Wing werkt!
Jaargang 5 • nummer 2
Jazz City in full swing Proeftuinen meerlaagsveiligheid
Henk Ovink De delta door Amerikaanse bril Vernieuwen en verankeren Het Deltaprogramma als transitieruimte
Wing werkt!
2
Niet alleen dijken ophogen, maar ook gevolgen van een ramp beperken met een slimme ruimtelijke ordening en een goed evacuatieplan. Dat is de kern van meerlaagsveiligheid. Proeftuinen zijn dé manier om te onderzoeken hoe je dat in de praktijk kunt toepassen.
Leiders die volgen Onlangs liet mijn dochter mij een inmiddels bekende TEDx talk zien van Derek Sivers. Het gaat over leiderschap en ‘how to start a movement’ (Sivers.org/ff). Hij vertelt zijn verhaal aan de hand van een filmpje waarin een ‘lone nut’ in zijn eentje uitbundig staat te dansen in een park. Tientallen jongeren kijken van een afstandje toe en lachen hem uit. Dan staat één jongen uit de groep op en gaat meedoen. Hij wenkt naar de groep en al snel volgen ook anderen. Binnen een paar minuten staan honderden jongens en meisjes met veel plezier te dansen. Mijn dochter zag het plezier en de levenslust ontstaan. Ik keek met respect naar de eerste volger. Hij besluit dat het moment is aangebroken om te volgen en neemt daarin het initiatief. Hij houdt goed contact met zijn groepsgenoten en inspireert hen mee te doen. Dat sluit prachtig aan bij deze Wing werkt! over transities in de delta en de noodzaak van nieuwe vormen van leiderschap. Leiderschap dat vernieuwers verbindt met de mensen die stevigheid en continuïteit geven aan onze maatschappij. Dit type leiderschap vraagt een open geest en de kunst om respectvol verschillende werelden met elkaar te verbinden en richting te geven. Transities behoeven leiders die durven te volgen. Het Deltaprogramma is bij uitstek een plek waar zeer complexe inhoudelijke opgaven vragen om grote creativiteit en bijzonder leiderschap. Door hier in dit magazine een vergrootglas op te zetten, laten we een werkwijze zien die breder toepasbaar is. Een werkwijze waarin in een institutionele context vrije ruimte wordt gecreëerd zodat nieuwe, gedragen inzichten kunnen ontstaan. Waarin leiders opstaan die de vernieuwing verankeren door de vernieuwers te verbinden met de wereld van nu. Wing komt zulke leiders in haar processen regelmatig tegen. Dan wordt ons werk een feest! Dorien Brunt Partner bij Wing
Proeftuinen meerlaagsveiligheid
Inhoud 3
Project Jazz City in full swing
7
Impressies Van processen
8
Thema Vernieuwen en verankeren
Jazz City in full swing
12 Impressies Van processen 13 Column Janny Rodermond 14 Interview Henk Ovink 16 Impressies Van processen 18 Wing Actueel
3 Wing werkt!
Voorwoord
PROJECT
Proeftuinen: ruimte voor experiment Het is nog niet eenvoudig om meerlaagsveiligheid in de praktijk toe te passen. Zo zijn de verantwoordelijkheden per laag verdeeld over verschillende overheden. Voor dijken en duinen moet je bij Rijkswaterstaat en het waterschap zijn, ruimtelijke inrichting is primair belegd bij de gemeente en de provincie, en rampenbeheersing bij de Veiligheidsregio. Het Deltaprogramma zet zogenoemde ‘proeftuinen’ in om meerlaagsveiligheid in de praktijk te onderzoeken. Een proeftuin is een leeromgeving waar mensen met verschillende soorten kennis een gebiedsopgave op een ontwerpende manier verkennen. Voor een relatief onbekend onderwerp als meerlaagsveiligheid bij uitstek een geschikte aanpak. De proeftuinen leveren specifieke uitkomsten op voor het gebied en meer generieke inzichten voor het Deltaprogramma.
Wing werkt!
4
In opdracht van het Deltaprogramma, deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering, faciliteerde Wing in 2012-2013 zes proeftuinen rond meerlaagsveiligheid. Elke proeftuin werd voorbereid met partners uit het gebied. Vervolgens werkten ongeveer twintig betrokkenen en experts twee dagen aan
Project Opdrachtgever Looptijd Wing-aanpak
Proeftuinen meerlaagsveiligheid Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering 2012-2013 Procesbegeleiding zes proeftuinen
verkenning van de opgave, uitwerking van oplossingsrichtingen en een agenda voor vervolg. Jazz City in Roermond In proeftuin Roermond hebben we onder meer het project Jazz City verkend. Onder deze noemer wil Roermond een havengebied aan de Maas herontwikkelen tot leisure- en woongebied. Volgens de ‘oude’ principes ligt er een plan voor een dijk rond het gebied. In de proeftuin schetsten de deelnemers twee alternatieven. De eerste is een ruimtelijke oplossing: integrale ophoging van het terrein. Een laag 2-maatregel dus. In de andere oplossing wordt een deel van het gebied ingericht als ‘uiterwaardpark’ met aangepaste bebouwing, en wordt het ‘Outletcentre’ van een multifunctionele dijk voorzien. In deze variant zien we een combinatie van laag 1 en 2, en zal voor de bebouwing in het uiterwaardpark ook een evacuatieplan nodig zijn (laag 3). Bezien vanuit veiligheid, financiën, ruimtelijke kwaliteit en uitvoerbaarheid lijkt een mix van de twee alternatieven met als ingrediënten ophogen, uiterwaardpark en aangepaste bebouwing het meest aantrekkelijk. Met zo’n meerlaagsveiligheidsoplossing komt Jazz City in full swing! Deze oplossing zou een verregaande samenwerking vragen tussen partijen. De veiligheid die bereikt wordt met ruimtelijke maatregelen en evacuatie moet immers stevig verankerd worden in waterdichte afspraken. Ook zou budget dat nu gelabeld is voor dijken, overgeheveld moeten worden naar ruimtelijke inrichting. Wettelijk is dat nog niet mogelijk. Mensenlevens redden Waar in Jazz City het accent lag op beperking van schade door overstroming, besteedden andere proeftuinen ook de nodige aandacht aan voorkomen van slachtoffers door middel
van evacuatie. In veel gebieden blijken mogelijkheden te zijn voor evacuatie dichtbij. Kleine hoogteverschillen, zoals kreekruggen, vestingwallen of havengebieden, of voldoend hoge bebouwing maken het verschil tussen ‘relatief veilig’ of onveilig. De inspanning voor grootscheepse evacuatie buiten het gebied kunnen we verlichten door gebouwen die geschikt zijn voor noodopvang, zoals bijvoorbeeld scholen en sporthallen, op hogere plekken te plannen. Op deze manier ontstaat een praktijkgericht evacuatieplan dat uitgaat van de lokale situatie. Om deze denkrichting in de praktijk verder te brengen is samenwerking en kennisuitwisseling tussen het ruimtelijk domein en rampenbeheersing een eerste noodzakelijke stap. Betrokkenheid van organisaties uit de omgeving is nodig voor lokale kennis en versterking van de zelfredzaamheid.
