Aan: Van: Datum: Betreft:
College van B&W Wethouder Peter Geenen 28 juni 2012 Startnotitie Cultuurbedrijf
1. Inleiding In de kadernota cultuur “De kunst van het verleiden” die de raad in 2009 heeft vastgesteld, hebben wij de ambitie uitgesproken om meer synergie in de culturele functies en meer samenhang in de stedelijke programmering aan te brengen, zodat onze stad een sterker cultureel profiel zal krijgen. Eén van de onderdelen die genoemd werd voor het behalen van meer synergie in de culturele functies was het realiseren van een gezamenlijke back-office en het ontwikkelen van stedelijke programmering. De ambities uit de kadernota cultuur zijn leidraad geweest in de discussies over ombuigingen. We waren al in gesprek met de culturele instellingen over meer samenwerking, de discussies over de ombuigingen hebben dit toekomstperspectief versneld en verdiept. Ook in “Ombuigen met Visie” kiezen we voor cultuurvernieuwing in plaats van voor de kaasschaafmethode. Dit is mede ingegeven door de gesprekken die wij met onze culturele instellingen over de ombuigingen hebben gevoerd. Gebleken is dat bij ingrijpende bezuinigingen het voor de relatief kleine organisaties niet mogelijk zal zijn om deze krimp eigenstandig op te vangen zonder substantiële verliezen in het aanbod1. Samenwerken in een Cultuurbedrijf biedt dan perspectief. Tijdens de behandeling van de Ombuigingsvisie in de raadscommissie van 1 maart jl. heeft de raad ingestemd met een taakstellende bezuiniging op cultuur van € 50.000 in 2013, € 400.000 in 2014 en € 745.000 per jaar vanaf 2015. Daarbij is gevraagd om een aanvullende startnotitie over het Cultuurbedrijf. De startnotitie die nu voorligt geeft onze ambities weer voor het Cultuurbedrijf en is in feite een uitwerking van de doelen voor het Cultuurbedrijf. De definitieve invulling van het Cultuurbedrijf wordt gedurende het proces ontwikkeld. Daarvoor verwijzen wij naar het bijgevoegde plan van aanpak. Waarom een Cultuurbedrijf? We hebben in onze stad een aantal culturele instellingen, die ieder voor zich en op onderdelen samen een prima aanbod realiseren. We constateren dat onze stad een duidelijk cultureel profiel mist, terwijl we dat belangrijk vinden voor zowel onze eigen inwoners als ook voor het aantrekken van bezoekers en potentiële vestigers van buiten. De gemeentelijke middelen voor cultuur moeten vooral ten goede komen aan de inhoudelijke functies en activiteiten. Door het totale aanbod van cultuur te organiseren vanuit de klant en niet rondom culturele functies, zetten we in op profilering en samenhang – ook door communicatie en pr centraal te organiseren en te intensiveren – en besparen we op zaken als huisvesting, exploitatie, administratie en directie. We wensen een stad met een duidelijk cultureel profiel. Een stad die iets te bieden heeft aan de eigen bevolking, de mensen uit de (eu)regio, maar ook aan de bedrijven en mensen die we beogen aan te trekken bij onder meer de Campusontwikkeling. Daarbij vinden we de negen functies die in Ombuigen met Visie worden genoemd belangrijk. 1
Aan de professionele culturele instellingen is – naast andere bezuinigingen – in 2011 en 2012 al een efficiencykorting opgelegd van resp. 2% en 3% ten opzichte van het subsidiebedrag 2010.
