Draaiboek Jeugdolympiade 2012
Iedereen Olympisch! Meedoen is winnen.
bron: http://www.jeugdolympiade.be/organisator/downloads/draaiboek_jeugdolympiade.pdf
2
Inhoud 4. Atletiek 8. Badminton 12. Basketbal 16. Gymnastiek 22. Handbal 26. Tennis 30. Voetbal 34. Volleybal 38. Wielrennen 44. Zwemmen 48. Coördinatie Jeugdolympiade 49. Federaties Jeugdolympiade 50. Partners en Sponsors 51. Omgaan met sporters met een handicap
3
Atletiek Organisatie en voorbereiding: Loop, werp en spring voor je medaille! De deelnemers doorlopen een aantal tests van de officiële testbatterij van de VAL. De tests zijn steeds een basisvorm van de ‘echte’ atletiekproeven en geven een goed idee van het talent van de deelnemer. Om de tests vlot te laten verlopen kan je best in een doorschuifsysteem met vier groepen werken (max. 10 deelnemers per groep): 30m spurt, verspringen, tennisbalwerpen, medecinebalstoten. Op het einde loopt iedereen de 6-minutenloop. Je kan best met partners werken: één partner loopt terwijl de andere de afstand bijhoudt en dan kan je de rollen omdraaien. Sporters met een handicap: Alle tests zijn mogelijk voor deelnemers met een handicap mits rekening te houden met de mogelijkheden van de deelnemer in kwestie. Bijvoorbeeld: - Een blinde atleet voert 30m spurt uit met een ziende begeleider - Voor de dove atleet wordt er elke minuut een visueel signaal gegeven tijdens de 6-minutenloop
Testbeschrijving: Test 1: 30m spurt Materiaal: Chronometer Tape voor aankomst en vertreklijn Locatie: Vlakke en slipvrije ondergrond Gras, speelplaats, sportzaal of piste Uitvoering: De atleet vertrekt in rechtopstaande houding met de voorste voet achter de startlijn. De waarnemer staat ter hoogte van de aankomstlijn en geeft de bevelen “Klaar” en “Start”. Op “Start” wordt de chronometer ingedrukt. De atleet spurt tot over de aankomstlijn. Score: De tijd wordt opgenomen vanaf het bevel “Start” tot wanneer de atleet de aankomstlijn met een voet overschrijdt. De tijd wordt genoteerd tot op 1/10 van een seconde.
Test 2: Verspringen Materiaal: Tape of krijt voor startlijn Meetlint van 2-3m Locatie: Slipvrije en zachte ondergrond (bv. dunne turnmat), Eurofitmat of zandbak.
4
Zwemmen Uitvoering: De atleet staat aan de werplijn in ridderstand (uitvalspas met 1 knie op de grond). De atleet probeert de tennisbal bovenhands zo ver mogelijk te werpen. De bal mag nooit onder schouderhoogte komen bij het werpen. Score: De worp wordt gemeten vanaf de werplijn tot de plaats waar de tennisbal voor het eerst de grond raakt.
Score: De worp wordt gemeten vanaf de werplijn tot de plaats waar de medecinebal het eerst de grond raakt.
Wielrennen Volleybal Voetbal Tennis
Tip: Plaats de deelnemers per 2, waarbij 1 deelnemer het aantal ronden telt voor de partner. Ook kun je elke ronde elke deelnemer een rekkertje meegeven en na afloop worden het aantal rekkertjes rond de pols en de resterende afstand geteld.
Handbal
Locatie: In een (grote) zaal of buiten
Uitvoering: De atleet staat met beide voeten achter de werplijn en stoot de medecinebal met een borstpas (beide handen samen voor de borst) zo ver mogelijk weg. Er wordt van achter de startlijn geworpen zonder sprong. Er mag wel een uitvalspas met één been worden uitgevoerd om de stootbeweging te accentueren. De uitvalspas blijft achter de 1m-lijn, de achterste voet blijft achter de startlijn!
Score: De totaalafstand gelopen in 6’ wordt genoteerd tot op 10m nauwkeurig.
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be
Gymnastiek
Materiaal: Tennisbal Tape voor werplijn Lintmeter (50m)
Locatie: Zaal, grasveld, speelplaats, atletiekpiste
Test 5: 6-minutenloop Materiaal: Chronometer Fluitje Kegels om parcours af te bakenen
Basketbal
Test 3: Tennisbalwerpen
Materiaal: Lintmeter van 10-15m Medecinebal 2 kg Tape voor werplijn (1 streep van waarachter geworpen en gemeten wordt en een tweede streep 1m verder tot waar de uitvalspas mag reiken)
Uitvoering: De deelnemers vertrekken na een fluitsignaal in groep en lopen op een gelijkmatig tempo gedurende 6’. Na iedere minuut wordt 1x gefloten. Na 6’ wordt 3x gefloten en blijven de deelnemers staan. De testafnemer noteert het aantal gelopen rondes en de afstand afgelegd in de laatste ronde.
Badminton
Score: De sprong wordt gemeten vanaf de startlijn tot de hiel van de achterste voet.
Test 4: Medecinebalstoten
Locatie: Speelplaats, grasplein, atletiekpiste
5
Atletiek
Uitvoering: De atleet staat met beide voeten samen aan de startlijn en probeert zo ver mogelijk te springen. De landing moet met beide voeten samen en in evenwicht zijn (niet voorover of achterover vallen).
Atletiek Scoretabellen Jongens 10-12 jaar (lager onderwijs) Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
30m spurt
Verspringen
Tennisbalwerpen
Medicinebalstoten
6-minutenloop
6"6
120cm
9m00
2m50
1000m
Bijna goed
2
Goed
4
6"4
130cm
12m00
3m00
1100m
BRONS
6
6"2
140cm
15m00
3m50
1200m
ZILVER
8
6"1
145cm
17m00
3m70
1250m
GOUD
10
6"0
155cm
19m00
4m00
1300m
Talent
12
5"8
165cm
21m00
4m50
1400m
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
30m spurt
Verspringen
Tennisbalwerpen
Medicinebalstoten
6-minutenloop
6"4
130cm
14m00
3m50
1100m
Jongens 12-14 jaar (secundair onderwijs) Niveau
6
Punten
Bijna goed
2
Goed
4
6"0
145cm
17m00
4m00
1200m
BRONS
6
5"8
160cm
19m00
4m50
1300m
ZILVER
8
5"7
165cm
21m00
4m70
1350m
GOUD
10
5"6
175cm
24m00
5m00
1400m
Talent
12
5"4
185cm
27m00
5m50
1500m
Zwemmen Wielrennen Volleybal Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
30m spurt
Verspringen
Tennisbalwerpen
Medicinebalstoten
6-minutenloop
110cm
7m00
2m15
800m
Bijna goed
2
6"8
Goed
4
6"6
120cm
9m00
2m75
900m
BRONS
6
6"4
130cm
11m00
3m00
1000m
ZILVER
8
6"3
135cm
13m00
3m25
1075m
GOUD
10
6"2
140cm
15m00
3m50
1150m
Talent
12
6"0
150cm
17m00
4m00
1250m
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
30m spurt
Verspringen
Tennisbalwerpen
Medicinebalstoten
6-minutenloop
6"4
120cm
11m00
3m50
900m
Tennis
Test 1
Handbal
Punten
2
Goed
4
6"2
130cm
13m00
4m00
1000m
BRONS
6
6"0
140cm
15m00
4m50
1100m
ZILVER
8
5"9
145cm
17m00
4m70
1175m
GOUD
10
5"8
150cm
19m00
5m00
1250m
Talent
12
5"6
160cm
21m00
5m50
1350m
Basketbal
Bijna goed
Punten
Badminton
Niveau
Gymnastiek
Meisjes 12-14 jaar (secundair onderwijs)
7
Atletiek
Niveau
Voetbal
Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
Badminton Organisatie en voorbereiding: Voor men de tests afneemt, brengt men (gemakkelijk verwijderbare) tape aan op het badmintonveld volgens de tekening hiernaast. Nethoogte: 1,55 m Legende gebruikte symbolen: tape loopweg shuttlebaan shuttles Totale tijdsduur: Om bij een groep van 25 deelnemers de 5 tests af te nemen moet je ongeveer 45 minuten rekenen. Sporters met een handicap: Alle tests zijn mogelijk voor deelnemers met een handicap, behalve voor de blinde sporter, mits rekening te houden met de mogelijkheden van de deelnemer in kwestie. Bijvoorbeeld : De hoge opslag gebeurt vanuit de rolstoel.
8
Zwemmen Volleybal Voetbal
Tijdsduur: Reken ongeveer 7 minuten per 5 deelnemers.
Tennis
Tijdsduur: Reken ongeveer 7 minuten per 5 deelnemers.
Uitvoering: Op elke hoek van het enkelspelveld staan 4 shuttles op elkaar. De speler verplaatst zich naar de rechterhoek vooraan en neemt 1 shuttle mee naar de werpzone (vierkant van 1m x 1m). Daar werpt hij de shuttle zo ver mogelijk over het net. Aan de overzijde zijn zones afgebakend. Wanneer de shuttle in die zones valt kan de speler 1, 2, 3, 4 of 5 punten verdienen. Vervolgens loopt hij naar de volgende hoek om een shuttle te gaan halen. De hoeken volgen mekaar steeds op in wijzerzin. De speler krijgt 45 seconden om zoveel mogelijk punten te verzamelen.
Handbal
Uitvoering: De speler tracht gedurende 30 seconden zoveel mogelijk keren de shuttle met de racket op te spelen. Hierbij moet hij met minstens 1 voet de grond raken binnen de afgebakende zone (vierkant van 1m x 1m). Elke gelukte poging is een punt waard. Wanneer de shuttle op de grond valt, mag de speler deze gewoon opnemen en verder spelen. Men telt gewoon verder tot de 30 seconden bereikt zijn.
Tijdsduur: Reken ongeveer 8 minuten per 5 deelnemers.
Gymnastiek
Uitvoering: De proef wordt afgenomen op een half enkelspelveld. Op elke zijlijn staan 5 shuttles op een afstand van 20 cm van mekaar. De speler start met één been langs elke kant van de middenlijn. Zo snel mogelijk probeert deze alle shuttles met het racket om te stoten, telkens afwisselend van zijlijn. De tijd wordt gestopt als de speler terug in de beginpositie staat en alle shuttles om liggen.
Materiaal: 1 badmintonveld, Tape, 16 shuttles, chronometer
Basketbal
Materiaal: Tape, 1 shuttle, 1 racket, chronometer
TEST 3: Gooien ‘bovenhandse worp na verplaatsing’
Badminton
Materiaal: 1 half badmintonveld, 10 shuttles, 1 racket, chronometer
TEST 2: Jongleren
9
Atletiek
TEST 1: Snelheid ‘zijwaarts verplaatsen en uitvallen’
Wielrennen
Testbeschrijving:
Badminton TEST 4: Hoge opslag Materiaal: 1 badmintonveld, tape, 10 shuttles, 1 racket Uitvoering: De speler krijgt 10 shuttles. Hij mag deze zonder tijdsdruk met een onderhandse service slaan naar de afgebakende zones aan de overzijde. De service gebeurt diagonaal. Wanneer de shuttle in het grootste vak landt, krijgt de speler 1 punt. Wanneer de shuttle voorbij de voorste serveerlijn landt, krijgt hij 2 punten. Wanneer de shuttles buiten de zones of buiten het terrein terechtkomen, kunnen er geen punten verdiend worden. Tijdsduur: Reken ongeveer 10 minuten per 5 deelnemers (2 deel nemers kunnen tegelijk opslaan indien nodig, naast elkaar elk vanuit hun eigen serveervak naar de overzijde).
10
TEST 5: Hindernissenparcours Materiaal: 1 badmintonveld, 1 opgerold net, 17 shuttles, 1 racket, 1 stoel Uitvoering: Er wordt een hindernissenparcours uitgezet. De speler moet dit afleggen zonder tijdsdruk, met een shuttle liggend of staand op een racket. Elk foutloos afgelegd parcours levert 3 punten op. Telkens de shuttle van het racket valt of de speler een fout maakt, verliest hij een punt. Een speler kan slechts 1 punt verliezen per hindernis. De speler legt 3x het parcours af en kan dus maximaal 9 punten verdienen. De speler start met een slalom tussen 4 shuttles, daarna moet hij gaan zitten op een stoel, voeten van de grond. Vervolgens moet het racket samen met de shuttle over het net, de speler zelf er onder (net is opgerold rond de spankabel). Tot slot moet de speler met 2 voeten samen over de hindernisjes springen. Dit alles gebeurt zonder tijdsdruk. Tijdsduur: Reken ongeveer 10 minuten per 5 deelnemers (alle deelnemers kunnen tegelijk achter elkaar het parcours afleggen, eventueel in 2 opstellingen per veld).
