grafische wetenschappen derde graad TSO
ICT-toepassingen fundamenteel gedeelte eerste leerjaar: 2 uur/week tweede leerjaar: 2 uur/week
licap – brussel D/2002/0279/014
Grafische wetenschappen
september 2002
67
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
BEGINSITUATIE Alle leerlingen bezitten de nodige voorkennis via de tweede graad ASO, KSO of TSO. Sommige leerlingen zullen via eigen interesse verder staan dan andere wat betreft pc-gebruik, tekstopmaak, rekenblad, database en Internetgebruik en de ene leerling zal via pc-bezit thuis meer ervaren zijn dan de andere i.v.m. het werken met softwarepakketten. Een aantal leerlingen zullen, afhankelijk van de gevolgde studierichting in de tweede graad, in meer of mindere mate bedreven zijn op het vlak van pc-gebruik. De leraar dient rekening te houden met deze heterogene beginsituatie. Hij kan dit onder meer realiseren door verschillende moeilijkheidsgraden te hanteren bij de praktijkoefeningen en de leerlingen volgens hun individuele mogelijkheden te begeleiden bij het ontwerpen en vormgeven van eigen realisaties.
ALGEMENE DOELSTELLINGEN – Het reeds verworven functioneel inzicht in de computer als gegevensverwerkend systeem verder verdiepen via ontwerpen en vormgeven van vakgerichte toepassingen. – Verwerven van grafische domeinspecifieke kennis uit de ICT-wereld. – Ontwikkelen van probleemoplossend denken door het ontwerpen, vormgeven en realiseren van oplossingen voor eenvoudige grafische problemen op managementsniveau en op het niveau van administratieve toepassingssoftware. – Verwerven van inzicht in de verschillende toepassingsmogelijkheden van ICT op verschillende niveau’s van de grafische bedrijfsvoering. – Ontwikkelen van attitudes zoals doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, zin voor efficiëntie, open ingesteldheid ten opzichte van veranderingen, … teneinde in de toekomst ook in minder vertrouwde situaties problemen met kans op succes aan te pakken. – Aandacht opbrengen voor de maatschappelijk-ethische implicaties van ICT- en computertoepassingen en genuanceerd oordelen over de mogelijkheden en de beperkingen van ICT en informatica. – Ontwikkelen van competentie op het niveau van toepassingssoftware (Internetgebruik, bureautekstverwerker, rekenblad, presentatiesoftware en database).
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN – Dit leerplan beoogt een technisch-theoretische opleiding op het niveau van de Grafische wetenschappen. Deze studierichting is een voorbereiding op hoger grafisch onderwijs van één cyclus. Algemeen inzicht in ICT, informatica en computergebruik dienen benaderd te worden vanuit het standpunt van het management en verantwoordelijke functies in de grafische bedrijfswereld. Naast het verwerven van bovenstaande inzichten dienen de leerlingen vaardig te kunnen omgaan met personal computer en de meest courant gebruikte software in bureau-omgeving (tekstopmaak, rekenblad, database, presentatiesoftware en Internetgebruik). – Het verdient aanbeveling dat het vak ‘ICT-Toepassingen’ door dezelfde leraar gegeven wordt als het vak ‘Grafische wetenschappen’. In elk geval dient een goede vakgroepwerking en vakoverschijdend werk gerealiseerd te worden tussen de verschillende betrokken leraren, dit in samenspraak met de afdelingsverantwoordelijke. – Wat TSO Grafische Wetenschappen betreft, kan het vak ‘ICT-Toepassingen’ een belangrijk sturend onderdeel van de geïntegreerde proef zijn. – Via de tweede graad (AV Informatica) bezitten de leerlingen reeds een aantal basisinzichten en -vaardigheden i.v.m. ‘Communicatie met de buitenwereld’, ‘Tekstverwerking’, ‘Elektronisch rekenblad’ en ‘Gegevensbeheer’. Afhankelijk van de leerlingengroep zal men deze in meer of mindere mate verder moeten vastzetten waar deze geïntegreerd in het hoofdstuk ‘Toepassingen’ aan bod komen.
Grafische wetenschappen
68
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
– In het hoofdstuk ‘Informatiesysteemmodellen’ wordt verwezen naar onderstaand informatiesysteemmodel (J. A. O’ Brien). De sector beveelt aan om in alle scholen onderstaand model te hanteren.
ba
Ge nk
en
en
ge
ke
nn
Controle van de systeemprestaties
prog
Invoer van gegevens
ram
ns
isb
an
ke
n
Uitvoer van informatieproducten
e
hine
roce
war
en p
Soft
ma's
Verwerking van gegevens tot informatie
ve
re
ta
dwa
da
ia
e
Har
o
sp
med
e
ik
inf
rm
at
y ies
st
m ee
n
mac
e
g ind
u br
s er
en
en
ste
s en
M
s en
li cia
dure s
Gegevensopslag
communicatiemiddelen en netwerkondersteuning
Netwerk
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN DIDACTISCHE WENKEN (U) staat voor uitbreiding.
Grafische wetenschappen
69
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
INTRODUCTIE LEERPLANDOESTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het belang van informatiesystemen Het belang van kennis van informatiesystemen voor eindgebruikers in een bedrijfsomgeving algemeen toelichten
Het belang van informatiesystemen
1 Een aantal belangrijke bedrijfsfuncties opsommen waaronder het belang van informatiesystemen.
– Informatiesystemen als belangrijke bedrijfsfunctie.
