Toezichtinformatie
Toezichtindicatoren Woon- en leefklimaat
Versie april 2013
Inhoudsopgave Aanleiding
3
Leeswijzer
4
Matrix Woon- en leefklimaat
5
Toezichtindicatoren Wabo
5
Toezichtindicatoren Wro
10
Toezichtindicatoren Huisvestingswet
13
Toezichtindicatoren Woningwet
14
Toezichtindicatoren Monumentenwet
15
Toezichtindicatoren Waterwet
16
Auteur:
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING)
Datum:
april 2013
2
Aanleiding Voor u liggen de toezichtindicatoren die voor het thema Woon- en leefklimaat zijn vastgesteld voor het jaar 2013. De toezichtindicatoren op het thema Woon- en leefklimaat zijn de eerste set indicatoren ontwikkeld voor het nieuwe instrument toezichtinformatie op Waarstaatjegemeente.nl. Deze indicatoren bieden de basis voor horizontale verantwoording tussen college en raad. Ook dienen deze indicatoren als basis voor de verticale verantwoording. In het geval van het thema Woon- en leefklimaat is de verticale toezichthouder de provincie. De indicatoren zijn ontwikkeld op basis van de wetten Wabo, Wro, de Waterwet, de Monumentenwet, de Woningwet en de Huisvestingswet. Om tot de definitieve indicatoren te komen zijn er twee trajecten gevolgd: één met gemeenten via VNG en één met de provincies via het IPO. Gevolg van deze twee trajecten is dat er overeenstemming is tussen beide partijen over de benodigde toezichtindicatoren. Het instrument toezichtinformatie wordt ontwikkeld naar aanleiding van de Wet revitalisering generiek toezicht (wet RGT) die op 1 oktober 2012 in werking is getreden. De wet RGT zet in op het versterken van de horizontale verantwoording en een afbouw van de verticale toezichtlast. De gemeenteraad is in eerste lijn de instantie die toezicht houdt op de correcte uitvoering van medebewindstaken door het college. KING en VNG ontwikkelen hiervoor samen het instrument toezichtinformatie om gemeenten te ondersteunen gevolg te geven aan de wet RGT. Voor meer informatie over toezichtinformatie op Waartstaatjegemeente.nl kunt u kijken op www.waarstaatjegemeente.nl.
3
Leeswijzer De toezichtindicatoren voor het thema Woon- en leefklimaat worden in het volgende hoofdstuk weergegeven in een matrix. In deze matrix vindt u de toezichtindicatoren samen met de wetten en artikelen waar de indicatoren van zijn afgeleid. Ook vindt u hier per indicator de achterliggende vragen om tot een antwoord te komen op de indicator. De matrix is opgebouwd uit de volgende kolommen: Nr.
Wet Artikel Kernindicator Wat zegt de kernindicator? Vraag
Elke kernindicator heeft een code opgebouwd uit twee getallen. Het eerste getal staat voor de wet en het tweede getal staat voor de kernindicator. De naam van de wet waar de kernindicator van is afgeleid. Het artikel binnen de wet (indien van toepassing). De definitie van de kernindicator. Hier kunt u nalezen waarom de kernindicator relevant is en op welke manier deze geïnterpreteerd kan worden. De onderliggende vragen die tezamen een antwoord vormen op de kernindicator
4
Wabo Nr.
Wet
Artikel
Kernindicator
Wat zegt de kernindicator
Vraag
1.1
Wabo
2.1
Uitvoering takenpakket Wabo VTH taken conform kwaliteitscriteria 2.1
De Kwaliteitscriteria 2.1 voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) zijn bedoeld om de uitvoering transparanter, voorspelbaarder en gelijkvormiger te maken. Het Rijk wil dat op 1 januari 2015 alle taken conform de kwaliteitscriteria worden uitgevoerd. Deze indicator geeft de gemeenteraad inzicht of de uitvoering van de VTH Wabo taken in zijn algemeenheid voldoen aan de benodigde kwaliteit.
Wordt het takenpakket Wabo VTH taken in de gemeente conform de kwaliteitscriteria 2.1 uitgevoerd?
1.2
Wabo
2.1
Mate van uitvoering achterblijvende taken Wabo VTH taken in relatie tot kwaliteitscriteria (in procenten)
De Kwaliteitscriteria 2.1 voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) zijn bedoeld om de uitvoering transparanter, voorspelbaarder en gelijkvormiger te maken. Het Rijk wil dat op 1 januari 2015 alle taken conform de kwaliteitscriteria worden uitgevoerd. Deze indicator geeft de gemeenteraad inzicht of de uitvoering van de VTH Wabo taken in zijn algemeenheid voldoen aan de benodigde kwaliteit.
In welke mate voldoen de achterblijvende Wabo VTH taken in de gemeente aan de kwaliteitscriteria 2.1 ?
1.3
Wabo
Omvang actuele vergunningen (in procenten)
De uitvoering van de VTH Wabo taken in een gemeente is op orde als het vergunningenbestand actueel is. Als dit niet het geval is kan dit negatieve gevolgen voor de kwaliteit van het ruimtelijk beleid. De gemeente loopt ook bestuurlijk-juridische risico's als het vergunningenbestand niet meer actueel is.
