2012
Wet werk en bijstand informatie map
Gemeente Stein Werk & Inkomen e
1 Publicatie: 1-1-2012 e
versie 2012 1 druk
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene Informatie - Doel van de info map - Afdeling sociale zaken - Openingstijden, bezoektijden en postadres - Huisregels - Handige adressen - Cliëntenraad
pagina 4
Hoofdstuk 2 Uw uitkering, de Wet werk en bijstand - Waarvoor is de WWB uitkering bedoeld? - WWB 2012 - Hoogte van de bijstand - Inkomsten naast uw WWB uitkering - Welke inkomsten mag u houden - Heffingskortingen en belastingdienst - Wat is vermogen - Voortzetting van uw uitkering - Wanneer wordt beëindigd?
pagina 6
Hoofdstuk 3 Verplichtingen - Algemeen - Inlichtingenverplichting - Uw uitkering en vakantie - Verlagingen bij niet nakomen van verplichtingen
pagina 15
Hoofdstuk 4 Werken aan Werk - Arbeidsverplichtingen en tegenprestatie - Arbeidsmarktondersteuning - Participatieplaatsen - De arbeidsadviseur
pagina 18
Hoofdstuk 5 Uw rechten - Wet bescherming persoonsgegevens - Inzage Suwi net - Inzage dossier - Klacht - Bezwaar en beroep
pagina 20
Hoofdstuk 6 Fraude & Preventie - Wat is fraude en hoe wordt het ontdekt - Als u gefraudeerd heeft - Wat kunt u doen om fraude te voorkomen - Hoe kunt u fraude melden
pagina 21
2
Hoofdstuk 7 Terugvordering & Verhaal - Terugvordering - Verhaal
pagina 22
Hoofdstuk 8 Inkomensregelingen - Langdurigheidstoeslag - Bijzondere Bijstand - Extraatje - Collectieve Ziektekosten verzekering - Wet maatschappelijke ondersteuning - Wet Kinderopvang - Stimulering Peuterspeelzaalbezoek - Maatschappelijke participatie 65 + - Kwijtschelding Gemeentelijke belastingen
pagina 24
Bijlagen
pagina 31
-
Vermogensvrijlatingen Hoogte Langdurigheidstoeslag Inlever datums wijzigingsformulieren Toelichting wijzigingsformulieren Diverse aanvraagformulieren
Gemeente Stein, Werk & Inkomen Copyright © 2012 1e druk Aan de totstandkoming van deze uitgave is uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden de auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen houden wij ons aanbevolen. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen mag niets van deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming van de gemeente Stein.
3
Hoofdstuk 1
Algemene informatie Doel van deze map
U ontvangt deze infomap omdat u een WWB-uitkering heeft aangevraagd of reeds ontvangt. In deze infomap kunt u lezen waarmee u te maken krijgt zolang u voor uw levensonderhoud op een uitkering bent aangewezen. Tevens wordt hierin aangegeven wat uw rechten en plichten zijn. De map bevat informatie over wat wij doen om u te helpen om een baan te vinden. Deze map kunt u zien als een soort routekaart. De verschillende hoofdstukken geven de mogelijke richtingen aan van de route die u dient te volgen. Aan de informatie in deze info map kunnen geen rechten worden ontleend.
Afdeling Sociale Zaken Sociale zaken is een onderdeel van de afdeling Werk en Inkomen (W&I). Voor het aanvragen van een bijstandsuitkering voor levensonderhoud dient u zich in eerste instantie te melden bij het Werkplein Westelijke Mijnstreek te Sittard. De afdeling Sociale zaken voert onder andere de volgende wetten uit: De Wet werk en bijstand (Wwb) De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) Het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) Minimabeleid
Openingstijden, bezoek en postadres en internet Het gemeentehuis is op werkdagen als volgt geopend: Maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 13.00 uur Woensdag doorlopend van 09.00 tot 17.00 uur en de afdeling burgerzaken tot 19.00 uur. Het gemeentehuis is gelegen aan de Stadhouderslaan 200, 6171 KP Stein. Wij zijn telefonisch bereikbaar op het nummer: 046 – 4359393. Faxen kunt u sturen naar: 046 – 4359359. Postadres: Postbus 15, 6170 AA Stein.
4
Digitale dienstverlening: Op www.gemeentestein.nl vindt u informatie over onze gemeente en de aangeboden producten. Ook kunt u gebruik maken van onze digitale dienstverlening. Neem gerust eens een kijkje. Indien er onduidelijkheden zijn of u andere vragen heeft, kunt u tijdens kantooruren telefonisch contact met ons opnemen. Indien u uw contactpersoon persoonlijk wilt spreken, dient u vooraf een afspraak te maken.
Huisregels Binnen het gemeentehuis gelden de volgende huisregels: Het is verboden om in het gemeentehuis te roken Agressief gedrag wordt niet getolereerd en kan leiden tot gebouwverbod, het doen van aangifte bij de politie van onze zijde en een korting op uw maandelijkse uitkering Dieren worden niet toegestaan
Handige adressen Zorgloket Haalbrugskensweg 28C 6171 JA Stein Telefoonnummer: 046 – 4334848 Open inloop spreekuur: maandag t/m vrijdag Van 9.00 tot 13.00 woensdag open van 9.00 Tot 13.00 en van 14.00 tot 16.30 Werkplein Westelijke Mijnstreek Sittard Rijksweg Zuid 28/28A 6131 AP Sittard Telefoonnummer: 046-7506340 Plangroep Bereikbaar via Gemeente Stein en of het Zorgloket Afdeling Werk & Inkomen Aanwezig op het zorgloket maandag en woensdag Spreek uur van 9.00 tot 11.00 Belastingdienst Heerlen Postbus 4486 6401 CZ Heerlen Telefoonnummer: 0800-0543
Cliëntenraad De gemeente kent een cliëntenraad, waarin cliënten en leden van diverse organisaties zitting hebben. De cliëntenraad behartigt de collectieve belangen van ingezetenen die aanspraak (kunnen) maken op een uitkering en / of een voorziening op grond van een vastgesteld minimumloon of inkomen.
5
Uw uitkering Wet werk en bijstand
Hoofdstuk 2
Waarvoor is de Wwb uitkering bedoeld? De uitkering is bedoeld om tijdelijk in uw levensonderhoud te voorzien. Met de kosten van levensonderhoud worden de zogenaamde noodzakelijke kosten van het bestaan bedoeld. Dit zijn de normale dagelijkse en maandelijkse uitgaven, zoals:
boodschappen huur gas, water en licht premies van (ziekte)kostenverzekeringen kleding en schoenen.
Heeft u door bijzondere omstandigheden kosten die u nergens anders vergoed krijgt, dan kunt u hiervoor bijzondere bijstand aanvragen. Het gaat dan om bijzondere kosten, zoals medische kosten die niet door de zorgverzekering worden vergoed of kosten van thuiszorg. Lees verder in hoofdstuk “inkomensregelingen”.
WWB 2012 Uitgangspunten De aanscherping kent een viertal uitgangspunten. 1. De eigen verantwoordelijkheid van de burger komt meer centraal te staan. 2. Het activerende karakter en de vangnetfunctie van de WWB moeten verder versterkt worden. 3. Een derde aanscherping richt zich op de verplichtingen van mensen met een uitkering op grond van de WWB, namelijk de wettelijke plicht tot tegenprestatie naar vermogen. 4. Tot slot wordt de inkomensgrens van gemeentelijk minimabeleid genormeerd op maximaal 110%. De belangrijkste wijzigingen De wachtperiode van vier weken De WIJ wordt ingetrokken en de WWB wordt een regeling voor verschillende doelgroepen. Elke doelgroep heeft voor een deel zijn eigen rechten en plichten.
Voor de jongeren onder de 27 jaar geldt het volgende; 1 2
3 4
4 weken wachttijd, eerst zelf zoeken naar werk/opleiding voordat aanspraak op ondersteuning kan ontstaan. Er is geen recht op een uitkering als: - de jongeren kan terugkeren naar school; - de jongere geen aantoonbare inspanningen heeft gepleegd en onwillig is/blijft om aan het werk te gaan. Recht op werkleer aanbod wordt aanspraak op ondersteuning Studiefinanciering is voorliggende voorziening.
6
Uitzonderingen: 1
2
Jongeren die voorafgaand aan de aanvraag voor bijstand een WW-uitkering hebben, kunnen zich 4 weken voordat de WW-uitkering eindigt melden voor een bijstandsuitkering. Op deze wijze wordt voor hen de wachttijd voor de bijstand door de resterende WW-periode overbrugd. Gemeente krijgt mogelijkheden tot het verstrekken van een voorschot tijdens 4 weken wachttijd aan bepaalde groepen jongere (jonger dan 27 jaar) vluchtelingen.
Bijstand voor inwonende wordt afgeschaft Het doel van de aanscherping gezinsbijstand en de huishoudinkomenstoets is dat het meer loont om vanuit een uitkering aan het werk te gaan. De inkomenstoets wordt daarom aangescherpt, door niet alleen rekening te houden met de inkomsten van aanvrager en partner, maar met de inkomsten van alle gezinsleden. Onder de nieuwe definitie van gezin wordt verstaan: de gehuwden tezamen, de gehuwden met hun minderjarige en meerderjarige kinderen en kleinkinderen, de alleenstaande ouder met minderjarige én meerderjarige kinderen en kleinkinderen; en de alleenstaande met één of meer meerderjarige kinderen en kleinkinderen; die in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben. Er is wel een aantal uitzonderingen gemaakt op de definitie van gezin. De eerste uitzondering is het zorgbehoevend gezinslid, die op verzoek buiten het gezin gehouden kan worden. Dit gezinslid heeft in dat geval een zelfstandig recht op uitkering. Om onder deze definitie te vallen, moet iemand: een gehuwde, alleenstaande ouder of alleenstaande zijn met meerderjarige kinderen; of een meerderjarig kind zijn dat bij zijn ouder(s) inwoont; en een geldig indicatiebesluit hebben voor 10 uur of meer per week zorg op grond van de AWBZ. Het moet dan gaan om: persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, verblijf, of voortgezet verblijf; aantonen dat hij géén persoonsgebonden budget voor deze zorg ontvangt en dat de zorg niet geheel of deels wordt verleend door een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, van de AWBZ; aannemelijk maken dat één (of meerdere) van de andere gezinsleden, niet zijnde de echtgenoot, aan hem zorg verleent, voor ten minste het aantal uren waarop die persoon recht heeft volgens het indicatiebesluit, maar ten minste tien uren per week; jonger zijn dan 65 jaar. Naast de AWBZ kent ook de Wmo indicaties voor maatschappelijke ondersteuning. De tweede uitzondering betreft meerderjarige studerende kinderen met WSF of WTOS.