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be
Zwemmen Volleybal
Wielrennen
Scoretabellen Badminton Test 4
Test 5
Snelheid
Jongleren
Gooien
Opslag
Hindernis
Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Snelheid
Jongleren
Gooien
Opslag
Hindernis
Bijna goed
2
23”00
23
15
3
3
Bijna goed
2
25”00
22
10
3
2
Goed
4
22”00
25
20
6
4
Goed
4
23”00
24
15
5
3
BRONS
6
21”00
27
25
9
5
BRONS
6
22”00
26
20
8
4
ZILVER
8
19”75
29
30
11
6
ZILVER
8
20”75
28
25
10
5
GOUD
10
18”50
31
35
13
7
GOUD
10
19”50
30
30
12
6
Talent
12
17”50
33
40
15
8
Talent
12
18”50
32
35
14
7
Niveau
Punten
meisjes 12-14 jaar (secundair onderwijs)
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Snelheid
Jongleren
Gooien
Opslag
Hindernis
Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Snelheid
Jongleren
Gooien
Opslag
Hindernis
Bijna goed
2
22”00
25
20
5
4
Bijna goed
2
23”00
23
15
3
3
Goed
4
21”00
27
25
8
5
Goed
4
22”00
25
20
6
4
BRONS
6
20”00
29
30
11
6
BRONS
6
21”00
27
25
9
5
ZILVER
8
18”75
31
35
13
7
ZILVER
8
19”75
29
30
11
6
GOUD
10
17”50
33
40
15
8
GOUD
10
18”50
31
35
13
7
Talent
12
16”50
35
45
17
9
Talent
12
17”50
33
40
15
8
Gymnastiek
Jongens 12-14 jaar (secundair onderwijs)
Voetbal
Test 3
Tennis
Test 2
Handbal
Test 1
Basketbal
Punten
Badminton
Niveau
meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
11
Atletiek
Jongens 10-12 jaar (lager onderwijs)
Basketbal Organisatie en voorbereiding: De minimum ruimte die beschikbaar moet zijn, is 14x28m ofwel 1 basketbalveld. Afhankelijk van de ruimte en het aantal basketbaldoelstellen kan je de tests dubbel opstellen op het terrein. Tijdsduur algemeen: De test is zo gemaakt dat je in groepjes van 2 of 3 de test kan uitvoeren. Voor een groepje van 2 moet je 15 minuten rekenen om alle proefjes te doen. Een groepje van 3 zal er ongeveer 20 minuten over doen. Voor een klasgroep van 25 leerlingen zal je dus ongeveer 35 minuten nodig hebben. Sporters met een handicap: Alle tests zijn mogelijk voor deelnemers met een handicap, behalve voor de blinde sporter, mits rekening te houden met de mogelijkheden van de deelnemer in kwestie. Bijvoorbeeld: Voor een deelnemer met een verminderde armfunctionaliteit kan de basketbalring iets lager gehangen worden.
Testbeschrijving: TEST 1: Shooting Materiaal: 1 basketbal, 1 basketring, 6 kegels/hoepels, 1 chronometer Uitvoering: Probeer zoveel mogelijk te scoren in 1 minuut. Start aan kegel 1. Wanneer je scoort mag je naar de volgende kegel. Na een doelpoging neem je jouw eigen rebound. Heb je gescoord vanaf alle 6 de kegels? Ga verder vanaf kegel 1.
12
Zwemmen start mag je het rode gebied betreden. Je probeert in 1 minuut al dribbelend zoveel mogelijk tennisballen te verplaatsen.
Wielrennen
2 mag de bal niet op de grond botsen voor hij bij de leerkracht komt (borstpas). Bij kegel 3 mag je kiezen. Is het je gelukt van aan alle 3 de kegels? Ga verder vanaf kegel 1.
Tennis
Voetbal
Volleybal
De tennisbal moet stilliggen op een kegel (mag er niet af vallen) en je moet de hele tijd met de basketbal dribbelen als je een tennisbal in je hand hebt. Wanneer je een tennisbal op een kegel gelegd hebt, mag je niet onmiddellijk dezelfde tennisbal opnieuw nemen.
Score: Voor elke geslaagde doelpoging krijg je 1 punt. Kijk in de tabel om te zien welke score je zo haalt.
Uitvoering: Probeer zoveel mogelijk goede passen te geven in 1 minuut. Start aan kegel 1. Wanneer de leerkracht de bal kan vangen zonder een voet uit de hoepel te zetten, mag je naar de volgende kegel. Bij kegel 1 moet de bal eerst botsen voor hij bij de leerkracht komt (botspas), bij kegel
TEST 3: Kegeldribbel Materiaal: 1 basketbal, 6 tennisballen, 12 kegels, 1 chronometer Uitvoering: Probeer zoveel mogelijk tennisballen te verplaatsen in 1 minuut. Start buiten de rode zone. Wanneer de tijd
Handbal Gymnastiek
Score: Per tennisbal dat je correct kon verplaatsen, krijg je 1 punt. Kijk in de scoretabel om te zien welke score je zo haalt.
Basketbal
Materiaal: 1 basketbal, 1 hoepel/fietsband, 3 kegels, 1 leerkracht/leerling, 1 chronometer
Tijdsduur: 1 minuut per deelnemer
Tijdsduur: 1 minuut per deelnemer
Badminton
TEST 2: Passing
Score: Voor elke geslaagde pas krijg je 1 punt. Kijk in de scoretabel om te zien welke score je zo haalt.
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be 13
Atletiek
Tijdsduur: 1 minuut per deelnemer.
Basketbal
Score: Per gescoorde lay-up krijg je 1 punt. Kijk in de scoretabel welke score je zo haalt. Tijdsduur: 1 minuut per deelnemer
TEST 4: Lay-up Materiaal: 1 basketbal, 1 basketring, 2 kegels, 1 chronometer Uitvoering: Probeer zoveel mogelijk lay-ups te scoren in 1 minuut. Start achter de eindlijn. De bal ligt op de eerste kegel. Wanneer de tijd start mag je het veld betreden. Je probeert in 1 minuut zoveel mogelijk lay-ups te scoren zoals aangegeven op de tekening. Na elke lay-up (score of niet) neem je jouw eigen rebound en ga je naar de volgende kegel.
TEST 5: Ballondribbel Materiaal: 1 basketbal, 1 middencirkel, 1 ballon, 1 chronometer Uitvoering: Hou de basketbal en de ballon al dribbelend en al tikkend zo lang mogelijk binnen de cirkel. Je speelt dit spel in de middencirkel van het basketbalterrein. Wanneer de tijd start, begin je te dribbelen (ter plaatse) en probeer je de ballon in de lucht te houden door hem omhoog te tikken (je mag de ballon niet vasthouden). Wanneer jij of de basketbal buiten de cirkel komen, telt het als 1 ‘fout’. Na deze ‘fout’ doe je zo snel mogelijk verder. De leerkracht telt het aantal ‘fouten’ in 1 minuut.
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be 14
Score: Elke ‘fout’ telt als 1 punt. Hoe minder punten hoe beter dus! Kijk in de scoretabel om te zien welke score je zo haalt. Tijdsduur: 1 minuut per deelnemer.
Zwemmen Volleybal
Wielrennen
Scoretabellen Basketbal Test 4
Test 5
Shooting
Passing
Kegeldribbel
Lay-up
Ballondribbel
Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Shooting
Passing
Kegeldribbel
Lay-up
Ballondribbel
Bijna goed
2
0
0
0
0
6+
Bijna goed
2
0
0
0
0
6+
Goed
4
1
4
4
2
5-6
Goed
4
1
4
4
1
5-6
BRONS
6
3
10
8
4
4
BRONS
6
3
10
8
3
4
ZILVER
8
4
14
12
6
3
ZILVER
8
4
14
12
5
3
GOUD
10
6
18
14
8
2
GOUD
10
6
18
14
7
2
Talent
12
7
20
16
9
0-1
Talent
12
7
20
16
8
0-1
Niveau
Punten
Meisjes 12-14 jaar (secundair onderwijs)
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Shooting
Passing
Kegeldribbel
Lay-up
Ballondribbel
Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Shooting
Passing
Kegeldribbel
Lay-up
Ballondribbel
Bijna goed
2
0
0
0
0
6+
Bijna goed
2
0
0
0
0
6+
Goed
4
2
6
6
2
5-6
Goed
4
2
6
6
1
5-6
BRONS
6
4
12
9
5
3-4
BRONS
6
4
12
9
3
3-4
ZILVER
8
5
18
12
7
2
ZILVER
8
5
18
12
5
2
GOUD
10
7
21
16
9
1
GOUD
10
7
21
15
7
1
Talent
12
8
24
20
10
0
Talent
12
8
22
18
9
0
Gymnastiek
Jongens 12-14 jaar (secundair onderwijs)
Voetbal
Test 3
Tennis
Test 2
Handbal
Test 1
Basketbal
Punten
Badminton
Niveau
Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
15
Atletiek
Jongens 10-12 jaar (lager onderwijs)
Gymnastiek Organisatie en voorbereiding: De verschillende tests worden opgesteld zodat de tests in circuitvorm kunnen worden afgewerkt. De groep wordt verdeeld over de verschillende tests en na elke test wordt er doorgeschoven. Tijdsduur algemeen: 40 minuten
Testbeschrijving: TEST 1: Rad Materiaal: Krijt of ander materiaal om lijnen te tekenen/markeren. Matten als ondergrond. Tijdsduur: ± 5 minuten Oefening 1: Rad uitvoeren op cirkellijn (hand-hand-voet-voet).
Score: De score komt overeen met de behaalde moeilijkheidsgraad van de oefening per test. Sporters met een handicap: Alle tests zijn mogelijk voor deelnemers met een handicap, behalve voor rolstoelgebruikers, mits rekening te houden met de mogelijkheden van de deelnemer in kwestie. Bijvoorbeeld: Een slechtziende deelnemer voert het steunspringen (test 2) uit zonder aanloop. Hij of zij beperkt zich tot oefening 1 en 2.
Oefening 2: Rad uitvoeren tussen 2 lijnen (1 meter) en in evenwicht landen (3 sec. blijven staan).
Oefening 3: Rad op één lijn (10 cm breed) en in evenwicht landen (3 sec. blijven staan).
16
Zwemmen Oefening 4: Opsprong rad bijtrekpas rad tussen 2 lijnen (1 meter).
Wielrennen Volleybal
Materiaal: Springplank, plint/kast, landingsmat
Oefening 3: Na een korte aanloop (5 m) ophurken en springen tussen de steun tot strekstand achter de plint (handen blijven niet plakken maar worden na een kort contact op de plint naar voor gezwaaid) (plint in breedte, 110-120 cm/5-6 delen).
Tijdsduur: ± 5 minuten
Voetbal
Oefening 1: Na een korte aanloop (5 m) ophurken tot op de knieën, rechtkomen en streksprong af (plint in breedte, 110-120 cm/5-6 delen).
Handbal
Oefening 5: 3x rad in reeks zonder bijtrekpas tussen 2 lijnen (1 meter).
Tennis
Oefening 4: Na een korte aanloop (5 m) ophurken over een hindernis en springen tussen de steun tot strekstand achter de plint (handen blijven niet plakken maar worden na een kort contact op de plint naar voor gezwaaid) (plint in breedte, springplank min. 1 m voor de plint, 110-120 cm/5-6 delen).
Gymnastiek
Oefening 2: Na een korte aanloop (5 m) ophurken tot hurkzit, rechtkomen en streksprong af (plint in breedte, 110-120 cm/5-6 delen).
Badminton
Basketbal
Oefening 6: 3x rad in reeks zonder bijtrekpas op één lijn (10 cm breed).
17
Atletiek
TEST 2: Steunspringen
Gymnastiek Oefening 5: Na een aanloop aanzweven met gestrekt lichaam over plint en tijgersprong uitvoeren tot strekstand achter de plint (benen gespreid, handen blijven niet plakken maar worden na een kort contact op de plint naar voor gezwaaid)(plint in lengte, 110-120 cm/5-6 delen).
Oefening 6: Na een aanloop aanzweven met gestrekt lichaam over plint en springen tussen de steun tot strekstand achter de plint (handen blijven niet plakken maar worden na een kort contact op de plint naar voor gezwaaid) (plint in lengte, 110-120 cm/5-6 delen).
TEST 3: Handenstand Materiaal: Matten, sportraam/muur
Oefening 3: Voet per voet opklimmen tot handenstand met benen gestrekt, vervolgens voorwaarts rollen tot hurkstand.
Tijdsduur: ± 5 minuten Oefening 1: Vanuit kniezit een lage kopstand uitvoeren met rechte rug, knieën ter hoogte van de ellebogen, gebogen benen, ronde rug, 3 seconden blijven staan en terugkeren met beide benen samen tot kniezit.
Oefening 4: Opzwaaien tot handenstand tegen valmat of sportraam (rugzijde naar mat of sportraam), gedurende 3 seconden blijven staan en terugkeren been per been tot strekstand.