Wat is de omvang van het totale vergunningenbestand?
1.3
Wabo
1.4
Wabo
1.4
Wabo
Wat is de omvang van het actuele vergunningenbestand op het risicogebied van de brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen?
1.4
Wabo
Wat is de omvang van het actuele vergunningenbestand op het risicogebied van de constructieve veiligheid en brandveiligheid?
1.4
Wabo
Wat is de omvang van het actuele vergunningenbestand op het risicogebied van verontreinigde grond?
Hoeveel vergunningen binnen het vergunningenbestand zijn actueel? Omvang actuele vergunningen binnen risicogebieden (in procenten)
De provincie heeft verschillende risicogebieden binnen het ruimtelijke beleid benoemd. Deze zijn gekozen vanwege de grote maatschappelijke risico's als op deze terreinen iets mis gaat (o.m. op het gebied van de veiligheid en de volksgezondheid). Deze indicator verschaft de gemeenteraad inzicht in hoeverre de vergunningverlening in de gemeente is gebaseerd op deze risicogebieden. De indicator zegt iets over de relevantie van de afgegeven vergunningen.
Wat is de omvang van het actuele vergunningenbestand op het risicogebied van de asbestregelgeving?
5
1.4
Wabo
Wat is de omvang van het actuele vergunningenbestand op het risicogebied van de risicovolle inrichtingen?
1.5
Wabo
3.9
Omvang Lex Silencio Positivo (LSP) bij projectbesluiten/omgevingsvergu nningen (in procenten)
Deze kernindicator zegt iets over de kwaliteit van het vergunningenproces. Hoe meer Lex Silencio's er worden uitgegeven, hoe waarschijnlijker het is dat de gemeentelijke processen niet op orde zijn. De kwaliteit van het omgevingsbeleid kan hierdoor onder druk komen te staan.
Bij hoeveel projectbesluiten/omgevingsvergunningen betrof het een zogenaamde Lex Silecio Positivo (LSP)?
1.6
Wabo
3.12
Omvang bezwaar- en beroepsprocedures bij projectbesluiten/omgevingsvergu nningen met een uitgebreide voorbereidingsprocedure (in procenten)
Deze indicator geeft inzicht in de mate waarin gebruik is gemaakt van een bezwaar - en beroepsprocedure. Dit is met name interessant omdat dit de wat zwaardere en complexere vergunningen betreft. Als de omvang van bezwaar en beroep hoog is kan dit er op wijzen dat de gemeentelijke processen niet op orde zijn. De kwaliteit van het omgevingsbeleid kan hierdoor onder druk komen te staan. Tegelijkertijd kan het leiden tot financiële risico's voor de gemeente in kwestie.
Hoeveel projectbesluiten/omgevingsvergunningen, waarop een uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, zijn er verstrekt in de gemeente?
1.6
Wabo
1.7
Wabo
7.2 lid 2
Gebruik van een probleem- of risico analyse bij handhavingsbeleid
In de Memorie van Toelichting bij de wet staat: Een goede probleem- of risicoanalyse is één van de belangrijkste factoren om een kwalitatief goede beleidscyclus te realiseren. Als deze niet aanwezig is ontbreekt een belangrijke schakel binnen het handhavingsbeleid. Hierdoor kan het voorkomen dat er onvoldoende prioriteit wordt gegeven aan de belangrijkste onderdelen binnen de Wabo.
Is het handhavingsbeleid binnen de gemeente gebaseerd op een probleem- of risicoanalyse?
1.8
Wabo
7.2 lid 1
Vastgesteld handhavingsbeleid inclusief benoemde risicogebieden worden regionaal afgestemd (in procenten)
De wet stelt dat de gemeente er zorg voor moet dragen dat het handhavingsbeleid met de andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving worden afgestemd. De indicator geeft inzicht in de mate van deze afstemming op de belangrijkste risicogebieden. De gemeenteraad kan ingrijpen als blijkt dat deze afstemming te gering is.
Vindt afstemming van het handhavingsbeleid voor het risicogebied van de asbestregelgeving plaats op basis van afstemming in de regio?
1.8
Wabo
7.2 lid 1
3.12
In hoeveel gevallen heeft een projectbesluit/ omgevingsvergunning, waarop een uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, geleid tot een beroepsprocedure?
Vindt afstemming van het handhavingsbeleid voor het risicogebied van de brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen plaats op basis van afstemming in de regio?
6
1.8
Wabo
7.2 lid 1
Vindt afstemming van het handhavingsbeleid voor het risicogebied van de constructieve veiligheid en brandveiligheid plaats op basis van afstemming in de regio?
1.8
Wabo
7.2 lid 1
Vindt afstemming van het handhavingsbeleid voor het risicogebied van verontreinigde grond plaats op basis van afstemming in de regio?
1.8
Wabo
7.2 lid 1
Vindt afstemming van het handhavingsbeleid voor het risicogebied van risicovolle inrichtingen plaats op basis van afstemming in de regio?
1.9
Wabo/BOR/ MOR
7.2, eerste lid
1.9
Wabo/BOR/ MOR
7.2, eerste lid
Gaat de probleem- of risicoanalyse van het handhavingsbeleid in op het risicothema van de brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen?
