Woon- en Leefbaarheidplan Eemsdelta Publieksversie 13 maart 2013
Deze brochure kwam tot stand onder de verantwoordelijkheid van de Stuurgroep Wonen en Voorzieningen, regio Eemsdelta.
Concept en redactie: Enno Zuidema Stedebouw Studio Platz Vormgeving: Enno Zuidema Stedebouw Illustraties niet-bestaand dorp ‘Naitsoezenmoardoun’ en stadscentrum ‘Pronkjewail’: SCHETSontwerp.com
Niehove, maart 2013 © Enno Zuidema Stedebouw
Beter leven voor minder mensen Woon- en Leefbaarheidplan Eemsdelta De bevolking van de Eemsdelta – met daarin de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Eemsmond en Loppersum – wordt kleiner. Ook neemt het aantal ouderen toe en het aantal jongeren af. Gezinnen met kinderen vertrekken naar de stad Groningen of nog verder. Dit is al jaren aan de gang, maar de komende twintig jaar worden de gevolgen voor iedereen in de Eemsdelta voelbaar. Schoolklassen worden kleiner, de voetbalclub kan niet meer alle elftallen van vroeger opstellen, huizen komen leeg te staan, de supermarkt verdwijnt in kleine dorpen. De bevolkingsdaling raakt alle terreinen van onze samenleving. Daarom hebben 35 partijen de handen ineen geslagen en gezamenlijk het Woon- en Leefbaarheidplan (WLP) opgesteld. Het WLP geeft aan hoe we met de huidige en nieuwe bewoners het wonen en leven op een goed niveau kunnen houden. We gaan werken aan goede woningen, goede zorg en onderwijs en bereikbare voorzieningen. In deze brochure wordt het WLP samengevat: wat betekent de bevolkingsdaling voor de Eemsdelta en welke acties worden de komende tijd ondernomen voor de leefbaarheid? Samen met de bewoners zelf en de ondernemers steken overheden, woningcorporaties, zorg- en onderwijsinstellingen en andere maatschappelijke organisaties de handen uit de mouwen.
Inhoud
Woon- en Leefbaarheidplan Eemsdelta
1
Beter leven voor minder mensen
3
Ten geleide
7
Bevolking in beweging
8
Leefbaarheid op peil
8
De piramide van leefbaarheid
9
De koers van het WLP: de Eemsdelta in 2030
10
Een beeld van de toekomst: een sterke regio
12
Het WLP-dorp: Naitsoezenmoardoun
14
Dorpen zelf aan zet
23
De uitvoering van het WLP: van praten naar doen! 24 Een blik vooruit: de uitvoering van het WLP
25
- - - - - - - - -
Stichting De Delthe TSN Thuiszorg Groningen Burgemeester van Julsinghatehuis Delfzijl SVOE Schoolbestuur Lauwers & Eems VCPO Noord Groningen SBO De Delta Kids2b SPGE (Stichting Peuterspeelzalen Gemeente Eemsmond)
Een woord vooraf Aan de toekomst van de Eemsdelta wordt hard gewerkt. 35 partijen hebben elkaar gevonden om de leefbaarheid in dit gebied op peil te houden. Samen met de bewoners hebben zij het Woon- en Leefbaarheidplan (WLP) opgesteld, dat nu in samengevatte vorm voor u ligt. De kern daarvan: we kunnen de krimp van de bevolking niet tegenhouden, maar proberen deze wel in zo goed mogelijke banen te leiden. Dat lukt alleen door een eendrachtige samenwerking en die hebben we hier te pakken. Bewoners, ondernemers, overheden, woningcorporaties, zorg- en onderwijsinstellingen en andere maatschappelijke organisaties: zij hebben de handen ineen geslagen. De komende jaren moeten we deze samenwerking vasthouden: we hebben iedereen nodig. Niet in de laatste plaats doen we een beroep op de bewoners van Appingedam, Delfzijl, Eemsmond en Loppersum zelf: een leefbaar gebied ontstaat vooral door eigen inzet en betrokkenheid. Die is gelukkig groot, zoals we kunnen zien we bij allerlei projecten die al lopen in de Eemsdelta. Kop d’r veur zeggen we hier: moed houden! Die moed wordt beloond, we zetten samen de schouders eronder.
Met de uitvoering van het WLP is geld gemoeid, veel geld. Dat geld wordt voor een belangrijk deel door de regio zelf opgebracht – van de overheid tot en met de bewoners zelf. Maar het is niet genoeg. We maken een grote sprong, maar we moeten nog verder komen. Daar is het WLP ook voor bedoeld, om steun te vragen bij andere partijen – Rijk, Brussel – om ons te helpen. De komende tijd gaan we daar stevig werk van maken. Ondertussen zitten we niet stil. Aan het begeleiden van de bevolkingsdaling wordt in onze regio al hard gewerkt en daar gaan we mee door. In het WLP en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma staan allerlei acties waar we morgen mee kunnen beginnen. En dat gaan we dus ook doen! Van denken naar uitvoeren, van woorden naar daden. Laten we de dingen die we doen vooral ook heel erg goed doen – dat is de ambitie waarmee we samenwerken aan de toekomst van dit bijzondere en waardevolle gebied. Voor de leefbaarheid van onze dorpen en steden, voor het welzijn van huidige en toekomstige generaties: daar doen we het voor.