– Wat verstaan we onder informatiesystemen: – begripsbepaling (informatiesystemen); – soorten;
2 Het begrip informatiesysteem omschrijven. 3 Voorbeelden van drie belangrijke soorten informatiesystemen geven en deze herkennen in bedrijfsomgeving. 4 Het begrip ‘geautomatiseerd informatiesysteem’ omschrijven. 5 De gebruikers van informatie en informatiesystemen opsommen en hun specifieke functie verduidelijken a.d.h. van voorbeelden uit de grafische industrie. 6 Enkele kenmerken van informatiesystemen die een efficiente bedrijfsvoering en de concurrentiepositie kunnen ondersteunen opsommen en verduidelijken met voorbeelden uit de grafische industrie. 7 Formuleren dat inefficiënte informatiesystemen een nefaste rol kunnen hebben in het succes en het voortbestaan van een onderneming en verduidelijken met enkele voorbeelden uit de grafische industrie.
– begripsbepaling (geautomatiseerde informatiesystemen). – Gebruikers van informatie en informatiesystemen: – eindgebruiker; – informatiesysteemspecialisten; – manager-eindgebruiker. – Kenmerken van informatiesystemen in de industrie: – invloed op de efficiëntie van het bedrijf; – invloed op de productiviteit; – invloed op de mentaliteit van de werknemers; – invloed op de klantenservice; – belangrijke informatiebron bij beslissingen op managementniveau; – ondersteunen bedrijfsdoelstellingen i.v.m. behalen van strategisch marktvoordeel; – interessante carrièremogelijkheden binnen het bedrijf; – belangrijke kostenfactor; – …
DIDACTISCHE WENKEN 1 Aanbrengen via voorbeelden van belangrijke bedrijfsfuncties in grafische bedrijven en veralgemenen: productieplanning, kostprijsberekening drukwerk, kostprijsberekening multimediaproject, financiering, … 2 Bv.: een IS is een georganiseerde combinatie van mensen, hardware (instrumenten), software (richtlijnen voor informatieverwerking), communicatiekanalen (netwerken) en vastgelegde gegevens (gegevensbronnen). 3 De leerlingen duidelijk maken dat in het vak ‘ICT-toepassingen’ enkel geautomatiseerde informatiesystemen behandeld worden maar dat bv. informele systemen (mondeling) en handmatige systemen (papier en pen) ook belangrijke informatiesystemen zijn. 4 Bv.: gegevens met behulp van informatietechnologie (IT) omvormen tot informatieproducten.
Grafische wetenschappen
70
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
5 Eindgebruiker: diegene die een informatiesysteem of de informatie uit dergelijk systeem gebruikt. Informatiesysteemspecialist: systeemanalysten en professionele programmeurs. Manager-eindgebruiker: diegenen uit het management die zelf direct gebruik maken van een informatiesysteem met als doelstellingen: – efficiëntere communicatie: bv. tekstverwerker en elektronische post, …; – beslissingsalternatieven analyseren via bv. rekenblad; – rapporten over bedrijfsresultaten opvragen en analyseren via bv. databasesystemen. 6 Ondersteunend bedrijfsdoelstellingen i.v.m. het behalen van strategisch marktaandeel: bv. de ontwikkeling van concurrerende producten en diensten. LEERPLANDOESTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Basisfuncties van informatiesystemen 8 De ondersteunende rol van informatiesystemen voor de bedrijfsvoering, de besluitvorming op directieniveau en de strategische planning toelichten en verduidelijken met voorbeelden uit de grafische industrie.
Basisfuncties van informatiesystemen – ondersteuning bij uitvoerende taken; – ondersteuning van managementbeslissingen. – ondersteuning voor het verkrijgen van strategische voordelen.
DIDACTISCHE WENKEN 8 – Ondersteuning bij uitvoerende taken: bv. toename van kwaliteit en flexibiliteit van het ontwerp- en productieproces. – Ondersteuning van managementbeslissingen: bv. investeringen en geschatte opbrengst. – Ondersteuning voor het verkrijgen van strategische voordelen: bv. investeren in een on-line, menugestuurd catalogus- en ordersysteem. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Evolutie van informatiesystemen De functie van informatietechnologie bij het verbeteren van de concurrentiepositie via globalisering en het herinrichten van bedrijfsprocessen toelichten en verduidelijken met voorbeelden uit de grafische industrie
Evolutie van informatiesystemen
9 De begrippen Internet, intranet en extranet toelichten. 10 Een internetwerkrelatie tussen bedrijf, klant, leverancier en andere organisaties via Internet-, intranet- en extranettechnologie schematisch voorstellen. 11 Enkele voorbeelden van internetwerktoepassingen uit de grafische industrie opsommen en de beoogde meerwaarde toelichten. 12 Het begrip e-commerce omschrijven. 13 Enkele toepassingen van e-commerce opsommen.
– Internet – Intranetten – Extranetten.
Grafische wetenschappen
– Elektronische handel. – Business to business, business to consumer.
71
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
14 Het begrip ‘groupware’ omschrijven. 15 Enkele elektronische systemen die de samenwerking binnen de onderneming kunnen ondersteunen opsommen. 16 Het begrip globalisering toelichten. 17 Enkele bedrijfskenmerken van globaliseringsprocessen opsommen en op de centrale rol van wereldwijde communicatienetwerken wijzen bij het realiseren van dergelijke strategische veranderingen.