7
Onder meerderjarig kind wordt namelijk niet verstaan het meerderjarig kind wiens in aanmerking te nemen inkomen inclusief studiefinanciering niet meer bedraagt dan 80% van het netto minimumloon inclusief vakantiebijslag (€ 1.023,42 per maand), en dat: uit ‟s Rijks kas bekostigd onderwijs volgt; en aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000; of voor een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in aanmerking komt. Deze uitzondering is gemaakt om te stimuleren dat door middel van studie en opleiding een zo hoog mogelijke kwalificatie wordt behaald en zodoende de arbeidsmarktkansen worden verhoogd. Deze uitzonderen gelden ook voor mensen die wel aanspraak hebben op studiefinanciering of een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de WTOS maar die dit niet ontvangen omdat ze zelf in hun inkomen voorzien doordat ze bijvoorbeeld een bijbaantje hebben.
Toets op het huishoudinkomen Het gezin moet de bijstand gezamenlijk aanvragen en krijgt recht op de een gezinsuitkering ter hoogte van de huidige norm voor gehuwden op grond van de WWB, dat wil zeggen 100% van het referentieminimumloon (Bruto is dat € 1300,80 per maand excl vakantiegeld en € 1404,86 inclusief vakantiegeld). Dit houdt ook in, dat alle middelen (inkomsten en vermogen) van alle gezinsleden in aanmerking worden genomen. Bovendien worden de inkomsten uit arbeid en werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering van minderjarige kinderen bij de bijstandsverlening aan de ouder(s) in aanmerking genomen. Om minderjarige kinderen wel te stimuleren te gaan werken in bijbaantjes en actief mee te doen in de samenleving geldt er een vrijlating. De vrijlating bedraagt twee keer de inkomensgrenzen van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Dit betekent dat de inkomsten van kinderen tot 16 jaar volledig worden vrijgelaten. Voor 16- en 17-jarigen geldt twee keer de inkomensgrens van de AKW (€ 827,- per maand). Aanpassing in het begrip „middelen‟ Er verandert het één en ander in het artikel 31 WWB, over middelen: Inkomsten uit arbeid, ontvangen uitkeringen uit werkloosheid en arbeidsongeschiktheid van kinderen tot 16 jaar worden volledig vrijgelaten. Voor 16- en 17-jarigen geldt een maximumbedrag van € 827,- per maand. Inkomsten uit een Wajong-uitkering worden volledig vrijgelaten als een Wajonger deel uitmaakt van het gezinsbegrip (tot 1 januari 2013). Bijdrage voor onderhoudsplicht van ouders aan jongeren onder de 21 jaar wordt volledig vrijgelaten. De vrijlating van de aanvullende alleenstaande ouderkorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting voor alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 5 jaar wordt vervangen
8
door een vrijlating van inkomsten uit arbeid van alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 12 jaar. De inkomsten uit arbeid kunnen worden vrijgelaten tot 12,5% van die inkomsten met een maximum van € 120,- per maand voor maximaal 30 aaneengesloten maanden. Deze wordt eerst toegekend na doorlopen reguliere vrijlating. Op de persoon jonger dan 27 jaar zijn de regelingen over inkomensvrijlatingen en premies (onderdelen c, j, k, n van artikel 31, tweede lid nieuw WWB) niet van toepassing. Inkomsten van meerderjarige kinderen die bekostigd onderwijs volgen en aanspraak maken op studiefinanciering of WTOS worden niet in aanmerking genomen voor zover het meer bedraagt dan € 1.023,42 per maand. Inkomsten uit studiefinanciering worden in aanmerking genomen naar het van toepassing zijnde normbedrag voor de kosten van levensonderhoud en het bedrag aan toeslag conform de Wsf.
Aanscherping verplichtingen -
Aan u kan per 1 januari 2012 een verplichting tot tegenprestatie worden opgelegd. De tegenprestatie is niet bedoeld als re-integratie instrument en hoeft dus niet nuttig te zijn voor de ontwikkeling richting arbeidsmarkt. De maatschappelijke nuttige werkzaamheden dienen zich te onderscheiden van werkzaamheden die tot de reguliere arbeidsmarkt behoren. De tegenprestatie: hoeft niet te zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt; mag niet in de weg staan aan acceptatie van arbeid of re-integratie; bestaat daarom uit werkzaamheden waarvan omvang en duur beperkt zijn; bestaat uit werkzaamheden die de uitkeringsgerechtigde kan verrichten (naar vermogen); wordt verricht naast of in aanvulling op de reguliere arbeidsmarkt (mag niet tot verdringing leiden). Het college bepaalt aan de hand van de individuele omstandigheden en de voorhanden zijnde onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, de aard, de duur en de omvang van de tegenprestatie.
-
Er worden nieuwe regels ingevoerd. Op grond van deze regels, die terug te vinden zijn in artikel 44a legt het college voor een jongere onder de 27 jaar in een plan van aanpak vast: hoe de eventuele ondersteuning eruit ziet; welke verplichtingen gericht op arbeidsinschakeling de klant heeft; en wat er van hem wordt verwacht.
9
Dit plan van aanpak maakt een onderdeel uit van de beschikking en is – met de rest van de beschikking – vatbaar voor bezwaar en beroep. Het college is verplicht om de jongere bij de uitvoering van het plan van aanpak te begeleiden.
-
De ontheffing van de arbeidsverplichting voor alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar wordt afgeschaft.
-
De vrijlating van de aanvullende alleenstaande ouderkorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting worden afgeschaft voor alleenstaande ouders waarvan het jongste kind jonger is dan 5 jaar.
-
Om de WWB voor deze doelgroep optimaal activerend te maken wordt in plaats hiervan de vrijlating voor het werken in deeltijd verruimd.
-
De Wet voorzieningen arbeid en zorg alleenstaande ouders (Wet Vazalo) wordt ingetrokken.
-
De maximale verblijfsduur in het buitenland wordt beperkt tot maximaal vier weken per jaar voor iedereen tussen de 18 en 65 jaar. De bijstandsgerechtigden van 65 jaar en ouder mogen straks dertien weken per jaar in het buitenland verblijven.
De voor u van toepassing zijnde verplichtingen zijn terug te vinden in hoofdstuk 3 en 4 van deze infomap.
Aanpassing gemeentelijk minimabeleid en bijzondere bijstand De bijzondere bijstand is als inkomensondersteunend instrument zowel financieel als beleidsmatig gedecentraliseerd aan gemeenten. De bijzondere bijstand kent drie vormen: individuele bijzondere bijstand categoriale bijzondere bijstand de langdurigheidstoeslag Het gemeentelijk inkomensbeleid wordt genormeerd op maximaal 110% van het voor het huishoudtype toepasselijke – van het WML afgeleide – sociaal minimum (WSM). De inkomensnormering geldt voor de bijzondere bijstand en voor alle categoriale gemeentelijke voorzieningen: langdurigheidstoeslag categoriale bijzondere bijstand aan chronisch zieken en gehandicapten categoriale bijzondere bijstand aan ouderen (MP 65+) categoriale bijzondere bijstand aan mensen met schoolgaande kinderen categoriale bijzondere bijstand in de vorm van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering Stimulering peuterspeelzaalbezoek Het extraatje
10
De kwijtschelding van lokale belastingen en heffingen valt niet onder de WWB, maar kent een eigen regeling. Hiervoor geldt de grens van 110% niet. Deze grens geldt overigens ook niet voor de individuele bijzondere bijstand.
Verordeningsplicht participatie schoolgaande kinderen Er komt een verplichting voor de gemeenteraad om een verordening op te stellen m.b.t. het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten in verband met maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen.
Als deze verordening door ons is opgesteld zult u daarvan op de hoogte gesteld worden. De voorwaarden en vergoedingen zullen door ons aan u kenbaar worden gemaakt op een nader te bepalen tijdstip.
