M 201116
Vruchtbare grond voor de kenniseconomie?
H et absorptievermogen van het MKB
Ro Braaksma Zoetermeer, oktober 2011
Vruchtbare grond voor de kenniseconomie? Markten en marktcondities veranderen snel. Wereldwijde concurrentie zorgt voor transformatie van de Nederlandse economie in een kenniseconomie. Die stelt hogere eisen aan het vermogen van bedrijven om voor hen 'nuttige' kennis te identificeren, assimileren, en vervolgens te vertalen in concrete nieuwe producten, diensten en processen. Dat roept de vraag op in hoeverre bedrijven inderdaad beschikken over dat vermogen, en of het verschilt naar type bedrijf. De top-10 van zestig branches en sectoren in het Nederlandse MKB met het grootste absorptievermogen bestaat grotendeels uit de 'usual suspects': speur- en ontwikkelingswerk, chemie en kunststofverwerking, elektrotechnische en machine-industrie en ICT. Maar er zitten ook twee verrassingen bij, namelijk de cultuursector en reclamebureaus. Die halen bovengemiddelde scores op absorptievermogen en investeren daar ook in. Afgezien van het onderscheid naar sector is het absorptievermogen het grootst bij bedrijven die op eigen kracht nieuwe producten en diensten hebben ontwikkeld. Bedrijven met een hoog absorptievermogen zijn tevens vaak bedrijven waar men meer bereid is om risico's te nemen, en waar de dynamiek groter is: bedrijven waar de werkgelegenheid is toegenomen hebben de hoogste absorptiecapaciteit, maar daarna komen bedrijven waar de werkgelegenheid is gekrompen. De grote groep bedrijven die gelijk is gebleven, met weinig risico en dynamiek, heeft het laagste absorptievermogen. Bedrijven moeten zich voortdurend aanpassen aan de eisen van veranderende, vaak snel veranderende marktomstandigheden: stilstand is achteruitgang. Daarom hebben zij 'antennes' nodig om signalen uit de omgeving op te vangen, naast kennis en vaardigheden om ze te interpreteren en te vertalen in actie, dat wil zeggen, aanpassing aan gewijzigde condities. Theorie en onderzoek inzake absorptievermogen1 heeft tot nu toe voornamelijk op grotere bedrijven betrekking gehad. Deze rapportage gaat in op het absorptievermogen van kleine bedrijven. Centrale vraag is in hoeverre bedrijven in het Nederlandse MKB zijn toegerust om (wetenschappelijke) kennis te absorberen en om te zetten in innovatie, en welke branches en sectoren met het oog daarop het best zijn geëquipeerd. Deze vraagstelling is actueel in het licht van de aanhoudende discussie over (gebrek aan) kennisbenutting en de Nederlandse 'kennisparadox'. Die houdt in dat Nederlandse kennisinstellingen briljant onderzoek uitvoeren, maar dat de daarmee gecreëerde kennis onvoldoende bij het bedrijfsleven terecht komt om daar te worden omgezet in klinkende munt. Hierna volgt een korte uiteenzetting van wat absorptievermogen inhoudt. Daarna worden de uitkomsten gepresenteerd van een meting van het absorptievermogen van circa 3.500 MKB-bedrijven die deelnemen aan de Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB.
1
2
Cohen, W. & D. Levinthal (1990), Absorptive capacity: A New Perspective on Learning and Innovation, Administrative Science Quarterly 35 (1990), 128-152.
Wat is absorptievermogen? Cohen en Levinthal hebben het begrip absorptievermogen geïntroduceerd, gedefinieerd als het vermogen van een onderneming om de waarde van nieuwe informatie te herkennen, op te nemen, en commercieel toe te passen1. Absorptievermogen is te zien als een eigenschap van individuen, van groepen, van bedrijven of zelfs van landen. Wat bepaalt precies dat absorptievermogen? De bij partijen vooraf al aanwezige kennis is in elk geval een belangrijke factor, evenals de wijze waarop die wordt uitgewisseld en overgedragen: de kwaliteit van de communicatie binnen en tussen bedrijven. Onderzoek naar absorptievermogen in relatie tot innovatieve prestaties van bedrijven, aspiratieniveau en vermogen om als organisatie te leren, laat zien dat een organisatie zijn absorptievermogen dient te ontwikkelen om innovatief te zijn.
