Vierkanaals digitale videorecorder
WAARSCHUWING ELEKTRISCHE SCHOKGEVAAR NIET OPENEN WAARSCHUWING: VOOR HET VERMINDEREN VAN HET SCHOKGEVAAR, HET DEKSEL (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDEREN. BEVAT GEEN SERVICEONDERDELEN. LAAT ONDERHOUD OVER AAN BEVOEGD SERVICEPERSONEEL. De bliksemschicht met de pijl in een driehoek met gelijke vlakken attendeert de gebruiker op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke voltage” binnen in het product, dat hoog genoeg is om een schokgevaar op te leveren. Het uitroepteken in een driehoek met gelijke vlakken attendeert de gebruiker op de aanwezigheid van belangrijke gebruiks- en onderhoud- (servicing) instructies in de bijgeleverde documentatie.
FCC-GESCHIKTSHEIDSVERKLARING: DEZE APPARATUUR IS GETEST EN VOLDOET AAN DE BEPERKINGEN VERBONDEN AAN EEN KLASSE-A DIGITAAL APPARAAT, IN OVEREENSTEMMING MET DEEL 15 VAN DE FCC-NORMEN. DEZE BEPERKINGEN ZIJN OPGESTELD OM REDELIJKE BESCHERMING TE BIEDEN TEGEN SCHADELIJKE INTERFERENTIE WANNEER DE APPARATUUR WORDT BEDIEND IN EEN ZAKELIJKE OMGEVING. DEZE APPARATUUR GENEREERT, GEBRUIKT EN KAN RADIOFREQUENTIES UITSTRALEN EN KAN INDIEN NIET GEÏNSTALLEERD EN GEBRUIKT VOLGENS DE HANDLEIDING, SCHADELIJKE INTERFERENTIE VEROORZAKEN AAN RADIOCOMMUNICATIES. BEDIENING VAN DE APPARATUUR IN HUISELIJKE OMGEVING VEROORZAAKT MOGELIJK SCHADELIJKE INTERFERENTIE. IN DAT GEVAL ZAL DE GEBRUIKER DE INTERFERENTIE OP EIGEN KOSTEN ZELF MOETEN CORRIGEREN. WAARSCHUWING: VERANDERINGEN OF WIJZIGINGEN DIE NIET UITDRUKKELIJK ZIJN GOEDGEKEURD DOOR DE PARTIJ DIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR NALEVING VAN DE NORMEN KUNNEN LEIDEN TOT HET VERVALLEN VAN HET RECHT VAN DE GEBRUIKER OM DIT APPARAAT TE BEDIENEN. DIT KLASSE-A DIGITAAL APPARAAT VOLDOET AAN DE CANADESE NORM ICES-003. CET APPAREIL NUMÉRIQUE DE LA CLASS A EST CONFORME À LA NORME NMB-003 DU CANADA.
De informatie in deze handleiding is verondersteld nauwkeurig te zijn vanaf de publicatiedatum. Honeywell is niet verantwoordelijk voor problemen die voortvloeien uit het gebruik van de handleiding. De opgenomen informatie kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Revisies of nieuwe uitgaven van deze publicatie kunnen worden uitgegeven voor het opnemen van dergelijke wijzigingen.
i
Gebruikshandleiding
Belangrijke veiligheidsinformatie 1. Lees de instructies Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies voordat u het apparaat bedient. 2. Bewaar de instructies Bewaar de veiligheids- en bedieningsinstructies op een veilige plaats voor later gebruik.
13. Onderhoud Probeer nooit zelf onderhoud te plegen aan dit apparaat. Laat al het onderhoud uitvoeren door erkend personeel.
5. Water en vocht Gebruik deze apparatuur niet in de buurt van water of in een omgeving die in contact staat met water.
14. Onderhoud als gevolg van schade Trek het netsnoer uit de wandstekkerdoos en laat erkend onderhoudspersoneel het apparaat nakijken onder de volgende omstandigheden: A. Wanneer het netsnoer of de stekker zijn beschadigd. B. Indien er vloeistof is gemorst over of voorwerpen zijn gevallen in de apparatuur. C. Indien de apparatuur heeft blootgestaan aan regen of water. D. Indien de apparatuur niet correct functioneert wanneer u de gebruikersinstructies uitvoert. Regel alleen die instellingen die vermeld staan in de instructies omdat een incorrecte aanpassing van andere functies kan leiden tot schade en langdurig onderhoud door een bevoegde technicus om de normale werking te herstellen. E. Indien de apparatuur is gevallen of de kast is beschadigd. F. Wanneer de apparatuur afwijkend functioneert, hetgeen een indicatie is voor onderhoud.
6. Ventilatie Plaats deze apparatuur uitsluitend rechtop. De apparatuur heeft een open frame SMPS (Switching Mode Power Supply), dat brandgevaar of elektrische schokken kan veroorzaken als iets in de eenheid wordt gestoken door de ventilatiegaten aan de zijkant van het apparaat.
15. Vervangende onderdelen Wanneer onderdelen vervangen dienen te worden, zorg ervoor dat de onderhoudstechnicus onderdelen gebruikt die zijn aangemerkt door de fabrikant of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Onbevoegd vervangen van onderdelen kan leiden tot brand, elektrische schokgevaar of andere risico’s.
7. Accessoires Plaats dit apparaat niet op een onstabiele tafel of draagoppervlak. Het kan vallen waarbij het ernstige verwondingen kan veroorzaken bij volwassenen en kinderen en ernstige schade aan het apparaat. Voor het installeren aan een muur of op een plank, volg de instructies van de fabrikant en gebruik alleen installatiecomponenten die zijn goedgekeurd door de fabrikant.
16. Veiligheidscontrole Na het voltooien van onderhoud of reparatie aan de apparatuur, vraag uw onderhoudstechnicus een veiligheidscontrole uit te voeren om na te gaan of het apparaat correct functioneert.
3. Reinigen Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact voordat u het schoonmaakt. Gebruik geen vloeibare reinigingssprays. Gebruik een vochtige doek voor het reinigen. 4. Uitbreidingen Bevestig nooit uitbreidingen of apparatuur zonder de goedkeuring van de fabrikant omdat dergelijke uitbreidingen kunnen leiden tot brand, elektrische schokken of persoonlijke schade.
17. Veldinstallatie De installatie dient te worden uitgevoerd door een bevoegde onderhoudstechnicus en dient te voldoen aan alle plaatselijke eisen. 18. Juiste batterijen Waarschuwing: Het plaatsen van een onjuist type batterij kan leiden tot explosiegevaar. Verwijder de batterijen volgens de voorschriften. 19. Omgevingstemperatuur (Tmra) De fabrikant moet een maximale omgevingstemperatuur (Tmra) aanbevelen voor het apparaat zodat de klant en de installateur een geschikte bedieningsomgeving kunnen uitkiezen.
De videomonitor op een eventuele kar moet voorzichtig worden gereden. Abrupt stoppen, teveel kracht en ongelijke oppervlaktes kunnen tot gevolg hebben dat de apparatuur en karcombinatie omslaan. 8. Stroombronnen Bedien dit apparaat alleen met een stroombron zoals aangegeven op het markeringslabel. Indien u er niet zeker van bent welke elektriciteitsvoorziening u heeft, raadpleeg uw leverancier of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf. 9. Netsnoeren De operator of installateur moet spannings- en andere aansluitingen verwijderen voor het behandelen van de apparatuur. 10. Bliksem Voor een betere beveiliging van deze apparatuur tijdens onweer, of wanneer het gedurende lange tijd niet wordt gebruikt, trek het netsnoer uit de wandstekkerdoos en trek de antenne of het kabelsysteem uit de betreffende aansluitingen. Dit voorkomt schade aan de apparatuur veroorzaakt door bliksem en stroomuitval. 11. Overbelasting Zorg ervoor dat u de wandstekkerdozen en verlengsnoeren niet overbelast omdat dit een risico voor brand- en elektrische schokgevaar met zich mee brengt. 12. Voorwerpen en vloeistoffen Stop nooit enigerlei voorwerpen in de openingen van dit apparaat omdat deze gevaarlijke spanningspunten kunnen raken of delen kunnen kortsluiten waardoor brand of elektrische schokken kunnen ontstaan. Zorg ervoor dat u nooit vloeistoffen over het apparaat morst.
ii
20. Hoge bedieningomgevingstemperatuur Indien geïnstalleerd in een gesloten ruimte of in een rack met meerdere apparaten, kan de bedieningomgevingstemperatuur van het rack hoger zijn dan de kamertemperatuur. Denk er daarom om de apparatuur te installeren in een omgeving die overeenkomt met de maximale omgevingstemperatuur (Tmra) die is vastgesteld door de fabrikant. 21. Verminderde luchtkoeling Installatie van de apparatuur in een rack moet zodanig gebeuren dat de luchtstroom die nodig is voor veilige bediening niet in gevaar komt. 22. Mechanisch laden Installeer de apparatuur in het rack op zo'n manier dat er geen gevaarlijke situatie kan ontstaan bij oneven mechanisch laden. 23. Circuitoverbelasting Houd bij het aansluiten van de apparatuur op een stroomcircuit rekening met de gevolgen die overbelasting van circuits kunnen hebben op stroombeveiliging en stroomkabels. Houd rekening met de specificaties op het fabrieksplaatje van de apparatuur als deze situatie zich voordoet. 24. Betrouwbare aarde aansluiting Zorg voor een goed geaarde aansluiting van apparatuur die u installeert in racks. Let in het bijzonder op de stroomaansluitingen die geen directe aansluitingen op het vertakte circuit inhouden (bijv. stekkerblokken).
Vierkanaals digitale videorecorder
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 — Introductie ........................................................................................ 1 Eigenschappen ....................................................................................................... 1 Technisch overzicht ............................................................................................... 2 Hoofdstuk 2 — Installatie .......................................................................................... 3 Verpakkingsinhoud ................................................................................................ 3 Benodigde installatiehulpmiddelen ...................................................................... 3 De videobron aansluiten ........................................................................................ 4 De video-lusverbinding aansluiten ....................................................................... 4 De spotmonitor aansluiten .................................................................................... 4 Audio aansluiten .................................................................................................... 5 Eenheid instellen voor CVBS of VGA-uitvoer ...................................................... 5 De RGB-monitor aansluiten .................................................................................. 5 De netwerkpoort aansluiten .................................................................................. 6 Alarmen aansluiten ................................................................................................ 6 AI 1 tot 4 (Alarm in) .............................................................................................. 6 GND (Geaard) ...................................................................................................... 7 ARI (Alarmreset in) ............................................................................................... 7 Alarm uit ............................................................................................................... 7 Aansluiten op de RS-232C-poort .......................................................................... 7 Fabrieksreset .......................................................................................................... 8 Aansluiten op de USB-poort ................................................................................. 8 Het netsnoer aansluiten ......................................................................................... 9 Hoofdstuk 3 — Configuratie .................................................................................... 11 Besturingselementen frontpaneel ...................................................................... 11 Cameraknoppen (1 tot en met 4)........................................................................ 11 POWER-LED ...................................................................................................... 12 ALARM-LED ....................................................................................................... 12 RECORD-LED .................................................................................................... 12 ENTER/PAUSE-knop ......................................................................................... 12 Pijlknoppen ......................................................................................................... 12 PANIC-knop ....................................................................................................... 13 ZOOM/PTZ-knop ................................................................................................ 13 QUAD/SEQUENCE-knop ................................................................................... 13 MENUknop ......................................................................................................... 13 De Infrarood Afstandsbediening aansluiten ...................................................... 14 De DVR inschakelen............................................................................................. 14 Eerste setup .......................................................................................................... 15 Snelle setupscherm ............................................................................................. 15 Standaardsetupscherm ....................................................................................... 17 Systeeminformatie .............................................................................................. 17 Datum en tijd instellen ........................................................................................ 20 iii
Gebruikshandleiding
Systeemcontrolescherm ..................................................................................... 23 Opslagscherm .................................................................................................... 24 Systeemlogboekscherm ..................................................................................... 26 Systeem afsluiten ............................................................................................... 27 Invoerapparaten configureren ............................................................................ 27 Camera-setupscherm ......................................................................................... 27 Alarm in-setupscherm ........................................................................................ 29 Bewegingsdetector ............................................................................................. 29 Text-in-setupscherm ........................................................................................... 31 Alarm-uit-setupscherm ....................................................................................... 34 Audio-setupscherm ............................................................................................ 35 RS232 -setupscherm .......................................................................................... 36 Opname-instellingen configureren ..................................................................... 37 Opnamemodus-setupscherm ............................................................................. 37 Time lapse-opnamesetupscherm ....................................................................... 38 Time lapse-opnameschema ............................................................................... 39 Voorgebeurtenisopname setupscherm .............................................................. 40 Gebeurtenisactie-setup ....................................................................................... 41 Alarm in-gebeurtenisactie (Opname) setupscherm ............................................ 41 Alarm in-gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm............................................ 42 Alarm in-gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm ........................................ 43 Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Opname) setupscherm ........................... 44 Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm .......................... 44 Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm ....................... 45 Tekst in-gebeurtenisactie (Opname) setupscherm............................................. 46 Tekst in-gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm ............................................ 47 Tekst in-gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm ......................................... 47 Video-uitval gebeurtenisactie (Opname) setupscherm....................................... 48 Video-uitval gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm ...................................... 49 Video-uitval gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm ................................... 49 Weergavesetup ..................................................................................................... 50 OSD (schermweergave ) setup .......................................................................... 50 Hoofdbewaking setupscherm ............................................................................. 51 Netwerk setupscherm .......................................................................................... 52 LAN-setupscherm ............................................................................................... 54 Modemsetup ....................................................................................................... 57 DVRNS (DVR-naamservice) setupscherm ......................................................... 58 Terugbelcentrum setupscherm ........................................................................... 59 Wachtwoord setupscherm .................................................................................. 61 Configuratiescherm ............................................................................................. 63 Kopiëren clip ....................................................................................................... 63 Standaardsetup laden ........................................................................................ 65 Installatie laden/opslaan ..................................................................................... 65 Alle gegevens wissen ......................................................................................... 66 Hoofdstuk 4 — Bediening........................................................................................ 67 iv
Vierkanaals digitale videorecorder
De DVR inschakelen............................................................................................. 67 Live-bewaking....................................................................................................... 67 PTZ-modus ......................................................................................................... 68 Digitale zoomfunctie ........................................................................................... 70 Video opnemen..................................................................................................... 70 Audio opnemen .................................................................................................... 71 Opgenomen video afspelen ................................................................................ 71 Pijltoetsen ........................................................................................................... 72 ENTER/PAUSEknop .......................................................................................... 72 Cameraknoppen (1 tot en met 4)........................................................................ 72 QUAD/SEQ-knop ............................................................................................... 73 Digitale zoomterugspeelfunctie .......................................................................... 73 Video zoeken ........................................................................................................ 74 Datum en tijd zoeken .......................................................................................... 75 Agenda zoeken .................................................................................................. 75 Gebeurtenis zoeken ........................................................................................... 76 Tekst-in zoeken .................................................................................................. 78 Appendix A — USB vaste-schijfstation gereedmaken ......................................... 81 Het USB-IDE vaste-schijfstation gereedmaken in Windows 2000 ................... 81 Het USB-IDE vaste-schijfstation gereedmaken in Windows 98 ....................... 82 Appendix B — Tekst-in zoekvraagvoorbeelden .................................................... 83 Zoekvraagvoorbeeld I .......................................................................................... 83 Zoekvraagvoorbeeld II ......................................................................................... 84 Appendix C — Problemen oplossen ...................................................................... 85 Appendix D — Pin-uitaansluiting............................................................................ 86 Appendix E — Schermdiagram ............................................................................... 87 Appendix F — Specificaties .................................................................................... 88
v
Gebruikshandleiding