Inkomen uit studiefinanciering Per september 2007 is de Wet studiefinanciering 2000 (WSF) gewijzigd. Vanaf dat moment is er één normbedrag voor levensonderhoud, waarin geen onderscheid wordt gemaakt naar aparte normbedragen voor levensonderhoud of leermiddelen. In de WWB wordt met het inkomen uit studiefinanciering rekening gehouden bij de bijstandsverlening aan de partner van de studerende of verlening van bijzondere bijstand. Met de volgende bedragen wordt rekening gehouden;
Inkomen Wet Studie Financiering 2000 (art. 33, lid 2 WWB) Levensonderhoud Hoger onderwijs Beroepsonderwijs thuiswonend € 604,15 € 462,08 uitwonend € 794,69 € 652,62 toeslag partner € 557,27 € 557,27 toeslag een oudergezin € 445,93 € 445,93
Hoogte van de bijstand De hoogte van de bijstandsuitkering hangt af van uw leefsituatie. De bijstand kent de volgende groepen:
Alleenstaande (art. 20, lid 1 WWB) alleenstaande, 18, 19 of 20 jaar alleenstaande, 21 tot 65 jaar
€228,04 €659,93
Alleenstaande ouder (art. 20 lid 2 WWB) alleenstaande ouder, 18, 19 of 20 jaar alleenstaande ouder, 21 tot 65 jaar
€492,01 €923,90
11
Gezin, 18 tot 65 jaar (art. 21 WWB) gezin, meerderjarige personen 21 tot 65 jaar €1319,85 gezin, twee meerderjarige personen van 18, 19 of 20, zonder kinderen €456,08 gezin, twee meerderjarige personen van 18, 19 of 20, met kinderen €720,05 gezin, twee meerderjarige personen, een van 18, 19 of 20, een 21 tot 65 jaar, zonder kinderen €887,97 gezin, twee meerderjarige personen, een van 18, 19 of 20, met kinderen een 21 tot 65 jaar, met kinderen €1151,94 gezin, drie meerderjarige personen, twee van 18, 19 of 20, een 21 tot 65 jaar, geen kinderen €1116,01 65 jaar en ouder (art. 22 WWB) alleenstaande alleenstaande ouder gezin, een of meer gezinsleden 65 of ouder
€1013,58 €1275,53 €1395,13
Maximale toeslag Maximale toeslag (art. 30, lid 2, onder a WWB) 20%
€263,97
Toepassing art. 25 en 26 WWB ivm kosten delen met thuiswonend kind van 18 jaar of ouder Norm bedrag levensonderhoud hoger onderwijs art. 3.18 WSF 2000 (bedrag thuiswonend)
€604,15
Binnen deze groepen kan er sprake zijn van verschillende omstandigheden en of situaties, waardoor de uitkeringsnorm hoger of lager komt te liggen. De mogelijkheid bestaat dat u bij uw uitkering een toeslag krijgt of dat u juist wordt gekort. Dit is vastgelegd in de toeslagenverordening. U kunt op onze dienst tijdens de gezette tijden (zie pagina 4) navraag doen naar de exacte hoogte van uw uitkering of de nog aan u te verstrekken uitkering.
Inkomsten naast de Wwb uitkering Heeft u andere inkomsten? Met uw uitkering vullen wij uw inkomsten aan tot de voor u geldende bijstandsnorm. Wilt u precies weten hoe wij de hoogte van uw uitkering over een bepaalde maand hebben berekend? U ontvangt bij aanvang van uw uitkering en bij iedere normwijziging een specificatie. Op uw verzoek verstrekken wij u tussentijds een specificatie van uw uitkering. Met inkomsten wordt in de Wet werk en bijstand bijvoorbeeld inkomen uit arbeid, WW-, ZW of WIAuitkering bedoeld. Maar ook alimentatie, sommige heffingskortingen van de Belastingdienst en een verzekeringsuitkering zijn inkomsten in de zin van de WWB. Als u een kamer of een huis verhuurt, is de huur die u daarvoor ontvangt ook inkomen. Deze inkomsten zijn van invloed op uw recht op bijstand en op de hoogte van uw uitkering. Hoe meer inkomsten u heeft, hoe lager de uitkering zal zijn. Heeft u zelf meer inkomsten dan de bijstandsuitkering, dan heeft u geen recht meer op een uitkering.
12
Welke inkomsten mag u houden Sommige inkomsten zijn niet van invloed op de hoogte van de bijstandsuitkering. Dit zijn bijvoorbeeld: huur- en zorgtoeslag, kinderbijslag, een bepaald bedrag dat u ontvangt als vergoeding voor vrijwilligerswerk, een aantal heffingskortingen van de Belastingdienst, namelijk kinderkorting en jong gehandicaptenkorting. Deze inkomsten worden niet in mindering gebracht op uw uitkering. Ook de vergoeding die pleegouders ontvangen voor de verzorging van hun pleegkinderen wordt niet gekort op de uitkering. Als u vragen heeft of inkomsten al dan wel of niet door ons gekort worden neem dan contact op met uw contactpersoon op de hiervoor gezette tijdstippen.
Heffingskortingen Belastingdienst U kunt recht hebben op heffingskortingen van de Belastingdienst. Er zijn verschillende soorten heffingskortingen. Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting. Daarnaast hangt het van uw persoonlijke situatie af of u nog voor andere kortingen in aanmerking komt. U kunt nooit meer aan heffingskortingen ontvangen dan u aan belasting heeft betaald. Als u recht heeft op heffingskortingen kan dat gevolgen hebben voor de hoogte van uw uitkering. De meeste heffingskortingen tellen namelijk mee als inkomsten en worden van de uitkering afgetrokken. U bent zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van de heffingskortingen. U kunt de heffingskortingen aanvragen bij de Belastingdienst met een zogenaamde voorlopige teruggave. Als u recht heeft op heffingskortingen worden ze op uw uitkering ingehouden, ook als u ze niet heeft aangevraagd bij de Belastingdienst. Een aantal heffingskortingen van de Belastingdienst, namelijk kinderkorting en jonggehandicaptenkorting, worden niet in mindering gebracht op uw uitkering.
Wat is vermogen en wat mag ik houden? Om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering, mag u niet te veel eigen vermogen hebben. Onder vermogen valt spaargeld maar ook bezittingen als een auto, motor, boot en caravan en een eigen huis. Als u schulden heeft waarop u moet aflossen, worden deze schulden van uw vermogen afgetrokken. Bezittingen die algemeen noodzakelijk zijn, zoals de meubels in uw huis, worden niet meegeteld bij uw vermogen. Een auto kan tot het vermogen worden gerekend. De waarde van uw vermogen mag niet meer zijn dan de in de bijlage genoemde bedragen. Heeft u meer vermogen, dan zult u dit meerdere eerst op een verantwoorde manier moeten opmaken. Dat wil zeggen dat u per maand een bedrag van maximaal 1 ½ keer de bijstandsnorm plus de premiekosten van een zorgverzekering mag uitgeven.
Voortzetting van uw uitkering Op jaarbasis beoordelen wij meermaals of uw uitkering over de afgelopen periode juist is geweest. Uw contactpersoon zal dan een aantal bewijsstukken van u vragen. Tevens controleren wij of uw uitkering de afgelopen periode juist is geweest zonder dat u dat in de gaten heeft!! Wij doen dit door gegevens op te vragen bij derden, zoals de belastingdienst, RDW, UWV, GBA, etcetera .
13
Tevens controleren wij regelmatig uw inzet om aan een baan te komen. Uw contactpersoon bespreekt samen met u uw mogelijkheden en wat u kunt doen om uw kansen op werk te vergroten. Daarover worden afspraken met u gemaakt. Ook controleert uw contactpersoon of u eerdere afspraken bent nagekomen en kijkt deze naar aanvullende mogelijkheden zoals bijzondere bijstand of hulp bij schuldsanering.
Wanneer wordt uw uitkering beëindigd? Als u een betaalde baan heeft gevonden waarmee u hetzelfde of meer verdient dan de hoogte van uw uitkering, vervalt uw recht op een uitkering. Maar ook in andere gevallen komt u niet langer in aanmerking voor een uitkering. We zetten ze even voor u op een rij: u gaat samenwonen met een partner die voldoende inkomsten heeft; u ontvangt een erfenis, schenking of prijs, waardoor u meer vermogen heeft dan u met de uitkering mag hebben; u heeft voldoende inkomsten hoger dan de voor u geldende norm. u wordt 65 jaar en u heeft recht op een volledig AOW-pensioen en eventueel andere pensioenen. Krijgt u een gedeeltelijk AOW-pensioen dan zou u recht kunnen hebben op een aanvullende uitkering; u verhuist naar een andere gemeente; u komt uw verplichtingen in verband met de uitkering niet na; u heeft gefraudeerd; u vrijheid is u ontnomen (denk in deze aan een gevangenisstraf); u verblijft langer dan de toegestane periode in het buitenland. Voor iedereen jonger dan 65 geldt per 1 januari 2012 een periode van 4 weken. Bent u 65 jaar of ouder dan heeft u recht op 13 weken.
14
Hoofdstuk 3
Verplichtingen Algemeen
De uitkering op grond van de Wet werk en bijstand is bedoeld om de periode te overbruggen waarin u geen werk hebt. Om uw recht op bijstand te behouden, dient u aan een aantal verplichtingen te voldoen. Hieronder volgt een overzicht van deze verplichtingen. De meeste belangrijke verplichting die voor u van toepassing is, is het actief zoeken naar een betaalde baan. Wij kunnen u hierbij ondersteunen zoals u kunt lezen in het hoofdstuk 4 “Werken aan Werk”. Daarnaast kent het recht op uitkering nog een aantal andere spelregels. Deze worden hieronder nader toegelicht.
Inlichtingenverplichting Op grond van artikel 17 Wwb bent u verplicht om op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan u redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op uw arbeidsinschakeling of het recht op bijstand. Tevens bent u verplicht desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet. Om aan deze inlichtingenverplichting te voldoen, maken wij gebruik van een wijzigingsformulier. Wanneer en hoe u gebruik moet maken van het formulier kunt u hieronder lezen. Lees dit rijtje regelmatig door en raadpleeg het bij onduidelijkheden. Dit om misverstanden te voorkomen. Wanneer moet u een wijzigingformulier direct en onverwijld inleveren? als er wijzigingen zijn in uw persoonlijke omstandigheden en of gezinssamenstelling, zoals verhuizingen of als u gaat scheiden; als u een gift ontvangt of een schenking verricht, als u een erfenis ontvangt, of andere financiële middelen ontvangt; indien u op vakantie gaat (binnen en buitenland); indien u werk heeft gevonden; indien u stopt met werken en/of bent ontslagen; indien u een opleiding gaat volgen en/of vrijwilligerswerk gaat verrichten; indien uw uitkering op grond van de WW, WAO, etc. wordt beëindigd. U dient de inlichtingen in ieder geval binnen één week nadat de wijziging heeft plaatsgevonden via het wijzigingsformulier te verstrekken. Wanneer moet u maandelijks een wijzigingformulier inleveren? Ik ontvang wisselende inkomsten: U dient maandelijks een wijzigingsformulier met een specificatie van uw inkomsten in te leveren. De inleverdatum staat op het overzicht “inleverdata”. Deze vindt u verderop in deze informatiemap. Ik ontvang vaste inkomsten per maand uit arbeid: U kunt volstaan met de inlevering van een salarisspecificatie. De inleverdatum staat op het overzicht “inleverdata”. Deze vindt u verder op in deze informatiemap. Ik ontvang vaste inkomsten zoals WAO, AOW, alimentatie of buitenlands pensioen: Uw indieningsplicht van het wijzigingsformulier wordt gekoppeld aan momenten waarvan bekend is dat wijzigingen optreden (voorbeeld, WAO: 3 x per jaar; AOW: januari-juli, alimentatie: 1 x per jaar). Afwijkingen op individuele basis zijn mogelijk.
