WELSTANDSNOTA MIDDEN-DRENTHE
2004
W E L S T A N D S N O T A GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE
ASSEN/BEILEN 8 juni 2004
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
1
INHOUDSOPGAVE 1 VOORWOORD 2 ARTIKEL A: BELEIDSREGELS 3 INLEIDING 3.1 Algemeen 3.2 Welstandsbeleid biedt duidelijkheid vooraf 3.3 Welstandsbeleid: een gemeentelijke verantwoordelijkheid 3.4 De systematiek van het welstandsbeleid 3.5 Leeswijzer 4 WELSTANDSZORG IN DE GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE 4.1 Algemeen 4.2 Termijn van advisering 4.3 Vooroverleg 4.4 Openbaar vergaderen 4.5 Procedure 4.6 Mandaat 4.7 Het welstandsadvies 4.8 Uitvoering door Burgemeester en Wethouders 4.9 Excessenregeling 5 RUIMTELIJK ONTWIKKELING 6 WELSTANDSCRITERIA 6.1 Algemeen 6.2 Algemene welstandscriteria 6.2.1 Aandachtspunten voor redelijke eisen van welstand 6.2.2 Belangrijke aspecten bij de welstandsbeoordeling 6.3 Welstandsregimes 6.4 De welstandsgebieden 7 SNELTOETSCRITERIA VOOR VEEL VOORKOMENDE KLEINE BOUWPLANNEN 8 ARTIKEL B: OVERGANGSBEPALINGEN BIJLAGE I Begrippenkader BIJLAGE II Monumentenlijst BIJLAGE III Rietdakenlijst BIJLAGE IV Welstandskaart
4 5 6
9
15 18
72 110
Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Gebied Gebied Gebied Gebied Gebied
21 22 23 24 25
Esdorpen Verdichte dorpsbebouwing Niet-planmatige uitbreidingen Planmatig gerealiseerde uitbreidingen Zelfstandige volumes in het groen Dertiger jaren uitbreidingen Bedrijventerrein Recreatieterrein Historische verbindingslinten Verspreide bebouwing in het esdorpenlandschap Groen-, sportgebieden en begraafplaatsen Landgoederen Verstedenlijkt dorpscentrum - Beilen Veenontginningsgebied Smilde Verdicht lint in Smilde Veenontginnings gebied NieuwBalinge-Witteveen Beileroord VAM-terrein Museumdorp Orvelte Uitbreidingsplan Nagtegael - Beilen / Hooimaveld - Westerbork Bijzondere woonbebouwing Sterrenwacht terrein Westerbork Herinneringscentrum Westerbork Speelstad Oranje Beekdal Oude Diep Ontwikkelingsgebieden Beeldkwaliteitsplannen
Gemeente Midden-Drenthe
20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 71
WELSTANDSNOTA
3
HOOFDSTUK 1 - VOORWOORD Op 1 juli 2004 treedt de Gemeentelijke welstandsnota in werking. Het welstandstoezicht wordt letterlijk en figuurlijk in een nieuwe jas gestoken, in de hoop dat het welstandsbeleid helder en beter inzichtelijk maakt wat er gebouwd mag worden. De vroegere schoonheidscommissie, later de welstandscommissie geheten, had bij de burgers de reputatie om vanuit een ivoren toren hun onaantastbare oordeel te geven over de ingediende bouwplannen. Onzekerheid en onduidelijkheid over de motivering van de deskundigen en het afkeuren van bouwplannen hebben veel frustratie en klaagzangen opgeleverd. Op menig verjaardagsvisite kwam het verhaal over “die lui” van welstand ter sprake. Deze tijd ligt nu achter ons. Tegenwoordig worden de plannen in openheid besproken en planindieners krijgen de gelegenheid om hun plannen en tekeningen vooraf toe te lichten. De welstandsnota is vastgesteld door de gemeenteraad. Per gebied zijn de criteria van wat er gebouwd mag worden benoemd. Daarmee is het welstandsbeleid transparanter te maken. Ik spreek de wens uit dat veel burgers via het raadplegen van de welstandsnota via het loket of internet inzicht krijgen wat er in hun situatie aan eisen gesteld worden.
C.J. de Jonge, Wethouder Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
4
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
HOOFDSTUK 2 - ARTIKEL A: BELEIDSREGELS Gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. ……. Gelet op artikel 9.1, tweede lid van de gemeentelijke Bouwverordening, en gelet op artikel 12a, eerste lid van (het voorstel tot wijziging van) de Woningwet, Besluit de raad der gemeente Midden-Drenthe;
Een welstandsnota vast te stellen, inhoudende de beleidsregels betrekking hebbende op welstand die Burgemeester en Wethouders toepassen.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
5
HOOFDSTUK 3 - INLEIDING 3.1 ALGEMEEN Deze nota bevat het welstandsbeleid voor de gemeente Midden-Drenthe. Een welstandsnota is een nieuw verschijnsel dat voortkomt uit de wijziging van de Woningwet. Na inwerkingtreding van deze wet zijn de gemeentelijke welstandscriteria niet meer vastgelegd in de Bouwverordening. Naast het opstellen van een welstandsnota zal dus ook de gemeentelijke Bouwverordening dienen te worden aangepast.
Welstand Wat is nu welstand? Het begrip is letterlijk het “wel staan” van bouwwerken in hun omgeving. Vanaf 1962 werd het gemeenten verplicht om een welstandscommissie in het leven te roepen. Volgens artikel 12 van de Woningwet is de welstandsbeoordeling gericht op het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk. Het bouwwerk wordt niet alleen beoordeeld op de kenmerken van het object, maar ook in relatie tot de omgeving. Dit wordt gedaan vanuit de overtuiging dat de bebouwing passend moet zijn in haar omgeving en voor een belangrijk deel het beeld van de publieke ruimte bepaalt. Iedere bouwaanvraag in Nederland wordt dus getoetst op “redelijke eisen van welstand” door de plaatselijke Welstandscommissie.
6
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Waarom een welstandsnota? De betekenis van het begrip welstand was tot nu toe niet eenduidig; de indruk werd soms gewekt dat de Welstandscommissie per bouwaanvraag inhoud aan het begrip zou geven. Andere punten van kritiek hadden betrekking op de “willekeur” bij de beoordeling van plannen en het feit dat de vergaderingen niet openbaar waren. Naar aanleiding van deze constateringen werd gepleit voor meer maatschappelijk draagvlak en meer politieke betrokkenheid bij het welstandstoezicht. Ook waren de rechtszekerheid en een meer transparante manier van het toezicht op welstand gewenst. De wensen hebben er toe geleid dat welstandseisen in het vervolg slechts nog mogen worden gesteld op basis van een document dat juridisch, procedureel en inhoudelijk voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de gewijzigde Woningwet. Dit document is het nieuwe fenomeen “Welstandsnota”. Gemeente Midden-Drenthe De gemeente Midden-Drenthe heeft met de wijziging van de Woningwet besloten tot het laten vervaardigen van een welstandsnota. De “welstandsnota” zal op een heldere en klantvriendelijke manier de welstandseisen duidelijk maken voor zowel aanvragers van een bouwvergunning, de architect/aannemer, de aanwonenden als de Welstandscommissie. Het is voor alle partijen vooraf duidelijk aan welke criteria een bouwwerk zal moeten voldoen. Bouwplannen die niet voldoen aan de redelijke eisen van welstand zullen zo geweerd worden.
Het doel van de welstandsnota is een bijdrage te leveren aan het behouden en, daar waar nodig, het versterken van de schoonheid en aantrekkelijkheid van de gemeente Midden-Drenthe. In de uitvoering van welstand, geeft de gemeente invulling aan zijn visie op de kwaliteit wonen, werken en leven. Deze gemeentelijke visie op woon-, werken leefklimaat uit zich in de wijze van inpassing, in bouwwijze en situering in de omgeving. Hierbij zal aandacht gegeven worden aan cultuurhistorische achtergronden en tevens pro-actief gekeken worden naar de gemeente en het toekomstperspectief. Dit betekend dat er ruimte is voor innovatie ter ondersteuning van de kwaliteit van de inrichting. De nota maakt deel uit van het integrale ruimtelijke kwaliteitsbeleid en zal daarom worden afgestemd op de bestemmingsplannen. 3.2 WELSTANDSBELEID BIEDT DUIDELIJKHEID VOORAF Deze nota is niet alleen gemaakt om de regels van het gemeentelijke welstandsbeleid vast te leggen, maar ook om het beleid toe te lichten. De inhoud van deze nota is dan ook niet alleen voor de gemeenteraad, het College van Burgemeester en Wethouders en de Welstandscommissie, maar vooral ook voor allen die belang hebben bij de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Deze welstandsnota wil duidelijk maken welke criteria er bij het beoordelen van de bouwplannen door de Welstandscommissie gelden. De Woningwet 2003 noemt een gemeentelijke welstandsnota als een voorwaarde om bouwplannen op redelijke eisen van welstand te laten
toetsen. De nota biedt het inhoudelijk kader voor het overleg met de betrokkenen en de uiteindelijke advisering. De bepalingen in de nota moeten zorgen voor efficiënte en transparante procedures. Welstand zal in de advisering de ‘redelijke eisen van welstand’ duiden, door aan te geven op welke wijze in de keten een samenwerking heeft geleid tot een geïntegreerd oordeel. Mede door de voortdurende veranderingen in de gebouwde omgeving is een welstandsnota een dynamisch stuk. De wettelijk voorgeschreven jaarlijkse verslaglegging van de Welstandscommissie kan aanleiding zijn tot wijzigingen in de nota. Het is aan te bevelen om voor alle bouwactiviteiten de welstandsnota te raadplegen. Dankzij de verruiming van de categorie vergunningsvrije bouwactiviteiten kunnen er zaken worden gerealiseerd die in strijd zijn met de criteria van deze nota. In dergelijke gevallen kan het gemeentebestuur gebruikmaken van de zogeheten excessenregeling . Het goed lezen van de bepalingen in deze nota kan dan ook veel tijd en geld besparen.
3.3
WELSTANDSBELEID: EEN GEMEENTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID Een bouwwerk is zelden een zaak van een individuele burger alleen. Een aantrekkelijke gebouwde omgeving is een publiek belang en dus tevens een van de belangen die de gemeente behartigt. Deze nota beschrijft de ruimtelijke, architectonische en cultuurhistorische kwaliteiten die de gemeente aan de verschillende gebieden toekent of die in de toekomst in een bepaald gebied worden gewenst. Vanuit deze kwaliteiten zijn criteria ontwikkeld aan de hand waarvan kan worden getoetst of bouwplannen die kwaliteiten niet belemmeren. De gemeentelijke visie op wonen, werken en leven ligt hieraan ten grondslag. Het inventariseren van kwaliteiten en het formuleren van richtlijnen vragen uiteraard de nodige vakkennis. De discussie over de bevindingen van deze deskundigen zal zich echter in alle openheid en openbaarheid dienen te voltrekken zodat het maatschappelijk draagvlak voor de criteria breed genoeg is. De doelstelling van het welstandsbeleid is het veiligstellen van een basiskwaliteit van de gebouwde omgeving. Daar waar dit gewenst en mogelijk is, zal een verbetering van de kwaliteit van de gebouwde omgeving het doel zijn. De gemeente moet dan ook over een adviesorgaan kunnen beschikken dat ook in dit soort gevallen met een goed gemotiveerd advies het publieke belang kan dienen. Het woord beoordelingscriteria zou de indruk kunnen
wekken dat de architectonische kwaliteit van een bouwplan en zijn invloed op de ruimtelijke kwaliteit nauwkeurig kan worden gemeten. Zoiets is uiteraard niet het geval, maar de criteria geven de beoordelende commissie wel een instrument in handen om over bouwplannen te kunnen adviseren in termen van ‘redelijke eisen van welstand’. Het gemeentelijke welstandsbeleid in deze nota heeft daarom een belangrijke communicatiefunctie. De gemeenteraad laat alle belanghebbenden zo concreet mogelijk zien wat in een bepaalde situatie onder deze ‘redelijke eisen’ wordt verstaan. 3.4 DE SYSTEMATIEK VAN HET WELSTANDSBELEID Bij het opstellen van de welstandscriteria kan in grote lijnen een driedeling worden aangebracht aan de hand van de aard en omvang van de ingrepen: Kleine, veel voorkomende veranderingen en aanpassingen - hoofddoel: De verandering mag niet storend zijn. - criteria: Het beoordelingskader moet vooral objectgericht en concreet zijn, eventueel gekoppeld aan het gebied waar het object staat. Zie sneltoetscriteria Kleine en middelgrote projecten - hoofddoel: Er moet sprake zijn van een samenhang met de omgeving, maar een zelfstandige ontwerpstijl mag niet worden uitgesloten. - criteria: Het beoordelingskader moet vooral gebiedsgericht zijn. Zie gebiedsgerichte criteria
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
7
Grotere projecten - hoofddoel: De stedenbouwkundige kwaliteitsdoelstellingen moeten worden vertaald in toetsingskaders voor de welstandsadvisering. - criteria: Het beoordelingskader wordt opgesteld als onderdeel van de stedenbouwkundige planvoorbereiding. In dit beoordelingskader staan samenhangende criteria rond de stedenbouwkundige en architectonische inpassing van een bouwwerk in een bepaald gebied. Hiervoor dient een beeldkwaliteitsplan te worden vervaardigd.
3.5 LEESWIJZER Hoofdstuk 4 behandelt de beleidsmatige en procedurele zijde van de welstandszorg. Hoofdstuk 5 begint met een beschrijving van de ruimtelijke ontwikkeling. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de criteria die Burgemeester en Wethouders en de Welstandscommissie hanteren bij hun beoordeling. A. Allereerst komen de algemene welstandscriteria aan bod die bij elke welstandsbeoordeling gelden. Ze zijn te beschouwen als een checklist van onderdelen waarop een bouwwerk wordt beoordeeld. B.
Daarna volgen verderop in het hoofdstuk de gebiedsgerichte welstandscriteria die worden gehanteerdom te beoordelen hoe het bouwwerk zich in zijn omgeving voegt. In de gemeente is namelijk een aantal gebieden onderscheiden met eigen specifieke welstandscriteria.
In hoofdstuk 7 komen de sneltoetscriteria aan bod. Dit zijn welstandscriteria die bij veel voorkomende kleine bouwplannen gelden. Het gaat dan om aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen, dakkapellen, kozijnwijzigingen, erfscheidingen en reclames. Bouwplannen die niet aan deze criteria voldoen, kunnen aan de Welstandscommissie worden voorgelegd.
8
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
De volgende Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV
bijlagen zijn bijgevoegd: Begrippenkader Monumentenlijst Rietdakenlijst Welstandskaart
HOOFDSTUK 4 - WELSTANDSZORG IN DE GEMEENTE ‘MIDDEN-DRENTHE’ 4.1 ALGEMEEN De Welstandscommissie is een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie die aan Burgemeester en Wethouders advies uitbrengt inzake de welstand conform de Woningwet 2003. De Welstandscommissie adviseert op basis van de Woningwet 2003 en de Monumentencommissie adviseert op grond van de Monumentenwet 1988 en de gemeentelijke Monumentenverordening. In het Reglement van orde worden de instelling van de welstandscommissie voor de gemeente Midden-Drenthe, de samenstelling, benoeming en werkwijze van deze commissie vastgelegd. Het Reglement van orde voor de locale welstandscommissie vindt haar juridische basis in de gemeentelijke Bouwverordening en is opgenomen als bijlage 9 achter de toelichting op die verordening.
Artikel 1: Samenstelling van de welstandscommissie en quorum. 1. De welstandscommissie bestaat ten minste uit drie leden, waarvan ten minste twee leden deskundig zijn op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit dan wel cultuurhistorie. Eén van de deskundige leden is de architect-adviseur van de commissie. Voor de leden worden plaatsvervangers aangewezen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen. 2. De welstandscommissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste één deskundig lid aanwezig is. 3. De leden van de commissie zijn onafhankelijk van het gemeentebestuur.
4.
In de welstandscommissie kan een ingezetene van de gemeente anders als bedoeld in het eerste lid zitting hebben. 5. De welstandscommissie wordt bijgestaan door een (ambtelijk) secretaris. Artikel 2: Benoeming en zittingsduur. 1. Een eventuele voorzitter en de overige leden van de welstandscommissie en hun plaatsvervangers worden benoemd en ontslagen door de gemeenteraad op voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders. 2. De leden van de welstandscommissie kunnen ten hoogste voor een termijn van drie jaar worden benoemd. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar. Omwille van de continuïteit van de welstandsadvisering worden leden van de welstandscommissie in beginsel benoemd en herbenoemd in een afwisselend systeem. 3. Het College van Burgemeester en Wethouders bereidt de werving en selectie van zowel de voorzitter als de leden van de welstandscommissie voor, alsmede hun plaatsvervangers, faciliteert het wervings- en selectieproces en doet een voordracht aan de gemeenteraad. Daartoe stelt het college een benoemingsprocedure vast. Indien gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid die artikel 1, lid 4 biedt wordt door het college daartoe eveneens een benoemingsprocedure vastgesteld. 4. Een voorzitter dient te beschikken over bestuurlijke kwaliteiten en indien mogelijk een zekere affiniteit met welstandsadvisering.
6.
De gemeenteraad kan in afwijking van lid 3 van dit artikel de welstandscommissie in voorkomende gevallen in één keer ontslaan en/of leden van de welstandscommissie tussentijds ontslaan, wanneer de commissie, dan wel een commissielid naar zijn oordeel of het oordeel van Burgemeester en Wethouders niet naar behoren functioneert. Ontslagen commissieleden kunnen in dergelijke gevallen geen aanspraak maken op enige schadeloosstelling. Artikel 3: Taakomschrijving. 3.1 Taken van de welstandscommissie De welstandscommissie is belast met zowel wettelijke als niet wettelijk verplichte taken. De wettelijke taken worden uitgevoerd op grond van de Woningwet en de bouwverordening zoals die op dat moment gelden. De welstandscommissie als collectief dient haar taken in onafhankelijkheid uit te voeren. Dat betekent dat er geen bindingen of relaties mogen bestaan op basis waarvan het advies over de welstandsaspecten wordt beïnvloed. De welstandscommissie is gebonden aan het gemeentelijk welstandsbeleid. Van de commissie mag worden verwacht dat zij zich verdiept in de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente en het daaraan verbonden gemeentelijke welstandsbeleid. 3.1.1 Wettelijke taken 1. De welstandscommissie adviseert over de welstandsaspecten van aanvragen voor regulier vergunningplichtige bouwwerken als bedoeld in artikel 44, eerste lid onder d. van de Woningwet. De welstandscommissie baseert haar advies op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria. Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
9
2.
3.
3.1.2
1.
2.
10
Door of namens Burgemeester en Wethouders wordt, zonder advies van de welstandscommissie, beoordeeld of licht-vergunningplichtige bouwwerken niet in strijd zijn met redelijke eisen van welstand. Burgemeester en Wethouders baseren hun standpunt op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria. Indien Burgemeester en Wethouders van mening zijn dat er sprake is van strijd met redelijke eisen van welstand, dan wordt de aanvraag alsnog ter advisering aan de welstandscommissie voorgelegd. In dat geval baseert de welstandscommissie haar advies op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria. Jaarverslag van de welstandscommissie. De welstandscommissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden. De inhoud van dit jaarverslag wordt in artikel 3.5 uitgewerkt. Niet wettelijk verplichte taken De welstandscommissie krijgt opdracht van het College van Burgemeester en Wethouders om naast de wettelijke, ook de volgende niet wettelijk verplichte taken uit te voeren: de advisering over de welstandsaspecten van aanvragen voor reclamevergunningen op basis van de Verordening tot wering van inbreuk op de schoonheid van de dorpen en landelijke gebieden (artikel 7); de advisering over de welstandsaspecten van schetsplannen, alsmede het voeren van door de gemeente noodzakelijk geacht overleg met
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
3.
4.
3.2 1.
2.
3.
betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen; het desgevraagd uitbrengen van adviezen aan het College van Burgemeester en Wethouders over de welstandsaspecten van in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen, beeldkwaliteitsplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidsstukken; het desgevraagd uitbrengen van adviezen over stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente. Taken van de voorzitter De voorzitter is verantwoordelijk voor het functioneren van de welstandscommissie en de kwaliteit van de advisering. De voorzitter let erop dat de welstandscommissie adviseert binnen de relevante wettelijke kaders, alsmede de kaders van het gemeentelijke weIstandsbeleid. De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang van de agenda. In de discussies draagt hij/zij er zorg voor dat alle commissieleden hun mening voldoende naar voren kunnen brengen. Hij/zij geeft na de inhoudelijke discussie over een adviesaanvraag een korte en voor alle aanwezigen heldere samenvatting van het uit te brengen advies, als basis voor de schriftelijke uitwerking door de secretaris. De voorzitter treedt op als gastheer voor de aanwezige aanvragers, architecten en andere belangstellenden.
4.
5.
3.3 1.
2.
3.
4.
De voorzitter treedt namens de commissie naar buiten in het overleg met de gemeente en de pers en speelt als zodanig een belangrijke rol als dagelijks aanspreekpunt. De voorzitter organiseert met de commissie een jaarlijkse, inhoudelijke evaluatie van de werkzaamheden. De resultaten worden door de voorzitter opgenomen in het jaarlijkse verslag van de welstandscommissie aan de gemeenteraad. Taken van de (deskundige) leden van de welstandscommissie De leden geven vanuit hun ervaring en inzicht in het vakgebied een onafhankelijke visie op de adviesaanvragen. Wanneer een lid op enigerlei wijze een zakelijke binding heeft met een bouwplan waarvoor advies wordt gevraagd, treedt hij/zij voor de duur van de behandeling van de aanvraag terug uit de commissie, dan wel laat hij/zij zich voor de betreffende vergadering vervangen. De leden overleggen ter vergadering met aanvragers, architecten en andere ontwerpers. Zij dienen daarbij respect te tonen voor allen die bij de advisering een rol spelen. Dit vraagt naast vakinhoudelijke kennis vaardigheden op het gebied van communicatie. Een van de leden is de architect-adviseur van de commissie. De architect-adviseur redigeert de definitieve teksten van de schriftelijk uit te brengen adviezen aan het College van Burgemeester en Wethouders.
3.4 1.
2.
3.
4.
3.5
Taken van de (ambtelijk) secretaris De secretaris van de welstandscommissie onderhoudt de contacten met de vakgroepen Bijzondere wetten, Ondersteuning en Administratie (BOA) en Bouw- en Woningtoezicht (BWT), neemt de adviesaanvragen voor bouwplannen in, verzamelt relevante informatie en bereidt de behandeling van bouwplannen in de welstandscommissie voor. De secretaris verzorgt (in overleg met de voorzitter) de agendering, de publicatie van de agenda van de bouwaanvragen die aan de orde komen en de administratieve afwikkeling van de commissievergaderingen. Tijdens de commissievergadering introduceert de secretaris de bouwplannen. De secretaris maakt een verslag van de vergaderingen. De secretaris ondersteunt de architect-adviseur bij het redigeren van de definitieve teksten van de schriftelijk uit te brengen adviezen aan het College van Burgemeester en Wethouders. De secretaris neemt deel aan het commissieledenoverleg en het evaluatieoverleg tussen het gemeentebestuur en de welstandscommissie. Jaarlijkse verantwoording De welstandscommissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt: op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota (zie artikel 12a, lid 1 onderdeel a. van de Woningwet); de werkwijze van de welstandscommissie;
-
op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen; de aard van de beoordeelde plannen; de bijzondere projecten. De welstandscommissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder. Artikel 4: Werkwijze. 4.1 Voorbereiding door Bijzondere wetten, Ondersteuning en Administratie en/of Bouw- en Woningtoezicht 1. BOA en/of BWT draagt er zorg voor dat alleen bouwplannen waarvan de planologische aanvaardbaarheid in principe vaststaat, voor advies aan de welstandscommissie worden voorgelegd. Hetzelfde geldt voor schetsplannen/bouwplannen die worden aangeboden voor vooroverleg. 2. BOA en/of BWT controleert of bouwplannen (inclusief schetsplannen/bouwplannen die worden aangeboden voor vooroverleg) zijn voorzien van de voor de welstandstoets benodigde bescheiden, zoals omschreven in het Besluit indieningsvereisten als bedoeld in artikel 40a van de Woningwet. 4.2 TERMIJN VAN ADVISERING - De Welstandscommissie, dan wel een gemandateerd lid, is bij de beoordeling van lichte, reguliere of gefaseerde bouwaanvragen gebonden aan de in de Bouwverordening genoemde termijnen voor het uitbrengen van een advies.
-
Binnen de in de Bouwverordening genoemde termijnen voor het uitbrengen van advies kan de Welstandscommissie, dan wel een gemandateerd lid, het advies aanhouden indien meer informatie of een toelichting van de ontwerper wenselijk is.
