken met het joint optreden, inbegrepen non-gouvernementele organisaties en burgers. Beide worden voornamelijk uitgebeeld door figuranten van 2 Marnsbat en de Nationale Reserve. Dankzij hun medewerking sluit Gathered Cloud aan op recente vredesoperaties in onder meer Noord Afghanistan en Zuid Irak. Daarnaast moet ze bijdragen aan het expeditionaire optreden. Zo worden de operaties in Marnehuizen voorafgegaan door een luchtlanding van de 11de Paracompagnie, die tijdens een windstilte kans ziet boven de Lauwersmeer af te springen. De in het script opgenomen
verplaatsingen over zee en de aansluitende amfibische landing van alle rollend materieel vinden overigens alleen op papier plaats. In werkelijkheid komen de Leopards en YPR’s per dieplader naar de vliegbasis Leeuwarden en gaan vandaar op eigen kracht, over de weg naar de Marnewaard. “Het bleek niet mogelijk hiervoor een schip in de zetten”, aldus Keijzer. Nog een aspect dat tijdens de oefening aan de orde komt, is het beoefenen van de Three Block Warfare, waarbij peace keeping, enforcing en wederopbouw elkaar in rap tempo kunnen afwisselen. Al met al hanteren de mariniers met Gathered Cloud een formule die goed aansluit op de huidige manier van werken en die tevens mogelijkheden biedt tot verdere uitbreiding.
DOCTRINE
Dat geldt zeker voor het aandeel dat de luchtmacht levert. Luitenant-kolonelvlieger Denny Traas nam op de eerste van vier oefendagen met tweemaal twee F-16’s deel aan de ‘strijd’, die zich op korte afstand van thuisbasis Leeuwarden afspeelt en hij toont zich daar bijzonder enthousiast over. “Vliegend boven Marnehuizen zie je het conflict als het ware aan je voorbij trekken. Je ziet de eigen troepen en de vijand telkens van positie veranderen, net als in Afghanistan.” Graag wil de commandant van 322 Squadron de derde dimensie
hechter bij de oefening betrekken, waardoor de trainingswaarde verder groeit. Dit keer kwam ‘322’ niet verder dan grondsteun en voerde ze voorafgaande aan de opmars enkele verkenningsmissies uit, waarmee de S3 van 1 Marnsbat zijn voordeel deed. Maar bij een volgende gelegenheid zou Traas graag samen met de Apaches het zogenoemde airborne FAC’en (Forward Air Control) beoefenen. Vanwege de krappe bezetting ging dat feest nu niet door.
De overste ziet er ook een uitdaging in om het vliegbedrijf meer te laten aansluiten bij de planning. ”Wat zijn onze mogelijkheden om doelen uit te schakelen, wat is het effect, hoeveel en welke wapens gebruiken we daarvoor? En wat zijn de risico’s voor de eigen troepen? Ook zouden we nachtvluchten kunnen incorporeren. Voor het squadron trainingsaspecten van jewelste.” Op termijn zou de exercitie volgens Traas kunnen bijdragen aan de totstandkoming van een gezamenlijke doctrine. Vandaar dat hij liever niet praat over ondersteuning van grondtroepen, maar over joint optreden. “Door allemaal hetzelfde doel voor ogen te houden, nemen de kansen op een succesvolle operatie alleen maar toe.” PATSTELLING
Tijdens Gathered Cloud levert de luchtsteun mooie momenten
op voor de FAC’ers van de mariniers en van 11 Luchtmobiele Brigade. Zij dirigeren in de eerste uren de vliegtuigen naar hun doel, wanneer de grondtroepen vanuit het noorden aanstalten maken Marnehuizen in te trekken. Eerder vond op de zuidflank een afleidende aanval plaats. Hoewel die opzet best werkte, ontstaat er later op de eerste dag toch een patstelling. De tanks rijden nog wel wat rond, maar wagen zich niet over de voorste rand van het weerstandsgebied. Wel vinden er zo nu en dan schotenwisselingen plaats. Een Leopard wordt uitgeschakeld en later open en bloot (?) geborgen. Tientallen meters verderop ligt nog steeds de arme Kwakman “Kun je een hulpleider mijn kant uitsturen”, vraagt hij aan toevallige voorbijgangers. Achter een schutting houden zich enkele van zijn collega’s op. Ook zij werden in de rol van burger neergeschoten, wat uiteraard niet de bedoeling is. De troepen moesten immers behoedzaam met de ongewapende bevolking omspringen, maar slagen daar kennelijk niet altijd in. In ieder geval weigeren deze ‘burgers’ voor dood op de grond te gaan liggen. “Bekijk het maar. Heb ik geen zin in”, moppert de een. “Ik hoop dat we morgen met een wapen aan de slag mogen”, zegt de ander. “Want dit is niks voor ons. Mariniers kijken niet vanaf de zijlijn toe. Daar zijn we nou eenmaal niet voor.”●
Tijdens de opmars brengen de tanks snelheid in de manoeuvre.
Boven: Tijdens het optreden in verstedelijkt gebied is de rijdende dekking die een tank biedt onmisbaar.
Links: Ook het gewondenspel wordt in geuren en kleuren beoefend.
Rechts: Mariniers in de rol van VNsoldaat moeten proberen de strijdende partijen uit elkaar te houden.
7 december | Pagina 8
PEARL HARBOR Wanneer tegen achten die morgen van 7 december 1941 de eerste Japanse aanvalsgolf op Pearl Harbor aanstormt, verkeert deze belangrijke Amerikaanse basis op het Hawaï eiland Oahu nog in zalige onwetendheid. De Stille Oceaanvloot maakt zich op voor de vlaggenparade. Aan boord van het slagschip Nevada heft een marinierskapel het volkslied aan. Ineens wordt de muziek wreed verstoord door ronkende vliegtuigmotoren en ratelende mitrailleurs. Pas nadat de eerste torpedo’s zijn ingeslagen, begint het luchtdoelgeschut aarzelend te blaffen. Amerika is in oorlog. TEKST: WIEBREN TABAK FOTO’S: NEDERLANDS INSTITUUT VOOR MILITAIRE HISTORIE EN U.S. NATIONAL ARCHIVES
Matrozen redden een drenkeling langszij de brandende West Virginia.
De torpedobootjager USS Shaw explodeert in zijn drijvende dok.
DE JAPANSE VERRASSINGSAANVAL OP PEARL HARBOR
‘BEKLIM DE BERG NIKITA’ Links: Het eiland Ford aan het begin van de aanval. Naast de USS Oklahoma in Battleship Row rijst een waterfontein omhoog.
Rechts: Blik op Battleship Row vanuit een Japans vliegtuig Op de achtergrond stijgt rook op vanaf het getroffen vliegveld Hickam Field.
De agressie op deze zondagochtend vormt het onvermijdelijke resultaat van de expansiedrift van Japan. Verstoken van natuurlijke hulpbronnen, aast het keizerrijk op de bodemschatten van zijn bu-
ren en om zijn ambities te realiseren, heeft het een machtige oorlogsmachine opgebouwd. De enige die roet in het eten zou kunnen gooien, is de Verenigde Staten. Zowel eerste minister Fu-
nimaro Konoye als vlootvoogd admiraal Isoroku Yamamoto beseffen dat Japan een oorlog met industriegigant Amerika, mocht die langer duren dan twee jaar, zal verliezen. Daarom wil de premier niets liever dan de in augustus begonnen besprekingen met Washington voortzetten. Op 18 oktober 1941 ruimt hij echter het veld voor minister van oorlog Hideki Tojo, die een harde lijn voorstaat. Eind november valt tijdens een ‘Keizerlijke Conferentie’ het besluit ten strijde te trekken. Op 2 december ontvangt vice-admiraal Chui-
chi Naguma, commandant van de Japanse aanvalsvloot, ergens tussen de Koerilen en Hawaï, het bericht: ‘Beklim de berg Nikita’. Japan is de Rubicon overgestoken. RAMKOERS
Hoofdoorzaak van de diplomatieke breuk tussen Tokyo en Washington is de poging van Japan om het Chinese vasteland aan zich te onderwerpen. Het voorspel daarvan begint in 1931. In dat jaar lokken Japanse militairen een incident uit in het grondstofrijke Mantsjoerije om vervolgens de Chinezen uit het gebied te ver-
drijven. Eind januari van het jaar daarop raken beide landen slaags in Sjanghai. In 1934 maakt Japan bekend dat het China onder zijn vleugels heeft genomen en daar geen andere machten zal toestaan. Er volgen enkele jaren van relatieve rust, waarin de Chinese leider Tsjang K’ai-sjek de natie achter zich weet te verenigen. Het komt zelfs tot een gezamenlijk anti-Japans front met de communisten. Als reactie besluiten de Japanners tot een nieuwe provocatie. In juli 1937 beschieten hun troepen Chinese eenheden op de Marco Polobrug bij Peking en daarmee is de beer los. Er ontwikkelt zich een totale oorlog, die voor de Japanners gunstig verloopt. Toch geven de Chinezen zich niet gewonnen. De Amerikanen bieden steun met adviseurs en voorraden, die hen via Frans Indo-China en Birma bereiken. Weliswaar veroveren de Japanners alle zeehavens van belang, maar zolang deze beide aanvoerlijnen openblijven, kunnen de Chinezen hun verzet volhouden. Daar moet een eind aan komen en zo gaat Japan op ramkoers met de VS. GEEN LOGISCHE MAATSTAVEN
Als eerste wordt Indo-China aangepakt. Op 19 juni 1940 eist Tokio van gouverneur-generaal Georges Catroux dat de grens tussen China en Tonkin (de landstreek van waaruit de legergoederen worden verzonden) binnen 24 uur dichtgaat. Daarnaast dient hij een Japanse troepenmacht toe te laten, die erop zal toezien dat De Arizona explodeert en breekt in twee stukken.
