Klanten & Diensten Onderzoek R. Lylon www.s mals .be
Roadbook evolutie e-Zorgplan
DRAFT Versie 0.1
Version
Statut
1
Draft
Date
Auteur(s)
Aard van de wijzigingen
R. Lylon
Eerste versie
2
Reviewers
Naam
Versie reviewed
Commentaren
C:\Users\Annick\AppData\Local\Microsoft\Windows\Temporary
Internet Files\Content.Outlook\B8598P5R\Draft - roadbook evolutie eZorgplan v7.docx Template Versie 1.05 zzPC
1/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
INHOUD MANAGEMENT SUMMARY ....................................................................................................................................... 3 1
INLEIDING ......................................................................................................................................................... 6 1.1 1.2
2
DOEL VAN HET ROADBOOK............................................................................................................................... 7 2.1 2.2
3
UITGANGSPUNTEN VIRTUEEL ZORGPLAN ................................................................................................................... 16 GLOBALE ARCHITECTUUR VIRTUEEL ZORGPLAN ........................................................................................................... 16 BELANGRIJKSTE GEGEVENSTYPES VIRTUEEL ZORGPLAN ................................................................................................. 19 PRIVACY EN TOEGANGSBEHEER ............................................................................................................................... 21
BATEN EN LASTEN PER DOELGROEP ................................................................................................................ 23 6.1 6.2 6.3 6.4
7
VIRTUEEL ZORGPLAN ............................................................................................................................................ 13 FACTURATIE EN RAPPORTAGE ................................................................................................................................. 15
CONCRETISERING VISIE VIRTUEEL ZORGPLAN ................................................................................................. 16 5.1 5.2 5.3 5.4
6
DEFINITIE ZORGPLAN .............................................................................................................................................. 9 EXTERNE EVOLUTIES ............................................................................................................................................... 9
VISIE OP DE EVOLUTIE VAN HET ZORGPLAN .................................................................................................... 13 4.1 4.2
5
DOELSTELLING....................................................................................................................................................... 7 OUT OF SCOPE ...................................................................................................................................................... 8
CONTEXT E-ZORGPLAN ..................................................................................................................................... 9 3.1 3.2
4
ACHTERGROND ..................................................................................................................................................... 6 AANPAK REALISATIE ROADBOOK................................................................................................................................ 6
ZORG- EN WELZIJNSACTOREN ................................................................................................................................. 23 SEL................................................................................................................................................................... 24 PATIËNT............................................................................................................................................................. 24 OVERHEID .......................................................................................................................................................... 24
VOORSTELLEN REALISATIE VISIE...................................................................................................................... 25 7.1 7.2 7.3
VOORGESTELDE PRIORITEITEN ZORGPLAN ................................................................................................................. 25 REALISATIE FACTURATIE- EN RAPPORTAGETOEPASSING ................................................................................................ 25 AANDACHTSPUNTEN............................................................................................................................................. 26
2/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
Management Summary In het “ICT actieplan Naar een (e)zorgzaam Vlaanderen” van minister Vandeurzen werd betreffende het eZorgplan opgenomen: Wanneer een patiënt zwaar zorgbehoevend is, dan worden er soms verschillende zorgverleners ingeschakeld om de patiënt de nodige zorgen toe te dienen. Het toedienen van deze zorgen dient op een gecoördineerde manier te gebeuren zodat bijvoorbeeld niet alle zorgverleners tegelijk aanwezig zijn bij een patiënt, de thuisverpleegster weet welke geneesmiddelen een arts heeft voorgeschreven en dergelijke. Een “zorgplan” is bijgevolg een draaiboek voor een goed georganiseerde thuiszorg, waarbij alle zorgenverstrekkers van elkaar weten wat ze zelf moeten doen en wat ze van elkaar mogen verwachten. Sinds verschillende jaren bestaan er 2 webtoepassingen (ezorgplannen) die de samenwerking ondersteunen. In 2013 zal een gemeenschappelijke strategie uitgewerkt worden voor de bestaande e-zorgplannen onder toezicht van de Interprovinciale Stuurgroep E-zorgplan. De strategie zal gebaseerd zijn op de ervaring met de systemen e-zorgplan Vlaams-Brabant en e-zorgplan Limburg, LISTEL en zal een plan van aanpak uitwerken om tot een bij voorkeur gezamenlijk systeem te komen, rekening houdende met de recentste evoluties zoals Vitalink, de basisdiensten van eHealth en BelRAI. In het voorliggende roadbook wordt de strategie waarvan sprake in het ICT actieplan uitgewerkt. De strategie werd uitgewerkt op basis van de behoeften die er leven bij de diverse zorgverstrekkers en de ICTgerelateerde evoluties op Vlaams en federaal gezondheids- en welzijnsvlak. Om de behoeften van de zorgverstrekkers te capteren werden werkgroepen georganiseerd. De belangrijkste conclusies die uit deze werkgroepen naar voor kwamen zijn:
Het aanzienlijke aantal criteria dat door de SEL’s gehanteerd wordt voor het bepalen van de aanvullende MDO-facturatie (multidisciplinair overleg) laat nu niet toe om het MDO facturatieproces te ondersteunen via een unieke toepassing. Een aantal SEL’s beschikt hiervoor nu over eigen ontwikkelde software.
De huidige e-zorgplantoepassingen vormen nu afzonderlijke toepassingen die los staan van de software die dagdagelijks gebruikt wordt door zorgverstrekkers. Een gebruiker dient zich in beide toepassingen aan te loggen en de patiëntgegevens dienen in beide toepassingen ingebracht te worden. Dit dubbel werk vormt een ernstige drempel in het gebruik van het zorgplan.
Bij de creatie van een zorgplan gaat nu veel tijd verloren met het verzamelen van de administratieve en contactgegevens van de betrokken zorgactoren.
De zorgactoren zien het zorgplan vooral als een middel om onderling informatie uit te wisselen. Hiervoor is het noodzakelijk dat men beschikt over de nodige communicatiemechanismen. Daarnaast dient er ook bijgehouden te worden welke actoren behoren tot het zorgteam en wat hun contactgegevens zijn.
Binnen de huidige e-zorgplantoepassingen kan er een onderscheid gemaakt worden tussen de zorg gerelateerde functies en de administratieve functies zoals facturatie en rapportage. Gezien beide een verschillende doelgroep hebben en gezien de ict-evoluties binnen de federale en Vlaamse gezondheidszorg nagenoeg geen betrekking hebben op administratieve processen, lijkt het aangewezen om in de toekomst beide luiken afzonderlijk te beschouwen.
3/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
Virtueel zorgplan
1
Vastgesteld wordt dat een belangrijk deel van de zorggerelateerde functies die ondersteund worden door het e-zorgplan overeenstemmen met de ICT-componenten die momenteel ontwikkeld worden binnen 2 Vitalink, het eHealth-platform, Belrai en het platform Welzijn en Gezondheid . Gezien het bestaan van deze componenten is het niet wenselijk dat parallel een nieuwe vergelijkbare losstaande zorgplan omgeving uitgebouwd zou worden. In plaats daarvan wordt voorgesteld om de bestaande componenten maximaal te hergebruiken en het nieuwe zorgplan uit te bouwen vertrekkende vanuit deze componenten. Het toekomstige zorgplan dient aanzien te worden als een “zicht” op deze componenten. Gezien deze componenten ook in een andere context gebruikt kunnen worden, spreken we dus eerder over een virtueel zorgplan. Schematisch kan het virtueel zorgplan als volgt voorgesteld worden:
Figuur 1 Architectuur virtueel zorgplan Blauw: nog te realiseren of aan te passen
Zoals uit de werkgroepen blijkt bestaat er op het terrein een grote behoefte aan:
Communicatiemechanismen zoals een journaal en eHealthbox
De mogelijkheid om de leden van het zorgteam te beheren.