1.9
Wabo/BOR/ MOR
7.2, eerste lid
Gaat de probleem- of risicoanalyse van het handhavingsbeleid in op het risicothema van de constructieve veiligheid en brandveiligheid?
1.9
Wabo/BOR/ MOR
7.2, eerste lid
Gaat de probleem- of risicoanalyse van het handhavingsbeleid in op het risicothema van verontreinigde grond?
1.9
Wabo/BOR/ MOR
7.2, eerste lid
Gaat de probleem- of risicoanalyse van het handhavingsbeleid in op het risicothema van risicovolle inrichtingen?
1.10
Wabo/BOR/ MOR
Mate waarin risico thema's binnen probleem - of risicoanalyse van het handhavingsbeleid zijn verwerkt (in procenten)
Mate waarin beleidsdoelen zijn geformuleerd met betrekking tot risicothema's (in procenten)
De gemeente stelt het handhavingsbeleid vast waarin idealiter wordt aangegeven welke doelen het zichzelf stelt bij de handhaving en welke activiteiten hiervoor nodig zijn. Als het beleid niet aansluit bij de belangrijkste aandachtspunten binnen het veld worden er aantoonbaar verkeerde prioriteiten gelegd waardoor de kwaliteit van het ruimtelijke beleid onder druk komt te staan met gevolgen voor de volksgezondheid en de veiligheid.
De gemeente stelt het handhavingsbeleid vast waarin idealiter wordt aangegeven welke doelen het zichzelf stelt bij de handhaving en welke activiteiten hiervoor nodig zijn. Als het beleid niet aansluit bij de belangrijkste aandachtspunten binnen het veld worden er aantoonbaar verkeerde prioriteiten gelegd waardoor de kwaliteit van het ruimtelijke beleid onder druk komt te staan met gevolgen voor de volksgezondheid en de veiligheid.
Gaat de probleem- of risicoanalyse van het handhavingsbeleid in op het risicothema van de asbestregelgeving?
Zijn er binnen het handhavingsbeleid beleidsdoelen geformuleerd voor het risicothema van de asbestregelgeving?
7
1.10
Wabo/BOR/ MOR
Zijn er binnen het handhavingsbeleid beleidsdoelen geformuleerd voor het risicothema van de brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen?
1.10
Wabo/BOR/ MOR
Zijn er binnen het handhavingsbeleid beleidsdoelen geformuleerd voor het risicothema van de constructieve veiligheid en brandveiligheid?
1.10
Wabo/BOR/ MOR
Zijn er binnen het handhavingsbeleid beleidsdoelen geformuleerd voor het risicothema van de verontreinigde grond?
1.10
Wabo/BOR/ MOR
Zijn er binnen het handhavingsbeleid beleidsdoelen geformuleerd voor het risicothema van risicovolle inrichtingen?
1.11
BOR
7.2, lid 4 BOR
1.11
BOR
7.2, lid 4 BOR
Is het risicothema van de brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen ondergebracht in de toezicht en sanctiestrategie?
1.11
BOR
7.2, lid 4 BOR
Is het risicothema van constructieve veiligheid en brandveiligheid ondergebracht in de toezicht en sanctiestrategie?
1.11
BOR
7.2, lid 4 BOR
Is het risicothema van de verontreinigde grond ondergebracht in de toezicht en sanctiestrategie?
1.11
BOR
7.2, lid 4 BOR
Is het risicothema van de risicovolle inrichtingen ondergebracht in de toezicht en sanctiestrategie?
Mate waarin risico thema's zijn ondergebracht in de toezicht- en sanctiestrategie (in procenten)
De gemeente stelt het handhavingsbeleid vast waarin idealiter wordt aangegeven welke doelen het zichzelf stelt bij de handhaving en welke activiteiten hiervoor nodig zijn. In dit geval gespecificeerd naar de toezicht- en sanctiestrategie. Als het beleid niet aansluit bij de belangrijkste aandachtspunten binnen het veld worden er aantoonbaar verkeerde prioriteiten gelegd waardoor de kwaliteit van het ruimtelijke beleid onder druk komt te staan met gevolgen voor de volksgezondheid en de veiligheid.
Is het risicothema van de asbestregelgeving ondergebracht in de toezicht- en sanctiestrategie?
8
1.12
BOR
7.7 lid 1
1.13
Wabo
1.13
Wabo
Hoe vaak is het voorgekomen dat op het terrein van het risico thema van de brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen een vergunning automatisch via rechtswege werd verleend?
1.13
Wabo
Hoe vaak is het voorgekomen dat op het terrein van het risico thema van de constructieve veiligheid en brandveiligheid een vergunning automatisch via rechtswege werd verleend?
1.13
Wabo
Hoe vaak is het voorgekomen dat op het terrein van het risico thema van de verontreinigde grond een vergunning automatisch via rechtswege werd verleend?
1.13
Wabo
Hoe vaak is het voorgekomen dat op het terrein van risicovolle inrichtingen een vergunning automatisch via rechtswege werd verleend?
