Wijkgericht Outreachend Werken (WOW) Criminele jeugdgroep Mariahoeve Den Haag Eindevaluatie
mei
2013
1. Inleiding 1.1 Achtergrond Begin 2012 vond er een gesprek plaats tussen het actieprogramma problematische jeugdgroepen van het ministerie van Veiligheid en Justitie en Reclassering Nederland (RN) Den Haag. Daarin werd door het ministerie aangegeven dat het actieprogramma graag de aanpak Wijkgericht Outreachend Werken (WOW), welke door ons in een pilot is ontwikkeld in Zuiderpark, nogmaals ingezet wilde zien. Achterliggende gedachte was dat RN in het Zuiderpark aangetoond heeft dat onze wijkgerichte outreachende werkwijze bijdraagt aan een effectieve aanpak van criminele jeugdgroepen en het actieprogramma op zoek is naar goede praktijken. Voor de benodigde financiering konden wij een beroep doen op hiervoor beschikbare subsidie. Echter, met de val van het kabinet Rutte eind april 2012 was het lange tijd onzeker of het actieprogramma door kon gaan op de ingeslagen weg en of er nog wel financiering was voor onze aanpak. In juli 2012 kregen wij het bericht dat financiering mogelijk bleef en dienden wij onze projectaanvraag in. In september 2012 werd er vanuit het actieprogramma positief gereageerd op onze aanvraag en konden wij, weliswaar met de nodige vertraging, aan de slag. Omdat partners als gemeente, OM en politie door waren gegaan met het opstarten van een aanpak op deze geprioriteerde groep, zijn wij voor ons gevoel als het ware op een rijdende trein gesprongen. Hetgeen voor een wat minder soepele start heeft gezorgd. De accounthouder OOV Haagse Hout verwoord dit mooi in het met haar afgenomen interview “ De pilot/aanpak WOW moest eigenlijk in de huidige aanpak zijn positie krijgen en dat was voor ons beiden best lastig. Zowel voor de gemeente als voor de reclassering.” 1.2
Opbouw eindevaluatie
In deze eindevaluatie hopen wij goed naar voren te brengen::
Wat het verloop van de aanpak is geweest. Welke werkwijze wij hebben ingezet. Wat zijn de werkzame elementen van de aanpak. Wat de bereikte resultaten zijn. Hoe de toegekende subsidie financieel is uitgeput.
Bovenstaande punten worden beschreven langs de vier belangrijke elementen van de groepsgerichte aanpak: 1. Gebieds/wijkgericht. 2. Groepsgericht. 3. Persoonsgericht. 4. Ketengericht. 1.3 Geraadpleegde bronnen Er is gebruik gemaakt van systeeminformatie, te weten IRIS (reclassering) en van de politie. Tevens hebben er interviews plaatsgevonden met: Pauline Witkamp, jeugdreclasseerder bij Bureau Jeugdzorg Haaglanden, Peter Hoogeveen, wijkagent bureau Overbosch, Dhr. O-A, jongere uit de groep, Maayke Theeboom, accounthouder OOV Haagse Hout, Carlito Jones, jongerenwerker VooR Welzijn
1
Kader Criminele Jeugdgroep Mariahoeve bij start aanpak Organisatiestructuur: Driehoek: bepaalt prioritering en stemt wel of niet in met de aanpak. Veiligheidsoverleg: wordt geïnformeerd over de aanpak door de regiegroep. Regiegroep: deelnemers OOV, stadsdeel, politie, Jongerenwerk VooR Welzijn, OM, Bureau Jeugdzorg (BJZ), Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en RN. In dit overleg worden de drie ondergenoemde domeinen tot 1 totaalaanpak samen gebracht. De regiegroep komt 4 wekelijks bij elkaar en wordt voorgezeten door de accounthouder OOV. De regiegroep informeert de Driehoek over het verloop van de aanpak. Aanpak: De groep wordt op drie domeinen aangepakt: Gebiedsgericht; hierbij wordt gekeken naar onder andere de openbare ruimte en de leefbaarheid. Vanuit het leefomgevingsoverleg wordt de regiegroep geïnformeerd over de voortgang. Groepsgericht; hierin wordt gekeken naar de groep als geheel. Hoe kunnen we de groep uit elkaar krijgen. Persoonsgericht; de harde kernleden worden besproken in het casusoverleg in het Veiligheidshuis en de meelopers worden besproken in het actiehoudersoverleg van het stadsdeel. RN heeft tijdens de aanpak WOW de inhoudelijke regie over de persoonsgerichte aanpak op de harde kernleden. Tevens is RN tijdens de aanpak voorzitter van het casusoverleg van de harde kernleden in het Veiligheidshuis.
