Zekerheden en Executierecht Notities 2005-2006 (L. Caesens)
[27/09/2005] Centrale vraag : •
hoe komt een schuldeiser aan zijn geld als een debiteur zijn verbintenis niet nakomt ?
•
Wat bij samenloop van SE’s? = elke situatie waarbij meerdere SE’s verhaal doen op het vermogen van dezelfde SA Bv. Faillissement, vb bij uitstek van samenloop Rspraak voegt daar nog figuren aan toe : vereffening vennootschap, beslag,...
Algemene regel : gelijkheidsbeginsel (art. 7 & 8 Hyp.W.) Niet : iedereen gelijk, wel : iedereen gelijk die zich in dezelfde situatie bevindt, iedereen verschillend die zich in verschillende situatie bevindt
ZEKERHEDEN • Sensu stricto : attributen (krahctens wet of OK) v/e SV die ertoe strekken de positie vd SE bij samenloop te versterken •
Sensu lato : alle juridische mechanismen die van aard zijn de betaling van de SE veilig te stellen, ongeacht hun aard (dus ook zekerheden eigen à Rverhouding zoals schuldvgl, mechanismen met preventieve fn,...)
SOORTEN ZEKERHEDEN : 1. Persoonlijke zekerheden •
Bv : borgtocht, garantie,...
•
SE ontvlucht samenloop : uitwijking naar 3e vermogen, bijkomende SA wordt toegevoegd aan de oorspronkelijke debiteur
•
Soms uit de wet, soms contractueel
2. Zakelijke zekerheden •
SE krijgt sterke positie tav anderen in de samenloop (tegenwerpelijk aan 3e) door bepaalde preferente rechten te verlenen
•
Afwijking van gelijke bestemming vh vermogen; gevolg : vereiste van wettelijke grondslag + restrictieve interpretatie
•
Onderverdeling binnen de ZR : 1. Algemeen voorrecht : ZR? Maar half, want geeft geen recht op de zaak, enkel op de prijs. Wél zakelijke zekerheid 2. Bijzonder voorrecht ° wet; gevolg : geen publiciteit vereist want publiciteit = wet zelf 3. Hypotheek Wel publiciteit vereist : hypothecaire inschrijving, registers : positieve publiciteit 4. Pandrechten : ook publiciteit vereist, maar verschillende vormen : a. Roerende lich. goederen – vuistpand : publiciteit door buitenbezitstelling = negatieve publiciteit (niet meer in bezit zijn) b. Handelszaak (W. 1919, oa art. 3 en 4) – registerpand : geen buitenbezitstelling want onmogelijk om HZ uit te baten als men er het bezit niet meer van heeft, terwijl uitbating net moet dienen om à schulden tegemoet te komen (cf HdlR) c. Schuldvorderingen (2075 B.W.) – stil pandrecht (3e weet het niet, tenzij het expliciet ter kennis wordt gebracht: wel buitenbzst vereist maar dit gebeurt door de inpandgeving zelf : het contract zorgt voor btbzst, het creëert een fictie want fysisch kan een SV sowieso nt btbz gesteld worden
3. en 4. : separatisten = SE’s met buitengewoon sterke positie die hun recht kunnen uitoefenen ongeacht de samenloop (“als ware er geen faill.”) • Bv : Faillissementsboedel niet meer vatbaar voor individueel beslag maar goederen waarop hyp/pand rust vormt een subboedel, een aparte boedel waarop die SE’s hun rechten kunnen uitoefenen • Separatistenpositie wel stilaan verzwakt : cf Faill. en GA, wachten met uitoefening van rechten tot bepaalde fase vd procedure Nog andere zekerheidsrechten? → Eigendomsvoorbehoud : ZR?
• Verkopen levert goederen maar blijft juridische eigenaar terwijl de koper slechts economische eigenaar is (hoewel K op termijn wel jurid eig kàn worden als à voorwaarden voldaan wordt) = in geval van samenloop super-separatist : VK kan revindiceren als eigenaar • 2 vormen van eigendomsvoorbehoud : • Retention of title : SE blijft eigenaar, houdt de eigendom terug die al van hem was • Overdracht van eigendom : SA draagt zijn voormalige eigendom over à SE (bv klant draagt eigendom van huis over à bank als zekerheid) • eigendom is het sterkste zakelijk recht, maar kan het op zichzelf als zekerheid gebruikt worden? Discussie hierover in heel Europa o Klassieke visie : niet toegestaan o Komt evenwel in beperkte mate reeds voor in BW : 1. Geldsom tot zekerheid : geld wordt vermengd met andere gelden, komt erop neer dat het eigendom wordt gemaakt van de SE (cf 2e vorm van eigendomsvbh) 2. Feduciair verbod : bres hierin heel recentelijk door W. Financiële Zekerheden (nav richtlijn) : vr alle financiële instrumenten (aandelen, obligaties,...) toch mogelijkheid van eigendom-alszekerheid • Beter aparte categorie benoemen : Eigendom tot zekerheid Verschillende collectieve procedures die betrekking hebben op samenloop : welke? Welke gelijkenissen en verschillen? → Niet afzonderlijk bekijken, samenhang Bv : Faillissement = collectief beslag Opmerkingen bij tabel : • Allemaal collectieve procedures op beslag na (tenminste bij het ° vh beslag) • Vermogen blijft eigendom vd SA maar wordt tevens “boedel” gelinkt à doel vd procedure (vereffenen / saneren) = doelvermogen, bestuurd door bewindvoerder
→ Bewindvoerder : moet schipperen tss belangenconflicten (SA-SE + SE’s onderling), hele procedure lang neutraal blijven tav deze partijen, enkel gebonden à doel • Faillissementsregels als leitmotiv : leidraad vr de andere procedures
Procedure
Aard procedure Partieel : slechts deel
Beslag
vermogen Faillissement Gerechtelijk Akkoord Collectieve Sregeling Ontbinding Rpers
Globaal : heel vermogen Globaal
Bewindvoerder RG : deurwaarder OG : notaris Curator Comm. inzake opschort.
Doel
Vereffenen
Vereffenen Saneren
Globaal
Schuldbemiddelaar
Vereffenen
Globaal
Vereffenaar
Vereffenen
Fresh Start
Handel /
(schuldbevrijding)
Burg
Nvt Verschoonbrhd vr fysieke personen Ja mr als GA mislukt : faill. Ja, schone lei geven
Handel Handel Particulier
Nee, gewoon einde Rpersoon
HET VERMOGEN = geheel vh actief – goederen en rechten in geld waardeerbaar, dat aan een bepaald rechtssubject toebehoort (sommigen : + passief, vermogen = rechten en plichten)
•
Term komt zelden voor in BW, tenzij art. 7 & 8 : in geval van samenloop ontstaat er een recht tav het vermogen, ook bij pandrecht
•
Vermogen overdraagbaar & ondeelbaar? o Voor fysieke personen niet, tenzij bij †
cf klassieke leer van eenheid van vermogen, juridische algemeenheid enz. : alle Rsubj hebben 1 vermogen + elk Rsubj slechts 1 vermogen + alleen Rsubj hebben 1 vermogen
Recente literatuur wijkt hier soms van af : in zo’n gevallen staat titularis vermogen niet meer centraal, maar bestemming vh vermogen.
Voorwaarden voor vermogenssplitsing = belang v vermogenssplitsing + naleven van publiciteitsvereisten o Voor rechtspersonen wel denkbaar : fusie,... Economische eigendom : uitzonderingen mogelijk op ondeelbaarheid vd vermogen? •
Splitsing tss juridische eig (= macht) en economische eig (= belang bij het goed)
•
In B beperkt want telkens gedacht vanuit VerbR o à fiduciegever worden geen zakenrechtelijke aanspraken verleend op het à fiduciair toevertrouwde vermogen o Uitzonderlijk toch bestaand, bv : Fonds verzekering arbeidsongevallen is gereserveerd voor de verzekeringsnemer = opgesplitst vermogen voorbehouden voor bepaalde SE’s
•
GB : figuur van Trust, niet louter verbintenisrechtelijk, maar eigenlijk vooral zakenrechtelijk
Benificiary : was eig, krijgt ZR bescherming onder bep omstandigh.
Trustee (bewindvooerder) : w jurid eigenaar mr beheer tvv benif.
Nuttig in verschillende gevallen : •
Trustee † : eigendom gaat niet over op kinderen
•
Echtscheiding trustee : ex-partner krijgt niet de ½, afgescheiden vermogen
•
Faill / beslag /... : niet gerekend onder vermogen zoals in art. 7 & 8
•
PrivéSE’s mogen geen beslag leggen op trustgoederen; tav zaakskrediteurs zijn de trustgoederen slechts beschermd in 3 specifieke gevallen
•
Bijkomende bescherming : tracing, soort volgrecht waardoor de 3e ter goeder trouw nt beschermd w tav benif, ook al is het trustgoed veranderd van vorm (bv
Casino waar trust werd verbrast). Deze bijkomende bescherming zal in EU nt snel doordringen, mr rest v trust misschien wel
•
In B al enigszins aanvaard als het om fiduciaire verhoudingen ten titel van beheer gaat, niet als het tot zekerheid strekt o Toepassing : kwaliteitsrekening
=
rekening
geopend
en
aangehouden
in
bepaalde
hoedanigheid/kwaliteit vd SE waardoor deze wel juridische eigenaar is maar de begunstigde in bepaalde omstandigheden wel zakenrechtelijke bescherming geniet (afscheiding vh vermogen vd rekeninghouder zodat diens privéSE’s er zich niet op kunnen verhalen)
Bv 3en-rekening v advocaat : rekening waarop geld voor cliënt v advocaat wordt gestort, in eigendom vd advocaat mr beheerd tvv cliënt (eco eigenaar, belang); stel advocaat † of scheiding → vorm van trustfiguur, 3en-rekening beschermd wanneer het echt nodig is. (Andere interpretatie : vorm v middelijke vertegenwoordiging)
o Van Gerven : voorwaarden voor afwijking van ondeeldbaarheid vermogen : maatschappelijk doel / belang + publiciteit (3en-rek advocaat voldoet à vw, grootvader die op eigen naam spaarrekening houdt voor kleinzoon voldoet nt want noch mpelijk doel, noch publiciteit) [28/09/2005]
SAMENLOOP o Gelijkheidsbeginsel : o gelijke
behandeling
van
verhaalsrechten
SE’s
op
vermogen
van
gemeenschappelijke debiteur (pondspondsgewijs, art. 7 & 8 HypW) tenzij uitzonderingen (“wettige redenen – voorrechten en hypotheken”, art. 9) o prioriteits/anterioriteitsregel
vh
zakenrecht
+
gelijkheidsbeginsel
verbintenissenR : bij samenloop vallen beide principes samen
o Fixatiebeginsel (Cass 2/5/85 beginselarrest) in definitie samenloop : iedere SE die over een verkregen recht beschikt o Gelijkheidsbeginsel van openbare orde? → veelal aanvaard, mr in bepaalde situaties kan men er toch afstand van doen : samenloop
&
gelijkheidsbeginsel
passen
niet
goed
in
opdeling
O.O./dwingend/aanvullend recht o Bv : “pari-passo”-beginsel : O krijgt krediet v verschillende banken met bepaalde zekerheden; bij faill doen banken niet moeilijk onder elkaar en stellen zich gemeenschappelijk op → gelijkheidsbeginsel bij consensus tss banken opgeheven o Bv : zelf afstand doen van voordelige positie o Waarom dan toch soms als OO gezien? Partijen kunnen niet bij contract positie van 3e benadelen
POSITIE VAN 3E 1. Zijdelingse vordering – Art. 1166 BW A (SE) → ↓ → →
B (SA / SE)
→
- Art. 1166 -
→
C (SA) ↑ →
Om zijn rechten tav B uit te oefenen dagvaardt A C in naam van B (vertegenwoordiging) en betrekt A B in het geding. Als vordering w toegewezen komt de betaling door C in het vermogen van B terecht. Stel : o T1 : dagvaarding C door A in naam van B o T2 : Faillissement B – kan vordering worden verdergezet? Nee, B vervangen door curator; eventuele betaling zal in faillissementsboedel vallen ≠ directe vordering : ook driehoek, maar gevolgen erg verschillend want handeling in eigen naam (in casu zou betaling in vermogen van A terecht komen)
2. Pauliaanse vordering – Art. 1167 BW (cf “ook in hun eigen naam”, as opposed to zijdelingse vordering in andermans naam) A (SE) → ↓ → →
B (SA / SE) ter KwT
→
- Art. 1167 -
→
→
C (SA) ter KwT ↑ → →
Stel : in vermogen B bevindt zich OG dat tegen spotprijs à C wordt verkocht waarbij zowel B als C ter kwader trouw handelen om B onvermogend te maken en zo A onderpand te ontnemen → A mag C rechtstreeks dagvaarden in eigen naam (owv procedurele redenen best toch B betrekken in geschil) o Eigenlijk toepassing van 1382 BW : schade door eigen fout = medeplichtig o Probleem : wat is het voorwerp vd eis, natura of equivalent? o Natura
:
ongedaan
maken
van
gevolgen
OD,
i.e.
niet-
tegenwerpelijkheid tav A met als gevolg dat C gn eigenaar is vh OG en dat A beslag kan laten leggen op het goed ! Voor de rest vd wereld is C wel eigenaar vh goed = relativiteit vd A. Pauliana! → Enkel wie vordering heeft ingesteld draagt er positieve gevolgen van → A bijzonder sterke positie bij samenloop tav vermogen B, kan vorderingen
van
andere SE’s
verdringen. o Equivalent / Schadevergoeding o Stel dat C ter goeder trouw was, of C (KT) doorverkocht heeft à D → schadevergoeding tov A, uitsluitend te betalen à A •
Kan Pauliana nog ingesteld worden na Faill?
→ Nee, fixatiebeginsel maar curator kan nog altijd de faillissementspauliana instellen (Art. 20 Faill W)
HET FAILLISSEMENT = collectief globaal beslag ten behoeve van alle SE’s, uitsluitend gericht op betaling vd schulden op voet v gelijkheid
•
Algemeen vereffeningsbewind door curator – cf trustfiguur : neutraliteit, treedt op in bepaalde hoedanigheid; moet boedel vereffenen o Boedel = alle activa die bestaan ten tijde vh faill.vonnis + die nog verkregen worden tijdens loop procedure (art. 16 FaillW) Bv : T1 = koop OG, T2 = Faill, T3 = overschrijving koopakte (art. 1 Hyp) → Koop zal niet tegenwerpelijk zijn à 3e-SE’s; curator denkt in termen van doelvermogen en zal koop namens SE’s kunnen aanvechten Andere voorbeelden : krediet niet tijdig opgezegd, teveel krediet toegekend waardoor O kunstmatig in leven w gehouden, zware fout bestuurder waardoor actief daalt,... : allemaal OD’en waardoor niet alle SE’s horen getroffen te worden
curator bevoegd om iedereen achterna te zitten die extra schade heeft toegebracht à boedel (schade boedel nt noodzakelijk gelijk aan schade vr alle SE’s)
Bovendien art.17 FaillW : verdachte periode kan teruggaan tot 6m voor Faill-verklaring; handelingen van die periode zijn niet à boedel tegenwerpelijk → principes van samenloop beginnen dan te lopen voor Faill.
•
Positie vd SE’s: kunnen geen individueel beslag meer leggen, ook al beschikken ze over uitvoerbare titel omdat er automatisch collectief beslag is o Geldt vr alle SE’s – opm : je kan nog wel een vonnis vragen, maar de uitvoering wordt geschorst o Uitz : separatisten, hoewel dr nieuwe FaillW ook hun rechten beperkt zn (zie art. 26) : executierechten geschorst tot bepaald tijdstip vd procedure (= verificatie PV’s v SV)
Ook hyp SE w geschorst, hoewel daar vaak OK w gesloten met curator wat hem vaak goed uitkomt, + mt slechts bijdragen in kosten v vereffening voor zover hij er zelf baat bij heeft (art. 100)
Wet Financiële zekerheden zet recente evoluties terug op helling : positie separatisten weer versterkt
•
Art. 22 : opeisbaar worden v SV = verlies voordeel T (cf prioriteitsregel ZR) o T heeft geen zin : als hij nu niet betaalt, betaalt hij binnen T zeker nt o Eenvoudiger vr schuldvereffening (evt wel disconto)
•
Art. 23 : stuiting interesten tav boedel = schulden dr interesten blijven wel doorlopen mr nt in de boedel → restschulden die nt w vergoed dr afwikkeling Faill. (evenwel : dr evt Fresh Start komt met hier wel à tegemoet) ≠ separatisten : ook hier onderscheid, interesten vr hun vorderingen blijven doorlopen, te betalen vr zover ze kn w verhaald op het specifieke onderpand vd separatist
•
Compensatie o Na Faill in principe geen compensatie omdat dit in B (en FR) geacht w tg het gelijkheidsbeginsel in te gaan (≠ rest v EU waar compensatie net aangemoedigd w) o Evenwel belangrijke uitzonderingen
Oa “connexiteit” = SV’en die uit zelfde contract voortvloeien kunnen wel gecompenseerd w
Bv : aannemer failliet, bouwheer moest AN nog 100 mr BH heeft vordering van 100 voor schade → compensatie hoewel strikt genomen niet mgl
•
Boedelschulden = nieuwe schulden van het doelvermogen aangegaan na het Faill door de curator
Bv : curator huurt boekhouder in om balansen op te maken, goederen w ingekocht om voorraad te verwerken zodat afgewerkte producten nog verkocht kn w,... = boedelschulden
Voorrang tav andere SE’s!
→ Schulden van de boedel (door Faill) krijgen voorrang op S’en van de boedel
Gevaar van veel boedelschulden : actief w opgepeuzeld nog voor men aan verdeling begint
Voorwaarden : o ° na Faill o Voortvloeiend uit actief of passief handelen v curator → “passief” = nieuw, OD vd curator ook gezien als boedelschuld (Case : stad A’pen zegt dat er iets mt gebeuren à bepaald gebouw, curator doet niets, A’pen doet het zelf en dient SV in tijdens procedure, “schuld van de boedel” aanvaard door Cass, ondanks verdediging curator “S bestond voor faill + ik heb niets gedaan” → ook nalaten kan ° S vd boedel)
Overeenkomsten → welke gevolgen van faill voor bestaande contracten ?
Principe : contract blijft intact tenzij contractuele clausule (continuïteit vd OK)
Art. 46 : geen einde v OK, maar vage formuleren + curator kan beslissen de OK nt verder uit te voeren om te vermijden dat het passief nog veel toeneemt
Nt uitvoeren → schadevergoeding, concurrente vordeling in de boedel
Wel uitvoeren → prestaties vd curator, schuld van de boedel (?? Oorzaak in faill?.. maar zie art. 46, 3e lid : “ten laste vd boedel”...)
o Wat betekent “niet uitvoeren”? ≠ wegtoveren, maar wat zijn dan wel de gevolgen?
Bv : huurcontract dat perfect in orde is (dagtekening ed) - curator legt OK naast zich neer en wil pand verkopen → Dirix : kan nt zomaar, men kan wel beslissen nts meer uit te voeren (bv qua onderhoud) mr de tegenwerpelijke huur kan nt zomaar geschonden w ≠ Cass 24/06/2004 : curator mag einde maken aan huurOK als noodzakelijk vr beheer vd boedel (erg betwiste positie, zie artikel Breys)
Dirix : voordeel vr boedel op zich al moeilijk aantoonbaar + sowieso schadevergoeding vereist (= boedelschuld) die in principe hoog zal oplopen dus voordeel boedel?...
Verschoonbaarheidsverklaring o Principe : restschulden w nt vergoed o Evenwel : FaillW + reparatiewetten → fresh start mgl
Voorbehouden à fysieke personen – Rpers kan nt verschoonbaar verklaard w want afwikkeling Faill heeft sowieso einde vd Rpers tot gevolg
Aanvankelijk strikte vw’en, thans bijna een recht (“tenzij KT” enz.)
o Problematiek vd borg : wordt hij ook bevrijd? Vroeger nt, maar Ahof : schending gelijkheidsbeginsel → nieuwe wet : elke borg, fysieke persoon, kan bevrijding vragen
Vergelijk Faill. met andere vormen van samenloop op vlak van : o Doelvermogen o Neutraal bewind o Boedelschulden o Collectieve sanering o Verbod compensatie o Opeisbaarheid vorderingen (nt overal) o Stopzetting rente (nt overal) o Continuïteit contracten o Fresh start
[05/10/2005]
PERSOONLIJKE ZEKERHEIDSOVEREENKOMSTEN •
extra vermogen toevoegen dat tot zekerheid strekt
•
Voorbeeld bij uitstek : borgtocht o 3 partijen o Kenmerken o Varianten
DE BORGTOCHT
Hoofdverbintenis Schuldeiser
Schuldenaar
Dekkingsverhouding
Borgtocht
Borg
Borgtocht : secundaire verplichting die pas effectief ontstaat in geval van niet-uitvoering hoofdverbintenis (kan eender wat zijn, bv schadevergoeding) = subsidiair karakter van de borg Kenmerken : •
Waarborgverbintenis : de wil zich te verbinden voor de geldelijke gevolgen in geval van wanprestatie moet duidelijk zijn → kan zelfs als er nog geen te waarborgen verbintenis bestaat!
•
Betalingsverbintenis in tweede instantie : wanneer een te waarborgen hoofdschuld ontstaat; opeisbaar bij wanprestatie o Van belang voor Actio Pauliana : anterioriteitsvw, afhankelijk v ontstaan hoofdverbintenis o Vererving : borg gaat teniet (waarborgverplichting) maar als verbintenis tot betaling reeds ° voor † → betalingsplicht gaat over (dit is het bedoelde in art. 2017 BW)
•
Consensuele overeenkomst (art. 2015 BW): men moet de uitdrukkelijke wil hebben zich te verbinden, maar schrift is niet vereist (uitdrukkelijk slaat nt op vorm, wel op wilsuiting – ook woord “borgtocht” nt vereist) hoewel schrift voor bewijs natuurlijk v belang o Quid met handtekening van 3e op een OK? → begin van schriftelijk bewijs, aan te vullen met vermoedens ed.
o Infoplicht : SE’s hier in principe niet toe gehouden, taak vd SA •
uitz - Art. 34 W Consumentenkrediet : kredietOK duidelijke vermeldingen + expliciet ter kennis brengen
•
Eenzijdige OK o Gevolg : art. 1326 BW vereist geschrift als bewijs o Uitz :
•
•
Band met OK die zelf voldoet à bewijsregels
•
Bedrag schuld onbepaald
•
Art. 1326, lid 2
•
Art. 25 Wb Kh
Accessoire OK = lot hoofdV bepalend voor borgV •
Geldige hoofdV vereist (nietige hoofdV → nietige borg)
•
HoofdV betaald → borg
•
Cf 2012 en 2013BW, niet meer dan waarvoor SA zelf is gehouden, sanctie = vermindering
•
! Toch zekere onafhankelijkheid : o Borg op zich moet ook geldig zijn o Voorrechten van uitwinning en schuldvergelijking (hoewel contractueel vaak uitgesloten) o Bovendien trend van verzelfstandiging vd borg - suppletieve regeling wordt vaak wegbedongen, bv bij kredietverlening (i/d richting van garantieOK, cf infra)
•
Burgerlijk / commercieel? o Wordt bepaald door aard vd borg, niet door aard vd verplichting /hoofdV Bv : borg handelaar ( + in kader van handelspraktijk) → handelsborg, solidair gehouden (≠ burgerlijke borg), met als gevolg dat hij de SE niet eerst naar de SA zelf mag sturen! Wat met onbepaalde borg?...
o Excepties ten voordele vd borg
1. Uit verhouding SA-borg? o in principe geen excepties : de borg is “abstract”, onderlinge verhouding doet er nt toe tav SE (res inter alios acta) o Uitz : (1) OO en goede zeden of (2) OK waarbij borgtocht afhankelijk gemaakt wordt van verhouding SA-borg 2. Uit verhouding SE-SA? o Alle gebreken hoofdV kn borgtocht aantasten
Allerlei excepties (nietige hoofdV enz.) mogen w ingeroepen door borg (zie art. 2036 : borg mag zich beroepen op alle excepties van hoofdSA) •
Uitz : excepties verbonden à persoon vd hoofdSA (2036, lid 2), bv onbekwaamheid
Als deel voldaan is, borg beperkt tot dat deel (cf accessoir karakter) •
evenwel : stel dat borg maar aangegaan werd voor deel vd hoofdV → gedeeltelijke betaling van hoofdV w eerst aangerekend op deel dat nt versterkt is door borg (bv hoofdV 100, borg vr 50, betaling hoofdV 50, overblijvende borg 50)
o Wat met verzwaring plicht SA? Bv termijnverkorting → mag plicht borg nt verzwaren o Wat met verlichting plicht SA? Bv : pas later betalen
pb : enerzijds verlichting : moet zelf nt zo snel betalen, mr anderzijds verzwaring : langer gebonden door borg. Gevolg : wet voorziet anticipatief verhaalsrecht vr borg op hoofdSA (art. 2039 en 2032,4° BW, “om hem tot betaling te noodzaken”)
Bovendien : termijn toegestaan door R’er is persoonlijk en komt borg nt ten goede (nog vb van 2036, lid 2)
o Toch relatieve zelfstandigheid : borg mag excepties aanhalen waarvan SA afziet 3. Uit verhouding SE-borg?