12 december | Pagina 9
Saluut voor een van de overlevenden van de Arizona, tegen het decor van het monument. Foto: Ryan McGinley, U.S. Navy
MONUMENT EN MASSAGRAF Boven: De ravage in het droogdok met daarin de USS Pennsylvania daags na de aanval.
Rechts: …om 06.00 uur, op zo’n 380 kilometer uit de kust, gaan 182 vliegtuigen onder luid Banzai-geschreeuw van start…
de grens ook gesloten blijft. Catroux heeft geen keus. Na de nederlaag tegen Duitsland zijn de Fransen te zwak om de Japanners tegen te houden. In de zomer van 1941 wordt geheel Frans IndoChina bezet. De Amerikanen reageren scherp. Op 26 juli bevriezen ze alle Japanse rekeningen in de VS en zetten de export van olie naar Japan stop. Een paar dagen later volgen Groot-Brittannië, Canada en de Nederlandse regering in ballingschap dit voorbeeld. Het is zonneklaar dat de Japanners een oogje hebben op de Britse vestigingen in Birma en Malakka, op Nederlands Oost-Indië en op de Filippijnen. Met het handelsembargo wordt Tokio zwaar onder druk gezet. Toch geeft het de hoop op een diplomatieke oplossing nog niet op. Maar de tijd dringt. Op 3 november seint de Amerikaanse ambassadeur in Tokio dan ook aan minister van Buitenlandse Zaken Cordell Hull: “Vergis u niet, Japan is ertoe in staat een zelfmoordaanval op de Verenigde Staten te doen. Eigenbelang weerhoudt het daar op dit ogenblik van, maar het Japans eigenbelang en de kijk van de Japanners daarop kan niet met logische maatstaven worden gemeten.” BRANDEND LONT
De kloof tussen Amerika en Japan is onoverbrugbaar geworden. De standpunten liggen te ver uiteen. Zo vragen de Japanners in ruil voor terugtrekking uit het zuiden van Indo-China opheffing van het olie-embargo en stopzetting van de wapenleveranties aan Tsjang K’ai-sjek. Dat laatste is voor Washington onaanvaardbaar.
Op hun beurt stellen de Amerikanen een aantal voor de Japanners onverteerbare voorwaarden. Zo moeten die hun troepen niet alleen uit Indo-China, maar ook uit China terugtrekken. Verder wordt de ontbinding geëist van de marionettenregimes in Moekden en Nanking, de erkenning van de soevereiniteit over heel China van de nationalistische regering in Tsungking en verbreking van het met de As-landen gesloten ‘Driemogendhedenverdrag’. Op 26 november nemen de Japanners deze voorstellen in ontvangst. Drie dagen later valt in Tokio het fatale besluit. Hoewel onkundig van die gebeurtenis, beseffen de Amerikanen dat de lont al brandt. Want behalve dat ze inlichtingen van bevriende mogendheden ontvangen, zijn ze erin geslaagd de Japanse ‘purperen code’ te breken. Al weten ze daardoor dat Japan wat in zijn schild voert, het vertelt hen niet precies waar. De slagorde van de Japanse strijdkrachten wijst er echter op dat de oorlog voor de deur staat. Uit voorzorg laat luitenant-generaal Walter Short, de land- en luchtmachtbevelhebber op Hawaï, al zijn vliegtuigen dicht bij elkaar parkeren om sabotage te bemoeilijken. Een begrijpelijke gedachte in het licht van de grote Japanse kolonie op de eilandengroep, maar wel een die de vijand in de kaart speelt. Want nu krijgen de Japanners ze op een presenteerblaadje aangeboden. Een geluk bij een ongeluk is dat de drie Amerikaanse vliegkampschepen in de Grote Oceaan zich op het uur U buitengaats bevinden.
SLAPENDE REUS
In de nacht van 6/7 december zet de Japanse aanvalsvloot van 31 oorlogsbodems, waaronder zes vliegkampschepen met samen 432 toestellen, koers naar het einddoel. De vrolijke muziek die het radiostation van Hawaï uitzendt, vormt voor de Japanners het bewijs dat de verrassing volledig is. Om 06.00 uur, op zo’n 380 kilometer uit de kust, gaan 182 vliegtuigen onder luid Banzai-geschreeuw van start. Een uur later verschijnt deze eerste aanvalsgolf op een Amerikaans radarscherm, maar de luchtmachtofficier die de melding ontvangt, verzuimt haar door te geven. Hij verwacht rond dezelfde tijd een formatie B-17 bommenwerpers en ziet daar de naderende Japanners voor aan. Een kwartier eerder hebben de Amerikanen al een ander signaal ontvangen. De torpedobootjager USS Ward betrapt een Japanse dwergonderzeeboot bij een poging de vlootbasis binnen te dringen en brengt die tot zinken. Het marinehoofdkwartier doet het rapport van de door reservisten bemande oorlogsbodem echter als een hersenschim af. Van de acht Amerikaanse slagschepen in Pearl Harbor liggen er zeven afgemeerd langs het eiland Ford, in het midden van de baai. Nummer acht, de USS Pennsylvania, bevindt zich in het droogdok en kan dus niet door torpedo’s worden geraakt. De zeven in Battleship Row vormen echter een makkelijke prooi. De Arizona wordt direct door vijf bommen getroffen. Een ervan blaast het voorste munitiemagazijn op, een
ander valt door de schoorsteen en ontploft in de machinekamer. Het schip zinkt als een baksteen en sleept ruim 1100 bemanningsleden de diepte in. De Oklahoma incasseert drie torpedotreffers en kapseist, waardoor 415 man opgesloten raken. Door een snelle reactie verhinderen de bemanningen van de West Virginia en de California dat hun zwaar geteisterde schepen een zelfde lot ondergaan. De Nevada wordt door een torpedo en twee bommen getroffen, maar de Maryland en de Tenessee komen er betrekkelijk goed vanaf. Inmiddels arriveert de tweede, om 07.15 opgestegen, aanvalsgolf. Twee uur lang woedt de Japanse furie. Als de aanvallers rond tienen de aftocht blazen, zijn er in totaal 21 schepen gezonken of zwaar toegetakeld. Ook de vliegvelden hebben er ongenadig van langs gekregen: 188 toestellen gaan in vlammen op, 159 zijn beschadigd. En voor dat alles betalen de Japanners een prijs van slechts 29 vliegtuigen, 55 bemanningsleden en vijf dwergonderzeeërs. De Amerikaanse verliezen bedragen 2403 doden en bijna 1178 gewonden. Maar hoe eenzijdig ook, het gevecht is niet beslissend geweest. De Japanners hebben de Pacific Fleet weliswaar een zware slag toegebracht, maar niet knock-out geslagen. En de verraderlijke aanval op Pearl Harbor zal precies datgene teweegbrengen wat de architect ervan, admiraal Yamamoto, meteen na afloop al voorspelt. ‘”Ik vrees”, zegt de voormalige Harvard-student en ex-marineattaché in Washington, “dat we een slapende reus hebben gewekt.”●
De herdenking in het Arizona monument twee jaar geleden. Een muzikant blaast Echo Taps voor de lijst met namen van de 1177 slachtoffers van het slagschip. Foto: John Looney, U.S. Navy
PEARL HARBOR - Deze week hebben de Amerikanen voor de 65ste keer de dag herdacht die president Franklin D. Roosevelt a date which will live in infamy noemde. De herdenkingsplechtigheden speelden zich als vanouds af op en rond het monument van de USS Arizona, die op die fatale 7de december binnen tien minuten de grond in werd geboord. Met het slagschip verdwenen 1177 opvarenden in de diepte. Zo’n honderd lichamen zijn later geborgen, de overige bevinden zich nog in het wrak. De bovenste dekken van de Arizona werden door de Amerikanen verwijderd, de rest ligt onder het fosforescerende water van Pearl Harbor. Een vage schim, die tot op de dag van vandaag een regenboog van olie op het wateroppervlak tovert. Al tijdens de oorlog gingen er stemmen op voor een gedenkteken, maar het zou nog tot 1958 duren voor er officieel toestemming kwam. De bouw begon in 1961 en het jaar daarop vond de inwijding plaats. Het monument overspant het middengedeelte van de Arizona. Het zakt in het centrum door en rijst aan beide uiteinden op, waarmee architect Alfred Preiss wilde symboliseren hoe de aanvankelijke nederlaag werd omgebogen in de definitieve overwinning. Geen oorlogsbodem die deze plek passeert zonder een passend eerbetoon te brengen en jaarlijks bezoeken ongeveer anderhalf miljoen mensen het monument. Naast de Arizona ligt overigens ook het slagschip Utah nog op de bodem van de haven. SAMENGEBALD
Hoewel de aanval de Amerikanen tot hun schaamte totaal verraste, pakten ze gevolgen energiek aan. Ze begonnen al op 14 december 1941 met de berging van de getroffen vaartuigen, die mede mogelijk werd gemaakt door het ondiepe water. Deze titanenklus zat er eind 1944 op en uiteindelijk werden van de 21 uitgeschakelde oorlogsschepen achttien weer in dienst gesteld. Naast de terugkeer van deze veteranen vond er ook veel nieuwbouw plaats. In de oorlogsjaren draaiden de Amerikaanse scheepswerven op volle toeren en produceerden onder meer de vier Iowa-klasse slagschepen die met hun hoofdbewapening van negen 40 cm kanonnen in drie geschuttorens een formidabele tegenstander vormden. Een daarvan, de USS Missouri, ligt als museumschip afgemeerd vlak bij de Arizona. Een passende plek, want de formele ondertekening van de Japanse capitulatie, op 2 september 1945 in de Baai van Tokio, vond plaats op deze oorlogsbodem. En daarmee zijn, voor wat Amerika’s deelname betreft, begin en eind van de Tweede Wereldoorlog, in Pearl Harbor samengebald.●
