SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE 28 JUNI 1984. _ Wetboek van de Belgische nationaliteit. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-011990 en tekstbijwerking tot 06-04-2000) HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN. Art. 1-7 HOOFDSTUK II. - TOEKENNING VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT. Afdeling 1. - Toekenning van de Belgische nationaliteit op grond van de nationaliteit van de vader of van de moeder. Art. 8 Afdeling 2. - Toekenning van de Belgische nationaliteit op grond van adoptie. Art. 9 Afdeling 3. - Toekenning van de Belgische nationaliteit op grond van de geboorte in België Art. 10-11, 11bis Afdeling 4. - Toekenning van de Belgische nationaliteit als gezamelijk gevolg van een akte van verkrijging. Art. 12 HOOFDSTUK III. - VERKRIJGING VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT. (Afdeling 1. - Verkrijging van de Belgische nationaliteit door nationaliteitsverklaring.)
Art. 12bis (Afdeling 2.) - Verkrijging van de Belgische nationaliteit door nationaliteitskeuze. <W 1991-06-13/31, Art. 3, 003; En vigueur : 01-01-1992> Art. 13-15 (Afdeling 3.) - Verkrijging van de Belgische nationaliteit door de vreemde echtgenoot van een Belg. <W 1991-0613/31, Art. 3, 003; En vigueur : 01-01-1992> Art. 16 (Afdeling 4.) - Verkrijging van de Belgische nationaliteit wegens het bezit van de staat van Belg. <W 1991-0613/31, Art. 3, 003; En vigueur : 01-01-1992> Art. 17 (Afdeling 5.) - Verkrijging van de Belgische nationaliteit door naturalisatie. <W 1991-06-13/31, Art. 3, 003; En vigueur : 01-01-1992> Art. 18-21 HOOFDSTUK IV. - VERLIES VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT. Art. 22-23
28 JUIN 1984. _ Code de la nationalité belge. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 01-01-1990 et mise à jour au 06-04-2000) CHAPITRE 1er. - DISPOSITIONS GENERALES. Art. 1-7 CHAPITRE II. _ ATTRIBUTION DE LA NATIONALITE BELGE. Section 1. _ Attribution de la nationalité belge en raison de la nationalité du père ou de la mère. Art. 8 Section 2. - Attribution de la nationalité belge en raison d'une adoption. Art. 9 Section 3. - Attribution de la nationalité belge en raison de la naissance en Belgique. Art. 10-11, 11bis Section 4. - Attribution de la nationalité belge par effet collectif d'un acte d'acquisition. Art. 12 CHAPITRE III. - ACQUISITION DE LA NATIONALITE BELGE. Section 1. - Acquisition de la nationalité belge par déclaration de nationalité. Art. 12bis (Section 2.) - Acquisition de la nationalité belge par option. Art. 13-15 (Section 3.) - Acquisition de la nationalité belge par le conjoint étranger d'une personne belge. Art. 16 (Section 4.) - Acquisition de la nationalité belge en raison de la possession d'état de Belge. Art. 17 (Section 5). - Acquisition de la nationalité belge par naturalisation. Art. 18-21 CHAPITRE IV. - PERTE DE LA NATIONALITE BELGE. Art. 22-23
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE HOOFDSTUK V. - HERKRIJGING VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT. Art. 24 HOOFDSTUK Vbis. - (ingevoegd bij <W 1998-12-22/51, Art. 6, En vigueur : 01-09-1999>) Adviesbevoegdheid van het parket. Art. 24bis HOOFDSTUK VI. - REGISTERS EN MELDINGEN. Art. 25 HOOFDSTUK VII. - OVERGANGSBEPALINGEN. Art. 26-30
CHAPITRE V. - RECOUVREMENT DE LA NATIONALITE BELGE. Art. 24 CHAPITRE Vbis. - (inséré par ) Competences d'avis du parquet. Art. 24bis CHAPITRE VI. - REGISTRES ET MENTIONS. Art. 25 CHAPITRE VII. - DISPOSITIONS TRANSITOIRES. Art. 26-30
Texte Table des matières Début HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. In dit Wetboek wordt verwerving van de nationaliteit verkrijging of toekenning genaamd al naargelang zij al dan niet afhangt van een vrijwillige handeling van de belanghebbende met het oog op deze verwerving. Art. 2. Toekenning, verkrijging, verlies en herkrijging van de Belgische nationaliteit, uit welke oorzaak ook, hebben alleen gevolg voor de toekomst. Art. 3. De afstamming heeft inzake de Belgische nationaliteit alleen dan van rechtswege gevolg indien ze is vastgesteld voordat het kind de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt of ontvoogd wordt voor die leeftijd. Art. 4. Het bewijs van de Belgische nationaliteit wordt geleverd door aan te tonen dat de bij de Belgische wet opgelegde voorwaarden en vormvereisten zijn vervuld. Wanneer de Belgische nationaliteit echter alleen op afstamming of adoptie berust, wordt zij, behoudens tegenbewijs, als bewezen beschouwd, indien de persoon, aan wie de belanghebbende zijn nationaliteit beweert te ontlenen, zonder onderbreking de staat van Belg heeft bezeten. Het bezit van de staat van Belg wordt verkregen door uitoefening van de rechten welke uitsluitend aan Belgen worden toegekend.
Texte Table des matières Début CHAPITRE 1er. - DISPOSITIONS GENERALES. Article 1. Dans le présent Code, l'obtention de la nationalité s'appelle acquisition ou attribution, suivant qu'elle est ou non subordonnée à un acte volontaire de l'intéressé tendant à cette obtention. Art. 2. L'attribution, l'acquisition, la perte ou le recouvrement de la nationalité belge, de quelque cause qu'ils procèdent, ne produisent d'effet que pour l'avenir. Art. 3. La filiation n'a d'effet de plein droit en matière de nationalité belge que si elle est établie avant que l'enfant n'atteigne l'âge de dix-huit ans ou ne soit émancipé avant cet âge. Art. 4. La preuve de la nationalité belge est faite en établissant l'existence des conditions et formalités requises par la loi belge. Toutefois, lorsque la nationalité belge trouve sa seule source dans la filiation ou l'adoption, elle est tenue pour établie, sauf preuve contraire, si la personne dont l'intéressé prétend tenir cette nationalité a joui d'une manière constante de la possession d'état de Belge. La possession d'état de Belge s'acquiert par l'exercice des droits qui sont conférés exclusivement aux Belges.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Art. 5. <W 2000-03-01/49, Art. 2, 007; En vigueur : 0105-2000> § 1. Personen die in de onmogelijkheid verkeren zich een akte van geboorte te verschaffen in het kader van procedures tot verwerving van de Belgische nationaliteit, kunnen een gelijkwaardig document overleggen afgegeven door de diplomatieke of consulaire overheden van hun land van geboorte. Ingeval van onmogelijkheid of zware moeilijkheden om zich voornoemd document te verschaffen, kunnen ze de akte van geboorte vervangen door een akte van bekendheid, afgegeven door de vrederechter van hun hoofdverblijfplaats. § 2. In de akte van bekendheid verklaren twee getuigen, van het mannelijke of vrouwelijke geslacht, bloedverwanten of geen bloedverwanten, de voornamen, de naam, het beroep en de woonplaats van de belanghebbende, en die van zijn ouders, indien deze bekend zijn; de plaats en, zo mogelijk, het tijdstip van zijn geboorte en de redenen die beletten de akte van geboorte over te leggen. De getuigen tekenen met de vrederechter de akte van bekendheid en, indien er getuigen zijn die niet in staat zijn te tekenen of niet kunnen tekenen, wordt dit vermeld. § 3. De akte van bekendheid wordt vertoond aan de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied. De rechtbank, na de procureur des Konings gehoord te hebben, verleent of weigert haar homologatie naargelang zij oordeelt dat de verklaringen van de getuigen en de redenen die het overleggen van de akte van geboorte beletten, al dan niet voldoende zijn. § 4. Indien de belanghebbende in de onmogelijkheid verkeert zich zodanige akte van bekendheid te verschaffen, kan die akte, met verlof van de rechtbank, op verzoekschrift verleend, het openbaar ministerie gehoord, vervangen worden door een beëdigde verklaring van de belanghebbende zelf. Art. 6. Iedere rechtshandeling met betrekking tot de toekenning, de verkrijging, het behoud, het verlies of de herkrijging van de Belgische nationaliteit, kan worden verricht krachtens een bijzondere en authentieke volmacht. Art. 7. Personen die onbekwaam zijn uit hoofde van hun geestestoestand, worden, voor het verrichten van rechtshandelingen inzake nationaliteit, vertegenwoordigd door hun wettelijke vertegenwoordiger. Personen aan wie een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd kunnen door deze worden vertegenwoordigd.
Art. 5. § 1er. Les personnes qui sont dans l'impossibilité de se procurer un acte de naissance dans le cadre des procédures d'obtention de la nationalité belge, peuvent produire un document équivalent délivré par les autorités diplomatiques ou consulaires de leur pays de naissance. En cas d'impossibilité ou de difficultés sérieuses à se procurer ce dernier document, elles pourront suppléer à l'acte de naissance, en produisant un acte de notoriété délivré par le juge de paix de leur résidence principale. § 2. L'acte de notoriété contiendra la déclaration faite par deux témoins, de l'un ou de l'autre sexe, parents ou non parents, des prénoms, nom, profession et domicile de l'intéressé et de ceux de ses père et mère, s'ils sont connus; le lieu et, autant que possible, l'époque de sa naissance et les causes qui empêchent de produire l'acte de naissance. Les témoins signeront l'acte de notoriété avec le juge de paix et, s'il est des témoins qui ne puissent ou ne sachent signer, il en sera fait mention. § 3. L'acte de notoriété sera présenté au tribunal de première instance du ressort. Le tribunal, après avoir entendu le procureur du Roi, donnera ou refusera son homologation, selon qu'il trouvera suffisantes ou insuffisantes les déclarations des témoins, et les causes qui empêchent de produire l'acte de naissance. § 4. Si l'intéressé est dans l'impossibilité de se procurer cet acte de notoriété, il peut y être suppléé, avec l'autorisation du tribunal, donnée sur requête, le ministère public entendu, par une déclaration sous serment de l'intéressé lui-même. Art. 6. Tout acte juridique ayant pour objet l'attribution, l'acquisition, la conservation, la perte ou le recouvrement de la nationalité belge peut être accompli en vertu d'une procuration spéciale et authentique. Art. 7. Les personnes qui sont incapables en raison d'une déficience mentale sont représentées, pour accomplir des actes juridiques en matière de nationalité, par leur représentant légal. Les personnes pourvues d'un administrateur provisoire peuvent être représentées par ce dernier.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE HOOFDSTUK II. - TOEKENNING VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT. Afdeling 1. - Toekenning van de Belgische nationaliteit op grond van de nationaliteit van de vader of van de moeder. Art. 8. § 1. Belg zijn : 1° het kind geboren in België uit een Belgische ouder; 2° het kind geboren in het buitenland : a) uit een Belgische ouder geboren in België of in gebieden onder Belgische soevereiniteit of onder Belgisch bestuur; b) uit een Belgische ouder die, binnen een termijn van vijf jaar na de geboorte, een verklaring heeft afgelegd waarin hij verzoekt om toekenning van de Belgische nationaliteit aan zijn kind; c) uit een Belgische ouder, op voorwaarde dat het kind geen andere nationaliteit bezit of behoudt tot de leeftijd van achttien jaar of zijn ontvoogding voor die leeftijd.