Voor meer informatie over de communicatiemechanismen en het zorgteam zie 5.3. Zoals al uit de allereerste Vitalink analyses bleek ligt het journaal volledig in lijn met de toekomstvisie voor Vitalink. Opgemerkt dient te worden dat noch voor het journaal noch voor het beheer van het zorgteam er 1
In het roadbook wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende zorgplantypes. Het is de bedoeling dat binnen de voorgestelde oplossing elk type zorgplan (klassiek, psy MDO, …) beheerd kan worden. 2
Platform Welzijn en Gezondheid: opvolger van “deSocialeKaart.be” en “Zorgzoeker.be”. Dit platform zal, naast andere gegevens, de contactgegevens bevatten van Vlaamse zorgactoren. Het platform zal onder meer gevoed worden vanuit het CoBHRA kadaster van het eHealth-platform.
4/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
op dit moment concrete plannen bestaan om deze te realiseren. Gezocht dient daarom te worden naar een verantwoordelijke die bereid is de realisatie van deze prioriteiten aan te sturen.
Facturatie en rapportage Om een facturatie- en rapportagetoepassing te kunnen bouwen met beperktere budgettaire middelen is het aangewezen om het aantal facturatiecriteria zo laag mogelijk te houden. Gestreefd dient te worden naar een unieke set criteria die gemeenschappelijk is voor alle SEL’s. Bij de herdefiniëring van de criteria dient men er voor te zorgen dat de nieuwe criteria zoveel mogelijk een hefboom vormen voor het verhogen van de informatie-uitwisseling tussen zorgactoren en het effectief gebruik van het virtueel zorgplan. Indien de bereidheid aanwezig is om de criteria aan te passen dan dient er bepaald te worden wie verantwoordelijk wordt voor het aansturen van dit vereenvoudigingsproces. Nadat de criteria herzien werden, kan een project opgestart worden voor de realisatie van de facturatie en rapportagetoepassing. Bepaald dient te worden wie budgettair en organisatorisch zal instaan voor de realisatie van deze toepassing
5/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
1 Inleiding 1.1 Achtergrond In het “ICT actieplan Naar een (e)zorgzaam Vlaanderen” van minister Vandeurzen werd betreffende het eZorgplan opgenomen: Wanneer een patiënt zwaar zorgbehoevend is, dan worden er soms verschillende zorgverleners ingeschakeld om de patiënt de nodige zorgen toe te dienen. Het toedienen van deze zorgen dient op een gecoördineerde manier te gebeuren zodat bijvoorbeeld niet alle zorgverleners tegelijk aanwezig zijn bij een patiënt, de thuisverpleegster weet welke geneesmiddelen een arts heeft voorgeschreven en dergelijke. Een “zorgplan” is bijgevolg een draaiboek voor een goed georganiseerde thuiszorg, waarbij alle zorgenverstrekkers van elkaar weten wat ze zelf moeten doen en wat ze van elkaar mogen verwachten. Sinds verschillende jaren bestaan er 2 webtoepassingen (ezorgplannen) die de samenwerking ondersteunen. In 2013 zal een gemeenschappelijke strategie uitgewerkt worden voor de bestaande e-zorgplannen onder toezicht van de Interprovinciale Stuurgroep E-zorgplan. De strategie zal gebaseerd zijn op de ervaring met de systemen e-zorgplan Vlaams-Brabant en e-zorgplan Limburg, LISTEL en zal een plan van aanpak uitwerken om tot een bij voorkeur gezamenlijk systeem te komen, rekening houdende met de recentste evoluties zoals Vitalink, de basisdiensten van eHealth en BelRAI. In het ICT actieplan werd opgenomen dat een strategie uitgewerkt zal worden om de bestaande e-zorgplan systemen verder te laten evolueren. Het voorliggende roadbook heeft tot doel deze strategie uit te werken.
1.2 Aanpak realisatie roadbook Momenteel wordt in een groot aantal SEL’s al gebruik gemaakt van een toepassing om de zorgplannen elektronisch te beheren. Voor het roadbook is het daarom belangrijk een duidelijk beeld te krijgen van de positieve en negatieve punten die elke gebruiker ervaart bij het gebruik van de huidige toepassingen. Om een beeld te krijgen van de huidige situatie en de wensen voor de toekomst werden drie werkgroepen georganiseerd. Op deze werkgroepen waren vertegenwoordigers van de meeste betrokken actoren aanwezig: SEL’s, huisartsen, apothekers, apothekersvereniging, OCMW, thuisverplegingsorganisaties, provincie, WZC, zelfstandige verpleegkundigen, …
Volgende werkgroepen werden georganiseerd:
28/03/2013 - SEL Genk, Hasselt en Kempen – 18 deelnemers
15/04/2013 – SEL BOT, GOAL, Zenneland, TOM en Amberes – 17 deelnemers
17/04/2013 – SEL Zorgregio Gent, Waasland, Aalst, West-Vlaanderen – 23 deelnemers
De resultaten van de georganiseerde werkgroepen werden onder meer besproken met de leden van de stuurgroep. De resultaten van de werkgroepen, de stuurgroep en de aanvullende contacten werd gebruikt als basis voor de uitwerking van het voorliggende roadbook.
6/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
2 Doel van het roadbook 2.1 Doelstelling Zoals in de inleiding aangegeven dienen de bestaande e-zorgplan toepassingen grondig geëvalueerd te worden. Toekomstige ontwikkelingen dienen uit te gaan van de gewijzigde situatie zowel wat betreft de behoeften op het terrein als de beschikbaarheid van recent ontwikkelde technische componenten.
Voor de toekomst van het e-zorgplan wordt uitgegaan van volgende doelstelling. Doelstelling toekomst e-zorgplan: De doelstelling voor het “e-zorgplan 2.0” is het zoeken naar meerwaarde voor de zorgactoren door het stimuleren van de communicatie en multidisciplinaire samenwerking rond en met de patiënt en zijn mantelzorgers. Ook de financiering moet hierop gericht worden als juiste hefboom, door het meten van het gebruik en daaruit volgend het “geautomatiseerd uitbetalen”. Dit alles moet resulteren in steeds actuele informatie over de patiënt. Dit project moet modulair zijn en gebruik maken van de nieuwe en bestaande bronnen (Belrai, Vitalink, Vaccinnet …) die gekoppeld zijn met de software van de zorgactoren. Het project kan bijkomende modules voorzien die op vandaag nog ontbreken waarbij de trekker van het project het gebruik promoot en ondersteunt.
De doelstelling en de manier waarop deze gerealiseerd kan worden wordt in het roadbook verder uitgewerkt. Het voorliggende roadbook beschrijft de visie en architectuur van de omgeving die de bestaande twee systemen zal vervangen. Zoals door de stuurgroep werd aangegeven dient bij de uitwerking van de nieuwe omgeving rekening gehouden te worden met:
De nieuwe omgeving dient te garanderen dat het zorgplan van een patiënt op een gebruiksvriendelijke manier steeds toegankelijk is voor elke betrokken actor. o
Gebruiksvriendelijk: het gebruik van het zorgplan dient zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de manier van werken van elke zorgactor. De dubbele registratie van gegevens dient vermeden te worden.
o
Steeds toegankelijk: om het even wanneer en om het even waar moet het zorgplan toegankelijk zijn voor een zorgactor die beschikt over de noodzakelijke technische middelen.
Het nieuwe systeem dient ondersteuning te bieden voor het beheer van het zorgplan van een patiënt, de facturatie van de uitgevoerde activiteiten en de beleidsrapportage. Het beheer van het zorgplan houdt onder meer in: het bieden van een overzicht van de leden van het zorgteam, de communicatie tussen alle betrokken actoren inclusief patiënt en mantelzorger, het beheren van de taakafspraken.
Het nieuwe systeem dient maximaal gebruik te maken van de basisdiensten van het eHealthplatform, Vitalink, BelRAI, platform Welzijn en Gezondheid, …
7/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
2.2 Out of scope Behoren niet tot de scope van het roadbook
De detailuitwerking van de functionaliteit van de nieuwe omgeving behoort niet tot de scope van het roadbook. Deze analyses dienen uitgevoerd te worden als onderdeel van de projecten die zullen leiden tot de realisatie van de visie.
Het roadbook beschrijft enkel een globale aanpak voor de realisatie van de visie. Als voorbereiding op de uitwerking van het implementatietraject dient een meer gedetailleerde aanpak uitgewerkt te worden.