12 december | Pagina 10
EERSTE INFORMATIEDAG IN DOORN VELE MALEN OVERTEKEND
DEN HAAG - De Bedrijfsgroep Gezondheidszorg (voorheen Militair Geneeskundig Facilitair Bedrijf) bestond 2 september tien jaar. Zoals bij alle Bedrijfsgroepen moest het samenvoegen van de verschillende medische organisaties tot grotere
VAN DER KNAAP MAAKT HET DIENSTSLACHTOFFERS MAKKELIJKER DOORN - Er komt jaarlijkse een dag voor dienstslachtoffers. De militaire gezondheidszorg staat binnenkort ook open voor hen en er komt een uitvoeringsloket voor dienstslachtoffers waarbij de totale uitkering wordt vastgesteld die is samengesteld uit een invaliditeitspensioen en de WIA-uitkering. In de toekomst doet een arts de beide keuringen. Dat heeft staatssecretaris van der Knaap gezegd tijdens de eerste dag voor dienstslachtoffers, die afgelopen zaterdag, 25 november in Doorn werd gehou-
den. Daar kwamen 250 dienstslachtoffers en partners van dienstslachtoffers bijeen. Voor de bijeenkomst bestond grote belangstelling. Vooraf hadden zich
Onderofficieren ronden cursus Tertiaire Vorming af DEN HAAG - Elk jaar weer verzorgt Defensie een opleiding voor ervaren onderofficieren, die als stafadjudant een toonaangevende rol vervullen binnen het krijgsmachtdeel waarin ze werken. Ook personeel dat deze functie gaat vervullen, komt voor de zogeheten Tertiaire Vorming in aanmerking. De cursus beslaat ruim twee weken en bestaat uit trainingen en werkbezoeken aan operationele onderdelen. Als leidraad dient onder meer de beleidsvisie uit 2005 over de rol en de positie van de onderofficier. De Tertiaire Vorming wordt elk jaar door een van de krijgsmachtdelen georganiseerd. Dit keer was de Marechaussee aan de beurt, dat de klus neerlegde bij het Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum van het wapen. Het centrum regelden bezoeken aan 101 Gevechtssteun Brigade, de vliegbasis Leeuwarden, het
amfibisch ondersteuningsbataljon op Texel, het fregat Hr.Ms. Evertsen en de marechausseebrigade op Schiphol. Ook bezochten de cursisten met als gastheer krijgsmachtadjudant Erik Nieuwenhuis het Defensie Operatiecentrum in Den Haag. In de Tweede Kamer spraken ze vervolgens met de leden van de Vaste Kamercommissie voor Defensie Mat Herben (LPF; inmiddels vertrokken) en Hans van Baalen (VVD). In een onderhoud met generaal-majoor Rob Bertholee, directeur Aansturen Operationele Gereedstelling, kwam de rol van de onderofficieren ter sprake bij het bespreekbaar maken van integriteit van militair personeel. Als sluitstuk van hun bezoek reikte Bertholee de cursisten op de Defensiestaf in Den Haag het certificaat van de opleiding uit. Volgend jaar organiseert de Luchtmacht de Tertiaire Vorming. Foto: Rob Gieling-AVDD●
niet minder dan 1800 gegadigden gemeld. Daarom werd al tijdens de bijeenkomst bekend gemaakt dat er meer informatiedagen worden gehouden. Of die groter of juist kleiner van opzet worden, is nog niet bekend. Verder is Van der Knaap van plan de zogenoemde artikel V4verrekening in de nabije toekomst af te schaffen. Dit artikel uit de pensioenwetgeving voorziet in bepaalde situaties in een verrekening van de WAO-uitkering met het militaire invaliditeitspensioen. Hierover wordt nog met de centrales van overheidspersoneel onderhandeld, maar hij verwacht nog voor het eind van het jaar overeenstemming te hebben bereikt. Ook gaat de bewindsman verbeteringen aanbrengen in de Voorzieningenregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers. Van der Knaap wil ze zo uitbreiden dat dienstslachtoffers voor noodzakelijke voorzieningen niet langer een beroep hoeft te doen op andere instanties zoals gemeenten en de AWBZ. “Voor al uw voorzieningen die u nodig heeft, voor uw aandoening kunt u dan een beroep doen op het uitvoeringsloket bij ABP/BRD.” Ook hierbij maakte hij het voorbehoud dat er nog overleg met de centrales van overheidpersoneel plaats heeft. Als laatste stelde de staatssecretaris dat er een speciale pas komt voor dienstslachtoffers waarmee zij toegang kunnen krijgen tot defensielocaties. De bewindsman riep de 250 aanwezige dienstslachtoffers en hun partners op de dag vooral te gebruiken voor het doen van suggesties om het beleid te verbeteren. Hij overhandigde de twee eerste exemplaren van het Handboek voor dienstslachtoffers aan twee bezoekers van de
bijeenkomst: dienstslachtoffer Arend Oostenbrink en een partner van een dienstslachtoffer, Marja Peppink. In het boekje op zakformaat staan op overzichtelijke wijze welke materiele en immateriële aanspraken er bestaan. Daarnaast bevat het boekje ook informatie voor de partners van dienstslachtoffers. Alle aanwezigen kregen het werkje aan het eind van de dag uitgereikt. Aan alle bij Defensie bekende dienstslachtoffers wordt het uiterlijk half december toegestuurd. WORKSHOPS
Voorafgaand aan de informatiemarkt met stands van het ABP en de BNMO en de workshops die ‘s middags werden gehouden, vertelden Oostenbrink en Peppink over hun ervaringen. Beiden stelden dat Defensie in het verleden veel steken had laten vallen en waren daarom blij dat er nu wat voor hen wordt gedaan. Van de vier georganiseerde workshops was die over het (invaliditeits)pensioen veruit de favoriet bij de bezoekers. Na afloop konden een paar voorzichtige conclusies worden getroffen. Aandacht voor de dienstslachtoffers werd door de aanwezigen als erg belangrijk ervaren en draagt wat hen betreft bij aan de door velen gemiste erkenning voor deze doelgroep. De dag voor dienstslachtoffers werd door hen dan ook gezien als een goed initiatief van Defensie. De informatievoorziening richting dienstslachtoffers over het bestaan van allerlei regels en procedures is voor verbetering vatbaar, vond men. Een heldere uitleg over de vaak ingewikkelde regels noemde de aanwezigen van groot belang. Het door de staatssecretaris aangekondigde unieke uitvoeringsloket levert zonder
twijfel een bijdrage aan de gevraagde duidelijkheid. Staatssecretaris Van der Knaap is dinsdag 28 november op bezoek geweest bij het ABP in Heerlen om te praten over de door hem geconstateerde onvrede bij dienstslachtoffers over nog te veel verschillende regelgeving. Wat hem betreft is ontbureaucratisering een must. “Ik heb onder meer met de keuringsartsen en casemanagers gesproken. Zij zijn belangrijk voor de dienstslachtoffers aangezien daar de uitvoering plaatsvindt van de diverse regelingen.” De bewindsman heeft hen gevraagd de besproken ideeën voor verbetering uit te werken in een voorstel, naast initiatieven die al lopen zoals bijvoorbeeld het afschaffen van de zogeheten V4-korting die hen treft die in de WAO terecht zijn gekomen. Ook breidt de voorzieningenregeling uit waardoor invalide militairen voor de aanpassing van hun woning of voor hulp in de huishouding niet meer bij de gemeente hoeven aan te kloppen. Zij kunnen terecht bij het uitvoeringsloket van het ABP. Voor individuele zaken komt meer aandacht. “Als je jaren bij Defensie hebt gewerkt en vaak je ziel en zaligheid in het werk hebt gestopt, is het moeilijk om afscheid te moeten nemen. Zeker als je dat niet hebt gewild. Niemand vraagt om een ongeluk, maar wel om zorg en aandacht daarna. De aandacht voor een gewonde oud-collega die vaak nog jaren later regelmatig bezocht en gehaald wordt, is fantastisch. Bij het ongevraagde afscheid van het militaire vak moet het credo zijn: uit het oog, maar ín het hart. De Dag voor de Dienstslachtoffers draagt hier absoluut aan bij.”●
Onafhankelijkheidsviering na jungletraining PARAMARIBO - Twee twintig militairen tellende pelotons, één bestaande uit mariniers en één uit luchtmobiele infanteristen, liepen 25 november mee in de militaire parade in Suriname tergelegenheid van de van de Onafhankelijkheidsviering. Ook 24 pelotons van het Surinaamse Nationaal Leger en één peloton Fransen defileerden. Alle eenheden marcheerden door het centrum van Paramaribo maar werden daaraan vooraf-
gaand geïnspecteerd door de bevelhebber van het Surinaams Nationaal Leger én de President. De Nederlandse militairen waren al in Suriname voor de Jungle Warfare Course. Van de tachtig militairen van 1 Mariniersbataljon en 11 Infanteriebataljon Luchtmobiel, die 23 oktober begonnen aan deze jungletraining, hebben er 68 de eindstreep gehaald. Zij kregen dan ook het felbegeerde certificaat. Onlangs keerde iedereen weer terug in Nederland.●