CHAPITRE II. _ ATTRIBUTION DE LA NATIONALITE BELGE. Section 1. _ Attribution de la nationalité belge en raison de la nationalité du père ou de la mère. Art. 8. § 1er. Sont Belges: 1° l'enfant né en Belgique d'un auteur belge; 2° l'enfant né à l'étranger: a) d'un auteur belge né en Belgique ou dans des territoires soumis à la souveraineté belge ou confiés à l'administration de la Belgique; b) d'un auteur belge ayant fait dans un délai de cinq ans à dater de la naissance une déclaration réclamant, pour son enfant, l'attribution de la nationalité belge;
c) d'un auteur belge, à condition que l'enfant ne possède pas, ou ne conserve pas jusqu'à l'âge de dixhuit ans ou son émancipation avant cet âge, une autre nationalité. De verklaring bedoeld in het eerste lid, 2°, b, wordt La déclaration prévue au premier alinéa, 2°, b, est afgelegd, ingeschreven en vermeld zoals bepaald bij artikel faite, inscrite et mentionnée conformément à l'article 22, § 4. 22, § 4. Diegene aan wie de Belgische nationaliteit krachtens het Celui à qui la nationalité belge a été attribuée en vertu eerste lid, 2°, c, is toegekend, behoudt die nationaliteit du premier alinéa, 2°, c, conserve cette nationalité tant zolang niet is aangetoond, voordat hij de leeftijd van qu'il n'a pas été établi, avant qu'il n'ait atteint l'âge de achttien jaar heeft bereikt of ontvoogd is voor die leeftijd, dix-huit ans ou n'ait été émancipé avant cet âge, qu'il dat hij een vreemde nationaliteit bezit. possède une nationalité étrangère. § 2. Voor de toepassing van paragraaf 1 dient de ouder de § 2. Pour l'application du paragraphe 1er, l'auteur doit Belgische nationaliteit te bezitten op de geboortedag van avoir la nationalité belge au jour de la naissance de het kind of, indien hij overleden is voor deze geboorte, op l'enfant ou, s'il est mort avant cette naissance, au jour de dag van zijn overlijden. de son décès. § 3. De afstamming vastgesteld ten aanzien van een § 3. La filiation établie à l'égard d'un auteur belge Belgische ouder na de datum van het vonnis of het arrest après la date du jugement ou de l'arrêt homologuant ou dat de adoptie homologeert of uitspreekt, verleent de prononcant l'adoption n'attribue la nationalité belge à Belgische nationaliteit maar aan het kind, indien die l'enfant que si cette filiation est établie à l'égard de afstamming wordt vastgesteld ten aanzien van de adoptant l'adoptant ou du conjoint de celui-ci. of diens echtgenoot.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE § 4. De persoon aan wie de Belgische nationaliteit van zijn ouder is toegekend, behoudt die nationaliteit wanneer zijn afstamming niet langer vaststaat nadat hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt of ontvoogd is voor die leeftijd. Indien zijn afstamming niet langer blijkt vast te staan voor de leeftijd van achttien jaar of de ontvoogding voor die leeftijd, kunnen de handelingen die zijn aangegaan toen de afstamming nog vaststond en voor de geldigheid waarvan de staat van Belg vereist was, niet worden betwist enkel en alleen omdat de belanghebbende die nationaliteit niet bezat. Hetzelfde geldt voor de rechten welke zijn verkregen voor die datum. Afdeling 2. - Toekenning van de Belgische nationaliteit op grond van adoptie. Art. 9. Belg wordt de dag dat de adoptie uitwerking heeft, indien het op die dag de leeftijd van achttien jaar niet bereikt heeft of niet ontvoogd is : 1° het kind geboren in België en geadopteerd door een Belg; 2° het kind geboren in het buitenland en geadopteerd : a) door een Belg geboren in België of in gebieden onder Belgische soevereiniteit of onder Belgisch bestuur;
§ 4. La personne à laquelle a été attribuée la nationalité belge de son auteur conserve cette nationalité si la filiation cesse d'être établie après qu'elle a atteint l'âge de dix-huit ans ou été émancipée avant cet âge. Si la filiation cesse d'être établie avant l'âge de dix-huit ans ou l'émancipation antérieure à cet âge, les actes passés avant que la filiation cesse d'être établie et dont la validité est subordonnée à la possession de la nationalité belge ne peuvent être contestés pour le seul motif que l'intéressé n'avait pas cette nationalité. Il en est de même des droits acquis avant la même date. Section 2. - Attribution de la nationalité belge en raison d'une adoption. Art. 9. Devient Belge à la date à laquelle l'adoption produit ses effets, s'il n'a pas à cette date atteint l'âge de dix-huit ans ou n'est pas émancipé: 1° l'enfant né en Belgique et adopté par un Belge;
2° l'enfant né à l'étranger et adopté: a) par un Belge né en Belgique ou dans des territoires soumis à la souveraineté belge ou confiés à l'administration de la Belgique; b) door een Belg die, binnen een termijn van vijf jaar na b) par un Belge ayant fait, dans un délai de cinq ans à de dag dat de adoptie uitwerking heeft, een verklaring heeft partir de la date à laquelle l'adoption produit ses effets, afgelegd waarin hij verzoekt om toekenning van de une déclaration réclamant l'attribution de la nationalité Belgische nationaliteit aan zijn geadopteerd kind dat de belge pour son enfant adoptif qui n'a pas atteint l'âge de leeftijd van achttien jaar niet bereikt heeft of niet ontvoogd dix-huit ans ou n'est pas émancipé avant cet âge; is voor die leeftijd; c) door een Belg, op voorwaarde dat het kind geen andere c) par un Belge, à condition que l'enfant ne possède nationaliteit bezit. pas une autre nationalité. De verklaring bedoeld in het eerste lid, 2°, b, wordt La déclaration prévue au premier alinéa, 2°, b, est afgelegd, ingeschreven en vermeld, zoals bepaald bij faite, inscrite et mentionnée conformément à l'article artikel 22, § 4. 22, § 4. Het kind aan wie de Belgische nationaliteit krachtens het L'enfant auquel la nationalité belge a été attribuée en eerste lid, 2°, c, is toegekend, behoudt die nationaliteit vertu du premier alinéa, 2°, c, conserve cette nationalité zolang niet is aangetoond voordat het de leeftijd van tant qu'il n'a pas été établi, avant qu'il n'ait atteint l'âge achttien jaar heeft bereikt of ontvoogd is voor die leeftijd, de dix-huit ans ou n'ait été émancipé avant cet âge, qu'il dat het een vreemde nationaliteit bezit. possède une nationalité étrangère. Afdeling 3. - Toekenning van de Belgische nationaliteit Section 3. - Attribution de la nationalité belge en op grond van de geboorte in België raison de la naissance en Belgique. Art. 10. Belg is het kind geboren in België en dat, op Art. 10. Est Belge, l'enfant né en Belgique et qui, à un gelijk welk ogenblik voor de leeftijd van achttien jaar of moment quelconque avant l'âge de dix-huit ans ou voor de ontvoogding voor die leeftijd, staatloos zou zijn, l'émancipation antérieure à cet âge, serait apatride s'il indien het die nationaliteit niet bezat. n'avait cette nationalité.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Het in België gevonden pasgeboren kind wordt, behoudens tegenbewijs, verondersteld in België te zijn geboren. Het kind aan wie de Belgische nationaliteit krachtens dit artikel is toegekend, behoudt die nationaliteit zolang niet is aangetoond, voordat het de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt of ontvoogd is voor die leeftijd, dat het een vreemde nationaliteit bezit. Art. 11. <W 1991-06-13/31, Art. 1, 003; En vigueur : 0101-1992> Belg is het kind dat in België wordt geboren uit een ouder die zelf in België is geboren en die er gedurende vijf jaar in de loop van de tien jaren voorafgaand aan de geboorte van het kind zijn hoofdverblijf heeft gehad. Het kind dat in België is geboren en wordt geadopteerd door een vreemdeling die zelf in België is geboren en die er zijn hoofdverblijf heeft gehad gedurende vijf jaar in de loop van de tien jaren voorafgaand aan de dag waarop de adoptie uitwerking heeft, wordt Belg op de dag waarop de adoptie uitwerking heeft, tenzij het op die dag de leeftijd van achttien jaar bereikt heeft of ontvoogd is. De afstamming vastgesteld ten aanzien van een in het eerste lid bedoelde ouder, na de datum van het vonnis op het arrest dat de adoptie homologeert of uitspreekt, verleent de Belgische nationaliteit maar aan het kind, indien die afstamming wordt vastgesteld ten aanzien van de adoptant of diens echtgenoot. De persoon aan wie de Belgische nationaliteit is toegekend krachtens het eerste lid, behoudt die nationaliteit indien hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt of ontvoogd is op het ogenblik dat zijn afstamming niet langer vaststaat. Is hij nog geen achttien jaar noch ontvoogd, dan kunnen de handelingen die gesteld werden toen de afstamming nog vaststond en waarvoor de staat van Belg vereist was, niet betwist worden enkel en alleen omdat de belanghebbende die nationaliteit niet bezat. Dit is eveneens het geval voor de rechten die vóór deze datum, verkregen zijn.
L'enfant nouveau-né trouvé en Belgique est présumé, jusqu'à preuve du contraire, être né en Belgique. L'enfant auquel la nationalité belge a été attribuée en vertu du présent article conserve cette nationalité tant qu'il n'a pas été établi, avant qu'il n'ait atteint l'âge de dix-huit ans ou n'ait été émancipé avant cet âge, qu'il possède une nationalité étrangère. Art. 11. Est Belge l'enfant né en Belgique d'un auteur né lui-même en Belgique et y ayant eu sa résidence principale durant cinq ans au cours des dix années précédant la naissance de l'enfant. Devient Belge à la date à laquelle l'adoption produit ses effets, à moins qu'il n'ait, à cette date, atteint l'âge de dix-huit ans ou n'ait été émancipé, l'enfant né en Belgique et adopté par un étranger né lui-même en Belgique et y ayant eu sa résidence principale durant cinq ans au cours des dix années précédant la date à laquelle l'adoption produit ses effets. La filiation établie à l'égard d'un auteur visé à l'alinéa 1er, après la date du jugement ou de l'arrêt homologuant ou prononcant l'adoption n'attribue la nationalité belge à l'enfant que si cette filiation est établie à l'égard de l'adoptant ou du conjoint de celuici. La personne à laquelle la nationalité belge a été attribuée en vertu de l'alinéa 1er, conserve cette nationalité si la filiation cesse d'être établie après qu'elle a atteint l'âge de dix-huit ans ou a été émancipée. Si la filiation cesse d'être établie avant l'âge de dix-huit ans ou l'émancipation, les actes passés quand la filiation était encore établie et dont la validité est subordonnée à la possession de la nationalité belge ne peuvent être contestés pour le seul motif que l'intéressé n'avait pas cette nationalité. Il en est de même des droits acquis avant la même date.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Art. 11bis. § 1. Een in België geboren kind is Belg indien de ouders of in geval van adoptie de adoptanten, vóór het twaalf jaar wordt een verklaring afleggen om het overeenkomstig dit atikel de Belgische nationaliteit toe te kennen. Die ouders of adoptanten moeten hun hoofdverblijf in België hebben gehad gedurende de tien jaren voorafgaand aan de verklaring, en het kind sedert zijn geboorte.