8/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
3 Context e-Zorgplan 3.1 Definitie zorgplan Een algemeen geldende definitie van het zorgplan blijkt niet te bestaan. Wel bestaan er diverse omschrijvingen van het zorgplan. In het koninklijk besluit van 14 mei 2003 wordt een zorgplan omgeschreven als: een document dat de volgende elementen omvat: de geplande zorg van de patiënt, het functioneel bilan van de activiteiten van het dagelijks leven en van de instrumentele activiteiten van het dagelijks leven, het bilan van het formele en informele verzorgingsnetwerk, het bilan van de omgeving en de eventuele aanpassing van die omgeving, de taakafspraken tussen zorg- en hulpverleners; Bron: http://www.riziv.be/care/nl/other/sisd-gdt/reglementation/pdf/arkb20030514.pdf In de presentatie “het zorgplan in het woon zorg centrum” wordt het zorgplan door Prof. Dr. J. De Lepeleire omschreven als: “Het zorgplan is een schriftelijk document met betrekking tot de geplande zorg voor een gebruiker. Het zorgplan bevat een afsprakenregeling gebaseerd op essentiële administratieve, klinische en paraklinische elementen van de persoon, rekening houdende met één of meer begeleidingsdossiers. Het zorgplan wordt bijgestuurd in functie van de evolutie van de zorgbehoefte. Het zorgplan impliceert een contract waarbij de deelnemers zich ertoe verbinden hun deel van de zorg optimaal in te vullen en samen te werken met de andere disciplines rond die welbepaalde patiënt. Het zorgplan bestaat uit vijf delen, namelijk een administratief gedeelte, algemene doelstellingen, klinische beoordeling, taakafspraken en communicatie. Het zorgplan kan vervolgens worden opgedeeld in een statisch en een dynamisch gedeelte. De administratieve gegevens blijven doorgaans onveranderd over de tijd en behoren dus toe aan het statische gedeelte. De overige vier behoren tot het dynamische gedeelte, want hier is constante aanpassing van de gegevens mogelijk en noodzakelijk.” Bron: http://www.health.belgium.be/internet2Prd/groups/public/@public/@dg1/@acutecare/documents/ie2divers/ 18052706_nl.pdf
3.2 Externe evoluties Op federaal en Vlaams niveau zijn diverse initiatieven lopende die een impact hebben op de evolutie van het zorgplan. In dit hoofdstuk worden een aantal van deze initiatieven beschreven.
9/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
3.2.1 Vitalink Vitalink is het nieuwe, digitale platform van de Vlaamse overheid voor het veilig delen van zorg- en welzijnsgegevens. Dankzij Vitalink kan iedere zorgverlener, van huisarts tot thuisverpleger, op een eenvoudige manier beschikken over correcte en volledige patiënteninformatie. Dat gebeurt steeds met het volste respect voor de privacy en onder erg strenge beveiligingsvoorwaarden. Zo werken zorgverleners beter samen en krijgen patiënten de beste medische begeleiding. Voorlopig zit Vitalink in een testfase. Vier regio’s (Turnhout, Aalst, Zuidoost-Limburg en de Brusselse rand) testen het platform 6 maanden uit. Is de evaluatie positief, dan wordt Vitalink in heel Vlaanderen opgestart. In deze testfase deelt Vitalink alleen het medicatieschema: een overzicht van al de medicijnen, inclusief hoe en hoe vaak een patiënt ze moet innemen. Later deelt het platform ook andere medische en welzijnsgegevens. Meer informatie kan gevonden worden op: http://www.vitalink.be
3.2.2 eHealth-platform Als openbare instelling heeft het eHealth-platform de missie om:
een goed georganiseerde, onderlinge elektronische dienstverlening en informatie-uitwisseling te bevorderen en te ondersteunen tussen alle actoren in de gezondheidszorg,
met de nodige waarborgen op het vlak van de informatieveiligheid, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt en de zorgverlener en het respect van het medisch beroepsgeheim
Om zijn missie te realiseren, heeft het eHealth-platform als openbare instelling van de wetgever 10 opdrachten meegekregen: 1. Ontwikkelen van een visie en een strategie inzake eHealth. 2. Vastleggen van nuttige, ICT-gerelateerde functionele en technische normen, standaarden, specificaties en basisarchitectuur. 3. Registreren van softwarepakketten voor het beheer van elektronische patiëntendossiers. 4. Concipiëren, beheren en ontwikkelen van een samenwerkingsplatform voor de veilige elektronische gegevensuitwisseling met de bijhorende basisdiensten. 5. Afspreken van een taakverdeling en kwaliteitsnormen en verifiëren of de kwaliteitsnormen worden nageleefd. 6. Bevorderen en coördineren van de verwezenlijking van programma's en projecten. 7. Beheren en coördineren van de ICT-gerelateerde aspecten van de gegevensuitwisseling in het kader van elektronische patiëntendossiers en elektronische medische voorschriften. 8. Optreden als onafhankelijke derde voor het coderen en anonimiseren van persoonsgegevens m.b.t. de gezondheid voor bepaalde, in de wet opgesomde instanties, ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderzoek en het beleid. 9. Motor zijn van de nodige veranderingen voor de uitvoering van de visie en strategie inzake eHealth.
10/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
10. Organiseren van de samenwerking met andere overheidsinstanties die belast zijn met de coördinatie van de elektronische dienstverlening.
Meer informatie kan gevonden worden op: http://www.ehealth.fgov.be/ Een overzicht van de door het eHealth-platform ontwikkelde basisdiensten kan gevonden worden op: http://www.ehealth.fgov.be/nl/basic_service
3.2.3 Platform Welzijn en Gezondheid Ter vervanging van de huidige toepassingen “deSocialeKaart.be” en “Zorgzoeker.be” ontwikkelen de Vlaamse provincies, VGC en het Huis voor Gezondheid, met input vanuit de SEL’s, één platform voor welzijn en gezondheid.
De doelstelling van het platform is: Verzamelen, beheren en ontsluiten van contactgegevens, werkingsgegevens en zorgactiviteiten van professionals en organisaties uit de domeinen zorg, welzijn en belendende sectoren, werkzaam op het grondgebied van de Vlaamse provincies en de VGC in één geïntegreerd platform Welzijn & Gezondheid.
De gebruikers van het platform zijn: Organisaties die tot doel of opdracht hebben gegevens uit de domeinen zorg, welzijn en belendende sectoren te ontsluiten naar burgers, professionals of overheden.
Een openbare aanbesteding voor de realisatie van het platform werd in 2012 uitgeschreven en gegund. De in productiestelling van de eerste fase wordt voorzien in september 2013. Het platform Welzijn en Gezondheid zal onder meer gevoed worden vanuit CoBHRA kadaster van het eHealth-platform.