Lijst met figuren Figuur 1 — Typische DVR-installatie ......................................................................................... 1 Figuur 2 — DVR-achterpaneel ................................................................................................... 3 Figuur 3 — Video-invoeraansluitingen ....................................................................................... 4 Figuur 4 — Video-lusaansluitingen ............................................................................................ 4 Figuur 5 — Video-uitvoeraansluitingen ...................................................................................... 4 Figuur 6 — Audio in en uit-aansluitingen ................................................................................... 5 Figuur 7 — CVBS/VGA-schakelaar ........................................................................................... 5 Figuur 8 — VGA-aansluiting ...................................................................................................... 5 Figuur 9 — Netwerkaansluiting .................................................................................................. 6 Figuur 10 — Alarminvoeraansluitblokken .................................................................................. 6 Figuur 11 — Alarmuitvoeraansluitblokken ................................................................................. 7 Figuur 12 — RS-232C-aansluiting ............................................................................................. 7 Figuur 13 — Fabrieksresetschakelaar ....................................................................................... 8 Figuur 14 — USB-aansluiting..................................................................................................... 8 Figuur 15 — Netsnoeraansluiting............................................................................................... 9 Figuur 16 — DVR-frontpaneel.................................................................................................. 11 Figuur 17 — Infrarood Afstandsbediening. .............................................................................. 14 Figuur 18 — Beheerderwachtwoordscherm ............................................................................ 15 Figuur 19 — Snelle setupscherm ............................................................................................. 15 Figuur 20 — Standaardsetupscherm ....................................................................................... 17 Figuur 21 — Systeeminformatiescherm ................................................................................... 17 Figuur 22 — Systeeminformatie wijzigen scherm .................................................................... 18 Figuur 23 — Virtueel toetsenbord ............................................................................................ 18 Figuur 24 — Systeem-upgradescherm .................................................................................... 19 Figuur 25 — Datum en tijd-setupscherm ................................................................................. 20 Figuur 26 — Setup-vakantiescherm......................................................................................... 21 Figuur 27 — Tijd synchroniserenscherm ................................................................................. 21 Figuur 28 — Systeemcontrolescherm ...................................................................................... 23 Figuur 29 — Systeemcontrole (Alarm Uit / Informeren) scherm .............................................. 24 Figuur 30 — Opslagscherm ..................................................................................................... 24 Figuur 31 — S.M.A.R.T. setupscherm ..................................................................................... 25 Figuur 32 — Systeemlogboekscherm ...................................................................................... 26 Figuur 33 — Apparaatmenuscherm ......................................................................................... 27 Figuur 34 — Camera-setupscherm .......................................................................................... 28 Figuur 35 — PTZ-apparaatlijst ................................................................................................. 28 Figuur 36 — Alarm in-setupscherm ......................................................................................... 29 Figuur 37 — Bewegingsdetector-setupscherm ........................................................................ 29 Figuur 38 — Bewegingsdetectiezone ...................................................................................... 30 Figuur 39 — Tekst-in-setupscherm .......................................................................................... 31 Figuur 40 — Tekst-in (VP Filter) setupscherm. ........................................................................ 32 Figuur 41 — Tekst-in (generieke tekst) setupscherm .............................................................. 32 Figuur 42 — Tekst-in (EPSON-POS) installatiescherm ........................................................... 32 Figuur 43 — Alarm-uit-setupscherm ........................................................................................ 34 Figuur 44 — Alarm-uit-schemascherm .................................................................................... 34 Figuur 45 — Audio-setupscherm ............................................................................................. 35 Figuur 46 — RS232-setupscherm............................................................................................ 36 Figuur 47 — Setup opnamemodus .......................................................................................... 37 Figuur 48 — Setupscherm time lapse-modus .......................................................................... 38 vi
Vierkanaals digitale videorecorder
Figuur 49 — Setupscherm time lapse-opnameschema ........................................................... 39 Figuur 50 — Setup Voorgeschiedenisopname ........................................................................ 40 Figuur 51 — Alarm in-gebeurtenisactie (Opname) setupscherm ............................................ 41 Figuur 52 — Alarm in-gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm ............................................ 42 Figuur 53 — Alarm in-gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm ......................................... 43 Figuur 54 — Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Opname) setupscherm ........................... 44 Figuur 55 — Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm ........................... 45 Figuur 56 — Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm ....................... 45 Figuur 57 — Tekst in-gebeurtenisactie (Opname) setupscherm ............................................. 46 Figuur 58 — Tekst in-gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm ............................................. 47 Figuur 59 — Tekst in-gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm ......................................... 47 Figuur 60 — Video-uitval gebeurtenisactie (Opname) setupscherm ....................................... 48 Figuur 61 — Video-uitval gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm....................................... 49 Figuur 62 — Video-uitval gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm ................................... 49 Figuur 63 — OSD-setupscherm ............................................................................................... 50 Figuur 64 — Hoofdbewaking setupscherm .............................................................................. 52 Figuur 65 — Netwerksetupscherm........................................................................................... 52 Figuur 66 — LAN (Handmatig) setupscherm ........................................................................... 54 Figuur 67 — Port Number Setupscherm .................................................................................. 55 Figuur 68 — LAN (DHCP) setupscherm .................................................................................. 56 Figuur 69 — LAN (ADSL) setupscherm ................................................................................... 56 Figuur 70 — Modem-setupscherm........................................................................................... 57 Figuur 71 — DVRNS-setupscherm .......................................................................................... 58 Figuur 72 — Terugbelcentrum (LAN) setupscherm ................................................................. 59 Figuur 73 — Terugbelcentrum (Modem) setupscherm ............................................................ 60 Figuur 74 — Wachtwoord setupscherm ................................................................................... 61 Figuur 75 — Configuratiescherm ............................................................................................. 63 Figuur 76 — Kopiëren clip scherm ........................................................................................... 63 Figuur 77 — Schijfpartitie-selectiescherm ............................................................................... 64 Figuur 78 — Installatie laden/opslaan scherm ......................................................................... 66 Figuur 79 — Live-bewaking (Tekst-in) scherm ........................................................................ 68 Figuur 80 — PTZ-menu ........................................................................................................... 69 Figuur 81 — PTZ-voorinstellingenscherm ............................................................................... 69 Figuur 82 — PTZ Toepassen ................................................................................................... 70 Figuur 83 — Terugspeel (Tekst-in) scherm ............................................................................. 72 Figuur 84 — Digitale zoomscherm ........................................................................................... 73 Figuur 85 — Uitvergrote digitale zoomscherm ......................................................................... 74 Figuur 86 — Zoekmenu ........................................................................................................... 74 Figuur 87 — Datum en tijd zoekenscherm ............................................................................... 75 Figuur 88 — Agenda-zoekenscherm ....................................................................................... 75 Figuur 89 — Gebeurtenissenlogboekscherm .......................................................................... 76 Figuur 90 — Gebeurteniszoekactie (op gebeurtenis) scherm ................................................. 77 Figuur 91 — Gebeurtenis zoeken (op camera) scherm ........................................................... 77 Figuur 92 — Tekst-in zoekscherm ........................................................................................... 78 Figuur 93 — Tekst-in-zoekscherm ........................................................................................... 78
vii
Gebruikshandleiding
viii
Vierkanaals digitale videorecorder
Hoofdstuk 1 — Introductie Eigenschappen Uw digitale kleurenvideorecorder (DVR) biedt opnamecapaciteit voor 4 camera's. De recorder biedt een buitengewone kleurenkwaliteit bij zowel live afspelen als bij het terugspelen en bevat de volgende eigenschappen: y y y y y y y y y y y y y y
4 Composiet invoeraansluitingen Compatibel met kleuren- (NTSC of PAL) en zwart/wit- (CCIR en EIA-170) videobronnen Meerdere zoekmachines (datum/tijd, agenda, gebeurtenis) Kan maximaal 120 NTSC-beelden per seconde opnemen (100 PAL-beelden per seconde) Video-lusaansluitingen Blijft opnemen bij schijfoverschrijving Blijft opnemen tijdens het opslaan, uitzenden naar remote site en tijdens terugspelen Gebruikersvriendelijke grafische gebruikersinterface (GUI) menusysteem Verscheidene opnamefuncties (Tijd, Event, Pre-event en Paniek) Geluidsopname en terugspelen Alarmaansluitingen zoals: invoer, uitvoer en reset invoer Ingebouwde alarmtoon Toegang tot live of opgenomen video's via ethernet of modem Infrarood Afstandsbediening
Figuur 1 — Typische DVR-installatie
1
Gebruikshandleiding
Technisch overzicht Uw DVR kan zowel een looptijd-VCR (analoge videorecorder) als een multiplexer vervangen in een beveiligingsinstallatie. De DVR bevat echter veel functies die het apparaat veel krachtiger maken en gemakkelijker te gebruiken dan zelfs de meest geavanceerde VCR. De DVR zet analoge NTSC of PAL-video om naar digitale beelden en neemt deze op op een vaste-schijfstation. Wanneer u een vaste-schijfstation gebruikt, heeft u bijna onmiddellijk toegang tot opgenomen video; er is geen tape die u moet terugspoelen. Met deze technologie kunt u opgenomen video bekijken terwijl de DVR doorgaat met opnemen. Digitaal opgenomen video heeft een aantal voordelen die analoog opgenomen video op videotape niet heeft. U hoeft tracking niet aan te passen. U kunt frames vastleggen, snel vooruitspoelen, snel achteruitspoelen, langzaam vooruit en langzaam achteruit zonder vervorming van het beeld. U kunt digitale video indexeren op tijd of gebeurtenissen en u kunt direct na het selecteren van de tijd of de gebeurtenis de betreffende video bekijken. U kunt uw DVR instellen voor gebeurtenis- of looptijdopname. U kunt opnametijden specificeren en het schema wijzigen voor verschillende dagen van de week en opgegeven vakanties. U kunt de DVR instellen zodat deze u waarschuwt wanneer de vaste schijf vol is of u kunt in dat geval de oudste video laten overschrijven. Uw DVR gebruikt een eigendomscodering waardoor het haast onmogelijk wordt opnames te wijzigen. U kunt live video's bekijken, zoeken naar beelden en uw DVR extern regelen via een externe modem- of ethernetverbinding. Er is een speciale USB-poort die u kunt gebruiken om videoclips te kopiëren naar USB-IDE vaste-schijfstations, USB CD-RW-stations of flashstations.
2
Vierkanaals digitale videorecorder
Hoofdstuk 2 — Installatie Verpakkingsinhoud De verpakking bevat de volgende componenten: y y y y y y y y
Digitale videorecorder Netsnoer Gebruikshandleiding Meertalige gebruikshandleiding (RASplus CD-ROM) RASplus-gebruikshandleiding Meertalige RASplus-software en gebruikshandleiding (RASplus CD-ROM) DVRNS-server-software en gebruikshandleiding (RASplus CD-ROM) Infrarood Afstandsbediening
Benodigde installatiehulpmiddelen U heeft geen speciale gereedschappen nodig om de DVR te installeren. Raadpleeg de betreffende installatiehandleidingen voor de andere items van uw systeem.
Figuur 2 — DVR-achterpaneel Video-invoer
Video-uitvoer
Audio-invoer
Audio-uitvoer
CVBS of VGA-keuzeschakelaar
VGA-poort
Ethernetpoort
Alarminvoer
Alarmuitvoer
RS-232C-poort
Fabrieksresetschakelaar
Netsnoeraansluiting
3
Gebruikshandleiding
De videobron aansluiten
Figuur 3 — Video-invoeraansluitingen Sluit de coaxkabels van de videobronnen aan op de BNC Video In-aansluitingen.
De video-lusverbinding aansluiten
Figuur 4 — Video-lusaansluitingen Als u uw videobron wilt aansluiten op een ander apparaat, kunt u de Loop BNC-(lus)aansluitingen gebruiken. OPMERKING: De BNC-aansluitingen zijn autoterminatie. Sluit GEEN kabel aan op de Loop BNC tenzij deze is aangesloten op een ander apparaat met terminatie omdat u anders een slechte videokwaliteit krijgt.
De spotmonitor aansluiten
Figuur 5 — Video-uitvoeraansluitingen Sluit de SPOT monitor aan op de aansluiting Video Out. OPMERKING: Voor SPOT monitoruitvoer zet u de CVBS/VGA-keuzeschakelaar op CVBS.
4
Vierkanaals digitale videorecorder
Audio aansluiten OPMERKING: De gebruiker is verantwoordelijk voor het nagaan of plaatselijke wetgeving en regelgeving het opnemen van audio toestaan.
Figuur 6 — Audio in en uit-aansluitingen Uw DVR kan audio opnemen. Sluit de audiobron aan op Audio in. Sluit Audio Out aan op uw versterker. OPMERKING: De audioinvoer komt van een versterkte bron. De DVR bevat geen versterkte audio-uitvoer; u heeft een luidspreker nodig met een versterker.
Eenheid instellen voor CVBS of VGA-uitvoer
Figuur 7 — CVBS/VGA-schakelaar Zet de schakelaar op CVBS of VGA voor monitoruitvoer. Selecteer CVBS voor spotmonitor en selecteer VGA voor RGB-monitor. OPMERKING: Het kan zijn dat de DVR sommige LCD-monitors niet ondersteunt of dat sommige monitors Multi Sync niet ondersteunen. OPMERKING: U kunt spotmonitoruitvoer en VGA-uitvoer niet tegelijkertijd gebruiken. OPMERKING: Stel de CVBS of VGA-keuzeschakelaar in voordat u de DVR inschakelt. U kunt de instelling niet wijzigen wanneer de eenheid actief is.
De RGB-monitor aansluiten
Figuur 8 — VGA-aansluiting 5
Gebruikshandleiding
Het apparaat bevat een VGA-poort voor RGB-monitoruitvoer. Sluit indien nodig de RGB-monitor aan op de VGA-aansluiting. Sluit een RGB-kabel met een DB-15 (mannetjes) aansluiting aan op de DVR-aansluiting. De kabel is meestal korter dan 3 meter. OPMERKING: Voor RGB-monitoruitvoer zet u de CVBS/VGA-keuzeschakelaar op VGA.
De netwerkpoort aansluiten
Figuur 9 — Netwerkaansluiting U kunt de DVR op een netwerk aansluiten met een ethernetaansluiting van 10/100 Mb. Sluit een Cat5-kabel met een RJ-45-contactbus aan op de DVR-aansluiting. U kunt de DVR als een netwerk aansluiten met een PC met externe controle, zoekfunctie, configuratie en software-upgrades. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie voor de configuratie van ethernetverbindingen. VOORZICHTIG: De netwerkaansluiting is niet geschikt om gebruikt te worden met kabel of draag voor gebruik buitenshuis.
Alarmen aansluiten
Figuur 10 — Alarminvoeraansluitblokken OPMERKING: Om aansluitingen aan te brengen op het alarmaansluitblok drukt u de knop in, houd deze ingedrukt en steek de kabel in de opening onder de knop. Trek na het loslaten van de knop voorzichtig aan de kabel om er zeker van te zijn dat hij is aangesloten. Als u een kabel wilt verwijderen, druk op de knop boven de kabel, houd deze ingedrukt en trek de kabel eruit.
AI 1 tot 4 (Alarm in) U kunt externe apparaten gebruiken om de DVR te instrueren te reageren op gebeurtenissen. U kunt mechanische of elektrische schakelaars aansluiten op de AI (Alarm in) en GND (geaarde) aansluitingen. De drempelspanning voor NC (Normaal gesloten) is hoger dan 4,3 V en moet ten minste 0,5 seconde stabiel zijn om te worden gevonden. Voor NO (Normaal open) is de drempelspanning lager dan 0,3 V. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie voor de configuratie van alarminvoer. 6
Vierkanaals digitale videorecorder
GND (Geaard) Sluit de aardekant van de Alarminvoer aan op de GND-aansluiting.
ARI (Alarmreset in) U kunt een extern signaal gebruiken voor Alarmreset in om zowel het Alarm-uitsignaal als de interne alarmtoon van de DVR te resetten. U kunt mechanische of elektrische schakelaars aansluiten op de ARI (Alarmreset in) en GND (geaarde) aansluitingen. De drempelspanning is lager dan 0,3 V en moet ten minste 0,5 seconde stabiel zijn om te kunnen worden gevonden. Sluit de kabels aan op de ARI (Alarmreset in) en GND (Geaarde) aansluitingen.
Alarm uit
Figuur 11 — Alarmuitvoeraansluitblokken De DVR kan externe apparaten activeren zoals alarmtonen en indicatoren. U kunt mechanische of elektrische schakelaars aansluiten op de NC (Normaal gesloten) en C (Algemene) aansluitingen of op de NO (Normaal open) en C (Algemene) aansluitingen. De maximaal toegestane stroomsterkte is 0,5 A voor 125 VAC, 1 A voor 30 VDC. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie voor de configuratie van alarmuitvoer.
Aansluiten op de RS-232C-poort
Figuur 12 — RS-232C-aansluiting De DVR bevat een RS-232C-poort om een externe modem aan te sluiten voor externe controle, configuratie en software-upgrades, tekstinvoer en voor aansluiting op een bedieningspaneel. Gebruik een modemkabel met een DB-9S (vrouwtjes) aansluiting voor aansluiting op de DVR. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie voor de configuratie van de modem. OPMERKING: De DVR bevat geen modemkabel. Veel modems worden geleverd zonder kabels. Zorg ervoor dat u de juiste kabel hebt wanneer u de modem koopt.
7
Gebruikshandleiding
Fabrieksreset
Figuur 13 — Fabrieksresetschakelaar De DVR bevat een Fabrieksreset-schakelaar die zich rechts van de RS-232C-aansluiting bevindt. Deze schakelaar gebruikt u zelden en alleen wanneer u alle instellingen wilt terugzetten op de originele fabrieksinstellingen. VOORZICHTIG: Wanneer u Fabrieksreset gebruikt verliest u alle instellingen die u heeft aangebracht. Neem contact op met de DVRNS-serverbeheerder als u dezelfde DVR-naam wilt gebruiken die is geregistreerd op de DVRNS-server nadat u het systeem initialiseert met behulp van de fabrieksreset. Registreer en sla de helpdeskinformatie eerst op voordat u een fabrieksreset uitvoert. Gebruik een rechtgebogen paperclip om de eenheid te resetten: 1. Zet de DVR uit. 2. Zet hem vervolgens aan. 3. Wanneer de DVR bezig is met initialiseren, steekt u de rechtgebogen paperclip in de opening zonder label, die zich rechts van de RS-232C-aansluiting bevindt. 4. Houdt de schakelaar ingedrukt totdat alle LED-lichtjes op het frontpaneel branden. OPMERKING: Wanneer de DVR de instellingen correct terugzet naar de fabrieksinstellingen, lichten de LED-lampjes op het frontpaneel drie maal op.
5. Laat de resetschakelaar los. Alle DVR-instellingen staan nu op de originele fabrieksinstellingen.
Aansluiten op de USB-poort
Figuur 14 — USB-aansluiting Het frontpaneel bevat een USB-poort om externe vaste-schijfstations, CD-RW-stations of flashstations aan te sluiten voor video-opslag. Plaats het externe vaste-schijfstation dicht genoeg bij de DVR zodat u de kabels kunt aansluiten, die meestal korter zijn dan 2 meter. Gebruik de USB-kabel die bij het vaste-schijfstation of CD-RW is meegeleverd om deze aan te sluiten op de DVR. Zie Hoofdstuk 4 — Bediening voor het opslaan van video op een extern USB-IDE vaste-schijfstation, USB CD-RW-station of USB-flashstation. U kunt de software ook bijwerken via de USB-poort. 8
Vierkanaals digitale videorecorder
Het netsnoer aansluiten
Figuur 15 — Netsnoeraansluiting Sluit het netsnoer eerst op de DVR aan en dan op de wandstekkerdoos. WAARSCHUWING: LEG NETSNOEREN ZODANIG DAT NIEMAND ER OVER KAN STRUIKELEN. ZORG ERVOOR DAT HET NETSNOER NIET KAN WORDEN DOORSTOKEN OF BESCHADIGD DOOR MEUBELEN. LEG NETSNOEREN NIET ONDER TAPIJTEN OF VLOERBEDEKKING. HET NETSNOER HEEFT EEN AARDEPIN. ALS UW WANDSTEKKERDOOS NIET GEAARDE IS, PROBEER DE STEKKER DAN NIET TE VERANDEREN. VERMIJD OVERBELASTING VAN HET CIRCUIT DOOR NIET TEVEEL APPARATEN AAN TE SLUITEN OP ÉÉN CIRCUIT. Uw DVR is nu gereed voor gebruik. Raadpleeg Hoofdstuk 3 — Configuratie en Hoofdstuk 4 — Bediening.
9
Gebruikshandleiding
10
Vierkanaals digitale videorecorder
Hoofdstuk 3 — Configuratie OPMERKING: Voordat u verder gaat, moet uw DVR volledig zijn geïnstalleerd. Raadpleeg Hoofdstuk 2 — Installatie.