– Systemen die de samenwerking binnen de onderneming ondersteunen (groupware).
– Globalisering van de bedrijfswereld.
– Herinrichting van bedrijfsprocessen (BPR): – begripsbepaling (business process re-engineering); – rol van informatietechnologie bij BPR.
18 Het begrip business process re-engineering omschrijven. 19 Enkele voorbeelden uit de grafische industrie geven van de belangrijke rol van informatietechnologie bij BPR.
– Informatietechnologie en concurrentievoorsprong: – concurrentiestrategieën: – kostenstrategieën; – differentiatiestrategieën; – innovatiestrategieën; – implementatie van informatietechnologie bij het realiseren van concurrentievoorsprong.
20 Drie belangrijke concurrentiestrategieën opsommen en toelichten.
21 Enkele voorbeelden van gebruik van informatietechnologie in de grafische industrie opsommen die kunnen leiden tot het verbeteren van de concurrentiepositie. DIDACTISCHE WENKEN
11 – Bv. uitwisselen van elektronische informatie tussen bedrijven, klanten, leveranciers en andere partners. – Bv. ondersteunende elektronische systemen voor samenwerking tussen bedrijfsteams. 12 Bv.: het ondersteunen van het inkopen en verkopen van producten, het onderhoud, de marketing, de dienstverlening en de informatievoorziening door elektronische uitwisseling van commerciële informatie via diverse computernetwerken. 13 Bv. via multimediale Web-pagina’s een productencatalogus op het Internet aanbieden, toegang voor klanten tot voorraad- en leveringsgegevens via een extranet, … (bv. papiercatalogus). 15 Bv. elektronische post, videoconferencing, elektronische discussiegroepen, … 17 – Bv. wereldwijd aanbieden van producten en diensten. – Bv. wereldwijd verspreid productieproces. – Bv. internationale allianties met partners. 18 Bv.: het grondig doordenken en drastisch herinrichten van bedrijfsprocessen met als doel sterke verbeteringen ten aanzien van productiekosten, kwaliteit, diensten en productiesnelheid te bereiken. 19 – Bv. investeren in digitale workflow met als resultaat een vluggere doorlooptijd en grotere capaciteit. – Investeren in een productdatabase met als resultaat een vlottere distributie en tevredener klanten. 20 – Kostenstrategieën: bv. de productiekostprijs zo laag mogelijk houden, kosten van klanten en leveranciers maximaal beperken, kosten van concurrenten doen toenemen. – Differtiatiestrategieën: bv. klantenwaardering en onderscheiding via de ontwikkeling van producten en diensten. – innovatiestrategieën: bv. bedrijfsprocessen radicaal omvormen via introductie van unieke producten en diensten.
Grafische wetenschappen
72
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
21 – Bv. vermindering van de productiekosten door elektronisch gereedschapsbeheer en machinebeheer. – Bv. klantenwaardering en onderscheiding via online productencatalogus en bestelsysteem. – Bv. realiseren marktleiderschap via standaardisatie en calibratie met Colormanagement-systeem. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Kennisgebieden voor eindgebruikers van informatiesystemen 22 Vijf kennisgebieden waarin de kennis van informatiesystemen voor eindgebruikers kan onderverdeeld worden noemen en algemeen toelichten.
Kennisgebieden voor eindgebruikers van informatiesystemen – Fundamentele concepten van een IS. – Technologie van een IS. – Toepassingen van een IS. – Ontwikkeling van een IS. – IS-management.
DIDACTISCHE WENKEN 22 – Fundamentele concepten: bv. het noodzakelijke inzicht in menselijk gedrag en techniek om begrip te krijgen in de wijze waarop informatiesystemen ondersteuning kunnen bieden bij beslissingen op operationeel en strategische niveau. – Technologie: kennis hebben van de voornaamste IT-ontwikkelingen (hardware, software, telecommunicatie, databasebeheer, …). – Toepassingen: bv.: kennis hebben van de belangrijkste applicaties van informatiesystemen door eindgebruikers en van managementtechnieken om de concurrentiepositie te versterken. – Ontwikkeleingen: bv.: inzicht hebben in hoe informatiespecialisten informatiesystemen ontwikkelen om bedrijfsproblemen op te lossen. – IS-management: bv.: op de hoogte zijn van de uitdagingen i.v.m. het beheer hulpmiddelen en technologieën voor informatiesystemen op het niveau van de eindgebruiker, de onderneming en op internationaal bedrijfsniveau.
FUNDAMENTELE CONCEPTEN VAN EEN IS LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Systeemconcepten Fundamentele componenten en functies van informatiesystemen toelichten
Systeemconcepten
– Begripsomschrijving: – dynamisch systeem;
23 Het begrip dynamisch systeem binnen de context van informatiesystemen omschrijven. 24 Formuleren dat invoer, verwerking en uitvoer drie gerelateerde basiscomponenten of functies van een informatiesysteem zijn. 25 De begrippen invoer, verwerking en uitvoer verduidelijken met voorbeelden uit de productieprocessen in de grafische industrie. 26 De begrippen invoer, verwerking en uitvoer verduidelijken met managementsvoorbeelden uit de grafische industrie.