Art. 11bis. § 1. Est Belge l'enfant né en Belgique, dont les auteurs ou, en cas d'adoption, les adoptants font avant qu'il n'ait atteint l'âge de douze ans une déclaration réclamant pour lui l'attribution de la nationalité belge, conformément au présent article. Ces auteurs ou adoptants doivent avoir leur résidence principale en Belgique durant les dix années précédant la déclaration et l'enfant doit y avoir eu la sienne depuis sa naissance. § 2. Deze verklaring wordt door beide ouders gezamenlijk § 2. Lorsque la filiation de l'enfant est établie à l'égard afgelegd wanneer de afstamming van het kind ten aanzien de ses auteurs, la déclaration est faite conjointement van beide vaststaat. Bij adoptie door twee personen, wordt par ceux-ci. S'il a été adopté par deux personnes, elle deze verklaring door de twee adoptanten gezamenlijk est faite conjointement par les deux adoptants. afgelegd. ?Indien echter één van de ouders of één van de Toutefois si l'un des auteurs ou l'un des adoptants est adoptanten overleden is, indien hij zich in de décédé, s'il est dans l'impossibilité de manifester sa onmogelijkheid bevindt zijn wil te kennen te geven, indien volonté, s'il a été déclaré absent ou s'il n'a plus sa hij afwezig verklaard is of indien hij zijn hoofdverblijf niet résidence principale en Belgique mais consent à meer in België heeft maar in de toekenning van de l'attribution de la nationalité belge, la déclaration de Belgische nationaliteit toestemt, dan volstaat de verklaring l'autre auteur ou de l'autre adoptant suffit. van de andere ouder of van de andere adoptant. Wanneer de afstamming van het kind slecgts ten aanzien Lorsque la filiation de l'enfant n'est établie qu'à l'égard van één van zijn ouders vaststaat of wanneer het kind d'un de ses auteurs ou si l'enfant n'a été adopté que par slechts door één persoon is geadopteerd, wordt de une seule personne, la déclaration est faite par cet verklaring door die ouder of adoptant afgelegd. Is de auteur ou cet adoptant. Toutefois, si l'adoptant est le adoptant evenwel de echtgenoot van de ouder, dan wordt conjoint de l'auteur, la déclaration est faite par les deux de verklaring door beide belanghebbenden afgelegd. intéressés. § 3. De verklaring wordt afgelegd voor de ambtenaar van § 3. La déclaration est faite devant l'officier de l'état de burgerlijke stand van de hoofdverblijfplaats van het civil de la résidence principale de l'enfant; une copie de kind; een afschrift van de verklaring wordt door de la déclaration est communiquée immédiatement par ambtenaar van de burgerlijke stand onmiddellijk l'officier de l'état civil au parquet du tribunal de overgezonden aan het parket van de rechtbank van eerste première instance du ressort. Le procureur du Roi en aanleg van het rechtsgebied. De procureur des Konings accuse réception sans délai. geeft hiervan onverwijld ontvangstmelding. De procureur des Konings kan zich, (binnen een maand) Le procureur du Roi peut s'opposer à l'attribution de la te rekenen vanaf de ontvangstmelding, tegen de toekenning nationalité belge (dans le délai d'un mois) suivant van de Belgische nationaliteit verzetten wanneer de l'accusé de réception si la déclaration vise un autre but verklaring een ander oogmerk heeft dan het belang van het que l'intérêt de l'enfant à se voir attribuer la nationalité kind om zich de Belgische nationaliteit te zien toekennen. belge. 2000>
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Indien hij meent zich niet te moeten verzetten, zendt hij een attest dat er geen verzet wordt aangetekend aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De verklaring wordt onmiddellijk ingeschreven en vermeld zoals bepaald bij artikel 22, § 4. (Bij het verstrijken van de termijn van een maand) en bij ontstentenis van verzet of overzending van een attest dat er geen verzet werd aangetekend, wordt de verklaring ambtshalve ingeschreven en vermeld zoals bepaald bij artikel 22, § 4. <W 2000-03-01/49, Art. 3, 2°, 007; ED : 01-05-2000> § 4. De akte van verzet moet met redenen zijn omkleed. Zij wordt aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en, bij een ter post aangetekende brief, aan de verklaarder of de verklaarders betekend door toedoen van de procureur des Konings. Na de persoon of de personen die een verklaring hebben afgelegd te hebben gehoord of opgeroepen doet de rechtbank van de eerste aanleg uitspraak over de gegrondheid van het verzet. De beslissing wordt met redenen omkleed. Door toedoen van de procureur des Konings worden de persoon of de personen die een verklaring hebben afgelegd in kennis gesteld van de beslissing. Deze personen en de procureur des Konings kunnen binnen vijftien dagen na de kennisgeving hoger beroep instellen tegen de beslissing, bij verzoekschrift gericht aan het Hof van beroep. Het Hof doet uitspraak na advies van de procureur-generaal en na de persoon of de personen die een verklaring hebben afgelegd te hebben gehoord of opgeroepen. De dagvaardingen en de kennisgevingen geschieden langs de administratieve weg. § 5. Het beschikkend gedeelte van de onherroepelijke beslissing waarbij het verzet wordt opgeheven, wordt door toedoen van het openbaar ministerie, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand gezonden. De verklaring wordt onmiddellijk ingeschreven en vermeld, zoals bepaald bij artikel 22, § 4. § 6. Van de inschrijving wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand kennis gegeven aan de verklaarder of verklaarders. De verklaring heeft gevolg vanaf de inschrijving.
S'il estime ne pas devoir s'y opposer, il envoie une attestation de non-opposition à l'officier de l'état civil. La déclaration est immédiatement inscrite et mentionnée conformément à l'article 22, § 4. (Au terme du délai d'un mois) et à défaut d'opposition ou d'envoi d'une attestation de non-opposition, la déclaration est inscrite d'office et mentionnée conformément à l'article 22, § 4. § 4. L'acte d'opposition doit être motivé. Il est notifié à l'officier de l'état civil et, par lettre recommandée à la poste, au déclarant ou aux déclarants par les soins du procureur du Roi. Après avoir entendu ou appelé le ou les déclarants, le tribunal de première instance statue sur le bien-fondé de l'opposition. La décision doit être motivée. La décision est notifiée au déclarant ou aux déclarants par les soins du procureur du Roi. Dans les quinze jours de la notification, le ou les déclarants et le procureur du Roi peuvent interjeter appel de la décision, par requête adressée à la Cour d'appel. Celle-ci statue, après avis du procureur général et après avoir entendu ou appelé le ou les déclarants.
Les citations et notifications se font par la voie administrative. § 5. Le dispositif de la décision définitive prononcant la mainlevée de l'opposition est envoyé à l'officier de l'état civil par les soins du ministère public. La déclaration est immédiatement inscrite et mentionnée, conformément à l'article 22, § 4. § 6. Notification de l'inscription est faite au déclarant ou aux déclarants par l'officier de l'état civil. La déclaration a effet à compter de l'inscription.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE § 7. Bij ontstentenis van de bij § 2, tweede lid, vereiste toestemming, kan de verklaring niettemin door de ouder of de adoptant worden afgelegd, voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de hoofdverblijfplaats van het kind. Deze zendt haar onmiddellijk over aan het parket van de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied. De procureur des Konings maakt hiervan onverwijld akte op. Op advies van de procureur des Konings en na de ouders of de adoptanten te hebben gehoord of opgeroepen, doet de rechtbank van eerste aanleg uitspraak over de inwilliging van de verklaring. Zij willigt ze in indien zij de weigering tot toestemming een misbruik acht te zijn en indien de verklaring geen ander oogmerk heeft dan het belang van het kind om zich de Belgische nationaliteit te zien toekennen. De beslissing wordt met redenen omkleed. Door toedoen van de procureur des Konings worden de ouders of de adoptanten in kennis gesteld van de beslissing. Deze laatsten en de procureur des Konings kunnen binnen vijftien dagen na de kennisgeving hoger beroep instellen tegen de beslissing, bij verzoekschrift gericht aan het Hof van beroep. Dit Hof doet uitspraak na advies van de procureur-generaal en na de ouders of de adoptanten te hebben gehoord of opgeroepen. De dagvaardingen en kennisgevingen geschieden langs administratieve weg. Het beschikkend gedeelte van de onherroepelijke beslissing tot inwilliging vermeldt de volledige identiteitvan het kind; het wordt op verzoek van het openbaar ministerie overgeschreven in het register, vermeld in artikel 25, van de hoofdverblijfplaats van het kind. De verklaring heeft gevolg vanaf de overschrijving. Afdeling 4. - Toekenning van de Belgische nationaliteit als gezamelijk gevolg van een akte van verkrijging. Art. 12. Bij vrijwillige verkrijging of herkrijging van de Belgische nationaliteit door een ouder of een adoptant die het gezag uitoefent over een kind dat de leeftijd van achttien jaar niet bereikt heeft of niet ontvoogd is voor die leeftijd, wordt aan dit laatste de Belgische nationaliteit toegekend. HOOFDSTUK III. - VERKRIJGING VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT. (Afdeling 1. - Verkrijging van de Belgische nationaliteit door nationaliteitsverklaring.)
§ 7. A défaut du consentement exigé au § 2, deuxième alinéa, la déclaration peut néanmoins être souscrite par l'auteur ou l'adoptant, devant l'officier de l'état civil de la résidence principale de l'enfant. Celui-ci la communique immédiatement au parquet du tribunal de première instance du ressort. Le procureur du Roi en dresse acte, sans délai. Sur avis du procureur du Roi et après avoir entendu ou appelé les auteurs ou les adoptants, le tribunal de première instance se prononce sur l'agrément de la déclaration. Il l'agrée s'il estime le refus de consentement abusif et si la déclaration ne vise pas d'autre but que l'intérêt de l'enfant à se voir attribuer la nationalité belge. La décision doit être motivée. La décision est notifiée aux auteurs ou aux adoptants par les soins du procureur du Roi. Dans les quinze jours de la notification, les auteurs ou les adoptants et le procureur du Roi peuvent interjeter appel de la décision du tribunal, par requête adressée à la Cour d'appel. Celle-ci statue, après avis du procureur général et après avoir entendu ou appelé les auteurs ou les adoptants. Les citations et notifications se font par la voie administrative. Le dispositif de la décision définitive d'agrément mentionne l'identité complète de l'enfant; il est transcrit à la diligence du ministère public sur le registre mentionné à l'article 25 du lieu de la résidence principale de l'enfant. La déclaration a effet à compter de la transcription. Section 4. - Attribution de la nationalité belge par effet collectif d'un acte d'acquisition. Art. 12. En cas d'acquisition volontaire ou de recouvrement de la nationalité belge par un auteur ou un adoptant qui exerce l'autorité sur la personne d'un enfant qui n'a pas atteint l'âge de dix-huit ans ou n'est pas émancipé avant cet âge, la nationalité belge est attribuée à ce dernier. CHAPITRE III. - ACQUISITION DE LA NATIONALITE BELGE. Section 1. - Acquisition de la nationalité belge par déclaration de nationalité.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Art. 12bis. § 1. (De Belgische nationaliteit kunnen verkrijgen door een verklaring af te leggen overeenkomstig § 2 van dit artikel, indien zij de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt : 1° de in België geboren vreemdeling, die er sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf heeft; 2° de in het buitenland geboren vreemdeling van wie een ouder op het tijdstip van de verklaring de Belgische nationaliteit bezit; 3° de vreemdeling die sedert ten minste zeven jaar zijn hoofdverblijf in België heeft gevestigd en die, op het tijdstip van de verklaring gemachtigd is of toegelaten werd tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of toegelaten werd om er zich te vestigen.) <W 2000-0301/49, Art. 4, A), 007; En vigueur : 01-05-2000> § 2. (De verklaring wordt afgelegd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft; een afschrift van de verklaring wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand onmiddellijk voor advies overgezonden aan het parket van de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied. De procureur des Konings geeft hiervan onverwijld ontvangstmelding. De Koning bepaalt op voordracht van de minister van Justitie welke akten en stavingsstukken bij de verklaring moeten worden gevoegd om te bewijzen dat voldaan is aan de voorwaarden van § 1. De belanghebbende kan alle documenten, die hij nuttig acht ter staving ervan, bij zijn verklaring voegen. De procureur des Konings kan, binnen één maand te rekenen van de ontvangstmelding, een negatief advies uitbrengen inzake de verkrijging van de Belgische nationaliteit wanneer er een beletsel is wegens gewichtige feiten, eigen aan de persoon, die hij in de motivering van zijn advies dient te omschrijven, of wanneer de grondvoorwaarden bedoeld in § 1, die hij moet aanduiden, niet vervuld zijn. Indien hij meent geen negatief advies te moeten uitbrengen, zendt hij een attest dat er geen negatief advies wordt uitgebracht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De verklaring wordt onmiddellijk ingeschreven en vermeld zoals bepaald in artikel 22, § 4.