Opmerking: West-Vlaanderen heeft momenteel een eigen toepassing, het thuiszorgzakboekje, met een vergelijkbare functionaliteit. Nagegaan dient te worden hoe deze toepassing kan opgenomen worden binnen het platform welzijn en gezondheid. Meer informatie kan gevonden worden op http://www.thuiszorgzakboekje.be/
3.2.4 BelRAI BelRAI is een pilootproject in opdracht van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu voor de uniforme en webbased (online) registratie van cliëntgegevens, eventueel afkomstig uit verschillende zorgsettings, in het interRAIbeoordelingsinstrumentarium. Het Resident Assessment Instrument (RAI) werd oorspronkelijk in de Verenigde Staten ontwikkeld als een beoordelingsinstrument om de gezondheids- en welzijnssituatie van ouderen in instellingen op een
11/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
gestandaardiseerde en gestructureerde manier in beeld te brengen met als doel een hoogkwalitatieve zorgplanning en kwaliteitsmonitoring te realiseren. Nadien werden voor de verschillende zorgsectoren nieuwe interRAI-beoordelingsinstrumenten ontwikkeld. Om een multidisciplinaire aanpak te bevorderen kunnen in BelRAI alle soms uiteenlopende antwoorden van medici, paramedici en andere professionals op vragen uit de verschillende items van het interRAIbeoordelingsinstrument geregistreerd worden. Na het overlopen, eventueel bespreken en vervolledigen van de antwoorden, kan de vragenlijstverantwoordelijke de resultaten (CAP's, Zorgschalen, …) door BelRAI laten berekenen. De informatie en zorgrichtlijnen die hieruit voortvloeien kunnen uiteindelijk op een flexibele manier gebruikt worden door de zorgverleners in de verschillende zorgsettings bij het realiseren van een holistische, hoogkwalitatieve zorgplanning en kwaliteitsmonitoring. Meer informatie over BelRAI kan gevonden worden op: http://wiki.belrai.org/nl/ Opmerking: de invoering van BelRAI is ook een van de actiepunten opgenomen in het actieplan eGezondheid 2013-2018 van de Ronde Tafel eHealth. Voor meer informatie zie actiepunt 2.7.1 in: http://members.media-effect.be/EHEALTH/_images/20121220actieplan_nl.pdf
12/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
4 Visie op de evolutie van het zorgplan Om de in 2.1 beschreven doelstelling te realiseren lijkt het, gezien de huidige toepassingen zich richten op twee verschillende doelgroepen, aangewezen om in de toekomst uit te gaan van twee afzonderlijke omgevingen: een omgeving voor het uitwisselen van patiënteninformatie en een omgeving voor facturatie en rapportage. De eerste omgeving sluit aan bij de Vlaamse en federale initiatieven betreffende de informatie-uitwisseling tussen zorgverstrekkers. Gezien deze omgeving zal instaan voor het beheer van het zorgplan en deze verder bouwt op de Vlaamse en federale initiatieven, wordt deze omgeving het virtuele zorgplan genoemd. De term “virtueel” verwijst hierbij naar het feit dat in de nieuwe situatie het beheer van het zorgplan niet langer zal gebeuren via een aparte toepassing maar zal gebeuren via het samenbrengen van Vlaamse en federale componenten. Het virtuele zorgplan heeft voornamelijk zorgverleners, patiënten en mantelzorgers als gebruikers. De facturatie en rapportage omgeving vormt een aparte omgeving en heeft als gebruikers medewerkers die instaan voor het beheer van de administratieve processen. Het scheiden van beide omgevingen laat toe om een duidelijk onderscheid te maken tussen de patiëntinformatie en de administratieve informatie. Hierdoor wordt onder meer vermeden dat de indruk ontstaat dat onbevoegden toegang zouden krijgen tot gevoelige informatie.
4.1 Virtueel zorgplan1 Voor een aanzienlijk aantal van de onderdelen van de huidige e-zorgplantoepassingen zijn er momenteel ontwikkelingen aan de gang die overeenstemmen met deze functionaliteiten. De nieuwe ontwikkelingen dienen in de toekomst maximaal hergebruikt te worden en vermeden dient te worden dat parallel gelijkaardige functies ontwikkeld zouden worden. Een aantal van deze ontwikkelingen zijn:
Het platform Vitalink laat toe om actuele medische- en welzijnsinformatie uit te wisselen tussen zorgactoren. Het eerste project dat gerealiseerd werd binnen Vitalink laat toe om het medicatieschema uit te wisselen tussen huisartsen, apothekers en thuisverpleging. Toekomstige Vitalink implementaties zullen zich onder meer richten op het uitwisselen van Sumehr berichten tussen huisartsen en het ter beschikking stellen van vaccinatiegegevens. De uitwisseling van bijvoorbeeld journaalberichten zou in de toekomst ook mogelijk kunnen zijn. Dit project is op dit moment nog niet gepland en gezocht wordt naar een instantie die dit project wenst te coördineren. De softwarepakketten van de artsen, apothekers en thuisverpleegkundigen die deelnemen aan de medicatieschema proefprojecten werden grotendeels geïntegreerd met Vitalink. Dit laat de deelnemende zorgactoren toe om vanuit de eigen software het medicatieschema van een patiënt te beheren.
Belrai zal toelaten om de resultaten van de inschalingen die uitgevoerd werden voor een patiënt centraal bij te houden en ter beschikking te stellen van alle gemachtigde personen.
1
In het roadbook wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende zorgplantypes. Het is de bedoeling dat binnen de voorgestelde oplossing elk type zorgplan (klassiek, psy MDO, …) beheerd kan worden.
13/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
Het platform Welzijn en Gezondheid zal de contactgegevens bevatten van Vlaamse en Brusselse zorgactoren.
De basisdiensten van het eHealth-platform laten onder meer toe om zorgactoren te identificeren en te authentificeren, gegevens op een sterk beveiligde manier uit te wisselen en via de eHealthBox op een veilige manier te communiceren met andere zorgverstrekkers. De eHealthBox kan zowel vanuit een specifieke webapplicatie of vanuit de eigen software, mits integratie van de eHealthBox webservice, gebruikt worden. Opmerking: het bijhouden van de leden van het zorgteam betreft een van de prioriteiten die naar voor kwam tijdens de werkgroepen. Wil men de samenstelling van het zorgteam gebruiken als een middel om een therapeutische relatie vast te leggen dan dient deze informatie in een specifieke databank opgenomen te worden. Deze databank kan dan aangesproken worden vanuit de eHealth-platform basisdiensten. Bepaald dient te worden welke databank hiervoor meest geschikt is. De creatie en het beheer van deze informatieset werd op dit moment nog niet gepland en gezocht wordt naar een instantie die deze realisatie wenst te coördineren.
Een toepassing, de patient viewer, die aan de patiënt toelaat om zijn gegevens in Vitalink te consulteren werd ontwikkeld. Deze wordt aan de patiënt onder meer ter beschikking gesteld via de mutualiteiten. De toepassing is op dit moment enkel bruikbaar voor de patiënten uit de regio’s waarbinnen de medicatieschemaproefprojecten worden uitgevoerd.
Bovenstaande evoluties stemmen overeen met functies die in het verleden werden ontwikkeld voor de ezorgplan toepassingen. De nu in ontwikkeling zijnde componenten worden echter niet ontwikkeld voor een specifieke toepassing zoals het zorgplan maar kunnen globaal ingezet worden voor de volledige gezondheidszorg. Dit heeft tot gevolg dat zorgactoren niet enkel in het kader van een zorgplan in contact kunnen komen met deze componenten, maar ook in een andere context (patiënten zonder zorgplan, informatie-uitwisseling met tweedelijn of woonzorgcentra, …). Voor de toekomstige zorgplanomgeving is het dan ook niet aangewezen om vergelijkbare componenten opnieuw te ontwikkelen. In plaats daarvan wordt voorgesteld om de ontwikkelde of in ontwikkeling zijnde componenten zoveel mogelijk te hergebruiken. Concreet betekent voorgaande dat voor de toekomstige omgeving die gebruikt zal worden voor het beheer van zorgplannen er zoveel mogelijk bestaande componenten hergebruikt zullen worden. De functionaliteit die nog niet afgedekt wordt door deze componenten kan dan gebouwd worden binnen het kader dat aangegeven wordt door het eHealth-platform, Vitalink, … Niet alle onderdelen van Vitalink of het eHealth-platform zijn noodzakelijk voor een zorgplan. Enkel die componenten die noodzakelijk zijn voor een zorgplan dienen samengebracht te worden. Doordat het zorgplan dus opgebouwd wordt uit diverse bouwstenen die ook in een andere context gebruikt kunnen worden zal het toekomstige zorgplan dus een virtueel zorgplan worden. Het samenbrengen van de componenten dient op een voor de gebruiker transparante manier te gebeuren. Dit kan door het virtuele zorgplan toegankelijk te maken vanuit de eigen software zodat een gebruiker zijn gegevens slechts eenmalig moet inbrengen of slechts eenmalig moet aanloggen. De overgang naar een virtueel zorgplan heeft tot gevolg dat er geen alomvattende nieuwe e-zorgplan toepassing dient gebouwd te worden. In plaats daarvan worden bestaande componenten hergebruikt of aangevuld met nieuwe functionaliteit. Indien nieuwe functionaliteit noodzakelijk is dan dient deze dusdanig ontwikkeld te worden dat deze ook buiten de context van het zorgplan gebruikt kan worden.
