Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?!
“Wat we denken te zien, is vaak meer wat we denken dan wat we zien” -
Auteur: Eline Heeringa Masterthesis 4e semester Master of Educational Leadership Begeleider : Esther Hoekman November 2011
Compernolle -
Voorwoord Jonge mensen die zorgen voor onrust en moeilijkheden op school doen dit niet omdat ze dat zo graag willen. Hun gedrag is vaak een schreeuw om hulp. Op scholen worden zulke kinderen vaak als vervelend ervaren. Leerkrachten zijn lang niet altijd in staat om deze leerlingen goed te begeleiden. De leerlingen zorgen voor veel onrust in de klas en in de school. Hierdoor komen de leerling en de leerkracht vaak in een negatieve spiraal terecht. Er wordt dan al gauw negatief over de leerling gesproken en vaak gaan de resultaten van deze leerling achteruit. Het uiteindelijke doel van mijn onderzoek is: zorgen voor kennis en randvoorwaarden die het mogelijk maken dat alle leerlingen de zorg en het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. Dit onderzoek heb ik gedaan in het kader van mijn studie Master of Educational Leadership. Ik wil alle mensen die hebben meegewerkt aan het onderzoek bedanken, speciaal Esther Hoekman, docent Penta Nova voor haar feedback en kritische opmerkingen. Verder mijn studiegenoten; David, Gerard, Johan, Johan, Johannes, Peter en Taeke, mede dankzij jullie waren de dinsdagen een klein feestje. En als laatste: mijn collega Lucy die altijd bereid was tot meelezen en mijn man Harro, voor zijn geloof in mij. Eline Heeringa Groningen, 2011
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
2
Inhoudsopgave
Paginanr.
Samenvatting
5
H1
Aanleiding en probleemformulering
1.1
Aanleiding 1.1.1 Toename aantal zorgleerlingen 1.1.2 Samenwerken Probleemformulering 1.2.1 Doelstelling 1.2.2 Probleemstelling
1.2
H2
Theoretisch kader
2.1
Definitie begrip Zorgleerlingen 2.1.1 Definitie zorgleerling in de literatuur 2.1.1.2 Permanente commissie leerlingenzorg (PCL) 2.1.2 Samengevat Gemiddeld aantal zorgleerlingen (op landelijk niveau) Denken en handelen van leerkrachten 2.3.1 Denken van leerkrachten over zorgleerlingen 2.3.1.2 Handelen van leerkrachten richting zorgleerlingen 2.3.2 Samengevat
2.2 2.3
H3
Methode
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Verantwoording van de onderzoeksmethode en ontwerp van het onderzoek Ethische verantwoording Steekproef 3.3.1 Validiteit Procedure Analysemethoden
H4
Resultaten
4.1 4.2
Onderzoeksgroep Analyse interviews 4.2.1 Definitie zorgleerling 4.2.1.1 Definitie zorgleerling volgens zorgprofessionals 4.2.1.2 Definitie zorgleerling volgens leerkrachten 4.2.2 Aantal zorgleerlingen 4.2.2.1 Toename aantal zorgleerlingen volgens zorgprofessionals 4.2.2.2 Toename aantal zorgleerlingen volgens leerkrachten 4.2.3 Ondersteuning
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
7 8 8 10 10 10
11 11 13 14 15 16 17 18 18
20 21 22 22 23 23
24 25 25 25 26 26 27 27 27
3
4.2.3.1 4.2.3.2 4.2.4 4.2.4.1 4.2.4.2 4.3.5 4.3.5.1 4.3.5.2
Ondersteuning die zorgprofessionals kunnen bieden Ondersteuning die leerkrachten nodig hebben Samenwerking Samenwerking vanuit de zorgprofessionals Samenwerking vanuit de leerkrachten Bevorderen van samenwerking Bevorderen samenwerking vanuit de zorgprofessionals Bevorderen samenwerking vanuit de leerkrachten
H5
Conclusies, Discussie en Aanbevelingen
5.1 5.2
Conclusies Discussie 5.2.1 Methodologische reflectie 5.2.1.1 Objectiviteit 5.2.1.2 Interne validiteit 5.2.1.3 Begripsvaliditeit 5.2.1.4 Generaliseerbaarheid Aanbevelingen Tot slot
5.3 5.4
27 28 29 29 30 30 30 31
32 37 40 40 40 41 42 43 44
Literatuurlijst Bijlagen 1 2 3
Uitnodigingsmail Analyse interviews Onderwerpenlijst
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
4
Samenvatting “ En dan de jeugd. Geen wonder dat alles hard achteruitgaat met die opvoeding van tegenwoordig, en dat onderwijs. Er wordt niet meer ingegrepen als kinderen een grote mond hebben. En de leraren? Die weten zelf nergens iets van. Lezen, geschiedenis, concrete feitenkennis, nergens wordt in het onderwijs genoeg aandacht aan besteed.” - Tacitus: Romeinse historicus, schrijver en redenaar (56-117 na Chr.) -
Is een zorgleerling een zorg of een uitdaging? Dit is een belangrijke vraag omdat er tegenwoordig veel aandacht is voor kinderen die extra zorg nodig hebben. Daarnaast vindt de overheid dat de basisscholen de plicht hebben om alle leerlingen zo lang mogelijk op school te houden, ongeacht hun zorgbehoefte. Eerst moet worden vastgesteld wat nu eigenlijk een zorgleerling is. Er blijken veel definities te zijn en we kunnen vaststellen dat iedereen eigenlijk zijn eigen definitie gebruikt. In dit onderzoek is de definitie van een zorgleerling: een zorgleerling is een leerling die een gediagnosticeerde stoornis heeft. Voor deze definitie is gekozen omdat dit een objectief gegeven is, vastgesteld door externe partijen. Leerkrachten moeten voldoende expertise hebben om elk kind het onderwijs te kunnen bieden dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Het is dus belangrijk om te weten of leerkrachten voldoende kennis en deskundigheid hebben om zorgleerlingen goed les te kunnen geven. Leerkrachten vinden dat ze onvoldoende expertise hebben om alle zorgleerlingen goed onderwijs te kunnen geven en lijken het niet vanzelfsprekend te vinden om hulp van externe deskundigen te vragen. In dit onderzoek is daarom kwalitatief onderzocht wat de achtergrond van het feit is dat leerkrachten zelden zorgprofessionals raadplegen.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
5
Het valt op dat de respondenten het niet eens zijn met de definitie van een zorgleerling die in dit onderzoek gehanteerd wordt. Hun definitie van een zorgleerling is: Zorgleerlingen zijn die leerlingen die (tijdelijk) een extra onderwijsbehoefte hebben en die zonder deze extra hulp het reguliere onderwijs niet kunnen volgen. De centrale vraag van dit onderzoek is: Hoe kunnen zorgprofessionals leerkrachten van de Gereformeerde Scholengroep Primair Onderwijs ondersteunen en hoe kan het gebruik van die ondersteuning bevorderd worden? Het antwoord blijkt heel simpel te zijn: door tijd in elkaar te investeren en van elkaar te leren. Relatievorming is dus het antwoord op de centrale onderzoeksvraag. Het onderzoek heeft een aantal praktische aanbevelingen opgeleverd; een telefonisch spreekuur, het inrichten van een website met informatie en formats, etc. Deze aanbevelingen kunnen direct doorgevoerd worden. Verder wordt aangeraden vervolgonderzoek te doen naar de externe attributie van leerkrachten.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
6
Hoofdstuk 1 Aanleiding en probleemformulering 1.1 Aanleiding De aanhoudende discussies over de zorgleerlingen op de basisschool in Enumatil maar ook de aandacht voor deze leerlingen in de pers (Passend Onderwijs) zijn de aanleiding voor dit onderzoek naar leerlingen die extra zorg nodig hebben en de gevolgen daarvan voor het onderwijs. Op dit moment is er veel discussie over Passend Onderwijs. Passend Onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind en iedere jongere onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten (Passend Onderwijs.nl, 2011). De Evaluatie en adviescommissie Passend Onderwijs schrijft in een rapport (ECPO p.17,2009): “Passend Onderwijs is vooral een zaak van beleidsmakers, bestuurders, managers en door hen ingehuurde adviseurs. Ouders worden onvoldoende betrokken, leraren gelden als probleem, doelstellingen blijven steken in wensen als ’het kind centraal’ en ’geen kind tussen wal en schip’”, en “invoering per 2011 is ’bijna onmogelijk”’. De invoering van Passend onderwijs is inmiddels uitgesteld tot 1-8-2012. Voor de basisscholen heeft de invoering van Passend Onderwijs de nodige consequenties. In de afgelopen jaren is de samenstelling van de leerlingenpopulatie al veranderd door de invoering van Weer Samen Naar School (WSNS) en leerlinggebonden financiering (lgf). Dit stelt basisscholen voor de moeilijke taak kwalitatief goed onderwijs te bieden aan een heterogene groep leerlingen binnen een klas. Duidelijk is wel dat ook de overgrote meerderheid van de directies en leraren van mening is dat zorgleerlingen zoveel mogelijk in het basisonderwijs moeten blijven en dat het beleid van hun school daarop gericht is (Smeets, Van der Veen, Derriks & Roeleveld, 2007). Het is belangrijk om leerkrachten te ondersteunen in het omgaan met zorgleerlingen zodat deze leerlingen op de basisschool kunnen blijven en de leerkracht vaardigheden en kennis ontwikkelt om voor alle leerlingen een passend onderwijszorgaanbod te realiseren.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
7
1.1.1 Toename aantal zorgleerlingen Bij leraren, ouders en beleidsmakers leeft het idee dat het aantal zorgleerlingen de laatste jaren sterk is toegenomen. Volgens Van der Wolf & Van Beukering (2009) hebben leerlingen niet meer gedragsstoornissen dan vroeger. Er is volgens hen geen wetenschappelijk bewijs dat ernstige stoornissen onder scholieren toenemen. “Niet de leerling is veranderd, maar de leraar.” Nieuwe trends zijn daar de oorzaak van. Mensen weten steeds meer van probleemgedrag. Ouders zijn beter geïnformeerd en leerkrachten lezen hierover in vakbladen. Volgens de Onderwijsraad (2010) is het in elk geval duidelijk dat het onderwijs een groei van het aantal zorgleerlingen ervaart. 1.1.2 Samenwerken De Onderwijsraad schrijft in zijn advies aan de staatssecretaris (2010) dat het belangrijk is dat leerkrachten voldoende mogelijkheden hebben om het omgaan met zorgleerlingen te bespreken met collega’s en daarop te reflecteren. Dat kan bijvoorbeeld in een professionele leergemeenschap (PLG). Een PLG is een gemeenschap van professionals (schoolleiding en teamleden) die voortdurend de eigen praktijk onderzoekt om zo het onderwijs aan leerlingen te verbeteren (Verbiest en Vandenberghe, 2003). Het onderzoeken van de eigen praktijk samen met anderen is belangrijk omdat uit onderzoek van Smeets en anderen (2007) blijkt dat leerkrachten behoorlijk positief denken over hun competenties in het omgaan met leerlingen met speciale zorgbehoeften. Aan de andere kant ervaren ze handelingsverlegenheid richting deze leerlingen (Goei & Kleijne, 2009).
Volgens Goei en anderen (2009) is handelingsverlegenheid niet nauwkeurig omschreven. Het kan gaan om situaties waarin de leerkracht vragen heeft, tekorten ervaart in kennis, vaardigheden of competenties of ziet dat zijn aanpak onvoldoende resultaat oplevert. Maar het kan ook gaan om ernstiger situaties, waarbij de leraar geen oplossing meer ziet, zich machteloos voelt en stress ervaart in de omgang met het kind.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
8
In veel gevallen blijken leraren de oorzaken van probleemgedrag te zoeken in zaken die ze als leraar moeilijk kunnen beïnvloeden (Yselldyke, Algozinne & Thurlow, 2000 en Onderwijsraad, 2010). Dergelijke percepties zijn een belangrijke oorzaak van de handelingsverlegenheid en stress die leerkrachten ervaren. Leraren ervaren het gedrag van de leerling als problematisch en negatief, zonder zich bij machte te voelen de achterliggende oorzaak aan te pakken. De leerkracht ontwikkelt hierdoor onbewust een negatieve verwachting bij de leerling. De leerling gaat zich gedragen naar de verwachtingen, waardoor ‘selffulfilling prophecy’ optreedt (Goei en anderen, 2009).
Volgens Van der Wolf en anderen (2009) zijn verreweg de meeste leerkrachten bereid om les te geven aan probleemleerlingen, of ze nu een ‘zichtbare’ handicap hebben of niet. Voorwaarde is wel dat ze niet hun hele aanpak hoeven om te gooien. De mate waarin de leraar zijn lesgedrag moet bijstellen is dus van grote invloed op zijn bereidheid om met zorgleerlingen te werken. Die bereidheid neemt ook toe als de leerkracht de eindverantwoordelijkheid kan delen met een deskundige buiten de klas. Om de verantwoordelijkheid met deskundigen buiten de klas te kunnen delen is het belangrijk dat een leerkracht weet wanneer en bij welke vragen hij gebruik kan maken van deze deskundigen. Verder dat hij dit in een vroeg stadium doet omdat er anders al zoveel geprobeerd en gebeurd is dat het vaak onmogelijk wordt om de problemen nog te ontrafelen (Onderwijsraad, 2010). Uit onderzoek van Van der Wolf en anderen (2009) komt naar voren dat het voor leerkrachten niet vanzelfsprekend is om deskundigen van buiten te raadplegen. Gezien de grote hoeveelheid energie en middelen die wordt gestoken in de verbetering van de interne en externe zorgstructuur in het onderwijs, geeft het volgens Clijsen, Gijzen, Lange & Spaans (2007) te denken dat er door leraren zo weinig gesproken wordt over steun van schoolinterne deskundigen.
Volgens Van de Wolf en anderen (2009) lezen we slechts zelden dat zorgprofessionals geraadpleegd worden, laat staan dat ze bij de aanpak betrokken worden.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
9
Aan de hand van dit onderzoek wordt gezocht naar een antwoord op de vraag: hoe kan de samenwerking tussen leerkrachten en zorgprofessionals bevorderd worden?
1.2
Probleemformulering
Om aan de behoefte aan ondersteuning van leerkrachten tegemoet te komen is het belangrijk om te onderzoeken wat de achtergrond is van het niet raadplegen van zorgprofessionals door leerkrachten. Dit is belangrijk om te weten, want op die manier kunnen we er voor zorgen dat er kennis en randvoorwaarden komt die het voor leerkrachten mogelijk maakt om kinderen die extra zorg nodig hebben in school te houden. Zo kunnen ze het onderwijs te krijgen dat aansluit bij hun mogelijkheden en talenten.