15
Hoe en waar lever ik het wijzigingsformulier in? U dient het wijzigingsformulier aan ons op te sturen of in te leveren bij de balie in het gemeentehuis. U dient de benodigde bewijsstukken, zoals een loonstrookje en/of uitkeringsspecificatie, bij te voegen. Het is belangrijk dat u het formulier vóór de aangegeven datum uit eigen beweging bij ons inlevert. Gevolgen van het tijdig inleveren van het wijzigingsformulier: Als u uw wijzigingsformulier op tijd hebt ingeleverd, berekenen wij hoe hoog uw uitkering voor de lopende maand is. Het geld wordt aan u overgemaakt. Het geld wordt omstreeks de 15-de van de volgende maand overgemaakt op een door u opgegeven bank- of girorekening. Ontvangt u een uitkering voor gehuwden of samenwonenden, dan krijgt u op verzoek allebei de helft van de uitkering op uw (eigen) rekening gestort. De toelichting op het wijzigingsformulier vindt u in de bijlagen. Daar vindt u ook informatie over het tijdstip van inleveren van de wijzigingsformulieren. Gevolgen niet tijdig inleveren van het wijzigingsformulier: Indien u het wijzigingsformulier niet tijdig inlevert, zal er een vertraging optreden in de uitbetaling van uw uitkering. Ook ontvangt u een herinneringsbrief. Tevens kan het te laat inleveren van het wijzigingsformulier tot gevolg hebben dat uw uitkering wordt verlaagd. Als u zich niet aan de regels houdt, zullen we ten onrechte uitgekeerde Wwb-uitkering terugeisen (terugvorderen), uw uitkering voor nader onderzoek tijdelijk stopzetten (opschorten) of uw uitkering verlagen. Indien u door persoonlijke omstandigheden uw wijzigingsformulier niet tijdig kunt inleveren neem dan in alle gevallen contact op met uw contactpersoon. Inleverdata De inleverdata zijn vastgesteld voor het gehele jaar. Een overzicht van de inleverdata en bijbehorende betaaldata vindt u bij de bijlagen.
Uw uitkering en vakantie U mag op vakantie met behoud van uw uitkering. Hiervoor gelden enkele spelregels. U mag elk kalenderjaar (1 januari – 31 december) vier weken op vakantie. De vier weken kunt u zelf opdelen in perioden, bijvoorbeeld twee keer twee weken. Het is niet toegestaan om de vakantieweken van twee opeenvolgende jaren aaneen op te nemen (in december van het oude jaar en januari van het nieuwe jaar). Gaat u in totaal langer dan vier weken met vakantie, dan vervalt na deze vier weken het recht op een uitkering. Bent u 65 jaar of ouder dan hebt u recht op 13 weken vakantie. Als u op vakantie wilt, moet u dat vooraf bij ons melden via het wijzigingsformulier. Let op ook vakantie in Nederland dient u kenbaar te maken! Te laat terug van vakantie Als u niet op de aangegeven datum terug kunt zijn, om wat voor reden dan ook, geef dit dan zo snel mogelijk aan ons door. U moet dat vanaf uw vakantieadres melden. Als dat niet lukt, meldt u zich dan zo snel mogelijk na terugkomst bij uw contactpersoon. Let op, het overschrijden van de maximale vakantieduur heeft gevolgen voor uw uitkering.
16
Verlagingen bij het niet nakomen van de verplichtingen De gemeente is verplicht u een verlaging op te leggen als u de verplichtingen, die verbonden zijn aan de uitkering, niet nakomt. Een verlaging houdt in dat uw uitkering (tijdelijk) geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd. Enkele voorbeelden waarvoor een verlaging wordt opgelegd zijn: u hebt niet voldaan aan uw informatieplicht (bijvoorbeeld u hebt verzwegen dat u samenwoont); u heeft uw wijzigingsformulier niet tijdig ingeleverd; u heeft niet actief gesolliciteerd; u bent niet meer als werkzoekende geregistreerd bij het Werkplein Westelijke Mijnstreek te Sittard. De hoogte en duur van de verlaging hangen af van de mate van verwijtbaarheid en de ernst van de gedraging. Een verlaging kan variëren van 5% van het normbedrag tot 100%. Bij herhaling kan een verlaging voor meerdere maanden worden toegepast. Als u zich verwijtbaar blijft gedragen kan de uitkering zelfs beëindigd worden. Als u een uitkering aanvraagt of ontvangt bent u op grond van de inlichtingenplicht ondermeer verplicht om gegevens en bewijsstukken te verstrekken met betrekking tot inkomsten en vermogen. Het overleggen van bankafschriften is belangrijk. Bij aanvraag of op verzoek bij rechtmatigheid onderzoeken bent u verplicht om van alle bank-, giro-, spaar- en effectenrekeningen (van alle gezinsleden) alle afschriften te overleggen die betrekking hebben op de periode van drie maanden voorafgaande aan de datum van de aanvraag of het heronderzoek.
17
Hoofdstuk 4
Werken aan werk Arbeidsverplichtingen
Met ingang van 1 januari 2012 is de Wet werk en bijstand 2012 ingevoerd. Het motto van de Wwb maar ook van de Ioaw en de Ioaz is: “werk boven uitkering”. Als u kunt werken, moet u werken. De uitkering die u nu ontvangt is tijdelijk en niet meer dan een hulpmiddel om zo snel mogelijk weer aan de slag te komen. U bent dan ook verplicht te solliciteren. Als u kunt werken - geheel of gedeeltelijk - moet u actief op zoek gaan naar een baan. Dit is uw eigen verantwoordelijkheid. Maar u staat er niet alleen voor. Uw contactpersoon kan u verder op weg helpen. Voor wat hoort wat Aan de bijstandsverlening kunnen de volgende verplichtingen verbonden zijn: 1. naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen 2. naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden 3. registratie als werkzoekende bij de Centrale organisatie werk en inkomen 4. gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening 5. meewerken aan een onderzoek naar mogelijkheden tot arbeidsinschakeling 6. indien van toepassing, mee te werken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak 7. naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt De bovenstaande verplichtingen zijn op iedereen van toepassing totdat u de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Alleen in individuele gevallen kan hiervan worden afgeweken. In sommige gevallen mag u voorlopig deeltijdwerk of vrijwilligerswerk gaan doen. Het is ook mogelijk dat u tijdelijk niet hoeft te solliciteren. Bij deeltijdarbeid kunnen de inkomsten, onder bepaalde voorwaarden, gedeeltelijk niet gekort worden. Indien u vrijwilligerswerk doet kunt u onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een premie. Indien bijstand wordt verleend aan een gezin gelden de verplichtingen voor ieder van de meerderjarige gezinsleden.
Arbeidsmarktondersteuning Het kan zijn dat u extra hulp nodig hebt bij het vinden van een baan. Wij kunnen u hierbij helpen. Bespreek uw situatie met uw contactpersoon. Uw contactpersoon zoekt samen met u naar een geschikt re-integratietraject. In ieder geval zal gekozen worden voor een aanpak die aansluit op het individu. Het kan zijn dat u wordt doorverwezen naar een bedrijf dat u helpt bij het vinden van werk. Het kan ook zijn dat uw klantmanager een traject voor u opzet. Dit betekent dat u samen met uw klantmanager of het re-integratiebedrijf algemeen geaccepteerde arbeid gaat zoeken. Misschien zijn er sociale, medische of psychische redenen waarom u moeilijk werk kunt vinden.
18
Het kan zijn dat het dan verstandig is om eerst vrijwilligerswerk te doen bij bijvoorbeeld ouderen of een sportvereniging. U kunt dan wennen aan werken en werkervaring opdoen; dit maakt de kans op een betaalde baan groter. Dit vrijwilligerswerk kunt u, nadat u er toestemming voor gekregen heeft, doen met behoud van uw uitkering.
Participatieplaatsen Het college kan aan degene die algemene bijstand ontvangt en voor wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die daardoor vooralsnog niet bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt, onbeloonde aanvullende werkzaamheden laten verrichten gedurende maximaal twee jaar. Onder aanvullende werkzaamheden worden primair op de arbeidsinschakeling gerichte werkzaamheden verstaan die onder verantwoordelijkheid van het college in het kader van deze wet worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid, en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.
