WETSARTIKELEN DIE VERWIJZEN NAAR DE SANCTIES DIE WORDEN OPGELEGD BIJ NIET- OF LAATTIJDIGE INDIENING VAN STUKKEN
Dit document werd opgesteld om gemakkelijk de wetsartikelen te kunnen terugvinden die nodig zijn om onze beroepsaansprakelijkheid te dekken. De wetsartikelen zijn gerangschikt volgens de soort van wettelijke stukken waarnaar ze verwijzen; de stukken zelf zijn alfabetisch gerangschikt: Titel I. Jaarrekening................................................................................................................................. 1 Titel II. Belastingaangifte in de personenbelasting ................................................................................. 2 Titel III. Belastingaangifte in de vennootschapsbelasting....................................................................... 2 Titel IV. Btw-aangifte ............................................................................................................................. 3 Titel V. Aanvraag tot registratie als aannemer ........................................................................................ 3 Titel VI. Vraag om inlichtingen .............................................................................................................. 4 Titel VII. Jaarlijkse opgave van de afnemers-belastingplichtigen .......................................................... 5 Titel VIII. Verantwoordingsstukken ....................................................................................................... 5
Titel I. Jaarrekening
1.1. Gevolgen van de niet- of laattijdige neerlegging van de jaarrekening •
Overeenkomstig artikel 129 van het Wetboek van Vennootschappen, wordt een tarieftoeslag – die een bijdrage vertegenwoordigt in de kosten die de Federale Overheid maakt voor de opsporing en opvolging van ondernemingen in financiële moeilijkheden – aangerekend volgens de volgende modaliteiten: - 400 euro, wanneer de jaarrekening of, in voorkomend geval, de geconsolideerde jaarrekening wordt neergelegd tijdens de negende maand na de afsluiting van het boekjaar; - 600 euro, wanneer deze stukken worden neergelegd vanaf de tiende maand en tot de twaalfde maand na de afsluiting van het boekjaar; - 1 200 euro, wanneer deze stukken worden neergelegd vanaf de dertiende maand na de afsluiting van het boekjaar. De in het vorige lid bedoelde bedragen worden echter teruggebracht tot respectievelijk 120, 180 en 360 euro voor de kleine vennootschappen die gebruik maken van de mogelijkheid om hun jaarrekening volgens het verkort schema openbaar te maken. Deze bijdrage wordt door de Nationale Bank van België samen met de kosten voor de openbaarmaking van de betrokken jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening geïnd en doorgestort aan de Federale Overheidsdienst Financiën.
•
•
Artikel 98 van het Wetboek van Vennootschappen bepaalt dat, indien de jaarrekening niet werd neergelegd binnen dertig dagen nadat ze door de algemene vergadering is goedgekeurd, de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht wordt voort te vloeien uit dit verzuim. De onderneming dient dus te bewijzen dat de door de derde ingeroepen schade niet werd veroorzaakt door de niet-neerlegging van de jaarrekening binnen de wettelijke termijn. Overeenkomstig artikel 182 van het Wetboek van Vennootschappen kan de rechtbank, op vraag van iedere belanghebbende of van het openbaar ministerie, de ontbinding uitspreken van een
•
vennootschap die gedurende drie opeenvolgende boekjaren niet heeft voldaan aan de verplichting om een jaarrekening neer te leggen overeenkomstig de artikelen 98 en 100. Overeenkomstig de artikelen 263, 408 of 528 van het Wetboek van Vennootschappen is het bestuursorgaan jegens derden, hoofdelijk aansprakelijk voor alle schade die het gevolg is van overtreding van de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen.
