Digitale videorecorder
WAARSCHUWING ELEKTRISCHE SCHOKGEVAAR NIET OPENEN WAARSCHUWING: VOOR HET VERMINDEREN VAN HET SCHOKGEVAAR, HET DEKSEL (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDEREN. BEVAT GEEN SERVICEONDERDELEN. LAAT ONDERHOUD OVER AAN BEVOEGD SERVICEPERSONEEL. De bliksemschicht met de pijl in een driehoek met gelijke vlakken attendeert de gebruiker op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke voltage” binnen in het product, dat hoog genoeg is om een schokgevaar op te leveren. Het uitroepteken in een driehoek met gelijke vlakken attendeert de gebruiker op de aanwezigheid van belangrijke gebruiks- en onderhoud- (servicing) instructies in de bijgeleverde documentatie.
FCC-GESCHIKTSHEIDSVERKLARING: DEZE APPARATUUR IS GETEST EN VOLDOET AAN DE BEPERKINGEN VERBONDEN AAN EEN KLASSE A DIGITAAL APPARAAT, IN OVEREENSTEMMING MET DEEL 15 VAN DE FCC-NORMEN. DEZE BEPERKINGEN ZIJN OPGESTELD OM REDELIJKE BESCHERMING TE BIEDEN TEGEN SCHADELIJKE INTERFERENTIE WANNEER DE APPARATUUR WORDT BEDIEND IN EEN ZAKELIJKE OMGEVING. DEZE APPARATUUR GENEREERT,
GEBRUIKT
GEÏNSTALLEERD
EN
EN
KAN
GEBRUIKT
RADIOFREQUENTIES
VOLGENS
DE
UITSTRALEN
HANDLEIDING,
EN
KAN
SCHADELIJKE
INDIEN
NIET
INTERFERENTIE
VEROORZAKEN AAN RADIOCOMMUNICATIES. BEDIENING VAN DE APPARATUUR IN HUISELIJKE OMGEVING VEROORZAAKT MOGELIJK SCHADELIJKE INTERFERENTIE. IN DAT GEVAL ZAL DE GEBRUIKER DE INTERFERENTIE OP EIGEN KOSTEN ZELF MOETEN CORRIGEREN. WAARSCHUWING: VERANDERINGEN OF WIJZIGINGEN DIE NIET UITDRUKKELIJK ZIJN GOEDGEKEURD DOOR DE PARTIJ DIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR NALEVING VAN DE NORMEN KUNNEN LEIDEN TOT HET VERVALLEN VAN HET RECHT VAN DE GEBRUIKER OM DIT APPARAAT TE BEDIENEN. DIT KLASSE-A DIGITAAL APPARAAT VOLDOET AAN DE CANADESE NORM ICES-003. CET APPAREIL NUMÉRIQUE DE LA CLASS A EST CONFORME À LA NORME NMB-003 DU CANADA.
De informatie in deze handleiding is verondersteld nauwkeurig te zijn vanaf de publicatiedatum. Honeywell is niet verantwoordelijk voor problemen die voortvloeien uit het gebruik van de handleiding. De opgenomen informatie kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Revisies of nieuwe uitgaven van deze publicatie kunnen worden uitgegeven voor het opnemen van dergelijke wijzigingen.
i
Gebruikshandleiding
Belangrijke veiligheidsinformatie 1. Lees de instructies Lees alle veiligheid- en bedieningsinstructies voordat u het apparaat bedient.
12. Onderhoud Probeer nooit zelf onderhoud te plegen aan dit apparaat. Laat al het onderhoud uitvoeren door erkend personeel.
2. Bewaar de instructies Bewaar de veiligheid- en bedieningsinstructies op een veilige plaats voor later gebruik.
13. Onderhoud als gevolg van schade Trek het netsnoer uit de wandstekkerdoos en laat erkend onderhoudspersoneel het apparaat nakijken onder de volgende omstandigheden: A. Wanneer het netsnoer of de stekker zijn beschadigd. B. Indien er vloeistof is gemorst over of voorwerpen zijn gevallen in de apparatuur. C. Indien de apparatuur heeft blootgestaan aan regen of water. D. Indien de apparatuur niet correct functioneert wanneer u de gebruikersinstructies uitvoert. Regel alleen die instellingen die vermeld staan in de instructies omdat een incorrecte aanpassing van andere functies kan leiden tot schade en langdurig onderhoud door een bevoegde technicus om de normale werking te herstellen. E. Indien de apparatuur is gevallen of de kast is beschadigd. F. Wanneer de apparatuur afwijkend functioneert, hetgeen een indicatie is voor onderhoud.
3. Reinigen Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact voordat u het schoonmaakt. Gebruik geen vloeibare reinigingssprays. Gebruik een vochtige doek voor het reinigen. 4. Uitbreidingen Bevestig nooit uitbreidingen of apparatuur zonder de goedkeuring van de fabrikant omdat dergelijke uitbreidingen kunnen leiden tot, brand, elektrische schokken of persoonlijke schade. 5. Water en vocht Gebruik deze apparatuur niet in de buurt van water of in een omgeving die in contact staat met water. 6. Accessoires Plaats dit apparaat niet op een onstabiele tafel of draagoppervlak. Het kan vallen waarbij het ernstige verwondingen kan veroorzaken bij volwassenen en kinderen en ernstige schade aan het apparaat. Voor het installeren aan een muur of op een plank, volg de instructies van de fabrikant en gebruik alleen installatiecomponenten die zijn goedgekeurd door de fabrikant.
14. Vervangende onderdelen Wanneer onderdelen vervangen dienen te worden, zorg ervoor dat de onderhoudstechnicus onderdelen gebruikt die zijn aangemerkt door de fabrikant of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Onbevoegd vervangen van onderdelen kan leiden tot brand, elektrische schokgevaar of andere risico’s. 15. Veiligheidscontrole Na het voltooien van onderhoud of reparatie aan de apparatuur, vraag uw onderhoudstechnicus een veiligheidscontrole uit te voeren om na te gaan of het apparaat correct functioneert. 16. Veldinstallatie De installatie dient te worden uitgevoerd door een bevoegde onderhoudstechnicus en dient te voldoen aan alle plaatselijke eisen. 17. Juiste batterijen Waarschuwing: Het plaatsen van een onjuist type batterij kan leiden tot explosiegevaar. Verwijder de batterijen volgens de voorschriften.
De videomonitor op een eventuele kar moet voorzichtig worden gereden. Abrupt stoppen, teveel kracht en ongelijke oppervlaktes kunnen tot gevolg hebben dat de apparatuur en karcombinatie omslaan. 7. Stroombronnen Bedien dit apparaat alleen met een stroombron zoals aangegeven op het markeringslabel. Indien u er niet zeker van bent welke elektriciteitsvoorziening u heeft, raadpleeg uw leverancier of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf. 8. Netsnoeren De operator of installateur moet spannings- en TNT-aansluitingen verwijderen voor het behandelen van de apparatuur. 9. Bliksem Voor een betere beveiliging van deze apparatuur tijdens onweer, of wanneer het gedurende lange tijd niet wordt gebruikt, trek het netsnoer uit de wandstekkerdoos en trek de antenne of het kabelsysteem uit de betreffende aansluitingen. Dit voorkomt schade aan de apparatuur veroorzaakt door bliksem en stroomuitval. 10. Overbelasting Zorg ervoor dat u de wandstekkerdozen en verlengsnoeren niet overbelast omdat dit een risico voor brand- en elektrische schokgevaar met zich mee brengt. 11. Voorwerpen en vloeistoffen Stop nooit enigerlei voorwerpen in de openingen van dit apparaat omdat deze gevaarlijke spanningspunten kunnen raken of delen kunnen kortsluiten waardoor brand of elektrische schokken kunnen ontstaan. Zorg ervoor dat u nooit vloeistoffen over het apparaat morst.
ii
18. Tmra De fabrikant moet een maximale omgevingstemperatuur (Tmra) aanbevelen voor het apparaat zodat de klant en de installateur een geschikte bedieningsomgeving kunnen uitkiezen. 19. Hoge bedieningomgevingstemperatuur Indien geïnstalleerd in een gesloten ruimte of in een rack met meerdere apparaten, kan de bedieningomgevingstemperatuur van het rack hoger zijn dan de kamertemperatuur. Denk er daarom om de apparatuur te installeren in een omgeving die overeenkomt met de maximale omgevingstemperatuur (Tmra) die is vastgesteld door de fabrikant. 20. Verminderde luchtkoeling Installatie van de apparatuur in een rack moet zodanig gebeuren dat de luchtstroom die nodig is voor veilige bediening niet in gevaar komt. 21. Mechanisch laden Installeer de apparatuur in het rack op zo'n manier dat er geen gevaarlijke situatie kan ontstaan bij oneven mechanisch laden. 22. Circuitoverbelasting Houd bij het aansluiten van de apparatuur op een stroomcircuit rekening met de gevolgen die overbelasting van circuits kunnen hebben op stroombeveiliging en stroomkabels. Houd rekening met de specificaties op het fabrieksplaatje van de apparatuur als deze situatie zich voordoet. 23. Betrouwbare aarde aansluiting Zorg voor een goed geaarde aansluiting van apparatuur die u installeert in racks. Let in het bijzonder op de stroomaansluitingen die geen directe aansluitingen op het vertakte circuit inhouden (bijv. stekkerblokken).
Digitale videorecorder
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 — Introductie ........................................................................................ 1 Eigenschappen ....................................................................................................... 1 Technisch overzicht ............................................................................................... 1 Hoofdstuk 2 — Installatie .......................................................................................... 3 Verpakkingsinhoud ................................................................................................ 3 Benodigde installatiehulpmiddelen ...................................................................... 3 De video-input aansluiten ...................................................................................... 4 De video-lusverbinding aansluiten ....................................................................... 4 Audio aansluiten .................................................................................................... 4 De monitor aansluiten ............................................................................................ 5 Aansluiten op de RS232-poort .............................................................................. 5 Aansluiten op de netwerkpoort ............................................................................. 5 Verbinden met de RS485 poort ............................................................................. 6 Alarmen aansluiten ................................................................................................ 6 AI 1 t/m 16 (Alarm in)............................................................................................ 6 GND (Geaard) ...................................................................................................... 7 NC/NO (Relay Alarmuitvoer) ................................................................................ 7 ARI (Alarmreset in) ............................................................................................... 7 Aansluiten op de USB-poorten ............................................................................. 7 Fabrieksreset .......................................................................................................... 8 Het netsnoer aansluiten ......................................................................................... 8 Hoofdstuk 3 — Configuratie .................................................................................... 11 Besturingselementen frontpaneel ...................................................................... 11 Cameraknoppen (1 t/m 16) ................................................................................ 12 CLIP COPY LED ................................................................................................ 12 ALARM-LED ....................................................................................................... 12 Pijlknoppen Omhoog, Omlaag, Links en Rechts ................................................ 12 PLAY/PAUSE-knop ............................................................................................ 13 DISPLAY/SPOT-knop ........................................................................................ 13 MENU/CAMEO-knop .......................................................................................... 13 GROUP/SEQUENCE-knop ................................................................................ 13 ZOOM/PTZ-knop ................................................................................................ 14 ALARM-knop ...................................................................................................... 14 CLIP COPY Knop ............................................................................................... 14 PANIC-knop ....................................................................................................... 14 PLAYBACK Knop ............................................................................................... 14 HDD-LED ........................................................................................................... 14 NETWORK-LED ................................................................................................. 14 POWER-LED ...................................................................................................... 15 De DVR inschakelen............................................................................................. 15 Eerste instellingen ............................................................................................... 15 Installatiescherm .................................................................................................. 16 iii
Gebruikshandleiding
Systeeminformatie .............................................................................................. 17 Datum/tijd instellen ............................................................................................. 20 Opslagscherm .................................................................................................... 22 Gebruiker Installatiescherm ................................................................................ 25 Scherm Afsluiten ................................................................................................ 28 Afmelden Scherm ............................................................................................... 28 Netwerk & Berichtgeving ..................................................................................... 28 Netwerkscherm .................................................................................................. 29 LAN-instellingenscherm ..................................................................................... 30 Modem instellen ................................................................................................. 33 DVRNS installatie ............................................................................................... 33 Berichtgeving Installatie ..................................................................................... 35 Apparaten Configureren ...................................................................................... 37 Camera-installatiescherm ................................................................................... 38 Audio-instellingscherm ....................................................................................... 40 Alarm-Uit ............................................................................................................ 41 Weergeven scherm ............................................................................................ 42 Scherm Afstandsbediening ................................................................................ 45 Opname instellingen ............................................................................................ 46 Opname Scherm ................................................................................................ 46 Planning Scherm ................................................................................................ 48 Voorgebeurtenis ................................................................................................. 50 Instellingen Gebeurtenis ..................................................................................... 51 Alarm-in scherm ................................................................................................. 51 Scherm Bewegingsdetectie ................................................................................ 54 Videoverlies-scherm ........................................................................................... 59 Tekst-inscherm ................................................................................................... 61 Systeemgebeurtenisscherm ............................................................................... 65 Scherm Gebeurtenisstatus ................................................................................. 69 Hoofdstuk 4 — Bediening........................................................................................ 71 De DVR inschakelen............................................................................................. 71 Live-bewaking....................................................................................................... 71 PIP-modus .......................................................................................................... 72 Actieve cameomodus ......................................................................................... 72 Freeze Mode ...................................................................................................... 72 Zoom Mode ........................................................................................................ 72 Beeldaanpassing ................................................................................................ 73 Sequence Mode ................................................................................................. 73 Gebeurteniscontrole ........................................................................................... 73 Verborgen camera .............................................................................................. 74 Steekproefcontrole ................................................................................................. 74 PTZ-mode .......................................................................................................... 75 Een muis gebruiken ............................................................................................. 78 Video opnemen..................................................................................................... 79 Audio opnemen .................................................................................................... 80 iv
Digitale videorecorder
Opgenomen video afspelen ................................................................................ 80 Cameraknoppen (1 t/m 16) ................................................................................ 80 Pijlknoppen Omhoog, Omlaag, Links en Rechts ................................................ 80 PLAY/PAUSE-knop ............................................................................................ 80 MENU/CAMEO-knop .......................................................................................... 81 PLAYBACK Knop ............................................................................................... 81 ZOOM/PTZ Knop ............................................................................................... 81 DISPLAY/SPOT-knop ........................................................................................ 81 GROUP/SEQUENCE-knop ................................................................................ 81 Video zoeken ........................................................................................................ 82 Ga naar de Datum/tijd ........................................................................................ 83 Kalenderzoekactie .............................................................................................. 83 Gebeurtenislogzoekactie .................................................................................... 84 Tekst-in zoekactie .............................................................................................. 87 Bewegingzoekatie .............................................................................................. 89 Scherm Clip kopiëren ......................................................................................... 91 Appendix A — USB vaste-schijfstation gereedmaken ......................................... 95 Het USB-IDE vaste-schijfstation gereedmaken in Windows 2000 ................... 95 Het USB-IDE vaste-schijfstation gereedmaken in Windows 98 ....................... 96 Appendix B — Tekst-in zoekvraagvoorbeelden .................................................... 97 Zoekvraagvoorbeeld I .......................................................................................... 97 Zoekvraagvoorbeeld II ......................................................................................... 98 Appendix C — Videoclips bekijken ........................................................................ 99 Appendix D — Tijdoverlap..................................................................................... 102 Appendix E — Problemen oplossen..................................................................... 103 Appendix F — Pin-uitaansluiting .......................................................................... 104 I/U Pin-uitaansluiting .......................................................................................... 104 RS485 Pin-uitaansluiting ................................................................................... 104 Appendix G — Schermdiagram ............................................................................ 105 Appendix H — Specificaties .................................................................................. 106 Appendix I — Foutcodevermeldingen .................................................................. 107 Appendix J — Specificaties .................................................................................. 109
v
Gebruikshandleiding
Lijst met afbeeldingen Figuur 1 — Typische DVR-installatie ......................................................................................... 2 Figuur 2 — 16-Kanaals DVR-achterpaneel ............................................................................... 3 Figuur 3 — Video-invoeraansluitingen ....................................................................................... 4 Figuur 4 — Video-lusaansluitingen ............................................................................................ 4 Figuur 5 — Audio in en uitaansluitingen .................................................................................... 4 Figuur 6 — Video-uitvoeraansluitingen ...................................................................................... 5 Figuur 7 — VGA-aansluiting ...................................................................................................... 5 Figuur 8 — RS232-aansluiting ................................................................................................... 5 Figuur 9 — Netwerkaansluiting .................................................................................................. 5 Figuur 10 — RS485-aansluiting ................................................................................................. 6 Figuur 11 — Alarm invoeraansluitingen ..................................................................................... 6 Figuur 12 — Alarm Output aansluitingen ................................................................................... 7 Figuur 13 — Alarm reset input aansluitingen ............................................................................. 7 Figuur 14 — USB-aansluitingen................................................................................................. 7 Figuur 15 — Fabrieksresetschakelaar ....................................................................................... 8 Figuur 16 — Netsnoeraansluiting............................................................................................... 8 Figuur 17 — 16-Kanaals DVR-frontpaneel .............................................................................. 11 Figuur 18 — Aanmeldenscherm .............................................................................................. 15 Figuur 19 — Installatiescherm ................................................................................................. 16 Figuur 20 — Virtueel toetsenbord ............................................................................................ 16 Figuur 21 — Informatiescherm................................................................................................. 17 Figuur 22 — Upgradescherm ................................................................................................... 18 Figuur 23 — Importeren Installatiescherm. .............................................................................. 18 Figuur 24 — Exporteren Installatiescherm ............................................................................... 19 Figuur 25 — Systeemlogboekscherm. ..................................................................................... 19 Figuur 26 — Datum en tijd-setupscherm ................................................................................. 20 Figuur 27 — Vakantie-instellingscherm ................................................................................... 21 Figuur 28 — Tijdssynch-scherm .............................................................................................. 21 Figuur 29 — Opslag Informatiescherm. ................................................................................... 22 Figuur 30 — Scherm Apparaat formatteren. ............................................................................ 23 Figuur 31 — Apparaat Informatiescherm. ................................................................................ 23 Figuur 32 — Opslag Status scherm. ........................................................................................ 24 Figuur 33 — Gebruiker Installatiescherm................................................................................. 25 Figuur 34 — Nieuwe groep Installatiescherm .......................................................................... 26 Figuur 35 — Nieuwe gebruiker Installatiescherm .................................................................... 27 Figuur 36 — Scherm Afsluiten ................................................................................................. 28 Figuur 37 — Scherm Afmelden ................................................................................................ 28 Figuur 38 — Netwerk menu ..................................................................................................... 28 Figuur 39 — Netwerkinstallatiescherm .................................................................................... 29 Figuur 40 — LAN (Handmatig) installatiescherm..................................................................... 30 Figuur 41 — Instellen van poortnummerscherm ...................................................................... 31 Figuur 42 — LAN (DHCP) instellingenscherm ......................................................................... 31 Figuur 43 — LAN (ADSL) instellingenscherm.......................................................................... 32 Figuur 44 — Modem-instellingenscherm ................................................................................. 33 Figuur 45 — DVRNS-installatiescherm .................................................................................... 34 Figuur 46 — Berichtgeving Installatiescherm. ......................................................................... 35 Figuur 47 — Verificatie Installatiescherm................................................................................. 36 Figuur 48 — Berichtgeving Extern terugbellen Installatiescherm ............................................ 36 vi
Digitale videorecorder
Figuur 49 — Apparaten menu .................................................................................................. 37 Figuur 50 — Camera-installatiescherm.................................................................................... 38 Figuur 51 — PTZ camera-installatiescherm ............................................................................ 39 Figuur 52 — PTZ-apparaatlijst ................................................................................................. 39 Figuur 53 — Het scherm Poortinstelling .................................................................................. 40 Figuur 54 — Audio-instellingscherm ........................................................................................ 40 Figuur 55 — Alarm-uit-instellingen scherm .............................................................................. 41 Figuur 56 — Alarm-uit-Programma scherm. ............................................................................ 41 Figuur 57 — Weergaven OSD scherm .................................................................................... 42 Figuur 58 — OSD Marge scherm............................................................................................. 43 Figuur 59 — Hoofdmonitorscherm ........................................................................................... 44 Figuur 60 — Spot Monitorscherm ............................................................................................ 45 Figuur 61 — Instellingenscherm Afstandsbediening................................................................ 45 Figuur 62 — Opname menu..................................................................................................... 46 Figuur 63 — Opname Installatiescherm................................................................................... 46 Figuur 64 — Planning Installatiescherm .................................................................................. 48 Figuur 65 — Standaard Installatiescherm ................................................................................ 49 Figuur 66 — Installatiescherm Voorgeschiedenis.................................................................... 50 Figuur 67 — Gebeurtenis menu ............................................................................................... 51 Figuur 68 — Alarm-in-instellingen scherm ............................................................................... 51 Figuur 69 — Alarm-in-Acties 1 scherm .................................................................................... 52 Figuur 70 — Alarm-in-Berichten menu..................................................................................... 53 Figuur 71 — Alarm-in-Acties 2 scherm .................................................................................... 53 Figuur 72 — Scherm Instellingen Bewegingsdetectie ............................................................. 54 Figuur 73 — Scherm Gevoeligheid Bewegingsdetectie........................................................... 54 Figuur 74 — Scherm Min. Blokken Bewegingsdetectie ........................................................... 55 Figuur 75 — Bewegingsdetectiezone ...................................................................................... 55 Figuur 76 — Menu Bewegingsdetectiezone ............................................................................ 56 Figuur 77 — Instellingenscherm Overdag ............................................................................... 56 Figuur 78 — Bewegingsdetectiescherm Acties 1 .................................................................... 57 Figuur 79 — Bewegingsdetectiescherm Acties 2 .................................................................... 58 Figuur 80 — Instellingenscherm Videoverlies.......................................................................... 59 Figuur 81 — Video-verliesscherm Actie 1 ................................................................................ 59 Figuur 82 — Video-verliesscherm Actie 2 ................................................................................ 60 Figuur 83 — Instellingenscherm Tekst in ................................................................................. 61 Figuur 84 — Instellingenscherm Tekstinvoerapparaten (VP Filter) ......................................... 62 Figuur 85 — Instellingenscherm Tekstinvoerapparaten (Generieke tekst en EPSON-POS) .. 62 Figuur 86 — Tekst-inscherm Acties 1 ...................................................................................... 64 Figuur 87 — Tekst-inscherm Acties 2 ...................................................................................... 65 Figuur 88 — Gezondheidscontrolescherm .............................................................................. 65 Figuur 89 — Opnamecontrolescherm ...................................................................................... 66 Figuur 90 — Opslagscherm ..................................................................................................... 67 Figuur 91 — S.M.A.R.T. installatiescherm ............................................................................... 67 Figuur 92 — Scherm Systeemgebeurtenisacties..................................................................... 68 Figuur 93 — Scherm Gebeurtenisstatus. ................................................................................. 69 Figuur 94 — Volgorde-menu .................................................................................................... 75 Figuur 95 — PTZ-cameraselectiemenu ................................................................................... 75 Figuur 96 — PTZ-voorkeurinstellingenscherm ........................................................................ 76 Figuur 97 — Voorkeurweergavescherm .................................................................................. 76 Figuur 98 — PTZ-menu ........................................................................................................... 77 Figuur 99 — PTZ-bedieningselementen .................................................................................. 77 vii
Gebruikshandleiding
Figuur 100 — Muismenu .......................................................................................................... 78 Figuur 101 — Muisweergavemenu .......................................................................................... 78 Figuur 102 — Afspeelregelknoppen muis ................................................................................ 81 Figuur 103 — Zoekmenu ......................................................................................................... 82 Figuur 104 — Ga naar het scherm Datum/tijd ......................................................................... 83 Figuur 105 — Kalenderzoekactiescherm ................................................................................. 83 Figuur 106 — Scherm Gebeurtenislogzoekactie ..................................................................... 84 Figuur 107 — Scherm Optie voor gebeurtenislogzoekactie .................................................... 85 Figuur 108 — Tekst-in-zoekscherm ......................................................................................... 87 Figuur 109 — Tekst-in-zoekoptiescherm ................................................................................. 88 Figuur 110 — Scherm Bewegingzoekatie ................................................................................ 89 Figuur 111 — Scherm Opties voor bewegingszoekactie ......................................................... 89 Figuur 112 — Clip-kopiërenscherm ......................................................................................... 91 Figuur 113 — ClipPlayer-scherm ............................................................................................. 99
viii
Digitale videorecorder
Hoofdstuk 1 — Introductie Eigenschappen Uw digitale kleurenvideorecorder (DVR) biedt opnamecapaciteit acht of 16 camera's. De recorder biedt een buitengewone kleurenkwaliteit bij zowel live afspelen als bij het terugspelen en bevat de volgende eigenschappen: y y y y y y y y y y y y y y y y y y y y
8 of 16 composiet invoeraansluitingen Compatibel met kleuren- (NTSC of PAL) en zwart/wit- (CCIR en EIA-170) videobronnen Automatische detectie voor NTSC en PAL Meervoudige monitoraansluitingen: 1 BNC Video Out, 1 Spot, 1 VGA Meerdere zoekmachines (datum/tijd, kalender, gebeurtenis) Slaat tot 120/100 beelden per seconde op (NTSC/PAL) Video-lusaansluitingen Blijft opnemen bij schijfoverschrijving 2 USB 2.0 poorten Blijft opnemen tijdens het uitzenden naar remote site en tijdens het terugspelen Gebruikersvriendelijke grafische gebruikersinterface (GUI) menusysteem Meerdere opnamefuncties (Wachttijd, Gebeurtenis, Voorgebeurtenis en Paniek) 2-kanaals Geluidsopname en 1-kanaals geluidsweergave Tekstinvoer voor ATM en POS Alarmaansluitingen zoals: invoer, uitvoer en reset invoer Ingebouwde alarmtoon Toegang tot live of opgenomen video's via ethernet of modem Tijdsynchronisatie met standaardnormering Ingebouwd CD-RW-station Zelfdiagnose met automatische notificatie inclusief hard disk drive S.M.A.R.T. protocol
Technisch overzicht Naast het vervangen van zowel een time-lapse videorecorder en een multiplexer in een beveiligde installatie, heeft uw DVR veel eigenschappen waardoor hij veel makkelijker in gebruik is dan de meeste moderne videorecorder. De DVR zet analoge NTSC of PAL-video om naar digitale beelden en neemt deze op op een vaste-schijfstation. Wanneer u een vaste-schijfstation gebruikt, heeft u bijna onmiddellijk toegang tot opgenomen video; er is geen tape die u moet terugspoelen. Met deze technologie kunt u opgenomen video bekijken terwijl de DVR doorgaat met opnemen.