Besturingselementen frontpaneel
Figuur 16 — DVR-frontpaneel Cameraknoppen Enter/Pauzeknop Kwad/Volgorde-knop
Stroom-LED Pijlknoppen Menuknop
Alarm-LED Paniekknop USB-aansluiting
Opname-LED Zoom/PTZ-knop
Veel van de knoppen op het frontpaneel hebben meerdere functies. Hieronder vindt u een beschrijving van iedere knop en de betreffende functies. Lees de beschrijvingen a.u.b. door. U heeft deze nodig voor het instellen van uw DVR en voor de basisbediening. OPMERKING: De DVR heeft geen afzonderlijke Alarmknop. Door te drukken op een willekeurige knop op het frontpaneel of afstandsbediening, reset u de alarmuitvoer met inbegrip van de interne alarmtoon wanneer het alarm is ingeschakeld. Wanneer u zich echter in de menu- of PTZ-modus bevindt, moet u deze modus eerst afsluiten om de alarmuitvoer te resetten. OPMERKING: De infraroodsensor van de DVR zit net links naast de MENU knop. Zorg dat de sensor niet geblokkeerd is want anders werkt de afstandsbediening niet goed.
Cameraknoppen (1 tot en met 4) Door op de afzonderlijke cameraknoppen te drukken, geeft de geselecteerde camera weer in het volledige scherm. U gebruikt deze om wachtwoorden in te voeren. De cameraknoppen functioneren ook in de PTZ-modus. Druk op CAMERA 1 om in te zoomen in de PTZ-modus, druk op CAMERA 2 om uit te zoomen in de PTZ-modus. CAMERA 3 wordt gebruikt om de dichtbij-focus te regelen van de PTZ-camera in de PTZ-modus. CAMERA 4 wordt gebruikt om de verweg-focus te regelen van de PTZ-camera in de PTZ-modus.
11
Gebruikshandleiding
POWER-LED Het POWER-LED (Stroom) brandt wanneer de DVR aanstaat.
ALARM-LED Het ALARM-LED (Alarm) brandt wanneer de alarmuitvoer of de interne alarmtoon is geactiveerd.
RECORD-LED Het RECORD-LED (Opname) brandt wanneer de DVR opneemt. Wanneer de DVR op paniekopname staat, licht het RECORD LED op.
ENTER/PAUSE-knop Deze knop selecteert een gemarkeerd item of voltooit een vermelding die u heeft ingevoerd. Door op ENTER/PAUSE (Enter/Pauze) te drukken in de live-bewakingsmodus, bevriest u het huidige livebeeld en het scherm geeft een weer. Druk nogmaals op de knop om terug te keren naar de live-bewakingsmodus. Door op de knop in terugspeelmodus te drukken, pauzeert u de video en het scherm toont . Druk nogmaals op ENTER/PAUSE in de pauzemodus om de live-bewakingsmodus te openen. Wanneer u op deze knop drukt in de digitale zoommodus, wordt een specifiek gebied van het scherm vergroot. Het vergrote beeld toont
Pijlknoppen U gebruikt pijlknoppen om door de menu's en de GUI te bladeren. U kunt ze ook gebruiken om pan en tilt te regelen in de PTZ-modus en om het specifieke deel van het scherm dat u wilt uitvergroten te verplaatsen. In de terugspeelmodus, kunt u met de knop Pijl omhoog het volgende beeld selecteren en met Pijlomlaag het vorige beeld. Door op de Linkerpijl te drukken speelt het apparaat een video achteruit op hoge snelheid. Door nogmaals op de knop te drukken, schakelt de terugspeelsnelheid tussen , en . Het scherm geeft respectievelijk , en weer. Door op de Rechterpijl te drukken speelt het apparaat een video vooruit op hoge snelheid. Door nogmaals op de knop te drukken, schakelt de terugspeelsnelheid tussen , en . Het scherm geeft respectievelijk , en weer. Het openen van de afspeelmodus vanuit de live-bewakingsmodus kan worden beschermd door een gebruikerswachtwoord.
12
Vierkanaals digitale videorecorder
PANIC-knop Door op de knop PANIC (Paniek) te drukken, schakelt u paniekopname (snelle opname) in zodat de DVR video opneemt ongeacht het looptijd- of gebeurtenisopnameschema. Druk nogmaals op de knop om de paniekopname te stoppen. OPMERKING: Wanneer de DVR in de paniekmodus staat, het REC-LED op het frontpanel wordt getoond op elk camerascherm. knippert en
ZOOM/PTZ-knop Druk op de ZOOM/PTZ -knop (Zoom/PTZ) om een pan/tilt/zoomscherm te openen waarin u de geconfigureerde camera's kunt regelen. Wanneer u zich in de PTZ-modus bevindt, druk op de ZOOM/PTZ -knop om de digitale zoommodus te openen. Wanneer u nogmaals op de knop drukt in de digitale zoommodus, keert u terug naar de live-bewakingsmodus. Wanneer geen PTZ-apparaat is geïnstalleerd, druk op de ZOOM/PTZ -knop om de digitale zoommodus direct te openen. Door op de ZOOM/PTZ -knop te drukken in de terugspeelmodus, opent u de digitale zoomafspeelmodus. OPMERKING: Wanneer de DVR in de PTZ-modus staat, ziet u een witte lijn weergegeven rond het beeld. OPMERKING: In de digitale zoommodus en digitale zoomafspeelmodus wordt er een klein helder kader over het beeld gelegd. Het kader geeft de plaats aan waarop moet worden ingezoomd.
QUAD/SEQUENCE-knop Druk op de knop QUAD/SEQ (Kwad/Volgorde) om over te schakelen tussen de kwad (2x2) weergavenmodus en de sequentiemodus. Hierdoor laadt u ook een voorkeursweergave in de PTZ-modus.
MENUknop Druk op de knop MENU (Menu) om het hoofdmenu te openen. Hiervoor heeft u een beheerderwachtwoord nodig. Druk nogmaals op de knop om het huidige menu of het setup-dialoogvenster te sluiten. U kunt de knop ook gebruiken om het zoekmenu weer te geven in de terugspeelmodus en het PTZ-menu te laden in de PTZ-modus.
13
Gebruikshandleiding
De Infrarood Afstandsbediening aansluiten
Figuur 17 — Infrarood Afstandsbediening. ID knop Paniekknop
Cameraknoppen Kwad/Volgorde-knop
Enter/Pauzeknop PTZ-knop
Menuknop Pijlknoppen
Indien een DVR eenheid ID is ingesteld op 0, kan de infrarood afstandbediening worden gebruikt voor de DVR zonder extra handelingen. (Zie het instellingenscherm voor Systeeminformatie in dit hoofdstuk voor meer informatie betreffende het instellen van de Eenheid ID.) Indien de Eenheid 1 tot 4 is, moet u de ID knop op de afstandsbediening indrukken en daarna de cijfer knop (1 tot 4) om de DVR te bedienen. Het icoon toont wanneer de DVR met de afstandsbediening bediend kan worden. Indien de Eenheid ID van twee of meer DVR’s is ingesteld op 0, zullen de DVR’s tegelijkertijd reageren op de infrde afstandsbediening. OPMERKING: De functies van de knoppen op de infrarood afstandsbediening zijn gelijk aan die van de knoppen op het voorpaneel.
De DVR inschakelen U zet de eenheid aan door het netsnoer op de DVR aan te sluiten. Het apparaat heeft ongeveer 60 seconden nodig om initiëren.
14
Vierkanaals digitale videorecorder
Eerste setup Voordat u uw DVR voor de eerste keer gebruikt, moet u eerst de initiële instellingen ingeven. Dit zijn onder andere items zoals tijd en datum, weergavetaal, camera, audio, afstandsbediening, opnamemodus, netwerk en wachtwoord. U kunt uw DVR instellen met behulp van verschillende schermen en dialoogvensters. Druk op de knop MENU voor het openen van de setupschermen. Het scherm Beheerderwachtwoord verschijnt.
Figuur 18 — Beheerderwachtwoordscherm Voer het wachtwoord in door op de juiste combinatie cameranummerknoppen te drukken en vervolgens op . Het fabriekswachtwoord is 4321. Er zijn twee setupschermen: Snelle setup en Normale Setup. De fabrieksstandaard is het scherm Snelle setup.
Snelle setupscherm
Figuur 19 — Snelle setupscherm In het scherm Snelle setup kunt u de meest gangbare functies van uw DVR instellen. Gebruik de pijlknoppen om door de opties te bladeren. Druk op om uw selecties te maken. om te schakelen tussen Aan en Uit. Als u Markeer het vakje naast Snelle setup en druk op Uit selecteert, gebruikt u het scherm Standaard setup om de DVR-instellingen te wijzigen. 15
Gebruikshandleiding
Markeer het eerste vakje naast Opnamesnelheid en -kwaliteit en selecteer een opnamesnelheid van slechts 0,5 bps tot een hoge snelheid van 30 bps (25 bps voor PAL). OPMERKING: De DVR heeft een maximale opnamesnelheid van 30 bps per camera. De opnamesnelheid kan echter mogelijk niet worden bereikt wanneer deze is verdeeld over alle camera's.
Markeer het tweede vakje naast Opnamesnelheid en -kwaliteit en selecteer Heel hoog, Hoog, Standaard of Laag. Markeer het vakje naast Audio-opname en selecteer Aan of Uit. Indien ingesteld op Aan, wordt CAMERA 1 automatisch geassocieerd met het geluid. OPMERKING: De gebruiker is verantwoordelijk voor het nagaan of plaatselijke wetgeving en regelgeving het opnemen van audio toestaan.
Markeer het vakje naast Looptijd sequentie en selecteer van 3 tot 60 seconden voor de looptijd sequentie van de camera. Selecteer Systeeminformatie… om het betreffende scherm te openen en systeeminformatie in te stellen. Selecteer Opslag… om het betreffende scherm te openen waar u de opslagstatus kunt controleren. Selecteer Camera… om het betreffende scherm te openen en camera-informatie in te stellen. Selecteer Setup netwerk… om het betreffende scherm te openen en netwerkinformatie in te stellen. Selecteer Wachtwoord… om het betreffende scherm te openen waarin u wachtwoorden kunt wijzigen. Selecteer Datum en tijd… om het betreffende scherm te openen waarin u de tijd en datum van uw DVR kunt instellen. Selecteer Systeem afsluiten... om de DVR af te sluiten. Wanneer u de DVR afsluit, moet u bevestigen dat u de eenheid wilt afsluiten. Het systeem vraagt u vervolgens om een beheerderwachtwoord. OPMERKING: De Snelle setup wordt automatisch verlaten wanneer de gebruiker de DVR-instellingen extern wijzigt met behulp van het RAS- (Remote Administration System) programma.
16
Vierkanaals digitale videorecorder
Standaardsetupscherm
Figuur 20 — Standaardsetupscherm Druk op de knop MENU voor het openen van het setupscherm. Als Snelle setup verschijnt, sluit deze dan af zoals eerder beschreven. Via het scherm Standaardsetup heeft u toegang tot alle setupschermen van uw DVR.
Systeeminformatie Markeer Systeeminformatie en druk op
. Het scherm Systeeminformatie verschijnt.
Figuur 21 — Systeeminformatiescherm In dit scherm kunt u de sitelocatie benoemen, een id-nummer toewijzen aan de eenheid, de werktaal instellen en de software bijwerken,. Markeer Wijzigen en druk op . Het scherm Systeeminformatie wijzigen verschijnt.
17
Gebruikshandleiding
Figuur 22 — Systeeminformatie wijzigen scherm Markeer het vakje naast Site-beschrijving en druk op toetsenbord.
. Er verschijnt een virtueel
Figuur 23 — Virtueel toetsenbord Gebruik de pijltoetsen om het eerste teken te markeren van de Site-titel die u wilt samenstellen en druk op . Dat teken verschijnt in de titelbalk en de cursor gaat naar de volgende positie. Druk op om te schakelen tussen hoofd- en kleine letters, spaties en om ingevoerde tekens te verwijderen. U kunt maximaal 20 tekens gebruiken voor uw titel, met inbegrip van spaties. Wanneer u uw titel heeft ingevoerd, markeer Sluiten en druk op
.
Markeer het vakje naast Eenheid-ID en geef het nummer in. Wijzig het nummer door het te markeren en door het nummer met behulp van de pijlknoppen te verhogen en te verlagen. De eenheid-id wordt gebruikt om de eenheid te identificeren wanneer het een netwerk vormt met andere DVR's. U kunt hetzelfde nummer niet voor twee of meerdere DVR's gebruiken binnen hetzelfde netwerk.
18
Vierkanaals digitale videorecorder
OPMERKING: Als de eenheid ID op 0 staat, kan de infrarode afstandbediening worden gebruikt voor de DVR zonder extra handelingen. Indien de eenheid ID is ingesteld op 1 tot 4, moet u op de ID knop op de afstandsbediening (1 tot 4) drukken om die DVR te bedienen. Indien de eenheid ID is ingesteld op 5 of hoger zal de infrarode afstandsbediening voor geen enkele DVR gebruikt kunnen worden als bediening.
. Een vervolgkeuzemenu verschijnt vervolgens met Markeer het vakje naast Taal en druk op de beschikbare talen. Markeer de gewenste taal en druk op . Het vakje naast Hardwareversie en Softwareversie toont de hardware- en softwareversie van de DVR. OPMERKING: U kunt een upgrade alleen uitvoeren in het scherm Systeeminformatie wijzigen.
Om de software bij te werken, sluit het USB-apparaat aan op de DVR dat het upgradebestand bevat. Markeer Upgrade... en druk op . Het scherm Systeem-upgrade verschijnt. Het scherm toont de naam van het upgradebestand. OPMERKING: Indien er geen vaste schijf geïnstalleerd is in de DVR, is de knop Upgrade… uitgeschakeld. OPMERKING: Als het bestandssysteem op het USB-IDE vaste-schijfstation of USB-flashstation NIET FAT16 of FAT32 is, formatteer het apparaat met behulp van de FAT16 of FAT32-indeling.
Figuur 24 — Systeem-upgradescherm Selecteer Start en geef het beheerderwachtwoord op om de upgrade te beginnen. Het systeem start automatisch opnieuw op na de upgrade. De software wordt uitgevoerd nadat de eenheid opnieuw is gestart. OPMERKING: Alleen de systeembeheerder kan de software-upgrade uitvoeren. 19
Gebruikshandleiding
OPMERKING: U kunt de upgrade niet uitvoeren tijdens clip kopiëren.
te drukken. Selecteer Annuleren U kunt u wijzigingen opslaan door OK te markeren en op om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Datum en tijd instellen Markeer Datum en tijd in het hoofdmenu en druk op verschijnt.
. Het setupscherm Datum en tijd
Figuur 25 — Datum en tijd-setupscherm VOORZICHTIG: Als u een datum en tijd instelt die ouder zijn dan sommige opgenomen beelden, worden alle beelden met datums en tijden die later zijn dan de nieuwe instelling verwijderd. Markeer het eerste vakje naast Datum en tijd en druk op . De afzonderlijke segmenten van de datum worden gemarkeerd. U kunt of de pijlknoppen gebruiken om de cijfers in te stellen. Wanneer u de juiste datum heeft, klik op . Markeer het tweede vakje naast Datum en tijd en druk op . De afzonderlijke segmenten van de tijd worden gemarkeerd. U kunt of de pijlknoppen gebruiken om de cijfers in te stellen. Wanneer u de juiste tijd heeft ingesteld, klik op . OPMERKING: De klok loopt niet voordat u de eenheid opnieuw heeft gestart; u kunt daarom misschien de tijd beter als laatste instellen.
Markeer het vakje naast Tijdzone en druk op Markeer het vakje naast Zomertijd en druk op Uit.
20
. Selecteer uw tijdzone in de lijst en druk op . Druk op
.
om te schakelen tussen Aan en
Vierkanaals digitale videorecorder
Markeer het vakje naast Setup vakantie en druk op . U kunt vakanties ingeven door Toevoegen te markeren: en druk op . De huidige datum verschijnt. Markeer de maand en de dag en wijzig deze met de pijlknoppen. Druk op om de datum toe te voegen. U kunt datums verwijderen door de X te markeren naast de datum en vervolgens op te drukken. OPMERKING: Vakanties die niet ieder jaar op dezelfde datums vallen moeten worden bijgewerkt na afloop van het lopende jaar.
Figuur 26 — Setup-vakantiescherm te drukken. Selecteer Annuleren U kunt u wijzigingen opslaan door OK te markeren en op om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan. Markeer het vakje Tijd synchroniseren en druk op . U kunt tijdsynchronisatie instellen tussen de DVR en standaardtijdservers die in de meeste tijdzones en landen beschikbaar zijn, of tussen de DVR en een andere DVR.
Figuur 27 — Tijd synchroniserenscherm 21
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje naast Automatisch tijd sync. en druk op Uit schakelen
. Hiermee kunt u tussen Aan en
Markeer het vakje naast SNTP-server en druk op . Wijzig de cijfers door ze te markeren en met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag te verhogen of te verlagen. Markeer het vakje naast Interval en druk op 30 t/m 300 minuten.
. Stel het tijdsinterval in voor synchronisatie van
Het vakje naast de Systeemklok geeft de tijdsinstelling van de DVR weer. Het vakje naast de Serverklok geeft de tijdsindeling weer van de tijdserver. Druk op de knop om de serverklok bij te stellen. Bijwerken en vervolgens op OPMERKING: De Serverklok geeft “ – ” aan wanneer de DVR de tijdinformatie niet van de timeserver kan laden.
Het vakje naast Volgende synchronisatie toont de tijd waarop de volgende synchronisatie staat gepland. Als u de tijdsynchronisatie direct wilt uitvoeren, markeer de knop Nu… en druk op . VOORZICHTIG: Wanneer u Nu… selecteert wordt alle video met een latere tijd en datum verwijderd als de tijd en datum van een tijdserver eerder zijn dan het laatst opgenomen beeld van de DVR. OPMERKING: Wanneer het tijdsverschil tussen de DVR en de tijdserver meer dan één minuut is, synchroniseert de DVR de tijd mogelijk niet ter voorkoming van onverwacht uitval van opgenomen videogegevens. Als u de tijd handmatig wilt synchroniseren, selecteer Nu….
om te schakelen tussen Markeer het vakje Als server fungeren en druk op . Druk op Aan en Uit. Wanneer op Aan, zal de DVR die u nu instelt functioneren als een tijdserver. te drukken. Selecteer Annuleren U kunt u wijzigingen opslaan door OK te markeren en op om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan. Markeer het vakje naast Datumnotatie en druk op Markeer de notatie die u wilt gebruiken en druk op
. er verschijnt een lijst met datumnotaties. . De keuzes zijn:
MM-DD-JJJJ DD-MM-JJJJ JJJJ-MM-DD MM/DD/JJJJ DD/MM/JJJJ JJJJ/MM/DD
22
Vierkanaals digitale videorecorder
Om de tijdnotatie te wijzigen, markeer het vakje naast Tijdnotatie en druk op schakelt tussen 12 uren (AM/PM) en 24 uren (militaire tijd).