Art. 12bis. § 1. (Peuvent acquérir la nationalité belge en faisant une déclaration conformément au § 2 du présent article, s'ils ont atteint l'âge de dix-huit ans : 1° l'étranger né en Belgique et y ayant sa résidence principale depuis sa naissance; 2° l'étranger né à l'étranger dont l'un des auteurs possède la nationalité belge au moment de la déclaration; 3° l'étranger qui a fixé sa résidence principale en Belgique depuis au moins sept ans, et qui, au moment de la déclaration, a été admis ou autorisé à séjourner pour une durée illimitée dans le Royaume, ou a été autorisé à s'y établir.) § 2. (La déclaration est faite devant l'officier de l'état civil du lieu où l'intéressé a sa résidence principale; une copie de la déclaration est immédiatement communiquée pour avis par l'officier de l'état civil au parquet du tribunal de première instance du ressort. Le procureur du Roi en accuse réception sans délai. Le Roi, sur la proposition du ministre de la Justice, détermine les actes et justificatifs à joindre à la déclaration pour apporter la preuve que les conditions prévues au § 1er sont remplies. L'intéressé pourra joindre à sa déclaration tous les documents qu'il juge utiles pour justifier celle-ci. Dans un délai d'un mois à compter de l'accusé de réception, le procureur du Roi peut émettre un avis négatif sur l'acquisition de la nationalité belge lorsqu'il existe un empêchement résultant de faits personnels graves, qu'il doit préciser dans les motifs de son avis, ou lorsque les conditions de base visées au § 1er, qu'il doit indiquer, ne sont pas remplies. Lorsqu'il estime ne pas devoir émettre d'avis négatif, il envoie une attestation à l'officier de l'état civil, signifiant l'absence d'avis négatif. La déclaration est immédiatement inscrite et mentionnée conformément à l'article 22, § 4.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Bij het verstrijken van de termijn van één maand en bij ontstentenis van een negatief advies van de procureur des Konings of overzending van een attest dat er geen negatief advies wordt uitgebracht, wordt de verklaring ambtshalve ingeschreven en vermeld zoals bepaald bij artikel 22, § 4. Van de inschrijving wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand kennis gegeven aan de belanghebbende. De verklaring heeft gevolg vanaf de inschrijving.) <W 2000-03-01/49, Art. 4, B), 007; En vigueur : 01-05-2000> (§ 3. Het negatieve advies moet met redenen zijn omkleed. Het wordt aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en, bij een ter post aangetekende brief, aan de belanghebbende betekend door toedoen van de procureur des Konings. De procureur des Konings deelt aan de belanghebbende mee, tenzij deze de aanhangigmaking bij de rechtbank vraagt overeenkomstig § 4, dat zijn dossier door de ambtenaar van de burgerlijke stand zal worden overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, zodat de belanghebbende bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers een memorie van antwoord kan indienen binnen een maand. De ambtenaar van de burgerlijke stand zendt het dossier van de belanghebbende, alsook het negatieve advies van de procureur des Konings, over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers of, bij toepassing van § 4, aan de rechtbank van eerste aanleg. De overzending aan de Kamer van volksvertegenwoordigers geldt als naturalisatieaanvraag waarover de Kamer van volksvertegenwoordigers beslist overeenkomstig artikel 21, § 4. § 4. Binnen vijftien dagen na de ontvangst van het negatieve advies bedoeld in § 3, kan de belanghebbende bij een ter post aangetekende brief aan de ambtenaar van de burgerlijke stand vragen zijn dossier over te zenden aan de rechtbank van eerste aanleg. De rechtbank van eerste aanleg doet, na de belanghebbende te hebben gehoord of opgeroepen, uitspraak over de gegrondheid van het negatieve advies. De beslissing wordt met redenen omkleed.
A l'expiration du délai d'un mois et à défaut d'avis négatif du procureur du Roi ou de transmission d'une attestation signifiant l'absence d'avis négatif, la déclaration est inscrite d'office et mentionnée conformément à l'article 22, § 4. Notification de l'inscription est faite à l'intéressé par l'officier de l'état civil. La déclaration a effet à compter de l'inscription.) (§ 3. L'avis négatif doit être motivé. Il est notifié à l'officier de l'état civil et, par lettre recommandée à la poste, à l'intéressé par les soins du procureur du Roi. Le procureur du Roi communique à l'intéressé que, sauf si celui-ci demande la saisine du tribunal conformément au § 4, l'officier de l'état civil transmettra son dossier à la Chambre des représentants, de sorte que l'intéressé puisse déposer un mémoire en réponse au greffe de la Chambre des représentants, dans un délai d'un mois. L'officier de l'état civil communique le dossier de l'intéressé ainsi que l'avis négatif du procureur du Roi à la Chambre des représentants ou, en application du § 4, au Tribunal de première instance. La communication à la Chambre des représentants tient lieu de demande de naturalisation, sur laquelle la Chambre des représentants statue conformément à l'article 21, § 4. § 4. Dans les quinze jours suivant la date de réception de l'avis négatif visé au § 3, l'intéressé peut inviter l'officier de l'état civil, par lettre recommandée à la poste, à transmettre son dossier au Tribunal de première instance. Après avoir entendu ou appelé l'intéressé, le Tribunal de première instance statue sur le bien-fondé de l'avis négatif. La décision doit être motivée.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE De beslissing wordt aan de belanghebbende ter kennis gebracht door toedoen van de procureur des Konings. De belanghebbende en de procureur des Konings kunnen binnen vijftien dagen na de kennisgeving hoger beroep instellen tegen de beslissing, bij een aan het hof van beroep gericht verzoekschrift. Dit hof doet uitspraak na het advies van de procureurgeneraal te hebben ingewonnen en de belanghebbende te hebben gehoord of opgeroepen. De dagvaardingen en kennisgevingen geschieden langs administratieve weg. Het beschikkend gedeelte van de onherroepelijke beslissing (waarbij het negatieve advies ongegrond wordt verklaard), wordt door toedoen van het openbaar ministerie aan de ambtenaar van de burgerlijke stand gezonden. De verklaring wordt onmiddellijk ingeschreven en vermeld zoals bepaald bij artikel 22, § 4. Paragraaf 2, vijfde en zesde lid is eveneens van toepassing.) <W 1998-12-22/51, Art. 2, 006; En vigueur : 01-09-1999> <W 2000-03-01/49, Art. 4, C), 007; ED : 01-05-2000> § 5. (opgeheven) <W 1998-12-22/51, Art. 2, 006; En vigueur : 01-09-1999> (Afdeling 2.) - Verkrijging van de Belgische nationaliteit door nationaliteitskeuze. <W 1991-06-13/31, Art. 3, 003; En vigueur : 01-01-1992> Art. 13. Kunnen de staat van Belg door nationaliteitskeuze verkrijgen, onder de voorwaarden en op de wijze bepaald bij de artikelen 14 en 15 : 1° het in België geboren kind; 2° (het in het buitenland geboren kind van wie een adoptant, op het tijdstip van de verklaring de Belgische nationaliteit bezit); <W 2000-03-01/49, Art. 5, 007; En vigueur : 01-05-2000> 3° het in het buitenland geboren kind van wie een ouder of een adoptant, op het tijdstip van die geboorte, (Belg was of geweest was); <W 1993-08-06/35, Art. 2, 004; En vigueur : 03-10-1993> 4° het kind dat voor de leeftijd van zes jaar gedurende ten minste één jaar zijn hoofdverblijf in België heeft gehad samen met een persoon die over hem wettelijk het gezag uitoefende. Art. 14. Hij die een verklaring van nationaliteitskeuze aflegt, moet op het tijdstip van de verklaring : 1° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en minder dan tweeëntwintig jaar oud zijn;
La décision est notifiée à l'intéressé par les soins du procureur du Roi. Dans les quinze jours de la notification, l'intéressé et le procureur du Roi peuvent interjeter appel de la décision, par requête adressée à la Cour d'appel. Celle-ci statue, après avis du procureur général, et après avoir entendu ou appelé l'intéressé. Les citations ou notifications se font par la voie administrative. Le dispositif de la décision définitive (par laquelle l'avis négatif est déclaré non fondé) est envoyé à l'officier de l'état civil par les soins du ministère public. La déclaration est immédiatement inscrite et mentionnée conformément aux dispositions de l'article 22, § 4. Le § 2, alinéas 5 et 6, est également d'application.) § 5. (abrogé) (Section 2.) - Acquisition de la nationalité belge par option. Art. 13. Peuvent acquérir la nationalité belge par option, dans les conditions et suivant les formes déterminées par les articles 14 et 15: 1° l'enfant né en Belgique; 2° (l'enfant né à l'étranger dont l'un des adoptants, possède la nationalité belge au moment de la déclaration); 3° l'enfant né à l'étranger et dont, au moment de cette naissance, l'un des auteurs ou adoptants (était ou avait été Belge); 4° l'enfant qui, pendant au moins un an avant l'âge de six ans, a eu sa résidence principale en Belgique avec une personne à l'autorité de laquelle il était légalement soumis. Art. 14. Celui qui fait une déclaration d'option doit, au moment de celle-ci: 1° être âgé de dix-huit ans et avoir moins de vingtdeux ans;
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE 2° zijn hoofdverblijf in België hebben gehad gedurende de twaalf voorafgaande maanden; 3° zijn hoofdverblijf in België hebben gehad, hetzij vanaf de leeftijd van veertien tot achttien jaar, hetzij gedurende ten minste negen jaar. Aan die laatste voorwaarde hoeft niet te zijn voldaan als, op het tijdstip van de geboorte van belanghebbende, een van zijn ouders of adoptanten (Belg was of geweest was). <W 1993-08-06/35, Art. 3, 004; En vigueur : 03-10-1993> Verblijf in het buitenland kan met verblijf in België worden gelijkgesteld, wanneer de belanghebbende bewijst een werkelijke band met België te hebben bewaard. Art. 15. § 1. (De verklaring van nationaliteitskeuze wordt afgelegd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar de belanghebbende zijn hoofdverblijfplaats heeft; een afschrift van de verklaring wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand (onmiddellijk) voor advies overgezonden aan het parket van de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied.) <W 1998-12-22/51, Art. 3, 006; En vigueur : 01-09-1999> <W 2000-03-01/49, Art. 6, 1°, 007; En vigueur : 01-05-2000> Wanneer belanghebbende zijn hoofdverblijfplaats heeft in het buitenland, wordt zijn verklaring afgelegd voor het hoofd van de Belgische diplomatieke zending of consulaire post van die verblijfplaats; deze laatste maakt haar (onmiddellijk) (voor advies) over aan het parket van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel. <W 1998-1222/51, Art. 3, 006; En vigueur : 01-09-1999> <W 2000-0301/49, Art. 6, 2°, 007; ED : 01-05-2000> (De procureur des Konings geeft hiervan onverwijld ontvangstmelding.) <W 1998-12-22/51, Art. 3, 006; En vigueur : 01-09-1999> (§ 2. (De procureur des Konings kan binnen één maand te rekenen van de ontvangstmelding, een negatief advies uitbrengen inzake de verkrijging van de Belgische nationaliteit wanneer er een beletsel is wegens gewichtige feiten, eigen aan de persoon, die hij in de motivering van zijn advies dient te omschrijven, of als de grondvoorwaarden, die hij moet aanduiden, niet vervuld zijn.) <W 2000-03-01/49, Art. 6, 3°, 007; En vigueur : 0105-2000>
2° avoir eu sa résidence principale en Belgique durant les douze mois qui précèdent; 3° avoir eu sa résidence principale en Belgique depuis l'âge de quatorze ans jusqu'à l'âge de dix-huit ans, ou pendant neuf ans au moins. Cette dernière condition n'est pas requise si, au moment de la naissance du dèclarant, l'un de ses auteurs ou adoptants (était ou avait été Belge). Peut être assimilée à la résidence en Belgique, la résidence en pays étranger, lorsque le déclarant prouve qu'il a conservé des attaches véritables avec la Belgique. Art. 15. § 1er. (La déclaration d'option est faite devant l'officier de l'état civil du lieu de la résidence principale du déclarant; une copie de la déclaration est (immédiatement) communiquée pour avis par l'officier de l'état civil au parquet du Tribunal de première instance du ressort.) Si le déclarant a sa résidence principale à l'étranger, sa déclaration est faite devant le chef de la mission diplomatique ou du poste consulaire belge de cette résidence; celui-ci la communique (immédiatement) (pour avis) au parquet du tribunal de première instance de Bruxelles. (Le procureur du Roi transmet sans délai un accusé de réception.) (§ 2. (Dans un délai d'un mois à compter de l'accusé de réception, le procureur du Roi peut émettre un avis négatif sur l'acquisition de la nationalité belge lorsqu'il existe un empêchement résultant de faits personnels graves, qu'il doit préciser dans les motifs de son avis, ou lorsque les conditions de base, qu'il doit indiquer, ne sont pas remplies.)
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Indien hij meent geen negatief advies te moeten uitbrengen, zendt hij een attest dat er geen negatief advies wordt uitgebracht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De verklaring van nationaliteitskeuze wordt onmiddellijk ingeschreven en vermeld zoals bepaald bij artikel 22, § 4. (Bij het verstrijken van de termijn van een maand) en bij ontstentenis van een negatief advies of overzending van een attest dat er geen negatief advies wordt uitgebracht, wordt de verklaring van nationaliteitskeuze ambtshalve ingeschreven en vermeld zoals bepaald bij artikel 22, § 4. <W 2000-03-01/49, Art. 6, 4°, 007; ED : 01-05-2000> Van de inschrijving wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand kennis gegeven aan de belanghebbende. De verklaring heeft gevolg vanaf de inschrijving. § 3. Het negatieve advies moet met redenen zijn omkleed. Het wordt aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en bij een ter post aangetekende brief aan de belanghebbende betekend door toedoen van de procureur des Konings. De procureur des Konings deelt aan de belanghebbende mee dat, tenzij de belanghebbende de aanhangigmaking bij de rechtbank vraagt overeenkomstig artikel 12bis, § 4, zijn dossier door de ambtenaar van de burgerlijke stand zal worden overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, zodat de belanghebbende bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers een memorie van antwoord kan indienen binnen een maand. De ambtenaar van de burgerlijke stand zendt het dossier van de belanghebbende alsook het negatieve advies van de procureur des Konings over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, of, met toepassing van artikel 12bis, § 4, aan de rechtbank van eerste aanleg. De overzending aan de Kamer van volksvertegenwoordigers geldt als naturalisatieaanvraag, waarover de Kamer van volksvertegenwoordigers beslist overeenkomstig artikel 21, § 4.) <W 1998-12-22/51, Art. 3, 006; En vigueur : 0109-1999> (Afdeling 3.) - Verkrijging van de Belgische nationaliteit door de vreemde echtgenoot van een Belg. <W 1991-0613/31, Art. 3, 003; En vigueur : 01-01-1992> Art. 16. § 1. Het huwelijk heeft van rechtswege geen enkel gevolg op de nationaliteit.