2014 en verder Naar verwachting zullen de deltabeslissing Waterveiligheid en de deltabeslissing Ruimtelijke Adapatatie in 2014 zowel prikkels als wettelijke mogelijkheden bieden om de synergie tussen verschillende domeinen tot stand te brengen. De ervaringen in de proeftuinen laten zien dat er met gezond verstand al veel te winnen is. Maar ook dat nog een flink leertraject nodig is om deze belangrijke beleidswijziging in de praktijk te verankeren. Ook voor de doorwerking van de Deltabeslissingen zijn proeftuinen daarom een aanrader. Info: Jannemarie de Jonge T 0317 - 46 52 01 E
[email protected] Voor meer informatie kijk op tinyurl.com/proeftuinen
5 Wing werkt!
Het concept meerlaagsveiligheid werd in het Nationaal Waterplan (2009) geïntroduceerd als nieuwe aanpak voor waterveiligheid. Uitgangspunt is het beheersen van risico’s, waarbij risico het product is van de kans op een overstroming en de gevolgen van een overstroming in termen van schade en slachtoffers. De kans op overstroming minimaliseren we met de eerste laag van meerlaagsveiligheid: preventieve maatregelen zoals sterke dijken en duinen. De gevolgen kunnen we beperken door een goede ruimtelijke ordening en inrichting (laag 2) en rampenbeheersing, waaronder evacuatie (laag 3).
IMPRESSIES
Jan Elsinga
Burgemeester Deventer Lid stuurgroep Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructering
Voormalig projectleider ontwerpend onderzoek, Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering
“In het Deltaprogramma moeten we op heel nieuwe vragen heel nieuwe antwoorden vinden. Een voorbeeld is Dordrecht, waar de primaire waterkering dwars door de historische binnenstad loopt. Verder versterken van deze waterkering zou enorme implicaties hebben. Hier kan meerlaagsveiligheid mogelijk uitkomst bieden. Je accepteert dan een grotere kans op overstroming, maar je minimaliseert de gevolgen via aanvullende maatregelen in de tweede en derde laag. Denk aan oplossingen als het water om de stad leiden en het aanpassen van woningen.
Wing werkt!
6
Het is natuurlijk erg spannend om niet uitsluitend op de eerste laag te steunen. Er is lef nodig om meerlaagsveiligheid in te zetten en dat op de juiste manier te doen. Je moet er het land niet mee dicht willen regelen. Ik beschouw meerlaagsveiligheid als een instrument dat we de komende decennia in de gereedschapskist moeten hebben. Je kunt het dan naar behoefte lokaal inzetten, in samenspraak met de burgers en gebruikers van een gebied. Dat zijn immers de mensen die de consequenties van een besluit aan den lijve ondervinden. Zó omgaan met meerlaagsveiligheid vraagt leiderschap en vertrouwen!”
Cocreatie
Handelingsperspectieven voor de governance van klimaatadaptatie Hoe kunnen bestuurlijke processen zo worden vormgegeven, dat klimaatadaptatie in Nederland sneller en beter in de praktijk kan worden gebracht? Deze uitdagende vraag is het onderwerp van een cocreatietraject van wetenschappers, bestuurders en sleutelpersonen uit het beleid in het Kennis voor Klimaat programma ‘Governance van klimaatadaptatie’.