De arbeidsadviseur De arbeidsadviseur is expert op het gebied van werk en re-integratie. Hij kent de arbeidsmarkt in uw omgeving en weet wat UWV, Werkplein Westelijke Mijnstreek of uw gemeente voor u kunnen doen bij het zoeken naar werk. De arbeidsadviseur kan u adviseren, tips geven en de weg wijzen voordat u aan uw re-integratietraject begint, maar ook daarna. De arbeidsadviseur is onafhankelijk. Dat betekent dat hij geen beslissingen neemt over uitkeringen en re-integratie. Ook geeft hij de informatie die u hem geeft niet door. U bepaalt zelf of u gebruik wilt maken van de arbeidsadviseur. Dit is niet verplicht. Afspraken over uw re-integratie maakt u altijd met uw consulent van Sociale en maatschappelijke voorzieningen of met de re-integratiecoach van UWV. De arbeidsadviseur is dus geen vervanger, maar een aanvulling. Bij de arbeidsadviseur kunt u terecht met uw vragen over re-integratie en werk, zoals: Hoe zit het met mijn rechten en plichten als ik via UWV of de Sociale Dienst een reintegratietraject volg? Hoe regel ik allerlei praktische zaken die te maken hebben met re-integratie, bijvoorbeeld kinderopvang? Waar en hoe kan ik het beste een baan zoeken die bij me past? Kan ik een opleiding volgen en hoe vraag ik dat aan? Kan ik gebruikmaken van een Individuele Re-integratie Overeenkomst? Hoe regel ik dat? De arbeidsadviseur kan u hierover adviseren en tips geven. De arbeidsadviseur is de onafhankelijke vraagbaak voor al uw vragen over werk en re-integratie. Als u een gesprek met een arbeidsadviseur wilt, dan kunt u op werkdagen langskomen bij het Informatie- en Adviespunt Arbeidsintegratie in een Werkplein bij u in de buurt. Werkplein Westelijke Mijnstreek Sittard Leon Olischlagers / Mireille Kraft-Wiegman Rijksweg 28 6131 AP Sittard 046-7506377 /
[email protected] Of kijk op internet: www.onafhankelijkarbeidsadviseur.nl.
19
Hoofdstuk 5
Uw rechten Wet bescherming persoonsgegevens
Artikel 6 van de Wet bescherming persoonsgegevens schrijft voor dat gegevens alleen in overeenstemming met de wet mogen worden gebruikt. Dit betekent dat ketenpartners verplicht zijn te voorkomen dat de persoonsgegevens die worden uitgewisseld, op een onrechtmatige of onregelmatige manier worden gebruikt. De gemeente dient dus voorzichtig om te gaan met uw persoonsgegevens.
Inzage suwinet Gemeenten maken gebruik van Suwinet om gegevens van andere organisaties in het stelsel van werk en inkomen te kunnen raadplegen. Het gaat dan om persoonsgegevens van uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden van bijvoorbeeld het UWV en CWI. Indien u wenst kunt u hier zelf ook inkijk in krijgen. Deze inzage is wel aan bepaalde voorwaarden verbonden. U kunt navraag doen over deze voorwaarden bij uw contactpersoon.
Inzage dossier U heeft het recht om uw dossier in te zien. Indien u van dit recht gebruik wenst te maken, dient u vooraf een afspraak te maken met uw contactpersoon.
Klacht Als u het niet eens bent met de gang van zaken kunt u een klacht indienen, bijvoorbeeld als u:
vindt dat u onvoldoende uitleg krijgt over iets wat u niet begrijpt; vindt dat u onvoldoende of onjuiste informatie hebt gekregen; denkt dat uw contactpersoon uw problemen of vragen niet serieus neemt; vindt dat u niet juist bent behandeld; vindt dat u niet of niet voldoende bent geïnformeerd over een wijziging van uw uitkering.
Indien u een klacht wilt indienen, dient u dit schriftelijk te doen ter attentie van het afdelingshoofd W&I, De heer C.P.G. Wilbach.
Bezwaar en beroep Als u het niet eens bent met het besluit over de hoogte van uw uitkering, de beëindiging van uw uitkering, met de afstemming die u is opgelegd of met een ander besluit, kunt u bezwaar maken. In de besluiten die u van ons ontvangt, vindt u meer informatie over de indiening van een bezwaarschrift. Als u bezwaar hebt gemaakt tegen een besluit van de gemeente en dit bezwaar is door het college van burgemeester en wethouders ongegrond verklaard (dat wil zeggen dat uw bezwaar is afgewezen), kunt u in beroep gaan bij de rechtbank in Maastricht. In beroep gaan wil zeggen dat u schriftelijk aan de rechter laat weten dat u het niet eens bent met de afwijzing. Als u het met de uitspraak van de rechtbank ook niet eens bent, dan kunt u ten slotte nog in beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep in Utrecht.
20
Hoofdstuk 6
Fraude & Preventie Wat is fraude en hoe wordt het ontdekt?
U bent verplicht alle informatie die van belang is voor uw uitkering volledig en naar waarheid door te geven. Veranderingen in uw persoonlijke situatie die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de uitkering of het recht daarop, moet u direct en ongevraagd doorgeven. Het gaat dan bijvoorbeeld om het gaan samenwonen met uw partner of het ontvangen van een erfenis. U pleegt fraude als u niet alle gegevens doorgeeft, uw inkomsten verzwijgt of foute informatie geeft. Fraude plegen is verwijtbaar, niet toegestaan gedrag. De gemeente controleert alle informatie die u geeft. Zo worden uw woonadres en uw werk- en financiële situatie nagetrokken. Als de door u gegeven informatie niet overeenkomt met de gevonden gegevens, wordt er onderzoek gedaan. Het komt ook voor dat er bij een gesprek bij het Werkplein Westelijke Mijnstreek of de gemeente de indruk ontstaat dat iets niet klopt. Ook dit kan tot een onderzoek leiden. Soms komen er bij de gemeente anonieme tips binnen. Ook naar aanleiding van zo‟n tip kan een onderzoek worden gestart. Wij zijn aangesloten bij het Landelijk Inlichtingenbureau. Het Inlichtingenbureau vergelijkt persoonsgegevens aan de hand van het sofinummer. Hoe werkt dit? U staat bij verschillende instanties geregistreerd. Bijvoorbeeld bij de gemeente omdat u een uitkering ontvangt en omdat u op een bepaald adres woont en bij de Belastingdienst omdat u belasting betaalt. Het Inlichtingenbureau vergelijkt uw gegevens van deze en andere instanties, zoals het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) met elkaar. Als er iets niet klopt, krijgen wij een signaal. Het Inlichtingenbureau ontvangt via de belastingdienst ook informatie over bankrekeningen.
Als u hebt gefraudeerd Als wij vermoeden dat u fraude pleegt of heeft gepleegd volgt een onderzoek. Tijdens het onderzoek kan uw uitkering tijdelijk worden stopgezet (opgeschort). Dit gebeurt als u geen of onvoldoende gegevens overhandigt. U krijgt dan geen uitkering totdat het onderzoek is afgerond. Fraude plegen heeft grote gevolgen voor uw uitkering. De gemeente kan uw uitkering tijdelijk verlagen, (een deel van) de uitkering terugvorderen of de uitkering beëindigen. Bij ernstige fraude ( voor meer dan € 10.000,) doet de gemeente aangifte bij het Openbaar Ministerie. U kunt dan strafrechtelijk worden vervolgd. Tevens loopt u het risico om door de gemeente gedurende een periode van 3 maanden te worden uitgesloten van het recht op bijstand. Tot slot kan aan u een boete worden opgelegd.
Wat kunt u doen om fraude te voorkomen? Fraude plegen kunt u voorkomen door de regels te volgen en u aan de voorschriften te houden. Misschien is het voor u niet altijd duidelijk wanneer u regels overtreedt. Daarom kunt u het beste meteen contact opnemen met uw contactpersoon als er veranderingen zijn in uw situatie. Ook als u denkt dat de veranderingen geen gevolgen hebben voor uw uitkering.
Hoe kunt u doorgeven dat iemand fraudeert? U kunt rechtstreeks contact opnemen met de Sociale Recherche op maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 10.00 uur. Het telefoonnummer is 046 - 4359393.
21
U kunt ook een brief schrijven aan de afdeling Sociale Recherche, Postbus 15, 6170 AA Stein. Uiteraard kunt u fraude ook rechtstreeks bij de afdeling Werk & Inkomen melden.
Terugvordering & Verhaal
Hoofdstuk 7
Terugvordering Als u ten onrechte te veel geld heeft ontvangen, mag de gemeente dit terugvorderen. Dit mag onder andere in de volgende situaties: u heeft ten onrechte een bijstandsuitkering ontvangen, bijvoorbeeld als u inkomsten heeft verzwegen; u heeft een lening van de gemeente en u heeft niet of niet voldoende voldaan aan de verplichting om terug te betalen; u heeft door een fout van de gemeente meer geld ontvangen dan waar u recht op had; u heeft na enige tijd vermogen of inkomsten ontvangen waarop u al recht had. De bijstand wordt dan verrekend. U moet de ten onrechte ontvangen uitkering bijna altijd terugbetalen. De gemeente zal het geld op uw uitkering inhouden als dat mogelijk is of op een andere manier van u terugeisen. Wanneer het geld niet in hetzelfde kalenderjaar wordt terugbetaald als waarin u het heeft ontvangen, moet u het bedrag bruto terugbetalen. Dat betekent dat u niet alleen de netto uitkering moet terugbetalen, maar ook de door de gemeente betaalde kosten als loonbelasting en premies. Ook kan de gemeente rente over het bedrag berekenen. U kunt de loonbelasting en premies die u moet betalen bij uw belastingaangifte wel van de Belastingdienst terugkrijgen. Hoe moet ik teveel ontvangen uitkering terugbetalen? U krijgt bericht van de gemeente hoeveel geld u moet terugbetalen, en hoe en wanneer u dat moet doen. Indien u nog een uitkering ontvangt, wordt het teveel ontvangen bedrag verrekend met uw maandelijkse uitkering. Indien u geen uitkering ontvangt van de gemeente zal een terugbetalingsregeling met u worden getroffen. Het bedrag dat u maandelijks terug moet betalen, is afhankelijk van de hoogte van uw inkomsten. Indien u niet aan uw terugbetalingsverplichting voldoet, kan de gemeente beslag leggen op uw inkomsten. Beslaglegging Wanneer een schuldeiser beslag legt op uw uitkering, moet hij rekening houden met de beslagvrije voet. De beslagvrije voet bedraagt in beginsel 90% van de bijstandsnorm ( dit is de toepasselijke norm inclusief vakantietoeslag, inclusief de eventuele gemeentelijke toeslag en/of verlaging). Voor personen die in een inrichting ter verpleging of verzorging verblijven, geldt een afwijkende beslagvrije voet. Dit betekent dat u maximaal 10% van uw uitkering per maand aan de beslaglegger moet betalen. Wanneer u geen of onvolledige inlichtingen hebt verstrekt aan de schuldeiser, kan het zijn dat u meer dan 10% van uw uitkering moet betalen. U moet er dan voor zorgen dat u de gevraagde informatie alsnog geeft. Dan zal uw beslagvrije voet worden aangepast. Als u zelf afspraken heeft gemaakt over de hoogte van de aflossingen met de schuldeisers, kan het voorkomen dat de totale aflossingen meer bedragen dan 10% van de uitkering. Door te hoge aflossingen kunt u in de problemen komen omdat u geen ruimte meer heeft voor uw noodzakelijke betalingen, zoals de huur, energiekosten, de ziektekostenverzekering. Wanneer u meer dan 10% aan aflossingen betaalt, adviseren wij u om contact op te nemen met uw contactpersoon. Eventueel kunt u doorverwezen worden naar de Kredietbank. U kunt dan misschien in aanmerking komen voor een schuldregeling.