•
Voorrecht van uitwinning
o Cf subsidiariteit : pas wanneer SA verplichtingen nt nakomt mag SE rechtstreeks borg aanspreken, hoeft nt eerst beslag te leggen op vermogen SA o oppassen bewoording art. 2021 – voorafgaande ingebrekestelling nt noodzakelijk + betekent nt dat borg slechts kan w aangesproken als SA werd uitgewonnen – in gebreke blijven van SA volstaat o procedure : voorrecht v uitwinning laten gelden in limine litis, goederen aanwijzen v SA die eerst mt w aangesproken,
•
Voorrecht van schuldsplitsing o In principe bij meerdere borgen elk gehouden tot het geheel (Art. 2025) o ≠ beroep doen op voorR v Ssplitsing : vragen naar verdeling en beperking tot deel van iedere borg
Bv : Hoofdschuld = 500; borg A 250, borg B 400, borg C 350 (totaal aan borgen = 1000)
→ elk pro rato van hun borg gehouden krachtens voorrecht Ssplitsing tot 1/3 pro rato hun borg, dus A : 250/1000 x 500 = 125; B = 200; C = 175 ( ∑ = 500 = hoofdschuld) Opmerkingen : •
De twee voorrechten worden vaak wegbedongen want nt interessant vr de SE
•
Excepties uit de borgtochverbintenis zelf kn ook nog ingeroepen worden (geldigheid, toestemming,...)
SPECIALE BORGTOCHTEN •
Achterborg : staat in voor de verbintenis vd borg (borg-SA), mr in tweede rang, i.e. wanneer zowel hoofdSA als borg in gebreke zijn gebleven
•
Tegenborg : borg betaalt → heeft regresvordering op hoofdSA. VerhaalsR v borg kan op zich ook gewaarborgd w
•
2 regresmogelijkheden : o Art. 2028 : eigen regresR
o Art. 2029 : subrogatoir regresR, men treedt i/d plaats van SE , zij het beperkt tot de effectief betaalde bedragen
Bv : Schuld SA van 100 waarvan 50 betaald door borg. SA heeft plots inkomen van 50. Beginsel “Niemand mag tg zz subrogeren” betekent indirecte voorrang voor SE want als borg gaat eisen tg SA is dat nadelig vr zz want SE krijgt niets en zal naar borg stappen om betaald te worden
Stel : 100 betaald door borg, ondertussen 10 interesten. Maakt borg aanspraak op interesten? Ja, subrogatie dus treedt in alle rechten (Cass 2003).
Dirix : eigen verhaalsrecht → hoofdsom is hetgeen borg à SE betaalt dus 100 + 10 = 110, zien als één bedrag. Daarnaast moet SA interesten betalen die het gevolg zijn van de borgstellingOK (indien geen interest bedongen : de wettelijke) ≠ subrogatie : treedt i/d rechten van SE, hoofdsom blijft 100; de extra 10 die betaald werden komen nt in aanmerking voor interestberekening, enkel de hoofdsom (?)
•
Art. 2032 : vervroegd verhaalsrecht o Vgl met schadeloosstelling
•
Borgtocht mbt faillissementsprocedure vd SA : evolutie o FaillW 1997 : verschoonbaarheid vd SA volgens Cass louter persoonlijke exceptie, borg blijft gebonden <-> Ahof 2002 : strijdig met 10 & 11 GW o Reparatiewet 2002 : art 82 → kosteloze borgstelling door natuurlijke persoon w gelinkt à persoon vd SA dus w dan wel bevrijd o Vernietiging artt. 81,1e lid en 82, 1e lid (20/07/2005) want dergelijke automatische bevrijding kan blijkbaar niet + grof onderscheid tss Ahof o W 28/07/2005 •
Positie borg los van positie SA
•
Voor alle kosteloze persoonlijke zekerheden zelfde regeling
•
Last nt te zwaar vr borg : rechten kan zorgen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding
•
•
W voorziet opschorting door procedure, ook tav borg
Borgtocht bij gerechtelijk akkoord → verschoonbaarheid enkel voor SA (persoonlijke exceptie)
•
Borgtocht op 1e verzoek = betalen op louter verzoek zonder bewijslast, pas achteraf kan onrechtmatigheid eventueel aangeklaagd worden als onverschuldigde betaling Eerder garantie? Accessoir karakter verdwijnt hier namelijk wat op de achtergrond
ANDERE PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN
1. DE GARANTIE • Verschilpunten met borgtocht : •
Accessoir karakter vervalt
•
2 schulden : die vd garant, die tss SA & SE
→ Garant kan enkel excepties uit de garantieOK putten! Nt uit de SA-SE-OK (≠ borgtocht) •
Nt subsidiair dus ook geen voorrecht van uitwinning
•
Geen subrogatie i/d rechten v/d SA
→ Nochtans ≠ met borgtocht niet altijd evident – kijken naar bedoeling partijen om al dan nt accessoir karakter te gebruiken
•
Variante : garantie op 1e verzoek
2. DE WISSELBRIEF (ART. 30) : DE AVAL •
Moet betaald w ook al is wisselbrief nietig
•
Kan tot meer gehouden zijn dan SA
•
Commercieel karakter! Gevolg : passieve solidariteit, w vermoed bij handelaars - mr als SA gn belang heeft w OK geherkwalificeerd en w geacht een borgtocht te zijn
3. DE PATROONSVERKLARING (VGLBAAR MET LETTER OF INTENT) •
Moeder staat in voor dochter o Verbintenis / morele druk /... : verscheidenheid qua bindende kracht
[12/10/2005]
COLLECTIEVE SCHULDENREGELING Preventieve oplossingen : •
Databank Kredietcentrale → checkt kredietlast + terugbetalingscapaciteiten
Curatieve oplossingen : •
Uitstel van betaling (Art. 1244 BW) (zie borg : geniet niet van uitstel betaling, persoonlijke gunst)
•
Uitwinning voorafgegaan door poging tot minnelijke regeling (art. 59 Hyp. Krediet)
•
Art. 38 Consumentenkrediet : betalingsplan voor consumenten
•
Wet 1998, invoering artt. 1675-2 t/m -19 Ger Wb : collectieve schuldenregeling
Principe vd curatieve schuldenregeling •
Fresh start-idee → via procedure v herstelplan afbetaling waarna men schuldenvrij is
•
Doel vervat in art. 1675-3 Ger. Wb : herstel financiële toestand vd SA; evenwicht : o Menswaardig leven o Toch betaling schulden i/d mate van het mogelijke → Doel = saneren
Schema vd wet : 1. Verzoekschrift 2. Indien toelaatbaar, schuldbemiddelaar die minnelijk aanzuiveringsplan opmaakt •
Geslaagde uitvoering
•
Niet-geslaagde uitvoering → beslagrechter : o Gewone gerechtelijke aanzuivering
o Gerechtelijke aanzuivering met kwijtschelding van bepaalde schulden
Toepassingsgebied •
Fysieke personen
•
Gn handelaar (anders GA & Faill)
•
Alle schulden
•
Woonplaats in België
Toepassingsvw’en (art. 1675-2) •
Objectieve vw’en o Overmatige schuldenlast hb o Duurzame situatie (nt tijdelijk betalingsproblemen)
•
Subjectieve vw’en o Niet kennelijk zijn onvermogen bewerkstellingen
Bv wanneer langdurig werkloos, dienstbetrekking weigeren
o Procedureel zich ter goederen trouw gedragen
Bv bij verzoekschrift moet hij alle financiën blootgeven
Gevolgen van ° procedure •
Tav schuldeisers : o Art. 1675-7 Ger Wb : samenloop → publiciteit wanneer iemand recht op schuldregeling krijgt o Cass : gelijkheidsbeginsel, gn onderscheid tss verhaalsrechten SE’s tav boedel (paritas creditorum-regel) o Boedel → collectieve procedure mbt bestaand vermogen vd SA maar ook de goederen die in de loop vd procedure w verkregen
•
Tav SA zelf : onbeschikbaarheid o Cf evenwicht tss menswaardig leven en belangen SE’s o SA mag normaal vermogensbeheer doen + krijgt leefgeld (dus geen algehele onbekwaamheid, wel een gebonden bevoegdheid gerelateerd à belang SE’s & sanering)
Bv : Om leningen aan te gaan moet toestemming verleend w, anders nttegenstelbaar à SE’s
3 fases : 1. Minnelijke aanzuiveringsregeling (Art. 1675-10) •
In principe zwaartepunt vd collectieve schuldregeling
•
Spilfiguur : schuldbemiddelaar
•
SE’s krijgen periode om te melden of ze al dan niet akkoord gaan met het herstelplan o Alle SE’s moeten akkoord gaan (Fiscus weigert bijna steeds) o Stilzwijgen = toestemmen
2. Gerechtelijke aanzuiveringsregeling (als 1 niet werkt) •
PV van nt-akkoord → beslagrechter : o Ofwel gewone gerechtelijke aanzuivering : limitatieve lijst van maatregelen (art. 1675-11 en 1675-12 Ger Wb) o Ofwel gerechtelijke kwijtschelding (art. 1675-13) = fase 3 •
Bv VK OG → hypothecaire SE afbetalen, rest gerechtelijke kwijtschelding
o Limitatieve opsomming van wat Rechter mag doen; max. termijn = 5 jaar o Zekerheidsrechten blijven bestaan; enkel executie wordt geschorst 3. Kwijtschelding van schulden (als 1 en 2 niet volstaan) •
Vw’en vr kwijtschelding schulden na 3 jaar (fresh start) = je aan de regels houden + 3 jaar volhouden.
•
Niet voor kwijtschelding vatbare schulden : •
Alimentatieschulden
•
Misdrijf (ethische ratio)
•
Restschulden na faillissement (anders zouden natuurlijke personen 2x kwijtschelding van schulden kunnen verkrijgen)
•
Gerechtelijke aanzuivering & gelijkheidsbeginsel o Cass 31/05/2001 : zolang geen tengeldemaking vd borg vd SE’ers blijft gelijkheid •
Bv : als huis verkocht wordt, dan geldt wel het voorrecht vd hyp. SE’s)
Positie vd borgen en medeSA’en : cf supra, kwijtschelding persoonlijke exceptie, enkel de hoofdSA kan het inroepen Beëindiging vd collectieve schuldenregeling [19/10/2005]
BESLAGRECHT •
Rol vd overheid, die toestemming moet geven om over te gaan tot executie
•
Toch gevallen warbij executie plaatsvindt buiten de OH om o → parate executie / dadelijke uitwinning, zonder uitvoerbare titel vd R’er o Wetgever heeft het aantal gevallen evenwel beperkt :
Loonoverdracht (wel achteraf controle dr OH mgl, dus beperkt “paraat”)
Pandverzilvering
o Evenwel terug wat in de mode geraakt
•
Executie = hoe SE dwang kan uitoefenen op de SA om betaling (sensu lato) te bekomen o 2 mglheden :
Reële executie : SA verplichten te presteren wat beloofd werd (cf in natura), mr is in vele gevallen nt mgl
Beslag : cf wetboek, “executie op het vermogen”, omzetting in geldsom
o Formeel executierecht : procedure v exec. o Materieel executierecht : verbintenisrechtelijke verhoudingen
•
ExecutieR : van openbare orde? → geval per geval bekijken o Bv : buitengerechtelijk verzet
SE
SA
« Bank, nt uitkeren à SA want wij hb claim » bank / notaris Verzek.uitkering, opbrengst OG,...
= geoorloofde praktijk? Bank tss twee vuren, druk vanwege SE •
Cass ’90 : nee, in strijd met executieR, verbod eigenrichting, afwezigheid procedure, taak vd OH,...
•
SE mag het dus nt doen + 3e er gn rekening mee houden mr het gebeurt i/d praktijk nog steeds...
•
Rfiguur die eigenlijk i/d plaats gebruikt zou moeten worden : bewarend beslag onder 3en : toestemming vragen à R’er, die marginale toesting doet
•
Toch uitzonderingen? o Indien het nt mgl is om de beslagrechter te bereiken (verlofdag,...) → vragen à 3e om te wachten tot beslag wel mogelijk is; 3e verplicht reageren en melden of hij er al dan nt rekening mee zal houden
•
Anderzijds toch nt altijd OO-regels : beslag soms hele procedure lang enkel particuliere belangen → nt v OO o Bv : uitvoerend beslag op OG, “ik ken iemand die uw huis wil kopen” : procedure mag stopgezet worden en kan er kan een minnelijke verkoop plaatsvinden o Bv : procedure pandverzilvering : kan ook in der minne
REËLE EXECUTIE Verbintenissenrecht : uitvoering...
•
... in natura (= principe!) → reële executie, zie art. 1142 BW : slechts schadevergoeding als verbintenis als dusdanig niet werd uitgevoerd o Subsidiair : art. 1143 (vernietiging vorderen) of art. 1144 (zelf (laten) uitvoeren op kosten vd SA)
•
... bij equivalent / schadevergoeding → beslag op het vermogen o Bv :
Muur → reële executie : muur afbreken
Levering nt op tijd → uitvoering in natura art. 1144 : machtiging om zich te bevoorraden tg marktprijs op kosten v leverancier
•
Probleem : veel VB’en zn nt manu militari af te dwingen; veelal slechts mgl als er gn fysieke dwang vr nodig is en er gn prestatie vd debiteur zelf nodig is o Bv : Verkoop OG → verlijden notariële akte, mr huurder vd huis weigert te vertrekken → R’er maakt vonnis dat als notariële akte zal gelden → uithuiszetting : typische vorm v reële executie; geoorloofd want huurder mt zelf niets (actiefs) doen, moet wel uitzetting ondergaan.
Procedure o Art. 1494 Ger Wb : “gn uitvoerend beslag dan krachtens uitvoerbare titel” o = vonnis of notariële akte vereist
Bv : Verhuur appartement 1 jaar, vastgelegd in notariële akte waarin vermeld staat dat nt-verlaten appartement op 31 dec gesanctioneerd w met verdrijving
o art. 1494 Ger. Wb : “vaststaande en zekere zaken” o Uitdrukkelijk geformuleerd : je moet heel precies weten waarvoor men executie wil
Bv : huurder nt betaald en mt eruit, ontbinding vd huurOK vr de vrederechter : “schadevergoeding en huurherstel + huurder verplicht goed verlaten → kan VH met zo’n vonnis tot uithuiszetting overgaan? Nee, VH hft reële executie nt
expliciet gevraagd → uitdrukkelijk
vragen om R huurder uit het goed te zetten in geval van weigering!
o Art. 1495 Ger Wb : betekening moet formeel gebeuren à executieplichtige o Ratio : opdat SA op hoogte zou zijn v vonnis (notariële akte mt nt w betekend!) o Gevolgen :
Kennisgeving
° termijn voor gebruik rechtsmiddel 1. Vonnissen mbt beslag (veroordeling betaling v/e geldsom als oorspronkelijke Vb of bij wijze van equivalent) → pas uitvoerbaar is na 1 maand, want zolang men verzet kan aantekenen / HB is er schorsing vd tenuivoerlegging! o Uitz : vonnis uitvoerbaar bij voorraad 2. ≠ vonnissen mbt reële executie : geen wachttermijn, mag direct gebeuren
Ccl : beslag → schorsing 1m te tellen vanaf betekening + tijdens HB / verzetsprocedure // Reële executie : schorsing enkel wanneer je in HB / verzet zit, nt vooraf
! Afwijkend geval vr reële executie ! uitzetting van huurders, artt. 1344 ev. Ger Wb. → harde kantjes eraf 1. Wél schorsingsperiode v 1m vanaf betekening (vglbaar met beslag) om tijd te geven zich voor te bereiden 2. Griffier / gerechtsdeurwaarder mt OCMW verwittigen (resp. Verzoeksschrift / dagvaarding) → kan schikkingen nemen om mensen op te vangen 3. 5 dagen voor effectieve uithuiszetting mt gerechtsdeurwaarder de bewoners verwittigen (soms ≠ tov SA) o 1 = juridische maatregel, 2 & 3 sociale maatregels Toep. gebied : huur / na beslag / huurOK bij notariële akte
o Wie mag overgaan tot reële executie? o Gerechtsdeurwaarder (onder zijn gezag) : garantie vd Rstaat o Bevoegde R’er bij geschillen reële executie : Rb 1e aanleg (leemte i/d wetgeving)
DWANGSOM •
Bijkomende veroordeling tot betalen v/e geldsom opgelegd wanneer vonnis nt tenvoer w gelegd (= onrechtstreekse reële executie) – art. 1385bis Ger. Wb o Door R’er opgelegd
niet ambtshalve, men moet het vragen ≠ GB : vonnis nt tenuitvoerleggen = “contempt of court”, smaad
Som mag R’er wel zelf bepalen; criterium : indruk maken zodat men kan hopen dat het zal werken → puur drukkingsmiddel
o +/- “private straf”
kan soms heel hoog zn
Géén vergoedend karakter, géén voordeelstoerekening (= schuldvgl met verdere schadevergoeding)
•
Soms dwangsom verboden : o Art 1385 bis : bij veroordeling tot betalen geldsom
° nr aanleiding van interpretatie dr Benelux-hof v Benelux-Verdrag
In plaats daarvan beslag leggen → onderscheid mk : •
10.000€ betalen
•
100 biljetten van 100$ (vreemde deviezen ter beschikking stellen als betaalmiddel) = veroordeling tot afgifte v bepaalde geldsom ≠ betalen; hierop kan wel dwangsom w toegepast
Ratio : SA zo misschien al insolvabel
Twijfelgeval : stel “betalen voor bep T., indien nt op tijd : dwangsom” – is dit Vb om iets te doen?...
o Individuele AOK
Dwangsom nt toegelaten om WN te verplichten bep prestaties te leveren
Ook hier rijzen vragen, bv : ontslag WN → heeft attesten nodig, wat als WG doc nt afgeeft? Rspraak komt hieraan tegemoet dr te stellen dat die attesten een plicht zn van nà de AOK en dat het in zo’n geval dus wel mag
o Wanneer het de menselijke waardigheid zou aantasten : ook verboden
Ex cursus : dwangsom bij collectieve AOK in perspectief van Wg-Wn-organisaties o Itt indiv. AOK zijn dwangsommen hier wel mgl, weliswaar zonder stakingsrecht te verbieden o Procedure : WG met eenzijdig verzoekschrift bij kortgeding Rb 1e aanleg o Pb : tegen wie vorder je dwangsom?
Nt tg vakbond : gn rechtspersoonlijkheid
Wel tg vakbondsafgevaardigde
o Pb : mag men wel de dwangsom invorderen? Heeft vakbondsafgevaardigde fout begaan? → beschikking betekenen à mensen die daar ter plaatse zn, opgelegd à onbepaalde personen (groepsomschrijving, bv. krakers) o Pb : eenzijdig verzoekschrift ≠ tegenspraak?
Betekening
Tegenpartij kan verzet aantekenen
o Pb : 1e aanleg hier bevoegd; nt eerder zaak vr ArbeidsRb? Dirix : nee.
Bevoegde Rechter
Elke R’er is potentieel “dwangsomrechter”, zelfs als het voor de 1e keer in HB w gevraagd, zelfs arbiters
Dus mogelijks twee rechters : o Dwangsomrechter : die dwangsom oplegt
! is als enige bevoegd om dwangsom op te heffen / te verlagen /...
o Executierechter : die zich bezighoudt met geschillen over executie miv dwangsom (in België de beslagrechter)
Bv : dwangsom al dan niet verschuldigd (geldig vonnis daartoe), al dan niet verkrijgen v/e bevel (= akte waarmee men dwangsom gaat invorderen),... → verzet hiertg bij beslagrechter
Procedure
Men heeft vonnis dat versterkt w door dwangsom. Stel, vonnis w nt nageleefd : hoe vordert men geld in? o Tot dwangvordering overgaan : beslag leggen voor verbeurde dwangsom
o Opnieuw procedure om hiervoor uitvoerbare titel te krijgen? Overbodig : vonnis dwangsomrechter is reeds uitvoerbare titel vr dwangsom (indien er toch geschillen rijzen → beslagrechter) o Opm : vonnis moet heel nauwkeurig zn : precies vermelden waarop dwangsom staat ; voorbeelden :
veroordeling tot “leveren op korte termijn” op straffe van dwangsom → gn aanspraak op dwangsom want “korte termijn” nt duidelijk genoeg
veroordeling tot stoppen met vergelijkende reclame / verwarring, zoniet 1000€ per inbreuk → onduidelijk : wat is “inbreuk”? Gn aanspraak op dwangsom, elke twijfel is ten gunste vd SA
Wat is er nodig opdat dwangsom “verbeurd” is? o Vonnis betekenen : zie art. 1495 Ger Wb
Welke
verhouding
tot
instellen
van
rechtsmiddelen?
→
afhankelijk
van
uitvoerbaarheid bij voorraad
Vonnis
Betekening
1
Rmiddel
2
Arrest HB
3
Voorbeeld : eigendom waarover men toelating heeft om te voet over te steken, nt met voertuig; 1000€ per inbreuk
1, 2, 3 : inbreuken → voor welke zal men dwangsom kunnen vorderen? o 1 : Nee, want vonnis was nog niet betekend o 2 : Vonnis betekend, HB schorst normaal uitvoering mr geldt hier niet (reden? Nt betaling van geldsom, wel verplichting om iets niet te doen?)→ dwangsom mgl o 3 : HB ingesteld, hierdoor w tenuitvoerlegging geschorst
Conclusie : bij vragen dwangsom ook vragen om uitvoerbaarheid bij voorraad, anders kan tegenpartij gewoon HB instellen en kan men niets doen want dwangsom w geschorst.
Voorzit. 1e Aanleg
Vonnis
Uitvoerbaar bij voorraad
Betekening
Rmiddel
Arrest HB
Verbreekt vonnis (+ dwangsom)
1
→ Wat gebeurt er met met dwangsom betaald ten gevolge van 1? → restitueren!