4.3 VOOROVERLEG - Voorafgaande aan de indiening van een bouwaanvraag kan vooroverleg plaatsvinden met de Welstandscommissie of een door haar gemandateerd lid over de interpretatie van de welstandscriteria met betrekking tot het bouwinitiatief. - Het vooroverleg hoeft niet in de openbare vergadering plaats te vinden. - Van het vooroverleg wordt een schriftelijk verslag, dan wel een advies opgesteld dat in het betreffende dossier wordt opgenomen. - De commissie draagt zorg voor een consistente beoordeling in de verschillende fasen van de planontwikkeling. 4.4 OPENBAAR VERGADEREN Openbaarheid De behandeling van bouwaanvragen door de Welstandscommissie, dan wel door de door haar gemandateerde leden is openbaar, tenzij de gemeente op grond van het gestelde in de Wet openbaarheid van bestuur gronden aanwezig acht om de behandeling besloten te doen plaatsvinden. Agenda De behandeling van de bouwplannen wordt op de voor
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
11
de gemeente gebruikelijke wijze bekendgemaakt. Spreekrecht De commissie zal ten alle tijden betrokkenen uitnodigen bij de behandeling van aanvragen. Tijdens de vergadering van de Welstandscommissie wordt belanghebbenden als opdrachtgevers, ontwerpers en gemeentelijke vertegenwoordigers de mogelijkheid geboden om plannen toe te lichten. De voorzitter bepaalt de duur van de spreektijd die in principe beperkt is. De commissieleden krijgen de mogelijkheid tot het stellen van vragen aan de sprekers. Na beantwoording daarvan wordt de toelichtende fase afgesloten en begint de beraadslaging van de commissie waarna het advies wordt geformuleerd. 4.5 PROCEDURE Bouw- en Woningtoezicht Inname van bouwplannen geschiedt door Bouw- en Woningtoezicht. Daar worden aanvragen geselecteerd op voorlopig, licht-vergunningplichtig, vergunningplichtig, monumenten of bestemmingsplanprocedure en dergelijke. Ten behoeve van de behandeling inzake welstands- en monumentenzorg wordt nagegaan of de aanvraag van de nodige gegevens en bescheiden is voorzien, conform de AMvB “Indieningvereisten aanvraag bouwvergunning”. Er worden achtergronden ingewonnen met betrekking tot de adviesaanvragen, eventueel door middel van overleg met de initiatiefnemers. Tijdens deze bijeenkomsten op een vast tijdstip en op een vaste plaats kunnen belanghebbenden hun plannen toelichten, overleggen over reeds behandelde bouwplannen en informatie krijgen over de
12
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
interpretatie van de welstandscriteria voor een bepaalde locatie of bouwwerk. 4.6 MANDAAT Mandaat namens de Welstandscommissie - De commissie kan de advisering over een aanvraag om advies mandateren aan één of meer daartoe aangewezen leden. Bouwplannen waarvan volgens deze leden het oordeel van de Welstandscommissie als bekend mag worden verondersteld, worden door de aangewezen leden afgehandeld. - Licht-vergunningplichtige, andere bescheiden bouwwerken en herhalingsplannen kunnen door het gemandateerde lid ter plaatse worden afgehandeld. - In elk geval van twijfel wordt het bouwplan alsnog voorgelegd aan de commissie. - Eén gemandateerd lid kan over reguliere bouwvergunningaanvragen zelfstandig alleen positief adviseren. Negatieve adviezen steunen altijd op het oordeel van ten minste twee gemandateerde leden. - De behandeling van bouwplannen onder mandaat is openbaar. Ambtelijk mandaat voor licht-vergunningplichtige bouwwerken - Burgemeester en Wethouders kunnen een gemeentelijk ambtenaar mandateren om namens hen het welstandsoordeel te geven voor lichtvergunningplichtige bouwwerken waarvoor in de welstandsnota ambtelijke toetsingscriteria zijn gegeven. - Plannen die van de gemandateerde ambtenaar geen positief advies krijgen, worden voorgelegd aan de
-
commissie, of aan een gemandateerd commissielid. Indien er sprake is van een bijzondere situatie of indien er gerede twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de ambtelijke toetsingscriteria, legt de gemandateerde ambtenaar het plan voor advies voor aan de Welstandscommissie, ofwel aan een gemandateerd commissielid.
4.7 HET WELSTANDSADVIES 1. Inhoud Conform artikel 12, lid 1 van de Woningwet 2003 wordt in het welstandsadvies door de commissie uitgesproken of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk, zowel op zichzelf als in relatie met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand. De commissie baseert het oordeel op de vastgestelde uitgangspunten die helder gecommuniceerd worden naar de betrokkenen. Het advies spreekt zich uit over de welstandsaspecten van het ingediende bouwplan; daarbij kunnen dus geen andere argumenten worden aangevoerd dan die welke de welstand raken. In een welstandsadvies moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen bezwaren die dienen te worden ondervangen of suggesties die de kwaliteit van het plan ten goede kunnen komen. Naar aanleiding van een bepaalde bouwaanvraag kunnen adviezen ook meer algemene beleidszaken betreffen. In adviezen zal echter steeds de bouwaanvraag als uitgangspunt worden gehanteerd. Persoonlijke voorkeuren van commissieleden, alsook opmerkingen die de persoon van de aanvrager of de ontwerper raken, horen in een welstandsadvies niet thuis.
2. Het schriftelijk advies Het welstandsadvies wordt altijd schriftelijk uitgebracht in begrijpelijke taal. Een negatief advies is altijd voorzien van een leesbare en deugdelijke motivatie. Wanneer een positief advies aanvankelijk niet expliciet is gemotiveerd, kan daarin bijvoorbeeld op verzoek van Burgemeester en Wethouders in een later stadium worden voorzien. Een positief advies is altijd schriftelijk gemotiveerd indien er sprake is van afwijking van de criteria uit de nota. De commissie geeft dan aan waarom er in dit bijzondere geval reden is om van de criteria af te wijken. Het advies vormt de basis van elk overleg met betrokkenen. Uit oogpunt van rechtszekerheid van de betrokkenen kunnen in een vervolgstadium geen nieuwe opmerkingen meer worden ingebracht, die in een eerder stadium al hadden kunnen worden onderkend, tenzij wijzigingen in het bouwplan daartoe aanleiding geven. Het advies kent de volgende opzet, waarbij niet alle elementen in elk advies aan de orde hoeven te komen. - In voorkomende gevallen: kort overzicht of verwijzingen naar eerdere fasen en adviezen in de procedure. - In voorkomende gevallen: beknopt verslag van de inbreng van de planindieners. - Korte kenschets van de omgeving en de aard van de bouwactiviteit. In dat verband verwijzing naar de bij de beoordeling toegepaste welstandscriteria. - Het feitelijke advies waarbij achtereenvolgens de situatie, de hoofdvorm, de architectonische uitwerking en de detaillering en kleuren en materialen aan de orde kunnen komen. - In voorkomende gevallen: vrijblijvende suggesties die
de ruimtelijke kwaliteit van het bouwwerk ten goede kunnen komen. 3. Uitkomst van het advies Het welstandsadvies kan de volgende uitkomsten hebben: Voldoet De commissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde criteria niet in strijd is met redelijke eisen van welstand; er kunnen vrijblijvende suggesties worden gedaan die de ruimtelijke kwaliteit van het bouwwerk ten goede kunnen komen. Voldoet, mits De commissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde criteria op een aantal punten in strijd is met redelijke eisen van welstand, tenzij de geformuleerde bezwaren worden ondervangen door voorgestelde aanpassingen. In het advies wordt aangegeven of de commissie de gekozen aanpassingen nog wil beoordelen of door middel van Model Bouwverordening. Voldoet niet De commissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde criteria in strijd is met redelijke eisen van welstand. Het plan behoeft een ingrijpende wijziging in uitwerking of uitgangspunten om aan redelijke eisen van welstand te kunnen voldoen. Aanhouden De commissie kan het advies aanhouden wanneer zij meer informatie of toelichting noodzakelijk acht om tot een adequate beoordeling te kunnen komen, een en ander in overleg met Bouw- en Woningtoezicht in verband met de beschikbare termijnen.
Toelichting op het advies De planindieners kunnen te allen tijde verzoeken om een toelichting op het advies. In eerste instantie is het gemeentelijk spreekuur tijdens het rayonbezoek daartoe het meest aangewezen. Wanneer dit naar het oordeel van de initiatiefnemers niet volstaat, kan men uiteraard ook bij de commissie terecht. Second opinion Alvorens bij derden een second opinion in te winnen, bieden Burgemeester en Wethouders eerst de commissie de mogelijkheid tot heroverweging van het eerder uitgebrachte advies, waarbij wordt aangegeven op welke punten naar de mening van Burgemeester en Wethouders de houdbaarheid van het advies mogelijk in het geding is. Indien alsnog een second opinion wordt gevraagd, wordt dit ter kennis gebracht aan de commissie. Bij een second opinion wordt de adviesaanvraag voorgelegd aan een elders in Nederland functionerende Welstandscommissie. De gemeente neemt daartoe contact op met de Federatie Welstand. 4.8 UITVOERING DOOR BURGEMEESTER EN WETHOUDERS De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het afgeven van de bouwvergunning ligt in de gewijzigde Woningwet -net als voorheen- bij Burgemeester en Wethouders. Zij hebben een eigen verantwoordelijkheid voor het welstandsoordeel dat tot stand komt aan de hand van de in de welstandsnota opgenomen criteria. Wat betreft de bouwvergunningaanvragen die onder de lichte vergunningsprocedure vallen, vragen Burgemeester en Wethouders geen advies aan de Welstandscommissie als voor het bouwplan de
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
13
sneltoetscriteria van toepassing zijn en het bouwplan daar zonder meer aan voldoet. De ambtenaar van Bouw- en Woningtoezicht is voor die gevallen door Burgemeester en Wethouders gemandateerd om een positief advies uit te brengen. Bij de overige licht-vergunningplichtige bouwaanvragen wordt het bouwplan wel aan de Welstandscommissie voorgelegd. Burgemeester en Wethouders volgen in hun oordeel in principe het advies van de Welstandscommissie. In een aantal uitzonderlijke gevallen kunnen zij gemotiveerd afwijken van dit advies. Tot slot geeft artikel 44, lid 1, sub d van de Woningwet Burgemeester en Wethouders de mogelijkheid een bouwvergunning te verlenen aan een bouwplan dat strijdig is met redelijke eisen van welstand op grond van andere zwaarwegende redenen van bijvoorbeeld economische of maatschappelijke aard. 1. Burgemeester en Wethouders volgen in principe het advies van de Welstandscommissie; zij kunnen gemotiveerd van dit advies afwijken: A. Op inhoudelijke gronden: Omdat zij van mening zijn dat de commissie niet juist heeft geïnterpreteerd of niet de juiste criteria heeft toegepast of omdat zij op inhoudelijke gronden tot een ander oordeel komen dan de commissie. In dat geval volgen zij de procedure als beschreven onder second opinion. B. Om zwaarwegende andere redenen: Omdat het plan weliswaar strijdig wordt geacht met redelijke eisen van welstand, maar dat op grond van artikel 44, lid d van de Woningwet 2003 Burgemeester en Wethouders bouwvergunning kunnen verlenen op grond van andere zwaarwegende redenen van bijvoor-
14
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
beeld economische of maatschappelijke aard. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen ook afwijken van de welstandscriteria. Hiervan kan sprake zijn indien bouwplannen niet voldoen aan de in de nota genoemde gebiedsgerichte of objectgerichte criteria, maar wel aan de algemene criteria en indien de architectonische en ruimtelijke kwaliteiten niettemin in bijzondere mate bijdragen aan de kwaliteit van de omgeving. De afwijking geschiedt op grond van een daartoe strekkend gemotiveerd advies van de welstandscommissie. Bezwaren Binnen zes weken na het besluit van Burgemeester en Wethouders omtrent de bouwvergunningaanvraag kunnen belanghebbenden bezwaar aantekenen tegen deze beslissing. In de bezwaarschriftenprocedure heroverwegen Burgemeester en Wethouders het besluit, na advies te hebben ingewonnen bij de Commissie Bezwaar- en Beroepschriften. Belanghebbenden worden in dat geval uitgenodigd om tijdens een hoorzitting hun standpunten nader toe te lichten. Binnen tien weken nemen Burgemeester en Wethouders daarna een beslissing over het bezwaar. Belanghebbenden die het met de heroverweging niet eens zijn, kunnen hiertegen in beroep gaan. Wanneer de initiatiefnemers of derde belanghebbenden bezwaren hebben tegen het welstandsoordeel dient men zich tot Burgemeester en Wethouders te richten. Zij oordelen immers over de welstandsaspecten. Dat Burgemeester en Wethouders in het algemeen de adviezen van de Welstandscommissie volgen, doet niet af aan hun specifieke eigen verantwoordelijkheid in deze. Uiteraard kunnen
Burgemeester en Wethouders de eigen of een derde Welstandscommissie om een second opinion vragen. Lopende de procedure kunnen de initiatiefnemers de Welstandscommissie om een toelichting vragen of overleg voeren. Hoor en wederhoor kan leiden tot een bijstelling van het welstandsadvies. 4.9 EXCESSENREGELING Ook bouwwerken waarvoor geen bouwvergunning nodig is, moeten aan minimale welstandseisen voldoen. Op grond van artikel 19 van de Woningwet kunnen Burgemeester en Wethouders repressief optreden door de eigenaar van een bouwwerk dat “in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand” aan te schrijven om die strijdigheid op te heffen. De welstandscriteria zijn dezelfde als die voor vergunningplichtige bouwwerken. De excessenregeling is niet bedoeld om de plaatsing van vergunningsvrije bouwwerken tegen te gaan. Een bouwwerk is in ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand indien sprake is van excessen. Hiervan is sprake indien flagrante strijdigheid bestaat met de in deze welstandsnota opgenomen algemene, gebiedsgerichte en objectgerichte criteria. Van excessen kan bijvoorbeeld sprake zijn bij te opdringerige reclameuitingen, toepassing van felle of contrasterende kleuren en/of armoedig materiaalgebruik. Deze nota geeft de regels voor het welstandstoezicht in de gemeente Midden-Drenthe. De gemeente zal deze regels hanteren als leidraad bij de beoordeling van bouwplannen. In het gemeentelijk handhavingsbeleid ligt de prioriteit bij het opsporen van illegale bouwactiviteiten en het bouwen in afwijking van de bouwvergunning (inclusief welstandstoets).
HOOFDSTUK 5 - RUIMTELIJKE ONTWIKKELING ALGEMEEN Voor het maken van een gebiedsindeling, die als ondergrond voor het welstandsbeleid kan fungeren, is het van belang te komen tot een typering van de landschappelijke gegevenheden en de bebouwing. Een ander aspect is de leeftijd van de bebouwing, omdat hieraan veel kenmerkende eigenschappen zijn te herkennen. Om te komen tot een typering van de landschappelijke gegevenheden en de leeftijd van bebouwing volgt een korte schets van de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied. GEOMORFOLOGIE De geomorfologische situatie van Noord-Nederland is ontstaan in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Toentertijd was heel Drenthe bedekt met landijs, dat aan de onderzijde veel keien, zand en leem (grondmorene) meevoerde. Op sommige locaties werd ook de bodem opgestuwd. Na het verdwijnen van het landijs bleef de grondmorene achter in de vorm van keileem. Ook de laatste ijstijd, het Weichselien, heeft zijn sporen achtergelaten in het landschap. In de laatste ijstijd werd door erosie het door smeltwater ontstane beekdalensysteem verdiept. Deze beekdalen werden voor een groot deel gevuld met smeltwaterafzettingen. Ook werd in deze periode het gehele gebied bedekt met een laag dekzand. De dikte van deze laag verschilde van plaats tot plaats. In het Holoceen, de huidige periode na de ijstijden, vond op grote schaal veengroei (bij Smilde) plaats. In deze warmere periode steeg de zeespiegel, waardoor de lagere delen onder water kwamen te staan. Alleen de hoge delen
in het land zoals stuwwallen, het beekdalencomplex en de verspreid liggende dekzandruggen bleven vrij van veen. De gemeente Midden-Drenthe vormt het zuidelijk deel van de fysisch-geografische regio het Drents Plateau. Dit is een dekzandverhoging op een keileemondergrond, doorsneden door beken. In de voorlaatste ijstijd is de ondergrond omhooggeduwd tot stuwwallen. Tevens heeft het ijs in deze periode een grootschalig patroon van laagten achtergelaten. Deze laagten vormen in hoofdzaak de huidige beekdalsystemen op het Drents Plateau. Tot deze beken behoren onder andere de oost-west lopende Beiler/Westerborkerstroom en het Looner- en het Rolderdiep, die bij Gasselte samenkomen. GRONDGEBRUIK Langs deze beken en hun vertakkingen lagen de groengronden (of broekgronden) met op de nattere delen in de stroomdalen de hooilanden en op de wat drogere delen de weidegebieden. Op de nabijgelegen hogere gronden bevonden zich open, aaneengesloten complexen bouwland, die in Drenthe bekend staan onder de naam essen (elders: engen of akkers). Deze essen lagen te midden van uitgestrekte heidevelden, die werden gebruikt als weiden voor schapen en koeien. Bij kleine nederzettingen bevond zich één es, maar twee essen voldeden beter voor het vanaf de zestiende eeuw gebruikelijke “tweeslag-systeem zonder braak”, waarbij afwisselend zomerrogge en winterrogge werd gezaaid. Pas met de intensivering van de akkerbouw in de loop van de achttiende eeuw werden de essen verrijkt met een plaggenbemesting – heideplaggen vermengd met dierlijke
mest – waardoor ze in de loop van de tijd een lichte bolling hebben gekregen. In de loop van de achttiende eeuw verving men de teelt van zomerrogge gaandeweg door de teelt van aardappelen, haver en veenboekweit. NEDERZETTINGEN De nederzettingenstructuur in het gebied wordt gekenmerkt door het esdorp. De kern van dit aan de rand van een es gelegen dorp bestaat uit twee stel parallelle wegen, die elkaar loodrecht kruisen, zodat daartussen vierkante of rechthoekige percelen overblijven. Deze percelen waren oorspronkelijk ter grootte van een boerenerf, maar zijn later veelal opgesplitst. Aan de rand van de oude kern liggen een of meer brinken. De brinken vervulden een centrale functie in het dorp, als verzamelplaats voor het vee, als vergaderplaats en als markt. In de loop der tijd zijn veel brinken binnen de bebouwing komen te liggen en ontstonden er nieuwe boerderijen langs de randen van de brinken, maar ook langs de uitvalswegen en langs de randen van de es. Aan de noordrand en in mindere mate langs de zuidrand van het Drents Plateau liggen wegdorpen met - een vaak licht slingerende - lineaire structuur. BOERDERIJEN De oorspronkelijke boerderijbebouwing in de esdorpen kenmerkt zich door een lage gootlijn en grote rieten dakvlakken. Meestal zijn het boerderijen van het zogenaamde hallehuis-type, dat kenmerkend is voor het Drentse zandgebied. Dit traditionele type wordt bepaald door het vrijstaande gebintwerk waarop de kapconstructie rust. De ruimte tussen de gebinten wordt als deel gebruikt
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
15
terwijl de stallen zijn gegroepeerd tussen de buitenmuur en de deel. Boerderijen waar de deel haaks op de lengterichting ligt, worden aangeduid als dwarsdeel-type. Deze boerderijen hebben inrijdeuren in de zijgevel, oftewel zijbaanders. Boerderijen waarvan de deel in de lengterichting ligt, worden logischerwijs langsdeel-types genoemd. Zij hebben een achterbaander. Met name bij het langsdeel-type is nogal eens sprake van een aangebouwde hooischuur, oftewel een staart. De toepassing van het ene of het andere type was vaak afhankelijk van plaatselijke gebruiken en omstandigheden. Vanaf het eind van de negentiende eeuw werd er meer aandacht besteed aan de architectuur van het woonhuis. Daarbij werd afgeweken van de traditionele bouwmaterialen door toepassing van verschillende soorten baksteen, dakpannen en andere materialen. De toepassing van het eclecticisme met zijn vomcitaten uit de klassieke en renaissancistische stijlen leidde tot het gebruik van brede kroonlijsten, siermetselwerk en natuurstenen elementen. Heel geleidelijk aan kreeg het hallehuis-type in de esdorpen ook concurrentie van boerderijtypen uit de andere streken. Vooral in de twintigste eeuw verschuift het streekeigene steeds meer naar de achtergrond. In de oude kanaaldorpen en veenkoloniale dorpen zijn voornamelijk boerderijen van het krimpen-type gebouwd. Hier en daar komen ze nog voor met een stenen topgevel, maar in de meeste gevallen werd het wolfseind toegepast. Naast het krimpen-type komt ook het kop-romp-type in deze streken vrij vaak voor en vanaf het eind van de negentiende eeuw is er steeds meer sprake van een vermenging van beide types. Juist de veenkoloniale
16
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
boerderijen laten dan ook variaties zien op de bestaande types, waarbij opvallend genoeg het hallhuis-type geen rol meer speelt. BEILEN Beilen is een esdorp, ontstaan in de vroege Middeleeuwen op de hogere zandgronden nabij de Berkelstroom. Het aan de weg van Meppel naar Groningen gelegen kerkdorp ontwikkelde zich tot de hoofdplaats van het gelijknamige dingspel. Door een grote brand in 1820 heeft Beilen een belangrijk deel van haar oorspronkelijk agrarisch karakter verloren. Veel boerderijen werden niet weer opgebouwd, maar werden herbouwd als woonhuizen en bedrijfsgebouwen.
HIJKEN Hijken is een esdorp, ontstaan in de vroege Middeleeuwen als dochternederzetting van Beilen. Dit dorp heeft twee grote brinkachtige ruimten. Door de aanleg van het Oranjekanaal in 1858 werd het noordelijk deel van het dorp van de oude dorpskern afgescheiden. HOOGERSMILDE Hoogersmilde is een langgerekt kanaaldorp, ontstaan nadat in 1614 een uitgestrekt veengebied in de marken van Diever en Leggeloo was gekocht en werd ontgonnen. Rond 1730 stagneerde de vervening, maar een nieuwe impuls werd gegeven door de aanleg van de Drentsche Hoofdvaart (1767-1780). Het dorp kreeg bebouwing aan beide zijden van de vaart.
BOVENSMILDE Bovensmilde is een langgerekt kanaaldorp, gesticht in de eerste helft van de negentiende eeuw als een veenkolonie langs de Drentsche Hoofdvaart. Het dorp wordt gekenmerkt door een vrij open bebouwingsstructuur aan weerszijden van de vaart. Na 1945 is het dorp aan de oostzijde uitgebreid.
HOOGHALEN Hooghalen is een esdorp, ontstaan in de Middeleeuwen als dochternederzetting van Beilen aan de weg van Meppel naar Groningen. Het dorp, met aan de zuidzijde een es, heeft aan de dorpsrand een brink.
ELP Elp is ontstaan in de Middeleeuwen op de hogere zandgronden, mogelijk als dochternederzetting van Westerbork. De agrarische bebouwing concentreert zich hoofdzakelijk aan een door de Boerstraat en de Hoofdstraat gevormde ring met brinken aan de buitenzijde. Van hieruit lopen radiaalwegen naar Westerbork, Zwiggelte en Schoonloo.
ORVELTE Orvelte is een esdorp, ontstaan in de Middeleeuwen aan de weg van Westerbork naar Zweeloo op de hogere zandgronden, mogelijk als dochternederzetting van Westerbork. Orvelte wordt in 1362 voor het eerst vermeld. De agrarische bebouwing concentreert zich vooral langs de Dorpsstraat en de Schoolstraat. Aan de Flintenweg en Schapendrift ligt een ruime, veelhoekige en gave brink. In 1967 is Orvelte aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Het initiatief is genomen het dorp te
restaureren als levend monument van historische landelijke bouwkunst. Bij de realisatie van dit museumdorp is uitgegaan van het kadastraal minuutplan omstreeks 1830. Daarbij is de brink hersteld, zijn nog bestaande typerende panden gerestaureerd en zijn enkele historisch passende boerderijen en schuren, die elders moesten verdwijnen, naar Orvelte overgebracht. Ook zijn de karakteristieke wegverharding, erfscheiding en weg- en erfbeplanting hersteld. SMILDE Smilde is een langgerekt kanaaldorp ontstaan rond 1770 na de aanleg van de Drentsche Hoofdvaart, waardoor het noordelijk deel van het Smilderveen kon worden ontgonnen. Vanuit Assen werd langs het kanaal de nederzetting Kloosterveen gesticht, die later Smilde ging heten. Met de stichting van Bovensmilde in de eerste helft van de negentiende eeuw was nagenoeg het gehele gebied vergraven. Langs de Drentsche Hoofdvaart had zich een ononderbroken bebouwingslint gevormd van hoofdzakelijk boerderijen, landarbeiders- en vervenerswoningen. Smilde was omstreeks 1850 het grootste dorp. Het zwaartepunt van de bebouwing lag aan de oostzijde van de vaart. In de negentiende eeuw vond een aanzienlijke verdichting plaats met burgerwoningen, villa’s en dorpsvoorzieningen. Na 1945 is Smilde aan de oostzijde verder uitgebreid.
WESTERBORK Westerbork is een esdorp, ontstaan in de vroege Middeleeuwen op de hogere zandgronden. De twaalfde eeuwse kapel van het dorp werd rond 1240 tot parochiekerk verheven. Westerbork was het centrale kerkdorp voor het omliggende gebied. De vier dorpsessen bevonden zich overwegend aan de westzijde. Met name aan het westeinde van het dorp kwam tussen 1850 en 1940 een meer burgerlijke bebouwing tot stand. Na 1945 is Westerbork aan de noordwestzijde fors uitgebreid. WIJSTER Wijster is een esdorp, ontstaan in de vroege Middeleeuwen als dochternederzetting van Beilen. Het dorp werd voor het eerst vermeld in 1206. Het door essen omringde dorp heeft aan de Bruntingerweg een grote trechtervormige brink. WITTEVEEN Witteveen is een ontginningsdorp, ontstaan in 1926 op initiatief van de ontginningsmaatschappij NV Het Landschap Drenthe. ZWIGGELTE Zwiggelte is een esdorp, ontstaan in de Middeleeuwen aan de weg van Westerbork naar Assen op de hogere zandgronden, mogelijk als dochternederzetting van Westerbork. Het agrarische dorp had oorspronkelijk twee brinken. De laatste decennia zijn veel boerderijen tot woonhuis verbouwd.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
17
HOOFDSTUK 6 - WELSTANDSCRITERIA 6.1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk worden de welstandscriteria genoemd die worden gebruikt voor de kleine en middelgrote projecten die zich voegen binnen de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente Midden-Drenthe. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen algemene en gebiedsgerichte criteria. De algemene criteria liggen ten grondslag aan elke planbeoordeling, omdat ze het uitgangspunt vormen voor de uitwerking van de gebiedsgerichte welstandscriteria. De welstandsnota bevat geen welstandscriteria voor ontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken. Dergelijke welstandcriteria kunnen immers niet worden opgesteld zonder dat er een concreet stedenbouwkundig plan aan ten grondslag ligt. Bij de stedenbouwkundige planvoorbereiding zal voortaan - eventueel in overleg met de welstandscommissie een welstandsparagraaf moeten worden opgesteld waarin de stedenbouwkundige en architectonische vorm en structuur worden benoemd. Voor dergelijke aanvullingen geldt dat de inspraak wordt gekoppeld aan de reguliere inspraakregeling bij de stedenbouwkundige planvoorbereiding. Na afronding van de ontwikkelingsfase worden voor reguliere welstandscriteria opgesteld die zijn gericht op het beheer van het gebied.