1.14
BOR
7.3 BOR
Jaarlijkse evaluatie van het uitvoeringsprogramma
Het bestuursorgaan moet evalueren hoe het uitvoeringsprogramma is uitgevoerd. Als ze dit niet doet is het bestuursorgaan niet in staat om de uitvoering tijdig bij te sturen waardoor op termijn de kwaliteit van het ruimtelijk beleid onder druk kan komen te staan. Voor de gemeenteraad biedt deze indicator een geheugensteun bij het controleren van het College van B&W.
Evalueert de gemeente jaarlijks of de activiteiten in het uitvoeringsprogramma zijn uitgevoerd?
Omvang verleende Lex Silencio Positivo bij omgevingsvergunningen op risico thema's (in aantallen)
Deze kernindicator zegt iets over de kwaliteit van het vergunningenproces. Hoe meer Lex Silencio's er worden uitgegeven, hoe waarschijnlijker het is dat de gemeentelijke processen niet op orde zijn. De kwaliteit van het omgevingsbeleid kan hierdoor onder druk komen te staan. Met name als het gaat om Lex Silencio Positivo's op de risicogebieden.
Hoe vaak is het voorgekomen dat op het terrein van het risico thema van de asbestregelgeving een vergunning automatisch via rechtswege werd verleend?
Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) taken is op 1 januari aan de Raad aangeboden en beschikbaar voor de Gedeputeerde Staten
De gemeente werkt het handhavingsbeleid jaarlijks uit in een uitvoeringsprogramma waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten de gemeente het komend jaar uitvoert. Als dit later dan 1 januari van een jaar gebeurd dan worden deze taken uitgevoerd op basis van het programma van het jaar hiervoor. Dit heeft nadelige gevolgen van de kwaliteit van de handhaving. Deze indicator biedt de gemeenteraad houvast om het College van B&W scherp op te controleren.
Is het jaarlijkse uitvoeringsprogramma vth-taken voor 1 januari aan de raad aangeboden en beschikbaar voor de Gedeputeerde Staten?
9
Wro Nr.
Wet
Artikel
Kernindicator
Wat zegt de kernindicator
Vraag
2.1
Wro
3.1, lid 5 3.38
Dekking van het gemeentelijke grondgebied door bestemmingsplannen/beheersver ordeningen (in procenten)
Bestemmingsplannen/beheersverordeningen bepalen wat er binnen een gemeente met de ruimte mag gebeuren. Idealiter is er voor het hele gemeentelijke grondgebied een bestemmingsplan/beheersverordening beschikbaar. Op die manier weten burgers en bedrijven waar ze aan toe zijn. Deze indicator geeft de gemeenteraad inzicht in de dekking van de bestemmingsplannen/beheersverordeningen
Hoeveel procent van het gemeentelijke grondgebied wordt gedekt door bestemmingsplannen/beheersverordening en?
2.2
Wro
3.1, lid 5 3.38
Omvang bestemmingsplannen/ beheersverordeningen ouder dan 10 jaar(in procenten)
Bestemmingsplannen/beheersverordeningen moeten actueel zijn, dat wil Hoeveel zeggen jonger dan 10 jaar. Als ze ouder zijn kan dit negatieve gevolgen bestemmingsplannen/beheersverordening hebben voor de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting. De en heeft de gemeente? maatschappelijke realiteit sluit dan steeds minder aan bij hetgeen is vastgelegd in de bestemmingsplannen/beheersverordeningen. Als gemeenten vanaf 1 juli 2013 nog steeds bestemmingsplannen/beheersverordeningen hebben die ouder zijn dan 10 jaar dan mogen in deze context geen leges meer worden geheven. Dat kan zeer nadelige gevolgen hebben voor de financiële positie van een gemeente. Deze indicator biedt de gemeenteraad inzicht in de voortgang van de actualisering van de bestemmingsplannen/beheersverordeningen
2.2
Wro
3.1, lid 5 3.38
Hoeveel bestemmingsplannen / beheersverordeningen zijn ouder dan 10 jaar?
2.3
Wro
3.1, lid 5 3.38
Omvang digitale bestemmingsplannen / beheersverordeningen (in procenten)
Deze indicator geeft de gemeenteraad inzicht in de voortgang van de digitalisering van de bestemmingsplannen/beheersverordeningen. Per 1 januari 2010 is een nieuwe stap gezet in het digitaal ontsluiten van ruimtelijke plannen. Vanaf deze datum worden alle nieuwe ruimtelijke plannen volgens nieuwe digitale regels opgesteld en beschikbaar gesteld. Er worden strengere regels aan de vorm gesteld en een publicatie van een bestemmingsplan als PDF-bestand op de website is niet meer voldoende. De ruimtelijke plannen zijn in deze nieuwe digitale in te zien via www.ruimtelijkeplannen.nl
Hoeveel bestemmingsplannen/beheersverordening en zijn digitaal ontsloten?