“Ontwerpend onderzoek is gebaseerd op dialoog en samenwerking. Alle betrokken partijen moeten aanschuiven: de gemeente, het waterschap, de provincie, vastgoedpartijen, kennisinstellingen en liefst ook belangenorganisaties en bewoners. Samen nadenken, met kaarten op tafel en stiften in de hand! Niet vergaderen, maar tekenen. Het gaat om samenhang en verbeelden en verbinden. Dat hebben we de laatste jaren gedaan in 26 proeftuinen van het Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering. Met deze proeftuinen wordt een eenmalige impuls aan het gebiedsproces gegeven, waarbij veel energie vrijkomt, deelnemers enthousiast worden en elkaar ook in de toekomst weten te vinden. Interactief ontwerpend onderzoek in ruimtelijke planprocessen heeft een grote toekomst. Het is daarom verheugend dat het Deltaprogramma een stimuleringsprogramma gaat voorstellen waar de succesvolle aanpak met interactief ontwerpend onderzoek ook de komende jaren wordt ondersteund. Ik hoop dat dit stimuleringsprogramma - net als het Deltaprogramma - een nationaal programma wordt. Dat wil zeggen dat het behalve door het Rijk ook gedragen en gevuld wordt door gemeenten, waterschappen en provincies.” Uit de gesproken column van Jan Elsinga bij zijn afscheid op 10 oktober 2013
2013 – 2014
Vraag van de opdrachtgever In opdracht van Kennis voor Klimaat begeleidt Wing het cocreatietraject. Wing-aanpak In het traject werken acht duo’s van bestuurders en wetenschappers samen aan het formuleren van handelingsperspectieven voor de meest prangende bestuurlijke vraagstukken rond klimaatverandering. Denk aan onderwerpen als adaptieve besluitvorming voor de lange termijn, collectieve samenwerking voor duurzaam waterbeheer, bestuurlijke arrangementen tussen Rijk en regio en het toepassen van nieuwe leiderschapsstijlen. Wing ondersteunt de duo’s, faciliteert reflectiebijeenkomsten, organiseert de eindconferentie in maart 2014 en realiseert samen met de duo’s het praktijkboek waarin de bevindingen gedeeld worden. Meer informatie: http://klimaatadaptatie.wing.nl
Natuurvisiegesprekken Rijk en provincie
Natuur op een nieuwe leest
2013
Het natuurbeleid is volop in beweging. Rijk en provincies willen natuur weer midden in de samenleving plaatsen en maken afspraken om hun taken en verantwoordelijkheden decentraal te beleggen. Om deze ambities vorm te geven, komt staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken in 2014 met een nieuwe Natuurvisie.
7 Wing werkt!
Andries Heidema
Vraag van de opdrachtgever Wing is door het ministerie van EZ gevraagd om de inhoudelijke en procesmatige afstemming over de Natuurvisie tussen Rijk en provincies te faciliteren. Wing-aanpak Wing heeft verschillende sessies belegd met de natuurstrategen van Rijk en provincies over hoe natuur weer midden in de samenleving kan komen te staan. Aan de hand van mindmaps ontstond het inzicht dat de verschillende overheidslagen elkaar juist
kunnen versterken. Het Rijk als overheid met systeemverantwoordelijkheid; de provincie als overheid dichter op de uitvoering. Dat geeft een goede basis om het nationale en regionale natuurbeleid samen verder te ontwikkelen.
THEMA VERNIEUWEN EN VERANKEREN
Als na de deltabeslissingen in 2014 de schop in de grond gaat, zal er veel gezamenlijk ontwikkelwerk nodig blijven. De werkelijke klus ligt immers nog voor ons: de transitie naar een klimaatbestendig Nederland. Deze transitie speelt zich af tegen de achtergrond van een samenleving die bezig is te kantelen naar meer zelforganisatie en waarvan de economische situatie voorlopig nog vraagt om soberheid. Back to normal is geen optie. De cruciale vraag is hoe we in deze setting de transitie in het denken die de afgelopen jaren is ingezet, kunnen vasthouden in de uitvoering. Behoud van ‘creatieve ruimte’ en ‘adaptief management’ zijn daarvoor belangrijke ingrediënten.
Het Deltaprogramma als transitieruimte
Vernieuwen en verankeren in de delta Wing werkt!
8
Het Deltaprogramma laat zien dat een samenhangende aanpak voor een klimaatbestendig Nederland leidt tot efficiëntere en kwalitatief betere oplossingen. Om ook in de uitvoeringspraktijk succesvol te zijn, blijft creatieve ruimte nodig en leiderschap dat de verbinding kan maken tussen vernieuwing en verankering en tussen de korte en lange termijn. Nederland heeft een rijke traditie in watermanagement en ruimtelijke planvorming. De Deltawerken en de programma’s Zwakke Schakels Kust, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier dwingen wereldwijd respect af. Aan deze staalkaart is in 2010 het nationale Deltaprogramma toegevoegd. Opvallend en kenmerkend is de samenwerking dwars door organisaties en disciplines heen. Hiermee geeft het Deltaprogramma een krachtige impuls aan praktijkgerichte kennisontwikkeling rond water- en ruimtevraagstukken.
Ingrijpende beslissingen De volgend jaar te nemen deltabeslissingen hebben ingrijpende consequenties voor tal van dossiers. Zo is voor waterveiligheid een nieuwe veiligheidsnormering in voorbereiding. Keken we voorheen vooral naar de hoogte van een waterkering, in de nieuwe benadering wordt ook de sterkte van de kering en de kans op doorbraak betrokken in de berekeningen. Dat levert heel nieuwe inzichten op over de locatie, de timing en de wijze
Creatieve ruimte vasthouden De samenwerking binnen het Deltaprogramma is deels bestuurlijk ingebed, maar vindt ook veelvuldig plaats in tijdelijke, informele werkverbanden. Nieuwe uitvindingen als een ‘kustcommunity’ of publiek-private coalities voor de klimaatbestendige stad brengen vers bloed in de traditioneel technische netwerken. Niet alleen het jaarlijkse Deltacongres is inmiddels een begrip geworden, ook proeftuinen, werkateliers en ontmoetingsdagen van deelprogramma’s vormen vast onderdeel van het deltarepertoire. In deze ‘creatieve ruimte’ ontstaat meer dan we kunnen weergeven in papieren verslagen: persoonsgebonden kennis, begrip, vertrouwen, enthousiasme en vernieuwing. Het zijn noodzakelijke aanvullingen op de bestuurlijke bijeenkomsten waar (ook) harde noten gekraakt moeten worden. Creatieve ruimte is de plek waar leiders geïnspireerd worden om kansrijke nieuwe denkrichtingen het voordeel van de twijfel te gunnen. Dat beperkt de kans dat er afhankelijkheid ontstaat van slechts één oplossingsstrategie en maakt het mogelijk tijdig over te stappen op een andere route. Bovendien bevordert het een respectvolle omgang met elkaars belangen waardoor
synergie tussen verschillende doelen mogelijk wordt. Dit is een belangrijke voorwaarde om ‘sober en doelmatig’ te kunnen werken. Illustratief zijn de zogenoemde kansrijke strategieën van het deelprogramma Kust. De soberste variant, waar het minste zand voor nodig is, kan alleen slagen als partijen verregaand samenwerken. Voor zo’n variant moet je het immers samen eens zijn over de locatie waar en de manier waarop zandsuppleties op enig moment het meeste rendement hebben. En rendement waarvoor eigenlijk? Alleen voor veiligheid? Of gaat het ook om meerwaarde voor natuur of recreatie? Hoe beter de samenwerking tussen de belanghebbende partijen functioneert, hoe slimmer de zandmachine kan worden bestuurd. De uitdaging voor het Deltaprogramma is om ook in de uitvoeringsfase die creatieve spanning vast te houden. De bijzondere samenwerking in de ontwikkelfase heeft waardevolle generieke
Het Deltaprogramma Het Deltaprogramma is in 2010 gestart op advies van de Tweede Deltacommissie onder leiding van Cees Veerman. Het is een nationaal programma, wat betekent dat Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samen optrekken. Centraal staat de bescherming van Nederland tegen overstromingen en het borgen van de zoetwatervoorziening. Daarbij maken klimaatverandering en zeespiegelstijging het noodzakelijk om de huidige aanpak grondig tegen het licht te houden. Het programma richt zich op de te verwachten situatie in 2050 en geeft een doorkijk naar 2100. In 2014 doet het Deltaprogramma voorstellen voor vijf door het kabinet te nemen deltabeslissingen op het gebied van waterveiligheid, zoetwatervoorziening, ruimtelijke adaptatie, het IJsselmeergebied en de Rijn-Maasdelta.