Deze functies zijn: 1. Sterk verenigingsleven 2. Creatieve vorming (muziekonderwijs, beeldende kunsteducatie, dans, etc.) 3. Bibliotheekfunctie 4. Professioneel podium met productiefunctie 5. Poppodium 6. Presentatieplek / tentoonstellingsruimte 7. Decentrale cultuurcentra (cultuurhuizen) met onder meer kleinschalige broedplaatsen voor (pop)muziek, beeldende kunsten en architectuur 8. Evenementen 9. Stedelijke programmering Voor de invulling van de functies creatieve vorming en bibliotheek werkt Sittard-Geleen samen met gemeenten in de regio. In overleg met deze gemeenten zullen afspraken gemaakt moeten worden over de wijze waarop zij kunnen en/of willen deelnemen aan het Cultuurbedrijf. Naast de negen functies heeft de gemeente een wettelijke taak ten aanzien van archivering2. De stedelijke programmering van de stad moet □ aansluiten op de profilering van Sittard-Geleen als innovatieve business-stad, stedelijk middelpunt van de regio en jonge, actuele stad; □ gewenste doelgroepen als jongeren en kenniswerkers aanspreken; □ onderscheidend zijn in tenminste Zuid-Limburg. We denken daarbij dat het principe “per functie een organisatie” losgelaten zou moeten worden en dat het wenselijk is dat ‘klanten’ bij één cultuurbedrijf kunnen vinden wat ze op cultureel gebied zoeken. Daarbij zijn er verschillende klantgroepen te onderscheiden. Klantgroepen cultuurbedrijf In Sittard-Geleen zijn verschillende klantgroepen te onderscheiden voor kunst en cultuur. Elke klantgroep heeft specifieke behoeften op het gebied van cultuur waarvoor ze, al dan niet tegen betaling, bij het cultuurbedrijf terecht moeten kunnen. Voorbeelden van klantgroepen zijn individuele burgers, culturele verenigingen, scholen, individuele kunstenaars en bedrijven. Individuele burgers willen bijvoorbeeld een voorstelling of tentoonstelling bezoeken, muziekles volgen, boeken lezen, meer weten over hun voorouders, elkaar ontmoeten of met anderen toneel spelen. Op dit moment kunnen zij terecht bij de schouwburg, theater Karroessel of Het Laagland voor een voorstelling, bij museum Het Domein of het Stadslab voor een tentoonstelling, bij Artamuse of privédocenten voor muziekles, bij BiblioNova voor het lenen van een boek, bij het Euregionaal Historisch Centrum voor vragen over erfgoed, bij onder meer een wijksteunpunt voor ontmoeting en ondersteuning en bij een vereniging voor samen toneel spelen. Bij elke organisatie afzonderlijk kunnen ze via de website, telefoon of e-mail informatie zoeken over het aanbod dat de verschillende organisaties hebben. Zo willen culturele verenigingen bijvoorbeeld muziekles voor hun leden, zowel individueel als in groepsverband, subsidies voor hun activiteiten, ondersteuning bij pr, marketing en ticketing, een podium voor hun voorstellingen en uitvoeringen, een oefenruimte of toegang tot archieven. Scholen hebben juist behoefte aan cultuureducatie op maat. Dat kan zijn het bezoeken van voorstellingen of workshops in de klas. Maar ook boeken en leesbevorderingsactiviteiten zijn voor scholen van belang. En individuele kunstenaars hebben dan weer behoefte aan atelierruimte, tentoonstellingsmogelijkheden en ondersteuning bij het vermarkten van hun producten. Bovendien zijn er kunstenaars die graag les geven aan amateurs. Verder zijn er 2
In Sittard-Geleen wordt die uitgevoerd door het Euregionaal Historisch Centrum, een organisatieonderdeel van de gemeente dat zich naast archivering ook richt op cultureel erfgoed.