Oefening 2: Vanuit hurkzit lage kopstand uitvoeren + vanuit lage kopstand de benen verticaal uitstrekken tot kopstand met gestrekt lichaam, 3 seconden blijven staan en terugkeren met beide benen samen tot hurkzit. Oefening 5: Vanuit stand opzwaaien naar handenstand, doorrollen en rechtkomen tot strekstand.
18
Zwemmen Oefening 5: Voorwaarts rollen gespreid – voorwaarts rollen – ½ draai – rugwaarts rollen gespreid.
Wielrennen
Oefening 2: Voorwaarts rollen - 3x.
TEST 4: Rollen
Oefening 3: Voorwaarts rollen - streksprong 3x.
Voetbal
Volleybal
Oefening 6: Vanuit stand ophurken naar handenstand met gestrekte benen, doorrollen en rechtkomen tot strekstand.
Oefening 6: Voorwaarts rollen gespreid – voorwaarts rollen – ½ draai –rugwaarts rollen gestrekt.
Tennis
Materiaal: Matten
Basketbal
Gymnastiek
Oefening 4: Voorwaarts rollen - streksprong - ½ draai rugwaarts rollen.
Badminton
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be
19
Atletiek
Oefening 1: Voorwaarts rollen – 1 x.
Handbal
Tijdsduur: ± 5 minuten
Gymnastiek TEST 5: Wenden
Oefening 2: Wendsprong op de plint (plint in breedte, 110-120 cm/5-6 delen) aanloop en afstoten met twee voeten op springplank; handen ¼ indraaien en de voeten op de plint zetten; afstoten van de voeten en neerkomen aan de andere kant.
van de plint in stand met aangezicht naar de plint gericht.
Materiaal: 2 zweedse banken, springplank, plint/kast, landingsmat Tijdsduur: ± 5 minuten Oefening 1: Vanuit stand naast de schuine bank over de bank hurken tot aan de andere zijde over de gehele lengte van de bank (afstoot met 2 voeten en landing op 2 voeten).
Oefening 5: Wendsprong over de plint met bekken hoog Wendsprong over de plint, zie oefening op 6 punten, maar nu wordt het bekken hoog geheven tot boven de schouders zodat de rug verticaal is tijdens de steunfase.
Oefening 3: Wendsprong over de plint (plint in breedte, 110-120 cm/5-6 delen) aanloop en afstoten met twee voeten op springplank; handen ¼ indraaien en met gebogen benen de plint overschrijden; ¼ verder doordraaien met het lichaam, afduwen van de handen en neerkomen aan de andere kant van de plint in stand met aangezicht naar de plint gericht. Oefening 6: Rondat over de plint Wendsprong met bekken hoog, zie oefening op 10 punten, maar nu worden de benen vanaf de afstoot tot en met de landing volledig gestrekt.
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be 20
Oefening 4: Keersprong over de plint (plint in breedte, 110-120 cm/5-6 delen)aanloop en afstoten met twee voeten op springplank; handen ¼ indraaien en met gebogen benen de plint overschrijden; afduwen van de handen, 1 hand lossen en ¼ terugdraaien met het lichaam, neerkomen aan de andere kant van de plint in stand met de rug naar de plint gericht.
Zwemmen Volleybal
Wielrennen
Scoretabellen Gymnastiek Test 4
Test 5
Rad
Steunsprong
Handenstand
Rollen
Wenden
Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Rad
Steunsprong
Handenstand
Rollen
Wenden
Bijna goed
2
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Bijna goed
2
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Goed
4
Oef 2
Oef 2
Oef 2
Oef 2
Oef 2
Goed
4
Oef 2
Oef 2
Oef 2
Oef 2
Oef 2
BRONS
6
Oef 3
Oef 3
Oef 3
Oef 3
Oef 3
BRONS
6
Oef 3
Oef 3
Oef 3
Oef 3
Oef 3
ZILVER
8
Oef 4
Oef 4
Oef 4
Oef 4
Oef 4
ZILVER
8
Oef 4
Oef 4
Oef 4
Oef 4
Oef 4
GOUD
10
Oef 5
Oef 5
Oef 5
Oef 5
Oef 5
GOUD
10
Oef 5
Oef 5
Oef 5
Oef 5
Oef 5
Talent
12
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Talent
12
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Niveau
Punten
Meisjes 12-14 jaar (secundair onderwijs)
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Rad
Steunsprong
Handenstand
Rollen
Wenden
Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Rad
Steunsprong
Handenstand
Rollen
Wenden
Bijna goed
2
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Bijna goed
2
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Oef 1
Goed
4
Oef 2
Oef 2
Oef 2
Oef 2
Oef 2
Goed
4
Oef 2
Oef 2
Oef 2
Oef 2
Oef 2
BRONS
6
Oef 3
Oef 3
Oef 3
Oef 3
Oef 3
BRONS
6
Oef 3
Oef 3
Oef 3
Oef 3
Oef 3
ZILVER
8
Oef 4
Oef 4
Oef 4
Oef 4
Oef 4
ZILVER
8
Oef 4
Oef 4
Oef 4
Oef 4
Oef 4
GOUD
10
Oef 5
Oef 5
Oef 5
Oef 5
Oef 5
GOUD
10
Oef 5
Oef 5
Oef 5
Oef 5
Oef 5
Talent
12
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Talent
12
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Oef 6
Gymnastiek
Jongens 12-14 jaar (secundair onderwijs)
Voetbal
Test 3
Tennis
Test 2
Handbal
Test 1
Basketbal
Punten
Badminton
Niveau
Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
21
Atletiek
Jongens 10-12 jaar (lager onderwijs)
Handbal Organisatie en voorbereiding. Materiaal: - 5 handballen - 3 chronometers - 3 fluitjes - 1 rol tape voor belijning - Lintmeter - 10 kegels - Krijt
- Muur van 5m breed - Latjes voor dribbeltest - Doel of doel op muur getekend - Lint om vakken te maken in het doel indien het niet op de muur getekend is
Tijdsduur: Ongeveer 5 minuten voor het individueel afleggen van de 5 proeven. Sporters met een handicap: Alle tests zijn mogelijk voor deelnemers met een handicap, behalve voor deelnemers met visuele handicap, mits rekening te houden met de mogelijkheden van de deelnemer in kwestie. Bijvoorbeeld: Een deelnemer met verminderde armfunctionaliteit of grijpkracht gebruikt een kleinere bal (vb. tennisbal) of een mousse bal.
22
Legende gebruikte symbolen pasweg loopweg dribbelen shot op doel
Score: Men scoort een punt telkens men in het vierkant gooit (lijn telt ook). De deelnemers gooien met slagworp, de voeten moeten achter de lijn blijven: indien men over de lijn komt scoort men geen punten.
Wielrennen
Zwemmen Score: Per volledige omloop zijn 4 punten te verdienen. De omloop wordt in 4 gedeeld: punt 1 is verdiend na passeren van laatste rode kegel, punt 2 na bereiken van de gele eindkegel,… Bij een fout (kegel of latje raken, verlies je 1 punt).
Volleybal
Uitvoering: De deelnemers vertrekken aan de centrale kegel (kegel 1). Na fluitsignaal tikken ze achtereenvolgens kegel 2,3,1,2,4 en dan terug de startkegel (kegel 1). De tijd stopt bij het tikken van de centrale kegel na 3 maal het volledige parcours te hebben afgelegd. De afstand tussen de centrale kegel en de andere kegels bedraagt 3m.
Voetbal
Uitvoering: Gedurende 30 seconden zoveel mogelijk passen geven tegen de muur op een afstand van 2m voor 10 tot 12 jaar (lager onderwijs) en op 3m voor 12 tot 14 jaar (secundair onderwijs). De bal moet telkens in een vierkant geworpen worden met een zijde van 50cm, de onderkant bevindt zich op 1,5m hoogte voor lager onderwijs en 2m hoogte voor secundair onderwijs.
Materiaal: 4 kegels 1 chronometer en fluitje 1 lintmeter
Tennis
Uitvoering: De deelnemers vertrekken al dribbelend met bal aan de startkegel. Ze dribbelen slalom tussen de kegels en over de latjes op de grond, keren rond de eindkegel en leggen het parcours in omgekeerde volgorde af. Na dribbelen rond de startkegel starten ze opnieuw. Het parcours wordt zoveel mogelijk afgelegd gedurende 40 seconden.
Materiaal: 1 handbal 1 chronometer en fluitje Tape om de lijnen te plakken 1 lintmeter om de afstanden te meten
Score: De tijd om het parcours 3 maal af te leggen wordt gemeten. Handbal
Materiaal: 1 handbal 6 kegels 4 latjes of hockey sticks 1 lintmeter om de afstanden te meten 1 chronometer en fluitje
TEST 3: Driehoeksloop
Tijdsduur: 40 seconden per deelnemer.
Gymnastiek
TEST 1: Dribbelparcours
TEST 2: Gericht passen geven tegen de tijd
Tijdsduur: 30 seconden per deelnemer.
Basketbal
Tijdsduur: 40 seconden per deelnemer.
Badminton
1,5 of 2m
2 of 3m
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be 23
Atletiek
Testbeschrijving:
Handbal TEST 4: Balvaardigheidsniveau Materiaal: 2 handballen van gelijke grootte en gewicht. Uitvoering: We werken met niveaus: de deelnemers mogen alleen een hoger niveau proberen als ze het vorige niveau beheersen. Lager onderwijs: Niveau 1: bal opwerpen, 2 maal in de handen klappen en bal vangen: 3 pogingen, minimum 2 gelukte. Niveau 2: bal opwerpen, achter lichaam klappen en bal vangen: 3 pogingen, minimum 2 gelukte. Niveau 3: bal opwerpen, met 2 handen de grond raken en bal vangen: 3 pogingen, minimum 2 gelukte. Niveau 4: 5 maal dribbelen met 2 ballen (de ballen moeten ongeveer gelijktijdig de grond raken): 2 pogingen, minimum 1 gelukte. Niveau 5: bal opwerpen over het hoofd en met 2 handen achter de rug opvangen: 3 pogingen, minimum 1 gelukte. Niveau 6: bal opwerpen in ruglig, 1 maal rond de lengte as rollen en de bal opvangen: 3 pogingen, minimum 1 gelukte.
24
TEST 5: Doelwerpen Secundair onderwijs: Niveau 1: bal opwerpen, 1 maal voor en achter de rug klappen en bal vangen: 3 pogingen, minimum 2 gelukte. Niveau 2: bal opwerpen, met 2 handen de grond raken en bal vangen: 3 pogingen, minimum 2 gelukte. Niveau 3: bal achter de rug over de schouder werpen en met 2 handen opvangen: 3 pogingen, minimum 1 gelukte. Niveau 4: 5m al dribbelend met 2 ballen overbruggen: 2 pogingen, minimum 1 gelukte. Niveau 5: bal opwerpen over het hoofd en met 2 handen achter de rug opvangen: 5 pogingen, minimum 3 gelukte. Niveau 6: bal opwerpen in ruglig, 1 maal rond de lengteas rollen en de bal opvangen: 3 pogingen, minimum 1 gelukte. Score: Per behaald succesvol afgelegd niveau scoort men 2 punten. Tijdsduur: 90 seconden per deelnemer.
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be
Materiaal: 1 bal 1 handbaldoel en lint om vakken in te delen. Tape of krijt om vakken op de muur te tekenen indien geen lint beschikbaar. Uitvoering: De deelnemers werpen 5 maal van op 6 m afstand naar een in vakken ingedeeld doel. Ze mogen kiezen tussen sprongworp en worp uit stand. Het handbaldoel (3m breed en 2m hoog) wordt ingedeeld in even grote vakken met koorden of linten, indien geen handbaldoel ter beschikking kan je het ook op de muur tekenen. De vakken zijn 1 m breed en 66 cm hoog. Tijdsduur: 5 minuten per deelnemer.
5
3
5
3
1
3
5
3
5
Zwemmen Volleybal
Wielrennen
Scoretabellen Handbal Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Dribbelen
Passen
Driehoeksloop
Balvaardigheid
Doelwerpen
Bijna goed
2
4 ptn.
11 keer
35”
Niveau 1
8 ptn.
Goed
4
5 ptn.
14 keer
33”
Niveau 2
10 ptn.
BRONS
6
6 ptn.
17 keer
31”
Niveau 3
12 ptn.
ZILVER
8
7 ptn.
20 keer
29”
Niveau 4
14 ptn.
GOUD
10
8 pth.
23 keer
27”
Niveau 5
16 ptn.
Talent
12
10 ptn.
26 keer
25”
Niveau 6
20 ptn.
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Dribbelen
Passen
Driehoeksloop
Balvaardigheid
Doelwerpen
Tennis
Test 1
Handbal
Punten
Bijna goed
2
5 ptn.
8 keer
32”
Niveau 1
10 ptn.
Goed
4
6 ptn.
10 keer
30”
Niveau 2
12 ptn.