1.2.1 Doelstelling Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is het bevorderen van de samenwerking tussen leerkrachten en zorgprofessionals om zo de aanwezige middelen optimaal te gebruiken en in te zetten. Om er uiteindelijk voor te zorgen dat alle leerlingen de zorg en het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben.
1.2.2. Probleemstelling
Hoe kunnen zorgprofessionals leerkrachten van de Gereformeerde Scholengroep Primair Onderwijs (GSGPO) ondersteunen en hoe kan het gebruik van die ondersteuning bevorderd worden? 1. Waarin kunnen zorgprofessionals leerkrachten van de GSGPO ondersteunen? 2. Welke ondersteuning hebben leerkrachten van de GSGPO nodig? 3. Hoe kan de samenwerking bevorderd worden?
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
10
Hoofdstuk 2 Theoretisch kader 2.1
Definitie begrip Zorgleerlingen
Sommige kinderen zijn moeilijk opvoedbaar en moeilijk leerbaar door allerlei oorzaken: ze zijn doof, blind, autistisch of hebben een of andere gedragsstoornis. Het is belangrijk om deze kinderen, waar mogelijk, op een gewone basisschool les te geven. We moeten deze leerlingen extra steun geven om zo het beste in hen naar boven te halen. Ze hebben recht op goed onderwijs zodat ze later kunnen voorzien in hun eigen onderhoud en zich kunnen redden in de maatschappij. Dit is één van de uitgangpunten van Passend Onderwijs (OCW, 2007). Om een goed beeld te kunnen krijgen welke leerlingen recht hebben op extra steun is het belangrijk om te definiëren wat een zorgleerling is. Het onderwijs op de basisschool kan daarna worden afgestemd op de individuele (zorg)behoefte van het kind.
2.1.1
Definitie zorgleerling in de literatuur
Brophy (1995) onderscheidt 12 soorten probleemleerlingen die in vier groepen worden onderverdeeld. 1. Leerlingen die onvoldoende presteren:
Laagpresteerders
Leerlingen met faalangst
Overdreven perfectionistische leerlingen
Onderpresteerders
2. Leerlingen met gedragsproblemen
Vijandig-agressieve leerlingen
Passief agressieve leerlingen
Opstandige leerlingen
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
11
3. Leerlingen met aanpassingsproblemen
Hyperactieve leerlingen
Snel afgeleide leerlingen
Onvolwassen leerlingen
4. Leerlingen met sociale problematiek
Leerlingen die door klasgenoten worden afgewezen
Verlegen en teruggetrokken leerlingen
Van Dijk, Verheul en Klompe (2003) omschrijven zorgleerlingen als leerlingen die aanzienlijk meer zorg en aandacht nodig hebben dan de overige leerlingen in de groep. De Inspectie van het Onderwijs beschouwt leerlingen op de reguliere basisschool met een handelingsplan als zorgleerling, zo constateert de Algemene Rekenkamer (2005). De Inspectie van Onderwijs noemt in het Onderwijsverslag (2009) zorgleerlingen: die leerlingen die met een eigen leerlijn, leerwegondersteuning of een rugzak in het regulier onderwijs zitten en leerlingen die in het speciaal basisonderwijs, het praktijkonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs zitten. De beoordeling of een leerling een zorgleerling is, blijkt mede afhankelijk van de samenstelling van de groep waarin de leerling zit. De vraag of een leerling als zorgleerling wordt bestempeld, hangt bijvoorbeeld af van het prestatieniveau van de medeleerlingen. Zo kan een leerling met een matig prestatie niveau in een groep met een groot aandeel slecht presterende leerlingen worden gezien als een leerling die geen extra zorg nodig heeft. In een groep waarin leerlingen in het algemeen goed presteren kan dezelfde leerling echter wel als zorgleerling worden beschouwd (Derriks, Jungbluth, De Kat & Van Langen, 1997). Voor het WSNS beleid (Rapport Tweede Kamer WSNS, 2005) geldt dat het oordeel van de leerkracht en/of leerkrachten in belangrijke mate bepaalt of een leerling als een zorgleerling wordt beschouwd.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
12
Een zorgleerling wordt door Meijer, Meijnen en Scheerens (1993) gedefinieerd als een leerling:
voor wie een individueel handelingsplan bestaat en/of
voor wie specifieke aanpak of extra hulp nodig is en/of
die een specifiek probleem of beperking heeft
Minne, Webbink & Van der Wiel (2009) definiëren zorgleerlingen als leerlingen die zonder extra zorgbegeleiding op school niet of moeilijk mee kunnen komen. Het gaat om leerlingen die toegang hebben gekregen tot regelingen die met publiek geld worden betaald. Goei en Kleijnen (2009) definiëren zorgleerlingen als leerlingen (al dan niet gediagnosticeerd) die in de gegeven context dusdanig problemen veroorzaken dat de leraar in de onderwijsleersituatie handelingsverlegenheid ervaart en/of waarvan geconstateerd wordt (al dan niet gediagnosticeerd) dat de leerling belemmerd wordt in zijn/haar ontwikkeling.
Er is door Van der Veen (2003) al geconstateerd dat de vraag welke leerlingen zorgleerlingen zijn, niet op basis van eenduidige, algemeen geaccepteerde criteria vast te stellen is.
2.1.1.2 Permanente commissie leerlingenzorg (PCL) Het literatuuronderzoek naar een definitie van een zorgleerlingen heeft geen eenduidige definitie opgeleverd. Een andere invalshoek zou kunnen zijn om te kijken naar de criteria die de Permanente Commissie Leerlingenzorg hanteert. De PCL is een commissie die bekijkt of het belang van een leerling gediend is met een plaatsing op het speciaal basisonderwijs (sbo).
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
13
Aspecten waar de aangemelde leerling op wordt beoordeeld zijn bij bijna alle PCL’s dezelfde:
Leerprestaties
Werkhouding
Cognitieve ontwikkeling
Persoonlijkheidsontwikkeling
Lichamelijk welzijn en de thuissituatie zijn aspecten die door een wat kleiner aantal PCL’s worden genoemd. De helft van de PCL’s geeft aan dat bij deze beoordeling objectieve criteria worden gehanteerd. De ander helft geeft aan niet (volledig) objectief te zijn (Van Dijk et al., 2003).
2.1.2
Samengevat
Hierboven zijn diverse definities van een zorgleerling op een rij gezet en de criteria van het PCL. Wat opvalt is dat er geen eenduidige criteria te geven zijn en dat iedereen zijn eigen definitie gebruikt. De conclusie is dan ook dat de definitie van een zorgleerling niet vastligt (Smeets et al., 2007). De definitie voor een zorgleerling die in dit onderzoek wordt gebruikt is: zorgleerlingen zijn die leerlingen die een gediagnosticeerde stoornis hebben. In 2.3.2 wordt dit nader toegelicht.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
14
2.2
Gemiddeld aantal zorgleerlingen (op landelijk niveau)
In een onderzoek van Van Dijk en anderen (2003) kunnen we het volgende lezen: “Bij een groepsgrootte van pakweg 25 leerlingen wijzen leerkrachten gemiddeld genomen 7 leerlingen aan die aanzienlijk meer zorg en aandacht nodig hebben dan de overige leerlingen in de groep”. Kortom, bijna 1 op de 3 leerlingen wordt door de leerkracht als zorgleerling bestempeld. Opvallend daarbij is dat de ene leerkracht beduidend meer zorgleerlingen in zijn groep signaleert dan de andere. Zo beschouwen leerkrachten van de onderbouw in verstedelijkte gebieden gemiddeld genomen meer leerlingen als zorgleerling dan onderbouwleerkrachten in niet-verstedelijkte gebieden. Op de gewone basisschool zijn leerlingen met een gediagnosticeerde stoornis in de minderheid. Niettemin signaleren leerkrachten nog aanzienlijke aantallen van deze leerlingen. In de bovenbouw gaat het zelfs om ruim een kwart van de zorgleerlingen. Het komt er op neer dat door de bank genomen elke groep van 25 leerlingen ten minste 1 leerling heeft met een gediagnosticeerde stoornis. Bij nader inzien gaat het vooral om leerlingen met dyslexie, van wie het aantal in het basisonderwijs zelfs aanzienlijk groter is dan in het speciaal onderwijs. Alle overige stoornissen als ADHD, autisme en NLD (Nonverbal Learning Disabilities) doen zich bij leerlingen op de basisschool veel minder vaak voor. In een ander onderzoek van de Algemene Rekenkamer (2005) geven de onderzochte scholen aan in totaal 3016 zorgleerlingen in de school te hebben. Dat is 21,5 procent van het totaal aantal leerlingen op deze scholen. In beide onderzoeken is het percentage zorgleerlingen ongeveer even groot (25% - 21,5%). Volgens de Inspectie van Onderwijs (2007) waren er in 2007-2008 ongeveer 300.000 leerlingen die aangemerkt konden worden als zorgleerling. In het basisonderwijs gaat het dan om 10% van de leerlingen.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
15
Minne en anderen (2009) hebben het aantal zorgleerlingen in het basisonderwijs onderzocht. Ze stellen vast dat het aandeel zorgleerlingen dat extra hulp krijgt bij onderwijs wegens een lichamelijke of geestelijke handicap is in de periode 1991-2003 nauwelijks veranderd. Het percentage schommelt rond de 5. Sinds de introductie van de rugzakleerling in 2003 is dit percentage gestegen tot 6 in 2007. Dit betekent dat in 2007 een op zestien leerlingen een zorgleerling was, tegen een op de twintig leerlingen in het begin van de jaren negentig. Een stijging van zo’n 20 procent.
Het is ingewikkeld om onderzoeken m.b.t. percentages zorgleerlingen met elkaar te vergelijken aangezien er geen eenduidige definitie is van een zorgleerling.
2.3
Denken en handelen van leerkrachten
Robert Rosenthal (1968), een bekende psycholoog, voerde een psychologisch experiment uit en constateerde naar aanleiding hiervan het zogenaamde ‘pygmalion- effect’. Bij het denken en handelen van leerkrachten is er sprake van stereotypen die van invloed zijn op de verwachtingen ten aanzien van leerlingen. Rosenthal verdeelde een groep leerlingen met hetzelfde IQ in twee klassen. De ene leraar werd verteld dat hij slimme en gemotiveerde leerlingen in zijn groep had en de ander leerkracht werd verteld dat in zijn groep veel ongemotiveerde leerlingen zaten met diverse problemen. Wat blijkt na verloop van tijd? De zogenaamde slimme en gemotiveerde leerlingen hebben veel meer geleerd, halen betere resultaten en gaan liever naar school dan de ongemotiveerde probleemleerlingen. De eerste leerkracht heeft een positief beeld van zijn leerlingen gevormd. Als de leerlingen een fout maken gaat hij op zoek naar het waarom, het vinden van oplossingen en het geven van interessante en uitdagende opdrachten. De andere leerkracht heeft zich bij de situatie neergelegd en interpreteert fouten van leerlingen als “zie je wel, ze leren het nooit’. Hij geeft in feite op, zonder ooit echt op zoek te zijn gegaan naar oorzaken van de leerproblemen en het vinden van passende oplossingen om zijn leerlingen te bereiken. Het ‘pygmalion-effect’ verduidelijkt en maakt inzichtelijk dat stereotypen diep geworteld zitten en het beoordelingsvermogen aantasten.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
16
Omdat het denken en handelen van leerkrachten een belangrijke factor is in het omgaan met leerlingen en zorgleerlingen in het bijzonder, is het noodzakelijk om ook dit aspect mee te nemen in het onderzoek.
2.3.1. Denken van leerkrachten over zorgleerlingen
Fritz Heider (1958) was een van de grondleggers van de attributie theorie. Deze theorie verklaart dat mensen vaak de neiging hebben intern te attribueren als dat prettig is voor hun zelfbeeld. Bij vervelende gebeurtenissen wordt er door mensen vaak extern geattribueerd. Dit betekent dat een leerkracht de problemen die leerlingen hebben kan verbinden met de kenmerken van de leerling (externe attributie). Of hij neemt zijn eigen rol in ogenschouw en voelt zich (mede) eigenaar van het probleem (interne attributie).
Uit een Amerikaans onderzoek blijkt dat leraren de oorzaak van de problemen voor 81% toeschrijven aan de gezinsomstandigheden, voor 14% aan de kinderen zelf, voor 4% aan de school en slechts voor 1% aan het eigen functioneren en de eigen deskundigheid (Ysseldyke et al., 2000). Dit is te begrijpen vanuit de attributie theorie maar daarnaast een punt van zorg want als de leerkracht de verklaring voor het probleem van de leerling bijna geheel buiten zichzelf zoekt dan ziet hij waarschijnlijk ook minder gauw een rol voor zichzelf weggelegd in het oplossen van het probleem.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
17
2.3.1.2
Handelen van leerkrachten richting zorgleerlingen
Leerkrachten zijn bereid om voor leerlingen met een duidelijke lichamelijke handicap hun leeromgeving aan te passen. Ze werken over het algemeen minder graag met leerlingen die een ‘onzichtbare’ handicap hebben (Van der Wolf en anderen, 2009). Zoals eerder is beschreven zoeken de leerkrachten de oorzaken van deze gedragsproblemen over het algemeen buiten zichzelf. Het gedrag van zorgleerlingen roept vaak negatieve reacties van de leerkracht op. Deze leerlingen kunnen niet zomaar ‘normaal’ gedrag gaan vertonen, zeker niet als het ongewenste gedrag voortdurend centraal staat en benoemd wordt door de leerkracht. Het gedrag van leerlingen is van invloed op het gedrag van leerkrachten en omgekeerd.
Van der Wolf en anderen (2009) hebben onderzoek gedaan naar de aanpak of strategie die leerkrachten gebruiken in de omgang met zorgleerlingen. Leerkrachten kiezen er weinig voor om gedragsproblemen aan te pakken door het onderwijsaanbod of de inrichting van het onderwijsleerproces te veranderen. Het accent ligt bij leerkrachten op hoe men met elkaar omgaat en niet wat er op leergebied aan de orde is. Leraren zijn vooral pedagogisch georiënteerd en minder inhoudelijk-onderwijskundig.
2.3.2 Samengevat
Een leerkracht is de deskundige in de klas en kan vaststellen dat er problemen zijn, maar mist de expertise om een stoornis vast te kunnen stellen. De leerkracht heeft de ondersteuning van een externe deskundige nodig om een leerling optimaal te kunnen begeleiden. Een door een externe partij vastgestelde diagnose leidt tot een objectief gegeven en geeft een consistent beeld van het aantal zorgleerlingen op een school. Om duidelijkheid te scheppen in de problematiek van de zorgleerling, is gekozen voor de volgende definitie: zorgleerlingen zijn die leerlingen die een gediagnosticeerde stoornis hebben.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
18
Leerkrachten zoeken over het algemeen de verklaring van het probleemgedrag van de leerling buiten zichzelf. Ze zijn wel bereid om hun lesgedrag bij te stellen maar willen dan graag ondersteuning van deskundigen van buiten. Helaas moeten we vaststellen dat leerkrachten slechts zelden zorgprofessionals raadplegen.
