trend
Nederland ontpopt zich tot datacenterland energie
De cloud vraagt om energiemanagement praktijk
Zwitsers bouwen ‘datacenter-in-een-berg’
dcw september 2012 | in samenwerking met: advancing information transport systems
Rittal CoolWall
Het perfecte klimaat voor uw computerruimte Er worden steeds hogere eisen gesteld aan IT-ruimten. Steeds
Rittal - The System. Faster-better-worldwide.
grotere datahoeveelheden en een steeds toenemende capaciteitsvraag vereisen steeds hogere koelvermogens voor computerruimten. Hogere energiekosten en vaak ook ruimtegebrek zijn het gevolg. In het uiterste geval wordt het benodigde koelvermogen niet meer gehaald. Met de gepatenteerde CoolWall biedt Rittal een intelligente oplossing voor kleine en grote datacenters. Het flexibele, krachtige en energiebesparende systeem is geschikt voor toepassing als nieuwe installatie of in bestaande installaties.
principe CoolWall Een beproefd principe De CoolWall werkt als een warmtewisselaar: met energiebesparende en onderhoudsvriendelijke EC-ventilatoren voor het transport en een koelmedium voor het koelen van de lucht. Terwijl elke klimaatunit alleen over het oppervlak van de warmtewisselaar in het apparaat beschikt, gebruikt de CoolWall module de volle hoogte en breedte van de computerruimte voor het koelen van de lucht. Zo dient de hele technische ruimte als koelunit. De Rittal CoolWall • Zeer hoog koelvermogen • Zeer laag energieverbruik • Zeer ruimtebesparend • Zeer flexibele inrichting van de ruimte • Zeer gunstige schaalbaarheid • Zeer investeringsvriendelijk
Principe CoolWall Wilt u ook snel met besparen beginnen? Neem dan contact ons op en wij berekenen graag hoeveel u met Rittal kunt besparen!
2 |
Compressorless Datac met Rittal CoolWall
center Cooling
Rittal IT-Infrastructuur * Rack * Power * Cooling * Security * Global Service Rittal bv Postbus 246 6900 AE Zevenaar Tel.: + 31 (0)316 59 16 70 Fax.: + 31 (0) 316 59 16 46 www.rittal4it.nl
powerful !
UPS Green Power 2.0 :
“Reduceer uw Kosten – Verhoog uw Vermogen” De nieuwe Socomec Green Power 2.0 UPS serie. Ongeëvenaarde energy efficiency nu gecombineerd met een Power Factor 1. Voor dé ultieme ‘toekomstbestendige’ kritische stroomoplossing is er nu kW=kVA voor uw datacenter. Daadwerkelijke power factor van 1. 11% meer vermogen dan bij PF = 0.9 Hoogste energy efficiency in de markt in volledige online dubbele conversie (VFI) modus, onafhankelijk gecertificeerd Dé twee ‘knock out’ stoten om uw energie kosten en carbon footprint aanzienlijk te reduceren. Ontdek uw jaarlijkse besparing met de Green Power 2.0 UPS via:
UPS Green Power 2.0 van 10 tot 400 kVA/kW
European UPS N ew p ro d u c t Innovation award
B U R E A U VERITAS
www.socomec.com
PUB 866012
030-760 09 11 of per e-mail
[email protected]
dcw colofon
jaargang 5, september 2012, nummer 7
control media
Er is een interessante discussie gaande over de vraag hoe datacenters de komende jaren met energie omgaan. Die zou wel eens een verrassende wending kunnen nemen. Redeneer even mee. PUE is de verhouding tussen het totale stroomverbruik van een datacenter en de hoeveelheid stroom die de daarin opgestelde ITapparatuur nodig heeft. Waar gaat het verschil heen? Vooral in de vorm van warmte die moet worden weggekoeld, de lucht in. Stel, de PUE is 1,2, dan betekent dit dat waar voor de opgestelde IT-apparatuur 1 eenheid stroom nodig is, er voor het gehele datacenter (IT-apparatuur plus technische infrastructuur) 1,2 nodig is. Er gaat dus 0,2 eenheid energie ‘verloren’ in de technische infrastructuur. Er zijn talrijke initiatieven gaande om die PUE naar 1,0 te brengen. Dan is er geen sprake meer van verlies in de technische infrastructuur. Natuurlijk wordt hier en daar al gesproken over situaties waarbij een datacenter een PUE heeft die kleiner is dan 1. Dan wordt het interessant. Laten we daarom even in geld gaan denken. Een datacentermanager moet bij een PUE van 1,2 voor elke euro energie die zijn IT-apparatuur nodig heeft, in feite voor 1,20 euro aan energie kopen. Hij lijdt als het ware een verlies van 0,20 euro per gekochte eenheid energie. Dat berekent hij uiteraard door aan zijn klant.Wat zou er nu gaan gebeuren als de PUE 0,9 wordt? Dan hoeft die datacentermanager voor elke eenheid energie die hij nodig heeft, er slechts 0,9 te kopen. Hij berekent aan zijn klanten 1 euro per eenheid energie, maar koopt die eenheid energie in voor slechts 0,90 euro. Een dubbeltje winst. Kan de PUE onder de 1 komen? Als het datacenter meer energie oplevert dan het inneemt wel. Door zelf energie op te wekken of terug te winnen uit bijvoorbeeld weggekoelde warmte. En wat gaat die datacentermanager nu met die winst doen? In zijn eigen zak steken? Teruggeven aan klanten in de vorm van lagere tarieven? Of dit een utopie is, weet ik niet. Eerlijk gezegd denk ik dat deze situatie dichterbij is dan we denken. Er is geen reden waarom een datacenter per definitie energetisch gezien verliezen moet kennen. In de energiesector wordt lokale opwekking bovendien als zeer kansrijk gezien.We zien het nu al in de industrie waar bijvoorbeeld grote petrochemische installaties eigen energieopwekking kennen. Dus waarom niet ook bij datacenters?
kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen
Robbert Hoeffnagel
datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. h o o f d r e dacte u r / u itg e v e r
robbert hoeffnagel te l e f o o n +31 (6) 51 28 20 40 e - m a i l
[email protected] e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n p o sta d r e s r e dacti e
maredijk 17, 2316 vr leiden te l e f o o n 071 - 521 49 98
e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau voor marketing media hans potharst Commercieel Directeur te l e f o o n +31 (6) 17 44 38 16 e m a i l
[email protected] te l e f o o n +31 (0) 71 5 21 49 98 www.bvmm.nl i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
peter gloudemans, robbert hoeffnagel, hans lamboo, valerie maguire, lars schröder, , arthur singendonk, hans vandam, alastair waite, ferry waterkamp, harm wijsman vo r m g e v i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
dcw september | redactioneel
PUE’s en euro’s
datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
3
6
12
20 24 26
32
28
36
Inhoud 6
nederland datacenterland Nederland is in trek bij buitenlandse aanbieders van datacenterdiensten. Een goed voorbeeld is het Amerikaanse Terremark dat voor de bouw van zijn eerste NAP (network access point) in Europa Amsterdam verkoos boven Londen, Frankfurt en Parijs. Maar ook SoftLayer opende onlangs in Amsterdam de deuren van zijn eerste Europese datacenter. De Britse TelecityGroup heeft inmiddels vijf datacenters operationeel in Amsterdam. Wat maakt Nederland nu zo aantrekkelijk als ‘datacenterland’?
energiemanagement
12
energie-efficiëntie en de cloud Er komen steeds meer professionele, gespecialiseerde datacenters. Dat is een gunstige ontwikkeling, omdat de exploitanten ervan steeds deskundiger worden op het gebied van energie-efficiëntie en dat is weer goed voor de kosten en voor het milieu. Nieuw te bouwen datacenters moeten zo ontworpen zijn, dat ze een groeipad kunnen afleggen naar de meest optimale vorm van energie-efficiëntie, waarin de cloud een sleutelrol speelt.
bekabeling
20
glasvezel in datacenters vraagt om goed beheer Een goed ontworpen datacenter moet in staat zijn flexibel in te spelen op de vraag naar storage, nieuwe applicaties op de vraag van de business naar nieuwe vormen van IT-ondersteuning. Er zal efficiënt moeten worden omgegaan met de beschikbare ruimte, de latency in de verbindingen moet worden geminimaliseerd en er is behoefte aan een efficiënte vorm van energiebeheer. Glasvezelverbindingen kunnen hierbij een belangrijke rol vervullen, mits deze op een weldoordachte manier worden beheerd.
praktijk
24
itb kwadraat kiest ecomode en energy saver van socomec “De PUE-waarde is voor ons als commercieel datacenter natuurlijk meer dan ‘alleen maar’ een maatschappelijk verantwoord groen getal. Voor ons is het ook de basis van ons businessmodel”, zegt Niels Hensen van ITB Kwadraat. “Voor ‘De Brievenbus’ – een datacenter dat wij momenteel in Apeldoorn bouwen – willen we een PUE van 1,15.
Dat bereiken we door zaken als adiabatische koeling toe te passen en door het E-pad te optimaliseren. Socomec’s ups’en spelen daarbij een belangrijke rol.”
datacentermanagement
32
stroomloos schakelen bij brand onnodig Voor bedrijven is het altijd beschikbaar zijn van technische installaties van onderscheidend belang. Datacentra en computerruimten moeten volgens Tier voldoen aan een beschikbaarheid van 99,991 procent, waardoor een jaarlijkse uitvaltijd van maximaal 0,8 uur mogelijk is. Hoe kan dit worden gerealiseerd in geval van brand? Dankzij OxyReduct, ontwikkeld door Wagner, is de hoogst mogelijke brandbeveiliging te realiseren. Hiermee kan een brand worden voorkomen en de beschikbaarheid veiliggesteld.
praktijk
36
datacenter in-een-berg Een van de conclusies tijdens een eerder dit jaar gehouden discussie over de toekomst van hostingbedrijven en commerciële datacenters in Nederland was dat veel van deze bedrijven er nog niet goed in slagen onderscheidend vermogen aan te brengen ten opzichte van hun concurrenten. Daar heeft Deltalis in Zwitserland geen last van. Het bedrijf heeft – diep verstopt in een berg – een datacenter in gebruik genomen dat vooral inspeelt op de behoefte van de markt aan uitermate goed beveiligde cloudomgevingen.
en verder 26 28 39 40 48
BT kiest Schäfer IT-Systems voor nieuw datacenter in Frankfurt Bereid je voor op de 10GBase-T-explosie Nieuws van IT Room Infra Pleidooi voor nieuwe classificatie van datacenters Nieuws van Bicsi
coverfoto Een goed ontworpen datacenter moet in staat zijn flexibel in te spelen op de vraag naar storage, nieuwe applicaties en de vraag van de business naar nieuwe vormen van IT-ondersteuning. Er zal efficiënt moeten worden omgegaan met de beschikbare ruimte, de latency in de verbindingen moet worden geminimaliseerd en er is behoefte aan een efficiënte vorm van energiebeheer. Glasvezelverbindingen kunnen hierbij een belangrijke rol vervullen, mits deze op een weldoordachte manier worden beheerd. Lees verder op pagina 20.
dcw september | inhoud
trend
5
Nederland ontpopt zich als datacenterland dcw september | trend
nederland is in trek bij buitenlandse aanbieders van datacenterdiensten. een goed voorbeeld
6
is het amerikaanse terremark dat voor de bouw van zijn eerste nap (network access point) in europa amsterdam verkoos boven londen, frankfurt en parijs. maar ook softlayer opende onlangs in amsterdam de deuren van zijn eerste europese datacenter. de britse telecitygroup heeft inmiddels vijf datacenters operationeel in amsterdam. wat maakt nederland nu zo aantrekkelijk als ‘datacenterland’?
De datacenterindustrie maakt wereldwijd een sterke groei door. In onze contreien is die groei nog net iets sterker, blijkt uit diverse onderzoekscijfers. Zo voorspelde DatacenterDynamics in 2011 dat de serverruimtecapaciteit in de Benelux in de periode 2011-2014 met 14 procent zal toenemen. Dat is 10 procent meer dan in het Verenigd Koninkrijk. De investeringen die in de Benelux worden gedaan in datacentercapaciteit stijgen in diezelfde periode met 16 procent waarmee de totale omvang van de investeringen in de Benelux uitkomt op 1,55 miljard dollar. Een belangrijke verklaring voor de sterke groei van de Nederlandse datacenterindustrie is het feit dat de vraag naar capaciteit het aanbod nog altijd ruimschoots overstijgt. Ook de aantrekkingskracht van Nederland op buitenlandse investeerders speelt zeker mee. Het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA),
een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, dat buitenlandse bedrijven assisteert bij het vestigen in Nederland, signaleert dan ook een sterke toename van het aantal aanvragen uit het buitenland voor de bouw van datacenterruimte in Nederland. De aantrekkingskracht op buitenlandse investeerders is volgens NFIA onder andere te verklaren door de goede telecominfrastructuur, de betrouwbare energievoorziening, de strategische ligging en het innovatieve karakter van ‘datacenterland’ Nederland (zie kader ‘10 succesfactoren’).
connectiviteit
Nederland is een van de best aangesloten landen ter wereld.Van de vijftien zeekabels zijn er elf direct verbonden met Nederland waardoor ons land een goede breedbandverbinding heeft met de rest van de wereld. Ook het grootste
internetknooppunt ter wereld bevindt zich in Nederland. De Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) biedt circa 475 internetgerelateerde bedrijven een snelle, goedkope en redundante verbinding via de ruim zeventig carriers die aanwezig zijn op de locaties van de AMS-IX. Een van die AMS-IX-locaties is Terremarks ‘NAP of Amsterdam’ dat in september 2011 werd geopend op het grondgebied van luchthaven Schiphol. De goede connectiviteit die op deze locatie wordt geboden, was voor de dochteronderneming van Verizon een belangrijke reden om haar eerste Europese datacenter in Nederland te bouwen. “We hebben verschillende locaties in Europa overwogen”, vertelt Eric Lisica, VP datacenter services Europe bij Terremark. “Nederland, en dan met name de regio Amsterdam/Schiphol, bood veruit de beste mogelijkheden, vooral vanwege de grote behoefte aan colocatiediensten hier en de rui-
dcw september | trend
tekst: ferry waterkamp is journalist
‘Hier meeste waar voor je geld’
7
Christian Dawson: ”Voor een internetgerelateerd bedrijf, zoals ServInt, biedt Nederland binnen de EU-regio de meeste waar voor zijn geld.”
10 succesfactoren
Waarom is Nederland zo’n aantrekkelijke locatie om datacenters te bouwen? De NFIA definieerde tien ‘succesfactoren’.
1 dcw september | trend
De superieure infrastructuur. Nederland behoort tot de dichtst bekabelde landen ter wereld. De ruim zeventig carriers die op de AMS-IX zijn aangesloten, zorgen voor betrouwbare en snelle verbindingen binnen Nederland en naar de rest van de wereld.
8
2
De goede bereikbaarheid. De centrale ligging in Europa en de goede (logistieke) infrastructuur maken van Nederland de ‘gateway to Europe’.
3
De focus op innovatie en duurzaamheid. Nederland biedt in meerdere sectoren een ideaal platform voor de ontwikkeling van innovatieve oplossingen. Energie-efficiënte en duurzame initiatieven worden beloond.
4
De economische en politieke stabiliteit. Met een lage inflatie en lage werkeloosheidscijfers behoort Nederland nog altijd tot de economisch stabielste landen binnen Euro-
pa. Op de ‘Political Instability Index 2010’ van de Economist Intelligence Unit staat Nederland op plaats 146 van de 165.
8
De hoogopgeleide en meertalige medewerkers. Nederlands personeel wordt gekenmerkt door een hoge productiviteit, een goede opleiding en een gedegen talenkennis.
5
De focus op internationale handel. De open economie maakt van Nederland een internationaal georiënteerd land waar buitenlandse bedrijven zich snel thuis voelen.