efficiency leiden. De commandant van de Bedrijfsgroep, brigadegeneraal arts Rob van der Meer, stelt vast dat deze samenvoeging heeft geleid tot een brede verbetering van de kwaliteit van het geboden product. “We proberen zoveel mogelijk te voorkomen dat iemand gezondheidsklachten ontwikkelt, maar doen die zich toch voor, dan proberen we de betrokkene met alle juiste zorg te omringen. Ook leveren we nazorg”, zegt Van der Meer. Om dit te realiseren, vormden aanvankelijk zes bedrijven zich om tot de Bedrijfsgroep Gezondheidszorg. Naast het Centraal Militair Hospitaal (CMH) en het Militair Revalidatie Centrum (MRC) waren dat het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen (IDGO), de Militaire Bloedbank (MBB), het Militair Geneeskundig Logistiek Centrum (MGLC) en het Instituut samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen (IDR). UITBREIDING
Het afgelopen jaar breidde de Bedrijfsgroep Gezondheidszorg flink uit. Met de toevoeging van het Coördinatiecentrum Expertise Militaire Gezondheidszorg (CEMG), de organisatie voor Bijzondere Medische Beoordelingen (BMB), de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) en de krijgsmachtbrede Arbodienst, is de ze volledig toegerust om militairen alle denkbare zorg te bieden. Met de organisatorische herindeling van tien jaar geleden focuste de Bedrijfsgroep op klantgerichtheid en kostenbesparing. Een ander speerpunt is de intensieve samenwerking met civiele partijen. Brigadegeneraal Van der Meer stelt dat zijn organisatie wil uitblinken op het specifiek militaire vlak: ‘het operationele werk’. En door zo veel mogelijk algemene taken uit te besteden, kunnen de tien bedrijven zo klein mogelijk blijven. De samenwerking met civiele partijen vindt haar oorsprong aan het eind van de Koude Oorlog. Tot die tijd was Defensie met name gericht op het verdedigen van NAVO-grondgebied. Daarna werden militairen steeds vaker ingezet bij vredesmissies in andere landen, wereldwijd. De behoefte aan vaste militaire hospi-
Tien jaar Defensiebrede dienstverlening
12 december | Pagina 11
Defensie viert in 2006 het tienjarig bestaan van zijn defensiebrede dienstverleningsorganisatie. In deze periode werd het oorspronkelijke Defensie Interservice Commando (DICO) omgevormd tot het huidige, ruim 9000 mensen sterke Commando DienstenCentra. Dit cdc valt als volwaardig defensieonderdeel niet meer weg te denken als leverancier van producten en diensten op velerlei terreinen. De veranderingen binnen het cdc gaan in hoog tempo door. In een serie artikelen besteedt de Defensiekrant aandacht aan nieuwe ontwikkelingen binnen elk van de acht bedrijfsgroepen. Dit keer is dat de Bedrijfsgroep Gezondheidszorg.●
BEDRIJFSGROEP GEZONDHEIDSZORG:
ZORG VOOR OPERATIONELE MILITAIREN talen nam af en de vraag naar flexibele medische teams die konden worden uitgezonden toe. Tegelijkertijd dacht men na over een manier om medische, militaire specialisten hun vaardigheden te kunnen laten verfijnen en bijhouden. Zo ontstond het idee om te gaan samenwerken met burgerziekenhuizen. Maar daar bleef het niet bij. Er is bijvoorbeeld ook een intensieve coöperatie tussen de militaire en civiele bloedbank, en IDGO werkt samen met een Regionaal Opleidings Centrum aan opleidingen voor verpleegkundigen. En nieuwe bedrijven zoals de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg hebben eveneens connecties met civiele instituten. “De essentie is dat wij een militaire meerwaarde bieden en voor het overige sterke partners zoeken”, zegt Van der Meer. “We zoeken steeds aansluiting bij trendsettende organisaties. We willen samenwerken met the best in class.”
TRENDSETTER
De Bedrijfsgroep Gezondheidszorg kan zelf overigens evenzeer trendsettend worden genoemd. De militaire bloedvoorziening vormt daar een aansprekend voorbeeld van. ‘Vers’ bloed heeft een houdbaarheid van enkele weken. Dat volstaat niet voor afgelegen operatiegebieden zoals Afghanistan. De MBB ontwikkelde echter een speciaal procédé om bloed in te vriezen, waarna het ongeveer tien jaar kan worden bewaard. Van der Meer vertelt trots dat Nederland als enige Europese natie deze specialistische diepvriestechniek beheerst. “Onze medische partners in Afghanistan bezitten die kennis niet. Daarom leveren we het diepgevroren bloed in Kandahar ook aan het Internationale en het Engelse ziekenhuis.” Een dergelijke samenwerking staat niet op zichzelf. Toen er zo’n vijftien jaar geleden met gezamenlijke missies werd begonnen, had iedere nationaliteit een
eigen veldhospitaal. In Bosnië begonnen enkele NAVO-landen voor het eerst samen te werken. Omdat dit veel vertrouwen vergt in elkaars deskundigheid, was dat niet vanzelfsprekend. De uiteenlopende procedures maakten het ook lastig. “Gezondheidszorg en cultuur hebben veel met elkaar te maken. In Duitsland kijken ze heel anders aan tegen medicijngebruik dan wij”, weet Van der Meer. Dat het de afgelopen vijftien jaar goed gaat, illustreert hij met een voorbeeld van een staaltje georganiseerde internationale samenwerking in een hospitaal op het vliegveld van Kaboel, enkele jaren geleden. “Het chirurgisch team kwam uit België, het ambulancepersoneel uit Letland, de verpleegkundigen uit Hongarije en IJsland. Zo leverde ieder land een bijdrage en dat is uitstekend verlopen.” De generaal vindt een dergelijke benadering voor alle partijen te prefereren. “Je deelt capaciteit. Dat is efficiënter. Maar je
verruimt ook je blikveld, wat de professionele ontwikkeling ten goede komt. Daarom is verdere internationale samenwerking een speerpunt binnen mijn Bedrijfsgroep.” WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
Dat militaire missies in landen als Bosnië, Congo en Afghanistan grote gevolgen kunnen hebben voor de menselijke psyche, is bekend. De Bedrijfsgroep doet er alles aan om de militair hierin zo goed mogelijk bij te staan. Niet alleen door het bieden van specifieke en passende zorg, ook door veel wetenschappelijk onderzoek te doen. Van der Meer noemt ook dit een speerpunt van zijn Bedrijfsgroep. “Het is een goed voorbeeld van een activiteit met militaire meerwaarde die geen enkele andere organisatie zou kunnen bieden. Omdat de MGGZ er geen eigen universiteit op na kan houden, werken we samen met het Universitair Medisch Centrum Utrecht.” De MGGZ levert een deel van de onderzoekers en de universiteit op haar beurt biedt de omgeving waarin wetenschappelijk onderzoek kan plaatsvinden. “Op dit gebied zijn we behoorlijk actief,
De commandant van de Bedrijfsgroep, brigadegeneraal-arts Rob van der Meer, stelt vast dat deze samenvoeging heeft geleid tot een brede verbetering van de kwaliteit van het geboden product. Foto’s: CDC
ook internationaal gezien”, meldt Van der Meer. “In andere landen kampen militairen na uitzendingen met dezelfde problemen. Het is dus belangrijk om die onderzoeken op elkaar af te stemmen.” De commandant vindt dat de Bedrijfsgroep Gezondheidszorg zich in de tien jaar van haar bestaan ruimschoots heeft bewezen. “Door de bundeling van be-
drijven en samenhangende dienstverlening dragen we bij aan de eenheid van doctrine binnen de gezondheidszorg. En door onze intensieve samenwerking met civiele partijen en de sterk groeiende internationale samenwerking bieden we ook veel toegevoegde waarde op het gebied van de militaire gezondheidszorg in het operationele domein.”●
12 december | Pagina 12
DEN HAAG - Nederlandse militairen worden sinds het einde van de Koude Oorlog in toenemende mate ingezet voor crisisbeheersings- en vredesoperaties. In tal van vormen en voor tal van organisaties als de Verenigde Naties (VN), de NAVO of de Europese Unie, werken de krijgsmachtdelen samen om met buitenlandse collega’s, wereldwijd en in uiteenlopende omstandigheden, stabiliteit en vrede te bewerkstelligen. Minder bekend is dat de Nederlandse krijgsmacht al voor de Tweede Wereldoorlog bij een dergelijke operatie betrokken was: de Saarmissie van 19341935. Eenheden van de Koninklijke Marine en de Koninklijke Landmacht waren medeverantwoordelijk voor een eerlijk en ordelijk verloop van een volksstemming in het Saargebied. Vertrek per trein uit Rotterdam van vlootpersoneel en manschappen en materieel van de motordienst KL, allen deel uitmakend van het Nederlandse detachement van de Saar Force, 20 december 1934.
Links: Inspectie van de Nederlandse mariniers in Saarbrücken door de Britse force commander major general Brind. Uiterst links kapitein der mariniers Roelofsen, de Nederlandse liaisonofficier bij de staf van Saar Force.