Het is duidelijk dat de inspanningen van de overheid m.b.t. het verbeteren van de zorgstructuur nog niet het gewenste resultaat heeft. Leerkrachten hebben ondersteuning nodig om alle leerlingen goed onderwijs te kunnen geven en daarom is het belangrijk om gezamenlijk de problemen van de zorgleerlingen aan te pakken.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
19
Hoofdstuk 3 Methode 3.1
Verantwoording van de onderzoeksmethode en ontwerp van het onderzoek
Er is gekozen voor een kwalitatief onderzoek omdat de nadruk in dit onderzoek ligt op het begrijpen van individuele mensen en groepen (Baarda, de Goede en Teunissen, 2009). Van der Wolf en anderen (2009) geven aan dat zorgprofessionals door leerkrachten zelden geraadpleegd worden. Om te onderzoeken waarom dit zo is, is het wenselijk om hierover zoveel mogelijk informatie te verzamelen. Dit gebeurt door middel van open interviews. Als er gevraagd wordt naar de motieven en de beleving van de respondenten dan is een open interview een goed instrument (Verhoeven, 2007). De respondenten kunnen zonder groepsdwang hun gedachten over het onderwerp uitspreken. Het is belangrijk om als interviewer dit proces niet te sturen. Een open interview is ook een geschikte methode om je te oriënteren op een onderwerp. Op deze manier kun je het onderwerp en het begrippenkader afbakenen (Verhoeven, 2007).
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
20
3.2
Ethische verantwoording
Het is een gevoelig onderwerp. Leerkrachten en zorgprofessionals kunnen het idee krijgen dat zij op hun functioneren worden aangesproken. Het doel van het onderzoek is niet het aantonen van onvermogen van mensen maar het vinden van mogelijke belemmerende factoren en de mogelijkheden om die op te lossen. Het is daarom belangrijk tijdens de interviews te zorgen dat de subjectiviteit zo veel mogelijk beperkt wordt. Dit kan door de interviews op te nemen en een beperkte onderwerpenlijst aan te houden (Verhoeven, 2007).
De respondenten worden via een mail uitgenodigd, ze kunnen zelf kiezen of ze mee willen werken met dit onderzoek. Er zal geen druk op hen uitgeoefend worden om mee te werken. In de mail (bijlage 1) wordt hen uitgelegd wat het doel is van het onderzoek en wordt ingegaan op de gekozen werkwijze. Deze mail moet dusdanig wervend zijn dat de respondenten het belang van het onderzoek voor hun dagelijkse werkzaamheden inzien en zich vrijwillig gaan aanmelden. Verder wordt de respondenten vertrouwelijkheid en privacy gegarandeerd. Hun uitspraken worden anoniem weergegeven. Elke respondent krijgt een letter van het alfabet (respondent A, respondent B). Op deze manier zijn uitspraken niet te herleiden naar personen.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
21
3.3
Steekproef
De onderzoeksgroep bestaat uit alle leerkrachten van de Gereformeerde Scholengroep Primair Onderwijs (GSGPO) (n=300). Daarnaast bestaat de onderzoeksgroep van de zorgprofessionals uit alle medewerkers van het Steunpunt leerlingzorg (n= 4), alle medewerkers van het Centrum Leerlingen Zorg (CLZ) (n=13) en alle Interne Begeleiders (IBers) van de GSGPO (n= 18). Uit de onderzoeksgroep GSGPO worden 8 respondenten uitgenodigd om mee te doen aan het interview. Dit zijn de eerste 8 die reageren. Uit de andere onderzoeksgroepen worden 2 respondenten uitgenodigd. Dit om het onderzoek vanwege de beschikbare tijd en middelen niet te groot te maken. De reden dat er uit de onderzoeksgroep GSGPO meer respondenten geselecteerd worden is dat deze groep substantieel groter is dan de andere onderzoeksgroepen.
3.3.1 Validiteit De respondenten zijn geselecteerd op basis van het feit dat ze allen werkzaam zijn in het gereformeerd onderwijs. Aangezien de aanleiding van dit onderzoek o.a. te maken heeft met de problematiek op de gereformeerde basisschool in Enumatil is voor deze respondenten gekozen. Daarnaast is de zorgstructuur binnen het gereformeerd onderwijs in NoordNederland op een bijzondere manier vormgegeven en wijkt enigszins af van die in het openbaar onderwijs. Door het onderzoek te beperken tot deze respondenten is de kans aanwezig dat er antwoorden gevonden worden die van toepassing zijn binnen gereformeerd onderwijs Noord-Nederland. Omdat het een selecte groep respondenten betreft mogen de conclusies niet gegeneraliseerd (externe validiteit) worden naar alle basisscholen (Verhoeven, 2007). Dit is ook niet het doel van het onderzoek aangezien de resultaten gebruikt worden binnen de eigen organisatie (ecologische validiteit).
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
22
3.4
Procedure
De respondenten worden uitgenodigd voor een interview. Dit gebeurt via een oproep in hun e-mail. Op basis van zelfselectie kunnen respondenten meedoen aan het interview.
3.5
Analysemethode
De opgenomen interviews worden uitgewerkt. Daarna worden ze geanalyseerd (bijlage 2). Dit wordt gedaan aan de hand van interpretatieve content analyse. Deze manier van analyseren wordt vaak gebruikt als het belangrijk is om de uitleg die personen aan een situatie geven te achterhalen (Verhoeven, 2007). Aan de hand van de onderwerpen die tijdens het interview zijn besproken worden de fragmenten per thema samengevoegd en geanalyseerd. Voordat de interviews zijn afgenomen is vastgesteld welke onderwerpen besproken moeten worden. De onderwerpen hebben een relatie met het theoretisch kader en de onderzoeksvragen (bijlage 3). De onderwerpen zijn:
definitie zorgleerling
aantal zorgleerlingen
toename aantal zorgleerlingen
zorgondersteuning
samenwerking
bevorderen samenwerking
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
23
Hoofdstuk 4 Resultaten 4.1
Onderzoeksgroep
Uit de onderzoeksgroep leerkrachten(n= 300) hebben 6 mensen gereageerd. Deze zijn allen uitgenodigd voor een interview. Vooraf was aangegeven dat de gewenste steekproef 8 respondenten was. Er waren dus minder respondenten dan gewenst. Vanwege de beschikbare tijd is verder geen actie ondernomen om de respondenten nogmaals te benaderen. Uit de onderzoeksgroep zorgprofessionals (n= 35) reageerden in totaal 10 mensen. Van tevoren was vastgelegd dat er 6 zorgprofessionals zouden worden uitgenodigd voor een interview. Om die reden kregen 4 respondenten een e-mail met daarin een korte uitleg waarom ze niet werden uitgenodigd en ze werden bedankt voor hun reactie. De eerste 6 respondenten hebben een uitnodiging voor een interview ontvangen.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
24
4.2
Analyse interviews
4.2.1 Definitie zorgleerling
Alle respondenten is gevraagd naar hun definitie van een zorgleerling. Vervolgens zijn alle kernwoorden uit deze definities gehaald, en per onderzoeksgroep op een rij gezet. Vandaar uit is een nieuwe definitie geformuleerd.
4.2.1.1 Definitie zorgleerling volgens zorgprofessionals De kernwoorden die door de zorgprofessionals werden genoemd zijn:
specifieke onderwijsbehoefte niet profiteert van onderwijsaanbod welzijn, sociaal- emotionele ontwikkeling niet gewone curriculum extra ondersteuning extra instructie extra inspanning van de leerkracht zorg die op school niet geboden kan worden
De definitie is dan: Een zorgleerling is een leerling die een specifieke onderwijsbehoefte heeft. Dit kan te maken hebben met leerproblemen of met sociaal- emotionele problematiek. Het vraagt een extra inspanning van de leerkracht om deze leerling, in de klas, op zijn eigen niveau onderwijs te geven.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
25
4.2.1.2 Definitie zorgleerling volgens leerkrachten De kernwoorden die door leerkrachten genoemd werden zijn:
indicatie op leer- en/of gedragsproblemen leer- of gedragsproblemen meer dan gemiddelde zorg nodig niet het gewone programma van toepassing kind kan zelf niet verder kind heeft hulp nodig
De definitie is dan: Een zorgleerling is een leerling op wie het gewone lesprogramma niet van toepassing is. Dit kan te maken hebben met leer- en/of gedragsproblemen. Het is een kind die op dat moment extra hulp nodig heeft.
4.2.2 Aantal zorgleerlingen
Door beide onderzoeksgroepen wordt genoemd dat er geen duidelijke grens is aan te geven m.b.t. het aantal zorgleerlingen in een klas. Het is afhankelijk van de schoolsituatie, de leerkracht en de problematiek van het kind. Een leerkracht verwoordde dit als volgt: “Elke zorgleerling moet je apart bekijken ook al heeft hij een stempel, dan nog is ieder kind anders. Je kunt een ADHD-er hebben die prima functioneert, die je niet eens mee hoeft te tellen als zorgleerling. ”
4.2.2.1 Toename aantal zorgleerlingen volgens zorgprofessionals Zorgprofessionals geven aan dat er meer kennis is bij ouders en leerkrachten waardoor problematiek eerder gesignaleerd wordt. De problematiek is niet echt toegenomen maar er is wel een verzwaring van de problematiek en er zijn meer leerlingen met een diagnose.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
26
Een zorgprofessional verwoordt het als volgt: “Ja, ik denk wel dat er meer zorgleerlingen zijn, maar eigenlijk wil ik er zelf niet aan dat er meer zorgleerlingen zijn. Er worden meer zorgleerlingen gesignaleerd, daar ben ik van overtuigd. Ik denk dat het gewoon de samenleving is die maakt dat de leerkracht er meer zicht op heeft en ouders zijn mondiger en die lezen of horen of zien meer.”
4.2.2.2 Toename aantal zorgleerlingen volgens leerkrachten Leerkrachten geven heel duidelijk aan dat er in hun ogen geen toename is van het aantal zorgleerlingen, wel dat er meer aandacht voor is. Ze hebben ook meer kennis van de problematiek. Een leerkracht was heel stellig en zei: “Nee, er zijn niet meer zorgleerlingen! Het is de manier waarop ik les geef, je probeert alle kinderen verder te helpen. Ik zag altijd al heel veel, die heeft dit nodig en die heeft weer wat anders nodig. Je hebt een stuk kennis, je hebt overzicht en dat geeft rust. Je bouwt het in, in je manier van lesgeven en daardoor ondervang je ook heel veel.”
4.2.3 Ondersteuning
4.2.3.1 Ondersteuning die zorgprofessionals kunnen bieden
De zorgprofessionals geven aan dat het belangrijk is om te werken aan een stukje bewustwording bij de leerkracht, kijk niet naar het speciale kind maar kijk naar het onderwijs en de onderwijsbehoefte. Leerkrachten zijn doeners, gericht op de dagelijkse praktijk. Ze moeten in de klas vaak snel oplossingen zoeken voor alledaagse problemen. Zorgprofessionals kunnen leerkrachten ondersteunen door in te gaan op de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. Ze kunnen de leerkracht versterken door coaching en feedback te geven.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
27
Een zorgprofessional verwoordde het als volgt:” Scholing ja, maar niet vanuit een medisch model, zo van wat klopt er allemaal niet met dit kind maar vanuit wat werkt hier in deze klas, werken aan wat werkt en die hele medische kant vanuit de GGZ laten doen. Daar laten waar het hoort.”
4.2.3.2 Ondersteuning die leerkrachten nodig hebben
Leerkrachten geven aan dat ze behoefte hebben aan handen in de klas. Een onderwijsassistent die goed opgeleid is en die de leerkracht werk uit handen neemt. Wat steeds terugkomt is de administratieve belasting. Het kost leerkrachten veel werk om alles vast te leggen. Verder geven de leerkrachten aan dat het erg belangrijk is dat je je problemen kunt delen met collega’s, IB’ers en medewerkers van het CLZ. Vooral de leerlingbespreking met het team heeft een toegevoegde waarde. Even je zorgen over een leerling kunnen delen, een luisterend oor, is belangrijk. Als laatste geven ze aan behoefte aan scholing te hebben. Deze scholing moet wel praktisch zijn en kortdurend. Een frustratie bij veel leerkrachten is het gebrek aan geld voor extra materialen of ondersteuning. Een van de leerkrachten verwoordt het als volgt: “En je loopt gewoon, en dat vind ik ook echt belemmerd in de zorg, aan tegen het geld. Gewoon stom geld. Hadden we vorig jaar een studiemiddag, in Friesland, was er zo’n nieuwe methode voor plus kinderen, helemaal kant en klaar waar je gewoon mee aan de slag kon. Waar ik nu dus gewoon, dit moet bestellen, dat bestellen, websites zoeken. Je zoekt je de blubber en je trekt uit alle hoeken en gaten iets om een beetje een programma voor de kinderen te hebben, terwijl het gewoon kant en klaar ligt maar er is geen geld om het te bestellen.”
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
28
4.2.4 Samenwerking
4.2.4.1 Samenwerking vanuit de zorgprofessionals
De zorgprofessionals geven aan dat de contacten met de scholen over het algemeen goed zijn. Het is wel vaak vraaggestuurd en men zou graag wat meer preventief willen gaan werken. Het is belangrijk om aan te sluiten bij de ondersteuningsbehoefte van leerkrachten en te werken aan wederzijds vertrouwen. Om die reden is het ook belangrijk om wederzijdse verwachtingen uit te spreken en een duidelijke taakomschrijving te hebben. Het is verder voor de samenwerking en de overgang van primair naar voortgezet onderwijs belangrijk om te zorgen voor een goede dossieroverdracht. Vooral door aan te geven wat werkt bij een kind en niet te focussen op wat er allemaal aan de hand is met het kind. Ook hier komt het onderwerp scholing weer terug. Men ziet hier een rol voor de zorgprofessionals weggelegd. Ze kunnen leerkrachten ondersteunen door de kennis die ze hebben met hen te delen, presentaties geven en te zorgen voor praktische tips. Als laatste geeft men aan dat het IB-netwerk een belangrijke plek is om elkaar te ontmoeten en problemen met elkaar delen. Wel geeft men aan dat het noodzakelijk is om het IBnetwerk naar een hoger plan te tillen. Een zorgprofessional zegt: “waar we nu met het IBnetwerk op zitten is dat we het eigenlijk wel naar een hoger plan willen trekken maar hoe doe je dat, dat je zorgt dat je er meer uithaalt. Naar mijn gevoel blijft het teveel op het niveau van hoe gaat het bij jullie op school en bij jullie? En blijf je hangen in ervaringen delen en niet dat je samen zo heel veel verder komt.”