2.
Verloop WOW Mariahoeve
2.1
Oktober – december 2012
Quickscanfase Doel: reeds beschikbare informatie delen om zo te komen tot een gezamenlijke focus en het opstellen van individuele plannen van aanpak. Tijdens deze fase hebben wij vooral geïnvesteerd in de contacten met het politiebureau Overbosch en het jongerenwerk. Daarnaast is er geprobeerd om in contact te komen met BJZ/JR. Dit duurde echter langer dan verwacht en gewenst. Aan het bureau hebben er diverse kennismakingsgesprekken en presentaties plaatsgevonden waarin wij uitleg hebben gegeven over de werkzaamheden van de reclassering, de aanpak en is gesproken over de individuele jongeren. Ook is er meegelopen met de wijkagent en jongerenwerkers om meer beeld te krijgen van de wijk. Wij zijn op locaties geweest waar de groep/leden van de groep zich wel eens ophouden. Denk hierbij aan het restaurant Pico Bello en jongerencentrum Boem. Hieruit bleek al snel dat deze groep zich niet veelvuldig als een groep ophoudt. In deze fase werd ook de eerste definitieve lijst met namen vanuit de politie aangeleverd en door de regiegroep vastgesteld. Eind oktober was de analyse vanuit de politie ook gereed. In deze analyse is voornamelijk aandacht besteed aan de groep als geheel en de wijk. Na het vaststellen van de eerste definitieve lijst zijn al deze jongeren geoormerkt in het politie-systeem met de opmerking contact op te nemen met RN bij meldingen en strafbare feiten.
2
In oktober hebben er verder een tweetal casusoverleggen in het Veiligheidshuis Den Haag over de harde kern van de groep plaatsgevonden. Eind november heeft er een derde casusoverleg plaatsgevonden. De reclasseringswerkers geven aan dat zij, achteraf bezien, van mening zijn dat de timing van deze overleggen beter anders had gekund. Na bespreking in het casusoverleg kwamen zji er in de uitvoering vaak achter dat er afspraken waren gemaakt die onvoldoende waren getoetst aan de praktijk. Hierover meer in de leer- en verbeterpunten. 2.2 2.3
Resultaat Quickscanfase, focus en gedeelde informatie: Duidelijk beeld over de individuele leden van de groep en hun actuele situatie (zowel qua risico- als beschermende factoren). Verdieping op deze informatie door middel van de casusoverleggen waarin ook al de eerste afspraken zijn gemaakt over de individuele plannen van aanpak. De criminele jeugdgroep Mariahoeve bestond tot eind januari uit 25 leden1. Deze zijn onder te verdelen in 16 harde kern en 9 meelopers. Eén lid van de harde kern verblijft al vanaf het begin van de aanpak in preventieve hechtenis in een Justitiële Jeugd Inrichting (JJI). December 2012 – maart 2013
Uitvoeringsfase Doel: contact leggen met de leden van de groep waarin zowel aandacht is voor controle als bieden van perspectief/gedragsverandering. Dit ketengericht aanpakken waardoor de overlast/criminaliteit afneemt. Vanaf november zijn er twee reclasseringswerkers op de donderdagmiddag/avond en vrijdagmiddag/avond aanwezig geweest in de wijk. Een derde reclasseringswerker was vooral op het bureau aanwezig. Vooral de eerste weken is er veel rondgelopen in de wijk. Er werd gegeten bij het restaurant waar de groep veelvuldig wordt gezien, gesproken met winkeliers en de conciërge van het winkelcentrum Mariahoeve. Deze groep had niet echt een hangplek waardoor het moeilijker was om gebruik te maken van de best-practice vanuit WOW Zuiderpark, namelijk dat de groepsleden met een reclasseringstoezicht de ingang waren voor de rest van de groep. Niettemin zijn we met ze in contact gekomen. Alle leden van de harde kern hebben vanuit de RN een brief ontvangen waarin werd aangegeven dat zij deel uitmaken van een criminele jeugdgroep (i.v.m. privacy) en bij de jongeren die geen (jeugd)reclasseringstoezicht hadden een uitnodiging voor een persoonlijk gesprek. De meesten contacten met de groep zijn in jongerencentrum Boem tot stand gekomen. Van begin af aan hadden wij de volle medewerking van de jongerenwerkers die de leden van de harde kern, die veelal niet stonden te springen om met ons in gesprek te gaan, motiveerden tot een kennismakingsgesprek. In deze periode heeft er één casusoverleg plaatsgevonden. Er was wel een kort lijntje met het informatiecentrum van het Veiligheidshuis zodat er direct geanticipeerd kon worden op actuele ontwikkelingen. Tevens heeft er veel afstemming plaatsgevonden met de andere uitvoeringspartners.