E en c en tra l e r o l v oo r R& D? Cohen en Levinthal zien absorptievermogen als sterk afhankelijk van bij bedrijven al aanwezige kennis, en van voldoende verscheidenheid van die kennis. Zij geven de investeringen van een bedrijf in R&D daarom een centrale plaats in hun model van de ontwikkeling van absorptievermogen. Zij zien die ontwikkeling als een cumulatief proces, dat wil zeggen, het is effectiever om voortdurend te investeren in absorptievermogen dan met tussenpozen. Wie blijft investeren in het ontwikkelen ervan, maakt het makkelijker om zijn absorptievermogen te accumuleren in een volgende periode. Wie stopt met investeren in absorptievermogen, zeker in een snel veranderende markt, snijdt daarmee de mogelijkheid af nieuwe informatie in die markt op te nemen, te verwerken en nuttig te gebruiken, ongeacht de waarde van die informatie. Met deze stellingname benadrukken Cohen en Levinthal dat R&D niet alleen een direct effect heeft op de prestaties van bedrijven (door introductie van nieuwe producten en diensten) maar ook een indirect effect: door meer vermogen om in de nabije toekomst externe kennis op te nemen en toe te passen. Dit impliceert dat bedrijven een zekere minimum hoeveelheid aan R&D moeten doen om in hun markt te blijven meespelen - volledig uitbesteden van de R&D-functie vermindert hun vermogen om te leren.
A n d er e i nv lo e de n op a bs o rp t ie ve r mo ge n Nader onderzoek toont aan dat naast R&D ook andere factoren invloed kunnen uitoefenen op het absorptievermogen van bedrijven. Dat heeft geleid tot het onderscheiden van potentieel en gerealiseerd absorptievermogen, en tot een nieuwe omschrijving: de organisatieroutines en -processen waarmee bedrijven kennis verwerven, assimileren, transformeren en exploiteren om een dynamische organisatie te creëren2.
1
Cohen en Levinthal, op cit.
2
Zahra en George (2002), 'Absorptive Capacity: A Review, Reconceptualization, and Extension', in: Academy of Management Review,Volume 27, blz. 185-203.
3
P ot en t ie e l a bs o rp t ie ve rm og en Potentieel absorptievermogen bestaat uit twee elementen: 1. het vermogen van een bedrijf om elders aanwezige kennis die essentieel is voor haar eigen activiteiten te detecteren en binnen te halen, en 2. het vermogen om die kennis te assimileren. Dit betreft routines en processen die het mogelijk maken de uit externe bronnen verkregen informatie te analyseren, te verwerken, te interpreteren en te begrijpen. Een bedrijf dat beschikt over potentieel absorptievermogen staat open voor het verwerven en assimileren van externe kennis.
G e r ea li s ee r d a bs or pt i eve r mo g en Het gerealiseerde absorptievermogen van een bedrijf is een functie van zijn capaciteiten op het gebied van transformatie en exploitatie van kennis. Transformatievermogen verwijst naar het vermogen om routines te ontwikkelen die incorporatie van de nieuw verworven en geassimileerde kennis in de al bestaande kennis vergemakkelijkt. Exploitatievermogen verwijst naar het vermogen van een bedrijf om de nieuw verworven kennis nuttig toe te passen, in verkoopbare producten of diensten.