Grafische wetenschappen
– invoer, verwerking en uitvoer;
73
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
27 De begrippen terugkoppeling en besturing algemeen omschrijven. 28 Systemen met terugkoppeling en besturing definiëren als cybernetische systemen. (U) 29 Een subsysteem dat via besturing invoer, verwerking en uitvoer genereert en de relatie met zijn omgeving schematisch voorstellen en toelichten. 30 Het begrip interface algemeen toelichten.
– terugkoppeling en besturing;
– subsysteem, omgeving en systeemgrens;
– interface.
DIDACTISCHE WENKEN 23 Bv.: een groep onderling gerelateerde componenten die samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken door in een georganiseerd transformatieproces invoer te accepteren en uitvoer te produceren. 25 – Invoer: voorbereiden van de media. – Verwerking: assembleren en programmeren van de media. – Uitvoer: eindproduct (grafische film, print, Internetpagina, …). 26 Bv. verzamelen van relevante gegevens om vergelijkende rapporten te genereren i.v.m. verkoopsgegevens. 27 – Bv.: terugkoppeling = informatie over de werking van een systeem. – Bv.: besturing = het bewaken, evalueren en bijsturen van terugkoppelingssignalen. 28 Systemen die zichzelf bewaken en besturen. (U) 30 Bv. de grens van een systeem of meerdere systemen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Informatiesysteemmodellen Een informatiesysteemmodel schematisch voorstellen en toelichten
Informatiesysteemmodellen
31 De elementaire hulpbronnen waarvan een informatiesysteem gebruik maakt opsommen en toelichten (verdieping van leerstof uit de tweede graad).
– De hulpbronnen (resources): – mensen; – hardware; – software; – gegevens; – netwerken. – Activiteiten: – invoer; – verwerking; – uitvoer; – opslag; – besturing. – Informatiekwaliteit.
32 De elementaire activiteiten van informatieverwerking door informatiesystemen opsommen en toelichten (verdieping van leerstof uit de tweede graad).
33 Enkele kenmerken van informatiekwaliteit opsommen. (U)
(U)
DIDACTISCHE WENKEN – Het informatiesysteemmodel in de algemene pedagogische-didactische wenken en didactische middelen bespreken.
Grafische wetenschappen
74
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LERINHOUDEN
Soorten informatiesystemen en hun functie – De soorten informatiesystemen schematisch voorstellen en de functionele begrippen toelichten
Soorten informatiesystemen en hun functie
34 Operationele informatiesystemen toelichten aan de hand van voorbeelden uit de grafische industrie.
– Operationele informatiesystemen: – transactieverwerkende systemen; – procesbesturingssystemen; – systemen voor samenwerking. – Managementondersteunende informatiesystemen: – managementinformatiesystemen; – beslissingsondersteunende systemen; – beleidsinformatiesystemen. – Geïntegreerde informatiesystemen.
35 Managementondersteunende informatiesystemen toelichten aan de hand van voorbeelden uit de grafische industrie.
36 Formuleren dat de verschillende functies die informatiesystemen kunnen vervullen in de praktijk meestal geïntegreerd zijn via functie-overstijgende systemen. DIDACTISCHE WENKEN
34 Verwerken gegevens van bedrijfsprocessen ter ondersteuning van de bedrijfsvoering. – Transactieverwerkende systemen: bv. systemen die gegevens registreren en verwerken i.v.m. zakelijke transacties (zoals facturatie). – Procesbesturingssystemen: bv. systemen die industriële processen bewaken en besturen (zoals elektronische workflow-systemen). – Systemen voor samenwerking: bv.: systemen die de samenwerking, de interne communcatie en de productiviteit ondersteunen (zoals electronic mail, orderverwerking). 35 Ondersteunen de besluitvorming (topmanagement, middenmanagement en afdelingsverantwoordelijken). – managementsinformatiesystemen: genereren bv. relevante informatie voor het management (zoals rapporten en grafieken i.v.m. machineproductietijd, verkoopresultaten,…). – beslissingsondersteunende systemen: leveren bv. ondersteuning bij besluitvorming (zoals het analyseren van mogelijke gevolgen van verschillende beslissingen via rekenblad). – beleidsinformatiesystemen: leveren bv. essentiële informatie aan managers (zoals grafieken en tabellen om bedrijfsprestaties te vergelijken met concurrerende bedrijven).
TECHNOLOGIE VAN EEN IS LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Computersystemen De belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen computersystemen toelichten
Computersystemen
37 Een aantal relevante begrippen bij het onderscheiden van computersystemen opsommen.
Grafische wetenschappen
75
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
38 Toelichten dat een analyse van de noden noodzakelijk is bij de aanschaf van een computersysteem. 39 De kenmerken van een aantal, in de grafische industrie, gebruikte computersystemen toelichten in functie van hun gebruik. 40 De drie categorieën computersystemen opsommen. (U) 41 Enkele specifieke kenmerken van de drie categorieën computersystemen opsommen. (U) 42 De generaties computersystemen opsommen en enkele specifieke kenmerken vergelijken. (U) 43 Toelichten wat de toekomstverwachtingen i.v.m. computersystemen zijn. 44 Een computersysteemconcept schematisch voorstellen en de verschillende functies toelichten.
– Categorieën.
(U)
– Generaties.
(U)
– Computersysteemconcept.