1
Gebruikshandleiding
Digitaal opgenomen video heeft een aantal voordelen die analoog opgenomen video op videotape niet heeft. U hoeft tracking niet aan te passen. U kunt frames vastleggen, snel vooruitspoelen, snel achteruitspoelen, langzaam vooruit en langzaam achteruit zonder vervorming van het beeld. U kunt digitale video indexeren op tijd of gebeurtenissen en u kunt direct na het selecteren van de tijd of de gebeurtenis de betreffende video bekijken. U kunt uw DVR instellen voor gebeurtenis- of tijdsduuropname. U kunt opnametijden specificeren en het schema wijzigen voor verschillende dagen van de week en opgegeven vakanties. U kunt de DVR instellen zodat deze u waarschuwt wanneer de vaste schijf vol is of u kunt in dat geval de oudste video laten overschrijven. Uw DVR gebruikt een eigendomscodering waardoor het haast onmogelijk wordt video te wijzigen. U kunt video's bekijken en uw DVR extern regelen via een ethernetverbinding. Er zijn twee USB-poorten die gebruikt kunnen worden om het systeem te upgraden of videoclips te kopiëren naar een externe harde schijf, CD-RW-stations of flashstations. OPMERKING: Deze handleiding behandelt de videorecorders met 8 en 16 kanalen. De DVR's zijn identiek behalve voor wat betreft het aantal camera's en de alarmen die kunnen worden aangesloten en het aantal camera's dat kan worden weergegeven. Voor groter gemak, verwijzen de afbeeldingen en beschrijvingen in deze handleiding naar het 16-cameramodel.
Figuur 1 — Typische DVR-installatie
2
Digitale videorecorder
Hoofdstuk 2 — Installatie Verpakkingsinhoud De verpakking bevat de volgende componenten: y y y y y y y y y
Digitale videorecorder Netsnoer Gebruikshandleiding Meertalige gebruikshandleiding (RASplus CD-ROM) RASplus-gebruikshandleiding Meertalige RASplus-software en gebruikshandleiding (RASplus CD-ROM) DVRNS-Server-software en gebruikshandleiding (RASplus CD-ROM) Installatiekit voor racks Monteerschroeven van geleidingsrails voor het toevoegen van vaste-schijfstations
Benodigde installatiehulpmiddelen U heeft geen speciale gereedschappen nodig om de DVR te installeren. Raadpleeg de installatiehandleidingen voor de andere items van uw systeem.
Figuur 2 — 16-Kanaals DVR-achterpaneel Video-invoer
Video-lus
Audio-invoer/-uitvoer
Video-uitvoer
RS232-poort
Netwerkpoort
RS485-poort
Alarminvoer/uitvoer
Fabrieksresetschakelaar
Netsnoeraansluiting
U kunt uw DVR gebruiken met NTSC-of PAL-apparatuur. OPMERKING: U kunt NTSC- en PAL-apparatuur niet combineren. U kunt bijvoorbeeld niet een PAL-camera en een NTSC-monitor naast elkaar gebruiken.
3
Gebruikshandleiding
De video-input aansluiten
Figuur 3 — Video-invoeraansluitingen Sluit de coaxkabels van de videobronnen aan op de BNC Video In aansluitingen.
De video-lusverbinding aansluiten
Figuur 4 — Video-lusaansluitingen Als u uw videobron wilt aansluiten op een ander apparaat, kunt u de Loop BNC-(lus)aansluitingen gebruiken. OPMERKING: De BNC-aansluitingen zijn autoterminatie. Sluit GEEN kabel aan op de Loop BNC tenzij deze is aangesloten op een apparaat met terminatie omdat u anders een slechte videokwaliteit krijgt.
Audio aansluiten OPMERKING: De gebruiker is verantwoordelijk voor het nagaan of plaatselijke wetgeving en regelgeving het opnemen van audio toestaan.
Figuur 5 — Audio in en uitaansluitingen Uw DVR kan geluid opnemen van maximaal twee bronnen. Sluit de geluidsbronnen aan op Audio In 1 en Audio In 2 wanneer nodig en gebruik daarvoor RCA stekkers. Sluit Audio Out aan op de versterker. OPMERKING: De DVR bevat geen versterkte audio-uitvoer; u heeft een luidspreker nodig met een versterker. De DVR heeft geen voorversterker voor audio input, dus de audio input moet van een versterkte bron komen, niet direct van een microfoon.
4
Digitale videorecorder
De monitor aansluiten
Figuur 6 — Video-uitvoeraansluitingen Sluit de hoofdmonitor aan op de aansluiting Video Out (Video uit). Sluit, indien nodig, de spotmonitor aan op de SPOT-aansluiting.
Figuur 7 — VGA-aansluiting Een VGA aansluiting wordt meegeleverd zodat u een standaard, multi-sync computerbeeldscherm kunt gebruiken als hoofdmonitor. Gebruik de meegeleverde kabel om de monitor op de DVR aan te sluiten. OPMERKING: De aansluitingen Video uit (BNC) VGA kunt u aansluiten op afzonderlijke monitors voor gelijktijdige bediening.
Aansluiten op de RS232-poort
Figuur 8 — RS232-aansluiting De DVR bevat een RS232-poort om een externe modem aan te sluiten voor externe controle, configuratie en software-upgrades en voor aansluiting op een extern bedieningspaneel. Gebruik een modemkabel met een DB-9S (vrouwtjes) aansluiting voor aansluiting op de DVR. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie voor de configuratie van de modem. OPMERKING: De DVR bevat geen modemkabel. Veel modems worden geleverd zonder kabels. Zorg ervoor dat u de juiste kabel heeft wanneer u de modem koopt.
Aansluiten op de netwerkpoort
Figuur 9 — Netwerkaansluiting 5
Gebruikshandleiding
U kunt de DVR op een netwerk aansluiten met een ethernetaansluiting van 10/100 Mb. Sluit een Cat5-kabel met een RJ-45 contactbus aan op de DVR-aansluiting. U kunt de DVR als een netwerk aansluiten met een PC met externe controle, zoekfunctie, configuratie en software-upgrades. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie voor de configuratie van ethernetverbindingen. VOORZICHTIG: De netwerkaansluiting is niet geschikt om gebruikt te worden met kabel of draag voor gebruik buitenshuis.
Verbinden met de RS485 poort
Figuur 10 — RS485-aansluiting De DVR kan extern worden bediend door een extern apparaat of bedieningssysteem, zoals een bedieningspaneel, met behulp van seriële, half-duplex RS485-communicatiesignalen. De RS485-aansluiting kunt u ook gebruiken om de PTZ (pan, tilt, zoom) camera's te bedienen. Sluit RX-/TX- en RX+/TX+ van het bedieningssysteem aan op de TX-/RX- en TX+/ RX+ (respectievelijk) van de DVR. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie en de handleiding voor de PTZ-camera of Afstandsbedieningler voor de configuratie van de RS485-aansluiting.
Alarmen aansluiten
Figuur 11 — Alarm invoeraansluitingen OPMERKING: Om aansluitingen aan te brengen op het alarmaansluitblok drukt u de knop in, houd deze ingedrukt en steek de kabel in de opening onder de knop. Trek na het loslaten van de knop voorzichtig aan de kabel om er zeker van te zijn dat hij is aangesloten. Als u een kabel wilt verwijderen, druk op de knop boven de kabel, houd deze ingedrukt en trek de kabel eruit.
AI 1 t/m 16 (Alarm in) U kunt externe apparaten gebruiken om de DVR te instrueren te reageren op gebeurtenissen. U kunt mechanische of elektrische schakelaars aansluiten op de AI (Alarm in) en GND (geaarde) aansluitingen. De drempelspanning is 4,3 V en moet ten minste 0,5 seconde stabiel zijn om te kunnen worden gevonden. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie voor de configuratie van alarminvoer. 6
Digitale videorecorder
GND (Geaard) OPMERKING: Alle aansluitingen die zijn aangemerkt met GND zijn dezelfde.
Sluit de aardekant van de Alarminvoer en/of alarmuitvoer aan op de GND-aansluiting.
NC/NO (Relay Alarmuitvoer)
Figuur 12 — Alarm Output aansluitingen De DVR kan externe apparaten activeren zoals alarmtonen en indicatoren. Sluit het apparaat aan op de C (Gewoon) en NC (Normaal Gesloten) of C en NO (Normaal Open) aansluitingen. NC/NO is een relay uitvoer die 0.5A@125VAC en 1A@30VDC verzinkt. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie voor de configuratie van alarmuitvoer.
ARI (Alarmreset in)
Figuur 13 — Alarm reset input aansluitingen U kunt een extern signaal gebruiken voor Alarmreset in om zowel het Alarm-uitsignaal als de interne alarmtoon van de DVR te resetten. U kunt mechanische of elektrische schakelaars aansluiten op de ARI (Alarmreset in) en GND (geaarde) aansluitingen. De drempelspanning ligt onder 0,3 V en moet ten minste 0,5 seconde stabiel zijn om te kunnen worden gevonden. Sluit de kabels aan op de ARI (Alarmreset in) en GND (Geaarde) aansluitingen.
Aansluiten op de USB-poorten
Figuur 14 — USB-aansluitingen Twee USB-poorten op het voorpaneel zijn aanwezig voor het aansluiten van een externe harde schijf, CD-RW of flashstations aan te sluiten om videoclips kopiëren of voor systeem-upgrade. Plaats het externe stations dicht genoeg bij de DVR zodat u de kabels kunt verbinden, die meestal korter zijn dan 2 meter. Gebruik de USB-kabel die bij het vaste-schijfstation is meegeleverd om deze aan te sluiten op de DVR. 7
Gebruikshandleiding
Een USB-muis (niet meegeleverd) kan worden aangesloten op een van de poorten. U kunt met de muis door de schermen en menu’s navigeren zoals bij een computer. Een USB-seriele converter kan op de USB poort worden aangesloten. Hierbij kunnen meerdere tekst-in apparaten worden gebruikt.
Fabrieksreset
Figuur 15 — Fabrieksresetschakelaar De DVR heeft aan de achterkant een schakelaar voor fabrieksinstellingen, links van de aansluitingen voor Alarmuitvoer. Deze schakelaar gebruikt u zelden en alleen wanneer u alle instellingen wilt terugzetten op de originele fabrieksinstellingen. VOORZICHTIG: Wanneer u Fabrieksreset gebruikt verliest u alle instellingen die u hebt opgeslagen. Gebruik een rechtgebogen paperclip om de eenheid te resetten: 1. Zet de DVR uit. 2. Zet hem vervolgens aan. 3. Als de DVR initialiseert, knipperen de lampjes op de voorkant. Indien de lampjes op het voorpaneel knipperen, steekt u de rechtgebogen paperclip in de opening zonder label, die zich links van de aansluiting voor Alarmuitvoer bevindt.
4. Houdt de schakelaar ingedrukt totdat alle LED-lichtjes op het frontpaneel branden. OPMERKING: Wanneer de DVR de instellingen correct terugzet naar de fabrieksinstellingen, lichten de LED-lampjes op het frontpaneel vijf maal op.
5. Laat de resetschakelaar los. Alle DVR-instellingen staan nu op de originele fabrieksinstellingen.
Het netsnoer aansluiten
Figuur 16 — Netsnoeraansluiting Sluit het netsnoer eerst aan op de DVR en dan op de wandcontactdoos. 8
Digitale videorecorder
WAARSCHUWING: LEG NETSNOEREN ZODANIG DAT NIEMAND ER OVER KAN STRUIKELEN. ZORG ERVOOR DAT HET NETSNOER NIET KAN WORDEN DOORSTOKEN OF BESCHADIGD DOOR MEUBELEN. LEG NETSNOEREN NIET ONDER TAPIJTEN OF VLOERBEDEKKING. WAARSCHUWING: HET NETSNOER HEEFT EEN AARDEPIN. ALS UW WANDSTEKKERDOOS NIET GEAARD IS, PROBEER DE STEKKER DAN NIET TE VERANDEREN. VERMIJD OVERBELASTING VAN HET CIRCUIT DOOR NIET TEVEEL APPARATEN AAN TE SLUITEN OP ÉÉN CIRCUIT. Uw DVR is nu gereed voor gebruik. Raadpleeg Hoofdstuk 3 — Configuratie en Hoofdstuk 4 — Bediening.
9
Gebruikshandleiding
10
Digitale videorecorder
Hoofdstuk 3 — Configuratie OPMERKING: Voordat u verder gaat, moet uw DVR volledig zijn geïnstalleerd. Raadpleeg Hoofdstuk 2 — Installatie.
Besturingselementen frontpaneel
Figuur 17 — 16-Kanaals DVR-frontpaneel Cameraknoppen
Clip Kopiëren LED
Alarm-LED
Pijlknoppen
Afspelen/Pauze -knop
Weergave/Spot-knop
Menu/Cameo-knop
Groep/Volgorde-knop
Zoom/PTZ-knop
Alarm-knop
Clip Kopiëren Knop
Paniek-knop
Terugspeelmodusknop
HDD-LED
Netwerk-LED
Stroom-LED
USB-aansluitingen
Het frontpaneel oogt en functioneert grotendeels als een VCR (analoge videorecorder) gecombineerd met een multiplexer. Veel van de knoppen hebben meerdere functies. Hieronder vindt u een beschrijving van iedere knop en de betreffende functies. Lees de beschrijvingen a.u.b. even door. U heeft deze nodig voor het instellen van uw DVR en voor de basisbediening. OPMERKING: U kunt ook een USB-muis gebruiken om door de schermen en menu’s te navigeren zoals bij een computer. OPMERKING: Sommige knoppen op de infrarode afstandsbediening worden misschien niet ondersteund, afhankelijk van het DVR model.
11
Gebruikshandleiding
Cameraknoppen (1 t/m 16) Door op de afzonderlijke cameraknoppen te drukken, geeft de geselecteerde camera weer in volledig scherm. U gebruikt knoppen 1 t/m 9 ook om wachtwoorden in te voeren. Indien u in de PTZ-modus drukt op knop 1, wordt ingezoomd in het scherm en indien u drukt op knop 2 wordt uitgezoomd in het scherm, drukt u op knop 3 dan wordt de focus dichtbij ingesteld, en drukt u op knop 4 dan wordt de focus ver-weg ingesteld, drukt u op knop 5 dan wordt gewisseld naar de voorkeur, en drukt u op knop 6 dan wordt de voorkeur opgeslagen.
CLIP COPY LED Het CLIP COPY LED (Clip Kopiëren) brandt wanneer het apparaat gegevens kopieert met behulp van de interne CD-RW of de USB-poort.
ALARM-LED Het ALARM-LED (Alarm) brandt wanneer de alarmuitvoer of de interne alarmtoon is geactiveerd.
Pijlknoppen Omhoog, Omlaag, Links en Rechts U gebruikt deze pijlknoppen om door de menu's en de GUI te bladeren. U kunt ze ook gebruiken om de cijfers te wijzigen door ze in het menu te markeren en met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag te verhogen of te verlagen. U kunt deze ook gebruiken voor het regelen van de pan- en tilt-(hellen) functies in de PTZ-modus. Wanneer u in het PIP weergavescherm bent en u drukt daar op de Omhoog en Omlaag knop verandert de positie van het kleine scherm tegen de klok in of met de klok mee; met de knoppen Links en Rechts wijzigt u de grootte van het PIP scherm. kunt u in de terugspelenmodus video achteruit afspelen op hoge snelheid. Door Met de knop en . Het nogmaals op de knop te drukken, schakelt de terugspeelsnelheid tussen , te drukken speelt en weer. Door op de knop scherm geeft respectievelijk , het apparaat video vooruit af op hoge snelheid. Door nogmaals op de knop te drukken, schakelt de terugspeelsnelheid tussen , en . Het scherm geeft respectievelijk , en weer. Met de knop kunt u in de pauzemodus naar het volgende beeld gaan en met de knop kunt u naar het vorige beeld gaan.
12
Digitale videorecorder
PLAY/PAUSE-knop Met knop (Afspelen/Pauze) kunt u in de modus live controle het huidige scherm vastleggen en op het scherm wordt het pictogram getoond. Met de knop kunt in de terugspelenmodus beelden terugspelen op normale snelheid of het terugspelen van video pauzeren. Met de knop selecteert u een gemarkeerd item of voltooit u een vermelding die u heeft ingevoerd bij de systeeminstellingen.
DISPLAY/SPOT-knop Druk op de knop DISPLAY/SPOT (Weergave/Spot) om tussen verschillende weergaveformaten te schakelen. De beschikbare formaten zijn: PIP, 2x2, 3x3 en 4x4. Door de knop 2 seconden of langer ingedrukt te houden, kunt u selecteren welke camera’s getoond worden op de Spotmonitor.
MENU/CAMEO-knop Druk op de knop MENU/CAMEO (Menu/Cameo) om het Standaard installatiescherm te openen. Hiervoor hebt u een beheerderwachtwoord nodig. U kunt ook op deze knop drukken om het huidige menu of het installatiedialoogvenster te sluiten. Druk op MENU/CAMEO in de afspeelmodus om het Zoekmenu te openen. Houd de knop twee seconden of langer ingedrukt om de cameomodus te openen. Het gele kader om de video geeft de actieve cameo aan. Druk op de pijlknoppen om de actieve cameo te verplaatsen. Door in de actieve cameo op de gewenste cameraknop te drukken, wordt de cameo bewerkt en wordt de video van de geselecteerde camera getoond. Druk op (Afspelen/Pauze) knop om de Actieve Cameomodus af te sluiten. Door Groepsbewerking, in het cameomenu getoond na het indrukken van de knop MENU/CAMEO , sluit u de Actieve Cameomodus eveneens af. OPMERKING: Een cameo is bepaald als een cel binnen meerdere schermen weergave. De cameomodus stelt u in staat om de schermlay-out te wijzigen door de cameo te bewerken.
GROUP/SEQUENCE-knop Indien u in de live-modus drukt op de knop GROUP/SEQUENCE (Groep/Volgorde), wordt het scherm van de huidige cameragroep gewijzigd naar de volgende cameragroep, en wordt op het scherm het paginanummer getoond. Houd de knop twee seconden of langer ingedrukt om de livekanalen in volgorde te tonen.
13
Gebruikshandleiding
ZOOM/PTZ-knop Met de ZOOM/PTZ -knop (Zoom/PTZ) kunt u inzoomen op het huidige beeld op het scherm. Met de pijlknoppen kunt u de rechthoek verplaatsen. Met de (Afspelen/Pauze) knop kunt in een rechthoek inzoomen op het beeld. Houd de knop twee seconden of langer ingedrukt om de PTZ (Pan/Tilt/Zoom) modus te openen en het PTZ pictogram zal knipperen. Druk nogmaals op de knop om de PTZ modus te verlaten. Met de pijlknop of MENU/CAMEO knop kunt u goed geconfigureerde camera’s bedienen.
ALARM-knop De knop ALARM (Alarm) heeft twee functies. Het stelt ten eerste de uitvoer van de DVR opnieuw in, met inbegrip van de interne alarmtoon tijdens een alarm. Het geeft ook het gebeurtenissenlogboek weer wanneer u zich in de live-bewakingsmodus bevindt, tenzij er sprake is van een actief alarm. Deze bewerking is mogelijk beschermd door een wachtwoord.
CLIP COPY Knop Met de knop CLIP COPY (Clip Kopiëren) kunt u videoclips kopiëren.
PANIC-knop Druk op de knop PANIC (Paniek) om een snelle (paniek) opname te maken van alle camerakanalen, waardoor er een op het scherm verschijnt. Druk nogmaals op deze knop om de paniekopname te stoppen.
PLAYBACK Knop Met de knop PLAYBACK (Terugspelen) kunt u de terugspelenmodus openen, en door opnieuw op de knop te drukken kunt u de terugspelenmodus weer afsluiten. De video wordt gepauzeerd bij het openen van de terugspelenmodus. Druk op de knop (Afspelen/Pauze) om afbeeldingen terug te spelen op normale snelheid. Het scherm toont indien de DVR in Pauzemodus is en het scherm toont indien de DVR video terugspeelt.
HDD-LED De HDD-LED knippert wanneer de DVR aan het opnemen is of video’s aan het zoeken op de harde schijf.
NETWORK-LED De NETWORK-LED (Netwerk) knippert wanneer de eenheid op een netwerk is aangesloten via ethernet.
14
Digitale videorecorder
POWER-LED Het POWER-LED (Stroom) brandt wanneer de DVR aanstaat.
De DVR inschakelen U zet de eenheid aan door het netsnoer op de DVR aan te sluiten. Het apparaat heeft ongeveer 60 seconden nodig om te initiëren.
Eerste instellingen Voordat u uw DVR voor de eerste keer gebruikt, moet u eerst de initiële instellingen ingeven. Dit zijn onder andere items zoals tijd en datum, weergavetaal, camera, audio, afstandsbediening, opnamemodus, netwerk en wachtwoord. U kunt uw DVR instellen met behulp van verschillende schermen en dialoogvensters. In alle schermen zult u zien. Als u de markeert en de kunt u het scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
(Afspelen/Pauze) knop indrukt
Druk op de knop MENU/CAMEO voor het openen van de installatieschermen. Het Aanmeldenscherm verschijnt.
Figuur 18 — Aanmeldenscherm Voer gebruikersnaam en het wachtwoord in door op de juiste cameranummerknoppen te drukken en vervolgens op . Er is geen standaard wachtwoord wanneer u voor de eerste keer als beheerder inlogt. OPMERKING: Om beveiliging van het systeem te waarborgen wordt aangeraden een wachtwoord te gebruiken. OPMERKING: U kunt een muis gebruiken (niet meegeleverd) om het Aanmelden scherm te openen naast de knoppen op de voorkant. Klik met de rechtermuisknop om het Aanmelden scherm weer te geven Om een wachtwoord in te voeren klikt u op de … knop en het virtuele toetsenbord verschijnt. Zie de aanwijzingen beneden voor gebruik van het virtuele toetsenbord.
15
Gebruikshandleiding
Installatiescherm
Figuur 19 — Installatiescherm Druk op de knop MENU/CAMEO voor het openen van het installatiescherm. Als u de DVR installeert zijn er veel gelegenheden om namen en titels in te voeren. Wanneer u deze invoert, verschijnt het Virtuele Toetsenbord.