. De DVR
te drukken. Selecteer Annuleren U kunt u wijzigingen opslaan door OK te markeren en op om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Systeemcontrolescherm Markeer Systeemcontrole in het hoofdmenu en druk op verschijnt.
. Het scherm Systeemcontrole
Figuur 28 — Systeemcontrolescherm Markeer het vakje onder het kopje Aan/Uit en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen. Wanneer op Aan geeft de DVR een foutmelding als het geen opname aantreft of als er geen alarm afgaat binnen de aangegeven tijd. Markeer het vakje onder het kopje Interval en druk op . Er verschijnt een schuifknop waarmee u het controle-interval kunt instellen van 1 uur tot 30 dagen. In het veld Status verschijnt Goed wanneer de DVR zonder problemen blijft functioneren volgens de gebruikersinstellingen, bij een opname of wanneer er een alarm afging binnen de aangegeven tijd. In het veld Status verschijnt Slecht wanneer er geen opname plaatsvond of er geen alarm afging binnen de aangegeven tijd. Wanneer u het tabblad Alarm Uit / Informeren markeert, verschijnt het scherm Systeemcontrole – Alarm Uit / Informeren.
23
Gebruikshandleiding
Figuur 29 — Systeemcontrole (Alarm Uit / Informeren) scherm Markeer het vakje onder het kopje Alarm Uit en druk op . Een vervolgkeuzemenu toont de beschikbare alarmuitvoer voor het opnameprobleem. Markeer de gewenste alarmuitvoer op de externe alarm uit-terminal of de interne zoemer en druk op . OPMERKING: Alarm Uit kan niet worden ingesteld op Controlepunt– Systeem.
Markeer het vakje onder het kopje Informeren en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit. Wanneer op Aan informeert de DVR de externe site over het betreffende Systeem (Goed) en Opname (Slecht).
Opslagscherm Markeer Opslag in het hoofdmenu en druk op
. Het setupscherm Opslag verschijnt.
Figuur 30 — Opslagscherm Het veld Type toont het type en capaciteit van het opslagapparaat. 24
Vierkanaals digitale videorecorder
Het veld Status toont de status van het apparaat of foutmeldingen. (Goed, Schijf, S.M.A.R.T. alarm, Hoge temperatuur of Niet geïnstalleerd) OPMERKING: Als de DVR S.M.A.R.T. alarm of Hoge temperatuur detecteert, verschijnt het scherm S.M.A.R.T. controle-informatie. Wanneer het S.M.A.R.T. controleinformatiescherm verschijnt, kunt u het beste de vaste schijf vervangen, meestal binnen 24 uur. OPMERKING: Het S.M.A.R.T. controle-informatiescherm verschijnt alleen in de controlemodus.
Het veld °C toont de temperatuur van het opslagapparaat. Het veld Gebruik toont het gebruik van het apparaat. U kunt de DVR instellen zodat het reageert op opslagproblemen door een interne alarmtoon of externe alarmen te activeren, een waarschuwingsbericht te tonen en/of een PC te informeren die RAS (Remote Administration System) ondersteunt. Markeer het vakje naast Actie opslagprobleem: alarm uit / Informeren en druk op om in "Pieptoon" de alarmuitvoerterminal te selecteren die u wilt associëren met het opslagprobleem, en/of Informeren. Markeer S.M.A.R.T. setup…en druk op
. Het setupscherm S.M.A.R.T. verschijnt.
OPMERKING: Indien er geen vaste schijf geïnstalleerd is in de DVR, is de knop S.M.A.R.T. Setup… uitgeschakeld.
Figuur 31 — S.M.A.R.T. setupscherm Uw DVR toont de status van de vaste schijven wanneer de geïnstalleerde IDE vaste schijfstations het S.M.A.R.T. (Self-Monitoring, Analysis and Reporting Technology) controleprogramma ondersteunen. Markeer het vakje naast Gebruik. Druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. 25
Gebruikshandleiding
Het veld Laatste controle toont de datum- en tijdinformatie van de laatste opslagcontrole. Markeer het vakje naast Periode en selecteer Dagelijks, Wekelijks of Maandelijks voor de controleperiode. OPMERKING: Wanneer u Wekelijks en Maandelijks selecteert, worden de velden Dag van week en Dag van maand geactiveerd onder het veld Periode. Selecteer de controledag of controledatum.
Markeer het vakje naast Controletijd en stel de cijfers in met behulp van de pijlknoppen. Markeer het vakje naast Temperatuurdrempel en stel de cijfers in met behulp van de pijlknoppen. Markeer het vakje naast Sensoreenheid en selecteer Celsius of Fahrenheit. Als u de opslagstatus direct wilt controleren, markeer Nu controleren en druk op
.
U kunt u wijzigingen opslaan door OK te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Systeemlogboekscherm Markeer Systeemlogboek in het hoofdmenu en druk op verschijnt.
. Het scherm Systeemlogboek
Figuur 32 — Systeemlogboekscherm Het scherm Systeemlogboek toont een lijst van verschillende gebeurtenissen die zijn vastgelegd door de DVR. De lijst toont de datums en tijden waarop het systeem was in- en uitgeschakeld en opnieuw gestart, wanneer opname was begonnen of gestopt, wanneer terugspelen was begonnen of gestopt, wanneer setup-wijzigingen waren aangebracht en gegevensbanken gewist. 26
Vierkanaals digitale videorecorder
De gebeurtenissen zijn gesorteerd van de meest recente tot de oudste. U kunt per blad door de te drukken. U lijst bladeren door de pijlknoppen Omhoog en Omlaag te selecteren en op kunt direct naar een bepaald gebeurtenisnummer gaan door het gebeurtenisnummervak te markeren (links van de pijl Omhoog ), op te drukken, de pijlknoppen te gebruiken om het nummer te wijzigen en op te drukken.
Systeem afsluiten Markeer Systeem afsluiten in het hoofdmenu en druk op . Hiermee sluit u de DVR af. Wanneer u de DVR afsluit, moet u bevestigen dat u de eenheid wilt afsluiten. Het systeem vraagt u vervolgens om een beheerderwachtwoord.
Invoerapparaten configureren U kunt de video-, audio- en afstandsbedieningapparatuur die is aangesloten op uw DVR configureren.
Figuur 33 — Apparaatmenuscherm
Camera-setupscherm Markeer Camera in het hoofdmenu en druk op
. Het setupscherm Camera verschijnt.
27
Gebruikshandleiding
Figuur 34 — Camera-setupscherm U kunt iedere camera in- of uitschakelen en de video van het cameranummer verbergen door het te drukken. Selecteer Aan, Uit, Verborgen 1 of Verborgen kopje Setup te markeren en op 2 van een vervolgkeuzelijst. OPMERKING: Wanneer u Verborgen 1 selecteert, toont de DVR de cameratitel en de statuspictogrammen op de gesloten video. Wanneer u Verborgen 2 selecteert, toont de DVR alleen grijze cameratitels op de verborgen video.
U kunt titels toewijzen aan iedere camera door het kopje Titel te markeren en op U kunt een virtueel toetsenbord gebruiken om de cameranamen in te voeren.
te drukken.
Door het vakje PTZ-apparaat te selecteren, verschijnt er een lijst met controleerbare camera's. Selecteer uw camera in de lijst en druk op . U moet de camera aansluiten op de RS232C terminal aan de achterkant van de DVR volgens de instructies van de camerafabrikant.
Figuur 35 — PTZ-apparaatlijst OPMERKING: Na het selecteren van het PTZ apparaat dat u wilt bedienen door het in het getoond op het PTZ camerascherm. menu te selecteren, wordt 28
Vierkanaals digitale videorecorder
U kunt id's toewijzen aan iedere camera door het kopje ID te markeren en op te drukken. Wijzig het nummer door het te markeren en door het nummer met behulp van de pijlknoppen te verhogen en te verlagen. U kunt PTZ-id's instellen van 0 tot 256.
Alarm in-setupscherm Markeer Alarm in in het hoofdmenu en druk op
. Het setupscherm Alarm in verschijnt.
Figuur 36 — Alarm in-setupscherm Het alarm-terminalblok aan de achterkant van de DVR bevat invoeraansluitingen die zijn geassocieerd met ieder alarm. U kunt iedere invoer instellen in het setupscherm Alarm In. U kunt iedere invoer in- (via Alarm I/U of Camera-alarm) of uitschakelen. U kunt iedere invoer een titel geven en afzonderlijk instellen als NO (normaal open) of NC (normaal gesloten).
Bewegingsdetector
Figuur 37 — Bewegingsdetector-setupscherm
29
Gebruikshandleiding
Uw DVR heeft een ingebouwde video-bewegingsdetector. U kunt de video-bewegingsdetector in- of uitschakelen voor iedere camera. Wanneer u het vakje onder het kopje Gevoeligheid markeert, kunt u de gevoeligheid van de DVR aanpassen op de beweging. Het systeem heeft hiervoor vijf instellingen, vanaf 1, het minst gevoelig, tot en met 5, het meest gevoelig. U kunt het gebied van een beeld vastleggen waarin u beweging wilt detecteren, bijv. een deuropening. Markeer het pictogram onder het kopje Zone en druk op . Het scherm Bewegingsdetectiezone verschijnt vervolgens.
Figuur 38 — Bewegingsdetectiezone Het scherm Bewegingsdetectiezone wordt over de video gelegd van de geselecteerde camera. U kunt bewegingsdetectiezones instellen door blokken te selecteren of te wissen. Het menu van het setupscherm bevat de volgende functies: knop. OPMERKING: U kunt per keer 4 cellen in- of uitschakelen met behulp van de Wanneer u de 4 cellen heeft gemarkeerd, kunt u afzonderlijke cellen selecteren met behulp van de cameraknoppen.
y y y y
Afsluiten met opslaan — De wijzigingen opslaan en het menu sluiten. Afsluiten zonder opslaan — Sluit het menu zonder de wijzigingen op te slaan. Alle blokken selecteren — Activeert alle blokken voor bewegingsdetectie. Alle blokken wissen — Schakelt alle blokken uit zodat zij geen beweging detecteren.
30
Vierkanaals digitale videorecorder
Text-in-setupscherm Markeer Tekst-in in het hoofdmenu en druk op
. Het setupscherm Tekst-in verschijnt.
Figuur 39 — Tekst-in-setupscherm OPMERKING: Als u een netwerk heeft geconfigureerd via de externe modem, kunt u tekst-in niet instellen. Stel de DVR in voor LAN-verbindingen en tekst-in voor de RS-232C-poort. OPMERKING: Tekst-in gegevens worden niet opgenomen tijdens clip kopiëren.
U kunt de DVR instellen voor het weergeven van tekst-in-informatie. Markeer het vakje naast Tekst-in gebruiken en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Markeer het vakje Multi-devices on 1 channel en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer op Aan, ondersteunt de DVR tot maximaal 4 tekstinvoervermeldingen. Dit veld wordt alleen geactiveerd na het selecteren van VP Filter in de lijst Producttype. Markeer het vakje onder het kopje Producttype en druk op
.
OPMERKING: VP Filter, Generieke tekst en EPSON-POS-toestellen worden momenteel ondersteund. OPMERKING: De volgende beschrijving geldt VP Filter, voor Algemene tekst en EPSON-POS-apparaten. Het scherm verandert voor verschillende tekstinvoerapparaten met verschillende parametervakken voor informatie-invoer.
31
Gebruikshandleiding
Figuur 40 — Tekst-in (VP Filter) setupscherm.
Figuur 41 — Tekst-in (generieke tekst) setupscherm
Figuur 42 — Tekst-in (EPSON-POS) installatiescherm 32
Vierkanaals digitale videorecorder
Markeer het vak naast Virtuele poort, en druk op . Selecteer het te gebruiken poortnummer. Dit veld is alleen geactiveerd bij het instellen van het VP Filterapparaat. Markeer het vakje naast Start transactie en druk op . Gebruik het virtuele toetsenbord om de Start-transactiereeks in te voeren. Raadpleeg de betreffende documentatie van het apparaat voor de tekstreeks die het apparaat eerst zendt wanneer een transactie wordt gestart. Als u wilt dat de DVR reageert op ieder teken dat wordt gezonden vanaf het tekstinvoerapparaat, selecteer Willekeurig teken. Markeer Willekeurig teken en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. OPMERKING: Als u Willekeurig teken selecteert, kunt u geen tekst invoeren in het vak Reeks starten.
Markeer het vakje naast Einde transactie en druk op . Gebruik het virtuele toetsenbord om de Einde-transactiereeks in te voeren. Raadpleeg de betreffende documentatie van het apparaat voor de tekstreeks die het apparaat zendt wanneer een transactie eindigt. Markeer het vakje Meer regels en druk op . Selecteer het aantal extra tekstregels dat de DVR moet vastleggen. U kunt kiezen van 0 t/m 10. Markeer het vakje naast Regelscheidingsteken en druk op . Gebruik het virtuele toetsenbord om de teken(s) in te voeren die het apparaat gebruikt om het einde van een regel aan te geven. U kunt besturingstekens maken met behulp van ^ en een hoofdletter; bijv., ^J voor NR (nieuwe regel), ^M voor HS (harde spatie). Raadpleeg de documentatie van uw apparaat voor Regelscheidingstekens. Markeer het vakje naast Negeer tekenreeks en druk op . Gebruik het virtuele toetsenbord om ieder tekstreeks in te voeren die de DVR moet negeren. Raadpleeg de documentatie van uw apparaat voor tekstreeksen die het apparaat zendt tijdens transacties zodat u weet welke u niet wilt vastleggen. OPMERKING: Wanneer u het EPSON-POS-apparaat instelt, kan de gebruiker de parameters Regelscheidingsteken en Negeer tekenreeks niet wijzigen.
Markeer het vakje naast Tijdsoverschrijding transactie en geef de wachttijd op voor de nieuwe tekstreeks. De DVR beschouwt een transactie als voltooid indien er geen nieuwe tekstreeksen ingevoerd worden tussen de laatste tekstinvoer en de verwerktijd. U kunt de overschreden looptijd instellen van 1 t/m 300 seconden. Markeer het vakje naast Weergave looptijd en stel de tijdsduur in waarin u tekst-ingegevens wilt weergeven. U kunt de looptijdweergave instellen van 1 t/m 300 seconden. Markeer het vakje naast Hoofdlettergevoelig en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Raadpleeg de documentatie van het apparaat om te zien of de tekstreeksen hoofdlettergevoelig zijn. Als het apparaat onderscheid maakt tussen hoofd- en kleine letters, selecteer het vakje Hoofdlettergevoelig. 33
Gebruikshandleiding
Alarm-uit-setupscherm In het setupscherm Alarm uit kunt u een schema opstellen voor iedere alarmuitvoer vanuit de DVR.
Figuur 43 — Alarm-uit-setupscherm U kunt iedere alarmuitvoer een eigen titel geven door het vak te markeren onder het kopje Titel en vervolgens te drukken op . Een virtueel toetsenbord opent waarmee u de titel kunt opgegeven. Markeer het veld Schema en druk op om het schemascherm te openen. U kunt alarmuitvoer plannen in segmenten van telkens 30 minuten, van 0:00 tot 24:00u.
Figuur 44 — Alarm-uit-schemascherm
34
Vierkanaals digitale videorecorder
U kunt afzonderlijke tijdblokken selecteren, hele weekdagen, hele tijdblokken of het hele schema. Selecteer een specifiek tijdblok door deze te markeren. Selecteer een hele dag door de weekdag of vakantiedag links op het scherm te markeren. Selecteer een hele tijdblok door de tijd boven aan het scherm te markeren. Selecteer het hele scherm door het lege vak in de linkerbovenhoek van het scherm te markeren. Druk op van Niet selecteren (geen blok) naar Aan (blauw blok) tot Gebeurtenis (geel blok). Wanneer op Aan, is het alarm-uit actief voor de duur van de geplande tijd. Wanneer u Gebeurtenis selecteert, is Alarm uit alleen actief wanneer er zich tijdens de geplande tijd een gebeurtenis voordoet. Audio-setupscherm Markeer Audio in het hoofdmenu en druk op
. Het scherm Audiosetup verschijnt.
Figuur 45 — Audio-setupscherm Markeer het vakje naast Audio-opname en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen. Wanneer op Aan, neemt de DVR ook audio op tijdens video-opnames. Markeer het vakje naast Dempen en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen. Wanneer op Aan, speelt de DVR GEEN live of opgenomen muziek af. Markeer het vakje naast Audio In en druk op de knop . Er verschijnt een overzicht van camera’s en u kunt selecteren welk cameranummer u wilt koppelen aan die audio input. Indien de Audio-Opname is ingesteld op Aan, wordt getoond op het gekoppelde camerascherm. OPMERKING: Audio zal afgespeeld worden via de aangesloten luidspreker terwijl de DVR audio opneemt de gekoppelde camera volledig scherm weergeeft.
te drukken. Selecteer Annuleren U kunt u wijzigingen opslaan door OK te markeren en op om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
35
Gebruikshandleiding
OPMERKING: De DVR neemt GEEN audio op wanneer de opnamesnelheid lager is dan 15 bps (12.5 bps voor PAL). DVR neemt, afhankelijk van de Transfersnelheid wanneer het RAS (Remote Administration System) controleprogramma is aangesloten, mogelijk geen audio op.
RS232 -setupscherm In het RS232-setupscherm kunt u de RS-232C poort instellen om te communiceren met externe apparaten zoals afstandsbedieningen en dome-camera's.
Figuur 46 — RS232-setupscherm Markeer het veld voor uw instelling. Selecteer de juiste Baudsnelheid, Pariteit, Databit en Stopbit voor het apparaat dat u wilt aansluiten op de DVR. Selecteer een op de DVR aangesloten apparaat uit Afstandsbediening, Extern Modem, Tekst-In of PTZ in het veld Gebruik. OPMERKING: Als u de Externe modem selecteert in het veld RS232, wordt alleen de RS-232C-poort gespecificeerd voor gebruik met externe modemverbindingen. Raadpleeg het Modem-setupscherm voor informatie over hoe u een externe modem instelt. OPMERKING: Wanneer u PTZ-bediening selecteert in het veld RS232, wordt alleen de RS232-poort gespecificeerd voor PTZ-camera-aansluitingen. Selecteer het PTZ-apparaat in het Camera-setupscherm.
