eyescan nummer 1 | 2014
m a g a z i n e
JAK DEKKER ‘ZBC’s bieden hoge kwaliteit tegen lagere kosten’
Michel van Schaik ‘We moeten van een ego- naar een eco-systeem’
Jeroen van Roon,
bestuursvoorzitter Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk
‘Ziekenhuizen
moeten beseffen dat kapitaal niet gratis is’
Hét
magazine voor iedereen in de oogzorg
Voorwoord
Colofon Eyescan Magazine is een uitgave van Eyescan en wordt verspreid onder relaties en geïnteresseerden van Eyescan
INHOUDs opgave
Redactieadres Lucasbolwerk 10 3512 EH Utrecht
Oplage 2.000 exemplaren
Uitgever Het Bladmanagement Tel. 050 549 67 49 hetbladmanagement.nl
Medewerkers Irene Bentum Xandra Boersma Krista Kroon Lisa Rosing
Samenstelling Jannes Janssens Marlijn Lapikas
Vormgeving Atty Schakel
Fotografie Sander drooglever Ronald Goedheer
4
Jak Dekker
Voorzitter Zelfstandige Klinieken Nederland (4) dr. Henk Punt, medisch directeur Eyescan
Reyer Lafeber, commercieel directeur Eyescan
Michel van Schaik
Directeur Gezondheidszorg Rabobank (16)
Janko de Jonge
Vicevoorzitter Orde van Medisch Specialisten (5)
Jeroen van Roon
Bestuursvoorzitter Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk (18)
Jannes Janssens
Project directeur van Eyescan (6)
D
e gezondheidszorg staat volop in de schijnwerpers. Als het niet gaat om de kwaliteit van zorg dan gaat het wel om de kosten van de gezondheidszorg. De druk op de tarieven neemt toe en de vraag rijst: moet alle zorg nog wel in elk ziekenhuis worden geleverd? Hoogcomplexe zorg wordt geconcentreerd in grotere centra om de kwaliteit te kunnen garanderen. De laagcomplexe zorg moet dicht in de buurt van de cliënt/patiënt blijven, maar moet qua kosten wel efficiënter worden ingericht. Zorgverzekeraars willen zinnige en zuinige zorg met een hoog kwaliteitsniveau.
Met het Eyescan Congres en dit magazine willen wij vanuit verschillende kanten kijken naar de ontwikkelingen in de gezondheidszorg en het vrij ondernemerschap van de medisch specialist. Wij zijn van mening dat zelfstandige behandelcentra een goede bijdrage kunnen leveren aan de kosten van efficiënte zorg op een hoog kwaliteitsniveau. Zo hebben wij dit met Eyescan ook op verschillende plekken gerealiseerd. Wij nodigen u van harte uit om met onze sprekers in contact te komen tijdens het zaterdagprogramma van ons Eyescan Congres op 15 november.
Arthur Alberts
Optometrist en eigenaar Eye Care For You (19)
Edwin Brugman
Directeur Kennismanagement en Netwerken van de VvAA (8)
Ton Rouwen
Albert Koelewijn
(20)
Directeur van adviesbureau voor franchiseorganisaties Koelewijn & Partners (10) Henk Punt
Medisch Directeur Eyescan (12)
Oprichter Visie Oogzorgcentrum en Eyescan-specialist Marcel de Vijlder
10
Huisarts in multidisciplinair Gezondheidscentrum de Monden (22)
samenwerkingsformule
Samenwerken aan kwalitatieve en efficiënte oogheelkunde (14) Eyescan
18 EYESCANMAGAZINE
3
‘Zbc’s bieden hoge kwaliteit tegen lagere kosten’
‘Ondernemerschap is niet meer vrijblijvend’
De landelijke afspraken over beperking van de zorguitgaven raken zowel ziekenhuizen als zelfstandige behandelcentra. Om zorgaanbod te behouden kunnen beide baat hebben bij samenwerking, stelt voorzitter Jak Dekker van Zelfstandige Klinieken Nederland.
Nieuwe fiscale regels maken het zelfstandig ondernemerschap van medisch specialisten minder vanzelfsprekend. Maar vicevoorzitter Janko de Jonge van de Orde van Medisch Specialisten ziet genoeg toekomst voor ondernemende artsen.
Welke rol spelen zelfstandige behandelcentra (zbc’s) ten opzichte van ziekenhuizen? ‘Ik zie zbc’s als nieuw zorgaanbod’, zegt Jak Dekker, voorzitter van Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN). ‘Ze werken vooral in delen van de zorg waar het aantal patiënten hoog is. Ze zijn supergespecialiseerd en hebben daardoor een sterke focus en een hoge kwaliteit, tegen lagere kosten. Die focus zie je niet zozeer terug in de handeling van de arts – die is doorgaans dezelfde – maar in alles eromheen: de communicatie met patiënten, shared decision making, eigenlijk alle facetten van de patient journey. Een ziekenhuis moet daarentegen aandacht en middelen verdelen over afdelingen.’ Landelijk of regionaal Dekker voorziet dat zelfstandige klinieken grosso modo toegroeien naar drie modellen. Het eerste is een landelijke keten, zoals Eyescan. ‘Zij hebben meerdere locaties en een duidelijke strategie om uit te breiden. Zij gaan voor hoge volumes waardoor ze de diepte kunnen ingaan en zich onderscheiden.’ Daarnaast zijn er grote regionale spelers. ‘Die nemen het grootste deel van het zorgaanbod in hun regio voor hun rekening. Vaak gebeurt dat in samenwerking met andere zorgverleners en soms stoot het ziekenhuis dat onderdeel af. Een voorbeeld is Centrum Oosterwal in Alkmaar, dat een netwerk bouwt voor dermatologie.’ Nicheklinieken De derde vorm zijn ‘boetiekklinieken’ of nicheklinieken, die zich richten zich op een specifieke markt. ‘Een mooi
Jak Dekker
4
EYESCANMAGAZINE
voorbeeld vind ik Diabeter. Dat is ooit gestart vanuit het Erasmus MC en zit echt in een niche. Zij verlenen op een andere manier diabeteszorg en doen bijvoorbeeld veel met e-health.’ Nieuwe realiteit De groei van zbc’s en ziekenhuizen ligt sinds 2012 aan banden. In het Bestuurlijk Hoofdlijnenakkoord met de overheid hebben hun brancheorganisaties afgesproken dat de zorguitgaven tot 2015 niet sterker mag stijgen dan 2,5 procent per jaar. ‘Dat is wel een nieuwe realiteit voor zbc’s’, zegt Dekker. ‘Je ziet dat zij nu samenwerking opzoeken met ziekenhuizen om toch te kunnen groeien. Zorgverzekeraars stimuleren dat ook. Als er verschuiving van omzet plaatsvindt, willen zij liever dat dit in samenwerking gebeurt.’
‘Zorgverzekeraars zien een verschuiving van omzet liever in samenwerking gebeuren’ Keuzes maken Ook ziekenhuizen staan voor strategische vragen. Dekker: ‘Zij moeten keuzes maken: waarvoor heb ik nou echt een ziekenhuisorganisatie nodig? Dan heb je het vooral over spoed- en onplanbare zorg. Wat moet er nog in het ziekenhuis gebeuren, en wat kan beter in een gespecialiseerde kliniek of in de eerste lijn? Het gaat niet alleen om kosten, maar ook om het belang van de patiënt. Die hoeft lang niet altijd meer naar het ziekenhuis.’ Samen met een zbc Samenwerking tussen zelfstandige klinieken en ziekenhuizen kan voor beide partijen voordelig zijn, stelt Dekker. ‘Ziekenhuizen moeten kiezen waarop zij zich gaan richten. Bij die profielkeuze kun je besluiten samen te werken met zbc’s. Die hebben door hun focus het operationele proces echt verder doorontwikkeld. Als je met hen samenwerkt, kun je zorgaanbod blijven leveren dat je anders misschien zou moeten afstoten. Doordat je bijvoorbeeld gebruik blijft maken van de faciliteiten van het ziekenhuis, of efficiënter werkt, kan het ook financieel interessant zijn. Maar ik denk dat de belangrijkste beweegreden moet zijn dat bepaalde delen van de zorg beter georganiseerd kunnen worden door andere partijen.’