Titel II. Belastingaangifte in de personenbelasting 2.1. Gevolgen van het niet- of laattijdig indienen van de aangifte in de personenbelasting •
•
•
Overeenkomstig artikel 351 WIB 92 beschikt de fiscale administratie over de mogelijkheid om de aanslag ambtshalve te vestigen op de belastbare inkomsten die zij kan vermoeden. U kunt de in de kennisgeving van aanslag van ambtswege vermelde grondslagen slechts betwisten door de bewijskracht van de in aanmerking genomen gegevens te betwisten, in welk geval de aanslag willekeurig is en moet worden vernietigd, of door het bewijs te leveren van het juiste bedrag van uw belastbare inkomsten en van de andere te uwen name in aanmerking komende gegevens. Overeenkomstig de artikelen 444 tot 448 WIB 92 kan de administratie u sancties opleggen. Dat houdt in dat, naargelang de ernst en de herhaling van de inbreuk, het kan gaan om een belastingverhoging gaande van 10 % tot 200 % of om een administratieve boete gaande van 50,00 euro tot 1 250,00 euro. Overeenkomstig artikel 354 WIB 92 mag, bij niet-aangifte, bij laattijdige overlegging van aangifte, of wanneer de verschuldigde belasting hoger is dan de belasting met betrekking tot de aangegeven belastbare inkomsten, de belasting of de aanvullende belasting worden gevestigd gedurende drie jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar waarvoor ze is verschuldigd. Wanneer het boekjaar zich over twee aanslagjaren uitstrekt, wordt de termijn van drie jaar verlengd met eenzelfde tijdperk als dat welke is verlopen tussen 1 januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd en de datum van afsluiting van het boekjaar in de loop van hetzelfde jaar.
Titel III. Belastingaangifte in de vennootschapsbelasting 3.1. Gevolgen van het niet- of laattijdig indienen van de aangifte in de vennootschapsbelasting •
•
•
Overeenkomstig artikel 351 WIB 92 beschikt de fiscale administratie over de mogelijkheid om de aanslag ambtshalve te vestigen op de belastbare inkomsten die zij kan vermoeden. U kunt de in de kennisgeving van aanslag van ambtswege vermelde grondslagen slechts betwisten door de bewijskracht van de in aanmerking genomen gegevens te betwisten, in welk geval de aanslag willekeurig is en moet worden vernietigd, of door het bewijs te leveren van het juiste bedrag van uw belastbare inkomsten en van de andere te uwen name in aanmerking komende gegevens. Volgens wijdverbreide rechtspraak kan de fiscale administratie de procedure van aanslag van ambtswege echter niet toepassen, wanneer blijkt dat de laattijdige aangifte te wijten is aan overmacht. Overeenkomstig de artikelen 444 tot 448 WIB 92 kan de administratie sancties opleggen. Dat houdt in dat, naargelang de ernst en de herhaling van de inbreuk, het kan gaan om een belastingverhoging gaande van 10 % tot 200 % of om een administratieve boete gaande van 50,00 euro tot 1 250,00 euro. Overeenkomstig artikel 354 WIB 92 mag, bij niet-aangifte, bij laattijdige overlegging van aangifte, of wanneer de verschuldigde belasting hoger is dan de belasting met betrekking tot de aangegeven belastbare inkomsten, de belasting of de aanvullende belasting worden gevestigd gedurende drie jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar waarvoor ze is verschuldigd. Wanneer het boekjaar zich over twee aanslagjaren uitstrekt, wordt de termijn van drie jaar verlengd met
eenzelfde tijdperk als dat welke is verlopen tussen 1 januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd en de datum van afsluiting van het boekjaar in de loop van hetzelfde jaar.
Titel IV. Btw-aangifte
4.1. Niet- of laattijdige indiening •
•
Bij niet-indiening van de periodieke aangifte is een geldboete van 500 euro per aangifte voorzien. Bij laattijdige indiening van de aangifte en wanneer er geen belasting is verschuldigd voor het tijdvak waarop de aangifte betrekking heeft, is een geldboete van 25 euro per aangifte en per maand vertraging (elke maand wordt voor een volledige maand gerekend) met een maximum van 125 euro verschuldigd. Wanneer er wel belasting is verschuldigd, worden deze bedragen verdubbeld (rubriek III, bijlage KB nr. 44). Bij niet-indiening van de bijzondere aangifte is een geldboete van 500 euro per aangifte voorzien. Bij laattijdige indiening van de aangifte 50 euro per aangifte en per maand vertraging (elke maand wordt voor een volledige maand gerekend, met een maximum van 250 euro )(rubriek VI, bijlage KB nr. 44).
4.2. Gevolgen bij niet-betaling van de btw •
Overeenkomstig artikel 70 W.Btw wordt voor iedere overtreding van de verplichting de belasting te voldoen, een geldboete opgelegd gelijk aan het dubbel van de ontdoken of niet tijdig betaalde belasting over de toegevoegde waarde. Overeenkomstig artikel 91 W.Btw is van rechtswege nalatigheidsinterest verschuldigd wanneer de belasting over de toegevoegde waarde niet binnen de door het wetboek vastgestelde termijnen is voldaan. Deze interest wordt om de maand berekend over het totaal van de verschuldigde belasting, afgerond op het dichtstbijzijnde lagere veelvoud van 10,00 euro. Ieder begonnen tijdvak van een maand wordt voor een gehele maand gerekend.