BRONS
6
7 ptn.
12 keer
29”
Niveau 3
14 ptn.
ZILVER
8
8 ptn.
14 keer
27”
Niveau 4
16 ptn.
GOUD
10
9 ptn.
16 keer
25”
Niveau 5
18 ptn.
Talent
12
12 ptn.
19 keer
24”
Niveau 6
22 ptn.
Basketbal
Punten
Badminton
Niveau
Gymnastiek
Jongens & MEISJES 12-14 jaar (secundair onderwijs)
25
Atletiek
Niveau
Voetbal
Jongens & MEISJES 10-12 jaar (lager onderwijs)
Tennis
Testbeschrijving: TEST 1: Tennissen tegen de muur
Organisatie en voorbereiding: Materiaal: Chronometer (1) Lintmeter (1) Tape voor belijning
Racket (6)* Tennisballen (60)*
* Rackets en tennisballen kunnen gratis uitgeleend worden bij de gewestelijke uitleendienst van VTV (www.vtv.be KidsTennis Materiaal) Sporters met een handicap: Alle tests zijn mogelijk voor deelnemers met een handicap, behalve voor blinde deelnemers, mits rekening te houden met de mogelijkheden van de deelnemer in kwestie. Bijvoorbeeld: - Voor een slechtziende deelnemer gebruik je een grotere, fel gekleurde, mousse bal. Deze beweegt trager en is dus beter zichtbaar - Alle tests kunnen vanuit een rolstoel uitgevoerd worden
Materiaal: Egale muur van minstens 4m breed en 3m hoog Lijn op 0,9m hoogte (met tape, krijt of…) Tape voor lijn op 4m van de muur Lintmeter Racket Bal Uitvoering: De speler speelt een rally (20 x spelen) tegen de muur. Telkens de bal boven de lijn (=net) spelen. De speler moet tijdens het spelen achter de 4m-lijn blijven. Score: Het aantal herkansingen (verder tellen, niet opnieuw beginnen). Tijdsduur: 2 minuten per speler. 4m
0,9m
4m
26
Zwemmen Zorg voor voldoende ballen. Nadat speler A de test heeft voltooid, raapt deze speler de ballen op en legt ze terug in de korf. Ondertussen begint speler B aan de opdracht, enz…
Score: De tijd wordt gemeten vanaf het startsignaal tot het neerleggen van de laatste bal.
Uitvoering: De speler mikt van achter de basislijn (secundair) of van achter de 9-meterlijn (basis) met een bovenhandse opslag (de bal moet boven het hoofd worden geraakt) rechtdoor naar het gemarkeerde vlak (10 ballen per deelnemer).
Tijdsduur: 2 minuten per speler.
Score: Het aantal correct geplaatste opslagen.
Wielrennen Volleybal
Uitvoering: De speler mikt van in het midden achter de basislijn (secundair) of de 9-meterlijn (basis) met een forehand naar het juiste vak. Volgorde A-B-A-B-A… (10 ballen per deelnemer). Score: Het aantal correct geplaatste ballen (eerste bots telt) in het juiste vak (zie volgorde). Tijdsduur: 2 minuten per speler.
Tijdsduur: 2 minuten per speler.
8m
Voetbal
Zorg voor voldoende ballen. Nadat speler A de test heeft voltooid, raapt deze speler de ballen op en legt ze terug in de korf. Ondertussen begint speler B aan de opdracht, enz…
Tennis
Uitvoering: Ster met 5 ballen: de speler start van op de X en haalt 1 voor 1 de ballen op (in wijzerszin) en legt ze op het racket aan het startpunt (de ballen moeten blijven liggen op het racket). 2 pogingen, de beste tijd telt.
Materiaal: Volledig tennisterrein 10 tennisballen per speler Tape voor extra lijn Lintmeter Racket
Handbal
Van zodra speler A de test heeft voltooid, legt speler B meteen de ballen klaar.
Materiaal: ½ terrein BO (Basis onderwijs): 18m lang met basislijn op 9m van het net SO (Secundair onderwijs): 24m lang met basislijn op 12m van het net 10 tennisballen per speler Tape voor extra lijnen Lintmeter Racket
12m
Basketbal
Materiaal: 5 tennisballen Merkpunten 1 chronometer Lintmeter Racket
TEST 4: Forehand
Gymnastiek
TEST 3: Opslag
9m
5m
12m
X
SO BO
6,40m
A 5,5m
SO BO
8m
Badminton
9m
B
27
Atletiek
TEST 2: Sterloop
4m
TEST 5: Bal tikken
TEST 1: Muur
24m
Opstelling meerdere begeleiders
TEST 4: Forehand
Opstelling 1 begeleider
24m
4m
TEST 3: Opslag
Opstelling meerdere begeleiders (optimaal = 5 begeleiders) Tijdsduur: 40 minuten Meerdere begeleiders Ruimte: 24m x 26m Wisselen na ca. 8 min. 20 à 25 spelers
8m
28
11m
4m
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be
TEST 1: Muur
4m
4m
Tijdsduur: 2 minuten per speler
TEST 4: Forehand
5m
Uitvoering: De speler tikt de bal opwaarts met tussenbots in de volgorde: 6x forehand (duim naar boven); 6x backhand (duim naar beneden); 6x afwisselen forehand en backhand. Score: Het aantal herkansingen (verder tellen, niet opnieuw beginnen).
TEST 3: Opslag
TEST 5: Bal tikken
8m
Materiaal: Tennisbal Racket
11m
4m
TEST 5: Balvaardigheidsniveau
4m
11m
4m
Tennis
5m
TEST 2: Sterloop
TEST 2: Sterloop
Opstelling 1 begeleider Tijdsduur: 40 minuten Ruimte: 24m x 15m Wisselen na ca. 20 minuten 12 à 16 spelers 6 à 8 spelers starten aan stand 3 + 4 (begeleider verwerkt uitslagen van beide standen) Andere groep (6 à 8 spelers) verspreiden over standen 1, 2 + 5 (samenwerken en elkaars score noteren)
Zwemmen Volleybal
SCORETABEL GOUD
Jongens & Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
Jongens & Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
Jongens & Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
Niveau
Niveau
Niveau
2
2
5
Bijna goed
2
Ster
10
23"
Opslag Forehand Tikken 3
3
5
Bijna goed
2
Muur
Ster
10
22"
Opslag Forehand Tikken 4
4
5
Goed
4
8
23"
3
3
4
Goed
4
8
22"
4
4
4
Goed
4
8
21"
5
5
4
BRONS
6
6
22"
4
4
3
Zeer goed
6
6
21"
5
5
3
Zeer goed
6
6
20"
6
6
3
Zeer goed
8
4
21"
5
5
2
ZILVER
8
4
20"
6
6
2
Uitstekend
8
4
19"
7
7
2
Uitstekend
10
2
20"
6
6
1
Uitstekend
10
2
19"
7
7
1
GOUD
10
2
18”30
8
8
1
Talent
12
0
19"
7
7
0
Talent
12
0
18"
8
8
0
Talent
12
0
18"
9
9
0
Jongens & Meisjes 12-14 jaar (sec. onderwijs)
Jongens & Meisjes 12-14 jaar (sec. onderwijs)
Jongens & Meisjes 12-14 jaar (sec. onderwijs)
Niveau
Niveau
Niveau
Punten Test 1 Test 2 Test 3 Test 4 Test 5 Muur
Ster
Punten Test 1 Test 2 Test 3 Test 4 Test 5
Opslag Forehand Tikken
Muur
Ster
Tennis
24"
Muur
Handbal
10
Opslag Forehand Tikken
Punten Test 1 Test 2 Test 3 Test 4 Test 5
Opslag Forehand Tikken
Muur
Ster
Opslag Forehand Tikken
Bijna goed
2
5
23"
2
2
5
Bijna goed
2
5
22"
3
3
5
Bijna goed
2
5
21"
4
4
5
Goed
4
4
22"
3
3
4
Goed
4
4
21"
4
4
4
Goed
4
4
20"
5
5
4
BRONS
6
3
21"
4
4
3
Zeer goed
6
3
20"
5
5
3
Zeer goed
6
3
19"
6
6
3
Zeer goed
8
2
20"
5
5
2
ZILVER
8
2
19"
6
6
2
Uitstekend
8
2
18"
7
7
2
Uitstekend
10
1
19"
6
6
1
Uitstekend
10
1
18"30
7
7
1
GOUD
10
1
17"30
8
8
1
Talent
12
0
18"
7
7
0
Talent
12
0
18"
8
8
0
Talent
12
0
17"
9
9
0
Gymnastiek
Ster
Punten Test 1 Test 2 Test 3 Test 4 Test 5
Basketbal
2
Muur
Punten Test 1 Test 2 Test 3 Test 4 Test 5
Badminton
Bijna goed
Punten Test 1 Test 2 Test 3 Test 4 Test 5
Voetbal
SCORETABEL ZILVER
29
Atletiek
SCORETABEL BRONS
Wielrennen
Scoretabellen Tennis
Voetbal Organisatie en voorbereiding: Sporters met een handicap: Alle tests zijn mogelijk voor deelnemers met een handicap, behalve voor rolstoelgebruikers, mits rekening te houden met de mogelijkheden van de deelnemer in kwestie. Bijvoorbeeld: De deelnemer met visuele handicap kan alle tests uitvoeren met een rinkelbal
Testbeschrijving: Test 1: Jongleren Materiaal: 1 bal Uitvoering: De speler houdt de bal in de lucht met de lichaamsdelen die in het voetbal toegelaten zijn. De poging eindigt als de bal de grond raakt. Elke speler krijgt 2 pogingen. De speler mag bij het begin de bal in zijn handen nemen. Hij/zij mag eveneens met de bal vanop de grond starten; in dat geval telt het eerste contact mee. Score: Het aantal opeenvolgende balcontacten wordt opgeteld. Het eindtotaal bedraagt de som van de 2 pogingen. Wanneer de speler de bal meer dan 100 keer geraakt heeft, stopt hij zijn poging. De speler kan dus maximaal 200 punten scoren. Tijdsduur: Maximum 3’ per speler.
Test 2: Slalomdribbel Materiaal: 1 bal, 9 slalompaaltjes (of hoedjes indien niet mogelijk), 1 lintmeter en 1 chronometer.
30
Materiaal: 1 bal (liefst 5 ballen), 1 lintmeter, een 30-tal hoedjes voor het weergeven van de cirkels en 1 kegel (20m markering)
Wielrennen
Zwemmen
Test 3: Halfhoge pas
Tijdsduur: Maximum 3’30’’ per speler (indien 10 ballen beschikbaar maximum 2’).
Volleybal
Materiaal: Minstens 1 bal (liefst 5 ballen), 6 paaltjes (of hoedjes), 1 lintmeter en 1 kegel)
Tennis
Voetbal
Uitvoering: De speler moet de bal vanop 20m afstand tussen 2 hoedjes trappen. De afstand tussen deze hoedjes bedraagt 2 meter. Naast dit poortje staan er langs beide kanten telkens 2 poortjes met een respectievelijke breedte van 3 en 4 meter. De speler krijgt 5 pogingen met elke voet (= in totaal 10 pogingen). Score: Afhankelijk van het poortje waar de bal doorgaat, krijgt de speler 3 (middelste poortje van 2m breed), 2 (poortje naast middelste = 3m breed) of 1 (buitenste poortje van 4m breed) punt(en). De maximale score die de speler kan behalen is 30 (3x5x2) punten. De bal dient eveneens de (denkbeeldige) lijn tussen de hoedjes te overschrijden, anders worden er geen punten toegekend. De som van de 10 pogingen (5 rechtervoet, 5 linkervoet) bepaalt de totale score.
Handbal
Tijdsduur: 3’ per speler (inclusief rustpauze van 2’ tussen beide pogingen).
Score: Afhankelijk van de plaats waar de bal voor het eerst de grond raakt, krijgt de speler 3 (binnenste cirkel = 3m), 2 (middelste cirkel = 6m) of 1 (buitenste cirkel = 9,15m) punt(en). De maximale score die de speler kan behalen is 30 (3x5x2) punten. De som van de 10 pogingen (5 rechtervoet, 5 linkervoet) bepaalt de totale score.
Test 4: Gericht trappen
Gymnastiek
Score: De testleider start de chronometer op het ogenblik van het door hem/haar gegeven startsignaal. Hij/zij stopt de tijd als de speler de startpaal bij het terugkeren passeert. Indien de speler een poortje overslaat of omver loopt, worden er 2 strafseconden bijgeteld. Alleen de beste tijd wordt weerhouden (in aantal seconden tot op 1/10 nauwkeurig).
bedragen. Indien er geen middencirkel beschikbaar is, dient ook deze cirkel gemaakt te worden. Het afmeten van de cirkels kan eenvoudig aan de hand van een touwtje. De speler staat op 20 meter afstand van de middenstip opgesteld en hij probeert de bal over een afstand van 20 meter in de lucht te trappen waarbij de bal zo dicht mogelijk bij de middenstip valt. De plaats waar de bal het eerst de grond raakt bepaalt de score. De speler krijgt 5 pogingen met elke voet (= in totaal 10 pogingen).