1
Wij hanteren de lijst van 30 januari 2013.
3
2.4
Resultaat uitvoeringsfase:
Korte lijnen; deze zijn met alle betrokken ketenpartners gerealiseerd. Over de jongere die al bij aanvang van de aanpak in een JJI verbleef, is een adviesrapport geschreven voor de rechtszitting. Contact individuele leden van de groep; Van de 15 harde kernleden2 die bij aanvang niet in detentie zaten, is er met 14 contact (geweest) met de (jeugd)reclassering.
Jongeren in begeleiding Toezicht 1 Vrijwillig contact 2 6 1
Detentie na vrijlating toezicht Detentie nog geen vonnis
1
Detentie wenst geen begeleiding 2 2
Wel gesproken geen motivatie vrijwillig contact Niet in beeld
Diagram 1: aantal jongeren in begeleiding
Zes lopen er in een toezicht. Twee worden vrijwillig begeleid. Twee hebben in het persoonlijke gesprek aangegeven geen behoefte te hebben aan vrijwillige begeleiding. Zij zijn hierna nog wel meerdere keren benaderd door ons zelf maar ook gemotiveerd door de adoptant vanuit de politie en de jongerenwerkers. Na afloop van WOW is 1 van deze jongens in detentie geraakt. Vier groepsleden zijn tijdens deze fase in detentie geraakt. Drie pleegden in gezamenlijkheid het delict. Een van hen liep in een reclasseringstoezicht. De andere twee zijn vrijwillig benaderd maar gaven in het gesprek aan geen behoefte te hebben aan begeleiding. In het kader van de vroeghulp hebben wij de rechter-commissaris het advies gegeven deze jongens niet te schorsen en een uitgebreid reclasseringsadvies aan te vragen. Bij twee van hen heeft dit plaatsgevonden. Zij zijn inmiddels afgestraft en zullen na vrijlating onder reclasseringstoezicht met elektronische controle begeleid worden. De ander heeft een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf opgelegd gekregen. Zowel tijdens de fase van het reclasseringsadvies als in de PI heeft hij aangegeven geen behoefte te hebben aan vrijwillige begeleiding. Over de laatste persoon die in detentie zit is er een reclasseringsadvies uitgebracht. Deze zitting is echter nog niet gepland. Met 1 harde kernlid is helemaal geen contact geweest omdat hij bij geen enkele partner goed in beeld was. Hij kwam regelmatig in het jongerencentrum en is ook gemotiveerd door de jongerenwerkers voor een vrijblijvend gesprek maar hij hield voet bij stuk.
2
De jongere die al vanaf de start in een JJI verblijft hebben wij hier niet in meegeteld hoewel wij wel met zijn moeder hebben gesproken en er ook voor de rechtzitting een reclasseringsrapportage is opgesteld.
