Wijzigingen opbrengstbeoordeling in het primair onderwijs Februari 2011 De Inspectie van het Onderwijs voert vier wijzigingen door ten aanzien van de opbrengstbeoordeling in het primair onderwijs. De wijzigingen betreffen: 1. 2. 3. 4.
Nieuwe normen voor de beoordeling van de resultaten tijdens de schoolperiode met Cito LOVStoetsen Verantwoording van de eindresultaten met Cito LOVS-toetsen Verantwoording van de eindresultaten met de Cito Entreetoets Herberekenen bij de beoordeling van de eindresultaten (indicator 1.1)
De wijzigingen worden op korte termijn verwerkt in de notitie ‘Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs’. De wijzigingen betreffende de eindtoetsen worden binnenkort opgenomen in de Ministeriële Regeling Leerresultaten PO.
1. Nieuwe normen Cito LOVS-toetsen De Inspectie van het Onderwijs heeft in de toelichting op de wijzigingen bij de notitie ‘Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs’ (versie september 2010) al aangegeven dat de normen voor de nieuwe Cito LOVS-toetsen worden aangepast. De normen zijn destijds bepaald op basis van gegevens in de toetshandleidingen. Toen is aangegeven dat deze normen na verloop van tijd zouden worden herzien. De toetshandleidingen bevatten namelijk slechts beperkte informatie op schoolniveau. Bijstelling Inmiddels zijn de benodigde gegevens op schoolniveau voor groep 3 tot en met 6 beschikbaar. Op basis van deze gegevens zijn voor de nieuwe Cito LOVS-toetsen het gemiddelde en de standaarddeviatie op schoolniveau berekend. Dit leidt tot een aanzienlijke bijstelling bij de toetsen voor rekenen en wiskunde en begrijpend lezen. Voor het technisch lezen zijn de consequenties minder groot. De ondergrens ligt een halve standaarddeviatie onder het landelijk scholengemiddelde. De nieuwe normen voor de tussenresultaten hebben een beter voorspellend karakter voor de eindresultaten. Normen vanaf 1 augustus 2011 Onderstaande tabellen bevatten de normen voor toetsresultaten die de inspectie met ingang van 1 augustus 2011 hanteert. De inspectie past deze nieuwe normen toe voor technisch lezen en rekenen en wiskunde op de E-toetsen van het schooljaar 2010/2011 en voor het begrijpend lezen op de M-toets van het schooljaar 2010/2011. Scholen waar deze toetsen voor 1 augustus 2011 zijn beoordeeld, behouden dat oordeel. DMT (versie 2009) Groep
Ondergrens Midden 21 48 66
Groep 3 Groep 4 Groep 5
Ondergrens Eind 33 56 71
Technisch lezen (versie 2009) Leestechniek Groep
Ondergrens midden 158
Groep 3 Groep 4
Ondergrens eind 183
Leestempo Ondergrens midden 57
Ondergrens eind 35 65
Begrijpend lezen (nieuwe versie) Groep Groep 5 Groep 6
*
Schoolgroep < ≥ < ≥
15% 15% 15% 15%
gewogen gewogen gewogen gewogen
leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
Ondergrens midden 25 20 32 26
Indien de school zowel de DMT- als technisch lezen-toetsen afneemt bij alle leerlingen in de groep, beoordeelt de inspectie de resultaten op de DMT.
Rekenen en wiskunde (nieuwe versie) Groep Groep 4 Groep 5 Groep 6
Schoolgroep < ≥ < ≥ < ≥
15% 15% 15% 15% 15% 15%
gewogen gewogen gewogen gewogen gewogen gewogen
leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
Ondergrens Midden 50 45 71 65 84 79
Ondergrens Eind 61 56 78 73 89 84
2. Verantwoording van de eindresultaten met Cito LOVS-toetsen Cito LOVS-toetsen groep 7 en 8 Bij de totstandkoming van de nieuwe normen voor de LOVS-toetsen van groep 3 tot en met 6 is gebleken dat deze substantieel afwijken van de voorlopige normen die op basis van de handleiding zijn bepaald. Op dit moment zijn er nog onvoldoende empirische gegevens op schoolniveau beschikbaar om nieuwe normen te kunnen bepalen voor de toetsen van groep 7 en 8. De verwachting is dat nieuwe normen in de loop van 2011 beschikbaar komen. Normen vanaf 1 augustus 2011 De inspectie heeft besloten de huidige normen voor de toetsen voor begrijpend lezen en rekenen en wiskunde van groep 7 en 8, die zijn bepaald op basis van de toetshandleidingen, niet meer te hanteren. Er zijn sterke aanwijzingen dat deze normen eveneens niet adequaat zijn. In afwachting van definitieve normen hanteert de inspectie met ingang van 1 augustus 2011 de normen in de onderstaande tabel. Scholen waar deze toetsen voor 1 augustus 2011 zijn beoordeeld, behouden dat oordeel. Percentage leerlingen met een D- of E-score Schoolgroep < 15% gewogen leerlingen ≥ 15% gewogen leerlingen
Bovengrens 25% 30%
Dit betekent dat de resultaten op de bovengenoemde toetsen voldoende zijn als het percentage leerlingen dat een D- of E-score heeft op de betreffende toets gelijk is of kleiner is aan het in tabel genoemde percentage. Voor de begrijpend lezen-toets van groep 8 was nog geen norm beschikbaar. Daarom gelden de normen uit de bovenstaande tabel voor deze toets met ingang van 1 januari 2011. Begin-/middentoets groep 8 De LOVS-toetsen voor begrijpend lezen en rekenen en wiskunde in groep 8 kunnen in november of januari worden afgenomen. De inspectie is van mening dat de afname in november in een te vroeg stadium plaatsvindt om hiermee de eindresultaten betrouwbaar te kunnen beoordelen. In schooljaar 2010/2011 accepteert de inspectie nog de toetsen die zijn afgenomen in november als verantwoording over de eindresultaten. Met ingang van schooljaar 2011/2012 accepteert de inspectie alleen nog de resultaten van toetsen die zijn afgenomen in januari als verantwoording over de eindresultaten.