36
Vierkanaals digitale videorecorder
Opname-instellingen configureren OPMERKING: Wanneer de DVR video opneemt, brandt het RECORD LED op het wordt getoond op elk camerascherm. frontpaneel en
Uw DVR biedt een aantal flexibele opnamefuncties. U kunt het apparaat instellen op continu opnemen of alleen voor het opnemen van gebeurtenissen. U kunt het instellen op continu opnemen wanneer de vaste schijf vol is door over de oudste video op te nemen. U kunt het ook zo instellen dat het apparaat u informeert wanneer de vaste schijf vol is en de opname te stoppen.
Opnamemodus-setupscherm
Figuur 47 — Setup opnamemodus Markeer het vakje naast Resolutie en druk op
.
OPMERKING: De maximum opnamesnelheid is 30 beelden per seconde (25 bps voor PAL) wanneer de resolutie op Standaard staat ingesteld. Wanneer de resolutie op Hoog staat, echter, neemt de opnamesnelheid af met 15 beelden per seconde (12.5 bps voor PAL).
Markeer het vakje naast Einde van schijf en druk op . Hiermee kunt u tussen Stop en Overschrijven schakelen. Wanneer u de Stopmodus selecteert, stopt de DVR met opnemen wanneer de vaste schijf vol is. Wanneer u Overschrijven selecteert, gaat de DVR door met opnemen wanneer het vaste-schijfstation vol is door de oudste video te overschrijven. Als u de DVR instelt op Stop, kunt u een pieptoon instellen of de poort Alarm uit activeren wanneer het vaste-schijfstation vol is. Markeer het vakje naast Bij volle schijf pieptoon en druk om te schakelen tussen Aan en Uit. Markeer het vakje naast Bij volle schijf alarm uit en op druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Druk op de knop PANIC op het frontpaneel of afstandsbediening om de paniekopnamemodus, 37
Gebruikshandleiding
ofwel snelopname, te openen. U kunt de snelheid, kwaliteit en duur van opnames programmeren wanneer de DVR in de paniekopnamefunctie staat.Snel opnemen snelheid kunt u instellen van 0,5 t/m 30 bps (25 bps PAL) en Snel opnemen kwaliteit van Zeer hoog, Hoog, Standaard en Laag. Snel opnemen Duration kunt u instellen van 5 tot 60 minuten. De paniekopname stopt automatisch volgens de vooraf ingestelde duur zolang u de knop PANIC niet indrukt om de paniekopname te stoppen. Selecteer Geen Limiet als u de paniekopname handmatig wilt beëindigen. OPMERKING: Wanneer de DVR in Snel opnemen staat, negeert het apparaat de instellingen van time-lapse- (looptijd) of gebeurtenisopname en volgt de instellingen voor snel opnemen. OPMERKING: De maximum snelle-opnamesnelheid is 30 beelden per seconde (25 bps voor PAL) wanneer de resolutie op Standaard staat ingesteld. Wanneer de resolutie op Hoog staat, neemt de opnamesnelheid echter af met 15 beelden per seconde (12.5 bps voor PAL). OPMERKING: Wanneer de DVR in de paniekmodus staat, het REC-LED op het wordt getoond op elk camerascherm. frontpaneel knippert en
Markeer het eerste vakje naast Automatisch wissen. Druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Wanneer op Aan, verwijdert de DVR video die eerder is opgenomen dan de ingestelde om de duur van periode. Markeer het tweede vakje naast Automatisch wissen en druk op de opgenomen gegevens te selecteren, die kunnen worden bewaard van 1 tot 99 dagen. OPMERKING: Wanneer Einde van schijf op Stop staat, hervat de DVR NIET de opname, zelfs niet dan nadat opgenomen video die eerder was opgenomen dan de ingestelde periode is verwijderd.
U kunt u wijzigingen opslaan door OK te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Time lapse-opnamesetupscherm
Figuur 48 — Setupscherm time lapse-modus 38
Vierkanaals digitale videorecorder
Markeer het vakje onder het kopje Snelheid en druk op . Een vervolgkeuzelijst met opnamesnelheden verschijnt vervolgens. U kunt een snelheid kiezen van 0,5 bps t/m 30 bps (25 bps voor PAL). OPMERKING: U kunt 30 bps (25 bps voor PAL) niet selecteren voor Hoge resolutie.
Markeer het vakje onder het kopje Kwaliteit en druk op . Een vervolgkeuzelijst verschijnt vervolgens. U kunt een beeldkwaliteit kiezen van Zeer hoog, Hoog, Standaard en Laag. Met alle andere variabelen gelijkblijvend; Zeer hoog heeft 300 % meer vaste schijfruimte nodig dan Standaard, Hoog 200 % meer en Laag 50 % minder. OPMERKING: Beelden van hogere kwaliteit hebben meer opslagruimte nodig en verminderen de opnamecapaciteit van het vaste-schijfstation.
U kunt de DVR instellen om video op te nemen met een time-lapse opnameschema dat u instelt tijdens het instellen van time lapse-opname. Markeer het vakje naast Time Lapse-opname en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. U kunt een maximale hoeveelheid time-lapse video instellen voor opslag. Wanneer de DVR deze hoeveelheid heeft bereikt, begint het apparaat over de oudste time-lapse video heen op te nemen. De time-lapse video wordt niet samen met gebeurtenisvideo opgeslagen. Wanneer Continue beelden bewaren op Aan staat, kunt u de tijd instellen van 1 uur tot de maximale duur toegestaan door de opslagcapaciteit van uw vaste-schijfstation. OPMERKING: De maximumopslagtijd is alleen een schatting omdat de hoeveelheid benodigde ruimte voor video-opslag varieert en afhankelijk is van veel factoren, zoals beweging en de beeldstructuur.
Time lapse-opnameschema
Figuur 49 — Setupscherm time lapse-opnameschema
39
Gebruikshandleiding
U kunt de DVR zo programmeren dat deze alleen gedurende bepaalde tijden opneemt gebaseerd op tijd, dag van de week en vakantiedagen. Het kleinste tijdsegment dat u kunt gebruiken is 30 minuten. Een blauwe rechthoek geeft aan dat de DVR is ingesteld op opnemen tijdens die 30 minuten. Als er geen rechthoek verschijnt, neemt de DVR niet op tijdens die 30 minuten. U kunt opnametijden op verschillende manieren instellen: U kunt een afzonderlijk blok markeren en het beurtelings op Aan of Uit zetten door te drukken op . y U kunt een segment van 30 minuten wijzigen voor alle dagen door de cursor op de tijdregel te plaatsen en te drukken op om beurtelings het segment Aan of Uit te zetten. y U kunt een hele dag wijzigen door de cursor op de dag van de week te plaatsen en op te drukken om beurtelings de dag Aan of Uit te zetten. y U kunt de hele agenda wijzigen door de cursor in het vak links boven te plaatsen (boven “S” en links van de tijdregel) en vervolgens te drukken op om de hele agenda beurtelings op Aan of Uit te zetten. y
OPMERKING: Het vakantieschema (V) is van toepassing op de datums die u hebt vastgelegd als vakantiedagen bij het instellen van Datum/Tijd.
te drukken. Selecteer Annuleren U kunt u wijzigingen opslaan door OK te markeren en op om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Voorgebeurtenisopname setupscherm
Figuur 50 — Setup Voorgeschiedenisopname Wanneer de DVR in de Gebeurtenisopnamemodus staat, kunt u het apparaat beelden laten opnemen voordat de gebeurtenis plaatsvindt. In het scherm Voorgeschiedenisopname kunt u specificeren hoe een voorgeschiedenisopname moet worden uitgevoerd.
40
Vierkanaals digitale videorecorder
U kunt afzonderlijk camera's Aan of Uit zetten voor voorgeschiedenisopnames. De beeldsnelheid kunt u instellen van 0,5 t/m 30 bps (25 bps PAL) en de beeldkwaliteit kunt u selecteren van Hoog, Standaard en Laag. OPMERKING: Indien de Audio-Opname is ingesteld op Aan, wordt getoond op elk camerascherm. De DVR zal echter alleen video opnemen indien gebeurtenissen gedetecteerd worden. OPMERKING: De maximum voorgeschiedenis-opnamesnelheid is 30 beelden per seconde (25 bps voor PAL) wanneer de resolutie op Standaard staat ingesteld. Wanneer de resolutie op Hoog staat, neemt echter de opnamesnelheid af met 15 beelden per seconde (12.5 bps voor PAL).
U kunt de opnameduur vooraf opgeven door de Looptijd in te stellen U kunt de looptijd instellen van 0 t/m 300 seconden. OPMERKING: Wanneer de DVR in de time lapse-modus staat, negeert het apparaat de voorgeschiedenisinstellingen en volgt de instellingen voor looptijd.
Gebeurtenisactie-setup U kunt de DVR programmeren om op te nemen, de alarmuitvoer te activeren en/of de remote site te informeren wanneer sensor-, bewegings-, tekst-in of video-uitvalgebeurtenissen zijn aangetroffen. Markeer de acties Alarm in, Beweging, Tekst in of Video-uitval in het menu Gebeurtenisactie en druk op . Het setupscherm Gebeurtenisactie verschijnt vervolgens.
Alarm in-gebeurtenisactie (Opname) setupscherm U kunt de DVR anders laten reageren op gebeurtenissen. U kunt aan iedere sensor een schema, camera, opnamesnelheid, videokwaliteit en looptijd toewijzen.
Figuur 51 — Alarm in-gebeurtenisactie (Opname) setupscherm
41
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Camera en druk op . Er verschijnt een cameraselectiescherm. Selecteer het cameranummer dat u wilt associëren met de sensor. OPMERKING: U kunt meerdere camera's associëren met een sensor.
Markeer het vakje Snelheid en selecteer het aantal beelden per seconde dat u wilt opnemen in het vervolgkeuzemenu. Markeer het vakje Kwaliteit en selecteer de beeldkwaliteit die u wilt opnemen in het vervolgkeuzemenu. Markeer het vakje Looptijd en stel de tijdsduur in die u wilt vastleggen voor de geassocieerde gebeurtenis.
Alarm in-gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm U kunt de DVR anders op gebeurtenissen laten reageren door een interne alarmtoon of externe alarmen te activeren.
Figuur 52 — Alarm in-gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Alarm uit en selecteer of de Pieptoon of de alarm-uitvoerterminal die u wilt associëren met de sensor. Markeer het vakje Looptijd en stel in voor hoe lang u de uitvoer wilt activeren.
42
Vierkanaals digitale videorecorder
Alarm in-gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm U kunt de DVR de remote site laten informeren over wanneer bepaalde gebeurtenissen worden geactiveerd.
Figuur 53 — Alarm in-gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Informeren en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen Wanneer op Aan, informeert de DVR de remote site over wanneer bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden op basis van een gespecificeerd schema. OPMERKING: U moet de DVR registreren in de RAS (Remote Administration System) om Informeren te activeren.
wordt getoond op elke gekoppelde camera indien de DVR alarminvoer detecteert.
43
Gebruikshandleiding
Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Opname) setupscherm U kunt de DVR anders laten reageren op de bewegingsdetector. U kunt aan iedere camera een schema, geassocieerde camera, opnamesnelheid, videokwaliteit en looptijd toewijzen.
Figuur 54 — Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Opname) setupscherm Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Camera en druk op . Er verschijnt een cameraselectiescherm. Selecteer het cameranummer dat u wilt associëren met de camera. OPMERKING: U kunt meerdere camera's associëren met een camera die beweging detecteert.
Markeer het vakje Snelheid en selecteer het aantal beelden per seconde dat u wilt opnemen in het vervolgkeuzemenu. Markeer het vakje Kwaliteit en selecteer de beeldkwaliteit die u wilt opnemen in het vervolgkeuzemenu. Markeer het vakje Looptijd en stel de tijdsduur in die u wilt vastleggen voor de geassocieerde bewegingsgebeurtenis.
Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm U kunt de DVR anders op bewegingsgebeurtenissen laten reageren door een interne alarmtoon of externe alarmen te activeren.
44
Vierkanaals digitale videorecorder
Figuur 55 — Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Alarm uit en selecteer of de pieptoon of de alarm-uitvoerterminal die u wilt associëren met de bewegingsgebeurtenis. Markeer het vakje Looptijd en stel in voor hoe lang u de uitvoer wilt activeren.
Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm U kunt de DVR de remote site laten informeren over wanneer bepaalde bewegingsgebeurtenissen worden geactiveerd.
Figuur 56 — Bewegingsdetector gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
45
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje Informeren en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen Wanneer op Aan, informeert de DVR de remote site over wanneer bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden op basis van een gespecificeerd schema. OPMERKING: U moet de DVR registreren in de RAS (Remote Administration System) om Informeren te activeren.
wordt getoond op elke gekoppelde camera indien de DVR beweging detecteert.
Tekst in-gebeurtenisactie (Opname) setupscherm U kunt de DVR laten reageren op tekstinvoer van het tekst-inapparaat. U kunt aan de tekst-in een schema, geassocieerde camera, opnamesnelheid, videokwaliteit en looptijd toewijzen.
Figuur 57 — Tekst in-gebeurtenisactie (Opname) setupscherm Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Camera en druk op . Er verschijnt een cameraselectiescherm. Selecteer het cameranummer dat u wilt associëren met het tekst-inapparaat. OPMERKING: U kunt niet meer dan één camera associëren met een tekst-inapparaat.
Markeer het vakje Snelheid en selecteer het aantal beelden per seconde dat u wilt opnemen in het vervolgkeuzemenu. Markeer het vakje Kwaliteit en selecteer de beeldkwaliteit die u wilt opnemen in het vervolgkeuzemenu. Markeer het vakje Looptijd en stel de tijdsduur in die u wilt vastleggen voor de tekstinvoer.
46
Vierkanaals digitale videorecorder
Tekst in-gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm U kunt de DVR op tekst-in laten reageren door een interne alarmtoon of externe alarmen te activeren.
Figuur 58 — Tekst in-gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Alarm uit en selecteer of de Pieptoon of de alarm-uitvoerterminal die u wilt associëren met het tekst-inapparaat. Markeer het vakje Looptijd en stel in voor hoe lang u de uitvoer wilt activeren.
Tekst in-gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm U kunt de DVR de remote site laten informeren in het geval van tekst-in.
Figuur 59 — Tekst in-gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm 47
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Informeren en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen Wanneer op Aan, informeert de DVR de remote site wanneer deze tekstinvoer hebt van een tekst-inapparaat gebaseerd op een opgegeven schema. OPMERKING: U moet de DVR registreren in de RAS (Remote Administration System) om Informeren te activeren.
wordt getoond op elke gekoppelde camera indien de DVR tekstinvoer detecteert.
Video-uitval gebeurtenisactie (Opname) setupscherm U kunt de DVR anders laten reageren op het uitval van video van een camera. U kunt aan iedere camera een schema, geassocieerde camera, opnamesnelheid, videokwaliteit en looptijd toewijzen.
Figuur 60 — Video-uitval gebeurtenisactie (Opname) setupscherm Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Camera en druk op . Er verschijnt een cameraselectiescherm. Selecteer het cameranummer dat u wilt associëren met de camera die video-uitval hebt. OPMERKING: U kunt meerdere camera's associëren met een camera.
Markeer het vakje Snelheid en selecteer het aantal beelden per seconde dat u wilt opnemen in het vervolgkeuzemenu. Markeer het vakje Kwaliteit en selecteer de beeldkwaliteit die u wilt opnemen in het vervolgkeuzemenu. 48
Vierkanaals digitale videorecorder
Markeer het vakje Looptijd en stel de tijdsduur in die u wilt vastleggen voor het geassocieerde video-uitval.
Video-uitval gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm U kunt de DVR anders op video-uitval laten reageren door een interne alarmtoon of externe alarmen te activeren.
Figuur 61 — Video-uitval gebeurtenisactie (Alarm uit) setupscherm Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Alarm uit en selecteer of de Pieptoon of de alarm-uitvoerterminal die u wilt associëren met de camera met video-uitval.
Video-uitval gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm U kunt de DVR de remote site laten informeren in het geval van video-uitval.
Figuur 62 — Video-uitval gebeurtenisactie (Informeren) setupscherm 49
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje Schema en druk op schema in zoals eerder beschreven.
. Een schemascherm verschijnt vervolgens. Stel het
Markeer het vakje Informeren en druk op . Hiermee kunt u tussen Aan en Uit schakelen Wanneer op Aan, informeert de DVR de remote site wanneer deze video verliest van een camera gebaseerd op een opgegeven schema. OPMERKING: U moet de DVR registreren in de RAS (Remote Administration System) om Informeren te activeren.
wordt getoond op elke gekoppelde camera indien de DVR videoverlies detecteert.
Weergavesetup Markeer de OSD, Hoofdbewaking in het hoofdmenu en druk op cameraweergave op de hoofdmonitor in te stellen.
om de schermweergave of
OSD (schermweergave ) setup U kunt de DVR instellen voor de schermweergave van Datum, Tijd, Titel en status. U kunt iedere functie in- of uitschakelen en de marges bijstellen.
Figuur 63 — OSD-setupscherm Markeer het vakje naast Datum en druk op
om de datumweergave Aan of Uit te zetten.
Markeer het vakje naast Tijd en druk op
om de tijdweergave Aan of Uit te zetten.
Markeer het vakje naast Titel en druk op
om de cameratitelweergave Aan of Uit te zetten.
Markeer het vakje naast Status en druk op 50
om de statusweergave Aan of Uit te zetten.
Vierkanaals digitale videorecorder
OPMERKING: Elk icoon dat op het scherm getoond wordt beschrijft de systeemstatus als volgt: y y y y
y y y y y y
Vastleggen — Wordt getoond in de modus Vastleggen. Volgorde — Wordt getoond in de modus Volgorde. Zoom — Wordt getoond bij vergrootte video. Afstandsbediening — Wordt getoond indien de DVR bediend kan worden met de infrarode afstandsbediening. Opnemen — Wordt getoond op elk camerascherm terwijl de DVR video aan het opnemen is. Paniek — Wordt getoond in de modus Paniekopname. Audio — Wordt getoond terwijl de DVR audio opneemt. Gebeurtenis Detectie — Wordt getoond terwijl de DVR alarminvoer, beweging of tekstinvoer detecteert. Videoverlies — Wordt getoond indien de camera het videosignaal verliest. PTZ — Wordt getoond op elke PTZ camera.