Lorsqu'il estime ne pas devoir émettre d'avis négatif, il envoie une attestation à l'officier de l'état civil, signifiant l'absence d'avis négatif. La déclaration d'option est immédiatement inscrite et mentionnée conformément aux dispositions de l'article 22, § 4. (A l'expiration du délai d'un mois) et à défaut d'avis négatif ou de communication d'une attestation signifiant l'absence d'avis négatif, la déclaration d'option est inscrite d'office et mentionnée conformément aux dispositions de l'article 22, § 4. Notification de l'inscription est faite à l'intéressé par l'officier de l'état civil. La déclaration a effet à compter de l'inscription. § 3. L'avis négatif doit être motivé. Il est notifié à l'officier de l'état civil et, par lettre recommandée à la poste, au déclarant par les soins du procureur du Roi. Le procureur du Roi communique au déclarant que l'officier de l'état civil transmettra son dossier à la Chambre des représentants, de sorte que le déclarant puisse déposer un mémoire en réponse au greffe de la Chambre des représentants, dans le délai d'un mois, à moins qu'il ne demande la saisine du tribunal conformément à l'article 12bis, § 4. L'officier de l'état civil communique le dossier ainsi que l'avis négatif du procureur du Roi à la Chambre des représentants ou, en application de l'article 12bis, § 4, au Tribunal de première instance. La communication à la Chambre des représentants tient lieu de demande de naturalisation sur laquelle la Chambre des représentants statue conformément à l'article 21, § 4.) (Section 3.) - Acquisition de la nationalité belge par le conjoint étranger d'une personne belge. Art. 16. § 1er. Le mariage n'exerce de plein droit aucun effet sur la nationalité.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE § 2. (1° De vreemdeling die huwt met een Belg of wiens echtgenoot gedurende het huwelijk de Belgische nationaliteit verkrijgt kan, indien de echtgenoten gedurende ten minste drie jaar in België samen hebben verbleven en zolang zij in België samenleven, door een overeenkomstig artikel 15 afgelegde (...) verklaring de staat van Belg verkrijgen. <W 2000-03-01/49, Art. 7, 1°, 007; En vigueur : 01-05-2000> 2° De vreemdeling die huwt met een Belg of wiens echtgenoot gedurende het huwelijk de Belgische nationaliteit verkrijgt kan, indien de echtgenoten gedurende ten minste zes maanden in België samen hebben verbleven en zolang zij in België samenleven, door een overeenkomstig artikel 15 afgelegde (...) verklaring de staat van Belg verkrijgen, op voorwaarde dat hij op het ogenblik van de verklaring, sedert ten minste drie jaar, gemachtigd of toegelaten werd tot een verblijf van meer dan drie maanden of om zich te vestigen in het Rijk. <W 2000-03-01/49, Art. 7, 2°, 007; En vigueur : 01-05-2000> 3° (...) <W 2000-03-01/49, Art. 7, 3°, 007; En vigueur : 01-05-2000> 4° Samenleven in het buitenland kan worden gelijkgesteld met samenleven in België, wanneer de belanghebbende bewijst dat er tussen hem en België een werkelijke band is ontstaan.) <W 1993-08-06/35, Art. 4, 004; En vigueur : 0310-1993> (Afdeling 4.) - Verkrijging van de Belgische nationaliteit wegens het bezit van de staat van Belg. <W 1991-0613/31, Art. 3, 003; En vigueur : 01-01-1992> Art. 17. (De persoon die gedurende tien jaar zonder onderbreking in het genot is geweest van het bezit van de staat van Belg kan, wanneer zijn Belgische nationaliteit wordt betwist, de Belgische nationaliteit verkrijgen door een verklaring afgelegd overeenkomstig artikel 15. De procureur des Konings kan geen negatief advies uitbrengen inzake de verkrijging van de Belgische nationaliteit om een andere reden dan dat het beweerde bezit van staat ontoereikend is.) <W 2000-03-01/49, Art. 8, 1°, 007; En vigueur : 01-05-2000>
§ 2. (1° L'étranger qui contracte mariage avec un conjoint de nationalité belge ou dont le conjoint acquiert la nationalité belge au cours du mariage, peut, si les époux ont résidé ensemble en Belgique pendant au moins trois ans et tant que dure la vie commune en Belgique, acquérir la nationalité belge par déclaration faite (...) conformément à l'article 15. 2° L'étranger qui contracte mariage avec un conjoint de nationalité belge ou dont le conjoint acquiert la nationalité belge au cours du mariage, peut, si les époux ont résidé ensemble en Belgique pendant au moins six mois et tant que dure la vie commune en Belgique, acquérir la nationalité belge par déclaration faite (...) conformément à l'article 15, à condition qu'au moment de la déclaration, il ait été autorisé ou admis, depuis au moins trois ans, à séjourner plus de trois mois ou à s'établir dans le Royaume. 3° (...) 4° Peut être assimilée à la vie commune en Belgique, la vie commune en pays étranger lorsque le déclarant prouve qu'il a acquis des attaches véritables avec la Belgique.) (Section 4.) - Acquisition de la nationalité belge en raison de la possession d'état de Belge. Art. 17. (La personne qui a joui de façon constante durant dix années de la possession d'état de Belge peut, si la nationalité belge lui est contestée, acquérir la nationalité belge par une déclaration faite conformément à l'article 15. Le procureur du Roi ne peut émettre un avis négatif à l'acquisition de la nationalité belge pour un motif autre que le caractère insuffisant de la possession d'état alléguée.)
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE De verklaring dient te worden afgelegd voordat een termijn van een jaar is verstreken vanaf het ogenblik dat de feiten betreffende het bezit van staat niet langer vaststaan. Die termijn wordt verlengd tot de leeftijd van negentien jaar wanneer de belanghebbende een persoon is wiens afstamming van een Belgische ouder gebleken is niet langer vast te staan voordat hij ontvoogd was en de leeftijd van achttien jaar had bereikt. (Wanneer de geldigheid van de voor de verkrijging van de Belgische nationaliteit verrichte akten afhankelijk was van het bezit van de Belgische nationaliteit, kan die geldigheid niet worden betwist op de enkele grond dat de belanghebbende die nationaliteit niet bezat. Hetzelfde geldt voor de rechten die vóór de verkrijging van de Belgische nationaliteit zijn verkregen en waarvoor het bezit van de Belgische nationaliteit vereist was.) <W 2000-03-01/49, Art. 8, 2°, 007; En vigueur : 01-05-2000> (Afdeling 5.) - Verkrijging van de Belgische nationaliteit door naturalisatie. <W 1991-06-13/31, Art. 3, 003; En vigueur : 01-01-1992> Art. 18. De naturalisatie verleent de staat van Belg. (Lid 2 opgeheven) <W 1993-08-06/35, Art. 5, 004; En vigueur : 03-10-1993> Art. 19. (Om de naturalisatie te kunnen aanvragen moet de belanghebbende volle achttien jaar oud zijn en sedert ten minste drie jaar zijn hoofdverblijf in België hebben gevestigd; deze termijn wordt verminderd tot twee jaar voor de vreemdeling wiens hoedanigheid van vluchteling of van staatloze in België is erkend krachtens de er vigerende internationale overeenkomsten of voor diegene die, met de vluchteling gelijkgesteld werd verklaard krachtens het oud artikel 57 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen zoals van kracht tot 15 december 1996.) <W 2000-03-01/49, Art. 9, 007; En vigueur : 01-05-2000> Verblijf in het buitenland kan met verblijf in België gelijkgesteld, wanneer de aanvrager bewijst dat hij gedurende de vereiste periode door een werkelijke band met België verbonden is geweest. Art. 20. (Opgeheven) <W 1993-08-06/35, Art. 7, 004; En vigueur : 03-10-1993>
La déclaration doit être faite avant l'expiration d'un délai d'un an depuis que les faits de possession d'état ont cessé d'être établis. Ce délai est prorogé jusqu'à l'âge de dix-neuf ans si le déclarant est une personne dont la filiation à l'égard d'un auteur belge a cessé d'être établie alors qu'il n'était pas émancipé et n'avait pas atteint l'âge de dix-huit ans. (Lorsque la validité des actes passés antérieurement à l'acquisition de la nationalité belge était subordonnée à la possession de la nationalité belge, cette validité ne peut être contestée pour le seul motif que le déclarant n'avait pas cette nationalité. Il en est de même des droits acquis antérieurement à l'acquisition de la nationalité belge pour lesquels la nationalité belge était requise.) (Section 5). - Acquisition de la nationalité belge par naturalisation. Art. 18. La naturalisation confère la nationalité belge. (Alinéa 2 abrogé) Art. 19. (Pour pouvoir demander la naturalisation, il faut être âgé de dix-huit ans accomplis et avoir fixé sa résidence principale en Belgique depuis au moins trois ans; ce délai est réduit à deux ans pour celui dont la qualité de réfugié ou d'apatride a été reconnue en Belgique en vertu des conventions internationales qui y sont en vigueur ou pour celui qui a été assimilé au réfugié en vertu de l'ancien article 57 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, tel qu'il était en vigueur jusqu'au 15 décembre 1996.) Peut être assimilée à la résidence en Belgique, la résidence à l'étranger lorsque le demandeur prouve qu'il a eu, pendant la durée requise, des attaches véritables avec la Belgique. Art. 20. (Abrogé)
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Art. 21. <W 1995-04-13/44, Art. 1, 005; En vigueur : 3112-1995> § 1. (Het verzoek om naturalisatie wordt gericht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar de belanghebbende zijn hoofdverblijfplaats heeft of aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.) <W 199812-22/51, Art. 4, 006; En vigueur : 01-09-1999> Indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft in het buitenland, moet zijn verzoek overhandigd worden aan het hoofd van de Belgische diplomatieke zending of consulaire post van die verblijfplaats; deze laatste zendt het over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers. De aanvraagformulieren, waarvan de inhoud door de Koning wordt bepaald op voordracht van de Minister van Justitie, kunnen worden bekomen bij ieder gemeentebestuur of bij iedere Belgische diplomatieke zending of consulaire post. De Koning bepaalt op voordracht van de Minister van Justitie welke akten en stavingsstukken bij het verzoek moeten worden gevoegd om te bewijzen dat voldaan is aan de voorwaarden uit artikel 19. De verzoeker kan alle bijkomende documenten, die hij nuttig acht ter staving ervan, bij zijn verzoek voegen. (Het aanvraagformulier wordt door de aanvrager ondertekend. De handtekening wordt voorafgegaan door de volgende, door de aanvrager met de hand geschreven vermelding "(Ik verklaar Belgisch staatsburger te willen worden en de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te zullen naleven).") <W 1998-12-22/51, Art. 4, 006; En vigueur : 01-09-1999> <W 2000-03-01/49, Art. 10, 1°, 007; En vigueur : 01-052000> § 2. Het verzoek om naturalisatie vervalt wanneer na de indiening ervan de belanghebbende ophoudt zijn hoofdverblijf in België te hebben of hij de in artikel 19, tweede lid, bedoelde band verliest. (§ 3. Indien het verzoek tot naturalisatie gericht is aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, zendt deze het verzoek tot naturalisatie, alsook de stukken, bedoeld in § 1, derde lid, die hem zijn toegezonden, over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de ontvangst van het verzoek tot naturalisatie.