Een medisch specialist die zich niet daadwerkelijk als ondernemer kwalificeert, geldt vanaf 2015 voor de Belastingdienst als medewerker in dienstverband. Is dit de doodsteek voor het ondernemerschap van medisch specialisten? Janko de Jonge denkt van niet. Hij is neuroloog in het Catharinaziekenhuis en vicevoorzitter van de Orde van Medisch Specialisten. ‘Er zijn in Nederland twintigduizend medisch specialisten, van wie ongeveer achtduizend vrijgevestigd zijn. Er zitten ondernemers tussen de vrijgevestigden, maar ook tussen degenen in loondienst. En omgekeerd: het overgrote deel van de medisch specialisten doet gewoon goed en met veel plezier zijn werk.’ Belang van patiënten De Orde van Medisch Specialisten heeft bereikt dat artsen kunnen blijven kiezen voor ondernemerschap. Belangrijk, vindt De Jonge. ‘Het blijkt dat 95 procent van die achtduizend vrijgevestigde medisch specialisten wil blijven werken in vormen van ondernemerschap.’ Om fiscaal gezien ondernemer te blijven, moeten medisch specialisten tonen dat ze ondernemersrisico lopen. Bijvoorbeeld door een BV of een supermaatschap te vormen die zich verhuurt aan het ziekenhuis. De Jonge vindt de nieuwe regels zo gek nog niet. ‘Ondernemerschap is niet meer vrijblijvend. Dat maakt medisch specialisten scherp op de vraag of wat zij doen in het belang is van patiënten. Ze denken daar nu echt over na: welke activiteiten kan ik ontwikkelen, kan ik efficiënter organiseren, ga ik contact zoeken met huisartsen?’ Creativiteit ontwikkelen Maar moeten medisch specialisten
überhaupt ondernemen, of zijn ze allereerst arts? ‘Je bent op de eerste plaats dokter, en op de tweede en derde plaats ook. Als ondernemerschap “winstmaximalisatie” betekent, hebben Tweede Kamerleden een punt als ze vrezen dat dit ten koste kan gaan van kwaliteit’, zegt de neuroloog. ‘Maar je kunt ondernemerschap ook definiëren als: je creativiteit ontwikkelen, dingen anders organiseren, grenzen verleggen. Dan worden patiënten er juist beter van.’
enorme infrastructuur, dat moet altijd goedkoper zijn dan een aparte infrastructuur. Waar het om gaat is: wat wil je bereiken? Als je het patiëntvriendelijker en minder stroperig wilt maken, waarom organiseer je dat dan niet binnen het ziekenhuis? Voor de bejegening van patiënten maakt het niet uit in welk gebouw je zit. Klantvriendelijkheid hoeft echt niet ingewikkeld te zijn.’
Van zulke ondernemingszin kent hij genoeg voorbeelden. ‘Cardiologen in het OLVG merkten bijvoorbeeld dat de hartpoli’s buiten het ziekenhuis makkelijker te organiseren waren. Zij hebben een zelfstandig behandelcentrum opgezet dat veel patiënten trekt. Een chirurg uit Veghel heeft een eigen mammakliniek opgericht omdat hij de behandeling in het ziekenhuis te sloom vond. Of neem Loek Winter, die nadenkt over hoe je ziekenhuizen anders kunt inrichten.’ Bejegening van patiënten Zo opgevat kan ondernemen zowel binnen als buiten de ziekenhuismuren. ‘Ik ben een aantal jaren geleden als stafvoorzitter bezig geweest met de ontwikkeling van een zelfstandig centrum voor varices buiten het ziekenhuis. Wij concludeerden toen: eigenlijk is het onzin. Er staat al een groot gebouw met een
Janko de Jonge
EYESCANMAGAZINE
5
‘ZBC’s blinken uit in klanttevredenheid’ Naarmate er meer druk komt op de tarieven in de Nederlandse gezondheidszorg, kijken steeds meer mensen hoe de zorg goedkoper, maar ook beter kan worden gerealiseerd. Eén van die mensen is Jannes Janssens, project directeur van Eyescan. ‘Met ons concept kunnen we de oogheelkunde efficiënter en doelmatiger realiseren, met meer toegevoegde waarde voor de patiënt.’ Janssens heeft zijn sporen in de zorgsector lang en breed verdiend. Zestien jaar lang werkte hij in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Hij begon als verpleegkundige, werkte zich op tot hoofd verpleegkunde en studeerde daarnaast bedrijfskunde. Daarna was hij onder meer managementteamlid in diverse ziekenhuizen. ‘Ziekenhuizen zijn heel grote, dure apparaten. Er worden veel meer overheadkosten gemaakt dan voor een laagcomplex vak als oogheelkunde nodig is. Alle zogenaamde electieve, oftewel planbare zorg zou prima in een andere setting dan het ziekenhuis kunnen worden neergezet. Ik heb het dan over kaakchirurgie, orthopedie, KNO, dermatologie en natuurlijk oogheelkunde. Ik geloof dan ook dat zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) een toevoeging zijn in het zorgspectrum van Nederland.’ Innovatiekracht Eyescan heeft momenteel verschillende ZBC’s door het hele land. ‘Door de kleinschaligheid kunnen ZBC’s efficiënter werken en is er bovendien meer aandacht voor de klant. Die efficiëntie bereiken we met name door te werken met functiedifferentiatie: laat de mensen doen waar ze goed in zijn. In ziekenhuizen daarentegen is er vaak weinig aandacht voor hospitality.’
6
EYESCANMAGAZINE
Daarnaast kunnen ZBC’s meer innoveren doordat er sneller besluiten genomen kunnen worden. ‘Dat is vaak een van de redenen voor medisch specialisten om uit een ziekenhuis te willen. Die zitten daar met meerjarenplanningen en investeringsbegrotingen. Dus als ze iets willen moeten ze daar al lang van tevoren over gaan nadenken. Maar als je zelf mede-eigenaar van een bedrijf bent, kun je veel sneller schakelen en besluiten nemen.’ Als mede-aandeelhouder gaan de medisch specialisten bovendien meer handelen als ondernemer. ‘Dan is het hun geld en lopen ze zelf meer risico. Dat is toch anders dan een medisch specialist in een ziekenhuis die wel zegt dat hij ondernemer is, maar dat in feite niet is. In het model dat wij met Eyescan hebben ontwikkeld, kan dat wel. Dat geeft een heel andere betrokkenheid en een andere dynamiek binnen een bedrijf. Ze maken andere overwegingen dan binnen de setting van een ziekenhuis. In het begin is het voor veel medisch specialisten vaak wel heel erg wennen, maar uiteindelijk worden ze wel meer ondernemer.’ Samenwerking Het unieke aan het concept van Eyescan is dat de klinieken niet concurreren, maar juist samenwerken
met ziekenhuizen. ‘Dat heeft voordelen voor beide partijen. Voor ons betekent het dat we de oogheelkunde in de volle breedte kunnen blijven uitoefenen. Als we een kliniek ver van een ziekenhuis neerzetten, kunnen we bepaalde hoogcomplexe zaken niet meer realiseren omdat er geen achterwacht van het ziekenhuis meer is. Maar als er bij ons bijvoorbeeld een keer een internist op consult moet komen, kan dat gemakkelijk. Ook het ziekenhuis heeft er voordeel bij om zelf mede-eigenaar te blijven.’ ‘Ten eerste kan de klantvriendelijk binnen de ZBC effect hebben op de rest van het ziekenhuis. Daarnaast verliest het ziekenhuis de betreffende afdeling niet. Het blijft er onderdeel van, alleen dan op een andere manier georganiseerd. Als er dan een keer een consult door een oogarts in het ziekenhuis moet plaatsvinden, kan dat gewoon. Bovendien zeggen ziekenhuizen anders terecht: die ZBC’s halen de krenten uit de pap. Ze doen alleen de dingen waar ze geld aan verdienen en de rest sturen ze terug naar het ziekenhuis. Dat zou niet terecht zijn. Ik zeg altijd: als je stoere dingen wilt doen, moet je de oogheelkunde in de volle breedte overnemen. Dan laat je als ZBC zien dat je het echt kunt.’