Figuur 20 — Virtueel toetsenbord Gebruik de pijltoetsen om het eerste teken te markeren van de Site-titel die u wilt samenstellen en druk op . Dat teken verschijnt in de titelbalk en de cursor gaat naar de volgende positie. Druk op om te schakelen tussen hoofd- en kleine letters, spaties en om ingevoerde tekens te verwijderen. U kunt maximaal 31 tekens gebruiken voor uw titel, met inbegrip van spaties. U kunt besturingstekens maken met behulp van ^ en een hoofdletter; bijv, ^J voor NR (nieuwe regel), ^M voor HS (harde return). Speciale tekens worden vaak gebruikt door tekst input apparatuur en komen van pas als u Tekst-In Zoekacties uitvoert.
16
Digitale videorecorder
Systeeminformatie Markeer Informatie en druk op
. Het scherm Informatie verschijnt.
Figuur 21 — Informatiescherm In het informatiescherm kunt u de locatie benoemen, een System ID nummer toewijzen, het softwareversienummer laten zien, de software upgraden, het System Log bekijken, de opgenomen tijd weergeven en alle gegevens wissen. Markeer het vakje Site en druk op locatienaam kunt opgegeven.
. Een virtueel toetsenbord opent waarmee u een
Wanneer u uw titel heeft ingevoerd, markeer OK en druk op
.
Markeer het vakje naast Systeem-ID en druk op . Wijzig het nummer door het te markeren en met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag te verhogen of te verlagen van 0 tot 99. OPMERKING: De Systeem-ID wordt gebruikt om de eenheid te identificeren wanneer het een netwerk vormt met andere DVR’s via de RS485 poort. U kunt hetzelfde nummer niet voor twee of meerdere DVR's gebruiken binnen hetzelfde netwerk. Het is mogelijk om meerdere DVR’s met System ID 0 te hebben in hetzelfde gebied zolang ze geen deel uitmaken van een RS485 netwerk.
Markeer het vakje naast Taal en druk op . Een vervolgkeuzemenu verschijnt vervolgens met de beschikbare talen. Markeer de gewenste taal en druk op . Het vakje naast Versie geeft de softwareversie weer van de DVR.
17
Gebruikshandleiding
Om de software bij te werken, sluit het USB-apparaat dat het upgradebestand bevat aan op de DVR. Markeer Upgrade... en druk op . Het Upgradescherm verschijnt. Het scherm toont de namen van de beschikbare upgradebestanden. De “.rui” geeft aan dat het bestand bedoeld is voor software upgrades en “.ofi” geeft aan dat het bestand is bedoeld voor firmware upgrades van de optische drive. Selecteer het gewenste bestand en druk op . Wanneer u de knop drukt wordt het softwarepakket geïnstalleerd. Installatieknop markeert en op de knop drukt wordt het venster gesloten Wanneer u de knop Afsluiten markeert en op de zonder dat het softwarepakket wordt geïnstalleerd. Als het upgradepakket niet correct is op de DVR is geïnstalleerd krijgt u een foutbericht. Het systeem start automatisch opnieuw op na de upgrade.
Figuur 22 — Upgradescherm OPMERKING: De Upgrade knop wordt gedeactiveerd als de harde schijf niet is geformatteerd omdat de schijf ruimte nodig heeft voor tijdelijke bestanden tijdens het upgraden.
VOORZICHTIG: Het USB apparaat moet FAT16 of FAT32 formaat zijn. U kunt bestaand DVR-instellingen importeren of de huidige instellingen exporteren. Om DVR instellingen te importeren, sluit U het USB-apparaat dat het installatiebestand (.dat) bevat aan op de DVR. Markeer Installatie-Importeer…en druk op . Selecteer het gewenste installatiebestand en druk op Importeren om de instellingen te importeren en wijzig daarna de DVR instellingen dienovereenkomstig. Markeer Inclusief Netwerkinstelling en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer hij op Uit staat, worden de instellingen niet gewijzigd.
Figuur 23 — Importeren Installatiescherm. Om de huidige DVR instellingen te exporteren sluit u het USB apparaat aan op de DVR. Markeer Installatie-Exporteer…en druk op . Markeer het vakje naast Bestandsnaam en druk op . U kunt een virtueel toetsenbord gebruiken om de bestandsnaam in te voeren. Wanneer u Exporteren selecteert, worden de huidige instellingen in .dat file formaat opgeslagen op het USB-apparaat. 18
Digitale videorecorder
Figuur 24 — Exporteren Installatiescherm OPMERKING: Zelfs na het wijzigen van de DVR instellingen door opgeslagen instellingen te importeren, worden tijdgerelateerde instellingen zoals Datum/Tijd, Tijdzone en Zomertijd) niet gewijzigd.
VOORZICHTIG: Het USB apparaat moet FAT16 of FAT32 formaat zijn. Markeer Toon Systeemlogboek… en druk op
om het Syteem Log weer te geven.
Figuur 25 — Systeemlogboekscherm. Het scherm Systeemlogboek registreert systeemactiviteiten (maximaal 5000 vanaf de laatste) samen met tijd en datum. Het icoon wordt getoond in de laatste kolom voor de systeemactiviteiten van netwerklocaties. U kunt door de logboekpagina’s bladeren met de Omhoog/Omlaag pijlen of u kunt direct naar een pagina gaan door het paginanummer in te voeren in het vakje links beneden in het scherm. Markeer Afsluiten en druk op om het scherm te verlaten. In het vakje naast Opgeslagen gegevens– Van / Tot staan de tijdgegevens van de opgeslagen informatie. Als u Wis Alle Gegevens... markeert … en op drukt worden alle videogegevens gewist. Er zal worden gevraagd om te bevestigen dat u alle gegevens wilt wissen voordat de DVR de gegevens van de video wist. Wis Alle Gegevens… wist niet het Systeem logboek. Nadat u klaar bent met het Informatiescherm, markeert u Opslaan en druk u op om de wijzigingen op te slaan en het scherm te verlaten. Als u de wijzigingen niet wilt opslaan, om het scherm te verlaten. markeert u Annuleren en drukt u op 19
Gebruikshandleiding
Datum/tijd instellen Markeer Datum/tijd in het systeemmenu en druk op verschijnt.
. Het setupscherm Datum en tijd
Figuur 26 — Datum en tijd-setupscherm Markeer het eerste vakje naast Datum en druk op . De afzonderlijke segmenten van de datum worden gemarkeerd. Gebruik de pijlknoppen Omhoog en Omlaag om de datum te wijzigen. Gebruik de pijlknoppen Links en Rechts om te bladeren tussen maand, dag en jaar. Wanneer u de juiste datum heeft, klik op . Markeer het vakje Indeling naast Datum en druk op . Selecteer een van de drie datumnotaties en druk op om de notatie op te slaan. Markeer het eerste vakje naast Tijd en druk op . De afzonderlijke segmenten van de tijd worden gemarkeerd. Gebruik de pijlknoppen Omhoog en Omlaag om de datum te wijzigen. Gebruik de pijlknoppen Links en Rechts om te bladeren tussen uren, minuten en seconden. Wanneer u de juiste tijd heeft, klik op . Markeer het vakje Indeling naast Tijd en druk op druk op om de notatie op te slaan.
. Selecteer een van de drie tijdnotaties en
OPMERKING: De klok begint niet te lopen voordat u Opslaan heeft gemarkeerd en op heeft gedrukt.
Markeer het vakje naast Tijdzone en druk op .
. Selecteer uw tijdzone in de lijst en druk op
Markeer het vakje naast Zomertijd gebruiken en druk op tussen Aan en Uit.
. Druk op
Markeer het tabblad Vakantie, en het installatiescherm verschijnt. 20
om te schakelen
Digitale videorecorder
Figuur 27 — Vakantie-instellingscherm U kunt Vakantie opslaan door + te markeren en op
te drukken. De huidige datum verschijnt.
Markeer de maand en de dag en wijzig deze met de pijlknoppen Omhoog en Omlaag. Druk op om de datum toe te voegen. U kunt datums verwijderen door de te markeren naast de datum en vervolgens op te drukken. OPMERKING: Vakanties die niet ieder jaar op dezelfde datums vallen moeten worden bijgewerkt na afloop van het lopende jaar.
Als u het Tijdssynch Tabblad markeert verschijnt het Tijdssync scherm. U kunt tijdsynchronisatie instellen tussen de DVR en standaardtijdservers die in de meeste tijdzones en landen beschikbaar zijn, of tussen de DVR en een andere DVR.
Figuur 28 — Tijdssynch-scherm Markeer het vakje naast Automatisch tijd sync. en druk op Uit schakelen.
. Hiermee kunt u tussen Aan en 21
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje naast Tijdserver en druk op . Er verschijnt een virtueel toetsenbord waarmee u het IP-adres kunt invoeren of de domeinnaam van de tijdserver. OPMERKING: U kunt in plaats van het IP-adres de domeinnaam gebruiken als u de DNS-server al hebt opgezet bij de LAN-instelling.
Markeer het vakje naast Interval en druk op . Stel het tijdsinterval in voor synchronisatie van 30 minuten tot 1 dag op verschillende intervallen. De laatste Tijdssync geeft weer de laatste keer dat de DVR werd gesynchroniseerd met de tijdserver. Markeer het vakje Als server fungeren en druk op . Druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer op Aan, zal de DVR die u nu instelt functioneren als een tijdserver. te drukken. Selecteer U kunt uw wijzigingen opslaan door Opslaan te markeren en op Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Opslagscherm Markeer Opslag in het Systeem menu en druk op . Het Opslag installatiescherm verschijnt en laat informatie zien over de opslagapparatuur van de DVR.
Figuur 29 — Opslag Informatiescherm. De informatie in de kolom Soort beschrijft het opslagapparaat. De capaciteit van het opslagapparaat wordt getoond in de kolom Capaciteit. De kolom Indeling laat zien of het apparaat wordt gebruikt voor Opname of niet (Niet in gebruik). NIET GEFORMATTEERD geeft aan dat het apparaat niet is geformatteerd. geeft aan of het apparaat tijdelijk ruimte vrij maakt zodat videoclips kunnen worden opgeslagen op CD-RW of DVD RW. 22
Digitale videorecorder
Markeer het vakje in de kolom Formatteer voor het gewenste opslagapparaat en druk op . U kunt nu het apparaat voor opname formatteren. Als u Niet in gebruik selecteert uit Gebruiken als en dan de knop Formatteren markeert, wordt het apparaat niet gebruikt voor opname. U kunt ook ruimte reserveren voor tijdelijke bestanden voor het branden van CD of DVD door te selecteren Partitie – CD/DVD Branden.
Figuur 30 — Scherm Apparaat formatteren. OPMERKING: De DVR ondersteunt geen USB harde schijven lager dan versie 2.0. OPMERKING: Upgraden van het systeem vereist formatteren van de interne harde schijf.
De kolom Informatie laat zien of het apparaat wel of niet wordt gebruikt. Andere geeft aan dat het apparaat voor een andere DVR is gebruikt. Markeer het vakje in de kolom Informatie voor het gewenste opslagapparaat en druk op kunt de tijdgegevens van de opgeslagen data bekijken.
.U
Figuur 31 — Apparaat Informatiescherm. Als u opgenomen gegevens wilt wissen van het geselecteerde apparaat, markeert u Wissen en drukt op . Er zal worden gevraagd of u de gegevens wel of niet wilt wissen. Markeer het tabblad Status, en het scherm Opslag Status verschijnt.
23
Gebruikshandleiding
Figuur 32 — Opslag Status scherm. De kolom Soort toont het Soort opslagapparaat. De kolom Schijf slecht toont het percentage beschadigde sectoren. Niet geformatteerd geeft aan dat het apparaat niet is geformatteerd. De kolom Temperatuur toont de temperatuur van het opslagapparaat. De kolom S.M.A.R.T. geeft aan “Goed”, “Slecht” of “N.v.t.”, afhankelijk van voorwaarden voor opslag. y Goed — De opslagstatus is normaal. y Slecht — Er kunnen geen gegevens worden geschreven naar of gelezen van het opslagapparaat. y NVT — Opslagstatus is normaal, maar S.M.A.R.T.-bewaking functioneert niet of wordt niet ondersteund OPMERKING: Als de opslagconditie “Slecht”is, verschijnt het Gebeurtenis Status – Opslag scherm en kunt u de details bekijken voor deze opslagconditie. Wanneer het bericht "Slecht" verschijnt, kunt u het beste het vaste-schijfstation vervangen, meestal binnen 24 uur. OPMERKING: Temperatuur en S.M.A.R.T. gegevens zijn alleen beschikbaar voor IDE harde schijven die het bewakingsprogramma S.M.A.R.T. (Self-Monitoring Analysis and Reporting Technology) ondersteunen.
Selecteer Afsluiten en druk op
24
om het scherm te verlaten.
Digitale videorecorder
Gebruiker Installatiescherm Markeer Gebruiker in het Systeem menu en druk op . Het Gebruiker installatiescherm toont de geautoriseerde groepen en gebruikers. U kunt groepen en gebruikers toevoegen en verwijderen. Als u een groep toevoegt kunt u gebruikersrechten toekennen aan de groep.
Figuur 33 — Gebruiker Installatiescherm. De +/- kolom wordt gebruikt om gebruikersgroepen uit-en in te klappen. Als er een + of – in deze kolom staat, is er een Groepsnaam. Als er een – voor de Groepsnaam staat, geeft dit aan dat de groep “uitgebreid ” is en dat alle Gebruikersnamen van die groep onder de Groepsnaam worden weergegeven. Als er een + voor de Groepsnaam staat, geeft dit aan dat de groep “ingeklapt ” is en dat alle Gebruikersnamen van die groep verborgen zijn. Om een groep op – of uit te vouwen, markeert u de +/- kolom voor de gewenste groep en drukt u op . Als u een groepsnaam markeert en op wijzigen.
drukt kunt u de gebruikersrechten van de groep
VOORZICHTIG: Noteer het nieuwe wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats. Als u uw wachtwoord vergeet, moet u de eenheid resetten door middel van de Fabrieksresetknop waarbij alle gegevensinstellingen worden gewist. Als u een Gebruikersnaam markeert en op drukt kunt u het wachtwoord van die gebruiker toevoegen of wijzigen. U kunt ook de groep wijzigen waaraan de gebruiker is toegewezen. De kolom kan worden gebruikt om een Gebruikersnaam of een hele Groep te verwijderen. Als de uitgegrijsd is, kan die Groep of Gebruiker niet worden verwijderd. Markeer de en druk op . Er zal worden gevraagd of u de Gebruiker of Groep wel of niet wilt wissen. Om de Gebruiker te wissen die momenteel is ingelogd in de DVR op een lokaal systeem of een PC die RAS draait, logt u eerste de gebruiker uit het systeem waarna u de gebruiker verwijdert.
25
Gebruikshandleiding
Om een Groep toe te voegen, markeert u het vakje +Groep en drukt u op . Een virtueel toetsenbord opent waarmee u de Groepnaam kunt opgegeven. U kunt maximaal 15 tekens gebruiken voor uw groepnaam, met inbegrip van spaties. Voer de naam in en ken gebruikersrechten toe aan de groep.
Figuur 34 — Nieuwe groep Installatiescherm Als u het vakje Beheerderrechten markeert en op drukt wordt er geschakeld tussen de beheerderniveaus Aan en Uit. Als u het vakje Beheerderrechten markeert en op drukt wordt er geschakeld tussen de beheerderniveaus Aan en Uit. De beheerderniveaus die Aan en Uit kunnen worden gezet zijn: y Afsluiten — De gebruiker kan het systeem afsluiten op een lokaal systeem. y Upgrade — De gebruiker kan de software upgraden op een lokaal systeem of een systeem dat draait op RAS. y Systeemtijd wijzigen — De gebruiker kan de systeemdatum- en tijd wijzigen op een lokaal systeem of een systeem dat draait op RAS. y Gegevens wissen — De gebruiker kan alle videogegevens wissen of schijven formatteren op een lokaal systeem of een systeem dat draait op RAS. y Installatie — De gebruiker zonder Installatiebevoegdheid kan geen systeeminstellingen veranderen behalve het systeem afsluiten en uitloggen op een lokaal systeem of een systeem dat draait op RAS. y Kleuren regelen — De gebruiker kan helderheid, contrast, schakering en verzadiging wijzigen voor camera’s op een lokaal systeem of een systeem dat draait op RAS. y PTZ-Beheer — De gebruiker kan de PTZ camera bedienen op een lokaal systeem of een systeem dat draait op RAS. y Alarm-Uit Regelen — De gebruiker kan de outputs van de DVR resetten inclusief de interne zoemer tijdens een alarm door de ALARM knop in te drukken op een lokaal systeem of de alarm-uit knop op een systeem dat draait op RAS. y Verborgen Camera zicht — De gebruiker kan video kijken vanaf Verborgen camera's in de Live Monitoring of Zoekmodus op een lokaal systeem of van een PC die draait op RAS.
26
Digitale videorecorder
y Systeem Controle — De gebruiker kan de status van het externe systeem bekijken of controleren als een batch proces op een PC die draait op RAS. y Bestand Installatie — De gebruiker kan alle Bestandsinstellingen vastleggen op een lokaal systeem of een PC die draait op RAS. y Zoeken — De gebruiker kan in de Zoekmodus op een lokaal systeem of een systeem dat draait op RAS. y Clip-Kopie — De gebruiker kan videoclips kopiëren op een lokaal systeem of een PC die draait op RAS en hij kan video’s opslaan in AVI, Bitmap of JPEG formaat. Om een Gebruiker toe te voegen, markeert u het vakje + Gebruiker en drukt u op . Een virtueel toetsenbord opent waarmee u de Gebruikersnamen kunt opgegeven. Voer de naam in en wijs de gebruiker toe aan groep en een wachtwoord. U kunt cameraknoppen 1 tot 9 gebruiken op de voorkant om het wachtwoord toe te wijzen. Het wachtwoord mag maximaal 8 tekens bevatten. Het systeem vraagt u het wachtwoord te bevestigen.
Figuur 35 — Nieuwe gebruiker Installatiescherm OPMERKING: Naast de knoppen aan de voorkant kunt u ook het virtuele toetsenbord gebruiken om een wachtwoord toe te wijzen. Om het virtuele toetsenbord te toen klikt u op de … knop met de muis (niet meegeleverd).
Als u het vakje naast Automatisch aanmelden markeert, kan een gebruiker automatisch ingelogd worden wanneer de DVR wordt opgestart. Het kan ook zo ingesteld worden dat er nooit automatisch ingelogd kan worden. Als u het vakje naast Automatisch afmelden markeert, kunt u uit een lijst kiezen na hoeveel tijd de gebruiker automatisch wordt uitgelogd. De opties zijn: Nooit, 1 min., 3 min., 5 min., 10 min., 15 min., 20 min., 25 min., 30 min. en 1 uur. te drukken. Selecteer U kunt uw wijzigingen opslaan door Opslaan te markeren en op Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
27
Gebruikshandleiding
Scherm Afsluiten Markeer Afsluiten in het Systeem menu en druk op . Het scherm Afsluiten verschijnt en vraagt u te bevestigen dat u het systeem wilt afsluiten.
Figuur 36 — Scherm Afsluiten Nadat u Afsluiten heeft geselecteerd en op heeft gedrukt, verschijnt er een scherm dat u vertelt wanneer u het apparaat veilig kunt uitzetten.
Afmelden Scherm Markeer Afmelden in het Systeem menu en druk op . Het scherm Afmelden verschijnt en vraagt u te bevestigen dat u de huidige gebruiker wilt afmelden.
Figuur 37 — Scherm Afmelden Nadat u Afmelden heeft geselecteerd en op
heeft gedrukt, wordt de gebruiker uitgelogd.
Netwerk & Berichtgeving Gebruik in het Hoofdmenu de pijlen Links en Rechts om het Netwerkmenu te tonen.
Figuur 38 — Netwerk menu
28
Digitale videorecorder
Netwerkscherm Markeer Netwerk in het netwerkmenu en druk op . Het Netwerk installatiescherm verschijnt. U kunt hier de instellingen voor Netwerk, LAN, Modem en DVRNS wijzigen.
Figuur 39 — Netwerkinstallatiescherm Markeer het eerste vakje naast Overdrachtssnelheid. Druk op de pijlen Omhoog en Omlaag om de overdrachtsnelheid van 50 Kbps naar 100 Mbps te zetten. Markeer het tweede vakje naast Overdrachtssnelheid. U kunt hier de meeteenheid selecteren voor de overdrachtssnelheid tussen: bps en ips. Druk op om de overdrachtssnelheid in te stellen. Markeer het vakje naast Kwaliteit en druk op . U kunt Kwaliteit selecteren uit: Zeer hoog, Hoog, Normaal en Basis. Druk op om de kwaliteit in te stellen. OPMERKING: Hoe hoger de instellingen voor kwaliteit, hoe hoger de Overdrachtssnelheid moet zijn. De overdrachtssnelheid die u instelt is de maximumsnelheid. Deze snelheid kan afhankelijk van de netwerkomgeving mogelijk niet worden bereikt. OPMERKING: De lokale opnamesnelheid kan worden beïnvloed door de netwerk bandbreedte (Overdrachtsnelheid).
29
Gebruikshandleiding
LAN-instellingenscherm Markeer het tabblad LAN, en het scherm LAN verschijnt.
Figuur 40 — LAN (Handmatig) installatiescherm Markeer het vakje naast Soort en druk op . U kunt hier het netwerksoort selecteren: Handmatig, DHCP en ADSL (met PPPoE); Selecteer het gewenste soort en druk op
.
Selecteer Handmatig in het veld Soort om handmatig LAN-parameters in te stellen. OPMERKING: U heeft een geldig IP-adres, Gateway en Subnetmasker nodig van uw netwerkbeheerder.
Wijzig de waarden door ze te markeren en met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag te verhogen of te verlagen. De fabrieksinstellingen voor LAN zijn: IP-adres: 192.168.1.129 Gateway: 192.168.1.254 Subnetmasker: 255.255.255.0 Markeer het vakje naast DNS-server: Druk op de pijlen Omhoog en Omlaag om het IP-adres van de DNS server in te stellen Markeer het vakje Instellen van poortnummer... en druk op poortnummer verschijnt.
. Het scherm Instellen van
OPMERKING: U hebt een geldig poortnummer nodig van uw netwerkbeheerder voor ieder RAS-programma (admin, terugbellen, controle en zoekactie).
30
Digitale videorecorder
Figuur 41 — Instellen van poortnummerscherm Wijzig de waarden door ze te markeren en met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag te verhogen of te verlagen. De fabrieksinstellingen voor de poort zijn: Externe admin: 8200 Extern terugbellen: 8201 Externe controle: 8016 Externe zoekactie: 10019 OPMERKING: Het systeem start automatisch opnieuw op na het wijzigen van de poortinstellingen. OPMERKING: Gebruik NIET hetzelfde poortnummer voor twee verschillende programma's; u kunt anders de DVR niet aansluiten op een PC die RAS gebruikt.
LET OP: Verander wanneer u de poortinstellingen wijzigt ook de poortinstellingen op de PC die RAS gebruikt. Raadpleeg de RAS-handleiding voor meer informatie. Selecteer DHCP in Soort en markeer OK om het huidige IP-adres te lezen van de DVR dat is geconfigureerd door het DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)-netwerk.
Figuur 42 — LAN (DHCP) instellingenscherm 31
Gebruikshandleiding
Selecteer ADSL (PPPoE) om het ADSL-netwerk op te zetten. OPMERKING: U kunt ADSL en de modem niet tegelijkertijd configureren. Als de DVR is aangesloten op een netwerk via de modem, wordt ADSL (PPPoE) niet geselecteerd.
Figuur 43 — LAN (ADSL) instellingenscherm Markeer het vakje naast ID en druk op . Een virtueel toetsenbord opent waarmee u de ID voor de ADSL-verbinding kunt opgegeven. Markeer het vakje naast Wachtwoord en druk op . Een virtueel toetsenbord opent waarmee u het wachtwoord voor de ADSL-verbinding kunt opgegeven. OPMERKING: Voer de ID en het Wachtwoord in en markeer OK om het huidige IP-adres te lezen van de DVR dat is geconfigureerd door het ADSL-netwerk. OPMERKING: Als u de DVR hebt geconfigureerd voor gebruik met een DHCP- of ADSL-netwerk, kan het IP-adres van de DVR veranderen wanneer u de eenheid aanzet.
32
Digitale videorecorder
Modem instellen Markeer het tabblad Modem, en het Modem verschijnt.