TEKST: DRS. ANSELM VAN DER PEET NIMH
NEDERLANDSE MILITAIREN AL MEER DAN ZEVENTIG JAAR ACTIEF IN CRISISGEBIEDEN
DE SAAR, EEN ‘VOLMAAKT’ UITGEVOERDE MISSIE
Na de Eerste Wereldoorlog besloten de geallieerde overwinnaars dat het Duitse Saarbekken tijdelijk onder het bestuur van de Volkenbond (een na 1918 opgerichte internationale organisatie die kenmerken in zich droeg van de huidige Verenigde Naties) zou worden geplaatst. Duitsland behield weliswaar de soevereiniteit over dit gebied, maar de soevereiniteitsrechten ervan kwamen voor een periode van vijftien jaar toe aan de Volkenbond. Het bestuur was in dit tijdsbestek in handen van een regeringscommissie, waarin ook een Nederlan-
der, ir. D. de Iongh Wzn., zitting had. Na afloop van deze termijn zou de bevolking van de Saar zich door een volksstemming moeten uitspreken over haar toekomst. Zij had hierbij drie opties: hereniging met Duitsland, aansluiting bij Frankrijk of voortzetting van het Volkenbondbestuur. De machtsovername in Duitsland door Hitler aanvang 1933, plaatste vele inwoners van de Saar voor een dilemma. Enerzijds voelden zij zich Duits en wilden zij snel weer deel uitmaken van Duitsland, anderzijds wenste niet iedereen in een door de nazi’s gedomineerd land te leven. In de aanloop naar de volksstemming deden in het Saargebied twee bewegingen van zich
spreken, namelijk het Deutsche Front, waarin voorstanders van een terugkeer naar Duitsland waren verenigd, en die van het Einheitsfront, die het behoud van de status quo nastreefde. Beide bewegingen maakten elkaar uit voor alles wat mooi en lelijk was. Vooral het Deutsche Front, gesteund door de Nazi’s in Duitsland, schrok niet terug voor intimidatie. Hitler hechtte er namelijk groot belang aan, dat de bewoners zich massaal uitspraken voor een terugkeer naar Duitsland. Dit zou namelijk de eerste wijziging betekenen van de sancties waaraan Duitsland na het einde van de Eerste Wereldoorlog onderworpen was. Nu het erop leek dat niet alle be-
woners van de Saar voor een hereniging met Duitsland waren, hoopte Frankrijk dat deze voor Parijs nuttige bufferstaat kon worden gehandhaafd. De FransDuitse relatie verslechterde hierop aanzienlijk. Parijs liet in de loop van 1934 weten dat het iedere uitslag van de volksstemming zou aanvaarden, mits de
raadpleging vrij en geheim zou zijn. Hierna stuurde het aan op de inzet van een internationale troepenmacht, om de orde in het Saargebied tijdens de op 13 januari 1935 te houden volksstemming te handhaven. Groot-Brittannië en Italië gaven hierop aan, militairen naar de Saar te willen sturen. Het was aan de Volkenbond om meer landen te vinden die bereid waren een contingent voor de internationale troepenmacht te leveren. Het aantal potentiële kandidaten was hierbij gering; de organisatie gaf de voorkeur aan staten die tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal waren gebleven, zoals Nederland en Zweden. Na-
12 december | Pagina 13
Links: In de nacht van 13 op 14 januari 1935 worden de verzegelde stembussen uit het Kreis St. Ingbert door Nederlandse mariniers naar Saarbrücken vervoerd.
Rechts: Nederlandse mariniers houden op 14 januari 1935 een oogje in het zeil tijdens een bezoek van Nederlandse civiele waarnemers aan het kantoor in Saarbrücken waar de telling van de stembiljetten plaatsvindt.
dat op 11 december bekend werd dat Zweden bereid was troepen te leveren, besloot de regering in Den Haag eveneens militairen beschikbaar te stellen. Groot-Brittannië, dat in de persoon van major general J.E.S. Brind de Force Commander leverde, bracht 1.500 man in, Italië 1.300 en Nederland en Zweden ieder 250. UITZENDING
De organisatie van het Nederlandse detachement, dat onder bevel stond van de kapitein der mariniers M.R. de Bruijne, was als gezegd, gebaseerd op een totale sterkte van 250 man. Naast mariniers maakten vlootpersoneel van onder meer de Geneeskundige Dienst (tien man) en een sectie motordienst van de Koninklijke Landmacht (zestien man), deel uit van dit contingent. De landmacht leverde onder meer vrachtauto’s en twee keukenwagens. Het transport van het contingent vond in drie fasen plaats. Allereerst vertrok in de ochtend van 20 december het personeel van de motordienst, hierna het medische personeel en vervolgens de hoofdmacht van de mariniers. Het vervoer vond vanaf Rotterdam per trein plaats. Op 22 december was ’s avonds het gehele detachement in het inzetgebied gearriveerd. Dit omvatte het zuidoostelijke deel van het Saargebied; het Kreis St. Ingbert en een groot deel van het Kreis Homburg. Detachementscommandant De Bruijne hield in de kerstperiode besprekingen met tal van burgerautoriteiten en de commandanten van troepen leverende landen, om zo de inzet van de Nederlanders af te stemmen met de ove-
rige eenheden. Verder werd door de force commander een Britse officier als liaison aan het Nederlandse contingent toegevoegd. Van Nederlandse zijde werd kapitein der mariniers W.A.J. Roelofsen toegevoegd aan de staf van de force commander. In verband met de gespannen politieke situatie bleef het passagieren tijdens de feestdagen beperkt. Bij de oudejaarsviering was de gehele Nederlandse kolonie van Saarbrücken, inclusief regeringscommissaris De Iongh, aanwezig. De laatste gaf een briefing over de algehele situatie in het Saargebied. De troepen zelf werd het zo veel mogelijk naar de zin gemaakt met een filmvoorstelling, oliebollen, sigaren en sigaretten. Ook kwamen kort na de jaarwisseling vele telefonische gelukwensen uit Nederland binnen. De contacten met de lokale bevolking bleven in die dagen tot een minimum beperkt. De bewoners van het Saargebied waren van de zijde van onder meer het Deutsche Front hiertoe opgeroepen, maar ook force commander Brind had de nodige terughoudendheid verordonneerd. De Brit was beducht voor berichten in de lokale, en ook andere Duitse media, waarin incidenten rondom de internationale strijdmacht buitenproportioneel zouden kunnen worden opgeblazen. VOLKSSTEMMING EN TERUGKEER
Gedurende de onder barre winterse omstandigheden gehouden volksstemming op 13 januari 1935, waren de Nederlandse militairen de hele dag paraat. Hun takenpakket bestond die dag, naast het escorteren van de stembussen naar de stemlokalen, uit patrouil-
lelopen en -rijden, grensbewaking bij de overgangen Einöd en Gersheim en het standby houden van een snelle reactiemacht voor eventuele crowd and riot control. Na het sluiten van de stembureaus verzamelden De Bruijne en zijn mannen de verzegelde stembussen te St. Ingbert, waarop deze per trein en onder bewaking van mariniers, naar Saarbrücken werden vervoerd. Een overweldigende meerderheid van de stemgerechtigde bevolking (90,8 %) koos voor aansluiting bij Duitsland. De uitslag bezorgde Hitler zo zijn eerste succes op het terrein van de buitenlandse politiek. De Nederlanders keerden op 16 februari in twee groepen huiswaarts. Na terugkeer in Nederland, waarbij zij in Rotterdam namens de minister van Defensie welkom werden geheten door de chef Marinestaf, vice-admiraal J. de Graaff, defileerden de manschappen bij paleis Huis ten Bosch voor koningin Wilhelmina en mocht commandant De Bruijne een koninklijke onderscheiding uit handen van de vorstin in ontvangst nemen. Deze vredesoperatie avant la lettre was in de ogen van detachementscommandant De Bruijne, “volmaakt” uitgevoerd. Niet in de laatste plaats door de wijze waarop de KM- en KL-eenheden inhoud gaven aan joint en combined-optreden in het Saargebied. In die zin kan de Nederlandse krijgsmacht bij haar huidige inzet, waar ook ter wereld, bogen op meer dan zeventig jaar traditie.● Een deel van het Nederlandse wagenpark op de binnenplaats van Schlosz Krämer, St. Ingbert, waar het personeel van de motordienst en een compagnie mariniers waren gestationeerd.
De commandanten van de diverse internationale contingenten voor het hoofdkwartier van Saar Force in Saarbrücken. Uiterst rechts kapitein der mariniers De Bruijne, in het midden force commander major general Brind.
Mariniers laden daags voor de volksstemming kisten met stembiljetten op een van de KL-voertuigen van de motordienst, om deze naar de stembureaus over te brengen.
Gebruikte bronnen: R. van Diepen, Voor Volkenbond en vrede. Nederland en het streven naar een nieuwe wereldorde 1919-1946 (Amsterdam, 1999). Jaarboek van de Koninklijke Marine 1934-35 (’s-Gravenhage, 1936). ‘Een onderdeel van de Koninklijke Landmacht bij het Saarplebisciet’, Leven en streven in de Koninklijke Landmacht, Militaire Spectator, 104, 3 (1935).