OPMERKING: Indien de camera ingesteld is als Verborgen 1 worden er geen statusiconen op het scherm getoond.
Markeer het vakje naast Linker- en rechtermarge en druk op U kunt ze instellen van 1 t/m 24.
om beide marges bij te stellen.
Markeer het vakje naast Boven- en ondermarge en druk op U kunt ze instellen van 1 t/m 24.
om beide marges bij te stellen.
Markeer het vakje naast Tekst-In en druk op zetten.
om de tekst-ingegevensweergave Aan of Uit te
Als u de tekstinvoerreeksen duidelijker en beter wilt lezen op het scherm, stelt u de Achtergrondkleur Tekst-In in. Markeer het vakje naast Achtergrondkleur Tekst-In en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit.
Hoofdbewaking setupscherm U kunt de weergavelooptijd instellen voor iedere camera die wordt weergegeven op de hoofdmonitor. U kunt ook de video van de camera die gebeurtenissen detecteert laten weergeven op de hoofdmonitor gedurende de opgegeven looptijd.
51
Gebruikshandleiding
Figuur 64 — Hoofdbewaking setupscherm Markeer het vakje naast Looptijd sequentie en druk op instellen van 3 t/m 60 seconden.
. U kunt de looptijdsequentie
OPMERKING: Sequentie is niet mogelijk voor camera's met video-uitval.
om te schakelen tussen Aan Markeer het vakje naast Gebeurtenissenbewaking en druk op en Uit. Wanneer op Aan, wordt het laagste cameranummer van de camera's die zijn aangesloten op de gebeurtenisdetectiesensor weergegeven in een volledig scherm op de hoofdmonitor voor de opgegeven looptijd. Markeer het vakje naast Looptijd gebeurtenissenbewaking en druk op voor gebeurtenissenbewaking instellen van 3 t/m 60 seconden.
. U kunt de looptijd
Netwerk setupscherm In het scherm Netwerksetup kunt u de DVR instellen voor LAN- en modemverbindingen.
Figuur 65 — Netwerksetupscherm 52
Vierkanaals digitale videorecorder
Markeer het vakje naast Connection. Druk op
om te schakelen tussen LAN en Modem.
Markeer het vakje naast Beheerderwachtwoord en druk op . Er verschijnt een virtueel toetsenbord. Het systeem vraagt u eerst het geldige wachtwoord in te voeren. Daarna kunt u een nieuw wachtwoord invoeren. U wordt dan gevraagd het wachtwoord te bevestigen voordat het systeem het accepteert. Markeer het vakje naast Gebruikerswachtwoord en druk op . Er verschijnt een virtueel toetsenbord. Het systeem vraagt u eerst het geldige wachtwoord in te voeren. Daarna kunt u een nieuw wachtwoord invoeren. U wordt dan gevraagd het wachtwoord te bevestigen voordat het systeem het accepteert. OPMERKING: Deze wachtwoorden gelden voor netwerkgebruik. Zij zijn verschillend van de beheerder- en gebruikerswachtwoorden van de DVR zelf. OPMERKING: De wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig. Het standaard fabriekswachtwoord voor zowel beheerder als gebruiker is 12345678.
VOORZICHTIG: Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats. Wanneer u het wachtwoord eenmaal hebt gereset, is het standaardwachtwoord niet meer geldig. Als u uw wachtwoord vergeet, moet u de eenheid resetten door middel van de Fabrieksresetknop waarbij alle gegevensinstellingen worden gewist. De overdrachtsnelheid is het aantal beelden die per seconde voor elke camera overgedragen kunnen worden. Markeer het vakje naast Overdrachtssnelheid, druk op en pas de waarde aan. OPMERKING: De maximum overdrachtssnelheid over LAN is 30 beelden per seconde (25 bps voor PAL) wanneer de resolutie op Standaard staat ingesteld. Wanneer de resolutie op Hoog staat, neemt echter de overdrachtssnelheid af met 15 beelden per seconde (12,5 bps voor PAL).
VOORZICHTIG: Voorzichtig: Als u de maximum overdrachtssnelheid selecteert, STOPT u de video-opname. Pas de overdrachtssnelheid aan als u wilt doorgaan met opnemen. U kunt de beeldkwaliteit programmeren voor overdracht naar RAS (Remote Administration System). Markeer het vakje naast Kwaliteit extern en druk op . U kunt een beeldkwaliteit kiezen van Zeer hoog, Hoog, Standaard en Laag.
53
Gebruikshandleiding
LAN-setupscherm
Figuur 66 — LAN (Handmatig) setupscherm Markeer het vakje naast Type en druk op (PPPoE).
om te kiezen uit Handmatig, DHCP en ADSL
Selecteer Handmatig in het veld Type om handmatig LAN-parameters in te stellen. OPMERKING: U hebt een geldig IP-adres, Gateway en Subnetmasker nodig van uw netwerkbeheerder.
Wijzig de waarden door ze te markeren en met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag te verhogen of te verlagen. De fabrieksinstellingen voor LAN zijn: IP-adres: 192.168.1.129 Gateway: 192.168.1.254 Subnetmasker: 255.255.255.0 om het IP-adres van de DNS-server in te Markeer het vakje naast DNS Server en druk op voeren. Als u de DNS-server instelt, kunt u de domeinnaam van de DVRNS-server gebruiken in plaats van het IP-adres bij het instellen van de DVRNS-server. Raadpleeg de paragraaf DVRNS-setup voor meer informatie. Markeer de Port Number Setup… en druk op verschijnt.
54
. Het scherm Port Number Setup
Vierkanaals digitale videorecorder
Figuur 67 — Port Number Setupscherm OPMERKING: U hebt een geldig poortnummer nodig van uw netwerkbeheerder voor ieder RAS-programma (Admin, Watch, Search en Callback).
Wijzig het nummer door het te markeren en met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag te verhogen of te verlagen. De fabrieksinstellingen voor de poort zijn: Remote Admin: 8200 Remote Watch: 8016 Remote Search: 10019 Remote Callback: 8201 OPMERKING: Het systeem start automatisch opnieuw op na het wijzigen van de poortinstellingen. OPMERKING: Gebruik NIET hetzelfde poortnummer voor twee verschillende programma's; u kunt anders de DVR niet aansluiten op een PC die RAS gebruikt.
VOORZICHTIG: Verander wanneer u de poortinstellingen wijzigt ook de poortinstellingen op de PC die RAS gebruikt. Raadpleeg de RAS-handleiding voor meer informatie. Sla uw wijzigingen op en ga terug naar het scherm Netwerksetup door OK te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan. Selecteer DHCP in Type en markeer OK om het huidige IP-adres te lezen van de DVR dat is geconfigureerd door het DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)-netwerk.
55
Gebruikshandleiding
Figuur 68 — LAN (DHCP) setupscherm Selecteer ADSL (PPPoE) om het ADSL-netwerk op te zetten. OPMERKING: U kunt ADSL en de modem niet tegelijkertijd configureren. Als de DVR is aangesloten op een netwerk via de modem, wordt ADSL (PPPoE) niet geselecteerd.
Figuur 69 — LAN (ADSL) setupscherm Markeer het vakje naast ID en druk op de ADSL-verbinding kunt opgegeven.
. Een virtueel toetsenbord opent waarmee u de id voor
Markeer het vakje naast Wachtwoord en druk op . Een virtueel toetsenbord opent waarmee u het wachtwoord voor de ADSL-verbinding kunt opgegeven. OPMERKING: Voer de ID en het Wachtwoord in en markeer OK om het huidige IP-adres te lezen van de DVR dat is geconfigureerd door het ADSL-netwerk. OPMERKING: Als u de DVR hebt geconfigureerd voor gebruik met een DHCP- of ADSL-netwerk, kan het IP-adres van de DVR veranderen wanneer u de eenheid aanzet. 56
Vierkanaals digitale videorecorder
Modemsetup
Figuur 70 — Modem-setupscherm Het veld Gebruik toont de beschikbare modemtype, Externe modem. Markeer het vakje naast Baudsnelheid en druk op baudsnelheden van 300 t/m 115.200.
. Er verschijnt een lijst met
Markeer het vakje naast Databit en druk op 7 en 8 bits.
. Hiermee kunt u wisselen tussen indelingen van
Markeer het vakje naast Stopbit en druk op
. Hiermee kunt u wisselen tussen 1 en 2 stopbits.
Markeer het vakje naast Pariteit en druk op kunt kiezen uit Geen, Oneven of Even.
. Een vervolgkeuzelijst verschijnt vervolgens. U
OPMERKING: Indien de RS-232C poort in gebruik is voor Afstandsbediening, Tekst-In of PTZ, kunt u het netwerk niet configureren met de modem.
57
Gebruikshandleiding
DVRNS (DVR-naamservice) setupscherm U kunt de DVR op de DVRNS-server registreren voor gebruik van de DVR-naamservice.
Figuur 71 — DVRNS-setupscherm Markeer het vakje naast Use DVR Name Service (DVR-naamservice gebruiken) en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Markeer het vakje naast DVRNS-server en geef het IP-adres of de domeinnaam op van de DVRNS-server. OPMERKING: U krijgt het IP-adres of de domeinnaam van de DVRNS-server van uw netwerkbeheerder. OPMERKING: U kunt in plaats van het IP-adres de domeinnaam gebruiken als u de DNS-server al hebt opgezet bij de LAN-setup.
Markeer het vakje naast Port (Poort) en geef het poortnummer in van de DVRNS-server. U kunt het poortnummer instellen van 1 t/m 12000. OPMERKING: De DVRNS-serverinstellingen op uw DVR moeten overeenkomen met de instellingen op de geregistreerde DVRNS-server. Iedere verandering die u aanbrengt aan de DVRNS-server kan leiden tot incorrect functioneren van het apparaat.
Markeer het vakje naast Use NAT (NAT gebruiken) en druk op en Uit.
om te schakelen tussen Aan
OPMERKING: Wanneer u het NAT (Network Address Translation) apparaat gebruikt, raadpleeg de betreffende NAT-handleiding voor de juiste netwerkinstellingen.
Markeer het vakje naast DVR Name (DVR-naam) en druk op om de naam van de DVR in te geven voor registratie op de DVRNS-server. U kunt een virtueel toetsenbord gebruiken om de DVR-naam in te voeren. 58
Vierkanaals digitale videorecorder
Selecteer Check (Controleren) om na te gaan of de naam die u hebt ingevoerd geldig is voor gebruik. OPMERKING: Controleer de DVR-naam die u hebt ingevoerd door Controle te selecteren, anders worden de DVRNS-wijzigingen niet opgeslagen. OPMERKING: Wanneer u geen naam invoert of de naam bestaat al op de DVRNS-server, verschijnt er een foutmelding.
om de DVR te registreren op de DVRNS-server. De juiste Markeer OK en druk op DVRNS-instellingen geven helpdeskinformatie van de DVRNS-server weer in het vakje naast Help desk. VOORZICHTIG: Neem contact op met de DVRNS-serverbeheerder als u dezelfde DVR-naam wilt gebruiken die wordt geregistreerd op de DVRNS-server nadat u het systeem initialiseert met behulp van de fabrieksreset. Registreer en sla de helpdeskinformatie eerst op voordat u een fabrieksreset uitvoert. VOORZICHTIG: DVRNS-registratie is beperkt tot één DVRNS-server. U kunt de DVR niet registreren voor meerdere DVRNS-servers. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als u de DVR wilt registreren op een andere DVRNS-server.
Terugbelcentrum setupscherm U kunt DVR laten communiceren met een PC die RAS (Remote Administration System) gebruikt op een LAN-verbinding wanneer een gebeurtenis plaatsvindt. U kunt, als u een modem hebt aangesloten op de DVR, het apparaat ook een pieper laten draaien met een numeriek bericht wanneer een gebeurtenis plaatsvindt. Terugbelcentrum opzetten door LAN-verbindingen
Figuur 72 — Terugbelcentrum (LAN) setupscherm
59
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje naast IP-adres en voer het IP-adres in van de computer die u wilt activeren tijdens een gebeurtenis. Markeer het vakje naast Opnieuw proberen en voer het aantal keren in dat de DVR moet proberen om de verbinding te maken met de computer. U kunt kiezen van 1 t/m 10 nieuwe pogingen. Markeer het vakje naast E-mailbericht en druk op
om te schakelen tussen Aan en Uit.
Markeer het vakje naast IP SMTP-server en voer het IP-adres in van de SMTP-server dat u van uw netwerkbeheerder hebt gekregen. Markeer het vakje naast E-mailontvanger en voer het e-mailadres in van de ontvanger. Gebruik het virtuele toetsenbord om het E-mailadres in te voeren. Markeer het vakje naast E-mailzender en voer het e-mailadres in van de zender. OPMERKING: Het E-mailadres moet het teken “@” bevatten om het een geldig adres te maken.
Markeer het vakje naast Verificatie en druk op
om te wisselen tussen Aan en Uit.
Markeer het vakje naast ID en voer de ID in. U kunt de ID invoeren met het virtuele toetsenbord dat vervolgens opent. Markeer het vakje naast Wachtwoord en voer het SMTP-wachtwoord in. Een virtueel toetsenbord opent waarmee u het wachtwoord kunt opgegeven. OPMERKING: Verificatie moet op Aan staan en ID en Wachtwoord moeten zijn ingevoerd wanneer u een SMTP-server gebruikt waarvoor u gebruikersverificatie voor nodig hebt.
Terugbelcentrum opzetten door modemverbindingen
Figuur 73 — Terugbelcentrum (Modem) setupscherm 60
Vierkanaals digitale videorecorder
Markeer het vakje naast Piepernummer en voer het telefoonnummer in van de pieper. Voer het nummer zo in als het gebeld moet worden vanaf uw telefoonsysteem, bijv., als u een “9” moet bellen voor een buitenlijn, voert u “9” in vóór het piepernummer. Markeer het vakje naast Postvak en voer een voice-mailnummer in als uw pieper voicemail gebruikt. Markeer het vakje naast Site-ID en voer een driecijferig site-idnummer in. Wanneer er een gebeurtenis plaatsvindt, draait de DVR de pieper met een vier- of vijfcijferig nummer. De drie eerste cijfers staan voor het site-idnummer en het laatste cijfers geven het type gebeurtenis aan (1: Alarm-in, 2: Tekst-in, 3: Bewegingdetectie, 4: Video-uitval, 10: Opname controleren, 11: Opslag, 13: S.M.A.R.T. en 18: Systeem). Bijvoorbeeld, “0754” betekent dat site 75 video hebt verloren. OPMERKING: De DVR wacht ten minste vier minuten tussen piepersignalen. Als een andere gebeurtenis plaatsvindt in minder dan vier minuten nadat de DVR de pieper heeft geïnformeerd, zal deze de pieper niet bellen. De DVR doet dit om de telefoonlijn niet bezet te houden.
U kunt u wijzigingen opslaan door OK te markeren en op te drukken. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
Wachtwoord setupscherm U hebt een beheerderwachtwoord nodig om het systeem af te zetten, het setupscherm te openen, de standaardsetups te laden, alle gegevens te wissen, de systeemdatum en -tijd en het beheerderwachtwoord te wijzigen. U hebt een gebruikerswachtwoord nodig om terugspelen, snel vooruit afspelen, snel achteruit afspelen vanaf de live-bewakingsmodus te openen en voor het openen van het zoekmenuscherm in de live-bewakingsmodus. Markeer Wachtwoord in het hoofdmenu en druk om het scherm Wachtwoord te openen.
Figuur 74 — Wachtwoord setupscherm 61
Gebruikshandleiding
Markeer het vakje naast Gebruiker en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Als het wachtwoord op Aan staat, vraagt het systeem u het huidige wachtwoord in te voeren zodat u het kan uitschakelen. Als het wachtwoord op Uit staat, vraagt het systeem u om een nieuw wachtwoord in te voeren en het te bevestigen voordat het wordt ingeschakeld. U kunt het beheerderwachtwoord niet in- of uitschakelen. U kunt het beheerderwachtwoord wijzigen door eerst het huidige wachtwoord in te voeren, een nieuw wachtwoord in te voeren en ten slotte het nieuwe wachtwoord te bevestigen. Om het wachtwoord te wijzigen, markeer het vakje Wachtwoord en druk op . Er verschijnt een venster dat u vraagt het huidige wachtwoord in te voeren. Als u het juiste wachtwoord invoert, verschijnt er een ander venster dat u vraagt een nieuw wachtwoord in te voeren met behulp van de cameraknoppen. Druk op en een ander scherm verschijnt dat u vraagt het nieuwe wachtwoord te bevestigen. OPMERKING: Beheerder- en gebruikerswachtwoorden bestaan uit maximaal acht cijfers en worden ingevoerd met de cameraknoppen. Het standaard beheerderwachtwoord is 4321.
VOORZICHTIG: Noteer het nieuwe wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats. Als u uw wachtwoord vergeet, moet u de eenheid resetten door middel van de Fabrieksresetknop waarbij alle gegevensinstellingen worden gewist. Vergrendelen van de knoppen op het voorpaneel of de afstandsbediening, te vergrendelen Sleutelvergrendeling aan en druk op . Wanneer de knoppen zijn vergrendeld, zal door een knop op het voorpaneel of de afstandsbediening in te drukken het wachtwoordscherm getoond worden. U hebt het juiste wachtwoord nodig om de toetsen te ontgrendelen. Het sleutelvergrendelwachtwoord is 4321. U kunt ook het beheerderwachtwoord gebruiken om de toetsen te ontgrendelen. te drukken. Selecteer Annuleren U kunt u wijzigingen opslaan door OK te markeren en op om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
62
Vierkanaals digitale videorecorder
Configuratiescherm U gebruikt het Config-menu om functies uit te voeren zoals schakelen van Snelle setup naar Normale setup, kopiëren van videoclips, laden of opslaan van configuratie en wissen van alle gegevens.
Figuur 75 — Configuratiescherm
Kopiëren clip U kunt het scherm Kopiëren Clip gebruiken om videoclips te kopiëren naar een, extern USB vaste-schijfstation, USB CD-RW-station of USB-flashstation. De gekopieerde clips kunt u bekijken op computers die draaien onder Microsoft Windows 98, ME, 2000, XP of Vista. Raadpleeg Appendix A — USB vaste-schijfstation gereedmaken voor informatie over het gereedmaken van een extern station voor clip kopiëren.