Figuur 44 — Modem-instellingenscherm OPMERKING: Als de afstandsbediening de RS232-poort gebruikt, kunt u het netwerk niet configureren met de modem.
Markeer Ingeschakeld en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. U kunt de instellingen alleen wijzigen als het Modem is ingeschakeld. Markeer het vakje naast Baudsnelheid en druk op baudsnelheden van 300 t/m 115.200.
. Er verschijnt een lijst met
Markeer het vakje naast Databit en druk op 7 en 8 bits.
. Hiermee kunt u wisselen tussen indelingen van
Markeer het vakje naast Stopbit en druk op
. Hiermee kunt u wisselen tussen 1 en 2 stopbits.
Markeer het vakje naast Pariteit en druk op kunt kiezen uit Geen, Oneven of Even.
. Een vervolgkeuzelijst verschijnt vervolgens. U
DVRNS installatie Markeer het tabblad DVRNS, en het scherm DVRNS verschijnt.
33
Gebruikshandleiding
Figuur 45 — DVRNS-installatiescherm OPMERKING: Wanneer de LAN-instellingen zijn gewijzigd installeert u de DVRNS nadat te drukken. u de LAN-instellingen hebt opgeslagen door Opslaan te markeren en op
Markeer De DVR-naamservice gebruiken en druk op
om te schakelen tussen Aan en Uit.
OPMERKING: DVRNS stelt de DVR in staat dynamische IP-adressen te gebruiken voor externe verbindingen. Wanneer deze eigenschap is ingeschakeld, kunt u de DVR op afstand gebruiken met behulp van de DVR naam in plaats van het IP adres. Om van DVRNS gebruik te maken, moet de DVR geregistreerd zijn op de DVRNS server.
Markeer het vakje naast DVRNS-server en druk op . Er verschijnt een virtueel toetsenbord waarmee u het IP-adres kunt invoeren of de domeinnaam van de DVRNS-server. OPMERKING: U krijgt het IP-adres of de domeinnaam van de DVRNS-server van uw netwerkbeheerder. OPMERKING: U kunt in plaats van het IP-adres de domeinnaam gebruiken als u de DNS-server al heeft opgezet bij de LAN-installatie.
Markeer het vakje naast Poort en druk op . Stel het poortnummer van de DVRNS server in met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag om te verhogen of te verlagen. Markeer NAT gebruiken en druk op
om te schakelen tussen Aan en Uit.
OPMERKING: Wanneer u het NAT (Network Address Translation) apparaat gebruikt, raadpleeg de betreffende NAT-handleiding voor de juiste netwerkinstellingen.
Markeer het vakje naast DVR naam en druk op . Er verschijnt een virtueel toetsenbord waarmee u de DVR-naam kunt invoeren of de domeinnaam van de DVRNS-server. Selecteer Controleren om na te gaan of de naam die u hebt ingevoerd geldig is voor gebruik. 34
Digitale videorecorder
OPMERKING: Controleer de DVR-naam die u hebt ingevoerd door Controleren te selecteren, anders worden de DVRNS-wijzigingen niet opgeslagen. OPMERKING: Wanneer u geen naam invoert of de naam bestaat al op de DVRNS-server, verschijnt er een foutmelding.
Markeer Opslaan en druk op om de DVR te registreren op de DVRNS-server. De juiste DVRNS-instellingen geven helpdeskinformatie van de DVRNS-server weer in het vakje naast Helpdesk.
Berichtgeving Installatie U kunt de DVR een email laten sturen of laten communiceren met een PC die RAS (Remote Administration System) gebruikt wanneer een gebeurtenis plaatsvindt. Markeer Berichtgeving in het netwerkmenu en druk op . Het Berichtgeving scherm verschijnt. U kunt hier Mail en Extern terugbellen instellingen wijzigen.
Figuur 46 — Berichtgeving Installatiescherm. Markeer Ingeschakeld en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. U kunt de instellingen alleen wijzigen als Mail is ingeschakeld. Markeer het vakje naast SMTP-server en druk op . Er verschijnt een virtueel toetsenbord waarmee u het IP-adres kunt invoeren of de domeinnaam van de SMTP-server. OPMERKING: U krijgt het IP-adres of de domeinnaam van de SMTP-server van uw netwerkbeheerder. OPMERKING: U kunt in plaats van het IP-adres de domeinnaam gebruiken als u de DNS-server al hebt opgezet bij de LAN-instelling.
35
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje naast Poort en druk op . Gebruik de pijltjestoetsen om het SMTP Server IP adres in te voeren dat u hebt gekregen van de systeembeheerder. Het standaard poortnummer is 25. Markeer Gebruik SSL/TLS en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer het is ingeschakeld. Kan de DVR een email sturen via een SMTP server waarbij SSL (Secure Sockets Layer) authenticatie is vereist. Markeer het vakje naast Verificatie en druk op . Er verschijnt een Verificatie scherm. om te schakelen tussen Aan en Uit. Markeer het vakje naast Markeer Gebruik en druk op Gebruiker/Wachtwoord en druk op . Een virtueel toetsenbord opent waarmee u gebruikers ID en het wachtwoord kunt opgegeven.
Figuur 47 — Verificatie Installatiescherm Markeer het vakje naast Afzender en voer het e-mailadres in van de afzender. Gebruik het virtuele toetsenbord om het e-mailadres in te voeren. OPMERKING: Het e-mailadres moet het teken “@” bevatten om het een geldig adres te maken.
Markeer het vakje naast Ontvanger en voer het e-mailadres in van de ontvanger. Gebruik het virtuele toetsenbord om het e-mailadres in te voeren. Markeer het tabblad Extern terugbellen, en het scherm Extern terugbellen verschijnt.
Figuur 48 — Berichtgeving Extern terugbellen Installatiescherm 36
Digitale videorecorder
Markeer LAN en druk op u het IP-adres wijzigen.
om te schakelen tussen Aan en Uit. Als LAN is ingeschakeld kunt
Markeer het vakje IP Adres dat u wilt wijzigen en druk op . Voer het IP-adres is van de PC waarmee u contact wilt maken tijdens een gebeurtenis. U kunt maximaal vijf IP-adressen invoeren. Markeer het vakje naast Opnieuw proberen en voer het aantal keren in dat de DVR moet proberen om de verbinding te maken met de computer. U kunt kiezen van 1 t/m 10 nieuwe pogingen. Als het modem is ingeschakeld in het Netwerkscherm, kunt u de DVR installeren omdat om te verbinding te maken met een PC die draait op RAS. Markeer Modem en druk op schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer Modem op Aan staat kunt u een telefoonnummer invoeren. Markeer het vakje naast Telefoonnummer Extern gesprek en voer het telefoonnummer in van de PC die draait op RAS. Markeer het vakje naast Gesprek Buitenlijn en voer de cijfers in die gedraaid moeten worden voor een buitenlijn van uw systeem, bijvoorbeeld, “9”. Markeer het vakje naast Telefoonnummer terugbellen en voer het telefoonnummer in van de DVR. U kunt uw Berichtgeving wijzigingen opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Apparaten Configureren U kunt de video-, audio, alarm, monitor, en afstandsbedieningapparatuur die is aangesloten op uw DVR configureren.
Figuur 49 — Apparaten menu
37
Gebruikshandleiding
Camera-installatiescherm Markeer Camera in het Apparaat menu en druk op verschijnt.
. Het installatiescherm Camera
Figuur 50 — Camera-installatiescherm U kunt het cameranummer Aan of Uit zetten en u kunt de titel van iedere camera wijzigen met behulp van het virtuele toetsenbord. U kunt ook bepalen welke camera’s er op de monitoren te zien zijn door Normaal, Verborgen 1 of Verborgen 2 te selecteren uit een vervolgmenu in de kolom Gebruik. OPMERKING: Wanneer u Verborgen 1 selecteert, toont de DVR de cameratitel en de statuspictogrammen op de gesloten video. Wanneer u Verborgen 2 selecteert, toont de DVR alleen de cameratitel op de gesloten video. OPMERKING: Een gebruiker die geen gebruikersrechten heeft voor Verborgen Camera Standpunt kan geen video’s bekijken vanaf camera’s ingesteld op Verborgent 1 of Verborgen 2 noch in live monitoring noch in weergavemodus.
Markeer het PTZ, en het installatiescherm PTZ verschijnt.
38
Digitale videorecorder
Figuur 51 — PTZ camera-installatiescherm OPMERKING: U kunt alleen PTZ apparaten installeren als de PTZ poort staat ingesteld op RS232 of RS485. U kunt geen modem gebruiken als u de RS232 poort gebruikt voor bediening van PTZ.
Markeer het vakje in de kolom Product voor de PTZ camera die u wilt configureren en druk op . Er verschijnt een lijst met PTZ apparaten. Selecteer uw camera in de lijst en druk op . U moet de camera aansluiten op de RS485 of RS232 terminal aan de achterkant van de DVR volgens de instructies van de camerafabrikant.
Figuur 52 — PTZ-apparaatlijst U kunt id's toewijzen aan iedere camera door het vakje onder het kopje ID te markeren en op te drukken. Wijzig het nummer door het te markeren en met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag te verhogen of te verlagen. U kunt PTZ-id's instellen van 0 tot 256. Markeer het vakje Installatie en druk op
. Het scherm Instellen van poorten verschijnt.
39
Gebruikshandleiding
Figuur 53 — Het scherm Poortinstelling Configureer de instellingen van de poort gebaseerd op de instructies van de fabrikant van de PTZ camera. U kunt uw wijzigingen aan de Camera opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Audio-instellingscherm Markeer Audio in het apparaat menu en druk op
. Het scherm Audio-installatie verschijnt.
Figuur 54 — Audio-instellingscherm De DVR kan geluid opnemen van maximaal twee bronnen. Markeer het vakje naast de input en druk op . Er verschijnt een overzicht van camera’s en u kunt selecteren welke camera u wilt koppelen aan die audio input. Markeer Audio-uit inschakelen en druk op uitschakelen van audio out.
. Er wordt nu geschakeld tussen inschakelen en
OPMERKING: De DVR neemt GEEN audio op wanneer de opnamesnelheid lager is dan 1 ips.
U kunt uw wijzigingen aan Audio opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan. 40
Digitale videorecorder
Alarm-Uit Markeer Alarm uit in het apparaat menu en druk op . In het installatiescherm Alarm uit kunt u de instellingen wijzigen en een schema opstellen voor iedere alarmuitvoer vanuit de DVR.
Figuur 55 — Alarm-uit-instellingen scherm U kunt iedere alarmuitvoer een eigen titel geven door het vak te markeren onder het kopje Titel en vervolgens te drukken op . Een virtueel toetsenbord opent waarmee u de titel kunt opgegeven. Als u de vakjes markeert onder het hoofd Soort kunt u de alarm output voor NO of NC instellen (normaal open of normaal dicht). Als u het vakje naast Verwerktijd markeert en op drukt kunt u de wachttijd van de alarm output instellen. De wachttijd varieert van 5 seconden tot 15 minuten. Als u het Programma Tabblad markeert verschijnt het scherm Programma.
Figuur 56 — Alarm-uit-Programma scherm. 41
Gebruikshandleiding
U kunt alarm output Programma’s hier toevoegen of bewerken. Markeer de + en druk op om drukt een Programma toe te voegen. Als u de vakjes onder het hoofd Kolom markeert en op kunt u de gegevens in deze vakjes bewerken. Het vakje Dag laat u de dagen selecteren waarop het alarm programma in werking is. De keuzes zijn: Zon, Maa, Dins, Woens, Dond, Vrij, Zat, M~V, Vak en Altijd. Met het vakje Bereik kunt u de tijd instellen waarop het alarm actief wordt in intervallen van 15 minuten van 00:00 tot 24:00. Met het vakje Modus kunt u instellen hoe het alarm reageert tijdens de ingestelde tijd. Wanneer op Aan, is het alarm-uit actief voor de duur van de geplande tijd. Wanneer u Gebeurtenis selecteert, is Alarm uit alleen actief wanneer er zich tijdens de geplande tijd een gebeurtenis voordoet. Met het vakje Kanalen kunt u instellen welke alarm outputs actief zijn. U kunt ook de interne zoemer van de DVR selecteren. Met het vakje, kunt u een alarm output verwijderen. Er zal worden gevraagd of u het Programma wel of niet wilt wissen. U kunt uw wijzigingen aan Alarm-uit opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Weergeven scherm Markeer Weergeven scherm in het Apparaat menu en druk op . Het scherm Weergeven scherm laat u selecteren welke gegevens worden weergegeven op de monitor.
Figuur 57 — Weergaven OSD scherm
42
Digitale videorecorder
Als een Item markeert en drukt op wordt er geschakeld tussen Aan en Uit. Als een item Aan staat is het vakje ernaast aangevinkt. De volgende items kunnen Aan of Uit gezet worden: is te zien op de vergrote video. y Netwerk — Het icoon is te zien als de unit is aangesloten op een netwerk via Ethernet of een modem. y Vastleggen & Volgorde — Het icoon is te zien in de Stilstaan modus Vastleggendus, en het icoon is te zien in de Volgorde modus. y Zoom — Het icoon
y Scherm Groep — Het aantal schermgroepen toont wanneer de DVR niet in de 4x4 weergavemodus van de 16-kanaals DVR, en de 3x3 modus van de 8-kanaals DVR. y Vrije ruimte — Het icoon toont wanneer de DVR in de Recycle modus is en het percentage beschikbare opslagruimte is te zien als de DVR niet in de Recycle modus is. y Datum/Tijd — Informatie over datum en tijd verschijnt op het monitor. y Gebruikersnaam — De naam van de ingelogde gebruiker verschijnt op het monitor. y Camera Nr. — Het cameranummer verschijnt in de linker bovenhoek van ieder camerascherm. y Camera Titel — De cameratitel verschijnt in de linker bovenhoek van ieder camerascherm. y Opname — De iconen die te maken hebben met opname verschijnen in ieder camerascherm. y PTZ — Het icoon PTZ verschijnt in ieder camerascherm. y Tekst-In — De tekst-in input strings verschijnen op het scherm. U kunt de Verwerktijd (sec.) aanpassen voor de tekst invoerreeks die op het scherm getoond worden. De transparantie van het scherm kunt u bijstellen door Transparantie te markeren en de pijlen Links en Rechts te gebruiken. Als u OSD Marge… markeert en op drukt, kunt u zien hoe OSD tekst op het monitor verschijnt. U kunt de horizontale en verticale marges bijstellen zodat tekst en iconen niet verborgen blijven buiten de randen van het monitor.
Figuur 58 — OSD Marge scherm Markeer het tabblad Hoofdmonitor om te schakelen naar het Volgorde Scherm.
43
Gebruikshandleiding
Figuur 59 — Hoofdmonitorscherm U kunt de weergaveverwerktijd instellen voor iedere camera die wordt weergegeven op de hoofdmonitor. Markeer het vakje naast Modus en druk op . U kunt kiezen uit Volledige reeks of Cameo Volgorde. Door de GROUP/SEQUENCE knop twee seconden of langer ingedrukt te houden, zet de DVR de camera’s op volgorde. De DVR kan camera's opstellen in twee reeks: “Volledig” en “Cameo”. Wanneer in de Volledige modus, loopt de DVR langs de camera’s en geeft ze op volledig scherm weer. In de cameo-modus, doorloopt het venster rechtsbeneden, dat is ingedeeld in meerdere schermen, alle camera's. OPMERKING: Camera’s die Uit staan, hebben geen video meer of zijn ingesteld op Verborgen (tenzij de gebruiker geautoriseerd is om verborgen camera’s te bekijken) zullen uitgesloten worden van de Cameo volgorde.
U kunt schermlay-outs vastleggen in een reeks formaten en de DVR alle verschillende schermlay-outs (pagina's) op volgorde laten doorlopen zodat alle camera's worden weergegeven. U kunt de DVR ook één camera of een groep camera's laten weergeven gedurende de hele tijd dat de DVR de resterende camera's doorloopt in een “cameo-” venster. Dit kan met één camera weergegeven in een volledig scherm terwijl het cameoscherm wordt weergegeven als een PIP (picture in picture), of door de camera's weer te geven in rastervorm waarbij het scherm rechtsonder functioneert als de cameo. OPMERKING: U kunt de volgordefunctie niet gebruiken in de 4x4 weergavemodus van de 16-kanaals, of de 3x3 modus van de 8-kanaals DVR.
U kunt de wachttijd van het monitor bijstellen door het vakje naast Interval te markeren en op te drukken. U kunt de wachttijd intervallen instellen van 1 seconde tot 1 minuut. Markeer Gebeurteniscontrole Aan en druk op . Druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer het Aan staat, zal de DVR de camera weergeven die is gekoppeld aan een gebeurtenis wanneer er een gebeurtenis plaatsvindt. 44
Digitale videorecorder
Markeer het tabblad Spotmonitor om te schakelen naar Spot Monitor.
Figuur 60 — Spot Monitorscherm U kunt bepalen in welke volgorde de camera’s worden weergegeven op de Spotmonitor. Markeer het vakje in de kolom Kanalen en druk op . U kunt uw wijzigingen aan het Monitor opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Scherm Afstandsbediening Markeer Afstandsbediening in het Apparaat menu en druk op . Het scherm Afstandsbediening laat u een poort selecteren en de juiste instellingen invoeren voor een extern toetsenbord.
Figuur 61 — Instellingenscherm Afstandsbediening
45
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje naast Poort en selecteer uit Geen, RS232 en RS485. Als de RS232 poort en de RS485 poort worden gebruikt voor PTZ bediening, netwerk of tekstinvoer, kan het externe toetsenbord niet worden geconfigureerd. Markeer Installatie... en selecteer de juiste Baudsnelheid, Pariteit, Data bit en Stop bit voor het apparaat dat u wilt aansluiten op de DVR. Markeer het vakje naast Afstandsbediening Product en selecteer het product uit de lijst. U kunt uw wijzigingen aan de Afstandsbediening opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Opname instellingen Uw DVR biedt een aantal flexibele opnamefuncties. U kunt het apparaat instellen op continu opnemen of alleen voor het opnemen van gebeurtenissen. U kunt het instellen op continu opnemen wanneer de vaste schijf vol is door over de oudste video op te nemen. U kunt het ook zo instellen dat het apparaat u informeert wanneer de vaste schijf vol is en de opname stopt.
Figuur 62 — Opname menu
Opname Scherm Markeer Opname in het Opnamemenu en druk op
. Het scherm Opname verschijnt.
Figuur 63 — Opname Installatiescherm 46
Digitale videorecorder
Markeer Hergebruiken en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. In de Recycle modus, neemt de DVR op over de oudste videogegevens als alle opslagruimte is gebruikt. Wanneer Recycle uit staat, stopt de DVR met opnemen als alle beschikbare opslagruimte is gebruikt. Markeer het vakje Resolutie en kies tussen Hoog en Standaard. Wanneer alle andere variabelen gelijk blijven, vermindert als u Hoge resolutie selecteert de opname- en afspeelsnelheid tot de helft van Standaard. Markeer het vakje Gebeurtenisopnameduur en stel de tijdsduur in die u wilt vastleggen voor de geassocieerde gebeurtenis. U kunt de Gebeurtenisopnameduur van 5 t/m 15 seconden. Raadpleeg Gebeurtenis Actie in dit hoofdstuk voor meer informatie over opname van gebeurtenissen. Markeer de schuifbalk naast Automatisch verwijdering en druk op om de opslagduur van de opgenomen gegevens te selecteren, die kunnen worden bewaard van 1 tot 99 dagen. De DVR verwijdert automatisch video-opnames die eerder zijn gemaakt dan door de gebruiker is ingesteld onder drie voorwaarden: Om middernacht als het systeem opnieuw opstart of als de gebruiker de instellingen voor Automatisch Verwijderen wijzigt. Wanneer u Nooit selecteert wordt de functie Automatisch Verwijderen uitgeschakeld. Markeer Paniek Opname gebruiken en druk op
om te schakelen tussen Aan en Uit.
Markeer het vakje Paniek Opname – Duur en stel de duur in van de Paniek Opname. Paniek opname stopt automatisch na de ingestelde tijdsduur zolang de PANIC knop niet wordt ingedrukt om het opnemen te stoppen. U kunt de wachttijd instellen van 5 minuten tot 1 uur. Selecteer Geen Limiet als u de paniek opname handmatig wilt beëindigen. drukt kunt u de beelden per seconde instellen Als u Paniek Opname – pis markeert en op voor Paniek opnames. U kunt selecteren uit 0.10 t/m 30,0 beelden per seconde. Als u Paniek Opname – Kwaliteit markeert en op drukt kunt u de beeldkwaliteit instellen voor Paniek opnames. U kunt selecteren uit: Zeer hoog, Hoog, Normaal en Basis. te drukken. U kunt uw wijzigingen aan Opname opslaan door Opslaan te markeren en op Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
47
Gebruikshandleiding
Planning Scherm Markeer Planning in het Opnamemenu en druk op
om het scherm Planning te openen.
Figuur 64 — Planning Installatiescherm U kunt de DVR zo programmeren dat deze alleen gedurende bepaalde tijden opneemt gebaseerd op tijd, dag van de week en vakantiedagen. Het kleinste tijdsegment dat u kunt gebruiken is 30 minuten. Markeer Planning Aan en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. In de Planning Aan modus, neemt de DVR video op gebaseerd op de planning vastgelegd in het scherm Planning. Wanneer u Planning opname Uit zet, wordt u gevraagd uw beslissing te bevestigen en is te zien in de linker bovenhoek van ieder scherm. Paniek opnames werkt ook wanneer Planning is uitgeschakeld. is te zien tijdens paniek opnames. Markeer de + en druk op
om een Planning toe te voegen.
om de dagen te wijzigen waarop de Markeer het vakje onder het hoofd Dag en druk op geplande opnames plaatsvinden. Kies uit: Zon, Maa, Dins, Woens, Dond, Vrij, Zat, M~V, Vak en Altijd. om het tijdbereik te wijzigen waarop Markeer het vakje onder het hoofd Bereik en druk op de geplande opnames plaatsvinden. Het kleinste tijdsegment dat u kunt gebruiken is 30 minuten. Markeer het vakje onder het hoofd Modus en druk op om de opnamemodus te wijzigen die gebruikt zal worden. Kies uit: Geen opname, Tijd, Gebeurtenis en Tijd & Gebeurtenis. Als de DVR in de Geen Opname modus is, worden er geen opnames gemaakt tijdens de ingestelde datum en tijd zolang de PANIC knop niet is ingedrukt. Gebruik de Geen Opname modus wanneer u niet wilt dat de DVR opneemt tijdens bepaalde uren. 48
Digitale videorecorder
Als de DVR in de Tijd modus is, wordt het icoon zichtbaar in de linkerbovenhoek van het scherm. De DVR gaat opnemen en het icoon wordt zichtbaar in de linkerbovenhoek van het scherm tijdens ingestelde tijden. Als de DVR in de Gebeurtenis modus is, wordt het icoon zichtbaar in de linkerbovenhoek van het scherm. De DVR gaat opnemen en het icoon wordt zichtbaar in de linkerbovenhoek van het scherm tijdens iedere gebeurtenis. Als de DVR in de Voorgebeurtenis opnamemodus is, wordt het gele icoon zichtbaar als er geen gebeurtenis is en als de DVR niet aan het opnemen is. Als de DVR in de Voorgebeurtenis opnamemodus is, worden de rode en iconen zichtbaar als er geen gebeurtenis is en als de DVR aan het opnemen is. Als de DVR in Tijd&Gebeurtenis modus is, volgt de DVR de tijdinstellingen en het icoon wordt zichtbaar. De DVR volgt de Gebeurtenis instellingen en het icoon wordt zichtbaar. Markeer het vakje onder het hoofd Kanalen en druk op worden opgenomen.
om te selecteren welke camera’s er
Markeer het vakje onder het kopje Instellingen en druk op om de opame-instellingen vast te leggen. U kunt ips en Kwaliteit instellen van de opname voor alles modi die u instelt in de kolom Modus. Als u ips en Kwaliteit niet instelt in de kolom Instellingen, volgt de DVR de standaardinstellingen. Zie beneden voor meer details. Markeer het vakje onder het kopje en druk op om de opname-instellingen te wissen. Er zal worden gevraagd te bevestigen of u de instellingen wilt wissen. Markeer Standaard... en druk op
. Het scherm Standaard verschijnt.