18
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
6.2 ALGEMENE WELSTANDSCRITERIA Een criterium is volgens Van Dale “een kenmerk waardoor het ware van het onware, het werkelijke van het schijnbare wordt onderscheiden”. Wellicht wat concreter omschrijft Van Dale criterium daarna als “een maatstaf bij een beoordeling, toets”. De vraag is vervolgens hoe welstand in dit verband moet worden gedefinieerd. Op zoek naar een goede definitie van welstand, toegepast op de gebouwde omgeving, komen we bij de toenmalige Rijksbouwmeester Tj. Dijkstra terecht die er in 1985 onder andere het volgende over schreef: “Kenmerkend voor het ontstaan van een architectonisch object is dat een deel van de totale, onbegrensde ruimte wordt afgezonderd en geheel of gedeeltelijk omsloten. Het effect en meestal ook het doel daarvan is toeeigening voor een bepaald gebruik door individuen of groepen. De architectonisch bepaalde ruimte onderscheidt zich altijd van de buitenwereld doordat zij is geprivatiseerd, toegeëigend, bestemd tegenover de onbestemdheid of “anders-bestemdheid” van de ruimte erbuiten. De architectonische ruimte wordt gemaakt om een functie te vervullen. De architectonische kwaliteit van een ruimte wordt mede bepaald door de mate waarin zij voor het beoogde gebruik geschikt is, of sterker nog, of zij tot zulk gebruik oproept en er een extra dimensie aan geeft.” De welstandscriteria voor een gebouw zelf zijn daarom afgeleid van algemene architectonische kwaliteitskenmerken voor gebouwde objecten. Het afzonderen van een deel van de algemene ruimte voor particulier gebruik veroorzaakt een relatie tussen object en context, tussen individualiteit en omgeving, aldus Dijkstra: “Het is van groot belang zich met
de betekenis van de object-context relaties bezig te houden omdat daaruit een van de allereerste kwaliteitskenmerken van het architectonisch ontwerp voortvloeit. Zou dit slechts ontwikkeld worden uit zijn eigen programma van eisen en functies en voorbijgaan aan de relatie met, of sterker nog, de noodzakelijke bijdrage aan de vormgeving van de stedenbouwkundige context of de landschappelijke structuur, dan wordt aan een van de belangrijkste kwaliteitscriteria niet voldaan.” Zijn beschouwing over object en context eindigt Dijkstra met: “De wijze waarop aan de staffeling van openbaar naar privé ruimtegebruik wordt vormgegeven is daarbij bepalend. Naarmate er op alle schaalniveaus - van stoel tot stad - aandacht is voor de samenhang in de wisselende betrekkingen tussen object en context zal de kwaliteit van de architectonische compositie sterker voelbaar zijn.” 6.2.1 AANDACHTSPUNTEN VOOR REDELIJKE EISEN VAN WELSTAND Door het formuleren van een checklist beschikken opdrachtgever, architect, gemeente, leden van de Welstandscommissie en alle andere geïnteresseerden over dezelfde informatie met betrekking tot de betekenis van redelijke eisen van welstand. De volgende zes aandachtspunten voor het ontwerpen van gebouwen vormen een algemeen beoordelingskader om in eerste instantie snel na te gaan of een bouwplan aan redelijke eisen van welstand voldoet. De toetsing aan het bestemmingsplan en mogelijk andere planologische regelgeving gaat hieraan uiteraard vooraf. - de verschijningsvorm van het bouwwerk heeft een relatie
-
-
-
-
-
met het gebruik ervan en de wijze waarop het gemaakt is. Daarnaast heeft de vormgeving van het bouwwerk haar eigen samenhang en logica; het bouwwerk levert een positieve bijdrage aan de kwaliteit van de gebouwde omgeving. De eisen op dit punt worden hoger naarmate de openbare betekenis van het bouwwerk of van de omgeving groter is; eventuele verwijzingen en associaties naar culturele uitingen en architectuurstijlen worden zorgvuldig gebruikt, zodat er bruikbare ontwerpconcepten en vormen ontstaan; in de structuur van het bouwwerk zijn helderheid en complexiteit tegelijkertijd in een evenwichtige en in een spanningsvolle relatie aanwezig; in het bouwwerk is een samenhangend stelsel van maatverhoudingen toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen; het materiaal, de textuur en de kleur ondersteunen het karakter van het bouwwerk en ze verduidelijken de ruimtelijke samenhang met de omgeving (of de daar te verwachten ontwikkeling).
6.2.2 BELANGRIJKE ASPECTEN BIJ DE WELSTANDSBEOORDELING Het stelsel van algemene welstandscriteria wordt afgeleid uit de voor de welstandsbeoordeling van een bouwplan belangrijke aandachtspunten. Meetinstrument voor de aandachtspunten zijn vragen met betrekking tot de volgende vier aspecten. Een bouwplan voldoet aan de algemene welstandscriteria als de antwoorden op de verschillende vragen overtuigend duidelijk maken dat er met de aandachtspunten rekening is gehouden.
de ligging van het bouwwerk - hoe worden de specifieke terreinomstandigheden benut? - hoe geeft het ontwerp een antwoord op de karakteristiek van de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling ervan (denk bijvoorbeeld aan straatwand, hoeksituaties, openbare ruimte, landschap).
5.4 WELSTANDSREGIMES De gebiedsbeschrijving en de waardebepaling van het gebied zijn maatgevend voor het “regime” van de welstandszorg. De vast te stellen welstandscriteria hangen hier nauw mee samen.De volgende beleidsregimes zijn te onderscheiden:
de massa van het bouwwerk - zijn hoofdvorm, materialisatie en geveluitwerkingen een passend antwoord op de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling ervan? - wordt met deze invulling van de massa voldaan aan de planologische visie voor het gebied (ontwikkelingsvisies, stedenbouwkundige plannen, beeldkwaliteitsplannen)?
Handhaven - hierbij gaat het om de intentie om het bestaande ruimtelijk beeld als zodanig zoveel mogelijk te handhaven en als uitgangspunt te hanteren voor verdere ontwikkelingen.
de detaillering van het bouwwerk - is er sprake van samenhang tussen hoofdvorm en interne structuur van het bouwplan? - hoe zijn de verschillende onderdelen van het plan op elkaar afgestemd? - is er een ontwerplogica te herkennen in de relatie van de samenstellende delen (gevels, gevelopeningen, daken en alle hiermee samenhangende vormgevende details)? het toegepaste materiaal - is het materiaal- en kleurgebruik in overeenstemming met het karakter van het ontwerp en het karakter van de omgeving?
Respecteren – bij dit beleid staat het zorgvuldig omgaan met bestaande waarden voorop. Deze hoeven niet altijd letterlijk in stand te blijven, maar dienen met respect te worden geïnterpreteerd bij nieuwe ontwikkelingen. Incidenteel wijzigen – hier krijgt het continue transformatieproces de ruimte, waarbij de bestaande situatie weliswaar als leidraad wordt genomen, gaandeweg wordt vervangen door nieuwe oplossingen en beelden. Planmatig wijzigen – dit beleid is gericht op verandering. Het gaat hier om een bewuste verandering van het ruimtelijk beeld en de ruimtelijke kwaliteit. In verband met het verdelen van de gebieden in grotere eenheden zijn er geen gebieden die geheel in deze categorie vallen. Bij transformatie van een gebiedsonderdeel – bijvoorbeeld voor de aanleg van een nieuwe woonwijk – worden tegelijk met het maken van een stedenbouwkundig plan gebiedscriteria geformuleerd die voor de bouwkundige plannen van toepassing zijn.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
19
ESDORPEN ALGEMEEN Dit welstandsgebied betreft de volgende dorpen: Hijken, Rheeveld, Brunsting, Hooghalen, Laaghalen, Elp, Zwiggelte, Eursinge, Garminge, Balinge, Mantinge, Bruntinge, Drijber, Spier en Wijster. De esdorpen en de escultuur hebben een oude ontwikkelingsgeschiedenis. De ruimtelijke organisatie van deze landbouwcultuur met de boerderijen, de essen, de heide, beekdalen en bebossing is vandaag de dag nog steeds herkenbaar. De structuur van de dorpen is verschillend; soms een boederijenreeks langs een weg op de rand van de es, of een groepering van de boerderijen rond de samenkomst van een aantal wegen. Kenmerkend zijn de brinken met hun zware beplantingen en de informeel gesitueerde boerderijen. De vorm van de brink wisselt.. In de loop van de tijd zijn in de meeste dorpen grote delen van de brink bebouwd. In veel dorpen is door de verdichting en bebouwing langs de wegen aan de es de ruimtelijke relatie met de es geheel of gedeeltelijk verdwenen. Het karakteristieke beeld van deze historische kernen wordt bepaald door de vrije setting van de deels monumentale boerderijen, de zware beplantingen, de open erven en de doorkijken naar groene, open ruimtes. Er
20
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
zijn veel van deze onregelmatig verspreide open ruimten, zoals kalverweiden en grote erfruimtes, waardoor er steeds zicht blijft op en contact blijft met het landschap, buiten het dorp, maar ook middenin het dorp. Eveneens kenmerkend is de menging van functies. Eventueel aanwezige centrumfuncties liggen verspreid en gemengd met woningen en agrarische bedrijven. De panden die op de monumentenlijst en de rietdakenlijst staan of als karakteristiek zijn aangeduid in het bestemmingsplan, zijn bepalend in het dorpsbeeld. De bebouwing is vrijstaand, informeel gesitueerd en individueel herkenbaar en heeft een gevarieerde nokrichting. Latere bebouwing bestaat vooral uit woonhuizen met een vastere rooilijn. De hoofdgebouwen hebben een enkelvoudige bouwmassa, bestaande uit één bouwlaag met forse kap. De gevels in een roodbruine tot beigebruine steen zijn verticaal geleed en eenvoudig gedetailleerd. De dakbedekking bestaat vaak uit riet, soms in combinatie met pannen. Karakteristiek zijn daarbij de oude bijgebouwen, zoals de schaapskooien, turfhokken en bijenstallen. De bijgebouwen zijn op informele wijze op het erf gesitueerd en nemen ten opzichte van het hoofdgebouw een bescheiden positie in.
Meestal zijn ze vrijstaand en hebben ze een enkelvoudige bouwmassa. De gevels zijn van baksteen, donker geverfd hout (zwart) of een combinatie hiervan. De daken zijn met riet of met pannen afgedekt. BELEID, ONTWIKKELING EN WAARDERING Het beleid is gericht op behoud en herstel van de ruimtelijke, de functionele en de cultuurhistorische waardevolle karakteristiek van de dorpen. Nieuwe ontwikkelingen zullen zich beperken tot vervanging en uitbreiding. De waardering voor deze kernen is hoog; vanwege de fraaie settings van brinken met zware bomen, de karakteristieke boerderijen met open erven en de doorkijken naar het omringende landschap. WELSTANDSREGIME Voor de historische kernen van de esdorpen geldt een bijzonder welstandsregime dat is gericht op het handhaven van de ruimtelijke structuur met haar karakteristieke bebouwing.
GEBIED
1
WELSTANDSCRITERIA Ligging - Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen - Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding - Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd Massa en vorm - De gebouwen zijn individueel herkenbaar - De hoofdgebouwen hebben een enkelvoudige bouwmassa. Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm
-
Een forse kap domineert het beeld (van de hoofd- en bijgebouwen). De kapvorm beperkt zich tot het zadeldak, het schilddak en de mansardekap. De kap kan zijn uitgevoerd met een wolfseind
Detaillering - Sobere, maar zorgvuldige detaillering waarin plaats is voor beeldondersteunende accenten - Bij uitbreiding sluit de detaillering aan bij het bestaande, bijvoorbeeld het zware kozijnhout - De gevels hebben een gesloten opbouw. De openingen hebben een verticale geleding. Horizontale accenten worden aangebracht door gootlijsten en erkers - Geen rolluiken - Grote vlakken opbouwen uit kleine elementen - Bestaande verschillen tussen woon- en bedrijfsdeel van (voormalige) agrarische bebouwing handhaven
Materiaal- en kleurgebruik - Gevels van baksteen in een bruinrode of bruinbeige kleurstelling - Geveldelen en/of houtgevels van bijgebouwen in bruinzwarte tot zwarte kleur - Bij aanpassing van en uitbreiding bij de karakteristieke panden en de panden met rieten daken geen plaatmaterialen en geen kunststof en aluminium kozijnen toepassen - Dakbedekking van pannen, antracietkleurig, of rietdaken, of combinaties hiervan. Bij de karakteristieke panden, de monumenten en de panden van de rietdakenlijst, zijn de pannen gebakken en niet hoogglanzend
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
21
VERDICHTE DORPSBEBOUWING ALGEMEEN Het welstandsgebied “verdichte dorpsbebouwing” komt zowel voor in Beilen als in Westerbork. Kenmerkend voor beide dorpen is het langgerekte centrumgebied, met de verspreid voorkomende voorzieningen langs de doorgaande route. Het bochtige verloop van de hoofdroute vormt samen met de vele zijwegen de grillige, spinnenwebachtige esdorpstructuur. Het oorspronkelijke agrarische karakter van de bebouwing langs de doorgaande weg is nog herkenbaar, zij het in Beilen minder duidelijk. Bij de functiewijzigingen, die in de loop der jaren hebben plaatsgevonden, zijn veel van de oorspronkelijke boerderij- en woningvormen gehandhaafd. De bebouwing bestaat voor het merendeel uit individuele panden en is grotendeels kleinschalig: één tot twee bouwlagen met forse kap. In het verdichte dorpsgebied van Westerbork komen enkele Saksische boerderijen voor.
22
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
De woningen zijn overwegend in een traditionele bouwstijl gebouwd. Verder komen er panden in de jaren dertig stijl voor. De bebouwing is tamelijk authentiek. In het oog springende uitzonderingen hierop zijn enkele recente winkelpanden en aanbouwen. In de verdichte dorpsbebouwing is het hoofdgebouw veelal prominent. De bebouwing staat op veel plekken in de rooilijn en dicht aan de weg. Ook is er wel sprake van enige afstand tot de openbare weg met een voortuin. De afstand tussen de gebouwen is niet groot. Hierdoor ontstaat een beslotenheid die de bebouwing van dit welstandsgebied onderscheidt van de uitwaaierende bebouwing aan de oude wegen. De nokrichting is overwegend haaks op de weg. De grondvorm van de bebouwing varieert van enkelvoudig tot samengesteld, waarbij de detaillering gemiddeld is te noemen. De gevelcomposities zijn over het algemeen verticaal geleed.
De gevels zijn, met uitzondering van enkele winkelpanden gesloten van karakter en opgetrokken met lichtbruine tot roodbruine baksteen. De daken zijn bedekt met antracietof roodkleurige pannen. Verder zijn er tal van karakteristieke panden die op de rietdakenlijst voorkomen. Westerbork en Beilen kennen enkele provinciale monumenten en rijksmonumenten. BELEID, ONTWIKKELING EN WAARDERING Het handhaven van de bestaande waarden is gezien het authentieke karakter en de aanwezige monumenten het aangewezen beleid. Nieuwe toevoegingen en aanpassingen zullen ondergeschikt zijn aan de bestaande bebouwing. De te verwachten ontwikkelingen zijn opgenomen in het bestaande bestemmingsplan. WELSTANDSREGIME Er geldt een welstandsregime van handhaven.
GEBIED
2
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd Nokrichting bij voorkeur haaks op de weg De hoofdgebouwen zijn op de weg georienteerd De bebouwing vormt een cluster op het erf Bijgebouwen achter het hoofdgebouw plaatsen, of in een ondergeschikte positie
Massa en vorm Individuele uitstraling per pand Bij de winkelbebouwing is er samenhang tussen de begane grond en de verdieping Geen platte afdekking van de aan de straat gelegen hoofdmassa Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm
Materiaal- en kleurgebruik Overwegend gemetselde gevels in rood of lichtbruin. Dakbedekking in donkere of roodbruine nietglanzende pannen of rietdaken al dan niet in combinatie met pannen Bij aanpassingen van monumenten en de karakteristieke panden geen plaatmateriaal en geen kunststof en aluminium kozijnen toepassen
Detaillering De gevels hebben een verticale geleding Winkelgevels met kleinschalige vlakverdeling Gemiddelde fijnschalige detaillering passend bij de bouwstijl en de functie van het gebouw Gevelaccenten zijn onderdeel van het gehele gevelbeeld
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
23
NIET PLANMATIGE UITBREIDINGEN ALGEMEEN De Drentse esdorpen waren oorspronkelijk agrarische nederzettingen, waarvan de structuur was afgestemd op de wijze waarop de landbouw werd uitgeoefend. De lagergelegen gronden dienden als weide- en hooiland, terwijl de hoger gelegen gronden als bouwland werden benut.. De eerste uitbreiding van de esdorpen vond plaats langs de uitvalswegen van de esdorpen, aansluitend op de ruimtelijke structuur van de dorpen. Vanouds lopen de wegen van buiten het dorp naar het hart toe en deze zogenaamde radialen zijn door smalle wegen met elkaar verbonden. De onregelmatig verspreide open ruimtes langs de oude wegen zijn in dit welstandsgebied stukje bij beetje opgevuld. Het zijn voornamelijk woonhuizen gebouwd in de jaren dertig en vijftig, maar ook kleine boerderijen van begin 1900. Door de ligging is de bebouwing vaak beeldbepalend voor een dorp. De bebouwing is overwegend vrijstaand en individueel herkenbaar. Ze is in een vaste voorgevelrooilijn gebouwd. De gebouwen hebben een enkelvoudige bouwmassa,
24
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
bestaande uit één laag met kap en een lage gootlijn. Bebouwing van latere datum kan ook twee bouwlagen met een kap hebben. Het hoofdgebouw is prominent aanwezig op de kavel, waarbij het op de weg is georiënteerd. De hoofdrichting is overwegend evenwijdig aan de zijdelingse perceelgrens. De gevels zijn gemetseld met een rode of donkere steen. De dakbedekking bestaat voornamelijk uit donkere pannen of riet. In dit gebied komen verschillende kapvormen voor, maar de mansardekap is een kenmerkende vorm die op verschillende plaatsen terugkomt. Toegevoegde elementen zoals erkers en dakkapellen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm. Met deze toegevoegde elementen worden vaak de accenten in de gevelopbouw gemaakt. De detaillering is overwegend eenvoudig, echter een aantal woonhuizen kent een verfijndere vormgeving met veel aandacht voor detail. De bijgebouwen zijn ondergeschikt en meestal vrijstaand achter het hoofdgebouw gesitueerd. Bijzondere bebouwing, zoals een school of een grote villa is soms royaal gesitueerd en teruggerooid ten opzichte van
de overige bebouwing. Bijzondere bebouwing onderscheidt zich tevens met een uitgesprokener vormgeving. In deze gebieden komen monumenten voor en staan meerdere panden op de rietdakenlijst. BELEID, ONTWIKKELING EN WAARDERING Het beleid is gericht op het bewaren van de waarden die deze oorspronkelijke oude wegen nog steeds bezitten. Ze vormen in belangrijke mate het functioneel en cultuurhistorisch karakteristieke beeld van het dorp. Het respecteren van het bestaande beeld zal verder gaan dan staat opgetekend in het bestemmingsplan; nieuwe ontwikkelingen zullen per geval worden bekeken en met een ruimtelijke onderbouwing aan de Welstandscommisie worden voorgelegd. WELSTANDSREGIME Een welstandsregime van handhaven is, met het oog op de waarden van de bestaande bebouwing, gekoppeld aan de structuur op haar plaats.
GEBIED
3
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd Nokrichting bij voorkeur haaks op de weg De hoofdgebouwen zijn op de weg georiënteerd De bebouwing vormt een cluster op het erf Bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw
Massa en vorm De gebouwen zijn individueel herkenbaar De hoofdgebouwen hebben, met uitzondering van de bijzondere teruggerooide gebouwen, een enkelvoudige bouwmassa. Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm De kap van het hoofdgebouw is beelddominant Toepassen van een piramidekap is niet toegestaan Bij de winkelbebouwing is er een samenhang tussen de begane grond en de verdieping Detaillering De detaillering is passend bij de bouwstijl van het gebouw Gevelaccenten zijn een onderdeel van het geheel Bij winkelgebouwen kunnen de gevelaccenten beeldbepalend van karakter zijn
Materiaal- en kleurgebruik Gevels van baksteen in een bruinrode of bruinbeige kleurstelling Geveldelen en/of houtgevels van bijgebouwen in bruinzwarte tot zwarte kleur Bij aanpassing van en uitbreiding bij de karakteristieke panden en de panden met rieten daken geen plaatmaterialen en geen kunststof en aluminium kozijnen toepassen Dakbedekking van pannen, antracietkleurig, of rietdaken, of combinaties hiervan. Bij de karakteristieke panden, de monumenten en de panden van de rietdakenlijst, zijn de pannen gebakken en niet hoogglanzend
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
25
PLANMATIGE GEREALISEERDE UITBREIDINGEN ALGEMEEN In tal van dorpen kan de vraag naar woningen niet meer worden gerealiseerd aan de oude ruimtelijk (infra)structuur. Er worden nieuwe wijken en buurten ontworpen. Deze bebouwing onderscheidt zich van de voorgaande periodes, omdat het causale verband tussen de ruimtelijke structuur, de landbouwwijze en het landschap niet meer aanwezig is. De wijken onderscheiden zich vooral door de periode waarin ze zijn gebouwd en hebben onderling veel overeenkomsten. De eerste jaren vijftig en zestig uitbreidingswijken kenmerken zich door een eenvoudige en ruime opzet. Het betreft rijtjeswoningen of twee-onder-een-kapwoningen. De woningen hebben een openbare zijde aan de straat, met de voorgevel en voordeur en een private achterzijde met de achtertuin. De huizen kennen een eenvoudige, sobere vormgeving. De nokrichting is overwegend evenwijdig aan de straat. In de woonerfbuurten uit de jaren zeventig, begin jaren tachtig zijn de woningen rondom een hof of straatje gegroepeerd; het onderscheid tussen een openbare voorzijde en een informele achterzijde is over het algemeen niet meer aanwezig. In de meeste dorpen blijven de woningen echter met een voor-
26
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
zijde op de straat georiënteerd. De (in)formele kenmerken uit deze periode zijn overal goed herkenbaar door de korte rechtstanden van de wegen en een verspringende rooilijn. In de wijken uit deze periode is gevarieerder gebouwd; huur- en koopwoningen, vrijstaande woningen, twee-onder-een-kapwoningen en rijtjeswoningen. De meest recente woonwijken kennen een meer zakelijke en formelere opzet. In deze wijken zijn veel kavels voor de particuliere opdrachtgevers. Voor sommige van deze wijken zijn regieplannen gemaakt, waarin een aantal beeldaspecten is vastgelegd. De straatprofielen in de wijken zijn over het algemeen ruim te noemen. In de jaren zestig en zeventig is er sprake van wandvormende bebouwing. In de jaren tachtig en negentig wordt door de bouw van veel vrijstaande bebouwing het beeld afwisselender. In de woonerfwijken is er sprake van een besloten sfeer. De bebouwing is in rooilijnen langs de straat of het hof geplaatst. In de jaren tachtig komt er meer variatie in de rooilijn. De bebouwing kent een eenheid per project. In de jaren zestig en zeventig is er veel in twee bouwlagen met kap gebouwd, in de jaren negentig is één bouwlaag met kap de meest voorkomende vorm. De vrijstaande woningen worden rond 2000
groter; aan de hoofdvorm worden zijvleugels ontworpen en er wordt meer tweelaags gebouwd. De woningen zijn gebouwd van steenachtige materialen. De kleurstelling verandert van rood, bruin en geel in de jaren voor 1990 tot een lichtere kleurstelling in de jaren negentig. Na 2000 is er weer een trend naar donkere stenen te zien. BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het beleid is gericht op het behoud van het bestaande woonmilieu; door het respecteren van de ruime opzet van de wijken, de schaal en karakteristieken per project. Het incidenteel wijzigen van woningen is over het algemeen geen probleem. In bepaalde gebieden zal het planmatig wijzigen van de woningen het beleid kunnen zijn. Veel voorkomende bouwaanvragen zullen lichtvergunningplichtig zijn en kunnen worden getoetst op de sneltoetscriteria. WELSTANDSREGIME Voor deze wijken geldt een regulier welstandsbeleid waarbij de ruimtelijke structuren per periode en huidige bebouwing de leidraad is.