14/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
Hoofdstuk 5 beschrijft meer in detail de concrete uitwerking van het virtuele zorgplan.
4.2 Facturatie en rapportage 1
De personen die instaan voor het opvolgen van de GDT / MDO facturatie of de rapportage zijn niet dezelfde als de personen die betrokken zijn bij de uitwisseling van medische informatie. Het is daarom aangewezen om het facturatie- en rapportageproces te ondersteunen via een specifieke administratieve toepassing. Momenteel worden voor de facturatie volgende zaken vastgesteld:
Het grote aantal verschillende criteria die de SEL’s kunnen toepassen voor de MDO-facturatie maakt het moeilijk, en dus duur, om het huidige facturatieproces te ondersteunen vanuit een unieke toepassing. Momenteel beschikt een aantal SEL’s over specifieke software voor het beheer van de MDO-facturatie.
De huidige GDT-facturatiecriteria gaan uit van het fysiek aanwezig zijn van zorgactoren tijdens een overlegmoment. Dit geeft geen garantie op het effectief gebruik van de ICT-systemen.
Om een toepassing te kunnen bouwen met beperktere budgettaire middelen is het daarom aangewezen om het aantal facturatiecriteria zo laag mogelijk te houden. Gestreefd dient te worden naar een unieke set criteria die gemeenschappelijk is voor alle SEL’s. Bij de herdefiniëring van de criteria dient men er voor te zorgen dat de nieuwe criteria zoveel mogelijk een hefboom vormen voor het verhogen van de informatieuitwisseling tussen zorgactoren en het effectief gebruik van het virtueel zorgplan. De komende staatshervorming waarbij het vastleggen van de GDT-criteria overgedragen wordt aan Vlaanderen biedt een opportuniteit om de criteria in die zin te hervormen. Gezien in de toekomst meer en meer informatie elektronisch zal worden uitgewisseld kan ook de vraag gesteld worden of het fysiek samenkomen van de betrokken zorgactoren niet vervangen kan worden door het geautomatiseerd opvolgen van het effectief gebruik van het virtueel zorgplan. Facturatie vormt een eerste luik binnen de administratieve toepassing, rapportage vormt een tweede luik. Voor de creatie van de rapporten zal het noodzakelijk zijn dat de gekende rapporten, zoals het jaarverslag, zoveel mogelijk geautomatiseerd gegenereerd worden. Doordat het niet mogelijk is om op voorhand alle rapporten te voorzien dient ook de mogelijkheid voorzien te worden om ad hoc rapporten te creëren. Diverse pistes zijn hierbij mogelijk: rapportagesoftware, export naar Excel, specifieke ontwikkeling, … Op basis van de behoeften en het beschikbare budget dient bij de realisatie van deze toepassing de meest geschikte piste vastgelegd te worden. Een aantal van de componenten die noodzakelijk zijn voor het opbouwen van het virtuele zorgplan worden momenteel al gebouwd in het kader van andere projecten. Dit is niet zo voor de facturatie en rapportagetoepassing. Bepaald dient te worden wie budgettair en organisatorisch zal instaan voor de realisatie van deze toepassing.
1
GDT: geïntegreerde dienst voor thuiszorgverzorging
MDO: multidisciplinair overleg
15/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
5 Concretisering visie virtueel zorgplan Dit hoofdstuk gaat dieper in op de uitwisseling van patiënteninformatie door middel van een virtueel zorgplan.
5.1 Uitgangspunten virtueel zorgplan Volgende principes worden toegepast bij de uitwerking van het virtuele zorgplan: 1. Het virtuele zorgplan en de administratieve facturatie en rapportage toepassing worden als twee afzonderlijke omgevingen beschouwd. Opmerking: Het feit dat er twee afzonderlijke omgevingen gebouwd worden hoeft niet te betekenen dat er geenenkele informatiedoorstroming mogelijk is. Om administratieve processen geheel of gedeeltelijk te automatiseren dient er bepaald te worden welke gegevensstromen noodzakelijk en mogelijk zijn. 2. Het virtuele zorgplan wordt opgebouwd door middel van componenten die gerealiseerd werden binnen Vitalink, Belrai, basisdiensten eHealth-platform, Platform Welzijn en Gezondheid, … 3. Functies die momenteel nog niet beschikbaar zijn worden ontwikkeld binnen het kader aangegeven door Vitalink, Belrai, basisdiensten eHealth-platform, Platform Welzijn en Gezondheid, … Afhankelijk van de functie wordt de meest geschikte omgeving gekozen. 4. Het virtuele zorgplan wordt in fases gerealiseerd. 5. Zorgverstrekkers krijgen toegang tot het virtuele zorgplan vanuit de eigen software. Een integratie vanuit de eigen software vermijdt de dubbele ingave van gegevens en garandeert dat een gebruiker slechts één keer moet inloggen. Opmerking: indien noodzakelijk dan kan overwogen worden om een project op te starten om aparte toegangsschermen voor het virtuele zorgplan te bouwen. Deze zouden onder meer gebruikt kunnen worden voor zorgactoren die niet over eigen software beschikken. 6. De patiënt krijgt toegang tot zijn virtueel zorgplan. Hij zal onder meer de samenstelling van zijn zorgteam kunnen beheren of berichten consulteren en toevoegen aan het journaal.
5.2 Globale architectuur virtueel zorgplan Schematische voorstelling van de architectuur van het virtuele zorgplan:
16/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
Figuur 2 Architectuur virtueel zorgplan Blauw: nog te realiseren of aan te passen
Toelichting schema:
Het virtuele zorgplan bestaat uit het samenbrengen van diverse componenten die momenteel bestaan of in ontwikkeling zijn. Deze zijn: o
Vitalink voor het medicatieschema, de Sumehr (op termijn) en vaccinatiegegevens (op termijn). Het medicatieschema werd in 2012 ontwikkeld binnen Vitalink. Voor het medicatieschema zijn momenteel proefprojecten aan de gang. Projecten werden gedefinieerd voor het toevoegen van de Sumehr en de vaccinatiegegevens aan Vitalink. In de eerste fase van het Sumehr project zal de informatie enkel toegankelijk gesteld worden voor artsen. Een journaal kan een nieuwe informatieset zijn die ontwikkeld wordt binnen Vitalink. Zoals al in de eerste Vitalink analyses werd aangeven ligt een journaal volledig in lijn met de visie omtrent Vitalink. Een project dient gedefinieerd te worden om een journaal te ontwikkelen en beschikbaar te stellen aan alle betrokken zorgactoren in Vlaanderen.
o
Op basis van de huidige informatie lijkt het aangewezen om in een specifieke databank de leden van het zorgteam bij te houden. Nagegaan moet worden welke databank hiervoor meest geschikt is. De databank zorgteam moet toelaten om:
Een overzicht te bekomen van alle actoren die betrokken zijn in de zorg voor een specifieke patiënt. Door dit overzicht te koppelen aan het Platform Welzijn en Gezondheid beschikt men ook over de contactgegevens van elke actor. Opmerking: Bepaald dient te worden waar de mantelzorgers bijgehouden zullen worden. Worden zij mee opgenomen in het zorgteam of wordt er een aparte omgeving voor de mantelzorgers gecreëerd?
Het vastleggen van een therapeutische relatie tussen een zorgverstrekker en een patiënt. Door een actor op te nemen in het zorgteam zou een therapeutische relatie gecreëerd kunnen worden. De eHealth-platform basisdiensten kunnen de databank vervolgens consulteren indien een actor toegang wenst tot de gegevens
17/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
van een patiënt. Deze creatie van een therapeutische relatie zou aanvullend kunnen zijn bij de bestaande manieren om een therapeutische relatie te creëren. Opmerking: De specifieke modaliteiten betreffende het creëren van een therapeutische relatie via het zorgteam dienen nog met alle betrokken partijen verder bepaald te worden.
o
Naast de communicatie via het journaal, waarbij informatie ter beschikking gesteld wordt naar alle huidige en toekomstige leden van het zorgteam, bestaat ook de mogelijkheid om via de eHealthBox berichten te versturen naar één of meerdere zorgactoren. Bij een communicatie via de eHealthbox hoeven de bestemmeling(en) niet noodzakelijk te behoren tot het zorgteam. Voor meer informatie betreffende het journaal en de eHealthbox zie 5.3.1
o
Alle informatie betreffende de inschaling van een patiënt zal verzameld worden binnen Belrai. Indien een zorgactor deze informatie wenst te consulteren dan dient deze opgehaald te worden uit Belrai.
o
Naast de beschreven informatiebronnen bestaan er nog diverse aanvullende informatiebronnen die afhankelijk van de situatie nuttig kunnen zijn. De Rechtenverkenner is een voorbeeld, andere bronnen kunnen later toegevoegd worden.