Figuur 65 — Standaard Installatiescherm Als u de vakjes onder ips markeert en op drukt kunt u de beelden per seconde instellen voor Tijd en Gebeurtenis opnames. U kunt selecteren uit 0.10 t/m 30,0 beelden per seconde. Als u de vakjes onder Kwaliteit markeert en op drukt kunt u de beeldkwaliteit instellen voor Tijd en Gebeurtenis opnames. U kunt selecteren uit: Zeer hoog, Hoog, Normaal en Basis. te drukken. Selecteer U kunt uw wijzigingen opslaan door Opslaan te markeren en op Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
49
Gebruikshandleiding
Voorgebeurtenis Markeer Voorgebeurtenis in het Opnamemenu en druk op om het scherm Voorgebeurtenis te openen. Als u Gebeurtenis niet heeft geïnstalleerd in het Opname Programma wordt er een bericht weergegeven dat u daarop wijst.
Figuur 66 — Installatiescherm Voorgeschiedenis Wanneer de DVR in de Gebeurtenisopnamemodus staat, kunt u het apparaat beelden laten opnemen voordat de gebeurtenis plaatsvindt. In het scherm Voorgebeurtenis kunt u specificeren hoe een voorgebeurtenisopname moet worden uitgevoerd. U kunt afzonderlijk camera's Aan of Uit zetten voor voor-gebeurtenisopnames De beeldsnelheid kunt u instellen van 0,10 t/m 30,00 ips (25,00 bps PAL) en voor de beeldkwaliteit kunt u selecteren uit Zeer Hoog, Hoog, Standaard en Basis. U kunt de opnameduur vooraf opgeven door de Verwerking in te stellen U kunt de Verwerking instellen van 5 seconden t/m 30 minuten. Hoe langer de verwerking staat ingesteld, hoe minder maximale ips kan worden ingesteld. OPMERKING: Wanneer de DVR in de tijd- of tijd en gebeurtenismodus staat, negeert het apparaat de voor-gebeurtenisinstellingen en volgt de instellingen voor tijd.
U kunt uw wijzigingen opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
50
Digitale videorecorder
Instellingen Gebeurtenis U kunt de DVR veel verschillende gebeurtenissen laten opzoeken. U kunt ook bepalen hoe het apparaat reageert op deze gebeurtenissen.
Figuur 67 — Gebeurtenis menu
Alarm-in scherm Markeer Alarm-in in het Gebeurtenis Menu en druk op verschijnt.
. Het installatiescherm Alarm in
Figuur 68 — Alarm-in-instellingen scherm Het alarm-terminalblok aan de achterkant van de DVR bevat invoeraansluitingen die zijn geassocieerd met ieder alarm. U kunt iedere invoer instellen in het scherm Alarm In. U kunt iedere input Aan of Uit zetten door het alarmnummer te markeren en dan op te drukken. Iedere input krijgt een eigen titel. Markeer het gewenste Titel vakje en druk op toetsenbord opent waarmee u de titelnaam kunt opgegeven.
. Een virtueel
Iedere input kan worden ingesteld als NO (normaal open) of NC (normaal gesloten). 51
Gebruikshandleiding
U kunt de DVR paniekopnames laten uitvoeren iedere keer wanneer het apparaat een input registreert van een van de alarm-inputaansluitingen. Markeer het vakje naast Paniekopname en druk op . Er verschijnt een overzicht van alarm-inputs en u kunt selecteren welke camera u wilt koppelen aan die paniekopname. De DVR gaat door met paniekopnames totdat een input op de geselecteerde alarm-input wordt vrijgegeven, zolang als u niet op de knop PANIC drukt om de paniekopname te stoppen. Markeer tabbladen Acties 1 en Acties 2, en het installatiescherm Acties 1 en Acties 2 verschijnt.
Figuur 69 — Alarm-in-Acties 1 scherm U kunt de acties instellen die de DVR moeten uitvoeren iedere keer als het apparaat een input registreert van een van de alarm input aansluitingen. Markeer het gewenste vakje onder het kopje Opname en druk op . Er verschijnt een lijst met camera's. Selecteer welke camera’s de DVR moet opnemen iedere keer dat het apparaat een alarm input registreert. OPMERKING: Voor de actie Opnemen, dient u de door u geselecteerde camera in te stellen op Gebeurtenis of Tijd en gebeurtenis in het instellingenscherm Opnameplanning.
Markeer het gewenste vakje onder het kopje Alarm Uit en druk op . Er verschijnt een lijst met Alarm Outputs en Pieptonen. Selecteer de Alarm output aansluitingen die geactiveerd moeten worden als de DVR een alarm input registreert. U kunt ook de interne zoemer van de DVR selecteren. OPMERKING: Voor de actie Alarm uit dient u de alarmuitvoer en de pieptoon die u selecteert instellen op Gebeurtenis in het instellingenscherm Alarm uit (tabblad Planning).
Markeer het gewenste vakje onder het kopje Berichten en druk op Berichten verschijnt. 52
. Het menu Alarm in
Digitale videorecorder
Figuur 70 — Alarm-in-Berichten menu U kunt de hele lijst Aan en Uit schakelen door Berichtgeving te markeren en te drukken op . U kunt wisselen tussen de afzonderlijke items Aan en Uit door het betreffende item te markeren om te wijzigingen te bewaren. en te drukken op . Markeer OK en druk op OPMERKING: Voor de actie Berichten dient u het door u geselecteerde berichtenitem in te schakelen in het instellingenscherm Berichtgeving en de DVR te registreren in de RAS (Remote Administration System).
Figuur 71 — Alarm-in-Acties 2 scherm Markeer het gewenste vakje onder het kopje PTZ en druk op . Er verschijnt een lijst met PTZ-voorkeuren. Selecteer de vooraf ingestelde positie voor iedere PTZ camera, en waar u de PTZ camera’s heen wilt bewegen wanneer de DVR een input registreert op de gekoppelde alarm input. Markeer het gewenste vakje onder het kopje Spot Monitor en druk op . Er verschijnt een lijst met Spotmonitors en camera's. U kunt iedere Spotmonitor associëren met een camera. De DVR toont de gekoppelde camera op de SPOT monitor wanneer hij een input registreert op de gekoppelde alarm input. 53
Gebruikshandleiding
U kunt uw wijzigingen aan Alarm-uit opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Scherm Bewegingsdetectie Markeer Bewegingsdetectie in het Gebeurtenis Menu en druk op Bewegingsdetectie verschijnt.
. Het installatiescherm
Figuur 72 — Scherm Instellingen Bewegingsdetectie Uw DVR heeft een ingebouwde video-bewegingsdetector. U kunt de video-bewegingsdetector in- of uitschakelen voor iedere camera. Wanneer u het vakje onder het kopje Gevoeligheid markeert, en op drukt, kunt u de gevoeligheid van de DVR voor Dag en Nacht aanpassen op de beweging. Het systeem heeft hiervoor vijf instellingen, vanaf 1, het minst gevoelig, tot en met 5, het meest gevoelig.
Figuur 73 — Scherm Gevoeligheid Bewegingsdetectie U kunt het minimumaantal detectieblokken instellen dat moet worden geactiveerd om een bewegingsalarm af te laten gaan. Wanneer u het vakje onder het kopje Min. Blokken markeert, en op drukt, kunt u het minimum aantal detectieblokken voor Dag en Nacht apart bijstellen. Kleinere aantallen geven grotere gevoeligheid omdat er minder detectieblokken moeten worden geactiveerd.
54
Digitale videorecorder
Figuur 74 — Scherm Min. Blokken Bewegingsdetectie Zet Bekijken op Aan om te zien hoe de DVR reageert op beweging. Wanneer in de modus bewegingsweergave, iedere gedetecteerde beweging in de zone wordt in rood weergegeven. U kunt het gebied van een beeld vastleggen waarin u beweging wilt detecteren, bijv. een deuropening. Markeer het vakje onder het kopje Zone en druk op Het scherm Bewegingsdetectiezone verschijnt vervolgens.
Figuur 75 — Bewegingsdetectiezone Het scherm Bewegingsdetectiezone wordt over de video gelegd van de geselecteerde camera. U kunt bewegingsdetectiezones instellen door blokken te selecteren of te wissen. OPMERKING: U kunt per keer één bewegingszoneblok instellen in groepen van 8 of 16 afzonderlijke blokgroepen (respectievelijk 8- en 16-kanaals DVR). U plaatst een blokgroep binnen een afbeeldingsgebied met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag. Afzonderlijke blokken binnen blokgroepen kunt u selecteren of wissen met behulp van de cameraknoppen.
Druk op om het menuscherm weer te geven. Het menu van het installatiescherm bevat de volgende functies:
55
Gebruikshandleiding
Figuur 76 — Menu Bewegingsdetectiezone Selecteren — Activeert de gemarkeerde blokken voor bewegingsdetectie. Wissen — Schakelt de gemarkeerde blokken uit zodat zij geen beweging detecteren. Omdraaien — Activeert inactieve, gemarkeerde blokken en deactiveert actieve, gemarkeerde blokken. Alles selecteren — Activeert alle blokken voor bewegingsdetectie. Alles wissen — Schakelt alle blokken uit zodat zij geen beweging detecteren. Alles omdraaien — Activeert niet-actieve blokken en deactiveert actieve blokken. OK — Accepteert wijzigingen en sluit Installatiezone. Annuleren — Sluit Installatiezone af zonder de wijzigingen op te slaan. U kunt overmatige gebeurtenisregistratie en externe bewegingsberichtgeving controleren die na de bewegingsverwerktijd wordt gedetecteerd door de beweging aan te passen en daarbij de verwerkingsintervals negeren. Markeer het vakje naast Beweging met negeren interval en druk op . Er verschijnt een lijst met intervallen tussen 1 t/m 10 seconden of Nooit. De DVR registreert geen bewegingsgebeurtenissen die tijdens het vooraf ingestelde intervalbereik hebben plaatsgevonden en informeert hier niet over. OPMERKING: De functie Beweging negeren heeft geen invloed op het opnemen voor bewegingsgebeurtenissen.
Wanneer u het vakje naast Instelling overdag markeert en op dagtijdbereik instellen.
drukt, kunt u het
Figuur 77 — Instellingenscherm Overdag Markeer het vakje naast Overdag en druk op . Gebruik de pijlknoppen Omhoog en Omlaag om het dagtijdbereik in te stellen. De DVR beschouwt het resterende tijdbereik als de Nachttijd. Markeer de tabbladen Acties 1 en Acties 2 en de Bewegingsdetectieschermen Acties 1 en Acties 2.
56
Digitale videorecorder
Figuur 78 — Bewegingsdetectiescherm Acties 1 U kunt de DVR anders laten reageren op de bewegingsdetector voor iedere camera. U kunt iedere camera associëren met een andere camera, een Alarm-uitaansluiting activeren, de interne zoemer van de DVR laten afgaan, een aantal verschillende apparaten informeren, de PTZ-camera's instellen op voorkeursposities en/of een camera weergeven op een SPOT-monitor. OPMERKING: U kunt meerdere camera's associëren met een camera die beweging detecteert.
Markeer het vakje onder het kopje Opnemen en druk op . Er verschijnt een lijst met camera's. U kunt zoveel camera's associëren met deze camera als u wilt. Als de DVR beweging detecteert op de geselecteerde camera, begint deze met opnemen vanaf alle geassocieerde camera's. OPMERKING: Voor de actie Opnemen, dient u de door u geselecteerde camera in te stellen op Gebeurtenis of Tijd en gebeurtenis in het instellingenscherm Opnameplanning.
Markeer het vakje onder het kopje Alarm uit en druk op . Er verschijnt een lijst met Alarm-uitvoermogelijkheden. U kunt zoveel Alarmuitvoer uit associëren met deze camera als u wilt. Wanneer de DVR beweging detecteert op de input van de geselecteerde camera's, activeert deze uitvoersignalen op alle geassocieerde Alarm-uitaansluitingen. U kunt ook de DVR de interne zoemer laten afgaan als beweging wordt gedetecteerd op de geselecteerde camera. OPMERKING: Voor de actie Alarm uit dient u de alarmuitvoer en de pieptoon die u selecteert instellen op Gebeurtenis in het instellingenscherm Alarm uit (tabblad Planning).
Markeer het vakje onder het kopje Berichten en druk op . U kunt de hele lijst Aan en Uit schakelen door Notificatie te markeren en te drukken op . U kunt wisselen tussen de afzonderlijke items Aan en Uit door het betreffende item te markeren en te drukken op . 57
Gebruikshandleiding
Markeer OK en druk op
om te wijzigingen te bewaren.
OPMERKING: Voor de actie Berichten dient u het door u geselecteerde berichtenitem in te schakelen in het instellingenscherm Berichtgeving en de DVR te registreren in de RAS (Remote Administration System).
Figuur 79 — Bewegingsdetectiescherm Acties 2 Markeer het gewenste vakje onder het kopje PTZ en druk op . Er verschijnt een lijst met PTZ-voorkeuren. Selecteer de voorkeurspositie van iedere PTZ-camera waarop u wilt dat PTZ-camera's zich richten wanneer de DVR beweging detecteert op de input van de geselecteerde camera. Markeer het gewenste vakje onder het kopje Spot Monitor en druk op . Er verschijnt een lijst met Spotmonitors en camera's. U kunt iedere Spotmonitor associëren met een camera. De DVR geeft de geassocieerde camera weer op de SPOT-monitor wanneer deze bewegingen detecteert op de geselecteerde camera. U kunt uw bewegingsdetectiewijzigingen opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
58
Digitale videorecorder
Videoverlies-scherm Markeer Videoverlies in het menu Gebeurtenis en druk op Videoverlies verschijnt.
. Het instellingenscherm
Figuur 80 — Instellingenscherm Videoverlies De DVR controleert of iets de camera verduistert. Markeer de schuifbalk naast Verduistering controleren en gebruik de linker- en rechterpijlknoppen om de instelling af te stellen. U kunt de gevoeligheid instellen op Nooit of 15 (extreem gevoelig). Markeer de tabbladen Acties 1 en Acties 2 en de Video-verliesschermen Acties 1 en Acties 2.
Figuur 81 — Video-verliesscherm Actie 1 U kunt de DVR anders laten reageren op videoverlies voor iedere camera. U kunt iedere camera associëren met een andere camera, een Alarm-uitaansluiting activeren, de interne zoemer van de DVR laten afgaan, een aantal verschillende apparaten informeren, de PTZ-camera's instellen op voorkeursposities en/of een camera weergeven op een SPOT-monitor. 59
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje onder het kopje Opname en druk op . Er verschijnt een lijst met camera's. U kunt zoveel camera's associëren met deze camera als u wilt. Als de DVR beweging detecteert op de geselecteerde camera, begint deze met opnemen vanaf alle geassocieerde camera's. OPMERKING: Voor de actie Opname, dient u de door u geselecteerde camera in te stellen op Gebeurtenis of Tijd en gebeurtenis in het instellingenscherm Opnameplanning.
Markeer het vakje onder het kopje Alarm uit en druk op . Er verschijnt een lijst met Alarm-uitvoermogelijkheden. U kunt zoveel Alarmuitvoer uit associëren met deze camera als u wilt. Wanneer de DVR videoverlies detecteert op de geselecteerde camera, activeert deze uitvoersignalen op alle geassocieerde Alarm-uitaansluitingen. U kunt ook de DVR de interne zoemer laten afgaan als videoverlies plaatsvindt op de geselecteerde camera. OPMERKING: Voor de actie Alarm uit dient u de alarmuitvoer en de pieptoon die u selecteert instellen op Gebeurtenis in het instellingenscherm Alarm uit (tabblad Planning).
Markeer het vakje onder het kopje Berichten en druk op . U kunt de hele lijst Aan en Uit schakelen door Notificatie te markeren en te drukken op . U kunt wisselen tussen de afzonderlijke items Aan en Uit door het betreffende item te markeren en te drukken op . om te wijzigingen te bewaren. Markeer OK en druk op OPMERKING: Voor de actie Berichten dient u het door u geselecteerde berichtenitem in te schakelen in het instellingenscherm Berichtgeving en de DVR te registreren in de RAS (Remote Administration System).
Figuur 82 — Video-verliesscherm Actie 2 Markeer het gewenste vakje onder het kopje PTZ en druk op . Er verschijnt een lijst met PTZ-voorkeuren. Selecteer de voorkeurspositie van iedere PTZ-camera waar u wilt dat PTZ-camera's zich bewegen wanneer de DVR videoverlies detecteert op de input van de geselecteerde camera. 60
Digitale videorecorder
Markeer het vakje onder het kopje Spot-Monitor en druk op . Er verschijnt een lijst met Spotmonitors en camera's. U kunt iedere Spotmonitor associëren met een camera. De DVR geeft de geassocieerde camera weer op de SPOT-monitor wanneer deze videoverlies detecteert op de geselecteerde camera. U kunt uw video-verlieswijzigingen opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Tekst-inscherm Markeer Tekst in in het menu Gebeurtenis en druk op
. Het setupscherm Tekst in verschijnt.
Figuur 83 — Instellingenscherm Tekst in U kunt de DVR laten reageren op tekstinvoer vanaf apparaten zoals geldmachines en POS (Point of Sale of verkooppunten, zoals kassa's). In dit scherm kunt u de DVR instellen voor ieder tekstinvoerapparaat. Markeer het vakje onder het kopje Instelling en druk op . Wanneer u het kopje Instelling selecteert, wijzigt u alle parameters met uitzondering van de poortinstellingen van alle tekstinvoerkanalen. OPMERKING: De systeemprestatie kan worden beïnvloed wanneer een grote hoeveelheid tekstinvoer wordt gedetecteerd die tegelijkertijd plaatsvindt vanaf verschillende kanalen. OPMERKING: VP Filter, Generieke tekst en EPSON-POS-toestellen worden momenteel ondersteund.
61
Gebruikshandleiding
Figuur 84 — Instellingenscherm Tekstinvoerapparaten (VP Filter)
Figuur 85 — Instellingenscherm Tekstinvoerapparaten (Generieke tekst en EPSON-POS) Markeer het vakje naast Poort en druk op (1~8).
. Kies tussen Geen, RS232, RS485 en USB-Serieel
OPMERKING: Als u de Poort op Geen instelt, kunt u geen wijzigingen aanbrengen op het scherm. OPMERKING: Wanneer u USB gebruikt naar een serieel tekstinvoerapparaat, verwijder dan NIET de USB-kabel wanneer het systeem in bedrijf is.
Markeer Instelling... en druk op . Gebruik de aanbevolen instellingen van de fabrikant van de geldmachine of POS bij het instellen van de RS232, RS485 of USB-seriële poorten. Markeer het vakje in Tekst-inproduct en druk op
. Selecteer uw apparaat in de lijst.
OPMERKING: Het scherm wijzigt voor verschillende types tekstinvoerapparaten, en er zijn verschillende parametervakken zijn waar u informatie kunt invoeren. 62
Digitale videorecorder
Markeer het vak naast Virtuele poort, en druk op . Selecteer het te gebruiken poortnummer. Dit veld is alleen geactiveerd bij het instellen van het VP Filterapparaat. Markeer het vakje naast Transactie Start en druk op . Gebruik het virtuele toetsenbord om de Start-transactiereeks in te voeren. Raadpleeg de betreffende documentatie van het apparaat voor de tekstreeks die het apparaat eerst zendt wanneer een transactie wordt gestart. Als u wilt dat de DVR reageert op ieder teken dat wordt gezonden vanaf het tekstinvoerapparaat, om te schakelen tussen Aan en Uit. selecteer Ieder teken. Markeer Ieder teken en druk op OPMERKING: Als u Ieder teken selecteert, kunt u geen tekst invoeren in het vakje Transactie Start.
Markeer het vakje naast Einde transactie en druk op . Gebruik het virtuele toetsenbord om de Einde-transactiereeks in te voeren. Raadpleeg de betreffende documentatie van het apparaat voor de tekstreeks die het apparaat zendt wanneer een transactie eindigt. Markeer het vakje Meer regels en druk op . Selecteer het aantal extra tekstregels dat de DVR moet vastleggen. U kunt kiezen van 0 t/m 10. Markeer het vakje naast Regelscheidingsteken en druk op . Gebruik het virtuele toetsenbord om de teken(s) in te voeren die het apparaat gebruikt om het einde van een regel aan te geven. U kunt speciale tekens maken met behulp van ^ en een hoofdletter; bijv., ^J voor NR (nieuwe regel), ^M voor HS (harde spatie). Raadpleeg de documentatie van uw apparaat voor Regelscheidingstekens. Markeer het vakje naast Negeer tekenreeks en druk op . Gebruik het virtuele toetsenbord om ieder tekstreeks in te voeren die de DVR moet negeren. Raadpleeg de documentatie van uw apparaat voor tekstreeksen die het apparaat zendt tijdens transacties zodat u weet welke u niet wilt vastleggen. Markeer het vakje naast Hoofdlettergevoelig en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Raadpleeg de documentatie van het apparaat om te zien of de tekstreeksen hoofdlettergevoelig zijn. Als het apparaat onderscheid maakt tussen hoofd- en kleine letters, selecteer het vakje Hoofdlettergevoelig. Markeer het vakje naast Time-out en druk op . Stel de tijdsduur in om te wachten op de nieuwe tekstreeks. De DVR beschouwt een transactie als voltooid indien er geen nieuwe tekstreeksen ingevoerd worden tussen de laatste tekstinvoer en de verwerktijd. U kunt de Time-outverwerktijd instellen van 5 seconden tot 15 minuten. Markeer de tabbladen Acties 1 en Acties 2 en de Tekst-inschermen Acties 1 en Acties 2.
63
Gebruikshandleiding
Figuur 86 — Tekst-inscherm Acties 1 U kunt de DVR laten reageren op tekstinvoer. U kunt tekstinvoer associëren met een camera's, een Alarm-uitaansluiting activeren, de interne zoemer van de DVR laten afgaan, een aantal verschillende apparaten informeren, de PTZ-camera's instellen op voorkeursposities en/of een camera weergeven op een SPOT-monitor. Markeer het vakje onder het kopje Opname en druk op . Er verschijnt een lijst met camera's. U kunt zoveel camera's associëren met de tekstinvoer als u wilt. Als de DVR tekstinvoer detecteert, begint deze met opnemen vanaf alle geassocieerde camera's. OPMERKING: Voor de actie Opname, dient u de door u geselecteerde camera in te stellen op Gebeurtenis of Tijd en gebeurtenis in het instellingenscherm Opnameplanning.
Markeer het vakje onder het kopje Alarm uit en druk op . Er verschijnt een lijst met Alarm-uitvoermogelijkheden. U kunt zoveel Alarmuitvoer associëren met tekstinvoer als u wilt. Wanneer de DVR tekstinvoer detecteert, activeert deze uitvoersignalen op alle geassocieerde Alarm-uitaansluitingen. U kunt ook de DVR de interne zoemer laten afgaan als tekstinvoer wordt gedetecteerd. OPMERKING: Voor de actie Alarm uit dient u de alarmuitvoer en de pieptoon die u selecteert instellen op Gebeurtenis in het instellingenscherm Alarm uit (tabblad Planning).
Markeer het vakje onder het kopje Berichten en druk op . U kunt de hele lijst Aan en Uit schakelen door Notificatie te markeren en te drukken op . U kunt wisselen tussen de afzonderlijke items Aan en Uit door het betreffende item te markeren en te drukken op . om te wijzigingen te bewaren. Markeer OK en druk op OPMERKING: Voor de actie Berichten dient u het door u geselecteerde berichtenitem in te schakelen in het instellingenscherm Berichtgeving en de DVR te registreren in de RAS (Remote Administration System). 64
Digitale videorecorder
Figuur 87 — Tekst-inscherm Acties 2 Markeer het gewenste vakje onder het kopje PTZ en druk op . Er verschijnt een lijst met PTZ-voorkeuren. Selecteer de voorkeursposities van iedere PTZ-camera waar u wilt dat PTZ-camera's zich bewegen wanneer de DVR tekstinvoer detecteert. Markeer het vakje onder het kopje Spot-Monitor en druk op . Er verschijnt een lijst met Spotmonitors en camera's. U kunt iedere Spotmonitor associëren met een camera. De DVR geeft de geassocieerde camera weer op de SPOT-monitor wanneer deze invoer detecteert op het geselecteerde tekstinvoerapparaat. U kunt uw tekst-inwijzigingen opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Systeemgebeurtenisscherm Markeer Systeemgebeurtenis in het menu Gebeurtenis en druk op instellingenscherm Systeemgebeurtenis verschijnt.