7 december | Pagina 14
Sport vorm van integratie in Bosnië BANJA LUKA - De Nederlandse NFOCoy EUFOR-5 heeft onlangs deelgenomen aan een march and shoot competitie. Het evenement was georganiseerd door de Engelse battle group van MNTF NW die Banja Luka Metal Factory als thuisbasis heeft. Militairen van verschillende nationaliteiten deden in teamverband aan de competitie mee. Onder de deelnemers waren naast Bulgaarse, Engelse en Nederlandse ook Bosnische militairen aanwezig. De wedstrijd stond deels in het teken van integratie, maar was ook als sportmoment be-
doeld voor de militairen. De competitie bestond uit 14.4 kilometer marsen, vijfhonderd meter rennen met een zware houten balk (log run), met als afsluiting een schietoefening met geweer en pistool. Het beste Nederlandse resultaat was de zesde plaats van de in totaal negentien deelnemende teams.●
CLAS-BOKAAL PROOI VOOR KONINKLIJKE MILITAIRE SCHOOL WEERT - Het personeel van de Koninklijke Militaire School in Weert heeft wekenlang uitgekeken naar de 22ste november. De tussenstand op de ranglijst van de sportcompetitie met als inzet de bokaal van de commandant der Landstrijdkrachten, gaf daar alle aanleiding toe. Met nog één evenement te gaan, de crossestafette, stond de KMS er uitstekend voor. De eindstrijd verliep uiterst spannend. Op het zware parcours op het militair oefenterrein in het Brabantse Budel, gingen de deelnemers tot op de bodem van hun kunnen. Na een felle strijd trok de ploeg van de Koninklijke Militaire School aan het langste eind. En hoe: zowel het vrouwen- als het herenteam finishten als eerste. De felbegeerde CLAS-cup staat dus nu voor de duur van een jaar in
de prijzenkast van het opleidingsinstituut. De winnaar van 2005, 11 Luchtmobiele Brigade, is onttroond. Commandant KMS kolonel Van Maaswaal nam de cup in ontvangst uit handen van landmachtchef luitenant-generaal Van Uhm.●
Pantserpater neemt afscheid DEH RAWOD - Aalmoezenier Kortekaas heeft onlangs zijn laatste dienst gehouden op base Hadrian in Deh Rawod. Op het moment dat deze padre van de marine de dienst zou gaan verlaten, werd hem gevraagd om met Task Force Uruzgan naar Afghanistan te gaan. Hij zag dit als een mooie afsluiting van zijn periode bij defensie, als het maar na de Nijmeegse 4-daagse zou starten. Overgestapt naar de KL bleef iedereen hem Padre noemen, want zijn naam stond met grote letters op zijn hoed geborduurd. Hij kijkt met weemoed terug op zijn periode in Deh Rawod: “ In de eerste plaats hebben we op pastoraal gebied samen veel meegemaakt. En ten tweede werden de
De sportploeg van de Koninklijke Militaire School mag zich een jaar lang houder van de CLAS-cup noemen.
kerkdiensten geweldig bezocht. Op de zondag veertig tot vijftig deelnemers en bij de herhaling op maandagavond nog altijd zo’n twintig. Ik kijk met een goed gevoel terug op deze intensieve periode. Ik maak mij een beetje zorgen over de diepe en emotionele indruk die deze uitzending bij velen zal achterlaten. Maar ik heb ook gemerkt dat deze geestelijke bagage de mensen sterker maakt. Zij kunnen veel meer aan dan zij denken. Daarbij heeft iedereen medereizigers op zijn levensweg. Belangrijk is om alles te delen. Door de open houding die ik bij de KL ben tegengekomen, een grote laagdrempeligheid, zal dit geen probleem geven. Veel mannen hebben steun aan iets wat het geheel overstijgd. We hebben samen veel gebeden. Het zijn heerlijke gasten.” Wat bij de mannen en vrouwen van Deh Rawod veel indruk heeft gemaakt is dat de pater op zijn knieen aan het bidden was met een Afghaanse vader, die zijn dochter na een auto ongeluk verloor. Zij overleed net voor zij in de heli werd gebracht om te worden afgevoerd naar het Role-2 hospitaal in Tarin Kowt. Na zijn terugkeer neemt Kortekaas de tijd om nog afscheid te nemen bij zowel de KL als de marine. Wanneer hij in april definitief met pensioen gaat, wil hij meer gaan werken in het begeleiden van mensen, met name stervensbegeleiding.●
Nederlandse vuursteunsectie op Duitse artillerieschool IDAR OBERSTEIN - Op de Duitse artillerieschool in Idar Oberstein is onlangs in bijzijn van de Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Peter van Uhm, en zijn Duitse tegenhanger, General-leutenant Hans Otto Budde, de Nederlandse Sectie Opleidingen PzH 2000 opgericht. Deze acht man sterke sectie verzorgt de kaderopleiding van de pantserhouwitzer. In de toekomst worden alle artilleristen die met de PzH gaan werken in Duitsland opgeleid. “Ik ben mij er zeer van bewust dat de artillerieschool en het bijbehorende oefenterrein in Baumholder unieke kansen biedt voor Nederlandse artillerie-eenheden. Maar laat ik heel duidelijk zijn: het hebben van een eigen sectie opleidingen in Idar Oberstein is niet het einddoel”, stelde generaal Van Uhm tijdens de ceremonie. Hij bedoelde daarmee dat de oprichting van de Nederlandse sectie past in de verregaande samenwerking tussen Das Heer en de Koninklijke Landmacht op het ge-
bied van vuursteun. Zo geeft inmiddels een Duitse officier les op het OTCVUST in ’t Harde en ligt het in de lijn der verwachtingen dat de Duitse en Nederlandse artillerie-opleidingen over tien jaar compleet zijn geïntegreerd. Van Uhm: “Ik weet dat dit ambitieus klinkt, maar ik weet zeker dat het mogelijk is als iedereen op zijn niveau zich daar hard voor maakt. Ik wil graag benadrukken hoe belangrijk de samenwerking nu al iedere dag is
voor de KL. De Duitse hulp bij de leveringen van de munitie voor de PzH 2000, de aanschaf van de Aladin-UAV’s en granaatwerpers is van onschatbare waarde voor onze troepen in Uruzgan.” Tijdens de ceremonie in Idar Oberstein reikte Van Uhm de ‘CLAS Legpenning in Zilver’ uit aan de Duitse luitenant-kolonel Michael Klein vanwege zijn buitengewone persoonlijke inzet bij het bevorderen van Duits-Neder-
landse samenwerking. Klein is secretaris van de DEU/NLD Legerstuurgroep. Zijn bijdrage in het voorbereidingsproces van de Duits/Nederlandse/Finse EUbattle group en bij de overgang van HRF HQ (L) 1 GNC naar NRF 10 HQ verdienden volgens Van Uhm bijzondere waardering.●
KLARENBEEK - Voordat Ronald Sarink bij het Racing Team Koninklijke Landmacht (RTKL) reed, scheurde hij zo af en toe in zijn oude Ford Sierra over het circuit. Maar veel had dit niet om het lijf. Groot was dan ook zijn verbazing toen hij werd gekozen om een seizoen in de Seat Cupra-klasse mee te doen. Dat bleek geen slechte zet. Na zeven raceweekeinden en vijf podiumplaatsen heeft Sarink zich als een volwaardig teamlid ontpopt, alhoewel hij er naar eigen zeggen nog lang niet is. “Ik moet afleren tegen mensen op te kijken.” TEKST: ANDRE TWIGT
Dat de bij 320 Herstelcompagnie in Wezep werkzame 26-jarige voertuigmonteur over een fikse dosis talent beschikt, behoeft geen toelichting. Weinig nieuwkomers weten na wat duwen en trekken tot in de kopgroep door te dringen. Zeker niet in de Cupra-klasse, die wordt gedomineerd door sterke rijders. Al met al eindigde Ronald met teamgenoot Marcel Duits op de derde plaats in het eindklassement. De vrouwelijke helft van het team, bestaande uit Sheila Verschuur en Sandra van der Sloot, kwam als eerste uit de bus. Teambaas adjudant Arend Brinkman kon zijn geluk na afloop van de finaleraces op Zandvoort niet op. In zijn stoutste dromen had hij niet kunnen bedenken dat beide equipes in de prijzen zouden vallen. Temeer omdat het team met Sarink aan het stuur aanvankelijk een stapje terug deed. De kersverse rijder nam de plaats in van de gepokte en gemazelde Michel Schaap, die nog steeds als mentor aan het team is verbonden. “Van Michel leerde ik dingen waarvan ik nog nooit had gehoord. ‘Schakel je wel met volgas’, vroeg-ie een keer. Daarmee win je tienden van seconden op je rondetijden. Een uitstapje langs de baan, vond-ie ook niet zo fijn. Vooral in het begin sla je veel van die aanwijzingen makkelijk in de wind. Zeker als je wordt opgefokt door de andere coureurs. Je wilt aanhaken, je positie verbeteren en geen haardbreed toegeven. Tijdens het close rijden, is het lastig om niet je voorganger aan te tikken of te blijven leunen, zoals dat heet. In de tweede race op het circuit van Assen, ondervond ik de gevolgen daarvan. Ik kreeg een tik tegen de achterkant, ging er onmiddellijk af en eindigde als zesde.” Gedurende de Trophy of the Dunes op Zandvoort was ik een uur lang in
Ronald Sarink in gesprek met teamcaptain adjudant Arend Brinkman.
gevecht met routinier Allard Kalf, die als gastrijder meereed. Om die bij te houden, kun je niet anders dan alle registers opentrekken. Kortom, je leert gaandeweg rijden met je koppie. Val je een keer uit door technische problemen, dan laat je het de volgende keer wel uit je hoofd om bij iedere bocht de curbstones mee te pikken. Dat kost je geheid je ophanging, waardoor je de race verder kan vergeten. Veel schade maakt ook de monteurs niet blij. En racen is wel een typische teamsport.” WINNAARSMENTALITEIT
Sarink ontwikkelde snel een ‘winnaarsmentaliteit’. Anders kun je ook net zo goed thuisblijven, redeneert hij. “Bovendien moest ik rekening houden met Marcel. Als ik achterblijf, dupeer ik hem. Een twee-uursrace rijden, doe je samen. Halverwege wordt er namelijk gewisseld en je wilt je partner niet opzadelen met een al te grote achterstand.” Tegelijk moet je ook weer geen onverantwoorde risico’s nemen. Tijdens de Pinksterrace reed Sarink naast Raymond Koster, die hij op een gegeven moment in de Audi ‘S’-bocht met twee wielen in het zand duwde. “Later kwam ik in contact met Marcel Dekker, die ik bij het insturen ongelukkig van baan drukte. Hij kwam op dat moment tegen me aan en ging eraf. Voor beide incidenten moest ik me later in de toren bij de wed-
12 december | Pagina 15
DEKAATJES
LANDMACHTCOUREUR SARINK BLIJKT GOUDEN GREEP
heten de gratis advertenties in de Defensiekrant. De tekst van een Dekaatje mag niet langer zijn dan veertig woorden en kan alleen schriftelijk of per e-mail worden ingediend. Plaatsing geschiedt zo spoedig mogelijk. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud, noch voor de gevolgen van de plaatsing. Op de envelop of in de e-mail graag ‘Dekaatje’ vermelden. Dekaatjes kunnen worden ingestuurd naar de Defensiekrant, postbus 20701, 2500 ES Den Haag of
[email protected], onder vermelding van naam, adres, woonplaats eventueel telefoonnummer, onderdeel en registratienummer.