Voorz. in kortgeding
Voorzit. 1e Aanleg
Vonnis
Uitvoerbaar bij voorraad
1
Spreekt kortgeding tegen
→ Kortgeding gn oordeel over (on)gelijk, wel over dwingende maatregel, mt gerespecteerd w, gn restitutie
Voorzit. Kh kortgeding
Vonnis
Uitvoerbaar bij voorraad
Betekening
Rmiddel
1
Arrest HB
2
Verbreekt vonnis (+ dwangsom)
→ In handelszaken uitvoerbaarheid bij voorraad automatisch → HB geen schorsende werking, zelfs na instellen Rmiddel kan men dwangsom invorderen
Voorzit. 1e Aanleg
Vonnis
Betekening
Niet uitvoerbaar bij voorraad
Rmiddel
Arrest HB
Bevestigt vonnis (+ dwangsom)
→ Na bevestiging in HB : arrest betekenen! Pas vanaf betekening kan het opnieuw verbeurd verklaard worden o Beneluxhof : beide beslissingen betekenen, zowel vonnis als bevestigend arrest Cassatie? o schorst de tenuivoerlegging niet!
o Variante in strafzaken o HvB Strafrechter legt dwangsom op → Cassatie : wél schorsende werking! o Dwangsom pas verbeurd vanaf betekening van bevestiging door Cass Verjaring vd dwangsom (art. 1385octies Ger Wb) : 6 maanden = ? o Enkel de verbeurde dwangsom verjaart na 6m o Ratio : bedrag à dwangsommen nt oneindig laten doorgaan, anders is SE misschien niet geïnteresseerd in uitkomst ten gronde, enkel in dwangsommen o Voorbeeld
Vonnis
Betekening Bevel
Beteken
05/01
10/01 1
Feb 2
Maart 3
April 4
Mei,...
Aug.
29/09
5
→ Stel : “per inbreuk 1000€”, 10 inbreuken in totaal o Naar gerechtsdeurwaarder gaan opdat bevel wordt betekend krachtens vonnis (“dwangsom betalen voor 10 inbreuken zoniet gaan we over tot uitvoerend beslag”) o Verweerder tekent verzet aan tegen bevel o Inbreuk 1 telt sowieso niet want vonnis was nog niet betekend o Vanaf betekening bevel 6m achteruit tellen (= 29/03); de inbreuken die ervoor vallen zijn verjaard. [25/10/2005] BESLAG o Centrale persoon : de gerechtsdeurwaarder o Schrijft goederen op; op die goederen ligt beslag en op die goederen kan beslag w gelegd (cf infra) o Gevolg van beslag? o Géén wijziging v/d feitelijke toestand van de beslagen goederen
o Wél juridisch gevolg
SA w beschikkingsonbevoegd tov beslagen G.
Beslag geeft géén voorrecht
o 3 soorten beslag o Roerend G o Onroerend G o Onder derden
Bv beslag op bankrekening SA (beslag bij 3e, mn bank)
Inleidend voorbeeld → 3 SE’s, elk vordering van 100
SE (1) : beslag op OG, onbeschikbaar geworden
SE (3) : uitvoerend beslag, VK van OG
SE (2) : leent 100 uit op hypotheek
Interventie notaris
SE (3) vraagt om tengeldemaking door uitvoerend beslag zodat notaris over moet gaan tot verdeling vd opbrengt : 100 – 10 (kosten ereloon ed) = 90 verdelen onder 3 SE’s die elk vordering van 100 hebben. 1. Positie van SE(1) : “Beslag leidt tot beschikkingsonbevoegdheid” = relatief begrip o Hypotheek van SE(2) is geldig tav hele wereld behalve SE(1) o Beslag geeft gn voorrecht : SE(1), (2) en (3) in principe allemaal gelijk, 1/3 o Conclusie : SE(1) krijgt 1/3 x 90 = 30 2. Verhouding tss SE(2) en SE(3) o SE(2) heeft voorrecht (hypotheek) dat geldt tav SE(3) o Conclusie : SE(2) krijgt overige 60
→Men krijgt dus nt alles omdat men beslag legt
100
100
SE(1)
SA
SE(2) 100
Beslag T1
Beslag T2
Bank
→ Men krijgt ook niet alles omdat men als eerste beslag (hier onder 3en) legt : SE(1) en (2) hebben elk recht op evenveel (≠ Beslag OG)
T2 : beslag
SE(1)
SA(1) / SE (2)
SA(2)
T1 : Cessie T3 : kennisgeving Cessionaris
→ Zie art. 1690BW : cessie tegenwerpelijk vanaf de cessieOK (sluiten OK) tegenover gewone SE’s (≠ pandhoudende SE’s) o In casu is beslag op T2 dus te laat, de SV is reeds uit het vermogen v SA(1) verdwenen en het beslag heeft geen voorwerp meer
T1: beslag
SE(1)
SA(1) / SE (2) 150
SA(2) 100
T2: Cessie 50 Cessionaris
Beslag → beschikkingsonbevoegdheid : cessie op later tijdstip is dus nt tegenwerpelijk o Evenwel complexer dan dat : hoewel cessie nt tegenwerpelijk zijn zowel SE(1) als cessionaris SE van SA(1) en hebben in geval van verdeling wel elk recht op hun deel
o Totaal SV’en = 200, SE(1) krijgt ¾ van pot, cessionaris ¼ Quid bij OG? T4 : beslag
SE
SA
T1 : VK OG T2 : registr onderhandse A T3 : verlijden notar. A T5 : overschrijving not A Cessionaris
Wanneer verlaat het OG het vermogen v SA? → Art. 1 HypW : verkoop nt tegenwerpelijk à beslaglegger want was voor overschrijving vd notariële akte o Uitz : beslaglegger ter kwader trouw
Beslag en samenloop Beslag is steeds meer collectieve aangelegenheid geworden. Wanneer “samenloop”? o Zolang slechts 1 SE → gn samenloop o Regels samenloop slechts relevant als er effectief iets w verkocht (gevolg geven w à beslag) o Voorbeeld o Personen A, B, C allemaal C’ele verhouding met X o A heeft beslag gelegd op X vr OK, maar bijkomende OK : X zal elke maand 100€ betalen à A als die het beslag nt verder legt o B en C gn bijkomende OK → Is bijkomende OK A-X geoorloofd? Ja, er is nog geen samenloop want er is nog niets verkocht; er ligt wel beslag mr er is nog gn effectieve uitvoering = bij beslag geen betalingsverbod! o Hoe kn andere SE’s hun aanspraken laten gelden? SE’s met uitvoerbare titel hb twee mglheden :
o Ofwel ook beslag leggen o Ofwel verzet tg beslag instellen bij gerechtsdeurwaarder (art. 1627 Ger Wb) of notaris (art. 1642 Ger Wb) – i/d toekomst informatiseren, verzet via email (wet klaar, nog nt geïmplementeerd) o Oorspronkelijke beslaglegger mag zijn beslag trouwens nt opheffen dan met toestemming vd andere SE’s o Opvolging van alle beslagen via beslagberichten; ratio : o Geen recht vd snelste, alle beslagen in beschouwing nemen o Duidelijk overzicht v alle beslagen die op een persoons goederen liggen → collectieve dimensie : gerechtsdeurwaarder / notaris moet bij bijkomend beslag, verkoop of verdeling alle beslagberichten consulteren Deeltje waarvan ik niet veel begrijp : o In
handboek
:
“eerst
bij
ontstaat
samenloop
wijkt
vigilantibus
voor
gelijkheidsbeginsel” → gerechtsdeurwaarder is dan niet meer vertegenwoordiger v 1 SE mr “bewindvoerders partieel vereffeningsbewind” o ≠ in notities : evolutie naar collectieve dimensie reeds vòòr samenloop o Bv : A legt beslag onder 3e (bank) ten nadele v B; niemand anders heeft beslag gelegd. Gerechtsdeurwaarder stort direct aan A : geoorloofd? Cass ’97 : regels samenloop respecteren ook al is er gn beslag : o Bij beslag onder 3en steeds afgeven à gerechtsdeurwaarder o Gerechtsdeurwaarder moet beslagberichten nalezen (+ fiscus verwittigen) o Moraal vh verhaal : A zal nt veel krijgen → nadruk op het collectieve i/d Rspr & Wetg Toch nog een uitweg voor A? o Indien SA akkoord is kan er wel Rstreeks aan A gegeven w : bank betaalt Rstreeks aan A, B cedeert vordering op C aan A, beslag w ingetrokken [26/10/2005] Voorwerp v/h beslag = alle goederen v/d SA
o Opm : ≠ tss... o Beslag onder 3en o Beslag bij een 3e / buiten de woonplaats vd SA (art. 1503 Ger Wb)
Bv transportfirma die containers in A’pen hft in lokale v/e andere Rpers; inhoud v/e bankkluis,...
o Quid met toekomstige goederen? o Mgl, mr vw : SV mt reeds i/d kiem bestaan
SE
SA Opdracht VK 3 OG’en
Beslag onder 3en
Notaris
o Toepassing : o T1 : 2 OG’en verkocht & doorgegeven à SA o T2 : A legt beslag onder 3en à notaris, die zich verweert : ik kan niets betalen o T3 : VK 3e OG, notaris stort opnieuw door à SA, met verweer voor Rb : op moment (T2) was er geen vordering waarop 3en beslag kon o MR Cass 12/05/89 : opdracht om OG te VK bestond reeds op moment v beslag; op toekomstige SV kan in zo’n geval beslag w gelegd o Quid met vruchten? o Uitvoerend beslag : vallen er ook onder o Bewarend beslag : in de regel nt, tenzij bij beslag onder 3en Welke gevolgen tav 3en? o Stel : beslag op auto / op huis, mr w toch verkocht o OG : afhankelijk van vervulling publiciteitsvoorwaarden o RG : 3e ter goeder trouw beschermd Beslag : betreft totaliteit v/h voorwerp, ongeacht som vd vordering
o Bv : beslag op huis v 1.000.000€ vr vordering twv 100€ o Matiging dr kantonnement (infra) o Sancties vr misbruik v beslag o Theorie van rechtsmisbruik, bij bewarend beslag sneller a/d orde o Anderzijds nt te snel oordelen “Rmisbruik” : R’er slechts marginale toestingsbevoegdheid, gn opportuniteitsbev. Probleem van verkoop na uitvoerend beslag : wie is OK-partij? o Beslagene is eigenaar maar vr VK-OK is wilsovereenstemming nodig en die geeft beslagene nt altijd o Bank is gn eigenaar mr wil wel overgaan tot VK o
Oplossing : SE treedt op als vtgw v SA krachtens wet (art. 7 & 8 HypW), SA is uiteindelijk de VK
Uitvoerend beslag Definitie : o Dwangvtgw ontleend dr wet o Draagt eigendom over à 3e-koper o Zoals goederen zich bevonden op ogenblik vh beslag (=beschikkingsonbevoegdheid) De Page : beslag schept gn zakelijk R (hoewel nt zoals in def), mr heeft wel zakelijke werking: o Gn recht op de zaak zelf, wel op de opbrengst o Als een door art. 1 HypW beschermde 3e, persoonlijk R w ge-re-aliseerd (res, zaak) o Anderzijds gft het beslag gn voorrecht (cf supra), ook nt i/d tijd.
Beslagrechter – art. 1395 Ger Wb → Procedure “zoals in kortgeding” : o = heel korte procedure o Wel ten gronde
o Beschikkingen v rechtswege uitvoerbaar bij voorraad! (mr soms wet : schorsing dr HB en verzet)
Bevoegdheid o Geen bevoegdheid om titels in twijfel te trekken (tenzij marginaal), enkel het executiegeschil oplossen o Toep : bewarend beslag kan zowel dr beslagrechter als bodemrechter w toegekend; indien door 1e toegekend betekent dat nog niet dat SE gelijk heeft o Uitzonderingen i/d wet ! toch als bodemrechter :
Geschillen over rangregeling
Revindicaties na beslag : uitspraaak over wie eigenaar is
o Bevoegdheid om vonnis te interpreteren? o Nee : enkel R’er die vonnis gewezen hft (bv rekenfouten) o Bevoegdheid om tenuitvoerlegging te schorsen? o Principe : nee o Uitzonderingen
In geval v misbruik v beslagR mag men schorsing vragen à beslagR’er •
Bv : kotbaas wil kot nt verkopen na uitvoerend beslag, bank wil laten VK middenin examenperiode; hier zou men nr beslagR’er kn gaan en zou er wrsch sprake zn v misbruik
Ernstige betwisting over uitvoerbare titel wanneer niet-beslechting zware schade zou kn toebrengen •
Miskenning fund regels procesR •
Bv : wachten op uitspraak R’er, zolang schorsing Bv : nooit correct gedagvaard, uitspraak ultra petita
Als titel nt meer actueel is (materiële verhouding tss partijen achterhaald)
o Bevoegdheid om uitstel te verlenen? o Principe : bevoegdheid vd bodemrechter (artt. 1244 BW, 1333 ev Ger Wb) o BeslagR’er kan het dus nt, mr 1 uitz :
Wanneer titel tot stand komt zonder tsskomst bodemR’er : art. 1334 Ger Wb •
Bv : notariële akte
•
T = vervalT van 15d
o Bevoegdheid ratione loci? o Principe : R’er vd plaats vh beslag (art. 633, lid 1 Ger Wb) o Stel : beslag onder 3en (bank)
Vroeger : Rb v plaats bank bevoegd
Nu : Rb bevoegd v woonplaats beslagene (art. 633, lid 2) •
Quid indien buitenland? → wanneer gn gekende woonplaats, plaats v 3e-beslagene (lid 2 in fine)
Procedure
•
Principe : “zoals in kortgeding” (normaal bij dagvaarding)
•
Uitz : op grond van verzoekschrift o Toep : eenzijdig verzoekschrift bij bewarend beslag (verrassingselement)
Onverdeeldheid
•
Ook daarop beslag mgl, maar : o Enkel op het aandeel vd SA i/h onverdeeld goed o Uitvoering pas mgl wanneer einde à onverdeeldheid o OK v onverdeeldheid max. 5j, dus uitvoering zal max. voor zolang z opgeschort (art. 815 BW)
•
Tontine : OK waarbij eigendom toekomt à langstlevende echtgenoot o Beide zn voorwaardelijke eigenaar tot dood andere → vw die retroactief werkt (geacht steeds exclusieve eigenaar geweest te zn) o Tontine hft externe, zakelijke werking : SE mt wachten en zien wie eerst sterft! •
Eventuele oplossing : tontine zien als mede-eigendom & zo OK openbreken (evt met wachtT van max. 5j)
Beslag en echtegenoten
EV ♀
GV
EV ♂ -
Gemeenschappelijke schulden (vermoeden) Eigen schulden
Wettelijk stelsel : schulden w vermoed gemeenschappelijk te zijn o Bv garagist repareert auto v ♂ → kan aanspraak maken op EV♂, EV♀, GV! o Titel tg 1 vd echtgenoten (in casu ♂), executie tg beiden!
Indien eigen schuld (bewijslast SA) : géén beslag op GV want is is gn loutere medeeigendom mr “gebonden mede-eigendom”, kan nt opengebroken w tenzij bij vereffening
Voor beslag vatbare goederen Art. 1408 Ger Wb ev. :
RG die nt vr beslag vatbaar zn : levensnoodzakelijke goederen
Beslag op loon? 1. Probleem : WN’s w kredietonwaardig als ze loon nt kn aanwenden 2. Tssoplossing
Deel onbeslagbaar
AlimentatieSE krijgt supervoorrecht (zie art. 1412 Ger Wb)
Rest is beslagbaar
Goed onderscheid mk : 1. Loonbeslag : beslag onder 3en (bij WG)
-
10.000 SE
SA
-
2.000 WG
-
Onder 889€ nt vatbaar vr beslag Boven 1800€ alles vatbaar vr beslag Casus : stel netto 1500€ 661€ beslagbaar, mr in schijven, nt volledig 889€ nt beslagbaar (≠ cijfers notities?)
2. Loonoverdracht : cessie, loon overdragen à SE
Via OK (ingewikkeld)
Via W 1965 Loonbescherming (zie art.27 ev) Gewone procedure : “fiduciaire overdracht tot zekerheid”
•
o SA staat loonoverdracht toe vlgs procedure :
Voornemen tot uitvoeren loonsoverdracht w ter kennis gebracht
WN kan verzet aantekenen bij vredeR’er (enige aanleg), bv met vraag tot uitstel betaling
Uitz : art. 34 → via authentieke akte (cf art. 1690 BW)
•
→ loonbeslag & loonoverdracht : zie art. 1409 Ger Wb 3. Loondelegatie : ontvangsmachtiging, uitsluitend vr alimentatie (na uitspraak vredeR’er mag alim.gerechtigde Rstreeks bij WG innen)
AlimentatieSE 500 10.000 SE
SA 2.000 WG
-
Wat als alimentatieSE erbij komt?
→ Art. 1412 Ger Wb : alim. verdringt alle andere SE’s - In casu : 500 vr alim.SE (hoeft met schijven gn rek te houden!) - Als er nog iets v beslagb loon overblijft → andere SE - 889€ vr SA → Stel alimSE vordering 1000 - Gn grens vr alimentatie! AlimSE krijgt volle 1000, SA houdt 500 over, SE krijgt niets
Bijkomend element v supervoorrecht alimentatieSE :
Overdracht
SE(1)
SA
T1
WG
AlimSE
T2
Stel : T1 = overdracht meegedeeld à WG (WN?) vr periode jan-maart T2 = alimentatie betalen vr april = beslag na overdracht T1 → vordering in principe nt meer in vermogen SA → Art. 1412 : alimentatieSE komt anterieur tussen: vanaf april verdringt hij/zij de anterieure SE en zelfs de overdracht! Andere categorieën behalve loon sensu stricto :
Sociale bijdragen
“Andere inkomsten” (bv leven v/e rente, huurgelden,...)
→ Art 1409bis Bv : stel ♂ heeft alleen huurgelden als inkomsten : volgens manier v loon berekend w door R’er, zelfde regels toepassen [08/11/2005] Beslag op goederen v/d staat : moet dat kunnen?
Lange tijd : OH-immuniteit owv continuïteit v openbare dienst / algemeen belang / begroting o Probleem : jaren ’70 en ’80 : OH mkt misbruik v immuniteit, betaalt schulden nt ed. o Komt bovendien in conflict met continuïteit R’erlijke macht → nood à oplossing
° Art. 1412bis Ger Wb. : beginsel blijft dat goederen OH nt vr beslag vatbaar zn, mr uitzonderingen : o OH duidt goederen aan die wel vr beslag vatbaar zn
Indien lijst ontbreekt, kan wel beslag gelegd w op goederen die kennelijk niet noodzakelijk zn vr de openbare dienst (marginale toetsing) •
Bv. : schild in stadsmuseum, zelfs in kelder : nt vr beslag vatbaar
•
Reeks
schilderijen
in
kelder
stadhuis
/
wachtkamer
burgermeester : wel vr beslag vatbaar
OH kan nog altijd zelf goederen v gelijke waarde aanduiden als vr beslag opgeschreven goederen nt aanstaat
o Wantrouwen vd beslagR’er :
Verzet schorst hier wel de uitvoering (OH beschermt zz)
Beslissing nt uitvoerbaar bij voorraad + HB schorst uitvoering
Quid met goederen v vreemde staten? o Analogie
Beslag scheepsvaart / luchtvaart
SE’s kn enkel beslag leggen op schepen en vliegtuigen als vordering met schip / vliegtuig te mk hft
Gn bewarend beslag mgl, tenzij op nt-reguliere lijnvliegtuigen en vordering mbt vliegtuig (bv kerosine geleverd vr toestel mr nt betaald) o Doel : scheep- en luchtvaart zo min mgl beperken
Uitvoerend beslag is wel steeds mgl SOORTEN BESLAG 1. Bewarend beslag
(art. 1413 ev Ger Wb)
Wetgever geeft SE mgl tot beslag ofschoon er nog gn sprake is van uitvoerbare titel (R’er zal die later geven) o Gevolg : precaire legitimiteit (cf sneller oordeel misbruik)
Beletten dat SA zich onvermogend maakt
Voorwaarden
o Urgentie = wanneer er kans is dat SA onvermogend zou w of nu al is (≠ fraude of zo, feitelijke toestand is al voldoende) o Bv. ex-echtgenoot gaat ontslag nemen en zware opzeggingsvergoeding mt betalen o Wissels geprotesteerd, vermoeden dat SA nieuw krediet gaat aanvragen o Bewarend beslag tegen Fortis? Nee, bank is solvabel o Bewarend beslag tegen staat? Nee, staat is solvabel o Schuldvordering hebben (art. 1415 Ger Wb) o Zeker (gn gevaar v redelijke betwisting) en opeisbaar o Vaststaan
Bv : schadeclaim, bedrag nog niet duidelijk → beslag reeds mogelijk? Ja : R’er maakt schatting
o Toestemming v/d beslagR’er, toelichting vd beweegredenen / urgentie
Eenzijdige procedure (eenzijdig verzoekschrift, cf verrassingseffect)
Géén R’erlijke machtiging nodig : •
Wanneer je reeds titel v vonnis hebt (ook al is dit vonnis in beroep); men geeft blijk v zekere Svordering (urgentie wel nog vereist, later kunnen verantwoorden)
•
3en –beslag op authenktieke of onderhandse akte zonder tsskomst beslagR’er : zie art. 1445 Ger Wb (bv brief ondertekend dr debiteur)
Hoe kan SA reageren? •
Als er een beschikking is vd beslagR’er → Art. 1419 Ger Wb : derdenverzet ! (wet : “voorziening”?) o SA is gn partij i/d procedure want is eenzijdig; zo beschikking aanvallen o T = 1m na beschikking, voor zelfde R’er
•
Art. 1420 : indien nog geen voorafgaande beschikking is, geen 3en –verzet, wel opheffing beslag vragen
Beschikking waarin SE toestemming nt krijgt : hoe reageren? HB, procedure blijft eenzijdig; men kan nieuwe elementen
•
aanvoeren
Wat met gelegd beslag & achteraf afkeuring dr bodemR’er? Erop waken dat vonnis vermeldt dat beslag w opgeheven,
•
anders moet men achteraf nog vragen à R’er
Gevolgen o Feitelijk verandert er niets
Bv : bewarend beslag op auto : SA mag met auto blijven rijden
o Je kan wel anvullend sekwester aanstellen, = gerechtelijk waarnemer
Bv : beslag op safe met effecten, gerechtsdeurwaarder (GDW) schrijft op
wat
erin
zit
en
geeft
af
(wat?
Effecten?)
à
andere
gerechtsdeurwaarder die het in zijn safe stopt
Auto : sekwester die materieel bezit neemt v Ferrari en in hangar zet
Waardeverminderende goederen (bv fruit) : kan w verkocht “met verlof vd R’er” (art. 1421 Ger Wb), waarna beslag w gelegd op geldsom ervan •
Uitbreidbaar tot occasiewagen (waardedaling), effecten,...
→ sekwester : men moet wel kn aantonen dat dit nodig is
o Termijn bewarend beslag o max. 3j o verlenging aanvragen steeds mgl vr bijkomend 3j; aanvraag mt gebeuren tijdens de periode vh vorig geldend beslag, anders verliest het voordeel v tegenstelbaarheid! o Voor verlenging is vw van urgentie nog steeds vereist o Voorbeeld
3jaar
Beslag SE(1)
3jaar
2e beslag SE(1)
Hyp. SE(2)
→ Hypotheek SE(2) aanvankelijk nt tegenstelbaar à SE(1), mr omdat er 1 dag tss is tss het 1e beslag en het 2e w hypotheek tegenstelbaar ≠ loutere verlenging : nt-tegenstelbaarheid à SE(1) zou blijven
Kantonnement bij bewarend beslag = het bedrag waarvoor beslag w gelegd nt onmiddellijk à SE betalen, mr beslagen goederen bevrijden door som bij Consignatiekas te storten zodat op die som beslag komt te liggen o Bv. : bereidheid tot betalen mr strategisch nt beste tactiek; probleem dat interesten oplopen → oplossing = kantonnement o Onderscheid : o SV die oorzaak is vh beslag o SV die voorwerp is vh beslag : goed waarop beslag gelegd w → meestal kantonnement op oorzaak v beslag
SE Oorzaak SA/ SE
SA
SA-3e kan ook voorwerp v beslag kantoneren; bevrijdt bovendien v interest want bevrijd v schuld
Voorwerp
Bewarend beslag en kantonnement : welke positie vr de SE tov andere SE’s? o Stel : SE vordering v 100, legt beslag onder 3en op vordering twv 1000, mr 100 w gekantoneerd
o SA gaat failliet, ° samenloop : welke positie voor SE? o Géén voorrecht door bewarend beslag (+ kantonnement), 100 bevinden zich nog steeds i/h vermogen vd SA want bewarend beslag is géén betaling o Gevolg : concurrentie met andere SE’s o I/d praktijk alternatief : bankgarantie o “Bank zal 100 betalen indien bodemR’er vordering erkent → indien SA failliet en R’er kent SV toe, dan heeft SE vordering op bank en ontkomt hij à samenloop met andere SE’s Specifieke bewarende beslagen (enkel essentie kennen) o Bewarend scheepsbeslag o Verdrag dat mgl om beslag te leggen op schepen beperkt :
Vereiste v zeevordering (oorzaak mt betrekking hb op schip) •
Bv loonvordering bemanning schip, goederen gelost op schip, schip hft sluis geramd (mr vordering rederij op zich nt voldoende)
Loutere allegatie vd vordering is voldoende
Urgentie steeds vereist (Bv. “schip is mr 48u in haven”)
Beslaglegger mt zekerheid geven
SA mt nt noodzakelijk eigenaar zn v schip •
Toep : zeeschepen w geëxploiteerd dr rederij die nt eigenaar is v schip
•
Schip w gecharterd : bevrachter stelt kapitein aan en die bestuurt schip. Kapitein mkt schulden : beslag op schip mgl (indien andere vw voldaan)
o Stel : schip w verkocht op later tijdstip; blijft beslag à schip kleven?