2.4
Wro
3.6, lid 1. 3.9a, lid 1,2 en 3
Mate waarin bevoegdheden rond bestemmingsplannen binnen de wettelijke termijn en volgens de wettelijke procedures zijn uitgeoefend (in procenten)
Bevoegdheid van B & W (verkregen van de Raad) om deel bestemmingsplan te wijzigen, ervan af te wijken, verder uit te werken of hieromtrent nadere eisen te stellen. Hier zitten zekere risico's aan vast omdat als dit vaak voorkomt onduidelijkheden kunnen ontstaan over de vorm en inhoud van het ruimtelijke beleid. De indicator maakt voor de gemeenteraad transparant in hoeverre van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt binnen de wettelijke termijnen en volgens de wettelijke procedures.
Hoe vaak heeft B&W gebruik gemaakt van de wettelijke bevoegdheid - om bestemmingsplannen te wijzigen, ervan af te wijken, verder uit te werken of hieromtrent nadere eisen te stellen?
10
2.4
Wro
3.6, lid 1. 3.9a, lid 1,2 en 3
Hoe vaak is de besluitvorming t.a.v. deze bevoegdheid juist doorlopen? (binnen de termijn en volgens de procedure) [3.9a Wro]
2.5
Wro
3.8, lid 3 en 4
Omvang vaststellingsbesluiten dat binnen de wettelijke termijn en volgens de wettelijke procedure is afgehandeld (in procenten)
2.5
Wro
3.8, lid 3 en 4
Hoeveel vaststellingsbesluiten zijn binnen de wettelijke termijn in de gemeente afgehandeld?
2.5
Wro
3.8, lid 3 en 4
Hoeveel vaststellingsbesluiten zijn volgens de wettelijke procedure in de gemeente afgehandeld?
2.6
Wro
6.1, lid 1
2.6
Wro
6.1, lid 1
2.7
Wro
6.1, lid 1
2.7
Wro
6.1, lid 1
2.8
Wro
6.24
2.8
Wro
6.24
Aandeel gehonoreerde aanvragen voor tegemoetkoming in schade (planschade) (in procenten)
Deze indicator geeft de gemeenteraad inzicht in de kwaliteit van het ruimtelijke proces. De indicator gaat met name in op de communicatie rond het ruimtelijk beleid richting de burgers.
Deze indicator geeft de gemeenteraad inzicht in de mate waarin tegemoetkomingen in schade (planschade) zich voordoen. Dit is van belang om te weten omdat hoge tegemoetkomingen kunnen leiden tot grote financiële consequenties voor een gemeente. Ook is in een dergelijk geval blijkbaar de dienstverlening richting burgers en bedrijven niet op de orde.
Hoeveel vaststellingsbesluiten heeft de gemeente vastgesteld?
Hoeveel aanvragen voor tegemoetkoming in schade (planschade) zijn er in de gemeente ingediend?
Hoeveel aanvragen voor tegemoetkoming in schade (planschade) zijn er in de gemeente gehonoreerd? Aandeel gehonoreerde bedrag voor tegemoetkoming in schade (planschade)
Deze indicator geeft de gemeenteraad inzicht in de mate waarin tegemoetkomingen in schade (planschade) zich voordoen. Dit is van belang om te weten omdat hoge tegemoetkomingen kunnen leiden tot grote financiële consequenties voor een gemeente. Ook is in een dergelijk geval blijkbaar de dienstverlening richting burgers en bedrijven niet op de orde.
Hoe hoog was het totaal aangevraagde bedrag voor de tegemoetkoming in schade (planschade) in de gemeente?
Hoe hoog was het totaal gehonoreerde bedrag voor de tegemoetkoming in schade (planschade) in de gemeente? Aandeel grondexploitatieovereenkomsten die voldoen aan de wettelijke procedurele verplichtingen (in procenten)
De gemeenteraad heeft via deze indicator inzicht hoeveel grondexploitatieovereenkomsten er zijn gesloten, met welk bedrag en of is voldaan aan de wettelijke verplichtingen.
Hoeveel grondexploitatieovereenkomsten zijn er binnen de gemeente gesloten?
Hoeveel grondexploitatieovereenkomsten in de gemeente voldoen aan de wettelijke procedurele verplichtingen?
11
2.9
Wro
6.24
Gemiddeld bedrag per grondexploitatieovereenkomst die voldoet aan de wettelijke procedurele verplichtingen
De gemeenteraad heeft via deze indicator inzicht hoeveel grondexploitatieovereenkomsten er zijn gesloten, met welk bedrag en of is voldaan aan de wettelijke verplichtingen.
Hoe hoog is in de gemeente het totaalbedrag uit grondexploitatieovereenkomsten die voldoen aan de wettelijke procedurele verplichtingen?
2.10
Wro
7.1 en 10.1
Mate waarin handhavingsbeleid is uitgevoerd (in procenten)
Deze indicator geeft de gemeenteraad aan in hoeverre het handhavingsbeleid is uitgevoerd. Als dit tegenvalt kan vroegtijdig worden bijgestuurd om de voorgestelde doelen uiteindelijk te halen.
Hoeveel procent van het voorgenomen beleid zoals vastgelegd in het beleidsprogramma is uitgevoerd?