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
29
4.2.4.2 Samenwerking vanuit de leerkrachten Het is voor leerkrachten belangrijk dat ze kennis en informatie kunnen delen. Ze krijgen soms het gevoel dat iedereen voor zich werkt. Dit kost onnodig veel tijd en energie. Leerkrachten willen ook graag dat problematiek die ze aandragen gericht opgepakt gaat worden. Het is belangrijk dat zorgprofessionals daar het voortouw in nemen en dat ze de leerkrachten praktische adviezen geven. Gesprekken moeten allemaal na schooltijd gevoerd worden en moeten mede om die reden niet te lang duren en niet teveel extra werk opleveren. Het belang van samenwerken in het team wordt ook veel aangedragen. Het fungeert als een klankbord en deze mensen begrijpen je omdat ze vorig jaar de klas gehad hebben of omdat ze daadwerkelijk meegedraaid hebben. Ook tijdens het spreken over samenwerken wordt het belang van coaching en scholing weer onder de aandacht gebracht. Dit punt blijft terugkomen bij alle onderwerpen. Opvallend was de volgende opmerking van een leerkracht: “Volgens mij steekt Molendrift er wel boven uit, want die denkt ook echt met de school mee en overlegt met de school en geeft adviezen.”
4.3.5 Bevorderen van samenwerking
4.3.5.1 Bevorderen samenwerking vanuit de zorgprofessionals
Zorgprofessionals geven aan dat er wel degelijk de wil is tot samenwerken. Soms is het moeilijk om gezamenlijke overlegmomenten in te plannen. Deze zijn wel belangrijk omdat je zo regelmatig met elkaar kunt afstemmen en wederzijdse verwachtingen kunt uitspreken. Het is ook belangrijk om als zorgprofessional te zorgen voor een goed en uitvoerbaar advies.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
30
Als de leerkracht het niet kan vertalen naar de praktijk dan heb je zoals een zorgprofessional het noemde: “een rituele dans uitgevoerd“ maar uiteindelijk is daar niemand mee geholpen. Van verschillende kanten wordt aangegeven dat er gezorgd moet worden voor duidelijke taakomschrijvingen en niet teveel personele wisselingen. Scholen hebben behoefte aan vaste begeleiders. Er valt ook nog winst te behalen bij de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs. Er waren twee opmerking die opvielen. Het eerste citaat heeft te maken met de cultuur waarin gewerkt wordt: “Ik ben er weleens zeven maanden uit geweest. En als je dan de notulen van de vergadering leest denk ik, ik heb echt helemaal niks gemist! Zo werkt dat vaak wel. We hebben het nog steeds over dit of dat, beslissingen worden uitgesteld.”
Het tweede citaat heeft te maken met de regelgeving waaraan voldaan moet worden:” Ik vroeg ambulante begeleiding aan puur omdat het goed was voor de dossiervorming. Want het was nodig voor tussenzorg en ook voor het aanvragen van een rugzak werd er gekeken heb je wel gebruik gemaakt van het samenwerkingsverband. Nou ja, dan ging je maar weer afspreken, maar dat heb ik altijd puur gedaan voor dossiervorming.”
4.3.5.2 Bevorderen samenwerking vanuit de leerkrachten Op het moment dat leerkrachten een hulpvraag stellen hebben ze vooral belang bij praktische adviezen. Ze willen graag dat de focus ligt op de hulpvraag die ze stellen en dat daar daadkrachtig en adequaat door zorgprofessionals op gereageerd wordt. Korte lijnen zijn belangrijk en zo min mogelijke administratieve rompslomp. Een leerkracht verwoordde dit als volgt: “Ik bedoel je vraagt iemand omdat je daar iets mee wilt waar je mee verder kunt met de leerling want je hebt een probleem en als dat vervolgens een beetje blijft hangen in algemeenheden, vooral als het gaat om concentratie problemen of zo, dan denk je van ja nu heb ik het wel voor mijn dossiervorming wel keurig voor elkaar maar ik heb er in wezen niets aan gehad.”
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
31
Hoofdstuk 5 Conclusies, Discussie en Aanbevelingen 5.1
Conclusie
Het doel van dit onderzoek is het bevorderen van de samenwerking tussen leerkrachten en zorgprofessionals om zo de aanwezige middelen optimaal te gebruiken en in te zetten. Om er uiteindelijk voor te zorgen dat alle leerlingen de zorg en het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. Volgens Van de Wolf en anderen (2009) lezen we slechts zelden dat zorgprofessionals geraadpleegd worden, laat staan dat ze bij de aanpak betrokken worden. Het is belangrijk om de achtergronden hiervan te onderzoeken, want als we die kunnen achterhalen kunnen we zoeken naar oplossingen om de samenwerking tussen leerkrachten en zorgprofessionals te bevorderen Het is belangrijk om eerst met elkaar af te stemmen wat we onder een zorgleerling verstaan. Wat opvalt in de literatuur is dat er geen eenduidige criteria te geven zijn en dat iedereen zijn eigen definitie gebruikt. De conclusie is dan ook dat de definitie van een zorgleerling niet vast ligt (Smeets et al., 2007). De definitie die in dit onderzoek gebruikt wordt is: zorgleerlingen zijn die leerlingen die een gediagnosticeerde stoornis hebben. Tijdens de interviews werd ook aan de respondenten gevraagd wat hun definitie van een zorgleerling is. Dan valt op dat bijna alle respondenten aangeven dat het om kinderen gaat die extra onderwijsbehoefte hebben en dat deze kinderen zonder extra ondersteuning het reguliere onderwijs niet kunnen volgen. Men vindt de definitie uit het onderzoek te smal en stelt dat de diagnose vaak pas veel later wordt vastgesteld, een leerling krijgt dan al een tijdje extra zorg. Daarnaast hebben niet alle zorgleerlingen een diagnose. Een definitie die recht doet aan de mening van de ondervraagden zou dan zijn: Zorgleerlingen zijn die leerlingen die (tijdelijk) een extra onderwijsbehoefte hebben en die zonder extra hulp het reguliere onderwijs niet kunnen volgen.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
32
Het denken en handelen van leerkrachten is een belangrijke factor in het omgaan met leerlingen en zorgleerlingen in het bijzonder, en daarom is het noodzakelijk om ook dit aspect mee te nemen in het onderzoek. Om die reden was het belangrijk om voorafgaand aan het interview af te stemmen wat voor leerkrachten de definitie van een zorgleerling is. Beide onderzoeksgroepen geven aan dat het kind centraal staat. Hij of zij heeft op dat moment extra ondersteuning nodig. En die ondersteuning kan op diverse manieren gegeven worden. Centraal staat de (onderwijs) behoefte van het kind en de inspanning die door anderen geleverd moet worden.
Volgens sommige onderzoekers is er een duidelijke toename van het aantal zorgleerlingen. Minne en anderen (2009) constateerden een groei van het aantal zorgleerlingen van 80 duizend in 1997 naar ruim 100 duizend in 2007. De leerkrachten die geïnterviewd zijn denken hier anders over. Volgens hen is er geen toename van het aantal zorgleerlingen, ze erkennen wel dat er meer aandacht is voor de problematiek. Dit sluit aan bij het onderzoek van Van der Wolf en anderen (2009) waarin wordt gesteld dat er geen toename is van het aantal zorgleerlingen, hooguit dat er sprake is van een andere kijk op probleemgedrag. De leerkrachten geven aan dat het aantal zorgleerlingen in een klas redelijk stabiel is, ongeveer 2-3 leerlingen. Dit komt overeen met het onderzoek van Van Dijk en anderen (2003) waarin gezegd wordt dat leerkrachten bijna 1 op de 3 leerling bestempelen als een zorgleerling. De zorgprofessionals geven eigenlijk hetzelfde aan als de leerkrachten. Ze signaleren wel een verzwaring van de problematiek en dat er meer leerlingen met een diagnose zijn.
De eerste deelvraag van het onderzoek is: Waarin kunnen zorgprofessionals leerkrachten van de GSGPO ondersteunen? Zorgprofessionals geven aan dat ze leerkrachten kunnen ondersteunen door ze te versterken d.m.v. coaching en feedback. Daarnaast is het belangrijk dat leerkrachten zich bewust worden van een aantal zaken en daar kunnen zorgprofessionals een rol in vervullen.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
33
Zo is het belangrijk dat leerkrachten zich niet alleen richten op het speciale kind maar kijken naar het onderwijs en de onderwijsbehoefte van de hele groep. Van de Wolf en anderen (2009) geven dit ook al aan in hun onderzoek. Leerkrachten zijn vaak bereid om les te geven aan zorgleerlingen maar dan is de voorwaarde wel dat ze hun hele aanpak niet om hoeven te gooien. Zorgprofessionals geven dus ook aan dat het niet nodig is de aanpak om te gooien en dat ze leerkrachten hierbij kunnen ondersteunen. Een van de zorgprofessionals benadrukte het belang van de oplossingsgerichte psychologie. Werken aan wat werkt, waardoor een zorgleerling veel minder als een belasting wordt ervaren. Dit sluit aan bij het in dit onderzoek genoemde belang van het denken en handelen van leerkrachten. De tweede deelvraag van het onderzoek is: Welke ondersteuning hebben leerkrachten van de GSGPO nodig? De leerkrachten geven aan dat ze vooral behoefte hebben aan praktische dingen: handen in de klas, geld voor materialen, praktische tips en verlichting van de administratieve taak. Wat opvalt is de externe attributie van leerkrachten. Dit komt overeen met het onderzoek van Ysseldyke en anderen (2000) waaruit bleek dat leerkrachten de oorzaak voor problemen met zorgleerlingen slechts voor 1% aan het eigen functioneren en de eigen deskundigheid toeschrijven. Uit onderzoek (Smit, Wester, Craenen & Schut, 2011) blijkt dat leerkrachten in hun opleiding niet altijd toegerust zijn om zorgleerlingen te helpen. Tijdens de interviews geven leerkrachten aan wel behoefte te hebben aan scholing maar dat het dan belangrijk is dat deze kortdurend en praktisch is.
De laatste deelvraag is: Hoe kan de samenwerking bevorderd worden? Voorafgaand aan deze vraag is eerst aan beide onderzoeksgroepen gevraagd hoe de samenwerking op dit moment is. Dit is belangrijk om te weten omdat eventuele bestaande knelpunten eerst opgelost moeten worden want die zouden het bevorderen van de samenwerking in de weg kunnen staan.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
34
Zorgprofessionals geven aan dat de samenwerking op dit moment goed is maar dat het vraaggestuurd is en bijna nooit preventief. Leerkrachten maken duidelijk een onderscheid tussen interne zorgprofessionals (IB’er) en externe zorgprofessionals (CLZ, Steunpunt leerlingzorg ed.). Met IB’ers wordt eerder het gesprek aangegaan over zorgen rondom een leerling. Externe zorgprofessionals komen pas later in beeld. Verder benadrukken ze het belang van leerlingbespreking in het team en de waarde van de gesprekjes met de collega’s in de wandelgangen. Ze constateren ook dat doordat men vaak werkt in een kleine teams en met veel parttimers, dit wel bemoeilijkt wordt. Als laatste wordt genoemd dat leerkrachten vinden dat de werkdruk en administratieve belasting de laatste jaren is toegenomen waardoor er minder tijd is voor informeel overleg.
Op de vraag hoe het samenwerken bevorderd zou kunnen worden, benadrukken zorgprofessionals dat het belangrijk is om wederzijdse verwachtingen af te stemmen en gezamenlijke overlegmomenten in te plannen. Leerkrachten geven aan dat overleg altijd na schooltijd moet, veel tijd vraagt en lang niet altijd oplevert wat ze er van verwachten. Het meest in het oog springt hier dat de wederzijdse verwachtingen niet op elkaar zijn afgestemd waardoor er frustratie ontstaat. Dit bevorderd de samenwerking niet en het is om die reden belangrijk om tijd te nemen om deze verwachtingen uit te spreken. Dit sluit aan bij de presentie theorie van Baart (2003). In deze theorie draait het om present zijn en staat de relatievorming voorop. Present zijn betekent ook laagdrempelig en toegankelijk zijn voor iedereen. Dus hoe beter de relatie hoe eerder iemand bijvoorbeeld zal bellen.
Leerkrachten geven aan graag praktische adviezen willen hebben en dat zorgprofessionals in hun beleving het voortouw moeten nemen, daadkrachtig moeten zijn en de focus moeten hebben op de hulpvraag die de leerkracht stelt. Aangezien zorgprofessionals aangeven dat ze vraaggestuurd werken ontstaat hier ook een probleem. De samenwerking zou dus bevorderd kunnen worden als zorgprofessionals aanbodgestuurd zouden gaan werken. Waarbij eerst gewerkt moet worden aan relatievorming met de school. Dit biedt dan direct de mogelijkheid om meer preventief te werken, een wens die ook werd uitgesproken door een aantal zorgprofessionals.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
35
Een punt wat steeds weer terug komt is het belang om elkaar te ontmoeten. Dit kost tijd en dat is er vaak niet. Het levert ook wat op: namelijk begrip voor elkaar en het kunnen delen van kennis en vaardigheden. Professionele leergemeenschappen stimuleren bovenstaande punten. Ze geven de leerkrachten de mogelijkheid om in een vertrouwde omgeving te reflecteren op hun eigen handelen. Zorgprofessionals geven aan daarin de leerkracht te kunnen en te willen ondersteunen. Leerkrachten geven aan dat scholing en adviezen wel op de praktijk gericht moet zijn en dat ze er dus morgen in de klas mee aan de slag moeten kunnen.