Recent
arrest
(2003)
:
nee!
(≠ alle
andere
beslagen,
nt-
tegenwerpelijkheid!) – Rspr zodoende aangepast à R v andere landen o Opmerking :
Maritieme naties tegen beslag op schepen
Havennaties voor beslag op schepen (logisch)
o Pandbeslag (art. 1461 Ger Wb)
o Bewarend beslag op stofferende goederen v gehuurd goed dr verhuurder : geen R’erlijke machtiging nodig
Gebeurt nt veel want vw : 24u op voorhand bevel betekenen → meeste kan dan al weg zn
o Beslag tot terugvordering (art. 1464 Ger Wb) o Beslag tot erkenning zakelijk R
Bv : bezoek à galerij, ziet gestolen schilderij van overleden opa : wat moet er gedaan w om deze eigendom terug te krijgen? → bewarend beslag tot erkenning v zakelijk R o via beslagR’er die hiervoor toestemming zal geven (eventueel bijkomend sekwester vragen) o bodemR’er zal zich achteraf over eigendomclaim – indien toegekend, beslag tot terugvordering uitvoeren → schilderij terug
o Beslag inzake namaak (art. 1481 Ger Wb) o Doel : beweerde namaak vaststellen – beslag als bewijs o Beslag als beschrijving / aanstelling deskundige
Bv. intellectueel beschermd design salon w nagemaakt dr concurrent : hoe bewijzen? o À beslagR’er vragen om samen met geRdeurw en expert alles vast te stellen in fabriek concurrent & omvang vd schade vaststellen
o Bijkomende beslagmaatregelen nemen
Bv. beslag op voorraad v verdachte goederen, opbrengsten namaak,... (R’er zal deze maatregelen toestaan als inbreuk zonneklaar is
o Er w vaak zekerheid gevraagd vd SE, want uiteindelijk gaat men wel kijkje nemen bij concurrent... [09/11/2005]
2. UITVOEREND BESLAG (ART. 1494 EV GER WB) Over uitvoerende titel beschikken
•
Op basis van “de grosse”, wat wordt afgeleverd, kopie o ≠ de minuut : het origineel vd akte (circuleert nt) o Bij hoogdringendheid kan wel w uitgevoerd op de minuut
•
Ofwel vonnis, ofwel bv notariële akte
•
Wat moet in de titel staan? o Moet precies en duidelijk aangeven op welke grond (obj criteria) en voor welke goederen beslag w gelegd
Bv vonnis veroordeelt tot “1000€ verhoogd met interesten” : nt voldoende, je kent bedrag nt
Bv alimentatiegeld 3md achterstand vr 1000€/md •
Beslag mgl, mr men zal ook vlg maanden nt betrouwen en steeds opnieuw beslag mt leggen
•
•
Evt oplossing : loondelegatie, onmiddellijk nr WG stappen
Periodieke schulden meer algemeen probleem (steeds opnieuw beslag leggen) o Vb’en bij uitstek : onderhoudsgelden, huurgelden o Andere oplossing via figuur v beslag : “beslag voor de nog te vervallen termijnen” indien schuld periodiek is (art. 1494, lid 2)
Pb : wat is dan de oorzaak vh beslag?
Pb : als beslag w gelegd op RG of OG : voor welk bedrag werd beslag gelegd?
SA mag bedrag kantonneren, de oorzaak (= de periodieke schuld) kantonneren – pb : welk bedrag? Kantonneren vr vervallen schulden of ook nog diegene die komen?
= problematisch...
o Actualiteit / doeltreffendheid vd titel o Titel geeft verhouding tss partijen weer : wat als materieelrechterlijke verhouding wijzigt?
o 2 situaties :
SE nt langer (zelf) SE
SE (1)
SA
Cessie
-
SE (2) -
Beslag v SE(1) op goederen SA Cessie SV nr SE(2) SA “titel nt meer actueel”, beslag nt meer verder uitvoerbaar? SE(2) = Ropvolger, beslag gaat mee over met SV & mag beslag verderzetten SE(1) kan beslag nt meer verderzetten
SV nt langer SV •
Bv : S reeds betaald, dading gesloten, schuldregeling,...
•
Men kan hiermee nr beslagR’er die dit zal vaststellen & tenuitvoerlegging zal schorsen
o Verjaring titel o Belangrijk i/d praktijk o Meestal na 10j : eens er een titel is valt men terug op het gemeen R
Uitz : verzekeringen (invordering premies) 3j
Uitz : periodieke schulden 5j
Rspraak uitz : alimentatievonnis verjaart ook na 5j
o Welke invloed van gebruik Rmiddelen op T v verjaring?
Vonnis
Bevel
T om HB i/t stellen = 1 md
•
- Laatste aanmaning - 1e daad v tenuitvoerl
Beslag
WachtT na bevel : - RG : 1d - OG : 15d
HB / verzet : schorst werking
Verkoop
Verdeling
o Uitz : vonnis uitvoerbaar bij voorraad
Eerder uitzonderlijk want zal enkel w toegekend indien grondige afwezigheid twijfel
Sommige willen dit veranderen (gn schorsende werking) om q (dilatoir gebruik v) HB te doen afnemen, mr zal wellicht zo blijven
•
Opmerking : tg elke fase kan SA nr beslagrechter om zich te verzetten o Bv : na bevel nr beslagR’er om verzet te doen wegens onduidelijkheid / gebrek à betekening v vonnis o Hoe verzet doen?
Regel : dagvaarding (cf art. 1395 Ger Wb)
Uitz : verzoekschrift wanneer wet het eist
Kantonnement bij uitvoerend beslag (art. 1404 Ger Wb) •
Voordeel voor de SA : o Recht om te kantonneren o Tenuitvoerlegging vonnissen gebeurt op risico vd SE (art. 1398 Ger Wb)
•
Principieel R v elke debiteur om beslag op die manier tegen te gaan
•
Vw : gewoon Rmiddel (HB / verzet) ingesteld hb o Objectieve AH : SA mag beslag afwenden door te kantonneren zelfs als er uitvoerbaarheid bij voorraad is
•
Uitzonderingen kantonnement: o Alimentatiegelden mt betaald w o R’er mag R op kantonnement afschaffen op aanvraag vd SE (art. 1406 Ger Wb)
Toep : som toegestaan à SE die het echt nodig heeft, bv verzekeraar dat geld moet storten voor brandwonden kind → vragen om [uitvoerbaarheid bij voorraad + afschaffing kantonnement]
•
Kwalificatie
o Kantonnement bij uitvoerend beslag = voorwaardelijke betaling !
Voorwaarde in casu : “R’er bevestigt vonnis”
o ≠ bewarend beslag – nog geen betaling Vonnis
Toepassing :
Kantonnement
Faillissement
HB bevestigt vonnis
→ Door kantonnement komt geld bij Consignatiekas. Deel vd boedel bij faill? o Nee : staat nog op naam v SA mr is reeds vw’elijke betaling; opschortende voorwaarde die bevestigd w werkt terug tot op moment waarop storting gebeurde o Minnelijk kantonnement o Rekening bij bank waarop bedrag w gestort dat gedeblokkeerd w bij uitkomst proces (cf kwaliteitsrekening) o Minder formaliteiten, gebeurt privé o Doorstaat dit ook het faill? Dirix : ja (mr discussie i/d Rleer)
Beslag op roerende goederen o Procedure o Procedure bewarend beslag (art. 1422 ev Ger Wb) = proc uitvoerend beslag (art. 1501 ev Ger Wb), mr bewarend beslag :
Gn bevel vooraf
Betekening vh verzoekschrift + beschikking vr bewarend beslag
o Uitvoerend beslag : Bevel en dan beslag in bijzijn v getuige die meestal medewerker v kantoor is (cf 2e kan); beslaglegger zelf mag nt aanwezig zn o Praktijk is heel minutieus geregeld o Eenheid beslag (supra) : kan er een 2e beslag gelegd w? o Meerdere beslagen zijn mgl (in B niet “saisie sur saisie ne vaut”, vaut dus wel)
o Wetgever wil dit evenwel vermijden om toename kosten te vermijden op bijnainsolvabele SA + is bovendien nt nodig want ° mgl’e samenloop bij evenredige verdeling, gn extra voorrecht → cf “beslagberichten” o Dus mglhd’en vr latere SE :
Beslag op andere goederen
Verzet doen
Toch op zelfde goederen beslag
Beslag bij vgl’ing (art. 1524 Ger Wb)
o Openbare verkoop o Minstens maand tussen tov betekening PV beslaglegging o Meestal in veilingshal gerechtsdeurwaarder, soms plaats machine / haven /... o Voorafgaande publiciteit aangepast à waarde vh goed o Art. 1526 Ger Wb : rouwkoop : als hoogste bieder nt kan betalen w VK gewoon voortgezet, mr tg bieder
Bv : als uitkomst lagere prijs bij 2e VK (meestal) mt verschil bijgepast w door hoogste bieder
o PV v toewijzing = eig.titel; gn vrijwaring gebreken, wel vrijwaring uitwinning
o Onderhandse VK / in der minne o Mgl sinds ° art. 1526bis Ger Wb op initiatief v SA o Bv inboedel nt veel waard mr misschien kennissen die er wel iets voor willen geven → als gerechtsdeurwaarder akkoord w openbare VK vermeden
o Incidenten o Verzet dr SA tg beslag? Mgl; grieven :
Regelmatigheid uitwinning : ntg-hd’en procedure
Rechtmatigheid uitwinning : bestaan / actuele titel, beslagbhd, inhoud
“Zwarigheden” VK
o Verzet dr andere SE’s? Mgl, mr enkel verzet op prijs, beslag zelf kn nt w tegengehouden (art. 1515 Ger Wb)
Gevolg : collectief karakter vh beslag, kn nt w opgehoffen dan met toestemming verzetter
o Verzet dr 3en (art. 1514 Ger Wb)
Revindicatie dr 3e-eigenaar mgl
Dagvaarding beslagene + beslaglegger, vermelding eig.titels
Kenmerken : •
Indien zaak zoals in KG : beslagR’er bodemR’er!
•
Schorsende werking
•
Art. 2279 BW : bezit geldt als titel; beslaglegger mt niets bewijzen als het in handen was van SA, 3e mt tgbewijs kn leveren o Veel voorkomend bij concubinaat, ° casuïstiek
o Evenredige verdeling (art. 1627 ev Ger Wb) o Gerechtsdeurwaarder houdt rekening met alle SE’s, zelfs als ze slechts SV krachtens onderhandse akte hb (art. 1628) o Voorbeeld o o o o
A [not akte] 100 B [vonnis beslagR’er] 100 + [kosten uitv beslag] 10 C [onderh akte] 100 + [kosten bewarend beslag] 10 D [onderh akte] 100
o o
VK opbrengst 220 – kosten 20 (= kosten uitv beslag 10 + VK 10; kosten bew. bsl van C na B nt nuttig dus nt bevoorR) = 200 te verdelen
o o o
Verdeling Elk ¼ A & B elk 50 C & D ook elk 50, mr w geconsigneerd totdat hun SV bevestigd w; zoniet gaat overige 100 nr A & B
Stel : gn reactie, nog gn uitbetaling mr SA gaat failliet. Wanneer is uitvoerend beslag voltooid? → periode evenredige verdeling definitief wanneer mglhd tegenspraak verstreken is
Beslag onder derden
T1 : 3en-beslag
SE
Derdenbeslag : beslag in handen van de SA vd beslagene (SA vd SA) op
Oorzaak bsl
hetgeen deze 3e-SA moet betalen
Voorwerp bsl
aan SA1; kan op om het even welke 3e - SA2
SA1
SV
T2 : terugvord
o Gevolgen beslag onder 3en o SV w onbschikbaar, C mag niet meer VK / hyp /... o C krijgt terugvorderingsR op B
art. 1298 BW : niet compenseerbaar tss SA en 3e, R’er v SE beschermd
o Geen bevel owv verrassingseffect o Positie van 3e : neutraal o Gn partij kiezen voor A of B (gn verzet ed) o 3e kan alle excepties tav B ook tav A inroepen o Positie nt wijzigen
Neg verplichting : nt betalen à B, anders nogmaals betalen à A (art. 1242 BW)
Pos verplichting vr C : verklaring 3en – beslag (zowel in geval v bewarend als uitvoerend beslag) om te zeggen wie wat verschuldigd is •
Bv : 3e is WG en moet zeggen dat SA1 WN is en wat zijn loon is
•
Sanctie : beslagR’er kan 3e tot SA uitroepen vd oorzaken en kosten vh beslag + evt schadevergoeding o = privaatR’elijke sanctie, solidaire veroordeling C tov B o R’er nt verplicht dit op te leggen + matiging mgl
o Bij uitvoerend beslag moet op grond vd verklaring afgifte gebeuren vd bedragen die verschuldigd zn à instrumenterende gerechtsdw o Daarna evenredige verdeling
Beslag op onroerend goed
Evt pas na verlenging T Betekening
Bevel
Beschikking beslagR’er
Beslag
15d – 6m
Overschrijven ? Facultatief ; voordeel = tegenstelbaarheid vroegere vaste datum Bevel (art. 1564 ev Ger Wb) = o Ingebrekestelling o Stuiting verjaring o Verdere beperking beschikkingsonbev
Max. 1m
Overschrijven bij HypKant verplicht Art. 1580 Ger Wb : aanduiding notaris Art. 1580bis, ter : mgl onderhandse VK
Verkoop notaris
6m
Notaris : VK voorbereiden o VKvw’en opstellen en meedelen (tgspraak) o Evt geschillen bij bslR’er, indien gn protest : VKvw = koopOK o VK per opbod, bod weigerbaar als kennelijk onvermogend
Opmerkingen : o art. 59 W Hyp Krediet verplicht poging tot minnelijke schikking indien bank hyp. wil uitwinnen, op S’e v nietigheid o Ratio : communicatiestoornissen o ° veel vragen o Tss bevel en beslag o min 15d : toestaan om toch nog tot regeling te komen (art. 1566 Ger Wb) o max 6m : SA ook nt eeuwig in ongewisse laten... (art. 1567) ! Saisie sur saisie ne vaut? o Bewarend beslag : 2e beslag mgl (art. 1435 & 1442 Ger Wb) o Uitvoerend beslag : 2e beslag niet mgl, saisie sur saisie ne vaut o = eenheid v beslag ! o Vroeger : dadelijke uitwinning naast gerechtelijke uitwinning o Dadelijke uitwinning afgeschaft mr procedure gerechtelijke uitwinning vereenvoudigd zodat de facto ~ dadelijke uitwinning o Openbare VK OG
o Cass 15 april 2005 : openbare VK dure villa Brasschaat
1e koper kn nt betalen, 2e kopen vr de grap
Notaris kn bod weigeren v iemand die hij nt kent; moet hij elk bod controleren? •
Nee : enkel het laatste bod!
[16/11/2005]
ZEKERHEIDSRECHTEN Cf inleiding cursus : •
VoorR’en en Hypotheken : 4 instituten (relatie SE-SA, systeem v voorR’en en wettelijke preferenties, onroerende publiciteit, hypotheekR) o
Kern = vereffening vh vermogen
o
Zakelijke zekerheidsrechten : voorrang op alle andere SE’s ui de opbrengst vh bezwaarde goed
•
Ruimer : zekerheidsR’en → tal v andere zekerheidsR’en die nt bij voorR’en en Hyp staan & die ook nut hb buiten vereffening vermogen
•
o
Voldoende eigenheid?
o
Persoonlijke zekerheidsR’en, hoofdelijke gehoudenheid, gemengde zekerheidsR’en,...
Nog ruimer : insolventierecht = geheel v Rregels uit ≠de rechtsgebieden, dat positie vd SA in moeilijkheden regelt
•
ZekerheidsR’en (blz. 229 ev) o
Sensu stricto : attributen v/e SV die ertoe strekken de positie vd SE bij samenloop te versterken
o
Sensu lato : alle juridische mechanismen die van aard z de betaling v/d SE veilig te stellen, ongeacht hun aard of hun doelstelling
o
3 categorieën :
Zakelijke zekerheidsR’en (voorR’en en Hyp) : positie vd SE versterken door op (deel v) het vermogen preferente R’en te verlenen (≠ gelijke bestemming vh vermogen)
•
Wettenlijke grondslag vereist
•
Beperkende interpretatie
Persoonlijke zekerheidsR’en : bijkomende SA w toegevoegd à oorspronkelijke SA
Zekerheden die zowel persoonlijk als zakelijk zijn : •
Zakelijke borg : 3e stelt bepaalde zekerheid (bv hyp of pand) tot zekerheid vr andermans schuld; 3e slechts gehouden propter rem, niet persoonlijk, maar ten belope vd waarde vh onderpand is staat hij in vr andermans schuld
•
•
•
•
PandR op SV
•
Delegatieovereenkomst
•
RetentieR en Rstreekse vordering?
Dirix nog andere indeling : o
Persoonlijke zekerheidsrechten
o
Klassieke zakelijke zekerheidsrechten
o
Contractuele en wettelijke zekerheidsmechanismen met zakelijke werking
o
Eigendom tot zekerheid
Wettelijke grondslag zekerheidsovereenkomsten o
Art. 7 & 8 Hyp W
o
Ook conventioneel mgl want w zo voorzien i/d wet (waar?)
Is het economisch verantwoord om zekerheidsOK toe te laten? o
Klassieke theorie : ja, maakt kredietverlening meer mogelijk en goedkoper + BNP stijgt
o
Law & economics : afschaffen want bepaalde SE’s w slachtoffer hiervan
Strijd in Amerkia, “truc tss SA en SE om zich te verrijken ten koste v andere SE’s”
o
ZekerheidsR’en uiteindelijk wel behouden, mr modernisering v art. 9 UCC (?)
Believers : zonder zekerheidsR’en gn kredietverlening
Monitoring : SA mt onderzocht w ; zekerheidsR’en kn kost monitoring minimaliseren omdat bank die kosten op zich neemt (andere SE’s weten dan dat SA nt zot zal doen) = zware plicht op bank!
o
Conclusie : zekerheidsR’en goed vr welvaart maar met beperkingen
Bv deel vd zekerheden vrijgeven à anderen (concurrentie mogelijk laten)
Engeland : 10% mt losgemaakt w en vrij zn vr de nt-verzekerde SE’s
“Carfout” : in B’isch handelspand voorraden nt zomaar deel vh pand, mt uitdrukkelijk w opgenomen en max slechts vr 50% vd voorraden (concurrentie openlaten)
ZekerheidsOK’en: geldigheidsvereisten o
1. Interne geldigheid
Zekerheid ° door OK
Zekerheid ° door eenzijdige wilsuiting
•
Bv bankgarantie, patronaatsverklaring,...
•
Voorwaarden :
o
Gericht op ° juridische gevolgen
o
Vrije toestemming (uitdrukkelijk - cf bv art. 2015 BW voor borgtocht, analogie vr andere Rfiguren)
o
Algemene + bijzondere bekwaamheidsvereisten
o
Oorzaak / bestaansreden
Kan in andere verhouding oorsprong vinden dan SESA, vooral in triangulaire situaties
Voorbeeld
Hoofdverb SE
SA Causa Borgstelling
Borg
Abstracte verbintenis : losgemaakt vd oorzaak, SA mag zich nt verweren op grond v excepties uit oorzaakelijke verbintenis, mr er is dus wel degelijk een oorzaak
o
Geoorloofdheid vh voorwerp
Bv “verbod uw goederen nog te vervreemden” of op andere manier beschikkingsbevoegdheid beperken
•
= negatieve verbintenis met persoonlijke werking; geoorloofd voorwerp v zekerheidsR?
•
Ja, mr ofwel beperkt in tijd, ofwel opzegbaar + geoorloofd doel
•
Toemaatje : Stel beding tss leverancier-SE en klant-SA dat SV nt gecedeerd mag w zonder toestemming vd SA, mr SE cedeert toch à bank : geldige cessie? o
In B cessieverbod geldig tss partijen mr gn zakelijke werking tav 3en (uitz. 3e – medelichtigheid); in B houdt men nt v beperkingen beschikkingsbevoegdheid
Bv. OK v achterstelling (= akkoord gaan om lagere rang aan te nemen in zekerheden) = ook negatieve verbintenis, perfect geldig tss partijen
o
Bepaaldheid – discussie over zekerheidsOK voor “toekomstige schulden” : kan dit?
Lange discussie : “nt bepaald dus kan nt” + hoofdV bestaat nog nt dus tg accessoir karakter
Bank
Evolutie : mt nt bepaald zn mr bepaalbaar Zoon
T1, T2
Vader borg
T1 : « borg vr alle sommen vd zoon, dus bestaande & toekomstige » T2 : 10.000 al afbetaald mr nieuwe lening vr 100.000; nog steeds met zelfde borg? Rspr : hoofdV mt nt bestaan op moment °OK mr op moment uitvoering verzekeringsOK
Uitbreiding : ook vestiging hypotheek mgl vr toekomstige schuld; voordeel : hypotheek kn nog vr latere schulden dienen zonder extra kosten (art. 51 bis Hyp krediet erkent thans wettelijk hypotheek vr alle sommen, ander Rfiguren via Rspr & Rleer)
Is er bepaald plafond vr toekomstige S’en?
•
Wet slechts in 2 gevallen plafond bepaald (pand art. 2074 BW & hypotheek art. 80 HypW)
•
In andere gevallen dus gn plafonering mgl? o
Van Gerven : criterium vd voorzienbaarheid inbouwen : zekeringsteller mt betaalplicht kn voorzien
o
Ratio : bv bankgeheim, mag nts vertellen, mr invloed v beslissingen op positie v 3e (“derdepartijbeslissing), 3e kn nt zomaar afhankelijk zn v SE-SA
o
o
Bv. advocaat
2. Externe vereisten bij zakelijke zekerheidsOK’en (opm : onduidelijk...)
Pb : pas de privilège sans texte, dus ° nieuwe zakelijke zekerheidsOK’en in principe nt mgl zonder wet
I/d regel gn derdenwerking, alleen derdemedeplichtigheid à contractbreuk •
Medeplicht : kennis hb v OK + wetens-willens tg OK ingaan
Alg : tegenwerpelijkheid vd OK : waar ligt de grens? •
Dirix : 3e mt normale voorzienbare gevolgen v/e OK aanvaarden en nt in strijd daarmee handelen, tot zover tgwerpelijk
•
Toepassing : o
Fiduciaire overdracht tot zekerheid nt toegestaan (goederen overdragen tot zekerheid & wanneer betaald, dan houdt men ze gewoon want het is een bezitloos pand) want wetontduiking (i/d regel geldt betekent buitenbezitstelling ook eigendomsoverdracht)
o
Evenwel : anderzijds eigendomsvoorbehoud, leasing,... wel mgl, nochtans ook buitenbezitstelling
o
≠ tss beide : bij eigendomsvbh is de buitenbezitstelling net kenmerkend, terwijl bij fiduciaire overdracht nt de regel mr artificieel gevolg
o
Ander vb : retentieR : slechts mgl vr vorige transacties als verlengd retentieR voldoet à realiteit vd samenwerking
ZekerheidsOK’en i/d verdachte periode o
Art. 17,3° FaillW : ° pand of hyp in verdachte P = enkel vr nieuwe S’en (vr bestaande : abs nietig) – betreft hier enkel het ontstaan v nieuwe zekerheidsR’en tijdens verdachte P, nt de tegenwerpelijkheid ervan
o
Art. 19,2° FaillW : hyp of pand → vr tegenwerpelijkheid publiciteit vereist binnen 15d ; sanctie nt abs nietig, facultatieve nietigheid
ZekerheidsOK’en voor kredietopening o
= leningsbelofte, je zal geld kn afhalen wanneer je het nodig hebt) o
beheerst door Rfiguur vd rekening-courant
o
probleem : gedekte schuld is het saldo op het ogenblik vd opeisbaarheid, voordien is er geen schuld mr permanente compensatie → welke verhouding dan met vestiging bijkomende zekerheid voor de rek.courant tov faill, welke anterioriteit?