Art. 21. § 1. (La demande de naturalisation est adressée à l'officier de l'état civil du lieu où l'intéressé a sa résidence principale ou à la Chambre des représentants.) Si l'intéressé à sa résidence principale à l'étranger, sa demande sera transmise au chef de la mission diplomatique ou du poste consulaire belge de cette résidence ; celui-ci la communique à la Chambre des représentants. Les formulaires de demande, dont le contenu est fixé par le Roi sur la proposition du Ministre de la Justice, pourront être obtenus dans les administrations communales ou dans chaque mission diplomatique ou poste consulaire belges. Le Roi, sur la proposition du Ministre de la Justice, détermine les actes et justificatifs à joindre à la demande pour apporter la preuve que les conditions prévues à l'article 19 sont réunies. Le demandeur pourra joindre à sa demande tous les documents qu'il juge utiles pour justifier celle-ci. (Le formulaire de demande est signé par le demandeur qui fera précéder sa signature de la mention manuscrite " (Je déclare vouloir acquérir la nationalité belge et me soumettre à la Constitution, aux lois du peuple belge et à la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales )".) § 2. La demande de naturalisation devient caduque si, après son introduction, son auteur cesse d'avoir sa résidence principale en Belgique ou perd les attaches visées à l'article 19, deuxième alinéa. (§ 3. Si la demande de naturalisation est adressée à l'officier de l'état civil, celui-ci transmet la demande de naturalisation ainsi que les pièces visées au § 1er, alinéa 3, qui lui ont été communiquées, à la Chambre des représentants dans le délai de quinze jours suivant la réception de la demande de naturalisation.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Indien het dossier van de belanghebbende volledig is, zendt de Kamer van volksvertegenwoordigers het verzoek tot naturalisatie over aan het parket van de rechtbank van eerste aanleg waar de verzoeker zijn hoofdverblijfplaats heeft, aan de dienst Vreemdelingenzaken en aan de dienst Veiligheid van de Staat, om een advies te verstrekken (binnen een termijn van een maand), met betrekking tot de in artikel 19 gestelde vereisten en de in artikel 15, § 2, bedoelde (...) omstandigheden alsook met betrekking tot ieder gegeven waarover de Kamer wenst te worden ingelicht. Heeft de belanghebbende zijn hoofdverblijfplaats in het buitenland, dan wordt het verzoek om advies gericht aan het parket van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. <W 2000-03-01/49, Art. 10, 2°, 007; En vigueur : 01-05-2000> De in het tweede lid bedoelde instanties geven hiervan onverwijld ontvangstmelding. Zijn er geen opmerkingen (binnen een maand) vanaf de ontvangstmeldingen, dan wordt het advies geacht gunstig te zijn. <W 2000-03-01/49, Art. 10, 3°, 007; En vigueur : 01-05-2000> De Kamer van volksvertegenwoordigers beslist over het verlenen van de naturalisatie op de wijze bepaald in haar reglement. § 4. Heeft de aanvrager overeenkomstig de artikelen 12bis en 15 een nationaliteitsverklaring afgelegd waarover de procureur des Konings een negatief advies heeft gegeven, dan beslist de Kamer van volksvertegenwoordigers over het verlenen van de naturalisatie. De Kamer van volksvertegenwoordigers kan de aanvrager verzoeken een memorie van antwoord op het negatieve advies in te dienen, zo hij dat al niet ambtshalve heeft gedaan. In dit geval kan de Kamer van volksvertegenwoordigers door de in § 3 bedoelde instanties een verder onderzoek laten uitvoeren binnen een termijn van twee maanden betreffende de redenen waarop het negatieve advies steunt en over de gegevens die de aanvrager in zijn memorie van antwoord heeft aangevoerd. Bij het verstrijken van de termijn van twee maanden of indien de aanvrager binnen dezelfde termijn geen memorie van antwoord heeft ingediend, wordt de procedure voortgezet.) <W 1998-12-22/51, Art. 4, 006; En vigueur : 01-09-1999>
Lorsque le dossier du demandeur est complet, la Chambre des représentants transmet la demande de naturalisation au parquet du Tribunal de première instance de la résidence principale du demandeur, à l'Office des Etrangers et au Service de Sûreté de l'Etat, pour avis à fournir (dans un délai d'un mois), sur les critères prévus à l'article 19 et les (...) circonstances prévues à l'article 15, § 2, ainsi que sur tout autre élément dont la Chambre souhaite être informée. Si l'intéressé a sa résidence principale à l'étranger, la demande d'avis est adressée au parquet près le Tribunal de première instance de Bruxelles. Les instances visées à l'alinéa 2 transmettent sans délai un accusé de réception. A défaut d'observations (dans le mois) suivant la date des accusés de réception, l'avis est réputé favorable. La Chambre des représentants statue sur l'octroi de la naturalisation selon les modalités déterminées dans son règlement. § 4. Lorsque le demandeur a fait, conformément aux articles 12bis et 15, une déclaration de nationalité faisant l'objet d'un avis négatif du procureur du Roi, la Chambre des représentants statue sur l'octroi de la naturalisation. La Chambre des représentants peut inviter le demandeur, s'il ne l'a pas fait d'office, à déposer un mémoire en réponse à l'avis négatif. Dans ce cas, la Chambre des représentants peut charger les instances visées au § 3 de procéder dans les deux mois à une enquête complémentaire sur les motifs qui ont fondé l'avis négatif et sur les éléments invoqués par le demandeur dans son mémoire en réponse. A l'expiration du délai de deux mois ou lorsque le demandeur n'a pas déposé de mémoire en réponse dans ce délai, la procédure se poursuit.)
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE § 5. De akte van naturalisatie aangenomen door de Kamer van volksvertegenwoordigers en bekrachtigd door de Koning op voordracht van de Minister van Justitie wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Deze akte heeft uitwerking te rekenen van de dag van die bekendmaking. HOOFDSTUK IV. - VERLIES VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT. Art. 22. § 1. De staat van Belg verliest : 1° hij die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en vrijwillig een vreemde nationaliteit verkrijgt; 2° hij die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en verklaart afstand te doen van de Belgische nationaliteit; de daartoe strekkende verklaring kan alleen worden afgelegd wanneer de belanghebbende bewijst dat hij een vreemde nationaliteit bezit of die als gevolg van zijn verklaring verkrijgt of herkrijgt; 3° het niet ontvoogd kind dat de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en onder het gezag staat van een enkele ouder of adoptant wanneer deze op grond van 1° of 2° de staat van Belg verliest, mits de vreemde nationaliteit van de ouder of adoptant aan dat kind wordt verleend of dit die nationaliteit reeds bezit; wanneer het gezag over het kind door de ouders of door de adoptanten wordt uitgeoefend, verliest het niet ontvoogd kind dat de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt de Belgische nationaliteit niet zolang één van hen die nog bezit; het verliest ze wanneer die ouder of adoptant ze zelf verliest, mits dit kind de nationaliteit van één van zijn ouders of adoptanten verkrijgt of ze reeds bezit; dezelfde regel geldt wanneer het gezag over het kind door de vader of de moeder samen met de echtgenoot-adoptant wordt uitgeoefend; 4° het niet ontvoogd kind dat de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en dat door een vreemdeling of door vreemdelingen geadopteerd wordt, mits het ten gevolge van de adoptie de nationaliteit van de adoptant of van één van hen verkrijgt of die nationaliteit reeds bezit; het verliest de Belgische nationaliteit niet wanneer een van de adoptanten Belg is of de ouder die echtgenoot is van de vreemde adoptant, Belg is; 5° de Belg die in het buitenland geboren is met uitzondering van de voormalige Belgische koloniën, wanneer : a) hij van achttien tot achtentwintig jaar ononderbroken zijn hoofdverblijfplaats in het buitenland gehad heeft;
§ 5. L'acte de naturalisation, adopté par la Chambre des représentants et sanctionné par le Roi sur la proposition du Ministre de la Justice, sera publié au Moniteur belge.Cet acte sortira ses effets à compter du jour de cette publication. CHAPITRE IV. - PERTE DE LA NATIONALITE BELGE. Art. 22. § 1er. Perdent la qualité de Belge : 1° celui qui, ayant atteint l'âge de dix-huit ans, acquiert volontairement une nationalité étrangère; 2° celui qui, ayant atteint l'âge de dix-huit ans, déclare renoncer à la nationalité belge; cette déclaration ne peut être faite que si le déclarant prouve qu'il possède une nationalité étrangère ou qu'il l'acquiert ou la recouvre par l'effet de la déclaration; 3° l'enfant non émancipé n'ayant pas atteint l'âge de dix-huit ans et soumis à l'autorité d'un seul auteur ou adoptant, lorsque celui-ci perd la nationalité belge par l'effet du 1° ou du 2°, à la condition que la nationalité étrangère de l'auteur ou de l'adoptant soit conférée à cet enfant ou que celui-ci la possède déjà; lorsque l'autorité sur l'enfant est exercée par les père et mère ou par les adoptants, l'enfant non émancipé n'ayant pas atteint l'âge de dix-huit ans ne perd pas la nationalité belge tant que l'un d'eux la possède encore; il la perd lorsque cet auteur ou adoptant vient lui-même à la perdre, à la condition que cet enfant acquière la nationalité d'un de ses auteurs ou adoptants ou qu'il la possède déjà; la même règle s'applique au cas où l'autorité sur l'enfant est exercée par le père ou la mère et son conjoint adoptant; 4° l'enfant non émancipé n'ayant pas atteint l'âge de dix-huit ans, adopté par un étranger ou par des étrangers, à la condition que la nationalité de l'adoptant ou de l'un d'eux lui soit acquise par l'effet de l'adoption ou qu'il possède déjà cette nationalité; il ne perd pas la nationalité belge si l'un des adoptants est Belge ou si l'auteur conjoint de l'adoptant étranger est Belge; 5° le Belge né à l'étranger à l'exception des anciennes colonies belges lorsque : a) il a eu sa résidence principale et continue à l'étranger de dix-huit à vingt-huit ans;
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE b) hij in het buitenland geen ambt uitoefent dat hem door de Belgische Regering of door dezer bemiddeling opgedragen is of daar niet tewerkgesteld is door een vennootschap of een vereniging naar Belgisch recht waarvan hij personeelslid is; c) hij, alvorens de leeftijd van achtentwintig jaar te bereiken, niet verklaard heeft zijn Belgische nationaliteit te willen behouden; vanaf de dag van die verklaring gaat een nieuwe termijn van tien jaar in. 6° het niet ontvoogd kind dat de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en onder het gezag van een enkele ouder of adoptant staat, wanneer deze op grond van 5° de Belgische nationaliteit verliest; wanneer het gezag over het kind door de ouders of door de adoptanten wordt uitgeoefend, verliest het niet ontvoogd kind dat de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt de Belgische nationaliteit niet zolang één van hen die nog bezit; het verliest ze wanneer die ouder of adoptant ze zelf verliest; dezelfde regel geldt wanneer het gezag over het kind door de vader of de moeder samen met de echtgenoot-adoptant wordt uitgeoefend; 7° hij die krachtens artikel 23 van de Belgische nationaliteit vervallen is verklaard. § 2. (Opgeheven) <W 1991-05-22/35, Art. 2, 002; En vigueur : 16-07-1991> § 3. Paragraaf 1, 5° en 6°, is niet van toepassing op de Belg die ingevolge een van die bepalingen staatloos zou worden. § 4. De verklaringen bedoeld in § 1, 2° en 5°, worden afgelegd ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de hoofdverblijfplaats van de belanghebbende of, in het buitenland, ten overstaan van het hoofd van de Belgische diplomatieke zending of consulaire post. Zij worden ingeschreven in het register bedoeld in artikel 25. De ambtenaar van de burgerlijke stand treedt op zonder getuigen. Bovendien worden deze verklaringen vermeld op de kant van de geboorteakte die in België is opgemaakt of overgeschreven. Art. 23. (§ 1. De Belgen die hun nationaliteit niet hebben verkregen van een ouder die Belg was op de dag van hun geboorte en de Belgen wier nationaliteit niet werd toegekend op basis van artikel 11, kunnen, indien zij ernstig tekortkomen aan hun verplichtingen als Belgische burger, van de Belgische nationaliteit vervallen worden verklaard.) <W 1991-06-13/31, Art. 5, 003; En vigueur : 01-01-1992>
b) il n'exerce à l'étranger aucune fonction conférée par le Gouvernement belge ou a l'intervention de celui-ci, ou n'y est pas occupé par une société ou une association de droit belge au personnel de laquelle il appartient; c) il n'a pas déclaré, avant d'atteindre l'âge de vingthuit ans, vouloir conserver sa nationalité belge; du jour de cette déclaration, un nouveau délai de dix ans prend cours. 6° l'enfant non émancipe n'ayant pas atteint l'âge de dix-huit ans et soumis à l'autorité d'un seul auteur ou adoptant, lorsque celui-ci perd la nationalité belge par l'effet du 5°; lorsque l'autorité sur l'enfant est exercée par les père et mère ou par les adoptants, l'enfant non émancipé n'ayant pas atteint l'âge de dix-huit ans ne perd pas la nationalité belge tant que l'un d'eux la possède encore; il la perd lorsque cet auteur ou adoptant vient lui-même à la perdre; la même règle s'applique au cas où l'autorité sur l'enfant est exercée par le père ou la mère et son conjoint adoptant; 7° celui qui est déchu de la nationalité belge en vertu de l'article 23. § 2. (Abrogé) § 3. Le § 1er, 5° et 6°, ne s'applique pas au Belge qui, par l'effet d'une de ces dispositions, deviendrait apatride. § 4. Les déclarations prévues au § 1er, 2° et 5°, sont faites devant l'officier de l'état civil de la résidence principale du déclarant et, à l'étranger, devant le chef d'une mission diplomatique ou d'un poste consulaire belge. Elles sont inscrites dans le registre prévu à l'article 25. L'officier de l'état civil instrumente sans l'assistance de témoins. Ces déclarations sont, en outre, mentionnées en marge de l'acte de naissance dressé ou transcrit en Belgique. Art. 23. (§ 1er. Les Belges qui ne tiennent pas leur nationalité d'un auteur belge au jour de leur naissance et les Belges qui ne sont pas vu attribuer leur nationalité en vertu de l'article 11, peuvent, s'ils manquent gravement à leurs devoirs de citoyen belge, être déchus de la nationalité belge.)