jannes janssens
Volgens Janssens zou het goed zijn dat zowel bestuurders als medisch specialisten voor zichzelf de overweging maken in welke setting ze het beste uit zijn: binnen of buiten het ziekenhuis? ‘Zowel ziekenhuizen als ZBC’s moeten doen waar ze goed in zijn. Bestuurders
die bezig zijn met een herprofilering van hun ziekenhuis, gaan kijken: welk deel van de zorg moeten we in eigen beheer houden en welk deel kunnen we outsourcen? Ziekenhuizen zijn over het algemeen goed in hoog- en middencomplexe zorg. Oncologie is
daar een goed voorbeeld van. Dat is zo ingewikkeld en multidisciplinair dat je dat helemaal niet kunt outsourcen. Laagcomplexe en monodisciplinaire vakken daarentegen kunnen prima plaatsvinden buiten het ziekenhuis.’
EYESCANMAGAZINE
7
‘Haal de ziel niet uit de zorg’ Edwin Brugman maakt zich zorgen. De directeur Kennismanagement en Netwerken van VvAA (een ledenorganisatie en dienstverlener van en voor 115.000 zorgprofessionals) voorziet met de toekomstige veranderingen een verschuiving naar verdere bureaucratisering in de zorg waarbij de controle meer en meer in handen komt van toezichthouders en zorgverzekeraars. ‘De professionele autonomie van zorgprofessionals verschraalt, terwijl op kosten en schaderesultaat sturende zorgverzekeraars meer macht verkrijgen. De balans dreigt zoek te raken en dit kan onmogelijk het belang van de patiënt dienen.’ Keuzevrijheid neemt af, bureaucratie neemt toe De vraag naar zorg en de daarbij behorende kosten nemen toe. Het kabinet vindt dat er iets moet gebeuren om deze beheersbaar te houden, zoveel is duidelijk en daar bestaat ook consensus over. Over de wijze waarop daarentegen, zijn de meningen behoorlijk verdeeld. Een van de aspecten die de onbalans in de hand werken is de nog grotere macht die zorgverzekeraars per 1 januari toebedeeld krijgen. Edwin Brugman: ‘Met de nieuwe aanpassing van de wet komt niet alleen de keuzevrijheid van patiënten onder druk te staan, maar zie ik het zorgstelsel nog verder bureaucratiseren.’ ‘Behandelaars zonder contract met de zorgverzekeraar worden niet meer vergoed. Zorgverzekeraars bepalen waar cliënten hun zorg vandaan mogen halen en uiteindelijk ook wie in staat is een praktijk, ziekenhuis of zorgorganisatie te runnen. Waar het op uit zal draaien, is dat zorgverzekeraars vooral contracten sluiten met grootschalige behandelcentra, die vanwege hun hoge volume denken kosten te kunnen drukken. Maar het eigenlijke probleem, namelijk de steeds grotere vraag naar zorg, wordt hiermee niet opgelost. En wat zéker ontstaat, is meer bureaucratie.’ Het kabinet denkt met een structuur-
8
EYESCANMAGAZINE
wijziging van het zorgstelsel de zorg betaalbaar te houden, maar dit lijkt een ongefundeerde veronderstelling. ‘Nog nooit heeft een structuurwijziging betaalbaardere en betere zorg teweeggebracht. Het kabinet en zorgverzekeraars stellen heel algemeen dat behandelingen met een hoog volume binnen een zorginstantie gelijk staan aan betere prestaties. Dit is helemaal niet bewezen. Er bestaat geen absolute correlatie tussen aantallen en kwaliteit. Grootschaligheid is niet per definitie beter, want zorg blijft mensenwerk. Je zou met evenveel recht kunnen stellen dat juist kleinschaligheid de kwaliteit verbetert. Dan geldt dat mensen elkaar zien, spreken en herkennen. En dus een grotere verantwoordelijkheid ten opzichte van elkaar kunnen voelen. Grootschaligheid heeft bovendien ook heel veel nadelen. Dat hebben we kunnen zien bij woningbouwcoöperaties en scholen.’ Geen marktwerking maar machtsverschuiving Volgens de directeur van VvAA schaart de minister het nieuwe beleid onder het kopje marktwerking, terwijl bijna het tegendeel bewaarheid wordt. ‘Geen marktwerking maar machtsverschuiving. Juist innovatie wordt met dit systeem een ondergeschoven kindje. Het wordt nieuwe zelfstandige behandelcentra heel moeilijk
gemaakt, die zijn overgeleverd aan niet-toetsbare criteria en willekeur van de zorgverzekeraars. Terwijl de opkomst van privéklinieken en ZBC’s juist veel innovatie hebben gebracht.’ Met alle maatregelen nemen regeldruk, controledruk en bureaucratie toe en komen professionele autonomie en eigen “regelruimte” onder druk te staan, denkt Brugman. ‘Als we niet uitkijken halen we de ziel uit de zorg. Nu zitten patiënt en huisarts met elkaar om tafel om de beste behandelwijze en behandelaar te bespreken. Welke behandeling bij welke patiënt past, verschilt natuurlijk enorm. Met het nieuwe stelsel wordt de keuzevrijheid van de patiënt de das omgedaan. Het kan zo maar zijn dat een patiënt een specifieke behandeling nodig heeft maar daarvoor niet meer naar het ziekenhuis bij hem of haar in de buurt mag. Hij of zij is genoodzaakt naar een door de zorgverzekeraar toegewezen instantie in bijvoorbeeld een andere stad te gaan.’ ‘Of dit logistiek en financieel haalbaar is voor de patiënt, is maar zeer de vraag. De minister geeft aan dat de patiënt nog altijd kan kiezen voor verschillende varianten van soorten verzekeringen en dat vrije keus van zorg gehandhaafd blijft. Maar de keuze voor een zorgverzekering is iets anders dan de keuze voor een zorgverlener. Bovendien: de meeste mensen staan er bij de keuze van hun
zorgverzekering – als ze door de bomen het bos al zien – niet bij stil welke gevolgen hun keuze kan hebben. Ik ben om die reden heel bang voor een elitair systeem.’ Toekomst Het opzetten van een nieuwe ZBC zal vanaf 1 januari nog verder bemoeilijkt worden, denkt Brugman, omdat zorgverzekeraars zorg vooral zullen gaan inkopen op basis van omvang en prijs. Op die wijze denken zij de kosten zoveel mogelijk binnen de perken te kunnen houden. ‘ZBC’s behandelen en opereren meestal op kleinere schaal en zijn in dat opzicht minder interessant voor zorgverzekeraars. Bestaande ZBC’s, zoals die van Eyescan lopen wellicht minder risico. ‘Eyescan is een erkend en inmiddels wel bewezen concept, dat al jaren door menig zorgverzekeraar vergoed wordt. Daar zullen de zorgverzekeraars ook in de toekomst naar ik aanneem wel de meerwaarde van blijven inzien.’ Wat het nieuwe beleid voor kleinere en laag volume draaiende specialismen in ziekenhuizen gaat betekenen, laat zich gemakkelijk raden. Eyescan ziet kansen om ziekenhuizen met noodlijdende oogheelkundige afdelingen weer op het juiste niveau te krijgen door middel van outsourcing, wat in het verleden al meerder keren succesvol is gebleken. De organisatie werkt nauw samen met de Rabobank en wil zonder private equity-partijen het concept verder uitrollen naar een landelijk netwerk van zeven naar dertien tot vijftien klinieken in de aankomende drie jaar. Brugman ziet dit concept zeker een kans van slagen hebben. ‘Mits de organisatie naast het bieden van goede zorg ook de connectie blijft maken met de medisch specialist, en oog blijft houden voor hun belangen.’ Dit is een belangrijke factor in het huidige klimaat, aangezien medisch specialisten goed moeten kijken hoe zij hun positie in de zorg willen inkleden. ‘Het beleid van de overheid
edwin brugman
leidt feitelijk tot de keuze: wil ik als medisch specialist echt ondernemen, of ga ik in dienstverband werken? Dat zijn principiële vragen, met potentieel ook grote gevolgen. De focus bij het maken van de keuze zou vooral moeten liggen bij de vraag hoe men wil werken. Professionele autonomie lijkt me een heel belangrijke factor om op een plezierige manier het intensieve werk van een medisch specialist te blijven doen.’