Rika Pot, burgemeester van Appingedam en voorzitter stuurgroep Eemsdelta
Leeswijzer Om aan te geven wat ‘krimp’ in de dagelijkse praktijk betekent, hebben we in deze brochure een niet-bestaand dorp en stadscentrum bedacht en getekend in stripvorm. De tekeningen en tekstballonnen geven aan hoe een dorp of stad in de Eemsdelta zich de komende jaren kan ontwikkelen. Met de nadruk op ‘kan’, want het bijzondere van krimp is nu net dat deze zich niet laat plannen. In deze brochure vatten we het Woon- en Leefbaarheidplan (WLP) voor de Eemsdelta samen, dat begin 2013 is vastgesteld. We beginnen deze brochure met een korte uitleg van wat krimp is en welke gevolgen het heeft voor de Eemsdelta. Het begrip ‘leefbaarheid’ wordt eveneens uitgelegd: wat verstaan we daar precies onder? Verder wordt duidelijk gemaakt dat er in de Eemsdelta drie soorten dorpen en steden zijn: woondorpen, centrumdorpen en regionale centra. Zij krijgen ieder hun eigen investeringen in wonen, welzijn en zorg, onderwijs, detailhandel en bereikbaarheid. We sluiten af met een aantal opmerkingen over de organisatie en de financiering van het WLP: wie is er de komende tijd aan zet en hoe gaan we het betalen? Het WLP is gemaakt vóór en dóór de Eemsdelta zelf. Met bewoners, ondernemers en andere betrokkenen is de afgelopen tijd intensief over de toekomst van dit gebied gesproken. De aanbevelingen zijn meegenomen in het WLP en gevoegd bij de uitgangspunten van het Convenant Eemsdelta (mei 2012), waarin 35 partijen hebben aangegeven dat zij gezamenlijk willen werken aan de leefbaarheid. Er is volop elan om dit gebied een mooie toekomst te geven.
Bevolking in beweging De Eemsdelta bestaat uit vier gemeenten: Appingedam, Delfzijl, Eemsmond en Loppersum. Al 22 jaar wordt de bevolking hier kleiner: noordoost Groningen is het eerste gebied in Nederland waar de ‘krimp’ toesloeg. Die ontwikkeling is nog niet ten einde. De bevolking neemt hier de komende jaren verder af; van ruim 65.000 in 2010 tot bijna 52.000 in 2040. Ook het aantal huishoudens wordt kleiner. Die ontwikkeling is al langer gaande, maar de gevolgen worden nu echt zichtbaar en voelbaar. Niet alleen wonen er minder mensen in het gebied, er treedt ook vergrijzing (meer ouderen) en ontgroening (minder jongeren) op. Er komen minder jongeren en gezinnen terug dan er vertrekken. Bovendien vertrekken meer mensen met een hogere opleiding dan er terugkomen. Deze ontwikkeling zet de leefbaarheid in dit bijzondere gebied onder druk. Er is bijvoorbeeld meer behoefte aan zorg voor onze ouder wordende bevolking. Tegelijkertijd loopt het aantal basisscholen terug, omdat er minder leerlingen zijn. De voorzieningen krijgen het steeds moeilijker. Winkels hebben bijvoorbeeld moeite het hoofd boven water te houden. We zien dat de voorzieningen steeds meer geconcentreerd op een paar plekken bij elkaar liggen.
70.000 60.000 50.000
+60%
40.000 30.000
-37%
20.000 10.000 0
-35% 2010
2015
2020
2030
2040
-20%
75+ 65-75 40-64 20-39 0-19
Bevolkingsprognose regio Eemsdelta per leeftijdscategorie 2010-2040 (Primos, 2009)
Leefbaarheid op peil
De piramide van leefbaarheid
Krimp zet de leefbaarheid onder druk, maar wat verstaan we dan onder een leefbare Eemsdelta? In de wetenschap zijn daar allerlei definities voor bedacht, wij hebben onze eigen invulling eraan gegeven – passend bij het karakter van de Eemsdelta. Wij vinden de volgende aspecten belangrijk: - Een gevoel van saamhorigheid. We zijn bereid elkaar te helpen, willen samen voorzieningen in de lucht houden en ontmoeten elkaar graag in onze dorpen en steden. - Veiligheid in onze buurten. We willen ons veilig voelen, doordat we lang oud kunnen worden op de plek waar we nu wonen, samen met mensen die we kennen en die voor elkaar kunnen zorgen in de buurt. - Een mooie omgeving. Goed onderhouden gebouwen en een goed ingerichte openbare ruimte maken onze omgeving aantrekkelijk en prettig om in te leven. - Goed bereikbare voorzieningen. Niet alle voorzieningen kunnen overal worden gehandhaafd. Maar als ze er zijn moeten ze van goede kwaliteit zijn en goed bereikbaar. - Een algemeen gevoel van welbevinden. We willen onszelf en anderen kunnen redden, hebben respect voor elkaar en worden door andere mensen opgemerkt en gewaardeerd. Werk en een zinvolle dagbesteding zijn van groot belang.
Er zijn allerlei zaken van belang voor een leefbaar gebied, maar niet alle voorzieningen zijn in elke straat nodig. Een prettige woonomgeving is overal van belang, maar een ziekenhuis niet: dat moet vooral goed bereikbaar zijn. Daarentegen is een huisarts wel weer fijn om dichter in de buurt te hebben. Zo heeft elke voorziening een eigen ‘bereik’. Schematisch is dat met een piramide van leefbaarheid te illustreren, die bestaat uit drie lagen:
10
De toplaag: de Eemsdelta als geheel heeft voorzieningen van topniveau nodig, zoals een ziekenhuis, voortgezet onderwijs, goede winkels en een bioscoop. Ze hoeven niet in iedere stad te liggen, als de kwaliteit maar goed is en ze goed bereikbaar zijn. De middenlaag: hier is sprake van een concentratie van basisvoorzieningen. Ze zijn goed bereikbaar. Denk onder meer aan de huisarts, dagelijkse boodschappen, basisonderwijs, dagbesteding voor ouderen, kindvoorzieningen en verzorgd wonen. De basislaag: de directe leef- en woonomgeving in de dorpen, buurten en wijken. Hier zijn plekken voor ontmoeting; een dorpshuis of een bankje onder een afdak. Bewoners helpen elkaar onderling. Snel internet en kleinschalig openbaar vervoer zorgen voor de verbinding met de buitenwereld.