Het virtuele zorgplan kan op diverse manieren benaderd worden: o
De software van de gezondheids- en welzijnsactoren kan rechtstreeks geïntegreerd worden met de componenten van het virtuele zorgplan. Dit laat toe om vanuit de eigen software het virtuele zorgplan te consulteren en te actualiseren. De integratie van de eigen software met het virtuele zorgplan biedt de garantie dat gegevens slechts één keer moeten ingegeven worden en dat een gebruiker niet verschillende keren hoeft in te loggen. Opmerking: in het kader van het Vitalink medicatieschemaproject werden een aantal softwarepakketten geïntegreerd met Vitalink. Voor bijkomende informatietypes, zoals het journaal of zorgteam, dient de integratie uitgebreid te worden met deze nieuwe types.
o
De bestaande patient viewers worden momenteel enkel gebruikt voor de patiënten die deelnemen aan de medicatieschema proefprojecten. Deze viewers zouden in de toekomst ook uitgebreid kunnen worden met nieuwe functionaliteit zodat de patiënt toegang krijgt tot alle voor hem relevante onderdelen van het virtuele zorgplan.
o
Voor de zorgactoren die niet beschikken over eigen software kan overwogen worden om een specifieke toepassing te bouwen. Deze toepassing laat de zorgactoren toe om de voor hen relevante onderdelen van het virtuele zorgplan te beheren. Opmerking: gezien het virtuele zorgplan bestaat uit componenten die ook buiten het zorgplan gebruikt zullen worden, lijkt het aangewezen om na te gaan of de specifieke toepassing waarvan sprake in deze paragraaf ook ter beschikking gesteld kan worden van andere zorgactoren.
De toepassing voor het beheer van de facturatie en rapportage wordt aanzien als een volledig aparte toepassing. Zowel de back-end als de client dient ontwikkeld te worden. Ook bij deze ontwikkeling worden zoveel mogelijk bestaande diensten hergebruikt.
18/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
5.3 Belangrijkste gegevenstypes virtueel zorgplan Door de deelnemers aan de werkgroepvergaderingen worden de in dit hoofdstuk besproken gegevenstypes als prioritair beschouwd. Opmerking: voor de facturatie en rapportage dient in een later stadium geanalyseerd te worden welke gegevens exact nodig zijn. De noodzakelijke gegevens zullen onder meer afhankelijk zijn van de uiteindelijke facturatiecriteria.
5.3.1 Communicatie tussen zorgverstrekkers Zorgverstrekkers dienen over de mogelijkheid te beschikken om onderling berichten uit te wisselen. Deze communicatie kan zowel rechtstreeks geadresseerd zijn of kan gericht zijn naar het zorgteam in het algemeen. De rechtstreeks geadresseerde communicatie tussen een of meerdere zorgverstrekkers kan verlopen via de eHealthbox van het eHealth-platform. De functionaliteit van deze omgeving kan vergeleken worden met een klassieke mailomgeving, met dit verschil dat de eHealthbox garant staat voor een doorgedreven beveiliging van de communicatie. De communicatie naar het zorgteam in het algemeen kan de vorm aannemen van een journaal. Het journaal kan vergeleken worden met het papieren communicatieschriftje (ook gekend onder de naam “brievenbus” binnen bepaalde SEL’s) dat nu vaak thuis bij de patiënt gelegd wordt. In de elektronische versie van dit schriftje worden berichten over een patiënt op een centrale plaats bijgehouden. Beiden vormen van communicatie zijn complementair en kunnen naargelang de situatie naast elkaar gebruikt worden.
5.3.2 Communicatie met patiënt Analoog met de communicatie tussen de zorgverstrekkers kunnen dezelfde communicatiemechanismen gebruikt worden voor de communicatie met de patiënt. Er kan bijvoorbeeld voorzien worden dat de patiënt onderdelen van zijn journaal kan consulteren of zelf berichten kan toevoegen. Deze berichten kunnen dan geconsulteerd worden door alle leden van het zorgteam die over de nodige toegangsrechten beschikken.
5.3.3 Samenstelling zorgteam Voor elke patiënt dient bijgehouden te worden wie betrokken is in de zorg voor deze patiënt en hoe deze zorgverstrekker gecontacteerd kan worden. Het platform Welzijn en Gezondheid dat momenteel in ontwikkeling is heeft tot doel om onder meer de contactgegevens van elke zorg- en welzijnsactor die actief is in Vlaanderen of Brussel bij te houden. Het toekomstige zorgplan dient zoveel mogelijk deze gegevens te hergebruiken zodat vermeden kan worden dat meerdere bronnen met contactgegevens actueel dienen gehouden te worden. In het zorgteam van een patiënt dient enkel een referentie naar de zorgverleners die deel uit maken van het team bijgehouden te worden. Bij de consultatie van de samenstelling van het zorgteam kunnen de
19/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
contactgegevens op het moment zelf opgehaald worden uit het platform Welzijn en Gezondheid. Dit garandeert dat steeds de meest actuele gegevens weergegeven worden. Naast het verschaffen van een overzicht van de leden van het zorgteam en hun contactgegevens kan de samenstelling van het zorgteam ook gebruikt worden in het kader van het creëren van een therapeutische relatie tussen de patiënt en de leden van het zorgteam. Opmerkingen:
De mogelijkheden met betrekking tot de creatie van een therapeutische relatie op basis van de opname in het zorgteam dienen verder onderzocht te worden. Bepaald dient te worden wat de voorwaarden zijn om een therapeutische relatie te creëren via de opname van een actor in het zorgteam.
Zoals eerder aangegeven dient er bepaald te worden waar de mantelzorgers bijgehouden zullen worden. Worden zij mee opgenomen in het zorgteam of wordt er een aparte omgeving gecreëerd?
5.3.4 Medicatiefiche Een medicatiefiche bevat een overzicht van de actuele medicatie van een patiënt. Momenteel zijn vier proefprojecten aan de gang die nagaan hoe een medicatiefiche in de praktijk gebruikt kan worden. In de proefprojecten hebben zowel de huisarts, apotheker als de thuisverpleging toegang tot het schema. Na de evaluatie van de proefprojecten wordt nagegaan hoe het medicatieschema op ruimere schaal binnen Vlaanderen ingevoerd kan worden.
5.3.5 Evaluatieschalen / BelRAI De resultaten van de inschalingen die uitgevoerd werden voor een patiënt worden ter beschikking gesteld voor de actoren die het recht hebben om deze gegevens te consulteren. In de toekomst wordt deze informatie ter beschikking gesteld via Belrai. Opmerking: nagegaan moet worden of alle gewenste inschalingen beschikbaar zullen zijn via BelRAI. Nagegaan moet bijvoorbeeld worden hoe het risico-taxatie-instrument (RITI) voor ouderenmis(be)handeling beschikbaar gesteld zal worden. Meer informatie kan gevonden worden op http://www.ouderenmisbehandeling.be/
5.3.6 Verslag multidisciplinair overleg en taakafspraken Indien voor een patiënt een MDO heeft plaats gevonden dan dient de mogelijkheid te bestaan om het verslag aan alle leden van het zorgteam ter beschikking te stellen. Het verslag dient de vorm aan te nemen van een gestructureerd document zodat een verdere geautomatiseerde verwerking mogelijk blijft. Het verslag dient met andere woorden een vaste structuur te hebben waarbij binnen elk structuurelement wordt aangegeven welk type informatie opgenomen werd: vrije tekst, datum, identificatiegegevens deelnemers, taakafspraken, … Door een vaste structuur te gebruiken voor het verslag ontstaat de mogelijkheid om onderdelen van het verslag apart te verwerken. Bijvoorbeeld de taakafspraken uit het verslag kunnen zowel in het verslag als
20/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
apart bijgehouden worden. De apart bijgehouden taken kunnen dan bijvoorbeeld geïmporteerd worden in de kalender van de eigen software. Opmerking: indien de facturatiecriteria in de toekomst meer in functie worden gesteld van het effectief gebruik van het virtuele zorgplan en niet langer afhankelijk zijn van het fysiek samenkomen tijdens een overleg dan dient de noodzaak aan een verslag opnieuw geëvalueerd te worden.