Het absorptievermogen van MKB-bedrijven
Methode De 'Monitor Determinanten van bedrijfsprestaties MKB' is een enquête die EIM jaarlijks uitvoert bij een steekproef van bijna 3.500 MKB-bedrijven. Het doel van de monitor is om de bedrijfsvoering van het MKB in kaart te brengen. Hiervoor worden bedrijven geïnterviewd over thema's zoals innovatie, concurrentiepositie, bedrijfsstrategie, marketing en HRM. Vrijwel alle sectoren van het particuliere bedrijfsleven zijn vertegenwoordigd. Het absorptievermogen van Nederlandse MKB-bedrijven is gemeten met behulp van een zestal indicatoren, die beschikbaar zijn in deze monitor: 1
gebruik van een extern netwerk om informatie te verwerven en uit te wisselen
2
aanwezigheid van medewerkers die zich expliciet bezighouden met vernieuwingsinspanningen
3
samenwerking met andere bedrijven voor vernieuwingsprojecten
4
aanwezigheid van een budget voor vernieuwingsinspanningen
5
verrichten van eigen R&D
6
WBSO (belastingaftrek voor R&D-arbeid) hebben ontvangen
De gepresenteerde volgorde geeft aan welke indicatoren van absorptievermogen onder MKB-bedrijven het meest voorkomen (extern netwerken) en welke het minst (ontvangst van WBSO). Optelling van de zes indicatoren 1 levert een totaalscore op, die is gehanteerd als maatstaf voor absorptievermogen. De totaalscore is een schaal van 0 (geen van de zes is genoemd) tot 16 (alle zes zijn genoemd). De gemiddelde score van alle MKBbedrijven is 2,7.
1
4
Hierbij zijn de indicatoren gewogen op basis van hun samenhang met de andere indicatoren.
A b so r pt i ev e rm og en na a r be d r i jfs g ro ot te e n s e ct o r De hierboven beschreven maatstaf is berekend voor MKB-bedrijven in 60 branches en 3 grootteklassen. Er blijkt een sterke relatie te bestaan met bedrijfsgrootte: de score van het kleinbedrijf (minder dan 10 werkzame personen) op de maatstaf voor absorptievermogen is 2,1 tegen 5,2 voor middelgrote (10 tot 100 werkzame personen) en 8,1 voor grotere bedrijven (100 tot 250 werkzame personen). Dit verschil geeft een verschil weer in beschikbare hulpmiddelen en mogelijkheden tot specialisatie en financiering van innovatiespecialisten. Kleine bedrijven beschikken over minder mankracht en middelen voor vernieuwingsinspanningen, en zijn daardoor minder in staat externe kennis te absorberen. Het absorptievermogen naar sector levert het in Tabel 1 weergegeven beeld op. Dat speur- en ontwikkelingswerk (commerciële R&D) de lijst aanvoert, is weinig verrassend te noemen, net als de topposities voor de chemie en kunststofverwerking en de elektrotechnische- en machine-industrie. Ook de ICT-sector komt naar voren als een sector met veel absorptievermogen. Dit zijn allen sectoren die bekend zijn om hun samenwerkingsrelaties met kennisinstellingen, en om het frequent introduceren van technologisch vernieuwende producten. Meer opvallend is de positie van de cultuursector en van reclamebureaus in de top-10 van het Nederlandse MKB naar absorptievermogen. Deze ondernemers geven opvallend vaak aan dat zij eigen R&D verrichten, een budget hebben voor vernieuwing, en op dit gebied samenwerken met andere bedrijven. De cultuursector omvat beeldende en podiumkunst, maar ook dienstverlening voor uitvoerende kunst en bibliotheken. Tabel 1
top-10 van sectoren naar absorptievermogen
Sector / type bedrijfsactiviteit
Score absorptievermogen
speur- en ontwikkelingswerk
8,2
chemie-, rubber- en kunststofindustrie
7,8
elektrotechnische industrie
6,4
machine-industrie
6,3
computerservices en IT
6,0
telecommunicatie
6,0
papier(waren)industrie
5,4
basismetaalindustrie
5,1
cultuursector
4,9
reclamebureaus
4,9
Bron: EIM 2010, op basis van monitor determinanten bedrijfsprestaties.