Voor ’73 : ondeelbaarheid vd rek-courant; op moment v nieuwe zekerheid is er nog gn schuld, pas bij opzegging nieuwe schuld
o
’73 : ondeelbaarheid rek-courant opengebroken : bank mt inzage geven
Toepassing :
° kredietopening
Hypotheek 6m
T1
Opzeg kredietopening
T2/faill
Stel : •
T1 50, T2 20 → hyptheek nt geldig want gn nieuwe schulden, bestaande schuld afgebouwd tot 20
•
T1 50, T2 bijkomende nieuwe S, totaal 100 → 50 nieuwe verzekerd dr hypotheek, 50 oude nt
•
T1 50, T2 20, Tfaill 80 → 60 nieuwe schulden gedekt, 20 oude nt
•
T1 50, T2 20, T3 50, T4 30, Tfaill 80 → gn oude schulden meer, 30 en 20 aangezuiverd dus 50 volledig weg ; 80 nieuwe S’en
ZekerheidsOK’en en gehuwden •
Invloed op vermogensstatuut echtgenoten o
Zakelijke zekerheden & wettelijk stelsel : elke echtg kan eigen goederen bezwaren; vr binding gemeenschappelijke goederen toestemming vereist v beide echtg
Uitz : beroepsactiviteiten nt toestemming beiden nodig (art. 1417 BW)
Voornaamste woning : ongeacht eigendom of stelsel, toestemming v beide nodig om erover te beschikken of met zakelijke zekerh te bezwaren (art. 215 BW)
o
Persoonlijke zekerheden : andere kan nietigheid vragen indien op ogenblik v sluiten OK belangen vh gezin in gevaar w gebracht (art. 224 BW)
vervalT van 1j na kennisname °OK
“belangen vh gezin” : R’er mt nagaan of borg redelijk was gelet op inkomsten gezin, nt noodzakelijk of het slecht is afgelopen
ZekerheidsOK’en en fusie / splitsing v vennootschappen •
Fusie : Ropvolging onder alg. Titel; treedt in alle R’en en plichten o
•
Bv Cera & KB → KBC; pand Cera → pand KBC
Welke gevolgen op vlak v zekerheden? o
Actiefzijde : zekerheidsOK’en gaan gewoon mee
o
Passiefzijde : SE’s v overgenomen vennootschap kn zich beroep doen op pand overnemende vennootschap
Zakelijke zekerheden : meestal onverminderd laten gelden
Persoonlijke zekerheden : •
Betrekking op welbepaalde schulden : meestal onverlet behouden
•
Borgtocht “vr alle sommen” – pb van bepaalbaarheid (en voorzienbaarheid) → schulden na fusie nt meer gewaarborgd : door fusie strekt betalingsV enkel tot schulden die bestonden op moment v fusie of splitsing terwijl à waarborgV einde komt
[22/11/2005]
VOORRECHTEN Definitie : R dat door wet w verleend à SE wegens bijzondere aard v SV waardoor SE igv samenloop bij voorrang w betaald uit opbrengst vh vermogen vd SA Kenmerken •
Legaliteitsbeginsel want afwijking van gelijkheidsbeginsel kan niet zonder wettelijke grondslag o Openbare orde? Nee, wel fundamenteel maar niet van OO
SE moet erop wijzen dat hij voorrecht heeft (R’er nt ambsthalve, nt curator,...)
Partijen kn afstand doen van hun voorrecht
o Wet bepaalt ook rangorde, in beginsel niet gesteund op anterioriteitsprincipe (zie art. 13 HypW)
Art. 12 HypW : voorrecht > hypotheek (voor zover voorrecht natuurlijk betrekking heeft op OG)
•
Attribuut vd SV, voorrecht hangt eraan vast (cf accesorium sequitur principale) o Wat met SV die rente opbrengt? Voorrecht dekt enkel de SV, nt de rente : enkel hoofdsom behoudens wettelijke afwijking (restrictief interpreteren) o Gevolg : als betaling ongedaan w gemaakt, herleeft ook het voorrecht terug
•
Voorrechten enkel bij samenloop van belang
SV
Wettelijk Voorrecht
Samenloop
Wet schaft voorrecht af
o → Op ogenblik van onstaan samenloop staan de posities vd SE’s onherroepelijk vast (“fotofinish”); de wetten die dan toepasselijk zijn behouden hun werking
o Zolang geen samenloop, voorrecht geen belang (gevolg : zolang geen samenloop kan SA het niet betwisten)
•
Voorrecht = zakelijk zekerheidsrecht (= wanneer vermogen SA bestemd is als exclusief onderpand vr bepaalde SV, band tss SV en zaak) o Algemene voorrechten : niet veel zakelijks aan, enkel een R om bij voorrang betaald te worden, volgt goed niet waar het zich bevindt o Bijzondere voorrechten
Uitdrukkelijke band tss goed en SV, zaakvervanging (beperkingen), separatistisch karakter (infra), in sommige gevallen volgrecht,...
Mr zelfs hier slechts beperkte band met goederen (meestal geen volgrecht, veel minder bescherming tac gerechtsdeurwaarder dan pandhoudende SE’s,...), enkel R om als eerste betaald te worden uit de prijs, het provenu ervan (voordeel van rangregeling)
o Opm : hierin ligt het veschil met tss zakelijk zekerheidsR en ZR : slechts strekkend tot zekerheid, gn beschikking over zaak zelf, als 1e betaald w uit prijs ervan
•
Welk onderpand (“assiette”)? o VoorR : ofwel op bepaalde goederen (bijz VR), ofwel op heel vermogen (alg VR) o Principe : gaat onderpand teniet, dan gaat ook VR teniet o Mildering, vooral bij bijz VR : w opgevangen door de zakelijke subrogatie (art. 10 HypW, specialiteit Prof. Sagaert)
Goed dat in de plaats komt neemt de juridische functie in vd voorganger
Lichamelijk goed kan w vervangen door een SV (= impliciete cessie, bv op de niet-betaalde prijs van het bezwaarde goed of verschuldigde schadevergoeding uit OD waardoor bezwaard goed werd vernield)
In B geen onbeperkte zakelijke subrogatie (enkel bescherming vd begunstigde) itt figuur v trust
o Voorwaarde bij bijz voorR : goederen mogen slechts in beperkte mate vervormd / vermengd z met andere goederen
Bv. voorrecht om boomstammen, ook op planken (tarwe → bloem / druiven → wijn)? Ja indien goederen ondanks vervorming nog identificeerbaar zijn (itt Eng : onbeperkte subrogatie, vereiste w nt gesteld)
Bv.
eigendomsvoorbehoud
op
machine
:
scheepswerf
koopt
scheepsmotor aan op krediet v fabricant, w in schip geplaatst – scheepswerf gaat falliet : is motor nog herkenbar? Heeft fabricant nog een voorrecht? Ja, geen nieuwe zaak werd gevormd
Wat met soortzaken? •
Bv. levering van bakstenen die in tank zich vermengt met een andere hoeveelheid bakstenen, op de twee loten is er eigendomsvoorbehoud. AN gaat failliet, bakstenen liggen in opslagplaats maar men weet niet meer welke van wie afkomstig waren
•
In zo’n geval verzachting dr Rspraak : elk van de verkopers krijgt zijn deel terug (gezamelijk terugvorderen)
•
Stel : bakstenen v VK (1) en (2) + vd AN zelf : dan gaat het nt meer
•
Bevoegde R’er o = deze die oordeelt over samenloop, hangt af vd situatie
Rb Koophandel vr faillissement (art 70 faillw)
BeslagR’er vr evenredige verdeling / pb v rangregeling / collectieve S’enregeling (art. 1395 GerWb)
Rb v 1e aanleg vr nalatenschappen
Zin van voorrechten Afwijking van principe v gelijkheid door creatie van voorrechten. Thans wildgroei à voorrechten : is het verantwoord dat de wetgever bepaalde categorieën voortrekt zonder duidelijke motivatie? (algemene tendens in Europa : steeds minder algemene voorrechten (meer bijz.?))
Dirix : roep om lijst van bijz VR’en te saneren klinkt steeds luider, nood à grondig bestuderen welke we moeten behouden op basis van een duidelijke argumentatie •
Bv : SE mt beschermd blijven omdat hij iets toevoegt à boedel vd SA → argument houdt geen steek want dan zou elke contractant R hb op voorR
•
3 geldige argumenten : o Voorrecht v uitwinning / gerechtskosten, behoud zaak, in zeker mate verzekeringspremie : alle kosten waarvan andere SE’s genieten o Verschillen qua inningssoepelheid (zie randn°225) o SE in de onmogelijkheid om solvabiliteit vd SA te kennen (zie bv voorR hotelhouder, begrafenisondernemer, verzorging laatste ziekte,...)
•
Conclusie : in de praktijk blijft er vd algemene voorrechten niets over, men zou het moeten opwaarderen
Soorten voorrechten (Art. 12 HypW) •
Opsomming o Algemene voorrechten = op alle RG en OG (art. 17) o Bijz voorrechten op bepaalde RG (art. 20 ev) o Bijz voorrechten op bepaalde OG (art. 27 ev) o Alg voorrecht op alle RG (art. 19) o (Bijz voorrecht op bepaalde OG en bepaalde RG)
Voorrechten met of zonder publiciteit o Opmerking : numerus clausus vd VR’en : geen R om zelf uitgevonden voorrechten tot stand te brengen, dan zou infoplicht à 3en te complex zijn en de opzoekingsverplichting en kosten te groot zijn o Bijz. Voorrechten : geen publiciteit want de wet vermeld expliciet wie een voorrecht heeft
Vr RG : geen publiciteit, tenzij 20,5° en pand op handelszaak
Vr OG : publiciteit wél de regel (art. 29)
Art. 1412 Ger Wb : alimentatievoorR (?)
Zonder publiciteit gelden •
VR gerechtskosten
•
Art. 19 in fine
•
VR verzekeraar
•
VR boedelbeschrijving 6m na openvallen nalatenschap
Algemene voorrechten •
Algemeen voorrecht op alle RG en OG o Voorrecht op heel het vermogen, gn band tss SV en bevoorrecht goed o Vroeger de regel i/h RR, thans de uitzondering o Probleem van voorrecht op heel vermogen : omvat ook OG waardoor het hyp. krediet in gedrang zou kunnen komen (in Fr is dit zo!)
Gevolg : algemeen voorrecht tot een minimum beperken door voorrang te geven aan de bijz voorR’en (art. 20 ev : roerende en onroerende bijz voorrechten)
Enkel als er geen band is tussen bepaald goed en voorrecht, terugvallen op een algemeen voorrecht
Nog een oplossing ter garantie van hypotheken : enkel alg VR op RG
o Alg VR eigenlijk niet echt een voorrecht, eerder een voorrang bij uitbetaling (er w geen aparte subboedel gecreëerd ten gunste v alg bevoorrechte SE)
Bij vereffening moet SE wachten om voorrang te kn uitoefenen, heeft geen speciale bevoegdheid bij de vereffening tov chirografaire SE’s
o Voorbeeld : advocaat ereloon in strafzaken
•
Algemeen voorrecht op alle RG (art. 19) o ° omdat alg VR de hypothecaire instelling zou fnuiken, “gedegenereerd alg VR” o Zie art. 19 in fine : geeft à alle SV’en een voorrecht op roerend patrimonium; indien evenwel voldaan is ad eisen vd hypothecaire SE, dan zal de overschot vd opbrengst vh OG aan die SE’s met voorrecht op roerend patrim gegeven w (ook voor algemeen VR op alle goederen? Zie onduidelijkheid in handboek, randn° 228) o Rangorde vd voorrechten : zie blz 220!
Gerechtskosten
Begrafeniskosten
Sociale voorrechten (loon, bijdrage RSZ,...) •
Voorbeeld : faillissement bedrijf → conflict tss VR WN op loon enerzijds en sluitingsfonds anderzijds o VR WN zal beperkt zn tot 7500€ o Sluitingsfonds zal gedeeltelijk WN’s vergoeden en gesubrogeerd w in R’en vd WN op WG
Bv. vordering WN is 100, fonds betaalt 50 en krijgt VR
o Welke positie van beiden? Vroeger : WN nog steeds > fonds, nu op exact dezelfde positie! o Opm : fiscus hft ook VR op alle RG
Geldt art. 19 in fine vd fiscus? •
Rspr : nee
•
Wetswijziging : ook op fiscus van toepassing
Bijzondere voorrechten (art. 20 & 27 HypW) Voorafgaande herinnering o bijz. voorR > alg voorR o Separatisten : bijz beVR’s SE’s genieten niet alleen een gunstige rangregeling, ze kn zich bovendien onttrekken aan de collectieve Sregeling o Expliciet als separatist erkend : hyp en de pandhoudende SE’s o SE’s met bijz voorR in vele opzichten daarmee gelijkgesteld o Wat niet kan gerecupereerd w via het bepaalde goed, kan men putten uit alg vermogen, in samenloop met andere SE’s o Bijz VR w al veel meer beschouwd als een zakelijk R dan alg VR (cf supra) o Publiciteit : o VR op RG in principe tgwerpelijk zonder publ, mr ≠de uitz:
20,5°, nt-betaalde VK
VR PH-HZ
o VR op OG : publiciteit de regel o Onderscheid : o Eigenlijke VR’en : wegens aard v SV bijzondere voorkeursbehandeling o Oneigenlijke VR’en : gn attributen vd SV, mr vd Rverhouding, zij het ook met ZK werking (bv. Rstreekse vord, retentieR, Svgl) 1. Voorrecht van kosten v uitwinning en boedelredding
Wet : o “Alg VR” mr is bij uitstek een bijz voorrecht, staat eigenlijk verkeerd o “VR gerechtskosten”, mr eigenlijk gaat het niet om gerechtskosten zoals in GerWb
Topprivilege dan zowel op OG & RG kan o Verantwoord, want SE maakt kosten die ook andere SE’s ten goede komen
2 delen : o Boedelredding : kosten om vermogen juridisch te bewaren
Bv kosten bewarend beslag, sekwester,...
o Kosten v uitwinning (= om goed in geld om te zetten)
Bv kosten uitvoerend beslag, kosten faillissement / vereffening nalatenschap,...
4 voorwaarden opdat kosten bevoorrecht zouden zijn : o “Op gerechtelijk gezag” : ter gelegenheid vh Rbeding + buitengerechtelijk kosten (bv beslag, bv nt bewindvoerder of bedrijfsexpert die nt dr Rb werden aangesteld o “In belang v andere SE’s”
Niet de kosten die strekken tot de veroordeling vd SA (bv kosten dagvaarding; wél kosten om iemand in staat v faill te laten verklaren) Wel de kosten die Rstreeks strekken tot uitwinning of boedelredding, d.i. vanaf het bevel tot betaling (= 1e dd v tenuitvoerlegging, alles voordien = vr eigen rekening) t/m kosten vereffenin-verdeling
•
Stel : er is reeds beslag en SE(2) legt opnieuw beslag hoewel dat niet echt nodig was : nt bevoorR
•
Stel : T1 Hyp, T2 SE bewarend beslag, T3 andere SE uitvoerend beslag
•
Kosten T3 zullen bevoorrecht zijn (ook tav hyp SE)
•
Kosten T2 ook bevoorrecht, nuttig voor andere SE’s, maar nt aanrekenen ad Hyp SE want nt nuttig voor hem (cf infra, relatief karakter vh voorR)
→ later beslag kan dus ook beVR zijn indien het nog van bijkomend nut is voor andere SE’ o “Nuttige kosten”, dus nt wanneer er beslag w gelegd op zelfde goed waar reeds beslag op was o “Besteed door SE of 3e”
Relatief karakter o Rat personae : enkel tav SE’s die profijt hb gehad v handelswijze SE, dus die ook zullen delen in opbrengst v bevoorR goed o Rat materiae : enkel tav opbrengst bevoorR goed
Rang vh bijz voorR op gerechtskosten o Heeft hoogste rang, voorafgenomen vd prijs o Wat indien kosten > opbrengsten? Uitzondering op art. 14 volgens welk men in de ponds-pondssituatie zou komen (supra) : laatst gebeurde kosten mogen eerst w aangerekend (ratio : procedure vervolledigen)
Kosten v uitwinning en boedelredding zn “boedelschulden” o Supra : in principe buiten collectieve verdeling, dus schulden gemaakt vr boedel kunnen separatisten nt treffen, nt doen bijdragen in algemene faillkosten o Handelingen vd curator toch bij voorrang betaald indien ze werkelijk de positie vd SE’s hb gegarandeerd
Bv. Faillissement, Hyp SE “heb 1e rang tav bepaald OG, is een subboedel; moet bijgevolg nt bijdragen tot boedelschulden want mijn onderpand maakt gn deel uit vd boedel”
Curator zal Hyp SE enkel kosten aan kn rekenen die te maken hb met separatisten, kosten die vr hen nuttig waren
Geregeld per KB : er mt specifieke band bestaan tss gemaakte kosten en goederen waarop voorrecht geldt
Concrete toepassing : hoe moet vereffend w? o Voorafname vd kosten vd verkoopopbrengst, niet pondspondsgewijs tov SE’s die delen in de opbrengst 2. Kosten gemaakt tot behoud vd zaak (art. 21 ev) o = materiële bescherming, niet juridisch behoud (→ uitwinning & boedelredding!) o Voorbeeld : garagist herstelt vrachtwagen, transportfirma failliet, rekening voor herstelling bevoorrecht in de boedel o Art. 22 : kosten behoud hb voorrang op vroegere voorrechten (gn toepassing anterioriteitsregel)
Voor welke zaken? o Enkel RG
zowel lich als onlich
Nt OG : kosten vr RG gaan zelfs teloor als RG achteraf OG wordt!
o Wat met kosten tot behoud v/e SV?
Bv. Boekhouder die zaak tracht te redden maar honorarium niet betaald en firma gaat failliet : bevoorrecht? Nee, want gn bepaalde goederen proberen redden, enkel de firma in haar algemeenheid
Bv. SV tg later gefailleerde mr vordering is verjaard en wordt afgewezen dankzij tussenkomst advocaat : heeft advocaat voorrecht voor zijn honorarium? Nee, want voorwaarde wordt gesteld dat de SV van de SE reeds bestond; hier heeft men gewoon vermeden dat er een SV tegen de gefailleerde werd uitgevoerd (geen SV van de gefaill)
Advocaat eiser tg firma, Rb willigt SV in : honorarium bevoorR? Ja want dankzij advocaat is SV in stand gehouden (behoud vd SV)
Voor faill SV innen : geen voorrecht bij samenloop want onderpand (SV) is uitgedoofd door betaling (theoretische oplossing : geld nog traceerbaar)
Betaald na faillissement : betaling uitgedoofd, curator kan geen vermenging doen plaatsvinden met boedel, advocaat kan voorrecht claimen
Welke daden zijn daden van behoud? o De Page : kosten zonder welke zaak helemaal of gedeeltelijk teniet zou zijn gegaan, of toch minstens onbruikbaar vr gebruik waartoe het bestemd is o 4 gradaties : instandhouding / redding, herstelling, onderhoud, goed in bedrijf houden → enkel eerste 3 zijn bevoorrecht
Bv. onderhoudscontract voertuigen, nieuwe banden,verversen olie : ja
Ook bv betaling vd BTW; anders zou men er geen regelmatig gebruik meer van kunnen maken
Niet : benzine voor auto, stro voor dieren,... (economisch rendement, cat. 4)
Op welk goed heeft het betrekking? o Zaak die werd behouden, voor zover ze nog bestaat / in handen v SA is (criterium = “aanwijsbaar”, mr zakelijke subrogatie op prijs indien die nog niet werd betaald) 3. Voorrecht vd verhuurder op de stofferende goederen
o Zie art. 20,1° : voorrecht op de stofferende goederen o Ratio legis : bereid zijn goed te verhuren doen stijgen + soepeler gedrag vd VH bewerkstelligen o In RR soort pandrecht, ook nu eigenlijk impliciet pand o Voorwaarde : verhuur v OG (miv fabrieken, magazijnen,...) o onderpand bestaat uit alle stofferende goederen (miv voorraden, vliegtuig id vliegtuighangar,...)
o Waarvoor is men bevoorrecht? Alle SV’en uit verhuur vh goed o Wel beperking id tijd en omvang! (redelijk duidelijk in wet)
2 vervallen T’en
1/2/’01
1/2/’02
Faill
1/2/’03
3/03/’03
Lopende T & die v vlg jaar
1/2/’04
Indien auth en/of dagtekening, vw’en
1/2/’05
1/2/’06
Op welk bepaald onderpand? Maw, wat zijn stofferende goederen? o Voorbeeld 1. huis w verhuurd, in huis staan gehuurde TV en geleasde PC. Verhuurder : 2279BW, ter goeder trouw bescherming v voorrecht op TV en PC, kan revindicatie afwijzen v bv leasingmpij
Oplossing : GT wegnemen bij verhuurder door hem ervan kennis te geven op moment dat voorrecht ontstaat (dus op moment dat specifiek goed w binnengebracht in het verhuurde goed (subj / normatieve GT)
o Voorbeeld 2. Garagist huurt uw garage; Fiat geeft wagens onder eigvbh aan de garagist + 2 auto’s v Fiat in consignatie (niet gekocht dr garagist), nog andere auto’s ter herstelling, staan op gewone parking. Garagist gaat failliet, welk is het stofferend goed?
Eigvbh : verhuurder desalniettemin ter GT, bescherming 2279
In consignatie : in branche algemeen bekend, verhuurder diende dit te weten (diende hij het niet te weten, dan 2279)
Auto’s op parking voor herstelling : normatieve goede trouw, men moet weten dat auto’s die gebracht zijn ter herstelling, niet vd garagist zijn, gn bescherming
o Opmerking : goederen moeten bijdragen tot genot vh OG, dus bv niet juwelen, waardepapieren,...
Hoe kan men VR doen gelden? o Gewone middelen : bewarend en uitvoerend beslag
o Daarnaast specifieke middelen :
Pandbeslag : bewarend beslag zonder gerechtelijke tsskomst; w in praktijk nt gebruikt want je mt betekenen en dan is verrassingseffect weg
Beslag tot terugvordering : stel, SA wil stofferende goederen in veiligheid brengen door ze nr andere plaats te brengen of ze te verkopen → VH kan ze terugvorderen bij 3e, die zich niet kan beroepen op 2279 ook al is hij ter GT!
Voorrecht van de verhuurder op de huurwaarborg o Art. 10 Woninghuurwet o Zelfde rang als ander VR vd VH
4. Voorrechten pachtrecht / landbouwleningen
Kenmerkend : volgR 40d van niet-betaalde verpachter
W landbouwleningen (1854) o Diegene die krediet verschaft à landbouwer diende beschermd te w, m eigenlijk ° registerpand o Voorwaarden : (1) leningsakte ingeschreven, (2) voorrecht bedongen in leningsakte, (3) slechts tegenwerpelijk indien in speciaal register met vaste dagtekening (wat is verschil tov (1)?)