9
6
10
De goede regelgeving voor dataopslag. Nederland heeft relatief gunstige wet- en regelgeving voor datacenteroperaties. Zo vallen datacenters in Nederland niet automatisch onder de telecomwet, waardoor maatregelen voor afluisteren en dergelijke niet nodig zijn. Nederland heeft bovendien een blokkerende wetgeving bovenop die van de Europese Unie voor het overbrengen van gegevens naar het buitenland. Dit is bijvoorbeeld belangrijk voor Amerikaanse bedrijven.
7
De betrouwbare stroomvoorziening. Het Nederlandse energienetwerk behoort tot de betrouwbaarste in Europa en de energieprijzen voor grootgebruikers zijn in Nederland relatief laag.
Het vestigingsklimaat. Vergeleken met andere Europese landen heeft Nederland een zeer gunstig fiscaal klimaat. De aanwezigheid van grote datacenters. De aanwezigheid van partijen als Google en Amazon is voor nieuwkomers de bevestiging dat Nederland een serieuze optie is.
me aanwezigheid van carriers. Het feit dat vrijwel alle grote carriers een vestiging hebben in Nederland, was voor ons van doorslaggevend belang. Maar ook de colocatiemarkt is hier beter ontwikkeld dan in andere Europese landen.” De geboden connectiviteit was ook voor ServInt een belangrijke reden om Nederland te selecteren als locatie voor de bouw van zijn eerste datacenter buiten Noord-Amerika. De Amerikaanse provider van ‘managed cloud hosting services’ opende in juni van dit jaar de deuren van zijn Amsterdamse datacenter ‘Serv Int EU’. “Onze drie datacenters in de Verenigde Staten staan op locaties waar de beste connectiviteit en de beste technische ondersteuning voorhanden is; om diezelfde redenen hebben we voor Amsterdam gekozen als locatie van ons Emea-datacenter”, zegt Christian Dawson, ServInts chief operating officer. Zo biedt Nederland een lage latency op de verbindingen met andere Europese landen. Om een voorbeeld te geven: op de verbindingen met Londen, Parijs en Frankfurt blijft de latency onder de drie milliseconde.
“Bij de selectie van een geschikte locatie heeft ServInt elf verschillende technologiecentra in Europa onderzocht, maar buiten Amsterdam bood geen enkele regio de mix van een wereldklasse connectiviteit en optimale stroomvoorziening tegen een betaalbare prijs”, vervolgt Dawson. “Voor een internetgerelateerd IT-bedrijf, zoals ServInt, biedt Nederland binnen de EU-regio de meeste waar voor zijn geld.”
betrouwbare stroomvoorziening
Waarmee Dawson een ander belangrijk pluspunt van Nederland als datacenterland aanstipt: de stroomvoorziening. De ruime beschikbaarheid van stroom was voor Terremark ook een belangrijke reden om voor Nederland en dan met name Schiphol te kiezen “Een datacenter vereist niet alleen veel grond, maar ook een hoeveelheid stroom die normaal gesproken moeilijk te krijgen is. Londen zit bijvoorbeeld behoorlijk vol en daar is gewoon geen stroom te krijgen. Schiphol kan ons zowel de vierkante meters als de 46 MW stroom
leveren die we nodig hebben om onze ambities voor de toekomst te realiseren”, vertelt Lisica. Daarnaast is natuurlijk de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening cruciaal voor de beschikbaarheid van het datacenter. In vergelijking met andere Europese landen behoort de stroomdistributie in Nederland tot een van de betrouwbaarste in Europa, zowel gemeten in aantal stroomonderbrekingen per jaar als in het aantal minuten per jaar dat de stroomvoorziening uitvalt.Volgens Eurostat scoort Nederland ook gunstig als we kijken naar de stroomprijs per 100 kWh: alleen in Estland, Bulgarije, Finland, Frankrijk en Roemenië wordt minder betaald voor stroom.
gunstig vestigingsklimaat
Overigens springt Nederland er eveneens gunstig uit als we kijken naar de kosten voor het bouwen en in de lucht houden van datacenters. Zo blijkt uit ‘fDi Benchmark’-data van de Financial Times over 2012 dat de kosten voor de personele ondersteuning in Amsterdam gunstiger liggen dan in Brussel, Frankfurt
advertentie
➔ Oog voor dienstverlening
Ondanks het feit dat de bouw van een computerruimte een project is, is All IT Rooms geen typische project organisatie. Wij zien onszelf als dienstverlener. Dit betekent dat wij u van dienst willen zijn voor, tijdens en na het project. Continuïteit staat bij ons hoog in het vaandel. Service en onderhoud van uw computerruimte of datacenter is bij ons in goede handen. Wij verzorgen het preventief onderhoud zodat de technische installaties in goede conditie blijven. Onze service desk is 24 x 7 bereikbaar voor onze klanten. Met contractueel duidelijk vastgelegde korte responstijden bent u verzekerd van een goede storingsafhandeling. De jaarlijkse quick scan geeft u altijd een up to date beeld van uw computerruimte.
Ontdek de passie van all it ROOms all it Rooms B.v. | Lange Kleiweg 50B | 2288 GK Rijswijk | t +31(070)31 98 999 | e
[email protected] | www.allitrooms.com www.allitrooms.com
nfia
Buitenlandse aanbieders van datacenterdiensten die zich in Nederland willen vestigen of hun activiteiten hier willen uitbreiden, kunnen voor hulp en advies aankloppen bij het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). Dit onderdeel van Agentschap NL, een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van EL&I, biedt onder andere hulp bij het vergelijken van de landen die als vestigingslocaties in aanmerking komen en helpt bij het opstellen van een businesscase. Ook brengt het de buitenlandse partij in contact met lokale partners, zoals de AMS-IX. Onder de ondernemingen die in het verleden de hulp van NFIA hebben ingeschakeld, bevinden zich diverse IT-bedrijven, zoals Cisco, Huawei en Samsung. Ook Terremark heeft zich in de aanloop naar de bouw van het ‘NAP of Amsterdam’ laten adviseren door het agentschap. “Voor de bouw van een datacenter zijn uiteraard de nodige vergunningen vereist, wat de aanloopfase erg complex maakt.Vanuit NFIA en zijn regionale partners hebben we hierbij veel ondersteuning gehad”, zegt Eric Lisica,VP datacenter services Europe bij Terremark.“Daarnaast konden we ook op andere gebieden altijd bij het agentschap terecht voor gratis ondersteuning, informatie en advies, bijvoorbeeld voor belasting- en subsidieregelingen. Doordat NFIA een uitgebreid netwerk heeft van zakelijke partners en overheidsinstanties kon het ons met de juiste personen in contact brengen bij instanties als de Belastingdienst en andere onderdelen van Agentschap NL. Dat heeft de processen rondom de bouw aanzienlijk versneld.”
dcw september | trend
wereldwijd vertegenwoordigd
10
Het NFIA is ruim dertig jaar geleden opgericht en heeft sindsdien zo’n 2.800 ondernemingen uit bijna vijftig landen ondersteund bij het opzetten en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. Naast het hoofdkantoor in Den Haag heeft NFIA eigen kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Turkije, Noord-Amerika, Azië, het Midden-Oosten en Brazilië. Daarnaast werkt het samen met Nederlandse ambassades, consulaten-generaal en andere organisaties die de Nederlandse overheid in het buitenland vertegenwoordigen. Binnen Nederland is NFIA verbonden met gemeenten, provincies, Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s), havens en luchthavens, overheidsdiensten en topinstituten.
en Parijs. Londen ligt ongeveer op hetzelfde niveau. In Dublin betaal je doorgaans iets minder voor bijvoorbeeld een technisch engineer of een systeemanalist. De vastgoedprijzen vertonen in Nederland al enkele jaren een dalende trend. Verder scoort Nederland hoog als het gaat om opleidingsniveau en taalvaardigheid. Maar de belangrijkste reden waarom buitenlandse partijen voor Nederland kiezen, is misschien wel het gunstige vestigingsklimaat. Nederland hanteert binnen Europa één van de laagste tarieven voor vennootschapsbelasting en heeft daarmee een zeer competitief fiscaal klimaat. Innovatieve ondernemers komen bovendien in aanmerking voor een extra lastenverlichting. Datacenters die energiebesparende of duurzame technieken hebben toegepast, kunnen bijvoorbeeld aanspraak maken op EIA. Ook de wetgeving wordt in Nederland vaak als minder streng ervaren dan in andere Europese landen. “Nederland heeft op de eerste plaats een relatief gunstig vestigingsklimaat”, weet ook Lisica.
sneeuwbaleffect
Inmiddels bevindt 33 procent van de Europese datacenters zich in Amsterdam. De aanwezig-
heid van grote datacenters, zoals die van Google in de Groningse Eemshaven en Terremarks NAP op Schiphol, zal de aantrekkingskracht van Nederland op buitenlandse leveranciers van datacenterdiensten alleen nog maar verder versterken en zorgen voor een sneeuwbaleffect. Een goed voorbeeld daarvan is GoGrid, een Amerikaanse IaaS-provider (infrastructure as a service) die begin dit jaar zijn Europese hoofdkantoor opende in Amsterdam, daar waar de klanten zitten. “GoGrid heeft voor Amsterdam gekozen vanwege de goede netwerkconnectiviteit, de centrale ligging in Europa en de nabijheid van bedrijven die op zoek zijn naar een IaaS-provider”, zegt Bobby Brown, bij GoGrid vice president operations en support. “Amsterdam heeft zich inmiddels bewezen als een solide basis voor ons bedrijf.” Om datacenterdiensten aan Europese klanten aan te bieden maakt GoGrid gebruik van een van de Amsterdamse datacenters van het Amerikaanse Equinix; nog een voorbeeld van een buitenlandse datacenterpartij die in Nederland flink aan de weg timmert. Voor het derde kwartaal van dit jaar staat de opening van ‘AM3’ gepland, Equinix’ derde datacenter in Amsterdam en vijfde in Nederland.
DATACENTERS VOOR DE POLEPOSITION
THAT’S THE
CRITICAL DIFFERENCE.
Flexibel en klaar voor de toekomst met de wereldwijde marktleider in bedrijfskritische infrastructuuroplossingen.
Eric Lisica, VP datacenter services Europe bij Terremark.
Emerson. Consider it Solved., Emerson Network Power and the Emerson Network Power logo are trademarks and service marks of Emerson Electric Co. ©2012 Emerson Electric Co. All rights reserved.
‘Het feit dat vrijwel alle grote carriers een vestiging hebben in Nederland, was voor ons van doorslaggevend belang.’
Met Emerson Network Power is uw onderneming klaar voor de toekomst. Als wereldwijd marktleider in stroomvoorzieningstechnologie, rackplatforms, koelsystemen en DCIM-oplossingen (Data Center Infrastructure Management) zorgen we er voor dat uw bedrijfskritische infrastructuur perfect blijft functioneren. Zo pakt u de poleposition - nu en in de toekomst.
Ga voor meer informatie naar www.EmersonNetworkPower.eu.
Evolutiepad naar optimale efficiëntie van datacenters
Energie-efficiëntie en de cloud er komen steeds meer professionele, gespecialiseerde datacenters. dat is een gunstige ontwikkeling, omdat de exploitanten ervan steeds deskundiger worden op het gebied van energie-efficiëntie en dat is weer goed voor de kosten en voor het milieu. nieuw te bouwen datacenters moeten zo ontworpen zijn, dat ze een groeipad kunnen afleggen naar de meest
12
De International Energy Agency (IEA) verwacht dat de vraag naar energie in 2050 zal zijn verdubbeld. Dat geldt niet voor elektriciteit: de vraag daarnaar zal al tussen 2025 en 2030 twee keer zo hoog zijn als nu. Tegelijkertijd stelt het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) vast dat we in 2050 de uitstoot van CO2 moeten hebben gehalveerd om dramatische klimaatveranderingen te voorkomen. Het energiedilemma tekent zich dreigend af. Datacenters zijn grootverbruikers van energie en een golf van nieuwe ontwikkelingen heeft de vraag naar snelle, flexibele, en altijd beschikbare IT-diensten enorm doen toenemen. Datacenters draaien op volle toeren en eigenaars en beheerders zien de kosten van energie sterk oplopen – in het besef dat elk kWh gelijk staat aan een bepaalde uitstoot van CO2. Datacentereigenaars en –gebruikers bevinden zich tussen hamer en aambeeld: er wordt van hen verwacht dat ze de output maximaliseren, terwijl ze tegelijkertijd de milieueffecten van toenemend energiegebruik moeten minimaliseren. Het optimaliseren van de energie-efficiëntie is de enige uitweg om zowel de kosten in de hand te houden als onze planeet te ontzien.
De cloud zal rond 2015 in de volwassenheidsfase komen.
cloudfenomeen
Er komen steeds meer gespecialiseerde, professionele serviceproviders. Goed ontworpen en goed ingericht zullen hun datacenters aanmerkelijk energie-efficiënter zijn dan serverrooms in kantoorgebouwen. Maar dat is al niet meer voldoende. De vraag naar hun diensten zal naarmate de cloud volwassener wordt, blijven toenemen. Naar verwachting zullen de meeste servers in 2015 in enterprise-clouddatacenters staan. Wim Hendriksen, IT Business VP Benelux van Schneider Electric, noemt de cloud ‘a long time coming’. “Wat we ook op het vlak van IT hebben ontwikkeld, het zou uiteindelijk altijd hebben geleid tot de cloud. Het is een natuurlijke evolutie. Dat brengt vele uitdagingen met zich mee voor datacenters, die in de cloud immers een sleutelrol spelen.” Hendriksen constateert dat veel datacenters nog steeds een collectie van separate storagedevices, communicatiedevices en service zijn. Dat zal meer moeten gaan worden samengebracht, wat weer consequenties heeft voor het ontwerp van datacenters. “Een van de belangrijkste karakteristieken van het concept cloud is dat het volledig servicegebaseerd is. Dat vraagt veel van de flexibiliteit van een datacenter. Je moet snel kunnen schalen, plotseling honderd gebruikers meer mag geen probleem zijn – net als de volgende dag tweehonderd gebruikers minder. Om dat energie-efficiënt te doen moet feitelijk de infrastructuur meeschalen met de vraag naar IT-diensten.” De cloud bevindt zich – in termen van Gartner’s hype cycle – momenteel in de periode van grote groei. Volgens Hendriksen zal de cloud rond 2015 in de volwassenheidsfase komen. “Ik neem groei waar in applicaties, in private en in hybride clouds. De diensten die cloudproviders aanbieden zijn veel completer geworden dan een jaar of vier geleden. We stevenen echt af op een cloud als ‘global class phenomenon’.”
tekst: hans lamboo is journalist
dcw september | energiemanagement
optimale vorm van energie-efficiëntie, waarin de cloud een sleutelrol speelt.
density-optimalisatie
1. Het energiedilemma.
servers. Facebook heeft het ‘open compute’-project lopen, waarmee iedereen kan zien hoe ze hun datacenter bouwen. Dit zeg ik niet omdat ik alle bedrijven wil oproepen een eigen datacenter te gaan bouwen, integendeel. Het is bedoeld als voorbeeld voor bedrijven die van plan zijn serviceprovider te worden.” Om het cloudbusinessmodel te kunnen ondersteunen, moeten datacenters zo ontworpen zijn dat de density zo groot mogelijk is. “Ik ben ervan overtuigd, dat het plaatsen van het maximale aantal kWh/m2 de efficiëntie enorm vergroot. Dat komt vooral doordat er dan veel effectiever kan worden gekoeld,” Daarnaast zijn standaardisatie, automatisering en flexibiliteit zeer belangrijke aspecten. “Bedrijven willen best investeren in een grootschalig datacenter, maar doen dat liever stapsgewijs of ‘pay as you grow’. Dat houdt de kapitaalkosten zo laag mogelijk.”