Na 7 race-weekenden en vijf podiumplaatsen begint Ronald Sarink aardig gewend te raken in racen in de Seat Cupra klasse.
WONINGEN
‘IK MOET AFLEREN TEGEN MENSEN OP TE KIJKEN’ in de nacht doorsleutelen. Na al die misère gingen de volgende wedstrijden een stuk beter. In de BP Ultimate Masters eindigde de mannencombinatie als derde. “Super om voor zo’n eerste keer op dat podium te staan.” Ook raakte Sarink steeds beter in zijn ritme. De combinatie sloot de 2-uursrace op Zolder (B) af met een tweede plaats, werd tijdens de Trophy of the Dunes eerste op zaterdag en werd Sarink tweede tijdens de sprintrace. “Voor het eerst had ik het gevoel het helemaal zelf te hebben gedaan.“ Tijdens de afsluitende finaleraces scoorden Sarink en Duits brons. Toen stond het RTKL zelfs met drie equipes op het ereschavot, dankzij het feit dat Brinkman een derde wagen, bemand door Addie van der Ven en Michel Schaap, bij het team had getrokken. BEVOORRECHT
Boven: Het zijn de sleutelaars die racen op het scherp van de snede mogelijk maken.
Links: De boel heel houden en een race uitrijden is vooral bij de twee-uursraces belangrijker dan voluit gaan.
strijdleiding verantwoorden. Het lijkt erop dat ik door een fase moest, waarin ik de grenzen van het toelaatbare opzocht.” Deze derde (Pinkster) race van het seizoen, was er een om niet te vergeten. Bij een snelheid van zo’n 190 kilometer per uur schoot de wagen door de remmen. Sarink ging eraf in de ‘Tarzan’: “Ik raakte keihard de bandenafzetting, overal stof. Op foto’s zag je de zijruit enkele meters wegvliegen. Gelukkig kwam ik er goed van af. De riemen vingen het grootste deel van de klap op. Ik had striemen op mijn borst en verder nog een beurse plek op mijn voorhoofd. Een goede les was om bij het uitstappen niet meteen de plug van de radio eruit te trekken, zoals ik deed. In de pits verkeerden ze namelijk in onzekerheid over mijn toestand, doordat ze me niet meteen konden bereiken.” Om de wagen op te lappen, moesten de monteurs tot diep
Gaandeweg zet Sarink steeds meer de puntjes op de ‘i’ en is hij zich beter bewust van zijn zwakke punten, zoals opkijken tegen anderen. “Vooral in het begin blikte ik daardoor te vaak in mijn spiegel, wat de rondetijden nadelig beïnvloedt. Ik merk wel dat het minder wordt. Toch is het ook psychisch een hele dobber om bijvoorbeeld een grootheid als Tom Coronel, die ook als gastrijder meereed, achter je te houden.” Sarink vindt zich bevoorrecht bij het RTKL te mogen racen. Zoals de kaarten momenteel zijn geschud, gaat hij daar volgend seizoen gewoon mee door. En heeft hij toevallig nog grootste plannen voor de toekomst? Ambieert de Klarenbeker bijvoorbeeld een plek in de Formule 1? Nou niet echt. Sarink is een realist, die niet al te ver vooruit wil denken. “Momenteel geniet ik van alle mooie momenten, de trainingen, de wedstrijden, de sfeer en de saamhorigheid. Racen is een teamprestatie, waarbij de monteurs veruit het meeste werk verzetten en de coureurs net iets meer dan het laatste beetje. Tja, het is soms ongelijk verdeeld in de wereld.”●
Te koop: Portugal, Algarve, prachtig appartement met schitterend uitzicht en alles erop en eraan. Vr.pr. N 120.000,- k.k. Inf.: 06 - 200 028 20. Te koop: Rijswijk, 2-kmr.appartement (60 m2) in luxe app.complex, met parkeerpl. in afgesloten garage. Bwjr 1976. Vr.pr. N 137.500,- k.k. Telefoon 06 - 510 325 29. Te koop: Venray, Joke Smitstraat 73, in de jonge wijk Anthoniusveld. Goed onderhouden, duurzaam gebouwde tussenwoning. Bjr 1998. Inh. Ca 335 m3, 12 km van GGW de Peel. Vr.pr. N 209.000,- k.k. Zie www.2vm.nl of www. huislijn.nl Inf.: 06 - 139 259 88.
DIVERSEN Voor verzamelaar: Belgisch gasmasker type L.702 productiedatum 1939. In draagblik met banden compleet met gebruiksaanwijzing. Vr.pr. N 80,-. E-mail:
[email protected] Voor verzamelaar: t.e.a.b. drie penningen van de MCAM en 12 herinneringstegeltjes (1974, 1975, 1977, 1978, 1979, 1981, 1982, 1984, 1985, 1987, 2005 en 2006) Tel: 0525 - 69 01 95. Versterking vollybalteam gezocht. Op 4 april 2007 zal het Nationaal Militair Kampioenschap volleybal gehouden worden in de Hanzehal te Zutphen. Speel je competitie bij de NEVOBO of heb je competitie gespeeld neem dan contact op met de Eerste Luitenant Henk Pol MDTN *06 - 499 - 6441 of 040 - 289 64 41, e-mail:
[email protected]
RECREATIE Te huur: Texel, in het kleinste maar mooiste dorpje De Waal, gezellig ingericht vakantiehuisje voor 2 personen en max. 2 kinderen. Ind.: 2 slpkmrs, CV, KTV, keuken, zithoek, eethoek, tuin. Huisdieren toegestaan. Hoogseizoen (jul-aug) N 395,- p.w. Midweek of longweekend N 129,-. Inl.: 0222 - 31 26 71 of 06 - 239 788 85. Te huur: Op ong. 1.450 km van Utrecht ligt in een klein dorpje onze gezellig ingerichte vakantiewoning. Ingericht voor 6 personen. Div. grote steden met uitgaansmogelijkheden zijn in de buurt. Prijs v.a. N 299,- p.w. E-mail:
[email protected] Te koop: Dubbel chalet op camping 5 km van Amersfoort en Nijkerk. Hardhouten terras. Hele jaar toegankelijk. Opp. huisje 42 m2, grondopp. 200 m2. Ind.: hal, kmr met open keuken, 2 slpkmrs, badkmr met toilet, wastafel en douche. Vaste kosten E/G/W en kabel tv. Seizoenplaats N 1.700,- . Inf.: 06 - 400 84 159.