4
2.5
Er wordt ketengericht uitvoering gegeven aan de totstandkoming van het reclasseringsadvies (informatie opgenomen van de politie en andere partners) en aan de individuele plannen van aanpak. 1 meeloper wordt eveneens vrijwillig door ons begeleid. Maart – april 2013
Afrondingsfase Doel: borgen van het bereikte resultaat; verworven contacten en inzichten met betrekking tot de groep zijn overgedragen aan de reguliere (lokale) hulp- en/of dienstverlening. Op 20 maart jl. heeft het laatste casusoverleg over leden van de groep, gedurende de inzet van RN, plaatsgehad; het voorzitterschap is op dat moment overgedragen aan de gemeente (OOV). Voor dit overleg vond interne afstemming plaats zodat een voorstel gedaan kon worden met betrekking tot overdracht/voortgang van het contact per jongere. In een afsluitend gesprek met de politie op 29 maart jl. is middels een overzicht inzichtelijk gemaakt wie voor welke jongere als contactpersoon zou fungeren na 1 april. Daarnaast zijn concrete afspraken gemaakt over wanneer en over welke zaken contact met/door RN onderhouden kan/zal worden. Een zelfde afsluitend gesprek heeft plaatsgehad met Voor Welzijn op 12 april jl. Ook tijdens dit gesprek werd besproken wie voor welke jongeren benaderd konden worden mocht dit nodig of wenselijk zijn na 1 april. In de regiegroep van 2 april jl. is besproken hoe dit overleg in de toekomst zou moeten worden voortgezet. Gezien het feit dat er op dat moment, mogelijk op korte termijn, nog ontwikkelingen rond de groep zouden kunnen gaan spelen, werd besloten een vervolg te plannen voor dinsdag 4 juni 2013. Tijdens deze bijeenkomst zal deze eindevaluatie geagendeerd worden. Aansluitend aan de regiegroep van 2 april jl. werd door de gemeente, politie en RN teruggeblikt op het verloop van de aanpak en hoe de samenwerking door een ieder ervaren is. Aangezien in het actiehoudersoverleg al voor het einde van de inzet van RN, zo goed als alle meelopers van de groep besproken waren en de focus leek te verschuiven naar een andere groep in de wijk, werd deelname aan dit overleg intern bij RN overgedragen. Dit gezien het feit dat er binnen de units van RN gebiedsgebonden gewerkt wordt en de werkers betrokken bij WOW Mariahoeve in een andere werkgebied actief zijn. Door middel van de overdracht hopen we de contacten die gedurende onze inzet gelegd zijn te borgen en zo voort te kunnen zetten. De borging vindt natuurlijk ook plaats door de persoonsgerichte trajecten (zowel vrijwillig als justitieel) welke bij ons lopen. Met het OM tenslotte heeft afstemming plaats gevonden over de voortgang van de samenwerking met de afspraak dat ingrijpende wendingen met betrekking tot de groep zouden worden gecommuniceerd. 3. Gegevens meldingen, mutaties en aanhoudingen Uit de gegevens van de politie blijkt dat het aantal meldingen en mutaties3 zowel tijdens als na (de korte periode) afloop van onze aanpak zijn verminderd. 3
meldingen ( door politie wordt registratie opgemaakt nav opdracht door de meldkamer om ter plaatse te
gaan bv overlast jeugd, geluidsoverlast, de afhandeling van de melding wordt vastgelegd in het bedrijfsprocessensysteem ) mutaties ( er wordt een registratie opgemaakt omdat men de personen “gespot” heeft: dus zien rijden of lopen, hoeft niet perse zo te zijn dat men betrokkene ook gesproken heeft, kan zijn dat men iemand ziet rijden in een auto een daarvan een mutatie maakt. Dus de collega’s worden niet gestuurd omdat er een melding is maar controleren op eigen initiatief en registeren dit in het bedrijfsprocessensysteem.)
5
Het aantal aanhoudingen is tijdens de aanpak gelijk geweest als daarvoor. Niet vreemd als er onder andere vanuit justitiepartners wordt ingezoomd op een criminele jeugdgroep. 180
163
160 139
140 120 100
Meldingen
80 80
Mutaties
60
Aanhoudingen
49 32
40 20
16
16 0
2
0 Voorafgaand maartseptember 2012
Tijdens september 2012maart 2013
Na april-mei 2013
Diagram 2: politie-gegevens over de harde kern Mariahoeve voorafgaand, tijdens en na WOW, overzicht van 8 mei 2013
4.