Fundamenteel recht VvAA strijdt nog steeds voor het behoud van vrije artsenkeuze. ‘Het fundamentele recht om als Nederlandse burger zelf te kunnen kiezen voor een zorgverlener, moet gewaarborgd blijven. Daarom hebben we de Kamerleden in een brief opgeroepen hun verantwoordelijkheid te nemen om dit recht te blijven borgen en zijn we een petitie gestart waarvoor inmiddels meer dan 140.000 handtekeningen zijn opgehaald.’
De Eerste Kamer heeft aangegeven dat zij wil dat de Raad van State zich buigt over het voorstel van minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) om de vrije artsenkeuze in te perken. Met dat voorstel stemde de Tweede Kamer eerder in. VvAA blijft – samen met andere partijen – de strijd tegen de verdere uitbreiding van de macht van de zorgverzekeraars voortzetten.
EYESCANMAGAZINE
9
Albert koelewijn
‘Met franchising kun je het zorgproces professionaliseren’ Hoewel franchising in de detailhandel een algemeen bekend begrip is, komt het in de zorg een stuk minder vaak voor. Toch is dat laatste momenteel in opkomst, onder meer in de vorm van initiatieven als Eyescan. Albert Koelewijn, directeur van adviesbureau voor franchiseorganisaties Koelewijn & Partners, weet daar alles van.
Al 25 jaar begeleidt Albert Koelewijn franchiseorganisaties en andere samenwerkingsverbanden bij onder meer het bepalen van de strategie, de uitvoering in de praktijk en de werving en selectie van franchisenemers. Hoewel franchising in de zorg een relatief nieuwe ontwikkeling is, heeft deze ondernemer ook op dat gebied een hoop ervaring te delen. Zo werkte hij onder meer met bekende organisaties als de Thomashuizen voor verstandelijk beperkten, zorgconcept Martha Flora voor de dementiezorg en thuiszorgorganisatie Zorgzuster. ‘Bij Eyescan kijk ik naar de samenwerking tussen de klinieken en de franchiseorganisatie. Die samenwerking probeer ik naar aanleiding van een uitgebreide inventarisatie naar een hoger niveau te tillen’, aldus Koelewijn. De oogarts als aandeelhouder Sinds enkele maanden doet Koelewijn dit in opdracht van van Eyescan. Een mooie klus, zo zegt hij. ‘Het is een heel mooie organisatie die op onderscheidende wijze goed werkt binnen de oogheelkunde. Eyescan is echt een kwaliteitsmerk in de oogzorg met toegevoegde waarde op het gebied van de interne processen, die helder en eenduidig zijn vastgelegd en met elkaar worden gedeeld. De vruchten daarvan worden ook geplukt door de oogarts, die mede-praktijkeigenaar is.’ Bij Eyescan is de oogarts mede-aandeelhouder, waarmee zijn hoedanigheid als vrij beroepsbeoefenaar tot zijn recht komt. ‘Hij participeert in de praktijk en wordt gemotiveerd zo goed mogelijk te werken, doordat hij of zij zelf afwegingen en keuzes maakt. Er is dus een prikkel om beter te presteren.’
‘De zorg blijft mensenwerk’ 10
EYESCANMAGAZINE
Een ander voordeel is de herkenbaarheid. ‘Kijk bijvoorbeeld naar Joost Zorgt. Een bedrijf opgericht door Joost Nauta, een man die tot aan zijn nek verlamd is en veel in-
tensieve zorg nodig heeft. Hij weet dus als geen ander hoe het is en wat mensen nodig hebben. Het merk Joost Zorgt overtuigt mensen ervan dat het om een kwaliteitsbedrijf gaat. Het is een herkenbaar merk dat staat voor kwaliteit. In een ziekenhuis heb je meer algemene zorg, het is dus minder herkenbaar en vooral ook minder persoonlijk. Puur omdat ze er in een ziekenhuis geen extra budget voor hebben.’ Efficiënte interne processen Toch is franchising in de zorg een stuk lastiger te bewerkstelligen dan bijvoorbeeld in de detailhandel. Voornamelijk omdat het niet gaat om een product, maar een dienst. ‘Daarom is het veel moeilijker om kwaliteit te meten en vooral om dit te controleren. Daarbij heb je te maken met de zorgmedewerkers van wie je afhankelijk bent. Natuurlijk zijn wij er om de processen te reguleren en dan heb ik het vooral over de secundaire processen. Dat zijn processen op bijvoorbeeld bedrijfskundig gebied, automatisering of PR en communicatie. Er moet een goed model neergezet worden om alles vlot te laten verlopen, maar de zorg blijft mensenwerk. De mens maakt het verschil en daar moet je rekening mee houden.’ Samenwerking in de gezondheidszorg volgens het franchisemodel wordt steeds belangrijker. Koelewijn legt het als volgt uit: ‘Iedere praktijk vindt zelf het wiel uit, maar als je werkt met franchising kun je kennis delen en samen processen professionaliseren. Samenwerken volgens het franchisemodel betekent het samen ontwikkelen en delen van kennis op bedrijfskundig en oogheelkundig gebied. Daarbij behoudt de arts de medische autonomie.’
EYESCANMAGAZINE
11
‘Wij ontzorgen het ziekenhuis en de medisch specialist’
Hoe zit het concept financieel in elkaar? ‘De zorgverzekeraar geeft het ziekenhuis een budget voor de oogheelkunde. Met toestemming van de zorgverzekeraar hevelt het ziekenhuis dit over naar de joint venture, een Zelfstandig Behandel Centrum. Het ziekenhuis en Eyescan met al of niet de Medische Maatschap vormen de aandeelhouders. De Stichting Eyescan declareert alle geleverde zorg en gebruikt dit voor salarissen, apparatuur, aflossing en alle overige operationele kosten.’ Waarom zou het ziekenhuis daaraan willen beginnen? ‘Het ziekenhuis heeft geen omkijken meer naar de oogheelkunde. Eyescan garandeert een moderne, volledig geequipeerde oogafdeling die zwarte cijfers draait. De overheadspreiding over de verschillende locaties zorgt voor een groot deel van de kostenbesparing. Gecombineerd met een vlakke organisatiestructuur met korte beleidslijnen, goed inkoopbeleid en kennis van zaken geeft dit ruimte voor investering in kwaliteit in de ruimste zin.
