wij K gevoel Jaarverslag 2013 Stichting Clavis
Jaarverslag 2014
Waar de wijk centraal staat leeft het wij K gevoel
2
Jaarverslag 2014
INHOUDSOPGAVE
A.
Volkshuisvestingsverslag
1.
Voorwoord
2. 3.
Verslag van het bestuur 2.1 Ondernemingsplan 2.2 Visitatie 2.3 Jubileum 100 jaar 2.4 Bijzonderheden jaarrekening Investeren in een toekomstbestendige woningvoorraad 3.1 Woningmarkt 3.2 Woningbezit 3.3 Onderhoud 3.4 Herstructurering 3.5 Nieuwbouwactiviteiten
9 9 10 10 12 12
4.
Investeren in leefbare wijken 4.1 Woonruimteverdeling 4.2 Wijkbeheer, woon-/leefklimaat 4.3 Huisvesting van bijzondere doelgroepen 4.4 Wonen en zorg 4.5 Sponsoring
13 13 16 22 22 23
5.
Investeren in samenwerking 5.1 Samenwerking met belanghouders 5.2 Samenwerking met Gemeente Terneuzen en Provincie Zeeland 5.3 Samenwerking met Bewonersraad 5.4 Samenwerking met collega-corporaties
24 24 24 25 25
6.
Investeren in personeel en organisatie 6.1 Organisatiestructuur
27 27
7. 8.
Investeren in een gezonde financiële positie
29
9.
Investeren in governance en toezicht 9.1 Governance 9.2 Toezicht
5
Investeren in risicomanagement
6 6 7 7 8
33
36 36 36
B. Jaarrekening 10. Kengetallen op basis van enkelvoudige jaarrekening 46 11. Geconsolideerde jaarrekening 2014 48 12. Enkelvoudige jaarrekening 2014 102 C.
13. 14. 15.
Verklaringen Controleverklaring 152 Verklaring van het bestuur 154 Verklaring Raad van Commissarissen 155
Jaarverslag 2014
3
A. VOLKSHUISVESTINGSVERSLAG
4
Jaarverslag 2014
1. VOORWOORD Met dit verslag verantwoorden wij ons aan onze omgeving. Wij laten zien welke activiteiten we ondernomen hebben, welke middelen wij hebben besteed en welke prestaties wij in 2014 hebben geleverd. Het jaar 2014 kenmerkt zich door een herbezinning op de nieuwe positie van Clavis. Externe ontwikkelingen, zoals het Rijksbeleid met de verhuurders- en saneringsheffing en de nieuwe woningwet, economische en demografische ontwikkelingen vergroten de druk op Clavis en op onze doelgroep: meer op eigen kracht, minder middelen en minder vanzelfsprekendheden. Clavis moet opnieuw positie kiezen. Dat vraagt om een evenwichtsstrategie: scherp zijn op kosten, de balanspositie versterken, professionaliseren en toch een aantal belangrijke investeringen doen in het woningbezit. Eind 2014 is het nieuwe ondernemingsplan 2015-2019 van Clavis vastgesteld. Hierin is de strategische koers voor de komende jaren weergegeven. Vergroting van het sturend vermogen, doelmatigheid en aansluiting op marktontwikkelingen zijn speerpunten. Hierbij zoeken we samenwerking met anderen, zowel verticaal (met collega-corporaties) als horizontaal (met marktpartijen) en willen we meer gebruik maken van beschikbare ICT-voorzieningen. Om de inzet nu en in de toekomst te garanderen, is onze organisatie het belangrijkste middel. We staan bekend als een lokaal betrokken corporatie, die maatwerk levert en betrokkenheid toont op het brede terrein van wonen en leven. We hebben korte lijnen en een pragmatische aanpak. Om ook in de toekomst deze rol adequaat uit te kunnen voeren, zorgen we voor een bestendige en efficiënte organisatie. In 2014 vierden we samen met onze huurders ons 100-jarig bestaan. We kunnen terugkijken op een levendige jubileumviering, waarvoor veel huurders hun waardering hebben uitgesproken. Ik wil onze huurders, de bewonersraad, de gemeente, zorg- en welzijnsinstellingen, ontwikkelaars, bouwers en alle andere personen en organisaties met wie wij in het afgelopen jaar hebben samengewerkt, danken voor de prettige samenwerking. Daarnaast uiteraard een woord van dank aan onze medewerkers voor hun inzet en gerealiseerde prestaties.
Terneuzen, april 2015 Robert de Ridder Directeur/bestuurder
Jaarverslag 2014
5
2. VERSLAG VAN HET BESTUUR 2.1 Ondernemingsplan
Het verslagjaar stond in het teken van het nieuwe ondernemingsplan voor de periode 2015-2019. De hoofdlijnen van het ondernemingsplan zijn vastgesteld in maart 2014. Om de toekomstige opgave voor Clavis goed in beeld te krijgen zijn een aantal aanvullende onderzoeken opgestart:
Woningmarkt-/betaalbaarheidsonderzoek
De lokale en regionale woningmarkt is de afgelopen jaren flink veranderd, mede door demografische, economische en beleidsmatige ontwikkelingen. Dit onderzoek is uitgevoerd door RIGO; de eindrapportage is opgeleverd op 30 juni 2014.
Portefeuillestrategie
Op basis van het woningmarktonderzoek is de huidige en gewenste woningportefeuille in beeld gebracht.
Inrichting organisatie
De interne organisatie wordt in lijn gebracht met doelstellingen en ambities, zoals verwoord in het ondernemingsplan. De resultaten van deze onderzoeken zijn verwerkt in het integrale ondernemingsplan 'Gewoon Sociaal 2015 - 2019' en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen in december 2014. De ambities voor de komende periode zijn: 1. Maatschappelijke ambities: onze taakstelling als maatschappelijke organisatie is de zorg voor betaalbare en kwalitatief goede huisvesting voor onze doelgroepen. Door middel van huurkorting willen we onze kernvoorraad betaalbaar houden voor deze doelgroepen. 2. Vastgoedportefeuille: onze woningvoorraad wordt klaargemaakt voor toekomstige ontwikkelingen in de markt. In het portefeuilleplan staan de volgende vastgoedambities opgenomen: - de zorg voor voldoende betaalbare en kwalitatief goede huurwoningen voor de doelgroep, - het zorggeschikt maken van eengezinswoningen, speciale woonvormen, - het in balans houden c.q. krijgen van de prijs-/kwaliteitsverhouding in productmarktcombinaties door o.a. het doorvoeren van basiskwaliteit; - het verhogen van de energieprestatie tot een gemiddeld label B; - het verbeteren van de uitstraling van woningen en het verbeteren van de leefbaarheid van complexen; - het aanbrengen van meer differentiatie in het woningbezit door sloop, verkoop, nieuwbouw, modernisering en renovatie. 3. Organisatie: Clavis kiest voor de ontwikkeling van een slankere, efficiënte organisatie. Het nieuwe ondernemingsplan geeft een andere organisatiestructuur en –cultuur aan. Clavis nieuwe stijl vraagt om een inhoudelijke kwaliteitsslag, versterking van de taakvolwassenheid van medewerkers en het zelfsturend vermogen van de organisatie. Clavis wil toe naar nieuw opdrachtgeverschap, waarbij het onderhoud in de ketensamenwerking wordt belegd. Daarnaast wordt door middel van integraal asset- en portefeuillemanagement professioneel en strategisch sturing gegeven aan vastgoedbeslissingen. Doel is het realiseren van een marktconform rendement. De uitvoering van het ondernemingsplan wordt uitgewerkt in jaarplannen, zodat de realisatie van de doelstellingen gemonitord wordt.
6
Jaarverslag 2014
2.2 Visitatie
Visitatie is een instrument voor horizontale verantwoording van de corporatie naar haar stakeholders over haar maatschappelijke prestaties. Daarnaast biedt de uitkomst van de visitatie handvatten aan de corporatie ter lering en verbetering. Een visitatie wordt uitgevoerd volgens de vaste visitatiemethodiek. De visitatie wordt uitgevoerd door een geaccrediteerd bureau. In de visitatiemethodiek staan de maatschappelijke prestaties van de corporatie centraal en worden de prestaties van de corporaties binnen vier verschillende perspectieven in beeld gebracht: Presteren naar opgaven (lokaal, regionaal en landelijk) en ambities, Presteren volgens belanghebbenden (prestaties, communicatie en relatie), Presteren naar vermogen (inzet, doelmatigheid, financiële continuïteit) en Governance (besturing, intern toezicht en externe legitimatie). Volgens de Governance Code worden corporaties éénmaal per vier jaar gevisiteerd. De visitatie van Clavis is medio 2014 gestart met een aanbestedingsronde. Aan vijf bureau’s zijn offertes opgevraagd. Bureau Raeflex is geselecteerd om de visitatie uit te voeren. Eind 2014 is gestart met de visitatie; de eindrapportage wordt tweede kwartaal 2015 verwacht.
2.3 Jubileum 100 jaar Clavis
In 2014 bestond Clavis 100 jaar. In 1914 werd met de oprichting van bouwvereniging Werkmansbelang de basis gelegd van het huidige Clavis. In verband met het 100-jarig bestaan zijn verschillende activiteiten voor de huurders georganiseerd. Clavis kan 100 jaar bestaan dankzij de huurders. Bij alles wat Clavis doet, staan de huurders centraal. En als Clavis dan een feestje te vieren heeft, dan wordt dit samen met de huurders gedaan. Door iedere maand een nieuwe actie te organiseren, maakte Clavis er een echt feestjaar van. Al deze activiteiten samen zorgden voor een levendige jubileumviering met vele ontmoetingsmomenten. De aftrap vond plaats op 15 januari: alle huurders kregen een servicecheque van Service in de Regio. Met deze servicecheque konden zij een klusje in of om het huis laten doen. De servicecheque was het gehele jaar geldig. Via de maandakties hebben huurders kans kunnen maken op kaarten voor voorstellingen van The Beatles Revival, Jan Keizer en Annie Schilder, Tineke Schouten, Jan Smit, de musical Dreamgirls en Concert at Sea, een diner voor twee en Maikel Harte. In september zijn seniorenmiddagen georganiseerd in De Veste en Máxima met een optreden van Piet Brakman. Andere activiteiten waren een ontwerpwedstrijd Huis van de Toekomst (in samenwerking met de basisscholen in Terneuzen en Sluiskil), een kindermiddag en een culinaire stadswandeling voor alle vrijwilligers van bewonerscommissies. Natuurlijk is ook de jongere doelgroep van 16 tot 25 jaar niet vergeten met een Dance Event in de Pit op 17 oktober. Ook is er iedere maand een Beste Buur-taart uitgereikt. Met deze actie wilde Clavis de sociale contacten en de leefbaarheid in de buurten onder de aandacht brengen van haar huurders. In Sluiskil is In het kader van het 100-jarig jubileum van Clavis een wel heel bijzondere activiteit bedacht: namelijk de doorgeefcamera. Met deze activiteit werd Sluiskil op 'eigen wijze' op de kaart gezet. De doorgeefcamera is een fototoestel dat letterlijk doorgegeven wordt. Samen met twee oranje laarzen rouleerde de camera door Sluiskil. De camera is doorgegeven aan inwoners van Sluiskil. Het enige criterium is dat diegene betrokken is bij het leven in Sluiskil. In april 2015 is een foto-expositie gehouden, waar het eindresultaat te zien was.
Jaarverslag 2014
7
Alle wijken konden via de bewonerscommissie een voorstel aandragen voor een blijvend aandenken aan het 100-jarig bestaan. Als gevolg hiervan is in de wijk Oudelandse Hoeve inmiddels een jeu de boulesbaan gerealiseerd, waar iedereen uit Terneuzen van harte welkom is. Daarnaast zijn in het appartementencomplex Margarethaplein prachtige foto’s in de hal opgehangen. Alle informatie over jubileumactiviteiten was terug te vinden op de website. Huurders konden zich aanmelden voor de digitale nieuwsbrief, zodat zij op de hoogte gehouden konden worden over de activiteiten. De foto’s van de jubileumakties zijn steeds op Facebook gepubliceerd en konden op vele warme reacties van onze huurders rekenen. Tijdens het jubileumjaar is gebruik gemaakt van een jubileumlogo, dat te zien was op de gevel en briefpapier. Op deze manier werd het 100-jarig bestaan steeds in herinnering gebracht. We kunnen terugkijken op een levendige jubileumviering met vele ontmoetingsmomenten, die veel waardering van onze huurders heeft opgeleverd.
2.4 Bijzonderheden jaarrekening
Als bijzondere post in de jaarrekening 2014 wordt de waardeverandering van financiële vaste activa toegelicht. In de jaarrekening 2014 zijn de effecten van RJ-290 verwerkt. Het gevolg voor Clavis is dat in een tweetal leningen embedded derivaten zitten verwerkt waarvan de negatieve marktwaarde deels verwerkt is als een stelselwijziging per 1 januari 2014 en de mutatie van de negatieve marktwaarde 2014 is verwerkt via de winst-en verliesrekening. De verwerking van deze negatieve marktwaarde heeft tot gevolg dat er een bedrag ten laste van het vermogen is gebracht van € 7.006.000. In de jaarrekening wordt deze post verder toegelicht.
8
Jaarverslag 2014
3. INVESTEREN IN EEN TOEKOMSTBESTENDIGE WONINGVOORRAAD 3.1 Woningmarkt Woningvoorraad
Het aandeel koopwoningen bedraagt in Zeeuws-Vlaanderen 70%. Dit is aanzienlijk hoger dan het nationaal gemiddelde (59%). Van de 30% huurwoningen is 20% corporatiebezit en 10% overige huur. Volgens het CBS telde de gemeente Terneuzen in 2014 26.287 woningen, waarvan ruim 7.400 bewoonde huurwoningen. Hiervan zijn 5.020 woningen in het bezit van woningcorporaties. Clavis heeft ong. 2.500 woningen in Terneuzen en Sluiskil. Er zijn geen grote fricties in vraag en aanbod en (naar hedendaagse maatstaven) verhuizen er nog veel mensen (of geven aan daar plannen voor te hebben). Ook naar de toekomst toe is het beeld vrij stabiel en zijn er geen grote verschuivingen te verwachten. De sociale huursector heeft zich in de loop der jaren aangepast aan de ontspannen markt. Van goedkope scheefheid is nauwelijks sprake (als men wil kopen, dan zijn daar immers mogelijkheden toe) en de sector richt zich op het bieden van een eerste kans voor starters, het opvangen van de doelgroep van beleid (de kerntaak van de corporaties) en het huisvesten van een grote populatie ouderen. Door deze (beperkte) positie volstaat een aandeel van 20% van de totale woningvoorraad (een aandeel dat landelijk op 31% ligt). Anno 2014 wordt de woningmarkt in de gemeente Terneuzen gekenmerkt door een omvangrijke (betaalbare) grondgebonden koopsector en een geringe sociale huursector. In de kern Terneuzen bestaat 19% van de voorraad uit sociale huurwoningen, in de kern Sluiskil 15% en in de overige kernen 21%. (Bron Rigo)
Bevolkingsdaling
De bevolking in Zeeuws-Vlaanderen is de laatste acht jaar licht gedaald met 0,2% per jaar, terwijl het aantal huishoudens licht is gestegen, met 0,5% per jaar. In de periode tot 2040 is de geprognotiseerde huishoudensdaling in Terneuzen met 4,3% het laagst. Het buitenlandse migratiesaldo is de laatste drie jaar explosief toegenomen. Dit komt vooral door de toename van het aantal migranten uit België, veroorzaakt door de gunstige omstandigheden op de woningmarkt in Zeeuws-Vlaanderen. In 2014 bedroeg de migratieinstroom uit België 667 personen.
Regionale Woonvisie
De provincie Zeeland heeft in het Omgevingsplan 2012-2018 aangegeven, dat met de Zeeuwse regio’s tot regionale woningmarktafspraken dient te worden gekomen. Ook voor de regio Zeeuws-Vlaanderen zijn afspraken opgesteld. Binnen de afspraken liggen de zwaartepunten bij transformatie van de bestaande woningvoorraad en nieuwbouw in samenhang met sanering van de ongewenste delen van de (koop)woningvoorraad. De bijdrage van corporaties ligt met name in de herstructurering van corporatiewoningen. Afspraken hierover worden verankerd in prestatieafspraken met de Gemeente Terneuzen.
Portefeuilleplan woningbezit
In het portefeuilleplan van het woningbezit van Clavis worden de (toekomstige) marktvraag en het woningbezit op elkaar afgestemd. Het formuleert doelstellingen op portefeuille-, wijk- en complexniveau en is daarmee de leidraad voor beslissingen en werkzaamheden voor de komende 5 tot 10 jaar. Een goed onderbouwd plan geeft inzicht in de financiële gevolgen en in hoeverre deze passen binnen de gestelde kaders. Het biedt een kader voor ingrepen in het woningbezit en geeft richting aan beslissingen over zaken als groot onderhoud, renovatie, herstructurering en verkoop.
Jaarverslag 2014
9
3.2
Woningbezit
Aantal verhuureenheden, in bezit: Woningen
Garages/
Overige
Totaal
Parkeerplaatsen Saldo per 1-1-2014
2.453
99
32
2.584
38
-
-
38
Gesloopt
-
-
-
-
Verkocht
23
-
-
23
-
-
-
-
2.468
99
32
2.599
Opgeleverd/aangekocht
Herstructurering Saldo per 31-12-2014 Huurklasse
Grond-
Gestapeld
Totaal
Procentueel
gebonden 46
104
150
6%
Van € 389,05 tot € 596,95*
1.142
915
2.057
83%
Van € 596,75 tot € 699,48*
122
121
243
10%
14
4
18
1%
€ 389,05 of minder*
€ 699,48 en meer*
Totaal 1.324 1.144 2.468 100% * Huurprijzen van maatschappelijk vastgoed (begeleid wonen) zijn gecorrigeerd op basis van
aantal woningen per contract.
Aankoop van woningen
In januari 2014 zijn in project Maxima nog 8 appartementen in gebruik genomen en in maart 2014 is De Amberboom opgeleverd en zijn 30 appartementen in gebruik genomen.
Verkoop van woningen
In 2014 zijn vanuit het vastgestelde verkoopprogramma 23 woningen verkocht: in 3 gevallen aan de zittende huurder en 20 bij mutatie.
3.3
Onderhoud
Clavis voert een gedegen onderhoudsbeleid om de waarde van haar vastgoed te behouden. Per gebouw wordt een meerjaren-onderhoudsbeleid en –begroting opgesteld. Op basis van de meerjarenplanning wordt de jaarlijkse onderhoudsbegroting opgemaakt. In 2014 verstrekten we voor ruim € 3,1 miljoen aan onderhoudsopdrachten. De onderverdeling is als volgt: a. Planmatig onderhoud, renovaties e.d. € 1,7 miljoen b. Niet-planmatig onderhoud (reparatieverzoeken, mutatieonderhoud, servicecontract, sociaal beheer e.d.) € 1,4 miljoen.
Basiskwaliteit
Clavis heeft de basiskwaliteit voor haar woningen vastgesteld. Hierbij is onderscheid gemaakt naar de huurprijs van de woningen en de doelgroep waarvoor deze bestemd zijn. Er is vastgelegd aan welke eisen een woning moet voldoen. Dit heeft betrekking op de afmetingen en de aanwezige voorzieningen. Als een woning vrijkomt, wordt bepaald op welke onderdelen de woning wordt aangepast overeenkomstig het vastgestelde beleid. Woningen die op termijn worden geherstructureerd, worden bij verandering van huurder niet op het niveau van basiskwaliteit gebracht.
10
Jaarverslag 2014
Reparatieverzoeken
Op verzoek van de huurder wordt onderhoud uitgevoerd door de eigen onderhoudsdienst en derden. De kosten van het onderhoud vanwege de reparatieverzoeken bedroegen in 2014 circa € 259.000,-. In het afgelopen jaar zijn deze kosten per woning gedaald naar € 106,- per woning (in 2013: € 134,-). Het gemiddeld aantal reparatieverzoeken per woning is stabiel en ligt op 0,9 verzoeken per woning. De gemiddelde kosten die bij de huurder in rekening zijn gebracht, bedraagt € 5,- per woning.
Mutatie-onderhoud
Het mutatieonderhoud kostte in 2014 circa € 599.000,- , dit is inclusief de herstelkosten die bij de vertrekkende huurders in rekening worden gebracht. De gemiddelde kosten die bij een wijziging van huurder moeten worden gemaakt om de woning opnieuw te verhuren zijn gestegen van € 1.972 in 2013 naar € 2.148,- in 2014 per gemuteerde woning. In dit bedrag zijn de kosten, die bij de vertrokken huurder in rekening worden gebracht, niet verrekend. Het gemiddelde bedrag aan herstelkosten, dat bij de vertrekkende huurder in rekening wordt gebracht, bedraagt € 560,- per mutatie tegen € 265,-.
Servicecontract huurdersonderhoud
Voor kleine werkzaamheden, die volgens de huurovereenkomst voor rekening van de huurder zijn, kan een servicecontract afgesloten worden. De behoefte aan deze service is groot. Ruim 91% neemt deel aan deze voorziening. Clavis heeft met de bewonersraad afspraken gemaakt hoeveel negatief resultaat Clavis jaarlijks maximaal voor haar rekening wil nemen. Het servicecontract wordt jaarlijks in samenspraak met de bewonersraad verhoogd met inflatie. In 2014 bedragen de uitgaven voor het servicecontract circa € 230.000,- , de opbrengsten van het servicecontract bedragen ruim € 200.000,-
Energiereductie
Een energielabel geeft inzicht in de energetische kwaliteit van een woning en maakt de energiebesparingsmogelijkheden van het gebouw inzichtelijk. Een energielabel biedt handvatten voor verbetering op het gebied van wooncomfort en energielasten. Het energielabel wordt ingezet als instrument in het strategisch voorraadbeleid, waarbij o.a. maatregelen worden bepaald op energiegebied. In haar portefeuilleplan heeft Clavis haar energieprestatie tot 2025 uiteengezet. Clavis levert een aanzienlijke bijdrage aan de reductie van woonlasten en aan comfort en milieu met: • gemiddeld een B-label • 330 zeer energiezuinige nieuwbouwwoningen, waarvan 80 woningen energieneutraal • 750 (bestaande) woningen voorzien we van zonnepanelen. De huidige energieprestatie van onze voorraad is nog niet voldoende; de helft van onze voorraad heeft een energielabel van D of lager. In ons ondernemingsplan hebben we onze verduurzamingsopgave op hoofdlijnen geformuleerd. We geven hier in onze portefeuillestrategie meer invulling aan die opgave. Verdere uitwerking volgt in ons duurzaamheidsbeleid (facetbeleid binnen kaders portefeuillestrategie). Naast het toevoegen van 330 nieuwe woningen met een (zeer) goede energieprestatie (waarvan 80 stuks zelfs energieneutraal), investeren we vooral in een goede schilisolatie en bijbehorende (natuurlijke) ventilatie. We investeringen ook in zonnepanelen voor zo’n 750 woningen. Een B-label blijkt in veel gevallen haalbaar met goede schilisolatie en een HR-ketel, met zonnepanelen maken we een B-label of hoger zeker mogelijk. Dat is met name zo bij woningen uit de periode ’60-’80, ontworpen voor de oliecrisis. Het energielabel kent nadelen en gaat veranderen, maar is een van de weinige indicatoren om energiedoelstellingen eenvoudig en meetbaar te maken. Met deze kanttekening, streven wij naar een gemiddeld B-label in 2025 . Bij het bepalen van concrete ingrepen zullen we de verwachte besparingen (laten) berekenen en
Jaarverslag 2014
11
de huurders een deel daarvan laten meebetalen. Zowel op verzoek van huurders als op grond van marktoverwegingen werden 6 volledige CV-installaties aangelegd. In totaal zijn 64 ketels vervangen door HR-ketels. De woningverbeteringen die op verzoek van de huurder plaatsvonden, zijn in het algemeen gerealiseerd tegen een kostendekkende huurverhoging. Andere verbeteringen zijn gewaardeerd op een hogere streefhuurwaarde en vervolgens aan de nieuwe huurder aangeboden.
3.4 Herstructurering
Bij een ‘herstructurering’ worden woningen gesloopt om ruimte in de wijk te maken of om er andere woningen terug te bouwen. De Zeeuws-Vlaamse corporaties, gemeenten en Provincie Zeeland hebben gezamenlijk een inventarisatie gemaakt van de herstructureringsopgave in de regio. Uit de gemaakte inventarisatie blijkt, dat er tot 2020 totaal 776 sociale huurwoningen in Zeeuws-Vlaanderen gesloopt zullen worden. De sloop van 460 woningen staat tot en met 2017 op de planning, een aantal van 316 volgen in de periode erna tot 2020. In het verslagjaar is door Clavis de stedenbouwkundige invulling van de herstructurering van de wijk Lievenspolder nader onderzocht, het betreft de sloop van ongeveer 115 woningen. Als gevolg van de verhuurderheffing is de investeringscapaciteit van woningcorporaties sterk verminderd. De kortingsmogelijkheid op de verhuurderheffing biedt tot en met 2017 kansen om de herstructurering van Lievenspolder mogelijk te maken.
3.5 Nieuwbouwactiviteiten
Eind 2013 en begin 2014 zijn twee projecten opgeleverd: woonzorgcomplex Máxima aan de Scheldedijk (28 appartementen) en complex Amberboom (30 appartementen) ten behoeve van huisvesting van cliënten van Tragel Zorg.
Toelichting Projecten/nieuwbouwactiviteiten
In het verslagjaar zijn de volgende nieuwbouwprojecten aan de orde geweest: In ontwikkeling: - Nieuwstraat Zuid Terneuzen - herstructurering wijk Lievenspolder, Terneuzen - 16 appartementen t.b.v. begeleid wonen voor Zeeuwse Gronden Gerealiseerd: - 16 woningen woonvoorziening Zeeuwse gronden Donze Visserstraat e.o., Terneuzen - 28 wozoco-appartementen Maxima in plan Pattistpark, waarvan er 8 in 2014 zijn opgeleverd - 30 woonzorgappartementen Amberboom voor cliënten Stichting Tragel Grondaankopen: Er zijn in het verslagjaar geen grondaankopen voor projectontwikkeling gedaan.
12
Jaarverslag 2014
4 INVESTEREN IN LEEFBARE WIJKEN 4.1
Woonruimteverdeling
Wij hanteren het aanbodmodel bij het aanbieden van woningen aan de markt. De betreffende woningen werden tot medio 2014 via tweewekelijkse advertenties in de krant en via de website onder de aandacht van het publiek gebracht. Vanaf augustus 2014 wordt het beschikbare aanbod niet meer in het Zeeuws Vlaams Advertentieblad (ZVA) aangeboden. Woningzoekenden worden via een algemene publicatie in het ZVA verwezen naar de website. Na een proefperiode bleek dat op deze wijze aanbieden net zo veel of zelfs meer reacties opleverde dan met advertentie in het ZVA. In 2015 wordt een nieuw digitaal systeem voor woonruimtebemiddeling in gebruik genomen. Het aantal reacties op een eengezinswoning of seniorenwoningen verschilt enorm. Eengezinswoningen blijven populair. De vraag naar seniorenwoningen in de Binnenstad/ Java, het Zuiderpark, Triniteit, Oudelandse Hoeve en Sluiskil is laag. Vermoedelijk is dit te wijten aan een aantal factoren. Namelijk een overvloed van (nieuwbouw) ouderenhuisvesting in Terneuzen, ouderen hebben vaak een onverkoopbare eigen woning, en zij willen ondanks allerlei prognoses thuis blijven wonen. Ook heeft een deel van deze groep een inkomen boven de inkomenstoetsgrens, zodat hun mogelijkheden voor een huurwoning beperkt zijn.
Doelgroepenbeleid
Clavis richt zich specifiek op de volgende doelgroepen: senioren, één- tot tweepersoonshuishoudens, jongeren onder de 23 jaar, mensen met een verstandelijke, lichamelijke en/of psychische beperking en gezinnen. Bijzondere doelgroepen als statushouders en/of huishoudens die op andere wijze sociaal-maatschappelijke begeleiding nodig hebben, krijgen, waar nodig, specifieke aandacht. In 2014 was bij de woningaanbieding naast het leeftijdscriterium (ten behoeve van ouderenhuisvesting) ook de hoogte van het jaarinkomen van belang. In 2014 is de eis van de overheid om 90% de woningen binnen de huurtoeslaggrens van € 699,48 toe te wijzen aan huurders met een inkomen tot maximaal € 34.678. De overige 10% mogen wij onder bepaalde voorwaarden toewijzen aan huurders met een hoger inkomen. In 2014 heeft Clavis in 96,8% (2013: 96,2 %) van de toewijzingen, woningen toegewezen aan mensen met een inkomen tot maximaal € 34.678.
Verhuur van woningen
In 2014 werden 313 woningen (2013: 292) opnieuw verhuurd. De stijging van het aantal verhuringen kan deels verklaard worden door de oplevering en verhuring van de resterende 8 appartementen in het woonzorgcomplex Maxima en de oplevering en verhuring van de 30 appartementen in De Amberboom. De gemiddelde wachttijd bij toewijzing bedraagt momenteel 11,4 maanden (2013: 13,9 maanden). Indien er geen gerichte reacties zijn op het aanbod wijzen we deze woningen ook toe aan mensen zonder inschrijfduur. Voor complexen die moeilijker verhuurbaar zijn benaderen we actief kandidaten. Het aantal verhuringen middels een samenwerkingsovereenkomst via maatschappelijke instellingen zoals de gemeente, Emergis, het Leger des Heils, Stichting Tragelzorg en Zeeuwse Gronden is in 2014 toegenomen. Van de 313 opnieuw verhuurde woningen is de inkomensverdeling van de nieuwe huurders in navolgend schema inzichtelijk gemaakt.
Jaarverslag 2014
13
Jaarinkomen
Aantal verhuringen
2014
15.000 euro of minder
88
28%
15.000 tot 25.000 euro
129
41%
25.000 tot 34.085 euro
37
12%
34.085 euro of meer
10
3%
Onbekend*
49
16%
313
100%
Aantal verhuringen
2014
25 jaar of jonger
27
9%
25 tot 35 jaar
68
22%
35 tot 45 jaar
42
13%
45 tot 55 jaar
48
8%
55 tot 65 jaar
25
8%
65 tot 75 jaar
30
10%
75 jaar en ouder
32
10%
Onbekend*
41
13%
313
100%
Totaal
* Betreft met name verhuring aan maatschappelijke- en zorg-organisaties zoals Juvent, Zeeuwse Gronden e.d.
Leeftijd
Totaal
* Betreft ook verhuring aan maatschappelijke- en zorg-organisaties zoals Juvent, Zeeuwse Gronden e.d.
Opzeggingen en mutatiegraad
In 2014 werden 275 huurcontracten van woningen opgezegd. Dit aantal ligt een fractie lager dan het aantal opzeggingen in 2013 (282 opzeggingen). Ook de 11 opzeggingen (2013: 13) op initiatief van Clavis (uitzettingen) vallen hieronder. Gerekend over het hele jaar was de mutatiegraad 11,2% (11,6% in 2013).
Woningaanbieding
Om 313 woningen te verhuren, hebben wij in 2014 376 aanbiedingen gedaan. De zogeheten aanbiedingscoëfficiënt bedraagt 1,2 (2013:1,4). Per 31 december 2014 registreerden wij 1.578 woningzoekenden (2013:1.320 woningzoekenden). Alle woningzoekenden die langer dan 18 maanden zijn ingeschreven en niet reageren op ons woningaanbod worden uitgeschreven.
Leegstand
Per 31 december 2014 waren in totaal 37 woningen niet verhuurd. Dit komt neer op 1,5% van het woningbestand (2013: 52 woningen, 2,1%). De appartementen in het St. Elisabethhof zijn in 2014 op één na allemaal verhuurd. De nog leegstaande woning was tijdelijk gereserveerd voor ZorgSaam. In augustus 2014 is het plan om het zorgkantoor in het St. Elisabethhof te vestigen door ZorgSaam afgezegd. In “De Veste” staan eind 2014 14 appartementen leeg en in de hoogbouwflats 5 appartementen. Dit aantal is vergelijkbaar met het voorgaande jaar. Woningen worden opgezegd als gevolg van overlijden of een verhuizing naar een zorginstelling. Doorverhuren gaat moeilijker en
14
Jaarverslag 2014
is te wijten aan een aantal factoren. Overvloed van (nieuwbouw) ouderenhuisvesting in Terneuzen, onverkoopbare eigen woningen, het langer thuis willen blijven wonen en een deel van deze groep heeft een inkomen boven de inkomenstoets grens. Ook staan er 6 woningen leeg, omdat ze aangemerkt zijn om te worden verkocht. Verder is er 1 woning leeg vanwege een woningaanpassing voor mindervalide. De huurderving hiervan wordt, gedurende een beperkte periode, vergoed door de gemeente. Een tweede woning betreft een woning in De Veste als onderdeel van het project Zeeuwse Huiskamer. De samenwerking met zorginstellingen zorgt voor een afname van leegstand in de Veste. Met de gemeente Terneuzen en aanZ is in 2013 het project “Jongeren in de Veste” afgesproken voor een periode van 3 jaar. Dit project is in 2014 voortgezet. De overige woningen stonden hoofdzakelijk leeg als gevolg van mutatiewerkzaamheden.
Huurbetaling en huurachterstand
De achterstand steeg in 2014 licht. Op 31 december 2014 bedroeg de achterstand van de huidige huurders € 396.899 (in 2013 € 331.741 excl. vooruitbetalers). Dit komt neer op 2,6% (2013: 2,22%) van de jaarhuur (= 12 x de huur over de maand december 2014). Clavis streeft naar een zo laag mogelijke huurachterstand. De huur moet voor de eerste van iedere maand op onze bankrekening zijn bijgeschreven. Is dit niet het geval, dan is sprake van een huurachterstand. Op 1 oktober 2014 zijn wij een pilot gestart om het incasso traject te intensiveren. Wij maken hierbij gebruik van incassobureau Cannock Chase. Bij huurachterstand wordt een herinnering gestuurd, eventueel gevolgd door een betalingsherinnering. Cannock Chase belt na het versturen van de herinnering de huurder op en ook na het versturen van de betalingsherinnering krijgt de huurder een telefoontje gevolgd door, indien noodzakelijk, een huisbezoek. Indien betaling uitblijft volgt een minnelijk incassotraject . Is na al deze acties nog steeds niets ontvangen of een betalingsregeling overeengekomen, dan benaderen wij een deurwaarder. Op ons verzoek start de deurwaarder een procedure bij de kantonrechter om de huurovereenkomst te laten ontbinden en tot uitzetting over te gaan. Alle invorderingskosten komen in dat geval voor rekening van de huurder. Door het intensiveren van het incassotraject met ondersteuning van Cannock Chase probeert Clavis uitzetting te voorkomen. We zien sinds de start van de pilot een lichte daling in de hoogte van de achterstand bij de zittende huurders. Met 163 huishoudens (in 2013: 130) werd een betalingsregeling getroffen. Clavis heeft in een “Samenwerkingsconvenant Schuldhulpverlening” met de gemeente Terneuzen afgesproken om huurders in problematische schuldsituaties te begeleiden. Clavis is bereid de incassomaatregelen ten aanzien van de huurschuld in deze gevallen onder bepaalde voorwaarden op te schorten. Overigens, steeds meer huurders doen een beroep op het minnelijk traject via de Kredietbank. Alleen als niet alle schuldeisers akkoord gaan, wordt een beroep gedaan op de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Helaas leidt huurbetalingsachterstand of overlast soms tot ontruimingen. In 2014 werden 11 woningen ontruimd (2013: 13). De meeste vanwege achterstallige huur.
Huurbezwaren
In het verslagjaar zijn 42 huurbezwaren ingediend. Hiervan zijn 17 huurbezwaren gegrond verklaard. Ter vergelijking met 2013: 72 huurbezwaren en 19 gegrond. Evenals in 2013 heeft Clavis de inkomensafhankelijke huurverhoging toegepast. Bij het grootste
Jaarverslag 2014
15
deel van de 17 gegrond verklaarde huurbezwaren was het inkomen dusdanig gewijzigd dat een lagere huurverhoging toegepast kon worden. Het aantal bezwaren in 2014 is aanzienlijk lager dan in 2013. Dit is te verklaren doordat huurders meer bekend zijn met de methodiek van inkomensafhankelijke huurverhoging. Eén bewoner heeft naar aanleiding van de ongegrond verklaring bezwaar ingediend bij de Huurcommissie. Dit verzoek is nog in behandeling bij de Huurcommissie.
Huurprijsbeleid
Per 1 juli 2014 werd een huurverhoging gerealiseerd van 4% voor huurders met een inkomen tot € 34.085. Huurders met een inkomen tussen € 34.085 en € 43.602 hebben een huurverhoging van 4,5% gekregen en huurders met een inkomen hoger dan € 43.602 6,5%. De huurwijziging voor de categorie tot € 34.085 wordt afgetopt op de betreffende streefhuurprijs van de woning. Voor de overige huurprijswijzigingen wordt er afgetopt op de huurtoeslaggrens (€ 699,48). De verhoging is tot stand gekomen in overleg en met instemming van de Bewonersraad.