Werkzame elementen Eenduidige informatie en focus. Door de multidisciplinaire samenwerking en het spreken met de groepsleden zelf was er een volledig beeld van zowel de risico- als beschermende factoren op de drie domeinen tijdens alle fasen van het contact. Hierdoor konden er vanuit de keten gedragen en effectieve interventies worden uitgezet. Het samenbrengen van de straatinformatie vanuit de politie en de kijk vanuit de RN op de groep/groepsleden werd door de politie als zeer waardevol gezien. Hierdoor werden er gedragen plannen van aanpak opgesteld met zowel handhavings- als begeleidingsaspecten er in. Dwang. Net als vele andere leden van een criminele jeugdgroep stonden deze jongeren veelal niet open voor een vrijwillig contact. Door de inzet op een verplicht reclasseringscontact is er een externe motivatie om te starten met de begeleiding (niet houden aan afspraken dan detentie). Ook dit element wordt door de ketenpartners als een belangrijke succesfactor benoemd. Zowel inzet op controle (veelal samen met de wijkagent/adoptant) als het bieden van perspectief (behandeling Palmhuis, toeleiding naar ROC Mondriaan). Door alle geïnterviewde ketenpartners werd dit als een succesfactor benoemd. Hard versus zacht, duidelijk maar positief en echt wat te bieden hebben zijn veel gehoorde termen. Verbinding binnen – buiten. Doordat de medewerkers van RN zowel in het justitiële- als in het vrijwillige kader zijn ingezet, zijn er geen ‘’gaten’’ in het contact geweest. De groepsleden konden geen gebruik maken van “mazen in het net”. Vaste gezichten vanuit alle ketenpartners. Er waren op zowel operationeel als tactisch/strategisch niveau een aantal vaste aanspreekpunten bij iedere organisatie waardoor men elkaar makkelijk vond.
6
5.
Outreachende lokale aanpak. Door het opzoeken van de groepsleden in de eigen leefomgeving, het zich verplaatsen in het ritme van de jongere en het (intensief) betrekken van ouders ontstond er een goede werkrelatie tussen reclasseringswerker en groepslid. Zij voelden zich serieus genomen, er werd ‘echt’ geluisterd en naast controle ingezet op het bieden van perspectief. Hierdoor werd de kans op losweken uit de groep groter. Aandacht voor de groepsdynamiek. Dit is een belangrijke factor voor de te kiezen route in het individuele contact. Heb je te maken met een leider of een meeloper. Type reclasseringswerker. Niet iedere reclasseringswerker beschikt over de competenties om met een criminele groep of afzonderlijke leden daarvan in contact te komen. De reclasseringswerkers die wij in dit project hebben ingezet beschikken over de juiste competenties: overtuigingskracht, senioriteit, sensitiviteit, samenwerking kunnen opzoeken, durf, overwicht, creativiteit en flexibiliteit. Conclusies
5.1 Gebieds-/wijkgericht Er zijn beperkte signalen door buurtbewoners gegeven over overlast. Wel bestonden bij bezoekers van het winkelcentrum gevoelens van onveiligheid en onbehagen als gevolg van de frequente aanwezigheid van leden uit de groep. Bij de start van de aanpak was al duidelijk dat dit geen jeugdgroep was die voor extreme overlast zorgde. De conciërge van het winkelcentrum heeft aangegeven dat hij helemaal geen klachten meer krijgt van het winkelend publiek. De groepsleden houden zich niet meer op in het winkelcentrum. 5.2 Groepsgericht Vanuit de RN, in overeenstemming met de regiegroep, hebben er bewust geen groepsgerichte interventies plaatsgevonden omdat uit diverse literatuur blijkt dat dit niet het gewenste resultaat heeft. Het verhoogt juist de kans op delictgedrag door ‘’criminele besmetting’’. Bovendien is de ervaring van de politie dat deze criminele jeugdgroep niet als groep opereerde, maar meer fluïde netwerken zijn binnen de regio. De politie geeft aan dat de term criminele jeugdgroep de lading niet meer dekt. 5.3
Persoonsgericht
Criminogene factoren 7