Misschien is het antwoord op de centrale vraag: Hoe kunnen zorgprofessionals leerkrachten van de Gereformeerde Scholengroep Primair Onderwijs (GSGPO) ondersteunen en hoe kan het gebruik van die ondersteuning bevorderd worden, wel heel simpel: door gewoon tijd in elkaar te investeren en van elkaar te leren. Relatievorming is dus het antwoord op de centrale vraag uit dit onderzoek.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
36
5.2
Discussie
Uit de conclusies komen een aantal punten naar voren waar over gediscussieerd zou kunnen worden: - wat is de reden dat de respondenten bijna unaniem zeggen dat er geen toename is van het aantal zorgleerlingen terwijl er in de media en de literatuur een heel ander beeld naar voren komt? Leerkrachten geven aan dat dit te maken heeft met het feit dat er vroeger ook leerlingen waren die bijvoorbeeld heel druk waren maar toen had het geen naam. De leerlingen waren er dus wel maar men noemde ze geen zorgleerlingen, ze waren gewoon druk of ‘anders’. - zou het ook mogelijk zijn om geld en mensen vrij te maken om zo mogelijkheden voor ontmoeting en scholing te organiseren? Of zou het met de aanwezige middelen en menskracht ook mogelijk moeten zijn? Is het alleen een kwestie van dingen anders organiseren? Op het moment dat het belang van scholing en ontmoeting onderkend wordt is het geen vraag meer of er geld voor is. Vanuit hun intrinsieke motivatie gaan mensen dan zelf dingen ondernemen en organiseren. Hier ligt dus een taak voor de schoolleiding; het belang van scholing bij leerkrachten onder de aandacht te brengen. - is het mogelijk om op een andere manier samen te gaan werken? Kunnen zorgprofessionals vraaggestuurd werken? Of komen ze dan op het terrein van de leerkracht en moet het initiatief bij de leerkracht blijven liggen? De leerkracht is de professional. Hij zal het initiatief moeten nemen. Dit heeft alles te maken met de neiging van leerkrachten om extern te attribueren. Hij is onderdeel van het probleem en de oplossing.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
37
- zijn leerkrachten gediend met korte, praktische scholing? Of is het beter om te investeren in gedegen opleidingen zoals bijvoorbeeld de MasterSEN? Het is belangrijk om beide te doen. Maar ook hiervoor geldt dat de leerkracht het initiatief moet nemen. Leerkrachten die ongemotiveerd naar een studiedag gaan zullen weinig oppikken, laat staan toepassen in hun eigen klas. Het is wel belangrijk om als organisatie zicht te hebben op de competenties van de leerkrachten en beleid ten aanzien van (na)scholing te hebben. - Is het ook mogelijk dat scholen een vaste externe begeleider krijgen? Of is het maken van een duidelijke taakomschrijving ook voldoende om te zorgen voor stabiliteit in de samenwerking? Een vaste externe begeleider voor de scholen is wel wenselijk maar niet haalbaar. Dit komt door het vele aantal parttimers wat als zorgprofessional werkt. Zodra iemand ziek wordt of met zwangerschapsverlof gaat moet er vaak geschoven worden. Het werken aan een goede relatie is het meest belangrijke. Een taakomschrijving en een goede overdracht zou hierbij kunnen helpen. - De huidige wet- en regelgeving zorgen voor veel administratieve rompslomp. Is het ook mogelijk om dit terug te dringen? Zouden we ook kunnen kijken naar onze interne processen en die eenduidig en transparant kunnen maken? Het zou mogelijk moeten zijn om in ieder geval intern eenduidige en transparante procedures af te spreken. Het belang van het kind moet voorop staan. Op het moment dat een leerling extra zorg nodig heeft zouden we er voor moeten zorgen dat het kind zo snel mogelijk geholpen wordt en dat daarna gezorgd wordt voor de administratieve afhandeling in plaats van andersom. - Hoe zou het IB-netwerk naar een hoger plan getrokken kunnen worden? Zouden de IB’ers zelf in staat moeten zijn om dit te kunnen? Of is er inderdaad een bovenschoolse IB’er nodig?
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
38
IB’ers zouden zelf het IB-netwerk naar een hoger plan kunnen trekken. Het zijn Hboopgeleide mensen en zij zouden de competenties moeten hebben om dit te kunnen. - De respons van beide onderzoeksgroepen is heel verschillend. Er moesten een aantal zorgprofessionals afgewezen worden en er waren te weinig reacties van leerkrachten. Zegt dit iets over de onderzoeksgroepen? Of heeft dit een duidelijke relatie met de werkdruk van leerkrachten? Leerkrachten ervaren een hoge werkdruk maar zijn ook vaker intern gericht. Hun focus ligt op hun groep. Zorgprofessionals zijn meer extern gericht dat heeft ook te maken met de aard van hun werk. Daarnaast kunnen ze vaak flexibeler omgaan met hun werktijden. - In groep 8 zou al meer met het voortgezet onderwijs en Steunpunt leerlingzorg samen gewerkt kunnen worden. Is het ook mogelijk om deze samenwerking te bevorderen? Of is er sprake van een andere cultuur wat samenwerking zo wie zo in de weg staat? Ook voor dit punt geldt dat relatievorming heel belangrijk is. Veel leerkrachten kennen het Steunpunt leerlingzorg niet en zijn om die reden dus ook niet op de hoogte van de mogelijkheden tot samenwerken. De discussiepunten zouden met de betrokken respondenten in een focusgroep verder besproken kunnen worden.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
39
5.2.1 Methodologische reflectie 5.2.1.1 Objectiviteit
De gehouden interviews zijn opgenomen. Dit was om praktische redenen heel wenselijk. Het heeft aan de andere kant het gesprek soms wel beïnvloed. Mensen zijn, zeker als je ze niet kent, toch meer op hun hoede. Het is belangrijk om je dit te realiseren. Want het kan zijn dat de respondenten soms sociaal wenselijk geantwoord hebben. Het was voor mij moeilijk om de controle los te laten tijdens de interviews. De focus tijdens het gesprek lag op de onderwerpen van het onderzoek. Het was belangrijk om ook open te staan voor de input van de respondenten en nieuwsgierig te zijn naar hun beleving en motivatie. Dit werd steeds moeilijker naarmate ik meer interviews had afgenomen. Voor het afnemen van de interviews heb ik mijn eigen perceptie over de onderzoeksgroepen op een rij gezet. Op deze manier heb ik geprobeerd te voorkomen dat ik met een bepaalde vooringenomenheid aan het interview begon.
5.2.1.2 Interne validiteit.
Dit onderzoek zou gebaseerd zijn op de Grounded-Theory. Door tijdgebrek is hier te weinig van terecht gekomen. Ik heb het wel geprobeerd; door een logboek bij te houden met daarin mijn bevindingen van het interview wat ik die dag had afgenomen. Zo kon ik af en toe wel dingen bijsturen. Maar het zijn geen echte analyses geweest. Ik had hiervoor ook onvoldoende tijd. Ik vond het een hele kunst om alles bij te houden: de reacties op mijn oproep, denken om de volgorde van binnenkomst van de reacties , het maken van afspraken, het uittypen van de interviews. Om die reden kwam ik niet toe aan een gedegen analyse van de afgenomen interviews. E.e.a. is op gevoel gedaan, dus niet wetenschappelijk. Omdat dit aspect niet uit de verf is gekomen, is het uit het onderzoek gehaald.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
40
Terugkijkend zou ik gekozen hebben voor andere onderzoeksgroepen. Tijdens het afnemen van de interviews kwam naar voren dat er een verschil is tussen de reacties van de zorgprofessionals. De IB’ers zijn eigenlijk een aparte groep. Het was beter geweest om te spreken van interne en externe zorgprofessionals. IB’ers zijn vaak zelf ook leerkracht geweest en staan dichter bij de leerkrachten. Ze zijn ook onderdeel van de schoolcultuur. Ze zijn eigenlijk de verbindende schakel tussen de leerkracht en de externe zorgprofessionals. Dit gegeven had dan in het onderzoek ook uitgewerkt kunnen worden. Na het analyseren van de interviews konden wel alle onderzoeksvragen beantwoord worden.
5.2.1.3 Begripsvaliditeit
Vanwege het belang van begripsvaliditeit, meten wat je wilt meten, is aan het begin van elk interview aan de respondenten gevraagd wat hun definitie is van een zorgleerling. Zeker omdat in de literatuur naar voren kwam dat er geen eenduidige definitie is, was dit belangrijk om eerst te bespreken. Een van zorgprofessionals gaf aan hier eigenlijk nog nooit over nagedacht te hebben. Een reden te meer om elk interview met deze vraag te starten. Ik heb geworsteld met het begrip zorgleerling. Er waren veel definities in de literatuur te vinden waardoor ik eerst mijn eigen definitie heb moeten formuleren. In veel onderzoeken werd niet eerst gedefinieerd wat in dat onderzoek onder een zorgleerling werd verstaan. Vaak werd wisselend gesproken over ‘leerlingen met gedragsproblemen’ en ‘zorgleerlingen’. Dit maakt het onderzoeken van de problematiek niet eenvoudiger.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
41
5.2.1.4 Generaliseerbaarheid
Het onderzoek is gehouden onder een groep mensen die werkzaam zijn in het gereformeerd onderwijs. Omdat het een selecte groep mensen is mogen de uitkomsten niet gegeneraliseerd worden naar alle basisscholen. Dit was ook niet de opzet van het onderzoek. Omdat het best een gevoelig onderwerp is heb ik het ook zorgvuldig willen doen. Ik spreek in mijn onderzoek over de externe attributie van leerkrachten. Hiervoor heb ik maar twee bronnen kunnen vinden. Dit is een smalle basis en eigenlijk is het niet genoeg om op basis hiervan algemene uitspraken te doen. Maar het is wel iets wat ik ook in de analyses van de interviews terugvond. Het is een belangrijk gegeven. Het zou leerkrachten kunnen helpen door aan de hand van reflectie naar hun eigen handelen te kijken.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
42
5.3
Aanbevelingen
Tijdens het afnemen van de interviews kwam een aantal respondenten met een paar praktische aanbevelingen. Uit de resultaten kwam ook naar voren dat er weinig geld is in de organisatie. Een aantal van de genoemde aanbevelingen kost geen geld en zou dus zo doorgevoerd kunnen worden. Aanbevelingen die doorgevoerd zouden kunnen worden zonder dat het geld kost:
Aan het begin van het schooljaar drie gezamenlijke (directeur, IB’er, CLZ) ontmoetingen plannen. Tijdens de eerste ontmoeting worden de wederzijdse verwachtingen afgestemd. De voortgang wordt tijdens de tweede ontmoeting besproken. En aan het eind van het schooljaar wordt de samenwerking geëvalueerd.
Een website inrichten met daarop informatie en formats, deze zijn beschikbaar voor leerkrachten en zorgprofessionals. Alle betrokkenen kunnen deze website ook zelf vullen met informatie.
Een eenduidige werkwijze van medewerkers van het CLZ
Een telefonisch spreekuur voor leerkrachten om op vaste tijden contact op te kunnen nemen met zorgprofessionals
Aanbevelingen die doorgevoerd kunnen worden maar wel geld kosten:
Een bovenschoolse IB’er
Meer ondersteuning binnen de scholen
Het zou goed zijn om die tips die geen geld kosten direct in te voeren. Het is niet de oplossing voor alle problemen maar een goede aanzet. Het meest belangrijk is dat de leerkracht in staat moet zijn om in de klas zijn werk goed te doen.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
43
Een van de respondenten verwoordde dat heel mooi: “er gebeurt zo verschrikkelijk veel en die leerkracht moet er maar staan. En ouders hebben maar aan één persoon een boodschap en dat is degene die hun kind in de klas heeft en al die anderen zijn heel belangrijk maar in de klas moet het gebeuren. Nou als de leerkracht sterk is en die het aankan en lol heeft in zijn werk, nou dan is er niets aan de hand. Maar als daar wat mis gaat….” Er moet dus geïnvesteerd worden in de leerkracht. Nader onderzoek kan gedaan worden naar de externe attributie van leerkrachten. In dit onderzoek zijn hier slechts twee bronnen voor gevonden. De uitkomsten van dit onderzoek bevestigen de resultaten van Ysseldyke en anderen (2000). Het is goed om vervolgonderzoek te doen omdat dit gegeven mogelijk een oplossing biedt voor het ondersteunen van leerkrachten. Leerkrachten zouden d.m.v. begeleide intervisie inzicht in hun eigen handelen kunnen krijgen. Externe begeleiders kunnen leerkrachten hierbij helpen. Door het vergroten van het reflecterend vermogen van leerkrachten en door ze de nodige support te geven zijn ze nog beter in staat zijn om (zorg)leerlingen het onderwijs te geven waar ze recht op hebben.
Door de in 5.2 genoemde discussiepunten in een focusgroep te bespreken met de betrokken respondenten wordt er ook een praktisch vervolg aan het onderzoek gegeven.
5.4
Tot slot
Onderzoek doen blijft iets wat niet echt bij mij past. Ik moet in mijn beleving teveel woorden gebruiken om iets te zeggen. Ik wil vaak te snel en sla dan essentiële stappen over. Uiteindelijk heb ik het onderzoek toch met plezier gedaan. Ik vond de gesprekken erg leerzaam en mijn bewondering voor het werk van een leerkracht is opnieuw toegenomen. Er komt veel op hun bordje terecht en af en toe kan het echt eenzaam zijn.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
44
Ik kreeg op mijn uitnodigingsmail ook een hele bijzondere reactie: “Ik wil wel meewerken aan je onderzoek……maar ik ga onderhandelen: ik wil graag inzicht in je scriptie zodat ik er misschien mijn winst mee kan doen voor mijn scriptie (literatuur ed.).” Natuurlijk ben ik hierop ingegaan, ik vind het erg leuk dat op ik op deze manier iemand anders weer kan helpen bij zijn of haar onderzoek. Aan het begin van ieder interview heb ik steeds benoemd dat ik hoopte dat er uit het onderzoek praktische zaken naar voren zouden komen waar we binnen de GSGPO direct mee aan de slag zouden kunnen. Dit is gelukt. In de aanbevelingen staan een heel aantal zaken genoemd die direct doorgevoerd kunnen worden. Ik ga me ervoor inzetten dat dit ook echt gebeurd want dan komt alle werk dat verzet is uiteindelijk ten goede aan de kinderen. En dan is het alle moeite waard geweest. Een gedicht dat ik onlangs tegenkwam verwoord precies wat mijn drive is. Dit gedicht heb ik ingelijst en in mijn kantoor gehangen en met dit gedicht wil ik het onderzoek graag afsluiten. Kind Als een kind met vijandschap leeft dan leert het vechten. Als een kind met voortdurende kritiek leeft dan leert het veroordelen. Als het kind leeft in verdraagzaamheid dan leert het gelukkig te zijn. Als het kind in veiligheid leeft dan leert het geloven. Als het kind wordt aangemoedigd dan leert het vertrouwen.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
45
Als een kind leeft met eerlijkheid dan leert het rechtvaardigheid. Als het kind mag zijn zoals het is dan leert het van zichzelf te houden. Als een kind leeft met vriendschap dan leert het liefde te vinden in deze wereld. (Naar Dorothy Law Nolte, ‘Children Learn What They Live’)
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
46
Literatuurlijst Algemene Rekenkamer (2005). Weer samen naar school. Zorgleerlingen in het basisonderwijs. ‘s-Gravenhage: Sdu Uitgevers. Baarda, P.B., Goede, M.P.M. de & Teunissen, J. (2009). Kwalitatief onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Groningen: Noordhoff. Baart, A (2003). Present. Theologische reflecties op verhalen van Utrechtse buurtpastores. Utrecht: Lemma . Brophy, J. (1995). Elementary Teachers’ Perceptions of and Reported Strategies for Coping with Twelve Types of Problem Students. East-Lansing, USA: Michigan State University, Institute for Research on Teaching. Clijsen, A., Gijzen, W., Lange, S. de & Spaans, G. (2007a). 1-Zorgroute. Naar handelingsgericht werken. Woerden/’s Hertogenbosch: WSNS+ en KPC-groep. Derriks, M., Jungbluth, P., Kat, E. de, & Langen, A. van (1997). Risicoleerlingen in het basisonderwijs. Nijmegen / Amsterdam: ITS / SCO-Kohnstamm Instituut. Dijk, W. van, Verheul, I., & Klompe, M. (2003). Zorgleerlingen en de PCL. Een onderzoek naar het functioneren van de PCL en de kenmerken van zorgleerlingen. Utrecht: CLU. Evaluatie en adviescommissie Passend Onderwijs (2009). Advies: Op weg naar Passend Onderwijs. Den Haag: ECPO Goei, S.L. & Kleijnen, R. (2009). Literatuurstudie Onderwijsraad “ Omgang met zorgleerlingen met gedragsproblemen. Zwolle: Christelijke Hogeschool Windesheim.