GEBIED
4
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bestaande rooilijnen per straat respecteren Oriëntatie op openbaar gebied Afwijkingen dienen te passen in de stedenbouwkundige opzet Bijgebouwen ondergeschikt in positie Massa en vorm Bouwhoogte per straat handhaven of projectmatig aanpassen Bijzondere kapvormen (zoals pyramidedaken) behouden of projectmatig vervangen Bestaande geleding hoofd- en bijgebouwen respecteren Wijzigingen bij rijtjeswoningen en dubbele woningen dienen te passen in de gehele blokopbouw Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm
-
Per rij of blok het hanteren van eenzelfde type dakopbouw Bijgebouwen grenzend aan openbaar gebied in de stijl van het hoofdgebouw
Gevelopbouw Bestaande gevelgeledingen en architectuur respecteren Per blok samenhang in de gevels Gevels grenzend aan openbaar gebied voorzien van gevelopeningen
Detaillering Functionele doch fijnschalige detaillering Materiaal- en kleurgebruik Gemetselde gevels of houten gevels indien passend in de straat, met passende kleurstelling Kleurstelling woningen in overeenstemming met of harmoniërend met kleurstelling in de straat Materiaalgebruik bijgebouwen afgestemd op het hoofdgebouw
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
27
ZELFSTANDIGE VOLUMES IN HET GROEN ALGEMEEN In de gemeente zijn meerdere gebieden aan te wijzen waarin een gebouw solitair of als een cluster op een grote groene kavel staat. Vaak betreft het voorzieningen die een dergelijke setting kennen, vaak aan een kruising of in een rand gelegen. Er is sprake van een open bebouwingsstructuur, met veel open ruimtes en zichtassen of -velden. De ruimtes tussen de gebouwen hebben een semi-openbaar karakter. Een duidelijke rooilijn is niet aanwezig. Door de positionering ten opzichte van elkaar en de situering aan de semi-openbare buitenruimtes, is er een onderling verband, een relatie tussen de bouwvolumes. De omvang van de bouwmassa’s is divers, zowel wat betreft de hoogte als het bebouwd oppervlak. De meeste gebouwen zijn als individueel gebouw herkenbaar; de seriematigheid van het programma is niet direct te herkennen. De gevels, veelal van baksteen in uiteenlopende kleuren, variëren eveneens sterk in hun opbouw. Van een ornamentering is niet echt sprake.
28
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
De zendmast neemt in dit welstandsgebied een bijzondere plaats in. Het is een sterk afwijkende vorm die haar zelfstandigheid in het landschap nadrukkelijk neerzet. BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het beleid zal er op zijn gericht de huidige ruimtelijke en functionele status te handhaven en waar nodig te versterken. Er is waardering voor de vele open parkachtige ruimtes en de zorgvuldig ontworpen gebouwen. Uitgangspunt is ook dat elk plan specifiek wordt ontworpen voor de locatie. Met aandacht voor de ontsluiting en entree(s). Een alzijdigheid in het ontwerp van de gevels dient te voorkomen dat er nadrukkelijke achterkanten ontstaan, welke een slechte investering zijn voor de omliggende ruimte.
WELSTANDSREGIME Voor deze gebieden geldt een regulier welstandsregime, waarbij het respecteren van de open parkachtige structuur een uitgangspunt is. Incidentele wijzigingen zijn toegestaan.
GEBIED
5
WELSTANDSCRITERIA Ligging Eventuele nieuwe bebouwing is niet rooilijn gebonden. De positie dient zorgvuldig te worden bepaald in relatie tot de bestaande bebouwingsvolumes Bij (vervangende) nieuwbouw blijft de open ruimtelijke structuur behouden De gebouwen oriënteren zich op de omliggende openbare en open ruimtes. Veelal zal dit een veelzijdige oriëntatie betekenen Bijgebouwen en aan- en uitbouwen die de open ruimtelijk structuur dichtzetten, dienen te worden vermeden Aandacht voor ontsluiting en de ingang
Massa en vorm Samengestelde volumes Herkenbare en eenduidige bouwvolumes De hoofdvorm verhoudt zich in schaal tot de omringende bouwvolumes Een kap en platte afdekking zijn mogelijk Geen voorkeur voor een verticale of horizontale geleding Eigentijdse stijl Gevarieerde gevelopbouw met de nadruk op de alzijdige zichtbaarheid
Detaillering Bij uitbreiding sluit de detaillering aan bij het bestaande Materiaal- en kleurgebruik Baksteen in diverse kleuren als basismateriaal voor de gevels Bij kappen de toepassing van een donkere niet glimmende dakbedekking Architectonische eenheid in hoofdvorm, kleur- en materiaalgebruik
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
29
DERTIGER JAREN UITBREIDINGEN ALGEMEEN Een weg met de typische stijlkenmerken van de jaren dertig is met name in Beilen te vinden. De bebouwing bestaat voornamelijk uit ruime vrijstaande en dubbele woningen. Een deel van de woningen staat aan een groene Esweg. Aan deze Esweg staat voor het grootste deel bebouwing van na 1950, maar het ontwerp van de weg en enige daaraan gelegen woningen is typerend voor de jaren dertig. Eerder dan aan de Esweg, ontstond de jaren dertig bebouwing aan de Brunstingerstraat Aan deze straat is de afwisseling van de bouwstijlen beeldbepalend. Er worden heel traditionele arbeiderswoningen geplaatst, maar ook de wat rijkere woningen in de Amsterdamse School-stijl. De architectonische verschijningsvorm en de rijke parkachtige inrichting van de openbare ruimten en wegen zijn karakteristiek voor deze periode.
30
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
De woonhuizen bevinden zich op enige afstand tot de weg, gecentreerd op de breedte van de kavel. Hierdoor ontstaat een halfopen karakter. De woningen staan op de rooilijn. Eén tot twee bouwlagen met kap is het meest voorkomende profiel van de bouwmassa. Er is sprake van enig onderling verschil in de grootte van de gebouwen, waarbij de vorm van de woning afwisselend samengesteld en enkelvoudig is. De kap van het hoofdgebouw is beelddominant. De helling van het dakvlak is vaak groot bij deze woningen. Bijgebouwen zijn in omvang ondergeschikt aan het hoofdgebouw. De gevels van de gebouwen zijn uitgevoerd in metselwerk in een rode of bruine kleur, versierd met Amsterdamse School elementen.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Er is waardering voor de karakteristiek van de wegen en hun bebouwing. De stedenbouwkundige en architectonische uitwerking is tamelijk authentiek. De hoge woonkwaliteit, mede veroorzaakt door het rijke groen, wordt eveneens gewaardeerd. WELSTANDSREGIME Een welstandsregime van handhaven vormt het beleid.
GEBIED
6
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter met formeel gesitueerde bebouwing engevarieerde nokrichtingen ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd De gebouwen oriënteren zich op de weg
Massa en vorm De bebouwing is individueel herkenbaar De bebouwing heeft een meervoudige bouwmassa. Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm De kap is samengesteld en beelddominant voor het hoofdgebouw De gevels hebben een geleding. die passend is bij de jaren dertig planmatige gerealiseerde uitbreidingen stijl van het gebouw Gevelopeningen passend bij de bouwstijl
Materiaal- en kleurgebruik De gevels zijn opgetrokken uit metselwerk in een rode, of (geel-)bruine kleur De daken van de gebouwen zijn afgedekt met pannen in een bij de bouwstijl passende kleur Grote vlakken op hoofd- en bijgebouwen uitvoeren in een gedekte kleurstelling Bij aanpassingen en verbouwingen materiaal- en kleurkeuze passend bij de leeftijd en de bouwstijl van de gebouwen Windveren, boei- en stootboorden in een witte kleur
Detaillering Sobere, maar zorgvuldige detaillering waarin nadrukkelijk plaats is voor beeldondersteunende accenten Accenten door gootlijsten en windveren Bij uitbreiding sluit de detaillering aan op het bestaande
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
31
BEDRIJVENTERREINEN Na de vervening en landbouwontginningen kwam met de achttiende eeuw andere bedrijvigheid op. In eerste instantie werden de nieuwe bedrijven en fabrieken in het lint of aan de bestaande dorpsstructuur gekoppeld. Over de gemeente verspreid zijn op deze manier bedrijven gevestigd. In veel gevallen zijn de locaties al helemaal in de dorpsbebouwing opgenomen. Met name door de aanwijzing van bedrijventerreinen is een apart welstandsgebied nodig. De planmatige bedrijventerreinen hebben over het algemeen een ruime opzet met brede wegen en voorterreinen. De bebouwing staat los op de terreinen. Er bestaat ruime afstand tot de weg. Onderling bestaat er ook ruime afstand tussen de bedrijven. De hoofdvorm van de bebouwing bestaat veelal uit een hal met plat dak of een kap met een flauwe helling. De stijl van de bebouwing is overwegend industrieel en eenvoudig. Er wordt veel plaatwerk toegepast.
32
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Met het oog op de verdere ontwikkeling van het VAM MERA bedrijventerrein zijn de welstandscriteria vergelijkbaar met die van een regulier bedrijventerrein.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING De goede bereikbaarheid en inpassing van de bedrijventerreinen worden gewaardeerd. De ruime positionering van de bouwwerken draagt bij aan een gestructureerd beeld. WELSTANDSREGIME Er geldt voor veranderingen en vernieuwingen een grote mate van vrijheid. Het incidenteel wijzigen bepaalt het beleid. De zichtlocaties dienen een representatief karakter te hebben.
GEBIED
7
WELSTANDSCRITERIA Ligging Representatieve deel meer prominent aanwezig en naar de weg gekeerd , opslag buiten zoveel mogelijk van de weg gekeerd Hoofdrichting evenwijdig aan of haaks op de weg De opslag op het buitenterrein wordt afgeschermd door middel van de gebouwen of groen
Detaillering, materiaal- en kleurgebruik Geen grote lichte of glimmende vlakken grenzend aan buitengebied Doelmatige detaillering Reclameborden zijn passend bij de architectuur van het gebouw Dakvlakken in een gedekte kleurstelling Installaties niet aan de representatieve gevels
Massa en vorm Eenvoudige hoofdvorm Functionele stijl Representatieve gevels aan het openbaar gebied op zichtlocaties Kantoor/entree aan het openbaar gebied
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
33
RECREATIETERREINEN ALGEMEEN In de gemeente zijn veel recreatieterreinen en bungalowparken. De terreinen, die soms een grote omvang kennen, zijn onopvallend aanwezig; ze zijn opgenomen in een bosachtige omgeving of afgeschermd door bos en beplanting. Nabij de toegang tot deze terreinen bevindt zich veelal een centrum- of entreegebouw van een grotere schaal. De recreatiewoningen staan vaak in een losse setting en informeel tussen de bomen gegroepeerd. De recreatiewoningen zijn overwegend vrijstaand of tweeonder-een-kap. De onderlinge afstand van de recreatiewoningen varieert.
34
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
De recreatiewoningen hebben een enkelvoudige bouwmassa bestaande uit één bouwlaag met plat of afgeschuind dak. Er is weinig plasticiteit in de bouwvolumes en de onderlinge verschillen in omvang zijn gering. Er is sprake van een traditionele bouwwijze, met metselwerk en donker hout in een sobere detaillering. De stijl van de recreatiewoningen is in veel gevallen functioneel , of afgeleid van een “landelijk” type woning. Kleine bergingen zijn vaak in de woning opgenomen.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Er is waardering voor de groene setting van de parken en de informele wijze waarop de recreatiewoningen hierin zijn geplaatst. Een aantal terreinen zal in de toekomst wellicht uitbreiden. WELSTANDSREGIME Voor de recreatieterreinen en parken geldt een regulier welstandsregime waarbij de recreatiewoningen aan de randen extra aandacht verdienen. Incidenteel wijzigen is mogelijk om de kwaliteiten van de terreinen te versterken.
GEBIED
8
WELSTANDSCRITERIA Ligging Het bestaande groene beeld wordt gerespecteerd Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd De hoofdgebouwen zijn op de weg georiënteerd De bebouwing vormt een cluster op het erf Bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw
Massa en vorm Herkenbare en eenduidige bouwvolumes Vrijstaande bijgebouwen zijn niet toegestaan Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm De kap van het hoofdgebouw is beelddominant Detaillering De detaillering is passend bij de bouwstijl van het gebouw Gevelaccenten zijn een onderdeel van het geheel Bij winkelgebouwen kunnen de gevelaccenten beeldbepalend van karakter zijn
Materiaal- en kleurgebruik De kleurstelling voor de gebouwen aan de randen en het centrumgebouw is gedekt Waar een cluster herkenbaar is, moeten de woningen onderling in kleur harmoniëren Gevels van baksteen in een bruinrode of beige kleurstelling Geveldelen en/of houtgevels van bijgebouwen in gedekte kleur Dakbedekking van pannen, rood, antracietkleurig of rietdaken, of combinaties hiervan. De pannen zijn gebakken en niet hoogglanzend
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
35
HISTORISCHE VERBINDINGSLINTEN ALGEMEEN Door de hele gemeente heen zijn oude wegen, oude verbindingslinten te vinden. Voor deze welstandsnota zijn enkele van deze linten aangegeven, waaraan bebouwing is te vinden die de ruimtelijke betekenis van deze oude wegen onderstreept. De oude wegen zijn niet zelden de bochtige, maar rechtstreekse verbindingen tussen de dorpen. Op veel plekken staan bomen die de weg begeleiden. De wegen liggen in veel gevallen ook iets hoger dan het omliggende land. De bebouwing aan de linten heeft een gemengd karakter; woonhuizen, boerderijen en dienstverlenende bedrijvigheid. De afstand van de bebouwing tot de weg varieert, evenals de onderlinge afstand tussen de bebouwing. De bebouwing is op de weg georiënteerd, de nokrichting van de bebouwing is over het algemeen haaks op de weg, parallel aan de zijdelingse perceelgrens.
36
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
De bebouwing is vrijstaand en overwegend één laag met een kap. De kap domineert het beeld. De gevels zijn gemetseld met een bruine of rode steen, de daken zijn afgedekt met pannen. De bijgebouwen zijn overwegend vrijstaand en achter het hoofdgebouw geplaatst.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het beleid is gericht op het behoud en herstel van de ruimtelijke en functionele karakteristiek. Er is waardering voor het landelijke karakter van het lint. De ontwikkelingen zullen zich beperken tot het uitbreiden of vervangen van de bestaande bebouwing. WELSTANDSREGIME Voor deze gebieden geldt een regulier welstandsregime waarbij het respecteren van de bestaande lintbebouwing het uitgangspunt is. Bij het incidenteel wijzigen van de bebouwing zijn de ruimte tussen de bebouwing en de gevarieerdheid belangrijke voorwaarden.
GEBIED
9
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd Oriëntatie van de hoofdgebouwen op de weg Een bestaande nokrichting haaks op de weg of evenwijdig aan de zijdelingse perceelgrens bij vervanging en uitbreiding handhaven De bebouwing vormt een cluster op het erf Bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw
Massa en vorm De gebouwen zijn individueel herkenbaar De hoofdgebouwen hebben een enkelvoudige bouwmassa. Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aangebouwde bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm De kap van het hoofdgebouw is beelddominant Toepassen van een piramidekap is niet toegestaan Bij de winkelbebouwing is er een samenhang tussen de begane grond en de verdieping Detaillering De detaillering is passend bij de bouwstijl van het gebouw Gevelaccenten zijn een onderdeel van het geheel Bij winkelgebouwen kunnen de gevelaccenten beeldbepalend van karakter zijn
Materiaal- en kleurgebruik Grote vlakken op het hoofdgebouw en bijgebouwen uitvoeren in een gedekte kleurstelling Geveldelen en/of houtgevels van bijgebouwen in bruinzwarte tot zwarte kleur Bij aanpassing van en uitbreiding bij de karakteristieke panden en de panden met rieten daken geen plaatmaterialen en geen kunststof en aluminium kozijnen toepassen Dakbedekking van pannen, antracietkleurig, of rietdaken, of combinaties hiervan. De pannen zijn gebakken en niet hoogglanzend
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
37
VERSPREIDE BEBOUWING IN HET ESDORPENLANDSCHAP ALGEMEEN Dit betreft hoofdzakelijk de verspreide bebouwing in het ontginningslandschap van de voormalige heidevelden. Deze gebieden zijn als laatste in cultuur gebracht. De verspreide bebouwing in het zandgebied die op de welstandskaart niet is ondergebracht bij de dorpen of de weglinten valt eveneens onder deze gebiedsbeschrijving. Dit betreft de verspreide lintbebouwing tussen de kernen van de esdorpen die niet in de historische verbindingslinten zijn meegenomen. In het veenkoloniale gebied waar de bebouwing is geordend langs de linten komt eveneens verspreide bebouwing voor, maar die valt onder de twee
38
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
welstandsgebieden Veenontginningsgebied Smilde en Nieuw Balinge - Witteveen. De verspreide bebouwing is redelijk divers, maar bestaat voornamelijk uit kleine (voormalige) boerderijen. De bebouwing is vrijstaand, met een eenlaagse bouwhoogte met kap. De gebouwen hebben een enkelvoudige bouwmassa. De nokrichting is in de meeste situaties haaks op de weg. De kapvorm is veelal een zadeldak met of zonder een wolfseind. De woongevels van de boerderijen oriënteren zich op de weg. De gevels zijn opgetrokken in een rode of bruine baksteen, de daken zijn veelal afgedekt met pannen in een gedekte kleurstelling.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het beleid is gericht op behoud en herstel (in de beekdalen) van landschappelijke en natuurlijke waarden in de gebieden. In het veldontginningsgebied is de grondgebonden landbouw de hoofdfunctie. Er is waardering voor het landelijke karakter van het gebied en de bescheiden plaats die de bebouwing in dit landschap inneemt. WELSTANDSREGIME Voor de verspreide bebouwing geldt een regulier welstandsregime van respecteren, waarbij het respecteren van de landschappelijke en natuurlijke waarden een uitgangspunt is.
GEBIED
10
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd Oriëntatie van woning en voorhuiS op de weg Een bestaande nokrichting haaks op de weg of evenwijdig aan de zijdelingse perceelgrens bij vervanging en uitbreiding handhaven Bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw De bebouwing vormt een cluster op het erf
Massa en vorm De gebouwen zijn individueel herkenbaar De hoofdgebouwen hebben een enkelvoudige bouwmassa. Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm De kap is beelddominant voor het hoofdgebouw en de bijgebouwen Toepassing van een piramidekap is niet toegestaan Detaillering De detaillering is passend bij de bouwstijl van het gebouw Gevelaccenten zijn een onderdeel van het geheel
Materiaal- en kleurgebruik Grote vlakken op het hoofdgebouw en bijgebouwen uitvoeren in een gedekte kleurstelling Herkenbaar verschil tussen woon- en bedrijfsgedeelte boerderijen handhaven De daken uitvoeren in een gedekte kleurstelling, bij pannen niet hoogglanzend Gevels van baksteen in een bruinrode of bruin beige kleurstelling Geveldelen en/of houtgevels van bijgebouwen in bruinzwarte tot zwarte kleur Bij aanpassing van en uitbreiding bij de karakteristieke panden en de panden met rieten daken geen plaatmaterialen en geen kunststof en aluminium kozijnen toepassen Dakbedekking van pannen, antracietkleurig, of rietdaken, of combinaties hiervan. De pannen zijn gebakken en niet hoogglanzend
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
39
GROEN-, SPORTGEBIEDEN EN BEGRAAFPLAATSEN ALGEMEEN In en rondom een aantal dorpen zijn sportterreinen, ijsbanen, het motorcrossterrein, begraafplaatsen en groengebiedjes aangelegd. Eventuele bebouwing heeft in deze groengebieden een directe relatie met de functie van het groengebied; een sportkantine, een uitvaartgebouwtje et cetera. Over het algemeen gaat het om kleine objecten die opgaan in een groene setting. De uitvaartgebouwen zijn evenals de andere gebouwen functioneel van aard, maar zijn in veel gevallen rijker van uitvoering.
40
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het beleid is gericht op het handhaven van de bestaande kwaliteiten; het groene, onbebouwde karakter van de betreffende gebieden is beeldbepalend. De bebouwing heeft een ondergeschikte rol.
WELSTANDSREGIME Voor de groen-, sportgebieden en begraafplaatsen geldt een regulier welstandsregime waarbij de setting in het groen het uitgangspunt is.
GEBIED
11
WELSTANDSCRITERIA Ligging - Plaatsing van het gebouw is gerelateerd aan de functie van het terrein Massa en vorm - Eenvoudige hoofdvorm Detaillering, materiaal- en kleurgebruik - Eenvoudige gevelopbouw - Materiaalgebruik in relatie tot functie van het gebouw
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
41
LANDGOEDEREN ALGEMEEN In de gemeente Midden-Drenthe is een aantal landgoederen te vinden. Deze landgoederen vormen een eigen welstandsgebied om hun cultuurhistorische waarden, maar ook hun landschappelijke verwevenheid. De landgoederen zijn niet zelden in beheer van een stichting, wat doorgaans betekent dat de bouwwerken op het landgoed in een goede staat van onderhoud zijn. Naast bewoning, komen ook functies voor als musea en expositiegelegenheden. De architectuur van de gebouwen verschilt, maar is in alle gevallen verzorgd en nauwkeurig voor de plek ontworpen.
42
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Het betreft de volgende landgoederen: Diependal (tussen Hijken en Oranje) Vossenberg (nabij Wijster) Dennenrode (nabij Hooghalen) Landgoed Hooghalen Heidehuis te Elp Zandhof te Elp Orvelterstraat 10 te Westerbork
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Er is waardering voor de wijze waarop de landgoederen hun plek hebben in het landschap. De status die landgoederen hebben, is van grote invloed op de omgeving. Dit betekent dat in alle gevallen zorgvuldig moet worden omgegaan met bouwplannen. De monumentenstatus van de landgoederen beschermt de gebouwen aan de hand van de monumentenwetgeving. Ook voor bouwvergunningsvrije bouwwerken is dan altijd toch een bouwvergunning nodig. WELSTANDSREGIME Op landgoederen ligt een regulier welstandsregime waarbij handhaven het uitgangspunt is. De genoemde verwevenheid met het landschap is een groot goed voor dit welstandsgebied.
GEBIED
12
WELSTANDSCRITERIA Ligging - Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen - Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding
Massa en vorm - De gebouwen zijn individueel herkenbaar - Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm - Een forse kap domineert het beeld Detaillering, materiaal- en kleurgebruik - Sobere, maar zorgvuldige bij de architectuur passende detaillering, kleurgebruik en materialisatie, waarin plaats is voor beeldondersteunende accenten
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
43
VERSTEDELIJKT DORPSCENTRUM - BEILEN ALGEMEEN Dit welstandsgebied betreft alleen het winkelcentrum van Beilen. Beilen heeft van oudsher een sterke verbondenheid met landschappelijke assen en wegen, die liepen over de hogere ruggen in het gebied. Waterlopen lagen in de laagten daartussen. Op een gunstig snijpunt daarvan is Beilen ontstaan. Van de landbouw afgeleide handel kwam hier al vroeg tot stand. Rond 1900 vond de bebouwing min of meer rond de essen plaats. Ten zuiden van Beilen vinden in toenemende mate ingrepen in het landschap plaats, zoals het kanaal dat is gegraven ten behoeve van de winning en afvoer van veen. Eerst de spoorlijn en veel later de A28 kaderden Beilen in, met de noordelijk en zuidelijk verschijnende regionale verbindingsroutes. Het winkelgebied kenmerkt zich door een grote dichtheid van winkelpanden. De winkelpanden richten zich voornamelijk op de straten waaraan ze staan. Op twee binnengebieden zijn parkeerterreinen ontstaan. De kern is historisch gegroeid en kent dicht aaneen staande panden, die in veel gevallen
44
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
zijn “versmolten” met belendende panden ten behoeve van de vergroting van het exploitatieoppervlak. Vergroting van het exploitatieopppervlak en het parkeergebied op het binnenterrein hebben er toe geleid dat er zich enkele voorgevels aan het binnenterrein hebben gevormd. Over het algemeen loopt de bestrating van gevel tot gevel, waardoor de bebouwing direct op het maaiveld lijkt te staan. Er is over het algemeen sprake van plaatsing in de rooilijn. Deze rooilijn ligt dicht op de weg. De bebouwing bestaat op de begane grond overwegend uit winkels met daarboven woningen. Hierdoor zijn de gevels in sommige gevallen op de begane grond open te noemen, terwijl op hoger niveau de gevels gesloten zijn. Twee bouwlagen met kap komen veel voor, waarbij de supermarkten en aanbouwen veelal één laag zonder kap zijn. In de omvang van de panden zitten grote verschillen, Dit komt door de samenvoegingen van panden en de uitbreidingen die zijn gepleegd. De massa is samengesteld en kent veel plastiek. Het kleurgebruik is divers.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Voor dit welstandsgebied gaat waardering uit naar de kleinschaligheid van de dorpsbebouwing. Grootschaliger functies hebben zich in dit gebied ingepast door de bebouwing aan elkaar te doen smelten, maar het dorpskarakter overeind te laten. Verder bestaat waardering voor de aanwezigheid van rooilijnen. WELSTANDSREGIME Voor het winkelgebied (kernwinkelgebied en uitlopers daarvan) is het beleid er op gericht om, door incidenteel wijzigingen toe te staan, de kwaliteit te verhogen. Samenhang, bouwkundige kwaliteit en inrichting openbare ruimte zijn onderhevig aan een kritische welstandstoets. Daarbij geldt het respecteren van de bestaande bebouwing. Bij vervangende nieuwbouw zal worden teruggegrepen op de karakteristiek van de oorspronkelijke bebouwing, dan wel aansluiting worden gezocht bij de (nieuwe) bebouwing in de directe omgeving.