2.11
Wro
3.3
Aandeel projectbesluiten/omgevingsvergu nningen die voldoen aan bestemmingsplan/beheersverord ening (in procenten)
Indicator geeft inzicht in welke mate Hoeveel projectbesluiten/omgevingsvergunningen voldoen aan het projectbesluiten/omgevingsvergunningen bestemmingsplan/ de beheersverordening. Als dit percentage laag is zijn er in uw gemeente? verliest het bestemmingsplan/ de beheersverordening aan kracht waardoor de kwaliteit van het ruimtelijke beleid onder druk kan komen te staan.
2.11
Wro
2.12
Wro
Hoeveel projectbesluiten/omgevingsvergunningen voldoen aan het/de bestemmingsplan/beheersverordening? Aandeel bestemmingsplannen/beheersver ordeningen die voldoen aan de provinciale ruimtelijke verordening (in procenten)
De Provinciale ruimtelijke verordening (Prvs) schrijft voor waaraan bestemmingsplannen en beheersverordeningen moeten voldoen. Als deze plannen en verordeningen niet blijken te voldoen dan is het ruimtelijk beleid niet goed op elkaar afgestemd. De kwaliteit van het ruimtelijke beleid kan hierdoor onder druk komen te staan. Burgers en bedrijven weten niet goed waar ze aan toe zijn.
Hoeveel bestemmingsplannen/beheersverordening en voldoen aan de provinciale ruimtelijke verordening?
12
Huisvestingswet Nr.
Wet
Artikel
Kernindicator
Wat zegt de kernindicator
Vraag
3.1
Huisvestingswet Hoofdstuk 5
60a sub b. en 60 b
Taakstelling verblijfsgerechtigden voor afgelopen half jaar
Elk half jaar krijgt de gemeente een taakstelling opgelegd. De provincies kunnen taakstellingen onder condities wijzigen. De provincies willen inzicht in de eventuele achterstanden. Bij het niet voldoen aan de taakstelling kan de provincie nadere informatie opvragen en zo nodig overgaan tot indeplaatsstelling. Dit is een risico (politiek en financieel) voor de gemeente. De vier opgenomen indicatoren geven de gemeenteraad inzicht in de stand van zaken zodat de raad vroegtijdig weet wanneer er zich problemen voordoen. De toezichthouder kan op basis van deze informatie haar toezichthoudende taak goed uitvoeren
Wat is de hoogte van de taakstelling huisvesting verblijfsgerechtigden van het afgelopen half jaar?
3.2
Huisvestingswet Hoofdstuk 5
60a sub b. en 60 b
Taakstelling verblijfsgerechtigden voor komende halfjaar
Elk half jaar krijgt de gemeente een taakstelling opgelegd. De provincies kunnen taakstellingen onder condities wijzigen. De provincies willen inzicht in de eventuele achterstanden. Bij het niet voldoen aan de taakstelling kan de provincie nadere informatie opvragen en zo nodig overgaan tot indeplaatsstelling. Dit is een risico (politiek en financieel) voor de gemeente. De vier opgenomen indicatoren geven de gemeenteraad inzicht in de stand van zaken zodat de raad vroegtijdig weet wanneer er zich problemen voordoen. De toezichthouder kan op basis van deze informatie haar toezichthoudende taak goed uitvoeren
Wat is de hoogte van de taakstelling huisvesting verblijfsgerechtigden voor het komende half jaar?
3.3
Regeling informatieverstrek king Centraal Orgaan opvang asielzoekers 2006
Hoogte achterstand taakstelling verblijfsgerechtigden
Elk half jaar krijgt de gemeente een taakstelling opgelegd. De provincies kunnen taakstellingen onder condities wijzigen. De provincies willen inzicht in de eventuele achterstanden. Bij het niet voldoen aan de taakstelling kan de provincie nadere informatie opvragen en zo nodig overgaan tot indeplaatsstelling. Dit is een risico (politiek en financieel) voor de gemeente. De vier opgenomen indicatoren geven de gemeenteraad inzicht in de stand van zaken zodat de raad vroegtijdig weet wanneer er zich problemen voordoen. De toezichthouder kan op basis van deze informatie haar toezichthoudende taak goed uitvoeren
Wat is de hoogte van de eventuele achterstand uit voorgaande periodes?
3.4
Regeling informatieverstrek king Centraal Orgaan opvang asielzoekers 2006
Daadwerkelijk aantal gehuisveste verblijfsgerechtigden
Elk half jaar krijgt de gemeente een taakstelling opgelegd. De provincies kunnen taakstellingen onder condities wijzigen. De provincies willen inzicht in de eventuele achterstanden. Bij het niet voldoen aan de taakstelling kan de provincie nadere informatie opvragen en zo nodig overgaan tot indeplaatsstelling. Dit is een risico (politiek en financieel) voor de gemeente. De vier opgenomen indicatoren geven de gemeenteraad inzicht in de stand van zaken zodat de raad vroegtijdig weet wanneer er zich problemen voordoen. De toezichthouder kan op basis van deze informatie haar toezichthoudende taak goed uitvoeren
Wat is het daadwerkelijk aantal gehuisveste verblijfsgerechtigden?
13
Woningwet Nr.
Wet
Artikel
Kernindicator
Wat zegt de kernindicator
4.1
Woningwet
12a
Welstandsnota door Raad vastgesteld
De gemeenteraad is verplicht een welstandsnota vast te stellen. Als dit niet Heeft de raad een welstandsnota gebeurd weten burgers en bedrijven niet goed waar ze aan toe zijn. De vastgesteld? kwaliteit van het ruimtelijk beleid kan hieronder lijden.