ZORG VOORZIENINGEN
DETAILHANDEL
BEREIKBAARHEID
ONDERWIJS
gespecialiseerde zorg, topzorg
winkelen (niet dagelijks)
regionaal wegennet, trein
voortgezet onderwijs
ZORG VOORZIENINGEN
DETAILHANDEL
BEREIKBAARHEID
ONDERWIJS
eenvoudige zorg, begeleiding
boodschappen (dagelijks)
overstapplaats, bus, lokaal wegennet
basisonderwijs, kindcentra
ZORGWONEN
ZORG VOORZIENINGEN
DETAILHANDEL
BEREIKBAARHEID
WONEN
WELZIJN
geschikt wonen
basiszorg(structuur) servicepunt
internet, informeel OV, fietspaden
goed wonen kan overal
sociale ‘infrastructuur’
ZORGWONEN
top CENTRALE PLAATSEN IN DE REGIO
beschermd wonen
ZORGWONEN
midden
OP VEEL PLEKKEN, MAAR NIET OVERAL
verzorgd wonen
basis LEEFOMGEVING
Leefbaarheidspiramide
11
De keuzes voor de Eemsdelta Leefbaarheid krijgt in de Eemsdelta haar eigen invulling, passend bij dit gebied en de mensen die er wonen – nu en straks. Dat blijkt ook uit de koers die samen met de bewoners, ondernemers en andere betrokkenen voor de komende jaren is uitgestippeld. Vier aspecten spelen daarin een centrale rol: lang thuis kunnen wonen, zorgen voor elkaar, goede en bereikbare voorzieningen en werken aan een goede woning en woonomgeving. De koers voor de Eemsdelta is uitgewerkt voor deze verschillende terreinen: Wonen: lang thuis kunnen wonen De komende jaren maken woningcorporaties en particuliere eigenaren in de hele regio woningen geschikt voor wonen met zorg. Ze verbeteren en renoveren woningen, hier en daar vindt nieuwbouw plaats. De nadruk ligt op het behoud van het bestaande. Als er nieuw wordt gebouwd, dan vooral in de regionale centra en de centrumdorpen. Maar al met al worden er meer woningen gesloopt dan nieuw gebouwd, omdat de bevolking terugloopt. De woondorpen krimpen de komende twintig jaar. De kwaliteit van de centra van dorpen en steden krijgt de meeste aandacht. Ook proberen we oplossingen te vinden voor het probleem van de goedkope koopwoningen. Onderwijs: maatwerk per gemeente Op termijn zijn minder scholen nodig. Een beperkt aantal grotere scholen kan de brede onderwijstaak beter aan dan vele kleine. De schoolbesturen en de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum willen het basisonderwijs met maatwerk veranderen. Zij zetten in op voorzieningen en gebouwen die ‘toekomstvast’ zijn en allerlei medegebruikers – naast het onderwijs – van dienst kunnen zijn. De gemeente Eemsmond legt de nadruk op samenwerking tussen scholen onderling en met organisaties voor kinderopvang en peuterspeelzalen. Het aanbod van het voortgezet onderwijs blijft voortbestaan in de regionale centra en in Warffum en in Woldendorp. Het beroepsonderwijs ziet kansen voor de groeisectoren techniek en zorg.
12
Zorg en welzijn: nieuwe combinaties Het aanbod van zorg en welzijn moet passen bij het zo lang mogelijk zelfstandig wonen van mensen. We onderzoeken nieuwe combinaties van voorzieningen en passen deze toe. Een voorbeeld is de toevoeging van de ‘anderhalve lijnszorg’: een voorziening die tussen ziekenhuis en huisarts in zit en goed bereikbaar is in de centrumdorpen en de regionale centra. Deze versterkt de leefbaarheid. Het wonen met zorg krijgt veel aandacht; zowel met aangepaste woningen als nabij voorzieningen.
Winkels: compacter, maar beter De kwaliteit van de drie grote regionale winkelcentra (Appingedam, Delfzijl en Uithuizen) wordt fors versterkt. Ze worden compacter en beter. In de centrumdorpen Loppersum, Middelstum en Uithuizermeeden blijft de ‘dagelijkse detailhandel’ behouden. De leegkomende winkelpanden aan de randen van deze centra en ook in de andere kernen worden omgebouwd tot woningen, soms ook met bedrijfsruimte.
Bereikbaarheid: nieuwe vormen van vervoer In de Eemsdelta worden de traditionele vervoersconcepten tegen het licht gehouden en aangevuld met nieuwe vormen van vervoer. Slimme combinaties van ‘halen’ en ‘brengen’, zoals schoolvervoer, post- en ouderenvervoer en meerijdiensten gaan helpen om voorzieningen bereikbaar te houden. Ook hierbij krijgen de bewoners zelf een grotere eigen verantwoordelijkheid: door mee te denken en voor hun medebewoners te rijden.
13
Een beeld van de toekomst: een sterke regio Krimp is niet te voorspellen of te ‘plannen’. Toch kunnen we wel een beeld geven van de toekomst in de Eemsdelta. Dat gebeurt op de volgende pagina’s in stripvorm, aan de hand van een nietbestaand dorp en een niet-bestaande stad – maar die zich heel goed in de Eemsdelta kunnen bevinden. Daarvoor geven we aan hoe de ruimtelijke structuur van de Eemsdelta er in de toekomst naar verwachting uit gaat zien. Die structuur bestaat uit drie onderdelen: de woondorpen, de centrumdorpen en de regionale centra. De woondorpen en -buurten De woondorpen en -buurten hebben weinig of geen voorzieningen. Wel is er een sterke sociale structuur, die dient als vangnet en van waaruit mensen voor elkaar zorgen. Goed en geschikt wonen kan hier en bijna overal in de regio. De woonomgeving is ingericht voor mensen met verschillende behoeften, extra aandacht is er voor ontmoetingsplaatsen van ouderen. De winkels leveren hun boodschappen af bij een servicepunt of brengen ze aan huis. Er is goed internet, de fietsverbindingen met omliggende buurten of dorpen zijn goed en snel en bewoners maken gebruik van formeel en informeel openbaar vervoer (bijvoorbeeld een buurtbus die door vrijwilligers wordt bemenst). De bewoners hebben een bepalende stem in de inrichting en het beheer van de woonomgeving.