Riscobeheersing/controle
11
Gedragsverandering Opleiding
10
Inkomen 10
Schulden Behandeling
4
Relatie vrienden/gezin 5
6
Dagbesteding
6
Diagram 3: Criminogene factoren 7
Door in te zoomen op deze groep hebben de individuele groepsleden zowel preventief als repressief de nodige aandacht gekregen. Dit heeft zowel geleid tot een aantal aanhoudingen/strafrechtelijke onderzoeken maar ook tot toeleiding naar school en het regelen van aflossing bij het CJIB. Tijdens de aanpak WOW is er bij 11 van de 15 harde kernleden sprake geweest van een intensief plan van aanpak waarin op diverse criminogene factoren is ingezet. Dit plan van aanpak is bij 1 jongere onlangs afgerond. De overige lopen nog of wordt opgepakt na vrijlating. 5.4 Ketengericht De samenwerking is door ons en de geïnterviewde ketenpartners als prettig ervaren. Hoewel er de nodige leer- en verbeterpunten te noemen zijn, is er uiteindelijk een basis gelegd voor een geslaagde ketenaanpak waarin iedere partner aanvullend werkte op een andere ketenpartner. 6.
Leer- en verbeterpunten Een goed begin is het halve werk; door de onduidelijkheid bij start over onze rol binnen deze geprioriteerde groep, zijn wij er na de ‘’go’’ vol ingegaan maar hebben achteraf gezien te weinig oog gehad voor een goede voorbereiding, met name als het gaat om communicatie, duidelijkheid waar wij voor staan/wat wij doen met WOW in relatie tot de overall aanpak op een criminele jeugdgroep. Alle ketenpartners benoemden dit zelf ook. Een voorstel richting de gemeente (OOV) met wat wij bedoelen met inhoudelijke regie (versus procesregie) waarover overeenstemming wordt bereikt. Dit wordt bevestigd door de gemeente. Heldere communicatiestructuur, duidelijkheid over hoe de communicatie binnen de gemeente loopt, wie wordt op welke moment door wie geïnformeerd. Het gezamenlijk vaststellen van de namenlijst en gezamenlijke analyse vanuit diverse partners. Nu zijn deze tijdens onze Quickscanfase opgesteld door de politie en is het jongerenwerk geïnterviewd; de ervaring en mening van zowel BJZ als RN is dat wij de nodige bruikbare input kunnen leveren voor de totstandkoming van de namenlijst en analyse. De gemeente sluit zich hierbij aan. Timing casusoverleg (in vervolg op bovenstaand punt); niet direct starten met casusoverleggen waarin concrete acties met betrekking tot individuele plannen van aanpak worden gemaakt. De beschikbare informatie is dan veelal nog niet getoetst aan de praktijk. In de uitvoeringsfase kunnen deze concrete acties dan wel worden afgesproken. Tevens heb je dan een beter beeld welke ketenpartners er bij de bespreking noodzakelijk zijn. Voorzitterschap casusoverleg. Het voorzitten van een casusoverleg vraagt om andere vaardigheden dan onze reclasseringswerkers hebben. Procesregie is wezenlijk anders dan de inhoudelijke regie over de persoonsgerichte aanpak op de harde kernleden. Qua positionering is het door onze werkers wel eens als lastig ervaren. Je voert zelf uit maar moet zo nodig ook ketenpartners aanspreken en hebt geen volledig beeld van de mogelijkheden van de andere ketenpartners. In een vervolg kan het voorzitterschap dan ook beter bij een partner blijven die wel volledig de aanpak WOW onderschrijft maar niet zelf in de uitvoering betrokken is. Het direct betrekken van Bureau Jeugdzorg/Jeugdreclassering omdat het hier een groep betreft die net op het grensvlak zit van minderjarig/meerderjarig. Voor een vervolg lijkt het ons erg interessant om dit samen met BJZ/JR op te pakken, zeker ook in het licht van het aankomende adolescentenstrafrecht. Het eerste verkennende gesprek met BJZ heeft hierover reeds plaatsgevonden. Investeren/bekend maken met reclassering op een politiebureau welke niet eerder te maken heeft gehad met een geprioriteerde jeugdgroep is anders dan een politiebureau welke dit wel heeft. In het vervolg zullen wij hier in onze 8
7.