REÜNIE Oproep reünie 13 hrst 11tkbat Voor ons oude peloton van het jaar 1999-2000 ben ik bezig een reünie te verzorgen. Kom je in aanmerking hiervoor neem dan contact op met Dennis Hermsen, e-mail:
[email protected] of tel.: 06 – 236 015 36. Bewapening Vlb Gilze-Rijen viert medio 2007 het bewapeningsfestifal (reünie wapentechniek) buiten de vliegbasis (waar overnachting mogelijk is). Details na uw info. Bij opgave persoonlijke gegevens doorgeven op mil.mail: vlbgzr Gestel v LMM of Lcklu Hoek MV of vlbgzr lips w. Of e-mail:
[email protected] of
[email protected] of
[email protected] . Begin oktober is de Reünie Vereniging Oud Onderofficieren Korps Rijdende Artillerie opgericht. Bent u oud-onderofficier van de 11 AfdRA en heeft u interesse voor een informatiepakket hierover, mail dan naar
[email protected] of bel 06 - 538 009 09 (Peter Jacobs)●
12 december | Pagina 16
Geschiedenis Officierskruis in boekvorm DEN HAAG - In de populairwetenschappelijke reeks van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) is woensdag 6 december, in samenwerking met uitgeverij Boom, ‘Het officierskruis. Voor eervolle langdu-
rige dienst’ verschenen. Op 19 november 1844 stelde koning Willem II het onderscheidingsteken voor eervolle langdurige dienst als officier in. Deze onderscheiding moest aantonen dat ondanks forse bezuinigingen op le-
25 Jaar geleden NATRES wordt korps! Met deze kop opende de Defensiekrant van 3 december 1981. De trots van de landmacht, de Nationale reserve, kreeg dat jaar binnen de koninklijke landmacht de status van zelfstandig korps. Bovendien kreeg de NATRES ook een eigen onderscheidingsteken in plaats van het algemene infanterie-embleem. Dit heuglijke nieuws werd tijdens een speciale bijeenkomst in Amersfoort door de bevelhebber der landstrijdkrachten, luitenantgeneraal Roos, bekendgemaakt. Zo’n honderd pelotonscommandanten van de reservisten waren afgereisd naar de Bernhardkazerne om de eerste ‘informatiedag’ bij te wonen. Er werd ook afscheid genomen. Na meer dan 37 jaar zou op 31 december 1981 een einde komen aan de Marine Vrouwenafdeling (MARVA) als aparte eenheid binnen de Koninklijke Marine. De Chef Defensiestaf, generaal De Jager, kwam speciaal voor deze gelegenheid symbolisch afscheid nemen van de vrouwelijke militairen. Een beetje weemoed was er wel bij dit definitieve ‘heengaan’, maar de integratie van de vrouw in de krijgsmacht - een gevolg van de ondertekening van een internationaal verdrag door de Nederlandse regering - kon nu echt beginnen. Overigens bestaat er nog steeds een zeer actieve vereniging van ex-MARVA’s. Met de opheffing van de afdeling konden vrouwen nu in allerlei takken van dienst worden ingezet, dus ook varend op de schepen. Dat had heel wat voeten in de aarde. Alleen het Korps Mariniers is nog steeds een mannenbolwerk. Verderop in dit nummer staat een verslag van het bezoek dat de leden van de Vaste Commissie voor Defensie van de Eerste Kamer aan de Bondsrepubliek hadden gebracht. Zij waren daar in het kader van de oefening CloverFourtune. De commissieleden vielen met hun neus in de boter en konden zodoende zien hoe de eenheden van 4 Divisie het in sommige gevallen zwaar hadden te verduren. Met name het weer was bij bepaalde oefeningen een fikse tegenvaller. De goed getrainde mannen gingen echter prima om met deze situatie en konden daarom op veel bijval rekenen bij de commissieleden. Voorzitter Uijen van de commissie verklaarde het fijn te vinden om op deze wijze kennis te maken met het leger. Hij had een prima beeld gekregen van de militairen op oefening. Een ander bezoek waar de Defensiekrant melding van maakte, was het bliksembezoek van minister Hans van Mierlo en de twee staatssecretarissen Stemerdink en van Houwelingen aan twee onder-
delen van Koninklijke Luchtmacht. Zij brachten een groot deel van de dag door op de vliegbasis Volkel. Hier werd de top van het ministerie onder meer voorgelicht over taak en werkwijze van de eenheden en diensten die op de basis waren gestationeerd. Na afloop vertrokken de bewindslieden naar het net over de Duitse grens gelegen Bramsche. Daar kregen zij een uitvoerige briefing over 12 Groep Geleide Wapens van de luchtmacht en het Nike Hercules luchtverdedigingssysteem. Allemaal bijzonder leerzaam voor de bewindslieden. Op de achterpagina tenslotte aandacht voor de tentoonstelling over de krijgsmacht die in de Harderwijkse Catharinekerk te zien was. Bij de opening verklaar-de dr. Schulten, hoofd sectie Militaire Geschiedenis van de Landmachtstaf, dat de krijgsmacht onlosmakelijk verbonden was met Harderwijk. Dit bleek wel uit het feit dat velen die in de nabijheid van het Dolfinarium waren gelegerd er tenslotte ook gingen wonen. Het bureau Tentoonstellingen van de Directie Voorlichting van het ministerie had voor de inrichting van de expositie gezorgd. Frans Limbertie●
ger en vloot ’s konings belangstelling voor de krijgsmacht en haar officieren niet was verflauwd. De koning wilde met name subalterne officieren, die toentertijd lang op een bevordering moesten wachten, een blijk van waardering geven. Aan deze voortvarende gedachte is het te danken dat ook nu nog die officieren die vijftien jaar lang op eervolle wijze hebben gediend, een door koning Willem II ingestelde onderscheiding ten deel valt. Het officierskruis - zoals de onderscheiding doorgaans genoemd wordt - kent dus een lange geschiedenis. Deze is in het verleden door de Sectie Militaire Geschiedenis, later Instituut voor Militaire Geschiedenis, in een tweetal brochures beschreven. De samenvoeging van de historische afdelingen van de marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee in 2005 in het NIMH vroeg als vanzelfsprekend om deze herziene, rijk geïllustreerde publicatie voor de vier krijgsmachtdelen. Voor een goed begrip van de overwegingen die een rol hebben gespeeld bij de instelling van dit onderscheidingsteken wordt in deze publicatie eerst de positie van de krijgsmacht in het midden van de negentiende eeuw belicht. Voorts wordt nader ingegaan op de omstandigheden waaronder de officieren in die tijd leefden en werkten. Daarnaast krijgen de vorm van het onderscheidingsteken en de betekenis van ‘6 december’, de dag van de uitreiking, aandacht. Werd de onderscheiding in 1844 in het leven geroepen voor de officieren van de Koninklijke Landmacht (onder wie de officieren van het Korps Marechaussee en later ook van de Luchtvaartafdeling), de Koninklijke Marine en het Indische leger, in de loop der tijd kwamen ook andere catego-
Colofon De Defensiekrant is een wekelijkse uitgave van de directie Voorlichting & Communicatie van het Ministerie van Defensie bestemd voor het gehele Defensiepersoneel. Hoofdredactie: drs. Bert van Elk Redactie: Evert Brouwer, Jack Oosthoek, Monique van Rijen-Bos en André Twigt Foto’s: Hennie Keeris (staffotograaf), AVDD e.a
rieën hiervoor in aanmerking. In het midden van de negentiende eeuw volgden de officieren van de schutterijen en omstreeks 1900 de reserveofficieren. Deze ‘opmars’, een duidelijk bewijs dat het officierskruis een gewilde onderscheiding was en is, wordt eveneens beschreven. Nadat in 1953 de Koninklijke Luchtmacht en in 1998 de Koninklijke Marechaussee tot zelfstandige krijgsmachtdelen waren gepromoveerd, bleven de officieren van de luchtmacht en marechaussee in
aanmerking komen voor het officierskruis. Vanaf de introductie van het onderscheidingsteken voor eervolle langdurige dienst werd de onderscheiding zeer op prijs gesteld en zij wordt tot op heden met trots gedragen.
Redactiesecretariaat en administratie: Marianne Beck Telefoon: (070) 318 83 26, via het militaire net: 501, tst. 88326 Fax (070) 318 74 32 Defensiesite: www.mindef.nl
‘Het officierskruis. Voor eervolle langdurige dienst’ is geschreven door Anita van Dissel en Ben Schoenmaker. Het boekje heeft 84 pagina’s, is rijk geïllustreerd en kost vijftien euro. ISBN: 90 85064 19 8●
Defensie Evenementenkalender De verkorte versie van de Defensie Evenementenkalender vermeldt voor de komende tijd de volgende evenementen: 23 december tot en met 7 januari: diverse activiteitein in het Legermuseum in Delft. Op maandag, woensdag en vrijdag: uitleg van een Romeinse soldaat over zijn wapenuitrusting. Op dinsdag en donderdag workshop een miniatuur maken van een Romeinse katapult. Iedere zaterdag en zondag: film Asterix & Obelix 4 januari 2007: kinderworkshop Straalmotor in Militaire Luchtvaart Museum, Soesterberg, aanvang: 10.15-12.15 uur Voor meer informatie surf naar www.defensie.nl en klik via ‘actueel’ naar de link Evenementen. Voor veel medewerkers van Defensie ook bereikbaar via intranet.●
NIEUWSBEELD
E-mail:
[email protected] Bezoekadres: Kalvermarkt 38, 2511 CB Den Haag Postadres: Postbus 20701, 2500 ES Den Haag, MPC 58B De inhoud van de artikelen in de Defensiekrant hoeft niet noodzakelijkerwijs de mening van de minister van Defensie of de krijgsmachtleiding weer te geven. Ingezonden brieven dienen betrekking te hebben op eerder in de Defensiekrant geplaatste artikelen. Zij geven uitsluitend de mening van de inzender weer en kunnen door de redactie worden bekort. Overname van artikelen of delen daarvan is alleen toegestaan met toestemming van de redactie. Aan rechtspositionele informatie kan geen recht worden ontleend. Deze informatie wordt in algemene bewoordingen en met terzijde lating van details weergegeven. Voor volledige informatie wordt verwezen naar de officiële stukken. Oplage: 45.000 Abonnementen: Per jaar N 13,61. Voor het buitenland N 15,88. Opgave schriftelijk bij administratie Defensiekrant (zie boven), in het geval van een dienstabonnement. Particuliere abonnees kunnen zich opgeven bij: Abonnementenland, postbus 20, 1910 AA Uitgeest, tel. 0251-31 39 39, waarna een acceptgirokaart wordt toegezonden. Adreswijziging: Het verdient aanbeveling adreswijzigingen vroegtijdig en uitsluitend schriftelijk op te geven; het kost enkele weken voor het nieuwe adres in het verzendbestand is opgenomen. Layout: Theo Olsthoorn (UnitedGraphics, postbus 659, 2700 AR Zoetermeer) Druk: HoonteTijl, Zwolle ISSN: 0167-0808
In tegenstelling tot wat de wakkerste krant van Nederland beweerde, heeft de Sint de troepen in Uruzgan wel een bezoek gebracht. Vlak voor de goedheiligman terugkeerde naar het warme Spanje stak hij de blauwbekkende militairen een hart onder de riem voordat ze aan de Sinterklaascross begonnen. Foto: Paul Verheul