GEBIED
13
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd Nokrichting bij voorkeur haaks op de weg De hoofdgebouwen zijn op de weg georiënteerd Geringe onderlinge afstanden tussen de gebouwen Bijgebouwen achter het hoofdgebouw plaatsen, of in een ondergeschikte positie
Massa en vorm Individuele uitstraling per pand Bij de winkelbebouwing is er samenhang tussen de begane grond en de verdieping Stijl in samenhang met het bestaande; Bij nieuwbouw ook eigentijdse vormen mogelijk, mits van architectonisch goed niveau; Bij grotere invullingen wordt de omringende pandbreedte als ritme in de gevelindeling gerespecteerd; Compositie wisselend; Transparantie van gesloten tot open; Geen uitkragende balkons, luifels beperkt tot 1,5 m uitkraging. Detaillering De gevels hebben een verticale geleding Winkelgevels met kleinschalige vlakverdeling Gemiddelde fijnschalige detaillering passend bij de bouwstijl en de functie van het gebouw Gevelaccenten zijn onderdeel van het gehele gevelbeeld
Materiaal- en kleurgebruik Overwegend gemetselde gevels in rood of lichtbruin. Dakbedekking in donkere of roodbruine niet glanzende pannen of rietdaken al dan niet in combinatie met pannen Bij aanpassingen van monumenten en de karakteristieke panden geen plaatmateriaal en geen kunststof of aluminium kozijnen toepassen
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
45
VEENONTGINNINGSGEBIED SMILDE ALGEMEEN De dorpen Smilde, Hijkersmilde, Hoogersmilde, Laaghalerveen en Bovensmilde zijn ontstaan langs de kanalen die zijn gegraven voor de grootschalige ontginning van het Drentse veengebied. De bebouwing aan de kanalen bestaat uit: arbeiderswoningen, burgermanswoningen en enkele statige herenhuizen, boerderijen, winkels, horeca en allerlei bedrijven. Door de grote diepte van de kavels zijn er verspreid over het gebied veel bedrijven te vinden. De oudere bebouwing staat dicht op de weg en de nieuwere bebouwing is soms iets teruggerooid. De agrarische bebouwing staat op eenzelfde wijze in het lint als de overige bebouwing. Verdichtingen in de lintbebouwing zijn te vinden bij de dwarsverbindingen tussen de lintdorpen. In de loop der tijd zijn de linten aan de dorpszijde verdicht en zijn veel van de oude woningen vervangen. Het zicht op het open land is nog ruimschoots aanwezig. Functieveranderingen zijn tot nu toe vrij soepel langs het lint opgenomen. De boerderijen en de huizen staan over het algemeen met de nok loodrecht op het kanaal en de
46
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
weg, een uitzondering hierop vormen de landarbeiderswoningen aan de landzijde. De hoofdgebouwen van de woonhuizen hebben een enkelvoudige bouwmassa. Het merendeel van de bebouwing bestaat uit één laag met een kap, opgetrokken uit rode of bruine baksteen en afgedekt met donkere pannen. De bijgebouwen zijn veelal vrijstaand en achterop het erf geplaatst De boerderijen zijn door hun monumentale omvang en vaak fraaie vormgeving belangrijke beelddragers. De bebouwing die niet aan een kanaal is gelegen, bestaat voornamelijk uit boerderijen en arbeiderswoningen. Het verschil met de aan een kanaal gelegen boerderij is te vinden in de oriëntatie en bebouwingsrichting op het erf. Het woongebouw is echter altijd gericht op de weg. De arbeiderswoningen verschillen alleen in onderlinge afstand van de arbeiderswoningen die aan het kanaal gelegen zijn. BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het beleid is gericht op behoud van de ruimtelijke en functionele karakteristiek van de dorpen.
Een aantal gebouwen heeft een monumentale status. In enkele bestemmingsplannen hebben panden een aanduiding “karakteristiek pand”. Dit betekent dat de uitwendige hoofdvorm van het gebouw in principe dient te worden gehandhaafd. Dit zijn vaak de beeldbepalende agrarische hoofdgebouwen en incidenteel een beeldbepalend woonhuis. Langs de kanalen is op een enkele plaats nog een nieuwbouwlocatie voorhanden. Met uitzondering van de monumentale voorhuizen van de boerderijen, is de bebouwing architectonisch niet bijzonder. De bebouwing ondersteunt de ruimtelijke hoofdstructuur door de grote schaalverschillen tussen de dorpsbebouwing en de boerderijen en de aan deze types gerelateerde vormtaal. De bestemmingsplannen bieden het juridische kader voor het behoud van deze ruimtelijke structuur. WELSTANDSREGIME Het welstandsregime in deze gebieden is regulier. Het is gericht op het handhaven van de kenmerkende ruimtelijke structuur en de gevarieerde bebouwing.
GEBIED
14
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter met formeel gesitueerde bebouwing en gevarieerde nokrichtingen ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd De gebouwen oriënteren zich op het kanaal Voor de afstand tot de weg zijn de belendingen maatgevend De nokrichting van een vrijstaande woning, voegt zich naar de positie van de belending
-
Bijgebouwen bij voorkeur vrijstaand en achter het hoofdgebouw gesitueerd Grootschalige bedrijfsbebouwing zoals loodsen aan de dorpszijde achter de achtergevelrooilijnen van de woningen situeren
Massa en vorm De bebouwing is individueel herkenbaar De bebouwing heeft, met uitzondering van de agrarische hoofdgebouwen een enkelvoudige bouwmassa. Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm De kap is beelddominant Toepassen van een piramidekap is niet toegestaan De gevels hebben een geleding. die passend is bij de bouwstijl van het gebouw Bij winkelbebouwing is er een samenhang tussen de begane grond en de verdieping Gevelopeningen passend bij de bouwstijl
Detaillering Eenvoudige detaillering, met uitzondering van de rijke detaillering op de voorhuizen van de boerderijen die vaak passend in één bouwstijl zijn uitgevoerd Bij uitbreiding sluit de detaillering aan op het bestaande Materiaal- en kleurgebruik De gevels zijn opgetrokken uit metselwerk in een rode of bruine kleur De daken van de gebouwen zijn afgedekt met pannen in een bij de bouwstijl passende kleur Grote vlakken op hoofd- en bijgebouwen uitvoeren in een gedekte kleurstelling Bij aanpassingen en verbouwingen materiaal- en kleurkeuze passend bij de leeftijd en de bouwstijl van de gebouwen Nieuwe bedrijfsbebouwing zoals schuren en loodsen in een gedekte kleur
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
47
VERDICHTE LINTBEBOUWING IN SMILDE ALGEMEEN Smilde is in de twintigste eeuw aanzienlijk gegroeid. De snelle ontwikkeling heeft toen in ruimtelijke zin een transformatie in gang gezet. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ruimtelijke sporen uit het verleden en de “positie op de tijdsbalk” van een dorp dat eens slechts bestond uit twee bebouwingslinten aan weerszijden van de Drentsche Hoofdvaart. De Drentsche Hoofdvaart kent een “stille” westelijke en een “drukke” oostelijke kant. Het oorspronkelijke bebouwingslint is het meest intensief bebouwd aan de oostzijde van de Drentsche Hoofdvaart. Hoewel de karakteristiek van de (lint)bebouwing vaak wordt bepaald door de overeenkomst van de verschillende onderdelen, is in Smilde juist de verscheidenheid in hoge mate kenmerkend. De sterke lineaire vaart-/wegenstructuur ondersteunt daarenboven de samenhang in de verscheidenheid van elementen. Niet alleen de architectuur, in casu de kleinschaligheid, afgewisseld met enkele panden van grotere schaal en het kleur- en materiaalgebruik zijn hierbij van belang, maar ook de situering. De onderlinge afstanden tussen de bestaande
48
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
panden variëren sterk. In de kernen is sprake van een tamelijk gesloten bebouwingslint, met enkele onderbrekingen van grote panden op ruime percelen. In het welstandsgebied is een garagebedrijf gevestigd. Het pand staat vrij dicht op de weg; de stalling van auto’s vindt plaats aan de achterzijde en de noordelijke zijkant van het pand. Naast het garagebedrijf staat een Chinees-Indisch restaurant; ten noorden daarvan ligt het nieuwe winkelcentrum. Hier is bewust gekozen voor een terugliggende bebouwing met een grote voorruimte. De winkelfunctie is op deze wijze duidelijk herkenbaar vanaf de (doorgaande) weg. Door de open voorruimte in de rooilijn te voorzien van een arcade, is het gat in het bebouwingslint minder opvallend. Verder bestaat het bebouwingslint uit woningen en kleinschalige bedrijfs-/winkelfuncties. De hoofdgebouwen in dit welstandsgebied hebben een samengestelde bouwmassa. De gebouwen zijn afwisselend plat, of afgedekt met een kap. De gebouwen zijn één tot
drie bouwlagen hoog en voornamlijk opgetrokken uit rode of bruine baksteen. Witgestuukte of witgeverfde gevels komen in dit welstandsgebied eveneens voor. BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Voor dit welstandsgebied gaat waardering uit naar de structuur van de lintbebouwing die, ondanks een grotere afstand tot de weg bij het nieuwe winkelcentrum, duidelijk wordt gerespecteerd. Veel waardering is er ook voor het contrast tussen de beide zijden van het kanaal; de ene kant bestaat uit centrumfuncties, terwijl de andere zijde het dominante beeld van de “oude” lintbebouwing doorzet. WELSTANDSREGIME Voor dit welstandsgebied is het beleid er op gericht om, door incidenteel wijzigingen toe te staan, de kwaliteit te verhogen. Samenhang, bouwkundige kwaliteit en inrichting openbare ruimte zijn onderhevig aan een kritische welstandstoets.
GEBIED
15
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen Voor de karakteristieke gebouwen, zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd De gebouwen oriënteren zich op het diep Een bestaande nokrichting van een vrijstaande woning, voegt zich naar de positie van de belending Geringe onderlinge afstanden tussen de gebouwen
-
Bijgebouwen achter het hoofdgebouw plaatsen, of in een ondergeschikte positie
Massa en vorm Individuele uitstraling per pand Bij de winkelbebouwing is er samenhang tussen de begane grond en de verdieping Stijl in samenhang met het bestaande Bij nieuwbouw ook eigentijdse vormen mogelijk, mits van architectonisch goed niveau Bij grotere invullingen wordt de omringende pandbreedte als ritme in de gevelindeling gerespecteerd Compositie wisselend Transparantie van gesloten tot open Geen uitkragende balkons, luifels beperkt tot 1,5 m uitkraging
Detaillering De gevels hebben een verticale geleding Winkelgevels met kleinschalige vlakverdeling Gemiddelde fijnschalige detaillering passend bij de bouwstijl en de functie van het gebouw Gevelaccenten zijn onderdeel van het gehele gevelbeeld Materiaal- en kleurgebruik Overwegend gemetselde gevels in rood of lichtbruin Bij een met pannen afgedekt dak de dakbedekking in donkere of roodbruine niet glanzende pannen Bij aanpassingen van monumenten en de karakteristieke panden geen plaatmateriaal en geen kunststof of aluminium kozijnen toepassen
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
49
VEENONTGINNINGSGEBIED NIEUWBALINGE - WITTEVEEN ALGEMEEN Het gebied is een zogenaamd “jong veld- of veenontginningsgebied”. Het gebied bestond oorspronkelijk uit drassig terrein en zandgebieden. Het landschap kenmerkt zich daardoor nu door een regelmatige, op de weg gerichte opstrek. Vrijwel alle dorpen in de directe omgeving ontstonden eerder op hoger gelegen ruggen of wallen. Het hoogteverschil is minimaal twee meter. Nu is er sprake van een open landschap met lange linten die zich plaatselijk verdichten tot een dorp of beplante erven. Toch is het gebied heel anders dan de veengebieden elders in de provincie. Overal gloort het bos aan de horizon. Nieuw Balinge is ongeveer 150 jaar oud. Daarvoor was het een moeras tussen twee zandruggen. Nieuw Balinge is aan het diep, de Middenraai, ontstaan, maar is aan de westelijke uitvalsweg uitgebreid. Het centrum heeft zich iets naar het westen verplaatst richting een hoger gelegen keileemrug.
50
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Witteveen is het jongste dorp van Drenthe. Het ontstond in 1926 als ontginningsnederzetting. In het dorp werden de arbeiders gehuisvest die bij het ontginnen van het veen werden ingezet. Het dorp bestaat nu uit twee haaks op elkaar staande linten, waarbij rond de kruising de bebouwing zich enigszins verdicht. Rond de kruising zijn ook enkele voorzieningen gelegen, zoals de school, het dorpshuis (verenigd in het multifunctioneel gebouw de Tille), een kerk (overigens niet meer als zodanig in gebruik), sportvelden en een ijsbaan. De oorspronkelijke arbeiderswoningen in de veenkolonie zijn voor een belangrijk deel nog intact. Een belangrijke karakteristiek is de eenvoudige, sobere verschijningsvorm. De nokrichting van de woningen is in de meeste gevallen loodrecht op de weg en de woningen hebben een ruime onderlinge afstand. In het centrale lint heeft een verdichting plaatsgevonden, waarbij functies als wonen en bedrijvigheid gemengd voorkomen.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het beleid is gericht op behoud van de ruimtelijke en functionele karakteristiek van de kolonie. Er is grote waardering voor het redelijk authentieke beeld van de ruimtelijkhistorische ontwikkelingen. De arbeiderswoningen vormen een belangrijk onderdeel van deze waardering. Getracht zal moeten worden de karakteristiek te handhaven. De bebouwing ondersteunt de ruimtelijke hoofdstructuur door het patroon van dorpsbebouwing en boerderijen en de aan deze types gerelateerde vormtaal. De bestemmingsplannen bieden het juridische kader voor het behoud van deze ruimtelijke structuur. WELSTANDSREGIME Het welstandsregime in deze gebieden is regulier. Het is gericht op het respecteren van de kenmerkende ruimtelijke structuur en de gevarieerde bebouwing.
GEBIED
16
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter met formeel gesitueerde bebouwing en gevarieerde nokrichtingen ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd De gebouwen oriënteren zich op de weg Voor de afstand tot de weg zijn de belendingen maatgevend
-
Bijgebouwen bij voorkeur vrijstaand en achter het hoofdgebouw gesitueerd Bedrijfsbebouwing zoals loodsen aan de dorpszijde achter de achtergevelrooilijnen van de woningen situeren
Massa en vorm De bebouwing is individueel herkenbaar De bebouwing heeft, met uitzondering van de agrarische hoofdgebouwen, een enkelvoudige bouwmassa. Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm De kap is beelddominant voor het hoofdgebouw Toepassen van een piramidekap is niet toegestaan De gevels hebben een geleding die passend is bij de bouwstijl van het gebouw Gevelopeningen passend bij de bouwstijl
Detaillering Sobere, maar zorgvuldige detaillering waarin plaats is voor beeldondersteunende accenten Bij uitbreiding sluit de detaillering aan op het bestaande Materiaal- en kleurgebruik De gevels zijn opgetrokken uit metselwerk in een rode of bruine kleur De daken van de gebouwen zijn afgedekt met pannen in een bij de bouwstijl passende kleur Grote vlakken op hoofd- en bijgebouwen uitvoeren in een gedekte kleurstelling Bij aanpassingen en verbouwingen materiaal- en kleurkeuze passend bij de leeftijd en de bouwstijl van de gebouwen Nieuwe bedrijfsbebouwing zoals schuren en loodsen in een gedekte kleur
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
51
BEILEROORD ALGEMEEN In 1921 werd huize WAM ingericht als een sanatorium voor verstandelijk gehandicapte vrouwen. In 1926 werd door Beileroord een nieuw complex gebouwd op de esgrond in de nabijheid van huize WAM. In deze tijd verwierf de stichting de gronden tot aan het spoor. Inmiddels is de bebouwing uit de begintijd van het Beileroord gesloopt. Vanwege het feit dat het is uitgegroeid tot een tamelijk groot gebied met meerdere grote bouwvolumes, die in een parkachtige setting zijn gegroepeerd, is Beileroord (GGZ Drenthe) een afzonderlijk welstandsgebied. Er is sprake van een open bebouwingsstructuur. De ruimtes tussen de gebouwen hebben een semi-openbaar karakter, maar het is door de plaatsing van de gebouwen overal duidelijk dat men zich op het terrein van Beileroord bevindt. Een duidelijke rooilijn is niet aanwezig. Door de positionering ten opzichte van elkaar, de situering aan de semi-openbare buitenruimtes en de verbindingswegen is er een onderling verband, een relatie tussen de bouwvolumes.
52
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
De omvang van de bouwmassa’s is divers. De gevels zijn opgetrokken met rode of geelbruine baksteen. De gevels zijn in het geval van de nieuwere bebouwing ook wel bekleed met een bij de architectuur passende gevelbekleding. De gebouwen hebben vrijwel allemaal een kap, met uitzondering van de meest recente bouwwerken. De entrees zijn gericht op de wegen.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het beleid zal er op zijn gericht de huidige ruimtelijke en functionele status te handhaven en waar nodig te versterken. Er is waardering voor de vele open parkachtige ruimtes en de zorgvuldig ontworpen gebouwen die allemaal onderdeel zijn van één overkoepelend programma. WELSTANDSREGIME Voor deze gebieden geldt een welstandsregime van incidenteel wijzigen, waarbij het respecteren van de open parkachtige structuur een uitgangspunt is.
GEBIED
17
WELSTANDSCRITERIA Ligging Eventuele nieuwe bebouwing is niet rooilijn gebonden. De positie dient zorgvuldig te worden bepaald in relatie tot de bestaande bebouwingsvolumes Bij (vervangende) nieuwbouw blijft de open ruimtelijke structuur behouden De gebouwen oriënteren zich op de omliggende openbare en open ruimtes. Veelal zal dit een veelzijdige oriëntatie betekenen
Massa en vorm Samengestelde volumes Herkenbare en eenduidige bouwvolumes De hoofdvorm verhoudt zich in schaal tot de omringende bouwvolumes Een kap en platte afdekking zijn mogelijk Geen voorkeur voor een verticale of horizontale geleding Eigentijdse stijl Gevarieerde gevelopbouw met de nadruk op de alzijdige zichtbaarheid
Detaillering, materiaal- en kleurgebruik Bij uitbreiding sluit de detaillering aan bij het bestaande Bij kappen de toepassing van een niet glimmende dakbedekking Architectonische eenheid in hoofdvorm, kleur- en materiaalgebruik
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
53
VAM - TERREIN ALGEMEEN Bij Wijster ligt het voormalige VAM - terrein, tegenwoordig onderdeel van Essent Milieu. De bovenkant van de VAMberg ligt op 40 meter; het hoogste punt van Drenthe. Bovenop de berg staat bezoekerscentrum “De Blinkert” dat overzicht biedt op het naastgelegen natuurgebied en het er eveneens naastliggende bedrijventerrein VAM MERA Park. Het bezoekerscentrum heeft met zijn ronde vorm een alzijdige orientatie. De gevel van het gebouw bestaat uit staalbeplating met een grasdak.
54
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Het enorme industriecomplex van de VAM wordt door een groene omzoming enigszins aan het oog onttrokken. Installaties van een indrukwekkende schaal en veel open ruimte om de industriegebouwen heen die voor opslag worden gebruikt, maken dit gebied tot een apart welstandsgebied. De voornamelijk doosvormige gebouwen kenmerken zich door hun stalen gevelbeplating en gesloten gevels.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het beleid is gericht op een verdere ontwikkeling van het gebied. Daarbij dienen de voorzieningen als het bezoekerscentrum en de uitgebreide wandel- en fietsinfrastructuur te worden gerespecteerd. WELSTANDSREGIME Voor deze gebieden geldt een welstandsregime van planmatig wijzigen, waarbij het respecteren van de naastgelegen natuurwaarden een uitgangspunt is.
GEBIED
18
WELSTANDSCRITERIA Ligging Representatieve deel meer prominent aanwezig en naar de weg gekeerd, opslag buiten zoveel mogelijk van de weg gekeerd Hoofdrichting evenwijdig aan of haaks op de weg De opslag op het buitenterrein wordt afgeschermd door middel van de gebouwen of groen
Detaillering, materiaal- en kleurgebruik Geen grote lichte of glimmende vlakken grenzend aan buitengebied Doelmatige detaillering Reclameborden zijn passend bij de architectuur van het gebouw Dakvlakken in een gedekte kleurstelling Installaties niet aan de representatieve gevels
Massa en vorm Eenvoudige hoofdvorm Functionele stijl Representatieve gevels aan het openbaar gebied op zichtlocaties Kantoor/entree aan het openbaar gebied
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
55
MUSEUMDORP ORVELTE ALGEMEEN Orvelte is een esdorp dat in de Middeleeuwen is ontstaan aan de weg van Westerbork naar Zweeloo. De voornamelijk agrarische bebouwing concentreerde zich in eerste instantie aan de Schoolstraat en de Dorpsstraat. In het dorp is een herstelde brink aanwezig en zijn de karakteristieke wegverharding, erfafscheiding en de weg- en erfbeplanting hersteld. Orvelte is in 1967 aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Daarbij staan er veel monumenten in het dorp.
56
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
In Orvelte is met name het oude Saksische boerderijtype in zijn authentieke vorm te zien. Het voornamelijk toeristische karakter heeft tot gevolg dat het van oorsprong agrarische dorp buiten het toeristenseizoen leeg aandoet.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Orvelte is als beschermd dorpsgezicht van nationaal belang vanwege zijn grote cultuurhistorie, architectonische en historisch-ruimtelijke waarden en zijn redelijk hoge mate van gaafheid en zeldzaamheid. WELSTANDSREGIME Het beleid is gericht op handhaven, waarbij de toelichting op het beschermd dorpsgezicht, wat het beschermingsbelang betreft, als uitgangspunt dient.
GEBIED
19
WELSTANDSCRITERIA Ligging - Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Massa en vorm - De gebouwen zijn individueel herkenbaar - De hoofdgebouwen hebben een enkelvoudige bouwmassa. Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm - Een forse kap domineert het beeld (van de hoofd- en bijgebouwen). De kapvorm beperkt zich tot het zadeldak, het schilddak en de mansardekap. De kap kan zijn uitgevoerd met een wolfseind
Detaillering - Sobere, maar zorgvuldige detaillering waarin plaats is voor beeldondersteunende accenten - Bij uitbreiding sluit de detaillering aan bij het bestaande, bijvoorbeeld het zware kozijnhout - De gevels hebben een gesloten opbouw. De openingen hebben een verticale geleding - Geen rolluiken - Bestaande verschillen tussen woon- en bedrijfsdeel van (voormalige) agrarische bebouwing handhaven
Materiaal- en kleurgebruik - Gevels van baksteen in een bruinrode of bruinbeige kleurstelling - Geveldelen en/of houtgevels van bijgebouwen in bruinzwarte tot zwarte kleur - Dakbedekking van pannen, antracietkleurig, of rietdaken, of combinaties hiervan. Bij de karakteristieke panden, de monumenten en de panden van de rietdakenlijst, zijn de pannen gebakken en niet hoogglanzend
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
57
PLAN NAGTEGAEL - BEILEN / HOOIMAVELD - WESTERBORK ALGEMEEN Plan Nagtegael Dicht tegen Beilen aan ligt het uitbreidingsplan Nagtegael. Het plan onderscheidt zich van de planmatig gerealiseerde woningbouw door zijn uitgesproken aandacht voor bestaande landschapspatronen en -elementen, in combinatie met een sterke overeenkomst in stijlkenmerken van de woningen die in het plan zijn opgenomen. In het plan zijn jaren dertig stijlelementen en hedendaagse detaillering en vormgeving gecombineerd. Doordat dit vrij consequent in het hele plan is doorgevoerd, is het beeld buitengewoon samenhangend te noemen. De ruime opzet van het plan, met aandacht voor de bestaande landschapskenmerken, draagt bij aan het gebiedseigen karakter. De woningen in het plan bestaan uit twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande woningen. De woningen kunnen zowel een enkel- als een meervoudige opbouw van de bouwmassa hebben. Het opgaand werk is van donkerbruine
58
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
en donkerrode baksteen. Zowel steile als minder steile kappen komen voor. Alle kappen zijn afgedekt met zwarte pannen. De gevels zijn tamelijk gesloten. Boeidelen, windveren en andere uitstekende delen zijn in wit uitgevoerd. Plan Hooimaveld Aan de noordrand van de Noorderesch in Westerbork ligt het plan Hooimaveld. Evenals bij het plan Nagtegael is de landschappelijke onderlegger terug te zien in de inrichting van het plan; onder meer in de kavelrichting en de houtwallen. Enerzijds belangrijke landschapskenmerken en anderzijds de bestaande sportvelden zijn belangrijke onderdelen in de hechting van de nieuwbouwwijk op zijn plek; aan de dorpsstructuur en in het eslandschap. Ook in deze wijk is gekozen voor een beperkte vrijheid in de te kiezen materialen om een consistent en rustig beeld te krijgen. De wijk kent een ruime opzet en hoogwaardige architectuur die refereert aan de jaren twintig en dertig. In het gebied worden zowel woningen van twee lagen met een kap als bungalows aangetroffen. In de bebouwingsvoorschriften
zijn voor bepaalde delen van het gebied lei-achtige pannen opgenomen als dakbedekking. BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Om de hoogwaardige karakteristieken van de uitbreidingsplannen te behouden, zal er bij de behandeling van bouwplannen in deze gebieden met extra zorg worden gekeken en beoordeeld. Van groot belang voor het totale beeld zijn onder meer de steen- en kleurkeuze. Ook de jaren dertig vormentaal, die in beide wijken terugkomt, is van belang als er uitbreidingen of verbouwingen worden gepleegd. WELSTANDSREGIME Voor deze wijken geldt een verscherpt welstandsbeleid waarbij de ruimtelijke structuur van groot belang is en de bebouwing als een samenhangend beeld gehandhaafd moet worden. Met nadruk wordt verwezen naar het vigerende beeldkwaliteitsplan voor deze plannen. Dit beeldkwaliteitsplan blijft bepalend totdat het hele plan is gerealiseerd.