virtualisatie
Virtualisatie is inmiddels gemeengoed geworden. Hendriksen schat dat veel bedrijven hun IT voor 80 procent hebben gevirtualiseerd. Dat stelt echter andere eisen aan de fysieke infrastructuur, zoals koeling en ups.
dcw september | energiemanagement
Als de markt massaal migreert naar de cloud biedt dat praktische voordelen voor de datacenters van de providers. Het maakt optimalisatie van de density mogelijk en het verhoogt de efficiëntie van het datacenter. De zorgen over stroom en koeling zullen veranderen van een eenmalige kostenpost in een investeringsproces. Daarnaast zullen nieuw te bouwen datacenters op een andere manier moeten worden ontworpen om het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen op het gebied van stroom, koeling en density. Op dit moment wordt al veel geïnvesteerd in grootschalige datacenters, weet Hendriksen. “De huidige investeringen zijn bedoeld om klaar te zijn voor de jaren 2013-2015, want de geplande datacenters zijn pas na twaalf tot achttien maanden operationeel. In de komende jaren kan pas worden overzien wat na 2015 de behoefte zal zijn.” Het ontwerp van de nieuwe datacenters is van groot belang, waarbij optimalisatie van de density de efficiëntie van het datacenter zal vergroten. Volgens Hendriksen zal datacenterefficiëntie de belangrijkste expertise worden van serviceproviders. “Daarom kijken Google en Facebook niet meer naar wat er in de markt beschikbaar is, maar bouwen zij hun eigen service. Density-optimalisatie en datacenterefficiëntie zijn voor hen cruciaal, zeker vanuit kostenperspectief. Google gebruikt bijvoorbeeld geen ups, maar batterijen op zijn
13
“Virtualisatie is op IT-gebied een grote efficiëntieslag. Het is jammer dat de fysieke infrastructuur wordt vergeten, want virtualisatie stelt andere eisen aan bijvoorbeeld koeling en ups. Die oude systemen moeten echt worden vervangen als je de efficiëntie wil optimaliseren”, adviseert Hendriksen. Er wordt momenteel zelfs al gewerkt aan een virtuele, fysieke infrastructuur, waar hij grote kansen ziet om het datacenter heel
2. De beroemde hype cycle van adviesbureau Gartner toegepast op de cloud.
dcw september | energiemanagement
efficiënt te maken. “De hardware-afhankelijkheid op mijn virtuele machine wordt een heel belangrijk item. Het is bijvoorbeeld niet altijd duidelijk wat er moet gebeuren als de koelmachines de geest geven. Dat heeft niet alleen invloed op de hardware, maar ook op mijn virtuele machines.” Hij acht het heel belangrijk om te onderzoeken op welke wijze de koeling en de stroom kunnen worden geschaald op basis van het aantal virtuele machines en hun locaties – met automatische dynamische mapping van de virtuele machines met de fysieke servers en de infrastructuur. En dat alles gebaseerd op de geplande service van het datacenter, zodat beschikbaarheid en performance in stand blijven.
14
energie-efficiëntiepad
‘De hardwareafhankelijkheid op mijn virtuele machine wordt een heel belangrijk item.’
In het kader van het eerder genoemde energiedilemma, is een eenmalige aanpak van de energie-efficiëntie onvoldoende. Om de uiteindelijk optimale efficiëntie te bereiken moet een evolutiepad worden afgelegd langs verschillende scenario’s, waarmee de PUE (power usage efficiency) kan worden verlaagd. Hoewel PUE nog geen gestandaardiseerde methode is, is het in de praktijk de meest toegepaste methode die bovendien zeer bruikbaar is. Niet alle vastgestelde PUE’s zijn vergelijkbaar: er ontstaan verschillen door de intervallen waarmee wordt gemeten en door het aantal gemeten aspecten. PUE wordt bovendien sterk beïnvloed door de beschikbaarheid waarmee een datacenter wordt uitgebouwd. Hendriksen tekent daarbij aan, dat PUE niet in alle gevallen de bepalende factor kan en mag zijn in het meten van de energieefficiëntie van een datacenter. In de nieuwe datacenters is het volgens Hendriksen zo, dat het meten met hoge frequentie op zoveel mogelijk aspecten het makkelijker maakt op te stappen naar de volgende niveaus van volwassenheid – en uiteindelijk optimale energie-efficiëntie te bereiken. Het evolutiepad bestaat uit vijf scenario’s. Het eerste scenario is een puur IT-scenario, dat zich beperkt tot optimalisatie van het serverpark. Consolidatie en virtualisatie leveren al flinke
All IT Rooms, DatacenterWorks, Rittal, Stulz en Technalia presenteren dé portal voor groene IT en groene data centers
Green IT Works is de enige Nederlandse portal die is gericht op groene IT en groene datacenters. Met dagelijks: - nieuws - achtergronden - blogs - video - whitepapers - en meer Green IT Works is een initiatief van All IT Rooms, DatacenterWorks, Rittal, Stulz en Technalia.
Wilt u altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws op het gebied van groene IT en groene datacenters? Ga dan nu naar www.Green-IT-Works.nl
besparingen op in kWh – en dus in euro’s. Het tweede scenario is al iets lastiger: het koppelen van de IT-omgeving aan de fysieke infrastructuur of DCPI (datacenter physical infrastructure,). Dit beoogt besparingen te realiseren op het vlak van stroom en koeling, wat uiteindelijk leidt naar schaalbare ups- en koelsystemen. Op langere termijn is het mogelijk te gaan onderzoeken of bijvoorbeeld ook pompen moeten worden ingezet die met variabele snelheid worden gestuurd. Door het schaalbaar maken van de aspecten van de fysieke infrastructuur, kan deze meeveranderen met de IT-omgeving.Veel datacenters zijn op dit moment in deze fase. Scenario 3 is al een flinke stap hoger. Door de inzet van software voor DCIM (datacenter infrastructuurmanagement) wordt het mogelijk te gaan anticiperen. Hendriksen legt uit: “Daarvoor moeten IT-scheduling en applicatiepatronen (application patterns) worden onderzocht en naast elkaar gelegd. Zo verkrijg je inzicht in het gedrag van beide facto-
3. Power capping als middel om tot betere samenwerking
dcw september | energiemanagement
met de energieleverancier te komen.
16
ren. Vervolgens probeer je de fysieke infrastructuur te koppelen aan de applicatiepatronen. Dan wordt het mogelijk realtime PUE-optimalisatie te gaan doen.” Nog een stap verder is scenario 4, waarin virtualisatie een belangrijke rol opeist. De gevirtualiseerde IT-omgeving wordt aan DCIM gekoppeld om effectief te kunnen identificeren welke service er moet worden geactiveerd of gedeactiveerd ten opzichte van IT-scheduler en applicatiepatroon. De DCIM-software kan vaststellen welke services er nodig zijn. Hendriksen geeft een voorbeeld. “Stel dat zich in het datacenter een probleem voordoet met de koeling of ups. Tegelijk vragen IT-scheduler en applicatiepatroon om extra service, die x procent computing power of x procent storage vereist. Door de koppeling met de virtuele IT-omgeving wordt de fysieke infrastructuur een functie van wat er effectief gebeurt in het datacenter. Dat is een interessant gegeven, omdat virtualisatie het mogelijk maakt de benodigde IT te laten draaien op die plaats in het datacenter waar dat het efficiëntst kan gebeuren. Met als resultaat: besparingen.”
power capping
‘dan wordt het mogelijk realtime PUE-optimalisatie te gaan doen.’
Het vijfde scenario is volgens Hendriksen het scenario waar de hele markt naartoe moet evolueren. Op het moment dat de applicatiepatronen gekoppeld zijn aan de omgevingsfactoren, maakt dat het mogelijk een ‘energy forecast’ op te stellen. “Dat leidt tot een veel betere samenwerking met de energieprovider.
Als je het stroomverbruik van het datacenter kunt voorspellen en kunt vatten in een bandbreedte over het jaar heen, is het mogelijk veel betere contracten met de energiemaatschappijen uit te onderhandelen, veel betere prijzen te krijgen.” Vaak resulteert dat in afspraken waarbij de energieprovider boetes zal opleggen als buiten de bandbreedte wordt gegaan. Dat biedt voor de datacenterexploitant een nieuwe mogelijkheid, die van ‘power capping’, waarbij de cloud een sleutelrol speelt. Als een datacenter dusdanig is geautomatiseerd dat het stroomverbruik kan worden voorspeld, kan de software ook aangeven wanneer een onder- of overschrijding dreigt. De datacentermanager kan bij een verwachte mindere afname besluiten tijdelijk méér services in de cloud aan te gaan bieden – bijvoorbeeld aan andere serviceproviders. Dreigt een overschrijding, dan kan hij tijdelijk cloudservices van een andere partij af gaan nemen. Door de servicecapaciteit van het datacenter tijdelijk aan te passen aan het voorspelde stroomverbruik worden boetes van de energieprovider voorkomen. Zo kan een zeer hoge graad van energieèn kostenefficiëntie worden bereikt die mogelijk wordt gemaakt door de cloud. Het summum kan worden bereikt door ook de klimatologische omstandigheden op de locatie van het datacenter optimaal te benutten, bijvoorbeeld door energie op te wekken uit wind, water of zon. Volgens Hendriksen van Schneider Electric zijn dit de stappen die een
datacenter moet zetten op het evolutiepad naar optimale energie-efficiëntie. Het is een lange weg te gaan, maar elk nieuw te bouwen datacenter moet erop zijn voorbereid: uit naam van het milieu.
Zijn de applicatiepatronen gekoppeld aan de omgevingsfactoren, dan is ‘energy forecast’ mogelijk.
advertentie REINIGEN, RECONDITIONEREN EN CONSERVEREN VAN KLIMAATTECHNISCHE INSTALLATIES
PROGREEN® CONDENSORCOATING Duurzaam elastisch Wering vuilaangroei Goed geleidend Alu-membraam Titaandioxide Zeer goede hechting en bescherming Watergedragen GROEN!
Kijk voor meer informatie op: WWW.CONPRO.NL Bunsenstraat 90 | 3316 GC Dordrecht | T 078 - 621 38 51
WINDOWS SERVER 2012 BRENGT DE VOORDELEN VAN DE CLOUD NAAR UW DATACENTER. Windows Server 2012. Het brengt de voordelen waarvan u dacht dat ze alleen in de cloud te krijgen waren naar uw eigen datacenter. Met Windows Server 2012 ervaart u een hogere beschikbaarheid en uw datacenter wordt flexibeler en efficiënter. Haal meer uit uw IT-infrastructuur, met Windows Server 2012.
microsoft.nl/ws2012
Flexibel inspelen op vraag naar servercapaciteit
Glasvezel in datacenters vraagt om goed beheer een goed ontworpen datacenter moet in staat zijn flexibel in te spelen op de vraag naar storage, nieuwe applicaties en de vraag van de business naar nieuwe vormen van itondersteuning. er zal efficiënt moeten worden omgegaan met de beschikbare ruimte, de latency in de verbindingen moet worden geminimaliseerd en er is behoefte aan een efficiënte vorm van energiebeheer. glasvezelverbindingen kunnen hierbij een belangrijke rol vervullen,
dcw september | bekabeling
mits deze op een weldoordachte manier worden beheerd.
20
Ruimte is een schaars goed in veel datacenters. Daarnaast moet in een computerruimte veel aandacht worden gegeven aan het goed kunnen sturen en beheersen van de luchtstromen. Deze twee punten samen betekenen dat de belangrijkste onderdelen van een datacenterinfrastructuur regelmatig worden gevormd door de systemen voor kabelmanagement, de racks en behuizingen die samen het kabelmanagementplatform vormen. De uitdaging waar de industrie momenteel voor staat, is handhaving van een hoog niveau van beschikbaarheid, terwijl ook tegemoet wordt gekomen aan de wens snel in te kunnen spelen op de behoefte van de business en de gebruikers. We kunnen alleen tegemoet komen aan de doelstellingen van en modern datacenter – flexibiliteit, beschikbaarheid en efficiëntie – door een bekabelingsinfrastructuur toe te passen die ontworpen is met al deze drie punten in het achterhoofd. Zo kan beschikbaarheid aanzienlijk worden verbeterd door te werken met een oplossing die slechts één lengte patchkabel biedt. Hierdoor kan de juiste lengte patchkabel op voor-
raad worden genomen en is de juiste kabel dus altijd beschikbaar. Om de efficiëntie te verbeteren kan worden gekozen voor kabels die niet in de vloer of het dak worden gelegd. Dit levert een besparing op als het gaat om de hoeveelheid werk, maar voorkomt ook dat kabels een obstakel vormen voor luchtstromen. De flexibiliteit kan toenemen door te werken met een intuïtieve vorm van kabelmanagement (voor zowel de bekabeling zelf als de overlengten) waardoor het veel eenvoudiger wordt wijzigingen en aanpassingen door te voeren en upgrades snel kunnen worden uitgevoerd.
hogere dichtheden
Een andere belangrijke randvoorwaarde bij het ontwerpen van een datacenter is de behoefte tot steeds hogere dichtheden op het gebied van IT-apparatuur in racks te komen. Vooral de hoeveelheid lege ruimte moet zoveel mogelijk worden beperkt. Het belang van high-density kan worden afgeleid uit het feit dat het installeren van 706 glasvezel patchkabels (24 poorten in een 1U- bij 42U-configuratie) in een gemiddeld rack betekent dat het
beheer van dat rack op 70 procent van de capaciteit komt te liggen. Dit is een punt dat bij conventionele installaties terdege moet worden meegenomen. Niet iedereen realiseert zich dat niet voor IT gebruikte ruimte in een datacenter (white space) erg kostbaar is. Een white-spaceruimte van 2,5 m2 kost gemiddeld 40.000 dollar (capital expenditure of Capex). Financieel managers kijken vooral naar Capex en dat is – niet verwonderlijk natuurlijk – het gedeelte van een investering dat het lastigst rond is te krijgen. Datacentermanagers staan dan ook flink onder druk om de hoeveelheid niet in gebruik zijnde white space te minimaliseren. Helaas zien we in de markt nogal wat ‘oplossingen’ die suggereren een efficiënte highdensityomgeving mogelijk te maken, maar dat blijkt in de praktijk tegen te vallen.Te vaak ligt hierbij de nadruk op het aantal poorten, zonder dat in het ontwerp van de rackunits naar gebruiksvriendelijkheid wordt gekeken. Hierdoor worden veel van dit soort fibre patchingoplossingen op termijn onbruikbaar. Deze oplossingen beloven ‘out of the box’ vaak een
uitermate handige manier van aanpassen en upgraden, maar de problemen in het ontwerp leiden op termijn tot een weinig overzichtelijke patching-aanpak. Sterker nog, sommige van dit soort ‘fibre patching’-oplossingen zijn in feite vanaf de dag van installatie al onbruikbaar. De jacht op hogere poortdensiteiten vereist een goed georganiseerde vorm van beheer, vooral bij cross-connectsituaties in een datacenter. Zonder een goed management heeft het vergroten van de poortdensiteit eerder een negatieve impact dan een positief effect. Dat geldt dan vooral voor de white space en leidt hierdoor eerder tot een hogere dan een lagere Capex. Daar komt nog bij dat het simpelweg vergroten van het aantal poorten lang niet altijd leidt tot een robuust platform voor een groter netwerk.
high-fibre countplatform
Hoe moet het dan wel? De oplossing is gelegen in een ‘high-fibre countplatform’. Een dergelijk platform is specifiek ontwikkeld om patching te ondersteunen in een high-density-
omgeving. Het biedt een oplossing voor de eerder genoemde problemen (afbeelding 1). Het hart van het high-density glasvezelplatform van TE Enterprise Networks bestaat uit twee nieuwe concepten: het Q-frame fibrepatchingframe en het Q3000 glasvezelpaneel. Hieraan is het al wat langer bestaande FiberGuide-gootsysteem toegevoegd. - Q-frame. Het Q-frame bestaat uit een 19”-frame dat speciaal voor glasvezel is ontwikkeld. Het voorziet standaard in een opslagruimte voor patchkabels en overlengten. De routering van patchkabels is intuïtief en logisch gestructureerd, zodat met slechts één lengte patchkabel kan worden gewerkt, ongeacht welke poort wordt gebruikt. Hierdoor kan grote winst worden geboekt als het gaat om het plannen, terwijl eveneens grote voordelen mogelijk zijn op het gebeid van voorraad en logistiek. Het zal duidelijk zijn dat hierdoor een flinke plus kan worden behaald als het gaat om de beschikbaarheid van het datacenter. - Q3000 fibre-panel. Het Q3000-paneel bestaat uit een chassis in de formaten 1U, 2U
dcw september | bekabeling
tekst: alastair waite is head of datacenter business line management, te enterprise networks
‘De jacht op hogere poortdensiteiten vereist een goed georganiseerde vorm van beheer.’