DIDACTISCHE WENKEN 37 Bv. toepassingsmogelijkheden (host-computers, netwerkservers, technische werkstations); rekencapaciteit en verwerkingssnelheid; geheugencapaciteit; invoer-, uitvoer- en opslagmogelijkheden, … 39 Werkstations, dataservers, printserver, netwerkservers, … 40 Micro-, midrange en mainframecomputers. (U) 41 Bv.: grootte, soort schakelingen, snelheid, geheugen, prijs, … (U) 44 Invoerapparatuur, centrale verwerkingseenheid (besturingseenheid, rekenkundige/logische eenheid, interne geheugeneenheid), uitvoerapparatuur en externe opslageenheid behandelen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Randapparatuur De belangrijkste soorten en toepassingsgebieden van randapparatuur voor invoer, uitvoer en opslag kennen en toelichten in functie van de grafische industrie
Randapparatuur
45 De specifieke kenmerken en het gebruik van een aantal in de grafische industrie gebruikte invoeren uitvoerapparaten opsommen en toelichten. 46 De begrippen sequentiële toegang en directe toegang (DASD) schematisch voorstellen en toelichten. 47 De voor de grafische industrie belangrijkste opslagmethoden opsommen, herkennen en toelichten in functie van de media, de primaire functies en de voornaamste voor- en nadelen.
– Invoer en uitvoer.
Grafische wetenschappen
– Opslag: – begripsverklaring; – soorten: – magneetschijfstations; – diskettestations; – magneetbandstations; – optische schijfstations.
76
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
DIDACTISCHE WENKEN 45 – – – – 46 – –
Toetsenbord, muis, trackball, pointing stick, touchpad, grafische tablet, … Beeldscherm, inkjetprinter, laserprinter, film- en plaatbelichter, digitaal drukken, … Cd-rom speler, DVD speler, scanner, digitale camera, videocamera, LCD-scherm, video-uitvoer, … Spraakinvoer en uitvoer. Sequentiële toegang: bv. magneetband. Directe toegang (direct acces storage device): bv. magneetschijf.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Eindgebruikerapplicaties De functies van voor de grafische industrie relevante besturingssystemen en applicatiesosftware toelichten
Eindgebruikerapplicaties
– Systeemsoftware – Soorten.
48 De begrippen systeembeheerprogramma’s en systeemontwikkelingsprogramma’s toelichten. 49 De algemene functies van een besturingssysteemopsommen en toelichten.
– Besturingssystemen: – functies: – de gebruikersinterface; – beheer van hulpbronnen; – taakbeheer; – bestandsbeheer; – beheer van hulpprogramma’s; – veelgebruikte besturingsprogramma’s;
50 De actuele, voor de grafische industrie relevante besturingssystemen overzichtelijk weergeven en een aantal kenmerken vergelijken. 51 De algemene functies van een netwerkbeheersysteem opsommen. 52 Het begrip databasemenagementsystemen algemeen toelichten. 53 De functie van een aantal veelgebruikte systeemutilities toelichten. 54 De vijf hoofdcategorieën programmeertalen opsommen en algemeen toelichten. 55 De functionaliteiten van HTML en Java algemeen toelichten. 56 De functionaliteiten van programmeersoftware toelichten. (U) 57 De functies van voor de grafische industrie relevenate applicatiesoftware toelichten.
– Netwerkbeheersystemen. – Databasemanagementsystemen. – Systeem-utilities. – Programmeertalen.
– Programmeersoftware.
(U)
– Applicatiesoftware.
DIDACTISCHE WENKEN 48 – Systeembeheerprogramma’s: besturingssystemen, netwerkbeheerprogramma’s, databasemanagementsystemen en systeem-utilities. – Systeemontwikkelingsprogramma’s: programmeervertalers en editors, programmeertools.
Grafische wetenschappen
77
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
49 – Verduidelijken via Windows en Mac OS. – De gebruikersinterface: commandogestuurde, menugestuurde en graphical user interface. – Beheer van hulpbronnen: CVE, extern geheugen, virtueel geheugen, randapparatuur I/O. – Taakbeheer: multitasking via multiprogrammering of timesharing. – Bestandsbeheer: directory (adresboek). – Beheer van hulpprogramma’s: utilities. 50 Ontwikkelaar, toepassing, processor, GUI, single user, multitasking, virtueel geheugen, netwerkondersteuning, multi user, netwerkbeheer, … 51 Realiseren van netwerkcommunicatie via Internet, intranetten, extranetten, LAN’s, e.a. 53 De in de prepress-afdeling gebruikte utilities behandelen. 54 Machinetalen, assembleertalen, hogere programmeertalen, vierde-generatietalen en objectgeoriënteerde talen. 55 HTML en Java behandelen. 57 Hedendaagse applicatiesoftware op verschillende niveau’s van de bedrijfsvoering behandelen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Netwerktechnologie Algemeen inzicht verwerven in netwerktechnologie
Netwerktechnologie
58 Een peer-to-peer netwerk en een server-based netwerk schematisch voorstellen en beide systemen toelichten. 59 De verschillende netwerktopologieën op schema herkennen en de eigenschappen toelichten.
– Netwerkbesturingssystemen.
– Netwerktopologieën: – bustopologie; – stertopologie; – ringtopologie; – varianten. – Netwerkbekabeling: – coaxkabel; – twisted pair; – glasvezelkabel; – hulpstukken. – Werking van het netwerk: – het OSI-model; – netwerkprotocollen;
60 De soorten bekabeling en eventuele hulpstukken herkennen. 61 De eigenschappen van de verschillende kabelsoorten opsommen en toelichten.