5.4 Privacy en toegangsbeheer De principes die gevolgd worden om toegang te krijgen tot de gegevens opgenomen in het virtuele zorgplan zijn in lijn met de specificaties van het eHealth-platform en Vitalink.
5.4.1 Toegang tot de gegevens door individuele zorg- en welzijnsactoren Wanneer een actor gegevens uit het virtuele zorgplan wenst op te halen dan dient deze over de nodige machtigingen te beschikken. Deze machtigingen (rol, recht tot de desbetreffende informatieset, therapeutische- of zorgrelatie,…) worden geverifieerd via de hiervoor beschikbare eHealth-platform basisdiensten. Deze basisdiensten worden aangeroepen op het moment dat een connectie wordt gemaakt met de componenten van het virtuele zorgplan. Via de logging basisdienst van het eHealth-platform wordt bijgehouden wie wanneer welke informatie opvroeg.
5.4.2 Toegang tot de gegevens door zorg- en welzijnsorganisaties Wanneer men vanuit een organisatie, vb. een thuisverplegingsorganisatie, het zorgplan wenst te consulteren dan wordt bij de verificatie van de machtigingen uitgegaan van het principe van “circles of trust”. Dit houdt in dat de machtiging om gegevens te consulteren wordt toegekend aan de organisatie in zijn geheel. Indien een organisatie toegang heeft tot een specifieke informatieset en indien de organisatie ook een therapeutische- of zorgrelatie kan aantonen met een patiënt, dan heeft de organisatie het recht om de specifieke informatieset van een specifieke patiënt op te vragen. De basisdiensten van het eHealthplatform zullen verifiëren of aan deze voorwaarden voldaan werd. De software die gebruikt wordt voor de toegang tot de externe gegevens dient te verifiëren dat de gebruiker van de software een medewerker van de organisatie is. De software dient ook te verifiëren dat de gebruiker beschikt over de nodige machtigingen om de externe gegevens te consulteren. De organisatie die eigenaar is van de software heeft de plicht om alle gebruikers correct te registreren in de eigen software en hen op basis van de geldende regelgeving correcte machtigingen toe te kennen. De software gebruikt voor de toegang tot de externe informatie dient bij elke consultatie te registreren wie de consultatie uitvoerde en wanneer.
21/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
5.4.3 Toegang tot de gegevens door patiënten. De patiënt dient over de mogelijkheid te beschikken om zelf aan te kunnen geven wie er al dan niet toegang mag hebben tot zijn gegevens. Hij dient dus over de mogelijkheid te beschikken om zorgactoren de toegang te ontnemen of te verlenen. Naast het bepalen van wie toegang krijgt tot zijn gegevens moet de patiënt ook over de mogelijkheid beschikken om zijn gegevens te consulteren. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld het journaal, kan de patiënt zelf ook informatie toevoegen. Opmerking: Volgens de bepalingen van Vitalink is de gegevensdeling via Vitalink enkel toegestaan indien een patiënt hiervoor voorafgaandelijk zijn toestemming geeft (informed consent). Zonder deze toestemming mogen gegevens niet gedeeld worden.
22/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
6 Baten en lasten per doelgroep Hoofdstuk 6 beschrijft de baten die bij de realisatie van de in het roadbook beschreven principes nagestreefd worden. Deze worden per doelgroep opgelijst. De realisatie van het roadbook zal ook inspanningen vragen van elke doelgroep, deze worden eveneens opgelijst. Onderstaande opsomming is enkel een initiële opsomming van de baten en lasten. De keuze van de prioriteiten die gevolgd zullen worden bij de realisatie van het roadbook kunnen zorgen voor wijzigingen in de baten en lasten.
6.1 Zorg- en welzijnsactoren Baten
Het gebruik van de eigen software om het virtueel zorgplan te beheren garandeert dat de gegevens slechts één keer ingegeven moeten worden. Doordat de gebruiker geen andere zorgplantoepassingen hoeft te gebruiken moet hij ook niet meerdere keren inloggen.
De modules die gebruikt worden om het zorgplan op te bouwen worden ook gebruikt voor patiënten zonder zorgplan. Met andere woorden als een zorgactor heeft leren werken met de zorgplanmodules dan kan hij deze kennis ook gebruiken in een andere context.
Doordat de modules in diverse contexten gebruikt worden, zal het aantal zorgactoren met kennis van deze modules sneller toenemen dan bij zorgplan specifieke modules. Hierdoor vergroot de kans dat er voldoende zorgactoren informatie uitwisselen in het kader van een zorgplan.
Het hergebruik van het platform Welzijn en Gezondheid vermijdt dat contactgegevens telkens opnieuw opgezocht moeten worden.
Mits zij beschikken over de nodige toegangsrechten kunnen bijvoorbeeld ziekenhuizen, woonzorgcentra, centra voor kortverblijf, … de informatie in het virtueel zorgplan consulteren. Omgekeerd kunnen zij deze gegevens eventueel ook actualiseren.
Lasten
De integratie tussen de eigen software en het virtuele zorgplan moet gerealiseerd en onderhouden te worden. Deze integratie dient gerealiseerd te worden door de leverancier van het gebruikte pakket indien het commerciële software betreft. In het geval van eigen software dient de eigenaar zelf in te staan voor de realisatie van deze integratie.
Het gebruik van de modules waaruit het virtuele zorgplan bestaat zal in de beginperiode zeker de nodige inspanning vragen van alle betrokken actoren. Het gecodeerd registreren van informatie, met als doel die informatie te delen met andere actoren, vraagt een bijkomende inspanning tegenover het voor zichzelf registreren.
Elke deelnemende zorgactor dient over de noodzakelijke ICT-middelen (hard- en software) te beschikken.
23/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
6.2 SEL Baten
Een gestandaardiseerde set facturatiecriteria biedt meer mogelijkheden om het facturatieproces vanuit een ICT-toepassing te ondersteunen. Hierdoor wordt er vermeden dat er op SEL-niveau nog geïnvesteerd moet worden in eigen facturatie- en rapportagesoftware.
Door het hergebruik van het platform Welzijn en Gezondheid wordt vermeden dat SEL medewerkers tijd moeten besteden aan het verzamelen van contactinformatie.
Lasten
Een gestandaardiseerde set facturatiecriteria dient uitgewerkt te worden.
Het gebruik van nieuwe toepassingen en nieuwe criteria zal een aanpassing vragen aan de huidige manier van werken.
6.3 Patiënt Baten
Door de bestaande componenten te hergebruiken en de patiënt viewer aan te passen aan de evolutie van deze componenten zullen patiënten slechts één toepassing moeten leren kennen.
Vanuit deze unieke toepassing kan de patiënt zelf bepalen wie toegang krijgt tot zijn gegevens.
De patiënt (of zijn mantelzorger) krijgt via deze toepassing toegang tot het patiëntendossier
Lasten
De patiënt (of zijn mantelzorger) dient over voldoende ICT-middelen te beschikken om toegang te hebben tot de patient viewer.
De patiënt (of zijn mantelzorger) dient over voldoende ICT-kennis te beschikken zodat ze gebruik kunnen maken van de ICT-systemen.
6.4 Overheid Baten
Door bestaande componenten maximaal te hergebruiken en de facturatiecriteria te uniformiseren kunnen de beschikbare middelen efficiënter ingezet worden.
Lasten
Ondersteuning is noodzakelijk om bestaande componenten uit te breiden zodat een virtueel zorgplan mogelijk wordt.