14
De centrumdorpen De centrumdorpen zijn de kernen met een volledig pakket aan dagelijkse voorzieningen. We vinden hier woonvormen waar wonen en zorg gecombineerd zijn (‘verzorgd’ wonen), naast een huisartsenpraktijk en bijvoorbeeld ook dagbesteding van ouderen. Het zorgaanbod is hier op aangepast. De centrumdorpen hebben winkels voor dagelijkse boodschappen, maar ook haltes voor trein en/ of bus en overstappunten. Ook treffen we in de centrumdorpen een of meer scholen of kindvoorzieningen aan. Die zijn overigens ook in aantal woondorpen te vinden. De regionale centra De regionale centra zoals die nu bestaan – Appingedam, Delfzijl en Uithuizen – zijn sterk en blijven van belang voor de regio. Zij verzorgen de hele regio; hier is een uitgebreid pakket aan dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen te vinden – waaronder winkels. ‘Beschermd’ wonen (vroeger: verpleeghuizen) is hier mogelijk, mede omdat er gespecialiseerde zorg aanwezig is. Het voortgezet onderwijs concentreert zich in de regionale centra.
De robuust ruimtelijke structuur van de Eemsdelta in 2030 waddenzee wierdenlandschap fivelboezem stadsranden regionaal centrum centrumdorp woondorp/woonwijk toplaag middenlaag basislaag
Het voorbeelddorp: Naitsoezenmoardoun Krimp is een lastige materie. Hoe pakt het nou uit voor ons eigen dorp? Daarom hebben we voor een verbeelding van de toekomst van de Eemsdelta gekozen, aan de hand van een niet-bestaand dorp: ‘Naitsoezenmoardoun’. Een karakteristiek dorp met karakteristieke bewoners, zoals er vele in de Eemsdelta te vinden zijn. Hoe kan dit dorp zich de komende jaren ontwikkelen? We beschrijven het dorp en de leefbaarheid in de huidige situatie en laten vervolgens enkele momenten in de tijd zien, over vijf en vijftien jaar. 1. Over het dorp Naitsoezenmoardoun is ontstaan op een kruispunt van wegen en water. Karakteristiek zijn de grote boerderijen met grote bomen, die tot dichtbij het dorpscentrum te vinden zijn. Het dorpscentrum wordt gemarkeerd door de kerk en de historische panden daaromheen. De kleine oude dorpsschool aan de rand van het centrum is nog altijd in gebruik. In de vorige eeuw is het dorp in de jaren zestig en zeventig uitgebreid met twee woonbuurten, voornamelijk met eengezinshuurwoningen. De uitbreiding heeft er wel toe geleid dat de markante boerderij in het hart van het dorp zijn functie verloor en in verval raakte. Het pand was niet meer te redden en is gesloopt. Hierdoor ontstond centraal in het dorp een grote open plek.
16
Een andere erfenis uit de vorige eeuw is het bejaardentehuis, gebouwd aan de vaart in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Hierin is ook een ruimte voor dagbesteding voor mensen met dementie opgenomen. Sinds het vertrek van de huisarts uit het dorp houdt een andere huisarts hier een paar dagen in de week praktijk. De zelfstandige bakker en slager zijn al tien jaar geleden uit het dorp verdwenen, maar we zien nog hun oude winkelpanden bij de kerk. De kleine buurtsuper aan de rand van het dorp is de enige winkel. De meeste mensen gaan voor de boodschappen naar een groter dorp, even verderop. Omdat ook het openbaar vervoer is verdwenen zijn de mensen vooral aangewezen op de auto.
Jaren 60 buurt
De dorpsschool
Oude bakkerij
Open plek waar vroeger een boerderij stond
Verzorgingshuis
Buurtsuper
Oud weg met mooie bomenrijen
Jaren 70 buurt
2. Het dorp nu De sfeer en uitstraling van Naitsoezenmoardoun staat onder druk. Het mooie pand op de hoek bij de kerk staat al jaren leeg. Bewoners ergeren zich daaraan. Dat gevoel wordt versterkt door de grote open plek die ernaast ligt. Ook de grote boerderij aan de rand van het dorp is na het overlijden van de oude boer in verval geraakt. Het schoolgebouw is oud en kost veel geld om te onderhouden. Besloten is de school te sluiten en onder te brengen in de brede school in het grotere dorp aan de andere kant van de vaart. Daar wordt het onderwijs gecombineerd met kinderopvang en een multifunctionele ruimte. Totdat het nieuwe gebouw klaar is blijft de school in gebruik. Het aantal ouderen in het dorp is de laatste tijd verder toegenomen. Om hen langer zelfstandig te laten wonen moeten de huizen geschikt worden gemaakt. De woningen in het oudste buurtje, uit de jaren zestig van de vorige eeuw, komen vaker en langer leeg te staan, waardoor de buurt verrommelt. De woningen zijn erg klein en de technische staat laat te wensen over. Hier moet echt iets aan gebeuren. Ook het bejaardenhuis voldoet niet meer en zal daarom op termijn verdwijnen. Tot die tijd blijven de dagbesteding en de huisarts hier zitten. Daarna moet hiervoor een nieuwe plek gevonden worden.