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE § 2. De vervallenverklaring wordt gevorderd door het openbaar ministerie. De ten laste gelegde tekortkomingen worden in het dagvaardingsexploot nauwkeurig omschreven. § 3. De vordering tot vervallenverklaring wordt vervolgd voor het hof van beroep van de hoofdverblijfplaats in België van de verweerder of, bij gebreke daarvan, voor het hof van beroep te Brussel. § 4. De eerste voorzitter stelt een raadsheer aan, op wiens verslag het hof uitspraak doet binnen een maand na het verstrijken van de termijn van dagvaarding. § 5. Is het arrest bij verstek gewezen, dan wordt het na zijn betekening, tenzij deze aan de persoon is gedaan, bij uittreksel bekendgemaakt in twee bladen uitgegeven in de provincie en in het Belgisch Staatsblad. Het verzet moet op straffe van onontvankelijkheid worden gedaan binnen acht dagen te rekenen vanaf de betekening aan de persoon of vanaf de bekendmaking, zonder verlenging van die termijn wegens de afstand. Het verzet wordt op de eerste terechtzitting van de kamer die het arrest heeft uitgesproken behandeld op verslag van de aangewezen raadsheer, indien hij nog deel uitmaakt van de kamer of, bij diens ontstentenis, van de raadsheer daartoe door de eerste voorzitter aangewezen, en het arrest wordt binnen vijftien dagen uitgesproken. § 6. Voorziening in cassatie is alleen ontvankelijk indien zij met redenen is omkleed en voor zover eensdeels voor het hof van beroep is aangenomen of beweerd dat de staat van Belg van de verweerder in de vordering tot vervallenverklaring het gevolg is van de omstandigheid dat de ouder van wie de verweerder zijn nationaliteit heeft verkregen, op zijn geboortedag zelf Belg was, en anderdeels bij die voorziening de schending of de verkeerde toepassing van wetten waarop het rechtsmiddel is gegrond dan wel het ontbreken van een reden tot afwijzing wordt ingeroepen. De voorziening wordt ingesteld en berecht zoals is voorgeschreven voor de voorzieningen in criminele zaken. § 7. De termijn om zich in cassatie te voorzien en het cassatieberoep schorsen de tenuitvoerlegging van het arrest.
§ 2. La déchéance est poursuivie par le ministère public. Les manquements reprochés sont spécifiés dans l'exploit de citation. § 3. L'action en déchéance se poursuit devant la Cour d'appel de la résidence principale en Belgique du défendeur ou, à défaut, devant la Cour d'appel de Bruxelles. § 4. Le premier président commet un conseiller, sur le rapport duquel la Cour statue dans le mois de l'expiration du délai de citation. § 5. Si l'arrêt est rendu par défaut, il est, après sa signification, à moins que celle-ci ne soit faite à personne, publié par extrait dans deux journaux de la province et au Moniteur belge. L'opposition doit, à peine d'irrecevabilité, être formée dans le délai de huit jours à compter du jour de la signification à personne ou de la publication, sans augmentation de ce délai en raison de la distance. L'opposition est portée à la première audience de la chambre qui a rendu l'arrêt; elle est jugée sur le rapport du conseiller commis s'il fait encore partie de la chambre, ou, à son défaut, par le conseiller désigné par le premier président, et l'arrêt est rendu dans les quinze jours. § 6. Le pourvoi en cassation n'est recevable que s'il est motivé et pour autant que, d'une part, devant la Cour d'appel ait été admis ou soutenu que la nationalité belge du défendeur à l'action en déchéance résultait de ce que, au jour de la naissance du défendeur, l'auteur de qui il tient sa nationalité était lui-même belge et que, d'autre part, ce pourvoi invoque la violation ou la fausse application des lois consacrant le fondement de ce moyen ou le défaut de motif de son rejet. Le pourvoi est formé et jugé comme il est prescrit pour les pourvois en matière criminelle. § 7. Le délai pour se pourvoir en cassation et le pourvoi sont suspensifs de l'exécution de l'arrêt.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE § 8. Wanneer het arrest, waarbij de vervallenverklaring van de staat van Belg wordt uitgesproken, onherroepelijk is geworden, wordt het beschikkend gedeelte ervan, met vermelding van de volledige identiteit van de belanghebbende, in het register, bedoeld in artikel 25, overgeschreven door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de hoofdverblijfplaats in België van de belanghebbende of, bij gebreke hiervan, door de ambtenaar van de burgerlijke stand van Brussel. Daarenboven wordt van het arrest melding gemaakt op de kant van de akte van geboorte die in België is opgemaakt of overgeschreven en van de akte van overschrijving van de inwilligingen van de nationaliteitskeuze of van de verklaring waarbij belanghebbende de Belgische nationaliteit heeft verkregen of van de naturalisatie van de verweerder. De vervallenverklaring heeft gevolg vanaf de overschrijving. § 9. Hij die van de staat van Belg vervallen is verklaard, kan alleen door naturalisatie opnieuw Belg worden. HOOFDSTUK V. - HERKRIJGING VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT. Art. 24. (Hij die de Belgische nationaliteit anders dan door vervallenverklaring heeft verloren, kan ze door een overeenkomstig artikel 15 afgelegde (...) verklaring herkrijgen onder de voorwaarden dat hij ten minste achttien jaar oud is en dat hij gedurende de twaalf maanden die aan de verklaring voorafgaan zijn hoofdverblijf in België heeft gehad.) <W 1993-08-06/35, Art. 8, 004; En vigueur : 03-10-1993> <W 2000-03-01/49, Art. 11, 007; En vigueur : 01-05-2000> (Indien deze laatste voorwaarde niet is vervuld of indien het verlies van de Belgische nationaliteit het gevolg is van afstand, kan de procureur des Konings toch menen geen negatief advies te moeten uitbrengen, nadat hij de omstandigheden heeft beoordeeld waarin de belanghebbende de Belgische nationaliteit heeft verloren, alsmede de redenen waarom hij die wil herkrijgen.) <W 1998-12-22/51, Art. 5, 006; En vigueur : 01-09-1999> HOOFDSTUK Vbis. - (ingevoegd bij <W 1998-12-22/51, Art. 6, En vigueur : 01-09-1999>) Adviesbevoegdheid van het parket.
§ 8. Lorsque l'arrêt prononcant la déchéance de la nationalité belge est devenu définitif, son dispositif, qui doit mentionner l'identité complète de l'intéressé, est transcrit sur le registre indiqué à l'article 25 par l'officier de l'état civil de la residence principale de l'intéressé en Belgique ou, à défaut, par l'officier de l'état civil de Bruxelles. En outre, l'arrêt est mentionné en marge de l'acte de naissance dressé ou transcrit en Belgique et de l'acte contenant la transcription des agréments de l'option ou de la déclaration par laquelle l'intéresse avait acquis la nationalité belge ou de la naturalisation du defendeur. La déchéance a effet à compter de la transcription. § 9. La personne qui a été déchue de la nationalite belge ne peut redevenir belge que par naturalisation. CHAPITRE V. - RECOUVREMENT DE LA NATIONALITE BELGE. Art. 24. (Celui qui a perdu la nationalité belge autrement que par déchéance peut, par une déclaration faite (...) conformément à l'article 15, la recouvrer aux conditions qu'il soit âgé d'au moins dix-huit ans et qu'il ait eu sa résidence principale en Belgique pendant les douze mois qui précèdent la déclaration.) (Si cette dernière condition n'est pas remplie ou si la perte de la nationalité belge procède d'une renonciation, le procureur du Roi peut neanmoins juger ne pas devoir émettre d'avis négatif, après avoir apprécié les circonstances dans lesquelles le déclarant a perdu la nationalité belge, ainsi que les raisons pour lesquelles il veut la recouvrer.) CHAPITRE Vbis. - (inséré par ) Competences d'avis du parquet.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Art. 24bis. (ingevoegd bij <W 1998-12-22/51, Art. 6, En vigueur : 01-09-1999>) De Minister van Justitie legt de richtlijnen vast met betrekking tot de wijze waarop het parket bij de rechtbank van eerste aanleg het onderzoek verricht met het oog op het verlenen van een advies zoals bepaald in deze wet nadat hij het advies heeft ingewonnen van het college van procureurs-generaal. Deze richtlijnen zijn bindend voor alle leden van het openbaar ministerie. Voor de opdrachten die vervuld moeten worden teneinde de procureur des Konings in staat te stellen de vereiste adviezen te verstrekken, zijn de politiediensten onderworpen aan zijn gezag. Het college van procureursgeneraal houdt toezicht op de wijze waarop de parketten de opdrachten zoals beschreven in deze wet, uitvoeren. HOOFDSTUK VI. - REGISTERS EN MELDINGEN. Art. 25. (Het beschikkend gedeelte van de onherroepelijke beslissing waarbij het negatieve advies inzake de verkrijging van de Belgische nationaliteit op grond van de artikelen 12bis, 13 tot 17 en 24 ongegrond wordt verklaard, wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand overgeschreven hetzij in het register van de geboorteakten, hetzij in het aanvullend register, hetzij in een bijzonder register.) <W 2000-03-01/49, Art. 12, 1°, 007; En vigueur : 01-05-2000> Hiervan wordt melding gemaakt op de kant van de akte van geboorte die in België is opgemaakt of overgeschreven. (Het beschikkend gedeelte van de onherroepelijke beslissing waarbij het negatieve advies inzake de verkrijging van de Belgische nationaliteit op grond van artikel 16 ongegrond wordt verklaard, wordt bovendien vermeld op de kant van de akte van huwelijk die in België is opgemaakt of overgeschreven.) <W 2000-03-01/49, Art. 12, 2°, 007; En vigueur : 01-05-2000> HOOFDSTUK VII. - OVERGANGSBEPALINGEN.