24/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
7 Voorstellen realisatie visie De in het roadbook opgenomen visie schetst het kader waarnaar het zorgplan in de toekomst kan evolueren. De realisatie van de visie zal tijd vragen. Het is niet mogelijk om deze in één beweging te realiseren en een gefaseerde aanpak zal daarom noodzakelijk zijn. Om een maximale garantie op succes te hebben is het aangewezen om absolute zekerheid te hebben omtrent de onderdelen die prioritair gerealiseerd dienen te worden. Op basis van de informatie bekomen tijdens de werkgroep- en stuurgroepvergaderingen geeft het roadbook een eerste aanzet voor deze prioriteiten. Deze dienen nog verder afgetoetst te worden met alle betrokken actoren.
7.1 Voorgestelde prioriteiten zorgplan Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat op dit moment de communicatie tussen zorgverstrekkers via een journaal en het beheren van de samenstelling van het zorgteam, inclusief de toegang tot de contactgegevens, als prioritair beschouwd kunnen worden. Voor beide prioriteiten bestaan er op dit moment geen concrete plannen om deze te realiseren. Gezocht dient daarom te worden naar een verantwoordelijke die bereid is de realisatie van deze prioriteiten aan te sturen. Voor beide prioriteiten bestaat het aansturen van de realisatie onder meer uit:
Het organiseren van de communicatie naar alle betrokken partijen. Belangrijk hierbij is dat deze functionaliteiten niet enkel in functie van het zorgplan worden ontwikkeld maar ook bruikbaar zijn binnen een andere context. De groep betrokken partijen is dus ruimer dan de actoren betrokken bij het zorgplan.
Met alle betrokken partijen komen tot een consensus die de voorwaarden en werkingsprincipes van elke prioriteit bepaalt
De opvolging van de technische implementatie en het aansturen van de definiëring van de uitwisselingsstandaarden
Het aansturen van eventuele proefprojecten
Na positieve evaluatie van de proefprojecten, de verspreiding van de oplossing in Vlaanderen.
7.2 Realisatie facturatie- en rapportagetoepassing Zoals eerder werd aangegeven is het wenselijk om te streven naar een vereenvoudiging van de facturatiecriteria. Enkel dan is het realistisch om een softwaretoepassing te ontwikkelen die het volledige facturatieproces ondersteunt voor alle SEL’s. Indien de bereidheid aanwezig is om de criteria aan te passen dan dient er bepaald te worden wie verantwoordelijk wordt voor het aansturen van dit vereenvoudigingsproces.
25/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
Nadat de criteria herzien werden kan een project opgestart worden voor de realisatie van de facturatie en rapportagetoepassing. Bepaald dient te worden wie budgettair en organisatorisch zal instaan voor de realisatie van deze toepassing
7.3 Aandachtspunten Om de in het roadbook beschreven evolutie een maximale kans op slagen te geven dient er rekening gehouden te worden met een aantal aandachtspunten. Onderstaande lijst beschrijft enkel de momenteel gekende aandachtspunten en mag dus niet aanzien worden als een exhaustieve lijst.
7.3.1 Maximaal gebruik virtueel zorgplan De huidige zorgplannen worden momenteel relatief weinig gebruikt door de zorgactoren op het terrein. Bij de invoering van het virtuele zorgplan dient vermeden te worden dat een zelfde situatie ontstaat. Een aantal van de belangrijkste drempels bij het gebruik van de huidige zorgplantoepassing zijn:
Dubbele registratie van de gegevens. Doordat de huidige e-zorgplantoepassing naast de eigen software van elke zorgactor werkt, dienen patiëntengegevens in beide systemen ingebracht te worden. Deze dubbele registratie vormt een ernstige drempel in het gebruik van het zorgplan. Mogelijke oplossing: door de eigen softwarepakketten volledig te integreren met het virtueel zorgplan wordt er vermeden dat gegevens meerdere keren moeten worden ingegeven. Een gebruiker kan dan vanuit zijn eigen softwarepakket het virtuele zorgplan consulteren en actualiseren.
Aparte login noodzakelijk voor zorgplan. Dit probleem is gekoppeld aan het voorgaande aandachtspunt. Doordat de huidige e-zorgplantoepassingen los staan van de eigen software dient een gebruiker zich apart in te loggen. Hierdoor dient een gebruiker zowel in de eigen software als de e-zorgplantoepassing in te loggen. Mogelijke oplossing: cfr. voorgaande, door de eigen software te integreren met het virtuele zorgplan is het niet noodzakelijk om nog eens apart in te loggen in een tweede toepassing.
Tijdsverlies bij bekomen contactgegevens. Momenteel gaat er bij de creatie van een zorgplan vrij veel tijd verloren met het bekomen van de contact- en administratieve gegevens. Actoren dienen gecontacteerd te worden om deze gegevens te bekomen. Soms duurt het vrij lang voordat men de gegevens effectief bekomt. Mogelijke oplossing: het hergebruik van onder meer het platform Welzijn en Gezondheid moet vermijden dat bij de creatie van een zorgplan gegevens opnieuw verzameld moeten worden. Een belangrijke voorwaarde is dat de gegevenskwaliteit in de gebruikte bronnen voldoende hoog dient te zijn. Opgemerkt dient te worden dat naarmate het gebruik van een specifieke databron stijgt, de datakwaliteit eveneens zal stijgen. Zorgactoren hebben er belang bij om hun gegevens te actualiseren in de authentieke bron indien deze bron vaak gebruikt wordt.
Aantal deelnemende zorgactoren. Indien te weinig zorgactoren informatie uitwisselen of bepaalde sectoren niet deelnemen dan ontstaat het risico dat de informatie-uitwisseling voor niemand interessant is. Indien gegevens vaak ontbreken of niet actueel zijn dan verdwijnt de
26/27
Roadbook evolutie e-Zorgplan Versie 0.1
interesse om nog langer deel te nemen. Hierdoor ontstaat een neerwaartse spiraal waarbij steeds minder gegevens worden uitgewisseld. Mogelijke oplossing: Door de vergoedingscriteria te herzien in functie van het effectief gebruik van de systemen wordt een incentive gecreëerd voor de deelnemers aan het virtuele zorgplan.
7.3.2 Integratie van virtueel zorgplan in de bestaande softwarepakketten Een aantal van de mogelijke oplossingen die besproken werden in het voorgaande punt gaan uit van een integratie van de eigen softwarepakketten met Vitalink, Belrai, … Deze integratie dient natuurlijk eerst gerealiseerd te worden door de leveranciers van deze software. Het risico bestaat dat zij geen prioriteit wensen te geven aan deze integraties. Mogelijke oplossing: Indien de vergoedingscriteria voor de zorgactoren worden uitgewerkt in functie van het effectief gebruik van het virtuele zorgplan dan dienen de zorgactoren in eerste instantie te beschikken over software die hen toelaat om het virtuele zorgplan te gebruiken. Hierdoor zullen de gebruikers van de softwarepakketten aan de leveranciers zelf ook de vraag stellen om de nodige aanpassingen door te voeren. Indien de vraag veelvuldig wordt gesteld door de gebruikers aan de softwareleveranciers dan zal het inbouwen van de integratie met Vitalink, Belrai, ... een hogere prioriteit krijgen.
7.3.3 Aanpasbaarheid virtueel zorgplan Tijdens de werkgroepen werd de vraag gesteld om in de toekomst het zorgplan eenvoudig aanpasbaar te maken. Aanpassingen zouden onder meer noodzakelijk zijn in het kader van nieuwe wetgeving, projecten, … Een sterke integratie tussen de eigen software en de centrale systemen maakt de doorvoering van aanpassingen binnen deze omgevingen veel complexer. Wijzigingen met een impact op de technische integratiemechanismen vragen namelijk aanpassingen aan alle lokale softwarepakketten. Mogelijke oplossing: Er dient meer in detail onderzocht te worden waarop de meeste wijzigingen betrekking hebben. Vertrekkende vanuit deze analyse dient er nagegaan te worden of deze wijzigingen kunnen gebeuren zonder impact op het integratiemechanisme. Wijzigingen die een impact hebben op de eigenlijke integratie zullen steeds complex blijven en vrij veel tijd vragen om door te voeren.
27/27