5
V e r sch i l in a bs o rp t ie ve rm og en na a r on d er ne m in gs st rat e gi e De score op absorptievermogen blijkt ook gerelateerd aan innovatieve output (zelf ontwikkelde nieuwe producten en processen) van MKB-bedrijven, hun investeringsplannen, export, en ontwikkeling van de werkgelegenheid: − Bedrijven die nieuwe producten, diensten of processen op eigen kracht hebben ontwikkeld, scoren veel hoger dan bedrijven die dat niet hebben gedaan, en ook hoger dan bedrijven die deze vernieuwing anders dan op eigen kracht hebben ontwikkeld. − Bedrijven met plannen om te investeren in nieuwe producten of diensten scoren hoger op absorptievermogen. Daarnaast lijkt absorptievermogen samen te hangen met een zekere bereidheid om risico's te nemen: − Bedrijven met plannen voor risicovolle projecten scoren hoger op absorptievermogen. − Bedrijven die de laatste jaren hebben geïnvesteerd in het buitenland scoren hoger op absorptievermogen. − Bedrijven die initiatieven overwegen om zich te onderscheiden van hun concurrenten scoren hoger op absorptievermogen. Er is verder een opvallende relatie tussen de ontwikkeling van de werkgelegenheid bij bedrijven en hun score op absorptievermogen. Bedrijven waar de werkgelegenheid in de afgelopen jaren is toegenomen, scoren het hoogst op absorptievermogen, maar ook bedrijven met krimp hebben een (duidelijk) hóger absorptievermogen dan de grote groep bedrijven waar de werkgelegenheid gelijk is gebleven. Dit suggereert dat 'dynamiek' samengaat met meer innovativiteit en een hoger absorptievermogen. Al staan daar risico's tegenover, getuige de krimp bij een deel van de bedrijven die wél over absorptievermogen beschikken. Zie Tabel 2 voor een overzicht van de scores.
6
Tabel 2
score op absorptievermogen naar een aantal kenmerken
kenmerk
Absorptiescore
Absorptiescore bij
bij antwoord 'ja'
antwoord 'nee'
Producten op eigen kracht ontwikkeld
7,6
1,8
Procesverbeteringen op eigen kracht ontwikkeld
6,2
1,9
Gaat zéker investeren in nieuwe producten
4,7
Gaat waarschijnlijk investeren in nieuwe producten
3,4
1,4
1
3,5
Wschl. initiatieven 'onderscheidingsvermogen'
2,3
Procesverbeteringen gerealiseerd
4,4
1,5
Buitenlandse investeringen gedaan
7,1
2,5
Zéker investeren in risicovolle projecten
6,1
Waarschijnlijk investeren in risicovolle projecten
4,5
Investeringsplannen (ongespecificeerd)
3,8
1,7
Exporteert (deel van) de productie
4,9
2,2
Gaat zéker investeren in procesvernieuwing
4,4
Gaat waarschijnlijk investeren in procesvernieuwing
2,5
Zéker initiatieven 'onderscheidingsvermogen'
1,0
2,1
1,7
Aantal werkzame personen bij bedrijf is afgelopen 3 jaar: toegenomen
4,4
gelijk gebleven
2,1
afgenomen
3,5
Bron: EIM 2010, op basis van monitor determinanten bedrijfsprestaties.
Deze bevindingen suggereren dat absorptievermogen een belangrijke voorwaarde is voor innovaties door het MKB, maar ook voor vooruitgang en dynamiek in het bedrijfsleven in het algemeen. Stimuleren van het innovatievermogen van bedrijven heeft niet alleen een direct effect in de vorm van meer en beter innoveren, maar ook een indirect effect in de vorm van verbetering van het leervermogen van bedrijven. Dat onderstreept het belang van een weldoordacht innovatiebeleid, waar zowel ruimte voor het stimuleren van innovatieactiviteiten door bedrijven zelf deel van uitmaakt, als interactie met andere partijen om innovaties te realiseren.
1
Dit betreft plannen voor initiatieven om zich te onderscheiden van concurrenten.
7