(professionele) culturele organisaties die uitblinken in hun artistieke activiteiten en ondersteuning kunnen gebruiken op het gebied van bedrijfsvoering. Huidige werkwijze: aanbodgericht Op dit moment is de culturele sector georganiseerd rondom de functies: elke culturele functie heeft zijn eigen organisatie. Elke organisatie ontwikkelt aanbod waarmee zij de verschillende klantgroepen benadert. De ervaring leert dat instellingen met een bepaald dienstenpakket of cursusprogramma afhankelijk zijn van de mate waarin publieksgroepen daarvan gebruik gaan maken. Met name de mensen die bij voorbaat al intrinsiek gemotiveerd zijn, zijn dominant in de groep klanten van deze instellingen. Dat betekent bijvoorbeeld dat niet alle kinderen in SittardGeleen uitgedaagd worden actief aan cultuurbeoefening te gaan doen. Ook via scholen is dit niet vanzelfsprekend. Weliswaar verzorgen alle scholen in meer of mindere mate een aanbod cultuureducatie voor de leerlingen, maar daarbij zijn ze op dit moment nog afhankelijk van het aanbod dat de diverse culturele instellingen aanbieden. Scholen pleiten vooral voor een vraaggerichte makelaarsfunctie, hulp bij het organiseren en uitvoeren van de activiteiten, advisering bij aanvraag van subsidies en ondersteuning bij creatieve vakken binnen lestijd. Ook op ander terreinen is de dienstverlening nog teveel instellingsgericht. Voor theatervoorstellingen kan men kaartjes kopen bij de Schouwburg, voor de Oktoberfeesten moet de klant weer ergens anders zijn. Voor muziekles kan je terecht bij Artamuse, voor een cursus schilderen is er bijvoorbeeld het collectief van zelfstandig beeldende kunstenaars Art D’licious (a-KC138). Als klant moet je zoeken in het aanbod dat de verschillende organisaties bieden. Maatwerk is vaak niet mogelijk. In het onderstaande plaatje, wordt weergegeven hoe vanuit de verschillende instellingen aanbod richting klant is georganiseerd. Overigens is dat aanbod in een aantal gevallen ook door samenwerkende organisaties richting klant georganiseerd, wat niet in onderstaand plaatje tot uitdrukking komt.
BiblioNova Artamuse
Schouwburg
Evenement
Filmhuis
EHC
Laagland
KLANT
Fenix
Stadslab Museum
VU Maasland Art D’licious
Gewenste situatie: vraaggericht en marktconform Voor de toekomst denken we aan een vraaggericht georganiseerde culturele sector. Doordat de vragen centraal binnenkomen, wordt het aanbod op maat geleverd zonder dubbelingen. Ook wordt er één strategie ontwikkeld voor het verlenen van diensten aan de jeugd, waarbij het doel is 100% van de kinderen te bereiken met actieve cultuureducatie.
Culturele organisatie
School
Individuele burger
Cultuur bedrijf
Vereniging
Kunstenaar
Ondernemer Organisator workshops
Evenementeno rganisator Muziek docent
De beschikbare disciplines worden integraal ingezet en er wordt optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare ruimten. Daarnaast wordt gedacht aan één zakelijk en inhoudelijk aanspreekpunt. We stellen voor niet te kiezen voor de som der delen, want in de huidige praktijk hebben we geconstateerd dat dit niet leidt tot het gewenste resultaat. We zijn in gesprek met in eerste instantie vijf culturele instellingen – museum het Domein, de Stadsschouwburg, het Euregionaal Historisch Centrum, Artamuse en Biblionova – om de mogelijkheden te verkennen ze op te laten gaan in één nieuwe, slagvaardige organisatie die bij voorkeur buiten de gemeentelijke organisatie zou worden gepositioneerd. Uiteraard met aandacht voor zorgvuldige overgangstrajecten. We vinden het van belang dat het kernaanbod voor cultuur, te weten het uitlenen van boeken, het bieden van kwalitatief goed muziekonderwijs en ander creatief onderwijs, het tonen van beeldende kunst en theatervoorstellingen en het faciliteren van culturele verenigingen overeind blijft. De manier waarop het wordt aangeboden en de wijze van organiseren kunnen worden vernieuwd. Zo stellen we voor dat de Schouwburg een theater met productiefunctie wordt, die thuisbasis wordt voor Het Laagland. Ook met Ad Mosam willen we bekijken waar dit gezelschap het beste tot zijn recht komt. De raad heeft aangegeven dat muziekonderwijs belangrijk blijft. Samen met de regiogemeenten zijn we in gesprek over de manier waarop het laagdrempelig – zowel voor verenigingen als voor jeugd tot 18 jaar – georganiseerd kan worden, met behoud van kwaliteit en expertise en met (nog) meer oog voor de vraag van diezelfde verenigingen en individuele, jonge leerlingen. Wij stellen ons voor dat cultuur als een deken over de stad komt te liggen: (wijk)cultuurcentra brengen cultuurfuncties dichtbij de burger en laagdrempelig toegankelijk. Op verschillende plekken in de stad zullen mensen boeken kunnen lenen, muzieklessen of ander cultureel onderwijs kunnen volgen, tentoonstellingen kunnen bezichtigen of met hun popband kunnen oefenen. Daarbij wordt gekeken naar doelgroepen die extra aandacht behoeven: ouderen (via wijksteunpunten) en jongeren (via het onderwijs). 2.