Eyescan voert op acht locaties in Nederland 2e-lijns oogzorg uit. Het betreft zowel verzekerde– als niet-verzekerde zorg. In het Rode Kruis Ziekenhuis en Orbis Medisch Centrum werkt Eyescan samen met het ziekenhuis. Een interview met Eyescan-directeur en oogarts Henk Punt.
Wat is het Eyescan-concept? ‘De as van het concept voor de verzekerde zorg is een samenwerkingsverband. Een joint venture, tussen medisch specialisten, ziekenhuis, Rabobank en Eyescan. Huisartsen en optometristen zijn hiermee onlosmakelijk verbonden door het mogelijk maken van substitutie van 2e-lijns- naar 1e-lijns zorg. Om de kwaliteit van de zorg te behouden en de zorg betaalbaar te houden, is een verschuiving noodzakelijk. Een verschuiving vanuit de tweede lijn naar de eerste lijn. Eyescan doet de onderhandeling met de zorgverzekeraar,
Het ziekenhuis kan de oogheelkunde behouden. Kleinere en ook middengrote ziekenhuizen zullen in de toekomst de prijsconcurrentie moeilijk kunnen bijbenen. Als de zorgverzekeraar elders de oogheelkunde gaat inkopen zal dit ook gevolgen voor de andere disciplines hebben. Patiënten met oogklachten zijn vaak ouder en er is nogal eens sprake van comorbiditeit. Ontbreken van oogheelkunde betekent een hiaat voor de gehele medische ziekenhuiszorg. Ziekenhuisbestuurders zouden er goed aan doen zichaan te sluiten bij een zorgketen als Eyescan.’
de administratie, de kwaliteitsbewaking en het management. Dankzij de samenwerking met de bank kunnen we de modernste apparatuur financieren, meestal op een nieuwe locatie. Wij ontzorgen daarnaast de oogarts: onze optometristen doen onderzoek, diagnostisering en nazorg. De oogarts superviseert en kan zich beperken tot behandelen van patiënten met complexe diagnostiek en het verrichten van operaties. Daardoor kunnen we goedkopere zorg leveren, die volledig is geborgd.’ Henk punt
12
EYESCANMAGAZINE
Wat heeft de oogarts eraan? ‘Medisch specialisten dreigen per 1 januari 2015 door de nieuwe regelgeving het zelfstandig ondernemerschap te verliezen. Er wordt door de medisch beroepsorganisaties naar wegen gezocht dit risico te voorkomen. In genoemd joint venture verband kunnen specialisten als aandeelhouder en dus als ondernemer toetreden. Zij maken deel uit van het bestuur van de ZBC, waardoor zij bestuurlijk, medisch inhoudelijk, financieel medezeggenschap dragen als mede verantwoordelijk zijn voor het functioneren van de kliniek. Overigens kunnen de medisch specialisten ook kiezen in vast dienstverband te komen. De AMS-regeling wordt als leidraad gebruikt. Zij behouden de vrijheid hun oogheelkundig handelen vorm te geven zoals zij willen, bijvoorbeeld de logistiek en de indeling van het spreekuur. Zij blijven gewoon lid van de medische staf van het ziekenhuis. Wij stellen wel eisen aan kwaliteit en volume van operaties. De complicaties moeten onder een half procent liggen, liefst veel lager. Een goed operateur maakt ook volume. Als je het opereren in je vingers hebt gaat het snel. Oogartsen die juist liever op de poli werken of kleine ingrepen doen, leggen zich daarop toe. Die specialisering kan over de locaties heen zijn: een oogarts kan een deel van de week op de ene locatie opereren en andere dagen elders. Samenwerking tussen locaties kan een belangrijke bijdrage leveren aan uitwisseling en toetsing van kennis.’ Wat vinden overheid en zorgverzekeraars van het Eyescan-concept? ‘Minister Schippers juicht het concept toe. Zij erkent de voordelen van investeerders in de zorg. Het kan de zorg een nieuwe impuls geven en een nieuw elan. Participatie van medisch specialisten in deze constructies verhoogt de betrokkenheid bij ziekenhuis en ZBC. Voor zorgverzekeraars zijn wij interessant vanwege ons doel de oogzorg beter en efficiënter te maken. Ons concept is gebaseerd op hoge kwaliteit van apparatuur, oogartsen en management. Hoe groter het volume hoe lager de prijs voor het geleverde zorgproduct. Onze efficiency zit ook in de samenwerking met de 1e lijn: huisartsen die graag oogzorg doen en optometristen van deelnemende Eyescan optiekzaken. Op sommige locaties hebben wij zogenaamde anderhalve-lijns zorg opgezet. Medewerkers van onze kliniek verrichten op een 1e-lijn locatie samen met de huisarts de zorg. Het principe is “one stop shopping” voor minder complexe specialistische zorg. De huisarts declareert uit het ‘goedkope’ 1e–lijns budget. Alleen voor patiënten die worden doorgestuurd naar de specialist betaalt de zorgverzekeraar een tweedelijns-dbc.’
EYESCANMAGAZINE
13
14
EYESCANMAGAZINE
EYESCANMAGAZINE
15
Het huidige zorglandschap is niet toekomstvast en veel te aanbodgedreven. Dat stelt Michel van Schaik, directeur Gezondheidszorg bij de Rabobank. ‘We moeten de zorgsector versterken in innovatiekracht en ondernemerschap. Het opzetten van focusklinieken voor bepaalde doelgroepen is één van de manieren om dit te doen.’
Het huidige systeem is veel te complex, aldus Van Schaik. ‘Ziekenhuizen zitten veel te ingewikkeld in elkaar. Ze doen alles voor iedereen en daardoor doen ze veel suboptimaal. Ik vind dat zorgaanbieders moeten kijken waar ze echt goed in zijn en daarin keuzes maken. Zo ontrafel je de complexiteit van het zorgaanbod. Dit kan onder meer door bepaalde delen van de zorg aan te bieden in focusklinieken. Kijken wat goed is voor de klant en niet redeneren vanuit het aanbod.’ We moeten van een ego-systeem naar een eco-systeem, zo stelt Van Schaik. ‘Het zorgaanbod moet zodanig worden herschikt dat de vraag van de patiënt écht centraal komt te staan.’
‘We moeten van een egonaar een eco-systeem’ Michel van schaik
16
EYESCANMAGAZINE
Lange termijn-visie Van Schaik heeft jarenlange ervaring in de Nederlandse gezondheidszorg. Sinds 1997 is hij verbonden aan de Rabobank. Daarvoor werkte hij acht jaar in de zorgverzekeringsmarkt, waarbij hij verantwoordelijk was voor de zorgcontractering van ziekenhuizen en andere zorginstellingen in Amsterdam en Den Haag. Ook is hij co-auteur van verschillende boeken over de toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg. De Rabobank is kredietverstrekker bij één op de drie van de grote ziekenhuizen. ‘Wij bevragen de ziekenhuizen ook kritisch op hun langetermijnplannen. Daarnaast ondersteunen we actief initiatieven die inzetten op
een hogere klantwaarde. We willen zelfs onze nek uitsteken voor bedrijven die dat doen.’ Maar dat betekent niet dat focusklinieken niet kritisch worden bekeken. ‘Ook focusklinieken moeten een langetermijnvisie hebben, en dan niet één die vooral is gericht op omzet- of winstmaximalisatie. De primaire doelstelling moet het bieden van maximale klantwaarde zijn. Soms kan dat ook betekenen dat niet wordt behandeld.’