GEBIED
20
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bestaande rooilijnen per straat respecteren Oriëntatie op de straat of het hof Afwijkingen dienen te passen in de stedenbouwkundige opzet Bijgebouwen ondergeschikt in positie Massa en vorm Bouwhoogte handhaven Bijzondere kapvormen zoals piramidedaken en samengestelde kappen behouden Bestaande geleding hoofd- en bijgebouwen respecteren De bebouwing is individueel herkenbaar De bebouwing heeft ofwel een enkelvoudige, dan wel een meervoudige opbouw van de bouwmassa
-
Bijgebouwen in de dezelfde jaren dertig stijl als het hoofdgebouw Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm
Detaillering Bestaande gevelgeledingen en architectuur handhaven Jaren dertig stijl is referentie voor de toe te passen bouwstijl Sobere, maar zorgvuldige detaillering waarin nadrukkelijk plaats is voor beeldondersteunende accenten Bij verbouwingen sluit de detaillering aan op het bestaande
Materiaal- en kleurgebruik Gemetselde gevels in een passende jaren dertig kleurstelling Kleurstelling woningen in overeenstemming met of harmoniërend met kleurstelling in de straat Materiaalgebruik bijgebouwen afgestemd op het hoofdgebouw Windveren, boeidelen en stootboorden in een witte kleur
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
59
BIJZONDERE WOONBEBOUWING ALGEMEEN Met name het grote verschil in ruimtelijke structuur biedt plaats aan het welstandsgebied ‘Bijzondere woongebieden’. Deze bijzondere woongebieden liggen verspreid in de gemeente. In veel gevallen zijn de plannen opgenomen in grotere uitbreidingsplannen en vormen ze daarbinnen een geheel eigen gebied. Uitzondering hierop is het plan Pieterberg wat tegen Westerbork aanligt en een overgang naar het omliggende land vormt. De plannen die in dit welstandsgebied vallen zijn: Pieterberg te Westerbork Sluutwal eveneens te Westerbork De Vennen te Beilen Veenspark te Smilde Schoolstraat tussen de Esdoornlaan en Boerheem te Boven-Smilde Diekeveenseweg te Westerbork De variëteit in architectuur is binnen het afzonderlijke plan niet groot. Het plan de Pieterberg kent bijvoorbeeld eenzelfde
60
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
architectuur voor alle woningen. Door de overheersende groenstructuur zal enig verschil in kleur niet bijzonder opvallen. De massa van de bebouwing is per plan echter redelijk overeenkomend. De opbouw van de massa kent ook grote overeenkomsten. Dit geldt met name voor de toepassing van kappen, waarbij zadeldaken het meest voorkomend zijn. Doordat dit vrij consequent in het hele plan is doorgevoerd, is het beeld buitengewoon samenhangend te noemen. Een beperkte toepassing van de materialen is op zijn plaats om een consistent en rustig beeld te krijgen. De woningen kunnen zowel een enkel- als een meervoudige opbouw van de bouwmassa hebben. Het opgaand werk is van grijze en rode baksteen. Zowel steile als minder steile kappen komen voor. Alle kappen zijn afgedekt met antracietzwarte pannen. De gevels zijn halfopen. Boeidelen, windveren en andere uitstekende delen zijn voornamelijk in wit uitgevoerd.
De zorgvuldige en ruim opgezette ruimtelijke structuur van de plannen gaat in alle gevallen gepaard met onder architectuur gebouwde woningen.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Deze bijzondere woongebieden worden als waardevol beschouwd om de zorgvuldig ontworpen ruimtelijke structuur die de architectuur draagt en hierdoor een consistent beeld vormt, vaak in een groter uitbreidingsplan. Om dit karakter te behouden, zal er bij de behandeling van bouwplannen in deze gebieden met extra zorg worden gekeken en beoordeeld. Van groot belang voor het totale beeld zijn met name de opzet van de structuur, de inrichting en het groen. WELSTANDSREGIME Voor deze wijken geldt een verscherpt welstandsbeleid waarbij de ruimtelijke structuur van groot belang is en de bebouwing als een samenhangend beeld gehandhaafd moet worden.
GEBIED
21
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bestaande rooilijnen per straat respecteren Oriëntatie op de straat of het hof Afwijkingen dienen te passen in de stedenbouwkundige opzet, waarbij de afstand tussen de gebouwen zich voegt in de bestaande ritmiek Bijgebouwen ondergeschikt in positie
Detaillering Bestaande gevelgeledingen en architectuur handhaven Detaillering passend bij de bouwstijl van het gebouw Bij verbouwingen sluit de detaillering aan op het bestaande De geleding van de gevels afstemmen ophet straatbeeld
Materiaal- en kleurgebruik Kleurstelling woningen in overeenstemming met of harmoniërend met kleurstelling in de straat Materiaalgebruik bijgebouwen afgestemd op het hoofdgebouw
Massa en vorm Bouwhoogte handhaven Bestaande geleding hoofd- en bijgebouwen respecteren De bebouwing is individueel herkenbaar De bebouwing heeft ofwel een enkelvoudige, dan wel een meervoudige opbouw van de bouwmassa
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
61
STERRENWACHTTERREIN - WESTERBORK ALGEMEEN Op het terrein van het voormalig Kamp Westerbork zijn in 1970 zijn de 14 schotels in gebruik genomen. Het lange rechthoekige terrein is over zijn langste zijde drie kilometer lang. Het gecombineerde signaal van de 14 schotels staat gelijk aan de ontvangst van een schotel van drie kilometer in doorsnede. De schotels zijn ongeveer 25 meter in doorsnede. In de nabijheid van de telescopen zijn enkele gebouwen gesitueerd die een functionele vormgeving hebben. De gebouwen zijn hoofdzakelijk uitgevoerd in grijsgekleurd plaatmateriaal en hebben voornamelijk platte daken. Over het algemeen zijn er in de gevel weinig gevelopeningen, met uitzondering van het hoofdgebouw waar de gevel opener is.
62
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het sterrenwachtterrein is een uniek stuk landschap met dito bouwwerken. Als bezienswaardigheid komen er veel mensen op af en tegelijkertijd is het een heel functioneel wetenschappelijk terrein. Ontwikkelingen zullen nauwgezet worden ontworpen en gebouwd.
WELSTANDSREGIME Het beleid is het respecteren van de huidige waarden.
GEBIED
22
WELSTANDSCRITERIA Ligging - De richting van de gebouwen is gerelateerd aan de kavelvorm - Grote onderlinge afstand Massa en vorm - De gebouwen zijn individueel herkenbaar - De hoofdgebouwen hebben een eenvoudige bouwmassa - De voorkeur gaat uit naar platte daken
Detaillering - Sobere, maar zorgvuldige detaillering - Bij uitbreiding sluit de detaillering aan bij het bestaande - De gevels hebben een gesloten opbouw. De openingen hebben een horizontale geleding Materiaal- en kleurgebruik - Gevels van baksteen in een kleur ondergeschikt aan het landschap, of gevelbeplating in een gedekte kleur
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
63
HERINNERINGSCENTRUM KAMP WESTERBORK ALGEMEEN Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork is een apart welstandsgebied. In het Herinneringscentrum Kamp Westerbork wordt over het leven van slachtoffers en overlevenden van het kamp verteld. Architectuur en inrichting spelen hierin een essentiële en dominante rol. Het herinneringscentrum is in 1983 geopend, praktisch veertig jaar na de oorlog. In 1999 is een grote uitbreiding van het “museum” voltooid.
64
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Bouwwerken in het kamp zelf zullen niet direct onderhevig zijn aan deze welstandsnota. Dit komt, omdat het veelal bijna meer kunstwerken zijn. Deze worden in de gangbare praktijk veelal begeleid door een commissie waarin ook deskundigen op het gebied van kunst en ruimtelijke vormgeving zullen zitten. Elke verbouwing of aanpassing zal in elk geval nadrukkelijk worden besproken.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Er is veel waardering voor de opzet van het herinneringscentrum. De inrichting en architectuur ondersteunen de functie van het gebied. De zorgvuldigheid waarmee de bouwwerken in het gebied worden ontworpen en onderhouden, is elementair onderdeel van de functie en het achterliggende gedachtegoed. WELSTANDSREGIME Het beleid is gericht op handhaven en waar nodig het versterken van intrinsieke waarden.
GEBIED
23
WELSTANDSCRITERIA Ligging - Voor de karakteristieke gebouwen, zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Massa en vorm - De gebouwen zijn individueel herkenbaar - Losstaande bijgebouwen moeten worden voorkomen of nadrukkelijk onderdeel zijn van een cluster op de kavel
Detaillering - Sobere, maar zorgvuldige detaillering waarin plaats is voor beeldondersteunende accenten Materiaal- en kleurgebruik - Geveldelen en/of houtgevels van de gebouwen in gedekte kleur - Dakbedekking van antracietkleurige niet glanzende pannen, rietdaken, of combinaties hiervan
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
65
SPEELSTAD ORANJE ALGEMEEN Speelstad Oranje is met zijn uiterlijke verschijning een apart welstandsgebied in deze nota. Speelstad Oranje is gevestigd in de voormalige aardappelmeelfabriek van Oranje bij Hijken. De aardappelmeelfabriek is in 1913 gesticht en in 1980 officieel buiten gebruik gesteld. In 1985 is de fabriek ingericht als Speelstad Oranje, een overdekt speelpark voor jongere kinderen. Een klein deel van de fabriek is ongemoeid gelaten, maar het overgrote deel is danig verbouwd.
66
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Het uit baksteen opgetrokken voormalige kantoorgebouw is nu een opvallend front van het complex geworden. Het achterliggende doosvormige volume heeft eveneens felgekleurde accenten gekregen.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Een van de kwaliteiten is dat Speelstad Oranje de schoorsteen van de oude fabriek heeft laten staan, terwijl dat doorgaans een van de eerste dingen is die gesloopt worden. De veelkleurigheid en accenten zoals de markiezen hebben geen enkele relatie met de omgeving en zijn daarmee voornamelijk op zichzelf gericht. WELSTANDSREGIME Dit gebied zal moeten voldoen aan de reguliere welstandstoets. Hierbij zal de nadruk liggen op het respecteren van de karakteristieken van het fabriekscomplex.
GEBIED
24
WELSTANDSCRITERIA Ligging Rooilijnen respecteren Oriëntatie op de straat Afwijkingen dienen te passen in de stedenbouwkundige opzet Bijgebouwen ondergeschikt in positie Massa en vorm Bouwhoogte handhaven Bestaande geleding hoofd- en bijgebouwen respecteren De bebouwing heeft een meervoudige opbouw van de bouwmassa
Detaillering Bestaande gevelgeledingen handhaven Sobere, maar zorgvuldige detaillering waarin nadrukkelijk plaats is voor beeldondersteunende accenten Bij verbouwingen sluit de detaillering aan op het bestaande Bouwen vanuit de cultuurhistorische context van het complex
Materiaal- en kleurgebruik Gemetselde gevels aan de representatieve (kanaal)zijde. Aan de andere zijden zijn gevels bekleed met plaatmateriaal mogelijk Materiaalgebruik bijgebouwen afgestemd op het hoofdgebouw
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
67
BEEKDAL OUDE DIEP ALGEMEEN Het Oude Diep is een beek die vanaf Mantinge bij Westerbork langs Hoogeveen stroomt en in de Hoogeveensche Vaart uitmondt. In het voorjaar van 2000 is een gedeelte van de beek gehermeanderd. Het gaat om het gedeelte ten zuiden van Drijber. Uitgangspunt van deze hermeandering is onder meer de wens om meer dieren en planten er hun plek te laten vinden. In het gebied komt weinig bebouwing voor. De bebouwing die er wel staat is voornamelijk agrarisch van aard. De welstandseisen zijn hier dan ook op gericht.
68
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
De agrarische bebouwing kent een wisselende afstand tot de weg. De bebouwing is op de weg georiënteerd, waarbij de onderlinge afstand behoorlijk groot is. De nokrichting is overwegend parallel met de perceelgrens. De bebouwing kent één laag met een kap. De kap is beelddominant. De gevels zijn gemetseld met een bruine of rode steen, de daken zijn afgedekt met pannen. De bijgebouwen zijn ofwel aan het hoofdgebouw gebouwd, ofwel vrijstaand.
BELEID, WAARDERING EN ONTWIKKELING Het beleid is gericht op het behoud en herstel van de ruimtelijke en functionele karakteristiek. De nadruk in dit gebied ligt op het samenspel van de beek en de agrarische functie. De ruimtelijke impact die de VAM-berg heeft, zal als nabije tegenhanger de rijke natuur van het beekdal Oude Diep moeten krijgen. WELSTANDSREGIME Voor deze gebieden geldt een regulier welstandsregime waarbij het versterken van de natuurwaarden een belangrijk uitgangspunt is.
GEBIED
25
WELSTANDSCRITERIA Ligging Bij vervanging en uitbreiding zijn in principe de huidige voorgevellijn en de nokrichting bepalend. Indien hiervan wordt afgeweken, zal het ruimtelijk karakter ook in de vernieuwde situatie het beeld blijven bepalen Voor de karakteristieke gebouwen, de monumenten en panden op de rietendakenlijst zijn de huidige plaatsing, omvang, oriëntatie en nokrichting maatgevend bij vervanging en uitbreiding Bij vervanging en uitbreiding van gebouwen wordt de ruimte tussen de gebouwen gerespecteerd Oriëntatie van de hoofdgebouwen op de weg Een bestaande nokrichting haaks op de weg of evenwijdig aan de zijdelingse perceelgrens bij vervanging en uitbreiding handhaven De bebouwing vormt een cluster op het erf Bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw
Massa en vorm De gebouwen zijn individueel herkenbaar De hoofdgebouwen hebben een enkelvoudige bouwmassa. Toegevoegde elementen zoals erkers, dakkapellen en aangebouwde bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdvorm De kap van het hoofdgebouw is beelddominant Detaillering De detaillering is passend bij de bouwstijl van het gebouw Gevelaccenten zijn een onderdeel van het geheel
Materiaal- en kleurgebruik Grote vlakken op het hoofdgebouw en bijgebouwen uitvoeren in een gedekte kleurstelling Geveldelen en/of houtgevels van bijgebouwen in bruinzwarte tot zwarte kleur Bij aanpassing van en uitbreiding bij de karakteristieke panden en de panden met rieten daken geen plaatmaterialen en geen kunststof en aluminium kozijnen toepassen Dakbedekking van pannen, antracietkleurig, of rietdaken, of combinaties hiervan. De pannen zijn gebakken en niet hoogglanzend
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
69
ONTWIKKELINGSGEBIEDEN Gebiedsbeschrijving Voor alle ontwikkelingsgebieden geldt dat de planvorming zal moeten worden voorzien van een beeldkwaliteitsplan of een welstandsparagraaf. Deze zullen in ieder geval rekening moeten houden met de omgeving en de daarvoor geldende welstandscriteria.
Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid op het gebied van welstand zal zijn gericht op een bepaalde kwaliteit die recht doet aan de plek waar de ontwikkeling plaatsvindt. De gemeente zal altijd een beelkwaliteitsplan eisen. Welstandsregime Planmatig wijzigen is voor ontwikkelingsgebieden het geldende regime.
70
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
BEELDKWALITEITSPLANNEN De gemeente Midden-Drenthe bezit voor een aantal in ontwikkeling zijnde en gerealiseerde plannen beeldkwaliteitplannen. Deze plannen worden met het vaststellen van het welstandsbeleid onderdeel van deze welstandsnota. Toekomstige grotere ontwikkelingen, die niet passen binnen de gebiedsbeschrijvingen en de daar bij behorende criteria zullen middels een beeldkwaliteitplan moeten worden voorzien van welstandseisen.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
71
HOOFDSTUK 7 - SNELTOETSCRITERIA VOOR VEEL VOORKOMENDE BOUWPLANNEN “Sneltoetscriteria” De gemeente stelt voor licht- bouwvergunningplichtige bouwwerken zulke gedetailleerde eisen op, dat er geen misverstand over kan bestaan hoe er moet worden gebouwd om aan de welstandseisen te voldoen. Voor de volgende bouwwerken zijn gedetailleerde eisen opgesteld: bij een woning of woongebouw op de grond staande aan- of uitbouwen van ten hoogste één bouwlaag, met een maximale hoogte van 6 m; bij een woning of woongebouw op de grond staande bijgebouwen bestaande uit één bouwlaag, met een maximale hoogte van 6 m en een bruto vloeroppervlakte van maximaal 80 m2; bij een woning of woongebouw op de grond overkappingen met een maximale hoogte van 3 m en een bruto vloeroppervlakte van maximaal 30 m2; het veranderen van een kozijn, kozijninvulling, luik of gevelpaneel van een woning of woongebouw of bij een woning of woongebouw behorend bijgebouw; dakkapellen op een gebouw (op een woning of woongebouw); erf- en perceelsafscheidingen. De plannen voor deze bouwwerken kunnen door een gemandateerde ambtenaar worden afgedaan indien ze aan alle gestelde eisen voldoen.
72
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Wat is bouwvergunningsvrij bouwen? Als uw bouwplan voldoet aan de voorwaarden voor bouwvergunningsvrij bouwen, mag u zonder bouwvergunning bouwen. De regels in het bestemmingsplan, de gemeentelijke bouwverordening en in principe ook de gemeentelijke welstandseisen zijn in dat geval niet van toepassing. De regels met betrekking tot onder meer veiligheid en gezondheid uit het Bouwbesluit en het burenrecht zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek gelden echter wel. Als u gaat (ver)bouwen moet u er zelf voor zorgen dat u aan deze regels voldoet. Monumenten Bouwt u in, op, aan of bij een monument dat door het Rijk, de provincie of de gemeente is aangewezen of in een door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht, dan mag dat nooit bouwvergunningsvrij. Voor bouwvergunningsvrije bouwwerken is dan altijd toch een bouwvergunning nodig.
Bestemmingsplan In het bestemmingsplan legt de gemeente regels vast voor de ruimtelijke ordening. Deze plannen zijn bindend voor u als burger. Daar staat precies in welke bestemming de grond heeft, bijvoorbeeld woningbouw, industrie, winkels, recreatie of kantoren. Die verschillende bestemmingen staan op een kaart aangegeven. Het plan geeft ook bouw- en gebruiksvoorschriften die bij de verschillende bestemmingen horen. Uw bouwplan moet in principe altijd passen binnen het bestemmingsplan van uw gemeente. Wanneer u iets (ver)bouwt dat bouwvergunningsvrij is, gelden echter alleen de voorschriften uit het bestemmingsplan met betrekking tot het gebruik. Wanneer u het gebouwde na uitvoering van de bouwplannen wilt gaan gebruiken voor een doel dat op grond van het bestemmingsplan niet is toegestaan, moet u hier, ook al betreft het een in principe bouwvergunningsvrij bouwwerk, vrijstelling van het bestemmingsplan voor aanvragen.
Welstand De gemeente zelf mag een licht-bouwvergunningplichtig bouwplan aan ”redelijke eisen van welstand” toetsen of het bouwplan voorleggen aan de welstandscommissie of stadsbouwmeester. Bij een regulier-bouwvergunningplichtig bouwwerk is het advies van de welstandscommissie of de stadsbouwmeester verplicht. Bij de toets aan de welstandseisen wordt gekeken of de plaatsing de vorm en het materiaal- en kleurgebruik van het bouwwerk binnen de directe omgeving past. Om u als burger vooraf zoveel mogelijk duidelijkheid te geven, moet de gemeente in een welstandsnota zo concreet mogelijke welstandseisen aangeven. Bij een aantal bouwwerken (aan-/uitbouwen, bijgebouwen/overkappingen, kozijn- en gevelwijzigingen, dakkapellen en erfafscheidingen) moet de welstandseisen zo gedetailleerd en duidelijk zijn, dat er geen enkel misverstand over kan bestaan hoe er moet worden gebouwd om aan de welstandseisen te voldoen. Die verplichte gedetailleerde eisen worden “sneltoetscriteria” genoemd. Iedere gemeente moet haar welstandsnota en sneltoetscriteria uiterlijk 1 juli 2004 hebben vastgesteld.
Tot die tijd hoeft de welstandsbeoordeling nog niet op een welstandsnota te zijn gebaseerd. Bouwvergunningsvrije bouwwerken worden niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is.
Bouwbesluit: hoe te bouwen Bij het bouwen of verbouwen moet altijd worden voldaan aan het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit staan minimumeisen op technisch gebied die voor heel Nederland gelden. Ze staan garant voor uw veiligheid en gezondheid en houden rekening met het milieu en het gebruikscomfort. Of er nu volgens een reguliere-bouwvergunning, een lichtebouw- vergunning of bouwvergunningsvrij wordt gebouwd: het bouwwerk moet altijd voldoen aan het Bouwbesluit. Daarvoor draagt iedereen zélf de verantwoordelijkheid.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
73
Verplicht rekening houden met buren Behalve de regels rondom het bouwen, heeft iedereen ook te maken met het zogeheten burenrecht dat in het Burgerlijk Wetboek is geregeld. Daarmee is feitelijk niets anders vastgelegd dan de gebruikelijke omgangsvormen. Ze geven (wettelijk) houvast als er onenigheid met de buren ontstaat. Het belangrijkste advies is om eerst met de buren te overleggen, ze in te lichten over de voorgenomen bouwplannen. In veel gevallen wordt er een compromis gesloten, wellicht na een kleine aanpassing van het plan. Wat betekent een bouwvergunning? Bij een aanvraag voor een lichte bouwvergunning wordt de volgende procedure doorlopen: Stap 1 Het bouwplan wordt ingediend bij de gemeente op een standaard formulier volgens standaard indieningsvereisten. Het formulier is te verkrijgen bij de gemeente en van het internet te halen (www.vrom.nl\woningwet). In de bijlage bij het aanvraagformulier staat welke stukken moeten worden ingeleverd. Stap 2 Blijkt dat er nog stukken ontbreken na indiening van het plan, dan moet de gemeente dat binnen vier weken melden. De gemeente zal aangeven binnen welke termijn de ontbrekende stukken alsnog kunnen worden aangeleverd (de maximale termijn hiervoor is eveneens vier weken). Als er binnen vier weken na indiening van de aanvraag op dat punt niets is vernomen van de gemeente, dan kan er van worden uitgegaan dat de aanvraag compleet is.
74
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Stap 3 De gemeente beoordeelt het plan met name op zijn ruimtelijke kwaliteit volgens de voorschriften van het bestemmingsplan en de stedenbouwkundige voorschriften van de Bouwverordening en de welstandsvoorschriften. Het plan wordt voorts op constructieve veiligheid getoetst volgens de technische minimumeisen uit het Bouwbesluit. Stap 4 De gemeente geeft binnen zes weken uitsluitsel of er wel of niet een lichte-bouwvergunning wordt afgegeven. Bij het volgen van een vrijstelling van het bestemmingsplan is deze termijn niet van toepassing. Voor de reguliere-bouwvergunningsprocedure gelden uitgebreidere toetspunten en een langere beslistermijn van twaalf weken (deze termijn is daarbij eenmalig met zes weken te verlengen). Vraag het de gemeente Naast een bouwvergunning kunnen bij het (ver)bouwen ook andere vergunningen nodig zijn. Zo is er misschien geen bouwvergunning nodig, maar bijvoorbeeld wél een milieuvergunning, een uitritvergunning, een sloopvergunning of kapvergunning. Het is daarom verstandig bij ieder bouwplan contact op te nemen met de gemeente.
AAN- EN UITBOUWEN ALGEMEEN Wat is een aan- en uitbouw? Een aan- en uitbouw is een bouwwerk dat u tegen uw bestaande woning aanbouwt en dat direct in verbinding staat met het woonhuis. Dit kan een garage of een berging zijn, maar ook een uitbouw van uw woonkamer in de vorm van een serre of een uitbouw aan de keuken. Er wordt in de regelgeving ook over “bijgebouwen” gesproken. Dit kan ook een garage of berging zijn, maar dan kan deze alleen worden bereikt via een aparte toegangsdeur (dus niet rechtstreeks vanuit de woning).
Excessenregeling Als een aan- en uitbouw vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is.
genoemde welstandseisen. Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt het plan alsnog aan de Welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
Standaardplan Een aan- en uitbouw voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat). Als er geen standaardplan is, voldoet een aan- en uitbouw op het achtererf in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de criteria op de volgende pagina wordt voldaan.
afbeelding behorend bij stroomdiagram
Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
75
WILT U EEN AAN- OF UITBOUW BOUWEN? Staat de aan-/uitbouw op de grond?
nee
ja Telt de aan-/uitbouw één bouwlaag?
nee
ja Wordt de aan-/uitbouw gebouwd aan een bestaande woning of een bestaand woongebouw?
nee
ja Strekt de aan-/uitbouw tot vergroting van het woongenot?
nee
ja ja
Wordt de aan-/uitbouw gebouwd aan of bij een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht? nee ja
Wordt de aan-/uitbouw gebouwd aan een niet voor permanente bewoning bestemde woning, een tijdelijk bouwwerk of een woonwagen? nee Wordt de aan-/uitbouw gebouwd aan een oorspronkelijke achtergevel?
nee
Wordt de aan-/uitbouw gebouwd aan een zijgevel?
nee
ja ja
Is de zijgevel naar de weg of het openbaar groen gekeerd?
ja
nee ja
Is de afstand tussen de aan-/uitbouw en het erf van de buren meer dan 1 m?
Heeft het bouwen van de aan-/uitbouw tot gevolg dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% is bebouwd?
nee
ja
nee Is de diepte van de aan-/uitbouw minder dan 2,5 m?
nee
ja Wordt de aan bouw gebouwd binnen de breedte van de oorspronkelijke gevel (en steekt dus niet uit)?
nee
ja Is de aan-/uitbouw lager dan 4 m?
nee
ja Is de hoogte van de aan-/uitbouw minder dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning of het woongebouw waaraan wordt gebouwd?
nee
ja Is de aan-/uitbouw lager dan de woning of woongebouw waaraan wordt gebouwd?
nee
ja Is de afstand tot de weg of het openbaar groen meer dan 1 m?
nee
ja Is de afstand tot het voorerf meer dan 1 m?
nee
Is de hoogte minder dan 5 m? ja
Vergunningsvrij
LichtVergunningsplichtig
RegulierVergunningsplichtig
Er kan een vergunning a angevraa gd wo rden bij ‘het lok et’.
Er is goedkeuring van de welstandscommissie nod ig.
Er is geen vergunning nodig.
76
nee
ja
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIGE AAN- EN UITBOUWEN OP ACHTERERF OF ZIJERF Een aan- of uitbouw op het achtererf of zijerf voldoet aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan .
Conform eerder goedgekeurde uitbouw De breedte van een aangebouwd bijgebouw naast de woning mag maximaal de helft van de breedte van de voorgevel bedragen. Indien de woning in de voorgevel smaller is dan 6 m mag de breedte van een aangebouwd bijgebouw maximaal 3 m bedragen Per woning zijn maximaal drie bijgebouwen toegestaan, waarvan er maximaal twee aangebouwd mogen worden De nokhoogte van de aan- of uitbouwen mag een maximum van 6 m hoog zijn, indien het bijgebouw van een plat dak wordt voorzien geldt een maximale boeiboordhoogte van 3 m De goothoogte van de aan- of uitbouwen mag gelijk aan of lager dan de oorspronkelijke goothoogte hoofdgebouw met een maximum van 3 m hoog zijn Maximaal 4 m diep, haaks op de oorspronkelijke achtergevel De aan- of uitbouwen dienen op een afstand van tenminste 1 m van de zijdelingse perceelsgrens te worden gebouwd Bij vrijstaande woningen dienen de aangebouwde bijgebouwen zodanig te worden geplaatst dat aan één van de zijgevels van de vrijstaande woning een vrije strook overblijft met een breedte van tenminste 3 m gerekend vanaf de zijdelingse perceelsgrens
De aan- of uitbouwen dienen te worden gebouwd op een afstand van ten minste 1 m achter het verlengde van de voorgevel en bij hoekwoningen bovendien op een afstand van tenminste 1 m achter het verlengde van de voorgevel van het naastliggende perceel Rechthoekig van vorm Indien op zijerf gericht aan de openbare kant, 2 m diep haaks op de oorspronkelijke zijgevel In steen of hout conform kleuren woning Gevel geleding conform bestaande gevels Een erker beslaat maximaal de helft van de gevel en heeft eem maximale diepte van 1,5 meter. De hoogte is niet hoger dan de verdiepingsvloer.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
77
BIJGEBOUWEN ALGEMEEN Wat is een bijgebouw? Er wordt onderscheid gemaakt tussen aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Aan- en uitbouwen zijn aan de woning vastgebouwd en staan direct in verbinding met het woonhuis, zoals een serre, een bijkeuken of soms een garage. Heeft zo’n garage of ander bouwwerk echter geen directe verbinding met het woonhuis, dan wordt gesproken over bijgebouwen. Excessenregeling Als een bijgebouw of overkapping vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen.
78
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt het plan alsnog aan de Welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
afbeelding behorend bij stroomdiagram
Standaardplan Een bijgebouw of overkapping voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat).
WILT U EEN VRIJSTAAND BIJGEBOUW OF EEN OVERKAPPING BOUWEN? Staat het bijgebouw op de grond?
nee
ja nee
Telt het bijgebouw ten hoogte één bouwlaag? ja
Wordt het bijgebouw gebouwd bij een bestaande woning of woongebouw?
nee
ja nee
Strekt het bijgebouw tot vergroting van het woongenot? ja
Wordt het bijgebouw gebouwd bij een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?
ja
nee Wordt het bijgebouw gebouwd aan een niet voor permanente bewoning bestemde woning, een tijdelijk bouwwerk of een woonwagen?
ja
nee Wordt het bijgebouw gebouwd op een achtererf?
nee
Wordt het bijgebouw gebouwd op een zijerf?
nee
ja ja
Is dat zijerf naar de weg of het openbaar groen gekeerd?
ja
nee Is de oppervlakte van het bijgebouw meer dan 10 m2 ?
ja
Is de afstand tussen het bijgebouw en het erf van de buren meer dan 1 m?
nee
ja
nee
Heeft het bouwen van het bijgebouw tot gevolg dat het erf voor meer dan 50% is bebouwd?
ja
nee Is het totaal aan bouwvergunningvrij gebouwde bijgebouwen en overkappingen minder dan 30 m?
nee
ja Is het bijgebouw lager dan 3 m?
nee
ja Is de afstand tot de weg of het openbaar groen meer dan 1 m?
nee
ja Is de afstand tot her voorerf meer dan 1 m?
nee
Is de hoogte minder dan 5 m?
nee
ja ja
Is de oppervlakte minder dan 50 m2 ?
nee
ja
Vergunningsvrij
LichtVergunningsplichtig
RegulierVergunningsplichtig
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
79
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIG VRIJSTAAND BIJGEBOUW OP HET ACHTERERF OF ZIJERF Een bijgebouw op het achtererf of het zijerf voldoet aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan.
80
Conform eerder goedgekeurde vrijstaande bijgebouwen Per woning zijn maximaal drie bijgebouwen toegestaan, waarvan er maximaal twee aangebouwd mogen worden De vrijstaande bijgebouwen dienen te worden gebouwd op een afstand van ten minste 1 m achter het verlengde van de voorgevel en bij hoekwoningen bovendien op een afstand van tenminste 1 m achter het verlengde van het naastliggende perceel Indien op zijerf gericht aan de openbare kant, 2 m diep haaks op de oorspronkelijke zijgevel Gevel geleding conform bestaande gevels Maximaal 50% van het zij- of achtererf bebouwd Oppervlakte maximaal 50 m² 1 m uit de erfgrens Goothoogte maximaal 2,5 m; nokhoogte maximaal 6m Zadeldak helling 30-50° of plat dak In steen of hout conform kleuren woning Dakbedekking pannen, golfplaat of gelijkwaardig in donkere kleur
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
OVERKAPPINGEN ALGEMEEN Wat is een overkapping? Een overkapping is een grondgebonden element van één bouwlaag. De overkapping staat los op het erf of tegen het hoofdgebouw aan en is meestal bedoeld als carport. Excessenregeling Als een overkapping vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is.
Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen. Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt het plan alsnog aan de Welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria.
Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
Standaardplan Een overkapping voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat).
Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
81
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIGE OVERKAPPINGEN Een overkapping op het achtererf of het zijerf voldoet aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan.
82
Conform eerder goedgekeurde overkappingen Minimaal 1 m achter de voorgevelrooilijn Maximaal 50% van het zij- of achtererf bebouwd oppervlakte maximaal 30 m² 1 m uit de erfgrens Gelijk of lager dan goothoogte hoofdgebouw met maximaal 3m hoog Kleur conform hoofdgebouw of een gedekte kleur Een erker beslaat maximaal de helft van de gevel en heeft eem maximale diepte van 1,5 meter. De hoogte is niet hoger dan de verdiepingsvloer
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
KOZIJN- EN GEVELWIJZIGINGEN ALGEMEEN Wat is een kozijn- en gevelwijziging? Van een kozijn- en gevelwijziging is sprake wanneer een kozijn, venster, raam, deur of gevelpaneel wordt verplaatst of er iets aan de vorm, de afmeting, de indeling of het materiaal wordt veranderd. Excessenregeling Als een kozijn- en gevelwijziging vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is.
Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt het plan alsnog aan de Welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria.
Standaardplan Een kozijn- en gevelwijziging voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in de zelfde straat).
Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
afbeelding behorend bij stroomdiagram
Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) goedgekeurd worden op basis van de hierna genoemde welstandseisen.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
83
WILT U EEN KOZIJN, KOZIJNINVULLING, LUIK OF GEVELPANEEL VERANDEREN?
Wordt de verandering aangebracht in een bestaande woning of een bestaand woongebouw of een daarbij behorend bijgebouw?
nee
ja Bevindt het te veranderen kozijn, kozijninvulling, luik of gevelpaneel zich in of aan een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?
ja
nee
Leidt de verandering tot een wijziging van de bestaande gevelopening?
ja
nee Wordt de verandering aangebracht in de achtergevel?
nee
Wordt de verandering aangebracht in een zijgevel?
nee
ja
ja
Is die gevel gericht naar de weg of het openbaar groen?
ja
nee
LichtVergunningsplichtig
Vergunningsvrij
84
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
RegulierVergunningsplichtig
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIG KOZIJN- EN GEVELWIJZIGINGEN Een kozijn- en gevelwijziging voldoet aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan.
Conform eerder goedgekeurd plan Maximale grootte van 1 m² Op de achtergevel maximale grootte van 4 m² binnen de bestaande kozijnbreedte Detaillering en uitvoering dient aan te sluiten bij de huidige situatie
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
85
DAKKAPELLEN ALGEMEEN Wat is een dakkapel? Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoevoer te verbeteren en het bruikbare woonoppervlak te vergroten. Excessenregeling Als een dakkapel vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen.
86
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt het plan alsnog aan de Welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
afbeelding behorend bij stroomdiagram
Standaardplan Een dakkapel voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in de zelfde straat).
WILT U EEN DAKKAPEL PLAATSEN? Wordt de dakkapel gebouwd op een bestaand gebouw?
nee
ja Wordt de dakkapel gebouwd op een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?
ja
nee Wordt de dakkapel gebouwd op een niet voor permanent bewoning bestemde woning, een tijdelijk bouwwerk of een woonwagen?
ja
nee Wordt de dakkapel gebouwd op een achterdakvlak?
nee
Wordt de dakkapel gebouwd op een zijdakvlak?
nee
ja ja
Is dat zijdakvlak naar de weg of het openbaar groen gekeerd?
ja
nee Is de afstand van de dakkapel tot de voorgevel meer dan 1 m?
nee
ja Is de dakkapel voorzien van een plat dak?
nee
ja Zijn de zijwanden van de dakkapel ondoorzichtig?
nee
ja Is de hoogte van de dakkapel minder dan 1,5 m?
nee
ja Ligt de onderzijde van de dakkapel meer dan 0,5 m boven de dakvoet?
nee
ja Ligt de onderzijde van de dakkapel minder dan 1 m boven de dakvoet?
nee
ja Ligt de bovenzijde van de dakkapel meer dan 0,5 m onder de daknok?
nee
ja Liggen de zijkanten van de dakkapel meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak?
nee
ja
Vergunningsvrij
LichtVergunningsplichtig
RegulierVergunningsplichtig
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
87
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIG DAKKAPEL OP VOOR-, ZIJ- EN ACHTERDAKVLAK DAKKAPEL OP HET ACHTERDAKVLAK OF HET ZIJDAKVLAK AAN EEN ZIJDE VAN HET GEBOUW WAARVAN DE GEVEL OF HET ERF NIET DIRECT GRENST AAN DE WEG OF OPENBAAR GROEN Een dakkapel op het achterdakvlak of het zijdakvlak aan een zijde van het gebouw waarvan de gevel of het erf niet direct grenst aan de weg of openbaar groen voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. Niet meer dan de helft van het dakvlak waarop de dakkapel wordt gebouwd, mag in beslag worden genomen door dakkapellen of dakramen. Bij meerdere dakkapellen op een doorgaand dakvlak regelmatige rangschikking op horizontale lijn met een minimale tussenruimte van 1,00 m. Dakkapellen niet boven elkaar rangschikken. Breedte: max. de helft van het dakvlak Hoogte: verticaal gemeten niet meer dan 1,50 m vanaf de voet van de dakkapel. Dakkapel op zijdakvlak: afstand tot voorgevellijn niet minder dan 3,00 m. Dakkapel op achterdakvlak: afstand tot zijgevellijn, indien de zijgevel ligt aan een zijerf dat direct grenst aan de weg of openbaar groen, niet minder dan 3,00 m. Afstand van dakkapel tot overige zijkanten van het dakvlak of hart bouwmuur: niet minder dan 0,50 m. Afstand van dakkapel tot noklijn: niet minder dan 0,50 m. Afstand van dakkapel tot goot: niet minder dan 0,50 m en niet meer dan 1,00 m.
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
88
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
l
l
l
l
l
Afstand tot de hoekkepers en kilkepers (in geval van piramide- of schilddak) : niet minder dan 1,00 m. Plat dak of, bij een dakhelling groter dan 45 graden desgewenst een aangekapte dakkapel. Materiaal, kleur en detaillering afgestemd op het hoofdgebouw. Zijwangen dakkapel ondoorzichtig, in donkere kleur of afgewerkt in kleur van het dakvlak. Deze voldoet aan de eventuele aanvullende criteria voor dakkapellen in het gebiedsgerichte beoordelingskader.
l
l
l
l
l
l
DAKKAPEL OP HET VOORDAKVLAK OF HET ZIJDAKVLAK AAN EEN ZIJDE VAN HET GEBOUW WAARVAN DE GEVEL OF HET ERF DIRECT GRENST AAN DE WEG OF OPENBAAR GROEN Een dakkapel op het voordakvlak of het zijdakvlak aan een zijde van de woning waarvan de gevel of het erf direct grenst aan de weg of openbaar groen voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. l
l
l
Niet meer dan één dakkapel of dakraam per dakvlak. Bij meerdere dakkapellen op een doorgaand dakvlak regelmatige rangschikking op horizontale lijn met een minimale tussenruimte van 1,00 m. Breedte: niet meer dan eenderde van de breedte van het dakvlak (hart bouwmuur tot hart bouwmuur) en niet
l
l
l
l
meer dan 2,00 m. Hoogte: verticaal gemeten niet meer dan 1,50 m vanaf de voet van de dakkapel. Dakkapel op zijdakvlak: afstand tot voorgevellijn niet minder dan 3,00 m. Afstand van dakkapel tot overige zijkanten van het dakvlak of hart bouwmuur: niet minder dan 1,00 m. Afstand van dakkapel tot noklijn: niet minder dan 0,50 m. Afstand vanaf goot: niet minder dan 0,50 m en niet meer dan 1,00 m. Afstand tot de hoekkepers en kilkepers (in geval van piramide- of schilddak): niet minder dan 1,00 m. Plat dak of bij een dakhelling groter dan 45 graden desgewenst een aangekapte dakkapel. Materiaal, kleur en detaillering afgestemd op het hoofdgebouw. Zijwangen dakkapel ondoorzichtig en in donkere kleur of afgewerkt in kleur van het dakvlak. Deze voldoet aan de eventuele aanvullende criteria voor dakkapellen in het gebiedsgerichte beoordelingskader.
DAKRAMEN ALGEMEEN Wat is een dakraam? Een dakraam is een raam, aangebracht in het dakvlak, waarbij de hoofdvorm van het dakvlak behouden blijft en rondom dakpannen aanwezig zijn of andere dakbedekking. Excessenregeling Als een dakraam vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is.
Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt het plan alsnog aan de Welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria.
Standaardplan Een dakraam voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat).
Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
afbeelding behorend bij stroomdiagram
Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningsplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
89
WILT U EEN DAKRAAM PLAATSEN? Wordt het dakraam geplaatst in een bestaand gebouw?
nee
ja Is het gebouw waarin het dakraam wordt geplaatst een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of ligt het gebouw in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?
ja
nee Ligt de onderzijde van het dakraam meer dan 0,5 m boven de dakvoet?
nee
ja Ligt de bovenzijde van het dakraam meer dan 0,5 m onder de daknok?
nee
ja Liggen de zijkanten van het dakraam meer dan 0,5 m van de zijkant van het dakvlak?
nee
ja LichtVergunningsplichtig
Vergunningsvrij
90
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
RegulierVergunningsplichtig
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIG DAKRAAM IN ACHTER- OF ZIJDAKVLAK Dakraam in het achterdakvlak of het zijdakvlak aan een zijde van een woning waarvan de gevel of het erf niet direct grenst aan de weg of openbaar groen. Een dakraam in het achterdakvlak of het zijdakvlak aan een zijde van een woning waarvan de gevel of het erf niet direct grenst aan de weg of openbaar groen voldoet aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. Maatvoering: Conform eerder goedgekeurde dakramen Niet meer dan de helft van het dakvlak waarin het dakraam wordt aangebracht mag in beslag worden genomen door dakkapellen of dakramen. Bij meerdere dakramen op een doorgaand dakvlak regelmatige rangschikking op horizontale lijn met een minimale tussenruimte van 1 m. Breedte: niet meer dan 1,5 m. Hoogte: verticaal gemeten niet meer dan 1 m. Dakraam in zijdakvlak: afstand tot voorgevellijn niet minder dan 3 m. Dakraam in achterdakvlak: afstand tot zijgevellijn, indien de zijgevel ligt aan een zijerf dat direct grenst aan de weg of openbaar groen, niet minder dan 3 m. Afstand van dakraam tot overige zijkanten van het dakvlak of hart bouwmuur: niet minder dan 0,5 m. Afstand van dakraam tot noklijn: niet minder dan 0,5 m. Afstand van dakraam tot goot: niet minder dan 0,5 m.
Afstand tot de hoekkepers en kilkepers (in geval van piramide- of schilddak): niet minder dan 1 m.
Vorm: Rechthoekig. Verzonken in het dakvlak. Materiaal en kleur: Materiaal, kleur en detaillering afgestemd op het hoofdgebouw. Overige: Het dakraam voldoet aan de eventuele aanvullende criteria voor dakramen in het gebiedsgerichte beoordelingskader.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
91
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIG DAKRAAM IN VOOR- OF ZIJDAKVLAK Dakraam in het voordakvlak of het zijdakvlak aan een zijde van een woning waarvan de gevel of het erf direct grenst aan de weg of openbaar groen.
Vorm: Rechthoekig. Verzonken in het dakvlak.
Een dakraam in het voordakvlak of het zijdakvlak aan een zijde van een woning waarvan de gevel of het erf direct grenst aan de weg of openbaar groen voldoet aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan.
Materiaal en kleur: Materiaal, kleur en detaillering afgestemd op het hoofdgebouw.
Maatvoering: Conform eerder goedgekeurde dakramen Niet meer dan één dakkapel of dakraam per dakvlak. Breedte: niet meer dan 1,5 m. Hoogte: verticaal gemeten niet meer dan 1 m. Dakraam in zijdakvlak: afstand tot voorgevellijn niet minder dan 3 m. Afstand van dakraam tot overige zijkanten van het dakvlak of hart bouwmuur: niet minder dan 1 m. Afstand van dakraam tot noklijn: niet minder dan 0,5 m. Afstand van dakraam tot goot: niet minder dan 0,5 m. Afstand tot de hoekkepers en kilkepers (in geval van piramide- of schilddak): niet minder dan 1 m.
92
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Overige: Het dakraam voldoet aan de eventuele aanvullende criteria voor dakramen in het gebiedsgerichte beoordelingskader.
LAGE BOUWWERKEN ALGEMEEN Wat is een laag bouwwerk? Een laag bouwwerk is een losstaand bouwwerk op het erf met een beperkt oppervlak en een beperkte hoogte.
Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
Excessenregeling Als een laag bouwwerk vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is.
Standaardplan Een laag bouwwerk voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat).
afbeelding behorend bij stroomdiagram
Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Ook een licht-vergunningplichtig plan moet worden voorgelegd en goedgekeurd door de welstandscommissie.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
93
WILT U EEN KLEIN, LOSSTAAND BOUWWERK OP UW ERF BOUWEN? (BIJVOORBEELD EEN PLANTENKASJE OF EEN HONDENHOK)
Wordt het bouwwerk op een erf gebouwd (op de grond, bij een bestaand gebouw)?
nee
ja Is het gebouw waarbij het bouwwerk wordt geplaatst een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of ligt het in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?
ja
nee Is de hoogte van het bouwwerk minder dan 1 m?
nee
ja Is de oppervlakte van het bouwwerk minder dan 2 m 2?
nee
ja Heeft het bouwen van het bouwwerk tot gevolg dat de erven voor meer dan 50% zijn bebouwd?
ja
Is de hoogte van het bouwwerk minder dan 3 m?
nee
ja
nee
Is de oppervlakte van het bouwwerk minder dan 5 m 2?
nee
ja LichtVergunningsplichtig
Vergunningsvrij
94
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
RegulierVergunningsplichtig
ERF- EN PERCEELAFSCHEIDINGEN ALGEMEEN Wat is een erf- of perceelsafscheiding Een erf- of perceelsafscheiding kan een tuinmuur of schutting zijn van beton of hout, maar ook een vlechtscherm of een andere kant-en-klare erfafscheiding zijn bouw-werken die bouwvergunningplichtig kunnen zijn. Echter in veel gevallen zal de erfafscheiding bouwvergunningsvrij mogen worden geplaatst. Excessenregeling Als een erf- en perceelsafscheiding vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is.
Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt het plan alsnog aan de Welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
Standaardplan Een erf- en perceelsafscheiding voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat).
afbeelding behorend bij stroomdiagram
Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
95
WILT U EEN ERF- OF PERCEELAFSCHEIDING PLAATSEN?
Wordt de erf- of perceelafscheiding geplaatst bij een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?
ja
nee Is de hoogte van de erf- of perceelafscheiding minder dan 1 m?
nee
Is de hoogte van de erf- of perceelafscheiding minder dan 2 m?
nee
ja Staat op het perceel reeds een gebouw?
nee
ja ja
Wordt de erf- of perceelafscheiding meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn gebouwd?
nee
ja Wordt de erf- of perceelafscheiding meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen gebouwd?
nee
ja
LichtVergunningsplichtig
Vergunningsvrij
96
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIGE ERFOF PERCEELAFSCHEIDING OP ACHTER- OF ZIJERF Erfafscheiding op het achterf of zijerf, meer dan 3 m terugliggend vanaf de voorgevellijn. Een erfafscheiding op het achtererf of zijerf, meer dan 3 m. terugliggend vanaf de voorgevellijn, criteria lichtvergunningplichtig vrijstaand bijgebouw op het achtererf of zijerfvoldoet aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. Maatvoering: Conform eerder goedgekeurde erf- of perceel afscheidingen Hoogte maximaal 2 m. Materiaal en kleur: Bij voorkeur een erfafscheiding bestaande uit haagplanten zoals liguster of haagbeuken of een volledig te begroeien gazen hekwerk. In andere gevallen: materiaal overeenkomstig een eventuele aangrenzende erfafscheiding, overeenkomstig het hoofdgebouw of uitgevoerd in metselwerk of hout of ander natuurlijk en niet snel verwerend materiaal. Geen toepassing van beton, kunststof, staal, rietmatten of vlechtschermen. Kleur afgestemd op het hoofdgebouw of uitgevoerd in donkere kleurtinten. Geen opvallend kleurgebruik. Overige: De erfafscheiding voldoet aan de eventuele aanvullende criteria voor erfafscheidingen in het gebiedsgerichte beoordelingskader.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
97
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIGE ERF- OF PERCEELAFSCHEIDING OP VOOR- OF ZIJERF Erfafscheiding op het voorerf of zijerf, minder dan 3 m terugliggend vanaf de voorgevellijn. Als er geen standaardplan is, voldoet een erfafscheiding op het voorerf of zijerf, minder dan 3 m terugliggend van de voorgevellijn in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan. Maatvoering: Conform eerder goedgekeurde erf- of perceel afscheidingen Hoogte; niet hoger dan 1 m. Materiaal en kleur: Bij voorkeur een erfafscheiding bestaande uit haagplanten zoals liguster of haagbeuken of een volledig te begroeien gazen hekwerk. In andere gevallen: materiaal overeenkomstig een eventuele aangrenzende erfafscheiding, overeenkomstig het hoofdgebouw of uitgevoerd in metselwerk of hout of ander natuurlijk en niet snel verwerend materiaal. Geen toepassing van beton, kunststof, staal, rietmatten of vlechtschermen. Kleur afgestemd op het hoofdgebouw of uitgevoerd in donkere kleurtinten. Geen opvallend kleurgebruik.
98
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Overige: De erfafscheiding voldoet aan de eventuele aanvullende criteria voor erfafscheidingen in het gebiedsgerichte beoordelingskader.
ZONNEPANELEN EN -COLLECTOREN ALGEMEEN Wat is een zonnepaneel en wat is een zonnecollector? Met een zonnepaneel wordt warmte opgewekt, die via een warmwateropslag meestal wordt gebruikt voor het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik. Met een zonnepaneel wordt electriciteit opgewekt uit daglicht voor de electriciteitsvoorziening van een bouwwerk. De genoemde voorwaarden gelden voor zowel zonnepanelen als zonnecollectoren. Excessenregeling Als een zonnepaneel en -collector vergunningsvrij mogen worden gebouwd, dan worden deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die 'in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand'. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is.
Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt het plan alsnog aan de Welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria.
Standaardplan Een zonnepaneel en -collector voldoen in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat).
Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
afbeelding behorend bij stroomdiagram
Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar wordengetoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
99
WILT U EEN ZONNEPANEEL OF EEN ZONNECOLLECTOR PLAATSEN?
Dient de collector of het paneel voor de voorziening in de warmte- of elektriciteitsbehoefte van het bouwwerk waarop het geplaatst wordt?
Dient de collector of het paneel voor de voorzieningen in de warmteof elektriciteitsbehoefte van een bouwwerk op hetzelfde perceel?
nee
nee
ja
ja Is het bouwwerk waaraan/op de collector of het paneel wordt gebouw een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of ligt het in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?
ja
nee Vormt de collector of het paneel een geheel met de installatie voor het opslaan van warm water of het omzetten van elektriciteit?
nee
Is de installatie in het bouwwerk geplaatst? ja
ja Wordt de collector of het paneel op een hellend dak geplaatst?
nee
Wordt de collector of het paneel op een plat dak geplaatst?
ja nee
ja Wordt de hellingshoek van de collector of het paneel gelijk aan de hellingshoek van het dakvlak?
Is de afstand van de collector of het paneel tot de dakranden nee groter dan of gelijk aan de hoogte van de collector of het paneel? nee ja
ja
Wordt de hellingshoek van de collector of het paneel ten hoogste 35 graden? Wordt de collector of het paneel in of direct op het dakvlak geplaatst?
nee
nee ja
ja
LichtVergunningsplichtig
Vergunningsvrij
WELSTANDSNOTA
nee
ja
Ligt de collector of het paneel binnen het vlak van het dak?
100
nee
Gemeente Midden-Drenthe
RegulierVergunningsplichtig
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIGE ZONNEPANEEL OF ZONNECOLLECTOR Als er geen standaardplan is, voldoet een zonnepaneel- of collector in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande criteria wordt voldaan. Maatvoering: Conform eerder goedgekeurde kapellen Op schuine daken; geheel binnen het dakvlak gelegen en een gelijke hellingshoek als het dakvlak Op platte daken; geheel gelegen binnen een hoek van 15 graden vanaf de dakrand
Vorm: Paneel of collector is integraal opgenomen in het ontwerp van het bouwwerk Paneel of collector vormt een geheel met de installatie voor het opslaan van water of voor de opwekking van elektriciteit zo niet dan is de installatie in het bouwwerk geplaatst. Materiaal- en kleurgebruik: De kleur is overeenkomstig met het achterliggende dakvlak of anders zwart, antraciet of donkergrijs. Overig: Bij meerdere panelen of collectoren dient er een regelmatige rangschikking op horizontale of verticale lijn te zijn.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
101
(SCHOTEL)ANTENNES ALGEMEEN Wat is een (schotel)antenne? In de regelgeving rondom het vergunningsvrij plaatsen van antennes wordt onderscheidt gemaakt tussen een aantal soorten antennes: Antennes ten behoeve van mobiele telecommunicatie. Dit betreft de zogenaamde GSM-antennes. C2000 antennes. Dit zijn antennes ten behoeve van de communicatie tussen hulpdiensten. Overige antennes. Onder deze categorie vallen schotelantennes en andere antennes voor de ontvangst van radio of TV-signalen en sprietantennes, zoals bijvoor beeld voor 27MC zendinstallaties (“bakkies”). Deze laatste categorie wordt bedoeld met (schotel)antennes. Excessenregeling Als een (schotel)antenne vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de
102
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen. Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt het plan alsnog aan de Welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria.
afbeelding behorend bij stroomdiagram
Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
Standaardplan Een (schotel)antenne voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat).