Kwaliteit
Voor de instellingen die het Cultuurbedrijf gaan vormen staat de kwaliteit – naast de betaalbaarheid – van de culturele functies centraal. Zij willen zich inzetten voor het waarborgen van kwaliteit, door vakspecialisten samen te laten werken aan integrale, op de vraag afgestemde dienstverlening. Daarnaast willen zij ook aanbod genereren dat niet per definitie vraaggericht is, maar dat prikkelt, uitdaagt en grensverleggend is. Daarbij is er aandacht voor het bereiken van een breed publiek, bijvoorbeeld door in locaties waar mensen gemakkelijk komen dit aanbod te laten zien.
3.
Werking cultuurbedrijf
Het cultuurbedrijf wordt komend jaar vormgegeven door de vijf genoemde instellingen. Hoe de organisatie er precies uit komt te zien kan daarom hier nog niet beschreven worden. Duidelijk is dat met het vormen van één bedrijf niet iedere culturele functie volledig self supporting hoeft te blijven, ook al wordt er op verschillende locaties gewerkt. In de verschillende gebouwen (Dobbelsteen, Stadsschouwburg, Hanenhof, (wijk)cultuurcentra) zullen functies gecombineerd worden. Wij stellen ons daarbij voor dat er gewerkt wordt vanuit een klantperspectief, waarbij een bundeling van taken mogelijk is. Daarbij denken we aan een cluster cultuureducatie, een team stedelijke programmering met inhoudsdeskundigen uit de verschillende disciplines, een team administratie en een team communicatie, marketing en pr. Een team facilitaire dienstverlening kan ingezet worden op verschillende lokaties. Zo kunnen lichttechnici werken aan een voorstelling in de Schouwburg, maar ook aan voorstellingen op andere podia in de stad. Er komt dus zeker – zoals eerder door de raad is vastgesteld in de kadernota cultuur (2009) – een bundeling van (back-office)functies waarbij kwaliteit en betaalbaarheid hoog in het vaandel staan. We geven hieronder een impressie van hoe wij ons voorstellen dat het cultuurbedrijf gaat werken. Dat doen we aan de hand van de negen functies. 1. Sterk verenigingsleven Verenigingen moeten bij het cultuurbedrijf terecht kunnen voor ruimte, educatie voor leerlingen op maat van de vereniging (ensembles, individueel, groepsles), een podium en ondersteuning bij fondswerving, pr, marketing en communicatie. Verenigingen zullen een contactpersoon hebben die hen ondersteunt bij het vinden van de gewenste producten/diensten op maat. Doordat de subsidiesystematiek voor muziekles in de toekomst ook een verenigingscomponent zal kennen, wordt het musiceren in een harmonie of fanfare gestimuleerd. Ook zullen verenigingen onderdeel worden van de strategie die gericht is op het bereiken van 100% van de jeugd in Sittard-Geleen. 2. Creatieve vorming (muziekonderwijs, beeldende kunsteducatie, dans, etc.) Bij creatieve vorming is een onderscheid te maken tussen creatieve vorming voor particulieren en verenigingen enerzijds en cultuureducatie op scholen anderzijds. Voor creatieve vorming streven wij zoveel mogelijk marktwerking na. Individuele personen en verenigingen moeten terecht kunnen bij professionele docenten en kunstenaars. Het cultuuronderwijs hoeft niet in instituutverband georganiseerd te blijven, maar (collectieven van) zelfstandige docenten kunnen wanneer zij gediplomeerd/gecertificeerd zijn onder de vlag van het cultuurbedrijf hun diensten aanbieden. Subsidiëring van leerlingen en verenigingen voor creatieve vorming zal ook via het cultuurbedrijf verlopen. Aanmelden voor (muziek)lessen of cursussen en voor het geven van