5. Voorrecht vd niet-betaalde verkoper Welke zekerheidsrechten kn de nt-betaalde VK inroepen tg K ?
(1) Niet leveren : ENAC, retentieR bij wederkerige contracten (art. 1612ev BW + 106 FaillW)
(2) R op ontbinding (art. 1184 + art. 1654) : gerechtelijk, minnelijk of uitdrukkelijk ontbindend beding
(3) VoorR (art. 20,5°)
(4) Oneigenlijk revindicatieR (zie 20,5°, lid 7) → oppassen, geen bijz. voorR, alinea klopt nt met rest vd inhoud vh artikel
(5) Eigendomsvbh o Cf infra, apart hfst
Wat gebeurt er met (1) → (5) in geval van samenloop (na faillissement vd K)? Vergelijking voor en na “nieuwe” FaillW
Vòòr 1997 o (1) ENAC bleef bestaan na faill o (2) Geen ontbinding meer mgl na faill o (3) Geen VR meer uitoefenen, tenzij in geval v VK “investering” met naleving formaliteit v neerlegging factuur bij griffie o (4) Revindicatie 8d bleef o (5) Geen Eigendomsvbh kan nt w uitgeoefend
→ Slecht maar coherent geheel dat erop gericht is de K met schijn v solvabiliteit te straffen + de rechten van andere SE’s dan de niet-betaalde VK ook wat te gunnen, gezien het gekochte goed reeds in handen vd K was (dus vermoeden dat dit ook onderpand is)
Sinds nieuwe FaillW o Minder consequent (bv eigvbh ja en ontbinding nee) mr positiever vr K o Publiciteit meer afwezig (bv eigvbh “occult”) o (1) ENAC blijft o (2) Nog steeds geen ontbinding toegelaten o (3) Wél VR, zonder formaliteiten, op alle goederen (?); 1 uitz i/d wet : onroerendmaking → dan wel formaliteiten o (4) Revindicatie 8d blijft ook bestaan o (5) Art. 101 FaillW : uitoefening eigvbh bij faill ingevoerd o
ENAC / revindicatie o Verweermiddel, drukkingsmiddel, zekerheidsfunctie o Gn R’erlijke machtiging nodig, achteraf eventueel controle o Bij Faill en andere gevallen v samenloop inroepbaar (art. 1613 & 1188 BW, 22 Faill)
Ontbinding o Kan je na faill nog...
...gerechtelijke ontbinding vorderen? Nee, tenminste niet dagvaarden na faillverklaring, wel als dagvaarding al plaatsvond voor faill en uitspraak pas erna gebeurt
... middelijke ontbinding bekomen? Nee want K is geen partij meer (curator bevoegdheid)
...beroep doen op uitdrukkelijk ontbindend beding? Nee, tenzij men op het beding reeds voor het faill beroep had gedaan (ontbinding al in werking gesteld)
→ men moet dus voor het faill de positie hard gemaakt hb (het mag natuurlijk niet om een schijnvertoning gaan) o Voorbeeld : VK zonder uitdrukkelijk ontbindend beding; VK heeft nog nt geleverd mr K hft wel al voorschot betaald. VK gaat failliet, ontbinding was al ingezet voor faill.
Wat moet curator doen? Voorschot integraal terugstorten of koper als chirografaire SE behandelen en pondspondsgewijs laten meedelen?
Cass mei 2000, arrest Dewilde : revindicatie op geld kan niet! Geld heeft zich namelijk als vermengd
Gevolg : betaler van voorschot is gewone chirografaire SE
o Nochtans kan de K die nt geleverd werd de eigendom vh gekochte goed claimen, gezien men door de VK eigenaar is → beslag tot terugvordering. Het probleem is dat de curator kan kiezen het contract nt uit te voeren en gewoon het voorschot terug te betalen. De K is dan chirografaire SE. o Opmerking : binnen termijn van terugvorderingsR bij contante koop kan men toch beroep doen op ontbinding
Oneigenlijk revindicatieR o Contantkoop waarbij K nog nt kon betalen mr VK toch al geleverd heeft zonder betalingsT → VK kan binnen 8d terugvorderen als goederen zich nog bij K in zelfde staat bevinden o Oneigenlijk, omdat bij eigenlijk revindicatie de eigenaar zijn eigen goed terugvraagt, terwijl hier de eigendom reeds was overgedragen (doordenkertje : eigenlijk is het een revindicatie van het retentieR)
o In praktijk weinig betekenis
Voorrecht (art. 20,5°) o Waarom VR? Omdat het dankzij VK i/h vermogen vd SA terecht is gekomen en het onderpand daardoor vergroot werd o Vw’en : RG (lich/onlich, nt OG geworden zijn) + nog steeds in vermogen K (indien nt, evt zakelijke subr) + geen bewerkingen ondergaan o Bijzonder regime voor bedrijfsuitrusting :
In principe is voor RG gn publiciteit vereist mr investeringsgoederen vr bedrijven w vaak onroerend door incorporatie, waarvoor men het VR toch heeft willen behouden maar het wel aan een publiciteitsregime heeft gekoppeld : de factuur ervan mt neergelegd w op de griffie vd Rb Kh.
Is trouwens de enige manier waarop zo’n VK bekend kan maken dat prijs nog nt werd betaald. Procedure vr deze bescherming vh VR in geval v incorporatie ih bedrijf : zie art. 20,5°, lid 5.
o VR vd onbetaalde kopen bij OG
In principe publiciteit nodig vr VR mbt OG → inschrijving hypkantoor (art. 29)
Vangnet : zodra de K w aangeboden bij de hypotheekbewaarder vr overschrijving, zal deze ambtshalve de overschrijving gepaard doen gaan met een inschrijving ten voordele van de VK ten laste vd K als (een deel van) de prijs nog niet betaald werd → “overschrijving geldt als inschrijving”
6. Voorrecht vh slachtoffer verkeersongeval
1382 BW Aansprakelijke
Benadeelde
Rstreeks Verzekeringsmpij
VR ten gunste vd benadeelde : o Voor 92 : VR vr benadeelde + verzekeringsmpij verbod tot betaling à A. (om zeker te zn dat benadeelde betaald zou w) o Na 92 : ° art. 86 Verzekeringswet : Rstreeks vorderingsR vd benadeelde op de verzekeringsmpij o Uiteindelijk heeft men achteraf toch VR vr benadeelde opnieuw moeten invoeren omdat toep.gebied art. 86 nt ruim genoeg was (nt vr zeeverzekering enz) o Situatie nu : o Gewone verzek : VR + verbod tot betalen + Rstr vordering o Zeeverzek : VR + verbod tot betalen
7. Voorrecht vd onderaannemer = gevolg van lobbying, om te voorkomen dat faill AN ook het faill vd OAN tot gevolg zou hb → art. 1798 BW 200 Aannemer
Bouwheer
100 Onderaannemer
VR op SV AN → BH + Rstr vord
Kenmerken : o Enkel in bouwzaken (OG) o Onderpand = SV vd AN op BH die betrekking heeft op zelfde werk (op vw dat SV nog bestaat natuurlijk; als BH heeft betaald, dooft VR ook uit) o Ook de interesten zn bevoorrecht! (Cass arrest 22/03/2002) o W ’90 : Rstreekse vordering vd OAN Speciale regeling mbt AN werken vr de staat : “preferentie voor de OHopdrachten”
o SE → AN / leveranciers → staat / publiekR’elijke Rpers : gevaar dat SE’s beslag willen leggen op leveranciers vd staat waardoor de staat nt meer zou kn functioneren o Art. 23 Overheidsopdrachten : eigen preferentiesysteem (uit Napoleontische tijd, bang vr beëindiging veldslagen (door stopzetting levering wapens?)) o Gn beslag op dr SE’s op leverandciers vd staat, maar gradaties :
1e cat : WN’s/OAN : mogen wel beslag leggen op hun WG/ANleverancier-vd-staat (beslagmglhd)
2e cat : bankies : mogen SV cederen want zij financieren (inpandgeving mglhd)
3e cat : alle andere SE’s → geen beslag noch inpandgeving
o Stel conflict tss WN/OAN, bankier & andere :
OAN heeft nog stapje voor (art. 20,12°)
8. Voorrecht vd commissionair Agent : in eigen naam vr andermans rekening
Principaal Opdrachtgever (commitent)
Commissionaris K : ontvangt goederen
Derde VK
o Bij VK gaat eigendom vd 3e ZR’elijk rechtstreeks over nr commitent o commissionaris w nooit eigenaar vd goederen (ratio : handel promoten) o Wél verbintenisR’elijk een band ! o Bescherming principaal mr wat met commissionaris? o → Vordering op principaal mr geen onderpand o Oplossing : VR op goederen die hij in zijn bezit hft vr committent (mr nt in eigendom)
Eigenlijk is het dus een stilzwijgend pandR; uitvoering dient trouwens te w gedaan als bij Hdlpand
Commisionaris hft zelfde rang als panghoudende SE’s •
Bv. commissionaris stemt toe om 3e-pandhouder te zn, bv tov bank : °samenloop met VR vd pandhoudende SE → VR vd commissionaris zal voorgaan want hij was eerst
(anterioriteitsregel hier v toepassing + geen vermoeden dat commissionaris afstand wou doen v zn VR)
PANDRECHTEN Pandrecht : OK waarbij SA à SE zaak afgeeft tot zekerheid van zijn schuld (art. 2071) Verschillende soorten o ... naargelang zaak waarop pand betrekking hft : (art. 2072) o Genotspand → pand op OG (thans in onbruik) o Pand → op RG o ... naargelang burg of hdl o Burgerlijk pand : art. 2071-2091 o Handelspand : Wb Kh Titel VI o ... naargelang vereiste formaliteiten o Vuistpand (effectief overdragen) o Stil pand (SV, onlich) o Registerpand (bv inschrijving als buitenbezitstelling) Ter inleiding : W Fin Zekerheden (2004) o Oa pand v financiële instrumenten (effecten, swaps, obligaties) en contanten (bankrekeningen) o Art. 4 : vereiste v buitenbezitstelling o fin instrumenten zn soms lich RG (bv effecten à toonder), kn effectief w overgedragen zoals +/- vuistpand o Bankrekeningen daarentegen zn SV → art. 2075 v toep (stil pand enz) o Oorspronkelijk was effectieve buitenbezitstelling steeds een vereiste om v pand te spreken, omdat er publiciteit nodig was (vuistpand) o Evolutie : soms zeer onpraktisch dat bezwaard goed ook nog moest worden afgegeven → inschrijving in register, °registerpand o Realisme : SV in pand moet kn zonder publiciteit (stil pandR) Kenmerken :
o Overeenkomst (vgl VR : uit wet) o Zekerheid : accessoir, gn R op zaak mr op opbrengst zaak o Buitenbezitstelling (hoewel verschillende vormen : vuistpand effectief buiten bezit, stil pand niet, register ook niet) o Eenzijdig : enkel plichten vd PH! Groot ≠ met andere landen o Buurlanden, bv D : gn pandR, alles fiduciair o VS, art. 9 UCC : alg zekerheidsR, alle panden nr B’ische vorm vallen daaronder (factoring, leasing,...) = eenheidsprincipe o EU gaat ook die weg op : roep naar harmonisering (bv D wel fiducia, B verboden)
1. BURGERLIJK PAND a) Vuistpand Vuistpand nr burgerlijk R : art. 2074 Voorwaarden : •
Geschrift
•
Geregistreerd
•
Buitenbezitstelling bij vuistpand : vestiging pandR is afhankelijk van effectieve daad v buitenbezitstelling (overdracht vd feitelijke macht over het goed) – zie bv 2076 o Gevolg : meervoudige verpanding nt mogelijk want vereist buitenbezitstelling o Geldt als publiciteit tav 3e → tegenwerpelijk maken, 2279 bescherming o Kwalificatie : niet bezit, wel detentie inter partes, mr tav 3e zakelijk pandR o Feitenkwestie, soeverein oordeel R’er o Kan ook in handen v/e 3e tov SE (cf infra, 3e-pandhouder)
•
Pand mt in de handel & geoorloofd zijn
•
Pandgever moet eigendom hb o Cf zakelijk zekerheidsR : ZR hb om het tot zekerheid te laten dienen o Opm : pandgever kan ook andere zn dan SA (3e-pandgever)
o Het volstaat dat PH erop mocht vertrouwen dat PG erover kan beschikken, om beroep te kunnen doen op 2279 eenmaal het pand tot stand is gekomen (geen onderzoeksplicht) o Cass hft 2279 aangevuld : ook v toepassing als PH wist dat PG nt eigenaar was maar mocht denken dat hij erover kon beschikken (dus ZR’elijk, ruimer dan eigendom)
Bv. PG gft schilderij als pand mr is gn eigenaar; PH wist dit nt : welke positie hft hij? Bescherming 2279
Gn bescherming in geval v inpandgeving gestolen goed (zie 2e lid 2279)
Ook mgl 3 partijen betrokken (art. 2076 en 2077): •
3e-PH : bewaart goederen vr PH / in belang v PH
•
Voorwaarden : o Ondubbelzinnige overeenkomst o Buitenbezitstelling o Vr rekening PH
•
3e-PG : 3e die voor andermans schuld een eigen goed gft o = zakelijke borg!
b) Gewaarborgde schuldvorderingen (specifiek vr burg) Ook hier voorwaarden v inpandgeving, oa : •
Geschrift art. 2074 (cf infra, hfst 3.)
Verschillende mgl’hden : •
Verpanding voorwaardelijke SV
•
Verpanding toegekende SV
•
Verpanding « voor alle huidige en toekomstige sommen » : geoorloofd ? o Ja, op vw dat men weet waar SV ontstaat o Opm : “alle sommen” ≠ toekomstige goederen → die zijn a priori wel uitgesloten van inpandgeving o Kan zelfs voor onbeperkte tijd
vw : dat het opzegbaar is
wat is gevolg v opzeg? Verdwijnt zekerheidsR (pandR) volledig? •
Bestaande schulden : blijven verzekerd
•
Schulden die ° na opzeg : nt verzekerd
o Pand voor bepaalde termijn : wat gebeurt er wanneer T is afgelopen?
Hof v Gent : stel, krediet gegeven dr bank; klant hft schulden mr T is afgelopen → letterlijke interpretatie vh contract, schulden nt langer verzekerd na einddatum
≠ Dirix : de waarborgverbintenis komt idd tot een einde, mr de bestaande schuldverbintenissen lopen verder (zoals bij opzeg pandR onbeperkte tijd)
c) De rechten vd pandhouder •
Zakelijk pandR
•
RetentieR : o Weigeren terug te geven zolang schuld nt voldaan is o Maar! Relativiteit : niet tegenwerpelijk à 3en
Bv. schilderij bij PH, SE v PG kan er beslag op leggen (= beslag bij 3e)
Uitvoerend beslag : bezit ontnemen → zal niet nuttig zijn voor 3e, want bij verkoop vh beslagen goed zal PH over voorR beschikken
o Ook vr S’en die nadien zijn ontstaan en vroeger opeisbaar zijn dan oorspronkelijke S, kan men retentieR toepassen! Beperking :
•
Enkel Retentie, nt VR
Nt als S al bestond of als ze pas opeisbaar is na eerste S
Nt vr handelspand (infra)
Ook hier enkel inter partes
VoorR art. 20,3° HypW en 2073 : bij uitwinning zal opbrengst vh goed eerst naar hem gaan (subboedel)
•
R op parate executie : o PH kan pand uitwinnen zonder voorafgaand beslag te leggen! Hij heeft immers al het bezit o Wel steeds R’erlijke controle : de PH moet toestemming vragen (Rb. 1e Aanleg); art. 2078 geeft keuze :
(a) Vragen of er openbare verkoop mag komen of zaak inhouden en VK uitstellen
(b) Deskundige aanstellen die waarde schat tov SV, “dat pand aan hem zal verblijven in betaling en ten belope vd schuld”
o Art. 2078 :
Dwingend R, zelfs OO
Afspraak om 2078 buiten werking te stellen kan maar nadat S opeisbaar is geworden
Ratio : nt snel bezwaar zolang probleem nt à de orde is, pas druk als S nt betaald w
2. HANDELSPAND Opmerking : ≠ pand op de handelszaak (infra) Bron : Wet 1872 op handelspand (Handelspandwet, zit in Wb Kh mr apart genummerd) Criterium vr indeling handel / burg : aard vd hoofdVB (cf accessoir karakter) BW wel bij wijze v aanvullende bron indien WbKh er niets over zegt...
•
Vereiste v geschrift valt weg (verschil tov burgerlijk pand) : men moet de regels vd koop naleven (solo consensu) + buiten bezit gesteld w vd zaak (zakelijke OK); concreet: o Goederen : levering o SV : 1690 o Geeft wel moeilijkheden vr bewijs datum (vooral van belang vr art. 17 faillW!) → alle middelen om het te bewijzen, maar geschrift is meest aangewezen
•
Paar verschillen tov burg pand : o Parate executie kan hier ook, maar Voorzitter Rb 1e aanleg bevoegd o Vereffening/ uitwinning / “Pandverzilvering” : kan enkel dmv verkoop; Art. 1244 geldt hier niet (geen aanstelling v deskundige) o Itt 2081 niet alleen rente aanrekenen mr ook het kapitaal vd SV’en o Regeling mbt faillissement :
Door nieuwe faillW is positie pandhoudende SE teruggedrongen : •
Aangifte SV
•
Opschorting verhaalsR’en
•
Curator kan tegen betaling prijs pand inlossen
GA gelijkaardige regeling
3. VERPANDING VAN SCHULDVORDERINGEN SV die in pand gegeven w 3e - SA
Pandgever
Concurrente 3e : cessionaris, gesubrogeerde, andere PH, PHHZ, Rstr vord, delegataris, compensatie, beslag & faill : wie hft wanneer voorrang ?
Pandhouder
Hoe kan je SV in pand geven ? •
Voor ’94 : buitenbezitstelling door geschrift dat à PH gegeven w o = onzin : SV is ongrijpbaar, ja mag R uitoefenen zonder corporeel bezit o Rleer : via art. 1690 kan men ervoor zorgen dat PH niet meer bevoegd is om R’en uit te oefenen en SV te innen, mn door kennis te geven à 3e → uitoefening R’en is dan nt meer tegenwerpelijk à 3e
•
Na ’94 : art. 1690 afgeschaft, naar vormvrije cessie o Art. 2075 BW : PH krijgt bezit SV door het sluiten vd pandOK zelf (fictie, want onlichamelijk); moet nt ter kennis gebracht w à 3e want “bezit” als titel, ook al kan je bezit nt zien → stil pandR
Supra : burg pand SV : auth of geregistreerde akte; hdl pand SV alle middelen om te bewijzen
•
Probleem : onhoudbaar tegenover alle 3en, sommigen moeten beschermd w → Beschermde 3en : o (1) Tegenwerpelijkheid aan SA : art. 2075, lid 2 → vereist kennisgeving o (2) Conflict met SE’s die concurrente R’en hb op de in pand gegeven SV (art. 1690!) o Ook hier kennisgeving à SA bepalend voor toep anterioriteitsregel, ipv onstaan pandOK → vraag wat concurrente R’en zn :
A) conflict PH – cessionaris : concurrent R, kijken nr wie 1st kennis gaf à SA
B) conflict ≠de PH’s : kennisgeving
•
mr bij faill of andere samenloop : geen kennisgeving meer mgl; als geen van beiden kennis hft gegeven, dan gewoon anterioriteit toep op ° OK
C) conflict tss PH-HZ waarin ook verpande SV’en zitten •
supra, deel over PH-HZ : sommigen zeggen dat ook hier kenniggeving bepalend is
•
Contra : Dirix : zou afbreuk doen aan kenmerken vh registerpand (zoals P-HZ); men moet inschrijving P-HZ vgl met kennisgeving, niet kennisgeving met kennisgeving
D) Conflict met subrogatie v latere datum : PH enkel voorrang als eerder kennis heeft gegeven (dus kennisgeving PH vgl met ° subrogatie; eerdere subrogatie zal altijd voorrang hb)
E) Conflict met Rstreekse vordering of met delegataris : kan zonder pb w ingesteld, tenzij kennisgeving door PH (dan zouden ze ter KT zijn)
F) Conflict met SE’s die beslag hb gelegd, of samenloop bij faill : wat als er geen kennis is gegeven? Grote discussie •
Meerderheid : zo’n SE’s kn geen beroep doen op bescherming 1690, 3e lid, steeds tegenwerpelijk zolang pandOK geldig is ° (dit is net het kenmerk v stil pandR, anders weinig nut v 2075)
G) Compensatie : ook hier kennisgeving doorslaggevend; indien afwezig kan compensatie
H) Art. 1690, lid 4 : betaling ter GT dr SA vd verpande SV à SE vd PG
Inningsbevoegdheid o Zolang PH gn kennis hft gegeven kan 3e-SA bevrijdend blijven betalen in handen vd PG o Hier komt eind aan door kennisgeving : stil pand w hierdoor publiek pand, 3e mag nt meer betalen à PG o Probleem : wie mag innen? PG? Nee. PH? Beperkt R want geen cessie → leemte!
4. WET FINANCIËLE ZEKERHEDEN Ratio ° wet : versterken positie PH (separatistenpositie opwaarderen)
Toepassingsgebied : o Personae : o Ruim, niet beperkt tot fin wereld o Zowel Rpers als natuurlijke personen / particulieren! o Had dus beter in BW gestaan o Materiae : o “financiële instrumenten” : aandelen, oblig,... o “Contanten” : tegoeden op rekeningen (vglbr SV) Kenmerken : o Gn geschrift (alle middelen bewijs, zoals in hdl mr hier ook toep op part!) o Buitenbezitstelling art.4 WFZ : kan w gerealiseerd door het voorwerp vd pandOK op speciale rekening te zetten o Parate executie door PH : hier werkelijke parate executie, PH kn aandelen gewwon verkopen of ze zich toeëigenen wanneer SV nt betaald w o Uitz. : wanneer contractueel uitgesloten o Men moet zelfs nt meer langs Vz Rb 1eA o Achteraf wel controle mgl dr R’er (bv. wanneer voorwerp tegen bijzonder slechte prijs werd VK dr PH) = 1e element v versterking PH-positie Samenloop bij faill o PH kan zelfs na faill de activa nog verkopen, men moet met niemand rekening houden o Zie art. 11 : PH mag over fin activa beschikken, zolang hij op het einde mr een gelijkaardige waarde kan teruggeven Contanten → depositorekeningen in pand geven : evolutie o Vroeger : gevolg van zo’n inpandgeving was dat rekening geblokkeerd werd o 1994 : “levende rekening” volgens Rleer mgl, ook al heeft PG er nog toegang toe o 2004 : WFZ staat pand op “levende rekening” expliciet toe o Voorwerp vh pand : het saldo op de vervaldag (kan fluctueren) Opmerking : art. 2075 (buitenbezitstelling door kennisgeving) geldt enkel voor SV’en
Aandelen geen SV’en! 2075 dus nt v toepassing; men moet wel buitenbezitstellen + daarnaast kennisgeven à SA’en (= ...)