21
en 4U met naar keuze LC-naar-LC, MPOnaar-MPO en LC-naar-MPO glasvezelblades. Het ontwerp van deze blades is afgeleid van de blades die we kennen uit de wereld van de actieve elektronica in het datacenter, maar is nieuw voor de wereld van de passieve elektronica. - FiberGuide-gootsysteem. Het FibreGuidegootsysteem is van cruciaal belang om de glasvezelbekabeling te optimaliseren. Het biedt bend-radiusbescherming, fysieke bescherming en scheiding van patchkabels en bekabeling. Doordat montage zeer eenvoudig is, kan het gootsysteem snel worden aangebracht. Het systeem voldoet aan de LSZH-normering. Het gootsysteem is vooral ook interessant om verbindingen tussen racks of rijen te leggen.
‘Het voorkomt dat kabels een obstakel vormen.’
Het Q-frame past in een standaard 19”-rack en biedt acht kabeldoorvoeren die in totaal 1,8 m aan horizontale ruimte voorzien. Het is mogelijk om in totaal 3,5 meer aan overlengte op een nette en gestructureerde wijze op te slaan. Dankzij het ontwerp kan worden gewerkt met één lengte jumperkabel. Een Qframe telt maximaal 3072 poorten in een 8x8x48-configuratie. De frames zijn zo ontworpen dat het installeren ervan zeer eenvoudig is. Hierdoor kan tijd en dus geld worden uitgespaard, zowel bij eerste plaatsing als tijdens onderhoud. De doorvoer- en opslagruimte voorkomt dat kabels moeten worden opgestapeld en er congestie in een rack ontstaat. Hierbij wordt tevens voorkomen dat kabels te sterk worden gebogen en de glasvezel zelf wordt beschadigd. Het Q3000 glasvezelpanel maakt high-density glasvezelterminatie mogelijk, waarbij een zeer goede toegankelijkheid tot de individuele connectoren mogelijk is, terwijl de kabels gemakkelijk kunnen worden beheerd. Per enclo-
sure kan worden gewerkt met enkel terminatie of met MPO-applicaties. In combinatie met een Q-frame biedt de Q3000 maximale dichtheid en een maximale vorm van kabelmanagement. Het biedt in dat geval 384 LC-terminaties (192 poorten) of 96 LC glasvezelterminaties (48 poorten) in een enkele hoogte. Het biedt daarnaast ‘bend radius protection’ die voorkomt dat kabels te ver worden gebogen. Voor alle applicaties wordt één standaard basis chassis gebruikt, waardoor het configureren sterk wordt vereenvoudigd en de kans op foutieve orders bij de fabrikant sterk wordt verkleind. Het chassis ondersteunt zowel interconnect- als cross-connecttoepassingen en biedt een verticale, geïntegreerde kabelgeleiding die vanaf de achterzijde toegankelijk is.
advertentie
➔ Datacenter Infrastructure Management
DCIM:
➔ IT Service Management
TECHNIEK EN MENSEN CENTRAAL BEHEER DOE JE SAMEN
➔ Infrastructure Management
Visualiseren, beheren en optimaliseren
CANS b.v. Transistorstraat 71F | 1322 CK Almere +31 (0)36 534 24 64 |
[email protected] | www.cans.nl
CANS
Word lid van DatacenterWorks mail uw persoonsgegevens naar
[email protected] en ontvang het magazine datacenterworks gratis
Energy saver-modus ups brengt PUE omlaag
ITB Kwadraat kiest EcoMode en Energy saver van Socomec
“de pue-waarde is voor ons als commercieel datacenter natuurlijk meer dan ‘alleen maar’ een maatschappelijk verantwoord groen getal. voor ons is het ook de basis van ons businessmodel”, zegt niels hensen van itb kwadraat. “voor ‘de brievenbus’ – een datacenter dat wij momenteel in apeldoorn bouwen – willen we een pue van 1,15. dat bereiken we door zaken als adiabatische koeling toe te passen en door het e-pad te optimaliseren. socomec’s ups’en
“In december wordt ons datacenter, De Brievenbus, bouwkundig opgeleverd”, vertelt Niels Hensen van ITB Kwadraat. “Daarna hebben we circa drie maanden nodig om de laatste onderdelen van de datacentertechniek in te richten en volledig te testen. Eind januari verwacht ik dat we operationeel zijn.”
duidelijke doelstelling
dcw september | praktijk
Hensen hanteert een duidelijke doelstelling als
het gaat om de PUE-waarde van het datacenter. Zijn bedrijf mikt op 1,15 (1,1 elektrisch en 1,03 voor koeling), al verwacht hij dat het nieuwe datacenter uiteindelijk richting 1,08 of 1,09 gaat. PUE lijkt daarmee steeds meer een hulpmiddel te worden voor de marketing van commerciële datacenters. Dat beeld herkent Hensen wel. “Er is een soort race gaande om groener dan de groenste te willen zijn. Laat duidelijk zijn dat als ik op
24
de deur van De Brievenbus straks een sticker kan plakken ‘Meest energie-efficiënte datacenter van Nederland’ ik dat uiteraard graag doe. Maar PUE is voor ons – met alle respect voor het maatschappelijke belang – eerst en vooral de basis van ons businessmodel. De PUE-waarde is immers niets meer en niets minder dan de factor waarmee ik de kosten voor de inkoop van energie moet vermenigvuldigen om quitte te spelen.” Dat maakt de race naar de laagste PUE ook zo interessant, vindt Hensen. “Een datacenter moet de geclaimde PUE-waarde natuurlijk wel kunnen waarmaken. Klanten zien die claim en gaan dan rekenen en vergelijken met de prijzen die de diverse datacenters voor bepaalde diensten vragen. Op dit punt verwacht ik dat er de komende jaren een serieuze shake-out gaat plaatsvinden.”
energieleverancier
De Brievenbus van ITB Kwadraat in aanbouw.
Bovendien naderen we zo langzamerhand de PUE-waarde van 1. Een datacenter dat een dusdanige technische infrastructuur weet te ontwikkelen dat het op – zeg – 0,9 of nog lager weet te komen, verandert de regels van het
tekst: robbert hoeffnagel
spelen daarbij een belangrijke rol.”
fast ecomode
“Fast EcoMode is leverbaar in het 160 – 400 bereik. Het gaat om een automatische bedieningsmodus om de efficiëntie in functie van de kwaliteit van de ingangsspanning te optimalise-
‘Voor De Brievenbus hebben we gekozen voor een 2N-aanpak.’
ren.Wanneer deze ingangsspanning zich binnen de tolerantiegrenzen bevindt (de waarde daarvan kan worden ingesteld) wordt de belasting gevoed via de bypass en wordt een efficiëntie bereikt van 99 procent. Komt de ingangsspanning buiten de tolerantiegrenzen, dan kan binnen 2 ms worden overgeschakeld van bypass naar wisselrichter.Terug naar de bypass verloopt eveneens automatisch.” Socomec kent daarnaast een ‘Always on’- en een ‘Energy saver’-modus. “Bij de Always onmodus worden de belastingen gevoed door het netwerk, terwijl de harmonische feedback die normaal door niet-lineaire belastingen binnen het netwerk wordt gegenereerd, wordt geanalyseerd en automatisch door de wisselrichter wordt gecorrigeerd”, zegt Arendonk. “Onze belangstelling ging echter vooral uit naar de Energy saver-techniek van Socomec”, zegt Hensen.
in een 2N+1-opstelling gekund. In feite kost de nu gekozen 2N-aanpak van Socomec nauwelijks extra energie. Het enige dat nodig is, is dat de regelelektronica van de niet in gebruik zijnde ups’en – zeg maar – warm blijft. Wat wij wel belangrijk vinden – en dat is ook door Socomec benadrukt – is dat alle ups’en met enige regelmaat worden belast”, geeft Hensen aan. ITB Kwadraat heeft Greenpower 2.0 aangeschaft met een cos phi van 1 en een rendement van 96 procent. De unitgrootte is 200kVA/200kW per unit voor een totale configuratie van uiteindelijk 4,8 MVA.
energy saver
“De Energy saver-functie”, legt Arendonk uit, “optimaliseert de efficiëntie van een parallel geschakelde ups als deze een gedeeltelijke belasting voedt. Er wordt dan alleen het daadwerkelijk benodigde aantal ups-blokken gebruikt om de gevraagde energie te leveren. Redundantie wordt desondanks gewaarborgd door een extra unit in bedrijf te houden. De regelelektronica is hierbij in elke ups aanwezig en dus niet, zoals vaak gebeurt, in één centrale processor. Wanneer het door de belasting verbruikte vermogen toeneemt, treedt onmiddellijk (dat wil zeggen: binnen 2 ms) een aantal ups-blokken in werking dat nodig is om de extra voeding te leveren. Deze werkwijze is ideaal voor belastingen die regelmatig onderworpen zijn aan vermogensschommelingen en maakt een hogere efficiëntie van het complete systeem mogelijk.” “Wij hebben voor De Brievenbus gekozen voor een 2N-aanpak. Het had eventueel ook
Schematische weergave van Socomec’s Energy saver-modus.
De Greenpower 2.0-lijn van Socomec.
dcw september | praktijk
spel ingrijpend. Wellicht dat over enkele jaren de eerste datacenters veranderen van energieconsument in energieproducent. Hensen toont zich echter tegenstander van dit in zijn ogen ‘misbruiken’ en creatief omgaan met het berekenen van PUE-waardes. “Datacenters zijn niet groen”, zegt hij. “Het maximale wat ze kunnen halen is zo efficiënt mogelijk omgaan met de gebruikte energie. Het op een commercieel interessant wijze terugwinnen van energie uit het datacenter (in de vorm van warmte) is nauwelijks mogelijk.” Zover is ITB Kwadraat echter nog niet. Eerst moet het datacenter in Apeldoorn worden opgeleverd. “Onze PUE-doelstelling is nu dus 1,15. Die mate van energie-efficiëntie bereiken we langs twee kanten”, zegt Hensen. “Dat is allereerst door een zo efficiënt mogelijke koeling te kiezen. Wij hebben voor een adiabatisch koelsysteem gekozen. Maar daarnaast speelt het E-pad uiteraard een belangrijke rol en dan niet in de laatste plaats de ups’en. We hebben met heel veel aanbieders van ups-systemen gesproken, vooral ook over de afweging tussen energiegebruik en bedrijfszekerheid. Die beschikbaarheid is natuurlijk cruciaal, maar simpelweg twee identieke installaties continu parallel laten draaien past niet echt bij een streven naar een lage PUE-waarde. Maar hoe moet het dan wel?” De zoektocht naar een oplossing bracht ITB Kwadraat onder andere bij de Franse leverancier Socomec. “Socomec heeft zijn Delphys GP uit de Greenpower 2.0-ups-reeks voorzien van een techniek die wij EcoMode en Fast EcoMode noemen”, zegt Arie Arendonk van Socomec. “Fast EcoMode biedt een extra zuinige werkingsmodus. In deze configuratie worden de belastingen door het netwerk gevoed. Bij een storing schakelt het systeem onmiddellijk over naar de ups-modus. Hierdoor kan een efficiëntie worden bereikt van 99 procent.”
25
Voor nieuw datacenter in Frankfurt
BT kiest Schäfer IT-Systems de netwerk- en it-dienstverlener bt germany doet een beroep op schäfer it-systems voor de infrastructuur van zijn nieuwe datacenter in frankfurt-sossenheim. het nieuwe gebouw telt
dcw september | praktijk
Voor de uitrusting van het nieuwe datacenter van BT Germany ontwikkelde Schäfer IT-Sys tems een aanpak die bestaat uit 378 serverracks per verdieping in koude gangen van het type Cold Section en een tunnelvormige omkasting van de verbindingsgangen. Dit nieuwe aircoconcept beperkt de vermenging van koude en warme lucht nog sterker dan een conventionele koude gang en wordt gerealiseerd met op maat gemaakte wand- en dakelementen van Schäfer. Voor de afscheiding van de serverracks, die BT aan verschillende klanten verhuurt, leverde het bedrijf ook roosterelementen of zogenoemde cages.
26
pue 1,3
De exploitant gaat ervan uit dat bij een volledige belasting van de racks de warmtebelasting
Het datacenter heeft nu al een PUE-waarde van 1,3.
1,5 MW per verdieping bedraagt. Dankzij een vrije koeling met omgevingslucht en de precieze luchtgeleiding door de roosterelementen heeft het datacenter nu al een PUE-waarde (power usage effectiveness) van 1,3. PUE is een kerncijfer voor de energie-efficiëntie van een datacenter. Het is de verhouding van het totale energiegebruik van een datacenter tot de energieopname door de servers en IT-componenten. Een hoge PUEwaarde betekent dat voor de airconditioning en andere infrastructuursystemen onevenredig veel energie wordt gebruiken. De – uitsluitend theoretisch bereikbare – ideale PUE-waarde is 1. In een dergelijk geval gaat haast geen energie naar airconditioning of andere verbruikers, zoals verlichting en transformators. Voor bestaande datacenters bedraagt de PUE-waarde doorgaans 1,5 tot 2. “Onze dubbele vakkundigheid als aanbieder van oplossingen voor datacenters enerzijds en als fabrikant anderzijds komt bij dit project volop tot uiting”, stelt Peter Wäsch, salesmanager bij Schäfer IT-Systems. “Onze korte lijnen tussen projectplanners, productdesigners en de productieafdeling in één en hetzelfde bedrijf blijken bij de snelle realisatie van klantspecifieke oplossingen altijd weer een enorm voordeel.”
tekst: lee funnell is technical manager emea bij siemon
vijf verdiepingen met een totale oppervlakte van zo’n 5.000 m2.
SMARTER Data Center InfrastruCture. We’re In It. Our unique R&D relationships with the world’s leading active equipment vendors help anticipate your future connectivity requirements. Our investment in local resources delivers face-to-face technical support where you need it, when you need it, even for multi-national roll outs. So, for an agile and efficient data center, choose TE Connectivity. www.datacenteragility.com
netpodium rack system & universal Connectivity Platform (uCP):
NEW!
• Ideal for mixed media data center environments • Plug & play copper and fiber systems in one panel • Save time and space through increased rack efficiency • Utilize free space alongside, above and below the 19” envelope • For applications up to 100G • Reduced installation times due to tool-less fasteners • High density cable management & bend radius protection www.datacenteragility.com/products
KRONE
incorporating AMP NETCONNECT and KRONE
eVerY COnneCtIOn COunts Rietveldenweg 32, 5222 AR ’s-Hertogenbosch +31 73 6246211
[email protected] www.ampnetconnect.nl
zes jaar wachten nadat de standaard was gepubliceerd, heeft niet gezorgd voor een droomstart van 10gbase-t. valerie maguire, infrastructuurexpert van siemon, stelt dat het wachten op 10gbase-t beslist de moeite waard was. deze standaard zorgt ervoor dat koper een grote toekomst tegemoet gaat.