voorbereiding meer rekening mee houden en bijvoorbeeld gebruik gaan maken van bureaus die bekend zijn met onze aanpak. Een ander scenario is het gerichter vragen om ondersteuning vanuit de bureauleiding (denk aan aanwezigheid bij een kennismakingsbijeenkomst/presentatie) en sneller opschalen. De ‘’labelling’’/’’vlaggen’’ van de leden van de groep in het landelijke politiesysteem en Amazone (politie-syteem eenheid Den Haag) om zo op de hoogte te worden gebracht van mutaties/meldingen etc. is nog steeds niet waterdicht. Zo zijn er vorige week een aantal leden van de groep aangehouden waar de RN niet van op de hoogte is gebracht. Hoewel dit ook nog eens was afgesproken in de regiegroep en afzonderlijk met de politie en het OM. Indien er sprake is van geplande aanhoudingen, is het zonde dat moment niet te benutten om invulling te geven aan een plan van aanpak (kan al in concept opgesteld worden) bij zowel voorgeleiding/ raadkamer/ rechter etc. Vraagt van recherche dat zij info delen met ons, is wel cultuurslag die niet 1,2,3 gemaakt wordt. De achterblijvers/aanstormend talent. Wat doe je met de overgebleven leden van de groep als er een aantal aangehouden en vervolgd worden? Wij zij van mening dat je dit moment direct moet aangrijpen en ze opnieuw moet benaderen/motiveren voor een traject. De groepsrollen liggen nu namelijk anders. Duur aanpak. Alle partners geven aan de periode van zes maanden (te) kort te vinden. In een vervolg zullen wij dan ook flexibeler omgaan met de periode. Uitputting budget
Voor de uitvoering van WOW Mariahoeve waren onderstaande uren/budget beschikbaar: Activiteit
Uren
Uurprijs
Trajectprijs
Fase 1 Quickscan
128
€ 65.31
€ 8.359,68
816
€ 65.31
€ 53.292,96
Fase 3 Afronding/overdracht
128
€ 65.31
€ 8.359,68
Totaal
1072
€ 65.31
€ 70.012,32
Fase 2 Groepsgerichte/gebiedsgerichte aanpak/individuele aanpak
Gedurende de loop van onze aanpak is in totaal 1229 uur inzet gepleegd. Voor de verantwoording van deze uren verwijzen wij naar ons registratiesysteem. Om te voorkomen dat er dubbele financiering van onze inzet plaats zou vinden, is op het totaal aantal bestede uren, het aantal uren besteed in het kader van een justitieel product, in mindering gebracht. Dit waren er 147. Zo komen wij in totaal dus uit op een besteding van 1082 uur ten behoeve van onze aanpak van de groep Mariahoeve.