Art. 24bis. (inséré par ) Le Ministre de la Justice arrête les directives concernant les modalités selon lesquelles le parquet près le Tribunal de premiere instance mène l'enquête en vue de la présentation d'un avis tel que prévu dans la présente loi, après consultation du Collège des procureurs généraux. Ces directives sont contraignantes pour tous les membres du ministère public. Pour les missions qui doivent être accomplies afin de permettre au procureur du Roi d'émettre les avis requis, les services de police sont soumis à l'autorité de celui-ci. Le Collège des procureurs généraux exerce le contrôle sur les modalités selon lesquelles les parquets exécutent les missions définies dans la présente loi. CHAPITRE VI. - REGISTRES ET MENTIONS. Art. 25. (Le dispositif de la décision définitive par laquelle l'avis négatif concernant l'acquisition de la nationalité belge sur la base des articles 12bis, 13 à 17 et 24 est declaré non fondé, est transcrit par l'officier de l'état civil soit sur le registre des actes de naissance, soit sur le registre supplétoire, soit sur un registre spécial.) Il en est fait mention en marge de l'acte de naissance dressé ou transcrit en Belgique. (Le dispositif de la décision définitive par laquelle l'avis négatif concernant l'acquisition de la nationalité belge sur la base de l'article 16 est déclaré non fondé, est, en outre, mentionné en marge de l'acte de mariage dressé ou transcrit en Belgique.) CHAPITRE VII. - DISPOSITIONS TRANSITOIRES.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Art. 26. § 1. De bepalingen van de artikelen 10, 12, 13, 15 tot 17 en 22, eerste en tweede lid, en 25 van de wetten op de verkrijging, het verlies en de herkrijging van de nationaliteit, gecoördineerd op 14 december 1932 en gewijzigd bij de wetten van 21 mei 1951, 22 december 1961, 17 maart 1964, 2 april 1965 en 10 oktober 1967, blijven van toepassing op de verklaringen die zijn afgelegd met het oog op de verkrijging of de herkrijging van de Belgische nationaliteit alsmede op de verzoeken om naturalisatie die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit Wetboek. § 2. In afwijking van § 1, is de openbaarmaking, door aanplakking en inlassing in een dagblad, van de verklaringen tot verkrijging of herkrijging van de Belgische nationaliteit of van de verzoeken om naturalisatie niet meer vereist. § 3. De naturalisaties verleend op verzoeken die vóór de inwerkingtreding van dit Wetboek zijn ingediend blijven onderworpen aan de vroeger toepasselijke bepalingen van de artikelen 238, 239, 241 tot 243, 245 en 246 van het koninklijk besluit nr. 64 van 30 november 1939, houdende het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, bevestigd door de wet van 16 juni 1947, gewijzigd bij de wetten van 14 augustus 1947, 28 februari 1962 en 17 maart 1964. (§ 4. Verzoeken om grote of gewone naturalisatie die vóór de inwerkingtreding van dit Wetboek zijn ingediend op grond van de artikelen 12 en 13 van de wetten op de verkrijging, het verlies en de herkrijging van de nationaliteit, gecoördineerd op 14 december 1932 en gewijzigd bij de wetten van 21 mei 1951, 22 december 1961, 17 maart 1964, 2 april 1965 en 10 oktober 1967, worden geacht verzoeken om naturalisatie te betreffen. § 5. Hetzelfde geldt voor verzoeken om gewone of grote naturalisatie, die vóór de inwerkingtreding van de wet van 6 augustus 1993 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit en van de wetten betreffende de naturalisatie werden ingediend op grond van de vroeger toepasselijke bepalingen van de artikelen 19 en 20 van dit Wetboek.
Art. 26. § 1er. Les dispositions des articles 10, 12, 13, 15 à 17, 22, premier et deuxième alinéas, et 25 des lois sur l'acquisition, la perte et le recouvrement de la nationalité, coordonnées le 14 décembre 1932 et modifiées par les lois des 21 mai 1951, 22 décembre 1961, 17 mars 1964, 2 avril 1965 et 10 octobre 1967, demeurent applicables aux déclarations souscrites en vue d'acquérir ou de recouvrer la nationalité belge ainsi qu'aux demandes de naturalisation introduites avant l'entrée en vigueur du présent Code. § 2. Par dérogation au § 1er, il n'est plus requis d'assurer la publicité, par affichage et insertion dans un journal, des déclarations d'acquisition ou de recouvrement de la nationalité belge ni des demandes de naturalisation. § 3. Les naturalisations accordées à la suite de demandes introduites avant l'entrée en vigueur du présent Code sont soumises aux dispositions antérieurement applicables des articles 238, 239, 241 à 243, 245 et 246 de l'arrêté royal n° 64 du 30 novembre 1939, contenant le Code des droits d'enregistrement, d'hypotheque et de greffe, confirmé par la loi du 16 juin 1947, modifiés par les lois des 14 août 1947, 28 février 1962 et 17 mars 1964. (§ 4. Les demandes de grande naturalisation ou de naturalisation ordinaire qui ont éte introduites avant l'entrée en vigueur du présent Code, sur la base des articles 12 et 13 des lois sur l'acquisition, la perte et le recouvrement de la nationalité coordonnées le 14 décembre 1932 et modifiées par les lois des 21 mai 1951, 22 décembre 1961, 17 mars 1964, 2 avril 1965 et 10 octobre 1967, sont présumées relatives à la naturalisation. § 5. Il en va de meme pour les demandes de naturalisation ordinaire ou de grande naturalisation, qui ont été introduites sur la base des dispositions antérieures applicables des articles 19 et 20 du présent code avant l'entrée en vigueur de la loi du 6 août 1993 modifiant le Code de la nationalité belge et les lois relatives à la naturalisation.
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE § 6. De aanvragen om grote naturalisatie die vóór de inwerkingtreding van de wet van 6 augustus 1993 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit en van de wetten betreffende de naturalisatie werden ingediend door de aanvragers, die de Belgische nationaliteit bezaten als gevolg van gewone naturalisatie of een verklaring afgelegd krachtens artikel 16 van dit Wetboek, of door een vrouw die op grond van de vroeger toepasselijke wetsbepalingen Belg is geworden bij haar huwelijk met een Belg of als gevolg van de verkrijging of herkrijging van de Belgische nationaliteit door haar man, vervallen. Het door de aanvrager gekweten registratierecht wordt terugbetaald mits een verklaring wordt voorgelegd, afgeleverd door de Minister van Justitie, waarin wordt bevestigd dat het verzoek om naturalisatie vervallen is. § 7. Verklaringen die vóór de inwerkingtreding van de wet van 6 augustus 1993 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit en van de wetten betreffende de naturalisatie werden afgelegd op grond van de vroeger toepasselijke bepaling van artikel 16, § 2, van dit Wetboek blijven onderworpen aan die bepaling.) <W 1993-0806/35, Art. 15, 004; En vigueur : 03-10-1993> (§ 8. De verzoeken om naturalisatie die vóór de inwerkingtreding van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit zijn ingediend op grond van de vroeger toepasselijke bepaling van artikel 21 van dit Wetboek blijven onderworpen aan die bepaling. § 9. De verklaringen die afgelegd zijn vóór de inwerkingtreding van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit op grond van de vroeger toepasselijke bepalingen van de artikelen 11bis, 12bis en 15 van dit Wetboek blijven onderworpen aan die bepalingen. § 10. De verzoeken om naturalisatie die vóór de inwerkingtreding van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit zijn ingediend, blijven onderworpen aan de vroeger toepasselijke bepalingen van de artikelen 238, 240, 240bis, 241 en 244, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten.) <W 2000-0301/49, Art. 13, 007; En vigueur : 01-05-2000>
§ 6. Les demandes de grande naturalisation qui ont été introduites avant l'entrée en vigueur de la loi du 6 août 1993 modifiant le Code de la nationalité belge et les lois relatives à la naturalisation par des demandeurs qui possédaient la nationalité belge par naturalisation ordinaire ou par déclaration souscrite en vertu de l'article 16 du présent code ou par une femme devenue Belge par mariage avec un Belge sur la base des dispositions légales applicables antérieurement ou du fait de l'acquisition ou de recouvrement de son mari de la nationalité belge, sont caduques. Le droit d'enregistrement acquitté par le demandeur sera restitué moyennant la production d'une attestation, délivrée par le Ministre de la Justice, certifiant que la demande de naturalisation est caduque. § 7. Les déclarations qui ont été souscrites avant l'entrée en vigueur de la loi du 6 août 1993 modifiant le Code de la nationalité belge et les lois relatives à la naturalisation, sur base de la disposition antérieurement applicable de l'article 16, § 2, du présent Code, restent soumises à cette disposition.) (§ 8. Les demandes de naturalisation qui ont été introduites avant l'entrée en vigueur de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge, sur la base de la disposition antérieurement applicable de l'article 21 du présent Code, restent soumises à cette disposition. § 9. Les déclarations qui ont été faites avant l'entrée en vigueur de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge, sur la base des dispositions antérieurement applicables des articles 11bis, 12bis et 15 du présent Code, restent soumises à ces dispositions. § 10. Les demandes de naturalisation qui ont été introduites avant l'entrée en vigueur de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge restent soumises aux dispositions antérieurement applicables des articles 238, 240, 240bis, 241 et 244, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe.)
SOURCE : http://www.cass.be/cgi_loi/legislation.pl, aligné par Roland Fabian
WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT – CODE DE LA NATIONALITE BELGE Art. 27. <W 1993-08-06/35, Art. 16, 004; En vigueur : 03-10-1993> De personen die de grote of gewone naturalisatie hebben verkregen, worden geacht de Belgische nationaliteit te hebben verkregen door naturalisatie. De personen die vóór de inwerkingtreding van de wet van 6 augustus 1993 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit en van de wetten betreffende de naturalisatie Belg zijn geworden door de naturalisatie of door verklaring afgelegd krachtens artikel 16 van dit Wetboek en de vrouwen die op grond van de vroeger toepasselijke wetsbepalingen Belg zijn geworden bij hun huwelijk met een Belg of wegens de verkrijging of herkrijging van de Belgische nationaliteit door hun man, verwerven automatisch de rechten en plichten verbonden aan de staat van Belg, zonder dat hen kan worden tegengeworpen dat zij niet de hoedanigheid van Belg door geboorte hadden verworven. Art. 28. § 1. Wie verzuimd heeft tijdig een verklaring van nationaliteitskeuze af te leggen op grond van artikel 2, § 4, van de wet van 22 december 1961 betreffende de verwerving of herkrijging van de Belgische nationaliteit door de buitenlanders die geboren zijn of hun woonplaats hebben op het grondgebied van de Republiek Congo of door de Congolezen die hun gewone verblijfplaats in België hebben gehad, kunnen die verklaring afleggen, op de wijze bepaald bij artikel 15, binnen twee jaar na de inwerkingtreding van dit Wetboek.
Art. 27. Les personnes ayant obtenu la grande naturalisation ou la naturalisation ordinaire sont considérées comme ayant acquis la nationalité belge par naturalisation. Les personnes devenues Belges avant l'entrée en vigueur de la loi du 6 août 1993 modifiant le Code de la nationalité belge et les lois relatives à la naturalisation par naturalisation ou par déclaration souscrite en vertu de l'article 16 du présent Code, ainsi que les femmes devenues Belges sur la base des dispositions légales applicables antérieurement, par mariage avec un Belge ou du fait de l'acquisition ou du recouvrement de la nationalite belge par leur mari, acquièrent automatiquement les droits et obligations liés à la nationalité belge, sans qu'il puisse leur être opposé qu'elles n'avaient pas acquis la qualité de Belge de naissance. Art. 28. § 1er. Les personnes qui ont omis de souscrire en temps utile une declaration d'option en faveur de la nationalité belge sur base de l'article 2, § 4, de la loi du 22 décembre 1961 relative à l'acquisition ou au recouvrement de la nationalité belge par des étrangers nés ou domiciliés sur le territoire de la République du Congo ou par les Congolais ayant eu en Belgique leur résidence habituelle, sont admises à souscrire cette déclaration, dans la forme prévue à l'article 15, dans les deux ans suivant l'entrée en vigueur du présent Code. § 2. De belanghebbende moet zijn hoofdverblijf in België § 2. Les déclarants doivent avoir eu leur résidence hebben gehad gedurende de twee jaar die aan de principale en Belgique durant les deux années inwerkingtreding van dit Wetboek voorafgaan en dit précédant l'entrée en vigueur du présent Code et avoir verblijf hebben behouden tot op het tijdstip waarop de maintenu cette résidence jusqu'au moment où la verklaring wordt afgelegd. déclaration est souscrite. Art. 29. De inwerkingtreding van de artikelen 8 tot 10 van Art. 29. L'entrée en vigueur des articles 8 à 10 du het Wetboek van de Belgische nationaliteit heeft niet tot Code de la nationalité belge n'a pas pour effet gevolg dat de Belgische nationaliteit wordt toegekend aan d'attribuer la nationalité belge à l'étranger qui, lors de de vreemdeling die op het tijdstip van die cette entrée en vigueur, est agé de dix-huit ans inwerkingtreding, de volle leeftijd van achttien jaar heeft accomplis. bereikt. Art. 30. De in artikel 22, § 1, 5° van het Wetboek van de Art. 30. Le délai de résidence à l'étrangér prévu à Belgische nationaliteit bepaalde periode van verblijf in het l'article 22, § 1er, 5° du Code de la nationalité belge buitenland gaat in de dag waarop dit Wetboek in werking prend cours à la date d'entrée en vigueur dudit Code. treedt."