5. PAND OP DE HANDELSZAAK Wet 25/10/1919 : Wet in pand geven HZ Na vuistpand en stil pand, 3e categorie : registerpand → publiciteit door inschrijving op register a) Voorwerp van pand op de handelszaak : •
Alle RG die deel uitmaken vd handelszaak o Oa voorraden, mr beperking :
•
Uitdrukkelijk beding
Max 50% vd voorraden, andere 50% w vrijgehouden voor andere SE’s
Ook onlich goederen zoals goodwill b) Vestigingsvoorwaarden
•
Enkel fin instellingen kn PH zn (art. 7 P-HZ) o Ratio : vrees dat hdlaar in macht zou km v malafide SE’s
•
Particulier kan wel op afgeleide wijze SE w o 1e stap : Bank w PH v Hdlaar o 2e stap : particulier stelt zich borg tav bank o 3e stap : borg w aangesproken en betaalt ipv bank o 4e stap : dankzij die betaling w borg gesubrogeerd i/d R’en vd bank, en verwerft zo het pandR
•
Vormvereisten (art. 3 P-HZ) o Geschrift o Borderel (samenvatting) mt w ingeschreven op hypkantoor (vglbr OG) o T: 10j geldig (verlengbaar) c) Verplaatsing vd handelszaak
•
Voorbeeld : pand ingeschreven in Leuven mr bedrijf verhuist nr Mechelen : blijft pandR geldig? o Rspraak meestal ja, geen bijkomende voorwaarden o Mr : stel verhuis Leuven – Mechelen; in Leuven ingeschreven vr Fortis, in Mechelen vr KBC
Dirix : gn voldoening o publiciteit wordt zo verwaarloosd want ondanks de raadpleging vd registers kan je nog steeds bedrogen uitkomen omdat je niet in de juiste registers zou hb gekeken o Monitoring : verplichting v bankier om bedrijf te volgen, hij zou moeten verplicht z in te schrijving in Mechelen, infoplicht verstrengen o Volgens Dirix is dus bijkomende inschrijving vereist
[6/12/2005] d) Verkoop vd verpande handelszaak Kan dit zomaar? 2 hypotheses : • Handelaar vervreemdt stukken vd hdl-zaak : o Art. 11, lid 2 W 1919 : grondstoffen die door PG vervreemd w kn dr PHbankier teruggevorderd w om zo het VR erop toe te passen (volgR v 6m) o Evenwel : als 3e ter GT was w deze beschermd dr 2279
Normatieve invulling GT : paste de transactie i/d normale bedrijfsuitoefening vd PG? (bv. verkoop v voorraden)
•
Handelaar vervreemdt handelzaak in haar geheel o PandR blijft juridisch behouden, mr zorgt wel vr feitelijk probleem o Bv. inbreng in venn, binnen handelszaak vermengd met andere activiteiten, bij vervreemding w realisatie problematisch want men weet niet op welk aandeel het pand geldt (?) e) Procedure uitwinning
• Eerst ingebrekestelling en beslag leggen op bestanddelen handelszaak
o Ratio : bij vuistpand is er bezit, bij registerpand nt → men moet de omvang vd handelszaak eerst kennen door gerechtsdeurwaarder te laten opschrijven wat bestanddelen zijn o Dit is een beslag sui generis, op alle goederen (“in globo”)
Bv. beslag op SV (ongeacht op 3e verwittigd is!), cliënteel,...
•
Neerlegging na beslag bij Vz Rb, die iemand zal aanduiden om goed te VK
•
Bij faillissement valt dit samen met de pandverzilvering vd handelszaak o Probleem : curator & pandhouder-separatist staan tegenover elkaar; wie zal Vz aanduiden om na faill de pandverzilvering te laten verrichten?
PH : vreest uitgewonnen te w
Curator : dient ieders belang
→ Rspraak kiest daarom meestal vr curator omdat hij meer garanties biedt vr betaling andere SE’s
o Handelspand vormt wel subboedel in faill; PH moet nt bijdragen in lasten vh hoofdboedel f) Rangregeling (opm : zeker examen vlgs notities) o Principe : anterioriteitsregeling → oud zekerheidsR > nieuw zekerheidsR o Maar uitzonderingen (voor zij die tot het vermogen bijgedragen hebben) Hele reeks conflicten denkbaar : 1. Tussen verschillende PH-HZ : anterioriteitsregel op basis v inschrijving registers 2. PH-HZ & Hyp SE : ook anterioriteit op basis v inschrijving (let wel, handelszaak enkel RG, kan hyp op RG? Infra) 3. PH-HZ & landbouwVR : ook 2 registerpanden, anterioriteitsregel 4. PH-HZ & niet-betaalde verkoper v bedrijfsuitrusting (art. 20,5°) •
Zie art. 23 HypW : verkoper > PH-HZ
•
Cass : maakt niet uit of factuur voor of na de inschrijving vh pand is neergelegd
•
Probleem : neerlegging nu niet meer verplicht. Volgens Dirix moet zelfs dan (geen neerlegging?) de VK prevaleren op de PH
5. PH-HZ & VR verhuurder (stofferende goederen) : anterioriteitsregel op basis v inschrijving Hdlzaak enerzijds en datum °uitvoering huurOK anderzijds (= conflict tss 2 pandR’en) 6. PH-HZ & vuistpand •
Bv : pand op HZ mr later bezwaart de PG zijn boomstammen (deel v HZ) à andere SE’s om nieuwe financiële middelen te krijgen, of bv warrant op goederen die ook onder HZ vallen
•
Ook hier anterioriteitsregel (conflict tss 2 pandR’en)
7. PH-HZ & VR kosten tot behoud vd zaak •
Kosten tot behoud : enkel voor bepaalde onderdelen vd HZ, nt het geheel
•
Art. 22, lid 1
8. PH-HZ & Commissionair •
Anterioriteit, mr nuancering door 2279 (normale exploitatie + GT commissionair)
9. PH-HZ & pandhouder v/e SV •
Sommige Rleer : “hangt af v tijdstip kennisgeving vh pand” (afgeleid uit art. 1690,lid 3)
•
Andere (Dirix) : art. 1690 hier toepassen zou afbreuk doen a/d aard vh registerpand : tijdstip voor HZ hangt nt af v kennisgeving m v inschrijving in register (geen bijkomende form opleggen voor tegenwerpelijkheid). Gewoon toepassing anterioriteitsregel, waarbij men dus vr PH-HZ kijkt naar register, en vr PH-SV kijkt naar kennisgeving à SA.
10. PH-HZ & cessionaris (à wie PG een SV uit de HZ cedeert) •
Sommige Rleer : door cessie verdwijnt SV uit HZ en w het pand daarop zonder voorwerp
•
Dirix : akkoord, verdwijnt uit vermogen, mr het pandR blijft eraan vastkleven
•
Toemaatje : belang vd rangorde bij factoring: o Factoring : ik geen al mijn SV’en à factoringmpij en ik krijg direct geld (min disconto)
o Tov PH-HZ mag dit (fact.mpij int SV’en), zolang PH geen beslag heeft gelegd op de HZ o Indien ° samenloop mag men niet meer à factoring doen; (bv. na faill, pandverzilvering) bezwaring met pandR dat tegenwerpelijk is door louter inschrijven in register 11. PH-HZ & Onderaannemer (VR op SV v AN op BH, art. 20,12°) •
Indien je anterioriteitsregel zou toepassen, zou 20,12° nooit v toepassing zijn
•
Wetgever wou OAN beschermen + Cass 25/3/2005 : voorrang OAN op PH, bank
•
! met de Rstreekse vordering die de OAN op de AN heeft is dit niet zo : stel dat AN zijn SV op de BH heeft verpand (oa door P op HZ) + deze laatste beslag heeft gelegd, dan kan de Rstreekse vordering nt meer w ingesteld
12. PH-HZ & Verkoper met eigendomsvoorbehoud : eigvbh hft voorrang 13. PH-HZ & Leasing •
Gewone leasinggever hft eigendomsR, behoudt dit, voorrang
•
Sale & lease back : hdlaar is eigenaar, verkoopt à leasingmpij die het opnieuw verhuurt : voorrang vr de PH.
Conclusie mbt pand op HZ : •
W 1919 : systeem v publiciteit via registers
•
Carf-out (?) : voorraden speciale regeling, max. 50% en dan nog alleen als het expliciet bedongen is
•
Rspraak : voorkeur à curator want die heeft meer oog vr geheel vd SE’s
•
Strikte toepassing vd anterioriteitsregel o Zou tot gevolg hb dat bankier altijd zou winnen; daardoor zou PG helemaal afh w vd thuisbankier o Daarom evenwicht :
Bank die krediet verleent heeft sterke positie omdat HZ er door haar is gekomen – stel bv dat hdl’aar daarna met geld vd bank een sale&leaseback zou doen, dan zou bank hele zekerheidspositie ondermijnd zn; vandaar correctie ten voordele vd bank
Indien er nieuwe activa i/h vermogen komen (bv. van onbetaalde VK) dan geldt het VR 20,5° of het eigvbh wel tov de bankier. Concreet : als VK auto verkoopt mr hiervoor nt betaald zou zijn, dan is het logisch dat hij hier VR op heeft; pandR vd bankier w hierdoor nt uitgehold
Idem vr leasing : revindicatie vd L-mpij doet niets af à pandR vd bankier en holt het nt uit (anders zou L-mpij niet leveren)
6. DE WARRANT W 1862 : tegemoet komen à pb dat bij pand op voorraden en andere omvangrijke zaken, het voorwerp (die voorraden dus) moeilijk buiten bezit kn w gesteld. Ze kunnen nt om het even waar opgeslagen w. → concept warrant : figuur vd 3e – PH waar zaken gestokeerd zn. Kenmerken
•
3 partijen : SE, SA, uitgever warrant
•
Waardepapier in het dubbel afgeleverd o Het origineel = de warrant, vertegenwoordigt het pandbezit (w door uitbater stapelplaats uitgevaardigd à diegene die bewijst vrij over goederen te kn beschikken) o Het dubbel = de cedel/ceel, vertegenwoordigt het beschikkingsR maar bezwaard met het pand o Enkel wie zowel over warrant als cedel beschikt, heeft vrije beschikking over de goederen
•
Bv. boomstammen → commissionair gaat ze lossen in A’pen. Boomstammen liggen in opslagplaats, daar w 2 documenten uitgegeven : de warrant gaat nr de bank, die de goederen hierdoor zogezegd in pandbezit hft, en de eigenaar blijft eigenaar.
Nieuwe figuur i/d Rspraak : warrantage aan huis •
Bv. boomstammen w geleverd à hdl’aar die bomen in hangar legt. Bank kan hier wel via warrant het zogenaamd bezit hb, de bomen liggen wel thuis bij de hdl’aar zodat de bank kan vrezen dat deze het bezitsrecht gaat uitoefenen
•
Vandaar warrantage à huis : er kan een warrant gegeven w, op vw dat de handelaar écht niet aan de goederen komt; de goederen moeten mn werkelijk buiten bezit gesteld w
•
Hoe doet men dat? Hangar moet toe zijn, op slot, hdl’aar mag nt binnenkunnen, anders is het nt tegenwerpelijk bv bij faill.
Opmerking : •
In praktijk vraagt bankier vaak zowel warrant (bezit) als cedel (beschikkingsR) om zijn zekerheid te vergroten.
•
Moet warrantagebedrijf bij wie de goederen liggen nagaan of warrantgever eigenaar is vd goederen? o Cass : Warrantbedrijf beschermd door art. 2279 dus gn onderzoeksplicht (?)
EIGENDOM TOT ZEKERHEID Traditioneel : eigendom kan niet w overgedragen als zekerheidsR •
Men kan enkel de volle eigendom overdragen, mr niet als zekerheidsmechanisme
•
Reden : o Wetsontduiking : we hebben het hypR, pandR (gebaseerd op bezit of inschrijving, nt op eigendom) o Zekerheidseigendom creëert nieuw soort eigendom terwijl we numerus clausus hb
Toch kennen we enkele toepassingen : •
Leasing (SE blijft eig)
•
Eigvbh (SE blijft eig)
•
Fiduciaire eigendom : SA draagt goederen over à SE’s o Bv sale & lease back, WFZ
1. BETALING V/E GELDSOM TOT ZEKERHEID Geldsom overhandigen die SE op rekening plaatst : pas indien à VB is voldaan, w geldsom teruggestort
•
Variante : escrow account (geld à 3e “escrowee” geven die het pas à begunstigde zal geven als VB is nagekomen)
•
Speciën, chartaal geld, niet giraal (contanten) want dat valt onder WFZ (?)
•
Traditioneel : SE w eigenaar door vermenging met vermogen dus kan het geld nt gerevindiceerd w : men zal enkel beschikken over een SV tot betaling v/h geld, gn afgifte vh geld o = onregelmatig pandR vlgs sommigen o ≠ Cass : betaling tot zekerheid (“onrglmatig pandR = quatsch” want er is helemaal geen pand (overdracht v bezit), er is overdracht v eigendom)
•
Voorbeeld : o SE hft som geld v SA tot zekerheid; SA gaat failliet : SE zal compenseren ten belope v zijn SV en het surplus terugstorten à boedel. o Wat als SE failliet gaat? SA “ik wil mijn geld terug” → 2 hypotheses : •
Als SA VB nog niet heeft uitgevoerd mag hij à Svgl doen
•
Als hij wel al VB is nagekomen mr geld nog nt hft teruggekregen : gewone chirografaire SE
Wat gebeurt er met de interesten bij het terugstorten vd zekerheid? •
Cass 11 mei 2000 : geen R op rente vr de SA, gewoon nominaal bedrag tenzij het bedongen werd of dat er een ingebrekestelling was
•
I/d praktijk : w gewoon bedongen
•
Cass. 4 april 2003 : o SE belegt geld tot zekerheid vd SA, maak er winst op o SA komt zijn verbintenis na, wil zn geld terug : heeft hij R op de vruchten van zijn geld? o Nee, er is vanwege de SE geen verantwoording veschuldigd van wat met het geld gebeurt is, hij heeft de gewone eigendom van het geld en is enkel nominaal gehouden een bep som terug te geven •
Gewone eigendom : eigenaar vh geld tot zekerheid + van de vruchten die het opbrengt
•
≠ zekerheidseigendom : gn nadeel vr de SA, anders zou het verrijking zonder oorzaak zijn
•
Cass zei dus hier dat het om gewone eig gaat, geen zekerheidseig
2. EIGENDOMSVOORBEHOUD a) Bij koop Art. 101 FaillW : grote verandering mbt eigendomsvbh, sinds ’97 tegenwerpelijk à faillissement Oud R •
Eigvbh was in de regel niet tegenwerpelijk
•
Uitz : reeds voor de samenloop vr faill ingeroepen, goederen teruggevraagd
•
Wanneer eigvbh nt geldig kan je eventueel nog proberen terugvallen op oude R
Toepassingsgebied : •
Tegenwerpelijk in alle gevallen v samenloop en dus nt enkel vr faill (logisch)
•
Bv. beslag, ontbinding Rpers, GA,...
Kenmerken : •
Zekerheidseigendom : louter zekerheidsfunctie en niet meer dan dat o Bv. : VK met eigvbh, mag eigendom niet bezwaren met nog andere zekerheden (≠ D)
•
Accessoir R o Bv indien bank à VK’er betaalt, treedt hij in de rechten van de VK en kan hij ook eigvbh doen gelden
•
Welke R’en en plichten? o Verrijkingsverbod : men mag zich door eigvbh nt verrijken
cf ≠ arrest Cass over geldsom tot zekerheid, daar werd het gekwalificeerd als gewone eigendom zodat SE wel rente / opbrengst mocht houden)
Bv. VK met eigvbh goed met waarde 100. K heeft al 90 afbetaald. K gaat failliet, mr het goed dat hij gekocht had is op moment v faill nog slechts 80 waard. Kan VK revindiceren? Stel revindicatie : VK zou dan 80 terugkrijgen, terwijl hij eigenlijk nog maar 100-90=10 moet krijgen. •
Fr Rspraak : 80-10=70 terugstorten
•
B’isch R : art. 108 FaillW : “lossingsR vd curator” → hij kan beslissen 10 te betalen en het goed in de boedel te hoduen
Gevolg : men moet tijdig revindiceren want anders verliest men zijn vorderingsR i/h faill. Wat is tijdig? •
Op moment v PV verificatie SV’en moet curator weten wat hij kan verkopen, dan moet er dus duidelijkheid bestaan over wat hij kan verkopen (betekent dit dat VK nog mag revindiceren tss ° faill en afsluiting PV?)
•
Sanctie bij laattijdigheid : verval v R! (vlgs Fr Cass nt strijdig met art. 1 EVRM)
•
Wat als men tijdig was maar curator heeft goed toch al verkocht? o Zakelijke subrogatie : R op opbrengst o Vordering van de boedel omdat SV ontstaan is na faill
o VK behoudt wel risico want blijft eigenaar (uitz : indien bedongen) Eigendomsvbh & Ger.A : zie art. 21 GA : SE-eigenaar mag nt revindiceren tijdens GA Art. 101 - toelichting : •
Geldigheidsvw eigvbh : geschrift ten laatste op moment v levering o Gewoon geschrift volstaat, kan met alle middelen bewezen w (notities : “handelszaken” – altijd?) o Na levering zou men in situatie v fiduciaire overdracht komen, kan nt in B o Bv. geen geschrift m telefonische bestelling, op leveringsbon staat gn eigvbh mr op factuur wel en deze w nt geprotesteerd : kan VK eigvbh inroepen? Nee, want opgemaakt nà levering!
•
Voorwerp o In natura bij SA
Moet herkenbaar aanwezig z
≠ D : nog steeds eigvbh ook al zijn goederen verwerkt
o RG - wat met onroerendmaking?
Onroerend gemaakt dr bestemming : eigvbh doorstaat dit!
! niet indien onroerend door incorporatie •
Bv. conflict tss eigvbh en hyp.houder mbt goed dat onroerend werd dr incorporatie : eigvbh zal mt wijken
•
Opl : VK hft ook nog een VR als onbetaalde VK! Let wel, hij moet daarvoor de facultuur neerleggen; indien à die form voldaan dan zal hij het halen vd Hyphouder
Kan men als VK op 2 paarden wedden? •
Enerzijds : beding v eigvbh (= ik blijf eigenaar)
•
Anderzijds : neerlegging factuur (= ik wil VR, andere is eigenaar)
•
→ Dirix : men mag op 2 paarden wedden maar in geval van samenloop moet men kleur bekennen. Waarom mag dit? 3e w niet geschaad, hij w net extra geïnformeerd.
Conflict met 3e- Koper : zakelijke subrogatie o Voorbeeld o T1 : VK met eigvbh o T2 : K verkoopt goed verder à 3e o T3 : faill v K → De SV komt i/d plaats vh eigvbh, zakelijke subrogatie o Evenwel 2 hypotheses denkbaar : o 3e betaalt zijn S voor het faillissement : VK hft geen R meer want het is niet langer traceerbaar (vermenging in vermogen v K) o 3e betaalt niet voor °faill : SV komt in plaats vh (notities : onroerend) goed, zakelijke subrogaties
Conflict met cessionaris o Voorbeeld : o T1 : VK met eigvbh o T2 : cessie vr “alle bestaande en toekomstige vorderingen” v K ten gunste v cessionaris-bankier o T3 : verkoop goed dr K à 3e-K o T4 : faill K o Oplossing : curator neemt gelden op; bankier zal stellen dat alle vorderingen à hem werden gecedeerd en dus ook die van K op 3e-K. Toch zal VK met eigvbh voorgaan want vordering valt nooit i/h vermogen vd K, ze wordt weggekaapt dr het eigvbh met zakelijke subrogatie!
Conflict met verhuurder → Verhuurder heeft VR op alle stofferende goederen indien GT, ook al is er eigvbh. EigvbhVK’er kan GT wegnemen door vbh ter kennis te brengen op moment dat goed w binnengebracht (supra) b) Bij leasing Conflict met financial leasing Kenmerken leasing : o LG is eigenaar v/e goed dat hij koopt bij de fabricant (koopOK) en dat hij least à de Lnemer (huurOK) o Financieringscontract : na verloop van T krijgt LN kans om het goed te kopen; LG heeft eigendomvbh maar is eigenlijk zelf niet geïnteresseerd, wil vooral eigendom als zekerheid o LG juridische eigenaar o LN economisch o Tegenwerpelijk à andere SE’s? o Cass. ’81 : ja, want zonder eigvbh is leasing nt interessant o KB ’67 : zakelijkR’elijk heeft leasing weinig betekenis : enkel economische reglementering o Thans 101 FaillW : geldt voor elke revindicatie uit eigvbh, dus ook voor leasinggever
Ook hier : stel nog maar 10 vd oorspronkelijke 100 te betalen : Cass 2000 → nog 10 bijbetalen en dan eigenaar, anders Rmisbruik
Fiducia-verbod o Vgl met pand : ipv bezit over te dragen, eigendom overdragen à SE (terwijl SA bv nog steeds kan bezitten, in sommige gevallen) → erg sterke zekerheidspositie o In B niet erkend (Cass: geen externe werking) o Uitz : WFZ o fin activa en contanten k w overgedragen tot zekerheid, je w effectief eigenaar vd fin instrumenten
o Beperking : enkel v toep tss Rpers, nt als er particulieren in de verhouding verwikkeld zn (zij moeten terugvallen op inpandgeving)
ANDERE MECHANISMEN MET ZAKELIJKE WERKING 1. RETENTIERECHT Voorwaarde om RR uit te oefenen: o Band tss de opeisbare SV en het goed dat de SE in detentie heeft (mag dus nt vr SV die niets met goed te maken hft) o Verlengd retentieR : band toch wat versoepelen o Bv. lange relaties, veel handel gedreven o RetentieR voor andere goederen kan bedongen w, i/h kader v/e geheel v transacties
Evenwel nt artificieel, mt beantwoorden à economische realiteit (vlg HvB A’pen)
o Band met ENAC : ENAC steunt op juridische band (kan ook voor facere bv) terwijl retentieR op materiële band steunt (kan wel samenvallen bv bij levering) Zekerheidsfunctie Aard vh retentieR : betwist! Vooral in relatie met separatisten o Meerderheid : zakelijk R o Dirix
onafhankelijk R
Valt of staat met bezit
Gn VR, toch R met zakenrechtelijke aspecten want tegenwerpelijk à 3en o Soms toch de duimen leggen : in conflict met andere ZR’en geldt anterioriteitsregel o Bv. garagist herstelt auto, factuur w nt betaald, pers gaat failliet → retentieR ° bij °OK o Bv. VK auto à 3e → rententieR maakt dat VK nt tgwerpelijk is à garagist
o Niet-eigenaar laat auto herstellen, tòch retentieR vd garagist danzij 2279
Conflict tss retentor & hypothecair : o Anterioriteit o Retentor-hersteller w evenwel verondersteld te weten of er hyp was (dus hier gn anterioriteit?)
2. DELEGATIEOVEREENKOMST
A – scheepswerf – SA-delegant
B – Rederij – gedelegeerde SA
C – motorenfabriek – SE-delegataris
Twee contractuele relaties :
Tss SE (A) & SA (B)
Tss SA (A) & SE(C)
SE (C) wil nieuwe zekerheid. 3 partijen sluiten een OK waarbij de SA(B) zich tov SE(C) verbindt zijn S die hij normaal aan SE(A) moet voldoen, Rstreeks à C zal voldoen.
Gevolgen : o De SV komt exclusief aan C toe o De SV tss A & B w onbeschikbaar : A verbindt zich ertoe dat B nt meer aan hem mt betalen o Gedelegeerde SA mag geen excepties opwerpen uit relatie A-B; abstract karakter o Stel : SE v A legt beslag in handen v B (beslag onder 3e) : kan niet, SV is onbeschikbaar
→ de delegatieOK is tegenwerpelijk à 3e en heeft dus zakelijke werking
3. DE RECHTSTREEKSE VORDERING ! ° uit wet, niet contract !
Art. 1798 : algemeen v toepassing op alle OAN → als BH betaalt à OAN vervalt SV tss OAN en AN
Art. 20,12° : enkel in bouwsector → VR bescherming, ook Rstreekse vordering 100
BH
AN 40
40 OAN
Voorbeeld
Toepassingsgebied : cf hierboven, toepgebieden 20,12° en 1798 vallen nt samen
Oan kan gn Rstr vordering instellen wanneer het een andere aanneming betreft, het mt i/h verlengde liggen vd OAN
Voorwaarden uitoefening Rstreekse vordering : o Vormvoorschriften : Cass 25/3/2005 : gn vormvereiste, gewone brief of mail volstaat o Moet SV v AN al opeisbaar wanneer OAN vord instelt?