Vraag
4.2
Woningwet
12c
Uitvoering welstandsbeleid voldoet aan afspraken in welstandsnota
Het College van B & W leggen de raad eenmaal per jaar een verslag voor Voldoet de uitvoering van het over de uitvoering van het welstandsbeleid. Dit document geeft inzicht in welstandsbeleid aan de vastgestelde hoeverre de uitvoering voldoet aan de gemaakte afspraken. Als beleid en welstandsnota? uitvoering ver uit elkaar liggen worden gemaakte afspraken onvoldoende nagekomen. Daardoor weten burgers en bedrijven niet goed waar ze aan toe zijn. De uitvoering wordt onberekenbaar. De gemeenteraad kan aan de hand van deze indicator beoordelen of de welstandsnota die zij heeft vastgesteld in de praktijk goed functioneert.
4.3
Woningwet
12, lid 2
Gebruik van bevoegdheid van welstandsvrij verklaren specifieke gebieden (aantallen)
De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om gebieden welstandsvrij te verklaren. Dit is gunstig om bijvoorbeeld de regeldruk te verminderen. Als een gemeente zeer veel gebieden welstandsvrij verklaart kan de kwaliteit van de ruimtelijke omgeving echter onder druk komen te staan. Burgers en bedrijven hebben dan zoveel vrijheid dat het moeilijk is om als overheid grip te houden op de kwaliteit van de bebouwde omgeving
Hoe vaak is gebruik gemaakt van de bevoegdheid van het welstandsvrij verklaren van specifieke gebieden?
4.4
Woningwet
13, 13a en 14
Toepassing bestuursdwang om bouwwerken aan de regels te laten voldoen (aantallen)
De gemeenteraad wil weten hoe het College van B & W de handhaving heeft georganiseerd en met welk resultaat. Als er veel bestuursdwang nodig is zegt dit iets over nalevingsgraad (die is laag). Dit kan verschillende oorzaken hebben. Handhaving in het kader van de woningwet is van belang omdat de veiligheid van mensen in het geding kan zijn als niet wordt ingegrepen. Delen van een gebouw kunnen bijvoorbeeld instorten als niet aan de regels is voldaan. Bestuursdwang is in dat kader een belangrijk middel.
Hoe vaak is bestuursdwang toegepast om bouwwerken aan de regels te laten voldoen?
14
Monumentenwet Nr.
Wet
5.1
Monumentenwet 1988
5.2
Wabo
5.3
Monumentenwet 1988
Artikel
Kernindicator
Wat zegt de kernindicator
Vraag
Omvang rijksmonumenten in een gemeente (aantallen)
Deze drie indicatoren geven inzicht hoe gemeenten omgaan met rijksmonumenten binnen hun grenzen. Het risico dat ontstaat als zaken niet goed worden geregeld is dat (onherstelbare) schade kan worden aangericht aan rijksmonumenten.
Hoeveel rijksmonumenten heeft de gemeente ?
Hoofdstuk 2 Omgevingsve rgunning 2.1 lid 1
Omvang vergunningen die gemeente heeft verleend voor wijziging aan/van rijksmonumenten (aantallen)
De indicator geeft de gemeenteraad informatie over de omvang van de verleende vergunningen voor wijzigingen aan/van monumenten. Bij een veelomvattende ingreep in een rijksmonument (sloop, reconstructie, nieuwe bestemming) moet advies worden ingewonnen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed maar dat kan ook in minder omvattende ingrepen. De provincie als toezichthouder en de gemeenteraad hebben op basis van deze gegevens (aantal vergunningen en aantal adviezen) een beeld van de zorg waarmee de gemeente monumentenzorg heeft opgepakt.
Hoeveel vergunningen heeft de gemeente verleend voor wijziging aan/van monumenten?
Hoofdstuk II. Beschermde monumenten § 2. Vergunningen tot wijziging, sloop of verwijdering 15 lid 1 en 2
Omvang adviezen die door Monumentencommissi e zijn afgegeven met betrekking tot rijksmonumenten (aantallen)
Deze indicator is in samenhang met de twee voorgaande indicatoren erg interessant voor zowel de gemeenteraad als de toezichthouder. De indicator geeft aan hoe serieus een gemeente werk maakt van monumentenzorg.
Hoeveel adviezen zijn er door de monumentencommissie afgegeven met betrekking tot rijksmonumenten?
15
Waterwet Nr.
Wet
Artikel
6.1
Waterwet
H 3. § 2. Omvang bestuurlijke Artikel 3.8 afspraken tussen gemeente en waterschap (in procenten)
Kernindicator
6.1
Waterwet
H 3. § 2. Artikel 3.8
Heeft de gemeente afspraken met het waterschap gemaakt over planvorming?
6.1
Waterwet
H 3. § 2. Artikel 3.8
Heeft de gemeente afspraken met het waterschap gemaakt over investeringsprogrammering?
6.1
Waterwet
H 3. § 2. Artikel 3.8
Heeft de gemeente afspraken met het waterschap gemaakt over operationele zaken?