18
Om aan de vraag naar grotere en energiezuinige woningen tegemoet te komen heeft de gemeente vijf jaar geleden grond gekocht, net aan de overzijde van de vaart. Door de crisis komt deze ontwikkeling maar niet van de grond. De kleine buurtsuper aan de rand van het dorp kan het hoofd maar nauwelijks boven water te houden. Volgend jaar gaat de kruidenier met pensioen en zal de supermarkt verdwijnen. Met name de ouderen in het dorp vinden dat erg jammer, omdat dit plek is waar ze niet alleen hun boodschappen doen, maar elkaar ontmoeten en de laatste nieuwtjes bespreken.
Deze woningen zijn klein en slecht. Er staan ook veel woningen leeg
De school gaat binnenkort verhuizen naar een ander dorp
De bouw van nieuwe huizen komt maar niet van de grond.
Die ‘rotte kies‘: Dat ziet er toch niet uit...
Door veranderingen in de zorg zal dit verzorgingshuis verdwijnen
De buurtsuper is nu nog de ontmoetingsplek van het dorp
De oude bewoner van dit huis kan de trap bijna niet meer op
Toch jammer van die vervallen boerderij als je het dorp binnen komt
3. Het dorp over vijf jaar De gemeente en de woningcorporatie hebben een nieuwe functie gevonden voor de ‘rotte kies’ op de hoek bij de kerk. Zo ziet het centrum er al weer stukken beter uit. De oude dorpsschool is inmiddels gesloten – dat ging met de nodige emotie gepaard – maar de kinderen gaan met plezier in het andere dorp naar school. De bewoners hebben het schoolgebouw opgeknapt en gebruiken het als buurthuis en huiskamer van het dorp. Het is de plek waar de kinderen door de buurtbus worden opgehaald en speciaal voor ouderen internetcursus wordt gegeven. De oudere jongeren in het dorp helpen daarbij, in het kader van hun maatschappelijke stage. Verschillende woningen zijn geschikt gemaakt voor ouderen, zodat ze langer zelfstandig kunnen blijven wonen. In sommige woningen is een traplift geïnstalleerd, bij andere woningen is de benedenverdieping uitgebreid met een slaap- en badkamer. De woningen in het buurtje uit de jaren zestig van de vorige eeuw zijn inmiddels grotendeels gesloopt, daar was niets meer mee te beginnen. De gemeente heeft de nieuwbouwlocatie aan de overzijde van de vaart geschrapt. Voortaan wordt alleen nog maar binnen het bestaande dorp gebouwd, zoals op de grote open plek in het centrum. Ook het bejaardentehuis is gesloopt; hier worden voor ouderen goed toegankelijke woningen gebouwd.
20
Een echtpaar heeft plannen om in samenwerking met de zorginstellingen een zorgboerderij te starten. Hier kunnen de dagbesteding en de huisartsenpost bij aanhaken. De kleine buurtsuper is vervangen door het internetservicepunt in het buurthuis. Hier kunnen mensen hun boodschappen bestellen en afhalen. Hierdoor is de ontmoetingsplek van het dorp gelukkig niet verdwenen. Een andere lokaal initiatief komt van een aantal vrijwilligers; zij hebben in samenwerking met de school en de supermarkt uit het grotere dorp een buurtbussysteem opgezet. Naast het schoolvervoer brengt deze bus de boodschappen naar het afhaalpunt in het buurthuis.
Een deel van de woningen wordt gesloopt
Nu de school weg is komt hier het nieuwe buurthuis
Een nieuwe bed&breakfast op de hoek bij de kerk
Hier worden nieuwe grotere woningen gebouwd in het hart van het dorp
Op de plek van het bejaardenhuis zijn nieuwe seniorenwoningen gebouwd
De buurtsuper is dicht. Er is nu een internetservicepunt in het buurthuis
Door een aanbouw kunnen ook de slaap- en badkamer beneden
De nieuwe buurtbus voor leerlingen en de boodschappenservice
Er zijn initiatieven voor een zorgboerderij aan de rand van het dorp
Door de installatie van een traplift kan de bewoner in zijn eigen huis blijven
Er staan woningen leeg en er is geen vraag naar
4. Het dorp over vijftien jaar De grote open plek is bebouwd met woningen en de vervallen boerderij is veranderd in een zorgboerderij. De dagbesteding en huisartsenpost zijn hierin opgenomen en van hieruit kan de wijkverpleegster haar werk prima uitvoeren. Deze boerderij is er niet alleen voor ouderen en zieken, ook de kinderen uit het dorp komen hier graag in het weekend om de dieren te verzorgen. Naitsoezenmoardoun ziet er weer goed uit. De sfeer is terug en de bewoners zijn daar blij mee. Het wonen is erop vooruit gegaan; op verschillende plekken in zijn woningen gebouwd die voldoen aan eisen van de nieuwe tijd. Op de plek van het buurtje uit de jaren zestig van de vorige eeuw hebben de bewoners samen met de gemeente een buurtpark aangelegd met speelgelegenheid voor kinderen en een jeu de boulesbaan voor de ouderen. Omdat het grenst aan het buurthuis is dit de nieuwe ‘huiskamer’ van het dorp.
22
De woningcorporatie bouwt, samen met de gemeente, de buurt met rijwoningen om naar een kleinere buurt met grotere, meer vrijstaande woningen en meer groen. Op de bouwgrond aan de overzijde van de vaart lopen nu weer paarden. In aanvulling op de buurtbus, die prima loopt, is geïnvesteerd in goede en aantrekkelijke fietsverbindingen. Door de aanleg van vrijliggende fietspaden kunnen de oudere kinderen veilig alleen naar school fietsen. Daarnaast is dwars door de landerijen en langs de vaart een recreatieve fietsroute aangelegd. Hierdoor is het landschap beter toegankelijk voor de dorpsbewoners en recreanten.