Badminton
Basketbal
Uitvoering: De middencirkel wordt ingedeeld in 3 sectoren waarbij de straal van de cirkels respectievelijk 3m, 6m en 9,15m
31
Atletiek
Uitvoering: De speler dient zo snel mogelijk met de bal aan de voet tussen 9 paaltjes heen- en terug te slalommen. De afstand tussen de paaltjes bedraagt 2 meter. De speler start naast de 1ste slalompaal. De speler krijgt 2 pogingen. Hij/zij krijgt tussen beide pogingen minimum 2 minuten rust.
Voetbal Tijdsduur: Maximum 3’30’’ per speler (indien 10 ballen beschikbaar maximum 2’).
Test 5: Leiden Materiaal: 3 ballen, minstens 2 kegels (liefst 4, om de eindlijn te maken), 1 lintmeter, 3 hoepels en 1 chronometer.
32
Uitvoering: De speler neemt plaats achter de (denkbeeldige) startlijn met een lengte van 2m in startklare houding (met de voorste voet achter de startlijn). De 3 ballen liggen op de startlijn naast elkaar. Na het startsignaal leidt de speler de eerste bal met de voet zo snel mogelijk naar de (denkbeeldige) eindlijn, op 10m afstand van de startlijn, en legt de bal stil in één van de 3 hoepels die achter deze lijn ligt. De hoepel grenst dus aan deze eindlijn. De speler loopt zonder bal terug naar de startlijn en herhaalt deze procedure met de 2de en de 3de bal die in de 2de en de 3de hoepel gelegd worden. De test eindigt wanneer de 3de bal in de 3de hoepel ligt. De test wordt tweemaal uitgevoerd. Score: De testleider start de chronometer op het ogenblik van het door hem/haar gegeven startsignaal. Hij/zij stopt de tijd als de 3de bal in de 3de hoepel ligt. Alleen de beste tijd wordt weerhouden (in aantal seconden tot op 1/10 nauwkeurig).
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be
Zwemmen Volleybal
Wielrennen
Scoretabellen Voetbal Halfhoge pas Gerichte trap
Test 5
Niveau
Punten
Leiden
Test 1
Test 2
Jongleren
Slalom
Test 3
Test 4
Halfhoge pas Gerichte trap
Test 5 Leiden
Bijna goed
2
10
24.0
4
15
33.5
Bijna goed
2
7
26.0
2
12
34.5
Goed
4
22
22.5
7
17
30.5
Goed
4
14
24.5
5
14
31.5
BRONS
6
36
21.0
11
19
27.0
BRONS
6
20
23.0
9
16
28.5
ZILVER
8
58
19.5
14
21
23.5
ZILVER
8
32
21.5
13
18
25.0
GOUD
10
74
18.0
19
23
20.0
GOUD
10
44
20.0
18
20
22.0
Talent
12
90
16.5
22
25
17.5
Talent
12
56
18.5
21
22
19.5
Test 3
Test 4
Test 5
Jongens 12-14 jaar (secundair onderwijs) Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Jongleren
Slalom
Voetbal
Slalom
Test 4
Tennis
Jongleren
Test 3
Handbal
Test 2
Meisjes 12-14 jaar (secundair onderwijs) Test 3
Test 4
Halfhoge pas Gerichte trap
Test 5
Niveau
Punten
Leiden
Test 1
Test 2
Jongleren
Slalom
Halfhoge pas Gerichte trap
Leiden
Bijna goed
2
14
23.0
7
17
32.0
Bijna goed
2
10
25.0
4
14
34.0
Goed
4
30
21.5
11
19
29.0
Goed
4
20
23.5
7
16
31.5
BRONS
6
44
20.0
14
21
26.0
BRONS
6
32
22.0
10
18
28.5
ZILVER
8
64
18.5
19
23
22.5
ZILVER
8
48
20.5
15
20
24.5
GOUD
10
82
17.0
23
25
19.0
GOUD
10
60
19.0
19
22
21.5
Talent
12
100
15.5
26
26
16.5
Talent
12
72
17.5
22
24
18.5
Gymnastiek
Test 1
Basketbal
Punten
Badminton
Niveau
Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
33
Atletiek
Jongens 10-12 jaar (lager onderwijs)
Volleybal Organisatie en voorbereiding: Ongeveer 25 deelnemers kunnen de volledige testbatterij afleggen in één uur. In deze tijd zit het uitleggen en uitvoeren van de oefeningen, alsook het doorschuiven tussen de verschillende standen begrepen. De volledige testbatterij kan afgenomen worden op één volleybalterrein met extra zijruimte en een muur. Sporters met een handicap: Alle tests zijn mogelijk voor deelnemers met een handicap, behalve voor blinde deelnemers, mits rekening te houden met de mogelijkheden van de deelnemer in kwestie. Bijvoorbeeld: Het bovenhands spelen kan al zittend uitgevoerd worden.
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be 34
Zwemmen Tijdsduur: Men krijgt 2 minuten om de test uit te voeren. De beste prestatie telt.
Suggesties: Gebruik voor de doelgroep 10 – 12 jaar liefst lichtere volleyballen of plastic ballen. Laat de deelnemers de test in groepjes van 2 uitvoeren, dan kunnen ze voor elkaar tellen. Meerdere groepjes kunnen de test tegelijk uitvoeren. Tijdsduur: Men krijgt 2 minuten om de test uit te voeren. De beste prestatie telt.
Wielrennen Volleybal Voetbal Tennis
Suggesties: Gebruik ballen die voldoende kaatsen. Laat de deelnemers de test in groepjes van 2 uitvoeren, dan kunnen ze voor elkaar tellen. Meerdere groepjes kunnen de test tegelijk uitvoeren. Score: Opgooien – bal laten botsen – onderhands spelen – vangen = 1 punt Opgooien – bal laten botsen – onderhands spelen – onderhands spelen – vangen = 2 punten …
Handbal
Suggesties: Gebruik voor de doelgroep 10 – 12 jaar liefst lichtere volleyballen of plastic ballen. Laat de deelnemers de test in groepjes van 2 uitvoeren, dan kunnen ze voor elkaar tellen. Meerdere groepjes kunnen de test tegelijk uitvoeren.
Uitvoering: Nauwkeurigheid van het toetsen. De deelnemer gooit de bal op en toetst de bal continu in het vierkant tegen de muur. Om de test correct te beëindigen vangt de deelnemer op het einde van de reeks de bal met beide handen. De bal moet in het vierkant getoetst worden of de lijnen van het vierkant raken. De bal moet met beide handen gevangen worden om de test correct te beëindigen. Men voert de test uit van achter de lijn die op de grond is aangebracht.
Uitvoering: Beheersing. De deelnemer gooit de bal op, laat de bal éénmaal botsen en speelt de bal continu onderhands. Om de test correct te beëindigen vangt de deelnemer op het einde van de reeks de bal met beide handen. De deelnemer speelt de bal steeds minstens 1,5 meter boven het hoofd. De bal moet met beide handen gevangen worden om de test correct te beëindigen.
Gymnastiek
Uitvoering: Beheersing van het toetsen. De deelnemer gooit de bal op en toetst de bal continu boven het hoofd. De bal wordt steeds minstens 1,5 meter boven het hoofd getoetst. De bal moet met beide handen gevangen worden om de test correct te beëindigen.
Materiaal: 1 volleybal per deelnemer
Tijdsduur: Men krijgt 2 minuten om de test uit te voeren. De beste prestatie telt.
Basketbal
Materiaal: 1 volleybal per deelnemer
Materiaal: 1 volleybal per deelnemer, tape Breng op 1m van de muur met tape een lijn op de grond aan. Breng op de muur een vierkant van 70 cm x 70 cm met tape aan. Doelgroep 10 – 12 jaar: onderlijn van het vierkant op 2m van de grond. Doelgroep 12 – 14 jaar: onderlijn van het vierkant op 3m van de grond.
TEST 3: Onderhands spelen
Badminton
TEST 1: Bovenhands spelen
TEST 2: Set-up
35
Atletiek
Testbeschrijving:
Volleybal
Tijdsduur: 1 minuut per deelnemer
TEST 4: Opslag Materiaal: 10 volleyballen Nethoogte: 2,15 m Doelgroep 10 – 12 jaar Terrein van 6m breed x 12m lang met in het midden een volleybalnet Doelgroep 12 – 14 jaar Terrein van 3m breed x 12m lang met in het midden een volleybalnet Uitvoering: Techniek en nauwkeurigheid. Men slaat de bal op over het net. Men slaat 10 maal op waarvan minimaal 4 maal bovenhands. De overige opslagen mogen onderhands gegeven worden. Men slaat op van achter de achterlijn van het terrein. De bal moet binnen het terrein aan de overkant van het net botsen. De lijn raken is ook binnen. Suggesties: Laat de deelnemers de test in groepjes van 2 uitvoeren, dan kunnen ze voor elkaar tellen. Meerdere groepjes kunnen de test tegelijk uitvoeren. Score: Het aantal correct uitgevoerde opslagen (onderhands en bovenhands samengeteld), bepaalt de uiteindelijke score.
36
TEST 5: Aanval Materiaal: 1 volleybal per deelnemer Tape Met tape een lijn op de grond en een lijn op de muur. Met tape een lijn op de grond aanbrengen op 2,5m van de muur. Met tape een lijn op de muur aanbrengen op 1m van de grond.
Score: Doelgroep 10 – 12 jaar: Opgooien tegen muur – bal laten botsen – bal naar grond slaan en tegen muur laten kaatsen – vangen = 1 punt Opgooien tegen muur – bal laten botsen – bal naar grond slaan en tegen muur laten kaatsen – bal laten botsen – bal naar grond slaan en tegen muur laten kaatsen – vangen = 2 punten … Doelgroep 12 – 14 jaar: Opgooien tegen muur – bal laten botsen – bal naar grond slaan en tegen muur laten kaatsen – vangen = 1 punt Opgooien tegen muur – bal laten botsen – bal naar grond slaan en tegen muur laten kaatsen – bal naar grond slaan en tegen muur laten kaatsen – vangen = 2 punten … Opgelet: Bij de doelgroep 12 – 14 jaar geen tussenbots om 2 punten te scoren. Tijdsduur: Men krijgt 2 minuten om de test uit te voeren. De beste prestatie telt.
Uitvoering: Beheersing. Men gooit de bal op tegen de muur, laat de bal botsen en smasht de botsende bal naar de grond terug tegen de muur. Men start de test van achter de lijn die op de grond is aangebracht. De bal moet de muur raken boven de lijn die op de muur is aangebracht. De bal moet met beide handen gevangen worden om de test correct te beëindigen. Suggesties: Gebruik ballen die voldoende kaatsen. Laat de deelnemers de test in groepjes van 2 uitvoeren, dan kunnen ze voor elkaar tellen. Meerdere groepjes kunnen de test tegelijk uitvoeren.
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be
Zwemmen Volleybal
Wielrennen
Scoretabellen Volleybal Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Bovenhands
Set-up
Onderhands
Opslag
Aanval
Bijna goed
2
1
1
1
1
1
Goed
4
2
2
2
2
2
BRONS
6
3
3
3
3
3
zilver
8
5
5
4
5
4
goud
10
7
7
5
7
5
Talent
12
8
8
6
8
6
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Bovenhands
Set-up
Onderhands
Opslag
Aanval
Tennis
Punten
2
2
2
2
1
2
Goed
4
3
3
3
2
3
BRONS
6
4
4
4
3
4
zilver
8
7
7
5
5
5
goud
10
9
9
6
7
6
Talent
12
10
10
7
8
7
Gymnastiek
Bijna goed
Basketbal
Punten
Badminton
Niveau
Handbal
Jongens & Meisjes 12-14 jaar (sec. onderwijs)
37
Atletiek
Niveau
Voetbal
Jongens & Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
Wielrennen Organisatie en voorbereiding: Opgelet: de proeven (wielrennen) verschillen per fase. Sporters met een handicap: Alle tests zijn mogelijk voor deelnemers met een handicap, behalve voor blinde deelnemers, mits rekening te houden met de mogelijkheden van de deelnemer in kwestie. Bijvoorbeeld: - Een rolstoelgebruiker kan de proeven uitvoeren in een handbike of in een rolstoel - Een deelnemer met slechter evenwicht raakt bij de tik-proef de stoelen niet aan, maar rijdt er gewoon langs.