22
Kosten van bijstand kunnen, indien de bijstand aan een gezin of alleenstaande ouder met zijn ten laste komende kinderen wordt verleend, van alle gezinsleden respectievelijk van de ten laste komende kinderen van de alleenstaande ouder worden teruggevorderd!!!
Verhaal De gemeente kan (een deel van) de aan u betaalde uitkering ook van andere mensen opeisen. Dat heet verhalen. Meestal gaat het om ouders, (ex-)echtgenoot of partner die verplicht zijn een gezinslid te onderhouden. Als u gescheiden bent of kinderen hebt en uw ex-partner heeft genoeg geld om u (gedeeltelijk) te onderhouden, zal uw ex-partner een financiële bijdrage aan de gemeente moeten betalen zolang u een uitkering ontvangt. Misschien hebben u en uw ex-partner de afspraak gemaakt dat er geen alimentatie wordt betaald. Dit heet een nihilbeding. De gemeente hoeft hier geen rekening mee te houden en zal de bijstand toch verhalen op uw ex-partner. Alleen als sprake was van een huwelijk of geregistreerd partnerschap kan de gemeente verhalen. Een samenlevingscontract is geen reden om op een ex-partner te verhalen. Ouders zijn verplicht hun kinderen tot 21 jaar te onderhouden. Dat wil zeggen de kosten van levensonderhoud voor hun kinderen te betalen. Als een jongere naast een bijstandsuitkering ook aanvullende bijzondere bijstand voor levensonderhoud ontvangt, zal de gemeente de bijzondere bijstand op de ouders te verhalen. Als u een schenking heeft gedaan aan iemand en vervolgens bijstand heeft aangevraagd, kan de gemeente, bij de persoon die de schenking van u heeft ontvangen, uw bijstandsuitkering verhalen. Als iemand met een bijstandsuitkering komt te overlijden en hij of zij was nog geld schuldig dan kan de gemeente het bedrag van de schuld verhalen op de nalatenschap.
23
Hoofdstuk 8
Inkomensregelingen Langdurigheidstoeslag Als u drie jaar of langer van een uitkering leeft, komt u misschien in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag. Deze toeslag is voor mensen die al langere tijd van een laag inkomen moeten leven en die geen vooruitzicht hebben om hun inkomen door werk te verhogen. Onder laag inkomen wordt niet verstaan inkomen hoger dan 110% van de op de desbetreffende alleenstaande, alleenstaande ouder met zijn ten laste komende kinderen of gezin van toepassing zijnde bijstandsnorm.
U moet dan aan de volgende voorwaarden voldoen. U bent tussen de 23 en de 65 jaar oud U heeft drie jaar of langer een inkomen op bijstandsniveau. U heeft alles gedaan om een baan te vinden. Over niet meer vermogen beschikt dan u op grond van uw uitkering in uw situatie mag hebben. U volgde op 1 januari geen van de hierna genoemde opleidingen: voortgezet onderwijs, volwassen onderwijs, middelbare of hogere beroepsopleiding of een studie aan de universiteit De langdurigheidstoeslag wordt 1 x per jaar toegekend, u zult dus elk jaar een nieuwe aanvraag moeten indienen. Vanaf 1 januari 2009 kunt u aanspraak maken op deze regeling. De hoogte van de toeslag kunt u lezen in de bijlage.
Bijzondere bijstand Als u door bijzondere omstandigheden kosten hebt die u zelf niet kunt betalen, dan kunt u om bijzondere bijstand vragen. Deze kosten moeten wel: bijzonder zijn. Dat wil zeggen dat het kosten zijn die u normaal gesproken niet maakt, maar die u nu door omstandigheden moet maken. noodzakelijk zijn. Het zijn kosten die u móet maken. De noodzaak van de kosten wordt bepaald door de gemeente of een arts, het is dus belangrijk dat u altijd contact opneemt met uw contactpersoon alvorens u de kosten maakt. nergens anders vergoed worden. Als de kosten kunnen worden vergoed uit de ziektekostenverzekering of een andere verzekering, dan kunt u voor deze kosten geen bijzondere bijstand krijgen. Voor het gedeelte dat de verzekering niet vergoedt kunt u wel bijzondere bijstand aanvragen. Voor uitgaven die iedereen doet, zoals voor eten, kleding en huur kunt u in principe geen bijzondere bijstand aanvragen. Voorbeelden van kosten waarvoor u bijzondere bijstand kunt ontvangen zijn: een bril, een kunstgebit, bepaalde reiskosten, een eigen bijdrage voor thuiszorg of een eigen bijdrage rechtsbijstand. Bijzondere bijstand kan maximaal 1 jaar met terugwerkende kracht worden aangevraagd. Bij toekenning van de bijzondere bijstand gaan wij ervan uit dat u IZA Cura verzekerd bent. Wij stemmen de bijzondere bijstand af op het gemeentepakket (zie pagina 20 voor meer informatie over het gemeentepakket). Als het gemeentelijk beleid wijzigt, zullen wij u dit ruim op tijd laten weten.
24
Extraatje De gemeente Stein heeft besloten in het kader van het Armoedebeleidsplan haar inwoners een extraatje toe te kennen. Iedere inwoner van 18 tot 65 jaar, met een inkomen van minder dan 110% van de geldende bijstandsnorm, komt voor deze bijdrage in aanmerking. Hoeveel? Deze bijzondere bijstand bedraagt maximaal € 100,00 per gezinslid, waarvoor u nu bijstand ontvangt en wordt eenmaal per kalenderjaar toegekend. Aangezien u op dit moment een bijstandsuitkering ontvangt, voldoet u aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor deze bijdrage. Waarvoor? De bijdrage is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van sociaal-culturele activiteiten. U kunt uitsluitend voor onderstaande kosten bij de gemeente een declaratie indienen; - jaarcontributie sport-, jeugd- en jongerenvereniging - kindervakantiewerk, scouting - seizoensabonnement, meer-badenkaart, leskaart zwembad/Steinerbos - eigen bijdrage muziekschool - cursusgeld educatieve instelling (volksuniversiteit, creatief centrum, geen scholen schriftelijke cursussen, ook geen basiseducatie) - abonnement openbare bibliotheek - abonnement dagblad - schouwburgbezoek - museumkaart, cultureel jongerenpaspoort - jaarcontributie voor verenigingen van amateuristische kunstbeoefening zoals zangkoor, fanfare harmonie e.d. - jaarkaart Limburgse clubs voor betaald voetbal - Voor schoolgaande kinderen tot 18 jaar ook de kosten van ouderbijdrage, schoolreisje, excursies, bezoek attractiepark, schoolmaterialen en boeken.
25
en
Wat moet u doen? Indien u in aanmerking wenst te komen voor dit extraatje, kunt u het bijgevoegd aanvraagformulier invullen, ondertekenen en retourneren aan de afdeling Werk en Inkomen. Als u dit jaar al kosten heeft gemaakt die declarabel zijn, kunt u de bewijsstukken hiervan meteen bijvoegen. U zult dan zo spoedig mogelijk uw bijdrage uitbetaald krijgen. Voor het retourneren van het formulier en eventuele bewijsstukken, kunt u de bijgevoegde retourenvelop gebruiken. Vragen? Heeft u nog vragen hierover, dan kunt op maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 10:00 uur bellen met de afdeling Werk & inkomen op telefoonnummer 046-4359393. Categoriale bijzondere bijstand voor ouderen en chronisch ziek gehandicapten Het ministerie heeft het mogelijk gemaakt om categoriale bijzondere bijstand te gaan toekennen voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen, in de leeftijd van 18 tot 65 jaar. Aangezien het zeer moeilijk is om deze groep te definiëren hebben we besloten in individuele gevallen wat ruimhartiger met de bijzondere bijstand om te gaan en wat extra mogelijkheden aan jullie te geven om kosten te vergoeden. In het geval iemand bijzondere bijstand voor thuiszorg, maaltijdvoorziening of dieetkosten heeft in verband met ziekte of handicap kan gevraagd worden of deze ook nog andere kosten maakt die hij niet kan aantonen, zoals een attentie voor de mantelzorger of extra porto- en telefoonkosten omdat ze minder mobiel zijn. Tot slot kan aan inwoners van stein met een WMO voorziening een volledige WIA / WAO of Wajong uitkering een vergoeding verstrekt worden. Voorwaarde voor het verkrijgen van deze vergoeding is dat het inkomen niet meer mag bedragen dan 110% van de voor hem of haar geldende bijstandsnorm. Een tweede voorwaarde is dat het vermogen niet meer bedragen dan de gestelde vermogensnormen genoemd in art. 34 WWB. Als dat zo is dan kan hiervoor op jaarbasis € 50,toegekend worden zonder dat hiervoor bonnetjes nodig zijn. Dit kan dan meteen met de aanvraag bijzondere bijstand worden afgerapporteerd. Hoeveel? De bijdrage bedraagt € 50,- per persoon. U hoeft niet aan te tonen dat u kosten heeft. Voorwaarden U hebt een inkomen dat lager is dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm; U hebt minder vermogen dan de toepasselijke vermogensgrens: € 5.555,00 voor alleenstaanden en € 11.110,00 voor alleenstaande ouders en gehuwden.