Figuur 76 — Kopiëren clip scherm
63
Gebruikshandleiding
Om het type station te selecteren dat u wilt gebruiken voor clip kopiëren, markeer het bovenste vakje en druk op . Een vervolgkeuzelijst net beschikbare stations verschijnt vervolgens. U kunt USB HDD, USB CD-RW of USB Flash Memory selecteren. Als u audio wilt kopiëren met de video, vinkt u het vakje Audio aan. Plaats een vinkje in het vak Tekst-In indien u de tekst-in informatie van de gekopieerde videoclip wilt tonen. U kunt aangeven hoeveel video u wilt kopiëren door de start- en eindtijden en -datums te wijzigen. U kunt ook de back-upcamera selecteren. Markeer het vakje Bestandsnaam en druk op . Er verschijnt een virtueel toetsenbord. Voer een bestandsnaam in voor de video die u kopieert en selecteer Sluiten. De DVR voegt automatisch het cameranummer toe (bijvoorbeeld “01”) en “.exe” aan de bestandsnaam. Als u het bestand in een specifieke map wilt opslaan, geeft u de mapnaam in gevolgd door een “/”. Bijvoorbeeld: “map/bestandsnaam” Wanneer u de video een bestandsnaam hebt ingegeven, markeer Start en druk op . De DVR toont vervolgens de stationscapaciteit en de clipgrootte en vraagt u of u wilt doorgaan. Als het geselecteerde station meer dan 2 partities heeft, verschijnt het volgende scherm Schijfpartitieselectie. Als het bestandssyteem niet FAT32 is, toont het TYPE NIET ondersteund.
Figuur 77 — Schijfpartitie-selectiescherm Wanneer u het station en de partitie hebt geselecteerd voor clip kopiëren, toont de DVR de stationscapaciteit en de clipgrootte en vraagt u of u wilt doorgaan. OPMERKING: Kopieer geen clips die groter zijn dan 2 GB.
64
Vierkanaals digitale videorecorder
U kunt onder het kopiëren van de video andere DVR-functies gebruiken. Markeer hiervoor Sluiten en druk op . U kunt op ieder moment terugkeren naar het scherm Kopiëren clip (Back-up) om de voortgang te controleren. OPMERKING: U kunt tijdens het branden van een CD het clipkopieerproces niet beëindigen.
Raadpleeg de RAS Gebruikshandleiding voor instructies over hoe u de beelden die u hebt gekopieerd nakijkt. OPMERKING: U kunt tijdens clip kopiëren de volgende handelingen niet uitvoeren: de systeemdatum en -tijd wijzigen, het systeem afsluiten, naar de Snelle-setupmodus schakelen, alle gegevens wissen en de systeemsetup wijzigen vanaf een remote site. OPMERKING: De opnamesnelheid neemt af tot 1 bps per camera tijdens het branden van een CD of terwijl de DVR clip-kopieergegevens voorbereidt op het vaste-schijfstation.
VOORZICHTIG: Gebruik GEEN slechte kwaliteit CD-R of CD-RW disks of disks die zijn bekrast of op een of andere manier zijn beschadigd. VOORZICHTIG: Verwijder NIET de USB-kabel of de stroom van een extern station tijdens het kopiëren van clips. Als het externe station is afgesloten of de USB-kabel is niet aangesloten tijdens het kopiëren van clips, WERKT HET DVR-SYSTEEM MOGELIJK NIET CORRECT EN HET EXTERNE STATION KAN WORDEN BESCHADIGD. U krijgt ook een foutmelding de volgende keer dat u probeert te kopiëren. U moet dan de DVR uitschakelen en opnieuw starten om de foutmelding te verwijderen. Als het bestandssysteem van het USB-IDE vaste-schijfstation eenmaal beschadigd is, kunt u deze foutmelding niet meer verwijderen. Zelfs na het opnieuw starten van de DVR kan de melding automatisch opnieuw opstarten tijdens het gereedmaken van clip kopiëren. U moet het bestandssysteem herstellen met een herstelprogramma of het vaste-schijfstation opnieuw formatteren.
Standaardsetup laden Wanneer u Standaardsetup laden markeert en selecteert, opent u een scherm dat u vraagt of u zeker bent dat u de standaardinstellingen wilt laden en vraagt u dit te bevestigen met een wachtwoord. OPMERKING: Het laden van de standaardsetup heeft geen gevolgen voor de huidige tijd, tijdzone, zomertijd en netwerkinstellingen.
Installatie laden/opslaan U kunt opgeslagen DVR-instellingen laden of de huidige instellingen opslaan.
65
Gebruikshandleiding
Om opgeslagen DVR-instellingen te laden, sluit u het USB-apparaat dat het installatiebestand (.cfg) bevat aan op de DVR. Markeer het vakje Laden – Bestandsnaam en druk op . Het scherm Installatie laden verschijnt. Het scherm toont de namen van de beschikbare installatiebestanden. Selecteer het gewenste installatiebestand en druk op OK. De geselecteerde bestandsnaam verschijnt in het veld Bestandsnaam. Selecteer Laden om de geselecteerde, opgeslagen instellingen te laden en de DVR-instellingen hierop af te stemmen. OPMERKING: Zelfs na het wijzigen van de DVR-instellingen door opgeslagen instellingen te laden, worden tijdgerelateerde instellingen zoals (Datum/Tijd, Tijdzone en Zomertijd) niet gewijzigd. OPMERKING: Als u de netwerkinstellingen wilt wijzigen, selecteer Include network setup (Inclusief netwerkinstallatie). De netwerkinstellingen worden anders niet gewijzigd.
Om de huidige instellingen op te slaan, sluit u het USB-apparaat aan op de DVR. Markeer het vakje Opslaan – Bestandsnaam en druk op . U kunt een virtueel toetsenbord gebruiken om een bestandsnaam in te voeren. Wanneer u Opslaan selecteert, worden de huidige DVR-instellingen in de bestandsindeling.cfg opgeslagen op het USB-apparaat.
Figuur 78 — Installatie laden/opslaan scherm
Alle gegevens wissen Wanneer u Standaardsetup laden markeert en selecteert, opent u een scherm dat u vraagt of u zeker bent dat u alle gegevens wilt wissen en vraagt u dit te bevestigen met een wachtwoord. VOORZICHTIG: Als u Alle gegevens wissen selecteert, wist u alle opgenomen video.
66
Vierkanaals digitale videorecorder
Hoofdstuk 4 — Bediening OPMERKING: Voor de informatie in dit hoofdstuk moet u uw DVR hebben geïnstalleerd en geconfigureerd. Is dit niet het geval, raadpleeg dan Hoofdstuk 2 en 3.
De DVR-besturingselementen komen overeen met die van een VCR (analoge videorecorder). Net als bij een VCR zijn de belangrijkste functies opnemen en terugspelen van video. U hebt nu echter veel meer bedieningsmogelijkheden bij het opnemen en terugspelen van video. U kunt opnameschema's instellen op een dagelijkse tijd en op een dag van de week. Met de DVR kunt u zoeken door opgenomen video met hulpmiddelen die veel geavanceerder zijn dan die van VCR's. DVR-functies die niet beschikbaar zijn voor VCR's zijn bijvoorbeeld externe bediening, bekijken en opnemen van video terwijl u tegelijkertijd eerder opgenomen video bekijkt. De DVR werkt zelfs wanneer geen vaste schijfstation is geïnstalleerd. In dat geval worden terugspelen en alle andere processen die werken via vaste schijfstations niet ondersteund. U kunt dan alleen livevideo zien en systeeminstellingen vastleggen die geen betrekking hebben op het functioneren van vaste-schijfstations. U kunt de eenheid ook verbinden met RAS Watch via ethernet of modem. De besturingselementen van het frontpaneel staan beschreven in Hoofdstuk — Configuratie.
De DVR inschakelen Wanneer u de DVR hebt geïnstalleerd aan de hand van de instructies van Hoofdstuk 2 — Installatie, is het apparaat klaar voor opname. Het apparaat heeft ongeveer 60 seconden nodig om te initiëren. Indien beschadigd, herstelt de DVR bij het opstarten automatisch alle opgenomen gegevens op het opslagapparaat.
Live-bewaking Zodra de DVR het opstartproces heeft doorlopen, begint het apparaat livevideo te spelen op de aangesloten monitor en live-audio over de aangesloten luidspreker. De DVR toont standaard 4 camera's tegelijkertijd. Door op één van de cameraknoppen te drukken, geeft de betreffende camera weer in het volledige scherm. Het apparaat geeft livevideo en audio weer totdat u een andere functie inschakelt. Druk op de knop QUAD/SEQ (Kwad/Volgorde) om over te schakelen tussen de kwad (2x2) weergavenmodus en de sequentiemodus. Druk op ENTER/PAUSE (Enter/Pauze) in de Live-bewakingmodus om het huidige beeld vast te leggen op het scherm totdat u nogmaals op de knop drukt. Het scherm toont . 67
Gebruikshandleiding
U kunt de DVR gebeurtenis-gedetecteerde video in volledig scherm weergeven op de monitor gedurende de opgegeven looptijd wanneer een gebeurtenis plaatsvindt. De video van het laagste cameranummer onder de camera's die zijn geassocieerd met de gebeurtenis-gedetecteerde sensor wordt weergegeven. Na afloop van de bewakingslooptijd van de gebeurtenis keert de DVR terug naar de vorige schermgrootte. Tijdens de gebeurtenisbewaking wordt de bewaking voor alle volgende gebeurtenissen genegeerd. Door op de afzonderlijke cameraknop of op QUAD/SEQ te drukken tijdens gebeurtenisbewaking, komt de huidige gebeurtenisbewaking vrij en wordt de geselecteerde camera weergegeven of keert terug naar de vorige schermgrootte. De DVR geeft de tekst-ingegevens weer als er tekstinvoer is tijdens live-bewaking. De teks-in-informatie wordt dan weergegeven op het beeld. OPMERKING: De tekst-inweergaves worden alleen in een volledig scherm weergegeven.
Figuur 79 — Live-bewaking (Tekst-in) scherm
PTZ-modus De DVR regelt camera's met pan, hellen en zoomfuncties (PTZ). Door op de knop ZOOM/PTZ (Zoom/PTZ) te drukken in de modus volledig scherm van de gewenste camera wordt de PTZ modus geopend. U kunt de camera bedienen met behulp van de knoppen op het voorpaneel of de afstandsbediening of door voorkeurinstellingen vast te leggen. Druk op de pijlknoppen om de camera naar links en rechts te pannen en deze naar boven en naar beneden te hellen. Gebruik CAMERA 1 en CAMERA 2 om in of uit te zoomen. CAMERA 3 en CAMERA 4 kunt u gebruiken om het beeld te focussen. OPMERKING: U kunt de PTZ modus alleen openen indien de RS232C poort ingesteld is op PTZ, en het PTZ apparaat geselecteerd is tijdens de installatie van de Camera. Het verschijnt op het camerascherm. icoon OPMERKING: Wanneer de DVR in de PTZ-modus staat, ziet u een witte lijn weergegeven rond het beeld.
68
Vierkanaals digitale videorecorder
OPMERKING: U kunt de PTZ modus niet openen indien de geselecteerd camera Uit staat, verbroken is, of ingesteld is op Verbergen.
Druk op MENU (Menu) in de PTZ-modus om het scherm PTZ Menu te openen. Stel de functie in die u wilt bedienen door deze te selecteren in het menu. Raadpleeg de handleiding van de camerafabrikant voor de juiste instellingen. Sommige functies worden afhankelijk van de cameragegevens mogelijk niet ondersteund.
Figuur 80 — PTZ-menu Voorinstelling instellen — Stelt de voorkeuren in voor de PTZ-camera. y Afbreken — Sluit het menu. y
Voorkeur instellen Wanneer u de camera hebt ingesteld, kunt u de camerapositie-instellingen opslaan als "voorkeurinstellingen" of "voorinstellingen" zodat u direct naar de gewenste weergaven kunt gaan. Selecteer Voorinstelling instellen in het PTZ-menu. Selecteer het nummer dat u wilt toewijzen aan de voorkeurinstelling en druk op . Gebruik het virtuele toetsenbord om de naam van de voorkeurinstelling in te voeren en druk nogmaals op om de voorkeurinstelling op te slaan.
Figuur 81 — PTZ-voorinstellingenscherm 69
Gebruikshandleiding
PTZ Toepassen Wanneer u de voorkeurinstellingen voor de camera hebt ingesteld, kunt u direct naar de gewenste weergaven gaan. Druk op QUAD/SEQ (Kwad/Volgorde) om het dialoogvenster PTZ Toepassen te openen. U laadt de voorkeurinstelling door het betreffende nummer te selecteren..
Figuur 82 — PTZ Toepassen
Digitale zoomfunctie U kunt de Digitale zoommodus openen door op de ZOOM/PTZ (Zoom/PTZ)-knop te drukken in de PTZ-modus. Wanneer het PTZ-apparaat niet is geïnstalleerd, druk op de ZOOM/PTZ -knop in de live-bewakingsmodus om de digitale zoomfunctie direct te openen. OPMERKING: U kunt de modus Digitale Zoom niet openen indien de geselecteerd camera Uit staat, verbroken is, of ingesteld is op Verbergen.
Wanneer u in de digitale zoommodus bent, wordt er een klein, helder vak over het beeld gelegd. Het kader geeft de plaats aan waarop moet worden ingezoomd. Verplaats de positie van het kader met behulp van de pijlknoppen en druk op om die plaats uit te vergroten. Vergrote beeld toont . Druk nogmaals op ZOOM/PTZ om terug te keren naar de live-bewakingsfunctie.
Video opnemen Wanneer u de DVR heeft geïnstalleerd aan de hand van de instructies van Hoofdstuk 2 — Installatie, is het apparaat klaar voor opname. Tenzij u de instelling wijzigt, neemt de DVR video op en blijft dat doen totdat het vaste-schijfstation vol is. De standaard is Overschrijven wanneer het vaste-schijfstation vol is. Wanneer u Overschrijven selecteert, gaat de DVR door met opnemen wanneer het vaste-schijfstation vol is door de oudste video te overschrijven. U kunt de DVR laten stoppen met opnemen (Stop) wanneer het vaste schijfstation vol is. Hoewel u op kunt nemen zonder de standaardinstellingen van de eenheid te wijzigen, wilt u uiteraard gebruik maken van de vele hulpprogramma's van de DVR. Zie Hoofdstuk 3 — Configuratie voor een uitgebreide beschrijving van de opnamefuncties.
70
Vierkanaals digitale videorecorder
OPMERKING: Wanneer de DVR video opneemt, brandt het RECORD LED op het wordt getoond op elk camerascherm. frontpaneel en
Hoewel u looptijd of gebeurtenisopname kunt hebben ingesteld, activeert u met een druk op de knop PANIC (Paniek) de snelle-opnamefunctie, of paniekopnamefunctie, zodat de DVR video opneemt ongeacht het looptijd- of gebeurtenisopnameschema. Druk nogmaals op de knop om de paniekopname te stoppen. OPMERKING: Wanneer de DVR in de paniekmodus staat, het REC-LED op het frontpanel knippert en wordt getoond op elk camerascherm.
Audio opnemen Als u de DVR heeft ingesteld op het opnemen van audio, neemt het apparaat audio op onder het opnemen van video. OPMERKING: De DVR neemt GEEN audio op wanneer de opnamesnelheid lager is dan 15 ips. Opnemen van geluid kan eveneens beïnvloedt worden door de staat van de netwerk bandbreedte tijdens het op afstand bewaken van de DVR met behulp van het programma RAS (Remote Administration System). OPMERKING: Zorg ervoor dat u voldoet aan alle wetgeving en verordeningen met betrekking tot het opnemen van audio.
Opgenomen video afspelen Wanneer u video hebt opgenomen, kunt u de opname bekijken met behulp van de pijlknoppen. Wanneer u een opname voor de eerste keer afspeelt, geeft de DVR de meest recent opgenomen beelden weer. Wanneer u een opname meerdere keren afspeelt, begint de DVR het afspelen vanaf het laatst opnieuw opgeroepen beeld. Als er tekst-invoer is, geeft de DVR de tekst-ingegevens weer bij het afspelen van video. De teks-in-informatie wordt dan weergegeven op het beeld. OPMERKING: De tekst-inweergaves worden alleen in een volledig scherm weergegeven. OPMERKING: Zorg ervoor dat u Tekst-in hebt ingeschakeld tijdens de OSD-setup als u de tekst-in-informatie wilt weergeven op het teruggespeelde beeld.
71
Gebruikshandleiding
Figuur 83 — Terugspeel (Tekst-in) scherm
Pijltoetsen : Door op de Linkerpijl te drukken speelt het apparaat een opname achteruit op hoge snelheid. Door nogmaals op de knop te drukken, schakelt de terugspeelsnelheid tussen , en . Het scherm geeft , en respectievelijk weer. : Door op de Rechterpijl te drukken speelt het apparaat een opname vooruit op hoge snelheid. Door nogmaals op de knop te drukken, schakelt de terugspeelsnelheid tussen , en . Het scherm geeft , en respectievelijk weer. : Selecteer ENTER/PAUSE en druk daarna op de pijlomhoogknop om door te gaan naar het volgende beeld. : Selecteer ENTER/PAUSE en druk daarna op de pijlomlaagknop om terug te gaan naar het vorige beeld. OPMERKING: Het openen van de Snel voorwaarts/achterwaartsafspeelmodus vanuit de live-bewakingsmodus kan worden beschermd door een gebruikerswachtwoord.
ENTER/PAUSEknop Druk op de ENTER/PAUSE (Enter/Pauze) om de video op het scherm te onderbreken. Het scherm toont .
Cameraknoppen (1 tot en met 4) Door op één van de cameraknoppen te drukken, geeft de betreffende camera weer in volledig scherm.
72
Vierkanaals digitale videorecorder
QUAD/SEQ-knop Wanneer u een opname terugspeelt, kunt u de weergavengrootte instellen van volledig scherm tot kwad (2x2) door op de knop QUAD/SEQ (Kwad/Volgorde) te drukken. Door op de cameraknop te drukken tijdens de modus quad (2x2) wordt teruggekeerd naar volledig scherm. OPMERKING: Wanneer u een opname van een zeer hoge beeldkwaliteit afspeelt op de maximumsnelheid, kan dit het terugspelen van audio-opnames soms onderbreken. OPMERKING: U kunt tijdens het afspelen de systeemsetup niet vanaf een remote site wijzigen.