Testbeschrijving BRONS: Test 1: Slalom Materiaal: 1 chronometer, tape, 15 kegels Uitvoering: Over een afstand van 30m wordt om de 2m een kegel geplaatst. Na de start wordt een slalom tussen de kegels gefietst, het terugkomen gebeurt in rechte lijn naast de kegels. De tijd loopt vanaf de startlijn tot het opnieuw overschrijden van de lijn. Tijdens de slalom mag geen kegel omver gereden, worden, noch een voet aan de grond gezet worden. Straftijden: • Kegel omverrijden = + 3 sec • Kegel overslaan = + 5 sec • Voet op de grond plaatsen = + 5 sec 30 m
start aankomst
Test 2: Behendigheid Materiaal: 1 chronometer, tape, kegels
afstand = 0,5 m
start
38
40 m
plank van 4mx15cm
Uitvoering: De deelnemers fietsen doorheen een behendigheidscircuit Aankomst m van 40 meter (zie20 tekening) en eindigen de test met het rijden over een plank (of tussen 2 lijnen) van 4m lengte en 15cm breedte. De tijd loopt vanaf het overschrijden van de startlijn en stopt op het moment dat de eindlijn
start
Zwemmen
10 m
aankomst
=
stoel
30 m
40 m
afstand = 0,5 m
plank van 4mx15cm
start
Materiaal: 1 chronometer, tape, 5 kegels
40 m
Aankomst
20 m
40 m afstand = 0,5 m
plank van 4mx15cm
start
Aankomst
20 m
30 m
startTik-proef Test 3:
Uitvoering: Na het startsein wordt gefietst tot aan de eerste kegel, daar steekt de fietser zijn linkerhand in de lucht en fietst verder met 1 hand aan het stuur. Na de tweede kegel fietst men opnieuw verder met 2 handen aan het stuur, 40 m en draait men achter het keerpunt. Tussen de twee start volgende kegels steekt de fietser zijn rechterhand in 10de m lucht. De tijd loopt van start tot einde. In de aangeduide aankomst zones mag alleen met de betreffende hand aan het stuur worden gefietst. =
aankomst
rechterhand
Straftijden: • Buiten de afgebakende zones rijden met het voorwiel = per keer + 3 sec • Fakkel laten vallen = + 3 sec • Voet aan de grond = + 3 sec 10 m
20 m
start aankomst
stoel
aankomst
0,5 m
Straftijden: • Hand te snel aan stuur = + 3 sec • Voet aan de grond = + 5 sec
20 m
40 m
Straftijden: linkerhand start • Voet aan de grond plaatsen =rechterhand + 3 sec aankomst • Buiten de afgebakende zone rijden = + 5 sec 10 m
Handbal
linkerhand
aankomst
start
start 10 m
aankomst
Gymnastiek
rechterhand
10 m
aankomst 30 m
20 m
Test 5: Rij de ring
start
40 m
=
40 m
start
Materiaal: 1 chronometer, tape, aflossingsstok of fakkel
20 m
Diameter 10 m
Uitvoering: aankomst De fietser start en neemt de fakkel (stok) uit de handen van een begeleider (of van op een tafeltje). Hij/zij rijdt 0,5 m rond de contouren van een Olympische ring met de fakkel 15 m Diameter 10 m in de hand. Deze cirkel heeft een diameter van 10m en aan de buitenkant een ‘fietszone’ van een halve meter
Basketbal
start
10 m Uitvoering: aankomst In een afgebakende zone (40m x 10m) staan zes stoelen willekeurig verspreid. De fietser moet zo snel mogelijk 40 m = stoel met de hand de zes stoelen aanraken zonder daarbij een voet op de grond te plaatsen of buiten de afgebakende afstand = 0,5 m plank van 4mx15cm start zone te komen. De tijd start als de deelnemer aan de startlijn vertrekt en stopt als de zes stoelen getikt zijn en hij/zij terug de lijn overschrijdt. Aankomst
15 m
= lopen met de fiets aanons de dem de zij tratiefilmpjes Bekijk = fietsen op www.jeugdolympiade.be
Badminton
40 m
40 m
start
20 m
10 m
10 m
aankomst loopzone
stoel
39
Atletiek
Materiaal: 1 chronometer, tape, 6 stoelen
start
Volleybal
linkerhand
Voetbal
Straftijden: • Kegel aanraken = + 3 sec • Kegel omverrijden = + 5 sec • Buiten de zone rijden = + 5 sec
breed. De bedoeling is om met het voorwiel binnen deze fietszone te blijven en zo de ganse cirkel rond te fietsen in een zo kort mogelijke tijdspanne. De tijd wordt gemeten vanaf de fietser de startlijn overschrijdt tot het moment destart fietser de aankomstlijn overschrijdt.
Wielrennen
Test 4: Links-rechts
Tennis
startwordt. De kegels of de lijnen mogen overschreden niet geraakt worden. aankomst
start
40 m
0,5 m
start 15 m
10 m
Diameter 10 m
aankomst
Wielrennen =
stoel
Testbeschrijving ZILVER:
mogelijk naar de ‘loopzone’. Voor deze zone stapt hij/ zij van de fiets, loopt tot het einde van de loopzone en stapt pas terug op de fiets als hij/zij buiten deze zone is. Na het keerpunt doet hij/zij juist hetzelfde (lopen door de start aankomst 30 m ‘loopzone’). De tijd wordt gestopt als de deelnemer al fietsend de eindlijn overschrijdt.
linkerhand
Straftijden: • Te laat afstappen voor de loopzone = + 5 sec • Te vroeg opstappen voor het einde van de loopzone = + 5 sec
Testaankomst 1: Sur place
rechterhand
10 m
20 m
Materiaal: 1 chronometer, tape
= lopen met de fiets aan de zij = fietsen
Uitvoering: De fietser start achter de lijn, eenmaal het achterwiel over de lijn is, begint de tijd te lopen. De fietser probeert zo startte rijden zonder de voeten op de grond traag mogelijk te plaatsen. De tijd stopt pas als het achterwiel volledig aankomst over de aankomstlijn is. De bedoeling is dus om zo lang 0,5 m mogelijk te rijden over de afstand. De maximum tijd die mag gereden worden is 3’. Achterwaarts rijden de 15 m Diameter 10of m voeten op de grond plaatsen is niet toegelaten. Straftijden: • Voet op de grond plaatsen = - 10 sec
start
aankomst 30 m
Test 2: Op- en afstappen Materiaal: 1 chronometer, tape of kegels = lopen met de fiets aan de zij = fietsen
Uitvoering: 40 m De fietser staat achter20de startlijn en snel m 10 m fietst zo 10 m start
40
40 m
start
20 m
10 m
10 m
aankomst loopzone
Test 3: Werpen van op de fiets Materiaal: 1 chronometer, tape of kegels, 8 tennisballen, 1 emmer start gevuld met bodempje zand aankomst Uitvoering: 20 m 3m Bij deze proef tracht de10 mfietser al rijdend zoveel mogelijk tennisballen in een emmer te gooien. Vanaf de startlijn rijdt de fietser naar een tafel waar 8 tennisballen op liggen. Hij neemt 1 bal, fietst ermee tot de ‘werplijn’ en hij probeert de bal in de emmer te gooien (van op 1m afstand). Nadien fietst hij terug naar de tafel om een andere tennisbal te halen voor een 40 m volgende poging. Overbrengen De fietser tracht zoveel mogelijk drinkbus tennisballen in de emmer start te werpen zonder de voeten op de grond te plaatsen. aankomst stoel stoel 10 m 10 m en er toch 20 mterug uitbotst Een bal die in de emmer belandt is een geldig punt. (De emmer dient gevuld te worden met zand)
aankomst
40 m
loopzone
40 m 20 m
start
40 m
start
= lopen met de fiets aan de zij aankomst = fietsen
start
10 m
10 0,5 m m
15 m
aankomst
Diameter 10 m
loopzone Strafpunten: • Voet op de grond plaatsen = -1 punt • Wie een bal laat vallen voor hij geworpen heeft (bijvoorbeeld bij het wegnemen van de tafel) mag de bal niet oprapen en verliest dus een poging.
start start
aankomst 30 m
aankomst 10 m
20 m
3m
Test 4: Chronorace = lopen met de fiets aan de zij = fietsen
Materiaal: 40 m 20 m 10 m 1 chronometer, 2 stoelen, 1 drinkbus, 1 kegel10 m 40 m start Overbrengen Uitvoering: drinkbus start aankomst aankomst Er wordt zo snel mogelijkstoelgefietst loopzone tot de eerste stoel waar stoel m 10 m m een voorwerp op is10 geplaatst (bij voorkeur20een gevulde drinkbus). De fietser neemt deze drinkbus (zonder de voeten op de grond te plaatsen) en verplaatst ze naar de tweede stoel, waar hij tracht de drinkbus op te plaatsen 40 m zonder dat deze omvalt. Hij/zij rijdt daarna zo snel start mogelijk naar het keerpunt (rond de kegel). In het aankomst start terugkeren voert de fietser dezelfde opdracht uit en tracht de drinkbus terug naar de eerste stoel te 20 m 5m 10 m aankomst verplaatsen. De tijd stopt als de deelnemer over de 10 m 20 m 3m eindlijn fietst. Straftijden: • Voet aan de grond plaatsen = + 3 sec • Drinkbus laten vallen = + 5 sec 20 m
10 m 30 m
40 m
start start aankomst aankomst
Overbrengen drinkbus
stoel 10 m
4m
stoel 10 m
20 m
Zwemmen
= lopen met de fiets aan de zij = fietsen 40 m 40 m
10 m
start aankomst
Test 1: Cyclobal 10 m
Materiaal: 1 chronometer, 9 kegels Uitvoering: start De fietser rijdt naar de eerste zone (vierkant van 5m x 5m) waar hij zijn fiets neerlegt en rond de vier kegels van dezeaankomst eerste zone loopt. Hij stapt terug op de fiets en rijdt naar de tweede10 mzone. Daar legt20 mhij/zij opnieuw 3m de fiets neer en loopt terug rond de vier kegels van deze zone. Nu rijdt de fietser rond de kegel aan het keerpunt en herhaalt de opdrachten op de terugweg. Uiteindelijk zal de fiets 4 keer in een zone gelegd worden (+ rond de zone gelopen worden waarin de fiets ligt). De tijd wordt gestopt als de aankomstlijn 40 m opnieuw wordt overschreden. Overbrengen drinkbus
Straftijden: 10 m 10 m • Fiets ligt buiten de zone = + 5 sec • Kegel omver lopen = + 5 sec stoel
stoel 20 m
3m
Materiaal: 6 voetballen, 3 kegels Uitvoering: De fietser start achter de lijn 40enm rijdt naar de 6 voet Overbrengen drinkbus ballen start die naast elkaar achter een lijn liggen. Hij/zij aankomst trapt de eerste bal naar stoel het doel stoel(tussen de 2 kegels). 10 m 10 m 20 m Na deze eerste doelpoging keert de fietser terug richting startlijn en fietst rond de kegel, waarna hij/zij met de tweede bal een doelpunt tracht te scoren. De fietser herhaalt dit tot de 6 voetballen weggeschopt 40 m zijn. Opgepast: Er is geen tijdslimiet voor deze start oefening. De fietser tracht zoveel mogelijk doelpunten aankomst te maken, maar mag de voeten evenwel niet op de grond plaatsen tijdens de 5volledige oefening! 20 m m 10 m
20 m
10 m
30 m
start 4m
Straftijden: aankomst • Kegel niet raken: + 3 sec • Kegel omver duwen: + 3 sec • Voet op de grond plaatsen: + 3 sec 10 m
start aankomst
x5
Straftijden: • Voet op de grond plaatsen = -1 punt
Gymnastiek
start aankomst
20 m
Wielrennen
aankomst
Uitvoering: De fietser vertrekt aan de eerste kegel en probeert zo 20 m 5m 10 m snel mogelijk 5 keer rond de (gelijkzijdige) driehoek te fietsen. Elke kegel (kegel is minstens 0,5m hoog) waar hij/zij langskomt moet aangetikt worden met de hand, zonder dat de kegel omvalt. De fietser moet dus in totaal 15 maal een kegel aantikken. Tussen de kegels door zal hij/zij zo snel mogelijk moeten fietsen om in een zo kort mogelijk tijdspanne 5 keer het parcours af te leggen.
Volleybal
loopzone
Voetbal
Testbeschrijving GOUD:
Test 5: Loop - fiets
Tennis
start
aankomst
Handbal
10 m
40 m
20 m
Test 3: Sur place
10 m
start
30 m
20 m
5m
10 m
start 4m
30 m
aankomst
Materiaal: 1 chronometer, tape
Basketbal
start aankomst
20 m
10 m
10 m Test 2: Rond de driehoek
30 m
start
start
4m
aankomst
x5
aankomst Materiaal: 1 chronometer, 3 kegels
Uitvoering: De fietser start startachter de lijn, eenmaal het achterwiel over de lijn is, begint de tijd te lopen. Hij/zij probeert zo aankomst traag mogelijk te rijden zonder de voeten op de grond te plaatsen. De tijd stopt pas als het achterwiel volledig over de aankomstlijn 10is.m De bedoeling is dus om zo10 lang 15 m 15 m m mogelijk te rijden over de afstand. De maximum tijd die mag gereden worden is 3 minuten. Achterwaarts rijden of de voeten op de grond plaatsen is niet toegelaten.