9 Wing werkt!
van dijkversterking. Andere concepten die veel verandering gaan brengen in onze omgang met water zijn meerlaagsveiligheid (zie pagina 3-6) en zelfvoorziening voor zoet water (zie intermezzo Sara de Boer op pagina 11).
THEMA VERNIEUWEN EN VERANKEREN
Adaptief deltamanagement borgt flexibiliteit In de uitvoeringsfase moeten de klimaat- en wateropgaven voor de lange termijn worden vertaald naar handelen op de korte termijn. Die opgaven zijn echter omgeven met veel onzekerheden en afhankelijkheden. Om hiermee om te gaan, heeft het Deltaprogramma als aanpak ‘adaptief deltamanagement’ gelanceerd. Hierbij wordt gestreefd naar flexibiliteit in oplossingen, zodat tijdig kan worden ingespeeld op nieuwe inzichten, bijvoorbeeld over de snelheid van klimaatverandering. Het risico van over- en onderinvesteringen wordt zo verkleind. Programmatische sturing kan er voor zorgen dat er, binnen kaders, ruimte blijft om in te spelen op nieuwe inzichten.
Wing werkt!
10
Het Deltaprogramma is nu georganiseerd rond drie thematische en zes geografische deelprogramma´s. De toekomstige manier van samenwerken zal afgestemd zijn op de specifieke uitvoeringsopgaven, waarin gebiedsgerichte en sectorale aspecten samenkomen. Denk aan de opgave om vitale infrastructuur (wegen, elektriciteitsnetwerken, nutsvoorzieningen, riolering) meer waterrobuust te maken. Hierbij zullen ook nieuwe partijen betrokken zijn. Bijvoorbeeld nutsbedrijven en de bouwketen spelen een cruciale rol. Een belangrijke regierol is weggelegd voor provincies en waterschappen. Het Deltaprogramma kan het uitvoeringsproces met expertkennis en ontwerpkracht blijvend ondersteunen, zodat creatieve ruimte en kruisbestuiving tussen de gebiedsgerichte en sectorale aspecten worden geborgd.
Water, een wonderlijk bindmiddel Inmiddels wordt het inzicht breed gedeeld dat een samenhangende aanpak voor een klimaatbestendige inrichting van ons land tot efficiëntere en kwalitatief betere oplossingen leidt. Maar waar water om een verbindende aanpak vraagt, is het bestuurlijke bestel gefragmenteerd. Het Deltaprogramma heeft door een onorthodoxe manier van samenwerken hierin verandering gebracht. Het maakt de verbinding mogelijk tussen de korte en lange termijn, kaderstelling en adaptatie, formeel en informeel, generiek en specifiek. Dit Nederlandse staaltje watergovernance maakt slimme, mooie en efficiënte oplossingen voor waterveiligheid en de zoetwatervoorziening mogelijk. De op handen zijnde deltabeslissingen zijn daarvoor een belangrijke mijlpaal. Voor de uitvoering is ook na 2014 verbindend leiderschap nodig, dat ervoor zorgt dat de gezamenlijke inventiviteit op orde blijft en dat waakt over een cultuur waarin je elkaar kunt aanspreken en vertrouwen. Een cultuur waarin blijvend wordt geïnvesteerd in de kennisgemeenschap en maatschappelijke betrokkenheid. Niet als luxe, maar als noodzaak.
Info: Jannemarie de Jonge T 0317 - 46 52 01 E
[email protected]
Sara de Boer Projectleider Deltaplan Hoge Zandgronden, waterschap Aa en Maas Ytsen Deelstra Zelfstandig adviseur watergovernance “In mijn promotieonderzoek heb ik gevonden dat enabling leiderschap een zeer belangrijke rol speelt in het Deltaprogramma. Enabling leiders zorgen vanuit een formele positie voor verankering van vernieuwende ideeën in hun organisaties. Ze verbinden eigenlijk twee werelden. Enerzijds de wereld waar innovatieve ideeën ontstaan als antwoord op nieuwe, uitdagende vraagstukken. Anderzijds de wereld waar tijd en middelen beschikbaar zijn voor de uitvoering van ideeën. Enabling leiders managen de spanning tussen die twee werelden en kennen middelen toe aan vernieuwende initiatieven. Een voorbeeld is te vinden in het proces rond de nieuwe veiligheidsnormen. Dit proces stagneerde toen het Rijk principenormen wilde vaststellen. Een beslissing bleef uit omdat de financiële consequenties niet te overzien waren. Door een interventie van enabling leiders kregen provincies en waterschappen het voortouw voor de nieuwe normen. Zij kunnen de consequenties beter overzien. De enabling leiders overtuigden de regionale besturen en maakten middelen vrij voor inhoudelijke ondersteuning door de gebiedsgerichte deelprogramma’s.” Ytsen Deelstra promoveert in maart 2014 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op zijn proefschrift Leidinggeven in processen van co-evolutie.