3. Verantwoording van de eindresultaten met de Cito Entreetoets De inspectie heeft besloten de Cito Entreetoets met ingang van schooljaar 2011/2012 niet meer te accepteren als instrument waarmee een school zich over haar eindresultaten kan verantwoorden. Dit heeft twee redenen: 1. 2.
De Entreetoets is geen meting van eindresultaten. De toets geeft hooguit een voorspelling van de eindopbrengsten. De kwaliteit van de toets is nog niet door de COTAN beoordeeld en als voorspeller van de eindresultaten zou de toets voldoende criteriumvaliditeit moeten hebben.
4. Nadere toelichting op herberekenen bij de beoordeling van de eindresultaten (indicator 1.1) Met ingang van 1 januari 2011 geldt de aangepaste beleidslijn voor het herberekenen bij indicator 1.1. Dit houdt een precisering van de huidige werkwijze in. Onderstaand wordt dit nader uitgewerkt. De resultaten van de volgende leerlingen hoeven niet in de beoordeling van indicator 1.1 betrokken te worden: 1. 2.
Leerlingen die een indicatie voor het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs hebben (ook als ze toch naar het lwoo uitstromen); Leerlingen die een lgf-, so- of sbo-indicatie hebben en als gevolg van beperktere capaciteiten geheel of gedeeltelijk zijn losgekoppeld van het reguliere curriculum van de groep. Het gaat hier dus om uitzonderingsgevallen. Voor deze uitzonderingsgevallen moet verder voldaan zijn aan de volgende eisen:
3. 4.
de leerling heeft een eigen leerlijn op taal (één of meer van de vakgebieden technisch lezen, spelling, begrijpend lezen) én op rekenen, en de school heeft voor deze leerling een ontwikkelingsperspectief bepaald dat voldoende onderbouwd en realistisch is, en van dit ontwikkelingsperspectief zijn tussendoelen afgeleid, en de school kan aantonen op basis van ten minste twee evaluaties dat de leerling zich op beide vakgebieden naar verwachting ontwikkelt (dus volgens de gestelde tussendoelen);
Leerlingen die in groep 7 of 8 op de school zijn ingestroomd; Leerlingen die korter dan vier jaar in Nederland verblijven en om die reden het Nederlands minder goed beheersen.
Toelichting Ad 1 Als leerlingen (nog) geen formele beschikking van de RVC hebben, kunnen ze toch buiten beschouwing worden gelaten bij de berekening van de eindopbrengsten indien ze voldoen aan de criteria van de RVC: een forse leerachterstand en een IQ tussen de 55 en 80. In overeenstemming met de RVC-richtlijnen betekent dit dat het IQ niet eerder is vastgesteld dan in groep 6 en is bepaald met één van de volgende tests:
SON-R 5½-17 Niet-verbale Intelligentietest, 1988 SON-R 5½ – 17 verkort, 2003 WISC-III NL, 2002/2005
Het kan voorkomen dat het IQ vóór groep 6 is vastgesteld én resultaten op een meer recente test die afwijkt van de bovengenoemde tests (bijvoorbeeld de NIO), beschikbaar zijn. Als beide tests een IQ tussen de 55 en 80 weergeven, dan laat de inspectie ook deze leerlingen buiten beschouwing. Ad 2 Sbo-indicatie: de leerling heeft een beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband voor het sbo.
Lgf- of so-indicatie: de Commissie voor de Indicatiestelling (CvI) van het regionaal expertisecentrum heeft geoordeeld dat de leerling in aanmerking komt voor leerlinggebonden financiering.