Op de plek van het gesloopte buurtje komt een parkje naast het buurthuis
De bouwgrond is niet verkocht en is nu weer gewoon weiland
Nieuwe woningen zijn klaar
Een leuke nieuwe route om op zondag te gaan fietsen
De boodschappenservice brengt de supermarkt aan huis
Door vrijliggende fietspaden kunnen kinderen zelfstandig naar school
In de zorgboerderij vindt je de huisarts maar ook de dagbesteding
De wijk verpleegkundige werkt vanuit de zorgboerderij
Deze buurt wordt kleiner, maar met grotere woningen en meer groen
Het stadscentrum: Pronkjewail In de Eemsdelta hebben we drie regionale centra: Appingedam, Delfzijl en Uithuizen. Hier spelen zich andere dingen af dan in de woondorpen en centrumdorpen. We vinden hier de voorzieningen en winkels die voor een groter gebied van belang zijn. Maar ook deze gebieden zullen veranderen, als gevolg van bevolkingsdaling. Dit is te zien aan het leegkomen van winkels en andere panden. Hoe houden we de kwaliteit van onze centrumgebieden op peil? Dat laten we zien, wederom aan de hand een niet-bestaand voorbeeld: ‘Pronkjewail’. Het is een centrumgebied met winkels en voorzieningen dat kleiner wordt, maar beter. De openbare ruimte wordt aangepakt, een parkeerterrein wordt een parkje, woningen voor senioren worden toegevoegd, leegstand wordt aangepakt, voorzieningen worden verbeterd. Zo worden ook de centrumgebieden in de Eemsdelta voorbereid op een toekomst met minder mensen, maar voor wie het hier aangenaam wonen, werken en verblijven is en blijft.
24
1. Het centrum nu Het centrum van Pronkjewail trekt nu nog wel mensen van buiten. Het worden er wel minder en waar je vroeger van de ene winkel naar de andere liep door een winkelstraat, zijn er nu parkeerterreintjes en leegstaande panden waar je langs loopt. Het is niet helemaal duidelijk of er veel mensen wonen in het centrum. Je ziet ze niet.
Marktplein
Oude Stadhuis
Oude drukkerij Voormalig politiebureau
Supermarkt
Hoofdstraat (hoofdwinkelstraat)
Voorstraat (hoofdwinkelstraat)
Supermarkt
De kerk met plein, het is wat weg gestopt
Oude Diep
Basisschool
2. Het centrum over vijf jaar Ondernemers, bewoners, het schoolbestuur, de kerkorganisatie, de woningcorporatie en de gemeente zien kansen maar ook knelpunten in het gebied. De school wil groter worden, omdat het een samengevoegde school is, er zijn woningen verouderd die aangepast of gesloopt moeten worden. De winkeliers willen dichter bij elkaar zitten. Als dat gebeurt liggen de parkeerplaatsen niet op de goede plek.
26
De oude drukkerij is in vervallen staat
Als er geen markt is staan er auto’s en dat is veel minder gezellig
Het oude stadhuis staat leeg, maar er wordt nog altijd getrouwd Er is interesse om in dit gebouw een hotel te maken
Deze supermarkt ligt gunstig, loopt goed en wil graag uitbreiden
Door leegstand is het minder gezellig en blijf je niet meer staan voor een praatje
Langs de lange winkelstraten staan veel winkels leeg
Deze supermarkt zit in een te groot gebouw en zal op termijn verdwijnen
In het centrum zie je het Oude Diep alleen bij de brug en verder niet
Er zijn plannen om deze school samen te voegen met een andere school
De supermarkt ligt aan het Oude Diep, maar dat zie je niet
3. Het centrum over vijftien jaar Het centrum van Pronkjewail is veranderd. Veel van de wensen van bewoners, ondernemers en partijen in het gebied zijn ingevuld. Soms is de oplossing heel voor de hand liggend, soms ook was er veel tijd, geld en energie voor nodig om een oplossing voor elkaar te krijgen. Een mooi voorbeeld is de nieuwe voetgangersbrug, die de verbinding vormt tussen school en buurten en het centrumgebied. Dit is een echte bijdrage aan het centrum. Veel makkelijker en even goed heel ingrijpend was het samenbrengen van de supermarkten. Daardoor lijkt en is het centrum veel overzichtelijker. Winkeliers hebben hard gewerkt en hun ideaal voor elkaar gekregen: de winkelstraat is beter gevuld met winkels. Gemeente en corporaties hielpen om de leegstaande winkels geschikt te maken als woningen, soms met een kleine bedrijfsruimte erin. Omdat de openbare ruimte is heringericht kom je veel meer mensen tegen. En blijf je vaak iets langer praten dan eigenlijk voor het boodschappen doen nodig is.
28
Het kleinere winkelgebied is opnieuw ingericht, het plein is autovrij.
De drukkerij is gesloopt en de supermarkt uitgebreid
In de oude slagerij is werkruimte voor zzp-ers In het oude politiebureau zit nu een klein hotel
Op de supermarkt zijn ruime appartementen gebouwd
Aan het park liggen seniorenwoningen met dagbesteding
In de voormalige winkels wonen nu gezinnen
Op de oude plek van de supermarkt is een klein park aangelegd
De achterkanten zijn voorkanten geworden, met zicht op het water
Een nieuwe voetbrug maakt een rondje centrum mogelijk
Langs het Oude Diep wordt een pad aanglegd
Er is een multifunctionele ruimte aan de school gebouwd
Naitsoezenmoardoun nu
Pronkjewail nu
Naitsoezenmoardoun over 15 jaar
Pronkjewail over 15 jaar
30
Dorpen en steden zelf aan zet Bij het opstellen van het Woon- en Leefbaarheidplan (WLP) hebben we gemerkt dat er in de Eemsdelta de laatste jaren heel veel in gang is gezet. De afname van de bevolking speelt hier al langer en er is al veel gedaan om de leefbaarheid overeind te houden. Denk aan de ondernemer die toch weer kansen ziet om in een dorp een buurtsupermarkt te openen of een dorpshuis dat door de bewoners zelf in de lucht gehouden wordt. Ook zijn er voorbeelden bekend waarin een dorp zelf het eigen zwembad ‘adopteert’ en voor het voortbestaan zorgt. Daarmee hebben we een van de belangrijkste punten van het WLP te pakken: de overheid zorgt niet meer overal voor en kan ook niet meer alles betalen, de burgers moeten zelf ook aan de slag. Dat is niet alleen een kwestie van geld, het gaat ook om enthousiasme, creativiteit en het gevoel dat je de goede dingen doet. Burgers hebben zelf invloed op de kwaliteit van hun dagelijkse woon- en leefomgeving. Het WLP schrijft daarom ook niet dwingend voor, maar laat de dorpen en steden zelf aan zet. We willen vooral ruimte laten aan lokale initiatieven en ‘energie’. De afbeeldingen hiernaast maken dat duidelijk, aan de hand van het voorbeeld van een nieuwe plek voor het dorpshuis (de ‘huiskamer’ van het dorp). Dat kan per dorp en buurt een eigen plek krijgen, afhankelijk van de inzet en voorkeuren van bewoners en de beschikbaarheid van een passend (te maken) gebouw.