“Op de hoge zandgronden werken we aan een strategie voor een klimaatbestendige zoetwatervoorziening. Zelfvoorziening staat daarin centraal, naast optimalisatie van de wateraanvoer waar dat mogelijk is. We gaan aan de slag met nieuwe, slimme manieren om water zo lang mogelijk vast te houden in de regio (sparen) en zuinig om te gaan met het beschikbare water (adapteren). Inmiddels staat de klimaatopgave van hoog Nederland ook stevig op de kaart in het nationale Deltaprogramma. Ambtelijk en bestuurlijk samenspel zijn daarvoor belangrijk geweest, evenals het bundelen van de krachten van Zuiden Oost-Nederland. Samen beslaan onze regio’s 40% van Nederland. Daarmee heb je een sterk verhaal. Een belangrijk moment was de bestuurlijke conferentie Hoog & Droog in 2012, die we met ondersteuning van Wing hebben georganiseerd. Die dag hebben we als samenwerkende overheden, sectoren en maatschappelijke organisaties een bestuurlijk manifest aangeboden aan de Deltacommissaris over het belang van een goede zoetwatervoorziening op de hoge zandgronden voor de BV Nederland. Dat heeft bijgedragen aan een breed gevoel van urgentie. Op de conferentie hebben we ook veel ruimte gegeven aan praktijkvoorbeelden van kansrijke oplossingen voor de droogteproblematiek. Zo maakten we complexe vraagstukken tastbaar. Dat werkte enorm inspirerend.”
11 Wing werkt!
concepten opgeleverd. Het vergt dezelfde creativiteit, mentale ruimte en flexibiliteit om de komende jaren te kiezen waar die specifiek worden ingezet.
Enabling leiderschap gevraagd De combinatie van een voortvarende en degelijke uitvoering én ruimte voor creatieve aanpassingen vormt een grote uitdaging. Het vraagt mentale flexibiliteit en blijvend commitment van bestuurders en professionals om samen de onzekerheden van de nieuwe uitvoeringspraktijk aan te durven. Bijzonder leiderschap is onmisbaar. Het vergt moed om steeds weer de goede mix van zekerheid en experiment te zoeken, vooral rond een onderwerp als veiligheid. In bestuurskundige termen spreken we dan van enabling leiderschap (zie intermezzo Ytsen Deelstra). Enabling leiders benutten de eigen speelruimte optimaal en weten tegelijkertijd anderen te inspireren. Onder hun leiderschap worden experimenten een gezamenlijk avontuur met gedeelde inschatting van risico’s.
IMPRESSIES
Factfinding en procesbegeleiding
Vraag van de opdrachtgever Provincie Overijssel vroeg Wing om het vraagstuk te verkennen. Om hoeveel erven gaat het? Wat zijn de kansen en risico’s voor de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid van het gebied? In het project werkte Wing samen met de bureaus ROM3D en Zijaanzicht. Wing-aanpak Wing inventariseerde de huidige beleidsinstrumenten en maatschappelijke initiatieven om met leegstand om te gaan.
Wing werkt!
12
ROM3D bracht in kaart om hoeveel erven het gaat. De landschapsarchitect van Zijaanzicht vertaalde dit naar een ruimtelijk beeld van de mogelijke consequenties voor het landschap en de leefbaarheid. Wing begeleidde vervolgens enkele workshops waarin de gemeenten, de gebiedscommissie en de provincie de inzichten en ideeën toetsten en verrijkten. Ook gingen Wing en Zijaanzicht met beleidsmedewerkers het gebied in om de kansen en knelpunten met ondernemers te bespreken. Naar verwachting zullen 900 van de 1200 agrarische erven in de komende 20 jaar van functie veranderen. Het slim koppelen van verschillende maatschappelijke opgaven, het stimuleren van tijdelijk of gedeeld gebruik en een eigentijdse sloopregeling bieden perspectieven. Dit vraagt nieuwe vormen van samenwerking tussen overheden, ondernemers en maatschappelijke organisaties.
Dutch Approach als exportproduct Janny Rodermond Directeur Stimuleringsfonds Creatieve Industrie
Land en landschap. Twee verwante woorden, maar met een groot verschil in betekenis. Agrariërs en andere grondgebonden ondernemers bekijken het land vanuit de mogelijke grondopbrengst. Beleidsmakers, stedelingen en recreanten bezien het landschap vooral als bron van schoonheid, beleving en culturele betekenis. Waar land veelal een particuliere aangelegenheid is, lijkt landschap van iedereen te zijn. Stedenbouwkundige Miranda Reitsma signaleert dat beleidsmakers en ontwerpers het feitelijk gebruik en eigendom van land steeds minder centraal stellen. Ze heeft belangstelling voor een meer stedenbouwkundige benadering van het platteland, waarin juist het gebruik van de grond en de economische waarde vertrekpunt zijn. Om de dynamiek van het grondgebruik te verkennen, vestigde ze zich tijdelijk in enkele vergeten regio’s, waaronder de Kop van NoordHolland. Door met de ondernemers en bewoners aan de keukentafel in gesprek te gaan, ontstond een beeld van de wensen en problemen. Ontwerpers ontwikkelden op basis hiervan mogelijke toekomstscenario’s. Deze verbeelde werkelijkheden hielpen het gesprek met de betrokkenen aan te scherpen en gezamenlijk keuzes te maken.