Klanttevredenheid
In 2014 is een klanttevredenheidonderzoek uitgevoerd door USP als onderdeel van een landelijk onderzoek, geïnitieerd door Aedes. Clavis scoort in dit onderzoek een 7,7. Clavis wil in het kader van het nieuwe ondernemingsplan vormen van digitale klanttevredenheidsmeting nader onderzoeken.
Klachtencommissie
Clavis participeert samen met Woongoed Zeeuws-Vlaanderen, Woonstichting Hulst en Stichting De Zoutvliet te Terneuzen in een regionale klachtencommissie. De commissie behandelt klachten over de dienstverlening. De leden van deze gezamenlijke commissie zijn: Mw. Mr. A. Zwart, voorzitter F. Ingels, lid S.P. van der Hooft, lid In het verslagjaar zijn geen klachten bij de regionale klachtencommissie ingediend.
4.2 Wijkbeheer, woon- en leefklimaat
Door een gedegen wijk- en buurtbeheer proberen we de leefbaarheid in een buurt te verhogen. Ook kunnen bewoners hierdoor hun woning, wijk of buurt als een prettige woonomgeving ervaren. Evenals in voorgaande jaren hebben we onze wijk- en buurtbeheeractiviteiten in 2014 gericht op de woning, de gebouwde omgeving maar ook op de beïnvloeding van de sociale omgeving. De afstemming tussen afdeling Wonen en Vastgoed wordt mede via het mutatie-overleg vorm gegeven. Om wijk- en buurtbeheer optimaal in te zetten is deze samenwerking van groot belang. Ook de samenwerking met organisaties die mede in de wijk actief zijn zoals gemeente, politie en andere hulpverlenende instanties is in 2014 voortgezet en waar nodig uitgebreid. Dit vanwege het toenemend aantal bewoners, die op de één of andere manier aanvullende hulp en begeleiding nodig hebben. Sociale en financiële problemen komen steeds vaker voor. Als hulpverlenende partijen snel en adequaat reageren op individuele problemen en bewoners tijdig de juiste hulp ontvangen kan escalatie voorkomen worden. Bewoners aanspreken op ongewenst gedrag is daar ook onderdeel van, zoals bijvoorbeeld het houden aan huisregels. Wil Clavis woningen bieden waar het prettig wonen is, dan is aandacht voor de woonomgeving belangrijk. Een voorbeeld van deze aandacht is het aanspreken van bewoners op ongewenst gedrag, zoals bijvoorbeeld het niet bijhouden van de tuin.
16
Jaarverslag 2014
Clavis steunt initiatieven van bewoners om de woonomgeving en leefbaarheid te verbeteren.
Leefbaarheidsplannen
De leefbaarheidsplannen voor de wijken Oudelandse Hoeve, Lievenspolder en Triniteit zijn in 2014 verder verankerd in de bestaande wijkstructuur. Wijkraden, buurtverenigingen en andere instanties combineren eigen plannen en activiteiten met de acties genoemd in de wijkplannen. Ondanks dat de wijkplannen tot eind 2014 liepen zullen acties en activiteiten een vast gegeven blijven in de wijken.
Sociaal netwerkoverleg
Iedere eerste maandag van de maand vond het sociale netwerkoverleg plaats bij de gemeente Terneuzen. Bij dit overleg zijn instanties als gemeente Terneuzen, Politie, aanZ/ maatschappelijk werk, GGD, Emergis, Zeeuwse gronden en twee woningcorporaties aanwezig. Gezamenlijk worden casuïstieken met sociaal/maatschappelijke problematiek besproken en wordt een dossier opgepakt door een (zorg) instantie die hiermee aan de slag gaat. Eén van de wijkcoördinatoren is hierbij aanwezig.
Bijeenkomst jongeren Terneuzen
Op voorspraak van de wijkcoördinatoren heeft de gemeente Terneuzen in februari 2014 een bijeenkomst georganiseerd waarbij alle Zeeuwse instanties aanwezig waren die op één of andere manier te maken hebben met (probleem) jongeren in Terneuzen. Gezamenlijk is gesproken over de situaties, problematiek en mogelijke oplossingen. De gemeente Terneuzen zal deze informatie verder meenemen in het op te stellen jeugdbeleid 2015.
Netwerkbijeenkomst ‘Goed Leven’
De wijkcoördinatoren woonden namens Clavis op 15 september een netwerkbijeenkomst bij, georganiseerd door de drie gemeenten. Tijdens deze bijeenkomst tekenden de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten, CZ Zorgverzekeraar en het Zorgkantoor het convenant samenwerking. Het convenant geeft aan dat de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten, CZ en het Zorgkantoor willen samenwerken om de gezondheid, zelfredzaamheid en participatie van de inwoners in de regio te bevorderen. Daarnaast willen de partijen de zorg thuis (betaald door de zorgverzekeraar), de langdurige zorg (nu nog Zorgkantoor) en de Wmo-ondersteuning (gemeenten) goed op elkaar laten aansluiten. Belangrijke aspecten daarbij zijn het betaalbaar houden van de kosten van zorg en ondersteuning, maar ook ervoor zorgen dat er goede zorg en ondersteuning beschikbaar blijft voor mensen in de regio.
Jongeren informatiepunt Scalda
In het derde kwartaal zijn de wijkcoördinatoren aanwezig geweest bij het Jongeren Informatie Punt van de Stichting Jeugd en Jongeren Werk op de scholengemeenschap Scalda. De wijkcoördinatoren hebben gesproken met jongeren en enquêtes laten invullen om een beeld te krijgen van de woonwensen van jongeren in de gemeente Terneuzen.
Preventieteam
Voortvloeiend uit de leefbaarheidsplannen is in de wijken Oudelandse Hoeve, Lievenspolder en Triniteit op initiatief van de scholen gestart met een preventieteam. Naast de school uit de wijk nemen aan het preventieteam diverse partners uit de wijk c.q. brede school deel. Het preventieteam richt zich op school-overstijgende problematiek.
Jaarverslag 2014
17
Het gaat om het grotere geheel: kind – gezin – buurt. Door deze samenwerking wordt begeleiding voor kind en gezin gebundeld en is er één aanspreekpunt.
Samenwerking met belanghouders en andere partijen
Mede door de intensieve contacten rondom de leefbaarheidsplannen is in 2014 de samenwerking met belanghouders verstevigd. Tussentijds vindt regelmatig evaluatie plaats en wordt bijgestuurd waar mogelijk. Samenwerkingsovereenkomsten met Houdgreep en het Sociaal Netwerkoverleg zijn geactualiseerd en uitgebreid.
Integrale aanpak drugsoverlast
Het samenwerkingsverband met Houdgreep vloeit voort uit het Convenant Hennepteelt Zeeland – West-Brabant. De convenantpartners zijn 39 gemeenten binnen de eenheid Zeeland–WestBrabant, politie Zeeland–West-Brabant, het Openbaar Ministerie, deelnemende woningcorporaties en overige verhuurders binnen de eenheid Zeeland – West-Brabant, Delta Netwerkbedrijf, het UWV en de SVB. De convenantpartners treden op en nemen maatregelen tegen de ongewenste ontwikkeling die gepaard gaat met hennepteelt. Door uitwisseling van relevante informatie die elke partij afzonderlijk heeft kan er slagvaardiger opgetreden worden. Iedere partij heeft een specifiek belang, wettelijke taken en bevoegdheden in het beëindigen, of tot acceptabele proporties terugbrengen, van de overlast. Het Houdgreep convenant vormt de basis van een integrale aanpak van de drugsoverlast. Helaas heeft Houdgreep de benodigde informatie niet aangeleverd zodat we geen aantallen kunnen geven over de omvang per gemeente van hun activiteiten.
Werkgroep Veiligheid
Binnen de gemeente bestonden twee overleggroepen met betrekking tot sociale veiligheid, de werkgroep Veiligheid en de werkgroep integrale Veiligheid en Leefbaarheid, waar Clavis deelnemer is. In het kader van een effectievere organisatie is medio 2014 binnen de gemeente besloten om deze twee werkgroepen te integreren tot één werkgroep Veiligheid. Onderwerpen van gesprek binnen deze werkgroep zijn verkeer, drugs, overlast en woonomgeving en buurtbemiddeling.
Buurtbemiddeling
Buurtbemiddeling is een initiatief van Clavis, Woongoed Zeeuws-Vlaanderen, de politie en de gemeente Terneuzen. Buurtbemiddeling heeft het certificaat “plus” van het Centrum van Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Daarmee behoort Buurtbemiddeling Terneuzen tot de beste projecten buurtbemiddeling van Nederland op een totaal van 182 projecten. De complexiteit van de zaken blijft toenemen waardoor een gemiddelde zaak meer tijd in beslag neemt dan voorheen. Training van bemiddelaars is een continu aandachtspunt. Psychische aandoeningen spelen vaker een rol bij burengeschillen en ook problemen die mensen hebben omdat ze bijvoorbeeld werkloos zijn, schulden hebben of hun huis niet verkocht krijgen, spelen steeds vaker een rol bij het ontstaan van burenruzies In 2014 telt Buurtbemiddeling Terneuzen 116 aanmeldingen (in 2013: 97). Er waren nog 10 zaken uit 2013 in behandeling. In dit verslagjaar zijn er 94 zaken afgesloten, 11 zaken nog in behandeling en 11 zaken nog in nazorg. Deze laatste zaken zijn niet meegenomen in onderstaande resultaat. Er zijn 77 zaken geslaagd. Dit is 78 % van het totaal en ligt ruim boven het landelijke gemiddelde van 69 %. Een zaak is geslaagd als het onderliggende geschil is opgelost of als partijen aangeven dat een “normaal” leven weer mogelijk is. Anders gezegd: vijandigheden/irritaties zijn gestopt en het probleem of conflict is dragelijk geworden. Partijen doen geen beroep meer op de instanties.
18
Jaarverslag 2014
In 6 gevallen is doorverwezen naar zorgverleningsinstanties zoals bemoeizorg, maatschappelijk werk en GGZ. Buurtbemiddeling rekent deze zaken mee als geslaagd omdat ze de problemen naar de juiste hulp geleid heeft waardoor de relatie tussen buren tot rust is gekomen. Er zijn 14 zaken niet geslaagd. In die gevallen is de onderlinge relatie tussen de buren niet verbeterd. In 16 gevallen trok de melder zich terug. In die gevallen is het onduidelijk of er nog problemen zijn. Van het aantal aanmeldingen is in 2014 15% van de zaken door Clavis aangemeld. (in 2013 ook 15%). Het aantal zelfmeldingen vanuit doorverwijzing Clavis is gestegen van 16% in 2013 naar 24% in 2014. De werkwijze van Clavis om de “zelfmeldingen” door overlastklachten niet zelf in behandeling te nemen maar door te verwijzen naar Buurtbemiddeling werkt resultaatverhogend. De verantwoording wordt namelijk bij de betrokkenen gelegd. In de Kazernestraat in de wijk Java is in samenspraak met buurtbemiddeling een traject gestart voor de hele straat. Uiteindelijk is gezamenlijk door alle huurders een brief richting de gemeente Terneuzen opgesteld met het verzoek voor meer speelgelegenheden in de wijk Java. De gemeente Terneuzen heeft inmiddels besloten om een speelkooi voor de kinderen te plaatsen. De rust is wedergekeerd en de verhoudingen zijn weer genormaliseerd.
Pilot Gedragsaanwijzing
In september 2014 ontvingen we een oproep van het Centrum voor Criminaliteit en Veiligheid (CCV) om mee te doen aan een pilot met de inzet van de gedragsaanwijzing. De pilots worden uitgevoerd door het CCV in samenwerking met de Rijksuniversiteit van Groningen (RUG). Het doel is om te komen tot een aanpak tegen woonoverlast in huurwoningen. In samenspraak met de coördinator Buurtbemiddeling en gemeente Terneuzen heeft Clavis zich aangemeld met twee cases.
Sociale klachten
In 2014 zijn 295 overlastmeldingen door klanten of omwonenden aan Clavis doorgegeven. Er is geen sprake van een concentratie van klachten in bepaalde wijken of woningtypen. De wijkcoördinatoren hebben deze meldingen in behandeling genomen en indien van toepassing doorgelegd naar onze belanghouders (zorg-/welzijnsinstellingen).
Klantenpanel
De opzet van overleg en afstemming met een klantenpanel is in 2014 voortgezet. In 2014 zijn vier bijeenkomsten geweest. Het centrale thema was digitalisering. Met de panelleden is gesproken over een klantportaal en de vraag hoe ouderen te betrekken bij de overgang naar meer digitaal werken. De aanbevelingen en suggesties van het klantenpanel worden meegenomen bij het totale project. Uit de evaluatie blijkt dat de panelleden positief zijn over de driehoekssamenwerking tussen Moveo, Clavis en het panel. De onderwerpen zijn goed, actueel en opbouwend. De panelleden hebben belangstelling om in 2015 verder te gaan en met Clavis in gesprek te gaan over een nieuw actueel thema.
Vrijwillig huismeester
Clavis stimuleert de zorg voor de woonomgeving en is blij met de inzet van vrijwillige huismeesters. Voor de flat Berliozhof in de Oudelandse Hoeve is een bewoner actief als vrijwillig huismeester. Hij maakt wekelijks een rondje langs de flat voor controle op uitstraling en leefbaarheid. Daar waar acties nodig zijn worden deze opgepakt door Clavis. De huismeester die in 2013 voor de flats in de wijken Triniteit, Zuiderpark en Zuidpolder had aangemeld heeft zich in verband met persoonlijke omstandigheden teruggetrokken.
Jaarverslag 2014
19
Belangrijkste ontwikkelingen per wijk Wijkteam Terneuzen-Oost / binnenstad • • • •
Scootmobielpool De Veste: In 2013 is in De Veste in samenwerking met de gemeente Terneuzen de scootmobiel pool definitief van start gegaan. Bewoners uit de Veste die voorheen een individuele scootmobiel hadden van de gemeente Terneuzen (WMO), nemen nu verplicht deel aan deze pool. Het beheer van de pool wordt gecoördineerd door de bewonerscommissie van De Veste. In 2014 heeft deze werkwijze zich verder ontwikkeld. Waar nodig vindt tussentijds afstemming plaats met de coördinator van dit project bij de gemeente. Opening Jeu-de-boules baan Oudelandse Hoeve: In juni 2014 is door wethouder Cees Liefting en directeur/bestuurder Robert de Ridder de jeu-de-boules baan bij het buurthuis De Hoeve officieel geopend. Deze baan is door Clavis aangeboden aan de wijk Oudelandse Hoeve ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van Clavis. Zeeuwse huiskamer: In samenwerking met Delta, ZorgSaam, Impuls en Clavis is in 2013 gestart met de pilot Zeeuwse huiskamer. Hiervoor stelt Clavis een appartement in De Veste ter beschikking. Doel van dit project is om de woning in De Veste zodanig in te richten dat ouderen langer op zichzelf kunnen wonen. Met een feestelijk tintje is de Zeeuwse Huiskamer in De Veste 10 juni 2014 definitief van start gegaan. Als onderdeel van dit project wordt ook aan ouderen in de Veste les gegeven over het omgaan met een Ipad of tablet. De deelnemende ouderen zijn erg enthousiast over het gebruik. Wijkraad en bewonerscommissie overleggen: De wijkcoördinator woonde in 2014 diverse vergaderingen en de jaarvergadering van de wijkraden van de Binnenstad en de Oudelandse Hoeve bij. Ook vond met bewonerscommissies van een aantal wooncomplexen regelmatig overleg plaats. De inbreng en betrokkenheid vanuit Clavis wordt door deze wijkraden en bewonerscommissies zeer gewaardeerd. In juni 2014 is naar aanleiding van onrust over de afrekening servicekosten een bijeenkomst geweest met alle bewoners van het Margarethaplein. Tijdens deze bijeenkomst zijn zaken besproken over de schoonmaak, inrichting van het complex (tuin), de hoge energiekosten en controle van de facturen die de afrekening bepalen. In samenspraak met de bewonerscommissie zijn naar tevredenheid goede afspraken gemaakt.
Wijkteam Terneuzen-West / Sluiskil: •
20
Sluiskil De wijkcoördinator woonde in 2014 de jaarvergadering van de dorpsraad Sluiskil bij. Met betrekking tot de onderwerpen van de bestuursvergaderingen vindt er tussentijds afstemming plaats met de voorzitter van de dorpsraad. Indien nodig woont de wijkcoördinator de bestuursvergaderingen bij. De inbreng en betrokkenheid vanuit Clavis wordt door de dorpsraad zeer gewaardeerd. De aanpak van de problematiek rondom de overlast en vernielingen van jongeren was ook in 2014 voldoende om een en ander beheersbaar te houden. St. Elisabethhof: de leegstand van de appartementen is in 2014 teruggedrongen. Er staat nog slechts 1 appartement leeg. De plannen van ZorgSaam om het zorgkantoor te verplaatsen naar dit complex en daarbij ook te investeren in zorgtelefonie is door de bezuinigingsoperatie bij ZorgSaam afgezegd. De aanwezigheid van Clavis en ZorgSaam bij enkele bewonersbijeenkomsten per
Jaarverslag 2014
• • • • •
jaar wordt door de bewoners als positief ervaren. Wijkvereniging Zuidpolder De keuze van de wijkvereniging Zuidpolder om bewonersbijeenkomsten te organiseren gekoppeld aan een breed thema is in 2014 voortgezet. Met deze opzet hoopt de wijkvereniging meer bewoners uit de wijk te bereiken en een actieve inbreng van bewoners te realiseren. Clavis steunt deze opzet en is bereid waar mogelijk te faciliteren bij de organisatie ervan. De Kameleon De Kameleon is als kind- en buurtcentrum het centrale middelpunt en ontmoetingscentrum voor de wijken Lievenspolder en Triniteit. Het buurthuis heeft een positieve inbreng om buurtbewoners bij elkaar te brengen. De coördinator van De Kameleon werkt samen om activiteiten te ontplooien die bijdragen aan ontwikkelingskansen voor kinderen en volwassenen. Zowel de uitstraling van het gebouw als de houding van de medewerkers binnen De Kameleon zorgen ervoor dat het elkaar ontmoeten laagdrempelig is. Zo vinden er themaochtenden plaats voor allochtone vrouwen, bewonersbijeenkomsten van Terneuzen West ter bespreking van actuele wijkonderwerpen en vragen over hun woon- en leefomgeving. Zowel bij de themaochtenden als bij de bewonersbijeenkomsten zijn gemeente Terneuzen, politie en Clavis de samenwerkingspartners. Bijenhotel voor wijk Triniteit De wijk Triniteit kreeg vrijdag 4 juli een bijenhotel. Het bijenhotel is het achtste onderkomen voor bijen en andere insecten dat vanaf dit voorjaar in de gemeente Terneuzen is gerealiseerd. Het bijenhotel is door de kinderen van de Kameleon samen met een natuurgids gevuld met houtblokken, rietstengels, bamboestokjes en ander materiaal waarin zich solitaire, vriendelijke bijen en insecten kunnen nestelen. Het bijenhotel is na het vullen door de Feyter Group met een heftruck op het dak van de berging bij basisschool De Kameleon getild. Opening scanshop Tragel In september 2014 is scanshop Terneuzen geopend. De scanshop is gevestigd op de Axelsestraat in een pand dat Clavis in beheer heeft. Zowel particulieren als bedrijven kunnen in de scanshop terecht voor het digitaliseren van foto’s, dia’s, negatieven en documenten. Medewerkers van deze scanshop werken hard aan het leveren van kwaliteit. De klant, die bij de scanshop zijn opdracht aflevert, draagt ook nog eens bij aan een maatschappelijk verantwoord concept. Opschoonochtend Lievenspolder/Triniteit De werkgroepen Groene Vingers Lievenspolder en Groen Uiterlijk Triniteit organiseerden, samen met Clavis, Dethon en de gemeente Terneuzen, op zaterdag 6 september 2014 een opschoonochtend voor de wijken Triniteit en Lievenspolder in Terneuzen. De bewoners hebben goed gebruik gemaakt van de mogelijkheid om gratis huishoudelijk-, grof-, tuin- of ander afval in te leveren bij De Kameleon in Terneuzen. Met name door de inzet van diverse vrijwilligers uit de wijk was deze dag een groot succes.
Jaarverslag 2014
21
4.3. Huisvesting van bijzondere doelgroepen
Clavis hecht veel waarde aan de huisvesting van bijzondere doelgroepen. Wij spannen ons in op het gebied van wonen en zorg voor statushouders en dak- en thuislozen. De inspanningen hebben met name betrekking op het beschikbaar stellen van huisvesting. Onder mensen met een beperking verstaat Clavis zowel mensen met een verstandelijke, lichamelijke en/of psychische beperking. Clavis werkt hierbij nauw samen met instellingen die mensen met beperkingen begeleiden bij het zelfstandig wonen. Zo werken wij samen met gemeente Terneuzen, Juvent, Stichting Tragel, Emergis, Zeeuwse Gronden, Gors en het Leger des Heils. Clavis verhuurt een aantal woningen waarbij het huurcontract op naam van een van deze instellingen staat. Daarnaast worden woningen met een driehoekscontract verhuurd, waarbij de woonruimte onlosmakelijk is gekoppeld aan zorg. Dit is het gevolg van de extramuralisering van de zorg en de voorwaarden die Clavis stelt aan bewoners vanuit het “herkansbeleid”. Driehoekscontracten worden afgesloten met de bewoner(s) en de zorg verlenende instanties zoals Stichting Tragel, het Leger des Heils, Emergis, Juvent of Zeeuwse Gronden.
Maatschappelijk vastgoed
Clavis ontwikkelt maatschappelijk vastgoed (voor huisvesting van cliënten in de zorg, maatschappelijke opvang en welzijn). In 2014 is het volgende project maatschappelijk vastgoed opgeleverd: • Amberboom, Terneuzen: 30 zorgappartementen voor cliënten van Stichting Tragel.
Statushouders
In 2014 zijn 9 woningen (32 personen) verhuurd aan statushouders. Het blijkt nog steeds echter dat vooral gezinnen vaker kiezen voor de grotere steden in plaats van Terneuzen. Het streven is om jaarlijks 12 woningen aan te bieden aan statushouders (1 per maand). Met ingang van 2015 is de doelstelling verdubbeld.
4.4 Wonen en zorg
Ook wonen voor ouderen heeft onze bijzondere aandacht, indien nodig in relatie met zorgcomponenten. De levering van zorg (niet alleen voor ouderen, maar ook in andere situaties) is niet het domein van corporaties maar Clavis wil dit wel faciliteren. Naast woningaanpassingen betekent dit ruim aandacht voor onder andere de toegankelijkheid van de woonomgeving, het weren van ongewenst bezoek en de veiligheid van de bewoners.
Zorg aan ouderen
Voor het leveren van zorg zijn met diverse zorgleveranciers afspraken gemaakt. Het betreft afspraken over de woningtoewijzing en het verlenen van zorg in onze appartementen in De Veste, aan het Kerkepad, in de Ferdinand Bolstraat en de seniorenwoningen aan het Elisabethhof te Sluiskil. Eind 2013 is het nieuwbouwcomplex Maxima opgeleverd. In december zijn de huurcontracten ondertekend en de sleutels van de huurwoningen uitgereikt aan de bewoners van de huurwoningen.
Zorg aan jongeren
In het kader van het project kamers met doorgroei vond er in 2014 elk kwartaal afstemmingsoverleg plaats. Hierbij zijn betrokken gemeente Terneuzen, AanZ maatschappelijk werk, Scalda, Prokino en Clavis.
22
Jaarverslag 2014
Prokino huurt in de wijk Java twee woningen waarin jongeren met begeleiding wonen. Het afstemmingsoverleg is gericht op de vorderingen van jongeren als het gaat om zelfstandig wonen. Er zijn drie appartementen in De Veste verhuurd aan de gemeente Terneuzen en aanZ waarin zes jongeren gehuisvest worden. Zij leren om na een jaar zelfstandig te kunnen wonen.
4.5 Sponsoring
Het ministerie heeft de mogelijkheden voor sponsoring door corporaties aangescherpt. Met dat in het achterhoofd en gerichte acties om de bedrijfslasten te verlagen heeft Clavis haar sponsoractiviteiten in 2014 tot een minimum beperkt.
Jaarverslag 2014
23
5. INVESTEREN IN SAMENWERKING 5.1. Samenwerking met belanghouders
Clavis zorgt in nauwe samenwerking met bewoners en andere partners dat onze klanten plezierig wonen. Clavis onderscheidt de volgende belanghoudersgroepen:
Belanghoudersgroep
Organisaties daarbinnen
Gemeente
• • • • • • • • • • • • • • • •
Wijkbeheer
Zorg
Welzijn en maatschappelijke opvang
Onderwijs/kinderopvang
• • Bewoners Ondernemers
College B&W Afdeling Wijkbeheer van de Gemeente Handhaving & Vergunningen Politie ZorgSaam SVRZ SOKA Tragel Zorg Juvent Gors AanZ Emergis/Lage Flancken Leger des Heils Stichting Zeeuwse Gronden Onderwijsgroep Perspecto Probaz: Vereniging voor ProtestantsChristelijk Basisonderwijs Midden Zeeuws-Vlaanderen Scalda Stichting Kinderopvang ZeeuwsVlaanderen Stichting Prokino
• • Bewonersraad • Bewonerscommissies • Ondernemersverenigingen
5.2. Samenwerking met de gemeente Terneuzen en de provincie Zeeland
Als corporatie hebben we te maken met de rijksoverheid, maar ook met de provincie en gemeente. Uiteraard hebben wij vooral veel overleg met de gemeente. Dit gebeurt door de diverse medewerkers van Clavis op individueel niveau met de ambtenaren van verschillende afdelingen. Op bestuurlijk niveau is er periodiek overleg tussen de directeur/ bestuurder en de diverse wethouders. In de loop van 2014 zijn prestatieafspraken opgesteld, waarmee invulling gegeven wordt aan het lokale woonbeleid. De directeur-bestuurder neemt deel aan het overleg van de Provinciale Commissie Wonen van de Provincie Zeeland.
24
Jaarverslag 2014
Samenwerking met andere partijen
Onze medewerkers nemen deel aan het Sociaal netwerkoverleg waarin alle sociale partners en politie en gemeente Terneuzen zitting hebben. Het gaat hierbij om afstemming, hulpverlening en afspraken rondom kwetsbare inwoners en overlastsituaties. Op wijkniveau wordt regelmatig overlegd in en met bewonerscommissies, wijkbijeenkomsten en wijkraden. Regelmatig vindt contact en overleg plaats met instellingen die direct of indirect betrokken zijn bij het huisvesten van specifieke doelgroepen, alsmede met organisaties en personen op het terrein van de (geestelijke) gezondheidszorg en het maatschappelijk werk. Clavis geeft daarmee inhoud aan de rol die zij wenst te spelen binnen het lokale (maatschappelijke) netwerk. Met diverse zorginstellingen wordt overleg gevoerd om inhoud te geven aan de toenemende vraag aan woningen waarin zorg geleverd wordt. Dit heeft zowel betrekking op de bouw van nieuwe woonzorgwoningen als op het organiseren van 24-uurs zorg in de nabijheid van onze woningen. Op deze manier kunnen onze klanten langer zelfstandig blijven wonen.
5.3. Samenwerking met Bewonersraad
Met de bewonersraad vindt in het kader van de Wet overleg huurder/verhuurder regelmatig overleg plaats over beleidsmatige zaken zoals het huurprijs- en onderhoudsbeleid. In 2014 is een wervingsprocedure opgestart, waarbij in eerste instantie drie leden zijn benoemd in maart 2014. Door omstandigheden zijn twee leden in juli 2014 afgetreden, Er is een nieuwe werving opgestart met een advertentie in een regionaal advertentieblad. In augustus 2014 is definitief de nieuwe bewonersraad samengesteld, De bewonersraad bestaat uit vier huurders uit ons woningbestand. Deze vier leden, bestaande uit een voorzitter, penningmeester, secretaris en lid, zijn onder leiding van een externe deskundige begonnen aan een inwerkperiode. De wijkcoördinatoren begeleiden en ondersteunen vanuit Clavis deze nieuwe leden van de bewonersraad met alle vragen die ze hebben. Een rondleiding door de wijken en langs het woningbestand van Clavis is daar onderdeel van. Benoemd zijn: - mw. A. van der Meij, voorzitter - mw. E. Dees, secretaris - dhr. J. Maas, vice-voorzitter - dhr. P. van Marion, penningmeester
5.4 Samenwerking met collega-corporaties
Clavis werkt nauw samen met collega-corporaties in de volgende samenwerkingsverbanden: - Zeeuws-Vlaanderen met de drie Zeeuws-Vlaamse woningcorporaties (Woongoed Zeeuws- Vlaanderen, Woonstichting Hulst en Clavis). Vanuit een gezamenlijk opgestelde strategische visie voor de volkshuisvesting in Zeeuws-Vlaanderen wordt beleid op diverse vlakken op elkaar afgestemd. - In samenwerkingsverband Zuid West Samen, bundelen tien Zeeuwse woningcorporaties hun kennis en ervaring met als doel schaalvoordeel te behalen. In wisselende coalities wordt samengewerkt op het gebied van ICT, HRM, financiën&control en inkoop. Gezamenlijk vertegenwoordigen de Zeeuwse corporaties 54.000 verhuureenheden, waardoor zij op de markt veel betere voorwaarden en kortingen kunnen bedingen.
Jaarverslag 2014
25
• • • •
26
Na de succesvolle besparing na aanbesteding van de opstal- en brandverzekering zijn er in het verslagjaar op het gebied van inkoop verdere stappen gezet om te komen tot een gezamenlijke inkoop van energie, zonnepanelen en schoonmaakwerkzaamheden. Niet alle corporaties doen zoals ook was voorzien aan alle initiatieven mee, maar het ligt in de lijn der verwachting dat de collega’s die wel participeren interessante voordelen behalen door gezamenlijk op te trekken. Op het gebied van groenonderhoud zetten we als Zeeuwse corporaties in op een strategische samenwerking met de Zeeuwse Sociale Werkplaatsen. De werkgroep ICT heeft inzichtelijk gemaakt welke activiteiten er per corporatie plaatsvinden. De samenwerking tussen ZuidWestSamen met de Hogeschool Zeeland heeft inmiddels geleid tot de opzet van twee masterclasses: “de Maatschappelijke Onderneming” en “Klant Centraal”. In ruil voor de inzet van de corporaties bij het opzetten van deze Masterclasses mocht een groot aantal corporatiemedewerkers gratis deelnemen. Beide Masterclasses zijn in januari 2014 afgerond. De werkgroep HRM gaat onderzoeken of –en zo ja op welke wijze- bepaalde instrumenten ingezet kunnen worden om de ontwikkeling c.q. uitwisseling van medewerkers te bevorderen.
Jaarverslag 2014
6. INVESTEREN IN PERSONEEL EN ORGANISATIE 6.1 Organisatiestructuur
Clavis heeft een functionele organisatiestructuur met drie afdelingen: Wonen, Financiën en Vastgoed. De afdeling Wonen is verantwoordelijk voor zowel (ver)huurzaken. De afdeling Financiën verzorgt alle activiteiten voor financieel beleid en beheer. De afdeling Vastgoed is verantwoordelijk voor dagelijkse technische zaken en alle projectmatige activiteiten rond projectontwikkeling en technisch beheer. De controller is ondergebracht bij de afdeling beleidsondersteuning en wordt aangestuurd door de directeur/bestuurder. De twee wijkteams werken in matrixverband. De wijkcoördinatoren worden aangestuurd door de manager wonen a.i. en de wijkopzichters en onderhoudsdienstmedewerkers worden aangestuurd door de manager vastgoedbeheer. Er blijft 1 onderhoudsdienstmedewerker gelieerd aan het wijkteam voor de uitvoering van het servicecontract. De afdeling Vastgoed is georganiseerd naar twee bedrijfsonderdelen: vastgoedbeheer en vastgoedontwikkeling. Vastgoedbeheer is verantwoordelijk voor dagelijks en planmatig onderhoud en investeringen. Vastgoedontwikkeling is verantwoordelijk voor nieuwbouw en herstructurering. De organisatiestructuur ziet er als volgt uit: Directeur/ bestuurder
Beleidsondersteuning
Klantenservice
Wonen
Financiën
Wijkteam
Wijkteam
Vastgoed
Vastgoed beheer
Vastgoed ontwikkeling
Het aantal medewerkers per 31 december 2014 bedraagt 28. Het formatieoverzicht per 31 december 2014 ziet er als volgt uit: Afdeling
Aantal
Full-timers
Part-timers
formatieplaatsen per 31.12.2014
Totaal aantal
per 31.12.2014
per 31.12.2014
medewerkers
1
Directie
1,0 fte
1
Beleidsondersteuning
1,9 fte
1
1
2
Wonen
5,7 fte
2
5
7
Financiën
5,3 fte
4
2
6
Vastgoed
12,0 fte
12
0
12
Totaal
25,9 fte
20
8
28*
* inclusief tijdelijke contracten
Jaarverslag 2014
27
In-/uitdiensttreding In dienst: Er zijn geen medewerkers in dienst getreden. Uit dienst: De heer René van Eck, opzichter, Flexpensioen, per 1 februari 2014. De heer Max Gryglicki, onderhoudsdienstmedewerker, Flexpensioen per 1 december 2014 De heer Jan Karremans, onderhoudsdienstmedewerker, Flexpensioen per 1 december 2014 Mevrouw Margot Konings, facilitair medewerkster, Flexpensioen per 1 december 2014 De heer Cor de Zeeuw, technisch administratief medewerker, Flexpensioen per 1 december 2014. Tijdelijke contracten: Er zijn drie tijdelijke contracten: Ard Jan Deurwaarder, 36 uur, medewerker Techniek tot en met 31 juli 2015 Kelsey den Exter, 20 uur, medewerker Financiën tot en met 31 december 2014 Daniëlle Braet, 28 uur, adm. Medewerker Wonen tot en met 31 december 2014 Deze tijdelijke contracten worden per einddatum niet verlengd.
Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim bedroeg in 2014 5,4% (2013 7,1%). Dit wordt veroorzaakt door enkele langdurige zieke medewerkers (niet werk-gerelateerd).
Arbo
De organisatie beschikt over 3 gecertificeerde bedrijfshulpverleners. Eind 2014 is het vierjaarlijks Preventief Medisch Onderzoek gestart met een vragenlijst. De medische onderzoeken hebben in januari 2015 plaatsgevonden.
De ondernemingsraad
De ondernemingsraad heeft in maart 2014 verkiezingen gehouden. Per 31 december 2014 bestaat de OR uit 3 personen: Dhr. Jan van Dixhoorn, voorzitter Dhr. Luc Burm, secretaris Mw. Margo Vos, lid Mw. Greet Duchain heeft zich jarenlang ingezet voor de Ondernemingsraad. De organisatie dankt haar voor haar inzet gedurende deze periode. Met de OR vindt maandelijks overleg plaats over de voortgang van het nieuwe ondernemingsplan. Daarnaast heeft de OR adviesrecht over de voorgenomen benoeming bij de vacature van de Raad van Commissarissen. Hoewel dit adviesrecht niet van toepassing is op de voorgenomen benoeming van de huurderszetel van de Bewonersraad aangezien het hier gaat om een bindende voordracht, is de OR de mogelijkheid geboden om ook voor deze benoeming advies uit te brengen. De volgende punten zijn aan de orde gekomen: ondernemingsplan, vaststelling verplichte snipperdagen, keuze BDO als organisatieadviesbureau voor opstellen nieuwe functiebeschrijvingen en organisatieinrichting.
28
Jaarverslag 2014
7. INVESTEREN IN EEN GEZONDE FINANCIËLE POSITIE Om maatschappelijke prestaties te kunnen blijven waarmaken, is een betrouwbaar financieel beleid nodig.
Bewaking financiële continuïteit
Clavis zet haar financiële middelen in voor prestaties op het gebied van volkshuisvesting in Terneuzen en Sluiskil. Daarbij is het van belang dat de continuïteitsdoelstelling is gewaarborgd. We willen er immers ook voor de toekomst zijn. Het financiële beleid kent de volgende doelstelling:
Voldoen aan het nieuwe beoordelingskader van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Dit nieuwe beoordelingskader bestaat uit een financiële beoordeling op basis van 5 financiële ratio’s en bedrijfsrisico’s op basis van 24 business vragen.