31
Vijf projecten die nu al lopen Met het WLP gaan we door op een lijn die de afgelopen jaren in de Eemsdelta al is ingezet: allerlei initiatieven die de leefbaarheid verbeteren. We hebben er enkele op een rij gezet. Ze laten zien dat er volop creativiteit aanwezig is om de gevolgen van krimp aan te pakken. Mensen zitten niet bij de pakken neer, maar steken de handen uit de mouwen. Dat is een mooi fundament voor de toekomst van de Eemsdelta. 1. Stedum, Garrelsweer en Wirdum: samenwerking basisscholen en kinderopvang In Stedum en in Garrelsweer-Wirdum werken schoolbesturen aan het samenvoegen van een school voor Christelijk onderwijs met een school voor openbaar onderwijs. Ook wordt gewerkt aan het intensiveren van de samenwerking met de betrokken peuterspeelzalen en gastouders. Het gezamenlijke doel: één goede kindvoorziening voor het dorp behouden. Begin 2012 hebben de betrokken schoolbesturen hierover een intentieovereenkomst gesloten, waarna het onderzoek voor de samenwerking van start kon gaan. Het gaat hier om pioniersprojecten, waarbij elk traject vraagt om maatwerk. Belangrijke bijdrage in het succes is dat in de dorpen veel draagvlak bestaat voor de samenvoeging van de scholen en de samenwerking met de kinderopvang.
32
2. Steunstee Roodeschool Op 1 november 2004 is de Steunstee in Roodeschool geopend door de Stichting Seniorenvoorzieningen Roodeschool. De Steunstee is een veelzijdige ontmoetingsplek in het dorp, die tevens ondersteuning en informatie over wonen, welzijn en zorg biedt. Ook kan er contact worden gelegd met de gemeente en aanbieders van woon-, welzijn-, en zorgdiensten. Steunstee is gestart vanuit het beleid om ouderen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Tijdens de inloopuren kunnen bewoners terecht voor een kop koffie, een praatje en al hun vragen en opmerkingen over het dorp. Ook over zaken die de woning en de woonomgeving betreffen, zoals straatverlichting, openbaar groen en onveilige situaties zijn zij welkom bij Steunstee. 3. Gecombineerde zorgteams Appingedam In Appingedam ging op 1 oktober 2012 de pilot (T)OPWIERDE van start: een ‘Sociaal Team’ in de wijk Opwierde. Het initiatief werd genomen door de gemeente Appingedam, in het kader van de ‘Damster Aanpak’. Het team bestaat uit een ‘kern’ en een ‘schil’. De kernpartners zijn het algemeen maatschappelijk werk, de thuiszorg en de welzijnsinstelling. Dit team gaat op bezoek bij bewoners om na te gaan of men er prettig woont, hoe men de wijk ervaart en of men iets doet voor de medeburger. Het team is niet op zoek naar
problemen, maar naar het eigen initiatief en de eigen kracht van de burger. Wat doet de burger zelf? Welke verbindingen kunnen worden gelegd tussen hulp die nodig is en de zorg en aandacht die het team kan bieden? In de schil zijn wijkagenten, woonconsulenten, de gemeentelijke wijkcoördinator en de sociale dienst op afroep beschikbaar. In voorbereiding voor dezelfde wijk is een andere pilot: ‘Netwerkcoaches’. Wanneer de financiering rond is gaat dit project werken met vrijwilligers. Inzet is bewoners die geen netwerk meer hebben te helpen weer een eigen netwerk op te bouwen. Dit voorkomt vereenzaming. 4. Aanpak centrum Delfzijl De gemeente Delfzijl gaat het centrum aanpakken. De herinrichting van het Molenbergplein was een belangrijke eerste stap. Volgens de plannen wordt het winkelgebied verkleind, met minder winkels. En er ontstaat een nieuwe centrale winkelstraat vanaf het Molenbergplein naar het nieuwe Venneplein. Van daaruit komt een verbinding met het strand, zowel binnen als buiten de dijk. De gemeente wil de lege winkelpanden veranderen in woningen. Dat moet de binnenstad nog aantrekkelijker maken.
5. Film over krimp Op 5 juli 2012 ging de documentaire ‘Ik geef geen krimp!’ feestelijk in première. De documentairefilm is samengesteld uit korte films die leerlingen van 17 basisscholen uit de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum maakten over de invloed van bevolkingsdaling in hun omgeving. Meestal zijn volwassenen aan het woord over dit thema. Over de jeugd in deze krimpregio wordt veel gesproken, maar de kinderen zelf hoor je nauwelijks. Met het filmproject wilde IVAK de Cultuurfabriek, initiatiefnemer van het project, de basisscholieren een stem geven, door hen te leren zelf een documentaire te maken over hun wijk of dorp. Gewapend met camera en microfoon gingen 500 jonge onderzoeksjournalisten uit de groepen 6, 7 en 8 op pad om persoonlijk verslag te doen vanuit hun wijk of dorp.