Collectieve Ziektekostenverzekering U vindt uw gezondheid waardevol? Dan is het belangrijk dat u goed verzekerd bent. Ook als u een laag inkomen heeft. Daarom heeft uw gemeente samen met IZA Cura een uitgebreide én betaalbare zorgverzekering voor u samengesteld. Is uw inkomen lager dan 110% van de bijstandsnorm? Dan kunt u deelnemen aan de IZA Cura Zuid Limburg Zorgverzekering. Deze bevat: de basis zorgverzekering, een aanvullend pakket en tandheelkundige zorg.
26
Ook in 2012 krijgt u van uw gemeente een tegemoetkoming in de premie van € 120,- per jaar, uitbetaald in twee termijnen (april en oktober). Wij zullen hiervoor begin 2012 uw inkomensgegevens opvragen of controleren als u van ons een uitkering ontvangt. Wat zijn de belangrijkste voordelen van IZA Cura? - Extra lage premie die ingehouden wordt via automatische incasso. - Een uitgebreid verzekeringspakket met ruime vergoedingen. Ook voor hoge kosten zoals tandarts, brillen en fysiotherapie. - Iedereen kan deelnemen aan IZA Cura. Niemand wordt uitgesloten op basis van medische gronden. - Geen administratieve rompslomp omdat lopende machtigingen van de huidige zorgverzekeraar kunnen worden overgenomen en omdat wij uw huidige verzekering graag voor u opzeggen. - Nota's hoeft u niet zelf voor te schieten. Gratis Parkstadpas! Meld u zich aan voor deze voordelige zorgverzekering, dan moet u vóór 21 december 2012 het aanmeldformulier van IZA Cura Zuid Limburg invullen, ondertekenen en opsturen in bijgevoegde antwoordenvelop. U ontvangt dan een gratis Parkstadpas. De pas geeft recht op tal van voordelen en extra‟s. Zoals korting op kaartjes voor Roda JC, twee theaterkaartjes voor de prijs van één, korting bij de Harense Smid Heerlen of voordelig een dagje uit. Kijk voor nog meer informatie én nog meer kortingen op www.parkstadpas.nl. Heeft u vragen of hulp nodig? Met een vraag over IZA Cura en de vergoedingen belt u IZA Cura op 0800-345 67 77 (gratis). U kunt natuurlijk ook www.izacura.nl bezoeken. Met vragen over de tegemoetkoming in de premie e.d. kunt u contact opnemen met de afdeling Werk en Inkomen, telefoon 046-4359393 (bereikbaar op maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 13.00 uur en op woensdag tot 17.00 uur) of kijk op www.gemeentestein.nl voor een antwoord op de meest gestelde vragen. Kijk ook in de meegestuurde folder voor meer informatie en alle voordelen. IZA Cura ontvangt u graag als nieuwe verzekerde!
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Onder de Wmo valt onder andere het verstrekken van voorzieningen zoals rolstoelen, vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen en hulp bij het huishouden. Alle „zwaardere‟ zorg, zoals persoonlijke verzorging of verblijf in een verzorgingshuis lopen via de AWBZ Daarin verandert dus niets.
Eigen bijdrage voor een Wmo-voorziening De hoogte van het bedrag dat u zelf moet betalen is afhankelijk van uw inkomen en leeftijd. Hoe hoger uw inkomen, hoe hoger uw eigen bijdrage. Naar uw vermogen (eigen huis, spaargeld) wordt (nog) niet gekeken.
27
Heb ik recht op een Wmo-voorziening? Wie door ziekte, handicap of ouderdom hulp nodig heeft, kan die bij de gemeente aanvragen. De medewerkers van de gemeente bekijken of u hulp of een voorziening nodig heeft en wat in uw situatie gepast is. Wanneer de situatie complex is wordt meestal advies gevraagd aan een deskundige, meestal een medisch adviseur. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met een klantmanager WMO.
Wet Kinderopvang De Wet kinderopvang bestaat vanaf 1 januari 2005. Uitgangspunt is dat kinderopvang een zaak is van ouders, werkgevers én overheid. Al deze partijen dragen daarom bij in de kosten. Specifieke doelgroepen kunnen aanspraak maken op een tegemoetkoming van de gemeente of het UWV. Aanvragen? U kunt de bovenstaande voorzieningen aanvragen bij het Zorgloket van de gemeente Stein. De Afdeling Werk & Inkomen bekijkt dan of u de vergoeding/bijstand ook daadwerkelijk krijgt. De medewerkers van het Zorgloket informeren u uitgebreid over de hoogte van de vergoeding, de voorwaarden en de procedure. Een aanvraagformulier vindt u bij de bijlagen. Na ontvangst van uw aanvraag onderzoeken de medewerkers van het zorgloket of u daadwerkelijk recht hebt op de voorziening. U ontvangt binnen 8 weken een besluit op uw aanvraag.
Stimulering Peuterspeelzaalbezoek Deze regeling is met ingang van 1 oktober 2009 in werking getreden. Tegemoetkoming in de ouderbijdrage peuterspeelzalen Bij deze kostensoort gaat het om de ouderbijdrage peuterspeelzalen die u betaalt voor kinderen van 2 of 3 jaar die de peuterspeelzaal bezoeken. Voorwaarden: -
indien uw gezinsinkomen niet meer bedraagt dan 110% van de voor u geldende bijstandsnorm, en als u één of meerdere inwonende kinderen heeft die een van de Steinse peuterspeelzalen bezoeken: Peuterspeelzaal 't Keitje (Stein) Peuterspeelzaal 't Speelheukske (Meers) Peuterspeelzaal De Paddestoel (Elsloo) Peuterspeelzaal De Rakkertjes (Stein) Peuterspeelzaal Hummelhonk (Stein) Peuterspeelzaal Kerenshofke (Stein) Peuterspeelzaal Peuterland (locatie Berg aan de Maas) Peuterspeelzaal Peuterland (locatie Urmond) Peuterspeelzaal Pinkeltje (Elsloo)
28
Hoogte van de tegemoetkoming De forfaitaire tegemoetkoming bedraagt op jaarbasis: - € 134,- bij het bezoeken van de peuterspeelzaal 1 dagdeel per week per kind van 2 of 3 jaar; - € 134,- bij het bezoeken van 1 extra dagdeel per kind van 2 of 3 jaar; - extra dagdelen voor 2 en 3 jarigen komen voor rekening van de klant, tenzij het kind van 3 jaar e e deelneemt aan het Moelejaanproject en daarmee kosteloos een 3 en 4 dagdeel krijgt aangeboden. Het aanvragen van de tegemoetkoming Heeft men één of meerdere kinderen in de leeftijd van 2 of 3 jaar, die een peuterspeelzaal bezoekt, dan kan men contact opnemen met W&I voor het maken van een afspraak voor de intake. Op de intake wordt het inkomen getoetst en dient een inschrijvingsbewijs overlegd te worden als bewijs van de daadwerkelijke startdatum en deelname. De bijdrage wordt aan de klant overgemaakt. De bijdrage wordt aangepast naar rato van het aantal maanden dat het kind deelneemt en ieder kalenderjaar opnieuw toegekend. Vragen? Heeft u nog vragen hierover, dan kunt op maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 10:00 uur bellen met de afdeling Werk & inkomen op telefoonnummer 046-4359393.
Maatschappelijke participatie 65 + Als u van een uitkering leeft, komt u misschien in aanmerking voor een vergoeding op grond van de Maatschappelijke participatie 65 +. U moet dan aan de volgende voorwaarden voldoen. U bent ouder dan 65 jaar U heeft een inkomen niet hoger dan 110% van de voor u geldende bijstandsnorm. Over niet meer vermogen beschikt dan u op grond van uw uitkering in uw situatie mag hebben. De vergoeding Maatschappelijke participatie 65 + wordt 1 x per jaar toegekend, u zult dus elk jaar een nieuwe aanvraag moeten indienen. De vergoeding voor maatschappelijke participatie 65 + is gelijk aan het bedrag van de langdurigheidtoeslag. Vragen? Heeft u nog vragen hierover, dan kunt op maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 10:00 uur bellen met de afdeling Werk & inkomen op telefoonnummer 046-4359393.
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Heeft u een laag inkomen en bent u daardoor niet in staat om de gemeentelijke belastingen te betalen, dan kunt in aanmerking komen voor de kwijtschelding. Of u voor kwijtschelding in aanmerking komt, hangt af van uw financiële situatie. Ook de financiële positie van uw medebewoners kan een rol spelen.
29
Bij de toets van uw aanvraag om kwijtschelding worden wettelijke normbedragen gebruikt. Niet alle belastingen vallen onder de kwijtscheldingsregeling. De onroerende zaakbelasting, de rioolrechten en de afvalstoffenheffing (vast recht) wel, maar bijvoorbeeld de hondenbelasting niet. Nadat u de belastingaanslag heeft ontvangen kunt u een kwijtscheldingsformulier aanvragen bij uw gemeente. Kwijtschelding vraagt u aan door middel van een aanvraagformulier. Indien u het verzoek om kwijtschelding niet tijdig heeft ingediend (indienen binnen zes weken na dagtekening van het aanslagbiljet) dan vervalt het recht op kwijtschelding. Van alles wat u invult op het aanvraagformulier, moet u bewijsstukken bijvoegen. Het gaat dan onder andere om de volgende bewijsstukken: De hoogte van uw inkomen Het saldo van uw lopende rekening Het saldo van uw spaarrekening De hoogte van uw aanvullende ziekenfondspremie De beschikkingen van de eventuele huur- en zorgtoeslag Uw leningen Uw woonkosten Uw auto Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mevrouw P. Schepers van de afdeling Werk en Inkomen. Zij is te bereiken op maandag, dinsdag en woensdag van 09.00 tot 10.00 op het telefoonnummer 046 - 4359393.