Wees voorbereid op de 10GBase-T-explosie:
‘Next generation’-koper gaat een grote toekomst tegemoet
28
Toekomstige acceptatiegraad voor 10 Gbps-ethernetapplicaties.
den gereduceerd. Misschien vormen deze ontwikkelingen de verklaring voor de prognose van The Linley Group dat in 2012 mogelijk meer dan 2,7 miljoen poorten van 10GBase-T PHY's zullen worden geleverd. Dit is een flinke stijging ten opzichte van de 182.000 poorten die in 2011 zijn geleverd. The Linley Group voorziet verschillende typen 10 Gbps-ethernettoepassingen gedurende de komende jaren en verwacht dat 10GBase-T in 2014 een dominante marktpositie zal bereiken.
koper op zijn best
10GBase-T en balanced twisted-pairkoperbekabeling bieden unieke voordelen ten opzichte van andere 10Gbps-ethernetoplossingen. Door de aanzienlijke verlaging van kosten en energiedissipatie dankzij de nieuwere 40 nm-PHY-apparatuur en de verdere verlagingen die mogelijk worden met de 28 nm-apparatuur, die in 1213 wordt verwacht, kunnen datacentermanagers nu profiteren van de fundamentele voordelen van de 10GBase-T-techniek: • interoperabiliteit met verouderde, langzamere ethernettechnieken via auto-negotiation; • implementatiegemak van een balanced twisted-pairkoperbekabelingssysteem en het gebruik van vertrouwde bekabelings- en connectorinterfaces; • flexibiliteit van gestructureerde bekabelingstopologieën met 100 mverbindingen volgens het 4-connectorenmodel om toevoegingen, verplaatsingen en wijzigingen in LAN- en datacenteromgevingen te ondersteunen; • mogelijkheid om ‘power over ethernet’ te leveren (PoE- en PoE Plus). Interoperabiliteit met traditionele ethernetapparatuur via auto-negotiation is van groot belang omdat datacenteruitbreidingen en -uitgaven hierdoor geleidelijk kunnen plaatsvinden. 10GBase-T-netwerkappa-
tekst: valerie maguire, infrastructuurexpert siemon
dcw september | bekabeling
Het wachten op 10GBase-T-producten heeft geleid tot het (volstrekt misplaatste) idee dat dit protocol het einde betekent voor balanced twisted-pairkopermedia en netwerkapparatuur. De lange introductietijd kan worden verklaard door de recente economische recessie en de wens om aanzienlijke energie-efficiëntieverbeteringen in deze nieuwe techniek te integreren. De uitdagingen zijn nu allemaal overwonnen en alles wijst erop dat de implementatie van 10GBase-T-oplossingen in 2012 een grote vlucht gaat nemen. Naar verwachting zullen dit jaar ten minste twintig nieuwe platforms (bijvoorbeeld switches, servers en NIC's (network internnet card)) die gebruikmaken van 10GBase-T PHY-apparaten, op de markt verkrijgbaar zijn. Deze platforms zijn gebaseerd op een geavanceerd 40 nm-lithografieproces, waardoor energiegebruik, kaartgrootte en kosten wor-
katalysator
Een andere belangrijke katalysator voor de invoering van 10GBase-T zal de introductie van LOM-chips (LAN-on-motherboard) zijn. Deze oplossing, die naar verwachting dit jaar wordt geïntroduceerd, biedt serverfabrikanten de mogelijkheid ook auto-negotiationtechniek in hun apparatuur te implementeren. De implicaties van deze ontwikkeling zijn verstrekkend omdat servers voor het eerst worden geleverd met voorgeconfigureerde ethernetverbindingen die kunnen onderhandelen over snelheden van 100 Mbps, 1 Gbps of 10 Gbps, afhankelijk van de capaciteit van andere apparaten in het netwerk. De datacentermanager zal zich op deze ontwikkeling willen voorbereiden door 10GBase-Tcompatibele switches te implementeren die de capaciteit van de verbonden server volledig kunnen benutten.
lager energiegebruik
De 40 nm-apparaten die nu leverbaar zijn, halen minder dan 4 W-dissipatie per poort. En de 28 nm-apparaten die in 2013 op de markt
komen, zullen naar verwachting minder dan 2,5 W per poort dissiperen! Speciale protocollen kunnen de energiedissipatie van 10GBase-T verder verbeteren. Naast de vermindering die het gevolg is van ontwikkelingen in de halfgeleidertechnologie, kunnen Base-T-systemen, en met name 10GBase-T-systemen, gebruikmaken van bepaalde unieke en op standaarden gebaseerde algoritmen die de wezenlijke eigenschappen van computerverkeer optimaal benutten om energiedissipatie nog verder terug te brengen. Er zijn in het bijzonder mogelijkheden de efficiëntie te verbeteren wanneer netwerkapparatuur voor zowel langere als zeer korte perioden niet wordt gebruikt, dankzij nieuwe technieken, zoals WoL (wake on LAN), energie-efficiënt ethernet (EEE) en de 10GBase-T short-reachmodus. WoL is een nieuwe netwerkstandaard die door de Advanced Manageability Alliance is ontwikkeld, waarbij netwerkapparatuur, zoals een server, in de slaapstand wordt gezet totdat deze wordt geactiveerd door een speciaal netwerksignaal, een ‘magic packet’. De NIC van de server keert tijdens de slaapstandperiode terug naar een stand met een zeer lage energiedissipatie, maar blijft alert uitkijken naar het magic packet. Zodra dit pakket arriveert, wordt de server geactiveerd en wordt de normale werking hervat. Omdat de activeringstijd van WoL meestal tienden van seconden bedraagt, is deze energiebeheerstrategie vooral geschikt wanneer servers naar verwachting lange perioden inactief zijn, bijvoorbeeld 's nachts. EEE is speciaal ontwikkeld om te profiteren van het onregelmatige karakter van computerverkeer. Het is zo dat ethernetverkeer normaal gesproken veel hiaten vertoont, waarvan de duur kan variëren van microseconden tot milliseconden. Deze hiaten zijn opgevuld met ‘lege patronen’. Dit zijn golfvormen zonder echte computerinformatie, die echter kunnen worden gebruikt de klok tussen transceivers te synchroniseren. Het EEE-algoritme vervangt deze lege patronen door een LPI-
dcw september | bekabeling
ratuur vereist geen grootschalige upgrade van alle servers en switches naar 10 Gbps-capaciteit (wat wel noodzakelijk is bij non-negotiating ethernetsystemen die informatie verzenden via optische glasvezelmedia of direct-attach-assemblages, zoals SFP+), maar ondersteunt 10 Gbpstransmissie naar nieuwe servers en kan via auto-negotiation ook werken met snelheden van 1 Gbps (of lager) om legacyservers te ondersteunen. Op deze manier kunnen datacenters hun switchingarchitecturen ‘toekomstbestendig’ maken. Een 10GBase-T-switch kan nu effectief communiceren met traditionele 1 Gbps- en 100 Mbps-servers en maakt het mogelijk om 10 Gbpsservers te introduceren als dit in de toekomst vereist is en financieel wordt ondersteund.
29
‘Zo kunnen datacenters hun switchingarchitecturen ‘toekomstbestendig’ maken.’ Infrastrucctuurexpert Valerie Maguire.
dcw september | bekabeling
modus (low power idle), waarbij heel weinig energie wordt gedissipeerd. 10GBase-T short-reachmodus, een voorziening in 10GBase-T PHY's die uitstekend kan helpen de totale energiedissipatie te verminderen, is het vermogen de channellengte tussen compatibele transceivers automatisch te detecteren. Wanneer de channellengte minder dan 100 m is, kunnen 10GBase-T-transceivers hun energiedissipatie verminderen terwijl ze nog steeds volledig compatibele BER-prestaties (bit error rate) leveren. Deze zogeheten short-reachmodus benut de grotere signaalruisverhoudingen waar korte channels door lagere signaalverzwakking over beschikken. De vermindering van energiedissipatie kan spectaculair zijn.
30
kostenbewust, energie-efficiënt
10GBase-T is de kosteneffectiefste 10 Gbps-ethernettoepassing. Hoewel bereik, stroomverbruik en achterwaartse compatibiliteit belangrijke overwegingen zijn bij het selecteren van media, zullen de meeste ontwerpers bevestigen dat de prijs van grote invloed is op het besluitvormingsproces. De waarheid is dat 10GBase-T meer voordelen en flexibiliteit biedt dan andere 10 Gbps-toepassingen en dit voor de laagste prijs. De voordeligste keuze voor 10 Gbps-transmissie is 10GBase-T-netwerkapparatuur in combinatie met balanced twisted-pairkoperbekabeling van categorie 6A UTP, categorie 6A F/UTP of categorie 7A S/FTP. Dit kostenvoordeel zal de snelle invoering van 10GBase-T in 2012 bevorderen. De belangstelling voor grotere snelheden dan 10 Gbps via balanced twisted-pairkoperbekabeling neemt toe. De duidelijkste bevestiging dat Base-T-ethernettoepassingen een uitstekende toekomst hebben is de groeiende belangstelling voor bekabeling van de volgende generatie. Deze media zijn bedoeld om de balanced twisted-pairkopertoepassing te ondersteunen die komt na 10GBase-T. Omdat ethernetapplicaties
voor de LAN-backbone en het datacenter altijd voorop liepen ten opzichte van ethernetspecificaties voor horizontale LAN- en datacenterbekabeling, lijkt het logisch dat de volgende snelheid voor ethernet via balanced twisted-pair 40 Gbps zal zijn als aanvulling op IEEE 802.3ba4-compatibele 40 Gbps-ethernet-computerbackplanes en apparatuur voor optische-glasvezelnetwerken. Bovendien zal IEEE 802.3 in juli 2012 een oproep doen om blijken van belangstelling voor 'Next generation Base-T’ in te dienen om die belangstelling te onderzoeken voor de ontwikkeling van een nieuwe, snellere ethernet over twistedpairtoepassing.
het wachten waard
10GBase-T was het wachten waard. Hoewel 10 Gbps-ethernet voorbereide balanced twisted-pairkoperbekabeling al enige tijd leverbaar is, hebben we er lang en met smart op moeten wachten voordat 10GBa-
10GBase-T-energiedissipatie.
V R ICO NDITION®- H2O COOLING SOLUTIONS
Modulair koelen met water 24 kW koelcapaciteit Intelligent regelmechanisme Flexibele oplossing: closed, open of hybride loop Hot swappable ventilatoren en control box Remote monitoring
se-T-apparatuur algemeen verkrijgbaar was. Het wachten is voorbij. 10GBase-T-netwerkapparatuur biedt meer bereik en flexibiliteit dan elke andere 10 Gbps-koperoplossing en is een zeer aantrekkelijk alternatief voor 10 Gbps-glasvezeloplossingen wanneer de gebruikte channellengten korter zijn dan 100 m. Datacenter-, LAN- en IT-managers die zo slim waren om 10 Gbpsethernet voorbereide balanced twisted-pairkoperbekabeling in hun netwerk te installeren, zijn klaar om te profiteren van de onderhandelingen- en energiereductiefuncties van 10GBase-T en beginnen dit jaar met incrementele server- en switchupgrades om de netwerkcongestie te verlichten en de capaciteit te vergroten. De anderen hebben nog wat in te halen.
Vergelijking kosten 10GBase-T-bekabeling.
A N A E G I D E C O M PA N Y
[email protected] • WWW.MINKELS.COM
Oplossing voor datacenters
Stroomloos schakelen bij brand onnodig voor bedrijven is het altijd beschikbaar zijn van technische installaties van onderscheidend belang. datacentra en computerruimten moeten volgens tier voldoen aan een beschikbaarheid van 99,991 procent, waardoor een jaarlijkse uitvaltijd van maximaal 0,8 uur mogelijk is. hoe kan dit worden gerealiseerd in geval van brand? dankzij oxyreduct is de hoogst mogelijke brand
32
In datacentra heerst een bijzonder groot brandrisico door de hoge energiedichtheid van de opgestelde installaties. De hoofdoorzaken, die typisch gelden voor branden in datacentra, zijn kortsluiting en defecten aan elektrische installaties. De brandbare stoffen bestaan uit kunststoffen van bekabeling, kunststofbehuizingen, batterijen, condensatoren enzovoort.
blusgasinstallaties en ruim tedichtheid
Een traditionele brandbeveiliging, die bestaat uit rookdetectie (puntrookmelders) en blusgasinstallatie, is een veel gebruikte oplossing. De benodigde hoeveelheid gas wordt eenmalig, vooraf berekend en aangebracht. De blusgasconcentratie moet in elk geval een standtijd van 10 minuten realiseren om een goede blus-
Branddriehoek, stikstoftoevoer reduceert zuurstof.
sende werking te garanderen. In een datacenter worden in de loop der tijd vaak veranderingen aangebracht. Zo kunnen het koelsysteem of de serverkasten worden aangepast, waardoor stroom- en netwerkbekabeling en/of openingen voor de klimatisering veranderen. Doorvoeren in de wand kunnen makkelijk over het hoofd worden gezien. De voor een succesvolle blussing benodigde ruimtedichtheid wordt niet regelmatig getest. Is de ruimtedichtheid niet meer overeenkomstig de vooraf bepaalde blusgasconcentratie, dan komt een juiste bluswerking in gevaar. Met andere woorden: de brand wordt niet, of niet afdoende bestreden.
risico van herontsteking
Als de spanning niet wordt uitgeschakeld, om te voorkomen dat de brandhaard opnieuw van energie wordt voorzien, ontstaat de mogelijkheid dat na een blussing de brand opnieuw oplaait. De hoeveelheid blusgas is begrensd, en zo ontworpen dat een brand eenmalig wordt gedoofd. Bij herontsteking is geen blusmiddel meer voorhanden. Daarom is afschakelen van spanning bij een traditionele blussing sterk aan te bevelen. Echter, de gevolgen van een bedrijfsonderbreking door het stroomloos schakelen kunnen minimaal zo ernstig zijn. Hoge uitvalkosten, imagoschade en verlies van de
marktpositie ten opzichte van andere datacentra zijn het gevolg. Bij brand kan de netwerkbeheerder vanwege die beschikbaarheid computersystemen niet uitschakelen. In industriële rekencentra geldt namelijk ‘zero downtime’. Bij het actief voorkomen van brand door zuurstofreductie wordt de brandontwikkeling tegengehouden en de hittevorming sterk gereduceerd. De brand en daarmee de warmteoverdracht aan andere materialen wordt zo actief onderdrukt of geheel voorkomen. Een brand kan ook bij niet-uitgeschakelde stroomtoevoer zich uitbreiden of ontstaan.
actieve brandvermijding door zuurstofverlaging
Een brand heeft volgens de branddriehoek (afbeelding 1) drie componenten nodig: een brandbare stof, temperatuur (energie) en zuurstof. Zoals reeds aangegeven zijn brandbare stoffen en warmte in een computerruimte in hoge mate voorhanden. De warmte komt van (over)spanning en die is niet uit te schakelen. Zuurstof blijft als enig element over in de branddriehoek waarmee we invloed kunnen uitoefenen op de brandontwikkeling. Het zuurstofpercentage in onze omgevingslucht bedraagt normaal gesproken 20,9 Vol.-%. Stikstof is met 78,09 Vol.-% een hoofdbestanddeel van lucht en dus niet giftig. Stikstof is een
tekst: lars schröder is werkzaam bij wagner
dcw september | datacentermanagement
beveiliging te realiseren, kan een brand worden voorkomen en de beschikbaarheid veiliggesteld.