Heider, F. (1958). The Psychology of Interpersonal Relations. New York: Wiley. Inspectie van het Onderwijs (2007). Onderwijsverslag 2007/2008. De staat van het onderwijs. Den Haag: OCW.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
47
Inspectie van het Onderwijs (2009). Onderwijsverslag 2008/2009. De staat van het onderwijs. Den Haag: OCW.
Meijer, C., Meijnen, W., & Scheerens, J. (1993). Over wegen en schatten en sturen. Analytische beleidsevaluatie Weer Samen naar School. De Lier: Academisch Boekencentrum. Minne, B., Webbink, D. & Wiel, H. van der (2009). Zorg om zorgleerlingen. Een blik op beleid, aantal en kosten van jonge zorgleerlingen. Den Haag: Centraal Planbureau Onderwijsraad (2010). De school en leerlingen met gedragsproblemen. Den Haag: Onderwijsraad. Rosenthal, R., & Jacobson, L. (1968). Pygmalion in the classroom: Teacher expectation and pupil’s intellectual development. New York: Holt, Rinehart and Wilston. Smeets, E., Veen, I. van der, Derriks, M., & Roeleveld, J. (2007). Zorgleerlingen en leerlingenzorg op de basisschool. Nijmegen / Amsterdam: ITS / SCO-Kohnstamm Instituut. Smit, F., Wester, M., Craenen, O., & Schut, K. (2011). De visie van leraren, ouders en leerlingen op de kwaliteit van onderwijs. Onderzoek naar het kwaliteitsaspect van onderwijs door leraren, ouders en leerlingen. Nijmegen: ITS, Radboud Universiteit Tweede Kamer der Staten Generaal (Vergaderjaar 2004-2005). Weer Samen Naar School. Zorgleerlingen in het basisonderwijs. Den Haag: Sdu-uitgevers. Veen, I. van der (2003). Jonge risicoleerlingen. Analyse van Prima-gegevens tussen 1994 en 2000. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut. Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. Amsterdam: Boom Onderwijs.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
48
Verbiest, E. en Vandenberghe, R.(2003) Professionele leergemeenschappen – een nieuwe kijk op permanente ontwikkeling van leraar en school. BasisSchoolManagement, februari & maart 2003. Wolf, K. van der & Beukering, T. van (2009). Gedragsproblemen in scholen. Het denken en handelen van leraren. Leuven: Acco. Ysseldyke, J.E., Algozzine, B., & Thurlow, M.L. (2000). Critical issues in special education. Boston: Houghton Mifflin Company.
Website: Passend Onderwijs: www.passendonderwijs.nl (2011)
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
49
Bijlage 1
Uitnodigingsmail
Uitnodigingsmail verstuurd aan leerkrachten en IB’ers Beste …………….., Het nieuwe schooljaar is begonnen en aan het begin hiervan wil ik je medewerking vragen voor een onderzoek. Ik volg de studie Master of Educational Leadership en in september start het laatste semester. In deze periode hoop ik mijn onderzoek af te ronden. Het onderwerp voor mijn onderzoek is: leerlingen die extra zorg nodig hebben. In de media en in het kader van Passend Onderwijs wordt hier veel over geschreven en gesproken. Ik ben benieuwd naar je visie hierop. Zie je een toename van zorgleerlingen? Wat zijn de gevolgen voor het onderwijs? Hoe beïnvloedt het je werk? Etc. Ik zou graag met je over dit onderwerp van gedachten wisselen door middel van een interview. Jouw expertise kan me zeker helpen bij mijn onderzoek. Als je wilt deelnemen aan zo’n interview beantwoordt dan dit mailtje. We kunnen dan samen afspreken waar en wanneer we dit gaan doen. Het kost je ongeveer een uur. De gegevens verwerk ik anoniem . Ik hoop dat je me wilt helpen. Het uiteindelijke doel van het onderzoek is namelijk dat alle leerlingen de zorg en het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. Met vriendelijke groet, Eline Heeringa
Uitnodigingsmail verstuurd aan medewerkers van het CLZ en Steunpunt leerlingzorg Beste ……….., Het nieuwe schooljaar is begonnen en aan het begin hiervan wil ik je medewerking vragen voor een onderzoek. Ik volg de studie Master of Educational Leadership en in september start het laatste semester. In deze periode hoop ik mijn onderzoek af te ronden. Het onderwerp voor mijn onderzoek is: leerlingen die extra zorg nodig hebben. In de media en in het kader van Passend Onderwijs wordt hier veel over geschreven en gesproken. Ik ben benieuwd naar je visie hierop. Zie je een toename van zorgleerlingen? Is de samenwerking met de scholen veranderd? Hoe beïnvloedt het je werk? Etc. Ik zou graag met je over dit onderwerp van gedachten wisselen door middel van een interview. Jouw expertise kan me zeker helpen bij mijn onderzoek.
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
50
Als je wilt deelnemen aan zo’n interview beantwoordt dan dit mailtje. We kunnen dan samen afspreken waar en wanneer we dit gaan doen. Het kost je ongeveer een uur. De gegevens verwerk ik anoniem . Ik hoop dat je me wilt helpen. Het uiteindelijke doel van het onderzoek is namelijk dat alle leerlingen de zorg en het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. Met vriendelijke groet, Eline Heeringa
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
51
Bijlage 2 Analyse interviews Analyse interviews leerkrachten Definitie zorgleerling A
B C D
E
F
een zorgleerling is een leerling die ook een indicatie heeft, zowel op het gebied van gedrag als op leergebied. Ik denk dat dat de insteek is, waarmee ik aan het werk ga. Een zorgleerling is voor mij niet een leerling die per definitie zwak is of achterloopt, dat heb ik niet. Een leerling die extra zorg nodig heeft. Dat kan op het gebied van leren zijn, dus inhoudelijk of op het gebied van gedrag. ik denk dat dat een heel eind in de buurt komt van wat jij zegt,een leerling die extra zorg nodig heeft, dat blijkt uit gedrag en leren Een zorgleerling is een leerling die meer dan gemiddelde zorg nodig heeft of voor het leren aan de onder- of bovenkant of omdat er problemen zijn, psychisch of thuis. Dat is als er extra zorg nodig is. Je kunt dus niet gewoon je programma draaien zoals in de methode staat of je moet meer bieden of minder bieden of je hebt zorgen om een kind, echt zorgen, omdat het verwaarloosd wordt of in de problemen zit of sociaal niet lekker in de groep zit en daardoor problemen heeft en eigenlijk als er iets extra’s nodig is voor een kind. Meer dan een heel klein beetje. Voor mij is een zorgleerling ook als je nog geen diagnose hebt, maar wel een vermoeden dat een kind achter- of voorloopt en daar zelf niet mee verder kan. Dat hij echt hulp van de leerkracht of van een andere instantie nodig heeft. gewoon een kind wat op dat moment jouw hulp nodig heeft, het kan zijn buiten op het plein, in het gedrag. Het kan zijn in de klas: het werk. Maar als jij ziet; he dit kind kan niet verder. Dan heeft het hulp nodig.
Ondersteuning die leerkrachten nodig hebben A
-
B
-
-
-
-
zou ik er niet aan moeten denken dat ik bv zonder hulp zat. ik denk dat ik de begeleiding krijg die ik nodig heb, maar wat ik gewoon mis bij deze groep, is een administratieve kracht. dat je soms 2 dagen administratie kwijt bent om alles uit te werken, te evalueren, te verwerken , nou dat vergt enorm veel energie en erg veel tijd, terwijl ik denk dat ik die tijd juist heel graag ergens anders op willen inzetten bij die groep, alleen je weet dat het ook een verplichting is om dat bij te houden. Nou, dat zou ik wel eens prettig vinden dat daar een beetje meer stabiliteit in gevonden zou kunnen worden wie wat ging doen en dat het mij ontlastte. ik denk dat dat zeker een taak is van IB’ers. Ik ga er ten eerste vanuit dat IB’ers daarover meer kennis hebben en die kennis kunnen delen met leerkrachten. Dus ook over de aanpak en de inhoudelijke kant. En dan heb je ook nog het CLZ dat je erbij kunt halen. Dus daar ligt wel een taak voor IB’ers, heel duidelijk. Alleen al het luisteren en het bespreekbaar maken, en ten tweede de acties die daarop ondernomen moeten worden. Daarin hoop ik wel dat ik ondersteun, en dat doe ik volgens mij ook door soms gewoon weer de boeken in te duiken en soms erover te praten. Het draait vooral om handen in de klas. Willen wij meer kinderen binnen de deur houden, dan draait het om handen. Je hebt wel een taak of een rol als IB’er of als CLZ, maar wat de leerkrachten uiteindelijk nodig hebben zijn extra mensen in de klas die er zijn. Dat is waar er behoefte aan is Daarom heb je dus ook leerlingbespreking. Dat is niet specifiek met een IB’er maar
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
52
-
C
-
D
-
E
-
-
F
-
ook met elkaar, dat je met elkaar naar een oplossing zoekt voor problemen. wij kunnen dit behappen, mits we extra geld voor extra handen en materialen hebben.’ Het is onmogelijk om zo’n breed scala van problematiek de theorieën te kennen en de aanpak te kennen. Dat is natuurlijk voor een leerkracht niet haalbaar. Deels zit er natuurlijk wat in, daar komt de lerarenbeurs ook vandaan, dat je geschoold moet worden. Dat vind ik ook absoluut waar, want er zijn zoveel problematieken die wel binnen een school te behappen zijn, waar misschien wel extra kennis of extra vaardigheden voor nodig is. ik heb heel veel ondersteuning gehad vorig jaar. Dat was goed op orde en ook alle medewerking van de IB’er van de onderwijsassistent. Ook van CLZ, dat liep allemaal best heel goed, het vreet tijd, na schooltijd. Ik heb in elk geval een onderwijsassistent. Die super goed is en daar heb ik nu heel veel aan, dat is echt geweldig. Zoals nu de IB’er die we hebben heb ik echt wel hoog, maar die zie ik 1 keer per week. Die ga ik niet op haar vrije dagen bellen, dat doe ik dan liever niet. Niet zo van oké je moet 2 opleidingen doen, want als je gewoon tot over je oren in het werk zit, dan moet je er niet aan denken dat je ook nog een opleiding moet doen. En of je inderdaad af en toe een middag of een studiemiddag hebt die echt heel nuttig is dat zou wel heel erg schelen. En je loopt gewoon, en dat vind ik ook echt belemmerd in de zorg het geld. Gewoon stom geld. Hadden we vorig jaar een studiemiddag, in Friesland, was er zo’n nieuwe methode voor plus kinderen, helemaal kant en klaar waar je gewoon, waar ik nu dus gewoon he hup nu snel een taalles, donderdagmiddag om te kleuren, rekentaken bestellen, dit bestellen, dat bestellen, websites zoeken. Je zoekt je de blubber en je trekt uit alle hoeken en gaten iets om een beetje een programma voor de kinderen te hebben, terwijl het gewoon kant en klaar ligt Ja, dan kan ik in ieder geval eerst bij de IB’er advies vragen. Een leerling bespreken, eventueel in het hele team. En als het kind aangemeld is, kun je bij een instantie op gesprek en advies vragen. Ik denk dat een groot deel van de leerkrachten dat wel aankan, maar dat er ondersteuning moet zijn. Als je een heel zwaar geval hebt, waar je weinig kennis van hebt, moet er ondersteuning zijn. Praktisch gezien en ook theoretisch gezien Ondersteuning van collega’s, die zijn te druk. jaren geleden ging je gewoon samen door en nu ja je merkt gewoon ja ik zie sommige collega’s niet maar dat kleine groepje dat is gewoon druk, ze zijn met hun eigen ding druk.