‘De vraag van de patiënt moet écht centraal komen te staan’ Kansen Zo heeft de Rabobank onlangs financiering verstrekt aan een focuskliniek op het gebied van kinderoncologie, namelijk het Prinses Maxima Centrum voor Kinderoncologie in Utrecht. ‘Er zijn nu zeven afzonderlijke locaties bij de academische ziekenhuizen. De zorg voor kinderen met kanker wordt straks geconcentreerd in één (inter)nationaal topklinisch centrum. De belangrijkste doelstelling van de kliniek is om het aantal kinderen dat geneest te verhogen van nu 75% naar
ruim 90%. Tegelijkertijd worden ook efficiency-voordelen gerealiseerd.’ Van Schaik heeft ook vertrouwen in Eyescan als keten van zelfstandige behandelcentra (ZBC’s). ‘De ambitie van Eyescan moet zijn dat betere oogheelkundige zorg wordt geleverd dan bij andere aanbieders. We letten er als bank goed op dat zorgverzekeraars bereid zijn contracten af te sluiten met focusklinieken. Dat is voor ons een extra waarborg dat er onderscheidende kwaliteit wordt geleverd.’ De maatregelen die vanaf 1 januari 2015 worden ingevoerd zijn volgens Van Schaik een kans voor focusklinieken. ‘Reguliere ziekenhuizen zijn intern heel erg druk met het ontwikkelen van allerlei modellen om de fiscus te “foppen”. Partijen zoals Eyescan kunnen profiteren van de interne gerichtheid van ziekenhuizen, omdat zij geen last hebben van het werken met vrijgevestigde maatschappen. Die ontwikkeling past in de transitie van een ego- naar een ecosysteem.’
EYESCANMAGAZINE
17
‘Ziekenhuizen moeten
beseffen dat kapitaal niet gratis is’
Het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk kijkt voor kapitaal verder dan de bank. Het vormt een joint venture met Eyescan en heeft een achtergestelde lening bij Zorg van de Zaak. Bestuursvoorzitter Jeroen van Roon: ‘Als je open staat voor andere investeerders, kan er ineens van alles.’ Geheel vrijwillig was het niet, de zoektocht van het Rode Kruis Ziekenhuis naar nieuwe kapitaalverstrekkers. Het ziekenhuis hing in 2012 financieel gezien aan een zijden draad. Tijdelijke redding kwam van de zorgverzekeraar, die twee jaar uitstel gaf om voorschotten terug te betalen. Daarnaast werd de medisch specialisten in het ziekenhuis gevraagd een reservering te doen voor een achtergestelde lening. Zo’n lening wordt bij een eventueel faillissement pas terugbetaald na de aflossing van andere schulden. De nieuwe bestuursvoorzitter Jeroen van Roon zocht vervolgens een permanente oplossing. Van oudsher is de bank de financier van zorgorganisaties. Waarom zocht u het elders? ‘Door de veranderingen in de zorg zien banken ziekenhuizen niet meer als nul risico, maar als hoog risico. Daarbij horen een heel andere risicopremie en allerlei additionele voorwaarden, waarvoor ziekenhuizen niet geëquipeerd zijn. Ik ben daarom gaan praten met allerlei typen financiers: strategische investeerders, private investors, informal investors. Het leuke is: als je open staat voor andere investeerders, kan er ineens van alles. We hadden diverse opties en de beste was Zorg van de Zaak.’ Waarop lette u bij de keuze voor een kapitaalverstrekker? ‘Je moet vooraf goed nadenken over je strategie: welk type financier past het best bij ons? Een financier die je bijna niet ziet, eentje die er bovenop zit, of eentje die echt iets met jou wil? Wij hebben gekozen voor dat laatste. Zorg van de Zaak is een netwerk voor
18
EYESCANMAGAZINE
bedrijfsgezondheidszorg, waarmee wij gaan samenwerken om werknemers gezond aan het werk te houden. Zorg van de Zaak verstrekt een achtergestelde lening tegen een buitengewoon schappelijke rente. De volgende stap is dat we het ziekenhuis willen omvormen van een stichting tot een BV, met als eigenaren de medisch specialisten en Zorg van de Zaak. Want als medisch specialisten betrokken zijn, vaart het ziekenhuis daar wel bij.’
jeroen van roon
Een BV vormen met een commercieel bedrijf, botst dat niet met de cultuur van ziekenhuizen? Daarin ligt de prioriteit bij zorgverlening, niet bij rendement. ‘In mijn ogen is dat spanningsveld er sowieso. Een ziekenhuis heeft altíjd belang bij rendement en continuïteit. Maar door het een stichting te laten zijn, voelt niemand zich verantwoordelijk. Daardoor worden zieken-
huizen de facto vrij zwak geleid. Mijn stelling is dat de zorg veel beter wordt als ziekenhuizen beseffen dat kapitaal niet gratis is en zij zich moeten inspannen voor efficiency. Dat maakt de zorg uiteindelijk betaalbaarder.’ Een commercieel bedrijf zal ook proberen de omzet te vergroten. Dan stijgen de landelijke zorgkosten juist. ‘Welnee, die deur zit goed dicht. Als ik besluit tweehonderd mensen aan een nieuwe heup te helpen in plaats van honderd, zegt de zorgverzekeraar: “Jij bent gek, ik betaal er gewoon honderd.” Wij zouden dolgraag meer doen, maar we weten dat de zorgverzekeraar ons alleen meer omzet gunt als wij hebben laten zien dat wij betere kwaliteit leveren tegen een betere prijs. Dan koopt hij ergens anders minder in.’
‘Eyescan geeft mij de kans een breder palet aan mogelijkheden te bieden’ Tien jaar werkt Arthur Alberts van het Maastrichtse Eye Care For You inmiddels samen met Eyescan. Het zal dan ook niet verbazen dat de optometrist uitermate enthousiast is over deze vorm van samenwerking. En belangrijker: zijn klanten zijn dit ook. Sinds 2004 worden klanten van opticien Eye Care For You voor intensieve oogzorg doorverwezen naar Eyescan. Het gaat onder meer om het laseren van ogen, maar ook om lensimplantaten en multifocale implantaten. ‘Vooral dat laatste wordt steeds belangrijker’, licht Alberts toe. ‘Daarom heeft Eyescan echt een toegevoegde waarde voor mijn zaak, zelf kunnen wij dat soort behandelingen immers niet uitvoeren. Ik merk dat mijn klanten het waarderen dat ik nu een breder palet aan mogelijkheden kan bieden en hier nu ook meer informatie over kan geven.’
Daarmee doelt Alberts op de werkzaamheden die Eyescan verzorgt op het gebied van kennis en nascholing. ‘We worden regelmatig bijgeschoold, zodat we goed beslagen ten ijs komen tegenover patiënten. We kunnen hen alles vertellen over de mogelijkheden die Eyescan biedt en de samenwerking die wij hebben.’ Onafhankelijke positie Over die samenwerking is de optometrist niets dan enthousiast. ‘Het fijne voor mij is dat ik wel een onafhankelijke positie behoud. Dat betekent dat ik bepaal wat er gebeurt en of de patiënt al dan niet doorgestuurd wordt. Uiteraard wordt er bij Eyescan vervolgens wel een extra controle gedaan, maar 98 procent van de mensen die ik doorstuur, wordt ook daadwerkelijk behandeld.’ Zodra een patiënt doorgestuurd wordt, blijft het onderlinge contact tussen Eyescan en Eye Care For You intensief. Dit gebeurt met behulp van een speciaal ontworpen computersysteem. ‘Zo kan ik precies zien wat er met de door mij doorverwezen patiënt gebeurt. Vanaf het moment dat hij zijn eerste gesprek heeft met een optometrist van Eyescan tot aan een eventuele operatie en de nazorg. Dat is ook onderdeel van de professionaliteit die zij bieden. Je weet dat de ingreep goed gebeurt en dat stukje zekerheid is heel fijn, ook voor de patiënt.’