stikstofproductie
OxyReduct Compact is een compacte, geïntegreerde installatie, bedoeld voor kleine tot middelgrote IT-ruimten, die in of vlak bij de te beveiligen ruimte kan worden opgesteld. Ze bestaat uit een stuurcentrale, een compressor, filters, een stikstofgenerator en zuurstofsensoren die in de te beveiligen ruimte worden aangebracht. De compressor zorgt voor gefilterde perslucht, gewonnen uit omgevingslucht. De stikstofgenerator is een holle vezelmembraan waarin stikstof (N2) van de andere bestandsdelen van de perslucht (O2, Ar, He, CO2, et cetera) wordt gescheiden. Deze ter plaatse geproduceerde stikstof wordt in de te beschermen ruimte gebracht, om zo de mengverhouding van de lucht te veranderen. Zuurstofsensoren meten het zuurstofpercentage in de ruimte en
geven de informatie aan de stuurcentrale. De stuurcentrale controleert en regelt continu het ingestelde zuurstofniveau. De ruimte blijft tot 18 Vol.-%* vrij toegankelijk. De berekening van de geëiste zuurstofconcentratie en de daarmee ontworpen zuurstofverlagingsinstallatie vloeit voort uit de toegepaste materialen in de beveiligde ruimte. De bepaling van de ontstekingsgrens (het zuurstofpercentage waarbij een brandbare stof niet ontbrandt) is een belangrijke rekenfactor voor de bepaling van de totale installatie.
bepaling van ontstekings grens
Wagner heeft brandproeven uitgevoerd met materialen die voornamelijk in dataruimten
De stuurcentrale controleert en regelt continu het ingestelde zuurstofniveau.
voorkomen. Te denken valt aan polyvinylchlorid (PVC) in kabels, polypropylen (PP) in behuizingen, polyethylen (PE) in pc-chassis, zoals polymethylmethacrylat (PMMA) in kunststofglasdeuren, die via een acetyleenbrander 3 minuten lang tot circa 1.200 °C worden verhit. Door deze brandtest is bepaald dat geen van deze stoffen onder 15,7 Vol.-% zelfstandig konden ontbranden. Druppelende materialen zijn zelfdovend. In het algemeen is te zien dat een lager zuurstofpercentage (< 20,9 Vol.%) zorgt voor een kleinere energieomzetting. De grootte van de vlammen, de intensiteit en de warmteontwikkeling, die een branduitbreiding tot gevolg kan hebben, zakt bij een verlaagd zuurstofpercentage.
brandveiligheidsconcept op maat
Het brandveiligheidsconcept en de prestatieeisen van het zuurstofverlagingssysteem is aan de individuele wensen van de klant aan te passen. Natuurlijk moet hierbij rekening worden gehouden met de Arbo-wetgeving. Volume van de ruimte en het ventilatieconcept worden hierin meegenomen. *18 Vol.-%. is het minimale zuurstofpercentage aangegeven door de Arbo-wetgeving. Soms wordt 17 Vol.-% gedoogd, maar is geen wetgeving.)
dcw september | datacentermanagement
inert gas, dat wil zeggen dat het niet reageert op andere gassen en dat het zich zelfstandig en homogeen in de ruimte verdeelt. De stikstof, ter plaatse geproduceerd via het zuurstofverlagingsysteem OxyReduct, wordt in het beveiligde gebied geleid en verandert daardoor de mengverhouding tussen stikstof en zuurstof. Door de gecontroleerde verhoging van het stikstofdeel in de lucht, verlaagd het zuurstofaandeel, waardoor automatisch het ontstekingsrisico afneemt.
33
dcw september | datacentermanagement 34
Beveiligingsconcept I: de variant met het hoogste beveiligingniveau. Het zuurstofniveau wordt in dit voorbeeld continu op circa 15 Vol.-% ingesteld, dus net onder de voor IT typische ontbrandingsgrenzen. Stroomloos schakelen is niet nodig. Als personen toegang willen tot de ruimte wordt het zuurstofniveau tijdelijk teruggebracht naar 18 Vol.-% (toegangseisen volgens Arbo-wetgeving). Bij 18 Vol.-% treedt een brandvertraging op. Rookaanzuigsystemen van Wagner zorgen voor een snelle detectie van een pyrolysebrand. Hierbij ‘verdampt’ de mantel van de kabel door een overspanning (warmte/energie). Dit mogelijke begin van een brand moet worden ontdekt, om schade te voorkomen. Beveiligingsconcept II: het zuurstofniveau wordt in deze variant net boven 18 Vol.-% ingesteld zodat de ruimte altijd toegankelijk is. Na brandalarm door rookaanzuigsystemen volgt een snelle verlaging van het zuurstofniveau via blusflessen (kleine blusinstallatie voor het verlagen van het zuurstofniveau van 18 Vol.-% naar circa 14 Vol.-%). Daarna houdt het OxyReduct zuurstofverlagingssysteem het zuurstofniveau vast op een veilig niveau (circa 14 Vol.-%, na blussing). Hierdoor ontstaat een ‘oneindig’ lange standtijd (bij een traditionele blusinstallatie maximaal 10 minuten). In deze periode kan een bevoegd persoon de ruimte controleren en mogelijke oorzaken van het brandalarm wegnemen, waarna de installatie weer kan worden gereset en op 18 Vol.-% verder haar werk zal doen. Doordat minder blusgas nodig is, die met aanzienlijk minder kracht in de ruimte wordt gebracht, kunnen kleinere overdrukkleppen worden toegepast.
Beveiligingsconcept III: de zogenoemde tweefasen-verlaging is bijvoorbeeld ideaal voor een datacentrum met vrije koeling. Normaal gesproken staat het zuurstofniveau op 20,9 Vol.%. Hiermee is de ruimte vrij toegankelijk en de ventilatie werkt optimaal. Wanneer het rookaanzuigsysteem een vooralarm genereert, schakelt de vrije koeling om in een recirculatiesysteem en wordt het zuurstofniveau in 240 seconden verlaagd naar 15,8 Vol.-% en op dit niveau gehouden door de OxyReduct-installatie. Mocht dit niet afdoende zijn de branduitbreiding te stoppen, dan zal bij een hoofdalarm van het rookaanzuigsysteem, het zuurstofniveau terug worden gebracht naar 13,8 Vol.-%. Dit niveau wordt dan ook weer vastgehouden zolang dit gewenst is. Bij vrije koeling wordt gebruikgemaakt van de buitenlucht. Om te voorkomen dat ‘vervuilde’ buitenlucht het centrum bedreigt, wordt deze inlaat beveiligd met een rookaanzuigsysteem.
beste beveiliging
Met een zuurstofverlagingsinstallatie van Wagner kan de netwerkbeheerder stroomloos schakelen vergeten, waaraan bij een traditionele blusinstallatie juist zou moeten worden gedacht. Het OxyReduct-systeem biedt de beste brandbeveiliging voor computerruimten. Op het moment dat een brand moet worden geblust, is er al aanzienlijke schade door hoge temperaturen en rookontwikkeling (actie op basis van ongevoelige puntmelders). Als de oorzaak van de brandontwikkeling niet wordt weggenomen, bestaat de kans op herontsteking, zonder dat nog blusmiddel aanwezig is. Dit veroorzaakt aanzienlijke schade aan de
Functieprincipe van stikstofproductie met holle vezelmembraan. N2 - stikstof, O2 - zuurstof, Ar - argon, CO2 - koolstofdioxide.
Lucht met normale zuurstofhoeveelheid en zuurstofverlagende atmosfeer.
computerruimte, maar ook aan de rest van het pand. Door systeemtesten is altijd bekend of het zuurstofverlagingsysteem optimaal functioneert, of dat door lekkage doelwaarden niet worden gehaald. OxyReduct-systemen kunnen worden toegepast in ruimten <50 m3 tot 40.000 m3. VdSproductcertificaten zorgen voor extra zekerheid. Op 29 maart 2012 heeft Wagner voor OxyReduct de Duitse Datacentrumprijs 2012 ontvangen in de categorie ‘Datacentrumveiligheid’. De prijs is uitgereikt door een ITvakjury van ‘Future Thinking Fachkongresses 2012’.
Zwitsers bedrijf koppelt cloud en computerruimte
Datacenterin-een-berg
36
Een dertig ton zware deur sluit de toegang tot het datacenter af.
Deltalis is een zusterbedrijf van het Zwitsers/Hongaarse bedrijf Radix Technologies. Het bedrijf heeft van de Zwitserse overheid een niet langer gebruikt command & controlcenter van leger en luchtmacht overgenomen. In dit in totaal ruim 20.000 m2 vloeroppervlak tellende complex – dat zich geheel onder de grond bevindt – neemt het bedrijf een 8.000 m2 groot datacenter in gebruik. De eerste paar honderd vierkante meters zijn inmiddels gevuld. Gezien de enorme omvang van het complex bouwt men de beschikbare ruimte stap voor stap om tot computerzalen.
berekende pue
De focus van de Zwitsers ligt op cloud- en andere IT-toepassingen die om een zeer goed beveiligde omgeving vragen. Daarom hebben ze een zeer stringent beveiligingssysteem ontwikkeld en maken ze de ingang van het complex voor de buitenwereld zo goed als onvindbaar. De keuze voor de locatie – het dorpje Attinghausen in het canton Uri – is bovendien erg gunstig vanwege de nabijheid van een internetbackbone die Noord- en Zuid-Europa met elkaar verbindt. Deze verbinding ligt
Technische ruimte met onder andere de
circa 1,5 km naast ‘de berg’ van Deltaris. Daarnaast proberen ze zich te onderscheiden door de milieu-‘footprint’ zo gering mogelijk te houden. Dit betekent onder andere dat de PUE (power usage efficiency) op 1,2 ligt. Althans, dat is de berekende waarde. De bezetting van het datacenter is nog te gering om te kunnen meten onder vollast.
commercieel datacenter
Alsof een datacenter in een berg 40 m onder de grond nog niet opmerkelijk genoeg is, is ook het hele businessmodel achter de combinatie Deltalis en Radix Technologies opmerkelijk. De twee bedrijven vormen namelijk een samenwerkingsverband dat we tot nu toe – zeker niet in Nederland – nauwelijks tegenkomen: een combinatie van hosting- en softwarebedrijf die in staat is traditionele softwareprogramma’s om te bouwen naar de cloud. Wie in Nederland bij een commercieel datacenter de vraag neerlegt of ze – naast het hosten van een softwareapplicatie – ook kunnen helpen om een bestaande applicatie geschikt te maken voor de cloud, krijgt vaak nul op het rekest. Zij zien dit niet als core business en verwijzen
tekst: robbert hoeffnagel
dcw september | praktijk
Fysieke toegangsbeveiliging bij Deltalis.
een van de conclusies tijdens een eerder dit jaar gehouden discussie over de toekomst van hostingbedrijven en commerciële datacenters in nederland was dat veel van deze bedrijven er nog niet goed in slagen onderscheidend vermogen aan te brengen ten opzichte van hun concurrenten. daar heeft deltalis in zwitserland geen last van. het bedrijf heeft – diep verstopt in een berg – een datacenter in gebruik genomen dat vooral inspeelt op de behoefte van de markt aan uitermate goed beveiligde cloud-omgevingen.
De eerste paar honderd vierkante meter computervloer zijn inmiddels in gebruik.
dus hooguit door naar softwarebedrijven die dit soort diensten wellicht wel kunnen leveren. De vraag is uiteraard of dit een slimme aanpak is. “Heel belangrijk bij het migreren van software naar de cloud”, zegt David Corriveau, chief executive officer van Radix Technologies, “is het beheer van een applicatie als deze als cloudservice wordt aangeboden. Dat moet toch vaak op een hele andere manier gebeuren dan een traditionele IT-afdeling gewend is. We hebben hiervoor een model ontwikkeld dat hen helpt de diverse beheerprocessen aan te passen, zodat die cloudservice even goed kan worden beheerd als traditionele ‘on-premise’ programma’s.”
eigen hostingbedrijf
Radix kent daarom een eigen hostingbedrijf: Deltalis. “Wij zien dat zowel softwarehuizen als IT-afdelingen tijdens een migratie vaak de vraag stellen of wij een hostingbedrijf kennen waar zij die service kunnen onderbrengen. Dat is een vraag waar wij nu zelf ook op kunnen inspelen. Daarbij komt dat er een nauwe koppeling zit tussen het beheren van cloudapplicaties en het hosten van die programma’s.Wij houden dat
Toegang tot het 20.000 m2 grote ondergrondse complex.
graag in één hand, zodat hostingfuncties en beheerfuncties volledig op elkaar kunnen worden afgestemd.” Corriveau heeft redelijk wat ervaring met commerciële datacenters die applicaties hosten die door Radix naar de cloud zijn gemigreerd. “Wij zien een groot manco bij veel hostingbedrijven. Die denken veel te traditioneel. Als zij zich uitsluitend richten op het verhuren van racks en vierkante meters, komen zij binnen de kortste keren in een neerwaartse prijsspiraal terecht. In mijn visie doen hostingbedrijven er goed aan om of heel nauw te gaan samenwerken met bedrijven als Radix of deze kennis en expertise zelf in huis te halen. Willen zij diensten met hoge marge kunnen leveren, dan zit er voor hen weinig anders op. Een hostingbedrijf dat alleen maar ‘real estate’ exploiteert, is al gauw niet veel meer dan een ‘utility’: belangrijk, maar voor klanten hooguit interessant als zij een lage prijs bieden. Met een eigen hostingbedrijf proberen wij bovendien in te spelen op de trend naar ‘highly secure’ datacenters. Zeker in de financiële sector is daar veel behoefte aan.”
dcw september | praktijk
koelinstallatie.
37
Ook op uw bureau?
Cloud Works
Mail uw gegevens naar
[email protected] en ontvang het magazine CloudWorks gratis!* *Indien uw functie en werkkring relevant zijn. Vergeet deze niet te vermelden.
column
it room infra heeft een nieuwe website!
De webmasters van de IT Room Infra website hebben dat bewezen. Wat een geweldige website is het geworden. De nieuwe website van IT Room Infra!
WWW.ITROOMINFRA.NL Waarom hebben we eigenlijk een nieuwe site, de oude website was toch ook heel mooi? De nieuwe site is interactief, gemaakt voor u door de leden van IT Room Infra. Zo bieden we meer en beter vindbare informatie over IT Room Infra, de branchevereniging voor de technische infrastructuur van computerruimtes en datacenters. Het laatste nieuws uit de branche en van de leden is er te lezen. Er is een overzicht met een kort profiel van de leden te vinden, er is de mogelijkheid om u in te schrijven voor de IT Room Infra nieuwsbrief, LinkedIn, Twitter en Facebook. Er is een agenda van de activiteiten van de vereniging en er wordt aandacht besteed aan de inhoud van het event op dinsdag 6 november aanstaande. Meer over het event schrijft Harm Wijsman in de kolom hiernaast! Arthur Singendonk Voorzitter stuurgroep IT Room Infra
Na 6 november zijn al uw vragen beantwoord!
De bezoeker in één dag op de hoogte brengen over de meest relevante ontwikkeling op het gebied van fysieke IT infrastructuur. Dat is het doel van het IT Room Infra event. Een ambitieus doel, want wat zijn de meest relevante ontwikkelingen en hoe vormen deze onderwerpen een interessant en samenhangend programma? Dit is de sleutel tot een succesvol en groeiend evenement. Drie sessies zijn er gehouden om het programma van 6 november 2012 compleet te maken. In de eerste sessie is het programma van 2011 geëvalueerd. Op basis van deze uitkomsten vond in de tweede meeting een brainstorm plaats over welke onderwerpen er in het programma moeten terugkomen en welke bijdragen de betrokken bedrijven kunnen leveren. Tijdens het derde overleg is het definitief gemaakt. Het resultaat is een uitgebreid programma met 27 lezingen: 3 plenaire lezingen, en 24 lezingen verdeeld over 4 parallelle tracks. • Data- & energietransport • Management & monitoring • Installaties & veiligheid • Koeling Binnen een thema zijn er in totaal zes lezingen. Elke lezing gefocust op een mogelijke vraag die bij het (ver)bouwen van een computerruimte/datacenter beantwoord moet worden. Het totale programma is te vinden op www.itroominfra.nl. Heeft u een vraag die in het programma niet wordt beantwoord? Op het IT Room Infra Event zijn acht social media-schermen opgehangen. Wanneer u uw vraag twittert zorgen de dertig exposanten of één van de driehonderd bezoekers dat u een antwoord krijgt. Registreren voor 6 november kan via de website.