creatief onderwijs, kan gedurende het hele jaar. Het cultuurbedrijf faciliteert de matching, maar voert geen leerlingenadministratie en maakt geen lesroosters voor docenten. Ook worden geen lesuren voor docenten gegarandeerd. Cultuureducatie op scholen zou nog meer dan nu een speerpunt worden. We denken dan aan het stimuleren van de mogelijkheden om alle kinderen in Sittard-Geleen gedurende een jaar in het primair onderwijs actief te laten deelnemen aan creatieve vorming op school. Hiervoor kan in overleg met de schoolbesturen en de verschillende culturele verenigingen een aanbod op maat gemaakt worden. Ook het overige aanbod wordt dan vanuit de vraag van de scholen (primair en voortgezet onderwijs) doorontwikkeld. 3. Bibliotheekfunctie Wij hebben gekozen voor de realisatie van een nieuwe bibliotheek in de Dobbelsteen waarin alle functies van een bibliotheek aangeboden worden. Te weten ‘lezen en literatuur’, ‘ontwikkeling en educatie’, ‘kunst en cultuur’, en ‘ontmoeting en debat’. Vanuit deze hoofdvestiging voor de regio Westelijk Mijnstreek + kunnen alle media gedistribueerd worden en indien gewenst ook specifieke dienstverlening. De portefeuillehouders in de regio zullen daarnaast voorstellen meerdere vestigingen open te houden. Voor Sittard-Geleen is dat de
vestiging in Geleen. De toekomst van de bibliotheekvoorziening in Born zal worden meegenomen bij de verdere uitwerking van de (wijk)cultuurcentra, waarbij wij ons voorstellen dat naast een boekuitleenvoorziening ook ateliers, leslokalen, podium en oefenruimtes worden gerealiseerd. Voor Grevenbicht en Munstergeleen wordt gewerkt aan maatwerkvoorzieningen voor de doelgroepen ouderen (wijksteunpunten) en jeugd (scholen). Voor een definitief voorstel wordt eerst overleg gevoerd met de leden van de betreffende filialen. 4. Professioneel podium met productiefunctie Eerder al is aangegeven dat de programmering van onze stad meer gericht zou moeten zijn op jeugd en jongeren, families en kenniswerkers. De programmering van de Stadsschouwburg ontwikkelt zich steeds meer in die richting. Het Laagland als huisgezelschap van onze schouwburg zal de gewenste uitstraling versterken en bovendien Het Laagland nog sterker positioneren in onze stad. De schouwburg biedt nu al een podium aan culturele verenigingen in onze stad. Wij stellen ons voor dat in de toekomst meer podia vanuit het cultuurbedrijf beschikbaar zullen zijn, waarvan de programmering centraal vermarkt wordt. Zo kunnen verenigingen zich sterker profileren en tegelijkertijd gebruik maken van betaalbare en professionele voorzieningen. Ook de ticketing van programma’s in Sittard-Geleen gebeurt vanuit het cultuurbedrijf. 5. Poppodium Onlangs heeft de raad besloten de faciliteiten bij Fenix aan te passen, zodat een professioneel poppodium beschikbaar komt in onze stad. Uitgangspunt is dat Fenix te zijner tijd onderdeel wordt van het cultuurbedrijf om ook dit podium en de faciliteiten er omheen optimaal in te zetten voor de verschillende klantgroepen. In eerste instantie is echter gekozen voor een autonome ontwikkeling van het poppodium, zodat beide ontwikkelingen elkaar niet in de weg staan. 