Voor de oogheelkunde werkt uw ziekenhuis samen met Eyescan. Hoe bevalt dat? ‘Het is een echte joint venture: we profiteren in gelijke mate. Een ander voordeel voor ons is dat de oogheelkunde meer gefocust is. De health outcome was altijd al goed, maar voor patiënten tellen ook andere zaken. Ze worden snel behandeld, in een plezierige omgeving, met apparatuur die up-to-date is. De informatiedeling met andere zorgverleners is optimaal. Wij gunnen Eyescan nu een stukje van de taart, maar daardoor wordt die taart zoveel groter dat ons stukje ook groter wordt. Dankzij lagere kosten én doordat zorgverzekeraars ons inmiddels extra omzet gunnen.’ arthur alberts
doorstuur naar bijvoorbeeld een ziekenhuis of een andere onafhankelijke kliniek dan weet ik vanaf dat moment niet meer hoe het afgehandeld wordt. Daarnaast ontbreekt er dan een stukje nazorg. Wat dat betreft denk ik dat Eyescan de dingen oppakt die een ziekenhuis laat liggen.’ De nazorg is maar één van de voorbeelden van klantvriendelijkheid die Eyescan hanteert, vindt Alberts. ‘Het heeft de kwaliteitsuitstraling die men tegenwoordig van een dergelijke kliniek verwacht, dat hoor ik na afloop ook vaak van patiënten. De fijne ontvangst, de professionaliteit. Eyescan heeft de mogelijkheden om de patiënt zo goed mogelijk te helpen. En dat is ook de basis van waaruit wij Eye Care For You runnen: we moeten het beste bieden. Zo zou het overal moeten zijn.’ Zijn er dan ook nadelen aan een dergelijke samenwerking? ‘Eigenlijk niet. De reacties van patiënten zijn dan ook louter enthousiast. Er is een enkeling die in eerste instantie ietwat huiverig tegenover de afstand staat, het is vanuit Maastricht immers een eindje rijden naar Eyescan in Utrecht, maar die twijfel is na het eerste bezoek gelijk weg. Men heeft dat graag over voor de kwaliteit en zorg die ze ervoor terugkrijgen.’
Nazorg Deze intensieve manier van samenwerken is een nieuw concept in de wereld van de oogzorg en het is een goede ontwikkeling, vindt Alberts. ‘Het is een wereld van verschil. Als ik een patiënt
EYESCANMAGAZINE
19
Ton rouwen
Toch was Rouwen overtuigd van de efficiency van een eigen kliniek. Niet alleen hij hekelde de inefficiëntie in ziekenhuizen, ook het Academische Ziekenhuis in Utrecht waar hij werkte zag het probleem in. Opkomst ZBC De interesse voor een buitenpolikliniek was er dus vanuit beide kampen. ‘Al snel bleek de kliniek voor zowel het ziekenhuis als voor Rouwen zelf een uitkomst. ‘Patiënten met minder zwaardere zorg konden razendsnel geholpen worden, ook in de avonduren. Een van de voordelen was het bieden van laagcomplexe zorg, waarbij niet langer een assistent tussen patiënt en arts zat, wat de behandeling aanzienlijk versnelde.’ Eind jaren negentig groeide het besef dat ZBC’s wel degelijk een positieve aanvulling op het zorgaanbod vormden. Geleidelijk aan werden ze gemeengoed en kwam het tot een aanpassing van de wet, waarmee ZBC’s officieel bestaansrecht kregen.
‘Aansluiting bij Eyescan is een verstandige optie’ De nieuwe regelgeving in de zorg noopt tot een herijking van de rol van medisch specialisten, liefst nog voor 1 januari 2015. Vanaf dat moment gelden andere spelregels en zijn vrije beroepsoefenaars hun ondernemerschap in maatschappen als zodanig kwijt. Volgens oogarts en Eyescan-specialist Ton Rouwen biedt de nieuwe situatie ook kansen. Wel is het volgens hem urgent om voor 1 januari te beslissen hoe oogheelkundig specialisten verder willen.
Snel, efficiënt, gespecialiseerd en zo min mogelijk gehinderd door bureaucratie. Dit was de visie van onder meer dr. Ton Rouwen, ingegeven door de werkwijze in academische ziekenhuizen die hem steeds meer ging storen. Hij zette zijn zinnen op een eigen buitenpolikliniek samen met collega dr. Henk Punt. ‘Vaak werden onnodig veel stappen doorlopen voordat de patiënt bij de juiste behandelaar terechtkwam. Via de huisarts werd de patiënt naar een specialist gestuurd, waarna hij eerst door een assistent en daarna door de specialist zelf werd gezien, om vervolgens weer naar de algemene poli van de afdeling in het
20
EYESCANMAGAZINE
academische ziekenhuis te worden gestuurd. Een buitengewoon omslachtige methode waar ik graag verandering in wilde brengen.’ In de overtuiging dat het beter kon, richtten Punt en Rouwen in ‘91 een buitenpolikliniek op. Gemakkelijk was dit niet; zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) bestonden toen nog niet en privé-klinieken werden met tegenzin door de overheid gedoogd. We hebben het dan ook over een compleet ander zorgtijdperk. Anno 1990 had de consument twee verzekeringsopties: ziekenfonds of particulier.