Het ontwerp is dienend en regisserend tegelijk. En in de beste voorbeelden verrijkt zo’n ontwerp bovendien de schoonheid van het landschap. Een dergelijke werkwijze, waarin toekomstscenario’s ontworpen worden op basis van een grote hoeveelheid informatie, afkomstig uit heel verschillende bronnen, bouwt voort op en verdiept een lange Nederlandse traditie. Het omvat ontwerpend onderzoek, is integraal van karakter en richt zich op langetermijnoplossingen. Vanwege de complexiteit van de vraagstukken is samenwerking met verschillende stakeholders en kennisdisciplines noodzakelijk. Terwijl de ruimtelijke planvorming in eigen land stagneert, groeit internationaal de interesse voor deze integrale aanpak van stad en landschap. Het Stimuleringsfonds ontvangt uit allerlei regio’s vragen voor de inzet van Nederlands ontwerp. In steeds meer verstedelijkte delta’s zijn Nederlandse ontwerpers actief. De ‘Dutch Approach’ blijkt een exportproduct! De vraag is hoe we de geloofwaardigheid van de Dutch Approach kracht bij kunnen zetten. Natuurlijk spreekt het tot de verbeelding om te wijzen op de bijzondere ligging van Nederland in de Europese delta en op ons vermogen om het hoofd boven water te houden. Maar in mijn optiek is het minstens zo belangrijk om steeds opnieuw te laten zien wat de Dutch Approach oplevert: een rijke variatie aan welvarende en aangename steden en landschappen, ontstaan in een lange traditie van creativiteit en bedrijvigheid. De producten van grootse dromen en uitgekiende koopmansgeest.
13 Wing werkt!
In Noordoost-Twente staakten de afgelopen jaren veel agrariërs hun bedrijf. Het einde van dat proces lijkt nog niet in zicht. In het gebied is de landbouw een belangrijke drager van het landschap, de economische vitaliteit en de leefbaarheid. Wat betekent het als landbouwbedrijven gaan stoppen en agrarische erven een andere bestemming krijgen?
februari – september 2013
Column
De toekomst van Twentse erven
INTERVIEW
Henk Ovink (1967) studeerde wiskunde, kunst en architectuur. Hij was waarnemend Directeur-Generaal Ruimte en Water bij het ministerie van IenM en werkt momenteel als senior adviseur bij de Hurricane Sandy Rebuilding Task Force in de VS.
Je werkt in de VS voor de Hurricane Sandy Rebuilding Task Force. Hoe komt een Nederlander daar terecht? Shaun Donovan, de federale minister van Housing & Urban Development en voorzitter van de Task Force, was in Europa en vroeg mij om hem wat Nederlandse waterprojecten te laten zien. De tour maakte veel indruk èn we hadden een persoonlijke klik. Het leidde er uiteindelijk toe dat minister Schultz mij uitzond om als rechterhand van Donovan de Amerikanen te ondersteunen in de wederopbouw na orkaan Sandy. Ik heb onder meer de prijsvraag ‘Rebuild by Design’ ontwikkeld, gericht op innovatieve, regionale projecten.
Wing werkt!
14
Wat maakte zo’n indruk op Donovan in Nederland? Dat was in de eerste plaats de enorme diversiteit aan oplossingen die wij hebben voor waterveiligheid, de samenhang daartussen en het maatwerk daarin. We hebben hem van alles laten zien: Waterplein Rotterdam, de zandmotor, de Maeslantkering, de metro in Amsterdam, de waterkering in Kampen, ga zo maar door. Wat ook diepe indruk maakt, is de manier waarop ‘omgaan met water’ institutioneel en beleidsmatig in onze maatschappij is verankerd en de lange traditie die Nederland daarin heeft. Hier in de VS is die vanzelfsprekendheid er niet. Wat betekent de persoonlijke klik tussen jou en Donovan? Het contact was van meet af aan inspirerend. Donovan is architect en bestuurskundige en heeft een integrale kijk op vraagstukken. Daar vinden we elkaar in. We drinken samen een borrel en we fietsen samen. Zo’n match is goud waard in het werk. Ik kan veel mooie plannen bedenken, maar als ik geen gehoor vind bij de minister, gebeurt er niets.