6. Presentatieplek / tentoonstellingsruimte We kennen verschillende presentatieplekken in de stad, waaronder museum Het Domein. Het museum heeft hele specifieke taken op het gebied van stedelijke historie en hedendaagse kunst. Deze taken behelsen het verzamelen, behoud en beheer, toegankelijk maken en beschikbaar stellen van objecten. De afdeling hedendaagse kunst is van belang voor het hoogwaardige kunstklimaat in onze stad, dat interessant is voor een specifieke groep mensen en dat Sittard-Geleen aantrekkelijk maakt voor kenniswerkers, mensen van buiten de stad en regio en bedrijven. De afdeling stedelijke historie, die nauw samenwerkt met het EHC, is van belang voor het historisch besef van mensen in de (eu)regio. Naast het museum heeft onze stad behoefte aan presentatieplekken voor lokale kunstenaars en voor amateurs. (Wijk)cultuurcentra zullen aan deze behoefte kunnen voldoen, naast het inzetten van andere tentoonstellingsruimten (denk aan het Stadslab, maar ook aan leegstaande panden en etalages die hier incidenteel voor ingezet kunnen worden). Afhankelijk van de vraag, zal het cultuurbedrijf tentoonstellingen kunnen organiseren en/of faciliteren. 7. (Wijk)cultuurcentra met onder meer kleinschalige broedplaatsen voor (pop)muziek, beeldende kunsten en architectuur Sittard-Geleen kent vanaf 2015 een aantal cultuurspots: de Dobbelsteen, de Stadsschouwburg, de Hanenhof en daarnaast een aantal (wijk)cultuurcentra. (Wijk)cultuurcentra hebben tenminste een podium, een leesvoorziening, ateliers, een tentoonstellingsruimte en een ontmoetingsruimte. Daarnaast zijn leslokalen voor workshops, muzieklessen of andere creatieve activiteiten van belang. Waar mogelijk en wenselijk wordt een (wijk)cultuurcentrum gecombineerd met een verenigingslokaal of wijksteunpunt. Uitgangspunt is dat bestaande accommodaties worden ingezet. Dat kan bijvoorbeeld een schoolgebouw zijn, een buurthuis of een culturele voorziening. Wij zien mogelijkheden om Sittard-Geleen te profileren ten opzichte van Heerlen en Maastricht door ruime faciliteiten te creëren voor autonome kunstenaars. Wanneer een ruim aantal kunstenaars zich vestigt in Sittard-Geleen is dat goed voor het creatieve en kunstzinnige
klimaat van de stad. Bekend zijn als stad waar volop ruimte is voor creativiteit en creatieve geesten, draagt bij aan een versterking van het culturele profiel van Sittard-Geleen. 8. Evenementen In onze stad worden veel evenementen georganiseerd vanuit het particulier initiatief. In de evenementennota hebben we reeds vastgesteld dat evenementenorganisatoren behoefte hebben aan ondersteuning. Bovendien willen we dat evenementen sterker worden ingezet voor het bereiken van onze doelen op het gebied van de profilering van onze stad. Daarvoor is het van belang dat evenementenorganisatoren actief worden betrokken bij het ontwikkelen van de stedelijke programmering van onze stad. 9. Stedelijke programmering Stedelijke programmering staat voor het zoeken van samenhang en samenwerking tussen alle culturele initiatieven (instellingen, activiteiten, etc.) die een stad rijk is. Het afstemmen van de programmering, op inhoud en in de tijd, is de eerste stap. Samenwerking reikt uiteraard veel verder en moet uiteindelijk leiden tot het elkaar inspireren en uitdagen, tot actie / reactie, tot een bruisend en levendig cultureel klimaat in Sittard-Geleen. Het multidisciplinair denken en doen ligt aan de basis van een succesvolle stedelijke programmering. Stedelijke programmering is daarnaast gericht op het tastbaar en zichtbaar maken, het op straat brengen van het al aanwezige culturele potentieel. Stedelijke programmering gaat over integraal samenwerken, over het verruimen van het blikveld en over het aangaan van (ongewone) allianties. De manier waarop de stedelijke programmering wordt