33
De uitvoering van het WLP: van praten naar doen! Om het Woon- en Leefbaarheidplan (WLP) uit te kunnen voeren is veel inzet en energie nodig. Die is voor een belangrijk deel in het gebied zelf aanwezig. De aanpak is erop gericht om zoveel mogelijk initiatieven die bijdragen aan een leefbare Eemsdelta te bundelen en verbinden. Het plan is daarmee dus geen ‘blauwdruk’ voor de toekomst, maar vormt het kader waarbinnen bewoners, ondernemers, gemeenten, woningcorporaties en onderwijsbesturen hun eigen koers kunnen uitzetten. De rol van de bewoners is daarbij essentieel. De kracht die zij met elkaar kunnen ontwikkelen is cruciaal voor de leefbaarheid van onze regio in de komende twintig jaar. De ‘zegen’ en het geld komen niet meer van boven, burgers moeten zelf aan het werk. Bewoners aan het stuur In de Eemsdelta in 2030 zetten bewoners zich samen in voor verbeteringen in de woonomgeving, een hechtere gemeenschap, een zorgzamere buurt en passende woningen. De professionele partijen in het gebied – bijvoorbeeld gemeenten, zorginstellingen en woningcorporaties – ondersteunen bewoners wanneer zij coöperaties en andere samenwerkingsvormen willen opzetten en starten. De eerste stap om dit te bereiken is bewoners werkelijk betrekken bij alle veranderingen en ontwikkelingen in hun woonomgeving, door ze uit te nodigen mee te doen – en niet alleen mee te praten. Als bewoners meedoen, zien ze wat er nodig is en zo komen ze op goede ideeën. Al doende kunnen de professionals zo steeds meer aan de bewoners overlaten.
34
Vinger aan de pols van de krimp We weten niet precies hoe de krimp de komende jaren gaat uitpakken en welke gevolgen deze voor individuele dorpen en buurten zal hebben. Daarom houdt de regio de vinger goed aan de pols. De partijen die samen werken om de leefbaarheid in de Eemsdelta op peil te houden, bekijken jaarlijks de situatie in het gebied, met een ‘monitor’. Deze brengt de veranderingen op vier terreinen scherp in beeld: de bevolkingsontwikkeling, het wonen, de sociale structuur en voorzieningen en niet in de laatste plaats de door de bewoners zelf ervaren leefbaarheid. Op basis van deze jaarlijkse meting kan de regio iedere vijf jaar het WLP aanpassen. Dit geeft de regio de kans om op tijd nieuwe accenten aan te geven en nieuwe doelen en opgaven te stellen. De financiering: hulp gevraagd De 35 partijen willen de leefbaarheid van de Eemsdelta op termijn waarborgen, en zetten daar geld voor in, maar dat is niet genoeg. Het WLP brengt in beeld welke investeringen noodzakelijk zijn en hoe deze betaald kunnen worden. De koers voor de Eemsdelta is zo optimaal mogelijk geformuleerd. Realistische ambities, tegen lage kosten – bijvoorbeeld door investeringen slim te combineren. Samenwerken en samen betalen zijn de essentiële principes voor het betaalbaar maken van de hele operatie. Een groot deel wordt opgebracht door de partijen in het gebied zelf: bewoners, ondernemers, gemeenten, woningcorporaties, zorg- en onderwijsinstellingen en andere maatschappelijke organisaties. We komen ver, maar niet ver genoeg: voor een deel is ook hulp van buiten nodig, van het Rijk en de EU.
Een blik vooruit: dit gebeurt de komende jaren Het Woon- en Leefbaarheidplan (WLP) kijkt vooruit voor de komende tien tot vijftien jaar, hoe lastig dat soms ook is. De ambities van het WLP zijn uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma (UVP), dat medio oktober 2012 gereed is gekomen. Om een idee te krijgen van de acties die de eerste jaren op de rol staan, hierbij een selectie uit de verschillende programma’s en projecten van het UVP:
Regionale voorzieningenstructuur - Actieplan winkels: het opzetten van een projectorganisatie die winkels herschikt en leegstaande panden aankoopt en verbouwt. - Afstemming Appingedam-Delfzijl: het ontwikkelen van een gezamenlijke strategie die voor beide stadscentra voldoende toekomstperspectief oplevert.
Wonen en leefbaarheid - Bewustwording woningaanpassing: ouderen bewust maken van het bijtijds aanpassen van hun woning. - Dorpsvernieuwing van onderop: opzetten en uitvoeren van dorpsvernieuwingsplannen onder verantwoordelijkheid van dorpsbewoners.
Bereikbaarheid - Maatwerk in openbaar vervoer: experiment starten met exploiteren dorpsbus door dorpsbewoners/vrijwilligers. - Regionaal fiets- en wandelpaden-plan: aanleg van nieuwe fietspaden en revitaliseren bestaande fiets- en voetpaden. Aansluiten bij oude kerkepaden, ‘Kiek over Diek’ en fietsknooppuntenroutes.
Sociale samenhang, welzijn en zorg - Experiment ‘sociale cohesie’: het verlenen van grotere verantwoordelijkheid aan de dorpen voor zaken die voor de leefbaarheid van belang zijn, zoals de exploitatie van het dorpshuis en de dorpsbus. - Afstemming basisonderwijs: het ontwikkelen van een toekomstvisie voor de spreiding van integrale kindvoorzieningen (basisonderwijs), over de grenzen van de regio heen. - Actieplan Ouderen: samenwerking op het gebied van ouderenzorg, verpleeghuiszorg en ziekenhuisfuncties. Zorgen voor passende huisvesting voor ouderen en een op hen afgestemde inrichting van de woonomgeving.
35