Het Deltaprogramma als toekomstvisie voor Nederland Wat valt jou op in de manier waarop de overheid in de VS sturing geeft aan waterveiligheid? De governance is hier extreem ingewikkeld. Federaal coördineert het Witte Huis alles; ministeries werken onderling nauwelijks samen. De Task Force is in dat opzicht al een doorbraak. Omdat het een presidentiële taskforce is, zitten alle departementen die te maken hebben met infrastructuur, veiligheid en gezondheid nu wel samen. Dat was nog nooit gebeurd. Regionale samenwerking is zo mogelijk nog lastiger. Elke staat heeft een eigen mandaat, de federale overheid faciliteert. En de lokale ontwikkelingen kunnen daar gemakkelijk weer los van staan. In de door Sandy getroffen regio, met een stad als New York als machtige speler, is het risico groot dat daardoor alles op de regionale schaal vastloopt. Hoe verschilt het maatschappelijk proces van de manier waarop dat in Nederland verloopt? In Nederland hebben we voor het Deltaprogramma een heel participatief proces, maar dat is vaak een gesprek tussen professionals. In de VS is het een veel meer politieke discussie, gevoed door de mensen op straat en door het Congres, dus heel lokaal. Dat zorgt voor hooggespannen verwachtingen, zoals dat we in zes maanden een rebuilding strategy zouden ontwikkelen. Stel je voor, in Nederland nemen we vijf jaar voor het Deltaprogramma! Maar er zitten ook goede kanten aan: er is veel meer maatschappelijke organisatie, zowel gericht op hulpverlening na de ramp als nu bij het maken van plannen voor de wederopbouw. Hoe zou je in Nederland dat maatschappelijk gesprek op gang kunnen krijgen? Het zou helpen als mensen meer besef zouden hebben van de manier waarop Nederland is ontstaan en de verbinding met de eigen plek. Hier in de VS kan ieder kind je de geschiedenis vertellen van de plek waar hij woont. Het identiteitsbesef is veel groter. In Nederland zijn maar weinig mensen zich bewust dat ze onder de zeespiegel wonen en welke risico’s daaraan verbonden zijn, maar ook het verhaal erachter is vaak onbekend. Het bewaken
van de waterveiligheid is zo geïnstitutionaliseerd dat we er als burger automatisch op vertrouwen dat het wel goed zit. Waterveiligheid is daarom voor de meesten van ons geen issue. Toch is het verhaal over Nederland en het water een groot verhaal. Je zou er bij wijze van spreken een apart vak van kunnen maken op de middelbare school. Nederland staat aan de vooravond van de deltabeslissingen. Waar zit de grootste uitdaging? Die zit in de ruimtelijke ordening. De echte uitdaging is om planning, stedenbouw en wetgeving met het water méé te gaan ontwikkelen. Daar moet het mee beginnen; veiligheid is daar een onderdeel van. Het combineren van zo’n ontwikkel- én beschermingsstrategie geeft meerlaagsveiligheid. Op die manier wordt het Deltaprogramma een echte toekomstvisie met realisatiekracht. Zó moet je het positioneren. Een voorbeeld avant la lettre is het project Scheveningen Boulevard. Aanvankelijk als Zwakke Schakel langs de kust en als veiligheidsproject op de agenda gekomen, maar al snel als belangrijk ontwikkelingsproject in de Nota Ruimte opgenomen. Door die verruiming van het perspectief van veiligheid naar ruimtelijke ontwikkeling en de daarbij horende integrale aanpak, bleken opeens veel meer partijen een bijdrage te kunnen leveren. Vanuit een ruimtelijk plan konden we een primaire waterkering verleggen, een groter deel van de stad beschermen en zelfs een nieuw stuk stad bouwen. Stel, we kijken over enkele decennia of zelfs eeuwen terug op de besluiten die we nu nemen. Wat is het meest memorabele besluit? Dat is al genomen: het besluit om het Deltaprogramma te ontwikkelen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Deltawerken hadden we daar geen ramp voor nodig. En we hebben er vijf jaar lang consequent aan gewerkt. Aan preventie, ruimtelijke ontwikkeling en rampenbeheersing, zonder een van de drie te verwaarlozen. Díe strategie moeten we blijvend voortzetten.
15 Wing werkt werkt!!
Wing interviewt Henk Ovink
‘Omgaan met water is een ontwikkelopgave’
IMPRESSIES
IMPRESSIES
Ontwikkelen met gebruikers
Met de nieuwe Omgevingswet wil het kabinet de complexe regels voor ruimtelijke projecten vereenvoudigen en bundelen. Dit versnelt de vergunningverlening en maakt het makkelijker om projecten te starten. Provincie Gelderland vertaalt de nieuwe aanpak naar een provinciale omgevingsvisie. De provincie doet dit in cocreatie met maatschappelijke partners. Daarbij past een interactieve, online ontsluiting van de Gelderse omgevingsvisie-in-wording.
2013
Vraag van de opdrachtgever De provincie wil dat het online platform voor de (ontwerp-) omgevingsvisie zo goed mogelijk aansluit op de behoeften van de gebruikers en vroeg Wing hoe dit zou kunnen worden gerealiseerd.
Hoewel het erop lijkt dat de wolf in Nederland nog even op zich laat wachten, is het van groot belang dat er op korte termijn een wolvenplan komt. Hiermee is Nederland goed voorbereid op een eventuele entree van deze grote predator.
Wing-aanpak Het nieuw te ontwikkelen platform wordt succesvol als overheden, burgers en bedrijven er mee uit de voeten kunnen. Wing heeft hiervoor ideeën aangedragen, de wensen van gebruikers geïnventariseerd en samen met hen testversies van het platform geëvalueerd. Persona’s (gebruiksprofielen) en gebruiksscenario’s werden uitgewerkt om in beeld te brengen hoe het digitale platform benut kan worden.
Vraag van de opdrachtgevers In opdracht van het Faunafonds en het ministerie van EZ organiseert Wing verschillende kleine en grote bijeenkomsten met wetenschappers, beleidsmakers en maatschappelijke organisaties over de wolf in Nederland. Wing ondersteunt daarmee Alterra en de stichting ‘Wolven in Nederland’ bij het opstellen van een maatschappelijk gedragen wolvenplan.
Meer informatie: tinyurl.com/omgevingsvisie en Gelderlandanders.nl
Begeleiding praktijkonderzoek
Pluis: naar een duurzaam alternatief
Wing werkt!
16
Misschien is het u bij een strandwandeling wel eens opgevallen: die oranje of blauwe plastic draadjes langs de vloedlijn. Ofwel: pluis! Deze draadjes worden in trossen aan de onderkant van visnetten bevestigd om de netten te beschermen tegen bodemslijtage. Losgeraakt pluis is een van de belangrijkste bronnen van plastic afval in de Noordzee. Vraag van de opdrachtgever Binnen de Kaderrichtlijn Mariene Strategie is een reductie van de hoeveelheid plastics in zee, waaronder pluis, één van de speerpunten. Het ministerie van IenM heeft Wing gevraagd om met de visserijsector een aanpak te ontwikkelen die leidt tot minder pluis in zee. Wing aanpak In dit project wordt de visserijsector uitgedaagd om samen met materiaalexperts en natuurorganisaties kansrijke alternatieve
De wolf in Nederland?