9
BIJLAGE 1
Inzet Reclassering Nederland Regio Den Haag in kader van aanpak criminele jeugdgroep Mariahoeve Fase 1: De Quickscan (verkennings- en oriëntatiefase in de wijk zelf) Doel: Reeds beschikbare informatie delen van waaruit een actueel lokaal plan van aanpak kan worden opgesteld. Voor de informatie van de ketenpartners alsmede de vorming van de ketendossiers speelt de analyse vanuit de politie (DOEN/BRI) en het informatiecentrum van het Haagse Veiligheidshuis een belangrijke rol. Quickscan vindt plaats op het niveau van de groep/systeem en locatie, denk aan: Locatie(s) waar de groep zich doorgaans ophoudt (hoe ziet de omgeving eruit, aanwezige middenstand, enz) Samenstelling van de groep (omvang, etniciteit, leeftijd). Recent delictgedrag (lichte en zware vormen van criminaliteit). Sfeer in de groep (groepsdynamica). Aangeboden/aanwezig aanbod voor de groep (welke partners zijn reeds in beeld). Als ook op het individu: Dagelijkse bezigheden van de groepsleden (school en arbeid, ook focus op de beschermende factoren!). Risico factoren ( geen dagbesteding, drank- en druggebruik, justitiecontacten). Leiders, meelopers en subgroepen onderscheiden. Gezinssamenstelling. Aangeboden/aanwezige hulpverlening voor de persoon in kwestie. Duur: 1 maand Personele inzet RN: 32 uur per week; bestaat uit 2 x 8 uur op straat, 1 x 16 uur op bureau, Fase 1 wordt afgesloten met een overleg met betrokken partners waarin de Quickscan besproken wordt en het gezamenlijke plan van aanpak wordt bepaald. Fase 2: Uitvoering van Plan van Aanpak Doel: contact leggen met de groep, inzichtelijk krijgen van de wensen/behoeften op ieder niveau (locatie, systeem, groep en individu) en dit ketengericht aanpakken waardoor de overlast/criminaliteit afneemt. Voor deze aanpak zijn verschillende maatregelen/middelen mogelijk welke op verschillende niveaus en door de verschillende samenwerkende partners kunnen worden ingezet. In deze fase van het project monitoren en coördineren wij al deze inhoudelijke interventies zodat er eenduidig vanuit de keten wordt geacteerd. Met betrekking tot de Groepsgerichte aanpak zal het doel zijn om het ongewenste gedrag van de groep te verminderen en duidelijk te krijgen hoe de subgroepen binnen de groep het beste aangepakt kunnen worden.
10
Met betrekking tot de Gebiedsgerichte aanpak c.q. systeemgericht werken zal het doel zijn inzichtelijk te maken wat er in de buurt nodig is om de overlast van de groep te verminderen en de leefbaarheid en veiligheid te vergroten. Denk aan het betrekken van de buurtbewoners, ouders of jongeren om de overlast in de buurt te verminderen en gedrag te veranderen, het plaatsen van bankjes en dergelijke. Denk ook aan een samenscholingsverbod of gebiedsverbod. Tenslotte zal in het kader van de Individuele aanpak een individueel plan van aanpak opgezet kunnen worden voor diverse leden van de groep welke gericht is op het verwerven van een zinvolle dagbesteding, toeleiding naar zorg en het monitoren en toezicht houden op eventuele strafrechtelijke maatregelen. Bij nieuwe inverzekeringstellingen van leden van de groep zullen wij in het kader van de vroeghulp in de adviesfase onze aandacht onder andere richten op: o de mogelijkheden tot elektronische controle (EC, verplicht thuis vanaf einde van de middag en dus verwijdering van straat), o een locatiegebod/gebiedsverbod, o de mogelijkheden tot het volgen van bepaalde gedragsinterventies, o de mate van beïnvloedbaarheid. Tevens worden reeds lopende toezichten onder de loep worden genomen en indien nodig wordt na overleg met de ketenpartners de toezichtovereenkomst aangepast. Bij het ontbreken van een justitieel kader kan betrokkene vanuit RN gemotiveerd worden aan het deelnemen aan een vrijwillig begeleidingstraject. Belangrijkste onderdelen van dit traject zijn dagbesteding (school, startkwalificatie, werk: leerwerkprojecten), sociaal systeem (ouders/vrienden) en gedragstrainingen/educatieve programma's. Hiervoor hebben wij de nodige samenwerkingsafspraken met trajectrelevante instellingen als ROC Mondriaan, LUBA uitzendbureau, het jongerenloket, Thai Boxing Den Haag en onze eigen leerwerkplaats De Koperwerf. Duur: 4 maanden Personele inzet: 48 uur per week: 2 x 16 uur op straat, 2 x 8 uur op bureau. Fase 3: Afronding contact c.q. inzet en overdracht naar reguliere zorg/dienstverlening In deze fase worden de verworven contacten en inzichten met betrekking tot de groep overgedragen aan de reguliere hulp- en/of dienstverlening die in de wijk aanwezig is zodat de inzet en het bereikte resultaat geborgd wordt. Duur: 1 maand Personele inzet: 32 uur per week: 2 x 12 uur op straat en in contact met partners waaraan overgedragen moet worden, 1 x 8 uur op bureau
11