Financieel beleid en beheer
Het financieel beheer heeft plaatsgevonden binnen de kaders van de vastgestelde begroting over het jaar 2014. De belangrijkste verschillen tussen de begroting 2014 en de jaarrekening 2014 zijn: • hogere bedrijfsopbrengsten + € 0,7 mio (hogere boekwinst op verkoop woningen 0,8 mio) • waardeverandering op materiële vaste activa + € 1,3 mio (afwaardering bedrijfswaarde -0,5 mio, niet opgestart project Nieuwstraat Zuid +1,8 mio) • hogere afwaardering vlottende activa - € 0,1 mio • lagere onderhoudskosten + € 0,5 mio • hogere lasten L&D - € 0,1 mio • hogere overige bedrijfslasten (hogere heffing en saneringssteun, hogere advieskosten door controle business vragen WSW, portefeuillestrategie ondernemingsplan - € 0,8 mio • hoger bedrijfsresultaat + € 1,5 mio • minder rentelasten + € 0,2 mio • hogere rentebaten, opbrengst van effecten en vordering + € 0,1 mio • hogere afwaardering financiële vast activa als gevolg van de toepassing van RJ-290. Verwerking negatieve marktwaarde embedded derivaat - € 4,1 mio • minder resultaat deelnemingen - € 0,1 mio • minder vennootschapsbelasting + € 0,2 mio • lager jaarresultaat - € 2,2 mio De solvabiliteit op basis van de enkelvoudige jaarrekening van Clavis is het afgelopen jaar afgenomen met 6,39% tot 13,52%.
Vermogenspositie
Het vermogen is door het negatieve resultaat gedaald naar € 13,2 mio. Als minimum norm voor het eigen vermogen, gegeven een waarderingsgrondslag op basis van historische kostprijs, geldt een solvabiliteitsnorm van 10%, hetgeen bij de balanspositie ultimo 2014 € 9,8 mio inhoudt. Het totaal eigen vermogen komt uit op € 13,2 mio, hetgeen ten opzichte van de gehanteerde minimum norm een surplus betekent van € 3,4 mio.
Jaarverslag 2014
29
Financieringspositie
Het rentabiliteitspercentage over het eigen vermogen kwam in 2014 uit op -32,89% De reguliere jaarlijkse aflossing in 2014 was € 1,9 mio. Er heeft in 2014 een renteconversie plaatsgevonden. Het schuldrestant bij conversie was € 1,8 mio. Het rentepercentage van de lening was voor conversie 4,47%. Het percentage na conversie is 2,72%. Tevens is per 1 juni een fixe lening van € 10 mio afgelost. Aangezien de operationele kasstroom positief is, veel woningen verkocht zijn en er nagenoeg geen investeringen zijn gedaan kon worden volstaan met het aantrekken van een lening van € 6,2 mio. Dit is een 3-jarige fixe lening geworden met een rentepercentage van 0,73%. Het gemiddelde rentepercentage van de lening portefeuille is ultimo 2014 3,48%. De rekening courant faciliteit bij de ING Bank is € 1,3 mio. Hiervan is ultimo 2014 € 0,8 mio benut.
Liquiditeitspositie
Het werkkapitaal is ultimo 2014 circa € 2,1 mio negatief. De aflossingen voor het komende jaar zijn niet opgenomen onder de overlopende passiva maar onder langlopende schulden. Op basis van de begroting 2015 en de aflossing op 22 december 2015 van een fixe lening van € 7 mio moet eind 2015 financiering worden aangetrokken.
Onrendabele investeringen
In 2014 zijn geen investeringsbeslissingen genomen welke een voorziening onrendabele investeringen tot gevolg had.
Aanpassing bedrijfswaarde
Jaarlijks moet voor de verwerking in de jaarrekening de bedrijfswaarde van de verschillende complexen bepaald worden. De balanswaardering is op basis van historische kostprijs. De waarderingsgrondslag van de materiële vaste activa is de boekwaarde of lagere bedrijfswaarde. Sinds 2012 vind de beoordeling en eventuele afwaardering plaats op wijkniveau.
Bedrijfswaarde 2014
In de jaarrekening 2014 is een afwaardering naar lagere bedrijfswaarde verwerkt op bezit in exploitatie van € 525.000. Het betreft hoofdzakelijk een afwaardering als gevolg van aanpassing parameters.
Toekomst
In de loop van 2014 heeft Clavis een portefeuillestrategie opgesteld. Belangrijke onderligger voor deze portefeuillestrategie is een woningmarktonderzoek door RIGO. Deze strategie is mede de basis voor het nieuwe ondernemingsplan. Eind 2014 is het ondernemingsplan “Gewoon sociaal” vastgesteld samen met de begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2015-2024. In het ondernemingsplan is de opgave en ambitie van Clavis voor de komende jaren vastgelegd. Deze opgave en ambitie is vervolgens doorgerekend in de begroting en past binnen de door het WSW gestelde ratio’s.
30
Jaarverslag 2014
Verbindingen met andere rechtspersonen
Clavis heeft haar project- en commerciële activiteiten ondergebracht in een rechtsstructuur: Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V., Clavis Ontwikkeling B.V. en Clavis Beheer B.V.. Deze B.V.’s vormen samen met stichting Clavis een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en omzetbelasting. Met uitzondering van Othene Zuid-Zuid Beheer B.V. en Othene Zuid-Zuid C.V. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
Stichting Clavis 100% Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V. 100%
100% Clavis Beheer B.V.
Clavis Ontwikkeling B.V.
48%
50% Clavis Othene Zuid-Zuid Beheer B.V.
4%
Othene Zuid-Zuid C.V.
Clavis Beheer B.V.
In 2006, bij de invoering van de gedeeltelijke VPB plicht, is conform de wens van de toenmalig minister Dekker om de structuur van de TI transparant te houden en vooruitlopend op de VSO1 Clavis Beheer B.V. opgericht voor de commerciële activiteiten van Clavis. Het aandelenkapitaal is gevormd door inbreng van de commerciële activiteiten in deze BV. Deze BV is zelfstandig gefinancierd en de feitelijke activiteiten zijn vrije sector huur, commerciële ruimtes en garages.
Othene Zuid-Zuid Beheer B.V. / Othene Zuid-Zuid C.V.
In 2008 is samen met AM een BV en een CV opgericht ten behoeve van de verwerving van een grondpositie. Clavis Ontwikkeling B.V. is voor 50% aandeelhouder van Othene Zuid-Zuid Beheer B.V. welke op haar beurt weer 4% aandeel heeft in Othene ZuidZuid C.V.. De commandieten zijn Clavis Beheer B.V. (48%) en AM Deelnemingen Grondbedrijf (48%). Clavis onderzoekt samen met AM in verband met gewijzigde marktomstandigheden, de overdracht van de grondpositie aan derden. Het ingebrachte kapitaal in Clavis Ontwikkeling & Beheer B.V. bedraagt per 31 december 2014 € 7.681.000 aandelenkapitaal/agio en een lening van € 1.145.000. Aan Clavis Ontwikkeling B.V. is een lening verstrekt van € 1.427.000 en aan Clavis Beheer B.V. een lening van € 454.000. De financiële omvang van de projecten binnen Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V. en Clavis Ontwikkeling B.V. is op dit moment nog niet te bepalen omdat de projecten zich nog in de haalbaarheidsfase bevinden. Voor de diverse projecten huren de B.V.’s personeel in van Clavis. De directie van Clavis Ontwikkeling B.V. en Clavis Beheer B.V. is Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V. en de directie van Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V. is Stichting Clavis.
Jaarverslag 2014
31
In 2008 is een samenwerking aangegaan met AM Wonen in de vorm van een BV/CV. Clavis Ontwikkeling B.V. is 50% aandeelhouder van Othen Zuid-Zuid Beheer B.V. en Clavis Beheer B.V. is commanditair vennoot van de Othene Zuid-Zuid C.V. In het kader van matching heeft Clavis zich verplicht tot participatie in de commanditaire vennootschap Uithof III. Aangezien de C.V. voldoende financiële middelen had is er in 2012 een uitkering geweest op de participatie. De hoogte van de participatie bedraagt ultimo 2014 € 0,6 mio. Wel heeft in 2014 een afwaardering plaatsgevonden naar lagere bedrijfswaarde.
Oordeel CFV financiële continuïteit 2014
Het Centraal Fonds en het ministerie BZK hebben een risicogericht onderzoek gedaan op basis van de ingediende prognosegegevens 2014 - 2018, de dVi2013 (inclusief jaarrekening) en andere informatie. Dit onderzoek is gedaan op een zestal toezichtterreinen die van invloed kunnen zijn op de financiële continuïteit van een corporatie. Die terreinen zijn: kwaliteit financiële informatie, behoud maatschappelijk gebonden vermogen, financieel risicobeheer, liquiditeit, solvabiliteit en draagkracht vermogen. De beoordeling van het CFV en het ministerie BZK geeft geen aanleiding tot interventies.
Beoordeling door het WSW
Clavis maakt bij het afsluiten van leningen gebruik van borgstelling door het WSW. Sinds 2007 is het systeem van beoordelen aangepast. Borgfaciliteiten zijn vervangen door het zogeheten faciliteringsvolume, waarbij kasstromen worden betrokken en dan met name de operationele kasstromen na aftrek van 2% aflossingsfictie. Al naar gelang de hoogte van de kasstromen na aftrek van deze aflossingsfictie stelt het WSW faciliteringsvolume ter beschikking. Momenteel zijn wij met het WSW in gesprek over de facilitering voor 2015 en verder.
Fiscaliteit: Horizontaal Toezicht
Clavis heeft op 4 oktober 2010 het convenant Horizontaal Toezicht met de Belastingdienst ondertekend. Bij Horizontaal Toezicht worden afspraken gemaakt over fiscale verwerking van gegevens. De controle verschuift van achteraf naar vooraf. In 2014 heeft de Belastingdienst een steekproef uitgevoerd met betrekking tot de omzetbelasting. Uit deze controle zijn geen correcties voortgekomen.
32
Jaarverslag 2014
8. INVESTEREN IN RISICOMANAGEMENT Risicomanagement
Woningcorporaties zijn zich steeds meer bewust van het nut en de noodzaak van risicomanagement. Ook Clavis heeft het risicomanagement hoog op de agenda staan. Het anticiperen op potentiële tegenvallers en mogelijke kansen leidt tot betere resultaten, een professionele sturing en een goede verantwoording. Daarnaast is een intern risicobeheersings- en controlesysteem verplicht gesteld in de Governance Code. Risicomanagement is een dynamisch proces in onze onderneming. In 2012 zijn de risicogebeurtenissen voor de gebieden beleid & strategie, vastgoed, financiën, verhuur, communicatie, personeel en interne controle geïnventariseerd en gewaardeerd. In 2013 zijn deze risicogebeurtenissen opnieuw geëvalueerd. Het geëvalueerde risicoprofiel en de ‘Top 10 van risicogebeurtenissen’ van Clavis zijn toegelicht en besproken in een vergadering van de Raad van Commissarissen, november 2013. In het kader van het nieuwe ondernemingsplan en de integrale benadering daarbinnen krijgt het risicomanagement in 2014 op een vernieuwde wijze aandacht.
Risicobeheersing- en controlesystemen van de corporatie
Planning & control is het interne beheersingssysteem gericht op het realiseren van de organisatiedoelstellingen. De instrumenten van de planning (sturing), zoals het ondernemingsplan, de (meerjaren-)begroting, zijn gericht op sturen en richting geven aan de organisatie. De instrumenten van control (beheersing), zoals de tussentijdse rapportages en de jaarrekening, zijn bedoeld om de voortgang van de plannen te meten en, indien nodig, bij te sturen. Om de organisatie op koers te houden, is een goed werkend systeem van planning & control een belangrijke randvoorwaarde. De betrouwbaarheid van de instrumenten in de planning & control cyclus is afhankelijk van toereikende administratief organisatorische procedures. Ook het strategisch voorraadbeheer is een van de onderdelen van de planning & control cyclus. Alle te nemen beslissingen op het gebied van vastgoed worden aan dit plan getoetst. Daarnaast beschikt Clavis over een financieel statuut. In het periodiek treasury-overleg tussen directeur/bestuurder en manager Financiën wordt conform dit statuut gehandeld. Het Treasury Statuut wordt geactualiseerd, waarna een Treasury Jaarplan 2015 in het eerste kwartaal van 2015 wordt opgesteld. Clavis heeft een controller in dienst, die zich bezighoudt met het opstellen en uitvoeren van het door de bestuurder goedgekeurde interne controleplan en doet verbetervoorstellen betreffende AO/IC en de effectiviteit en efficiency van de bedrijfsprocessen. Verder levert hij een bijdrage aan risicomanagement en kwaliteitszorg. Clavis kent een interne auditcyclus. De processen, zoals benoemd in het intern opgestelde controleplan, zijn conform dit plan door de controller uitgevoerd. In 2014 zijn audits uitgevoerd ten aanzien van onder andere de volgende processen: • Proces Verhuur (‘toetsingsnorm’ toewijzing woningen, jaarlijkse huurverhoging, afwijkende huurcontracten) • Financiën (crediteuren, huurstandenregister) • Verkoop en verwerving vastgoed Er is veel aandacht besteed aan de controle op de toewijzingen met betrekking tot de ‘toetsingsnorm van 90%’ zoals die is vastgelegd in de huidige regelgeving. Vanuit de controlling wordt de uitvoering en de bepaling van het resultaat van de toetsingsnorm per kwartaal gemonitord. Gesteld kan worden dat in 2014 de 90% norm ruimschoots en op een betrouwbare manier is gehaald.
Jaarverslag 2014
33
Ook de procesgang rond de verkoop van woningen is uitgebreid in kaart gebracht en aangepast aan de geldende regelgeving. De monitoring van dit proces wordt uitgevoerd door de uitvoerende medewerker van de afdeling Vastgoed en de controller. Er is regelmatig overleg om het verloop van het verkoopproces zo kort mogelijk te volgen en zo efficiënt mogelijk de juiste documenten vast te leggen. De resultaten van de audits worden besproken in het IC-overleg met de directeur/ bestuurder en vervolgens behandeld in de periodieke MT-vergaderingen. Door de invoering van het nieuwe automatiseringssysteem is er heel veel tijd geïnvesteerd in het ontwikkelen en evalueren van de noodzakelijke deelrapporten in de nieuwe rapportenmodule.. Deze deelrapporten zijn noodzakelijk om tot een efficiënt en betrouwbaar rapportageproces te komen. Tegelijkertijd is in dit proces gekeken in hoeverre nog aanvullende resultaten ontwikkeld en gepresenteerd konden worden.
Financiële risico’s
De investeringen in de nieuwbouwprojecten hebben grote financiële gevolgen. Goed geldbeheer is dan ook belangrijk. De kaders hiervoor liggen vast in het Financieel Statuut. De accountant rapporteert of deze activiteiten daadwerkelijk binnen de kaders van het Financieel Statuut zijn uitgevoerd. Voor de optimalisatie van de dagelijkse liquiditeitstromen maken we gebruik van een liquiditeitsplanning.
Renterisico’s
De spreiding van het renterisico van de leningportefeuille blijft binnen de WSW-norm van 15%.
Treasuryrisico’s
Het gebruik van financiële derivaten is vastgelegd in het treasurystatuut van stichting Clavis (goedgekeurd door de Raad van Commissarissen d.d. 6 juni 2013). Daarin is de interne organisatiestructuur betreffende treasurytransacties (waaronder ook derivaten, zie specifiek hoofdstuk 5.5 derivaten) beschreven, alsmede de administratieve organisatie, interne controle en verantwoording en rol en betrokkenheid van de externe accountant en de Raad van Commissarissen. Het vigerende treasurystatuut wordt op korte termijn herzien. Uiteraard past Clavis de nieuwe regels (5 september 2012) toe. De beschreven administratieve organisatie functioneert in de praktijk ook feitelijk zo. De werking van de administratieve organisatie, interne en externe controle komt overeen met de opzet ervan.
Vastgoedportefeuille- en marktrisico’s
In het verslagjaar is het portefeuilleplan 2015-2025 vastgesteld, waarin de doelstellingen voor het woningbezit zijn aangegeven. Volgende stap is het uitwerken van het portefeuilleplan in een facetbeleid (verkoop- en onderhoudsbeleid) en complexbeheerplannen. Het portefeuilleplan is opgesteld tegen de achtergrond van (toekomstige) woningmarktontwikkelingen.
Projectrisico’s
Per (nieuw)bouwproject wordt een risicoprofiel bepaald. Hierin worden per bouwfase de verschillende risico’s benoemd. Over de verschillende investeringsprojecten wordt gerapporteerd met risicoberekeningen. Deze maken duidelijk dat Clavis verantwoord bezig is. Beslismomenten liggen bij aanvang van een haalbaarheidsonderzoek en na afronding hiervan en altijd voordat externe verplichtingen worden aangegaan. De kwartaalrapportages bieden inzicht in de behaalde resultaten en afwijkingen daarvan ten opzichte van de prognoses (begroting). De kwartaalrapportages worden in
34
Jaarverslag 2014
het managementteam en de Raad van Commissarissen besproken.
Integriteitrisico’s
De integriteitcode is via voorlichting en het werkoverleg besproken met de medewerkers en definitief vastgesteld. Ook de arbeidsovereenkomsten zijn hier zoveel mogelijk op aangepast.
Automatiseringsrisico’s
Clavis heeft een beheersovereenkomst afgesloten met Pluym ICT voor de kantoorautomatisering en met Centric voor het primaire systeem. Alle server gerelateerde hardware staat bij Pluym ICT.
Overige risico’s
Overige risicogebieden zoals de uitvoering van het ondernemingsplan, het samenwerken met externen en financiële risico’s worden besproken in de bijeenkomsten met de Raad van Commissarissen. Hierbij zijn, indien nodig, leden van het managementteam aanwezig. In verband met de verschillen in het risicoprofiel tussen de standaardactiviteiten van de toegelaten instelling (t.i.) en de activiteiten met een ander (lees: hoger) risicoprofiel, zoals projectontwikkeling en exclusieve verhuur, is enige jaren geleden besloten om voor deze laatste groep activiteiten een aparte entiteit op te richten. Dit bevordert bovendien de overzichtelijkheid en de transparantie.
Financiële risicoanalyse
Clavis beschikt over een software pakket dat de financiële doorrekening van diverse scenario’s vereenvoudigt. Hiermee kunnen zonder al te grote inspanningen financiële scenarioberekeningen worden gemaakt om de eventuele risico’s, maar ook kansen, sneller inzichtelijk te maken.
Jaarverslag 2014
35
9. INVESTEREN IN GOVERNANCE EN TOEZICHT 9.1 Governance
In de Governance Code Woningcorporaties staan richtlijnen voor goed bestuur voor bestuurders en toezichthouders van woningcorporaties. De Governancecode van de Commissie Governancecode Woningcorporaties wordt door de Raad van Commissarissen onderschreven. Op één onderdeel wordt de code niet gevolgd: de directeur/bestuurder is contractueel benoemd voor onbepaalde tijd. Onderdeel van deze Code is een sectorbrede Beloningscode voor bestuurders en een honoreringsregeling voor commissarissen aangesloten bij de VTW. Verder is er een maximum zittingstermijn voor commissarissen van acht jaar totaal, eventueel verdeeld over meerdere zittingstermijnen. De maximale zittingstermijn van een lid van de Raad van Commissarissen kan niet worden verlengd door na een fusie of andere vorm van herstructurering van de woningcorporatie uit te gaan van een nieuwe maximale zittingstermijn van acht jaar. Van deze bepalingen mag niet worden afgeweken. Voor de rest blijft het uitgangspunt pas-toe-of-leg-uit gehandhaafd. In het verslagjaar hebben Aedes en de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) de Governance code opnieuw herzien. Recente ontwikkelingen zoals nieuwe wetgeving (WNT, herziene Woningwet) en de parlementaire enquête woningcorporaties geven aanleiding tot aanpassing van de Governancecode. De vernieuwde Governance Code wordt in 2015 door de leden van Aedes vastgesteld.
9.2 Toezicht
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen en het bestuur zijn vastgelegd in het Reglement Raad van Commissarissen en het Directiestatuut. Het reglement geeft, in aanvulling op de statutaire bepalingen, regels met betrekking tot aangelegenheden van de RvC zoals onafhankelijkheid, deskundigheid, samenstelling, aftreden en herbenoeming, schorsing en ontslag, vergaderingen en besluitvorming en honorering. De statuten zijn in 2009 aangepast aan de Governance Code. In 2012 is een nieuw reglement Raad van Commissarissen en een nieuw Directiestatuut op- en vastgesteld.
Samenstelling Raad van Commissarissen per 31 december 2014
De heer E. Kerckhaert is per 31 december 2013 afgetreden, waarmee de Raad van Commissarissen haar wenselijke omvang van 5 leden heeft bereikt. De heer Van de Vijver is per 1 januari 2014 benoemd tot voorzitter en de heer G. van den Berg is per 25 februari 2014 benoemd tot vice-voorzitter. Naam: Dhr. drs. M.H.B.M. van de Vijver RA Geboortedatum : 12 juli 1953 Functie Raad: Voorzitter Sinds: 10/2007: lid RvC 2008: vice-voorzitter Beroep/hoofdfunctie: register accountant Nevenfuncties: Lid Raad van Commissarissen Woongoed Middelburg; Voorzitter Stichting Vrienden van; Voorzitter Raad van Toezicht, Gors, Goes Aftredend na 1e periode: 2009 Aftredend na 2e periode: 2013 Datum van aftreden: 31 december 2015
36
Jaarverslag 2014
Naam: Dhr. G. van den Berg Geboortedatum : 18 juni 1955 Functie Raad: vice-voorzitter, op voordracht Bewonersraad Sinds: 10/2007: lid RvC Beroep/hoofdfunctie: Bedrijfsmanager Dethon Industrie Terneuzen Nevenfuncties: Bedrijfsadviseur Gemeentelijke Vervoerscentrale Zeeland B.V.. Aftredend na 1e periode: 2010 Aftredend na 2e periode: 2014 (maximale termijn tot 10/2015) Datum van aftreden: 31 december 2015 Naam: Dhr. A. van Houcke Geboortedatum : 1 augustus 1953 Functie Raad: lid, op voordracht Bewonersraad Sinds: 10/2007: lid RvC Beroep/hoofdfunctie: Regiomanager (algemeen bedrijfsleider) SPIE Controlec Engineering b.v. Nevenfuncties: Lid Raad van Toezicht, St. Willibrordus; Voorzitter stichting Hospice Zeeuws-Vlaanderen Aftredend na 1e periode: 2008 Aftredend na 2e periode: 2012 (maximale termijn t/m 10/2015) Datum van aftreden: 31 december 2014 Naam: Mw. S. Verburg MSc Geboortedatum : 28 augustus 1956 Functie Raad: lid Sinds: 10/2007: lid RvC Beroep/hoofdfunctie: organisatie-adviseur Nevenfuncties: Lid Raad van Commissarissen Allee Wonen (tot 01-07-2014)l; Lid bestuur Stichting De Grijze Massa; Lid Stichting Op Goede Gronden Lid Raad van Commissarissen Rabobank Zeeuws Vlaanderen Aftredend na 1e periode: 2011 Aftredend na 2e periode: 2015 (maximale termijn tot 10/2015) Datum van aftreden: 31 december 2015 Naam: Dhr. ing. C.H.M. van Waes MBA Geboortedatum: 4 maart 1952 Functie Raad: lid Sinds: 1.10.2007 adviseur; 26.02.2008: lid Raad van Commissarissen Beroep/hoofdfunctie: voormalig bankdirecteur; Associé: Van Jole Advies en Management Nevenfuncties: Vice-voorzitter Elisabeth-parochie Aftredend na 1e periode: 2012 Aftredend na 2e periode: 2016 (maximale termijn t/m 02/2016) Datum van aftreden: 31 december 2014 De zetels van de heren Van den Berg en Van Houcke zijn huurderszetels. Zij zijn dan ook voorgedragen door de Bewonersraad.
Jaarverslag 2014
37
Werving en selectie
In 2014 zijn de heren Van Houcke en Van Waes aftredend en in 2015 zijn aftredend: de heren van de Vijver, Van den Berg en mw. Verburg. In september 2014 is de wervings- en selectieprocedure voor leden van de Raad van Commissarissen opgestart. De selectie is begeleid door bureau Gerrichhauzen en Partners. De selectiecommissie bestond uit de voorzitter, de vice-voorzitter en dhr. Gerrichhauzen. Er zijn 15 reacties ontvangen, waarna met 7 kandidaten een gesprek heeft plaatsgevonden. In de RvC-vergadering van 16 december 2014 zijn per 1 januari 2015 benoemd de heren J.M. van Schaik en C.P.M. van Oorschot. In 2015 wordt opnieuw een wervings- en selectieprocedure opgestart voor de overige drie vacatures.
Profielschets
De Raad van Commissarissen heeft besloten om bij besluiten over (her)benoemingen gebruik te maken van een actuele profielschets. In deze profielschets zijn de nieuwste inzichten verwerkt met betrekking tot de eisen te stellen aan de Raad van Commissarissen en de agenda voor de komende jaren. Hierbij worden de volgende disciplines onderscheiden: bestuurlijke/managementervaring, bedrijfsleven, semi-publieke sector, financiën en bedrijfseconomie en volkshuisvesting/vastgoedontwikkeling en –beheer. In de praktijk kan één persoon overigens meerdere profielen dekken. Bij de werving en selectie is de Wet Bestuur & Toezicht in ogenschouw genomen met betrekking tot een zoveel mogelijk evenwichtige verdeling van zetels over mannen en vrouwen in de Raad van Commissarissen en het bestuur, waarbij geschiktheid voor de functie eveneens een belangrijk criterium blijft. De directeur/bestuurder heeft een benoeming voor onbepaalde tijd. Van de 15 ontvangen reacties voor de twee vacatures in de RvC in het verslagjaar was er slechts één vrouwelijke kandidaat, die na een eerste gesprek niet is voorgedragen, omdat kennis en ervaring onvoldoende aansloten op het profiel. In de Raad van Commissarissen hebben geen personen zitting, die lid zijn van het college van B & W en/of Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland.
Toezichtkader
De Raad van Commissarissen rekent de prestatievelden van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) als de basis voor toetsing van beleid. Het strategisch toezichtskader wordt gevormd door het Beleidsplan 2008-2012 “Clavis transformeert” en het daaruit voortvloeiende Ondernemingsplan “Wijkgevoel”. In het algemeen laat de RvC zich leiden door de belangrijkste (beleids)documenten, zoals: • het ondernemingsplan “Wijkgevoel” • jaarrekening/jaarverslag 2013 inclusief managementletter • begroting 2014 • de kwartaalrapportages (na afloop van het eerste, tweede en derde kwartaal). Deze rapportages geven inzicht in volkshuisvestelijke, financiële, maatschappelijke en interne resultaten van Clavis en haar verbindingen • Treasurystatuut, vastgesteld in november 2012 • meerjarenbegroting 2012-2016 • beoordeling financiële positie Centraal Fonds • strategisch voorraadbeleid • prestatieafspraken met Gemeente Terneuzen • de jaarverslagen van de verbindingen (nevenstructuren) van Clavis (Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V., Clavis Ontwikkeling B.V. en Clavis Beheer B.V.).
38
Jaarverslag 2014
Op basis van dit toetsingskader wordt toezicht beleidsplannen, AO/IC, stakeholdersoverleg, investeringsactiviteiten en de implementatie van de wordt het toetsingskader als basis voor beleids- en doorontwikkeld.
uitgeoefend op onder andere begrotingen, realisatiebeleid, governance structuur. In 2015 investeringsbeslissingen verder
Frequentie vergaderingen en behandelde onderwerpen
De Raad van Commissarissen heeft in 2014 acht vergaderingen gehouden. De Raad van Commissarissen heeft in het verslagjaar besloten akkoord te gaan met: • het rooster van aftreden RvC • intrekken borgtocht van Stichting Clavis aan Clavis Beheer b.v. • uitgangspunten ondernemingsplan 2014-2018 • de jaarrekeningen 2013 van Stichting Clavis, Clavis Ontwikkeling en Beheer b.v., Clavis Ontwikkeling b.v., Clavis Beheer b.v. • de herfinanciering ad. € 6.200.000 • opdrachtverstrekking aan Gerrichhauzen en Partners voor de werving en selectie van de leden van de Raad van Commissarissen • goedkeuring kwartaalrapportage 1e en 2e kwartaal 2014 • de profielschetsen voor de Raad van Commissarissen • uitvoering van visitatie door visitatiebureau Raeflex • de benoeming van de heer J.M. van Schaik en de heer J. van Oorschot tot commissaris per 1.1.2015 • de verkoop van de locatie Beurtvaartkade aan de Gemeente Terneuzen • het portefeuilleplan 2015-2025 • het integrale ondernemingsplan 2015-2019 • de begroting 2015 en meerjarenbegroting 2015-2019 • het rooster van aftreden RvC 2015-2019 • goedkeuring kwartaalrapportage 3e kwartaal 2014 Bij de behandeling van de jaarrekening/jaarverslag is de accountant aanwezig om het jaarverslag en de managementletter toe te lichten en de Raad van Commissarissen te ondersteunen in zijn toezichthoudende taak.
Andere activiteiten
De Raad van Commissarissen voert éénmaal per jaar overleg met de Bewonersraad. In het verslagjaar heeft geen overleg met de Bewonersraad plaatsgevonden, omdat de Bewonersraad had aangegeven per 2014 te stoppen met haar werkzaamheden. Begin 2014 is er op passende wijze in gezamenlijkheid afscheid genomen. Met de nieuwe Bewonersraad heeft een overleg plaatsgevonden op 10 februari 2015. De RvC is lid van de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties (VTW), waarvan bijeenkomst(en) zijn bijgewoond. Daarnaast is een door de Zeeuwse directeurenkring georganiseerde bijeenkomst bijgewoond aan de RvC’s van de Zeeuwse corporaties. Onderwerp was de herziening van de Woningwet.
Commissies
Gezien het beperkte aantal leden van de Raad van Commissarissen is de aanbeveling om een auditcommissie in te stellen niet opgevolgd.
Inhoudelijk toezicht
De RvC houdt toezicht op risicobeheersing van projecten. Per kwartaal wordt over de verschillende investeringsprojecten gerapporteerd met risicoberekeningen die duidelijk moeten maken dat Clavis verantwoord bezig is. Beslismomenten liggen bij aanvang van een haalbaarheidsonderzoek en na afronding hiervan en altijd voordat externe
Jaarverslag 2014
39
verplichtingen worden aangegaan. Via de kwartaalrapportages krijgt de Raad van Commissarissen inzicht in de behaalde resultaten en afwijkingen ten opzichte van de begroting. Bij de vaststelling van de kwartaalrapportage wordt de begroting automatisch bijgesteld. De RvC heeft inzicht in enerzijds de financieringsbehoefte en anderzijds de verkopen van onroerend zaken via een kwartaalrapportage. De RvC is van oordeel dat de risico’s onder controle zijn en dat sprake is van adequate aansturing. De RvC houdt toezicht op de verbindingen alsof het de toegelaten instelling zelf betreft. In de verbindingen wordt bestuurlijk gehandeld alsof het de toegelaten instelling betreft.
Inzicht Raad van Commissarissen in in-control-zijn van de organisatie
De directeur/bestuurder rapporteert regelmatig over de administratieve organisatie en over de interne controle. Via managementletter en accountantsverslag bij de jaarrekening wordt gerapporteerd over de kwaliteit van AO/IC. Per maand rapporteert de controller over zijn bevindingen aan de directeur/bestuurder. Leden van het managementteam wonen (gedeeltelijk) Raad van Commissarissenvergaderingen bij en lichten specifieke punten toe. Daarnaast hebben de directeur/ bestuurder en de voorzitter van de Raad van Commissarissen regelmatig overleg om voortgang en nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden te bespreken.
Ontwikkelingen in de branche
De Raad van Commissarissen volgt de ontwikkelingen in de branche middels vakliteratuur en informatiebijeenkomsten. Relevante recente ontwikkelingen in de branche worden in de vergadering besproken. Regionale en landelijke Aedes-bijeenkomsten worden (door een delegatie van de) Raad van Commissarissen bijgewoond.
Evaluatie eigen functioneren
De Raad van Commissarissen bespreekt minimaal één keer per jaar, buiten aanwezigheid van de directeur/bestuurder, haar eigen functioneren, dat van de individuele commissarissen en dat van de directeur/bestuurder. Hierdoor ontstaat een duidelijk gemeenschappelijk beeld van de rol van de Raad van Commissarissen en de te hanteren spelregels. Bij de evaluatie komen de volgende zaken aan de orde: • check op wet- en regelgeving en Governance Code • beoordeling documenten (zoals statuten, reglementen, profielschets, rooster van aftreden) op volledigheid en consistentie • functioneren van de Raad van Commissarissen als collectief • functioneren van de individuele commissarissen • functioneren van de directeur/bestuurder De zelfevaluatie 2014 heeft op 24 maart 2015 plaatsgevonden onder begeleiding van bureau Gerrichhauzen en Partners.
Evaluatie functioneren directeur/bestuurder
Jaarlijks voeren de voorzitter en de vicevoorzitter een beoordelingsgesprek met de directeur/bestuurder. In het beoordelingsgesprek in december 2013 zijn doelstellingen geformuleerd voor 2014. In december 2014 heeft beoordeling over 2014 plaatsgevonden en zijn doelstellingen voor 2015 aangegeven. De Raad van Commissarissen doet suggesties in relatie tot het ondernemingsplan, relatie met gemeente, tevredenheid huurders, terugkoppeling MT leden, financiële positie en voortgang projecten.
40
Jaarverslag 2014
Belangrijkste bevindingen periodieke beoordeling externe accountant
Minimaal één keer per jaar vindt een bespreking plaats met de accountant en de Raad van Commissarissen. Hierin wordt de jaarrekening/volkshuisvestingsverslag en de management-letter besproken. Ook tijdens het pre-audit gesprek is een vertegenwoordiger van de Raad van Commissarissen aanwezig. Er vindt geen specifieke periodieke beoordeling plaats.
Onafhankelijk
De Raad van Commissarissen is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk kunnen functioneren. De commissarissen hebben geen (neven)functies die in strijd zijn met het belang van Clavis. In de RvC heeft één lid zitting, wiens echtgenote wethouder is van de gemeenteraad van een buurgemeente. In de Governance Code wordt vermeld dat de meerderheid van de Raad van Commissarissen onafhankelijk dient te zijn. Leden die op voordracht van de Bewonersraad zijn benoemd vervullen hun taak zonder last of ruggespraak. Elke belangenverstrengeling of schijn daarvan wordt vermeden. Mocht zich desondanks een ongewenste situatie voordoen, dan zal ook hier de betreffende commissaris zijn functie (tijdelijk) neerleggen. Tegenstrijdige belangen of onverenigbaarheid van belangen van de leden van de Raad hebben zich niet voorgedaan.
Honorering Raad van Commissarissen
In 2007 is besloten de honorering aan te passen conform de richtlijnen van de VTW. De honorering over het verslagjaar ziet er als volgt uit: Naam
Functie
Bruto
Totaal 2014
afgetreden per
commissarisvergoeding per maand
M.H.B.M. v/d Vijver
Voorzitter
€ 671,36
€ 8.056,32
Vice-voorzitter
€ 447,57
€ 5.370,84
A. van Houck
Lid Raad van Commissarissen
€ 447,57
€ 5.370,84
S. Verburg
Lid Raad van Commissarissen
€ 447,57
€ 5.370,84
C.H.M. van Waes
Lid Raad van Commissarissen
€ 447,57
€ 5.370,84
G. v/d Berg
Totaal
31-12-2014
31-12-2014
€ 29.538,68
Jaarverslag 2014
41
Beloning directeur/bestuurder
De bestuurder is bij zijn benoeming in 2008 ingeschaald conform de richtlijnen van de commissie Izeboud. Er wordt geen gebruik gemaakt van variabele bezoldiging c.q. prestatiecriteria. Voor de beloning wordt de geïndexeerde loonontwikkeling in de branche gevolgd. Jaar
Periodiek
Variabele
Beloning betaal-
Vast en variabele
Uitkering bij
betaalde
inkomen
baar op termijn
onkosten vergoe-
beëindiging
dingen
dienstverband
beloning
Totaal
2014
€ 119.631,36
n.v.t.
€ 24.671,16
€ 1.320,-
n.v.t.
€ 145.622,52
2013
€ 119.682,60
n.v.t.
€ 24.694,20
€ 1.320,-
n.v.t.
€ 145.696,80
In de periodiek betaalde beloning is opgenomen: bruto salaris, vakantiegeld, werkgeversbijdrage ziektekostenverzekering en fiscale bijtelling auto.
WNT
Sinds 1 januari 2013 geldt de Wet Normering Topinkomens (WNT1). Die bepaalt dat bestuurders in de (semi)-publieke sector niet meer dan 130 procent van een ministersalaris mogen verdienen. Met de verdere verlaging van de topinkomens in de publieke sector mogen bestuurders bij woningcorporaties niet meer dan € 178.000 euro verdienen, inclusief pensioenbijdragen en onkostenvergoeding. Daarnaast wordt een staffel toegepast, waarbij de grootte van een woningcorporatie (aantal huizen) en het inwoneraantal van de betreffende gemeente aan een maximumbeloning voor de directeur-bestuurder bepalend zijn. De bezoldiging van commissarissen en van de directeur/bestuurder is conform de WNT en de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen. De Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT (WNT 2) is op 22 december 2014 door de Eerste Kamer aangenomen. Minister Blok heeft op 23 december 2014 de Tweede Kamer per brief geïnformeerd dat hij met betrekking tot de beloning van de directeur/ bestuurder de resterende termijn tot 1 januari 2015 te kort acht om nog in 2014 op een zorgvuldige wijze te komen tot een evenwichtige staffelregeling. De minister stelt dat, conform het overgangsrecht van de WNT2, daarmee voor 2015 automatisch de Regeling voor het kalenderjaar 2014 van toepassing is.