. Het
Figuur 88 — Gezondheidscontrolescherm 65
Gebruikshandleiding
U kunt de DVR instellen op het uitvoeren van zelfdiagnoses en rapporteren van de resultaten. Door het vakje naast Systeem te markeren en op te drukken kunt u het interval selecteren voor het uitvoeren van de DVR van de zelfdiagnose op het systeem. U kunt kiezen van 1 uur tot 30 dagen of Nooit. Markeer het vakje naast Installatie... naast Opname controleren en druk op . Het scherm Opname controleren verschijnt. Markeer Planning aan en druk op om te wisselen tussen Aan en Uit. Wanneer op Aan, kunt u de dag, het tijdsbereik en het interval selecteren waarop u wilt dat de DVR de zelfdiagnose uitvoert op de recorder. U kunt het interval instellen op 1 min. tot 7 dagen of Nooit. Het vakje kunt u gebruiken om een opnamecontroleplanning te verwijderen.
Figuur 89 — Opnamecontrolescherm Door het vakje naast het kopje Interval te markeren naast iedere alarm-in en op te drukken, kunt u het interval wijzigen waarop u wilt dat de DVR de zelfdiagnose uitvoert op de Alarminvoer. U kunt kiezen van 1 uur tot 30 dagen of Nooit. Markeer het tabblad Opslag en het Opslagscherm verschijnt.
66
Digitale videorecorder
Figuur 90 — Opslagscherm Markeer het vakje naast Slechte schijf berichtgeving en druk op . Selecteer het percentageniveau van de slechte-schijfsectoren waarop u de DVR een alarm wilt laten activeren. De percentageniveaus lopen van 10% tot 90%. Markeer het vakje naast Bericht Disk is bijna vol en druk op . Selecteer het percentageniveau van het schijfgebruik waarop u de DVR een alarm wilt laten activeren. De percentageniveaus lopen van 80% tot 99%. Markeer het vakje naast Instelling... naast S.M.A.R.T. schijf en druk op S.M.A.R.T.- installatie verschijnt.
. Het scherm
Figuur 91 — S.M.A.R.T. installatiescherm Markeer Ingeschakeld teken en druk op
om te schakelen tussen Aan en Uit.
OPMERKING: Als Ingeschakeld op Uit staat, kunt u geen van de vakjes wijzigingen.
Markeer het vakje naast Controletijd en druk op . U kunt kiezen tussen Maandelijks, Wekelijks en Dagelijks. Als u Maandelijks selecteert, vraagt het systeem u de Dag van de Maand en de Tijd in te stellen. Als u Wekelijks selecteert, vraagt het systeem u de Dag van de Week en de Tijd in te stellen. Als u Dagelijks selecteert, vraagt het systeem u de Tijd in te stellen. 67
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje naast Temperatuursdrempel en druk op . Gebruik de pijlknoppen Omhoog en Omlaag om door de nummers te schuiven. Raadpleeg de handleiding van de vaste-schijffabrikant voor de juiste temperatuurinstelling. Als de temperatuur van de vaste schijf de gedefinieerde drempel overschrijdt, activeert het systeem een alarm. Markeer het tweede vakje naast Temperatuursdrempelen druk op ºF (Fahrenheit) en druk op .
. Kies ºC (Celsius) of
Het vakje naast Laatste controletijd toont de Datum en Tijd van de laatste S.M.A.R.T.-controle. om de wijzigingen te accepteren. Selecteer Annuleren om het Markeer OK en druk op scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan. Markeer het tabblad Acties en het scherm Systeemgebeurtenisacties verschijnt.
Figuur 92 — Scherm Systeemgebeurtenisacties. U kunt de DVR laten reageren op systeemgebeurtenissen. U kunt systeemgebeurtenissen associëren met een Alarm-uitaansluiting, de interne zoemer van de DVR laten klinken en/of een aantal verschillende apparaten informeren. Markeer het vakje Alarm uit naast de gewenste gebeurtenis (Opname controleren, Alarm in controleren, Disk is bijna vol, Schijf is vol, Schijf Slechte, Schijftemperatuur of S.M.A.R.T. schijf) en druk op . Er verschijnt een lijst met Alarm-uitvoermogelijkheden. U kunt zoveel Alarmuitvoer uit associëren met de gebeurtenis als u wilt. Als de DVR die gebeurtenis detecteert, activeert deze uitvoersignalen op alle geassocieerde Alarm-uitaansluitingen. U kunt ook de DVR de interne zoemer laten afgaan als een gebeurtenis wordt gedetecteerd. OPMERKING: Alarm-uitactie kunt u niet instellen op Systeem- en Paniekopnamegebeurtenissen. 68
Digitale videorecorder
Markeer het vakje Berichten uit naast de gewenste gebeurtenis (Systeem, Paniekopname, Opnamecontrole, Alarm in controleren, Disk is bijna vol, Schijf is vol, Schijf Slechte, Schijftemperatuur of S.M.A.R.T. schijf) en druk op . U kunt de hele lijst Aan en Uit schakelen door Notificatie te markeren en te drukken op . U kunt wisselen tussen de afzonderlijke items Aan en Uit door het betreffende item te markeren en te drukken op . om te wijzigingen te bewaren. Markeer OK en druk op OPMERKING: Mailberichten is de enige beschikbare optie voor de Systeemgebeurtenis. OPMERKING: U moet de DVR registreren in de RAS (Remote Administration System) om Berichten te activeren.
U kunt uw wijzigingen aan de Systeemgebeurtenis opslaan door Opslaan te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Scherm Gebeurtenisstatus Markeer Gebeurtenisstatus in het menu Gebeurtenis en druk op Gebeurtenisstatus verschijnt.
. Het scherm
Figuur 93 — Scherm Gebeurtenisstatus. Het scherm Gebeurtenisstatus toont de status van de systemen en invoer van de DVR. Gebeurtenissen worden gemarkeerd en geassocieerde kanalen of gebeurtenissen knipperen bij detectie gedurende vijf seconden. Alarm In, Beweging, Videoverlies en Tekst in worden gemarkeerd wanneer iedere gebeurtenis wordt gedetecteerd op basis van de instellingen die u hebt gemaakt in Alarm in, Bewegingsdetectie en het instellingenscherm Tekst in in het menu Gebeurtenis. Alarm in controleren en Opname controleren worden gemarkeerd wanneer iedere gebeurtenis wordt gedetecteerd op basis van de instellingen die u hebt gemaakt in het instellingenscherm Systeemgebeurtenis in het menu Gebeurtenis. 69
Gebruikshandleiding
Paniekopname wordt gemarkeerd wanneer de DVR in de paniekopnamemodus staat. Disk is bijna vol wordt gemarkeerd wanneer de DVR niet in de Recyclemodus staat en het gebruiksniveau van de schijf het percentage bereikt voor Disk is bijna vol dat u hebt ingesteld in het instellingenscherm Systeemgebeurtenis in het menu Gebeurtenis. Schijf is vol wordt gemarkeerd wanneer de DVR niet in de Recyclemodus staat en alle beschikbare opslagruimte is gebruikt. Markeer het tabblad Opslag voor weergave van de status van het vaste-schijfstation. Raadpleeg de paragraaf Opslagscherm voor meer informatie.
70
Digitale videorecorder
Hoofdstuk 4 — Bediening OPMERKING: Voor de informatie in dit hoofdstuk moet u uw DVR hebben geïnstalleerd en geconfigureerd. Is dit niet het geval, raadpleeg dan Hoofdstuk 2 en 3.
De DVR-besturingselementen komen overeen met die van een VCR (analoge videorecorder). Net als bij een VCR zijn de belangrijkste functies opnemen en terugspelen van video. U heeft echter veel meer bedieningsmogelijkheden bij het opnemen en terugspelen van video. U kunt opnameschema's instellen op een dagelijkse tijd en op een dag van de week. Met de DVR kunt u zoeken door opgenomen video met hulpmiddelen die veel geavanceerder zijn dan die van VCR's. DVR-functies die niet beschikbaar zijn voor VCR's zijn bijvoorbeeld externe bediening, bekijken en opnemen van video terwijl u tegelijkertijd eerder opgenomen video bekijkt. De besturingselementen van het frontpaneel staan beschreven in Hoofdstuk 3 — Configuratie.
De DVR inschakelen Wanneer u de DVR heeft geïnstalleerd aan de hand van de instructies van Hoofdstuk 2 — Installatie, is het apparaat klaar voor opname.
Live-bewaking Zodra de DVR het opstartproces heeft doorlopen, begint het apparaat live-video te spelen op de aangesloten monitor en live-audio over de aangesloten luidspreker. De DVR toont standaard alle camera's tegelijkertijd. Door op één van de cameraknoppen te drukken, geeft de betreffende camera weer in volledig scherm. Het apparaat geeft live-video en -audio weer totdat u een andere functie inschakelt. Druk op de knop DISPLAY/SPOT (Weergave/Spot) om de DVR de verschillende weergaveformaten te laten doorlopen. U kunt de DVR instellen voor volledige weergave van video gedurende een opgegeven verwerktijd wanneer een gebeurtenis plaatsvindt. Video van het laagste cameranummer geassocieerd met de gebeurtenissensor wordt weergegeven. De DVR keert terug naar de vorige schermgrootte na afloop van de bewakingsverwerktijd van de gebeurtenis. Tijdens de gebeurtenisbewaking wordt de bewaking voor alle volgende gebeurtenissen genegeerd. Door op de afzonderlijke cameraknop of op DISPLAY/SPOT te drukken tijdens gebeurtenisbewaking, komt de huidige gebeurtenisbewaking vrij en wordt de geselecteerde camera weergegeven of keert deze terug naar de vorige schermgrootte.
71
Gebruikshandleiding
PIP-modus U kunt Beeld-in-Beeld tonen door op de knop DISPLAY/SPOT (Weergave/Spot) te drukken in de modus enkel scherm. U kunt de locatie van de PIP tegen de klok in, en met de klok mee, wijzigen met de pijlknoppen Omhoog en Omlaag en de PIP-grootte met de linker- en rechterpijlknoppen.
Actieve cameomodus U kunt de Actieve Cameomodus openen door de knop MENU/CAMEO (Menu/Cameo) twee seconden of langer ingedrukt te houden in ieder weergaveformaat of selecteer Groep Bewerken in het schermmenu Muis. Het gele kader om de video geeft de actieve cameo aan. Druk op de pijlknoppen om de actieve cameo te verplaatsen Druk op (Afspelen/Pauze) in de Actieve cameomodus om deze modus af te sluiten. Door Groepsbewerking te selecteren, in het cameomenu getoond na het indrukken van de knop MENU/CAMEO , sluit u de Actieve Cameomodus eveneens af. De actieve cameomodus blijft actief gedurende 15 seconden als er geen verdere actie plaatsvindt. Druk in de actieve cameomodus op de knop van de camera die u de video wilt laten weergeven op de actieve cameo. Nadat u het cameranummer heeft ingesteld op de actieve cameo, verplaatst de DVR de actieve cameo naar de volgende cameo. Indien het cameranummer bestaat op het huidige scherm, zal de actieve cameo gewisseld worden met het bestaande cameranummer. Indien het cameranummer niet bestaat op het huidige scherm, zal de actieve cameo vervangen worden door het bestaande cameranummer. U kunt met behulp van dit proces de schermlay-out wijzigen.
Freeze Mode Druk op (Afspelen/Pauze) om het huidige beeld vast te leggen op het scherm totdat u nogmaals op de knop drukt. Wanneer in de modus Vastleggen, verschijnt het pictogram linksonder als u Vastleggen hebt geselecteerd in het instellingenscherm Weergave (tabblad OSD).
Zoom Mode U kunt een videogebied vergroten door te drukken op de ZOOM/PTZ -knop (Zoom/PTZ). Een rechthoek verschijnt op het scherm enkele seconden nadat u op de ZOOM/PTZ knop hebt gedrukt. Een rechthoek geeft het gebied weer dat vergroot zal worden. U kunt de rechthoek rond bewegen met de pijlknoppen. Met de (Afspelen/Pauze) knop kunt in de Zoommodus een gebied vergroten in een rechthoek. Verlaat de zoommodus door te drukken op de ZOOM/PTZ -knop. Wanneer in de zoommodus, het pictogram geeft aan of Zoom geselecteerd is in het scherm Scherminstellingen (tabblad OSD).
72
Digitale videorecorder
Beeldaanpassing OPMERKING: Het is belangrijk dat camera's en monitors correct zijn geïnstalleerd en ingesteld voordat u wijzigingen maakt aan de beeldinstellingen met behulp van de DVR-bedieningselementen.
Als een gebruiker met rechten voor Kleurbediening zich aanmeldt op het systeem, kan de gebruiker het beeld instellen. Houd een cameraknop een paar seconden ingedrukt om een beeldinstellingvenster te openen. U kunt de helderheid, het contrast, de tint en de verzadiging van iedere camera instellen. OPMERKING: Iedere beeldaanpassing die u uitvoert wordt zowel doorgevoerd op de live-video op de monitors als op opgenomen video.
Sequence Mode Door de GROUP/SEQUENCE (Groep/Sequence) knop twee seconden of langer ingedrukt te houden, worden de camera’s in volgorde getoond. Wanneer in één van de multi-weergaveformaten, kunt u deze knop gebruiken om de DVR een reeks vooraf gedefinieerde schermlay-outs (Volledige reeks) te laten doorlopen. Of u kunt ook rechtsonder in het scherm live-camera's in volgorde laten weergeven (Cameo-volgorde). Door de GROUP/SEQUENCE knop opnieuw twee seconden of langer ingedrukt te houden, wordt de Volgordemodus afgesloten. Wanneer het apparaat zich bevindt in één van de multi-weergaveformaten, door op de GROUP/SEQUENCE knop te drukken zal de DVR naar de volgende pagina gaan. Bijvoorbeeld, indien u op de GROUP/SEQUENCE knop drukt in het 2x2 formaat, wijzigt de DVR de pagina als volgt.
Als alle camera's op een pagina op Uit staan, video hebben verloren of op Verborgen staan (tenzij de gebruiker de rechten heeft om verborgen camera's te zien), wordt die pagina niet opgenomen in de volgorde. OPMERKING: De Volledige reeks voor volledige-reeksbewaking en de Cameo-volgorde voor cameo-volgordebewaking selecteert u in het instellingenscherm Weergave (tabblad Volgorde).
Gebeurteniscontrole Wanneer een gebeurtenis plaatsvindt, geeft de DVR de camera weer die is geassocieerd met de gebeurtenis als u Gebeurteniscontrole Aan hebt geselecteerd in het Weergaveinstellingenscherm (tabblad OSD).
73
Gebruikshandleiding
Hoe de camera's worden weergegeven hangt af van het aantal camera's dat is geassocieerd met de gebeurtenis. Als u één camera hebt geassocieerd met de gebeurtenis, geeft de DVR de camera in volledig scherm weer. Als u twee tot vier camera's hebt geassocieerd met de gebeurtenis, geeft de DVR de camera's weer op een 2x2 scherm. Als u vijf tot negen camera's hebt geassocieerd met de gebeurtenis, geeft de DVR de camera's weer op een 3x3 scherm. Als u 10 of meer camera's hebt geassocieerd met de gebeurtenis, geeft de DVR de camera's weer op een 4x4 scherm. Gebeurteniscontrole duurt zolang als de verwerktijd die u hebt ingesteld voor gebeurtenisopname. Na afloop van de verwerktijd, keert de monitor terug naar het vorige scherm, tenzij een andere gebeurtenis plaatsvindt. Als u terug wilt keren naar de livebewakingsmodus voordat de verwerktijd om is, druk op de knop DISPLAY/SPOT (Weergave/Spot) of op een van de cameraknoppen.
Verborgen camera Als u een camera hebt ingesteld als Verborgen 1 in het instellingenscherm Camera (tabblad Instellingen), wordt deze camera niet weergegeven tenzij een gebruiker met rechten voor Gesloten camera weergave zich op het systeem aanmeldt. De titel en de statuspictogrammen van de camera worden wel op de monitor weergegeven. Als u een camera hebt ingesteld als Verborgen 2 in het instellingenscherm Camera (tabblad Instellingen), staat deze camera Uit tenzij een gebruiker met rechten voor Gesloten camera weergave zich op het systeem aanmeldt. De titel van de camera wordt grijs weergegeven en de statuspictogrammen worden niet op de monitor weergegeven. OPMERKING: Wanneer u een camera instelt op Verborgen 1, toont de DVR de cameratitel en de statuspictogrammen op de gesloten video. Wanneer u Verborgen 2 selecteert, toont de DVR alleen de cameratitel op de gesloten video.
Als een gebruiker met rechten voor Gesloten camera weergave zich op het systeem aanmeldt, kan de gebruiker video bekijken van de camera's die zijn ingesteld op Verborgen 1 of Verborgen 2 samen met de titels en statuspictogrammen van de camera.
Steekproefcontrole U kunt de camera selecteren die u wilt weergeven op een spot-monitor. Houd de knop DISPLAY/SPOT (Weergave/Spot) op het voorpaneel twee seconden of langer ingedrukt om het Volgordemenu te tonen. Selecteer vervolgens de camera die u wilt weergeven op de Spotmonitor. Door Volgorde in het menu te selecteren worden meerdere camera’s in volgorde getoond op een Spotmonitor. Selecteer Volgorde opnieuw om het in volgorde tonen op de Spotmonitor te stoppen. Camera's die op Uit staan hebben video verloren of staan op Verborgen (tenzij de gebruiker de rechten heeft om verborgen camera's te zien) en worden niet opgenomen in de volgorde.
74
Digitale videorecorder
Figuur 94 — Volgorde-menu Wanneer de spot-monitor in de volgordemodus staat, kunt u de verwerktijd instellen voor de cameraweergave. Zie Hoofdstuk 3 – Configuratie – Weergavescherm voor meer informatie.
PTZ-mode Als een gebruiker met rechten voor PTZ-bediening zich aanmeldt op het systeem, kan de gebruiker de PTZ-camera's bedienen. De DVR regelt camera's met pan, tilt (hellen) en zoomfuncties (PTZ). Houd de ZOOM/PTZ knop (Zoom/PTZ) twee seconden of langer ingedrukt om het PTZ-cameramenu te tonen en de PTZ-modus te openen, en druk opnieuw op de knop om de PTZ-modus af te sluiten. Selecteer de PTZ-camera die u wilt bedienen door deze te selecteren in het menu. Het pictogram knippert op het PTZ-camerascherm. U kunt de camera bedienen door middel van de besturingsknoppen op het frontpaneel, door voorkeurinstellingen vast te leggen of door de uitgebreide PTZ-functies te selecteren.
Figuur 95 — PTZ-cameraselectiemenu 75
Gebruikshandleiding
Om de knoppen op het frontpaneel te gebruiken, druk op de linker- en rechterpijlknoppen om naar links en rechts te pannen. Druk op de pijlknoppen Omhoog en Omlaag om de camera omhoog en omlaag te tilt. Druk op cameraknop 1 om in te zoomen en druk op knop 2 om uit te zoomen. U kunt de knoppen knop 3 en knop 4 gebruiken om het beeld in focus te brengen. U kunt voorkeursposities instellen voor PTZ-camera's. Druk op cameraknop 6 om voorkeuren in te stellen.
Figuur 96 — PTZ-voorkeurinstellingenscherm U kunt de PTZ-camera's snel naar de voorkeursposities bewegen. Druk op cameraknop 5 om een ingestelde cameravoorkeurspositie te bekijken.
Figuur 97 — Voorkeurweergavescherm
76
Digitale videorecorder
U kunt de instellingen van de camerapositie opslaan als "voorkeuren" zodat u direct naar de gewenste weergaven kunt gaan. Wanneer u de camera op uw voorkeuren hebt ingesteld, druk op en het dialoogvenster PTZ-voorkeurinstelling verschijnt. Selecteer het nummer dat u wilt toewijzen aan de voorkeurinstelling en druk op (Afspelen/Pauze). Druk op om de PTZ-voorkeur te laden en het dialoogvenster Voorkeurinstelling weergeven te openen. om de voorkeur te laden. Selecteer de gewenste voorkeurinstelling en druk op Druk op de knop MENU/CAMEO (Menu/Cameo) om het volgende PTZ-menu te openen. Stel de functie in die u wilt bedienen door deze te selecteren in het menu. Raadpleeg de handleiding van de camerafabrikant voor de juiste instellingen. Sommige functies worden afhankelijk van de cameragegevens mogelijk niet ondersteund.
Figuur 98 — PTZ-menu U kunt PTZ eenvoudig met uw muis bedienen. Plaats de cursor onder in het scherm waarna de volgende PTZ-werkbalk verschijnt.
Figuur 99 — PTZ-bedieningselementen Klik op links om de werkbalk af te sluiten. Als u de werkbalk nogmaals wilt weergeven, plaats de cursor onder in het scherm. Wijzig de locatie van de werkbalk door op de lege ruimte te klikken links van de werkbalk en deze te slepen naar de nieuwe locatie op het scherm. Gebruik de pijlknoppen op de werkbalk om de camera te pannen of te tilt in de richting die u wilt. De andere besturingselementen op de werkbalk hebben de volgende functies: Zoom in/uit Focus dichtbij/ver Iris open/dicht Voorkeur instellen/laden 77
Gebruikshandleiding
Een muis gebruiken U kunt een muis gebruiken in plaats van de bedieningsknoppen op het frontpaneel om veel van de DVR-functies uit te voeren. De volgende bewerkingen kunt u met uw muis uitvoeren tijdens live-bewaking. Wanneer u in één van de meerdere weergaveformaten bent (bijv., PIP, 2x2, 3x3 of 4x4), kunt u met de muis op een camerabeeld klikken om die camera als volledig scherm weer te geven. Als u nogmaals op de muis klikt, keert de weergave terug naar het vorige formaat. Wanneer u in één van de meerdere weergaveformaten bent, werkt het op en neer bewegen van het muiswiel hetzelfde als drukken op de knop DISPLAY/SPOT (Weergave/Spot) bij het wisselen van het schermformaat tussen PIP, 2x2, 3x3 en 4x4. Als u op de rechtermuisknop drukt tijdens live-bewaking, verschijnt het volgende menu:
Figuur 100 — Muismenu Selecteren van Vastleggen, PTZ... en Spot Monitor... functioneert hetzelfde als drukken op de knoppen (Afspelen/Pauze), ZOOM/PTZ en DISPLAY/SPOT zoals hierboven beschreven in de paragraaf Live-bewaking in dit hoofdstuk. Selecteer Zoom… om in te zoomen op het live-beeld. In de zoommodus kunt u op twee manieren rond het uitvergrote deel van de video bewegen. Allereerst is er een rechthoek die aangeeft welk gedeelte van het beeld vergroot zal worden. Klik in de rechthoek om naar een ander gedeelte van het beeld te gaan dat u wilt vergroten. Klik vervolgens met de muis op de vergrote video, houd de knop ingedrukt en sleep de video. Selecteer Weergave om het volgende menu te openen:
Figuur 101 — Muisweergavemenu 78
Digitale videorecorder
Klikken op Camera en selecteren van het cameranummer is hetzelfde als de afzonderlijke cameraknoppen indrukken op het frontpaneel dat de geselecteerde camera in volledig scherm weergeeft. Wanneer in de PIP-weergavemodus, klik op de rechtermuisknop en selecteer PIP om de locatie en de grootte van de PIP te wijzigen. Selecteer PIP, 2x2, 3x3 en 4x4 om de camera's in de geselecteerde meervoudige weergavemodus weer te geven. Door te klikken op Vorige Groep wordt de vorige pagina getoond. Klikken op Volgende Groep is hetzelfde als drukken op de knop GROUP/SEQUENCE (Groep/Sequence) op het voorpaneel waarmee u naar de volgende pagina gaat. Selecteer Groep bewerken om de actieve cameo-functie te ondersteunen. Selecteer Groep bewerken en kies een camera waarvan u de weergavepositie wilt wijzigen (bijv., Camera A). Klik vervolgens op de rechtermuisknop om het menu weer te geven. Als u een andere camera selecteert in het menu (bijv., Camera B), geeft het scherm Camera B weer in plaats van Camera A. In formaat 4x4 wisselen Camera A en Camera B van positie.