Digitale zoomterugspeelfunctie U kunt de Digitale zoomterugspeelmodus openen door op de PTZ-knop te drukken in de terugspeelmodus. Wanneer u de PTZ-knop hebt ingedrukt in de terugspeelmodus, wordt het beeld onderbroken en verschijnt er een klein, helder kader over het beeld. Het kader geeft de plaats aan waarop moet worden ingezoomd. Verplaats de positie van het kader met behulp van de pijlknoppen en druk op om die plaats uit te vergroten. Vergrote beeld toont . Druk nogmaals op de PTZ-knop om de digitale zoomafspeelfunctie uit te schakelen en terug te keren naar de terugspeelmodus. OPMERKING: U kunt de digitale zoomterugspeelfunctie niet openen wanneer de geselecteerde camera is opgesteld als Gesloten 1 of 2 en niet wordt teruggespeeld.
Figuur 84 — Digitale zoomscherm
73
Gebruikshandleiding
Figuur 85 — Uitvergrote digitale zoomscherm
Video zoeken Druk op MENU in de afspeelmodus om het Zoekmenu te openen.
y y y y y y y
Figuur 86 — Zoekmenu Ga naar eerste — Toont het eerst opgenomen beeld Ga naar laatste — Toont het laatst opgenomen beeld Datum en tijd zoeken… — Zoekt op datum en tijd (zie verderop voor meer informatie ) Agenda zoeken… — Zoekt met behulp van een agenda (zie verderop voor meer informatie ) Gebeurtenis zoeken… — Selecteert video van het gebeurtenissenlogboek (zie verderop voor meer informatie) Tekst-in zoeken… — Zoekt met behulp van tekstinvoerreeksen (zie verderop voor meer informatie ) Kopiëren clip… — Knipt een videoclip uit en slaat het op.
74
Vierkanaals digitale videorecorder
Datum en tijd zoeken
Figuur 87 — Datum en tijd zoekenscherm Beweeg de cursor over de datum en druk op (Enter/Pauze). Stel de cijfers in met behulp van de pijlknoppen. Wanneer u de datum hebt ingesteld voor het zoeken naar opnames, klik op . Beweeg de cursor over de tijd en druk op . Stel de cijfers in met behulp van de pijlknoppen. Wanneer u de tijd hebt ingesteld voor het zoeken naar opnames, druk op . Wanneer u de datum en tijd hebt ingesteld voor het zoeken naar opnames, markeer OK en druk op . De geselecteerde datum en tijd worden weergegeven. (Als er op de geselecteerde tijd geen video was opgenomen, verschijnt er een leeg scherm.) U kunt de pijlknoppen nu gebruiken voor het bekijken van opnames die rondom worden weergegeven.
Agenda zoeken
Figuur 88 — Agenda-zoekenscherm De dagen die opnames bevatten worden op de agenda weergegeven met witte cijfers. Gebruik de pijlknoppen om een dag te markeren en druk op (Enter/Pauze) om de dag te selecteren. Het scherm toont een tijdbalk onder aan de agenda. De uren waarop video was opgenomen worden in blauw weergegeven. Markeer de tijdbalk en gebruik de pijlknoppen om de tijd te selecteren.
75
Gebruikshandleiding
OPMERKING: De tijdbalk is ingedeeld in segmenten van één uur. Als een segment is gemarkeerd, betekent dit dat op dat uur een opname was gemaakt. Het betekent echter NIET dat die opname het hele uur heeft geduurd.
Wanneer u de datum en tijd hebt ingesteld voor het zoeken naar opnames, markeer GA en druk op . De geselecteerde datum en tijd worden weergegeven. U kunt de pijlknoppen nu gebruiken voor het bekijken van opnames die rondom worden weergegeven.
Gebeurtenis zoeken
Figuur 89 — Gebeurtenissenlogboekscherm De DVR houdt logvermeldingen bij voor iedere keer dat de alarminvoerpoort wordt geactiveerd. Het scherm Gebeurtenissenlogboek toont deze lijst. Markeer de gebeurtenis waarvoor u de opname wilt zien. Druk op (Enter/Pauze) om de gebeurtenisopname uit te pakken en het eerste beeld van de gebeurtenis weer te geven. Druk op de pijlknop om het afspelen van het "gebeurtenis"-opnamesegment te starten. Druk op om de video te onderbreken. Druk nogmaals op deze knop om terug te keren naar live-bewaking. U kunt uw gebeurteniszoekactie ook verder specificeren door op de knop Zoekvraag… te drukken en de nieuwe zoekvoorwaarde samen te stellen.
76
Vierkanaals digitale videorecorder
Figuur 90 — Gebeurteniszoekactie (op gebeurtenis) scherm
Figuur 91 — Gebeurtenis zoeken (op camera) scherm Markeer het vakje naast Zoeken op en druk op Camera.
om te schakelen tussen Gebeurtenis en
U kunt naar video zoeken vanaf de eerst opgenomen beelden tot de laatste. U kunt ook de starten eindtijden en -datums instellen. Wanneer u Zoeken op Gebeurtenis selecteert, kies de gebeurtenisopties voor ieder apparaat. Wanneer u Zoeken op Camera selecteert, kies de doelcamera's en gebeurtenisopties. om Wanneer u de gewenste zoekvoorwaarden hebt ingesteld, markeer Zoeken en druk op de zoekresultaten weer te geven in het scherm Gebeurtenissenlogboek. Selecteer Annuleren om het scherm te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.
77
Gebruikshandleiding
Tekst-in zoeken
Figuur 92 — Tekst-in zoekscherm De DVR houdt logboekvermeldingen bij van iedere keer dat er sprake is van tekstinvoer. Het scherm Tekst-inzoeken toont deze lijst. Markeer de gebeurtenis waarvoor u de opname wilt zien. Druk op (Enter/Pauze) om de gebeurtenisopname uit te pakken en het eerste beeld van de gebeurtenis weer te geven. Druk op de pijlknoppen om het afspelen van het “tekst-in”-videosegment te starten met de tekst-ingegevens op het beeld. Druk op om de video te onderbreken. Druk nogmaals op deze knop om terug te keren naar live-bewaking. U kunt uw gebeurteniszoekactie ook verder specificeren door op de knop Zoekvraag… te drukken en de nieuwe zoekvoorwaarde samen te stellen.
Figuur 93 — Tekst-in-zoekscherm
78
Vierkanaals digitale videorecorder
U kunt naar video zoeken vanaf de eerst opgenomen beelden tot de laatste. U kunt ook de starten eindtijden en -datums instellen. Selecteer de doelcamera's voor het zoeken naar tekst-ingegevens. Markeer het vakje naast Hoofdlettergevoelig en druk op om te schakelen tussen Aan en Uit. Als Hoofdlettergevoelig is ingeschakeld, maakt de DVR onderscheid tussen hoofd- en kleine letters. Markeer het vakje Zoek. laden en druk op laden.
om de opgeslagen zoekvraag-instellingen te
Markeer het vakje Zoek. opslaan en druk op om de huidige zoekvraag-instellingen op te slaan. Voer de titel in voor de huidige zoekvraag-optie met behulp van het virtuele toetsenbord. Markeer het vakje Zoek. wissen en druk op verwijderen.
om de huidige zoekvraag-instellingen op te
Markeer het vakje Naam en voer de zoektekst in met behulp van het virtuele toetsenbord. Markeer het vakje Bedrijf om de vergelijkoperator in te voeren met behulp van het virtuele toetsenbord. Markeer het vakje Waarde om de vergelijkwaarde in te voeren met behulp van het virtuele toetsenbord. OPMERKING: U kunt Kolom en Regel gebruiken voor specifieker zoeken in tekst-ingegevens. Kolom geeft de locatie aan van een afzonderlijke categorie en Regel geeft de regel aan waar de categorie zich bevindt. Wijzig het kolom- en regelnummer door deze te markeren en met behulp van de pijlknoppen Omhoog en Omlaag te verhogen of te verlagen. OPMERKING: Geef AND of OR op in het vakje onder het kopje voor een specifiekere zoekactie naar tekst-ingegevens.
Wanneer u de gewenste zoekvoorwaarden hebt ingesteld, markeer Start en druk op om de zoekresultaten weer te geven in het scherm Tekst-in zoeken. Selecteer Sluiten om het scherm te sluiten en terug te keren naar het vorige scherm.
79
Gebruikshandleiding
80
Vierkanaals digitale videorecorder
Appendix A — USB vaste-schijfstation gereedmaken Het USB-IDE vaste-schijfstation gereedmaken in Windows 2000 OPMERKING: Het gereedmaken van een USB-IDE vaste-schijfstation onder Windows XP is bijna identiek aan Windows 2000.
1. 2. 3. 4.
Sluit het USB-IDE vaste-schijfstation aan op uw PC met behulp van de USB-kabel. Zet uw PC aan. Het USB-apparaatpictogram verschijnt in de takenbalk. Als het USB-IDE vaste-schijfstation is gepartitioneerd of als het gegevens bevat, wordt dit weergegeven in Mijn Computer als een vaste-schijfstation pictogram. Controleer het bestandssysteem door met de rechtermuisknop te klikken op het pictogram en te controleren in Eigenschappen > Algemeen > Bestandssyteem. Als de indeling van het bestandssysteem NOT FAT32 is, formatteer het USB-IDE vaste-schijfstation met de indeling FAT32. 5. Als het USB-IDE vaste-schijfstation niet is gepartitioneerd, ga naar Systeembeheer in Configuratiescherm en start Computerbeheer. Open Schijfbeheer in Opslag en klik met de rechtermuisknop op een regio van het USB-IDE vaste-schijfstation die nog niet is toegewezen. Klik vervolgens op Partitie maken. 6. Klik in de wizard Partitie maken op volgende en dan op Primaire partitie. Volg verder de instructies op het scherm. Controleer dat u FAT32 heeft geselecteerd voor het bestandssysteem. OPMERKING: De partitiegrootte moet onder 32 GB blijven vanwege beperkingen van het Windows BS.
Na het formatteren, wordt het USB-IDE vaste-schijfstation toegevoegd aan Mijn Computer. 7. Sluit het USB-IDE vaste-schijfstation aan op de DVR.
81
Gebruikshandleiding
Het USB-IDE vaste-schijfstation gereedmaken in Windows 98 OPMERKING: Het gereedmaken van een USB-IDE vaste-schijfstation onder Windows ME is bijna identiek aan Windows 98.
1. Sluit het USB-IDE vaste-schijfstation aan op uw PC met behulp van de USB-kabel. 2. Zet uw PC aan. De wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt. 3. Installeer het stuurprogramma voor het USB-backupapparaat volgens de instructies die bij uw USB vaste-schijfstation zijn geleverd. 4. Als het USB-IDE vaste-schijfstation is gepartitioneerd of gegevens bevat, wordt dit weergegeven in Mijn Computer als een vaste-schijfstation pictogram. Klik op het bestandssysteem in Eigenschappen > Algemeen > Bestandssysteem. Als de indeling van het bestandssysteem NOT FAT32 is, formatteer het USB-IDE vaste-schijfstation met de indeling FAT32. 5. Voer het FDISK-hulpprogramma uit door te klikken op Start en Uitvoeren. Typ “fdisk” in en klik op OK. 6. Wanneer de MS-DOS-opdrachtprompt verschijnt, typ “Y” in en druk op enter. 7. In het FDISK-optiemenu, kies “5. Wijzig het huidige vaste-schijfstation”. 8. Kies de betreffende letter voor het USB-IDE vaste-schijfstation. 9. In het FDISK-optiemenu, kies “1. DOS-partitie of logisch DOS-stations maken”. 10. In het Dos-partitie- of logische DOS-stationmenu, kies “1. Primaire DOS-partitie maken”. Typ “Y” in om alle beschikbare ruimte te gebruiken en druk op enter. Druk op ESC om het scherm te verlaten nadat de USB-IDE vaste-schijfstationpartitie is gemaakt. 11. Start uw PC opnieuw op en controleer dat het nieuwe station in Mijn Computer voorkomt. 12. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het zojuist gemaakte vaste-schijfstation en selecteer“Formatteren”. 13. In het formatteerscherm, selecteer “Vol” als het “Formaattype” en klik op“Start”. 14. Sluit na het formatteren het USB-IDE vaste-schijfstation aan op de DVR.
82
Vierkanaals digitale videorecorder
Appendix B — Tekst-in zoekvraagvoorbeelden Zoekvraagvoorbeeld I 1 2 3 4 5 6 123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890
Artikel Prijs per eenheid Hvl Bedrag =================================================== Coke | $ 2,20 | 1(s) | $ 2,20 Fanta | $ 2,20 | 1(s) | $ 2,20 Hotdog | $ 3,50 | 3(s) | $ 10,50 Pepsi | $ 1,95 | 1(s) | $ 1,95 =================================================== totaal : $ 16.85 Dank u~~
U ziet in de bovenstaande tekst-ingegevens dat de vergelijkwaarde zich bevindt op het 17de (Prijs per eenheid, $-symbool wordt automatisch genegeerd), 28ste (Hvl) en 40ste (bedrag) teken (inclusief spaties) van links. U kunt in dit geval “17”, “28” en “40” invoeren in iedere kolom. Bijvoorbeeld, als u wilt zoeken naar Coke met een Hvl (Hoeveelheid) van meer dan 1 en Hotdog met een Bedrag van totaal over de $8, kunt u de volgende zoekvoorwaarde invoeren.
83
Gebruikshandleiding
Zoekvraagvoorbeeld II 1 2 3 4 5 6 123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890
Artikel Prijs per eenheid Hvl Bedrag ================================================== Coke | $ 2,20 | 1(s) $ 2.20 Fanta | $ 2,20 | 1(s) $ 2.20 Hotdog | $ 3,50 | 3(s) $ 10.50 Pepsi | $ 1,95 | 1(s) $ 1.95 ================================================== totaal : $ 16.85 Dank u~~
U ziet in de bovenstaande tekst-ingegevens dat de vergelijkwaarde zich bevindt op het 17de (Prijs per eenheid, $-symbool wordt automatisch genegeerd), 28ste (Hvl) en 40ste (bedrag) teken (inclusief spaties) van links. De waarde van de categorie Bedrag bevindt zich echter op een andere regel dan Artikel. U kunt in dit geval “17”, “28” en “40” invoeren in iedere kolom en “1” in het regelvakje van de volgende regel. Bijvoorbeeld, als u wilt zoeken naar Coke met een Hvl (Hoeveelheid) van meer dan 1 en Hotdog met een Bedrag van totaal over de $8, kunt u de volgende zoekvoorwaarde invoeren.
84
Vierkanaals digitale videorecorder
Appendix C — Problemen oplossen Probleem
Mogelijke oplossing
Geen stroom
y Controleer netsnoeren en aansluitingen. y Controleer of de wandstekkerdoos stroom heeft.
Geen live-video
y y y y y
Live-video is erg belicht
Als er op de "Lus"-aansluiting een kabel is aangesloten, controleer of deze is aangesloten op een correct terminatieapparaat.
DVR stopt met opnemen
Als het vaste-schijfstation vol is, moet u of video verwijderen of de DVR instellen op Overschrijven.
DVR geeft de foutmelding dat de laatst opgenomen datum en tijd van het beeld later is dan de huidige datum- en tijdinstelling van de DVR.
De DVR stelt automatisch de tijd en datum van de eenheid opnieuw in volgens de tijd en datum van het laatst opgenomen beeld. Als deze niet de juiste tijd en datum zijn, moet u de tijd en datum opnieuw handmatig instellen. Als de juiste tijd en datum eerder zijn dan het laatst opgenomen beeld, verliest u alle video met een latere tijd en datum wanneer u de juiste tijd en datum opnieuw instelt.
Controleer de videokabel en -aansluitingen van de camera. Controleer de videokabel en -aansluitingen van de monitor. Controleer of de camera stroom krijgt. Controleer de lensinstellingen van de camera. Controleer de CVBS/VGA-schakelaarinstellingen.
85
Gebruikshandleiding
Appendix D — Pin-uitaansluiting
Invoer
Uitvoer
AI (1 t/m 4) GND
Chassis geaard
ARI
Alarmreset In
NC
Relay Alarmuitvoer (Normaal gesloten)
C NO
86
Alarminvoer 1 t/m 4
Algemeen Relay Alarmuitvoer (Normaal open)
Vierkanaals digitale videorecorder
Appendix E — Schermdiagram
87
Gebruikshandleiding
Appendix F — Specificaties VIDEO Signaalformaat Video-invoer Monitoruitvoer Videoresolutie Terugspeel/ opname snelheid (beelden per seconde)
NTSC of PAL (auto detect) Composiet: 4 lus-invoeraansluitingen, 1 Vp-p, auto-terminatie, 75 Ohm Composiet: Één (BNC), 1 Vp-p, 75 Ohm Analoge RGB: Één (VGA) - NTSC: 30,8kHz (horizontale frequentie) / 60Hz (verticale frequentie) - PAL: 30,8kHz (horizontale frequentie) / 50Hz (verticale frequentie)
720x480 (NTSC), 720x576 (PAL) Standaard: 120bps (NTSC), 100bps (PAL) Hoog: 60bps (NTSC), 50bps (PAL)
INVOER/UITVOER Alarminvoer Alarmuitvoer Alarmreset-invoer Interne alarmtoon Netwerkconnectiviteit Audio-invoer Audio-uitvoer
4 TTL, NC/NO programmeerbaar, 4,3V drempel 2 relay uit, terminalblok, NC & NO, 0,5A @ 125VAC, 1A @ 30VDC 1 TTL, terminalblok 80 dB op 10 cm 10/100 Base Ethernet, RS-232C voor externe modem 1 lijnen in 1 lijn
AANSLUITINGEN Video-invoer Videolus Monitoruitvoer Audio In Audio Uit Alarmen Alarmreset In Ethernetpoort RS-232C seriële poort USB-poort IR Poort
Composiet: 4 BNC Composiet: 4 BNC Composiet: 1 BNC Analoge RGB: 1 (VGA) 1 RCA-aansluiting 1 RCA-aansluiting Terminalblok Terminalblok RJ-45 DB9 (P) 1 op frontpaneel (1.1) 1 Afstandsbediening
Specificaties kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
88
Vierkanaals digitale videorecorder
OPSLAG Primaire opslag Back-upopslag
EIDE vaste-schijfstation (1) USB vaste-schijfstation, USB CD-RW-station of USB flashstation
ALGEMEEN AFMETINGEN (B X H X D): Gewicht eenheid Verzendgewicht Bedieningstemperatuur Relatieve vochtigheid Stroom Certificaten
340mm x 46,5mm x 310mm 3,2kg 4,4kg 5°C tot 40°C 0 % tot 90 % 100–240 V~, 50/60Hz, 0.6A FCC, CE, UL
Specificaties kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
89