PS Bezoekt u ons? Op de site en het event? Schrijf u nu in.
Hopelijk tot 6 november!
activiteiten
FHI, federatie van technologiebranches Harm Wijsman
26 oktober 6 november
Sprekersoverleg + presentatietraining voor leden IT Room Infra Event – De Kuip
contactgegevens it room infra: FHI, federatie van technologiebranches Eline Hazeleger (
[email protected]), T: (033) 465 75 07 www.itroominfra.nl
Voor dringende vragen kunt u nu ook terecht op IT Room Infra LinkedIn of Twitter. Bekijk www.itroominfra.nl voor de social media-links.
dcw september | it room infra
Voor velen zit de vakantie er weer op. Het staartje is toch nog mooi geworden. En ondanks de komkommertijd heeft de digitale wereld op volle toeren doorgedraaid.
39
Pleidooi voor nieuwe classificatie van datacenters
dcw september | nieuws
Er is behoefte aan een nieuw classificatiesysteem voor datacenters, vindt Andrew Green van adviesbureau PTS Consulting. Vier Tier-klasses is te weinig en een beschikbaarheid van 99,995 procent geeft een bedrijf dat IT via de cloud heeft geregeld, te weinig houvast.
40
“De afgelopen maanden is de internationale datacenterwereld meermalen opgeschrikt door storingen met ingrijpende gevolgen. Als ik snel een lijstje maak, kom ik al direct tot incidenten bij Level3, Telecity, Colo4, Equinix, NTT en nog een aantal bekende bedrijven. Geen ‘kleine jongens’. Het ging hierbij ook nog eens vaak om datacenters van hostingfirma’s waardoor honderden bedrijven offline gingen. In veel gevallen waren hierdoor cruciale websites én connectiviteit voor kortere of langere tijd ‘uit de lucht’. Als ik naar die incidenten kijk, is voor mij de belangrijkste vraag: hadden die problemen kunnen worden voorkomen? Ik denk van wel. De storingen kennen een veelheid aan oorzaken, van haperende stroomvoorzieningen en problemen met elektrische componenten tot storingen in de netwerkfaciliteiten. In sommige gevallen was de storing dusdanig ernstig dat er zelfs fysieke schade is aangericht aan apparatuur. Wie een wereldwijde infrastructuur in gebruik heeft, kan dus ook te maken krijgen met wereldwijde storingen. De historie laat zien dat de meeste storingen in datacenters een menselijke fout als oorzaak hebben, maar we zien ook dat er fatale fouten in het ontwerp of het onderhoud van de technische infrastructuur worden gemaakt. Beide oorzaken – menselijk handelen en ontwerp- en onderhoudsfouten – zijn echter wel degelijk te voorkomen.”
holistisch
“Er bestaat een aantal systemen om de prestaties en de beschikbaarheid van datacenters te classificeren, maar deze richten zich niet allemaal op dezelfde componenten. Geen van deze classificaties is dus compleet. Naar mijn mening is er behoefte aan een holistischere en open aanpak die gericht is op het verminderen van de risico’s en het voorkomen van fouten. Nu steeds meer bedrijven IT inkopen via de cloud is er behoefte aan meer dan vier Tier-lagen of een vrij betekenisloos percentage van 99,995.
Ik denk dat we vooral een goed beeld moeten hebben van het volledige risicoprofiel van een datacenter. Dat kan met het zogeheten Stars-sys teem. Starts is een methodiek om inzicht te krijgen in de beschikbaarheid van datacenterfaciliteiten. Het schetst een beeld van de robuustheid van de technische infrastructuur van een datacenter, van de redundantie die is gecreëerd evenals de omvang en complexiteit van de infrastructuur. Bovendien brengt Stars in kaart hoe volwassen de operationele processen binnen het datacenter zijn. Het systeem kent 21 ‘assessment levels’. Maar, ik denk niet dat dat te veel is. Een groter aantal niveaus heeft namelijk als voordeel dat een veel nauwkeuriger beeld ontstaat van de prestaties van een datacenter. Laten we wel wezen: twee of drie Tier II-datacenters kunnen onderling zeer grote verschillen vertonen. Die indeling is simpelweg te grof.”
Siemon breidt MapIT G2 uit met gehoekt patchpaneel Siemon breidt de ‘intelligent infrastructure management’-oplossing MapIT G2 uit met een nieuw gehoekt patchpaneel. Het smart patch panel combineert geïntegreerde intelligentie om de infrastructuur te monitoren met een gehoekte configuratie. De gehoekte configuratie maakt high-density patchkabelrouting op eenvoudige wijze mogelijk, zonder dat hiervoor extra kabelmanagement nodig is. Het paneel is voorzien van meer intelligentie en beschikt over een geïntegreerd lcd-scherm waarop de verbindingsstatus, diagnosegegevens en informatie van dynamische labels worden weergegeven. Het smart patch panel is ontworpen volgens een 24-poorts 1U-hoekontwerp. Patchkabels kunnen hierdoor rechtstreeks naar verticale kabelmanagers worden geleid. Het gehoekte patchpaneel is leverbaar in categorie 6A (klasse EA) shielded en unshielded en categorie 6 (klasse E) unshielded configuraties. Het paneel wordt aangeboden als een volledig functioneel smart patch panel met geïntegreerde elektronica en als een ‘intelligence ready’-configuratie.
‘Datacenters zijn belangrijke toepassing 400V-gelijkstroom’ Datacenters zijn een van de belangrijkste toepassingen voor 400V-gelijkstroomtechnologie, stelt Emerson Network Power. Het bedrijf identificeert vier belangrijke toepassingen waarmee kan worden geprofiteerd van de opkomende technologie van het distribueren van 400V-gelijkstroom.
400V-gelijkstroom is volgens Emerson Network Power een logische stap in datacenters gezien de vraag naar een hoge beschikbaarheid, hoge efficiëntie en lage totale kosten. Gelijkstroomtechnologie vraagt gewoonlijk minder stroomconversies tussen elektriciteitsnetwerk en chip, aangezien wisselstroom uiteindelijk in gelijkstroom moet worden omgezet om
apparatuur aan te kunnen drijven. Dit bespaart niet alleen energie, maar zorgt tevens voor een hogere beschikbaarheid van kritische stroom door de eenvoudige distributie. Gelijkstroom vereist geen fasecompensatie of aanpassingen voor harmonischen, zodat er minder stroom verloren gaat door onderbelasting van de apparatuur.
Een van de andere opties voor gelijkstroom voor datacenters is gebaseerd op -48V-gelijkstroom. Emerson Network Power stelt dat deze uitermate geschikt is voor row-based oplossingen waarbij de lasten zich dicht bij de ups bevinden. De -48V-topologie is volgens het bedrijf niet vergelijkbaar met een op kamers gebaseerd ups-wisselstroomsysteem.
Active Power kondigt aan dat de CleanSource ups (uninterruptible power supply) voldoet aan alle eisen die het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft gesteld om voor de EIA (Energie-investeringsaftrek) in aanmerking te komen. Bedrijven kunnen daardoor tot 41,5 procent van de investering aftrekken van de winstbelasting. Het belastingvoordeel is toepasbaar op de kosten voor de aanschaf van de apparatuur, aflevering, installatie, ingebruikname
en het projectmanagement. Bedrijven kunnen de investeringsaftrek toepassen op de bruto winst, en besparen zo netto 13,5 procent van het aankoopbedrag. De EIA is sinds 1 januari 1997 van kracht en valt onder het beheer van Agentschap NL en de Belastingdienst. De aftrek is bedoeld om investeringen in duurzame alternatieven als zonen windenergie en energie uit biomassa aan te moedigen. De Energielijst 2012 geeft een overzicht van specifieke investeringen die ervoor in aanmerking
komen. “Bedrijven investeren dankzij het belastingsvoordeel in efficiënte en duurzame systemen die grote voordelen bieden voor bedrijfskritische omgevingen”, zegt Ramon de Jong, director sales voor Active Power Dach en Benelux. “CleanSource ups verlaagt de uitstoot van broeikasgassen met 75 procent. Dankzij de zeer hoge efficiëntie en zeer lage onderhoudskosten kan de TCO (total cost of ownership) met 60 procent worden beperkt. Het is dus niet alleen een keuze voor groen die bedrijven maken, maar
ook een keuze voor economisch voordeel.” Kijk voor meer info op http://www.activepower.nl. ■
dcw september | nieuws
Active Power’s CleanSource ups voldoet aan eisen voor de EIA
41
Siemon ondersteunt Code of Conduct De wereldwijd opererende infrastructuurspecialist Siemon heeft onlangs de status verkregen van ondersteuner van de Code of Conduct on Data Centres Energy Efficiency van de Europese Commissie. Deze vrijwillige gedragscode is bedoeld om het energiegebruik van zowel nieuwe als bestaande datacenters te minimaliseren door inzicht in de vraag naar energie te vergroten, informatie te verschaffen en adviezen te geven over best practices en doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie. Nu deze nieuwe status is toegekend, wordt van Siemon verwacht dat het bedrijf de gedragscode volgt bij het ontwikkelen van producten, oplossingen en programma’s zodat eigenaren en operators van datacenters in staat worden gesteld de verwachte doelstellingen ter vermindering van energiegebruik te halen. Tevens wordt verwacht dat Siemon zijn klanten helpt bij het ontwikkelen en implementeren van maatregelen waarmee inefficiënt energiegebruik wordt aangepakt, en dat het bedrijf zijn klanten vraagt de gedragscode te ondersteunen door deze als deelnemer te ondertekenen. De gedragscode is opgesteld als antwoord op het toenemende energiegebruik in datacenters en heeft als doel de effecten hiervan te verminderen. De code beoogt de milieu- en economische effecten van energiegebruik aan te pakken en een betrouwbare energievoorziening te garanderen. Er worden oplossingen gezocht voor problemen, zoals over-provisioning, terwijl de betrouwbaarheid en operationele continuïteit van de diensten die datacenters leveren, worden gewaarborgd.Voor deelnemers wordt een praktische aanpak gepropageerd en gekeken naar IT-energiebelasting en voorzieningenbelasting op zowel apparatuur- als systeemniveau.
groene verleden
Volgens Dan Vout, marketingmanager bij Siemon Emea, past de rol van ondersteuner prima bij het bedrijf, ook gezien zijn groene verleden. “Siemon zet zich al lang in voor milieubewust ontwerp en beheer van datacenters. Het bedrijf heeft een groot assortiment producten ontwikkeld voor het datacenter en al deze producten zijn ontworpen met energie-efficiëntie als belangrijkste criterium. Naast onze producten en systemen hebben onze experts datacenterontwerpers, -eigenaren en -operators voortdurend ondersteund met technische adviezen en informatie. Voorbeelden hiervan zijn de door Carrie Higbie geschreven whitepaper ‘The Impact of Infrastructure on Green Data Centres’.” Aandacht voor het milieu maakt al meer dan een eeuw deel uit van de bedrijfscultuur van Siemon en het bedrijf is nu trots op zijn CO2negatieve bedrijfsvoering. Het bedrijf heeft deze groene benchmark bereikt via een ambitieus programma van milieuverbeteringsinitiatieven, zoals de ontwikkeling van energie-efficiëntere en duurzamere productieprocessen, ‘zero-landfill’-recycling (geen afvalstort), meer gebruikmaking van hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne-energie, en CO2compensatie op basis van inspanningen om uitgestrekte bosgebieden te behouden. De datacenterproducten van Siemon zijn ontwikkeld om natuurlijke koeling actief te bevorderen en zijn richtlijnen voor infrastructuurontwerp zijn gericht op prestaties, betrouwbaarheid, veiligheid en duurzaamheid. Het wereldwijde datacenterservicesteam geeft hulp bij op standaarden gebaseerd IT-infrastructuurontwerp en blueprinting, en verstrekt advies over stroomverbruik en energiebesparing.
TNO wil tuinders stroom laten leveren aan datacenters TNO Glastuinbouw onderzoekt de mogelijkheid warmtekrachtkoppelingen (wkk’s) van tuinders in te zetten voor het leveren van stroom aan datacenters. De organisatie zoekt tien tot twintig tuinders die mee willen werken aan het onderzoek. Vakblad voor de Bloemisterij schrijft dat twee groentetelers uit de regio Venlo zich voor het project hebben aangemeld. TNO
wil het consortium van tuinders binnen vier weken samenstellen. Deelnemende tuinders kunnen een innovatie- en prestatiecontract tekenen, wat de weg vrijmaakt voor een subsidie van TNO. Tuinders leveren in het project stroom aan datacenters, terwijl datacenters als tegenprestatie warmte leveren aan de glastuinders. Deze warmte wordt in de zomerperiode op-
advertentie
Van 1 tot 100 m2 Ga naar www.profitbox.nl en configureer in 9 stappen een computerruimte. T: 088 - 77 66 300
geslagen.TNO blijkt vooral interesse te hebben in ondergrondse opslag, op een diepte van ongeveer 600 m. TNO deed eerder onderzoek naar het plaatsen van modulaire datacenters in de directe omgeving van kwekerijen. Dit project is stilgelegd door de hoge kosten die verbonden waren aan het beveiligen van de datacenters.
Leverancier van datacenterservices IO betreedt Europese markt De Amerikaanse provider van datacenterservices IO breidt uit naar onder andere Europa. Het bedrijf heeft een vicepresident aangesteld voor de verkoop in de Emea-regio. Het heeft niet bekend gemaakt in welke Europese landen het actief wordt. IO is leverancier van IO Anywhere, een modulaire datacenteroplossing. Het bedrijf plaatst prefab modules in grote kantoorgebouwen, van waaruit colocatieruimte wordt geleverd. Het bedrijf levert ook ‘traditionele’ colocatieruimte. Daarnaast heeft IO de DCIM-oplossing IO OS ontwikkeld. Deze oplossing is beschikbaar voor de colocatiegebruikers van IO. Het is mogelijk de oplossing als stand-aloneproduct aan te schaffen. Meer info op www.iodatacenters.com. ■
Atrato en TCN Data Hotel Hilversum sluiten overeenkomst Atrato IP Networks gaat een samenwerking aan met TCN Data Hotel Hilversum. Het datacenter in Hilversum wordt redundant aangesloten, waardoor de beschikbaarheid van de carrierdiensten van Atrato moeten worden gegarandeerd. De twee bedrijven willen met de samenwerking
inspelen op de hoge concentratie media- en contentproviders op het mediapark in Hilversum. “Atrato IP Networks ziet al langere tijd een toename in de hoeveelheid dataverkeer die vanuit het mediapark internet op komt”, stelt Aydin Yildiz, CEO van Atrato IP Networks.
Een frisse wind in adviesland Computerruimte Advies is een COMPUTERRUIMTEADVIES.NL gespecialiseerde organisatie die zich uitsluitend bezig houdt met advies, maar dan wel in breedste zin van het woord, op het gebied van computerruimten. Computerruimte Advies is er voor bedrijven, overheden, instellingen en andere organisaties die op zoek zijn naar onafhankelijke kennis over computerruimten. Onze focus ligt op computerruimten van 10 tot 250 m2. Een adviseur met een “getting things done“ mentaliteit. Stel de proef op de som en wij komen graag bij u langs voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Anthuriumpad 26, Wateringen | 070 319 80 10
[email protected]
Atrato is leverancier van carrierdiensten, waaronder IP transit en remote-internet exchange-poorten. Denk hierbij aan AMS-IX, DE-CIX, Linx, Netnod, Plix en Ecix. Door de samenwerking kunnen klanten van TCN de carrierdiensten van Atrato lokaal afnemen. ■
Open Systems Interconnect Network Layer Model uitgelegd Het Open Systems Interconnect Network Layer Model leidt binnen de datacenterindustrie regelmatig tot verwarring. David Barker van 4D Data Centres legt in een whitepaper uit wat het OSI-model precies is. Het OSI-model is een logisch framework dat bestaat uit zeven lagen. Het framework definieert hoe netwerksystemen met elkaar communiceren.