30
Hoofdstuk 9
Bijlagen Vermogensvrijlating
Wat is het maximale vermogen dat u mag bezitten als u een bijstandsuitkering ontvangt en/of aanvraagt vermogensgrens alleenstaande € 5.555,00 vermogensgrens alleenstaande ouder € 11.110,00 vermogensgrens gehuwden tezamen € 11.110,00 Vermogensvrijlatingen per 1 januari 2012. De bedragen worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari.
Hoogte langdurigheidtoeslag Hoogte van de langdurigheidstoeslag per 1 januari 2012: alleenstaande € 349,00 alleenstaande ouder € 446,00 gehuwden € 498,00
Inleverdatums wijzigingsformulieren Onderstaand treft u een overzicht aan van de inleverdata 2012 met betrekking tot de wijzigingsformulieren, periode en het betaalschema van uw uitkering. Inleverdatum
Periode
Betaaldatum
2 januari 2012
december 2011
15 januari 2012
1 februari 2012
januari 2012
15 februari 2012
1 maart 2012
februari 2012
15 maart 2012
2 april 2012
maart 2012
15 april 2012
1 mei 2012
april 2012
15 mei 2012
1 juni 2012
mei 2012
15 juni 2012
2 juli 2012
juni 2012
15 juli 2012
1 augustus 2012
juli 2012
15 augustus 2012
3 september 2012
augustus 2012
15 september 2012
1 oktober 2012
september 2012
15 oktober 2012
1 november 2012
oktober 2012
15 november 2012
3 december 2012
november 2012
15 december 2012
2 januari 2013
december 2012
15 januari 2013
31
Toelichting wijzigingsformulier Stuurt u het wijzigingsformulier ingevuld en ondertekend op, als iets is gewijzigd in één van de zaken die bij de vragen staan genoemd. Ook als er binnenkort iets gaat wijzigen moet u het formulier opsturen. U moet het formulier opsturen uiterlijk 1 week nadat de wijziging zich heeft voorgedaan. Wanneer u met vakantie wilt, dan moet u dat ten minste twee weken van te voren melden. U heeft een aantal wijzigingsformulieren ontvangen. Wanneer u geen wijzigingsformulieren meer heeft neem dan contact met ons op. Sociale Zaken controleert elk opgestuurd wijzigingsformulier op tijdige inlevering. Stuurt u het wijzigingsformulier niet op tijd in, dan kan Werk & Inkomen besluiten uw uitkering tijdelijk te verlagen. Als zich een wijziging heeft voorgedaan of zich binnenkort gaat voordoen in één van de situaties, die in het formulier worden genoemd, kruist u het vakje erachter aan en beantwoordt u de vraag. Vermeldt u altijd duidelijk de datum van wijziging. Als u niet weet hoe u dit formulier in moet vullen, als u vragen heeft of nadere informatie wilt over een bepaald onderwerp, neemt u dan telefonisch contact op met Werk & Inkomen. U heeft inkomsten. Wat moet u inleveren? U ontvangt wisselende inkomsten: U dient maandelijks een wijzigingsformulier met een specificatie van uw inkomsten in te leveren. De inleverdatum staat op het bijgevoegde overzicht “inleverdata”. U ontvangt vaste inkomsten per maand uit arbeid: U kunt volstaan met het inleveren van een salarisspecificatie. De inleverdatum staat op het bijgevoegde overzicht “inleverdata”. U ontvangt vaste inkomsten zoals WAO, AOW, alimentatie of buitenlands pensioen: Uw indieningplicht van het wijzigingsformulier wordt gekoppeld aan momenten waarvan bekend is dat wijzigingen optreden (bijvoorbeeld: WAO: 3x per jaar, AOW: januari en juli, alimentatie 1x per jaar). Afwijkingen op individuele basis zijn mogelijk.
Toelichting bij de vragen
1. Gezinssamenstelling Partners zijn gehuwde of ongehuwde personen van gelijk of verschillend geslacht, die samen een gemeenschappelijke huishouding voeren. Alle personen kunnen elkaars partner zijn, behalve (pleeg) ouders en kinderen, of Sociale Zaken u als partners beschouwt, hangt uiteraard van de werkelijke woonsituatie af. Er is sprake van verzorgingsbehoefte als de verzorgingsbehoeftige persoon zonder uw aanwezigheid niet in staat zou zijn tot zelfstandig wonen en in een verpleeghuis of ander verzorgingshuis zou moe-ten worden opgenomen. Met een kamerhuurder wordt een persoon bedoeld die van u een kamer huurt.
32
2. Ander adres Er is sprake van een verhuizing als iemand op een ander adres zijn hoofdverblijf krijgt. Het is belangrijk dat u altijd zo snel mogelijk een adreswijziging doorgeeft. In geval van verhuizing van uzelf naar een huurwoning of kamer dient u een kopie van het huurcontract van de nieuwe woning of kamer mee te sturen naar Sociale Zaken; bij verhuizing naar een koopwoning moet u een kopie van het koopcontract overleggen. Met 'anderen' wordt bijvoorbeeld een inwonende broer of grootmoeder bedoeld. Het doorgeven van een (nieuw) telefoonnummer is niet verplicht, maar is voor Sociale Zaken wel handig om u snel te bereiken voor vragen, informatie of het maken van een afspraak. 3. Werk Als u werk aanvaardt in loondienst of gaat werken als zelfstandige dient u de netto inkomsten te vermelden die u ontvangt. Als de inkomsten nog niet bekend zijn, dient u een schatting te maken van de netto inkomsten die u denkt te zullen ontvangen; op basis van deze schatting zullen de inkomsten voorlopig worden verrekend met uw uitkering. Later vindt de definitieve afrekening plaats. Zo spoedig mogelijk nadat u een specificatie van de inkomsten uit werk hebt ontvangen, dient u hiervan een kopie te sturen naar Sociale Zaken. Heeft u maandelijkse wisselende inkomsten dan moet u het wijzigingsformulier elke maand inleveren. U moet bij vraag 3 uw inkomsten opgeven (inclusief overzicht uren) en een specificatie van die inkomsten bijvoegen. Het wijzigingsformulier dient u volgens het inleverschema in te leveren. Van deeltijdwerk is sprake als u per week minder werkt dan 36 uur; het hangt van de hoogte van uw inkomsten af of de uitkering kan doorlopen. Als u voltijdswerk aanvaardt, zal Sociale Zaken zo spoedig mogelijk uw uitkering blokkeren. Sociale Zaken wil graag zo spoedig mogelijk van u een kopie van het arbeidscontract. U moet ook eventuele inkomsten van uw kinderen invullen. Die kunnen namelijk indirect van invloed zijn op de hoogte van uw uitkering. Dat is overigens alleen zo als de inkomsten van uw kind per maand gelijk zijn of meer bedragen dan de voor een persoon van 21 jaar en ouder geldende bijstandsnorm. De inkomsten van kinderen kunnen leiden tot een wijziging in de toeslag/verlaging. Inkomsten van kinderen worden nooit in zijn geheel verrekend met uw uitkering. Ook als u een vergoeding voor vrijwilligerswerk ontvangt, dient u dat te melden. Meestal is er sprake van een vergoeding van onkosten, die voor de uitkering buiten beschouwing kan blijven. 4. Bezit Bezit is vermogen, dat u hebt in de vorm van contant geld, geld op giro- en bankrekeningen en in de vorm van roerende en onroerende goederen, zoals een auto, boot, caravan en een huis. Ook als u, uw partner of een inwonend kind een prijs wint in de loterij beschouwt Sociale Zaken dat als schenking. Schenkt iemand u, uw partner of een inwonend kind een 'goed', zoals een auto, dan dient u dat ook te melden. 5. Ander inkomen Deze rubriek dient u aan te kruisen als u bijvoorbeeld een Voorlopige Teruggaaf van de Belastingdienst ontvangt omdat u recht hebt op uitbetaling van een aantal heffingskortingen. U dient bovendien een kopie van de beschikking van de Belastingdienst naar Sociale Zaken te sturen. Ontvangt u alleen de kinderkorting en de aanvullende kinderkorting, dan hoeft u die niet te melden. Voor de overige verplichtingen zie de toelichting op rubriek 3 (werk). Bij deze vraag vermeldt u ook een uitkering die u eventueel ontvangt in verband met werk dat u of uw partner hebben verricht. Voorbeelden: een WW- of een WAO-uitkering.
33
6. Overige wijzigingen Een studie kan consequenties hebben voor het recht op uitkering. Bovendien kan deze van invloed zijn op de kansen van u of uw partner op werk. Een cursus die u volgt voor ontspanning, zoals een cursus pottenbakken, hoeft u niet te vermelden. Ontvangt u, uw partner of uw kind studiefinanciering, stuurt u Sociale Zaken daarvan dan een specificatie, zodra u die hebt ontvangen. Heeft u of uw partner een andere bank- of girorekening gekregen, stuurt u dan een kopie van de bank- of giropas naar Sociale Zaken Bent u, of is uw partner of uw hele gezin overgestapt naar een ander ziekenfonds, stuurt u dan een kopie van het verzekerings-/ inschrijvingsbewijs naar Sociale Zaken. U mag maximaal vier weken met vakantie in het buitenland per kalenderjaar. Tijdens die vier weken wordt uw uitkering doorbetaald. Indien u geen arbeidsverplichting heeft mag u langer dan vier weken met vakantie. Overleg dit altijd met Sociale zaken. Bent u niet op tijd terug van vakantie, dan kan dat gevolgen hebben voor uw uitkering. 7. Ondertekening Als u een partner hebt, moet die het formulier óók ondertekenen
Bewaart u het wijzigingsformulier en deze toelichting in uw infomap!
34