•
•
Volgens het nieuwe artikel 93undecies van het Btw-Wetboek, bent u, als bestuurder, hoofdelijk aansprakelijk voor de herhaalde niet-betaling van de belasting, interesten en bijkomende kosten, zodra, in geval van kwartaalaangiften, ten minste twee schulden binnen een periode van een jaar zijn vervallen en, in geval van maandaangiften, ten minste drie schulden binnen een periode van een jaar zijn vervallen. Hoewel deze aansprakelijkheid in de eerste plaats wordt uitgeoefend tegen de bestuurders die belast zijn met de dagelijkse leiding, kan ze evenwel worden uitgebreid tot de andere bestuurders, wanneer het gebrek aan betaling het gevolg is van een gemeenschappelijke fout van meerdere bestuurders of als deze bestuurders medeverantwoordelijk zijn voor deze fout.
Titel V. Aanvraag tot registratie als aannemer 5.1. Gevolgen van onvolledige registratie of gebrek aan registratie als aannemer •
Wanneer u (of uw vennootschap) in een andere categorie werken uitvoert dan waarvoor u (of de vennootschap) een registratienummer als aannemer hebt (heeft) bekomen, worden de facturen uitgereikt met toepassing van het tarief van 6 %, overeenkomstig het koninklijk besluit van 20 oktober 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van
•
•
de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven (uitvoering van artikel 37 van het Btw-Wetboek), door de Btwadministratie omgevormd tot facturen met toepassing van het tarief van 21 %. U (of uw vennootschap) bent (is) op de betrokken facturen dan 15 % btw verschuldigd. Overeenkomstig artikel 70, § 1 en/of 1bis van het Btw-Wetboek, kan u een geldboete worden opgelegd. Deze zal gelijk zijn aan het dubbel van de ontdoken of niet tijdig betaalde belasting. Overeenkomstig artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 41 van 30 januari 1987 en de tabellen in bijlage bij dit koninklijk besluit, worden deze wettelijke geldboeten teruggebracht van 5 tot 20 % van de verschuldigde belasting. Overeenkomstig artikel 91, § 1 van het Btw-Wetboek is, vanaf de termijn die voor de betaling van de verschuldigde belasting was vastgesteld, van rechtswege moratoire interest verschuldigd tegen de bij dit artikel bepaalde rentevoet, over het totaalbedrag van de belasting, afgerond op het dichtstbijzijnde lagere veelvoud van 10 euro.
Titel VI. Vraag om inlichtingen 6.1. Gevolgen van het niet- of laattijdig beantwoorden van een vraag om inlichtingen •
•
Indien u de verplichting tot het verstrekken van de gevraagde inlichtingen, waartoe u overeenkomstig artikel 316 WIB 92 bent gehouden, niet nakomt, kan de fiscale administratie de procedure van aanslag van ambtswege toepassen, wanneer ze het bewijs van het niet- of het laattijdig antwoord levert. Als u het verzuim met wettige redenen kunt rechtvaardigen, geldt de omkering van de bewijslast die uit de procedure van aanslag van ambtswege voortvloeit niet. Overeenkomstig de artikelen 444 tot 448 WIB 92 kan de administratie u administratieve sancties opleggen. Dat houdt in dat, naargelang de ernst en de herhaling van de inbreuk, het kan gaan om een belastingverhoging gaande van 10 % tot 200 %, zonder dat het totaal van de op het niet aangegeven inkomstengedeelte verschuldigde belastingen en de belastingverhogingen hoger mag zijn dan het bedrag van de niet aangegeven inkomsten, of om een administratieve boete gaande van 50,00 euro tot 1 250,00 euro.