Samenwerking A
-
-
Ook al hebben ze hier een diagnose dan is het nog niet automatisch gezegd dat dat in het VO wordt voortgezet, dan moet het opnieuw worden vastgesteld , maar nou is het de vraag of daar wel geld voor is. En dan denk ik van, wat jammer. Dat traject hebben jullie al gehad, waarom daar nu er weer geld in steken, terwijl het hier al is vastgesteld. Dat geeft een beetje het gevoel van ongeloofwaardigheid naar onze school toe, of naar de basisscholen, van hebben ze inderdaad wel dyslexie, ja, waarom zou dat niet zo zijn. Ik denk van volgens mij kan het kostenbesparend werken als je gewoon het protocol meeneemt van onze school, hoef je de diagnose niet opnieuw vast te stellen, die is er al en ga daar mee verder aan het werk Als wij dingen op school gaan opzetten, ook in G in het verleden, dan zeiden wij vaak van waarom zullen wij met elkaar het wiel gaan uitvinden terwijl een andere school het voortraject al gehad heeft dus dan deed je een mail de ronde: wij zijn hier mee bezig, hebben jullie suggesties of ideeën voor ons. Nou, van die 12 scholen, mogen we
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
53
-
-
-
B
-
C
-
-
D
-
E
-
F
-
blij zijn als er 1 ging reageren. En het gaf het gevoel wel eens , hallo, wij hebben het werk allemaal gedaan, dat gaan we echt niet aan jullie doorgeven, doe het lekker zelf. Zo kwam het dan over vorig jaar heb C meer ervaren als een klankbord, dan als effectieve ondersteuning binnen mijn groep, maar misschien ongemerkt doordat hij een klankbord was, hij toch tips binnenbracht waar ik dan wel weer wat aan had. Alleen ik heb er een beetje andere voorstelling van gehad en verwacht, denk ik. ik had verwacht dat we op 2 leerlingen zouden gaan inzetten en dat we daar ook echt gericht mee bezig zouden gaan en als ik terugkijk op die periode zijn we daar eigenlijk helemaal niet meer bezig geweest Wat ik bij E erg fijn vond en waar ik echt wel wat aan gehad heb, is dat zij een groep is gaan lesgeven terwijl ik ook aan het lesgeven was, dus E was niet een aparte persoonlijkheid in de klas, nee, die was gewoon aan het lesgeven. En doordat ze meedraaide in het geheel kon ze heel veel dingen opvangen, die anders misschien verborgen gebleven waren. En dat vond ik een hele mooie ervaring. Dan heb je een klankbord in E en E herkende heel veel dingen doordat ze meegedaan heeft. Laten we eerst maar eens zorgen dat de IB’ers en directeuren die bij elkaar komen, dat dat wel zinvol wordt ingevuld. Maar dat is natuurlijk ook een stukje coaching van de IB’er of directeur, hoe de les gegeven wordt en hoe dat dan aangepakt wordt. Dat is deels een leerkrachtding, maar deels is het ook een ding van wat je daar als school over afspreekt. Je hebt ook schoolafspraken, van hoe je dingen aanpakt. Dat telt dan in een groep waar geen zorgleerlingen zijn, maar ook in een groep waar wel zorgleerlingen zijn. ouders vinden het altijd prima om samen te werken maar het is altijd wel een traject als ze het niet gezien hebben dat er iets was omdat te accepteren en dat ook zelf in te zien dat kost wel heel veel tijd Als team voorbereiden en als het dan zover is dat hij bij je in de klas komt dan verdiep je je daarin Scholing, heel praktisch gericht, veel handvatten voor in de praktijk Je hebt natuurlijk in eerste instantie een IB’er, dat als je denkt van oké ik moet iets met dit kind, hoe ga ik dit aanpakken? Dat ik met de IB’er even om de tafel ga zitten, dat kan gelukkig dit jaar weer. Zo van wat is hier eigenlijk op school en wat zou een goede eerste stap zijn? Als ik meer nodig heb dan kan ik een gesprek aanvragen met de psycholoog, orthopedagoog die aan school verbonden is, vanuit het CLZ. Ambulante begeleiding weet ik niet helemaal meer zo goed, die is volgens mij wel aan school verbonden, maar dat is nu nog onduidelijk voor mij en in hoeverre kun je met AB’ers nog om tafel. Maar die zijn meer praktisch. Mensen vanuit het CLZ kunnen grote lijnen voor je uitzoeken. Dat is er wel omheen. Qua collega’s meer in de wandelgangen, van weet je of dit al op school is of is dit al een keer gedaan? Hoe doe jij dit? Dat gebeurt wel, maar doe ik niet met veel collega’s. Volgens mij steekt Molendrift er wel boven uit, want die denkt ook echt met de school mee en overlegt met de school heeft en adviezen geeft. Ambulant begeleiders: wel dat het heel lang duurt, die gesprekken, dat er soms wat gemopper is, ik moet dit doen en dat doen en daar kom ik eigenlijk niet aan toe. Een stukje frustratie…
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
54
Bevorderen van samenwerking A
-
B
-
-
C
D
-
-
E
-
ik heb in het verleden ook wel eens A gehad, was die ook van eh, die keek heel gericht naar het kind, ging het kind ook observeren en dan na die tijd bespraken we gewoon het kind, wat is haar opgevallen en wat zijn mijn bevinden daarbij, herken ik dat? En wat kunnen we daar mee doen, dan ga je echt een vervolgtraject uitzetten , nou dan is gewoon heel duidelijk, dan ga je stappen ondernemen , richting het kind, samen met het kind en met jou. Als je daar een hulpvraag neerlegt dan hoop en verwacht je dat diegene zich daar op gaat focussen. voor mij zou het wel een hoop schelen als je niet alles op zou hoeven te schrijven want heel vaak doe je het al wel, ook wat een Ab’er aanreikt of iemand van het CLZ maar ja dan moet je er eerst weer een uur over praten, de papieren moeten weer op orde en vervolgens denk je van ja maar ik deed het eigenlijk ook al lang, het lost dan niet heel veel op ja in wat je aangereikt krijgt of je daar wat mee kan. Ik bedoel je vraagt iemand omdat je daar iets mee wilt waar je mee verder kunt met de leerling want je hebt een probleem en als dat vervolgens een beetje blijft hangen in algemeenheden, vooral als het gaat om concentratie problemen ofzo, dan denk je van ja nu heb ik het wel voor mijn dossiervorming wel keurig voor elkaar maar ik heb er in wezen niets aan gehad maar het hangt dus wel van de persoon af met wie je dan te maken hebt Ik zou wel een telefonisch spreekuur willen hebben. Even iets checken van hebben jullie dat of ik zit hiermee en ik wil er morgen iets mee, heb je een tip dat je me kunt helpen. Dat je bijvoorbeeld elke dag van 4-5 het CLZ zou kunnen bellen. Misschien toch wat vaker, of wat sneller een gesprek En het duurt dan dus een jaar voordat je hem uiteindelijk van school hebt. Door allerlei instanties, de ouders die je mee moet krijgen… Bij zulke gevallen zou inderdaad telefonisch spreekuur of vaker gesprekken met schoolbegeleiding wel fijn zijn. Je moet alles vastleggen, dat is natuurlijk ook goed. Maar voordat je dan echt verder bent bij het punt dat het kind naar een andere school kan, dat duurt heel lang. als de leerkracht iets moet doen geef hem dan ook handreikingen, zo en zo doe je dat
Tips A B
Eenduidige werkwijze van de medewerkers van het CLZ Ik zou wel een telefonisch spreekuur willen hebben
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
55
Analyse interviews
Zorgprofessionals
Definitie zorgleerling G
H
I
J
K
L
En naar mijn idee is een zorgleerling een leerling met echt specifieke onderwijsbehoeften, een soort eenling in de klas die je moeilijk kan groeperen, samen kan nemen, waardoor de leerkracht moeilijk kan inspelen op de onderwijsbehoeften. als we de CITO hebben, dan zeggen we gewoon dat elke E-leerling een zorgleerling is. Dat is een hele eenvoudige benadering. Je zou ook kunnen zeggen dat elke leerling die niet meer van het onderwijsaanbod profiteert, die de leerkracht de groep aanbiedt, dat is een zorgleerling. Als je ergens zit waar je altijd overvraagt wordt, dan gaat het niet goed met je. Dus dat kan ook een definitie van een zorgleerling zijn en dan kijk je meer naar het aspect van het welzijn, de sociale, emotionele ontwikkeling en minder naar de leerprestaties ik vind elk kind heeft zorg nodig op zijn eigen manier, gedragsmatig of wat betreft leren. Als je elk kind eens goed onder de loep neemt dan heeft hij extra zorg nodig Hier in H is wel de definitie van D en E scores dat zijn zorgleerlingen zorgleerling een leerling die zonder dat extra, wat dan ook, gewoon zijn diploma niet haalt. Dus gewoon het reguliere lesprogramma, reguliere docenten, reguliere mentoren en zorg coördinatoren doen en als het dan niet lukt dan is het een zorgleerling voor mij een zorgleerling is die leerling waar een leerkracht naast de reguliere instructie die ze geven, extra instructie geven aan die leerlingen. En dan niet de verlengde instructie, ik de normale en de verlengde instructie hoort bij je normale werk maar leerlingen die extra instructie vragen dat vind ik een zorgleerling. En dat kan aan de bovenkant zijn en aan de onderkant. Omdat dat van de leerkracht extra inspanning vraagt. Ik denk dat een zorgleerling meer iemand is die die extra zorg nodig heeft, die op school zelf niet geboden kan worden. Die dan bijvoorbeeld bij ons terecht kan
Ondersteunen van leerkrachten door zorgprofessionals G
-
-
Ik denk een stukje bewustwording, zo van: ‘ik merk dat je het lastig vindt, wat maakt dat je het lastig vindt? Voorheen had je deze leerling ook in de klas. Het is geen andere leerling geworden, we weten alleen iets meer.’ Wel benoemen denk ik, dat vind ik wel lastig, maar volgens mij moet je dat wel doen. Niet van: ‘He, jij kunt het niet’ of ‘ik zie dat je niks doet.’ Maar van: ‘He, ik merk dat je het lastig vindt, wat maakt dat je het lastig vindt?’ Maar ook: ‘Hoe gaan we nou aan de slag? Wat heb jij nodig?’ Nou ja, dan heb je het meer over handelings gericht werken met de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht. En volgens mij vinden ze dat best lastig om aan te geven, of aan te durven geven. Wat heb ik nodig? En als je dat niet weet, dan is het ook wel lastig om te helpen. En helemaal met ouders erbij is dat heel lastig! ik neig er zelf toe om op dat moment te zeggen ‘ik kan me voorstellen dat je hier als leerkracht nog nooit eerder mee te maken hebt gehad’, dat je het vanuit dat kader neemt. ‘het is niet raar dat je er niets vanaf weet, ik kan me dat juist goed voorstellen. Hoe zit dat bij jou? Kan ik je daarmee helpen? Kunnen we samen iemand zoeken die daar wat meer verstand van
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
56
H
-
I
-
-
-
J
-
-
-
K
-
-
heeft? Want ik weet ook niet alles’ Van zoveel kinderen weet ik ook niets van, dus! En dat is een deel van mijn werk naar mijn idee, maar een ander deel is toch wel de scholing, informatie, kennisoverdracht doen. In de eerste plaats denk ik dat een leerkracht vooral een doener is. Die zich op dagelijkse praktijken richt. En dat hij ook iedere keer heel snel oplossingen moet zoeken voor alledaagse problemen. Want een leerkracht heeft niet zoveel tijd om te reflecteren op zijn handelen De leerkracht in ons onderwijssysteem heeft ook heel veel verantwoordelijkheid voor zijn leerlingen. zeker een van de belangrijkste taken van een IB-er om daar de leerkracht in te ondersteunen en je ziet gewoon net als een leerkracht dat met kinderen heeft zie je in het team zoveel verschillende mensen, de een is heel goed daar in en de ander daar in, ja op dit gebied, ja wat jij net zei, daar loop ik ook tegenaan dat het haast dan ben je druk met die leerkracht bezig dat kost heel veel tijd en dat gaat ten koste van die leerling en dat is wel een afweging die je moet maken dat vond ik ook eigenlijk doen zij hetzelfde werk als wat wij IB-ers ook moeten doen en wie doet dan wat, die gaat weer in de klas kijken, weer een gesprekje, ja dat doe ik ook Dat zou misschien ook wel die orthopedagogen willen ook wel heel graag leerkracht begeleiding te doen en dat willen ze ook wel heel graag als hulpvraag doen. Ik zit altijd heel graag bij onderzoeken met die mensen want anders komt de AB-er voor leerkracht begeleiding, de IB-er en dan ook nog de orthopedagoog die wil ook leerkracht begeleiding doen, ik vind dat veel te vaag. Ik zou wel heel graag willen dat ze in de plaats van leerkracht begeleiding de iB-er begeleiden. Leerkrachten waar we IB-er niet verder mee komt dat ze dat gaan begeleiden ik zou het wel fijn vinden dat iemand dat zou overnemen. Of zelf begeleiding, ik zei het net al, ik voel me soms ook wel alleen want ja waar kan ik heen? ik denk dat leerkrachten heel erg toegerust moeten worden Scholing ja maar niet vanuit een medisch model, zo van wat klopt er allemaal niet met dit kind maar vanuit wat werkt hier in deze klas, werken aan wat werkt en die hele medische kant vanuit de GGZ laten doen. Daar laten waar het hoort ik vind dat wij vanuit de primaire begeleiding dat dat de tendens is dat dat minder wordt, maar dat je je veel meer gaat richten op het versterken van die leerkracht. We gaan er steeds meer naar toe dat kinderen, kids skills 1x voordoen en daarna gaat op consult basis doe leerkracht dat zelf doen en daarna krijgt hij coaching en zo krijg je het train de trainer effect en ik denk dat dat gewoon heel belangrijk is op welke positieve manier je interventies kan plegen en dat is heel erg gekoppeld aan opleiden van, of het over brengen van vaardigheden aan de leerkracht ik vind wel dat ze daartoe in staat moeten zijn en als ze daar niet toe in staat zijn dat je ze daarin moet ondersteunen en als dat niet helpt ook een stukje scholing geven het gaat om je wil een klas die goed draait en je wil een klas die gezamenlijk in het jaar ook een stuk verder komt en daar moet je je op richten en niet op de zorgkinderen maar op van wat heeft dit kind nodig om over een jaar gewoon verder te komen en dat is denk ik van, dat vraagt
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
57
-
L
-
een andere visie, kijk niet naar het speciale kind maar kijk naar het onderwijs en de onderwijsbehoefte stukje coaching! En ik doe heel veel gesprekken met leerkrachten en dat gaat ook heel veel in de wandelgangen dat ze even aan mij feedback vragen van he hoe zit het met dit kind en nou ja ook daarin zie je wel een stuk maatwerk ook heel erg afhankelijk van de persoon van de leerkracht ja hoor ik ga ook heus wel naast ze zitten als ze een handelingsplan moeten maken voor een uitgebreid handelingsplan Ik denk dat leerkrachten dan ook meer kennis moeten krijgen over allerlei stoornissen, problematieken. Ze moeten weten wat het is, maar vooral hoe we het beste die leerling begeleiden en weten welke benadering een leerling nodig heeft.