Badminton
aankomst
41
Atletiek
start
20 m
start
10 m
4m
start aankomst
Wielrennen
aankomst
x5 40 m
start aankomst
Test 5: Combinatieproef
Straftijden: 20 m 5m 10 m • Voet op de grond plaatsen = 10 sec
10 m
Materiaal: start x5 1 chronometer, aankomst tape, 16 kegels start
aankomst
30 m
20 m
10 m 30 m
Test 4:startDe lijn proef 4m
start aankomst
Materiaal: aankomst 1 chronometer, tape, 7 kegels Uitvoering: 10 m 15 m 15 m 10 m De fietser start achter de startlijn en10fietst zo snel m mogelijk tot aan de eerste lijn, waar hij/zij van de fiets stapt. start Hij/zij tracht, door xde 5 fiets eventjes op te heffen, over de lijn aankomst te stappen/lopen, zonder de lijn (met fiets of voeten) aan te raken. Een deelnemer die heel behendig is, mag trachten 20 m 15 m met de fiets over de lijn te springen, zonder af te stappen. Hij looptstart evenwel het risico de lijn te raken. loopzone Bedoeling is om dit parcours zo snel mogelijk af te leggen zonder de lijnen te raken. Noch met de voeten, noch met de fiets. Tussen de lijnen dient de deelnemer steeds te fietsen. start aankomst
Uitvoering: De fietser dient een combinatie van proefjes feilloos af te leggen in een zo snel mogelijke tijd. Indien hij/zij bepaalde dingen niet juist uitvoert wordt straftijd aangerekend. • Slalom tussen 10 kegels op 2m van elkaar geplaatst • Afstappen voor de loopzone, erdoor lopen, en terug 30 m startna de loopzone aankomst opstappen • Smalle doorgang rond de kegel • 5 kegels (hoogte minstens 0,5m) aanraken met de hand • Sprint tot over de eindlijn Straftijden:start Slalom: aankomst Loopzone: Kegels tikken:
• Kegel omver rijden: + 5 sec • Voet op de grond plaatsen : + 5 sec • Binnen deze zone fietsen: + 5 sec • Smalle doorgang: 10 m 15 m 15 m 10 m • Buiten de lijnen rijden: + 5 sec • Kegel niet aanraken: + 5 sec • Voet op de grond plaatsen: + 5 sec • Kegel valt om: + 5 sec
0,5 m aankomst
30 m
Straftijden: • Lijn aanraken met de voet = + 5 sec • Lijn aanraken met de fiets = + 3 sec
20 m
start
15 m
loopzone
start aankomst
aankomst
10 m
15 m
15 m
10 m
42 20 m
15 m
0,5 m
Zwemmen
Scoretabellen Wielrennen Test 5
Slalom
Behendig
Tik
L-R
Ring
Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Sur place
Op-afst.
Werpen
Chrono
Loop-fiets
Bijna goed
2
45”
35”
50”
35”
45”
Bijna goed
2
40”
46”
0
55”
2’10”
Goed
4
40”
30”
45”
30”
40”
Goed
4
50”
42”
1
50”
2’
BRONS
6
34”
25”
40”
25”
35”
Zeer goed
6
1’
38”
2
45”
Zeer goed
8
30”
20”
35”
20”
30”
ZILVER
8
1’10”
34”
3
Uitstekend
10
27”
18”
30”
15”
25”
Uitstekend
10
1’30”
30”
Talent
12
24”
16”
25”
10”
20”
Talent
12
1’50”
28”
Jongens 12-14 jaar (sec. onderwijs)
Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Test 4
Test 5
Cyclobal Driehoek Sur place Lijnproef
Combi
Bijna goed
2
0
1’55”
50”
1’10”
42”
Goed
4
1
1’45”
1’
1’05”
40”
1’50”
Zeer goed
6
2
1’35”
1’10”
1’
38”
40”
1’40”
Uitstekend
8
3
1’25”
1’20”
55”
34”
4
35”
1’30”
GOUD
10
4
1’15”
1’30”
50”
32”
5
30”
1’20”
Talent
12
6
1’05”
2’
45”
30”
Jongens 12-14 jaar (sec. onderwijs)
Jongens 12-14 jaar (sec. onderwijs)
Bijna goed
2
43”
30”
47”
32”
42”
Bijna goed
2
50”
44”
0
53”
2’10”
Bijna goed
2
0
1’50”
1’
1’05”
40”
Goed
4
38”
25”
42”
27”
38”
Goed
4
1’
40”
1
48”
2’05”
Goed
4
1
1’40”
1’10”
1’
38”
BRONS
6
32”
20”
39”
22”
33”
Zeer goed
6
1’10”
36”
2
43”
1’55”
Zeer goed
6
2
1’30”
1’20”
55”
36”
Zeer goed
8
28”
18”
32”
17”
28”
ZILVER
8
1’15”
32”
3
38”
1’35”
Uitstekend
8
3
1’20”
1’30”
50”
34”
Uitstekend
10
25”
16”
29”
14”
23”
Uitstekend
10
1’35”
28”
4
33”
1’25”
GOUD
10
4
1’10”
1’40”
45”
32”
Talent
12
22”
14”
22”
11”
18”
Talent
12
2’
26”
5
28”
1’15”
Talent
12
6
1’
2’10”
35”
28”
Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
Meisjes 10-12 jaar (lager onderwijs)
Bijna goed
2
45”
30”
50”
35”
45”
Bijna goed
2
40”
44”
0
55”
2’10”
Goed
4
40”
25”
45”
30”
40”
Goed
4
50”
40”
1
50”
2’
BRONS
6
34”
20”
40”
25”
35”
Zeer goed
6
1’
36”
2
45”
Zeer goed
8
30”
18”
35”
20”
30”
ZILVER
8
1’10”
32”
3
Uitstekend
10
27”
16”
30”
15”
25”
Uitstekend
10
1’30”
28”
Talent
12
24”
14”
25”
10”
20”
Talent
12
1’50”
26”
Meisjes 12-14 jaar (sec. onderwijs) Bijna goed
2
45”
Goed
4
40”
BRONS
6
34”
Zeer goed
8
30”
Uitstekend
10
Talent
12
30”
Bijna goed
2
0
1’50”
50”
1’10”
40”
Goed
4
1
1’40”
1’
1’05”
38”
1’50”
Zeer goed
6
2
1’30”
1’10”
1’
36”
40”
1’40”
Uitstekend
8
3
1’20”
1’20”
55”
34”
4
35”
1’30”
GOUD
10
4
1’10”
1’30”
50”
32”
5
30”
1’20”
Talent
12
6
1’
2’
40”
28”
50”
1’10”
40”
Meisjes 12-14 jaar (sec. onderwijs)
50”
35”
45”
Bijna goed
2
40”
44”
25”
45”
30”
40”
20”
40”
25”
35”
Goed
4
50”
Zeer goed
6
1’
18”
35”
20”
30”
ZILVER
8
27”
16”
30”
15”
25”
Uitstekend
24”
14”
25”
10”
20”
Talent
Volleybal
Test 4
Voetbal
Test 3
Tennis
Test 2
Handbal
Test 1
Gymnastiek
Punten
Jongens 10-12 jaar (lager onderwijs)
Basketbal
Niveau
Jongens 10-12 jaar (lager onderwijs)
Meisjes 12-14 jaar (sec. onderwijs)
0
55”
2’10”
Bijna goed
2
0
1’50”
40”
1
50”
2’
Goed
4
1
1’40”
1’
1’05”
38”
36”
2
45”
1’50”
Zeer goed
6
2
1’30”
1’10”
1’
36”
1’10”
32”
3
40”
1’40”
Uitstekend
8
3
1’20”
1’20”
55”
34”
10
1’30”
28”
4
35”
1’30”
GOUD
10
4
1’10”
1’30”
50”
32”
12
1’50”
26”
5
30”
1’20”
Talent
12
6
1’
2’
40”
28”
Badminton
Jongens 10-12 jaar (lager onderwijs)
SCORETABEL GOUD
Wielrennen
SCORETABEL ZILVER
43
Atletiek
SCORETABEL BRONS
Zwemmen Organisatie en voorbereiding: Circuitvorm: 5 proeven over 4 zwembanen, 5 medewerkers en 1 coördinator. Duur: +/- 1 uur d.w.z. ongeveer 8 minuten per test, doorschuiven op signaal in wijzerzin. Aantal deelnemers: 50 tot 75 deelnemers d.w.z. 10 tot 15 deelnemers per test. Per post: 1 medewerker voorzien van klepmap / balpen / scorefiche per test/ invulkaarten deelnemers / ander nodige materiaal. Sporters met een handicap: Alle tests zijn mogelijk voor deelnemers met een handicap, mits rekening te houden met de mogelijkheden van de deelnemer in kwestie. Bijvoorbeeld: - Een deelnemer met visuele handicap voert test 2 uit aan de zijde van een ziende begeleider - De deelnemer met mindere beenkracht gebruikt een ‘vlotter’ bij het watertrappen.
Testbeschrijving BRONS: Test 1: Onder water zwemmen Materiaal: Kegels, referentie punten op de kade Uitvoering: De zwemmer vertrekt in het water, duwt zich af en zwemt zo ver mogelijk onder water. (Één voor één uitvoeren)
Test 2: Voorwerpen ophalen Materiaal: Voorwerpen (+/-10 stuks) in het zwembad op minimum 1,5 meter diepte en 1 meter van de kant Uitvoering: De zwemmer gaat te water (niet duiken) en probeert zo veel mogelijk voorwerpen op te halen gedurende 1 minuut. Er mag slechts 1 voorwerp per duik naar boven worden gebracht, 2 à 3 zwemmers kunnen samen de oefening uitvoeren.
Test 3: Snelheidstest 25m Materiaal: Chronometer Uitvoering: De zwemmer springt of duikt in het water en zwemt zo snel mogelijk 25m in zwemslag naar keuze. (Één voor één uitvoeren)
44
Zwemmen Materiaal: Kegels, referentie punten op de kade
Materiaal: Chronometer
Uitvoering: De zwemmer watertrappelt (beenbeweging uitvoeren in verticale houding) zo lang mogelijk. De zwemmer moet zijn handen boven water houden. (De helft van de groep samen uitvoeren)
Uitvoering: De zwemmer vertrekt in het water, duwt zich af en zwemt zo ver mogelijk onder water. (Één voor één uitvoeren)
Uitvoering: De zwemmer springt of duikt in het water en zwemt zo snel mogelijk 100m in crawl, schoolslag of rugslag. (Één voor één uitvoeren)
Uitvoering: De zwemmer start vanuit het water los van de muur en zwemt op de rug met benen schoolslag of rugslag met een gewicht van 1-2 kg (bv een pet fles van 1,5L of 2L) die hij/zij boven water houdt (ipv de reddingspop). (Één voor één uitvoeren)
Uitvoering: De zwemmer vertrekt in het water, duwt zich af en zwemt met de benen (met plank) zo snel mogelijk 50m in schoolslag of crawl. (Één voor één uitvoeren)
Test 3: Reddend zwemmen - pop
Tennis
Materiaal: PET-flessen (1,5 of 2 L) gevuld met water
Materiaal: Chronometer, zwemplank
Test 5: Watertrappen Materiaal: Chronometer Uitvoering: De zwemmer watertrappelt (beenbeweging uitvoeren in verticale houding) zo lang mogelijk. De zwemmer moet zijn handen boven water houden. (De helft van de groep samen uitvoeren)
Handbal
Test 5: Reddend zwemmen - fles
Test 2: 50m test in benen
Voetbal
Materiaal: Chronometer
Volleybal
Test 4: 100m zwemslag nr keuze
Gymnastiek
Test 1: Onder water zwemmen
Materiaal: 1 redderspop
Basketbal Badminton
Bekijk de demonstratiefilmpjes op www.jeugdolympiade.be
Uitvoering: De zwemmer start vanuit het water los van de muur en zwemt zo ver mogelijk op de rug (met benen schoolslag of rugslag) met een pop waarvan hij/zij het hoofd (van de pop) boven water houdt. (Één voor één uitvoeren)
45
Atletiek
Test 4: Watertrappen
Wielrennen
Testbeschrijving ZILVER:
Zwemmen Testbeschrijving GOUD: Test 1: Onder water zwemmen Materiaal: Kegels, referentie punten op de kade Uitvoering: De zwemmer vertrekt in het water, duwt zich af en zwemt zo ver mogelijk onder water. (Één voor één uitvoeren)
Test 2: Reddend zwemmen - pop
Materiaal: 2 redderspoppen Touw van 5m Uitvoering: De zwemmer springt in het water haalt de pop van de bodem in het ondiepe gedeelte van het bad en zwemt zo ver mogelijk op de rug in benen schoolslag of rugslag met de pop waarvan hij/zij het hoofd (van de pop) boven water houdt. (Één voor één uitvoeren)
46
Test 3: 75m wisselslag Materiaal: Chronometer Uitvoering: De zwemmer zwemt 75 meter in 3 verschillende zwemslagen (rug, ss en cr) en doet dit binnen een bepaalde vooropgestelde tijd. (vertrekken met minimum 4 zwemmers tegelijkertijd)
Test 4: 200m in zwemslag naar keuze Materiaal: Chronometer Uitvoering: De zwemmer zwemt zo snel mogelijk 200 meter en doet dit binnen een bepaalde vooropgestelde tijd. (vertrekken met ongeveer 15sec tussen elke zwemmer)
Test 5: Watertrappen met gewicht boven het hoofd Materiaal: 10 PET-flessen (1,5 of 2 L) gevuld met water Chronometer Uitvoering: De zwemmer watertrappelt (beenbeweging uitvoeren in verticale houding) zo lang mogelijk. De zwemmer moet een gewicht (PET fles van 1,5 L gevuld met water) boven zijn/haar hoofd houden. (De helft van de groep samen uitvoeren)
Zwemmen 200m.