Rouwen zelf ervaart het participeren in een ZBC oogzorgkliniek, dat onderdeel uitmaakt van de Eyescan-keten, als zeer positief. ‘Het is natuurlijk afhankelijk van de medisch specialist of een dergelijke participatie in een joint venture iets voor hem of haar is. Feit is dat de maatschappen in ziekenhuizen zoals die nu bestaan, ophouden te bestaan. Bij een aandeelhouderschap in een ZBC loopt een specialist een zeker ondernemersrisico maar profiteert hij ook van de voordelen. Vakinhoudelijk heeft hij een veel dikkere vinger in de pap. Bovendien deelt hij ook mee in de aandeelhouderswinst, die bij een joint venture van ZBC’s vaak aanzienlijk groter is, bijvoorbeeld omdat zij scherp kan inkopen.’ Positie herijken Met het nieuwe stelsel staan oogartsen ingrijpende veranderingen te wachten, voorspelt ook Rouwen. De oogartsen refractiechirurg adviseert zijn collega’s dan ook om vanaf nu goed na te denken over hun nieuwe positie. ‘Specialisten moeten voor zichzelf enkele afwegingen maken en daarin is geen tijd te verliezen, voor je het weet is het 1 januari. Men doet er verstandig aan voor die tijd alle zaken in orde te hebben. De overgang naar dienstverband waar vanuit de overheid op wordt aangestuurd, is een van de opties maar heeft wel verstrekkende gevolgen.’ Met de invoering van de integrale bekostiging, waarbij medisch specialisten niet langer de factuur voor hun werkzaamheden via het ziekenhuis bij de zorgverzekeraar kunnen declareren, verandert de positie van vrijgevestigd medisch specialisten. Het ziekenhuis stuurt nog maar één factuur met alle zorgkosten, inclusief het honorarium van de medisch specialist. Dit betekent dat de vrijgevestigd medisch specialisten continu met het ziekenhuis in onderhandeling moeten over hun honorarium. ‘Wanneer een medisch specialist voor de overgang naar loondienst kiest, betekent dit een financiële achteruitgang. Veel medisch specialisten hebben goodwill betaald om zich in te kopen in de maatschap. Deze goodwill zijn zij bij
indiensttreding kwijt. Om deze goodwill te compenseren wordt een subsidie vanuit het ministerie van VWS beschikbaar gesteld. Per specialist gaat dit om 100.000 euro. Een schamele tegemoetkoming omdat artsen gemiddeld een goodwill van rond de drie ton hebben betaald. Over het resterende bedrag moeten ziekenhuis en specialist vervolgens in conclaaf en dat wordt waarschijnlijk conflictueus.’ Verschillende modellen ‘Een andere optie is het uit de maatschap van het ziekenhuis treden en bij een bewezen ZBC als vennoot intreden. Groot voordeel is dat de specialist heel direct in dividend meedeelt. Dit is bij een vergelijkbaar model met een ziekenhuis veel minder aan de orde.’ Op dit moment worden twee modellen binnen ziekenhuizen uitgewerkt: met het participatiemodel vormen specialisten samen met een ziekenhuis een bv of holding waarin ze als aandeelhouder in het ondernemersrisico delen. In het samenwerkingsmodel bieden specialisten net als in de maatschap hun diensten aan het ziekenhuis en denken ze op strategisch vlak mee, maar participeren ze op financieel gebied niet. Weg van minste weerstand Rouwen begrijpt de op handen zijnde ontwikkelingen wel. ‘Het aantal marktpartijen slinkt aanmerkelijk en dat is voor zorgverzekeraars natuurlijk veel gemakkelijker onderhandelen. Ziekenhuizen zijn bovendien beter in staat all-in prijzen te hanteren. Qua onderhandeling is het zo slecht nog niet, want er wordt een schakel tussenuit gehaald. Maar vakinhoudelijk treedt er wel degelijk een verschraling in’, denkt Rouwen. ‘Specialisten in dienstverband zijn voor ziekenhuizen natuurlijk goedkoper. Maar het inkomen van een specialist ligt nu al ruim onder de Balkenende-norm. De machtspositie van zorgverzekeraars baart mij zorgen. Het is in mijn ogen een verkeerd principe als deze partijen zorg gaan regelen. Nog even en zorgverzekeraars gaan hun eigen ziekenhuizen oprichten. Dat collectief besef moet wel gaan dagen. Simpelweg weigeren om met de zorgverzekeraar te onderhandelen kan ook niet, ze kiezen de weg van de minste weerstand en gaan gewoon naar een naburig ziekenhuis.’ ‘Het oprichten van een onafhankelijke en nieuwe ZBC zal in de toekomstige situatie ook niet ideaal zijn. Zorgverzekeraars onderhandelen liever met al bewezen zorginstanties die hoge volumes draaien of op een andere wijze goedkope zorg bieden. Verzekeraars gaan geld schuiven naar ziekenhuizen met veel patiënten. Hoe meer DBC’s (Diagnose Behandel Combinatie), hoe meer geld er binnenstroomt. Om een oogheelkundige afdeling in een ziekenhuis niet te laten ondersneeuwen, is het laten outsourcen door Eyescan in mijn ogen een van de verstandigste en veiligste keuzes. Zo blijft er altijd budget beschikbaar en medisch specialisten die participeren zijn nog steeds eigen baas. Draait een dergelijke ZBC goed, dan merkt de specialist dat ook inkomenstechnisch.’
EYESCANMAGAZINE
21
‘Anderhalvelijnszorg biedt veel voordelen’ In Gezondheidscentrum de Monden in Zuid-Oost-Drenthe werken huisartsen nauw samen met aanbieders in de tweedelijnszorg. De huisartsen behandelen zelfs patiënten die anders onnodig naar de tweede lijn doorgestuurd zouden worden. En dat biedt alleen maar voordelen, stelt huisarts Marcel de Vijlder. ‘Het is een win-winsituatie.’
Ongeveer twaalf jaar geleden richtte De Vijlder dit multidisciplinaire gezondheidscentrum op, samen met een collega-huisarts. ‘Dat was toen vrij uniek. We kwamen op het idee doordat we veel vragen over oogzorg kregen die we naar ons idee niet voldoende konden beantwoorden. Er was dus eigenlijk sprake van een lacune in ons zorgaanbod. We hebben toen het aanbod in oogzorg uitgebreid en dat resulteerde erin dat de vraag ernaar ook weer toenam. Er ontstond eigenlijk een soort sneeuwbaleffect.’ Meer kennis en efficiëntie Hoewel volgens De Vijlder zowel de eerste- als de tweedelijnszorg in Nederland van hoog tot zeer hoog niveau is, bestaan er te weinig dwarsverbanden tussen beide. ‘Het biedt veel voordelen om die samenwerking te verbeteren. De kwaliteit van de zorg stijgt, je voorkomt overbodige ingrepen en verkeerde diagnoses. Ik ben er bijvoorbeeld van overtuigd dat 75% van de patiënten die nu naar de oogarts wordt doorverwezen, ook bij de huisarts had kunnen blijven.’ In Gezondheidscentrum de Monden werken de huisartsen nauw samen met verschillende gespecialiseerde aanbieders van tweedelijnszorg, waaronder Eyescan. ‘Eens per maand komt een optometrist van Eyescan een dagdeel bij ons langs om lastige cases te beoordelen. Zo kunnen we efficiënt en snel overleggen met elkaar en met de patiënt. Een prettige bijkomstigheid is dat we onze kennis op dit gebied hierdoor blijven verbreden. Daarnaast zijn de processen in de keten geoptimaliseerd.’
Gespecialiseerde kennis Door de nauwe samenwerking is er een soort combinatie van beide vormen van zorg ontstaan, de zogenaamde anderhalvelijnszorg. ‘Dit is zorg die tussen het ziekenhuis en de huisarts in zit. Bepaalde ziektebeelden behandelen we met meer gespecialiseerde kennis uit de eerste lijn. Daarvoor is niet altijd kennis uit de tweede lijn nodig. Er vindt veel overleg met de specialisten plaats en we koppelen dingen naar elkaar terug. Dit leidt ertoe dat pathologie eerder ontdekt wordt en sneller bij de specialist terechtkomt. Tevens neemt het aantal onnodige doorverwijzingen beduidend af. Kortom, een win-winsituatie.’ Verschillende factoren dragen er volgens De Vijlder aan bij dat de anderhalvelijnszorg bij Gezondheidscentrum de Monden goed werkt. ‘Het is een combinatie van adequate apparatuur, kennis, personeel en contacten met de tweede lijn. Zo gebruiken wij een officiële oogheelkunde-unit die we ook geleerd hebben te hanteren. We moeten dus blijven investeren in het up-to-date houden van kennis en contacten. Door deze manier van werken, en met name de nauwe samenwerking tussen eerste- en tweede lijn, ontstaat er een goede verdeling van taken waar iedereen, en niet in de laatste plaats de patiënt, beter van wordt.’
marcel de vijlder 22
EYESCANMAGAZINE
EYESCANMAGAZINE
23
15 16 17 NOV 2014
DISCUSSIEER MEE! ZBC’S ALS OPLOSSING VOOR EEN DEEL VAN DE GEZONDHEIDSZORG? Deelname is kosteloos Schrijf u in!
Deelnemen Zaterdag 15 november kunt u als bestuurder of medisch specialist kosteloos deelnemen aan het zaterdagprogramma van het Eyescan Congres 2014. Op deze dag komt u alles te weten over de naderende verschuiving binnen de zorg en welke rol u daar samen met ZBC’s in kunt spelen.
Meld u vóór 13 november kosteloos aan via www.eyescan.nl/congres
Samenwerken Wilt u meer weten over samenwerkingsmogelijkheden die Eyescan op dit vlak biedt? Neem dan rechtstreeks contact op met Jannes Janssens, project directeur van Eyescan. 06 18 183 583 | 088 - 1111 900
[email protected] |
[email protected]