6.2
Waterwet
H 6. § 2. Artikel 6.13
6.2
Waterwet
H 6. § 2. Artikel 6.13
6.3
Besluit lozen buiten inrichtingen
Artikel Omvang illegale lozingen die 3.14, 3.15 bij gemeentelijk toezicht zijn en 3.16 geconstateerd
De gemeente is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving ten aanzien van lozing van onder meer afvalwater. Als toezicht tekort schiet kan ernstige vervuiling optreden met onder meer gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu.
Hoeveel illegale lozingen zijn er bij gemeentelijk toezicht geconstateerd?
6.4
Waterwet
H 3. § 1. Gemeentelijke zorgplichten Artikel 3.5 verankerd in rioleringsplan en 3.6 (in procenten)
De gemeente heeft fr zorgplicht voor afvalwater, grondwater en hemelwater. Als dit niet of deels is geborgd ontstaan risico's op het gebied van het waterbeheer. Het niet-naleven van Europese regels (NErpe) kan leiden tot ingebrekestelling door de Europese Commissie of een proces bij het Europese Hof. Dit kan voor de gemeente grote financiële gevolgen hebben.
Heeft de gemeente haar zorgplichten voor de inzameling en het transport van afvalwater geformuleerd in een door de raad vastgesteld rioleringsplan?
6.4
Waterwet
H 3. § 1. Artikel 3.5 en 3.6
Omvang correct afgehandelde watervergunningen (in procenten)
Wat zegt de kernindicator
Vraag
De gemeente is verplicht om bestuurlijke afspraken te maken met het waterschap in het belang van een samenhangend waterbeheer. Samenwerking is essentieel om zo doeltreffend mogelijk op te kunnen treden. Deze indicator geeft de gemeenteraad inzicht in de mate van deze bestuurlijke samenwerking.
Heeft de gemeente afspraken gemaakt met het waterschap over beleid?
De gemeente is verantwoordelijk voor correcte afhandeling van watervergunningen. Als deze taak niet goed wordt uitgevoerd zegt dit iets over de kwaliteit van de interne processen. Dit kan gevolgen hebben de kwaliteit van het waterbeheer. De indicator geeft de gemeenteraad inzicht in de kwaliteit van de vergunningverlening.
Hoeveel aanvragen voor watervergunningen zijn er in de gemeente ingediend?
Hoeveel aanvragen voor watervergunningen zijn correct afgehandeld?
Heeft de gemeente haar zorgplichten ten aanzien van grondwater geformuleerd in een door de raad vastgesteld rioleringsplan?
16
6.4
Waterwet
H 3. § 1. Artikel 3.5 en 3.6
6.5
Wet Milieubeheer
H 4. Titel 4.6, Artikel 4.22
6.5
Wet Milieubeheer
H 4. Titel 4.6, Artikel 4.22
Is voor de zorgplicht van het grondwater -zoals verankerd in het rioleringsplanrekening gehouden met het gemeentelijke milieubeleidsplan?
6.5
Wet Milieubeheer
H 4. Titel 4.6, Artikel 4.22
Is voor de zorgplicht van het hemelwater -zoals verankerd in het rioleringsplanrekening gehouden met het gemeentelijke milieubeleidsplan?
6.6
Wet Milieubeheer
6.7
Wet milieubeheer
H 4. Titel 4.6, Artikel 4.22 H 12. Titel 12.1 , Artikel 12.10
6.7
Wet milieubeheer
H 12. Titel 12.1 , Artikel 12.10
Heeft de gemeente haar zorgplichten ten aanzien van hemelwater geformuleerd in een door de raad vastgesteld rioleringsplan? Gemeentelijke zorgplichten in rioleringsplan afgestemd met milieubeleidsplan (in procenten)
De gemeente heeft fr zorgplicht voor afvalwater, grondwater en hemelwater. Als dit niet of deels is geborgd ontstaan risico's op het gebied van het waterbeheer. Het niet-naleven van Europese regels (NErpe) kan leiden tot ingebrekestelling door de Europese Commissie of een proces bij het Europese Hof. Dit kan voor de gemeente grote financiële gevolgen hebben.
Is voor de zorgplicht van de inzameling en het transport van afvalwater - zoals verankerd in het rioleringsplan - rekening gehouden met het gemeentelijke milieubeleidsplan?
Financiële meerjarenraming ten behoeve van rioolheffing
Het risico bestaat dat als dit niet is geregeld het beleid niet of onvoldoende kan worden uitgevoerd . De indicator geeft de gemeenteraad inzicht in de financiële degelijkheid van het rioleringsplan.
Is er een financiële meerjarenraming voor de rioolheffing in dit rioleringsplan opgenomen?
Aandeel registers op de KRW gebieden (in procenten)
De gemeente moet rapporteren over de staat van de KRW wateren die onder hun gemeentelijke beheer vallen, conform de Europese wet- en regelgeving. De gemeenteraad krijgt met deze indicator inzicht of hieraan wordt voldaan.
Hoeveel KRW gebieden heeft de gemeente in beheer?
Hoeveel KRW registers worden voor de KRW gebieden bijgehouden door de gemeente?
17