Nevenfuncties directeur/bestuurder
In 2014 bekleedde de directeur/bestuurder als nevenfunctie: voorzitter van Raad van Toezicht van Stichting De Okkernoot in Schoondijke. Woonvoorziening De Okkernoot is een kleinschalige, persoonsgerichte zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking.
42
Jaarverslag 2014
B. JAARREKENING Jaarrekening 2014
De door de directie opgemaakte jaarrekening over 2014 is door de Raad van Commissarissen in haar vergadering van 21 april 2014 goedgekeurd. Overeenkomstig artikel 26 lid 4 van de statuten heeft de bestuurder de door de Raad goedgekeurde jaarrekening 2014 inclusief de hierin voorgestelde resultaatbestemming vervolgens vastgesteld.
Resultaatbestemming
Het resultaat over het boekjaar 2014 komt uitsluitend voort uit werkzaamheden op het gebied van volkshuisvesting. Als gevolg van de verwerking van 'embedded derivaten' (zie paragraaf 2.4) zal € 4,3 mio worden onttrokken aan het eigen vermogen.
Jaarverslag 2014
43
44
Jaarverslag 2014
B. JAARREKENING
Jaarverslag 2014
45
10. KENGETALLEN op basis van enkelvoudige jaarrekening Stichting Clavis 2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2.468
2.453
2.446
2.446
2.450
2.483
2.524
2.526
- garages
80
80
80
78
78
80
79
79
- overige
51
51
51
47
47
36
36
35
2.599
2.584
2.577
2.571
2.575
2.599
2.639
2.640
0
0
0
0
0
0
1
1
38
20
2
0
0
17
0
32
-23
-14
2
4
1
58
3
6
- sloop
0
0
0
0
38
0
0
2
- herindeling
0
1
6
6
0
0
0
0
150
142
167
248
274
332
375
290
2057
2018
2083
2086
2089
2077
2088
2151
261
293
196
112
81
74
61
85
-
-
-
82.462
81.646
Verhuureenheden Aantal verhuureenheden in exploitatie - woningen
Mutaties in boekjaar: - aankoop - nieuwbouw - verkoop
Aantal woningen per huurklasse*: - goedkoop < € 389,05 - betaalbaar > € 389,05 < € 596,75 - duur > € 596,75
* bedragen worden van jaar tot jaar aangepast conform opgave MVROM
Waarden: Gemiddelde verzekerde waarde per woning*
-
-
-
Gemiddelde WOZ-waarde per woning
89.515
94.943
95.885 98.995
98.635
96.517
91.864
87.117
Bedrijfswaarde per woning
44.988
52.876
53.424 42.088
42.922
44.271
43.817
40.691
Boekwaarde per woning
29.088
29.302
35.408 32.964
34.589
35.552
31.106
27.393
* Vanaf 2009 is een nieuwe brand- en stormschadeverzekering afgesloten. Premie is bedrag per woning ongeacht de herbouwwaarde en geen onderverzekering. Kwaliteit woningbezit per woning: - dagelijks onderhoud*
556
629
554
585
532
692
692
534
- planmatig onderhoud
684
1.082
1.013
859
764
854
984
701
1.239
1.711
1.567
1.444
1.296
1.546
1.676
1.235
- totaal kosten onderhoud*
* inclusief interne uren en serviceonderhoud
46
Jaarverslag 2014
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
0,9
0,9
0,9
0,9
0,8
0,9
0,8
0,8
1.578
1.320
1.290
2.275
1.831
1.805
2.027
1.830
11,2%
11,6%
11,1%
11,3%
9,2%
13,4%
13,1%
13,6%
- huurachterstand in % van jaarhuur*
2,6%
2,2%
2,2%
2,3%
1,7%
1,3%
1,4%
2,0%
- huurderving in % van jaarhuur
1,6%
2,2%
1,8%
1,3%
1,1%
1,3%
2,1%
1,8%
- gemiddelde huurverhoging
2,7%
4,0%
2,3%
1,3%
1,2%
2,5%
1,6%
1,1%
- gemiddelde netto huurprijs per woning
6.025
5.598
5.383
5.187
5.121
5.061
4.951
4.829
Aantal reparatieverzoeken Verhuur en incasso - aantal woningzoekenden - mutatiegraad
* cijfers zijn niet vergelijkbaar met 2012 en eerdere jaren
Financiële continuïteit - solvabiliteit - liquiditeit (current ratio) - rentabiliteit eigen vermogen (REV) - rentabiliteit vreemd vermogen (RVV) - rentabiliteit totaal vervogen (RTV)
13,52%
19,91%
19,97%
21,75%
18,22%
20,57%
19,92%
24,79%
0,52
1,79
0,33
1,22
0,95
0,36
0,59
0,38
-32,89%
5,04%
-14,92%
-6,62%
-16,5%
2,22%
-8,89%
2,29%
3,47
3,76%
4,20%
4,29%
4,37%
4,79%
4,41%
4,76%
-1,62%
3,85%
0,12%
1,63%
0,37%
3,85%
1,39%
3,59%
RVV = betaalde rente/schulden lang RTV = netto winst + betaalde rente/balanstotaal
Balans en Winst- en verliesrekening per woning* - eigen vermogen (incl. egalisatierekening)
5.366
8.440
8.037
9.236
7.362
8.442
8.120
8.835
219
425
509
1.499
820
390
1.260
2.005
- opbrengensten
7.409
6.853
6.346
6.258
6.113
7.040
6.141
5.698
- afschrijvingen
2.058
2.008
2.020
2.010
1.976
1.892
1.627
881
703
742
823
975
1.036
959
941
943
- onderhoudskosten
1.239
1.711
1.567
1.268
1.098
1.362
1.483
1.002
- directe bedrijfslasten
1.245
911
689
641
690
708
689
589
- jaarresultaat
-1.765
426
-1.199
-612
-1.215
187
-722
202
- saldo rentelasten/-baten
-2.753
-1.168
-1.213
-1.265
-1.329
-1.365
-1.251
-872
- Directie
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
- Algemene Zaken
1,9
1,9
1,9
1,9
1,9
1,9
1,4
1,4
- Wonen**
5,7
6,5
5,7
5,6
20,0
22,2
18,7
22,9
- Vastgoed**
12,0
15,8
17,9
16,9
5,0
5,5
5,0
5,5
- Financiën
5,3
5,3
5,3
5,2
5,6
6,0
6,0
6,0
25,9
30,5
31,8
30,6
33,5
36,6
32,1
36,8
- voorzieningen
- personele kosten
Personeelsbezetting einde boekjaar Aantal formatieplaatsen per afdeling
* Per 2011 is er een wijziging van presentatie van jaarrekening posten ** In 2011 is de verantwoordelijkheid van de technische dienst verschoven van Wonen naar Vastgoed
Jaarverslag 2014
47
11. GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2014 Geconsolideerde balans 2014 Activa
31-12-2014
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
Vaste activa Materiële vaste activa 1. Sociaal vastgoed in exploitatie
2. Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 3. Onroerende en roerende goederen ten dienste van exploitatie
79.971
80.210
3.677
3.706
500
84.148
Vastgoedbeleggingen 4. Commercieel vastgoed in exploitatie
5. Commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
22.887
7. Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
8. Latente belastingvordering(en)
9. Leningen u/g
86.924 22.895
500
604
23.387
Financiële vaste activa 6. Andere deelnemingen
3.008
432
23.499 668
744
729
401
387
46
Som der vaste activa
1.623
45
109.158
1.829
112.252
Vlottende activa Voorraden 10. Overige voorraden
92
11. Onderhanden werken
1.346
164 1.438
1.320
1.484
Vorderingen 12. Huurdebiteuren
983
986
13. Belastingen en premies sociale verzekeringen
306
376
14. Overige vorderingen
131
40
15. Overlopende activa
61
118
16. Liquide middelen Som der vlottende activa Totaal activa
48
Jaarverslag 2014
1.481
1.520
69
4.247
2.988
7.251
112.146
119.503
Geconsolideerde balans 2014 Passiva
31-12-2014
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
EIgen vermogen 17. Groepsvermogen
13.243
20.704
Voorzieningen 18. Voorzieningen onrendabele investeringen en herstructureringen 19. Voorziening latente belastingverplichtingen
0
440
992
1.004
Totaal voorzieningen
992
1.444
Langlopende schulden 20. Schulden/leningen kredietinstellingen 21. Derivaten
22. Overige schulden
Totaal langlopende schulden
72.365
78.258
561
542
7.006
0
79.932
78.800
Kortlopende schulden 23. Schulden aan kredietinstellingen
14.387
14.941
718
1.131
1.048
737
27. Schulden ter zake van pensioenen
74
58
28. Overige schulden
36
36
1.713
1.652
24. Schulden aan leveranciers 25. Gemeenten
3
26. Belastingen en premies sociale verzekeringen
29. Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
Totaal passiva
Jaarverslag 2014
0
17.979
18.555
112.146
119.503
49
50
Jaarverslag 2014
Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2014 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Bedrijfsopbrengsten 30. Huuropbrengsten
16.038
15.171
31. Opbrengsten servicecontracten
1.032
1.041
32. Resultaat verkoop vastgoedportefeuille
1.814
1.123
35
58
273
241
19.192
17.634
5.088
4.940
36. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa
525
-1.973
37. Bijzondere waardevermindering van vlottende activa
221
-86
1.196
1.288
39. Sociale lasten
260
235
40. Pensioenlasten
280
297
3.224
4.317
42. Leefbaarheid
127
191
43. Lasten servicecontracten
855
865
44. Overige bedrijfslasten
3.952
3.928
Som der bedrijfslasten
15.728
14.002
111
-1.098
3.353
4.730
-4.135
0
33. Geactiveerde productie voor eigen bedrijf 34. Overige bedrijfsprocessen Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten 35. Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en commercieel vastgoed
38. Lonen en salarissen
41. Onderhoudslasten
45. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedbeleggingen Bedrijfsresultaat Financiele baten en lasten 46. Waardeverandering van financiele vaste activa
47. Opbrengst van effecten en vorderingen behorend tot de financiele vaste activa
44
39
17
25
49. Rentelasten en soortgelijke kosten
-3.153
-3.429
Som financiele baten en lasten
-7.227
-3.365
Resultaat gewone bedrijfsuitoefening voor vennoot-
-3.874
1.365
-480
-319
-4.354
1.046
-2
-2
-4.356
1.044
48. Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
schapsbelasting 50. Belastingen Netto resultaat na vennootschapsbelasting en voor deelnemingen 51. Aandeel in resultaat van deelneming Resultaat
Jaarverslag 2014
51
Kasstroomoverzicht geconsolideerd 2014 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
3.353
4.730
5.088
4.940
Aanpassingen voor: afschrijvingen (im)materiële vaste activa
overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen (exploitatie) mutatie financiële vaste activa
mutatie voorziening onrendabele investeringen
mutatie voorziening latente belastingverplichting
ontvangen en betaalde waarborgsommen
veranderingen in werkkapitaal (exclusief liquide middelen en schuldenaan kredietinstellingen) Per saldo kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen/betaalde intrest Per saldo kasstroom uit operationele middelen
636
-2.981
206
-1
-440
-90
-12
148
-601
1.430
8.247
8.179
-3.142
-3.683
5.105
4.496
-3.126
-4.319
-59
-64
17
3
Kasstroom uit investeringsactiviteiten investeringen in materiële vaste activa
desinvesteringen in materiële vaste activa eliminatie intercompanyresultaat
investeringen in vastgoedbeleggingen
desinvesteringen in vastgoedbeleggingen
Per saldo kasstroom uit investeringsactiviteiten
356 -7
0
144 -52
150
-2.836
-4.141
6.200
8.000
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen uit langlopende schulden en bankkrediet Aflossingen langlopende schulden en bankkrediet
Per saldo kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie gemiddelden
52
Jaarverslag 2014
-12.093
-1.886
-3.624
6.469
-5.893
6.114
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling in de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening Algemeen
De vergelijkende cijfers zijn geherrubriceerd, maar hebben geen invloed op het resultaat.
Regelgeving
De groep heeft de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening opgesteld met inachtneming van artikel 26, eerste lid, van het Besluit Beheer Sociale Huursector. Dit artikel schrijft de toepassing van BW2 Titel 9 voor, behoudens enkele specifieke uitzonderingen. Verder zijn de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven richtlijnen toegepast, waaronder Richtlijn 645 ‘Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (herzien 2011) in het bijzonder. De jaarrekening is opgemaakt op 21 april 2015.
Stelselwijziging
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft in december 2013 RJ-uiting 2013-15 inzake ontwerp Richtlijn 290 Financiële instrumenten (2013) gepubliceerd. Dit leidde ertoe dat ineffectiviteit en verliezen als gevolg van (embedded) derivaten verwerkt moeten worden in de balans en winst- en-verliesrekening. In de Editie 2014 concludeert de RJ in Bijlage 5 bij RJ 290, dat deze impliciete (embedded) derivaten altijd afzonderlijk moet worden verwerkt in de jaarrekening. Voorheen werden deze door de banken afgesloten (embedded) derivaten niet afgezonderd, maar gezamenlijk verwerkt in de leningen als geheel. Doordat pas nu in 2014 de RJ de afsplitsing voorschrijft en de extendible leningen al meerdere jaren lopen, op dit moment nog in de looptijd van de leningen, is de eerste toepassing van de nieuwe richtlijn daarom een stelselwijziging. Als gevolg van deze richtlijn is een verlies als gevolg van twee embedded derivaten in de balans tot uitdrukking gebracht. Normaal wordt een stelselwijziging retrospectief toegepast. RJ 290.1013 heeft echter een specifieke overgangsregeling: ‘Een wijziging van de grondslagen, volgens dit hoofdstuk per 1 januari 2014, dient te worden verwerkt in overeenstemming met hoofdstuk 140 Stelselwijzigingen, met dien verstande dat vergelijkende cijfers niet behoeven te worden aangepast en de waarderingsverschillen bij een wijziging in het openingsvermogen dienen te worden verwerkt. Het effect van de wijzigingen inzake de verwerking van embedded derivaten wordt voor zover redelijkerwijs mogelijk retrospectief (met terugwerkende kracht) bepaald in overeenstemming met alinea 208 van hoofdstuk 140’. Per 1 januari 2014 is aldus rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen een passief post in de balans opgenomen van € 3,1 miljoen. Deze passief post “embedded derivaten” is opgenomen onder de langlopende schulden. In 2014 is hiervan € 3,9 miljoen aan waardemutatie ten laste van de winst- en verliesrekening (terug)genomen.
Jaarverslag 2014
53
Oordelen en schattingen
Bij de toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van de groep zich diverse oordelen en schattingen. De belangrijkste oordelen en schattingen hebben betrekking op de activa in exploitatie (zowel het sociaal als het commercieel vastgoed), de voorzieningen, de waardeverminderingen en de acute en latente belastingen. De hierbij behorende veronderstellingen zijn vermeld in de toelichting bij de hiervoor genoemde jaarrekeningposten.
Consolidatiegrondslagen
In de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen de financiële gegevens van Stichting Clavis en haar groepsmaatschappijen per 31 december van het boekjaar. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen en vennootschappen waarin beslissende zeggenschap wordt uitgeoefend. Resultaten uit transacties met en tussen groepsmaatschappijen zijn in de geconsolideerde jaarrekening volledig geëlimineerd. Resultaten uit transacties met en tussen deelnemingen die tegen nettovermogenswaarde gewaardeerd worden, worden proportioneel verantwoord. Resultaten uit transacties met en tussen deelnemingen die tegen kostprijs worden gewaardeerd, worden volledig verantwoord, tenzij zij in wezen niet zijn gerealiseerd. De groepsmaatschappijen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum waarop beslissende zeggenschap op de groepsmaatschappij is verkregen. Bij belangen minder dan 100% wordt het aandeel van derden in het eigen vermogen en het resultaat afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening vermeld.
De groepsmaatschappijen worden niet meer in de consolidatie opgenomen vanaf de datum waarop geen sprake meer is van beslissende zeggenschap. De posten in de geconsolideerde jaarrekening worden volgens uniforme grondslagen voor waardering en resultaatbepaling vastgesteld.
Lijst van kapitaalbelangen Volledig geconsolideerde groepsmaatschappijen: • Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V. te Terneuzen :100%-deelneming (2013: 100%); • Clavis Beheer B.V. te Terneuzen :100%-deelneming (2013: 100%); • Clavis Ontwikkeling B.V. te Terneuzen :100%-deelneming (2013: 100%). Overige deelnemingen, gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde: • Othene Zuid-Zuid Beheer B.V. te Terneuzen (50%); • Othene Zuid-Zuid C.V. te Terneuzen (50%). Overige verbindingen Verder heeft Stichting Clavis de volgende verbindingen met duurzame financiële en/of bestuurlijke banden door middel van respectievelijk het verstrekken van leningen en/of het hebben van zeggenschap op grond van contractuele bepalingen: • CV de Uithof III te Utrecht.
54
Jaarverslag 2014
Salderen
Een actief en een post van het vreemd vermogen worden gesaldeerd in de jaarrekening opgenomen uitsluitend indien en voor zover: * een deugdelijk juridisch instrument beschikbaar is om het actief en de post van het vreemd vermogen gesaldeerd en simultaan af te wikkelen; en * het stellige voornemen bestaat om het saldo als zodanig of beide posten simultaan af te wikkelen.
Verhuurdersheffing
In de bedrijfswaarde 2014 is de verhuurders heffing ingerekend tot en met einde levensduur. In het kader van het betaalbaar houden van het woningbezit is voor de jaarlijkse huurverhoging uitgegaan van 2%. Bij de inrekening van het woonakkoord wordt uitgegaan van de volgende parameteraanpssingen: -inkomensafhankelijke huurverhoging (2014 e.v. 2%) -de verhuurdersheffing is ingerekend tot en met einde levensduur (gemiddeld per jaar 900.000 euro) Wij maken op dat de bijdrage inzake de verhuurdersheffing / extra huuropbrengsten gesaldeerd de eerste jaren in een negatieve kasstroom zullen resulteren.
Grondslagen van balanswaardering in de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening
Materiële vaste activa
Sociaal vastgoed in exploitatie Classificatie en kwalificatie Het vastgoed in exploitatie is op objectniveau geclassificeerd naar sociaal en commercieel vastgoed, rekening houdend met de criteria van de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Op grond van deze criteria omvat het sociale vastgoed de woningen met een huurprijs tot aan de huurliberalisatiegrens (huurtoeslaggrens), het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat wordt verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en dat tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de EC-beschikking d.d. 15 december 2009. Stichting Clavis heeft haar sociaal vastgoed (op portefeuilleniveau) als bedrijfsmiddel gekwalificeerd, gelet op het beleid van de corporatie waarbij vooral het realiseren van de volkshuisvestelijke taken centraal staat. Als gevolg hiervan wordt het sociaal vastgoed beschouwd als bedrijfsmiddel. Waardering bij eerste verwerking Bij eerste verwerking wordt het sociaal vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en de hieraan
Jaarverslag 2014
55
direct toerekenbare overige kosten om het actief in operationele staat te brengen. Investeringssubsidies worden in mindering gebracht op het geïnvesteerde bedrag. Verder wordt rente tijdens de bouw geactiveerd. De afschrijving vangt aan zodra het sociaal vastgoed beschikbaar is voor exploitatie. De in de toekomst te maken kosten van sloop worden in het jaar dat de exploitatie door sloop in de toekomst wordt beëindigd ten laste van het resultaat in dat jaar verantwoord. Waardering na eerste verwerking Het sociaal vastgoed in exploitatie (gekwalificeerd als bedrijfsmiddel) wordt na eerste verwerking gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs) minus eventuele investeringssubsidies, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen uit hoofde van lagere bedrijfswaarde. De afschrijving is lineair gebaseerd op de verwachte gebruiksduur en rekening houdend met de componentenbenadering. Indien de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde van de opstallen in de loop van de tijd wijzigingen ondergaan, worden deze als een schattingswijziging verantwoord. De waardevermindering van de kostprijs als gevolg van de afwaardering naar lagere bedrijfswaarde na eerste verwerking wordt bepaald op het niveau van de kasstroomgenerende eenheid. De waardevermindering wordt separaat tot uitdrukking gebracht en in het resultaat verantwoord als bijzonder waardeverminderingsverlies. Uitgaven na eerste verwerking Uitgaven na eerste verwerking ten behoeve van een kasstroomgenererende eenheid (product-markt combinatie) die voldoen aan de algemene activeringscriteria worden geactiveerd. De beoordeling of en in hoeverre hierbij sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt gebaseerd op de product-markt combinatie waarop de uitgaven na eerste verwerking betrekking hebben. Voor zover de kasstromen voortvloeiend uit de product marktcombinatie en uit de uitgaven na eerste verwerking lager zijn dan de boekwaarde op basis van historische kosten verhoogd met de uitgaven na eerste verwerking, wordt het nadelig verschil ten laste van de winsten verliesrekening gebracht en verantwoord onder “Overige waardeveranderingen materiële vaste activa”. Indeling Het woningbezit is opgedeeld naar kasstroomgenerende eenheden (product-markt combinaties) waarvoor per eenheid een daarop gericht beleid is bepaald. Bij de indeling naar en/product markt combinaties) is bepalend de differentiatie in de vastgoedsturing van de corporatie ten aanzien van huur, onderhoud, bouwjaar en wijkgerichte aanpak. Verder zijn hierbij bepalende factoren: locatie, woningtype, doelgroep en prijsklasse. De indeling sluit derhalve aan op het strategische vastgoedbeleid van de corporatie. Kosten van groot onderhoud In de kostprijs van de materiële vaste activa worden de kosten van groot onderhoud opgenomen, zodra deze kosten zich voordoen en aan de activeringscriteria is voldaan. De boekwaarde van de te vervangen bestanddelen word dan als gedesinvesteerd beschouwd en ineens ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht (toepassing componentenbenadering). Alle overige onderhoudskosten worden direct in de winsten verliesrekening verwerkt.
56
Jaarverslag 2014
Buitengebruikstelling of afstoting Materiële vaste activa buitengebruik worden gesteld (sloop) op basis van het criterium “intern geformaliseerd” worden lineair tot nihil afgeschreven gedurende de resterende gebruiksduur tot aan het moment van sloop. De sloopkosten worden in het jaar van uitgave ten laste van het resultaat gebracht. Materiële vaste activa die worden afgestoten (verkoop binnen vijf jaar) op basis van een geformaliseerd verkoopplan worden gewaardeerd tegen de boekwaarde of lagere opbrengstwaarde (indien van toepassing) onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de resterende gebruiksduur tot aan het moment van verkoop. De afschrijving wordt beëindigd indien de verkoopopbrengst als restwaarde hoger zal zijn dan de boekwaarde.
Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed Dit betreft lopende investeringen in nieuwe complexen (nieuwbouw) en bestaande complexen (woningverbetering, herstructurering) . Waardering vindt plaats tegen de kostprijs onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen als gevolg van een lagere realiseerbare waarde (bedrijfswaarde). De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en de hieraan direct toerekenbare overige kosten. Verder wordt rente tijdens de bouw op vreemd vermogen geactiveerd. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de intrestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Voor zover geen specifieke leningen zijn aangetrokken, wordt de geactiveerde rente berekend op basis van de gewogen gemiddelde over de rentedragende schulden. Bijzondere waardeverminderingen worden in de jaarrekening verantwoord bij het aangaan van feitelijke investeringsverplichtingen inzake het sociaal vastgoed. Hiervan is sprake zodra voldaan wordt aan de criteria “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Intern geformaliseerd: zodra het bestuur het onomkeerbare besluit heeft genomen nadat de definitieve ontwerpfase is vastgesteld. Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering in het geval de vastgoedontwikkeling onderdeel zal worden van de bestaande kasstroomgenerende eenheid (product-markt combinatie), te weten bij woningverbetering en herstructurering, wordt rekening gehouden met de bedrijfswaarde van de bestaande kasstroomgenerende eenheid. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de bestede kosten van het sociaal vastgoed in ontwikkeling, wordt het vastgoed naar nihil afgewaardeerd en wordt voor het resterende bedrag van de waardevermindering een voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen aan de creditzijde van de balans opgenomen. Grondposities Ingenomen grondposities (al dan niet met opstallen) worden aangeschaft met het oog op (her)ontwikkeling van huur- en verkoopprojecten. Aangezien er nog geen inzicht bestaat in aard, omvang en samenstelling van deze projecten, worden de posities gerubriceerd onder de post “Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie”. De posities worden gewaardeerd tegen historische kostprijs en bijkomende kosten of lagere realiseerbare waarde. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Tijdelijke exploitatiekasstromen uit de opstallen worden in het resultaat verantwoord.
Jaarverslag 2014
57
Gecombineerde
bouwprojecten
(bouw
van
sociale
huurwoningen
en
koopwoningen) Het bijzonder waardeverminderingsverlies bij het aangaan van de investeringsverplichting inzake het sociaal vastgoed wordt zonder saldering met te verwachten wint op verkoopwoningen verantwoord in het resultaat onder de post “Overige waardeveranderingen materiële vaste activa”. De winst behaald met de verkoop van koopwoningen wordt eerst in het jaar van verkoop in het resultaat onder de post “Resultaat verkoop vastgoedportefeuille” verantwoord.
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs), minus eventuele investeringssubsidies, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. Verder wordt rente tijdens de bouw op vreemd vermogen geactiveerd. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de intrestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Voor zover geen specifieke leningen zijn aangetrokken, wordt de geactiveerde rente berekend op basis van de gewogen gemiddelde rente over de rentedragende schulden. De afschrijving is lineair en gebaseerd op de verwachte gebruiksduur rekening houdend met de restwaarde. Indien de verwachting omtrent de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd wijzigingen ondergaat, worden deze wijzigingen als een schattingswijziging verantwoord. Buiten gebruik gestelde onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs dan wel de lagere opbrengstwaarde. De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of wanneer geen toekomstige prestatieeenheden van het gebruik of de vervreemding worden verwacht.
Vastgoedbeleggingen
Commercieel vastgoed in exploitatie
Classificatie Het vastgoed in exploitatie wordt op objectniveau geclassificeerd naar sociaal en commercieel vastgoed, rekening houdend met de criteria van de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Op grond van deze criteria omvat het commercieel vastgoed de woningen met een huurprijs boven de huurliberalisatiegrens (huurtoeslaggrens), het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed. Waardering bij eerste verwerking Bij de eerste verwerking wordt het commercieel vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, inclusief transactiekosten minus eventuele investeringssubsidies.
58
Jaarverslag 2014
De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van de bestede externe kosten en de hieraan direct toerekenbare kosten. Verder wordt rente tijdens de bouw geactiveerd. De afschrijving vangt aan zodra het commercieel vastgoed beschikbaar is voor exploitatie. De in de toekomst te maken kosten van sloop worden in het jaar dat de exploitatie door sloop in de toekomst wordt beëindigd ten laste van het resultaat in dat jaar verantwoord. Waardering na eerste verwerking Het sociaal vastgoed gekwalificeerd als vastgoedbelegging en het commercieel vastgoed in exploitatie wordt na eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde overeenkomstig het actuele waardemodel van Richtlijn 213 “Vastgoedbeleggingen”. De reële waarde wordt bepaald met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop toegelaten instellingen actief zijn en de bepalingen zoals opgenomen in het Bbsh. De reële waarde wordt gebaseerd op de geschatte marktwaarde in verhuurde staat en is door een onafhankelijke en ter zake deskundige externe taxateur bepaald op basis van de huidige prijzen in een actieve markt voor soortgelijk vastgoed op dezelfde locatie en in dezelfde staat. De afschrijving is lineair gebaseerd op de verwachte gebruiksduur en rekening houdend met de componentenbenadering. Indien de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde van de opstallen in de loop van de tijd wijzigingen ondergaan, worden deze als een schattingswijziging verantwoord. De restwaarde is gebaseerd op taxatiewaarde. Er wordt eens in de twee jaar getaxeerd. Na eerste verwerking wordt een waardevermindering of – vermeerdering van de kostprijs als gevolg van de waardering tegen reële waarde (i.c. geschatte marktwaarde in verhuurde staat) bepaald op het niveau van de kasstroomgenerende eenheid. De waardevermindering of - vermeerdering wordt separaat tot uitdrukking gebracht en in het resultaat verantwoord als “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedbeleggingen”. Uitgaven na eerste verwerking Uitgaven na eerste verwerking ten behoeve van een kasstroomgenererende eenheid die voldoen aan de algemene activeringscriteria worden geactiveerd tegen kostprijs of lagere marktwaarde. De beoordeling of en in hoeverre hierbij sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt gebaseerd op de uitgaven na eerste verwerking betrekking hebben. Voor zover de marktwaarde van de markt rekening houdend met de uitgaven na eerste verwerking lager is dan de boekwaarde op basis van historische kosten verhoogd met de uitgaven na eerste verwerking, wordt het nadelig verschil ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht en verantwoord onder “Nietgerealiseerde waardeveranderingen vastgoedbeleggingen”. Indeling Het commercieel vastgoed in exploitatie is opgedeeld naar kasstroomgenerende eenheden (complexen) waarvoor per een daarop gericht beleid is bepaald. Bij de indeling naar complexen) is bepalend.
Jaarverslag 2014
59
Kosten van groot onderhoud In de kostprijs van het commercieel vastgoed worden de kosten van groot onderhoud opgenomen, zodra deze kosten zich voordoen en aan de activeringscriteria is voldaan. De boekwaarde van de te vervangen bestanddelen wordt dan als gedesinvesteerd beschouwd en ineens ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht (toepassing componentenbenadering). Alle overige onderhoudskosten worden direct in de winsten verliesrekening verwerkt. Buitengebruikstelling of afstoting Commercieel vastgoed dat buitengebruik wordt gesteld (sloop) op basis van het criterium “intern geformaliseerd” wordt lineair tot nihil afgeschreven gedurende de resterende gebruiksduur tot aan het moment van sloop. De sloopkosten worden in het jaar van uitgave ten laste van het resultaat gebracht. Commercieel vastgoed dat wordt afgestoten (verkoop binnen vijf jaar) op basis van een geformaliseerd verkoopplan wordt gewaardeerd tegen de boekwaarde of lagere opbrengstwaarde (indien van toepassing) onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de resterende gebruiksduur tot aan het moment van verkoop. De afschrijving wordt beëindigd indien de verkoopopbrengst als restwaarde hoger zal zijn dan de boekwaarde.
Commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Vastgoed Dit betreft lopende investeringen in nieuwe complexen (nieuwbouw) en bestaande complexen (woningverbetering, herstructurering) voor gebruik als vastgoedbelegging. Waardering vindt plaats is tegen de kostprijs onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen als gevolg van een lagere realiseerbare waarde (indien van toepassing). De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs), rekening houdend met eigen ontwikkelingskosten en overige hieraan direct toerekenbare kosten. Verder wordt rente tijdens de ontwikkelingsperiode rente op vreemd vermogen geactiveerd. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de intrestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Voor zover geen specifieke leningen zijn aangetrokken, wordt de geactiveerde rente berekend op basis van de gewogen gemiddelde rente over de rentedragende schulden. Bijzondere waardeverminderingen worden in de jaarrekening verantwoord bij het aangaan van feitelijke investeringsverplichtingen inzake het commercieel vastgoed. Hiervan is sprake zodra voldaan wordt aan de criteria “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Intern geformaliseerd: zodra het bestuur het onomkeerbare besluit heeft genomen nadat de definitieve ontwerpfase is vastgesteld. Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering in het geval de vastgoedontwikkeling onderdeel zal worden van de bestaande kasstroomgenerende eenheid , te weten bij woningverbetering en herstructurering, wordt rekening gehouden met de reële waarde (i.c. marktwaarde) van de bestaande kasstroomgenerende eenheid. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de bestede kosten van het commercieel vastgoed in ontwikkeling, wordt het vastgoed naar nihil afgewaardeerd en wordt voor het resterende bedrag van de waardevermindering een voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen aan de creditzijde van de balans opgenomen.
60
Jaarverslag 2014
Financiële activa Deelnemingen: Deelnemingen in groepsmaatschappijen, Andere deelnemingen
De deelnemingen van Stichting Clavis in groepsmaatschappijen en andere deelnemingen (niet-groepsmaatschappijen) waarin zij invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid worden tegen de vermogensmutatiemethode gewaardeerd. Overeenkomstig deze methode, worden genoemde deelnemingen in de balans opgenomen tegen het aandeel van Stichting Clavis in de nettovermogenswaarde vermeerderd met haar aandeel in de resultaten van de deelnemingen vanaf het moment van verwerving, bepaald volgens de grondslagen zoals vermeld in deze jaarrekening. In de winst- en verliesrekening wordt het aandeel van Stichting Clavis in het resultaat van de deelnemingen opgenomen. Indien en voor zover Stichting Clavis niet zonder beperking uitkering van de positieve resultaten aan haar kan bewerkstelligen, worden de resultaten in een wettelijke reserve opgenomen. Haar aandeel in de rechtstreekse vermogensvermeerderingen en -verminderingen van de deelnemingen wordt ook in de wettelijke reserve opgenomen met uitzondering van herwaarderingen van activa die als ongerealiseerde waardestijging in het eigen vermogen worden verwerkt. Indien de waarde van de deelneming gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode nihil is geworden, wordt deze methode niet langer toegepast en blijft de deelneming bij ongewijzigde omstandigheden op nihil gewaardeerd. Bij de afwaardering worden andere langlopende belangen in de deelneming die feitelijk worden aangemerkt als een onderdeel van de netto-investering, ook meegenomen. Indien en voor zover geheel of ten dele voor de schulden van de deelneming wordt ingestaan respectievelijk een feitelijke verplichting bestaat de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening opgenomen. Een vervolgens verkregen aandeel in de winst van de deelneming wordt pas weer verwerkt indien en voor zover het cumulatief niet-verwerkte aandeel in het verlies is ingelopen. De andere deelnemingen waarop Stichting Clavis geen invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid, worden tegen de verkrijgingsprijs gewaardeerd. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de winst- en verliesrekening.
Vorderingen: vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen, leningen u/g en overige vorderingen
Bij eerste verwerking worden de vorderingen gewaardeerd tegen de reële waarde, inclusief eventuele transactiekosten.
Latente belastingvorderingen en -verplichtingen
Een latente belastingvordering of -verplichting wordt gevormd voor tijdelijke verschillen tussen de waardering van activa en passiva volgens jaarrekeninggrondslagen en fiscale grondslagen. Verder wordt een latente belastingvordering opgenomen voor verrekenbare tijdelijke waarderingsverschillen en voor beschikbare voorwaartse verliescompensatie voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst fiscale winst beschikbaar zal zijn voor verrekening. Bij de inschatting van verrekenbare fiscale winsten wordt geen rekening gehouden met toekomstige (beleids)beslissingen van de corporatie.
Jaarverslag 2014
61
De berekening van de latente belastingvorderingen en –verplichtingen geschiedt tegen de op het einde van het boekjaar geldende belastingtarieven dan wel tegen de in komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet vastgelegd. De waardering van latente belastingverplichtingen en -vorderingen wordt gebaseerd op de fiscale gevolgen van de door de groep, per balansdatum, voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van de betreffende activa en passiva waarbij sprake is van tijdelijke waarderingsverschillen. Voor zover belastinglatenties naar verwachting na vijf jaar afwikkelen vindt waardering tegen contante waarde plaats. Contantmaking geschiedt tegen een disconteringsvoet op basis van de voor de rechtspersoon geldende rente voor langlopende leningen, onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief. Latenties die op zeer lange termijn worden afgewikkeld worden niet in de jaarrekening opgenomen aangezien de contante waarde ervan naar nihil tendeert. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa indien de verwachte looptijd groter is dan een jaar. De latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen, waarbij zoveel mogelijk is aangegeven in welke mate de verplichtingen als langlopend zijn te beschouwen. Saldering De niet-latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien is voldaan aan de algemene voorwaarden voor saldering. Fiscale eenheid vennootschapsbelasting Tussen Stichting Clavis, Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V., Clavis Beheer B.V. en Clavis Ontwikkeling B.V. bestaat een fiscale eenheid. De verrekening van de belastingen binnen deze eenheid vindt plaats alsof elke maatschappij zelfstandig belastingplichtig is.
Voorraden
Overige voorraden
De voorraad onderhoudsmaterialen wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere opbrengstwaarde.