Titel VII. Jaarlijkse opgave van de afnemers-belastingplichtigen 7.1. Gevolgen van de niet- of laattijdige indiening van de jaarlijkse opgave van de aan de btw onderworpen klanten •
Overeenkomstig rubriek VIII van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 44 van 21 oktober 1993 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, kan bij niet-naleving van de verplichting opgelegd door artikel 53quinquies van het Wetboek, een geldboete worden opgelegd volgens de volgende modaliteiten: -
Er zijn handelingen verricht ten behoeve van minstens één afnemer-belastingplichtige: → Een geldboete van 25,00 euro per afnemer-belastingplichtige, met een maximum van 1 250,00 euro, als de jaarlijkse opgave wordt ingediend vóór 1 juli volgend op de datum waarop ze moest worden ingediend. → Een geldboete van 50,00 euro per afnemer-belastingplichtige, met een maximum van 1 250,00 euro, als de jaarlijkse opgave wordt ingediend tussen 1 juli en 30 september volgend op de datum waarop ze moest worden ingediend. → Een geldboete van 125,00 euro per afnemer-belastingplichtige, met een maximum van 1 250,00 euro, als de jaarlijkse opgave wordt ingediend tussen 1 oktober en 31 januari volgend op de datum waarop ze moest worden ingediend. → Een geldboete van 1 250,00 euro per afnemer-belastingplichtige, als de jaarlijkse opgave wordt ingediend na 31 januari volgend op de datum waarop ze moest worden ingediend.
-
Er zijn geen handelingen verricht ten behoeve van belastingplichtigen: een geldboete van 125,00 euro.
Titel VIII. Verantwoordingsstukken 8.1. Gevolgen van het gebrek aan verantwoordingsstukken in de vennootschapsbelasting •
Overeenkomstig artikel 219 WIB 92 past de fiscale administratie op kosten als bedoeld in artikel 57 WIB 92 die niet worden verantwoord door de daartoe bestemde fiches en opgaven, een afzonderlijke aanslag toe van 309 %, die thans aftrekbaar is. Deze aanslag is evenwel niet verschuldigd indien de verkrijger van deze bezoldigingen, commissielonen, makelaarslonen, enz. kan aantonen dat hij het desbetreffende bedrag in zijn aangifte heeft vermeld.
•
Overeenkomstig de artikelen 444 tot 448 WIB 92 kan de administratie u administratieve sancties opleggen. Dat houdt in dat, naargelang de ernst en de herhaling van de inbreuk, het kan gaan om een belastingverhoging gaande van 10 % tot 200 %, of om een administratieve boete gaande van 50,00 euro tot 1 250,00 euro.
8.2. Gevolgen van het gebrek aan verantwoordingsstukken in de personenbelasting • •
Overeenkomstig artikel 57 WIB 92 mag de fiscale administratie de aldaar vermelde bedragen verwerpen. Overeenkomstig de artikelen 444 tot 448 WIB 92 kan de administratie u administratieve sancties opleggen. Dat houdt in dat, naargelang de ernst en de herhaling van de inbreuk, het kan gaan om een belastingverhoging gaande van 10 % tot 200 %, zonder dat het totaal van de op het niet
aangegeven inkomstengedeelte verschuldigde belastingen en de belastingverhogingen hoger mag zijn dan het bedrag van de niet aangegeven inkomsten, of om een administratieve boete gaande van 50,00 euro tot 1 250,00 euro.
8.3
Gevolgen van het gebrek aan verantwoordingsstukken op het stuk van de btw •
•
Op grond van de verschillende bepalingen zijn geldboeten voorzien voor overtredingen in verband met het dagboek van de ontvangsten, rekeningen en ontvangstbewijzen, het register van de garagisten, het register van de niet-overdrachten en het register van de ontvangen materialen, het boek voor inkomende en voor de uitgaande facturen, bestelbons en verantwoordingsstukken, facturen en als factuur geldende stukken, alsook de andere door het Wetboek voorgeschreven stukken, met uitzondering van de rekeningen en ontvangstbewijzen, de aangiften van aanvang, van wijziging en van stopzetting van activiteit, de verplichting tot het verstrekken van inlichtingen, het niet- of laattijdig indienen van de klantenlisting of de onregelmatigheden in verband hiermede, de ingediende klantenlisting, de niet- of laattijdige indiening van de kwartaalopgave van de intracommunautaire handelingen, de niet- of laattijdige indiening van de jaarlijkse opgave van de intracommunautaire handelingen of de overtredingen in verband hiermede. Het recht op afrek mag slechts worden uitgeoefend indien de voorwaarden opgesomd in artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 3 zijn vervuld. Dat impliceert onder meer dat u in het bezit moet zijn van een regelmatige factuur die in overeenstemming is met het voorschrift van artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 1 en een aantal verplichte vermeldingen bevat.