Video opnemen Wanneer u de DVR heeft geïnstalleerd aan de hand van de instructies van Hoofdstuk 2 — Installatie, is het apparaat klaar voor opname. De DVR begint opnames op basis van de instellingen die u hebt ingevoerd in het instellingenscherm Opname. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie. Recycle Aan of Recycle Uit. De fabrieksinstelling is Recycle Aan. Het apparaat doet dit door over de oudste video op te nemen wanneer de vaste schijf vol is. Zet DVR op Recycle Uit om de opname te stoppen wanneer de vaste schijf vol is. Standaard of Hoog. De fabrieksinstelling voor resolutie is Standaard. Wanneer de instelling op Standaard staat, is de maximale opnamesnelheid van de DVR 120 ips. Wanneer de instelling op Hoog staat, is de maximale opnamesnelheid van de DVR 60 ips. Druk op de knop PANIC om paniekopname te starten voor alle camera's. Druk nogmaals op deze knop om paniekopname te stoppen. Als u de Tijdsduur paniekopname instelt in het Opnamescherm, stopt de paniekopname automatisch volgens de ingestelde duur zolang u de knop PANIC niet indrukt. OPMERKING: Wanneer de DVR niet in de Recycle-modus staat en alle beschikbare opslagruimte is gebruikt, werkt paniekopname niet.
Hoewel u op kunt nemen zonder de standaardinstellingen van de eenheid te wijzigen, wilt u uiteraard gebruik maken van de vele hulpprogramma's van de DVR. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie voor een uitgebreide beschrijving van de opnamefuncties. 79
Gebruikshandleiding
Audio opnemen Als u de DVR hebt ingesteld op het opnemen van geluid, neemt het apparaat geluid op van maximaal vier invoerbronnen onder het opnemen van video. De DVR neemt geen geluid op wanneer de opnamesnelheid lager is dan 1 ips. OPMERKING: Zorg ervoor dat u voldoet aan alle wetgeving en verordeningen met betrekking tot het opnemen van audio.
Opgenomen video afspelen Als een gebruiker met rechten voor Zoeken zich aanmeldt op het systeem, kan de gebruiker opgenomen beeld bekijken. Wanneer u video heeft opgenomen, kunt u de opname bekijken door op de knop PLAYBACK (Terugspelen) te drukken. Wanneer u een opname voor de eerste keer afspeelt, geeft de DVR de meest recent opgenomen beelden weer. Wanneer u een opname meerdere keren afspeelt, begint de DVR het afspelen vanaf het laatst opnieuw opgeroepen beeld. Opgenomen geluid wordt afgespeeld wanneer de DVR een camera met opgenomen geluid weergeeft in volledig scherm. OPMERKING: Bij het opnemen van video, kan de terugspeelsnelheid afnemen. OPMERKING: Alleen de beheerder en gebruikers met rechten voor Verborgen camera weergave kunnen video bekijken van verborgen camera's. De verborgen camera's in de afspeelmodus worden bepaald door de huidige camera-instellingen.
Cameraknoppen (1 t/m 16) Door op één van de cameraknoppen te drukken, geeft de betreffende camera weer in volledig scherm.
Pijlknoppen Omhoog, Omlaag, Links en Rechts Met de knop kunt video achteruit afspelen op hoge snelheid. Door nogmaals op de knop te en . Het scherm geeft drukken, schakelt de terugspeelsnelheid tussen , te drukken speelt het apparaat en weer. Door op de knop respectievelijk , video vooruit af op hoge snelheid. Door nogmaals op de knop te drukken, schakelt de terugspeelsnelheid tussen , en . Het scherm geeft respectievelijk , en weer. Met de knop kunt u in de pauzemodus naar het volgende beeld gaan en met de knop kunt u naar het vorige beeld gaan.
PLAY/PAUSE-knop Met de knop (Afspelen/Pauze) kunt u beelden afspelen op normale snelheid of het terugspelen van video pauzeren.
80
Digitale videorecorder
MENU/CAMEO-knop Houd de knop MENU/CAMEO (Menu/Cameo) twee seconden of langer ingedrukt om de cameomodus te openen. Het gele kader om de video geeft de actieve cameo aan. Druk op de pijlknoppen om de actieve cameo te verplaatsen. Door in de actieve cameo op de gewenste cameraknop te drukken, wordt de cameo bewerkt en wordt de video van de geselecteerde camera getoond. Druk op (Afspelen/Pauze) knop om de Actieve Cameomodus af te sluiten. Door Groepsbewerking, in het cameomenu getoond na het indrukken van de knop MENU/CAMEO , sluit u de Actieve Cameomodus eveneens af. OPMERKING: Een cameo is bepaald als een cel binnen meerdere schermen weergave. De cameomodus stelt u in staat om de schermlay-out te wijzigen door de cameo te bewerken.
PLAYBACK Knop Met de knop PLAYBACK (Terugspelen) kunt u de terugspelenmodus openen, en door opnieuw op de knop te drukken kunt u de terugspelenmodus weer afsluiten. De video wordt gepauzeerd bij het openen van de terugspelenmodus. Druk op de knop (Afspelen/Pauze) om afbeeldingen terug te spelen op normale snelheid. Het scherm toont indien de DVR in Pauzemodus is en het scherm toont indien de DVR video terugspeelt.
ZOOM/PTZ Knop Met de ZOOM/PTZ (Zoom/PTZ) knop kunt u inzoomen op het momenteel afgespeelde beeld op het scherm.
DISPLAY/SPOT-knop Druk op de knop DISPLAY/SPOT (Weergave/Spot) om de weergave de verschillende schermlay-outs te laten doorlopen. De weergavenmodi zijn: 2x2, 3x3 en 4x4. Door de knop 2 seconden of langer ingedrukt te houden, kunt u selecteren welke camera’s getoond worden op de Spotmonitor.
GROUP/SEQUENCE-knop Drukt op de knop GROUP/SEQUENCE (Groep/Volgorde), wordt het scherm van de huidige cameragroep gewijzigd naar de volgende cameragroep, en wordt op het scherm het paginanummer getoond. U kunt afspelen eenvoudig met uw muis bedienen. Plaats de cursor op het terugspelenscherm waarna de volgende werkbalk terugspelen verschijnt.
Figuur 102 — Afspeelregelknoppen muis 81
Gebruikshandleiding
Klik op links om de werkbalk af te sluiten. Als u de werkbalk nogmaals wilt weergeven, plaats de cursor op het scherm. Wijzig de locatie van de werkbalk door op de lege ruimte te klikken rechts van de werkbalk en deze te slepen naar de nieuwe locatie op het scherm. De andere besturingselementen op de werkbalk hebben de volgende functies: Ga naar het eerste beeld Snel achteruit afspelen Ga naar het vorige beeld Afspelen Ga naar het volgende beeld Snel vooruit afspelen Ga naar het laatste beeld
Video zoeken Druk op de knop MENU/CAMEO (Menu/Cameo) of klik op de rechtermuisknop in de terugspelenmodus om het menu Zoeken te openen. OPMERKING: Bij het opnemen van video, kan de terugspeelsnelheid van gezochte gegevens afnemen.
Figuur 103 — Zoekmenu y Ga naar de eerste — Toont het eerst opgenomen beeld y Ga naar de laatste — Toont het laatst opgenomen beeld y Ga naar Datum/tijd... — Zoekt op datum en tijd (zie verderop voor meer informatie) y Kalenderzoekactie... — Zoekt met behulp van een kalender (zie verderop voor meer informatie) y Gebeurtenislogzoekactie... — Selecteert video van het gebeurtenissenlogboek (zie verderop voor meer informatie) y Tekst-in zoeken… — Zoekt met behulp van tekstinvoerreeksen (zie verderop voor meer informatie) 82
Digitale videorecorder
y Bewegingszoekactie... — Zoekt naar bewegingsgebeurtenissen (zie verderop voor meer informatie) y Clip kopiëren… — Kopieert een videoclip en slaat deze op. (zie verderop voor meer informatie) y Zoom... — Zoomt in op het momenteel afgespeelde beeld y Langzaam afspelen... — Speelt video af op lage snelheid (x1/2, x1/3, x1/4, x1/6 en x1/8) y Zoeken afsluiten — Sluit het menu Zoeken af
Ga naar de Datum/tijd
Figuur 104 — Ga naar het scherm Datum/tijd Beweeg de cursor over de datum en tijd en druk op (Afspelen/Pauze). U kunt de linker- en rechterpijlknoppen gebruiken om het jaar, de maand, de dag, het uur, de minuten en de seconden te markeren. Gebruik de pijlknoppen Omhoog en Omlaag om de zoekdatum en -tijd voor de video te wijzigen. Wanneer u de juiste datum en tijd hebt geselecteerd, klik op . Markeer vervolgens Gaan en druk op . De geselecteerde datum en tijd worden weergegeven. (Als er geen video opgenomen is tijdens de geselecteerde tijd, verschijnt een bericht dat u er op attent maakt dat geen beeld was opgenomen op die tijd.) U kunt de knop en pijl nu gebruiken voor het bekijken van opnames die rondom worden weergegeven.
Kalenderzoekactie
Figuur 105 — Kalenderzoekactiescherm 83
Gebruikshandleiding
De dagen die opnames bevatten worden op de kalender weergegeven met witte cijfers. U kunt de dagen met opgenomen video markeren met de pijlknoppen. Wanneer u een dag heeft gemarkeerd, druk op (Afspelen/Pauze) om deze te selecteren. Het scherm toont een tijdbalk onder aan de kalender. De uren waarop video was opgenomen worden in blauw weergegeven. U kunt de pijlknoppen Omhoog en Omlaag gebruiken om de tijdbalk te markeren. Wanneer u de tijdbalk heeft gemarkeerd, kunt u de tijd selecteren met de linker- en rechterpijlknoppen. OPMERKING: De tijdbalk is ingedeeld in segmenten van één uur. Als een segment is gemarkeerd, betekent dit dat op dat uur een opname was gemaakt. Het betekent echter NIET dat die opname het hele uur heeft geduurd.
Als u de tijd en datum van de DVR opnieuw hebt ingesteld op een tijd die eerder valt dan bepaalde opgenomen video, kan de DVR meer dan één videostroom in hetzelfde tijdbereik hebben. Ga naar Selecteer een segment en selecteer de videostroom die u wilt zoeken. Raadpleeg Appendix D— Tijd overlappen voor meer informatie over het zoeken naar videostromen met tijdoverlapping. OPMERKING: Het laagste nummer van het Segment geeft de laatst opgenomen video weer.
Wanneer u de datum en tijd heeft ingesteld voor het zoeken naar opnames, markeer Gaan en druk op . De geselecteerde datum en tijd worden weergegeven. U kunt de knop en pijl nu gebruiken voor het bekijken van opnames die rondom worden weergegeven. OPMERKING: Het kan zijn dat er op het huidige scherm geen opgenomen beeld verschijnt. Druk op de knop DISPLAY/SPOT en wijzig de schermmodus naar 4x4. U kunt eenvoudig zien wat de camera heeft opgenomen gedurende de doeltijd.
Gebeurtenislogzoekactie
Figuur 106 — Scherm Gebeurtenislogzoekactie 84
Digitale videorecorder
De DVR houdt logvermeldingen bij voor iedere keer dat de alarminvoerpoort wordt geactiveerd. Het scherm Gebeurtenissenlogboek toont deze lijst. Gebruik de pijlknoppen om de gebeurtenis te markeren waarvoor u de video wilt bekijken. Het scherm Gebeurtenislogzoekactie kunt u ook openen door op de knop ALARM tenzij er sprake is van een alarm. U hebt geen speciale rechten nodig om het scherm Gebeurtenislogzoekactie te openen. Echter, u kunt de gebeurtenisvideo alleen afspelen als u zich aanmeldt met zoekrechten. Druk op (Afspelen/Pauze) om de gebeurtenisopname uit te pakken en het eerste beeld van de gebeurtenis weer te geven. Druk op de knop om het afspelen van het "gebeurtenis"-opnamesegment te starten. Druk op PLAYBACK om terug te keren naar livebewaking. OPMERKING: Het kan zijn dat er op het huidige scherm geen opgenomen beeld verschijnt. Druk op de knop DISPLAY/SPOT en wijzig de schermmodus naar 4x4. U kunt eenvoudig zien wat de camera heeft opgenomen gedurende de doeltijd.
U kunt uw gebeurteniszoekactie ook verder specificeren door op de knop Optie… te drukken en de nieuwe zoekvoorwaarde samen te stellen.
Figuur 107 — Scherm Optie voor gebeurtenislogzoekactie U kunt naar video zoeken vanaf de eerst opgenomen beelden tot de laatste. U kunt ook de starten eindtijden en -datums instellen. Markeer het vakje naast Van en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer u het vakje op Uit zet, kunt u een specifieke datum en tijd opgeven. Wanneer u het vakje op Aan zet, vindt zoeken plaats vanaf het eerst opgenomen beeld. Markeer het vakje naast Naar en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer u het vakje op Uit zet, kunt u een specifieke datum en tijd opgeven. Wanneer u het vakje op Aan zet, vindt zoeken plaats vanaf het laatst opgenomen beeld. 85
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje naast Controleer Time-overlap en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen. U kunt alleen Time-Overlap controleren aan- of uitzetten als een specifieke gebruiker een datum en tijd heeft ingesteld op Van en Naar. Als de datum en tijd van de DVR opnieuw zijn ingesteld, kan de DVR meer dan één begin- en eindtijd hebben die elkaar overlappen. Wanneer u de instelling op Aan zet, vraagt het systeem u één van de overlappende begin- en eindtijden te kiezen. Wanneer u de instelling op Uit zet, geeft de DVR zoekresultaten weer van alle begintijden tot alle eindtijden. Markeer het vakje naast Alarm in en druk op opnemen in uw zoekactie.
. U kunt de alarminvoer selecteren die u wilt
Markeer het vakje naast Beweging en druk op . U kunt de camera's selecteren waarvoor u rapporten wilt ontvangen over bewegingsdetectie. Markeer het vakje naast Videoverlies en druk op rapporten wilt ontvangen over videoverlies.
. U kunt de camera's selecteren waarvoor u
Markeer het vakje naast Tekst in en druk op . U kunt de tekst-inapparaten selecteren waarover u rapporten wilt ontvangen over tekstinvoer. Markeer het vakje naast Kanalen Opnemen en druk op . U kunt de camera's selecteren voor het zoeken naar rapporten over opgenomen gebeurtenisgegevens. De DVR geeft de gebeurtenissen weer (niet de camerakanalen) die hebben plaatsgevonden en die zijn opgenomen op het camerakanaal dat u hebt geselecteerd. Als u in dit veld geen camerakanaal hebt geselecteerd, zoekt de DVR naar gebeurtenissen die niet zijn geassocieerd met camera's. U kunt ook wisselen tussen Aan en Uit van zelfdiagnose-gebeurtenissen als onderdeel van uw zoekactie. De keuzes zijn: y Paniekopname y Opname controleren y Alarm-in controleren y Disk is bijna vol y Schijf slecht y Schijftemperatuur y S.M.A.R.T.-schijf Wanneer u de gewenste zoekvoorwaarden hebt ingesteld, markeer Zoeken en druk op de zoekresultaten weer te geven in het scherm Gebeurtenislogzoekactie. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
86
om
Digitale videorecorder
Tekst-in zoekactie
Figuur 108 — Tekst-in-zoekscherm De DVR houdt logboekvermeldingen bij van iedere keer dat er sprake is van tekstinvoer. Het scherm Tekst in zoeken toont deze lijst. Gebruik de pijlknoppen om de gebeurtenis te markeren waarvoor u de video wilt bekijken. (Afspelen/Pauze) om de video uit te pakken die is geassocieerd met de tekstinvoer Druk op en het eerste beeld van de gebeurtenis weer te geven. Druk op de knop om het afspelen van het "gebeurtenis"-opnamesegment te starten. Druk op PLAYBACK om terug te keren naar live-bewaking. OPMERKING: Het kan zijn dat er op het huidige scherm geen opgenomen beeld verschijnt. Druk op de knop DISPLAY/SPOT en wijzig de schermmodus naar 4x4. U kunt eenvoudig zien wat de camera heeft opgenomen gedurende de doeltijd. OPMERKING: Tekstinvoerinformatie wordt overschreven op het beeld wanneer de opgenomen video op normale snelheid word afgespeeld.
U kunt uw gebeurteniszoekactie ook verder specificeren door op de knop Optie… te drukken en de nieuwe zoekvoorwaarde samen te stellen.
87
Gebruikshandleiding
Figuur 109 — Tekst-in-zoekoptiescherm U kunt naar video zoeken vanaf de eerst opgenomen beelden tot de laatste. U kunt ook de starten eindtijden en -datums instellen. om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer u het Markeer het vakje naast Van en druk op vakje op Uit zet, kunt u een specifieke datum en tijd opgeven. Wanneer u het vakje op Aan zet, vindt zoeken plaats vanaf het eerst opgenomen beeld. Markeer het vakje naast Naar en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer u het vakje op Uit zet, kunt u een specifieke datum en tijd opgeven. Wanneer u het vakje op Aan zet, vindt zoeken plaats vanaf het laatst opgenomen beeld. Markeer het Kanalen en druk op voor tekstinvoer.
. Selecteer de tekst-inapparaten waarnaar u wilt zoeken
Markeer het vakje Generieke tekst en druk op lijst.
. Selecteer uw Generieke tekstapparaat in de
Door op + en de knop te drukken kunt u een nieuwe set zoekparameters instellen. Stel de gewenste zoekparameter in. Zie Appendix B – Tekst-In zoekvoorbeelden voor meer informatie over het instellen van zoekparameters. De kolom kan gebruikt worden voor het verwijderen van een set zoekparameters of hele zoekparametersets. Markeer Gevoelig voor hoofdletters en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen. Als deze functie op Aan staat, zoekt het systeem alleen naar die tekstreeksen die overeenkomen met dezelfde hoofdletters. Markeer Laden en druk op de knop om opgeslagen zoekoptie-instellingen te laden. Selecteer de gewenste zoekoptie-instelling. Markeer Opslaan en druk op de knop om de huidige zoekoptie instellingen op te slaan. Een virtueel toetsenbord opent dat u kunt gebruiken om de naam van de zoekoptie in te voeren. 88
Digitale videorecorder
om Wanneer u de gewenste zoekvoorwaarden hebt ingesteld, markeer Zoeken en druk op de zoekresultaten weer te geven in het scherm Tekst in zoeken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Bewegingzoekatie
Figuur 110 — Scherm Bewegingzoekatie U kunt Beweging zoeken… lecteren in het zoekmenu terwijl de DVR de camera in volledig scherm weergeeft. Het scherm Beweging zoeken toont een lijst met bewegingsgebeurtenissen. Gebruik de pijlknoppen om de gebeurtenis te markeren waarvoor u video wilt zien en druk op (Afspelen/Pauze) om de video weer te geven die is geassocieerd met de geselecteerde gebeurtenis op het kleine zoekscherm. Markeer Sluiten en druk op om de video uit te pakken die is geassocieerd met de bewegingsgebeurtenis en het eerste beeld van de gebeurtenis weer te geven. Druk op de knop om het afspelen van het "gebeurtenis"-opnamesegment te starten. Druk op PLAYBACK om terug te keren naar live-bewaking. U kunt uw gebeurteniszoekactie ook verder specificeren door de knop Optie…te selecteren en een nieuwe zoekvoorwaarde in te stellen.
Figuur 111 — Scherm Opties voor bewegingszoekactie 89
Gebruikshandleiding
U kunt naar video zoeken vanaf de eerst opgenomen beelden tot de laatste. U kunt ook de starten eindtijden en -datums instellen. Markeer het vakje naast Van en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer u het vakje op Uit zet, kunt u een specifieke datum en tijd opgeven. Wanneer u het vakje op Aan zet, vindt zoeken plaats vanaf het eerst opgenomen beeld. Markeer het vakje naast Naar en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer u het vakje op Uit zet, kunt u een specifieke datum en tijd opgeven. Wanneer u het vakje op Aan zet, vindt zoeken plaats vanaf het laatst opgenomen beeld. Markeer het vakje naast Soort en druk op . U kunt kiezen tussen Beweging zoeken en Museum zoeken. Beweging zoeken detecteert beweging in het opgegeven gebied. Museum zoeken detecteert of een opgegeven object is verplaatst. Markeer het vakje naast Zone en druk op . Een videobeeld verschijnt met daar overheen een raster. U kunt de sensorblokken Aan of Uit zetten om het gebied van het beeld aan te geven waarin u wilt zoeken naar beweging. OPMERKING: Definiëren van het gebied van het beeld waarin u wilt zoeken is bijna hetzelfde als het instellen van de VCR voor Beweging zoeken. Raadpleeg Scherm beweging zoeken in Hoofdstuk 3 — Configuratie voor meer instructies over hoe u de detectieblokken kunt instellen. OPMERKING: Wanneer u de Museumzoekzone instelt, dient u de zone te plaatsen binnen het kader van het doelobject. Als u het geselecteerde blok buiten het kader plaatst, kan de gevoeligheid van de Museum-zoekfunctie afnemen.
U dient de zone te plaatsen of te focussen op het midden, of in ieder geval binnen het kader van het doelobject. Markeer het vakje naast Gevoeligheid en druk op tot 5 (hoge gevoeligheid).
. U kunt kiezen uit 1 (lage gevoeligheid)
Markeer het vakje naast Min. blokken en druk op . U kunt het aantal sensorblokken instellen dat u wilt activeren. Instellen van de Min blokken is alleen mogelijk als u Beweging zoeken hebt geselecteerd. om Wanneer u de gewenste zoekvoorwaarden heeft ingesteld, markeer Vinden en druk op de zoekresultaten weer te geven in het scherm Beweging zoeken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan. Wanneer u op een andere camera naar bewegingsgebeurtenissen zoekt, wordt u gevraagd of u de vorige zoekresultaten wilt verwijderen van de lijst.
90
Digitale videorecorder
Scherm Clip kopiëren U kunt het scherm Clip kopiëren gebruiken om videoclips te kopiëren naar een intern CD-RWof DVD-RW-station, extern USB vaste-schijfstation, CD-RW-station of flashstation.De gekopieerde clips kunt u bekijken op computers die draaien onder Microsoft Windows 98, ME, 2000, XP of Vista. Raadpleeg Appendix A — USB vaste-schijfstation gereedmaken voor informatie over het gereedmaken van een extern station voor clip kopiëren. U kunt een clip eenvoudig kopiëren door op de knop CLIP COPY te drukken. Druk op de knop CLIP COPY in de modus Live Controle, en het scherm Clip Kopiëren wordt getoond voor het instellen van clip kopiëren. Als u tijdens het afspelen op de knop CLIP COPY drukt, stelt u het beginpunt van de video in voor clip kopiëren en het pictogram verschijnt linksonder in het scherm. Door nogmaals op CLIP COPY te drukken stelt u het eindpunt van de video in voor clip kopiëren door het scherm Clip kopiëren weer te geven. Als u de knop CLIP COPY langer dan twee seconden ingedrukt houdt in de Terugspeelmodus of Live-bewakingmodus, begint de kopieerfunctie One-Touch. Het laatst opgenomen beeld wordt dan het eindpunt van de video die moet worden gekopieerd als clip en het systeem begint automatisch te berekenen hoeveel videogegevens de geselecteerde opslagmedia kan verwerken.
Figuur 112 — Clip-kopiërenscherm U kunt naar video zoeken vanaf de eerst opgenomen beelden tot de laatste. U kunt ook de starten eindtijden en -datums instellen.
(Afspelen/Pauze) om te schakelen tussen Aan en Markeer het vakje naast Van en druk op Uit. Wanneer u het vakje op Uit zet, kunt u een specifieke datum en tijd opgeven. Wanneer u het vakje op Aan zet, vindt zoeken plaats vanaf het eerst opgenomen beeld.
91
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje naast Naar en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer u het vakje op Uit zet, kunt u een specifieke datum en tijd opgeven. Wanneer u het vakje op Aan zet, vindt zoeken plaats vanaf het laatst opgenomen beeld. Markeer het vakje naast Kanalen en druk op gebruiken voor uw videoclip.
. U kunt de camera's selecteren die u wilt
Markeer het vakje naast Wachtwoord en druk op . Een virtueel toetsenbord opent waarmee u het wachtwoord kunt opgegeven voor het bekijken van videoclips. Markeer het vakje naast Best. en druk op . U kunt het opslagapparaat selecteren waarop u de videoclip wilt opnemen. U kunt kiezen tussen interne CD-RW, interne DVD-RW, USB-opslag en USB-CD-RW. VOORZICHTIG: Het USB-apparaat voor clip kopiëren moet FAT16 of FAT32 zijn. OPMERKING: De opnamesnelheid kan afnemen tijdens het kopiëren van videoclips naar de CD-RW of DVD-RW. OPMERKING: Wanneer de foutmelding “Firmware-update van het optische station is vereist” verschijnt, dient u de firmware van het geïnstalleerde CD-RW-station of DVD-RW-station bij te werken. Volg de instructies in Hoofdstuk 3 – Configuratie – Systeeminformatie.