Het is één van de belangrijkste elementen achter elk netwerk en biedt een structuur dat het functioneren van internet mogelijk maakt. Door te begrijpen hoe deze lagen werken wordt het eenvoudiger om problemen vast te stellen en op te lossen. De whitepaper is gratis beschikbaar via http://www.4d-dc.com/about-us/resources/papers/.
mobiele koeling verhuur Koeling bij storing, onderhoud of verbouwingen | bij gepland onderhoud | als alternatief bij uitfasering R22
Datacenters | UPS Industriële Proceskoeling Opslaghallen | Beurzen Vliegvelden | Ziekenhuizen
Koudwatermachines Luchtbehandelingunits Mobiele airco‘s Koeltorens | Drycoolers
15 vestigingen in Europa
24u – 088 258 258 0 www.coolenergy-rentals.nl
GEA presenteert nieuwe ‘close control’ airconditioners GEA Heat Exchangers presenteert tijdens de Chillventa 2012 International Trade Fair for Refrigeration, Air Conditioning, Ventilation and Heat Pumps de nieuwe ‘close control’ airconditioners. De airconditioners dragen de naam GEA Multi-Denco. De units zijn ontwikkeld voor het optimaal klimatiseren van computerruimten. Het netto koelvermogen bedraagt
5 tot 130 kW. De nieuwe serie is energie-efficiënt gemaakt door gebruik te maken van CFD-simulaties en door invertertechnologie toe te passen. De nieuwe GEA Multi-Denco-serie is leverbaar vanaf december 2012.
Nog geen kwart van de Europese pc-gebruiker gebruikt de cloud De vraag naar online capaciteit wordt flink aangedreven door de groeiende populariteit van de cloud. Desondanks blijkt minder dan een kwart van de Europese pc-gebruikers clouddiensten te gebruiken.
Datacenters op een groene fundering
Eaton 3 fase UPS. Energiezuinige power quality oplossingen
Dit blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de Business Software Alliance (BSA). Maar liefst 65 procent van de Europese pc-gebruikers zegt nooit gehoord te hebben van de cloud of het alleen van naam te kennen. Van de gebruikers die wel gebruikmaken van de cloud doet 86 procent dit voor persoonlijke doeleinde. Slechts 29 procent van de respondenten geeft aan ook zakelijk gebruik te maken van clouddiensten. Wereldwijd ligt dit percentage op 33 procent. 24 procent van de Europese pc-gebruikers gebruikt cloudapplicaties als online e-mail- en tekstverwerking. Wereldwijd ligt dit percentage op 34 procent. E-mail blijkt met 79 procent de meest populaire cloudapplicatie te zijn. Online tekstverwerking volgt met 36 procent, terwijl foto-opslag en online games beide onder 35 procent van de respondenten het populairst blijken te zijn. Het onderzoek is uitgevoerd door Ipsos Public Affairs onder bijna vierduizend pc-gebruikers in negen Europese landen. ■
• Ongeëvenaarde prestaties • Toonaangevend op gebied van efficiency • Innovatieve energiebesparende technologieën • Compact in vloeroppervlak en gewicht
www.eaton.nl/datacenters
TelecityGroup koopt Finse datacenteroperator Tenue Oy TelecityGroup neemt het Finse Teneu Oy over. Het bedrijf betaalt in totaal 4,7 miljoen euro voor de datacenteroperator. Met de overname versterkt TelecityGroup zijn aanwezigheid op de Europese markt. CEO Michael Tobin stelt dat TelecityGroup met de overname van het carrier-neutrale datacenter voet aan de grond krijgt op de Russische en
Baltische markten. Tenue Oy heeft 1 MW capaciteit in een datacenter in Helsinki. Een nieuw datacenter dat 4 MW capaciteit moet leveren is in aanbouw. TelecityGroup stelt Sami Holopainen, de CEO van Tenue Oy, aan als managing director voor TelecityGroup Finland.
Emerson Network Power introduceert vijf-in-één-DCIM-systeem Emerson Network Power komt met twee nieuwe modellen in de Avocent universal management gateway-serie. Deze gateway is een belangrijk onderdeel van het Emerson-portfolio voor het beheer van datacenterinfrastructuur (DCIM). In deze toepassing zijn het beheer van de KVM-switch (keyboard-video-mouse), seriële console, rack pdu (power distribution unit), geïntegreerde serviceprocessors en de datacenteromgeving gecombineerd. De Avocent universal management gateway is een multifunctionele aanvulling voor de in een datacenter opgestelde racks. Dankzij de integratie met Avocent DSView management software is het mogelijk de management-gateway te gebruiken
voor het beheer van externe toegang, consolebeheer én realtime gegevensverzameling. De toepassing vereenvoudigt de implementatie van de verschillende hardwaresystemen voor waarschuwingen, telemetrie, omgevingssensoren en apparaattoegang en -besturing. Zo besparen Emerson-klanten kosten en verhogen ze de efficiëntie van hun datacenter. De nieuwe modellen, de Avocent universal management gateway 4000 en 6000, bieden ondersteuning voor KVM-switches en omgevingssensoren en extra ondersteuning voor seriële consoles en geïntegreerde serviceprocessoren. Wie kiest voor een van deze modellen, kan voor de toepassing grotere hoeveelheden realtime gegevens verzame-
len (tot 10.000 datapunten per minuut), voor effectieve DCIM. “Wanneer dit multifunctionele apparaat wordt gecombineerd met DCIMsoftware, biedt het complete, realtime mogelijkheden voor infrastructuurbeheer in datacenters,” zegt Steve Hassell, president van de Avocent-tak van Emerson Network Power. “En omdat deze toepassing toegang en besturing ondersteunt voor alle IT-apparatuur in het datacenter, biedt Avocent universal management gateway klanten de mogelijkheid om apparatuur te kiezen die precies bij hun behoeften past. Bovendien kan de IT-apparatuur eenvoudig worden vervangen, zonder dat toepassingen stilgelegd of vervangen hoeven te worden.”
advertentie Brand B Brandvermeidung Br B Bra Brandv ra andv ndv nd v voorkomen ermeidung erm eidung gmet mit OxyReduct® m y
AAN ALLE VOORSCHRIFTEN VOLDAAN? ALLES PRIMA OP ORDE? BRAND NIET VOORKOMEN!
De huidige voorschriften zorgen voor minimale eisen. Deze eisen zijn vaak onvoldoende om een maximale beschikbaarheid te realiseren. Als leveringsverplichting of beschikbaarheid van de serverruimte niet nagekomen kan worden, dan is de schade snel niet te overzien. Een beetje rook of roet kan dit al tot gevolg hebben. OxyReduct® biedt de maximale bescherming. In de te beveiligen ruim-
te kan een brand niet meer ontstaan. OxyReduct® is de brandveiligheid van de toekomst en is al vele malen toegepast in IT ruimten en logistieke centra. Indien u verdere informatie wenst over OxyReduct® zuurstofverlagingssystemen, FirExting® blussystemen of TITANUS® rookaanzuigsystemen, neem dan contact op met: www.wagner-nl.com.
profITbox: acht redenen om te kiezen voor een kant-en-klare computerruimte Arthur Singendonk van profITbox levert een stand-alone, kant-en-klare computerruimte die op elke locatie binnen of buiten uw gebouw kan worden geplaatst. Maar waarom zou u kiezen voor een kant-en-klare computerruimte? Singendonk ziet hier maar liefst acht redenen voor.
1 compleet
De kant-en-klare computerruimte is uitgerust met alle benodigde apparatuur. U kunt zonder verdere investeringen dan ook direct aan de slag met uw profITbox.
2
alle componenten op elkaar afgestemd
Alle componenten zijn 100 procent op elkaar afgestemd en werken hierdoor optimaal samen.
3 snel en eenvoudig een offerte
Geen lange ontwerptrajecten.Via de webconfigurator krijgt u in negen stappen zowel een technische omschrijving als de prijs van uw profITbox, inclusief montage en plaatsing.
Innovatieve UPS oplossingen
4 onafhankelijk van het gebouw
Een profITbox wordt onafhankelijk van de bestaande gebouwconstructie geplaatst. De kant-en-klare computerruimte kan hierdoor op vrijwel elke locatie binnen of buiten uw gebouw worden neergezet.
5 verhuisbaar
Bij verhuizing van het bedrijf kan een kant-en-klare computerruimte worden meegenomen. Uw investering is dus niet afhankelijk van een specifieke locatie.
6 modulair uitbreidbaar
Met uitzondering van profITbox 10 is elke profITbox uitgerust met een busbar, die het mogelijk maakt zonder stroomonderbreking racks toe te voegen.
een applicatie voor monitoring en beheer 7 standaard
Volledig geïntegreerde software zorgt voor het monitoren, beheren, bewaken en loggen van de computerruimte. In één oogopslag krijgt u inzicht in de status van de ups, pdu, stroom, koeling, toegang, beveiliging, stroomverdeling, temperatuur en luchtvochtigheid van de computerruimte.
8 veilig
Een profITbox is (blus)water- en rookdicht, brandwerend en is voorzien van branddetectie, rookmelder en brandblussysteem. Een noodstroomvoorziening zorgt dat uw computerruimte bij stroomuitval nog minimaal 10 minuten zelfstandig blijft functioneren. Ongenode gasten zijn uiteraard niet welkom. Elke profITbox is daarom voorzien van een veiligheidsdeur en toegangsbewakingsysteem inclusief camera. Kijk voor meer informatie op www.profitbox.nl.
Newave draagt zorg voor de onderbrekingsvrije stroomvoorziening van Interconnect. Dat doen we al jaren op basis van kwaliteit, energie zuinigheid, lage explotatiekosten en een excellente service.
www.newavenergy.nl
Duurzamere ict Duurzaamheid is een hot item in de ict-sector. Om inzicht te geven in de standaarden en stand van zaken op dat gebied, gaat de coverstory van Bicsi News over het Step-programma. In de rubriek design & deployment staat een uitgebreid artikel over de besparingen die het beter benutten van de luchtstroming in datacenters kan opleveren. Opnieuw een Bicsi News uitgave met interessante artikelen voor iedereen die betrokken is bij het ontwerpen en implementeren van ict-infrastructuren, dus ook niet-leden. De Step Foundation houdt zich bezig met het verduurzamen van ict, waaronder het gebruik van energie en papier. Het coverartikel 'Step into sustainable IT' start met een uitleg over Leed (Leadership in energy and environmental design) en belicht vervolgens de toegevoegde waarde van het Step-programma in relatie tot Leed. Wat is de status van Step, de programmafasen en de rol van het Bicsi Step Committee? Wie na het lezen van dit artikel nog aanvullende informatie zoekt, kan terecht op www.thestepfoundation.org. De TIA is betrokken bij het uitwerken van een internationale standaard voor Step.
dcw septmeber | bicsi
Luchtbehandeling in datacenters
48
Omdat koelinstallaties voor datacenters grootverbruikers van energie zijn, pleit Ian Seaton ervoor de voordelen te benutten die een betere luchtbehandeling kan opleveren. Hij is werkgroepleider van de Bicsicommissie die zich bezighoudt met de rack- en kabinetsectie van de Bicsi-002-2010 Datacenter design and implementation best practices manual. Door een datacenter niet alleen te bekijken als een ruimte vol met computers, maar als een industrieel proces, zijn volgens hem zeven aanzienlijke voordelen te realiseren. Uiteraard worden die allemaal besproken in zijn ‘design & deployment’ artikel in de editie van juli/augustus.
Volg Bicsi via social media
Behalve via het tweemaandelijkse Bicsi News magazine zijn de nieuwsfeiten, technische inzichten en ervaringen van Bicsi-leden tegenwoordig ook te volgen via de sociale netwerken. Op LinkedIn netwerken veel leden en andere geïnteresseerden via zowel een wereldwijde als Europese regiogroep. Het officiële twitteraccount van het hoofdkantoor is @BICSI, terwijl Bicsi op Facebook een bedrijfspagina heeft met nieuws over aankomende evenementen en opleidingen en foto’s en video’s van eerdere bijeenkomsten.
Bicsi-conferenties
De komende maanden staan onder andere nog de volgende conferenties op het programma om live met vakgenoten te kunnen netwerken en uw kennis te updaten: • 16-20 september: Bicsi Fall Conference & Exhibition in Anaheim • 16-17 oktober: Bicsi South Africa Conference in Pretoria • 28 november: Bicsi Italian Conference Voor lokale informatie over Bicsi kunt u ook contact opnemen met de Benelux vertegenwoordigers: RCDD Joop Ierschot van Deerns, via
[email protected] RCDD Gert-Jan Roozeboom van R&M, via
[email protected].
NOW YOU CAN RELAX.
ROSENbERgER OSI CAbLINg COmPEtENCE. Cable systems are the backbone of a data center. With Rosenberger OSI you get efficient, customized cabling solutions from a single source, including consultancy, installation, maintenance and documentation. Plus comprehensive know-how and high-quality components. All of this ensures that you have a secure infrastructure and smooth operation.
www.rosenberger-osi.de
De strategische brug tussen uw datacenter en uw bedrijf? Dat bent u. Alleen StruxureWare for Data Centers zorgt voor een optimaal op uw business afgestemd datacenter. Blijf op de hoogte van de status van uw datacenter. Als IT- of datacentermanager wilt u uw bedrijf geld en tijd besparen. Nu kunt u continu realtime een overzicht van uw datacenter hebben. Met StruxureWare™ for Data Centers heeft u inzicht in uw gehele datacenterinfrastructuur, zodat u goed geïnformeerde beslissingen kunt nemen over veranderingen. U kunt bijvoorbeeld de beschikbaarheid verbeteren door proactief de benodigde capaciteit en workflow te plannen. Meer dan ooit zijn beslissingen die uw datacenter aangaan, immers kritische business beslissingen.
Een altijd beschikbaar, efficiënt datacenter. StruxureWare for Data Centers communiceert real-time met de belangrijkste virtualisatieplatformen, zoals VMware vSphere™ en Microsoft® System Center Virtual Machine Manager. De ingebouwde automatische responsfunctie zorgt ervoor dat virtuele workloads altijd op een gezonde hostomgeving draaien. Met uw VM's op geoptimaliseerde hosts, focust u zich op efficiënter datacenterbeheer. De software biedt eveneens inzicht in PUE/DCiE-trends. En met de planning- en rapportagemogelijkheden van StruxureWare for Data Centers heeft u de tools in handen om de juiste strategische IT-investeringen te bepalen. APC™ by Schneider Electric™ is pionier op het gebied van modulaire datacenterinfrastructuur en innovatieve koeltechnologie. De producten en oplossingen, waaronder InfraStruxure™, maken deel uit van het IT-portfolio van Schneider Electric.
Neem vanaf vandaag gefundeerde beslissingen over uw infrastructuur:
>
Plan proactief de benodigde capaciteit.
>
Blauwdruk van uitbreidingen en consolidaties van het datacenter.
>
Gestroomlijnd workflow management van uw fysieke IT-infrastructuur om de flexibiliteit van uw bedrijf en de beschikbaarheid te verbeteren.
>
Visualiseer wijziging- en capaciteitscenario’s en voorkom onnodige problemen en kosten.
>
Voer veranderingen door waarvan u de impact op voorhand weet.
>
Neem beslissingen op basis van uw huidige en historische PUE/DCiE-gegevens en energiekosten van subsystemen.
Download binnen 30 dagen GRATIS uw white paper(s) en maak kans op een iPad 2! Ga naar www.SEreply.com Code 22731p ©2012 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and InfraStruxure are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are the property of their respective owners. APC Benelux - Postbus 219 - 4130 EE Vianen - Nederland Tel: 0800 020 3244 Fax: 0347 325225, E:
[email protected] • 998-4108_NL_B