62 Het begrip OSI-model toelichten. 63 De verschillende lagen van het OSI-model opsommen en toelichten. 64 Het verzenden van data over het netwerk algemeen toelichten. 65 De kenmerken van een aantal netwerkarchitecturen toelichten. 66 De functie van apparaten om netwerken uit te breiden toelichten.
(U)
– versturen van pakketten. – Netwerkarchitecturen. – Netwerken uitbreiden.
DIDACTISCHE WENKEN 58 Schematisch voorstellen. 59 – Netwerkopstellingen analyseren en het schema opbouwen. – Schema’s lezen. 60 De verschillende kabelsoorten en hulpstukken als didactisch materiaal gebruiken.
Grafische wetenschappen
78
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
61 62 64 65 66
Voorstellingen van kabeldoorsnede gebruiken. Schematisch voorstellen. Transmissiesnelheid, transmissiemethode, foutcorrectie, vertragende factoren, … behandelen. Ethernet, Token ring, Apple Talk. Repeaters,hubs en switches, bridges, routers, …
TOEPASSINGEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Internettoepassingen Taakgericht informatiebronnen raadplegen. Informatie aanvragen, afdrukken, downloaden en beheren.
Internettoepassingen – Geïntegreerde toepassingen uit grafische werkomgeving.
– Verbinding maken met het Internet en gericht informatiebronnen zoeken, raadplegen en verwerken tot een geïnformatiseerd verslag over de functie van informatietechnologie bij het verbeteren van de concurrentiepositie via globalisering en/of het (her)inrichten van bedrijfsprocessen in de grafische industrie. – Informatie van het www downloaden. – Informatie aanvragen via elektronische post. – Een e-mailbericht met aangehecht bestand ontvangen, verwerken en verzenden. – E-mail ordenen. – Een adresboek beheren bij het werken met e-mail. – Uitgaande berichten voorzien van een persoonlijke vormgeving. (U) – Een e-mailserver of nieuwsserver toevoegen. (U) – Werken met nieuwsgroepen. (U) – Zich taakgericht bedienen van andere actuele Internettoepassingen. (U)
– Informatiebronnen raadplegen via het www en de bekomen informatie verwerken tot een elektronisch verslag. – Zoekoperatoren.
– Downloaden en verwerken van informatie. – Elektronische post.
– Een server toevoegen.
(U)
– Nieuwsgroepen. – Andere actuele internettoepassingen.
(U) (U)
DIDACTISCHE WENKEN – Vakoverschrijdend werken met de taalvakken (bv. Nederlands en Engels voor vertaling en samenvatting van de informatie). – In de taalvakken kunnen lijsten met informaticaterminologie behandeld worden. – Integratie van verschillende pakketten aan bod laten komen.
Grafische wetenschappen
79
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Bureautekstverwerking Taakgericht teksten opmaken, beheren en afdrukken. In een tekst gegevens vanuit een andere applicatie integreren.
Bureautekstverwerking – Geïntegreerde toepassingen uit grafische werkomgeving.
– Opmaken van enkele standaarddocumenten volgens de BIN-normen. – De normering uit bureau-omgeving kritisch vergelijken met de typografische normen in de grafische industrie. – Spellingscontrole systematisch toepassen. – Een modeldocument ontwerpen, vormgeven en gebruiken.
– Normalisatie (BIN-norm NBN Z01-002). – Brief (bv. sollicitatiebrief). – Verslag.
– Spellingscontrole. – Modeldocumenten. – – – –
– Opmaakprofielen maken en toepassen. – Documenten opmaken met kolommen en lijsten. – Werken met verschillende soorten documenten die gelijktijdig geopend zijn. – Tabellen ontwerpen en vormgeven met bureautekstverwerker. – In een tekst gegevens vanuit andere applicaties integreren. – Bestanden converteren tussen enkele belangrijke formaten. – Een faxbericht opstellen en versturen. (U) – Beeldmateriaal integreren via scantechnieken. (U) – OCR geïntegreerd toepassen bij behandeling van grotere tekstfragmenten. (U)
Documenten structureren. Opmaakprofielen. Kolommen en lijsten. Werken met verschillende soorten documenten.
– Tabellen. – Integratie van externe gegevens. – Bestandsconversie. – Faxbericht. – Scantechnieken.
(U) (U)
DIDACTISCHE WENKEN – De doelstellingen realiseren via geïntegreerde toepassingen. Geen informaticavaardigheden op zich aanleren qua systematiek. – In de taalvakken kunnen lijsten met informaticaterminologie behandeld worden. – Integratie van verschillende pakketten aan bod laten komen. – De normen toepassen met behulp van handleiding (bv. actuele LICAP-brochure). – Vergelijken van de normen benaderen vanuit het standpunt van optimale leesbaarheid, esthetiek en creativiteit. – Integreren met ‘Taakgericht informatiebronnen raadplegen’. – Modeldocumenten: bv. persoonlijk briefhoofd, … – Integratie van externe gegevens: bv. tabel, grafiek, …
Grafische wetenschappen
80
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Elektronisch rekenblad Taakgericht werken met een rekenblad: van een vakgerichte probleemstelling een analyse maken, de oplossing onder de vorm van een werkblad (-map) invoeren, een grafische voorstelling maken, het resultaat afdrukken, bewaren, interpreteren en integreren in bureautekstverwerker.