Watertrap.
2min20
5min40
20 sec
Onder water Reddend 75m. wis. Bijna goed
2
Goed
4
14m
9m
2min10
5min25
30 sec
Zeer goed
6
16m
12m
1min55
5min
40 sec
Uitstekend
8
18m
15m
1min40
4min45
50 sec
Goud
10
20m
18m
1min30 4min20
1 min
12
25m
22m
1min20
4min
1min15
Test 4
Test 5
200m.
Watertrap.
12m
6m
SCORETABEL BRONS
SCORETABEL ZILVER
Talent
jongens en meisjes 10 - 12 jaar (basisonderWijs)
jongens en meisjes 10 - 12 jaar (basisonderWijs)
jongens 12-14 jaar (sec. onderwijs)
Niveau
Niveau
Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Onder water Vwp oph.
Test 3 25m
Test 4
Test 5
Punten
Watertrap. Reddend
Test 1
Test 2
Test 3
Onder water 50m benen Reddend
Test 4
Test 5
100m.
Watertrap.
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Onder water Reddend 75m. wis.
Bijna goed
2
6m
6 vw
38 sec
35 sec
9m
Bijna goed
2
6m
1min50
6m
2min45
35 sec
Bijna goed
2
13m
9m
2min05
4min35
30 sec
Goed
4
10m
9 vw
32 sec
45 sec
12m
Goed
4
10m
1min35
9m
2min30
45 sec
Goed
4
16m
12m
1min55
4min20
45 sec
BRONS
6
15m
12 vw
26 sec
1 min
18m
Zeer goed
6
15m
1min25
12m
2min20
1 min
Zeer goed
6
19m
15m
1min40
4min05
1 min
3min50
1min15
Zeer goed
8
18m
14 vw
22 sec
1min20
20m
ZILVER
8
18m
1min20
15m
2min10
1min20
Uitstekend
8
22m
18m
1min25
Uitstekend
10
20m
17 vw
19 sec
1min40
22m
Uitstekend
10
20m
1min15
18m
1min45
1min50
Goud
10
25m
22m
1min15 3min30 1min30
Talent
12
25m
20 vw
17 sec
2min
25m
Talent
12
25m
1min05
22m
1min30
2min20
Talent
12
30
25m
1min05
jongens en meisjes 12-14 jaar (sec. onderwijs)
jongens en meisjes 12-14 jaar (sec. onderwijs)
MEISJES 12-14 jaar (sec. onderwijs)
Niveau
Niveau
Niveau
Punten
Test 1
Test 2
Onder water Vwp oph.
Test 3 25m
Test 4
Test 5
Punten
Watertrap. Reddend
Test 1
Test 2
Test 3
Onder water 50m benen Reddend
Test 4
Test 5
100m.
Watertrap.
Wielrennen
Test 5
Punten
Test 1
Test 2
Test 3
Onder water Reddend 75m. wis.
3min10
1min45
Test 4
Test 5
200m.
Watertrap.
Bijna goed
2
8m
10 vw
30 sec
45 sec
12m
Bijna goed
2
8m
1min40
9m
2min30
45 sec
Bijna goed
2
13m
6m
2min10
4min40
30 sec
Goed
4
13m
12 vw
26 sec
1min
16m
Goed
4
13m
1min30
12m
2min15
1min
Goed
4
16m
9m
2min
4min25
45 sec
BRONS
6
18m
15 vw
21 sec
1min30
21m
Zeer goed
6
18m
1min20
15m
2min05
1min30
Zeer goed
6
19m
12m
1min45
4min10
1min
Zeer goed
8
20m
17 vw
19 sec
1min45
22m
ZILVER
8
20m
1min10
18m
1min55 1min50
Uitstekend
8
22m
15m
1min30
3min55
1min10
Uitstekend
10
22m
20 vw
17 sec
2 min
23m
Uitstekend
10
22m
1min05
22m
1min35
2min20
Goud
10
25m
20m
1min20 3min40 1min20
Talent
12
25m
23 vw
15 sec
2min20
25m
Talent
12
25m
1min
25m
1min20
2min50
Talent
12
30
25m
1min10
3min10
Voetbal
Test 4
Tennis
Test 3
Handbal
Test 2
Gymnastiek
Test 1
Basketbal
Punten
Badminton
Niveau
Volleybal
jongens en meisjes 10 - 12 jaar (basisonderWijs)
1min40
47
Atletiek
Scoretabellen Zwemmen
SCORETABEL GOUD
Coördinatie Jeugdolympiade Voor algemene informatie en inlichtingen over fase 1 (de bronzen medaille) van de Jeugdolympiade kan u terecht bij: Bloso-hoofdbestuur, Arenberggebouw, Arenbergstraat 5, 1000 Brussel. Contactpersoon: Katty Fremau, Tel.: 02/209 45 12, Fax: 02/209 45 05,
[email protected]
Bloso-inspectiediensten Voor inlichtingen over de provinciale halve finales (fase 2 – de zilveren medaille) en de Vlaamse finales (fase 3 – de gouden medaille) kan u steeds terecht bij de Bloso-inspectiedienst van de provincie waar u wenst deel te nemen.
Antwerpen
Vlaams-Brabant en Brussel
Inspecteur: Ken Nys
Inspecteur: Hilde Robeyns
Vorselaarsebaan 60, 2200 Herentals
Zandstraat 3, 1981 Hofstade
Tel.: 014/85 96 60, Fax: 014/21 59 38
Tel.: 015/61 41 64, Fax: 015/61 18 72
[email protected]
[email protected]
Limburg
West-Vlaanderen
Inspecteur: Karolien Haepers
Inspecteur: Ann De Bruycker
Bloso-centrum Hasselt ‘De Schaverdijn’,
Nijverheidsstraat 114, 8310 Brugge / Assebroek
G. Verwilghensingel 13, 3500 Hasselt
Tel.: 050/50 23 20, Fax: 050/37 49 89
Tel.: 011/30 08 01, Fax: 011/22 28 90
[email protected]
[email protected] Oost-Vlaanderen Inspecteur: Tanja Moens Huis van de Sport, Zuiderlaan 13, 9000 Gent Tel.: 09/243 12 80, Fax: 09/243 12 89
[email protected]
48
Federaties Jeugdolympiade 2012 Voor inlichtingen over de testbatterijen of de proeven kan u terecht bij de Vlaamse sportfederaties.
Badminton VLAANDEREN
Vlaamse Atletiekliga
Badminton Vlaanderen
Vlaamse Basketballiga vzw
Contactpersoon: Owen Malone
Contactpersoon: Tamara Geeraerts
Contactpersoon: Benjamin Bogaert
Marathonlaan 119c, 1020 Brussel
Boomgaardstr. 22 bus 18, 2600 Berchem
P.H. Spaaklaan 27/17, 1060 Brussel
Tel.: 02/474 72 36, Fax: 02/474 72 28
Tel.: 03/287 83 85, Fax: 03/218 45 68
Tel.: 02/521 48 79, Fax: 02/522 18 15
[email protected]
[email protected]
[email protected]
www.val.be
www.badmintonvlaanderen.be
www.vlaamsebasketballiga.be
GymnastiekFederatie Vlaanderen vzw Contactpersoon: Brecht Lattré Huis van de Sport, Zuiderlaan 13, 9000 Gent Tel.: 09/243 12 00, Fax: 09/243 12 19
[email protected] www.gymfed.be
Vlaamse Handbalvereniging vzw Contactpersoon: Gerrit Vertommen Hendrik Van Veldekesingel 150/29 3500 Hasselt Tel.: 011/87 09 07, Fax: 011/87 09 06
[email protected] www.handbal.be
Vlaamse Zwemfederatie vzw
Vlaamse Tennisvereniging vzw Contactpersoon: Philippe Vanbrabant Louizapoortgalerij 203 bus 3 1050 Brussel Tel.: 02/548 03 16, Fax: 02/548 03 03
[email protected] www.vtv.be
Voetbalfederatie Vlaanderen vzw Contactpersoon: Jonas Heuts Houba de Strooperlaan 145 1020 Brussel Tel.: 02/367 67 24, Fax: 02/478 51 76
[email protected] www.voetbalfederatievlaanderen.be
Vlaamse Volleybalbond vzw Contactpersoon: Joeri Van de Wiele Beneluxlaan 22, 1800 Vilvoorde Tel.: 02/257 16 03, Fax: 02/257 16 02
[email protected] www.volleyvvb.be
Wielerbond Vlaanderen Contactpersoon: Jo Cooman Vlaams Wielercentrum Eddy Merckx Zuiderlaan 8, 9000 Gent Tel.: 09/321 90 24, Fax: 09/321 90 38
[email protected] www.wielerbondvlaanderen.be
Vlaamse Zwemfederatie vzw Contactpersoon: Gretl Vandamme Burg. Maenhautstraat 100-102 9820 Merelbeke Tel.: 09/220 53 87 , Fax: 09/220 40 92
[email protected] www.zwemfed.be
49
Partners:
Regionale televisie, mediapartner van de Jeugdolympiade:
Sponsors:
50
Omgaan met sporters met een handicap De meeste tests zijn ook mogelijk voor personen met een handicap. Bij elke sport zal dit aan de hand van enkele voorbeelden duidelijk gemaakt worden. De scoretabellen zijn dezelfde voor de deelnemer met een handicap, hij of zij krijgt wel telkens minstens de minimum score. Sportrolstoelen of ander sportspecifiek materiaal (bv. rinkelballen) kunnen uitgeleend worden bij VLG vzw (
[email protected]) of de provinciale uitleendiensten van de provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Je komt ongetwijfeld ooit in contact met een sporter met een handicap. Hoe ga je met hem of haar om? Algemene tips. • Stel jezelf voor bij het begin van de sportles. • Praat steeds met de sporter met een handicap, niet met de begeleider • Onderschat de mogelijkheden van de sporter niet. • Laat ruimte voor vragen en opmerkingen. Sporter met een auditieve handicap. • Trek de aandacht van de sporter door een tikje op de schouder. • Laat je gezicht duidelijk zien. • Articuleer zo duidelijk mogelijk. • Spreek traag en in korte zinnen. • Een dove kan jou pas verstaan als hij of zij je mimiek kan zien en kan liplezen. Sporter met een fysieke handicap. • Wees attent voor signalen van de sporter met een handicap wanneer die assistentie vraagt. Ondersteun hem of haar indien nodig, maar neem de leiding niet over. • Bied je iets aan, doe dat dan binnen handbereik. • Zorg voor een stoel in de sportruimte wanneer iemand moeilijk (lang) kan blijven rechtstaan. • Kom op gelijke hoogte van een rolstoelgebruiker zodat oogcontact mogelijk is.
Sporter met een verstandelijke handicap. • Gebruik eenvoudige taal. • Zijn er pictogrammen of symbolen in de sporthal, wijs ze aan en leg ze uit. • Herhaal wat belangrijk is. • Neem voldoende tijd, wees niet ongeduldig. • Praat Algemeen Nederlands en geen dialect. • Praat traag en ondersteun dit met lichaamstaal. • Mensen met een verstandelijke handicap denken ook na. Sporter met een visuele handicap. • Trek de aandacht van de betrokkenen door even je hand op zijn of haar arm te leggen. • Bied de sporter jouw arm aan, maar duw hem of haar niet vooruit (want dat geeft een onveilig gevoel). • Is er een hindernis (tree, deur,…): beschrijf duidelijk hoe de sporter deze moet overbruggen of ontwijken • Laat steeds weten dat je weggaat, niemand spreekt graag tegen de muren.
Bron: folder “Omgaan met mensen met een handicap… makkelijker dan je denkt!” Dienst Sociale Zaken en Huisvesting, afdeling Welzijnszorg, Stad Gent.
51