Samenwerking G
-
-
-
-
H
-
-
I
-
Maar ik merk dat over het algemeen contact met scholen wel goed is. Het verschilt wel per school ontzettend of je gevraagd wordt of niet. En ik moet toch in principe van de IB-er hebben. Kom je of kom je niet op een school. Want als er geen vraag is, ja ik rij er niet spontaan heen. En de ene IB-er durft of doet toch sneller een beroep op je als de andere IB-er. En wat daarachter ligt kan met leerkrachten te maken hebben, het kan met tevredenheid te maken hebben, het kan met van alles te maken hebben. Maar ik vind het wel een groot verschil. een directie hebben die ook zegt ‘neem de ruimte’ En dat is soms een beetje schipperen. Maar misschien moet je het ook gewoon soms doen. Denk ik. De kansen die er zijn aangrijpen. IB-netwerken bezoek ik. Ik probeer ook wel op te vangen wat daar leeft, wat daar speelt. Dat je daar op die manier een beetje op inspeelt. Ik denk wel dat iedere school ondertussen het wiel uitgevonden heeft, of dat weet ik niet, in elk geval een stukje beter zijn. ‘Ons handelingsplan ziet er zo uit.’ Volgens mij is het ook niet fijn om bovenschools één handelingsplan te kiezen, maar het zou wel mooi zijn als je gewoon een paar formats naast elkaar neerlegt. ‘He, dat past bij ons!’ volgens mij is nooit iedereen tevreden over hoe het gaat. Dan kijken we hoe doe jij het en hoe doen wij het, en vervolgens houdt iedere school zijn eigen handelingsplan weer, want dat is al een paar jaar zo. Ik hoop de verandering dat we weer preventief bezig gaan. Maar ik durf niet te zeggen of dat zo is. Ietsje meer omdat je er zelf alert op bent, maar het is toch nog wel vaak dat er op het eind als er een probleem is, dat je dan pas komt. de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. maar dan moet er ook zo’n klimaat zijn, dat je in vertrouwen jezelf behoorlijk durft bloot te geven. Waar liggen mijn sterke kanten? Daar kun je me altijd voor inzetten. Maar dit zijn mijn valkuilen. je wel heel dicht bij de leerkracht moet blijven dat je die vooral moet ondersteunen en serieus moet nemen in waar hij tegenaan loopt, dus dat je wel een hele vertrouwde sfeer moet hebben want dat is bij begeleiding altijd de vraag van nou ja er zit heel vaak iets achter een vraag om hulp of wat dan ook en sommige leerkrachten willen daar helemaal niet over nadenken die willen gewoon tips, een methode IB net werk is dat iets waar je wat aan hebt? ja het werkt niet, nou ja werkt
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
58
-
-
J
-
-
-
-
K
-
L
-
-
niet dat is wel heel kort gezegd, het is vaak zoeken naar agenda punten nee dat vind ik niet, daar heb je wel eens wat aan van wie heeft dit goed voor elkaar en dan weet je dat een beetje maar dat je nu zegt daar wordt ik beter van in mijn werk, nee, ik zou dat wel heel graag willen, nu we het er zo over hebben zou het mooi zijn als er zoiets in de organisatie zou komen dat vond ik ook eigenlijk doen zij hetzelfde werk als wat wij IB-ers ook moeten doen en wie doet dan wat, die gaat weer in de klas kijken, weer een gesprekje, ja dat doe ik ook Dat zou misschien ook wel die orthopedagogen willen ook wel heel graag leerkracht begeleiding te doen en dat willen ze ook wel heel graag als hulpvraag doen. Ik zit altijd heel graag bij onderzoeken met die mensen want anders komt de AB-er voor leerkracht begeleiding, de IB-er en dan ook nog de orthopedagoog die wil ook leerkracht begeleiding doen, ik vind dat veel te vaag. Ik zou wel heel graag willen dat ze in de plaats van leerkracht begeleiding de iB-er begeleiden. Leerkrachten waar we IB-er niet verder mee komt dat ze dat gaan begeleiden ik zou het wel fijn vinden dat iemand dat zou overnemen. Of zelf begeleiding, ik zei het net al, ik voel me soms ook wel alleen want ja waar kan ik heen? Samenwerking CLZ: maar dat is stop gezet dat is gewoon met die breuk is ook dat stop gezet en die vanzelfsprekendheid is er helemaal niet het mooiste zou zijn als je het uit preventie zou doen, maar het is toch gewoon vaak vanuit een conflict of vanuit een probleem dat je moet komen opdraven. ik vind nog steeds dat het mooiste zou zijn dat kinderen uit groep 7 dat dat gezamenlijke trajecten zouden zijn. Het CLZ met hun expertise van het jonge kind en wij vanuit het wat oudere kind samen zouden zorgen dat ze een, de eerste 2 jaar op G, zou ook nog gezamenlijk kunnen zijn een totaal andere dossieroverdracht worden als je beschrijft wat gewerkt heeft in plaats van waar het is blijven hangen. We beginnen niet meer van met dit kind is dat en dat aan de hand maar meer zo van als je dit kind zo en zo aanpakt dan gaat het goed, vanuit de oplossingsgerichte psy. Het is belangrijk om die psychiatrie naar de school te vertalen en volgens mij is dat voor het passend onderwijs als je geen ambulante begeleider of wat meer hebt, moet dat jet loket zijn waar terecht kunt. En dat hebben we het IBnetwerk hebben we dat we met elkaar sparren maar eigenlijk verder geen ondersteuning nee dat moet ik zelf zoeken je blijft bijscholen zeg maar en waar we nu met het IBnetwerk op zitten is dat we het eigenlijk wel naar een hoger plan willen trekken maar hoe je dat, dat je zorgt dat je er meer uithaalt. Naar mijn gevoel blijft het teveel op het niveau van hoe gaat het bij jullie op school en bij jullie? En blijf je hangen in ervaringen delen en niet dat je samen zo heel veel verder komt. Een aantal jaren terug hebben we ook intervisie groepen gehad en dat is heel boeiend dat je echt elkaar bevraagt he waarom heb je dingen zo gedaan en dan niet intervisie op het zichtbare niveau maar he wat zit er nu onder de ijsberg Ik denk dat het Steunpunt misschien wel wat zou kunnen bieden. Of je hebt natuurlijk wel congressen en symposia waar wel informatie te krijgen is. Een soort presentatie of cursus aanbieden van een aantal avonden, waar
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
59
mensen heen kunnen gaan. Het is wel de bedoeling dat we zelf wat meer scholing gaan geven, dat deden we natuurlijk ook wel wat. Ik niet, maar het is wel de bedoeling. Dus dan zou dat mooier passen, denk ik.
Bevorderen van samenwerking G
-
-
H
-
-
I
-
Volgens mij is de wil bij iedereen er wel. Daar zit het hem niet in. Maar dan kom je op die samenwerking. Wij hebben net als vorig jaar, ik weet niet of je er toen ook al bij was, dat we zo’n gesprek willen met Henk, de directeur, de IB-er en iemand van het CLZ. Volgens mij heb ik dat 1.5 jaar geleden een keer voor gesteld: Het is best gek, je hebt het over opbrengsten. Ik probeer er juist naar te zoeken van wat voor school dit is, ik zoek de inspectierapporten op. Is hij zwak? Wanneer was hij zwak? Waarom is hij zwak? Kunnen we dat niet samen doen? Nou, dat vond hij eigenlijk een heel goed idee. Vorig jaar heb ik het heel positief ervaren, maar goed dat is eenmalig. Je hebt 1 keer een gesprek van drie kwartier, dat is te weinig. Dat moet je terug laten komen, speerpunten kiezen. Nu wilde Henk dat weer doen, maar alles loopt al met afspraken, dus dat is moeilijk in te passen. Dus als we kunnen dan doen we dat, en als het niet kan is het jammer. Maar ik denk dat daar ook wel de kansen liggen van, wat verwacht je van elkaar? Wat wil je? Ik heb nu afspraken met scholen om niet meteen voor zorgleerlingen te komen, maar gewoon eerst even samen. Vaak zit er een nieuwe IB-er, of een nieuwe directie. Wat wil je? Wat verwacht je van mij? Wat wil ik? Waar wil ik eigenlijk op inzetten? Komt dat met elkaar overeen? Ik ben er weleens zeven maanden uit geweest. En als je dan de notulen van de vergadering leest denk ik, ik heb echt helemaal niks gemist! Zo werkt dat vaak wel. We hebben het nog steeds over dit of dat, beslissingen worden uitgesteld. Bij ons zijn het toch een beetje mensen die van extern komen. Ik denk zelf ook, dat zie ik hier bij de orthopedagogen ook wel, dan denk je dat de begeleiding klaar is als er een mooi verhaaltje opgeschreven is. Dat dat de werkelijkheid is. Maar dan begint het pas. Als een leerkracht zo’n verhaaltje niet naar zichzelf kan vertalen, of denk ‘ja wel mooi geschreven, maar…’ dan gebeurt daar helemaal niks mee. Dan heb je eigenlijk gewoon een rituele dans opgevoerd met elkaar: er is een probleem, we hebben daar hulp bij gevraagd, en verder gaan we over tot de orde van de dag want we hebben toch niet de mogelijkheden om het uit te voeren. kijk mensen die hier orthopedagoog zijn hebben nog nooit een kwartier voor de klas gestaan hoor. ze weten dus weinig van lesgeven, ze weten niet wat het is om een groep die wel of niet iets doet of een kind met gedrags problemen, om die spanning te voelen en dan kun je wel een prachtig advies krijgen van dit en daar moet je doen maar. Eigenlijk moet je dat gewoon vragen aan een leerkracht: in hoeverre is mijn advies uitvoerbaar ja…ik vond het wel heel persoons afhankelijk. Ik heb een aantal verschillende orthopedagogen mee gemaakt. En bij de een dacht ik van ja hier hebben we ook echt wat aan en de ander ging het weer wat stroever en dan dacht ik van we hebben hier heel wat tijd in zitten en wat hebben we er eigenlijk aan gehad? Ab eigenlijk het zelfde, het zijn heel verschillende mensen allemaal dat heb ik in de evaluatie ook wel teruggegeven dat het zo persoonsafhankelijk is wie je hebt terwijl het
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
60
-
J
-
K
-
-
eigenlijk hetzelfde zou moeten zijn, ze hebben vast ook een taakomschrijving en dat zou meer op elkaar moeten lijken zo wie zo meer als het goed klikt met een school dat het stabiel blijft, niet steeds die wisseling dat is zo wie zo al een. En dat, volgens mij wordt het nu al anders, de papierrompslomp, het ging soms zo lang duren dan heb je een aanvraag en dan krijg je die terug omdat er een komma niet goed staat en dat gaat allemaal ten koste van de leerling, ik geloof dat dat nu ook anders gaat. Hoe je het kan bevorderen? …….ja van mij mag Ab stoppen ik vroeg AB aan puur omdat het goed was voor de dossier vorming. Want het was nodig voor tussenzorg en ook voor het aanvragen van een rugzak werd er gekeken heb je wel gebruik gemaakt van het samenwerkingsverband. Nou ja dan ging je maar weer afspreken maar dat heb ik altijd puur gedaan voor dossier vorming voor nieuwe IB’ers zou het heel goed zijn als er een maatje is die iemand kan zeggen van joh zo zit het, een soort van wat je bij beginnende lk ook hebt, dat je een traject hebt om iemand te begeleiden, dat zou goed zijn. Maar niet alleen op afroep maar dat je in het 1e jaar ook gewoon langskomt zo van he joh waar ben je mee bezig en red je het en kom je eruit en dat soort dingen . De meeste scholen zijn altijd wel bereid om mee te werken, dat moet natuurlijk wel want hun kind moet een onderzoek, maar het verschilt wel per school hoe je wordt ontvangen want wij doen ook wel eens groep 8-leerlingen. Die komen dan op het Gomarus college, dus het onderzoek gebeurt vanuit het Gomarus en wordt ook vanuit het Gomarus betaald. Maar wij hebben het er weleens over gehad, dat vind ik zelf wel mooi, om met groep 8-leerlingen wat meer samen te doen. Omdat die heel vaak, niet altijd, maar meestal zullen ze naar het Gomarus gaan. Dat je als Steunpunt alvast die leerlingen in beeld hebt en weet wat er is gebeurd, want we krijgen soms leerlingen uit klas 1 aangemeld, en dan weet je niet precies wat er al is gebeurd.
Tips G
-
H I en J
-
dat samen in het begin van het schooljaar dingen uitspreken naar elkaar, dat zou je eigenlijk drie keer per jaar zo moeten doen. Dat je zegt ‘hoe loopt het?’ en aan het eind van het jaar ‘wat hebben we aan elkaar gehad, en hoe gaan we het volgend jaar weer doen?’ Dat zou een heel praktisch iets zijn om alleen al elkaar vast te houden en te ondersteunen. En van elkaar te weten waar de expertises liggen veel meer ondersteuning, die binnen de school aanwezig is Website met informatie voor iedereen beschikbaar Bovenschoolse IB-er
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Eline Heeringa
61
Bijlage 3
Onderwerpenlijst
Topiclijst (Wester & Peters): Een topiclijst vertaalt de centrale begrippen van de onderzoeker naar onderwerpen, die aansluiten bij het referentiekader van de respondent. Door over deze onderwerpen van gedachten te wisselen komen de verschijnselen die de onderzoeker wil analyseren aan de oppervlakte. Een goede topiclijst bevat verschillende ingangen om een dergelijk verschijnsel waar te nemen, zodat door vergelijking van verschillende situaties van de concrete bewoordingen in elke situatie worden geabstraheerd. Elke topic wordt via een vaste inleiding en een open hoofdvraag bij de respondenten geïntroduceerd. Daarnaast bevat de topiclijst aandachtspunten om door te vragen. Vragen die in de uitnodigingsmail staan: Leerkrachten en IB-ers: Zien jullie een toename van zorgleerlingen? Wat zijn de gevolgen voor het onderwijs? Hoe beïnvloed het je werk?
CLZ en Steunpunt medewerker: Zien jullie een toename van zorgleerlingen? Is de samenwerking met de(basis) scholen veranderd? Hoe beïnvloed het je werk?
Topics interview leerkrachten Onderwerp 1. Zorgleerlingen
2. Gevolgen voor het onderwijs
3. Invloed op je werk
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Doorvragen - Wat versta je hieronder? - Hoeveel heb je er in de klas? - Is er een toename volgens jou? - Is de problematiek veranderd in de loop der jaren? - Is je manier van lesgeven veranderd? - Hoe leer je omgaan met zorgleerlingen? - Is het mogelijk om alle leerlingen op de school te houden? - Waar ligt voor jou de grens? - Welke ondersteuning krijg je? - Welke ondersteuning heb je nodig? - Is je werk veranderd? - Hoe zit het met externe contacten? - Is er druk van buiten af? (ouders, inspectie ed) - Hoe zit het met de administratieve kant van je werk?
Eline Heeringa
62
Topics interview IB-ers Onderwerp 1. Zorgleerlingen
2. Gevolgen voor het onderwijs
3. Invloed op je werk
Doorvragen - Wat versta je hieronder? - Hoeveel zijn er bij jullie op school? - Is er een toename volgens jou? - Is de problematiek veranderd in de loop der jaren? - Hoe leren leerkrachten omgaan met zorgleerlingen? - Welke ondersteuning kun je leerkrachten geven? - Is het mogelijk om alle leerlingen op de school te houden? - Waar ligt voor jou de grens? - Is je werk veranderd? - Hoe zit het met externe contacten? - Welke ondersteuning krijg je? - Welke ondersteuning heb je nodig? - Is er druk van buiten af? (ouders, inspectie ed) - Hoe zit het met de administratieve kant van je werk?
Topics interview CLZ en Steunpunt medewerkers Onderwerp 1. Zorgleerlingen
2. Samenwerking (basisscholen)
3. Invloed op je werk
Onderzoek MEL: Zorgleerlingen, een zorg of een uitdaging?
Doorvragen - Wat versta je hieronder? - Is er een toename volgens jou? - Is de problematiek veranderd in de loop der jaren? - Is het mogelijk om alle leerlingen op de(basis) school te houden? - Waar ligt voor jou de grens? - Welke ondersteuning kun je IB-ers geven? - Welke ondersteuning kun je leerkrachten geven? - Hoe zit het met de contacten met de basisscholen? - Hoe verloopt de samenwerking? - Is je werk veranderd? - Wat zijn volgens jou de gevolgen van Passend Onderwijs voor jou werk?
Eline Heeringa
63