Elektronisch rekenblad – Geïntegreerde toepassingen uit grafische werkomgeving.
– De basisvaardigheden beheersen bii het werken met werkmappen.
– Werkmappen: – werken met werkmappen; – gegevens kopiëren tussen werkmappen; – werkbladen verplaatsen naar andere werkmappen; – werkbladen verwijderen. – Gegevens invoeren.
– Vlot courante gegevens via een werkblad invoeren. – Vlot bereiken selecteren. – Invoer verplaatsen, kopiëren, cellen wissen, rijen en kolommen invoegen en verwijderen. – Gegevens opmaken. – Resultaten van berekeningen efficiënt onderscheiden van de andere gegevens via aangepaste opmaak. – Totaalbedragen, autosom en functie som, gemiddelde, procentuele berekeningen en verwijzingen naar formules in andere formules toepassen. – De functie ‘als’ toepassen in combinatie met logische operatoren. – Formules kopiëren. – Geneste functies en andere berekeningen toepassen. (U) – Relatieve, absolute en gecombineerde verwijzingen toepassen. – Een globaal overzicht maken op een apart werkblad in een werkmap via koppelingen en bijhorende brongegevens. – De meest geschikte grafische voorstelling kiezen en deze maken van (een deel van) een werkblad. – Grafieken aanpassen, verplaatsen en bijwerken. – Het grafiektype veranderen. – Grafieken afdrukken via afdrukvoorbeeld. – Werkbladen afdrukken. – Kop-, voetteksten en paginanummering toepassen.
Grafische wetenschappen
– Bereiken selecteren. – Invoer bewerken. – Basisparameters, getalnotitie, kolommen en rijen, kleur. – Andere opmaakparameters. (U) – Berekeningen.
– Verwijzingen. – Gegevens samenvoegen.
– Grafieken.
– Afdrukken.
81
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
DIDACTISCHE WENKEN – De doelstellingen realiseren via geïntegreerde toepassingen. Geen informaticavaardigheden op zich aanleren qua systematiek. – In de taalvakken kunnen lijsten met informaticaterminologie behandeld worden. – Integratie van verschillende pakketten aan bod laten komen. – Mogelijke toepassingen: – typografische omrekentabel; – omzettingen van papierformaten automatiseren; – materiaalkostprijs bepalen via elektronische werkfiche; – budgetbeheer via posten (bv. materiaal, grondstoffen, infrastructuur, herstellingen en inkomsten) en kwartaaloverzicht op afzonderlijk werkblad; – facturatie (BTW inclusief en/of exclusief); – toepassingen BEF en Euro inlassen; – toepassingen enkelvoudige en samengestelde intrest inlassen; – planningskalender automatiseren; – prijsofferte (bv. computerapparatuur, drukpersen, papier, …) met variabelen (kortingen, verschillende leveranciers, …) via rekenblad analyseren; – kosten voor softwarelicenties vergelijken; – andere … – Bij gegevens invoeren datum en tijd aan bod laten komen. – Verplaatsen en kopiëren: ook van het ene werkblad naar het andere aan bod laten komen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Presentatiesoftware Taakgericht presentaties ontwerpen en vormgeven
Presentatiesoftware – Geïntegreerde toepassingen uit grafische werkomgeving.
– Presentaties ontwerpen, vormgeven en opslaan. – Een ontwerpsjabloon kiezen en de keuze verantwoorden. – Een bepaald diamodel kiezen en de keuze verantwoorden. – Verschillende weergaven toepassen. – Dia’s maken, kopiëren, verplaatsen en verwijderen. – Dia’s voorzien van tekstopmaak. – Uitlijning, insprongen, regelafstand, opsommingen toepassen in een dia. – De overgangen tussen dia’s instellen. – Dia-elementen animeren. – Illustraties en bewegende beelden importeren. – Tabellen en grafieken importeren. – Een presentatie besturen. – Sneltoetsen gebruiken. – Een presentatie afdrukken. – Referentiemateriaal voor het publiek maken. (U) – Een presentatie aanbieden via het www. (U)
– Ontwerpsjablonen. – Nieuwe presentaties.
Grafische wetenschappen
– – – –
Presentaties opslaan. Bestaande presentaties aanpassen. Weergavemethodes. Dia’s.
(U)
– Tekstopmaak (basisparameters). – Alineaopmaak. – Dia-overgangen. – Animatie. – Media. – – – –
82
Diavoorstelling. Sneltoetsen. Afdrukken. Notities en hand-outs.
(U)
– Presentaties en het www.
(U)
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
– De doelstellingen realiseren via geïntegreerde toepassingen. Geen informaticavaardigheden op zich aanleren qua systematiek. – In de taalvakken kunnen lijsten met informaticaterminologie behandeld worden. – Integratie van verschillende pakketten aan bod laten komen. – Mogelijke toepassingen: – presenteren van de geïntegreerde proef; – eenvoudig project voorstellen; – andere … – Een lijst met sneltoetsen ter beschikking stellen van de leerlingen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Gegevensbeheer Taakgericht werken met een programma voor gegevensbeheer: van een vakgerichte probleemstelling een analyse maken, de oplossing ontwerpen en vormgeven, gegevens invoeren en bewerken, een rapport maken en afdrukken
Gegevensbeheer – Geïntegreerde toepassingen uit grafische werkomgeving.