2013 – 2014 materialen te ontwerpen en deze te testen op zee. Op basis hiervan maken de betrokkenen afspraken over de implementatie van nieuwe materialen. Wing helpt vissers, natuurorganisaties en materiaaldeskundigen met het opstellen van een gezamenlijke onderzoeksopzet en met het vertalen van de resultaten in afspraken over het toekomstige gebruik van duurzame alternatieven voor pluis. Meer informatie: Wing.nl/pluis
Wing-aanpak Een belangrijk moment in het traject was de toetsingsbijeenkomst op 1 oktober 2013 waar alle deelnemers de gelegenheid kregen om te reageren op het wolvenplan. Om het plan te toetsen op praktische uitvoerbaarheid had Wing een aantal concrete situaties voorbereid waarin de wolf een rol speelt: aanrijding van een wolf, gedode schapen, een eerste roedel wolven in een natuurgebied en honden die agressief worden benaderd. Door de inzet van acteurs konden deelnemers zo’n situatie aan den lijve ondervinden.
november 2012 – oktober 2013
De conclusie van het door Wing begeleide traject luidt dat een transparante werkwijze, goede voorlichting en schade- en preventieregelingen essentieel zijn om draagvlak te houden voor de komst van de wolf. Met deze inbreng zullen de auteurs het wolvenplan afronden. Staatssecretaris Dijksma zal daarop besluiten hoe Nederland verder voorbereid wil zijn op de komst van de wolf. Meer informatie: Wing.nl/wolf
17 Wing werkt!
Digitaal platform omgevingsvisie Gelderland
Interactieve planvorming
WING ACTUEEL
Wing@work: Building with nature in the Arctic Meer dan ooit staat het Noordpoolgebied in de belangstelling van bedrijfsleven, milieuorganisaties en overheden. Het smelten van het poolijs maakt nieuwe economische activiteiten mogelijk die tegelijk een gevaar kunnen vormen voor het kwetsbare poolmilieu. Deze ontwikkeling leidt tot nieuwe kansen, maar is omgeven met vragen vanuit de maatschappij. Tot nu toe werd hier vooral over gesproken tussen overheden, wetenschappers en NGO’s. Kortom, de hoogste tijd om het gesprek te verbreden naar de voorlopers in het Nederlands bedrijfsleven.
Op initiatief van Wing en Wageningen UR kwam op 18 september een gevarieerd gezelschap bijeen uit het bedrijfsleven, de overheid en de kennisinstellingen. De deelnemers bespraken de gezamenlijke kansen en uitdagingen in het Arctisch gebied en hoe die kunnen worden opgepakt. De sessie heeft veel goede ideeën opgeleverd die de komende maanden in verschillende samenwerkingsverbanden vanuit de filosofie van ‘Building with Nature’ verder uitgewerkt zullen worden. Info: Wouter Jan Strietman E
[email protected]
Wing werkt! is een uitgave van Wing, Wageningen Vijfde jaargang, uitgave 2, december 2013, ISSN 2214-1154 Hoofdredactie Céline Hoon Concept, eindredactie en vormgeving Communicatiebureau De Heer & Co., in samenwerking met ontwerpbureau De Graaf & Partners Met tekstbijdragen van Dorien Brunt, Mireille de Heer, Jannemarie de Jonge, Anne Kruft, Ronald Lanters, Harm Luisman, Janny Rodermond, Wouter Jan Strietman
Beeld Hansenn/Nationale Beeldbank (12), Chantal Heijnen (15), Hugh Jansman (17), Sander de Knegt/Schetsontwerp (3-5), Merel Roozen (16), David Rozing/Hollandse Hoogte (1, 8), Siebe Swart/Hollandse Hoogte (4-6), Irene Vijfvinkel (2, 20) Drukwerk Digigrafi, Veenendaal Met dank aan Sara de Boer, Ytsen Deelstra, Jan Elsinga, Andries Heidema, Henk Ovink
Oplage 1.300
Papier van verantwoorde herkomst
C016391
Overname artikelen Artikelen mogen alleen worden overgenomen met toestemming van Wing en met bronvermelding Reacties, abonnementen en adreswijzigingen Wing Hollandseweg 7E 6706 KN Wageningen 0317 – 46 52 00
[email protected] www.wing.nl
Wing begeleidt en ontwerpt processen in de groene ruimte. Zij brengt partijen bij elkaar en verbindt de verschillende belangen. Met creativiteit en kennis van zaken werkt Wing aan een inspirerend resultaat. De mensen van Wing combineren passie voor processen met veel ervaring op het gebied van de groene ruimte. Zij spreken de taal van praktijk,
beleid, ontwerp en onderzoek. Een aantrekkelijk profiel, zo blijkt, met name bij complexe en strategische vraagstukken waar partijen er zonder onafhankelijke begeleiding niet goed uit komen. Wing heeft een eigen stijl en expertise. De procesbegeleiders brengen vertrouwen en commitment in processen. Samen met betrokkenen zoeken zij naar nieuwe manieren om op-gaven aan te pakken en oplossingen te vinden.
Wing werkt!
Wing werkt!
18
De Wageningse boom Wing bij het kunstwerk ‘De Wageningse Boom’ van Sjoerd Buisman. Het beeld staat voor het gebouw Forum op Wageningen Campus. Voor het 13 meter hoge kunstwerk zijn aluminium afgietsels gebruikt van een 150 jaar oude eik uit de buurt. Vernieuwing komt hier voort uit bestaande vorm en materie. Kunst roept op tot anders kijken, tot het nieuwe in het oude zien. Wing zet daar graag een boom over op. Eerste rij v.l.n.r.: Ingrid Versteegen, Joost Tersteeg, Dorien Brunt, Willeke Huijer, Céline Hoon, Mark Wilmot Tweede rij v.l.n.r.: Wouter Jan Strietman, Harm Luisman, Henk Smit Derde rij v.l.n.r.: Ronald Lanters, Suzan Klein Gebbink, Charlot Teng, Rianne Knoot, Anne Kruft, Jannemarie de Jonge Niet op de foto: Niels Geelhoed, Simone Mink en Koen van Uitert