Onderhanden werken
Onderhanden werken in opdracht van derden (hierna: onderhanden werken) worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectkosten vermeerderd met de toegerekende winst en verminderd met verwachte verliezen en gedeclareerde termijnen. Het nettobedrag per onderhanden project wordt verwerkt als actief of als schuld, indien het saldo van het onderhanden project een debet- respectievelijk creditstand vertoont. De werkopbrengsten en -kosten uit hoofde van het onderhanden werk worden als opbrengsten en kosten in de winst- en verliesrekening naar rato van de verrichte prestatie per balansdatum verwerkt, indien het resultaat van een onderhanden werk op betrouwbare wijze kan worden ingeschat (“percentage of completion”- methode). Als het resultaat van een onderhanden werk niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, worden de opbrengsten alleen verwerkt in de winst- en verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte werkkosten dat waarschijnlijk kan worden verhaald en
62
Jaarverslag 2014
worden de werkkosten in de winst- en verliesrekening verwerkt in de periode waarin ze zijn gemaakt (“percentage of completion with zero profit”-methode). Als er geen onzekerheden meer bestaan ten aanzien van het op betrouwbare wijze kunnen inschatten van het resultaat van een onderhanden werk, worden de cumulatieve werkopbrengsten verwerkt in de winst- en verliesrekening op basis van de mate van verrichte prestaties op het moment van het niet meer bestaan van onzekerheden. Als het waarschijnlijk is dat de totale werkkosten de totale werkopbrengsten zullen overschrijden, worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de winst- en verliesrekening verwerkt. De werkkosten bestaan uit de directe werkkosten, de opslag voor kosten die toerekenbaar zijn aan werkactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan het werk gebaseerd op het normale niveau van werkactiviteiten, en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend, exclusief de rente op het vreemd vermogen. Uitgaven die verband houden met werkkosten die na de balansdatum tot te verrichten prestaties leiden, zijn als voorraden (onderhanden werk of vooruitbetalingen op voorraden) of als overlopende activa verwerkt indien het waarschijnlijk is dat ze in een volgende periode zullen leiden tot opbrengsten.
Vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde, welke in een zakelijke transactie gelijk is aan de kostprijs. Na eerste verwerking vindt waardering plaats tegen de geamortiseerde kostprijs onder aftrek van voorzieningen voor oninbaarheid.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, bank- en girotegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Classificatie eigen vermogen en vreemd vermogen
Een financieel instrument of de afzonderlijke componenten van het instrument worden in de geconsolideerde jaarrekening als vreemd vermogen of als eigen vermogen geclassificeerd overeenkomstig de economische realiteit van de contractuele overeenkomst waaruit het financieel instrument voortvloeit. In de enkelvoudige jaarrekening wordt een financieel instrument geclassificeerd overeenkomstig de juridische realiteit. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot een (deel van een) financieel instrument worden in de jaarrekening opgenomen afhankelijk van de classificatie van het financieel instrument als financiële verplichting respectievelijk als eigen-vermogensinstrument.
Voorzieningen
Een voorziening wordt gevormd voor verplichtingen waarvan het waarschijnlijk is dat zij zullen moeten worden afgewikkeld door uitstroom van middelen en waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. De omvang van de voorziening wordt bepaald door de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen en verliezen per balansdatum af te wikkelen. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, met uitzondering van de voorzieningen die tegen contante waarde worden gewaardeerd als het effect van de tijdswaarde materieel is.
Jaarverslag 2014
63
Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen
Verliezen als gevolg van onrendabele investeringen en herstructureringen worden op moment dat sprake is van een feitelijke verplichting (intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd) als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van de product-markt combinatie waartoe de investeringen en herstructureringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van de betreffende product-marktcombinatie overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verliezen wordt in dit verband verstaan de nadelige verschillen tussen de uitgaven voor investeringen en herstructurering en de aan deze uitgaven toe te rekenen bedrijfswaarde (betreffende de materiële vaste activa) respectievelijk marktwaarde (betreffende de vastgoedbeleggingen), rekening houdend met de bedrijfswaarde respectievelijk de marktwaarde van het bestaand product-markt combinatie in het geval de investeringen en herstructureringen hiertoe gaan behoren.
Financiële passiva
Schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde verminderd met (in geval van een financiële verplichting die niet tegen reële waarde, met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, is opgenomen) de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve rentemethode. Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Winst of verlies worden in de winst- en verliesrekening opgenomen zodra de verplichtingen niet langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het amortisatieproces. Onder de overige schulden zijn van huurders ontvangen waarborgsommen opgenomen, welke bij mutatie van de woning worden terugbetaald verhoogd met rente.
Derivaten en hedge accounting
De groep maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten) zoals renteswaps ter afdekking van de gelopen risico’s betreffende renteschommelingen. Op het moment van de eerste verantwoording rubriceert de groep de derivaten onder de reikwijdte van RJ 290 op portefeuillebasis in de subcategorieën: ‘Derivaten met toepassing van kostprijshedge-accounting’ en ‘Overige derivaten met een andere onderliggende waarde dan beursgenoteerde aandelen of obligaties’ (zoals renteswaps). Derivaten met toepassing van kostprijshedge-accounting De afdekkingen worden verwerkt volgens kostprijshedge-accounting, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: • documentatie van de algemene hedgestrategie, hoe de hedgerelaties passen in de doelstellingen van risicobeheer en de verwachting aangaande de effectiviteit van deze hedgerelaties; • documentatie van de in het soort hedgerelatie betrokken hedge-instrumenten en afgedekte posities; • verwerking van de ineffectiviteit in de winst-en-verliesrekening: bij derivaten in een kostprijshedge-relatie waarbij deels sprake is van hedge-ineffectiviteit, wordt indien per balansdatum de reële waarde lager is dan de kostprijs, voor het ineffectieve deel dit verschil in de winst- en verliesrekening onder de post “Waardeveranderingen van financiële vaste activa en van vlottende effecten” verwerkt.
64
Jaarverslag 2014
De afdekkingen die aan deze voorwaarden voor hedge-accounting voldoen, worden als volgt verantwoord: • Indien de afgedekte post tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, wordt ook het derivaat tegen kostprijs gewaardeerd. • Zolang de afgedekte post (i.c. toekomstige herfinancieringen op bestaande leningen) in de kostprijshedge nog niet in de balans is verwerkt, wordt het hedge-instrument niet geherwaardeerd. • De resultaten op het hedge-instrument worden gelijktijdig verantwoord met de resultaten op de afgedekte post. • Per balansdatum wordt de omvang van de risicopositie in de afgedekte post in de hedge-relatie vergeleken met de omvang van de risicomitigerende werking van het hedge-instrument. Indien het hedge-instrument een grotere omvang heeft dan de afgedekte post, is sprake van ineffectiviteit en wordt het ineffectieve deel tegen reële waarde gewaardeerd met waardewijzigingen in de winst- en verliesrekening tegen kostprijs. • In het geval een rentecap deel uitmaakt van een hedge-relatie (afdekking renterisico) en voor de aankoop ervan een eenmalige premie is betaald, wordt deze premie lineair geamortiseerd over de looptijd van de afgedekte post. Kostprijshedge-accounting wordt beëindigd indien: • Het hedge-instrument afloopt, wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend. Het cumulatieve gerealiseerde resultaat op het hedge-instrument dat nog niet in de winst- en verliesrekening is verwerkt toen er sprake was van een effectieve hedge, wordt afzonderlijk in de overlopende posten in de balans verwerkt tot de afgedekte transactie plaatsvindt. • De hedge-relatie niet meer voldoet aan de criteria voor hedge accounting. Indien de afgedekte positie een in de toekomst verwachte transactie betreft, vindt de verwerking van de hedgeresultaten als volgt plaats: • Indien de verwachte transactie naar verwachting nog plaatsvindt, wordt hedge accounting vanaf dat moment stopgezet. Het hiermee samenhangende cumulatieve resultaat op het hedge-instrument dat in de periode waarin de hedge effectief was buiten de winst- en verliesrekening of off-balance was gehouden, blijft afhankelijk van de situatie off balance of op de balans. Indien de verwachte transactie naar verwachting niet meer plaatsvindt wordt het hiermee samenhangende cumulatieve resultaat op het hedge-instrument dat in de periode waarin de hedge effectief buiten de winst- en verliesrekening of off-balance was gehouden, naar de winst- en verliesrekening overgebracht. In een contract besloten (‘embedded’) derivaten Indien in enig contract zodanige bepalingen en afspraken zijn opgenomen die voldoen aan de kenmerken van een derivaat (‘embedded derivaat’) stelt de Groep vast of deze bepalingen en afspraken van het contract afgescheiden dienen te worden; afscheiding vindt plaats als: • er geen nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract; en • een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat; en • het samengestelde instrument niet tegen reële waarde wordt gewaardeerd met verwerking van de reële waardeveranderingen in het resultaat.
Jaarverslag 2014
65
Voor zover het afgescheiden derivaat niet kan worden aangewezen als onderdeel van een hedge-relatie en hedge-accounting kan worden toegepast (zie hierna onder “Derivaten aangehouden voor hedging doeleinden”) wordt het afgescheiden derivaat geclassificeerd als “Overige derivaten”. In bepaalde huurcontracten is een huurprijsindexatieformule met referentie aan prijsindexcijfers opgenomen; geconcludeerd is dat geen sprake is van een af te scheiden derivaat. In enkele leningsovereenkomsten zijn bepalingen opgenomen waarbij de leningverstrekker het recht heeft om op een tijdstip in de toekomst de rentevoet vast te stellen op een vast rentepercentage of de op dat moment geldende marktrente. Geconcludeerd is dat dit recht kwalificeert als een embedded derivaat (‘geschreven optie’) met eigen kenmerken die niet voldoende aansluiten op de kenmerken van de leningovereenkomst en afgescheiden moet worden. Dit betekent tevens dat het derivaat niet kwalificeert voor een hedge relatie resp. hedge-accounting; het derivaat wordt verwerkt als “Derivaten”. Overige derivaten Overige derivaten zijn derivaten welke niet kwalificeren voor een hedgerelatie resp. –accounting. Omdat de onderliggende waarde geen beursgenoteerd aandeel is wordt het derivaat gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde. Van opgenomen leningen afgescheiden embedded derivaten worden op moment van eerste verwerking van de lening de reële waarde van het embedded derivaat bepaald; de initieel bepaalde reële waarde is de kostprijs voor de door de groep toegepaste waardering van embedded derivaten tegen kostprijs of lagere marktwaarde. De initiële waardering van de lening (zonder het embedded derivaat) wordt bepaald als het verschil tussen de reële waarde van het gehele contract en de initiële reële waarde van het embedded derivaat; het verschil tussen het nominaal af te lossen leningbedrag en de reële waarde van de lening wordt door middel van de effectieve rente geamortiseerd over de looptijd van de lening; Op elke balansdatum wordt de reële waarde van het embedded derivaat opnieuw bepaald. Is sprake van een waardedaling (in de zin van een toegenomen negatieve waarde) dan wordt het waardeverschil ten laste van het resultaat verwerkt; een afname van de waardedaling op een later tijdstip wordt in dat betreffende boekjaar teruggenomen tot het bedrag van de kostprijs van het embedded derivaat. De waarde van het derivaat wordt lineair geamortiseerd over de looptijd van het derivaat.
Niet langer in de balans opnemen van financiële activa en passiva Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen.
66
Jaarverslag 2014
Grondslagen van resultaatbepaling in de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening Algemeen
Baten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben voor zover deze gerealiseerd zijn. De kosten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. (Voorzienbare) verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden en overigens wordt voldaan aan de voorwaarden voor het opnemen van voorzieningen.
Bedrijfsopbrengsten
Onder de bedrijfsopbrengsten worden die omzetcategorieën opgenomen, welke kenmerkend zijn voor het bedrijfstype van woningcorporaties. Dit betreft voornamelijk de opbrengst respectievelijk uit de verhuur van woningen, verkoop van woningen (voor derden en uit eigen bezit) en leveringen van aanvullende diensten jegens huurders.
Huuropbrengsten Opbrengsten uit de levering van (huur)diensten worden verantwoord naar rato van de geleverde prestaties. De huuropbrengsten zijn het resultaat van het gevoerde huurprijsbeleid van de groep, rekening houdend met de door het Rijk bepaalde kaders (zoals maximale huurverhoging, maximaal redelijke huur en maximale huursomstijging) en onder aftrek van huurderving wegens leegstand en oninbaarheid. Opbrengsten servicecontracten
De opbrengsten servicecontracten betreffen vergoedingen van huurders boven de netto huurprijs voor leveringen en diensten (zoals energie, water, huismeesters, schoonmaakkosten). De opbrengsten worden verminderd met derving wegens oninbaarheid. De kosten van de leveringen en diensten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten.
Resultaat verkoop vastgoedportefeuille
De verkoop van vastgoed is een regulier onderdeel van de bedrijfsactiviteiten en wordt derhalve als onderdeel van de omzet verantwoord. Opbrengst uit verkoop van vastgoed wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt als alle belangrijke rechten op economische voordelen alsmede alle belangrijke risico’s met betrekking tot de activa zijn overgedragen aan de koper, het bedrag van de opbrengst op betrouwbare wijze kan worden bepaald en ontvangst van de opbrengst waarschijnlijk is. Op basis van deze criteria wordt onder deze post de verkoopopbrengst van huurwoningen (sociaal vastgoed en commercieel vastgoed in exploitatie) onder aftrek van verkoopkosten en de boekwaarde verantwoord. De boekwaarde is op basis van historische kosten of lagere bedrijfswaarde (sociaal vastgoed) respectievelijk historische kosten of lagere marktwaarde (commercieel vastgoed). Winsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn.
Jaarverslag 2014
67
Geactiveerde productie voor eigen bedrijf
Onder deze post worden de kosten van het eigen werkapparaat welke direct toerekenbaar zijn aan investeringen in onroerende zaken in ontwikkeling verantwoord en als zodanig geactiveerd onder onroerende zaken in ontwikkeling (te weten: sociaal vastgoed of commercieel vastgoed in ontwikkeling dan wel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop).
Overige bedrijfsopbrengsten
Hieronder vallen onder andere aan derden doorberekende kosten voor overige dienstverlening inzake administratieve dienstverlening, uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden, bemiddeling huurtoeslag, inschrijfgelden woningzoekenden e.d.
Bedrijfslasten
Afschrijvingen op materiële vaste activa en commercieel vastgoed
De afschrijvingen op materiële vaste activa, commercieel vastgoed en onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur (is doorgaans de geschatte economische levensduur). Met een mogelijke restwaarde van de opstallen wordt geen rekening gehouden aangezien wordt uitgegaan van sloop aan het einde van de economische levensduur, tenzij bij sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie de woningen binnen vijf jaar worden verkocht in welk geval de afschrijving wordt gestopt gelet op de hogere restwaarde door verkoop dan de boekwaarde.
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa
Hieronder worden (teruggenomen) afwaarderingsverliezen verantwoord voor in het boekjaar aangegane juridische en feitelijke investeringsverplichtingen inzake vaste activa en sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie. Daarnaast worden hieronder (teruggenomen) waardeverminderingen verantwoord inzake het sociaal vastgoed in exploitatie.
Bijzondere waardevermindering van vlottende activa
Hieronder worden afwaarderingsverliezen op huurderving debiteuren opgenomen.
Pensioenlasten
De groep heeft geen verdere verplichtingen uit hoofde van haar pensioenregeling anders dan de betaling van premies. In het geval van een tekort bij het pensioenfonds, alwaar de pensioenregeling is ondergebracht, heeft de groep geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, anders dan het voldoen van hogere toekomstige premies. De pensioenpremies worden als last in de winst- en verliesrekening verantwoord zodra zij verschuldigd zijn. Te betalen premie dan wel vooruitbetaalde premie per jaareinde wordt als overlopend passief respectievelijk overlopend actief verantwoord.
Onderhoudslasten
Onder deze post worden de kosten van door derden verrichte onderhoudswerkzaamheden verantwoord, voor zover de werkzaamheden in het jaar hebben plaatsgevonden alsmede inkoop van onderhoudsmaterialen. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging maar instandhouding van het actief.
68
Jaarverslag 2014
Leefbaarheid
Onder deze post zijn leefbaarheidsuitgaven inzake sociale activiteiten en fysieke activiteiten opgenomen. De uitgaven inzake sociale activiteiten omvatten wijk gebonden uitgaven voor ondersteuning van bewonersinitiatieven, gebiedsgericht personeel (zoals leefbaarheidscoördinator, wijkbeheerder, huismeester), leefbaarheidsonderzoeken en uitgaven voor activiteiten zoals welkomstbijeenkomsten nieuwe bewoners, bestrijding woonoverlast, buurtbemiddeling, opvang van dak- en thuislozen, schuldsaneringen, tweede kansbeleid et cetera. De uitgaven inzake fysieke activiteiten omvatten wijk gebonden uitgaven voor buurtcentra, bijzondere gebouwen (zoals wijksteunpunten, buurtposten, HOED), onderhoud groenvoorziening, speeltoestellen, beveiliging openbare ruimte, cameratoezicht, schoonmaakacties et cetera en uitgaven voor activiteiten zoals inbraakbeveiliging, brandpreventie, verlichting achterpad, afsluiting portieken et cetera.
Rentebaten en rentelasten
Rentebaten worden tijdsevenredig in de winst- en verliesrekening verwerkt rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost, indien hun bedrag bepaalbaar is en hun ontvangst waarschijnlijk. Rentelasten worden toegerekend aan de opeenvolgende verslagperioden naar rato van de resterende hoofdsom. (Dis)agio en aflossingspremies worden als rentelast aan de opeenvolgende verslagperioden toegerekend zodanig dat tezamen met de over de lening verschuldigde rentevergoeding de effectieve rente in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt en in de balans de amortisatiewaarde van de schuld. Periodieke rentelasten en soortgelijke lasten komen ten laste van het jaar waarover zij verschuldigd worden. Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en anders van de gewogen gemiddelde rentevoet van de rentedragende leningen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Rentelasten worden uitsluitend toegerekend voor de activa die als zodanig kwalificeren en indien de aan die actiefpost verbonden toekomstige economische voordelen naar verwachting voldoende groot zijn om de boekwaarde van die post inclusief de toegerekende rente te dekken en deze economische voordelen voldoende betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.
Belastingen
De belasting over het resultaat wordt berekend op basis van het in de winst- en verliesrekening verantwoorde resultaat, rekening houdend met fiscaal vrijgestelde posten en geheel of gedeeltelijk niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met de wijzigingen in de latente belastingvorderingen en –schulden uit hoofde van respectievelijk wijzigingen in het belastingtarief, herbeoordeling van de mogelijkheid tot realisatie van latente belastingvorderingen of een wijziging van de verwachte realisatie van een actief- of passiefpost.
Jaarverslag 2014
69
De aldus bepaalde belastingpost wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking heeft op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt.
Aandeel in resultaat van deelnemingen
Het aandeel in resultaat van deelnemingen gewaardeerd op nettovermogenswaarde is het resultaat van de deelnemingen bepaald op de waarderingsgrondslagen van Stichting Clavis. Het resultaat op deelnemingen gewaardeerd tegen de kostprijs is bepaald op basis van de ontvangen dividenden.
Grondslagen bij opstellen geconsolideerd kasstroomoverzicht Toepassing indirecte methode
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij het gebruik van de indirecte methode wordt de kasstroom uit operationele activiteiten afgeleid uit het resultaat. Het resultaat waar het kasstroomoverzicht van uitgaat, wordt aangepast aan de volgende posten: • mutaties in voorraden en operationele vorderingen en schulden, waaronder handelsdebiteuren en handelscrediteuren, voorzieningen en overlopende posten maar geen investeringscrediteuren; • resultaatposten die geen kasstroom tot gevolg hebben in dezelfde periode; • resultaatposten waarvan de ontvangsten en uitgaven niet classificeren als operationele activiteiten, maar als investerings- of financieringsactiviteiten.
Begrip geldmiddelen
De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en de vlottende effecten. De effecten kunnen worden beschouwd als zeer liquide beleggingen.
Rubricering van ontvangsten en uitgaven uit hoofde van intrest en dividend
Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van intrest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
70
Jaarverslag 2014
Toelichting op de geconsolideerde balans Materiële vaste activa 2014
2013
* € 1000
* € 1000
1. Sociaal vastgoed in exploitatie
2. Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
80.210
3.677
3.706
84.148
86.924
500
3. Onroerende en roerende goederen ten dienste van exploitatie
Sociaal vastgoed in exploitatie
Het verloop van deze posten is als volgt:
79.971
3.008
Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen expl.
Onroerende en roerende goederen t.d.v. exploitatie
2014
2013
2014
2013
2014
2013
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
132.221
128.716
920
865
5.322
4.913
-2.021
-2.085
0
0
0
0
-49.990
-45.374
0
0
-1.616
-1.308
80.210
81.257
3.008
865
3.706
3.605
4.285
3.251
0
0
0
0
983
604
1.777
3.306
366
409
0
0
-4.285
-3.251
0
0
Desinvesteringen
-717
-350
0
0
0
0
59
64
0
0
0
0
Afwaarderingen
-525
-205
0
2.088
0
0
0
0
0
0
0
0
-4.685
-4.617
0
0
-395
-308
361
206
0
0
0
0
-239
-1.047
-2.508
2.143
-29
101
136.772
132.221
-1.588
920
5.688
5.322
-1.962
-2.021
0
0
0
0
-54.839
-49.990
2.088
2.088
-2.011
-1.616
79.971
80.210
500
3.008
3.677
3.706
Stand 1 januari: Aanschafwaarde Eliminatie intercompany winsten Cumulatieve afschrijving en afwaardering Boekwaarde Mutaties: Opleveringen
Investeringen
Correctie investeringen (mutatie voorz.)
Eliminatie intercompany winsten Terugname afwaarderingen Afschrijvingen
Afschrijvingen desinvesteringen Totaal van de mutaties Stand 31 december: Aanschafwaarde Eliminatie intercompany winsten Cumulatieve afschrijvingen en afwaarderingen Boekwaarde
Jaarverslag 2014
71
Bedrijfswaarde Stand 1 januari
140.116
Mutatie
-18.027
Stand 31 december
122.089
1. Sociaal vastgoed in exploitatie
Afschrijvingen In het kader van RJ 645 (herzien 2011) is vanaf boekjaar 2012 de afschrijving op het sociaal vastgoed gewijzigd van annuïtair naar lineair en tevens gebaseerd op de componentenbenadering. Voor het boekjaar 2012 zijn daardoor de afschrijvingslasten inzake het sociaal vastgoed in exploitatie niet toegenomen. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie zijn, onder toepassing van de componentenbenadering bepaald volgens de lineaire methode op basis van de volgende verwachte gebruiksduur: • Grond: geen afschrijving • Casco: 50 jaar • Inrichting (keuken, badkamer/ toilet e.d.): 10 tot 15 jaar • Installaties (lift, cv, elektra e.d.): 20 tot 25 jaar • Woningverbetering: 30 jaar Waardering bij eerste verwerking In de kostprijs is tevens rente op schulden tijdens de bouw opgenomen. Gedurende het boekjaar 2014 is hiervoor een bedrag van € 1.757 geactiveerd. (2013 € 25.717) Sociaal vastgoed in exploitatie bestemd voor verkoop De corporatie heeft een verkoopplan opgesteld waarin 240 woningen bestemd zijn voor verkoop. De verwachte verkoop over de eerste 5 jaar zal 100 stuks bedragen. Hiervan zullen naar verwachting 20 woningen per boekjaar worden verkocht. De verwachte opbrengstwaarde van deze woningen bedraagt gemiddeld per jaar € 1.573.000 en de boekwaarde gemiddeld per jaar op basis van historische kosten € 143.000. Uitgangspunten bedrijfswaarde De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende levensduur van de complexen. De bedrijfswaarde is gebaseerd op doorexploitatie van het sociaal vastgoed totdat het vastgoed door sloop teniet gaat. Hierbij wordt een restwaarde voor de grond ingerekend afgeleid van de huidige bestemming van het sociaal vastgoed (i.c. sociale huurwoning). De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van het bestuur weergeven van zijn beleid en de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende economische levensduur van het complex. Deze veronderstellingen zijn nader geconcretiseerd in de onderstaande uiteenzetting van de gehanteerde uitgangspunten.
72
Jaarverslag 2014
De kasstroomprognoses zijn voor de eerste vijf jaar gebaseerd op de intern geformaliseerde meerjarenbegroting waarbij voor de verwachte kosten van contractueel aangegane onderhoudsverplichtingen, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan vijf jaar de contractperiode is ingerekend. De kosten van planmatig en groot onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren worden de kasstroomprognoses geschat door extrapolatie van de meerjarenbegroting gebruikmakend van een vast groeipercentage voor inflatie en huurstijging. Bij de bedrijfswaardeberekening zijn door de volgende uitgangspunten gehanteerd: Stijgingsparameters: jaarlijkse huurverhoging van 2015 - 2019 2,0% jaarlijkse huurderving van 1,5% als gevolg van leegstand (voorgaand jaar: 1,5%) jaarlijkse mutatiegraad van 11% jaarlijkse stijging van de overige exploitatie uitgaven van 2015-2019 2% (voorgaand jaar: 2,5%) jaarlijkse stijging van de onderhoudsuitgaven conform de inflatie voor bouwkostenontwikkeling van 2014-2018 3% (voorgaand jaar: 3%) Volumeparameters: klachten onderhoudsuitgaven (op basis van ervaringscijfers): € 106 per verhuureenheid (voorgaand jaar: € 146) planmatig en groot onderhoud (uitsluitend instandhouding) per complex: conform meerjarenonderhoudsbegroting, na begrotingsperiode op basis van gemiddelden per complex directe overige exploitatie uitgaven (belastingen, verzekering): € 250 per verhuureenheid (voorgaand jaar: € 250) heffing van overheidswege gekoppeld aan het sociaal vastgoed in exploitatie (verhuurderheffing): ingerekend tot einde looptijd en in de vergelijkende cijfers voor de jaren 2014 t/m 2017. Discontering: disconteringsvoet van 5,25 % voor woningen (voorgaand jaar: 5,25%); disconteringsmoment: medionummerando contantmakingsperiode: geschatte resterende economische levensduur zie verder onder tekstkader hierna van het complex met een minimum van 15 jaar voor complexen waarvoor geen concrete sloop- , renovatie- of verkoopplannen aanwezig zijn Overige aspecten: inrekenen restwaarde grond: € 100 m2 per grondgebonden woning en € 30.000 per appartement met een sociale huurbestemming. De huidige grondprijs geïndexeerd naar einde levensduur met 2% en gecorrigeerd voor toekomstig te maken kosten inzake uitplaatsing/sloop (€ 10.000). De gemiddelde restant grondwaarde bedraagt € 6.800 per woning. Inrekenen woningverkopen: tegen de contante waarde van de verwachte opbrengstwaarde minus verkoopkosten voor maximaal de eerstkomende vijf jaar op basis van een geformaliseerd verkoopplan en indien verkoop juridisch mogelijk is. Schattingen De schattingen met betrekking tot de bedrijfswaardebepaling welke inherent zijn aan deze waarderingsgrondslag, zijn van bijzonder belang door hun invloed op de jaarrekening
Jaarverslag 2014
73
en de waarschijnlijkheid dat toekomstige gebeurtenissen significant kunnen afwijken van de verwachtingen van het management zoals verwerkt in de bedrijfswaarde. Verstrekte zekerheden Zonder toestemming van het WSW is het de corporatie niet toegestaan om de woningen die met door het WSW geborgde leningen zijn gefinancierd te bezwaren met een beperkt recht ( recht van pand/hypotheek, recht van opstal, recht van erfpacht, recht van vruchtgebruik) of de verplichting aan te gaan om deze woningen met een zekerheidsrecht te bezwaren (positieve hypotheekverklaring). Als gevolg hiervan zijn de woningen die met geborgde leningen zijn gefinancierd, niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. Daarnaast heeft het WSW recht van eerste hypotheek op de woningen van de corporatie betreffende de door het WSW geborgde financiering. Voor de door het WSW verstrekte borgstelling heeft de corporatie een obligoverplichting gebaseerd op de omvang van de door het WSW geborgde leningen. Deze obligoverplichting is in de toelichting op de geconsolideerde balans vermeld onder de “Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa”.
2. Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Bouwrente Tijdens de bouw wordt rente op vreemd vermogen geactiveerd. Gedurende het boekjaar 2014 is hiervoor een bedrag van € 0 geactiveerd.
3. Onroerende en roerende goederen ten dienste van exploitatie
De afschrijvingen op de onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn bepaald volgens de lineaire methode op basis van de volgende verwachte gebruiksduur: • Bedrijfsterreinen: geen afschrijving • Automatisering: 3 jaar • Bedrijfsauto’s: 3 jaar • Inventaris kantoor: 5 of 10 jaar • Kantoorgebouw (componentenbenadering): - grond: geen afschrijving - casco: 40 jaar - iftinstallaties: 20 tot 25 jaar - verwarmingsinstallaties: 20 jaar
Vastgoedbeleggingen
4. Commercieel vastgoed in exploitatiew
5. Commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
74
2014
2013
* € 1000
* € 1000
22.887
22.895
500
604
23.387
23.499
Jaarverslag 2014
Het verloop van deze posten is als volgt:
Commercieel vastgoed in exploitatie
Commercieel vastgoed in ontwikkeling voor eigen expl.
2014
2013
2014
2013
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
21.855
22.006
604
598
-58
-90
0
0
1.098
0
0
0
22.895
21.916
604
598
Opleveringen
0
0
0
0
Investeringen
0
46
7
6
Desinvesteringen
0
-197
0
0
Waardemutatie
0
1.098
-111
0
Afschrijving
-8
-15
0
0
0
47
0
0
Totaal van de mutaties
-8
979
-104
6
21.855
21.855
611
604
-66
-58
0
0
1.098
1.098
-111
0
22.887
22.895
500
604
Boekwaarde 1 januari Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijving Ongerealiseerde herwaardering Boekwaarde Mutaties:
Afschrijvingen desinvesteringen
Stand 31 december: Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en afwaarderingen Ongerealiseerde herwaardering Boekwaarde
4. Commercieel vastgoed in exploitatie
Afschrijvingen De afschrijvingen op het commercieel vastgoed in exploitatie zijn, onder toepassing van de componentenbenadering, bepaald volgens de lineaire methode op basis van de volgende verwachte gebruiksduur: Woningen Commerciële ruimten Grond: geen afschrijving Grond: geen afschrijving Casco: 50 jaar Casco: 40 jaar Inrichting (keuken, bad e.d.): 10 tot 15 jaar Inrichting: 10 tot 15 jaar Installaties (lift, cv, electra e.d.): 20 tot 25 jaar Installaties: 20 tot 25 jaar Woningverbetering: 25 jaar Verbeteruitgaven: 20 jaar Waardering bij eerste verwerking In de kostprijs is tevens rente op schulden tijdens de bouw opgenomen. Gedurende het boekjaar 2014 is hiervoor geen bedrag van geactiveerd (2013 € 0). De hierbij gehanteerde rentevoet is 1,055 % (2013 1,043%).
Jaarverslag 2014
75
Uitgangspunten reële waarde Om het jaar word het commercieel vastgoed getaxeerd door een onafhankelijke en ter zake deskundige externe taxateur. Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde van het commercieel onroerend goed bedraagt circa € 17 miljoen.
5. Commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Waardering bij eerste verwerking In de kostprijs is tevens rente op schulden tijdens de bouw opgenomen. Gedurende het boekjaar 2014 is hiervoor geen bedrag geactiveerd (2013 € 0). De hierbij gehanteerde rentevoet is 1,055 % (2013 1,043%).
Financiele vaste activa 6. Andere deelnemingen 2014
Aan-/
01-01-2014
verkopen
* € 1000
* € 1000
Resultaat/ dividend deelneming
* € 1000
Waarde-
Boekwaarde
wijzigingen
31-12-2014
* € 1000
* € 1000
650
0
0
-234
416
Othene Zuid- Zuid Beheer B.V.
9
0
0
0
9
Othene Zuid-Zuid C.V.
9
0
-2
0
7
668
0
-2
-234
432
CV De Uithof III
Totaal
2013
CV De Uithof III Othene Zuid- Zuid Beheer B.V. Othene Zuid-Zuid C.V. Totaal
76
Boekwaarde
Boekwaarde
Aan-/
01-01-2013
verkopen
* € 1000
* € 1000
Resultaat/ dividend deelneming
* € 1000
Waarde-
Boekwaarde
wijzigingen
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
650
0
0
0
650
9
0
0
0
9
11
0
-2
0
9
670
0
-2
0
668
Jaarverslag 2014
7. Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen 2014
Boekwaarde
Nieuwe
Af-
Amortisatie/
Waarde-
Boekwaarde
01-01-2014
leningen
lossingen
rente
wijzigingen
31-12-2014
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
Othene Zuid-Zuid C.V.
729
0
0
15
0
744
Totaal
729
0
0
15
0
744
2013
Boekwaarde
Nieuwe
Af-
Amortisatie/
Waarde-
Boekwaarde
01-01-2013
leningen
lossingen
rente
wijzigingen
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
Othene Zuid-Zuid C.V.
714
0
0
15
0
729
Totaal
714
0
0
15
0
729
8. Latente belastingvordering(en)
Bij een aantal jaarrekeningposten is sprake van tijdelijke verschillen tussen de waardering van activa en passiva volgens jaarrekeninggrondslagen en fiscale grondslagen. Verder is sprake van fiscaal compensabele verliezen. De hieruit voortvloeiende latente belastingvorderingen worden hierna toegelicht: Leningen o/g en u/g In de jaarrekening is voor de leningenportefeuille een latente belastingverplichting respectievelijk -vordering tegen de contante waarde verantwoord voor het verschil tussen de waardering die de fiscus toepast (i.c. marktwaarde) en de waardering als toegepast in de jaarrekening (geamortiseerde kostprijs). De latentie loopt af over de resterende looptijd van de leningen.
Boekwaarde 1 januari
Dotaties ten laste van het resultaat
Vrijval ten gunste van het resultaat Boekwaarde 31 december
Jaarverslag 2014
2014
2013
* € 1000
* € 1000 387
398
0
-11
401
387
14
0
77
9. Leningen u/g De post leningen bestaat uit:
2014
2013
* € 1000
* € 1000
Verwerving grond (Zuiderpark)
45
45
Boekwaarde 31 december
46
45
Personeelsleningen (Fietsplan)
1
Het verloop van deze posten is als volgt:
Verwerving grond (Zuiderpark)
0
Personeelsleningen (Fietsplan)
2014
2013
2014
2013
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
45
45
0
1
Nieuwe leningen
0
0
1
0
Aflossingen
0
0
0
-1
45
45
1
0
Stand per 1 januari
Stand per 31 december
Vlottende activa Voorraden 10. Overige voorraden
Betreft de voorraad onderhoudsmaterialen Technische Dienst / in de magazijnen en servicewagens. 2014
2013
* € 1000
* € 1000 92
Overige voorraden
78
Jaarverslag 2014
164
11. Onderhanden werken 31-12-2014
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
Onderhanden werken Kerkhoflaan
439
Anna Bijnstraat
431
308
Kop vd Noordstraat
302
0
Lievenspolder
0
9
Korte Kerkstraat-Dijkstraat / Nieuwstraat Zuid
5
183
181
1.346
1.320
Oudelandse Hoek
407
Vorderingen
401
2014
2013
* € 1000
* € 1000
12. Huurdebiteuren
983
14. Overige vorderingen
131
13. Belastingen en premies sociale verzekeringen
986
306
15. Overlopende activa
376 40
61
118
1.481
1.520
12. Huurdebiteuren
De vordering op huurdebiteuren omvat naast de huren ook te vorderen servicekosten, herstelkosten en incassokosten. In de vordering op vertrokken huurders zijn tevens kosten van mutatieonderhoud voor rekening van de huurder begrepen. 31-12-2014
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
Vordering op huurdebiteuren Zittende huurders
Vertrokken huurders
401
324
1.127
1.152
983
986
726
Af: voorziening dubieuze debiteuren
Jaarverslag 2014
-144
828
-166
79
Het verloop van de voorziening dubieuze debiteuren is als volgt: 2014
2013
* € 1000
* € 1000
-166
-95
22
-71
-144
-166
Stand per 1 januari Mutatie Stand per 31 december
Eind 2014 bedraagt de huurvordering op de zittende huurders 2% van de huuropbrengsten (eind 2013: 2%).
13. Belastingen en premies sociale verzekeringen 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Te vorderen vennootschapsbelasting van het boekjaar
306
376
306
376
De post “Te vorderen vennootschapsbelasting” betreft de naar verwachting te vorderen belasting over het belastbaar bedrag van het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de fiscale waarderingsregels volgens de vaststellingsovereenkomst (VSO), berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten.
16. Liquide middelen Liquide middelen
2014
2013
* € 1000
* € 1000
Kas
2
Bank
67
Deposito’s
1
496
0
3.750
69
4.247
Er bestaan geen belangrijke beperkingen inzake de beschikbaarheid van geldmiddelen. Ze staan ter vrije beschikking van de groep.
80
Jaarverslag 2014
17. Groepsvermogen
Het aansprakelijk vermogen (groepsvermogen en achtergestelde schulden) bedraagt per balansdatum € 13.243 (2013: €20.704). Voor een toelichting op het groepsvermogen wordt verwezen naar de toelichting op de enkelvoudige balans. Voorzieningen
2014
2013
* € 1000
* € 1000
18. Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen
19. Voorziening latente belastingverplichtingen
0
440
992
1.004
992
1.444
18. Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Máxima
0
440
0
440
De voorzieningen zijn afgeboekt van de in explotatie genomen projecten.