– Een analyse van een databasetoepassing (ook relationeel) maken. – Complexe relationele databasetoepassingen realiseren. (U) – Een nieuwe database opstarten en bewaren. – Zich bedienen van sjablonen bij het aanmaken van een nieuwe database. – Een bestaande database openen. – Een tabel maken en opslaan. – Zich bedienen van de verschillende functies bij het maken van een tabel. – Veldnaam, gegevenstype, beschrijving en veldeigenschappen toepassen. – Autonummering toepassen. – Tabellen aanpassen. – Gegevens invoeren. – Navigeren tussen de records. – Met de verschillende weergavemogelijkheden werken. – Tabellen ontwerpen en vormgeven voor relationele toepassingen. – Formulieren ontwerpen en vormgeven. – Zich bedienen van de verschillende functies bij het maken van een formulier. – Velden in formulieren opnemen. – Formulieren aanpassen. – Gegevens invoeren via formulieren.
– Analyse.
Grafische wetenschappen
– Databaseprogramma.
– Tabellen.
– Formulieren: – invoerformulier.
83
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
– Rapporten ontwerpen en vormgeven. – Gegevens voorbereiden voor uitvoer op papier. – Gegevens voorbereiden voor andere uitvoer. (U) – Zich bedienen van de verschillende functies bij het maken van een rapport. – Rapporten aanpassen. – Rapporten bewerken in de verschillende rapportsecties. – Zich bedienen van selectiefilter en zoekfuncties. – Werken met query’s. – Query’s met één en meerdere tabellen uitvoeren. – Query’s combineren. – Query’s aanpassen.
– Rapporten.
– Selectiefilters en zoekfuncties. – Query’s.
DIDACTISCHE WENKEN – De doelstellingen realiseren via geïntegreerde toepassingen. Geen informaticavaardigheden op zich aanleren qua systematiek. – In de taalvakken kunnen lijsten met informaticaterminologie behandeld worden. – Integratie van verschillende pakketten aan bod laten komen. – Mogelijke toepassingen: – beheer van firmagegevens en contactpersonen; – automatiseren van briefwisseling (prijsofferte, orderbevestiging, leveringsnota, factuur, herinneringsbrief); – beheer van werkfiches en jobopvolging; – magazijnbeheer; – machinefiches; – een eenvoudige personeelsdatabase of klantendatabase; – opvolgen van klantenopdrachten; – gepersonaliseerde mailing; – agenda; – andere … – Tabellen: bv. via tovenaar (Wizard), gegevens invoeren, ontwerpweergave. – Formulieren: eigenschappendialoogvensters aan bod laten komen. – Rapporten: rapportkoptekst, paginakoptekst, … ook via eigenschappen dialoogvensters. – Selectiefilters en zoekfuncties: bv. voor sorteren van gegevens, records uitfilteren, gegevens met elkaar combineren (bij relationele toepassingen).
VEILIGHEID EN HYGIËNE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
– De geldende veiligheidsvoorschriften, hygiënische voorschriften en milieuvoorschriften naleven. – Correcte werkhouding aan de personal computer naleven.
– Veiligheidsvoorschriften: – gebods- en verbodstekens; – werkplaatsreglement; – persoonlijke beschermingsmiddelen. – Hygiënische voorschriften. – Milieuvoorschriften.
Grafische wetenschappen
84
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar
EVALUATIE – Als beoordelingstaak moet de leraar de vaardigheden, de kennis en de attitudes van de leerlingen evalueren op basis van duidelijk geformuleerde en operationele doelstellingen. – In het totale toetsingsmechanisme moet de leraar aandacht hebben voor de permanente evaluatie tijdens de lessen, voor de toetsen (waarin de foutenanalyse en de remediëring een belangrijke rol spelen) en voor de examens. – Het is van belang dat in parallelklassen dezelfde beoordelingsmethodiek gehanteerd wordt. – Binnen het evaluatiesysteem neemt de geïntegreerde proef een speciale plaats in. De geïntegreerde proef, die tijdens het tweede en derde leerjaar van de derde graad moet georganiseerd worden, wil het geheel van geïntegreerde vaardigheden, kennis en attitudes evalueren. De geïntegreerde proef heeft een vakoverschrijdend, een beroeps- en een realiteitsgericht karakter. Het concept, het ontwerp en de realisatie van de proef moet van bij het begin van het tweede leerjaar van de derde graad voldoende aandacht krijgen. De aanstelling van een beoordelingsjury dient in het begin van het schooljaar te gebeuren.
BIBLIOGRAFIE – O4BRIEN, J.A., Leerboek ICT-Toepassingen, Academic Service, Schoonhoven, 617 blz., 1998, ISBN 90 395 0895 X. – MALBRANCKE, T., Cursus Acces 2000 (Deel 1 en 2), Vrij Technisch Instituut Brugge, Brugge. – SCHWARTZ, S.A., FileMaker Pro Bible, IDG Books Worldwide, Foster City, 718 blz., 1998, ISBN 0-7645-3164-6. – ITTEN, J., Kunst en kleur, Cantecleer, De Bilt, 157 blz., 1993. – Microsoft Office 2000, Academic Service, Schoonhoven, 466 blz. 1999, ISBN 90 395 1172 1. – Clikx Magazine, Clikx NV. – Documentatiecentrum: Grafische bibliotheek, Artevelde Hogeschool, Industrieweg 228, 9030 Mariakerke.
Grafische wetenschappen
85
3de graad TSO, eerste en tweede leerjaar