De DVR wijst automatisch een bestandsnaam toe aan de videoclip. U kunt het clipbestand ook een andere naam geven. Markeer het vakje naast Bestandsnaam en druk op . Er verschijnt een virtueel toetsenbord. Voer een bestandsnaam in voor de video die u kopieert en selecteer Sluiten. De DVR voegt automatisch het cameranummer (bijvoorbeeld “01”) en “.exe” toe aan de bestandsnaam. Als u het bestand in een specifieke map wilt opslaan, geeft u de mapnaam in gevolgd door een “/”. Bijvoorbeeld: “map/bestandsnaam” OPMERKING: Tijdens het benoemen van een bestand kunt u niet de volgende tekens gebruiken: \, /, :, *, ?, “, <, >, |.
Markeer Inclusief Tekst-in gegevens en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen. Indien deze functie Aan staat, kunt u tekstgegevens invoeren bij het kopiëren van video, indien de video opgenomen is met tekstgegevens. Markeer Controleren na branden en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen. Wanneer deze functie Aan staat, kunt u controleren of de gegevens correct naar de CD-RW of DVD RW zijn geschreven. Wanneer u de videoclip een bestandsnaam hebt gegeven, markeer Start en druk op . Het bevestigingsscherm met de gegevensgrootte verschijnt vervolgens. Als het opslagapparaat onvoldoende ruimte heeft, vraagt de DVR of u zoveel mogelijk van de videoclip wilt opnemen in de beschikbare ruimte. Markeer de knop Doorgaan en druk op om door te gaan met clip kopiëren. 92
Digitale videorecorder
Wanneer clip kopiëren begint, kunt u de functie stoppen door op Annuleren te drukken of het scherm verbergen door Sluiten te selecteren. Als u Sluiten selecteert, gaat clip kopiëren door en verschijnt er een bevestigingsscherm wanneer het kopiëren is voltooid. OPMERKING: Er is slechts 4,7 GB DVD-media beschikbaar. Voor het kopiëren van een videoclip op de DVD-media in de resterende ruimte moet de grootte van eerder opgenomen gegevens op de DVD-media kleiner zijn dan 4GB. OPMERKING: De bestandsgrootte voor clip kopiëren is beperkt tot 2GB.
U kunt tijdens het kopiëren van de video andere DVR-functies gebruiken. Markeer hiervoor Sluiten en druk op . U kunt op ieder moment terugkeren naar het scherm Clip kopiëren om de voortgang te controleren. U hoeft geen speciale software te installeren op uw PC om de videoclips weer te geven. Raadpleeg Appendix C — Clipbestanden bekijken voor instructies over hoe u de gekopieerde videoclips kunt bekijken. OPMERKING: U kunt tijdens het clip kopiëren het systeem niet afsluiten, geen gegevens op het opslagapparaat wissen of het opslagapparaat formatteren.
VOORZICHTIG: Verwijder NIET de USB-kabel of de stroom van een extern station tijdens het kopiëren van clips. Als het externe station is afgesloten of de USB-kabel is niet aangesloten tijdens het kopiëren van clips, WERKT HET DVR-SYSTEEM MOGELIJK NIET CORRECT OF KAN HET EXTERNE STATION WORDEN BESCHADIGD. U krijgt ook een foutmelding de volgende keer dat u probeert clips te kopiëren. U moet dan de DVR uitschakelen en opnieuw starten om de foutmelding te verwijderen. Als het bestandssysteem van het USB-IDE vaste-schijfstation eenmaal beschadigd is, kunt u deze foutmelding niet meer verwijderen. Zelfs na het opnieuw starten van de DVR kan de melding automatisch opnieuw opstarten tijdens het gereedmaken van clip kopiëren. U moet het bestandssysteem herstellen met een herstelprogramma of het vaste-schijfstation opnieuw formatteren.
93
Gebruikshandleiding
94
Digitale videorecorder
Appendix A — USB vaste-schijfstation gereedmaken Het USB-IDE vaste-schijfstation gereedmaken in Windows 2000 OPMERKING: Het gereedmaken van een USB-IDE vaste-schijfstation onder Windows XP is bijna identiek aan Windows 2000.
1. 2. 3. 4.
Sluit het USB-IDE vaste-schijfstation aan op uw PC met behulp van de USB-kabel. Zet uw PC aan. Het USB-apparaatpictogram verschijnt in de takenbalk. Als het USB-IDE vaste-schijfstation is gepartitioneerd of gegevens bevat, wordt dit weergegeven in Mijn Computer als een vaste-schijfstation pictogram. Controleer het bestandssysteem door met de rechtermuisknop te klikken op het pictogram en te controleren in Eigenschappen > Algemeen > Bestandssyteem. Als de indeling van het bestandssysteem NIET FAT32 is, formatteer het USB-IDE vaste-schijfstation met de indeling FAT32. 5. Als het USB-IDE vaste-schijfstation niet is gepartitioneerd, ga naar Systeembeheer in Configuratiescherm en start Computerbeheer. Open Schijfbeheer in Opslag en klik met de rechtermuisknop op een regio van het USB-IDE vaste-schijfstation die nog niet is toegewezen. Klik vervolgens op Partitie maken. 6. Klik in de wizard Partitie maken op volgende en dan op Primaire partitie. Volg verder de instructies op het scherm. Controleer dat u FAT32 heeft geselecteerd voor het bestandssysteem. OPMERKING: De partitiegrootte moet onder 32 GB blijven vanwege beperkingen van Microsoft.
Na het formatteren, wordt het USB-IDE vaste-schijfstation toegevoegd aan Mijn Computer. 7. Sluit het USB-IDE vaste-schijfstation aan op de DVR.
95
Gebruikshandleiding
Het USB-IDE vaste-schijfstation gereedmaken in Windows 98 OPMERKING: Het gereedmaken van een USB-IDE vaste-schijfstation onder Windows ME is bijna identiek aan Windows 98.
1. Sluit het USB-IDE vaste-schijfstation aan op uw PC met behulp van de USB-kabel. 2. Zet uw PC aan. De wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt. 3. Installeer het stuurprogramma voor het USB-backupapparaat volgens de instructies die bij uw USB vaste-schijfstation zijn geleverd. 4. Als het USB-IDE vaste-schijfstation is gepartitioneerd of gegevens bevat, wordt dit weergegeven in Mijn Computer als een vaste-schijfstation pictogram. Klik op het bestandssysteem in Eigenschappen > Algemeen > Bestandssysteem. Als de indeling van het bestandssysteem NIET FAT32 is, formatteer het USB-IDE vaste-schijfstation met de indeling FAT32. 5. Voer het FDISK-hulpprogramma uit door te klikken op Start en Uitvoeren. Typ “fdisk” in en klik op OK. 6. Wanneer de MS-DOS-opdrachtprompt verschijnt, typ “Y” in en druk op enter. 7. In het FDISK-optiemenu, kies “5. Wijzig het huidige vaste-schijfstation”. 8. Kies de betreffende letter voor het USB-IDE vaste-schijfstation. 9. In het FDISK-optiemenu, kies “1. DOS-partitie of logisch DOS-station maken”. 10. In het Dos-partitie- of logische DOS-stationmenu, kies “1. Primaire DOS-partitie maken”. Typ “Y” in om alle beschikbare ruimte te gebruiken en druk op enter. Druk op ESC om het scherm te verlaten nadat de USB-IDE vaste-schijfstationpartitie is gemaakt. 11. Start uw PC opnieuw op en controleer dat het nieuwe station in Mijn Computer voorkomt. 12. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het zojuist gemaakte vaste-schijfstation en selecteer “Formatteren”. 13. In het formatteerscherm, selecteer “Vol” als het “Formaattype” en klik op“Start”. 14. Sluit na het formatteren het USB-IDE vaste-schijfstation aan op de DVR.
96
Digitale videorecorder
Appendix B — Tekst-in zoekvraagvoorbeelden Zoekvraagvoorbeeld I 1 2 3 4 5 6 123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890
Artikel Prijs per eenheid Hvl Bedrag ================================================== Coke | $ 2.20 | 1(s) | $ 2.20 Fanta | $ 2.20 | 1(s) | $ 2.20 Hotdog | $ 3.50 | 3(s) | $ 10.50 Pepsi | $ 1.95 | 1(s) | $ 1.95 ================================================== totaal : $ 16.85 Dank u~~
U ziet in de bovenstaande tekst-ingegevens dat de vergelijkwaarde zich bevindt op het 17de (Prijs per eenheid, $-symbool wordt automatisch genegeerd), 28ste (Hvl) en 40ste (bedrag) teken (inclusief spaties) van links. U kunt in dit geval “17”, “28” en “40” invoeren in iedere kolom. Bijvoorbeeld, als u wilt zoeken naar Coke met een Hvl (Hoeveelheid) van meer dan 1 en Hotdog met een Bedrag van totaal over de $8, kunt u de volgende zoekvoorwaarde invoeren.
97
Gebruikshandleiding
Zoekvraagvoorbeeld II 1 2 3 4 5 6 123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890
Artikel Prijs per eenheid Hvl Bedrag ================================================== Coke | $ 2.20 | 1(s) $ 2.20 Fanta | $ 2.20 | 1(s) $ 2.20 Hotdog | $ 3.50 | 3(s) $ 10.50 Pepsi | $ 1.95 | 1(s) $ 1.95 ================================================== totaal : $ 16.85 Dank u~~
U ziet in de bovenstaande tekst-ingegevens dat de vergelijkwaarde zich bevindt op het 17de (Prijs per eenheid, $-symbool wordt automatisch genegeerd), 28ste (Hvl) en 40ste (bedrag) teken (inclusief spaties) van links. De waarde van de categorie Bedrag bevindt zich echter op een andere regel dan Artikel. U kunt in dit geval “17”, “28” en “40” invoeren in iedere kolom en “1” in het regelvakje van de volgende regel. Bijvoorbeeld, als u wilt zoeken naar Coke met een Hvl (Hoeveelheid) van meer dan 1 en Hotdog met een Bedrag van totaal over de $8, kunt u de volgende zoekvoorwaarde invoeren.
98
Digitale videorecorder
Appendix C — Videoclips bekijken U hoeft geen speciale software te installeren op uw PC om de videoclips weer te geven. De gekopieerde videoclip bevat het programma ClipPlayer. Als u een USB-apparaat hebt gebruikt, ontkoppel of het externe USB-IDE vaste-schijfstation of het USB-flashstation van de DVR en sluit het aan op uw PC. Als u een opneembare cd hebt gebruikt, plaatst u de cd in het cd-station van uw PC. Dubbelklik op het doelclipbestand om het ClipPlayer-programma te starten. OPMERKING: Voor gebruik van het ClipPlayer-programma is de mimimaal aanbevolen PC-capaciteit 800 MHz, Pentium III. Als uw CPU langzamer is, worden videoclips die op hoge snelheid zijn opgenomen en een hoge beeldkwaliteit hebben langzaam afgespeeld. U hebt ook DirectX 8.0 of hoger nodig om Clip Player uit te voeren en een VGA-kaart met 16 MB of meer aan video-RAM wordt aanbevolen voor juist gebruik.
Figuur 113 — ClipPlayer-scherm Het clipspelerscherm laat beelden uit de clip zien.
99
Gebruikshandleiding
OPMERKING: Correcte weergave van het beeld hangt af van de weergave-instellingen op uw PC. Als u problemen ondervindt met de weergave, klik met de rechtermuisknop op het achtergrondscherm en selecteer Eigenschappen Æ Instellingen en stel vervolgens de Kleurkwaliteit in op “32 bit”. Selecteer vervolgens Geavanceerd Æ Problemen oplossen en zet Hardware Acceleration (Hardware versnelling op) “Full (Volledig)”. Controleer of u DirectX versie 8.0 of hoger hebt geïnstalleerd als het weergaveprobleem blijft voortduren. Voor het controleren van uw versie van DirectX, klik op Start Æ UITVOEREN en typ “dxdiag”. Druk vervolgens op de enter-toets. Het dialoogvenster DirectX Diagnostic Tool verschijnt. Ga naar het tabblad Weergeven en zorg ervoor dat DirectDraw Acceleration (DirectDraw versnelling) op “Enabled (Ingeschakeld)” staat. Test de DirectDraw door de knop DirectDraw Test te selecteren. Werk na het wijzigen van de instellingen de versie van het stuurprogramma van de VGA-kaart bij. Als u nog steeds problemen ondervindt na het wijzigen van alle hierboven beschreven weergave-instellingen, probeer de videokaart te vervangen. Videokaarten met een ATI-chipset worden aanbevolen.
Klik op
om het Player-programma af te sluiten.
Klik op
om naar het begin van de videoclip te gaan.
Klik op
om de videoclip snel achteruit af te spelen.
Klik op
om de videoclip één frame terug te laten springen.
Klik op
om de videoclip af te spelen.
Klik op
om de videoclip één frame vooruit te laten springen.
Klik op
om de videoclip snel vooruit af te spelen.
Klik op
om naar het einde van de videoclip te gaan.
Klik op
om de vorige pagina weer te geven.
Klik op
om door de lay-outs van het scherm te bladeren. Het bladert door 2x2, 3x3 en 4x4.
Klik op
om de volgende pagina weer te geven.
Klik op om Opslaan, Afdrukken, Info, Beeldbewerking, Videoformaat of Tekst-In tonen te kiezen. Klik op Opslaan om het huidige beeld op te slaan in een bitmapbestand op de lokale vaste schijf of op een diskette. Klik op Afdrukken om het huidige beeld af te drukken op de printer die u heeft aangesloten op uw PC. Info geeft informatie weer over het Kanaal, de Titel, Tijd, Soort, Grootte en Resolutie van het beeld. Als u Beeldbewerking selecteert, kunt u de helderheid en wazig/scherpstellen regelen voor af te spelen beelden. Als u Videoformaat selecteert, kunt u zoeken naar de juiste weergave-omgevingen die afhankelijk van het soort grafische kaart op uw PC kunnen variëren. Gebruik de optie Videoformaat wanneer beelden niet juist worden weergegeven. Door Tekst-in tonen te selecteren wordt de video met tekst-ingegevens getoond indien de video was opgenomen met tekst-ingegevens. 100
Digitale videorecorder
OPMERKING: Beeldbewerking functioneert alleen in enkel scherm en in de pauzemodus. OPMERKING: Als u niet zeker bent over de optie Video-indeling, probeer iedere optie totdat het beeld correct verschijnt.
Klik op om te kiezen tussen Normaal en Dubbel schermweergave. Klik met de linkermuisknop op het vergrote beeld om het te verplaatsen. Klik op
om het beeld in volledig scherm weer te geven.
Coderingspictogrammen staan rechtsonder afgebeeld. geeft aan dat het clipbestand niet is gemanipuleerd en geeft aan dat het systeem manipulatie heeft gedetecteerd. OPMERKING: Als de VGA-kaart of de monitor voor uw PC videoresolutie 640x480 niet ondersteunt, kan het zijn dat Volledig scherm niet correct wordt weergegeven. Als dit gebeurt, druk op de ESC-toets op uw PC om terug te keren naar normale schermweergave.
Klik op de schuifbalk en verplaats deze naar links of rechts om door een videoclip te gaan. Als u de cursor op een beeld plaatst en erop klikt, wordt het beeld weergegeven in een volledig frame.
101
Gebruikshandleiding
Appendix D — Tijdoverlap Als u de tijd en datum van de DVR opnieuw hebt ingesteld op een tijd die eerder valt dan de bestaande opgenomen video, kan de DVR meer dan één videostroom in hetzelfde tijdbereik hebben. In dat geval kunt u afzonderlijk naar overlappende videostromen zoeken door een specifiek segment te selecteren. Wanneer de DVR bijvoorbeeld video heeft opgenomen van 13.00 tot 17.00 uur en de gebruiker zet de tijd terug van 17.00 naar 15.00 uur en gaat door met opnemen tot 18.00 uur, dan krijgt u twee videostromen en segmenten van 15.00 tot 17.00 uur.
U kunt zoeken naar overlappende videostromen door een specifieke tijd of tijdsbereik te selecteren. Als u om 16.00 uur wilt zoeken naar opgenomen video tijdens het overlappende tijdsbereik met behulp van een zoekmenu zoals Ga naar de Datum/tijd, selecteert u het segment waarin u wilt zoeken.
Als u naar opgenomen video wilt zoeken van 16.00 tot 17.00 uur tijdens het overlappende tijdsbereik met behulp van een zoekmenu zoals Gebeurtenislogzoekactie, Tekst in zoeken of Beweging zoeken, kan de DVR twee overlappende begin- en eindtijden hebben. Het programma vraagt u één van de overlappende begin- en eindtijden van de zoektijdbereiken te selecteren. U doet dit als volgt: y Vanaf 16.00 uur van het eerste segment tot 17.00 uur van het eerste segment y Vanaf 16.00 uur van het eerste segment tot 17.00 uur van het tweede segment y Vanaf 16.00 uur van het tweede segment tot 17.00 uur van het tweede segment
102
Digitale videorecorder
Appendix E — Problemen oplossen Probleem
Mogelijke oplossing
Geen stroom
y Controleer netsnoeren en aansluitingen. y Controleer of de wandstekkerdoos stroom heeft.
Geen live-video
y y y y
Live-video is erg belicht
Als er op de "Lus"-aansluiting een kabel is aangesloten, controleer of deze is aangesloten op een correct terminatieapparaat.
DVR stopt met opnemen
Als het vaste-schijfstation vol is, moet u of video wissen of de DVR instellen op Overschrijven.
Het pictogram verschijnt maar de DVR neemt niet op.
Wanneer de DVR in de Voorgebeurtenis- opnamemodus staat, wordt het gele pictogram zichtbaar als er geen gebeurtenis is en als de DVR niet aan het opnemen is. De rode pictogrammen en verschijnen bij iedere gebeurtenis die plaatsvindt en de DVR begint met opnemen.
Controleer de videokabel en -aansluitingen van de camera. Controleer de videokabel en -aansluitingen van de monitor. Controleer of de camera stroom krijgt. Controleer de lensinstellingen van de camera.
103
Gebruikshandleiding
Appendix F — Pin-uitaansluiting I/U Pin-uitaansluiting
AI (1 t/m 16) GND NC C
Alarminvoer 1 t/m 16 Chassis geaard (9 aansluitingen) Relay Alarmuitvoer (Normaal Gesloten) Gewoon Relay
NO
Relay Alarmuitvoer (Normaal Open)
ARI
Alarmreset In
RS485 Pin-uitaansluiting
Hoofdeenheid
Slaafeenheid
RX-/TX- J Tot J TX-/RXRX+/TX+ J To J TX+/RX+
104
Digitale videorecorder
Appendix G — Schermdiagram
105
Gebruikshandleiding
Appendix H — Specificaties Opstarten Afsluiten Opnieuw starten Upgrade Upgradefout Stroomstoring Tijdswijziging Tijdzonewijziging Tijdssynch. Tijdssynch. Mislukt Schijf slecht Aanmelden Afmelden Installatie begin Installatie einde Externe installatiewijziging Externe installatiefout Setup geimporteerd Setup-import mislukt
106
Setup geexporteerd Setup-export mislukt Setup-export geannuleerd Planning Aan Planning Uit Paniek Aan Paniek Uit Alle gegevens wissen Schijf wissen Schijf formatteren Schijf is vol Automatische verwijdering Zoekactie begin Zoekactie einde Clip kopieren begin Clip kopieren einde Clip kopieren annuleren Clip kopieren mislukt Terugbellen mislukt
Digitale videorecorder
Appendix I — Foutcodevermeldingen Relatie met systeemupgrade Nummer 0 1 2 3 4 100 101 102 103 104 105 106 300 301 302 303 304 400 401 402 500
Beschrijving Onbekende fout. Fout bestandversie. Fout besturingssysteemversie. Fout softwareversie. Fout kernelversie. Installatie van upgrade-apparaat mislukt. Pakket niet gevonden. Uitpakken pakket mislukt. LILO mislukt. Opnieuw opstarten mislukt. Ongeldig pakket. ODD-firmware-upgrade mislukt. Externe verbinding mislukt. Fout extern netwerk. Externe upgrade niet toegestaan. Opslaan van extern pakket mislukt. Externe upgrade geannuleerd door de gebruiker. Installatie van USB-apparaat mislukt. Lezen van upgrade-pakket op het USB-apparaat mislukt. Kopiëren van upgrade-pakket op het USB-apparaat mislukt. Systeem is bezig met clip kopiëren.
107
Gebruikshandleiding
Relatie met clip kopiëren Nummer 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 22
108
Beschrijving Onbekende fout. Apparaatfout. Installatie mislukt. Geen media. Ongeldige media. Bestand bestaat al. Niet genoeg ruimte. Maken van tijdelijk bestand mislukt. Openen van schijf mislukt. Formatteren van schijf mislukt. Database is gewijzigd. Aanhechting mislukt. Slechte sector. Geen uitvoerbaar bestand. Openen uitvoerbaar bestand mislukt. Schrijven uitvoerbaar bestand mislukt. Maken van beeld mislukt. Branden mislukt. Branden valt buiten tijdsbereik. Verificatie mislukt
Digitale videorecorder
Appendix J — Specificaties VIDEO Signaalformaat Video-invoer Monitoruitvoer Videoresolutie Terugspeel/ opname snelheid (beelden per seconde)
NTSC of PAL (automatische detectie) Composiet: 8 of 16 lusinvoeraansluitingen, 1 Vp-p, autoterminatie, 75 Ohms Composiet: 1 BNC, 1 Vp-p, 75 Ohms SPOT: 1 BNC, 1 Vp-p, 75 Ohms VGA: 1 Composiet: 720x480 (NTSC), 720x576 (PAL) VGA: 800x600 @60Hz 120ips (NTSC), 100ips (PAL)
INVOER/UITVOER Alarminvoer Alarmuitvoer Alarmreset-invoer Interne zoemer Netwerkconnectiviteit Audio-invoer Audio-uitvoer Tekstinvoer
8 of 16 TTL, programmeerbaar als NC of NO, 4.3V drempel 2 relay uitvoer, terminalblokken, programmeerbaar als NC of NO, 0.5A@125VAC, 1A@30VDC 1 TTL, terminalblokken 80dB op 10cm 10/100 Mbps Ethernet (RJ-45) RS-232C voor externe modem RCA-invoer: 2, Line In RCA-uitvoer: 1, Line Out POS Interface, ATM Interface
AANSLUITINGEN Video-invoer Videolus Monitoruitvoer Audio In Audio Uit Alarm invoer/uitvoer Ethernetpoort RS232C seriële poort RS485 seriële poort USB-poort
Composiet: 8 of 16 BNC Composiet: 8 of 16 BNC (Auto Terminating) Composiet: 1 BNC VGA: 1 VGA SPOT (Composiet): 1 BNC 2 RCA-aansluiting 1 RCA-aansluiting Terminalblokken RJ-45 DB9 (P) Terminalblok met twee aansluitingen 2 (USB 2.0)
Specificaties kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving..
109
Gebruikshandleiding
OPSLAG Primaire opslag Secundaire opslag *
EIDE vaste-schijfstation Ingebouwd CD-RW-station USB vaste-schijfstation, CD-RW-station of flashstation
* Als u een intern CD-RW-station of DVD-RW-station installeert, stelt u de jumper in op Master en sluit u deze aan op het secundaire IDE-kanaal.
ALGEMEEN AFMETINGEN (B X H X D) Gewicht eenheid Verzendgewicht Bedieningstemperatuur Relatieve vochtigheid Stroom Stroomverbruik Certificaten
430mm x 88mm x 414mm 7.3kg 12.3kg 5°C tot 40°C 0% tot 90% 100 tot 240 VAC, 4 – 2 A, 60/50Hz 90W FCC, UL, CE
Specificaties kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
110
WEEE (Waste Electrical & Electronic Equipment) Correct Disposal of This Product (Applicable in the European Union and other European countries with separate collection systems) This marking shown on the product or its literature, indicates that it should not be disposed with other household wastes at the end of its working life. To prevent possible harm to the environment or human health from uncontrolled waste disposal, please separate this from other types of wastes and recycle it responsibly to promote the sustainable reuse of material resources. Household users should contact either the retailer where they purchased this product, or their local government office, for details of where and how they can take this item for environmentally safe recycling. Business users should contact their supplier and check the terms and conditions of the purchase contract. This product should not be mixed with other commercial wastes for disposal.