19. Voorziening latente belastingverplichtingen
Bij een aantal jaarrekeningposten is sprake van tijdelijke verschillen tussen de waardering van activa en passiva volgens jaarrekeninggrondslagen en fiscale grondslagen. Resulterend in de volgende latente belastingverplichting: 2014
2013
* € 1000
* € 1000
De voorziening betreft 25% van de fiscale onderhoudvoorziening
992
1.004
Het verloop van de in de balans tot waardering gebrachte voorziening latente belastingverplichtingen in het boekjaar is op totaalniveau als volgt:
Boekwaarde 1 januari
25% over mutatie fiscale onderhoudsvoorziening 25% over verschil commercieel/fiscale afschrijving Boekwaarde 31 december
Jaarverslag 2014
2014
2013
* € 1000
* € 1000
1.004
856
-62
-113
992
1.004
50
261
81
Langlopende schulden 2014 Rente % 20. Schulden/leningen kredietinstellingen
3,48
21. Derivaten
> 5 jaar 46.254
> 1jaar
Totaal
24.311
72.365
7.006
7.006
2013 Rente % 20. Schulden/leningen kredietinstellingen 21. Derivaten
3,82
> 5 jaar 46.254
> 1jaar
Totaal
30.204
78.258
Saldo per 01-01-2013 3.105 (stelselwijziging)
20. Schulden/leningen kredietinstellingen Verloop leningen Stand per 1 januari
Nieuwe leningen
Aflossingen
Stand per 31 december
2014
2013
* € 1000
* € 1000
78.258
72.144
-12.093
-1.886
72.365
78.258
6.200
8.000
Zekerheden Van de leningen overheid en kredietinstellingen is € 72,3 miljoen (2013 € 78,2 miljoen) geborgd door het WSW. Voor de door het WSW geborgde leningen heeft Stichting Clavis zich verbonden het onderliggend onroerend goed in exploitatie niet zonder toestemming te bezwaren, van bestemming te veranderen, te vervreemden of teniet doen gaan. Aflossingssysteem De leningen worden afgelost op basis van het lineaire, annuïtaire dan wel het fixe kostprijssysteem. Aflossingsverplichting In 2015 zullen de aflossingen op de leningen kredietinstellingen € 9.176.000 bedragen. Reële waarde De reële waarde van de langlopende schulden bedraagt € 82,8 miljoen en is bepaald aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen de geldende marktrente van 2%.
82
Jaarverslag 2014
21. Derivaten Voor derivaten die niet voldoen aan de voorwaarden van kostprijs hedge-accounting en naar lagere reële waarde worden afgewaardeerd, wordt bij een negatieve reële waarde, een schuld opgenomen ter grootte van die negatieve reële waarde. Voor een specificatie van deze schuld wordt verwezen naar paragraaf “Financiële instrumenten” onderdeel Hedges.
22. Overige schulden 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Waarborgsommen
561
542
561
542
De onder overige schulden opgenomen waarborgsommen betreffen de uit hoofde van de huurovereenkomst van huurders ontvangen bedragen die dienen als eerste zekerheid voor de voldoening van het bedrag dat bij beëindiging van de huurovereenkomst door de huurder aan mutatiekosten en achterstallige huur verschuldigd mocht zijn. De waarborgsom bedraagt gemiddeld € 187,69 per VHE. Jaarlijks wordt 2% rente toegerekend. De waarborgsom inclusief samengestelde rente wordt bij beëindiging van de huurovereenkomst verrekend.
Kortlopende schulden
23. Schulden aan kredietinstellingen 24. Schulden aan leveranciers 25. Gemeenten
26. Belastingen en premies sociale verzekeringen
27. Schlden ter zake van pensioenen 28. Overige schulden
29. Overlopende passiva
Jaarverslag 2014
2014
2013
* € 1000
* € 1000
14.387
14.941
3
0
718
1.131
1.048
737
74
58
1.713
1.652
17.979
18.555
36
36
83
23. Schulden aan kredietinstelllingen
Rekening-courantkrediet (Bank)
2014
2013
* € 1000
* € 1000
14.387
14.941
Zekerheden Door de huisbankier zijn aan de groep rekening-courantkredietfaciliteiten ter beschikking gesteld voor een totaalbedrag van € 3,4 miljoen. Tegenover deze faciliteiten is geen zekerheid verstrekt: Clavis Beheer B.V. Door de huisbankier is een rekening-courantkredietfaciliteiten ter beschikking gesteld voor een totaalbedrag van € 13.875.000 deze limiet is per 1 januari 2015 verlaagd met € 375.000. Tegenover deze faciliteiten is als zekerheid verstrekt: • bankhypotheek eerste rang; • borgtocht stichting clavis; • verpanding van de huuropbrengsten.
26. Belastingen en premies sociale verzekeringen 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Verschuldigde vennootschapsbelasting boekjaar
908
637
Loonbelasting
91
40
Premies bedrijfsvereniging
17
18
Omzetbelasting
32 1.048
42 737
De post verschuldigde vennootschapsbelasting van het boekjaar betreft de naar verwachting te betalen belasting over het belastbaar bedrag van het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de fiscale waarderingsregels volgens de vaststellingsovereenkomst (VSO), berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten.
27. Schulden ter zake van pensioenen
Voor een toelichting wordt verwezen naar de post Pensioenlasten in toelichting op geconsolideerde winst- en verliesrekening.
84
Jaarverslag 2014
28. Overige schulden 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Te betalen accountants- en advieskosten
36
36
36
36
29. Overlopende passiva 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Nog niet vervallen rente
844
902
Vooruitontvangen huren e.d.
354
323
Afrekening inzake leveringen en diensten Overige
124
391
1.713
129
298
1.652
De post “Vooruitontvangen huren” heeft betrekking op de verhuring van de Brede School aan de gemeente Terneuzen en huur die huurders vooruit hebben betaald per 31-12.
Jaarverslag 2014
85
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Voorwaardelijke verplichtingen
WSW obligoverplichting Leningen van woningcorporaties, die deelnemer zijn van het WSW worden door het WSW geborgd. Het WSW stelt zich borg jegens de geldgever voor de betaling van de leningsverplichtingen. Op grond van deze borgstelling zijn corporaties verplicht een obligo aan te houden ter grootte van een bepaald percentage (2014: 3,85%) over het schuldrestant van de door hun aangetrokken en door het WSW geborgde leningen. Met deze obligoverplichting staan woningcorporaties als deelnemer van het WSW garant voor elkaar. Per 31 december 2014 heeft Stichting Clavis een aangegane obligoverplichting van € 2,8 miljoen (2013: € 3 miljoen). Deze verplichting is voorwaardelijk: zij is opeisbaar indien de borgstellingsreserve (risicoof garantievermogen) van het WSW niet voldoende is om op grond van aanspraken van geldgevers de betalingsverplichtingen van WSW-deelnemers over te nemen.
Niet-verwerkte activa en verplichtingen
Heffing voor saneringssteun Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) heeft aan de corporatiesector een heffing voor saneringssteun opgelegd. Het CFV heeft bij de opvraag van de prognoseinformatie 2014-2018 aangegeven dat rekening gehouden moet worden met een heffing voor saneringssteun in de jaren 2014 tot en met 2018 van respectievelijk 3,5%, 2%, 2%,1% en 1% van de jaarlijkse huursom. Op basis van deze percentages en de geschatte jaarlijkse huursom verwacht de corporatie dat de heffing in de komende jaren als volgt zal zijn: 2015 2016 € 297.000 2017 € 149.000 Deze heffing is niet opgenomen in de bepaling van de bedrijfswaarde en is tevens niet als verplichting in de balans opgenomen. Aansprakelijkheid bij fiscale eenheid De corporatie vormt met Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V., Clavis Ontwikkeling B.V. en Clavis Beheer B.V. een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn de Stichting en de met haar gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake door de combinatie verschuldigde belasting. De corporatie vormt met Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V., Clavis Ontwikkeling B.V. en Clavis Beheer B.V. een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Op grond van de voorwaarden zijn de stichting en de met haar gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake door de combinatie verschuldigde belasting..
86
Jaarverslag 2014
Meerjarige financiële verplichtingen
Operationele lease De groep heeft als lessee operationele leasecontracten voor auto’s afgesloten. De toekomstige minimale leasebetalingen daarvan zijn als volgt te specificeren: Operational lease
2014
2013
* € 1000
* € 1000
Periode < 1 jaar
30
Periode > 5 jaar
0
1 jaar < periode < 5 jaar Totaal
27
72
108
102
135
0
De leaseovereenkomsten hebben een gemiddelde looptijd van 6 jaar waarbij de leasebetaling een vast bedrag per jaar is over de gehele leaseperiode. Na afloop van de overeenkomsten heeft de groep de optie de auto’s te kopen tegen de op dat moment geldende marktwaarde. Er is geen sprake van voorwaardelijke leasebetalingen. Borg Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V., Clavis Ontwikkeling B.V. en Clavis Beheer B.V. Op 27 september 2007 heeft Clavis een zakelijke borgtocht afgegeven met een maximum van € 15.000.000 ten gunste van ABN-AMRO ter afdekking van het kredietarrangement van bovenvermelde entiteiten. Deze borgtocht is voor onbepaalde tijd. Indien toezichthouders aangeven dat deze borgtocht niet langer gewenst is zal deze komen te vervallen. Clavis heeft in 2014 ABN-AMRO een verzoek gestuurd de borgtocht te laten vervallen. Investeringsverplichtingen Er is sprake van niet in de balans opgenomen investeringsverplichtingen voor aanpassingen in nieuwbouw voor een totaalbedrag van € 23.000, zijnde het verschil tussen de afgesloten contracten en de per balansdatum uitgevoerde werkzaamheden. Eventueel uit de contracten voorvloeiende verliezen als gevolg van onrendabele investeringen zijn voorzien in de jaarrekening.
Financiële instrumenten
Algemeen
De in deze toelichting opgenomen gegevens verschaffen informatie die behulpzaam is bij het schatten van de omvang van risico’s die verbonden zijn aan zowel de in de balans opgenomen als de niet in de balans opgenomen financiële instrumenten.
Doelstellingen en beleid inzake beheer financiële risico’s De primaire financiële instrumenten van de groep, anders dan derivaten, dienen ter financiering van haar operationele activiteiten of vloeien direct uit deze activiteiten voort. Een belangrijke doelstelling van het financieringsbeleid van de groep is
Jaarverslag 2014
87
het voorkomen dan wel spreiden van ongewenste financiële risico’s zoals rente- en liquiditeitsrisico’s. Clavis loopt geen materiele risico's met betrekking tor valutarisico, kredietrisico als mede liquiditeitsrisico. Derivaten en hedge accounting Om het renterisico te mitigeren heeft Clavis Beheer B.V. een viertal SWAPS afgesloten. De SWAPS zijn ieder € 2 miljoen en hebben een looptijd tot 2016/2018/2020. Hiermee is de variabele rente van de rekening courant (€ 13.562.000) gedeeltelijk afgedekt. De reële waarde is € 635.000 negatief. Tot een negatieve waarde van € 2 mio zijn er geen bijstortingsverplichtingen. Indien de marktrente verder daalt met 1% zal de negatieve marktwaarde stijgen met € 198.000. Als de rente verder daalt met 2% zal deze stijgen met € 397.000. De marktwaarde blijft daarmee onder het overeengekomen grensbedrag van € 2.000.000. De bank zal bij deze waarde geen margin call opvragen. Embedded derivaten Clavis heeft twee extendible leningen afgesloten. Dit betreffen vastrentende leningen tot het herzieningsmoment zoals vastgelegd in de Ieningsovereenkomsten. Op het herzieningsmoment heeft de bank een optie om de lening te verlengen tegen een in de leningsovereenkomst opgenomen rentepercentage (putoptie). Het risico van deze lening betreft: • op het moment van renteherziening indien de rente hoger dan wel lager is dan de actuele rente voor een vergelijkbare lening; • het herfinancieringsrisico van de eindaflossing van de lening in een nieuwe lening met een hogere of lagere rente. In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste kenmerken van de in de lening portefeuille aanwezige embedded derivaten weergegeven. Rente
88
Rente 2
Hoofdsom
Marktwaarde
Marktwaarde
31-12-2014
01-01-2014
Extendible 18-10-2006 t/m 20-10-2036
3,82% tot 18-10-2021
4,30% tot 2036 of 3 mnds Euribor flat
8.000.000
-2.851.950
-1.197.974
Extendible 5-5-2008 t/m 5-5-2053
4,195% tot 05-05-2023
4,75% tot 2053 of 3 mnds Euribor flat
6.000.000
-4.154.903
-1.907.821
14.000.000
-7.006.853
-3.105.795
Jaarverslag 2014
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening Bedrijfsopbrengensten 30. Huuropbrengsten huuropbrengsten
2014
2013
* € 1000
* € 1000
Woningen en woongebouwen DAEB
Woningen en woongebouwen niet-DEAB
14.656
13.898
668
647
793
Onroerende zaken niet zijnde woningen DAEB Onroerende zaken niet zijnde woningen nietDAEB*
775
205
Huurderving wegens leegstand
198
16.322
15.518
16.038
15.171
-284
-347
De huurprijzen zijn bij de aanvang van de exploitatie vastgesteld. Daarna zijn zij onderworpen aan: • algemene jaarlijkse huurverhoging; • huurverhoging bij woningverbetering; • huurharmonisatie; • aanpassing naar reken-/markthuren. De gemiddelde huurverhoging per 1 juli 2014 bedroeg 2,74% (1 juli 2013: 4%). * niet-DAEB zijn woningen met een kale huur van meer dan € 699,48 (1-1-2014) per maand, koopwoningen, commerciële ruimten en maatschappelijk vastgoed dat niet op de EC-lijst is vermeld.
31. Opbrengsten servicekosten
Servicecontracten
Leveringen en diensten
2014
2013
* € 1000
* € 1000 219
209
1.032
1.041
813
Jaarverslag 2014
832
89
32. Resultaat verkoop vastgoedportefeuille 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Verkoop huurwoningen (sociaal vastgoed in exploitatie)
Verkoop huurwoningen (commercieel vastgoed in exploitatie
1.814
1.204
0
-81
1.814
1.123
2.207
1.362
-347
-144
65
65
1.814
1.204
Verkoop huurwoningen (sociaal vastgoed in exploitatie) Verkoopopbrengst Af: verkoopkosten
Boekwaarde (historische boewaarde of lagere bedrijfswaarde) Vrijval ongerealiseerde boekwinsten
Resultaat in winst- en verliesrekening
-111
-79
De verkoopopbrengst betreft 23 verkochte woningen (2013: 14 woningen en grond zuidlandstraat). Verkoop huurwoningen (commercieel vastgoed in exploitatie) Verkoopopbrengst
Boekwaarde (historische boekwaarde of lagere marktwaarde) Resultaat in winst- en verliesrekening
0
0
-150
0
-81
De verkoopopbrengst betreft geen verkochte garage en geen bedrijfspand (2013: 1 garage en 1 bedrijfspand).
90
69
Jaarverslag 2014
33. Geactiveerde productie voor eigen bedrijf 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Toegerekende rente projecten
35
58
35
58
0
5
30
24
0
0
34. Overige bedrijfsopbrengsten Verkoopresultaat groepsmaatschappij / deelneming Boekwinst afstoting materiële vaste activa ten dienste van de exploitatie
Vergoeding voor beheer- en administratiediensten aan derden
Vergoeding doorbelasting salaris en overhead
Vergoeding voor logeerkamers
Vergoeding voor projecturen derden
Dekking verricht onderhoud (materiaal- en mankosten) Vergoeding voor administratie huurders
Herrekening omzetbelasting 2006-2010
Overige bedrijfsopbrengsten
1
0
2
4
226
182
15
13
1
11
273
241
0
0
Er zijn geen andere belangrijke overige opbrengstcategorieën verwerkt in de winsten verliesrekening dan de bovengenoemde. Er is geen sprake geweest van ruil van goederen of diensten. De door de eigen onderhoudsdienst voor derden verrichte onderhoudswerkzaamheden worden voor de personeelskosten- en de onderhoudskostencomponent in de winsten verliesrekening opgenomen respectievelijk onder de post Lonen en salarissen en sociale lasten en de post Onderhoudslasten. De opbrengst uit hoofde van door de eigen onderhoudsdienst verrichte onderhoudswerkzaamheden (materiaal- en manuren) wordt in de winst- en verliesrekening verantwoord onder “Overige bedrijfsopbrengsten”.
Jaarverslag 2014
91
Bedrijfslasten 35. Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en commercieel vastgoed 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Sociaal vastgoed in exploitatie
Commercieel vastgoed in exploitatie
4.685
4.617
395
308
5.088
4.940
8
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
15
36. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa Afwaardering wegens onrendabel deel sociaal vastgoed in exploitatie *
525
-.1.973
525
-1.973
* specificatie Amberboomstraat
-1.500
Máxima Afwaardering wijken
- 678 525
205
525
- 1.973
37. Bijzondere waardevermindering van vlottende activa Dotatie voorziening huurdebiteuren wegens oninbaarheid
92
Jaarverslag 2014
221
-86
221
-86
38. Lonen en salarissen 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Lonen en salarissen Inhuur personeel
1.524
1.534
-412
-395
1.196
1.288
84
Salarissen en sociale lasten t.l.v. onderhoud
149
Bij de groep waren in 2014 gemiddeld 28 werknemers in dienst (2013: 33) / het aantal fulltime equivalenten bedroeg in 2014 gemiddeld 26 (2013: 31). De uitsplitsing naar organisatie-onderdeel is als volgt: fte Bestuur
1,0
Beleidsondersteuning
1,9
Financiën / automatisering
5,3
Wonen
5,7
Vastgoed
12,0 25,9
39. Sociale lasten Sociale lasten
2014
2013
* € 1000
* € 1000 260
235
260
235
Naar verwachting hebben de reeds vastgestelde gedifferentieerde verzekeringspremies inzake arbeidsongeschiktheidsrisico’s voor toekomstige jaren geen materiële invloed op de hoogte van de toekomstige personeelslasten.
Jaarverslag 2014
93
40. Pensioenlasten 2014
2013
* € 1000
* € 1000
CAO-pensioenpremie SPW
280
297
280
297
De gehanteerde pensioenregeling van Stichting Clavis is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). De belangrijkste kenmerken van deze pensioenregeling zijn: • Er is sprake van een ouderdoms- en nabestaandenpensioen. • Er is sprake van een middelloonregeling. • De pensioenleeftijd is 67 jaar. • De regeling kent zowel een levenslang als een tijdelijk partner- en wezenpensioen, waarbij het partner- en wezenpensioen is verzekerd op risicobasis. • Voor het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen stelt het bestuur van het pensioenfonds jaarlijks een premie vast met een maximum van 31% van de ouderdomspensioengrondslag respectievelijk 31% van de ouderdomspensioengrondslag gecorrigeerd met de deeltijdfactor. • Als de middelen van het pensioenfonds het toelaten, zal het bestuur van het pensioenfonds de ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken van gewezen deelnemers aanpassen overeenkomstig de consumentenprijsindex voor alle huishoudens. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Er is geen recht op toeslagverlening en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Het bestuur van het pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken worden aangepast. De belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst zijn: • Deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds is verplicht gesteld voor de werknemers en bestuurders van Stichting Clavis. • Stichting Clavis is uitsluitend verplicht tot betaling van de vastgestelde premies. In geen geval bestaat een verplichting tot bijstorting. • Er is geen sprake van recht op teruggave/premiekorting. De dekkingsgraad van SPW bedraagt ultimo 2014 114% (31-12-2013: 114%). Hiermee voldoet het pensioenfonds aan de minimale vereiste 105% die voorgeschreven is door De Nederlandse Bank (DNB). Tevens heeft het bestuur van het pensioenfonds besloten de opgebouwde aanspraken van (gewezen) deelnemers en de ingegane pensioenen per 1 januari 2012 niet aan te passen aan de consumentenprijsindex alle huishoudens. Het bestuur heeft dit besluit genomen omdat de financiële positie van het fonds toeslagverlening niet toelaat, aangezien het eigen vermogen van het fonds lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen.
94
Jaarverslag 2014
41. Onderhoudslasten 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Reparatieonderhoud
Planmatig onderhoud
1.464
1.580
3.224
4.317
1.760
2.737
42. Leefbaarheid
Leefbaarheidsuitgaven inzake sociale activiteiten Leefbaarheidsuitgaven inzake fysieke activiteiten
2014
2013
* € 1000
* € 1000 64
72
63
119
127
191
In de fysieke activiteiten zijn tevens de leegstandskosten Gas, water en electra meegenomen.
43. Lasten servicecontracten Gas
505
475
Water
-15
31
Electra
Boiler/geiser
150
152
4
3
31
Tuinonderhoud
Schoonmaak
Oude jaren/Derving
31
140
140
855
865
40
33
De post “Lasten servicecontracten” zijn gestegen als gevolg van hogere voorschotten als gevolg van meer verbruik gas.
Jaarverslag 2014
95
44. Overige bedrijfslasten Beheerskosten
2014
2013
* € 1000
* € 1000
Automatiseringskosten Drukwerk, kantoorbenodigdheden
Porti en telefoon
169
153
47
43
55
Contributie en abonnementen
28
Klein materiaal/gereedschap/onderhoud inwoners
55
27
10
16
309
294
716
680
38
38
Zakelijke lasten Belastingen Verzekeringen
Overige directe exploitatielasten
191
128
945
846
Reis- en verblijfskosten
26
30
Kosten opleiding
45
11
Andere personeelskosten
Vergoedingen
154
Overige
36
31
30
256
107
141
152
21
21
Andere bedrijfskosten Huisvestingskosten Verzekeringen
Heffing bijzondere projectsteun en saneringssteun CFV
1.335
580
32
42
Honorering Raad van Commissarissen
Kosten vervoermiddelen
72
Communicatie en presentatie
34
Kantine en OR kosten
26
Fusiekosten
Sponsoring
Contributie landelijke federatie
125
0
1
20
40
16
24
Advieskosten derden
566
110
Voorbereidingskosten en afboekingen projecten
-24
1.353
128
49
2.442
2.681
3.952
3.928
Externe controle en administratiekosten
84
Overige algemene lasten
96
79
7
Jaarverslag 2014
89
45. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedbeleggingen 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Aanpassingen Marktwaarde Commercieel vastgoed* Afwaardering wegens onrendabel deel commercieel vastgoed in ontwikkeling
0 111
-1.098 0
111
-1.098
*Dit is een waardeverandering van de woningen/nz-woningen als gevolg van taxatie.
Financiële baten en lasten 46. Waardeverandering van financiële vaste activa
Rente leningen u/g
Rente langlopende vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
2014
2013
* € 1000
* € 1000
-3.901
0
-234
0
-4.135
0
47. Opbrengst van effecten en vorderingen behorend tot de financiële vaste activa
Rente leningen u/g
Rente langlopende vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
Jaarverslag 2014
2014
2013
* € 1000
* € 1000 0
0
44
39
44
39
97
48. Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Rente overige vlottende vorderingen
1
Rente liquide middelen
Rentebaten belastingdienst
2
16
23
17
25
0
0
49. Rentelasten en soortgelijke kosten 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Rente schulden/leningen kredietinstellingen Rente waarborgsommen
3.131
3.401
3
12
3.153
3.429
9
Rente rekening-courant
Provisie en kosten betalingsverkeer
9
10
7
50. Belastingen
Schattingen De acute en latente belastingen in de jaarrekening zijn bepaald met inachtneming van de fiscale regels volgens de door de sector met de belastingdienst gemaakte afspraken (Vaststellingsovereenkomst I en II). De toepassing van deze regels is op een aantal onderwerpen niet zonder meer duidelijk en voor discussie vatbaar. Deze onderwerpen zijn onder andere het onderscheid tussen onderhoudskosten en verbeteringen, de toerekenbare kosten inzake projectontwikkeling, het vormen van een herbestedingsreserve en de inschatting van het op basis van een fiscale winstplanning naar verwachting te verrekenen deel van beschikbare fiscale verliezen. Eerst bij de aangifte zal blijken of en in hoeverre de fiscus de door de groep gevolgde standpunten zal overnemen en accorderen. Om die reden kan de in de jaarrekening bepaalde acute en latente belasting achteraf nog aan veranderingen onderhevig zijn. Belastingdruk winst- en verliesrekening De belastinglast/-bate over het resultaat in de geconsolideerde winst- en verliesrekening bestaat uit de volgende componenten: 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Acute belastingen boekjaar Mutatie latente belastingen
-160
0
0
26
Overige mutaties
Totaal belastinglast/-bate
98
-506
-480
Jaarverslag 2014
-159 -319
Acute belastingen boekjaar De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de fiscale waarderingsregels volgens de vaststellingsovereenkomst (VSO), berekend aan de hand van belasting tarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum. De post “Acute belastingen boekjaar” is als volgt bepaald: 2014 * € 1000 Commercieel resultaat voor belastingen volgens de geconsolideerde jaarrekening Permanente verschillen: Sanneringssteun
-3.876
493
Boeten
0
Gemengde kosten
6
Overig
0 499
Tijdelijke verschillen: Afschrijvingen
Bijzondere waardeveranderingen
Mutatie voorziening planmatig onderhoud Overige tijdelijke verschillen Fiscale verliescompensatie
2.441 4.660 248
-1.521
0 5.828 2.451
Dotatie herinvesteringsreserve
-388
Energie-investeringsaftrek
0
Fiscaal resultaat
2.063
Belastbaar bedrag 2014
2.063
Af: dotatie herbestedingsreserve Acute belastingen boekjaar
0
-506
Aansluiting toepasselijk en effectieve belastingtarief Het toepasselijk (wettelijk) belastingtarief bedraagt 25% (2013: 25%).
Jaarverslag 2014
99
Mutatie latente belastingen De mutatie latente belastingen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening is als volgt te specificeren: mutaties in voorziening latente belastingver-
2014
2013
* € 1000
* € 1000
plichting: Onderhoudsvoorziening Totaal
12
-148
12
-148
14
-11
14
-11
mutaties in latente belastingvorderingen: Leningen o/g en u/g Totaal
51. Aandeel in resultaat van deelnemingen mutaties in voorziening latente belastingver-
2014
2013
* € 1000
* € 1000
plichting: Resultaat Othene Zuid-Zuid C.V.
Resultaat ROM Marsaki B.V. (geliquideerd per 21-12-2012)
-2
-2
-2
-2
0
0
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht Samenstelling geldmiddelen * € 1000 Liquide middelen per 31 december 2013
-10.694
Effecten per 31 december 2013
0
Geldmiddelen per 31 december 2013 volgens het kasstroomoverzicht Balansmutatie geldmiddelen in 2014
-3.624
Liquide middelen per 31 december 2014 Effecten per 31 december 2014
-14.318
Geldmiddelen per 31 december 2014 volgens het kasstroomoverzicht
100
-10.694
Jaarverslag 2014
0
-14.318
Toelichting op kasstromen
Onder de investeringen in materiële vaste activa zijn in het kasstroomoverzicht alleen opgenomen de investeringen waarvoor in 2013 geldmiddelen zijn opgeofferd. De in het kasstroomoverzicht onder kasstroom operationele activiteiten opgenomen jegens huurders ontvangen en terugbetaalde in de waarborgsommen worden hieruit gecorrigeerd aangezien deze kasstromen een financieringskarakter hebben.
Jaarverslag 2014
101
12. ENKELVOUDIGE JAARREKENING Enkelvoudige balans Activa
31-12-2014
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
Vaste activa Materiële vaste activa 1. Sociaal vastgoed in exploitatie
2. Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 3. Onroerende en roerende goederen ten dienste van exploitatie
81.933
82.231
3.677
3.706
500
3.008
86.110
88.945
Financiële vaste activa 4. Andere deelnemingen
5. Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen 6. Latente belastingvordering(en) 7. Leningen u/g
6.136
6.266
401
387
3.026
46
Som der vaste activa
2.066
9.609
45
95.719
8.764
97.709
Vlottende activa Voorraden 8. Overige voorraden 9. Onderhanden werken
92
164
599
587
691
751
Vorderingen 10. Huurdebiteuren
972
978
11. Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
375
241
12. Overige vorderingen
131
19
13. Overlopende activa
57
117 1.535
1.355
26
4.161
2.252
6.267
97.971
103.976
14. Liquide middelen Som der vlottende activa Totaal activa
102
Jaarverslag 2014
Enkelvoudige balans Passiva
31-12-2014
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
EIgen vermogen 15. Eigen vermogen
13.243
20.704
Voorzieningen 16. Voorzieningen onrendabele investeringen en herstructureringen
17. Voorziening latente belastingverplichtingen
0
440
541
603
Totaal voorzieningen
541
1.043
Langlopende schulden 18. Schulden/leningen kredietinstellingen
19. Derivaten
20. Overige schulden
72.365 7.006 479
Totaal langlopende schulden
78.258
0
79.850
462
78.720
Kortlopende schulden 21. Schulden aan kredietinstellingen
825
0
22. Schulden aan leveranciers
712
1.122
0
0
1.047
733
26. Schulden ter zake van pensioenen
74
58
27. Overige schulden
30
30
1.646
1.566
23. Gemeenten
3
24. Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen 25. Belastingen en premies sociale verzekeringen
28. Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
Totaal passiva
Jaarverslag 2014
0
4.337
3.509
97.971
103.976
103
ENKELVOUDIGE WINST- EN VERLIESREKENING 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Bedrijfsopbrengsten 29. Huuropbrengsten
30. Opbrengsten servicecontracten
15.079
14.221
1.814
1.204
21
37
358
328
1.014
31. Resultaat verkoop vastgoedportefeuille 32. Geactiveerde productie voor eigen bedrijf 33. Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
1.020
18.286
16.810
Bedrijfslasten 34. Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en commercieel vastgoed
5.080
4.925
35. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa
525
-1.973
36. Bijzondere waardevermindering van vlottende activa
200
-82
1.196
1.288
38. Sociale lasten
260
235
39. Pensioenlasten
280
297
3.059
4.196
41. Leefbaarheid
125
185
42. Lasten servicecontracten
836
844
3.863
2.505
37. Lonen en salarissen
40. Onderhoudslasten
43. Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat
15.424
12.420
2.862
4.390
Financiële baten en lasten 44. Waardeverandering van financiële vast activa
-4.135
0
94
72
17
25
-2.770
-2.962
45. Opbrengst van effecten en vorderingen behorend tot de financiële vaste activa 46. Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 47. Rentelasten en soortgelijke kosten Som financiële baten en lasten
-6.794
-2.865
Resultaat gewone bedrijfsuitoefening voor vennootschapsbelasting
-3.932
1.525
-469
-351
-4.401
1.174
45
-130
-4.356
1.044
48. Belastingen Netto resultaat na vennootschapsbelasting en voor deelnemingen 49. Aandeel in resultaat van deelnemingen Resultaat
104
Jaarverslag 2014
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling in de enkelvoudige jaarrekening Algemeen
De vergelijkende cijfers zijn geherrubriceerd, maar hebben geen invloed op het resultaat het totaal eigen vermogen.
Regelgeving
De groep heeft de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening opgesteld met inachtneming van artikel 26, eerste lid, van het Besluit Beheer Sociale Huursector. Dit artikel schrijft de toepassing van BW2 Titel 9 voor, behoudens enkele specifieke uitzonderingen. Verder zijn de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven richtlijnen toegepast, waaronder Richtlijn 645 ‘Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (herzien 2011) in het bijzonder. De jaarrekening is opgemaakt op 21 april 2015.
Stelselwijziging
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft in december 2013 RJ-uiting 2013-15 inzake ontwerp Richtlijn 290 Financiële instrumenten (2013) gepubliceerd. Dit leidde ertoe dat ineffectiviteit en verliezen als gevolg van (embedded) derivaten verwerkt moeten worden in de balans en winst- en-verliesrekening. In de Editie 2014 concludeert de RJ in Bijlage 5 bij RJ 290, dat deze impliciete (embedded) derivaten altijd afzonderlijk moet worden verwerkt in de jaarrekening. Voorheen werden deze door de banken afgesloten (embedded) derivaten niet afgezonderd, maar gezamenlijk verwerkt in de leningen als geheel. Doordat pas nu in 2014 de RJ de afsplitsing voorschrijft en de extendible leningen al meerdere jaren lopen, op dit moment nog in de looptijd van de leningen, is de eerste toepassing van de nieuwe richtlijn daarom een stelselwijziging. Als gevolg van deze richtlijn is een verlies als gevolg van twee embedded derivaten in de balans tot uitdrukking gebracht. Normaal wordt een stelselwijziging retrospectief toegepast. RJ 290.1013 heeft echter een specifieke overgangsregeling: ‘Een wijziging van de grondslagen, volgens dit hoofdstuk per 1 januari 2014, dient te worden verwerkt in overeenstemming met hoofdstuk 140 Stelselwijzigingen, met dien verstande dat vergelijkende cijfers niet behoeven te worden aangepast en de waarderingsverschillen bij een wijziging in het openingsvermogen dienen te worden verwerkt. Het effect van de wijzigingen inzake de verwerking van embedded derivaten wordt voor zover redelijkerwijs mogelijk retrospectief (met terugwerkende kracht) bepaald in overeenstemming met alinea 208 van hoofdstuk 140’. Per 1 januari 2014 is aldus rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen een passief post in de balans opgenomen van € 3,1 miljoen. Deze passief post “embedded derivaten” is opgenomen onder de langlopende schulden. In 2014 is hiervan € 3,9 miljoen aan waardemutatie ten laste van de winst- en verliesrekening (terug)genomen.
Jaarverslag 2014
105
Oordelen en schattingen
Bij de toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van de groep zich diverse oordelen en schattingen. De belangrijkste oordelen en schattingen hebben betrekking op de activa in exploitatie (zowel het sociaal als het commercieel vastgoed), de voorzieningen, de waardeverminderingen en de acute en latente belastingen. De hierbij behorende veronderstellingen zijn vermeld in de toelichting bij de hiervoor genoemde jaarrekeningposten.
Verhuurdersheffing
In de bedrijfswaarde 2014 is de verhuurders heffing ingerekend tot en met einde levensduur. In het kader van het betaalbaar houden van het woningbezit is voor de jaarlijkse huurverhoging uitgegaan van 2%. Bij de inrekening van het woonakkoord wordt uitgegaan van de volgende parameteraanpssingen: • inkomensafhankelijke huurverhoging (2014 e.v. 2%) • de verhuurdersheffing is ingerekend tot en met einde levensduur (gemiddeld per jaar 900.000 euro) Wij maken op dat de bijdrage inzake de verhuurdersheffing / extra huuropbrengsten gesaldeerd de eerste jaren in een negatieve kasstroom zullen resulteren.
Grondslagen van balanswaardering in de enkelvoudige jaarrekening
Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Classificatie en kwalificatie Het vastgoed in exploitatie is op objectniveau geclassificeerd naar sociaal en commercieel vastgoed, rekening houdend met de criteria van de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Op grond van deze criteria omvat het sociale vastgoed de woningen met een huurprijs tot aan de huurliberalisatiegrens (huurtoeslaggrens), het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat wordt verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en dat tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de EC-beschikking d.d. 15 december 2009. Stichting Clavis heeft haar sociaal vastgoed (op portefeuilleniveau) als bedrijfsmiddel gekwalificeerd, gelet op het beleid van de corporatie waarbij vooral het realiseren van de volkshuisvestelijke taken centraal staat. Als gevolg hiervan wordt het sociaal vastgoed beschouwd als bedrijfsmiddel. Waardering bij eerste verwerking Bij eerste verwerking wordt het sociaal vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en de hieraan direct toerekenbare overige kosten om het actief in operationele staat te brengen.