ingevuld, zal in de komende periode vorm moeten krijgen. Door samen vanuit een cultuurbedrijf te werken, wordt gewerkt vanuit een gezamenlijke visie en met gezamenlijke doelen. Er zou één marketingstrategie komen, die gericht is op verschillende doelgroepen, met als doel een zo groot mogelijk publieksbereik waar mogelijk en zoveel mogelijk spraakmakende publiciteit, zodat Sittard-Geleen op het gebied van cultuur duidelijker op de kaart komt te staan. Archief en erfgoed De gemeente heeft een wettelijke taak op het gebied van archivering. Het ligt daarom voor de hand dat de stadsarchivaris een gemeentelijke functie blijft. Het EHC doet echter veel meer dan archivering. Het vervult een belangrijke functie voor verenigingen en geïnteresseerden op het gebied van het onsluiten van erfgoed en historische informatie. Het EHC is een vraaggestuurde organisatie en heeft veel raakvlakken met vooral bibliotheekwerk en museum Het Domein. In het cultuurbedrijf zal deze samenwerking nog sterker worden, bijvoorbeeld doordat er samengewerkt wordt in één team cultuureducatie. Kortom Wij stellen ons voor dat er straks een bedrijf is dat diverse faciliteiten (vastgoed) exploiteert, zorgt voor een goede bereikbaarheid van gewenste producten en diensten en bovenal het aanbod afstemt op de vraag van de verschillende klantgroepen. Iedereen kan met zijn of haar vragen over kunst en cultuur of aanbod op deze terreinen terecht bij het cultuurbedrijf. De voorzieningen in de stad zullen zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande voorzieningen waar mensen toch al moeten of willen zijn, zodat kunst en cultuur laagdrempelig bereikbaar wordt. Daarbij gaat het niet alleen om ‘elitaire’ kunst, maar om kunst en cultuur in brede zin. Een van de speerpunten van dit cultuurbedrijf kan de kunstzinnige en creatieve vorming van jeugd, waarbij we in samenwerking met het onderwijs streven naar een 100% bereik (gedurende één jaar in het primair onderwijs) van de jeugd in onze stad met follow up gedurende de schoolcarrière. 4.
Tot slot
In Ombuigen met Visie hebben wij de kaders voor cultuurvernieuwing geschetst. Hierin speelt het Cultuurbedrijf een belangrijke rol. Wij hebben aangegeven welke functies het Cultuurbedrijf ons inziens moet gaan vervullen. Belangrijk is om te beseffen dat we niet willen inzetten op het Cultuurbedrijf als een extra organisatie, maar op een nieuwe organisatie die vijf bestaande
organisaties zal vervangen. Wij vinden het van het grootste belang dat de betrokken organisaties achter de uiteindelijke uitwerking van het Cultuurbedrijf kunnen staan. Daarom zijn zij de komende maanden aan zet om in samenwerking met elkaar en onder regie van de gemeente het Cultuurbedrijf inhoudelijk en organisatorisch vorm te geven. Vanuit hun inhoudelijke deskundigheid zijn zij bij uitstek de partners die de kwaliteit van de toekomstige culturele functies kunnen waarborgen. De raad zal begin 2013 het bestuursplan voor de realisatie van het Cultuurbedrijf (incl. inhoudelijk programma van eisen, organisatie-invulling en raming ontwikkelingskosten) voor het Cultuurbedrijf ontvangen. Eind 2013 is het implementatieplan inclusief alle financiële implicaties (structurele begroting en frictiekosten) gereed. We kiezen voor een zorgvuldig ontwikkelingstraject, waarbij we de bestaande voorzieningen zullen doorontwikkelen naar de nieuwe situatie. In het bijgevoegde plan van aanpak staat beschreven hoe het proces de komende maanden vorm krijgt.