WILT U EEN (SCHOTEL)ANTENNE PLAATSEN?
Is het bouwwerk waarop, -aan of -in de antenne wordt geplaatst een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of ligt het in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?
ja
nee Is de (schotel)antenne achter het voorerf geplaatst (dus ook niet aan de voorgevel)?
nee
ja Wilt u een schotelantenne plaatsen?
nee
ja Is de doorsnede van de schotelantenne minder dan 2 m?
nee
ja Is de hoogte van de schotelantenne (inclusief de drager/mast) minder dan 3 m? (te meten vanaf de voet)
Wordt de antenne aan een gevel bevestigd?
nee
ja nee
Is de hoogte van de antenne (inclusief de drager/mast) minder dan 5 m (te meten vanaf het snijpunt met het dak)? ja
nee
Is de hoogte van de antenne (inclusief de drager/mast) minder dan 5 m (te meten vanaf de voet)?
nee
ja
ja
ja
Is de hoogte van de antenne (inclusief de drager/mast) minder dan 40 m? nee
Vergunningsvrij
LichtVergunningsplichtig
RegulierVergunningsplichtig
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
103
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIGE (SCHOTEL)ANTENNES Als er geen standaardplan is, voldoet een (schotel)antenne in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande criteria wordt voldaan.
104
Achter de voorgevelrooilijn Maximaal diameter 2 m inclusief voet maximaal 3 m hoog Kleur donker of indien lichte achtergrond licht
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
ZONWERINGEN, (ROL)LUIKEN EN ROLHEKKEN ALGEMEEN Wat is een zonwering, (rol)luik of rolhek? Zonweringen zijn voorzieningen om gebouwen tegen zonlicht en warmte te beschermen. (Rol)luiken en rolhekken zijn voorzieningen om ruiten van gebouwen tegen inbraak en vandalisme te beschermen. Excessenregeling Als een zonwering, (rol)luik of rolhek vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is.
genoemde welstandseisen. Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan wordt het plan alsnog aan de Welstandscommissie voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria.
Standaardplan Een zonwering, (rol)luik of rolhek voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als het eerder als zodanig door de Welstandscommissie is goedgekeurd voor een identiek plan voor hetzelfde bouwblok of in een vergelijkbare situatie (bijvoorbeeld in dezelfde straat).
Van een bijzondere situatie is in ieder geval sprake bij door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermde monumenten.
Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
105
WILT U EEN ROLHEK OF (ROL)LUIK PLAATSEN? Wordt het rolhek of het (rol)luik geplaatst aan of in een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?
ja
nee Wordt het rolhek of (rol)luik geplaatst bij een woning of een woongebouw?
nee
ja
Wordt het rolhek of (rol)luik aan de binnenzijde van het gebouw geplaatst?
nee
ja Bestaat het rolhek of (rol)luik voor tenminste 90% uit glasheldere doorkijkopeningen?
nee
ja
LichtVergunningsplichtig
Vergunningsvrij
Het betreft hier geen rolhek in een erfafscheiding!
WILT U EEN ZONWERING PLAATSEN? Wordt de zonwering geplaatst aan een Rijksmonument, een provinciaal of gemeentelijk monument of in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht?
ja
nee Wilt u de zonwering plaatsen aan een woning of een woongebouw?
nee
ja LichtVergunningsplichtig
Vergunningsvrij
106
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIG ZONWERING, (ROL)LUIKEN EN ROLHEKKEN Een zonwering, (rol)luik of rolhek op of aan een woning voldoet aan redelijke eisen van welstand als aan de onderstaande criteria wordt voldaan.
Conform eerder goedgekeurde zonweringen, rolluiken en rolhekken Overeenkomstig eerdere installaties aan de gevel Passend binnen de gevel opening Kleur aangepast aan die van de woning
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
107
RECLAME ALGEMEEN Wat is reclame? Reclame is een publieke aanprijzing van een bedrijf, een product of een dienst. Reclames op borden, Voor het plaatsen van een op de grond staande reclamezuil is een lichte bouwverguning vereist. Voor de overige reclame-uitingen moet een vergunning worden aangevraagd in het kader van de gemeentelijke APV. Een welstandsbeoordeling maakt deel uit van deze vergunningprocedure. .
WILT U EEN RECLAMEZUIL PLAATSEN? Staat de reclamezuil op de grond?
nee
ja LichtVergunningsplichtig
108
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
RegulierVergunningsplichtig
CRITERIA LICHT-VERGUNNINGPLICHTIGE RECLAMEUITINGEN AAN DE VOORGEVEL OF OP HET VOORERF RECLAME-UITINGEN AAN DE GEVEL
RECLAME-UITINGEN LOS VAN DE GEVEL
Een reclame-uiting aan de voorgevel, de zijgevel of de achtergevel voldoet aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan.
Een reclame-uiting los van de gevel voldoet geval aan redelijke eisen van welstand als aan onderstaande criteria wordt voldaan.
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Loodrecht op, of evenwijdig en vlak aan, de gevel. Geen reclame aangebracht op bouwlagen met een woonbestemming of bouwlagen met een bedrijfs bestemming zonder publieksfunctie. Geen reclame-uitingen die het uitzicht op de openbare ruimte of het open landschap ernstig belemmeren. In voorgevel reclame-uiting als zelfstandig element vormgeven, waarbij de maatvoering en detailleringen zijn afgestemd op en harmoniëren met de oorspronkelijke gevel. In voorgevel samenhang en ritmiek van de straatwand niet verstoren. Reclame integreren in de architectuur en beperken tot het hoogst noodzakelijke. Geen mechanisch bewegende delen. Geen lichtcouranten, lichtobjecten of lichtreclame. Geen daglichtreflecterende reclame. Geen aangelichte reclame. Maximaal één reclame-uiting per gevel. Deze voldoet aan de eventuele aanvullende criteria voor reclameuitingen in het gebiedsgerichte beoordelings kader. Geen reclame voor diensten of producten die niet in het pand plaatsvinden respectievelijk worden verkocht.
• • • • • • • • • • •
Bij de entree van het erf of op een parkeerplaats. Geen reclame-uitingen die het uitzicht op de openbare ruimte of het open landschap ernstig belemmeren. Reclame-uiting als zelfstandig element vormgeven, waarbij de maatvoering en detailleringen zijn afgestemd op en harmoniëren met het hoofdgebouw. Reclame beperken tot het hoogst noodzakelijke. Geen mechanisch bewegende delen. Geen lichtcouranten, lichtobjecten of lichtreclame. Geen daglichtreflecterende reclame. Geen aangelichte reclame. Maximaal één reclame-uiting per erf. Deze voldoet aan de eventuele aanvullende criteria voor reclame-uitingen in het gebiedsgerichte beoordelingskader. Geen reclame voor diensten of producten die niet in het pand plaatsvinden, respectievelijk worden verkocht.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
109
HOOFDSTUK 8 - ARTIKEL B: OVERGANGSBEPALINGEN Op aanvraag van een bouwvergunning, vrijstelling of toestemming anderszins, die is ingediend voor het tijdstip waarop deze welstandsnota van kracht is geworden en waarop genoemd tijdstip nog niet is beschikt, zijn de bepalingen van de bouwverordening van toepassing, zoals deze luidden voor de vaststelling van de onderhavige beleidsregels, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de onderhavige beleidsregels worden toegepast. Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad der gemeente Midden-Drenthe, d.d. …….
110
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
BIJLAGE I - BEGRIPPENKADER De criteria zijn geordend in vier hoofdcategorieën, te weten:
ligging : dit betreft de functionele en ruimtelijke context van een gebied en de situering van de gebouwen op hun locatie; massa en vorm: dit betreft de massa- of volumewerking van de gebouwen; detaillering: dit betreft de detaillering van de architectuur; materiaal- en kleurgebruik: dit betreft het materiaal- en kleurgebruik en de ornamentiek.
Ligging Hier zijn onder meer de volgende beeldcomponenten van belang.
locatie type Hier gaat het om de aard van de situatie en de karakteristiek van het omgevingsbeeld op grotere schaal. Voorbeelden: open landschap, woonwijk uit bepaalde periode, dorpstype (esdorp, dijkdorp, wegdorp en dergelijke).
object type Dit betreft een karakterisering van de bebouwing in het betreffende gebied naar vorm en functie. Voorbeelden: boerderijen, villa’s, bedrijfsbebouwing, woonhuizen enzovoort. beeldtypering Hier gaat het om een typering van de samenhang tussen bebouwing en ruimte. Voorbeelden: laanbebouwing, dorpsbebouwing, tuindorp, planmatige uitbreiding, recreatiebouw en dergelijke. tijdsperiode Betreft globaal de periode waarin de betreffende situatie tot stand is gekomen. Voorbeelden: rond 1900, negentiende eeuw, jaren twintig en dertig, enzovoort. relatieve positie Hierbij gaat het om de onderlinge positie van de bebouwing ten opzichte van de (denkbeeldige) rooilijn. Voorbeelden: in de rooilijn, enigszins verspringend, (sterk) wisselend, gestaffeld, onbepaald enzovoort. afstand tot de weg Hier wordt een indicatie gegeven van de afstand van de bebouwing tot de openbare weg. Voorbeelden: direct op de weg (indicatie minder dan 2 m), enige afstand tot de weg (indicatie 2 tot 10 m), ruime afstand tot de weg (indicatie 10 tot 20 m), grote afstand tot de weg (indicatie meer dan 20 m).
relatief verband Dit betreft de onderlinge tussenafstanden van de gebouwen en de mate waarin de ruimte tussen de gebouwen tot een open of gesloten karakter leidt. Voorbeelden: gesloten bebouwing, tamelijk gesloten bebouwing, open bebouwing, solitaire bebouwing. groepering op het erf Hier gaat het om de groepering van gebouwen op het erf in hun onderling verband. Voorbeelden: hoofdgebouw prominent, bijgebouwen zichtbaar, clustering, ruime setting enzovoort. richting van de bouwvorm Dit betreft de hoofdrichting van de bebouwing ten opzichte van de weg. Voorbeelden: langs, dwars, schuin, indifferent en dergelijke. Massa en vorm contour Bij contour is het profiel van de bouwmassa in het geding. Dit wordt aangegeven in de karakteristieke duiding van de hoogte in relatie met het profiel. Voorbeelden: één bouwlaag met kap, twee bouwlagen plat en dergelijke.
relatieve omvang Dit betreft de grootte van de gebouwen in hun onderlinge relatie. Voorbeelden: onderling overeenkomstig, enig onderling verschil, onderling verschil, veel onderling verschil en dergelijke. Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
111
geleding van de bouwmassa Hier gaat het om de indicatie hoe de bouwmassa van het gebouw is samengesteld; is er bijvoorbeeld sprake van één afleesbaar volume of bestaat het gebouw uit twee of meer afzonderlijk te benoemen bouwmassa’s. Voorbeelden: enkelvoudig, samengesteld. plastiek Dit betreft de kenmerkende plastische vormbehandeling van de gebouwen; is er sprake van een strakke vorm of heeft het gebouw uitbouwen of insnoeringen en dergelijke. Voorbeelden: sober, minder sober, gemiddeld, complex, zeer complex en dergelijke. stijl Dit betreft een aanduiding van de bouwstijl van de bebouwing in globale zin. Voorbeelden: traditioneel, afgeleid traditioneel, jaren twintig, dertig, modern en dergelijke. compositie Hier gaat het om de architectonische geleding van de gevels, zoals deze bijvoorbeeld zichtbaar is in de vorm van de gevelopeningen en kozijnen. Voorbeelden: horizontaal, verticaal, wisselend, indifferent en dergelijke. transparantie gevels Dit betreft de mate van openheid van de op de openbare ruimte gerichte gevels.
112
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Voorbeelden: open, enigszins open, gesloten en dergelijke. Detaillering Dit betreft de kenmerkende detaillering en versiering van de bebouwing, die bijdraagt aan de expressie. Voorbeelden: geen tot bescheiden, eenvoudig, gemiddeld, enigszins rijk, rijk en dergelijke. Materiaal- en kleurgebruik kleur Dit betreft de hoofdkleur van de gevels en daken van de bebouwing. Voorbeelden: rood, groen met zwart en dergelijke.
kleurtoon Dit betreft de overwegende toonzetting in het kleurgebruik van de bebouwing; het gaat daarbij om gradaties van helderheid in het materiaal- en kleurgebruik. Voorbeelden: lichte kleurtoon, middentoon, donkere kleurtoon en dergelijke.
gebied altijd positief worden gewaardeerd, omdat zij intrinsiek zijn voor het gebied. Daarnaast speelt een waardering van verschillende beeldcomponenten, die stoelt op ervaring en kennis van de opstellers van het gemeentelijk welstandsbeleid. Het is van belang dat deze waardering niet alleen door deskundigen, maar ook door burgers en bestuurders wordt gedragen. Tenslotte is een waardering ook afhankelijk van de visie die er op een bepaald gebied bestaat. De waardering voor verschillende aspecten van ruimtelijke kwaliteit kan afhankelijk zijn van bijvoorbeeld de uitstraling die een gemeente met een bepaald gebied voorstaat.
beleid Op basis van lokale politieke discussie zal het welstandsbeleid voor de verschillende gebieden moeten worden vastgesteld. Hiervoor zijn vier categorieën aangegeven:
materiaal Dit betreft de aard van de beeldbepalende materialen van met name gevels en daken van de bebouwing. Voorbeelden: steenachtig, hout, rieten daken en dergelijke.
1. handhaven Hierbij gaat het om de intentie om het bestaande ruimtelijk beeld als zodanig zoveel mogelijk als te handhaven en als uitgangspunt te hanteren voor verdere ontwikkeling. (Dit beleid zal in ieder geval voor beschermde gezichten van toepassing zijn.)
BELEID, ONTWIKKELING EN WAARDERING waardering Onder dit kopje wordt de waardering aangegeven van het betreffende aspect in de gebiedseigen context. Wanneer een gebied wordt bepaald door vrijstaande bebouwing op ruime erven, dan zullen deze componenten voor dit
2. respecteren Bij dit beleid staat het zorgvuldig omgaan met bestaande waarden voorop. Deze hoeven niet altijd letterlijk in stand te blijven, maar dienen met respect te worden geïnterpreteerd bij nieuwe ontwikkelingen. De bestaande situatie geldt als bepalend voor verdere ontwikkelingen.
3. incidenteel wijzigen Hier krijgt het continue transformatieproces de ruimte, waarbij de bestaande situatie weliswaar als leidraad wordt genomen, maar gaandeweg wordt vervangen door nieuwe oplossingen en nieuwe beelden. Veranderen is hier niet een beleidsdoel op zichzelf, maar het beleid gaat uit van de veranderbaarheid van het gebied. 4. planmatig wijzigen Dit beleid is gericht op verandering. Het gaat hier om een bewuste verandering van het ruimtelijk beeld en de ruimtelijke kwaliteit. Dit kan van toepassing zijn voor de verandering van een weidegebied in een woonwijk, maar geldt in het algemeen voor herstructureringsgebieden.
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
113
BIJLAGE II - MONUMENTENLIJST ADRES Dorpsstraat 5, Orvelte Schapendrift 3, Orvelte Schapendrift 3, Orvelte Hoofdstraat 37, Westerbork Oosteinde 2, Westerbork Oosteinde 43, Westerbork Westerborkerveid 0, Witteveen Julianastraat 28, Beilen Kruisstraat 6, Beilen Makkum 40, Beilen Pr. Bernhardstraat 12, Beilen Terhorst 7, Beilen Boermarkeweg 11, Hooghalen Zwiggelterweg 4, Hooghalen Hoofdweg 185, Bovensmilde Hoofdweg 186, Bovensmilde Rijksweg 178, Hoogersmilde Elzenlaan 11, Smilde Hoofdweg 24, Smilde Tramweg 14, Smilde Tramweg 65, Smilde Tramweg 71, Smilde Vaartweg 5, Smilde Veenhoopsweg 13, Smilde Hoogeveenseweg 19, Bruntinge Hoogeveenseweg 21, Bruntinge
114
WELSTANDSNOTA
MONUMENTENLIJST woonhuis woonhuis/bijgebouw bijgebouw boerderij boerderij woonhuis/bijgebouw draaibrug winkel/woonhuis woonhuis molen kerk inclusief orgel woonboerderij woonboerderij, aangebouwde schuur en vrijstaande schuur landhuis, garage en schuur pastorie kerk inclusief orgel kerk tehuis (onderdeel van Licht & Kracht) gemeentehuis graftombe en woonhuis woonhuis woonhuis woonhuis koepelkerk inclusief orgel boerderij en bijschuur boerderij en wagenschuur
Gemeente Midden-Drenthe
Hogebrinksweg 1, Elp Hogebrinksweg 3, Elp Smalbroeksweg 3, Elp De Vledders 6, Eursinge De Vledders 8, Eursinge Brugstraat 2, Orvelte Brugstraat 4, Orvelte Dorpsstraat 1, Orvelte Dorpsstraat 2, Orvelte Dorpsstraat 3, Orvelte Dorpsstraat 7, Orvelte Dorpsstraat 9, Orvelte Dorpsstraat 10, Orvelte Flintenweg 2, Orvelte Flintenweg 4, Orvelte Flintenweg 6, Orvelte Flintenweg 8, Orvelte Melkwegje 2, Orvelte Melkwegje 3, Orvelte Schapendrift 1, Orvelte Schapendrift 2, Orvelte Schoolstraat 1, Orvelte Schoolstraat 2, Orvelte
boerderij met underschoer en aangebouwde bijschuur boerderij met underschoer en bijschuur woonhuis woonhuis/bijgebouw woonhuis Orvelte boerderij boerderij boerderij en dwars aangebouwde bijschuur boerderij en lange aangebouwde bijschuur boerderij en aangebouwde hooischuur, schaapskooi en zuddenschuurtje woonhuis smederij voormalige tolwoning en keuterij thans museum boerderij met underschoer en aangebouwde bijschuur, losse schaapskooi boerderij boerderij en aangebouwde bijschuur boerderij met aangebouwde schuur en bakspiker boerderij voormalige melkfabriek bestaande uit een woning en 2 in U-vorm gebouwde schuren boerderij hooischuur met schaapskooi boerderij en vrijstaande bijschuren boerderij/horeca
Schoolstraat 3, Orvelte Wezuperweg 1, Orvelte Hoofdstraat 12, Westerbork Hoofdstraat 12, Westerbork Hoofdstraat 16, Westerbork Oosteinde 8, Westerbork Zandhoeklaan 23, Westerbork Zuidbrink 13, Westerbork Schattenberg bij 2/4, Zwiggelte
Schattenberg 4, Zwiggelte Hoofdstraat 6, Zwiggelte Hoofdstraat 9, Zwiggelte Hoofdstraat 14, Zwiggelte Zevenhoeksweg 12, Zwiggelte
woonhuis/bijgebouw boerderij kerktoren kerk met diverse inventaris voormalige gemeentehuis De Cloenstee boerderij met schuur en kleine schuur boerderij met schuurtje bibliotheek (boerderij) bunker, aardappelbewaarplaats, rioolwaterzuiveringsinstallatie voormalig kamp Westerbork directeurswoning voormalig kamp Westerbork boerderij met aangebouwde schuur en kleine schuur woonboerderij met aangebouwde bijschhuur en zuddenschuur boerderij met underschoer en aangebouwde bijschuur boerderij
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
115
BIJLAGE III - RIETDAKENLIJST Rietdakenlijst gemeente Midden-Drenthe d.d. 14-11-2000
Beilen Alting 31 Brunsting 13 Brunsting 14 Brunsting 15 Brunsting 17 Brunsting 18 Holthe 57 Klatering 7 Klatering 8 Klatering 11 Klatering 12 Klatering 14 Klatering 15 Klatering 16 Klatering 18 Klatering 19 Klatering 20 Lieving 16 Lieving 22 Lieving 24 Terhorst 7 Terhorst 10 Terhorst 15 Terhorst 17 Terhorst 19 Smalbroek 19
116
WELSTANDSNOTA
Drijber Drijber 8 Drijber 11 Drijber 12 Drijber 13 Drijber 14 Drijber 16/16a Drijber 17 Drijber 18 Drijber 26 Hooghalen Beilerweg 22 Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Boermarkeweg Hoofdstraat 10 Hoofdstraat 17 Hoofdstraat 19 Hoofdstraat 25 Hoofdstraat 28 Gemeente Midden-Drenthe
Hoofdstraat 30 Hoofdstraat 32 Middendorp 5 Smilderweg 1 Stationsstraat 1 Stationsstraat 2 Zwiggelterweg 4
2 3 4 5 6 7 11 13 14 15 17 21 23 25 27
Hijken Beilerstraat 5 Brink 4 De Hoek 1 De Hoek 3 De Hoek 4 De Hoek 5 De Hoek 7 De Hoek 9 Dorpsstraat 26 Dorpsstraat 28 Noordkamp 8 Oosteinde 6 Oosteinde 8/10 Oosteinde 12 Oosteinde 13 Oosteinde 15 Oosteinde 16 Westeinde 11 Spier Brinkkarnpen 2 Brinkkampen 33 De Steegde 4 Wijsterseweg 3
Wijster Beilerweg 2 Beilerweg 4 Beilerweg 9 Beilerweg 17 Bruntingerweg 1 Bruntingerweg 15 Hamveid 21 Mr. Hadderstraat 28 Nieuwe Es 10 Sportweg 3 Hoogersmilde Beilervaart 5 Rijksweg 211 Rijksweg 254 Rijksweg 260 Roelfsema Rzn weg 10 Vaartweg 94 Veldhuizenweg 7 Smilde Rijksweg 53 Tramweg 14 Vaartweg 43 Vaartweg 82 Vaartweg 86 Molenwijk 3 Balinge Heirweg 26
Bruntinge Hoogeveenseweg 19 Hoogeveenseweg 21 Elp Boerstraat 13 Boerstraat 17 Hogebrinksweg 1 Hogebrinksweg 3 Hoofdstraat 26 Hoofdstraat 28 Hoofdstraat 30 Westerborkerstraat 22 Westerborkerstraat 24 Eursinge De Goorns 1 De Goorns 2 De Goorns 3 De Goorns 5 De Goorns 6 De Goorns 7 De Goorns 8 De Goorns 10 De Goorns 12 De Vledders 2 De Vledders 4 De Vledders 6 De Vledders 8 De Vledders 10 De Vledders 12
Garminge Dorpsstraat 1 Dorpsstraat 2 Dorpsstraat 5 Dorpsstraat 6 Dorpsstraat 8 Heirweg 1 Olde Hof 1 Olde Hof 3 Olde Hof 5 Spekdiek 2 Spekdiek 4 Orvelte Brugstraat 1 Brugstraat 2 Brugstraat 4 Brugstraat 21 Dorpsstraat 1 Dorpsstraat 2 Dorpsstraat 3 Dorpsstraat 4 Dorpsstraat 5 Dorpsstraat 6 Dorpsstraat 7 Dorpsstraat 8 Dorpsstraat 10 Flintenweg 2 Flintenweg 4/4a Flintenweg 5 Flintenweg 6 Flintenweg 8
Melkwegje 2 Melkwegje 3 Schapendrift 1 Schapendrift 3 Schapendrift bij 3 Schoolstraat 1 Schoolstraat 3 Schoolstraat 4 Schoolstraat 6 Schoolstraat 8 Schoolstraat 11
Westerbork Hoofdstraat 2 Hoofdstraat 34 Hoofdstraat 37 (nieuw) Oosteinde 1 Oosteinde 3 Oosteinde 5 Oosteinde 8 Oosteinde 14 Oosteinde 43 B.G. van Weezelplein 6 B.G. van Weezelplein 8 B.G. van Weezelplein 12 Zandhoeklaan 23 Zandhoeklaan 28 Zuidbrink 13 Zuidbrink 18 Zuidbrink 20
Gemeente Midden-Drenthe
Zwiggelte Hoofdstraat 5 Hoofdstraat 6 Hoofdstraat 7 Hoofdstraat 8 Hoofdstraat 9 Hoofdstraat 10 Hoofdstraat 11 Hoofdstraat 13 Hoofdstraat 14 Hoofdstraat 17 Hoofdstraat 19 Middenweg 3 Ripkampenweg 2 Steeg 4 Steeg 8 Steeg 10 (schuur, woonhuis afgebrand) Zevenhoeksweg 1 Zevenhoeksweg 4 Zevenhoeksweg 6 Zevenhoeksweg 10 Zevenhoeksweg 12 Zevenhoeksweg 14 Westeres 1 Westeres 5
WELSTANDSNOTA
117
BIJLAGE IV - WELSTANDSKAART
118
WELSTANDSNOTA
Gemeente Midden-Drenthe
Colofon Opdrachtgever: Gemeente Midden-Drenthe
Fotografie: BügelHajema Adviseurs
Projectnr.: 153.00.01.15.00 BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu bnSP Vaart nz 48-50 Postbus 274 9400 AG Assen Telefoon (0592) 31 62 06 Telefax (0592) 31 40 35 www.bugelhajema.nl E-mail:
[email protected]
Gemeente Midden-Drenthe
WELSTANDSNOTA
119