106
Jaarverslag 2014
Investeringssubsidies worden in mindering gebracht op het geïnvesteerde bedrag. Verder wordt rente tijdens de bouw geactiveerd. De afschrijving vangt aan zodra het sociaal vastgoed beschikbaar is voor exploitatie. De in de toekomst te maken kosten van sloop worden in het jaar dat de exploitatie door sloop in de toekomst wordt beëindigd ten laste van het resultaat in dat jaar verantwoord. Waardering na eerste verwerking Het sociaal vastgoed in exploitatie (gekwalificeerd als bedrijfsmiddel) wordt na eerste verwerking gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs) minus eventuele investeringssubsidies, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen uit hoofde van lagere bedrijgswaarde. De afschrijving is lineair gebaseerd op de verwachte gebruiksduur en rekening houdend met de componentenbenadering. Indien de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde van de opstallen in de loop van de tijd wijzigingen ondergaan, worden deze als een schattingswijziging verantwoord. De waardevermindering van de kostprijs als gevolg van de afwaardering naar lagere bedrijfswaarde na eerste verwerking wordt bepaald op het niveau van de kasstroomgenerende eenheid. De waardevermindering wordt separaat tot uitdrukking gebracht en in het resultaat verantwoord als bijzonder waardeverminderingsverlies. Uitgaven na eerste verwerking Uitgaven na eerste verwerking ten behoeve van een kasstroomgenererende eenheid (product-markt combinatie) die voldoen aan de algemene activeringscriteria worden geactiveerd. De beoordeling of en in hoeverre hierbij sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt gebaseerd op het c.q. product-markt combinatie waarop de uitgaven na eerste verwerking betrekking hebben. Voor zover de kasstromen voortvloeiend uit het c.q. product marktcombinatie en uit de uitgaven na eerste verwerking lager zijn dan de boekwaarde op basis van historische kosten verhoogd met de uitgaven na eerste verwerking, wordt het nadelig verschil ten laste van de winsten verliesrekening gebracht en verantwoord onder “Overige waardeveranderingen materiële vaste activa”. Indeling Het woningbezit is opgedeeld naar kasstroomgenerende eenheden (product-markt combinaties) waarvoor per eenheid een daarop gericht beleid is bepaald. Bij de indeling naar en/product markt combinaties) is bepalend de differentiatie in de vastgoedsturing van de corporatie ten aanzien van huur, onderhoud, bouwjaar en wijkgerichte aanpak. Verder zijn hierbij bepalende factoren: locatie, woningtype, doelgroep en prijsklasse. De indeling sluit derhalve aan op het strategische vastgoedbeleid van de corporatie. Kosten van groot onderhoud In de kostprijs van de materiële vaste activa worden de kosten van groot onderhoud opgenomen, zodra deze kosten zich voordoen en aan de activeringscriteria is voldaan. De boekwaarde van de te vervangen bestanddelen word dan als gedesinvesteerd beschouwd en ineens ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht (toepassing componentenbenadering). Alle overige onderhoudskosten worden direct in de winsten verliesrekening verwerkt.
Jaarverslag 2014
107
Buitengebruikstelling of afstoting Materiële vaste activa buitengebruik worden gesteld (sloop) op basis van het criterium “intern geformaliseerd” worden lineair tot nihil afgeschreven gedurende de resterende gebruiksduur tot aan het moment van sloop. De sloopkosten worden in het jaar van uitgave ten laste van het resultaat gebracht. Materiële vaste activa die worden afgestoten (verkoop binnen vijf jaar) op basis van een geformaliseerd verkoopplan worden gewaardeerd tegen de boekwaarde of lagere opbrengstwaarde (indien van toepassing) onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de resterende gebruiksduur tot aan het moment van verkoop. De afschrijving wordt beëindigd indien de verkoopopbrengst als restwaarde hoger zal zijn dan de boekwaarde.
Sociaal vastgoed exploitatie
in
ontwikkeling
bestemd
voor
eigen
Vastgoed Dit betreft lopende investeringen in nieuwe complexen (nieuwbouw) en bestaande complexen (woningverbetering, herstructurering) . Waardering vindt plaats tegen de kostprijs onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen als gevolg van een lagere realiseerbare waarde (bedrijfswaarde). De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en de hieraan direct toerekenbare overige kosten. Verder wordt rente tijdens de bouw op vreemd vermogen geactiveerd. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de intrestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Voor zover geen specifieke leningen zijn aangetrokken, wordt de geactiveerde rente berekend op basis van de gewogen gemiddelde over de rentedragende schulden. Bijzondere waardeverminderingen worden in de jaarrekening verantwoord bij het aangaan van feitelijke investeringsverplichtingen inzake het sociaal vastgoed. Hiervan is sprake zodra voldaan wordt aan de criteria “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Intern geformaliseerd: zodra het bestuur het onomkeerbare besluit heeft genomen nadat de definitieve ontwerpfase is vastgesteld. Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering in het geval de vastgoedontwikkeling onderdeel zal worden van de bestaande kasstroomgenerende eenheid (productmarkt combinatie), te weten bij woningverbetering en herstructurering, wordt rekening gehouden met de bedrijfswaarde van de bestaande kasstroomgenerende eenheid. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de bestede kosten van het sociaal vastgoed in ontwikkeling, wordt het vastgoed naar nihil afgewaardeerd en wordt voor het resterende bedrag van de waardevermindering een voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen aan de creditzijde van de balans opgenomen. Grondposities Ingenomen grondposities (al dan niet met opstallen) worden aangeschaft met het oog op (her)ontwikkeling van huur- en verkoopprojecten. Aangezien er nog geen inzicht bestaat in aard, omvang en samenstelling van deze projecten, worden de posities gerubriceerd onder de post “Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie”. De posities worden gewaardeerd tegen historische kostprijs en bijkomende kosten of lagere realiseerbare waarde. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Tijdelijke exploitatiekasstromen uit de opstallen worden in het resultaat verantwoord.
108
Jaarverslag 2014
Gecombineerde
bouwprojecten
(bouw
van
sociale
huurwoningen
en
koopwoningen) Het bijzonder waardeverminderingsverlies bij het aangaan van de investeringsverplichting inzake het sociaal vastgoed wordt zonder saldering met te verwachten wint op verkoopwoningen verantwoord in het resultaat onder de post “Overige waardeveranderingen materiële vaste activa”. De winst behaald met de verkoop van koopwoningen wordt eerst in het jaar van verkoop in het resultaat onder de post “Resultaat verkoop vastgoedportefeuille” verantwoord.
Onroerende exploitatie
en
roerende
zaken
ten
dienste
van
de
De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs), minus eventuele investeringssubsidies, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. Verder wordt rente tijdens de bouw op vreemd vermogen geactiveerd. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de intrestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Voor zover geen specifieke leningen zijn aangetrokken, wordt de geactiveerde rente berekend op basis van de gewogen gemiddelde rente over de rentedragende schulden. De afschrijving is lineair en gebaseerd op de verwachte gebruiksduur rekening houdend met de restwaarde. Indien de verwachting omtrent de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd wijzigingen ondergaat, worden deze wijzigingen als een schattingswijziging verantwoord. Buiten gebruik gestelde onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs dan wel de lagere opbrengstwaarde. De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of wanneer geen toekomstige prestatieeenheden van het gebruik of de vervreemding worden verwacht.
Financiële activa Deelnemingen: Deelnemingen in groepsmaatschappijen, Andere deelnemingen
De deelnemingen van Stichting Clavis in groepsmaatschappijen en andere deelnemingen (niet-groepsmaatschappijen) waarin zij invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid worden tegen de vermogensmutatiemethode gewaardeerd. Overeenkomstig deze methode, worden genoemde deelnemingen in de balans opgenomen tegen het aandeel van Stichting Clavis in de nettovermogenswaarde vermeerderd met haar aandeel in de resultaten van de deelnemingen vanaf het moment van verwerving, bepaald volgens de grondslagen zoals vermeld in deze jaarrekening. In de winst- en verliesrekening wordt het aandeel van Stichting Clavis in het resultaat van de deelnemingen opgenomen. Indien en voor zover Stichting Clavis niet zonder beperking uitkering van de positieve resultaten aan haar kan bewerkstelligen, worden de resultaten in een wettelijke reserve opgenomen. Haar aandeel in de rechtstreekse vermogensvermeerderingen en
Jaarverslag 2014
109
-verminderingen van de deelnemingen wordt ook in de wettelijke reserve opgenomen met uitzondering van herwaarderingen van activa die als ongerealiseerde waardestijging in het eigen vermogen worden verwerkt. Indien de waarde van de deelneming gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode nihil is geworden, wordt deze methode niet langer toegepast en blijft de deelneming bij ongewijzigde omstandigheden op nihil gewaardeerd. Bij de afwaardering worden andere langlopende belangen in de deelneming die feitelijk worden aangemerkt als een onderdeel van de netto-investering, ook meegenomen. Indien en voor zover geheel of ten dele voor de schulden van de deelneming wordt ingestaan respectievelijk een feitelijke verplichting bestaat de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening opgenomen. Een vervolgens verkregen aandeel in de winst van de deelneming wordt pas weer verwerkt indien en voor zover het cumulatief niet-verwerkte aandeel in het verlies is ingelopen. De andere deelnemingen waarop Stichting Clavis geen invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid, worden tegen de verkrijgingsprijs gewaardeerd. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de winst- en verliesrekening.
Vorderingen: vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen, leningen u/g en overige vorderingen
Bij eerste verwerking worden de vorderingen gewaardeerd tegen de reële waarde, inclusief eventuele transactiekosten.
Latente belastingvorderingen en -verplichtingen
Een latente belastingvordering of -verplichting wordt gevormd voor tijdelijke verschillen tussen de waardering van activa en passiva volgens jaarrekeninggrondslagen en fiscale grondslagen. Verder wordt een latente belastingvordering opgenomen voor verrekenbare tijdelijke waarderingsverschillen en voor beschikbare voorwaartse verliescompensatie voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst fiscale winst beschikbaar zal zijn voor verrekening. Bij de inschatting van verrekenbare fiscale winsten wordt geen rekening gehouden met toekomstige (beleids)beslissingen van de corporatie. De berekening van de latente belastingvorderingen en –verplichtingen geschiedt tegen de op het einde van het boekjaar geldende belastingtarieven dan wel tegen de in komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet vastgelegd. De waardering van latente belastingverplichtingen en -vorderingen wordt gebaseerd op de fiscale gevolgen van de door de groep, per balansdatum, voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van de betreffende activa en passiva waarbij sprake is van tijdelijke waarderingsverschillen. Voor zover belastinglatenties naar verwachting na vijf jaar afwikkelen vindt waardering tegen contante waarde plaats. Contantmaking geschiedt tegen een disconteringsvoet op basis van de voor de rechtspersoon geldende rente voor langlopende leningen, onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief. Latenties die op zeer lange termijn worden afgewikkeld worden niet in de jaarrekening opgenomen aangezien de contante waarde ervan naar nihil tendeert. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa indien de verwachte looptijd groter is dan een jaar.
110
Jaarverslag 2014
De latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen, waarbij zoveel mogelijk is aangegeven in welke mate de verplichtingen als langlopend zijn te beschouwen. Saldering De niet-latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien is voldaan aan de algemene voorwaarden voor saldering. Fiscale eenheid vennootschapsbelasting Tussen Stichting Clavis, Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V., Clavis Beheer B.V. en Clavis Ontwikkeling B.V. bestaat een fiscale eenheid. De verrekening van de belastingen binnen deze eenheid vindt plaats alsof elke maatschappij zelfstandig belastingplichtig is.
Voorraden
Overige voorraden De voorraad onderhoudsmaterialen wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere opbrengstwaarde. Onderhanden werken Onderhanden werken in opdracht van derden (hierna: onderhanden werken) worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectkosten vermeerderd met de toegerekende winst en verminderd met verwachte verliezen en gedeclareerde termijnen. Het nettobedrag per onderhanden project wordt verwerkt als actief of als schuld, indien het saldo van het onderhanden project een debet- respectievelijk creditstand vertoont. De werkopbrengsten en -kosten uit hoofde van het onderhanden werk worden als opbrengsten en kosten in de winst- en verliesrekening naar rato van de verrichte prestatie per balansdatum verwerkt, indien het resultaat van een onderhanden werk op betrouwbare wijze kan worden ingeschat (“percentage of completion”- methode). Als het resultaat van een onderhanden werk niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, worden de opbrengsten alleen verwerkt in de winst- en verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte werkkosten dat waarschijnlijk kan worden verhaald en worden de werkkosten in de winst- en verliesrekening verwerkt in de periode waarin ze zijn gemaakt (“percentage of completion with zero profit”-methode). Als er geen onzekerheden meer bestaan ten aanzien van het op betrouwbare wijze kunnen inschatten van het resultaat van een onderhanden werk, worden de cumulatieve werkopbrengsten verwerkt in de winst- en verliesrekening op basis van de mate van verrichte prestaties op het moment van het niet meer bestaan van onzekerheden. Als het waarschijnlijk is dat de totale werkkosten de totale werkopbrengsten zullen overschrijden, worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de winst- en verliesrekening verwerkt. De werkkosten bestaan uit de directe werkkosten, de opslag voor kosten die toerekenbaar zijn aan werkactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan het werk gebaseerd op het normale niveau van werkactiviteiten, en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend, exclusief de rente op het vreemd vermogen.
Jaarverslag 2014
111
Uitgaven die verband houden met werkkosten die na de balansdatum tot te verrichten prestaties leiden, zijn als voorraden (onderhanden werk of vooruitbetalingen op voorraden) of als overlopende activa verwerkt indien het waarschijnlijk is dat ze in een volgende periode zullen leiden tot opbrengsten.
Vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde, welke in een zakelijke transactie gelijk is aan de kostprijs. Na eerste verwerking vindt waardering plaats tegen de geamortiseerde kostprijs onder aftrek van voorzieningen voor oninbaarheid.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, bank- en girotegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Classificatie eigen vermogen en vreemd vermogen
Een financieel instrument of de afzonderlijke componenten van het instrument worden in de geconsolideerde jaarrekening als vreemd vermogen of als eigen vermogen geclassificeerd overeenkomstig de economische realiteit van de contractuele overeenkomst waaruit het financieel instrument voortvloeit. In de enkelvoudige jaarrekening wordt een financieel instrument geclassificeerd overeenkomstig de juridische realiteit. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot een (deel van een) financieel instrument worden in de jaarrekening opgenomen afhankelijk van de classificatie van het financieel instrument als financiële verplichting respectievelijk als eigen-vermogensinstrument.
Voorzieningen Een voorziening wordt gevormd voor verplichtingen waarvan het waarschijnlijk is dat zij zullen moeten worden afgewikkeld door uitstroom van middelen en waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. De omvang van de voorziening wordt bepaald door de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen en verliezen per balansdatum af te wikkelen. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, met uitzondering van de voorzieningen die tegen contante waarde worden gewaardeerd als het effect van de tijdswaarde materieel is.
Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen
Verliezen als gevolg van onrendabele investeringen en herstructureringen worden op moment dat sprake is van een feitelijke verplichting (intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd) als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van de product-markt combinatie waartoe de investeringen en herstructureringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van de betreffende product-marktcombinatie overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verliezen wordt in dit verband verstaan de nadelige verschillen tussen de uitgaven voor investeringen en herstructurering en de aan deze uitgaven toe te rekenen bedrijfswaarde (betreffende de materiële vaste activa) respectievelijk marktwaarde (betreffende de vastgoedbeleggingen), rekening houdend met de bedrijfswaarde
112
Jaarverslag 2014
respectievelijk de marktwaarde van het bestaand complex / product-markt combinatie in het geval de investeringen en herstructureringen hiertoe gaan behoren.
Financiële passiva
Schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde verminderd met (in geval van een financiële verplichting die niet tegen reële waarde, met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, is opgenomen) de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve rentemethode. Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Winst of verlies worden in de winst- en verliesrekening opgenomen zodra de verplichtingen niet langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het amortisatieproces. Onder de overige schulden zijn van huurders ontvangen waarborgsommen opgenomen, welke bij mutatie van de woning worden terugbetaald verhoogd met rente.
Derivaten en hedge accounting
De groep maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten) zoals renteswaps ter afdekking van de gelopen risico’s betreffende renteschommelingen. Op het moment van de eerste verantwoording rubriceert de groep de derivaten onder de reikwijdte van RJ 290 op portefeuillebasis in de subcategorieën: ‘Derivaten met toepassing van kostprijshedge-accounting’ en ‘Overige derivaten met een andere onderliggende waarde dan beursgenoteerde aandelen of obligaties’ (zoals renteswaps). Derivaten met toepassing van kostprijshedge-accounting De afdekkingen worden verwerkt volgens kostprijshedge-accounting, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: • documentatie van de algemene hedgestrategie, hoe de hedgerelaties passen in de doelstellingen van risicobeheer en de verwachting aangaande de effectiviteit van deze hedgerelaties; • documentatie van de in het soort hedgerelatie betrokken hedge-instrumenten en afgedekte posities; • verwerking van de ineffectiviteit in de winst-en-verliesrekening: bij derivaten in een kostprijshedge-relatie waarbij deels sprake is van hedge-ineffectiviteit, wordt indien per balansdatum de reële waarde lager is dan de kostprijs, voor het ineffectieve deel dit verschil in de winst- en verliesrekening onder de post “Waardeveranderingen van financiële vaste activa en van vlottende effecten” verwerkt. De afdekkingen die aan deze voorwaarden voor hedge-accounting voldoen, worden als volgt verantwoord: • Indien de afgedekte post tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, wordt ook het derivaat tegen kostprijs gewaardeerd. • Zolang de afgedekte post (i.c. toekomstige herfinancieringen op bestaande leningen) in de kostprijshedge nog niet in de balans is verwerkt, wordt het hedgeinstrument niet geherwaardeerd. • De resultaten op het hedge-instrument worden gelijktijdig verantwoord met de resultaten op de afgedekte post. • Per balansdatum wordt de omvang van de risicopositie in de afgedekte post in de
Jaarverslag 2014
113
hedge-relatie vergeleken met de omvang van de risicomitigerende werking van het hedge-instrument. Indien het hedge-instrument een grotere omvang heeft dan de afgedekte post, is sprake van ineffectiviteit en wordt het ineffectieve deel tegen reële waarde gewaardeerd met waardewijzigingen in de winst- en verliesrekening tegen kostprijs. • In het geval een rentecap deel uitmaakt van een hedge-relatie (afdekking renterisico) en voor de aankoop ervan een eenmalige premie is betaald, wordt deze premie lineair geamortiseerd over de looptijd van de afgedekte post. Kostprijshedge-accounting wordt beëindigd indien: • Het hedge-instrument afloopt, wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend. Het cumulatieve gerealiseerde resultaat op het hedge-instrument dat nog niet in de winst- en verliesrekening is verwerkt toen er sprake was van een effectieve hedge, wordt afzonderlijk in de overlopende posten in de balans verwerkt tot de afgedekte transactie plaatsvindt. • De hedge-relatie niet meer voldoet aan de criteria voor hedge accounting. Indien de afgedekte positie een in de toekomst verwachte transactie betreft, vindt de verwerking van de hedgeresultaten als volgt plaats: • Indien de verwachte transactie naar verwachting nog plaatsvindt, wordt hedge accounting vanaf dat moment stopgezet. Het hiermee samenhangende cumulatieve resultaat op het hedge-instrument dat in de periode waarin de hedge effectief was buiten de winst- en verliesrekening of off-balance was gehouden, blijft afhankelijk van de situatie off balance of op de balans. • Indien de verwachte transactie naar verwachting niet meer plaatsvindt wordt het hiermee samenhangende cumulatieve resultaat op het hedge-instrument dat in de periode waarin de hedge effectief buiten de winst- en verliesrekening of off-balance was gehouden, naar de winst- en verliesrekening overgebracht. In een contract besloten (‘embedded’) derivaten Indien in enig contract zodanige bepalingen en afspraken zijn opgenomen die voldoen aan de kenmerken van een derivaat (‘embedded derivaat’) stelt de Groep vast of deze bepalingen en afspraken van het contract afgescheiden dienen te worden; afscheiding vindt plaats als: • er geen nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract; en • een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat; en • het samengestelde instrument niet tegen reële waarde wordt gewaardeerd met verwerking van de reële waardeveranderingen in het resultaat. Voor zover het afgescheiden derivaat niet kan worden aangewezen als onderdeel van een hedge-relatie en hedge-accounting kan worden toegepast (zie hierna onder “Derivaten aangehouden voor hedging doeleinden”) wordt het afgescheiden derivaat geclassificeerd als “Overige derivaten”. In bepaalde huurcontracten is een huurprijsindexatieformule met referentie aan prijsindexcijfers opgenomen; geconcludeerd is dat geen sprake is van een af te scheiden derivaat. In enkele leningsovereenkomsten zijn bepalingen opgenomen waarbij de leningverstrekker het recht heeft om op een tijdstip in de toekomst de rentevoet vast te stellen op een vast rentepercentage of de op dat moment geldende marktrente. Geconcludeerd is dat dit recht kwalificeert als een embedded derivaat (‘geschreven
114
Jaarverslag 2014
optie’) met eigen kenmerken die niet voldoende aansluiten op de kenmerken van de leningovereenkomst en afgescheiden moet worden. Dit betekent tevens dat het derivaat niet kwalificeert voor een hedge relatie resp. hedge-accounting; het derivaat wordt verwerkt als “Derivaten”. Overige derivaten Overige derivaten zijn derivaten welke niet kwalificeren voor een hedgerelatie resp. – accounting. Omdat de onderliggende waarde geen beursgenoteerd aandeel is wordt het derivaat gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde. Van opgenomen leningen afgescheiden embedded derivaten worden op moment van eerste verwerking van de lening de reële waarde van het embedded derivaat bepaald; de initieel bepaalde reële waarde is de kostprijs voor de door de groep toegepaste waardering van embedded derivaten tegen kostprijs of lagere marktwaarde. De initiële waardering van de lening (zonder het embedded derivaat) wordt bepaald als het verschil tussen de reële waarde van het gehele contract en de initiële reële waarde van het embedded derivaat; het verschil tussen het nominaal af te lossen leningbedrag en de reële waarde van de lening wordt door middel van de effectieve rente geamortiseerd over de looptijd van de lening; Op elke balansdatum wordt de reële waarde van het embedded derivaat opnieuw bepaald. Is sprake van een waardedaling (in de zin van een toegenomen negatieve waarde) dan wordt het waardeverschil ten laste van het resultaat verwerkt; een afname van de waardedaling op een later tijdstip wordt in dat betreffende boekjaar teruggenomen tot het bedrag van de kostprijs van het embedded derivaat. De waarde van het derivaat wordt lineair geamortiseerd over de looptijd van het derivaat.
Niet langer in de balans opnemen van financiële activa en passiva
Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen.
Jaarverslag 2014
115
Grondslagen van resultaatbepaling enkelvoudige jaarrekening
in
de
Algemeen
Baten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben voor zover deze gerealiseerd zijn. De kosten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. (Voorzienbare) verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden en overigens wordt voldaan aan de voorwaarden voor het opnemen van voorzieningen.
Bedrijfsopbrengsten Onder de bedrijfsopbrengsten worden die omzetcategorieën opgenomen, welke kenmerkend zijn voor het bedrijfstype van woningcorporaties. Dit betreft voornamelijk de opbrengst respectievelijk uit de verhuur van woningen, verkoop van woningen (voor derden en uit eigen bezit) en leveringen van aanvullende diensten jegens huurders.
Huuropbrengsten Opbrengsten uit de levering van (huur)diensten worden verantwoord naar rato van de geleverde prestaties. De huuropbrengsten zijn het resultaat van het gevoerde huurprijsbeleid van de groep, rekening houdend met de door het Rijk bepaalde kaders (zoals maximale huurverhoging, maximaal redelijke huur en maximale huursomstijging) en onder aftrek van huurderving wegens leegstand en oninbaarheid. Opbrengsten servicecontracten
De opbrengsten servicecontracten betreffen vergoedingen van huurders boven de netto huurprijs voor leveringen en diensten (zoals energie, water, huismeesters, schoonmaakkosten). De opbrengsten worden verminderd met derving wegens oninbaarheid. De kosten van de leveringen en diensten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten.
Resultaat verkoop vastgoedportefeuille
De verkoop van vastgoed is een regulier onderdeel van de bedrijfsactiviteiten en wordt derhalve als onderdeel van de omzet verantwoord. Opbrengst uit verkoop van vastgoed wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt als alle belangrijke rechten op economische voordelen alsmede alle belangrijke risico’s met betrekking tot de activa zijn overgedragen aan de koper, het bedrag van de opbrengst op betrouwbare wijze kan worden bepaald en ontvangst van de opbrengst waarschijnlijk is. Op basis van deze criteria wordt onder deze post de verkoopopbrengst van huurwoningen (sociaal vastgoed en commercieel vastgoed in exploitatie) onder aftrek van verkoopkosten en de boekwaarde verantwoord. De boekwaarde is op basis van historische kosten of lagere bedrijfswaarde (sociaal vastgoed) respectievelijk historische kosten of lagere marktwaarde (commercieel vastgoed).
116
Jaarverslag 2014
Winsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn.
Geactiveerde productie voor eigen bedrijf
Onder deze post worden de kosten van het eigen werkapparaat welke direct toerekenbaar zijn aan investeringen in onroerende zaken in ontwikkeling verantwoord en als zodanig geactiveerd onder onroerende zaken in ontwikkeling (te weten: sociaal vastgoed of commercieel vastgoed in ontwikkeling dan wel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop).
Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder vallen onder andere aan derden doorberekende kosten voor overige dienstverlening inzake administratieve dienstverlening, uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden, bemiddeling huurtoeslag, inschrijfgelden woningzoekenden e.d.
Bedrijfslasten
Afschrijvingen op materiële vaste activa en commercieel vastgoed
De afschrijvingen op materiële vaste activa, commercieel vastgoed en onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur (is doorgaans de geschatte economische levensduur). Met een mogelijke restwaarde van de opstallen wordt geen rekening gehouden aangezien wordt uitgegaan van sloop aan het einde van de economische levensduur, tenzij bij sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie de woningen binnen vijf jaar worden verkocht in welk geval de afschrijving wordt gestopt gelet op de hogere restwaarde door verkoop dan de boekwaarde.
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa
Hieronder worden (teruggenomen) afwaarderingsverliezen verantwoord voor in het boekjaar aangegane juridische en feitelijke investeringsverplichtingen inzake vaste activa en sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie. Daarnaast worden hieronder (teruggenomen) waardeverminderingen verantwoord inzake het sociaal vastgoed in exploitatie.
Bijzondere waardevermindering van vlottende activa
Hieronder worden afwaarderingsverliezen op huurderving debiteuren opgenomen.
Pensioenlasten
De groep heeft geen verdere verplichtingen uit hoofde van haar pensioenregeling anders dan de betaling van premies. In het geval van een tekort bij het pensioenfonds, alwaar de pensioenregeling is ondergebracht, heeft de groep geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, anders dan het voldoen van hogere toekomstige premies. De pensioenpremies worden als last in de winst- en verliesrekening verantwoord zodra zij verschuldigd zijn. Te betalen premie dan wel vooruitbetaalde premie per jaareinde wordt als overlopend passief respectievelijk overlopend actief verantwoord.
Jaarverslag 2014
117
Onderhoudslasten
Onder deze post worden de kosten van door derden verrichte onderhoudswerkzaamheden verantwoord, voor zover de werkzaamheden in het jaar hebben plaatsgevonden alsmede inkoop van onderhoudsmaterialen. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging maar instandhouding van het actief.
Leefbaarheid Onder deze post zijn leefbaarheidsuitgaven inzake sociale activiteiten en fysieke activiteiten opgenomen. De uitgaven inzake sociale activiteiten omvatten wijk gebonden uitgaven voor ondersteuning van bewonersinitiatieven, gebiedsgericht personeel (zoals leefbaarheidscoördinator, wijkbeheerder, huismeester), leefbaarheidsonderzoeken en uitgaven voor activiteiten zoals welkomstbijeenkomsten nieuwe bewoners, bestrijding woonoverlast, buurtbemiddeling, opvang van dak- en thuislozen, schuldsaneringen, tweede kansbeleid et cetera. De uitgaven inzake fysieke activiteiten omvatten wijk gebonden uitgaven voor buurtcentra, bijzondere gebouwen (zoals wijksteunpunten, buurtposten, HOED), onderhoud groenvoorziening, speeltoestellen, beveiliging openbare ruimte, cameratoezicht, schoonmaakacties et cetera en uitgaven voor activiteiten zoals inbraakbeveiliging, brandpreventie, verlichting achterpad, afsluiting portieken et cetera. Rentebaten en rentelasten
Rentebaten worden tijdsevenredig in de winst- en verliesrekening verwerkt rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost, indien hun bedrag bepaalbaar is en hun ontvangst waarschijnlijk. Rentelasten worden toegerekend aan de opeenvolgende verslagperioden naar rato van de resterende hoofdsom. (Dis)agio en aflossingspremies worden als rentelast aan de opeenvolgende verslagperioden toegerekend zodanig dat tezamen met de over de lening verschuldigde rentevergoeding de effectieve rente in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt en in de balans de amortisatiewaarde van de schuld. Periodieke rentelasten en soortgelijke lasten komen ten laste van het jaar waarover zij verschuldigd worden. Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoop klaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en anders van de gewogen gemiddelde rentevoet van de rentedragende leningen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Rentelasten worden uitsluitend toegerekend voor de activa die als zodanig kwalificeren en indien de aan die actiefpost verbonden toekomstige economische voordelen naar verwachting voldoende groot zijn om de boekwaarde van die post inclusief de toegerekende rente te dekken en deze economische voordelen voldoende betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.
118
Jaarverslag 2014
Belastingen
De belasting over het resultaat wordt berekend op basis van het in de winst- en verliesrekening verantwoorde resultaat, rekening houdend met fiscaal vrijgestelde posten en geheel of gedeeltelijk niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met de wijzigingen in de latente belastingvorderingen en –schulden uit hoofde van respectievelijk wijzigingen in het belastingtarief, herbeoordeling van de mogelijkheid tot realisatie van latente belastingvorderingen of een wijziging van de verwachte realisatie van een actief- of passiefpost. De aldus bepaalde belastingpost wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking heeft op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt.
Aandeel in resultaat van deelnemingen
Het aandeel in resultaat van deelnemingen gewaardeerd op nettovermogenswaarde is het resultaat van de deelnemingen bepaald op de waarderingsgrondslagen van Stichting Clavis. Het resultaat op deelnemingen gewaardeerd tegen de kostprijs is bepaald op basis van de ontvangen dividenden.
Jaarverslag 2014
119
Toelichting op de enkelvoudige balans Materiële vaste activa 2014
2013
* € 1000
* € 1000
1. Sociaal vastgoed in exploitatie
2. Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
81.933
82.231
3.677
3.706
86.110
88.945
500
3. Onroerende en roerende goederen ten dienste van exploitatie
Het verloop van deze posten is als volgt:
Sociaal vastgoed in exploitatie
3.008
Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen expl.
Onroerende en roerende goederen t.d.v. exploitatie
2014
2013
2014
2013
2014
2013
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
Aanschafwaarde
132.221
128.716
920
865
5.322
4.913
Cumulatieve afschrijving en afwaardering
-49.990
-45.374
0
0
-1.616
-1.308
82.231
83.342
3.008
865
3.706
3.605
4.285
3.251
0
0
0
0
983
604
1.777
3.306
366
409
-717
-350
-4.285
-3.251
0
0
-525
-205
0
2.088
0
0
0
0
0
0
0
0
-4.685
-4.617
0
0
-395
-308
361
206
0
0
0
0
-298
-1.111
-2.508
2.143
-29
101
Aanschafwaarde
136.772
132.221
-1.588
920
5.688
5.322
Cumulatieve afschrijvingen en afwaarderingen
-54.839
-49.990
2.088
2.088
-2.011
-1.616
81.933
82.231
500
3.008
3.677
3.706
Stand 1 januari:
Boekwaarde Mutaties: Opleveringen
Investeringen
Desinvesteringen Afwaarderingen
Terugname afwaarderingen Afschrijvingen
Afschrijvingen desinvesteringen Totaal van de mutaties Stand 31 december:
Boekwaarde
Bedrijfswaarde
120
Stand 1 januari
140.116
Mutatie
-18.027
Stand 31 december
122.089
Jaarverslag 2014
1. Sociaal vastgoed in exploitatie
Afschrijvingen In het kader van RJ 645 (herzien 2011) is vanaf boekjaar 2012 de afschrijving op het sociaal vastgoed gewijzigd van annuïtair naar lineair en tevens gebaseerd op de componenetenbenadering. Voor het boekjaar 2012 zijn daardoor de afschrijvingslasten inzake het sociaal vastgoed in exploitatie niet toegenomen. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie zijn, onder toepassing van de componentenbenadering bepaald volgens de lineaire methode op basis van de volgende verwachte gebruiksduur: • Grond: geen afschrijving • Casco: 50 jaar • Inrichting (keuken, badkamer/ toilet e.d.): 10 tot 15 jaar • Installaties (lift, cv, elektra e.d.): 20 tot 25 jaar • Woningverbetering: 30 jaar Waardering bij eerste verwerking In de kostprijs is tevens rente op schulden tijdens de bouw opgenomen. Gedurende het boekjaar 2014 is hiervoor een bedrag van € 1.757 geactiveerd. (2013 € 25.717) Sociaal vastgoed in exploitatie bestemd voor verkoop De corporatie heeft een verkoopplan opgesteld waarin 240 woningen bestemd zijn voor verkoop. De verwachte verkoop over de eerste 5 jaar zal 100 stuks bedragen. Hiervan zullen naar verwachting 20 woningen per boekjaar worden verkocht. De verwachte opbrengstwaarde van deze woningen bedraagt gemiddeld per jaar € 1.573.000 en de boekwaarde gemiddeld per jaar op basis van historische kosten € 143.000. Uitgangspunten bedrijfswaarde De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende levensduur van de complexen. De bedrijfswaarde is gebaseerd op doorexploitatie van het sociaal vastgoed totdat het vastgoed door sloop teniet gaat. Hierbij wordt een restwaarde voor de grond ingerekend afgeleid van de huidige bestemming van het sociaal vastgoed (i.c. sociale huurwoning). De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van het bestuur weergeven van zijn beleid en de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende economische levensduur van het complex. Deze veronderstellingen zijn nader geconcretiseerd in de onderstaande uiteenzetting van de gehanteerde uitgangspunten. De kasstroomprognoses zijn voor de eerste vijf jaar gebaseerd op de intern geformaliseerde meerjarenbegroting waarbij voor de verwachte kosten van contractueel aangegane onderhoudsverplichtingen, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan vijf jaar de contractperiode is ingerekend. De kosten van planmatig en groot onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren worden de kasstroomprognoses geschat door extrapolatie van de meerjarenbegroting gebruikmakend van een vast groeipercentage voor inflatie en huurstijging.
Jaarverslag 2014
121
Bij de bedrijfswaardeberekening zijn door de volgende uitgangspunten gehanteerd: Stijgingsparameters: • jaarlijkse huurverhoging van 2015 - 2019 2,0% • jaarlijkse huurderving van 1,5% als gevolg van leegstand (voorgaand jaar: 1,5%) • jaarlijkse mutatiegraad van 11% • jaarlijkse stijging van de overige exploitatie uitgaven van 2015-2019 2% (voorgaand jaar: 2,5%) • jaarlijkse stijging van de onderhoudsuitgaven conform de inflatie voor bouwkostenontwikkeling van 2014-2018 3% (voorgaand jaar: 3%) Volumeparameters:
• klachten onderhoudsuitgaven (op basis van ervaringscijfers): € 106 per verhuureenheid (voorgaand jaar: € 146)
• planmatig en groot onderhoud (uitsluitend instandhouding) per complex: conform • •
meerjarenonderhoudsbegroting, na begrotingsperiode op basis van gemiddelden per complex directe overige exploitatie uitgaven (belastingen, verzekering): € 250 per verhuureenheid (voorgaand jaar: € 250) heffing van overheidswege gekoppeld aan het sociaal vastgoed in exploitatie (verhuurderheffing): ingerekend tot einde looptijd en in de vergelijkende cijfers voor de jaren 2014 t/m 2017.
Discontering: • disconteringsvoet van 5,25 % voor woningen (voorgaand jaar: 5,25%); disconteringsmoment: medionummerando • contantmakingsperiode: geschatte resterende economische levensduur zie verder onder tekstkader hierna van het complex met een minimum van 15 jaar voor complexen waarvoor geen concrete sloop- , renovatie- of verkoopplannen aanwezig zijn Overige aspecten:
• inrekenen restwaarde grond: € 100 m2 per grondgebonden woning en € 30.000 per
•
•
appartement met een sociale huurbestemming. De huidige grondprijs geïndexeerd naar einde levensduur met 2% en gecorrigeerd voor toekomstig te maken kosten inzake uitplaatsing/sloop (€ 10.000). De gemiddelde restant grondwaarde bedraagt € 6.800 per woning. inrekenen woningverkopen: tegen de contante waarde van de verwachte opbrengstwaarde minus verkoopkosten voor maximaal de eerstkomende vijf jaar op basis van een geformaliseerd verkoopplan en indien verkoop juridisch mogelijk is. In de eerste 5 jaar zijn 20 woningen per jaar ingerekend in de bedrijfswaarde. In de eerste 5 jaar is huurharmonisatie ingerekend.
Schattingen De schattingen met betrekking tot de bedrijfswaardebepaling welke inherent zijn aan deze waarderingsgrondslag, zijn van bijzonder belang door hun invloed op de jaarrekening en de waarschijnlijkheid dat toekomstige gebeurtenissen significant kunnen afwijken van de verwachtingen van het management zoals verwerkt in de bedrijfswaarde.