Cass 19/3/2004 : Boelwerf •
OAN had werken uitgevoerd à schip en werd nt betaald dr AN
•
In relatie opdrachtgever (OpG) & AN : in totaal 1000, laatste 100 pas verschuldigd na oplevering
•
OAN stelt vordering in tg OpG, mr reply : “we moeten pas betalen na oplevering, ben nog gn SA”
•
Cass : fout, er is weldegelijk een SV en dus ook al SA, nog nt opeisbaar mr wel een voorwerp. Er moet wel nog effectief gewacht w met uitoefenen, de exceptie ex OpG-AN kan dus wel degelijk w ingeroepen tav OAN
•
Kan Rstr vordering nog ingesteld w na faill v AN in dit geval? o Nee : door faill verdwijnt SV OpG-AN (er zal nooit een oplevering komen) dus ook Rstr vord op basis daarvan. o OpG kan enkel nog betalen à curator in kader v faill
o OAN zal wel beschermd w dr VR
Positie v BH : kan alle excepties uit verhouding BH-AN tegenwerpen à OAN
Verschil met delegatieOK :
Rstr vordering v OAN is onvolmaakt : ze heeft pas gevolgen na instelling ervan terwijl delegatieOK inherent is à contract & bovendien tegenwerpelijk is à 3en (+ cf abstract karakter).
COMPENSATIE / SCHULDVERGELIJKING (ART. 1289) Principe : A moet 100 à B, B moet 50 à A dus A moet eigenlijk 50 à B : compensatie tss wederzijdse SV’en, restSV ten belope vh laagste bedrag. 2 functies : •
Wijze v betaling “met gesloten beurzen”
•
Zekerheidsfunctie : ontsnappen à regels v evenredige verdeling
3 soorten : •
Wettelijke Svgl
•
Gerechtelijke
•
Conventionele a) Wettelijke schuldvergelijking
Kenmerken :
•
Wederkerig o Uitz : 1293
Teruggaveplicht – bv : iets gestolen, verrijking zonder oorzaak,... : niet eisen dat er schuldvergelijking gedaan w
Teruggave goed in bruikleen / bewaargeving
Onbeslagbare vordering tot levensonderhoud mag ook niet per compensatie
o Natuurlijke verbintenis : niet afdwingbaar (?)
•
Vordering tss 2 dezelfde partijen o Volstaat nt dat je 2 partijen hbt, ze moeten ook nog in zelfde hoedanigheid optreden o Bv. vader vd WG’er ≠ persoon B; Vennoot ≠ vennootschap o Uitzonderingen :
(1) de borgtocht (niet duidelijk)
(2) de fiscus •
Staat als privaat persoon : regels v gemeen R toepassen : Svgl mgl als persoon in zelfde hoedanigheid optreedt
•
Staat als publiek persoon : mag nt belemmerd w in inning belastingen o Evenwel : 1/8/1985 : als je fiscale schulden hbt maar je bent zelf SE vd staat, dan mag je belasting opschorten tot OH betaalt o 27/12/2004 : art 334 (van welke wet?) compensatie in inkomstenbelasting en in BTW, mr enkel dr OH, nt particulier
•
Uitgedrukt in geld of vervangbare zaken o = altijd vb om iets te geven, niet om te doen o Bv. x kilo graan etc o Het moet echt om vervangbare zaken gaan en “van dezelfde soort” zijn, mr partijen kunnen zelf zien wat ze onder vervangbaar verstaan
Bv. geld kan aanzien we als nt-vervangbare zaak! Bv. als de munt ertoe doet (een euro van vaticaanstad is geen euro van D)
1 uitz op “van dezelfde soort”: 1291 BW “graan kan met geld gecompenseerd w” onder bepaalde vw’en (dit is ook bruikbaar voor verschil in muntstukken)
•
Opeisbaar o Wanneer SV nt opeisbaar is kan SA nt gedwongen w te compenseren
o Uitz : 1244 BW : als men uitstel v betaling hft bekomen mr er is toch aan alle eisen voldaan v Svgl, dan kan Svgl toch w doorgevoerd (steunt dit niet eerder op 1292 BW)
•
Effen schulden / liquiditeitsvw o Zeker bestaande SV o Bedrag moet vaststaan (mag gedeelte zijn dat vaststaat, met dat gedeelte compenseren)
Wettelijke Svgl : vindt v Rswege plaats, zonder weten v partijen om. Men kan er afstand v doen, nt verplicht b) Gerechtelijke schuldvergelijking Wanneer nt alle vw’en v wettelijke Svgl voldaan zijn : beroep doen op R’er om toch Svgl te laten doorvoeren. Welke voorwaarden dan wel? •
Enkel laatste vw vereist : effen schulden (liquiditeitsvw)
•
Evenwel mbt vw van opeisbaarheid bij wettelijke Svgl : R’er kan S nt vroegtijdig opeisbaar maken (dus ook dat als vw?)
•
Als R’er zorgt dat vw Svgl in werking treden, dan is dankzij daad vd R’er een Svgl mgl = constitutieve daad o ≠ declaratief karakter bij wettelijke Svgl
(?) c) Conventionele schuldvergelijking Terug naar art. 2089 = facultatieve schuldvgl (wettelijk, maar partij kan ervoor zorgen dat à vw voldaan is) niet verwarren met conventionele Svgl Bv. facultatieve Svgl : •
Bv. A → (opeisbaar) → B maar B → (niet opeisbaar) → A : geen facultatieve Svgl mgl maar A kan afstand doen v opeisbaarheid : dan kan wettelijke Svgl intreden (zo in notities, dus tss 2 niet-opeisbare S’en?? Is het niet eerder dat B beslist dat hij zijn R van niet-opeisbaarheid afstaat zodat beide opeisbaar zijn?)
•
Bv. A → (opeisbaar) → B en B → (natuurlijke VB) → A : als B zelf beslist “ok, ik betaal”, dan is wettelijke Svgl mgl (dankzij beslissing partijen)
Vlg met conventionele Svgl : •
Gevolg v/e uitdrukkelijke wilsuitdrukking v partijen
•
Cf alle bepalingen v nt-dwingend R kn gewijzigd w, ook binnen zekerheidsR w hiervan gebruik gemaakt o Bv. “Eenheid v rekening”-beding : alle rekeningen v cliënt w bij bank gezien als 1 rekening (debet-credet, kan gecompenseerd w krachtens zo’n beding) o Bv. “compensatiebeding” : resultaat v alle rekeningen w bij elkaar geteld o Bv. “netting” : bilaterale of multilaterale Svgl (infra, zie ook link met W Fin Zek) d) Schuldvergelijking en derden
Principe : Svgl mag gn afbreuk doen à R’en v derden. Toepassingen : •
Derdenbeslag o (1) wettelijk
Bv. A SA v B, SE’s v B leggen beslag onder 3en in handen v A: indien A nadien SE w v B, mogen elkaars S’en nt meer gecompenseerd w (idem als SV van A wel al bestond, maar nog niet effen of opeisbaar was)
Uitz : connexe SV’en (zie bij faill hieronder) + belastingen vr fiscus vallen nt onder 1289 (derdenbeslag hier gn invloed op)
o (2) conventioneel
Art. 14-15 WFZ : conv Svgl kan nt beïnvloed w door 3e-beslag (ook hier 1289 nt v toep)
•
Faillissement o (1) wettelijke Svgl
Samenloop v SE’s, paritas-regel treedt in werking vanaf °faill dus Svgl daarna zou afbreuk doen à gelijkheidsbeginsel
Is eigenlijk vorm v algeheel beslag, waar indiv beslagregel ook van toepassing op is
Evenwel : als à alle vw’en v wettelijke compensatie reeds voldaan was voor het faill, dan blijft dat R verworven
Uitz op regel verbod compensatie : verknochte / samenhangende / connexe SV’en •
= 2 SV’en uit dezelfde Rhandeling (bv zelfde OK)
•
Samenhang hangt af v soeverein oordeel vd R’er
•
Vw : beide SV’en moeten ontstaan zijn voor de samenloop
o Toemaatje : internationale insolventieprocedure
In principe InsolventieVo van toepassing (IPR) •
Kijken naar land waar SA faill werd verklaard voor toepasselijk R (“ lex concursus”) → als buitenlands R Svgl toelaat (Ned R), dan Ned R toepassen en Svgl toelaten
•
≠ in B’ische IPR-codex o Ook lex concursus, maar onmiddellijk afwijken van lex concursus tvv lex contractus : als lex contractus strenger is, dan kan Svgl uitgesloten w
•
Onduidelijk...
o (2) conventionele Svgl
Hier heeft intreden v faill gn invloed op mogelijkheid Svgl : geen vereiste v connexe SV’en. Wél kijken nr moment v ontstaan SV (moet voor faill zn)
e) Svgl en cessie (art. 1295) (1) wettelijke Svgl •
A en B hb wederzijdse SV’en, SV van A op B w gecedeerd à C, B w in kennis gesteld hiervan
•
Gevolg : B kan gn Svgl meer doen
•
Wat als kennisgeving gebeurt na Svgl? Hangt af of B cessie had erkend (indien nt : Svgl mgl)
•
Art. 1295 : ditmaal geen uitz voor connexe vorderingen : kan nt meer na cessie
•
Art. 334 Programmawet : wel uitz mgl
(2) conventionele Svgl •
Gn invloed : art. 14 WFZ
•
Allemaal onduidelijk,...
HYPOTHEEK Definitie : zie art. 41 HypW Kenmerken •
Zakelijk zekerheidsR (≠ zakelijk R) op OG
•
VolgR (art. 96) : onafh van wie OG in handen heeft (illustratie v zakelijk karakter) o Bij VK blijft oorspr SA persoonlijk gebonden en latere verkrijger gebonden propter rem (= “3e-bezitter”) o Stel uitwinning v goed in handen v 3e-bezitter : voorrang op alle andere SE’s vd 3e (logisch) o Einde v volgR indien einde OG (goed verdwijnt) – zie art. 79
gebeurt zelden want meestal is er zaakvervanging
zie art. 10 HypW : zakelijke subrogatie is algemeen beginsel geworden, geldt vr alle zakelijke zekerheidsR’en (p. 417 : zekerheidsR’en zijn het beloofde land vr de zakelijke subrogatie) •
Bv : deel van OG brand af, verzekering betaalt vergoeding; R’en v Hyp SE gaan over op vergoeding indien het nt gebruikt w vr herstelling
•
Zie ook art 58 verzekeringswet : R vd hyp SE versterkt, verzekeringsmpij moet onderzoek doen inzake bestaande hypR’en
•
Rsituatie vd 3e-bezitter o Is een soort zakelijke borg : niet persoonlijke SA, maar zekerheid weegt op deel v zn vermogen o Hoe kan hij goed v hyp ontdoen?
(1) Hypotheekzuivering (art. 110 ev, art. 1323 GerWb) •
Nt meer tegemoetkomen aan R’en dan goed waard is : indien 3e-bezitter goed wil kopen, dan is zn plicht tov hypSE’s voldaan als hij de marktprijs vh goed krijgt, ook al zouden alle hypSE’s daarmee niet genoeg hebben gekregen o = vrijwillige hypzuivering
•
Soms v Rswege hypzuivering : o Bij onroerend beslag (VK na beslag bij openbare VK : sowieso gaat hyp eraf) o Bij faillissement
(2) Afstand vh goed dr 3e-bezitter wegens hyp : curator w aangesteld over het goed, zodat die de procedure voert (art. 98)
(3) Betaling vd S : 3e treedt i/d R’en vd hypSE tav SA, ook wat rangregeling betreft (art. 106)
(4) Hyp SE’s uitvoerend beslag op OG als geen vd mogelijkheden hierboven werd benut (art. 106)
•
Onroerend karakter vd hyp o Kan enkel gevestigd w op zelfstandige zakelijke rechten op OG (bv ook hyp mgl op vruchtgebruik op OG) (art. 46) o Art. 74 : men kan niet voor méér hyp vestigen dan waarover men beschikt (bv. beschikking onder bepaalde modaliteiten : hyp moet ook à die modaliteiten gekoppeld zn) o Vragen die rijzen :
Stel : schijneigenaar vestigt hyp •
B’isch R : gn hyp gevestigd, kan alleen als diegene die het toekent over een ZR erop beschikte terwijl hij hier w geacht nooit eigenaar geweest te zijn
•
Fr R : beschermingsleer ten gunste v Hyp op grond v vertrouwensleer
Stel : drugsdealer koopt met opbrengst villa in Brasschaat en staat hyp toe à bank hierop. Parket legt beslag op villa, vraagt daarna verbeurdverklaring want opbrengst v criminele praktijken •
Bank GT
•
Wat gebeurt met hypotheek? Want verbeurdverklaring is in principe
eigendomsoverdracht
à
staat;
moet
zij
zich
bekommeren over zuivering? o Naar B R gn oplossing o Dirix : 3e GT moet beschermd w, verbeurdverklaring moet dader treffen, niet verder dan dat (≠ art. 74)
•
Onverdeeldheid : elke mede-eig kan zijn deel met hyp belasten (abstract deel); beslag zal alleen over dit deel gaan en uitwinning kan pas na verdeling of veiling (art. 1561 Ger Wb)
•
Accessoir karakter o Quid met interesten : gewaarborgd door Hyp?
Vgl met VR’en : in beginsel nt gewaarborgd tenzij wet anders bepaalt)
Art. 87 : indien SV rente opbrengt dan verzekerd door hyp maar beperkt tot 3j rente
Cass 24/11/2005 : OG verkocht na faill, curator ontvangt geld mr laat dat op rekening staan (had eigenlijk onmiddellijk mt betaald w à hypSE); rekening brengt rente op : kan hypSE hier beroep op doen vr aantal jaar dat geld op rekening stond nà verkoop vh OG? •
Curator : 3j rente is maximum, heb je gekregen dus niet na verkoop nog eens termijn
•
Cass : op moment v faill ° samenloop, fixatiebeginsel : vanaf dan rente voor vroeger. Mr kn ze ook rente vragen voor nadien?
• •
Alweer niet duidelijk...
Toekomstige SV’en : mogelijk om hyp te vestigen? o Ja : “voor alle bestaande en toekomstige SV’en” o Wet Hyp krediet : krachtens art. 51bis kan hyp ook hier gevestigd w vr toek SV’en (toep op consumenten mr dit art hft algemene draagwijdte) o Vw : SV moet voldoende bepaalbaar zn o Welke rangregeling? W bepaald door ogenblik v inschrijving SV (dus nt totstandkoming SV maar meestal iets later)
Bv : nieuwe kredietlening, inschrijving kredlening, nog nieuwe KL, weer inschrijving KL,...
o Nut van hyp voor alle sommen : kostenbesparend o Vereisten ex wet : indien vr alle sommen + onbeperkte tijd, dan moet het ten allen tijde opzegbaar zn (zie ook pandR / borgtocht)
Wat gebeurt er bij opzeg? •
Stel T4 opzegging en T5 opnieuw vordering
•
Onderscheid
maken
tss
waarborgverbintenis
en
betaalverbintenis : SV’en die al bestonden voor opzegging
blijven bestaan qua betaalVB, mr SV’en die nadien ontstaan zn nt meer verzekerd : waarborgVB houdt op
Wat gebeurt er bij cessie v SV die eigenlijk onder “alle sommen” valt? •
Geldt hyp v alle sommen ook tav cessionaris?
•
Bisch R : oorspronkelijke bedoeling was om alle SV’en te beschermen, ook diegene die achteraf gecedeerd w o Zie art. 51bis§3 hyp krediet : SV w overgedragen met alle neveneffecten, miv hyp
•
Stel : HypSE verzekerd vr SV’en ten belope v max. 100; HypSE cedeert à C SV’en van ook 100 : wie heeft voorrang? o Cessie : gelijke behandeling 50-50 o Subrogatie : oorspronkelijke SE > jongste SE o Art. 51bis§3 : wanneer in kader v effectisering overgang v SV, dan hft jongste SE > oudste! (ratio : bescherming effectiseringsactiviteiten)
•
Tegenwerpelijkheid à 3en o Art. 5 hypW : bij overdracht v SV is hyp pas tgwerpelijk na randmelding in register = gemeen R overgang SV (voor rest : cessie / subrogatie : 1690) o Evenwel uitz :
Wanneer SV overgaat dr waardepapier dan is art. 5 nt v toepassing (papier belichaamt nl SV, bv wisselbrief)
Partijen kn bv afspreken dat grosse zal gelden als waardepapier (hyp bij wijze v grosse à toonder)
•
Effectisering : 1990 o Bank geeft hyp krediet à reeks kredietnemers, hft zo miljoenen à vorderingen op SA LangeT. Met dit geld kan je niets aanvangen. Bundel v SV’en overdragen à beleggingsinstelling (SPV : special purpose vehical) die geld geeft à bank en de SV’en krijgt. Bankier krijgt nieuwe fin middelen ter beschikking o SPV zal effecten uitgeven om dit te kn financieren. De kredietnemer kan dus beleggen in zijn eigen SV (onRstreeks)! Deze effecten zijn zekere beleggingen (zekere opbrengst)
o = financieringstechniek die toelaat à bankier om bundel SV’en over te dragen met oog op herfinanciering (soort “bulkcessie”) •
Na 1994 : art. 1690 aangepast owv effectisering! o Vroeger : kennisgeving à gecedeerde o Nu : vormvrije cessie mgl want bankier wil kredietnemer nt verontrusten. Bankier nl nt meer eigenaar vd SV, treedt op als soort lasthb van SPV & krijgt daarvan een soort commissie vr het verder beheer vd SV vr rekening v beleggingsfonds o Ook art. 5 (randmelding) moet in dit geval nt toegepast w o Wat met hyp alle sommen : gaat dit nr SPV? Ja! o Wat als nt alle vorderingen zn overgedragen? Bank heeft deel, SPV heeft deel
Art. 51bis§3 : SPV gaat voor op bank
o Evaluatie : effectisering is zeer veilige en zekere regel! Hypotheek : afgebakend R o Bepaald zijn o OG : welk G? Belangrijk voor 3en : moeten weten waar ze al dan nt beslag op kn leggen o Gewaarborgde SV : soepeler o Voor welk bedrag? Ook hier v belang vr 3e, mr ook vr bank o Algemeen : beschermt nt alleen 3en mr ook SA (bank nt meer R’en dan waarvoor bepaald) Soorten hypotheken o Wettelijke hyp o Bv fiscus
Ontvanger mt inschrijving nemen
Uitz : occulte hyp vd fiscus inzake successieR’en : fiscus komt nt onmiddellijk te weten wanneer iemand sterft; bijgevolg geldt hyp reeds voor ze is ingeschreven (werkt terug tt overlijden?)
o Conventionele hyp / hypcontract
Vormelijke OK voor de notaris waarna het w ingeschreven door hypbewaarder
Quid met hypbelofte?
•
= Onderhandse hypakte mr nt ingeschreven want gn auth akte
•
Stel : één vd partijen werkt nt mee à verlijden auth akte : kan men naar R’er om vonnis te bekomen dat geldt als auth akte? o Nee : reële executie kan hier niet! o Ratio : conventionele hyp is een werkelijke OK, wereist wilsovereenstemming o Wat wel kan : dagvaarding om naar notaris te gaan + dwangsom opleggen
Nadelen v inschrijving hyp : •
Publiciteit : kredietwaardigheid v SA w aangetast
•
Kosten
In praktijk 3 alternatieven : •
Nt inschrijven mr wel auth akte o Hyp zal wel waarde hb bij samenloop o Art. 19 HypW : in verdachte periode
•
Hypbelofte o Mr supra : onderhands en niet heel veel waard
•
Hypmandaat (veel toep) o SA geeft à vertrouwenspersoon vd SE een volmacht om op verzoek vd bankier een hyp te sluiten o Vertrouwensman (filiaalhouder) kan hyp vestigen :
Lasthebber v kredietnemer
In belang v bankier
o Voordelen :
Geen kosten
Geheim
Volmacht omzetbaar wanneer ze het zelf wensen, medewerking kredietnemer nt meer nodig want heeft volmacht gegeven
o Vw : volm moet in auth vorm zn gegeven o Nadeel :
risico dat uitvoering te laat komt, bv al beslag gelegd of zelfs faill
Overlijden SA : wat gebeurt er met Hyp? •
Men
moet
bedingen
onherroepelijke beëindigd
dat
volm
w
dr
gaat
het die
overlijden
om nt (=
gemeenschappelijk belang?) o Uitvoering volm bij faill : art. 17 faillW : hyp nt vr oude schulden o Voorbeeld :
T1 : volmacht à bank
T2 : krediet 100
T3 : hypOK, omzetting volmacht
T4 : inschrijving
T5 : faill
Mr T3 en 4 waren al in verdachte periode, 1 en 2 nt : is het hyp contract geldig? •
Enkel vr nieuwe S’en nt vr oude
•
Mr eigenlijk zijn SV’en reeds ontstaan buiten verdachte periode, alleen is de omzetting vh mandaat gebeurt tijdens de verdachte P. Dus zou eigenlijk al moeten gelden vanaf mandaat? Bovendien : handeling
is
nt
vd
SA,
mr
vd
vertrouwenspersoon •
Oordeel Cass 24/10/2002 : je moet kijken naar omzetting, dat ogenblik geldt en niet retroactiviteit
:
oude
S’en
tegenwerpelijk à boedel
STUKKEN UIT HET BOEK
INFOSTREKKING TOT ZEKERHEID : DE HYPOTHECAIRE INRICHTING P. 94 – 100 Basisprincipes :
zn
nt
•
Overdracht RG : 2279 - bezit geldt als titel (en als publiciteit); hoewel VK kan gesloten w via consensus zal levering bepalend zn vr tegenwerpelijkheid, zie art.1141
•
Overdr SV op naam : 1690 – cessie o Tss SE en cessionaris : wilsovereenstemming volstaat o Tss SE en 3e : sinds 94 vormvrije cessie, ook door consensus
Als bewijs v datum OK : burg zaken wel verwijzing nr 1328 (itt hdl), dus registratie als je cessie SV hard wilt maken
Evenwel beschermde 3en : •
SA vd SV : tgwerpelijkheid vereist kennisgeving of erkenning; zolang dit niet gebeurt mag SA gn rekening hd met cessie en moet hij blijven betalen aan oorspr SE
•
Concurrente
cessionarissen
:
ook
kennisgeving
vereist,
tenminste indien zij GT (nt op hoogte v vroegere cessie) •
Discussie over positie cessionaris vs SE met R op de SV in geval v beslag of faill o A : ook hier geen kennisgeving vereist, cessionaris kan solo consensu laten gelden (anterioriteit op basis daarvan) o B : SE met VR hebben ZzekerheidsR dat kleeft à goed, ook indien gecedeerd
Zie ook nood hieraan bij effectisering
o Uitz : waardepapieren- zn rg •
Overdracht v zakelijke onroerende R’en : overschrijving v akten tot overdracht v zakelijk O R om het tegenwerpelijk te mk à 3e ter GT o Voor koopovereenkomsten v OG o Bepaalde huurOK v LT
•
Publiciteit vr VR’en (art.29-40 hypW) en hyp (art. 82-91) : inschrijving registers (! Bestaan begint al vroeger)
Uit boek Voorrechten & hypotheken v VdBerghe :
Overschrijving : voor overdracht zakelijke R’en (bv overdracht v eigendom,...) vanaf bepaald bedrag + vr OG
Inschrijving : voor vestiging zakelijke zekerheidsR’en (bv hypotheken, in sommige gevallen VR / pand – bv pand op HZ : registerpand, inschrijving)
Dit onderscheid goed voor ogen houden
o Zie bv “overschrijving geldt als inschrijving” ten gunste v niet-betaalde VK v investeringsgoederen : door de nt-betaalde VK-akte over te schrijven zal er automatisch ook inschrijving gebeuren : ZR → ZzekerhR INLEIDING ZEKERHEIDSRECHTEN (P. 229-249) Nog te doen : Boek : blz 291 : pandR’en, mechanismen met zakelijke werking, hypotheken, aanvullen en verbeteren nota’s Handels en economisch : deel over faill + warrant + eventueel pand handelszaak (zie heel hfst 1.5.II!) Zakenrecht boekje voorrechten hypotheken + eventueel deel over zakelijk recht, zakelijk zekerheidsR,... BO : factoring en effectisering VerbintenissenR (nt liggen) : cessie en subrogatie