122
Jaarverslag 2014
Verstrekte zekerheden Zonder toestemming van het WSW is het de corporatie niet toegestaan om de woningen die met door het WSW geborgde leningen zijn gefinancierd te bezwaren met een beperkt recht ( recht van pand/hypotheek, recht van opstal, recht van erfpacht, recht van vruchtgebruik) of de verplichting aan te gaan om deze woningen met een zekerheidsrecht te bezwaren (positieve hypotheekverklaring). Als gevolg hiervan zijn de woningen die met geborgde leningen zijn gefinancierd, niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. Daarnaast heeft het WSW recht van eerste hypotheek op de woningen van de corporatie betreffende de door het WSW geborgde financiering. Voor de door het WSW verstrekte borgstelling heeft de corporatie een obligoverplichting gebaseerd op de omvang van de door het WSW geborgde leningen. Deze obligoverplichting is in de toelichting op de geconsolideerde balans vermeld onder de “Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa”.
2. Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Bouwrente Tijdens de bouw wordt rente op vreemd vermogen geactiveerd. Gedurende het boekjaar 2014 is hiervoor een bedrag van € 0 geactiveerd.
3. Onroerende en roerende goederen ten dienste van exploitatie
De afschrijvingen op de onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn bepaald volgens de lineaire methode op basis van de volgende verwachte gebruiksduur: • Bedrijfsterreinen: geen afschrijving • Automatisering: 3 jaar • Bedrijfsauto’s: 3 jaar • Inventaris kantoor: 5 of 10 jaar • Kantoorgebouw (componentenbenadering): - grond: geen afschrijving - casco: 40 jaar - liftinstallaties: 20 tot 25 jaar - verwarmingsinstallaties: 20 jaar.
Jaarverslag 2014
123
Financiële vaste activa 4. Andere deelnemingen Het verloop van deze post is als volgt:
2014
Boekwaarde
Aan-/
01-01-2014
verkopen
* € 1000
* € 1000
Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V. (100%)
2013
* € 1000
Boekwaarde 31-12-2014
* € 1000
* € 1000
45
59
5.720
650
0
0
-234
416
6.266
0
45
-175
6.136
Aan-/
01-01-2013
verkopen
* € 1000
* € 1000
Resultaat/ dividend deelneming
* € 1000
Waarde-
Boekwaarde
wijzigingen
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
5.681
0
-130
65
5.616
650
0
0
0
650
6.331
0
-130
65
6.266
CV De Uithof III Totaal
deelneming
Waardewijzigingen
0
Boekwaarde
Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V. (100%)
dividend
5.616
CV De Uithof III Totaal
Resultaat/
5. Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
2014
Nieuwe
Af-
Amortisatie/
Waarde-
Boekwaarde
01-01-2014
leningen
lossingen
rente
wijzigingen
31-12-2014
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
Clavis Ontwikkeling & Beheer B.V.
1.223
3
-108
27
0
1.145
Clavis Ontwikkeling B.V.*
510
890
0
27
0
1.427
Clavis Beheer B.V.
333
210
-100
11
0
454
2.066
1.103
-208
65
0
3.026
Totaal
124
Boekwaarde
Jaarverslag 2014
2013
Boekwaarde
Nieuwe
Af-
Amortisatie/
Waarde-
Boekwaarde
01-01-2013
leningen
lossingen
rente
wijzigingen
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
1.193
3
0
27
0
1.223
Clavis Ontwikkeling B.V.
494
5
0
11
0
510
Clavis Beheer B.V.
555
0
-232
10
0
333
2.242
8
-232
48
0
2.066
Clavis Ontwikkeling & Beheer B.V.
Totaal
* Stichting Clavis heeft de vennootschap bevestigd tot en met 30 juni 2016 de door haar aan Clavis Ontwikkeling B.V. verstrekte lening alsmede de daarover verschuldigde rente niet op te eisen.
6. Latente belastingvordering(en)
Bij een aantal jaarrekeningposten is sprake van tijdelijke verschillen tussen de waardering van activa en passiva volgens jaarrekeninggrondslagen en fiscale grondslagen. Verder is sprake van fiscaal compensabele verliezen. De hieruit voortvloeiende latente belastingvorderingen worden hierna toegelicht: Leningen o/g en u/g In de jaarrekening is voor de leningenportefeuille een latente belastingverplichting respectievelijk -vordering tegen de contante waarde verantwoord voor het verschil tussen de waardering die de fiscus toepast (i.c. marktwaarde) en de waardering als toegepast in de jaarrekening (geamortiseerde kostprijs). De latentie loopt af over de resterende looptijd van de leningen. De post leningen u/g bestaat uit:
2014
2013
* € 1000
* € 1000
Boekwaarde 1 januari
Dotaties ten laste van het resultaat
387
398
0
-11
401
387
14
Vrijval ten gunste van het resultaat Boekwaarde 31 december
0
7. Leningen u/g De post leningen u/g bestaat uit:
Verwerving grond (Zuiderpark)
Personeelsleningen (Fietsplan)
2014
2013
* € 1000
* € 1000 45
45
46
45
1
Jaarverslag 2014
0
125
Het verloop van deze posten is als volgt:
Verwerving grond (Zuiderpark)
Personeelsleningen (Fietsplan)
2014
2013
2014
2013
* € 1000
* € 1000
* € 1000
* € 1000
45
45
0
1
Nieuwe leningen
0
0
1
0
Aflossingen
0
0
0
-1
45
45
1
0
Stand per 1 januari
Stand per 31 december
Vlottende activa Voorraden 8. Overige voorraden
Betreft de voorraad onderhoudsmaterialen Technische Dienst / in de magazijnen en servicewagens. 2014
2013
* € 1000
* € 1000 92
Overige voorraden
164
9. Onderhanden werken Onderhanden werken
31-12-2014
31-12-2013
* € 1000
* € 1000
Lievenspolder
9
Korte Kerkstraat-Dijkstraat / Nieuwstraat Zuid Oudelandse Hoek
Vorderingen
183
181
599
587
407
401
2014
2013
* € 1000
* € 1000
10. Huurdebiteuren
972
978
12. Overige vorderingen
131
19
11. Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen 13. Overlopende activa
126
5
Jaarverslag 2014
375
241
57
117
1.535
1.355
10. Huurdebiteuren De vordering op huurdebiteuren omvat naast de huren ook te vorderen servicekosten, herstelkosten en incassokosten. In de vordering op vertrokken huurders zijn tevens kosten van mutatieonderhoud voor rekening van de huurder begrepen. De vordering op huurdebiteuren is als volgt te specificeren: Vordering op huurdebiteuren
2014
2013
* € 1000
* € 1000
Zittende huurders
Vertrokken huurders
396
320
1.111
1.139
972
978
715
Af: voorziening dubieuze debiteuren
819
-139
-161
Het verloop van de voorziening dubieuze debiteuren is als volgt: 2014
2013
* € 1000
* € 1000
-161
-86
22
-75
-139
-161
Stand per 1 januari Mutatie Stand per 31 december
Eind 2014 bedraagt de huurvordering op de zittende huurders 3% van de huuropbrengsten (eind 2013: 2%).
14. Liquide middelen Liquide middelen Kas
2014
2013
* € 1000
* € 1000 2
Bank
24
Deposito’s
1
410
0
3.750
26
4.161
Er bestaan geen belangrijke beperkingen inzake de beschikbaarheid van geldmiddelen. Ze staan ter vrije beschikking van de groep.
Jaarverslag 2014
127
15. Eigen vermogen Volgens paragraaf 20 uit de statuten is het eigen vermogen van Clavis bestemd voor de overige reserves. Het eigen vermogen is als volgt samengesteld: 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Overige reserves
20.704
19.660
Resultaat boekjaar
-4.356
1.044
13.243
20.704
Stelselwijziging
-3.105
0
Voorzieningen Voorzieningen
2014
2013
* € 1000
* € 1000
16. Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen
17. Voorziening latente belastingverplichtingen
0
440
541
603
541
1.043
16. Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Máxima
Amberboomstraat
0
440
0
440
0
De voorzieningen zijn afgeboekt van de in expotatie genomen projecten.
128
Jaarverslag 2014
0
17. Voorziening latente belastingverplichtingen Bij een aantal jaarrekeningposten is sprake van tijdelijke verschillen tussen de waardering van activa en passiva volgens jaarrekeninggrondslagen en fiscale grondslagen. Resulterend in de volgende latente belastingverplichting: 2014
2013
* € 1000
* € 1000
De voorziening betreft 25% van de fiscale onderhoudvoorziening a € 2.163.000
541
603
Het verloop van de in de balans tot waardering gebrachte voorziening latente belastingverplichtingen in het boekjaar is op totaalniveau als volgt: 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Boekwaarde 1 januari
603
-62
-113
Boekwaarde 31 december
541
603
25% over mutatie fiscale onderhoudsvoorziening
716
Langlopende schulden 2014 Rente % 18. Schulden/leningen kredietinstellingen
> 5 jaar
3,48%
46.475
19. Derivaten
1-5 jaar 16.714
Totaal 72.365
7.006
7.006
2013 Rente % 18. Schulden/leningen kredietinstellingen 19. Derivaten
> 5 jaar
3,82%
52.368
1-5 jaar 13.790
Totaal 78.258
Saldo per 01-01-2014 3.105 (stelselwijziging)
18. Schulden/leningen kredietinstellingen Het verloop van deze leningen is als volgt: Verloop leningen Stand per 1 januari Nieuwe leningen
2014
2013
* € 1000
* € 1000
78.258
72.144
-12.093
-1.886
72.365
78.258
6.200
Aflossingen
Stand per 31 december
Jaarverslag 2014
8.000
129
Zekerheden Van de leningen overheid en kredietinstellingen is € 72,3 miljoen (2013 € 78,2 miljoen) geborgd door het WSW. Voor de door het WSW geborgde leningen heeft Stichting Clavis zich verbonden het onderliggend onroerend goed in exploitatie niet zonder toestemming te bezwaren, van bestemming te veranderen, te vervreemden of teniet doen gaan. Aflossingssysteem De leningen worden afgelost op basis van het lineaire, annuïtaire dan wel het fixe kostprijssysteem. Aflossingsverplichting In 2015 zullen de aflossingen op de leningen kredietinstellingen € 9.176.000 bedragen. Reële waarde De reële waarde van de langlopende schulden bedraagt € 82,8 miljoen en is bepaald aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen de geldende marktrente van 2%.
19. Derivaten
Voor derivaten die niet voldoen aan de voorwaarden van kostprijs hedge-accounting en naar lagere reële waarde worden afgewaardeerd, wordt bij een negatieve reële waarde, een schuld opgenomen ter grootte van die negatieve reële waarde . Voor een specificatie van deze schuld wordt verwezen naar paragraaf “Financiële instrumenten” onderdeel Hedges.
20. Overige schulden 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Waarborgsommen
479
462
479
462
De onder overige schulden opgenomen waarborgsommen betreffen de uit hoofde van de huurovereenkomst van huurders ontvangen bedragen die dienen als eerste zekerheid voor de voldoening van het bedrag dat bij beëindiging van de huurovereenkomst door de huurder aan mutatiekosten en achterstallige huur verschuldigd mocht zijn. De waarborgsom bedraagt gemiddeld € 184,30 per VHE. Jaarlijks wordt 2% rente toegerekend. De waarborgsom inclusief samengestelde rente wordt bij beëindiging van de huurovereenkomst verrekend.
130
Jaarverslag 2014
Kortlopende schulden 2014
2013
* € 1000
* € 1000
21. Schulden aan kredietinstellingen
825
22. Schulden aan leveranciers
0
712
1.122
0
0
1.047
733
74
58
1.646
1.566
4.337
3.509
825
0
23. Gemeenten
3
24. Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
25. Belastingen en premies sociale verzekeringen
26. Schulden ter zake van pensioenen 27. Overige schulden
0
30
28. Overlopende passiva
30
21. Schulden aan kredietinstellingen Rekening-curantkrediet (Bank)
Zekerheden Door de huisbankier zijn aan de groep rekening-courantkredietfaciliteiten ter beschikking gesteld voor een totaalbedrag van € 2,2 miljoen. Tegenover deze faciliteiten is geen zekerheid verstrekt.
24. Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Dit betreft een rekening-courant verhouding met Clavis Beheer B.V..
25. Belastingen en premies sociale verzekeringen
Verschuldigde vennootschapsbelasting boekjaar
2014
2013
* € 1000
* € 1000 544
351
364
286
Loonbelasting
91
40
Premies bedrijfsvereniging
17
18
Aanpassing/verschuldigde vennootschapsbelasting voorgaande jaren Omzetbelasting
31
Crisisheffing
1.047
38
733
De post verschuldigde vennootschapsbelasting van het boekjaar betreft de naar verwachting te betalen belasting over het belastbaar bedrag van het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de fiscale waarderingsregels volgens de vaststellingsovereenkomst (VSO), berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten.
Jaarverslag 2014
131
26. Schulden ter zake van pensioenen
Voor een toelichting wordt verwezen naar de post Pensioenlasten in toelichting op geconsolideerde winst- en verliesrekening.
27. Overige schulden
De post “Overige schulden” is als volgt te specificeren: 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Te betalen accountants- en advieskosten
30
30
30
30
28. Overlopende passiva Nog niet vervallen rente
844
902
Vooruitontvangen huren e.d.
344
311
Afrekening inzake leveringen en diensten Overige
122
336
1.646
127
226
1.566
De post “Vooruitontvangen huren” heeft betrekking op de verhuring van de Brede School aan de gemeente Terneuzen en huur die huurders vooruit hebben betaald per 31-12.
132
Jaarverslag 2014
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Voorwaardelijke verplichtingen
WSW obligoverplichting Leningen van woningcorporaties, die deelnemer zijn van het WSW worden door het WSW geborgd. Het WSW stelt zich borg jegens de geldgever voor de betaling van de leningsverplichtingen. Op grond van deze borgstelling zijn corporaties verplicht een obligo aan te houden ter grootte van een bepaald percentage (2014: 3,85%) over het schuldrestant van de door hun aangetrokken en door het WSW geborgde leningen. Met deze obligoverplichting staan woningcorporaties als deelnemer van het WSW garant voor elkaar. Per 31 december 2014 heeft Stichting Clavis een aangegane obligoverplichting van € 2,8 miljoen (2013: € 3 miljoen). Deze verplichting is voorwaardelijk: zij is opeisbaar indien de borgstellingsreserve (risicoof garantievermogen) van het WSW niet voldoende is om op grond van aanspraken van geldgevers de betalingsverplichtingen van WSW-deelnemers over te nemen.
Niet-verwerkte activa en verplichtingen Heffing voor saneringssteun Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) heeft aan de corporatiesector een heffing voor saneringssteun opgelegd. Het CFV heeft aangeven dat voor 2015 de heffing voor sanerigssteun nihil zal zijn. Voor de jaren 2016 en 2017 is op basis van de door het CFV aangegeven percentages een berekening gemaakt op basis van de jaarlijkse huursom. Op basis van deze percentages en de geschatte jaarlijkse huursom verwacht de corporatie dat de heffing in de komende jaren als volgt zal zijn: 2015 € - 2016 € 297.000 2017 € 149.000 Deze heffing is niet opgenomen in de bepaling van de bedrijfswaarde en is tevens niet als verplichting in de balans opgenomen. Aansprakelijkheid bij fiscale eenheid De corporatie vormt met Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V., Clavis Ontwikkeling B.V. en Clavis Beheer B.V. een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn de Stichting en de met haar gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake door de combinatie verschuldigde belasting. De corporatie vormt met Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V., Clavis Ontwikkeling B.V. en Clavis Beheer B.V. een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Op grond van de voorwaarden zijn de stichting/vereniging en de met haar gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake door de combinatie verschuldigde belasting.
Jaarverslag 2014
133
Meerjarige financiële verplichtingen Operationele lease De groep heeft als lessee operationele leasecontracten voor auto’s afgesloten. De toekomstige minimale leasebetalingen daarvan zijn als volgt te specificeren: Operational lease
2014
2013
* € 1000
* € 1000
Periode < 1 jaar
30
Periode > 5 jaar
0
1 jaar < periode < 5 jaar
27
72
108
102
135
5
De leaseovereenkomsten hebben een gemiddelde looptijd van 6 jaar waarbij de leasebetaling een vast bedrag per jaar is over de gehele leaseperiode. Na afloop van de overeenkomsten heeft de groep de optie de auto’s te kopen tegen de op dat moment geldende marktwaarde. Er is geen sprake van voorwaardelijke leasebetalingen. Borg Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V., Clavis Ontwikkeling B.V. en Clavis Beheer B.V. Op 27 september 2007 heeft Clavis een zakelijke borgtocht afgegeven met een maximum van € 15.000.000 ten gunste van ABN-AMRO ter afdekking van het kredietarrangement van bovenvermelde entiteiten. Deze borgtocht is voor onbepaalde tijd. Indien toezichthouders aangeven dat deze borgtocht niet langer gewenst is zal deze komen te vervallen. Investeringsverplichtingen Er is sprake van niet in de balans opgenomen investeringsverplichtingen voor aanpassingen in nieuwbouw voor een totaalbedrag van € 23.000, zijnde het verschil tussen de afgesloten contracten en de per balansdatum uitgevoerde werkzaamheden. Eventueel uit de contracten voorvloeiende verliezen als gevolg van onrendabele investeringen zijn voorzien in de jaarrekening.
134
Jaarverslag 2014
Financiële instrumenten
Algemeen
De in deze toelichting opgenomen gegevens verschaffen informatie die behulpzaam is bij het schatten van de omvang van risico’s die verbonden zijn aan zowel de in de balans opgenomen als de niet in de balans opgenomen financiële instrumenten. Clavis loopt geen materiele risico's met betrekking tor valutarisico, kredietrisico als mede liquiditeitsrisico. Embedded derivaten Clavis heeft twee extendible leningen afgesloten. Dit betreffen vastrentende leningen tot het herzieningsmoment zoals vastgelegd in de Ieningsovereenkomsten. Op het herzieningsmoment heeft de bank een optie om de lening te verlengen tegen een in de leningsovereenkomst opgenomen rentepercentage (putoptie). Het risico van deze lening betreft:
• op het moment van renteherziening indien de rente hoger dan wel lager is dan de actuele rente voor een vergelijkbare lening;
• het herfinancieringsrisico van de eindaflossing van de lening in een nieuwe lening
met een hogere of lagere rente. In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste kenmerken van de in de lening portefeuille aanwezige embedded derivaten weergegeven. Rente
Rente 2
Hoofdsom
Marktwaarde
Marktwaarde
31-12-2014
01-01-2014
Extendible 18-10-2006 t/m 20-10-2036
3,82% tot 18-10-2021
4,30% tot 2036 of 3 mnds Euribor flat
8.000.000
-2.851.950
-1.197.974
Extendible 5-5-2008 t/m 5-5-2053
4,195% tot 05-05-2023
4,75% tot 2053 of 3 mnds Euribor flat
6.000.000
-4.154.903
-1.907.821
14.000.000 -7.006.853 -3.105.795
Jaarverslag 2014
135
Toelichting op winst- en verliesrekening Bedrijfsopbrengsten 29. Huuropbrengsten huuropbrengsten Woningen en woongebouwen DAEB
Onroerende zaken niet zijnde woningen DAEB Huurderving wegens leegstand
2014
2013
* € 1000
* € 1000
14.656
13.898
15.324
14.545
15.079
14.221
668
647
-245
-324
De huurprijzen zijn bij de aanvang van de exploitatie vastgesteld. Daarna zijn zij onderworpen aan: - algemene jaarlijkse huurverhoging; - huurverhoging bij woningverbetering; - huurharmonisatie; - aanpassing naar reken-/markthuren. De gemiddelde huurverhoging per 1 juli 2014 bedroeg 2,74% (1 juli 2013: 4%).
30. Opbrengsten servicecontracten 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Servicecontracten
Leveringen en diensten
136
218
207
1.014
1.020
796
Jaarverslag 2014
813
31. Resultaat verkoop vastgoedportefeuille
Verkoop huurwoningen (sociaal vastgoed in exploitatie)
2014
2013
* € 1000
* € 1000
1.814
1.204
1.814
1.204
2.207
1.362
-347
-144
65
65
1.814
1.204
Verkoop huurwoningen (sociaal vastgoed in exploitatie)
Verkoopopbrengst Af: verkoopkosten
-111
Boekwaarde (historische boewaarde of lagere bedrijfswaarde) Vrijval ongerealiseerde boekwinsten
Resultaat in winst- en verliesrekening
-79
De verkoopopbrengst betreft 23 verkochte woningen (2013: 14 woningen en grond Zuidlandstraat).
32. Geactiveerde productie voor eigen bedrijf
Toegerekende rente projecten
21
37
21
37
0
5
30
24
87
89
0
4
33. Overige bedrijfsopbrengsten Verkoopresultaat groepsmaatschappij / deelneming Boekwinst afstoting materiële vaste activa ten dienste van de exploitatie
Vergoeding voor beheer- en administratiediensten aan derden Vergoeding doorbelasting salaris en overhead Vergoeding voor logeerkamers
Vergoeding voor projecturen derden
Dekking verricht onderhoud (materiaal- en mankosten) Vergoeding voor administratie huurders
Herrekening omzetbelasting 2006-2010
Overige bedrijfsopbrengsten
Jaarverslag 2014
1
2
226
181
13
12
1
11
358
328
0
0
137
Er zijn geen andere belangrijke overige opbrengstcategorieën verwerkt in de winst- en verliesrekening dan de bovengenoemde. Er is geen sprake geweest van ruil van goederen of diensten. De door de eigen onderhoudsdienst voor derden verrichte onderhoudswerkzaamheden worden voor de personeelskosten- en de onderhoudskostencomponent in de winst- en verliesrekening opgenomen respectievelijk onder de post Lonen en salarissen en sociale lasten en de post Onderhoudslasten. De opbrengst uit hoofde van door de eigen onderhoudsdienst verrichte onderhoudswerkzaamheden (materiaal- en manuren) wordt in de winst- en verliesrekening verantwoord onder “Overige bedrijfsopbrengsten”
138
Jaarverslag 2014
Bedrijfslasten
34. Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en commercieel vastgoed 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Sociaal vastgoed in exploitatie
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
4.685
4.617
5.080
4.925
395
308
35. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa Afwaardering wegens onrendabel deel sociaal vastgoed in exploitatie*
525
-1.973
525
-1.973
*specificatie: Amberboomstraat
-1.500
Máxima Vrijval reservering wijken
- 678 525
205
525
- 1.973
36. Bijzondere waardevermindering van vlottende activa Dotatie voorziening huurdebiteuren wegens oninbaarheid
200
-82
200
-82
37. Lonen en salarissen
Lonen en salarissen Inhuur personeel
Salarissen en sociale lasten t.l.v. onderhoud
Jaarverslag 2014
2014
2013
* € 1000
* € 1000
1.524
1.534
-412
-395
1.196
1.288
84
149
139
Bij de groep waren in 2014 gemiddeld 28 werknemers in dienst (2013: 33) / het aantal fulltime equivalenten bedroeg in 2014 gemiddeld 26 (2013: 31). De uitsplitsing naar organisatie-onderdeel is als volgt: aantal fte Bestuur
1,0
Beleidsondersteuning
1,9
Financien / automatisering
5,3
Wonen
5,7
Vastgoed
12,0
25,9
38. Sociale lasten 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Sociale lasten
260
235
260
235
Naar verwachting hebben de reeds vastgestelde gedifferentieerde verzekeringspremies inzake arbeidsongeschiktheidsrisico’s voor toekomstige jaren geen materiële invloed op de hoogte van de toekomstige personeelslasten.
39. Pensioenlasten 2014
2013
* € 1000
* € 1000
CAO-pensioenpremie SPW
280
297
280
297
De gehanteerde pensioenregeling van Stichting Clavis is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). De belangrijkste kenmerken van deze pensioenregeling zijn: • Er is sprake van een ouderdoms- en nabestaandenpensioen. • Er is sprake van een middelloonregeling. • De pensioenleeftijd is 67 jaar. • De regeling kent zowel een levenslang als een tijdelijk partner- en wezenpensioen, waarbij het partner- en wezenpensioen is verzekerd op risicobasis. • Voor het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen stelt het bestuur van het pensioenfonds jaarlijks een premie vast met een maximum van 31% van de ouderdomspensioengrondslag respectievelijk 31% van de ouderdomspensioengrondslag gecorrigeerd met de deeltijdfactor. • Als de middelen van het pensioenfonds het toelaten, zal het bestuur van het pensioenfonds de ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken van gewezen deelnemers aanpassen overeenkomstig de consumentenprijsindex voor alle huishoudens. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Er is geen recht op toeslagverlening en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Het bestuur van het pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken worden aangepast.
140
Jaarverslag 2014
De belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst zijn: • Deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds is verplicht gesteld voor de werknemers en bestuurders van Stichting Clavis. • Stichting Clavis is uitsluitend verplicht tot betaling van de vastgestelde premies. In geen geval bestaat een verplichting tot bijstorting. • Er is geen sprake van recht op teruggave/premiekorting. De dekkingsgraad van SPW bedraagt ultimo 2014 114% (31-12-2013: 114%). Hiermee voldoet het pensioenfonds aan de minimale vereiste 105% die voorgeschreven is door De Nederlandse Bank (DNB). Tevens heeft het bestuur van het pensioenfonds besloten de opgebouwde aanspraken van (gewezen) deelnemers en de ingegane pensioenen per 1 januari 2012 niet aan te passen aan de consumentenprijsindex alle huishoudens. Het bestuur heeft dit besluit genomen omdat de financiële positie van het fonds toeslagverlening niet toelaat, aangezien het eigen vermogen van het fonds lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen.
40. Onderhoudslasten
Reparatieonderhoud
Planmatig onderhoud
2014
2013
* € 1000
* € 1000
1.371
1.543
3.059
4.196
64
72
1.688
2.653
41. Leefbaarheid Leefbaarheidsuitgaven inzake sociale activiteiten Leefbaarheidsuitgaven inzake fysieke activiteiten
61
113
125
185
In de fysieke activiteiten zijn tevens de leegstandskosten Gas, water en electra meegenomen.
42. Lasten servicecontracten Gas
505
475
Water
-15
31
Electra
Boiler/geiser
143
142
4
3
31
Tuinonderhoud
Schoonmaak
Oude jaren/Derving
130
129
836
844
38
Jaarverslag 2014
31
33
141
43. Overige bedrijfslasten Beheerskosten
2014
2013
* € 1000
* € 1000
Automatiseringskosten
169
153
Drukwerk, kantoorbenodigdheden
47
43
Contributie en abonnementen
28
27
Porti en telefoon
55
Klein materiaal/gereedschap/onderhoud inwoners
10
55 16
309
294
661
626
35
35
Zakelijke lasten Belastingen Verzekeringen
Overige directe exploitatielasten
186
125
882
786
Reis- en verblijfskosten
26
30
Kosten opleiding
45
11
31
30
Andere personeelskosten
Vergoedingen
154
Overige
36
256
107
141
152
21
21
Andere bedrijfskosten Huisvestingskosten Verzekeringen
Heffing bijzondere projectsteun en saneringssteun CFV Honorering Raad van Commissarissen Kosten vervoermiddelen Fusiekosten
580
32
42
7
125
0
1
72
79
Communicatie en presentatie
31
Kantine en OR kosten
26
16
Advieskosten derden
566
110
Voorbereidingskosten en afboekingen projecten
-26
0
Overige algemene lasten
113
48
2.416
1.318
3.863
2.505
Sponsoring
Contributie landelijke federatie
20
Externe controle en administratiekosten
142
1.335
Jaarverslag 2014
78
36
24
84
Financiële baten en lasten 44. Waardeverandering van financiële vaste activa
Afwaardering ineffectieve deel hedge van op kostprijs gewaardeerde derivaten
Afwaardering deelneming
2014
2013
* € 1000
* € 1000
-3.901
0
-234
0
-4.135
0
45. Opbrengst van effecten en vorderingen behorend tot de financiële vaste activa Rente leningen u/g
Rente langlopende vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen
65
48
94
72
29
24
46. Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rente overige vlottende vorderingen
Rente liquide middelen
Rentebaten belastingdienst
1
2
16
23
17
25
2.749
2.935
3
12
2.770
2.962
0
0
47. Rentelasten en soortgelijke kosten Rente schulden/leningen kredietinstellingen Rente waarborgsommen
Rente rekening-courant
Provisie en kosten betalingsverkeer
Jaarverslag 2014
9
9
9
6
143
48. Belastingen Schattingen De acute en latente belastingen in de jaarrekening zijn bepaald met inachtneming van de fiscale regels volgens de door de sector met de belastingdienst gemaakte afspraken (Vaststellingsovereenkomst I en II). De toepassing van deze regels is op een aantal onderwerpen niet zonder meer duidelijk en voor discussie vatbaar. Deze onderwerpen zijn onder andere het onderscheid tussen onderhoudskosten en verbeteringen, de toerekenbare kosten inzake projectontwikkeling, het vormen van een herbestedingsreserve en de inschatting van het op basis van een fiscale winstplanning naar verwachting te verrekenen deel van beschikbare fiscale verliezen. Eerst bij de aangifte zal blijken of en in hoeverre de fiscus de door de groep gevolgde standpunten zal overnemen en accorderen. Om die reden kan de in de jaarrekening bepaalde acute en latente belasting achteraf nog aan veranderingen onderhevig zijn. Belastingdruk winst- en verliesrekening De belastinglast/-bate over het resultaat in de geconsolideerde winst- en verliesrekening bestaat uit de volgende componenten: 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Acute belastingen boekjaar Mutatie latente belastingen
-453
0
0
75
Overige mutaties
Totaal belastinglast/-bate
144
-544
-469
Jaarverslag 2014
102
-351
Acute belastingen boekjaar De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de fiscale waarderingsregels volgens de vaststellingsovereenkomst (VSO), berekend aan de hand van belasting tarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum. 2014 * € 1000 Commercieel resultaat voor belastingen volgens de enkelvoudige jaarrekening Permanente verschillen: Sanneringssteun
-3.932
493
Boeten
0
Gemengde kosten
6
Overig
0 499
Tijdelijke verschillen: Afschrijvingen
Bijzondere waardeveranderingen
Mutatie voorziening planmatig onderhoud Overige tijdelijke verschillen Fiscale verliescompensatie
2.690 4.660 248
-1.521
0 6.077 2.644
Dotatie herinvesteringsreserve
-388
Energie-investeringsaftrek
0
Fiscaal resultaat
2.256
Belastbaar bedrag 2014
2.256
Af: dotatie herbestedingsreserve Acute belastingen boekjaar
0
-544
Aansluiting toepasselijk en effectieve belastingtarief Het toepasselijk (wettelijk) belastingtarief bedraagt 25% (2013: 25%).
Jaarverslag 2014
145
Mutatie latente belastingen De mutatie latente belastingen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening is als volgt te specificeren:
mutaties in voorziening latente
2014
2013
* € 1000
* € 1000
belastingverplichting: Onderhoudsvoorziening
62
113
62
113
mutaties in latente belastingvorderingen: Leningen o/g en u/g
14
-11
14
-11
45
-130
45
-130
49. Aandeel in resultaat van deelnemingen
Resultaat Clavis Ontwikkeling en Beheer B.V.
Resultaat ROM Marsaki B.V. (geliquideerd per 21-12-2012)
146
Jaarverslag 2014
0
0
Bezoldiging van (ex-)bestuurders en (ex-) commissarissen
Bestuurders De bezoldiging van de huidige en gewezen bestuurders bestaat uit periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, doorbetaling bij ziekte en vakantie, sociale premies, presentiegelden, kostenvergoedingen en ter beschikking stelling van een auto), beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, sabbatical leave, jubileumuitkeringen, VUT- en prepensioenuitkeringen), uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband en bonusbetalingen. In de bezoldiging 2013 is tevens begrepen de gecontinueerde crisisheffing die de corporatie over het boekjaar 2013 aan de fiscus is verschuldigd. De crisisheffing is voor 2014 niet meer van kracht. De bezoldiging van de huidige en gewezen bestuurders die in het boekjaar ten laste van de woningcorporatie en haar dochter- en groepsmaatschappijen zijn gekomen is naar individuele bestuurder als volgt gespecificeerd (in euro’s): R. de Ridder 2014 Periodiek betaalde beloning
Vaste en variabele onkosten vergoedingen Beloning betaalbaar op termijn
2013
119.631
119.683
24.671
24.694
145.622
145.697
1.320
1.320
Dit dienstverband is voor onbepaalde tijd en gezien de wet en regelgeving is bezoldiging boven de toegestane norm en zal afgebouwd worden in de toegestane termijn. Voor de directeur-bestuurder is het overgangsrecht van toepassing. Omdat er geen nieuwe bezoldigingsafspraken zijn gemaakt na 6 december 2011, zijn er geen onverschuldigde betalingen ingevolge de WNT gedaan en is er daarom geen vordering uit dien hoofde opgenomen in de jaarrekening.
Commissarissen
De bezoldiging van huidige en gewezen commissarissen die in het boekjaar ten laste van de woningcorporatie en haar dochter- en groepsmaatschappijen zijn gekomen bedragen € 29 duizend (2013: € 37 duizend ) en is naar individuele commissaris als volgt gespecificeerd (in euro’s): Bezoldiging 2014 E.P.H. Kerckhaert
Voorzitter t/m 31-12-2013
G. van den Berg
Vice voorzitter/ Lid
M.H.B.M. van de Vijver A. van Houcke S. Verburg
C.H.M. van Waes
2013 0
8.056
5.371
5.371
Voorzitter / Vice voorzitter
8.056
Lid
5.371
Lid
5.371
Lid
5.371 29.540
Jaarverslag 2014
8.056 5.371 5.371 5.371 37.596
147
Wet Normering Topinkomens
Vanaf boekjaar 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van kracht (Besluit van 15 november 2012). Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna :WNT is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpasssingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd.
Accountantskosten
De ten laste van het boekjaar gebrachte kosten van de externe accountant en de accountantsorganisatie en het gehele netwerk waartoe deze accountantsorganisatie behoort, zijn als volgt voor de groep. 2014
2013
* € 1000
* € 1000
Onderzoek van de jaarrekening 77 87 Alle kosten voor onderzoek van de jaarrekening zijn gemaakt door Ernst & Young Accountants LLP.De overige kosten zoals 'Advies op fiscaal terrein' zijn niet uitgevoerd door Ernst & Young.
Overige gegevens
Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat De resultaatbestemming vindt plaats overeenkomstig artikel 20 van de statuten. Daarin is bepaald dat het resultaat toegevoegd word aan de algemene reserves. Bestemming van het resultaat 2014 Het resultaat wordt met goedkeuring door de Raad van Commissarissen aan de overige reserves in mindering gebracht op de algemene reserves. De resultaatbestemming is nog niet in de jaarrekening verwerkt. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben geen belangrijke mutaties in het eigen vermogen na het einde van het boekjaar plaatsgevonden. Er zijn geen fusies en overnames gerealiseerd na balansdatum. Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum en die geen nadere informatie geven over de toestand op balansdatum, voorgedaan. De Eerste Kamer stemde dinsdag 17 maart 2015 unaniem in met de herzieningswet Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Dit wetsvoorstel beoogt het functioneren van woningcorporaties als ondernemingen met een maatschappelijke taak te verbeteren. Daartoe worden de Woningwet en een aantal andere wetten gewijzigd. Naast het effect op de relatie met de externe stakeholders zal de herzieningswet ook van invloed zijn op het te voeren beleid door de corporatie. Vanuit de herzieningswet worden restricties gelegd op activiteiten en het te volgen huurbeleid. De mogelijke effecten doen zich voor bij het kunnen uitontwikkelen van bestaande projectenportefeuille, de samenstelling
148
Jaarverslag 2014
en financiering van het niet DAEB bezit, de wijze waarop woningtoewijzing dient plaats te vinden en de huurprijs die gevraagd kan worden. Dit kan zijn weerslag hebben op kasstromen en daarvan afgeleid de waardering van het vastgoed. Omdat op onderdelen Algemene Maatregelen van Bestuur nog moeten worden ingevuld en de uitwerking door de corporatie van bovenstaande nog dient plaats te vinden is het op dit moment niet mogelijk om de financiële effecten te kwantificeren.
Jaarverslag 2014
149
150
Jaarverslag 2014
C. VERKLARINGEN
Jaarverslag 2014
151
13. CONTROLEVERKLARING
Aan: de Directie en de Raad van Commissarissen van Stichting Clavis
152
Jaarverslag 2014
Jaarverslag 2014
153
14. VERKLARING VAN HET BESTUUR De jaarrekening van Stichting Clavis is vastgesteld door het bestuur op 21 april 2015.
w.g. R. de Ridder, Directeur/bestuurder.
154
Jaarverslag 2014
15. VERKLARING VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN De jaarrekening is goedgekeurd door de raad van commissarissen op 21 april 2015.
w.g. Dhr. M.H.B.M. van de Vijver, voorzitter
w.g. Dhr. G. van den Berg
w.g. Dhr. J.M. van Schaik
w.g. Mw. S. Verburg
w.g. Dhr. C.P.M. van Oorschot
Jaarverslag 2014
155
156
Jaarverslag 2014
13. Controleverklaring Aan: de Directie en de Raad van Commissarissen van Stichting Clavis
Bezoekadres: Rosegracht 2 Terneuzen Postadres: Postbus 150 4530 AD Terneuzen Telefoonnummer: 0115 - 622 444 Email:
[email protected] Website: www.clavis.cc
Jaarverslag 2014
157