Jaarverslag
’12
Vrijwillige weidevogelbescherming in Noord-Brabant
’12 Voorwoord Deze pdf van het Weidevogeljaarverslag 2011 is interactief. Op pagina 4 bij de inhoudsopgave kunt u doorklikken naar het desbetreffende hoofdstuk. Wij wensen u veel leesplezier!!!
We kunnen er niet omheen: de kievitpopulatie vergrijst. De aanvulling van de populatie met jongere vogels blijft achter en de oudere vogels kunnen minder goed tegen de weersextremen. De legsels komen wel voldoende uit, maar dan moeten de kuikens zien groot te worden in een intensief gebruikt landbouwgebied met te weinig schuilgelegenheid en voedsel. Door tegenvallende resultaten houden ook steeds meer weidevogelbeschermers het voor gezien. Afkalving dreigt, zowel bij de kieviten als bij hun beschermers. Dit laten we toch niet gebeuren? Hoe buigen we deze trend om? Gebleken is uit een kleinschalig onderzoek naar nieuwe maatregelen dat er hoop is: het broedsucces steeg van 70% naar 95% en de overlevingskans van 17% naar 30%. We moeten aan de slag met deze aanpak. De vergrijzende kievitpopulatie behoeft een ‘nieuwe impuls’. En dat geldt evenzeer voor de vergrijzende populatie beschermers. Het moet toch mogelijk zijn jonge mensen te rekruteren die een aantal dagdelen in het voorjaar willen besteden aan het beschermingswerk? Samen met een groep ervaren, kundige en bevlogen mensen iets betekenen voor de weidevogels als voorjaarsbodes. Er zo aan meehelpen dat het voorjaar geen “silent spring” wordt in onze weide- en akkergebieden. Wij geven het niet op! Juist bij deze tegenvallende resultaten is het beschermingswerk doorslag gevend. Brabants Landschap zal er alles aan doen om die ‘nieuwe impuls’ te geven. We schakelen daar onze nieuwe website met nieuwe contactmogelijkheden naar jongeren graag voor in.
Jan Baan Directeur Brabants Landschap
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Provincie Noord-Brabant en de Nationale Postcode Loterij
terug naar Inhoudsopgave
>>>
Klik op de paginacijfers en ga naar het desbetreffende hoofdstuk
Inleiding
Inhoud Inleiding
5 >>>
Coördinatie en ondersteuning
6 >>>
Omstandigheden seizoen
12 >>>
Omvang weidevogelbescherming
15 >>>
Resultaten
20 >>>
Resultaten per weidevogelgroep
33 >>>
Bijlagen
48 >>>
’12
2012 was een donker jaar. In vergelijking met eerdere jaren vonden de Brabantse vrijwilligers maar weinig nesten. Ook het aantal uitgekomen broedsels is bedroevend. Vooral de kievit, toch de meest kenmerkende weidevogel van Brabant, deed het dramatisch. Door onvoldoende jonge aanwas raakt de populatie vergrijsd en de oudere vogels kunnen extreem weer niet meer aan. Afgelopen winter was koud en daarom moesten de vogels ver wegtrekken. Resultaat: onvoldoende dieren kwamen in broedconditie. Ook het aantal vrijwilligers liep lichtelijk terug. Daarvoor zijn allerlei oorzaken, maar steeds vaker is demotivatie door slechte resultaten een reden. Doodzonde, want in de meeste gebieden zonder bescherming, zijn de weidevogels helemaal verdwenen. Eerlijk is eerlijk: wie met een pessimistisch oog naar de resultaten in dit jaarverslag kijkt, ziet de weidevogelstand langzaam maar zeker wegglijden. Toch was 2012 juist een jaar van lichtpuntjes. In elk hoofdstuk zitten flarden van licht, die door alle schaduw juist extra goed opvallen. Neem het hoofdstuk ‘Coördinatie en ondersteuning’: daaruit blijkt hoeveel energie nog altijd in de vrijwillige beschermers zit. Of ‘Omstandigheden seizoen 2012’: eigenlijk was het weer niet eens zo slecht, vooral voor de kritische soorten zoals grutto viel het eigenlijk wel mee. ‘Omvang weidevogelbescherming’dan: weer meer landbouwbedrijven bezocht door vrijwilligers. Zelfs ‘Resultaten seizoen’ zorgt voor een kleine glimlach, want al die inspanning levert wel degelijk resultaat. Tel op: het uitkomstpercentage is opnieuw boven de 70%; Grutto, wulp en tureluur deden het heel aardig, vooral in de collectief beheerde gebieden; en ook de pilot met “maatregelen voor de kievit geeft een hoopgevende uitslag. In ‘Resultaten per weidevogelgroep’ blijft bijvoorbeeld het verhaal uit Boekel-Venhorst hangen: na jaren van daling vreesde iedereen het einde, maar de populatie veert weer op. Het lijkt erop dat we samen op steeds meer plaatsen, steeds meer vat krijgen, op steeds meer factoren die het broedresultaat beïnvloeden. We zijn er nog niet: het grootste probleem is dat onvoldoende kuikens uiteindelijk de leeftijd behalen om zelf te gaan broeden. De komende jaren wordt deze factor volop onderzocht. Pilotprojecten (zoals de maatregelen voor de kievit in het hart van dit blad), maar ook met wetenschappelijk onderzoek (niet in dit jaarverslag) gaan de komende tijd nieuwe inzichten opleveren. Ondertussen houden vrijwilligers, boeren en vele anderen de populatie zo veel mogelijk op peil. Nee, wie met een optimistisch oog naar dit jaarverslag kijkt, ziet geen schaduwen of wegglijdende populaties. Voor hen staat weidevogelbeheer op een kantelpunt. En die lichtpuntjes? Dat is het einde van de tunnel.
4
5
Jaarverslag
’12
Coördinatie en ondersteuning in 2012 Nog altijd ligt de
Organisatie De Brabantse weidevogelbescherming is de laatnestbescherming ste jaren sterk veranderd. door vrijwillige Sinds de ´professionele´ weide start in 1994 is de organisatie uitgebreider, comvogelgroepen plexer en intensiever geworden. Uitgebreider werd het door bijvoorbeeld weidevogelconvenanten, waarvan er drie zijn afgesloten. In zo´n convenant beloven betrokkenen aan elkaar om weidevogels te beschermen. Het Coördinatiepunt Landschapsbeheer is hierbij altijd in de begeleidingscommissie vertegenwoordigd. Complexer werd het werk ook. Met vernieuwde inzichten in het achterhoofd, coördineerde het Coördinatiepunt dit jaar enkele innovatieve projecten. Samen met vrijwillige beschermers en agrariërs zijn bijvoorbeeld rustzones, graanranden en braakstroken aangelegd. Maatregelen die het biotoop voor de vogels moeten verbeteren. basis in
In de enkele gebieden met de hoogste dichtheden aan kritische weidevogels werd de bescherming daarnaast fors intensiever. in 2010 startten de voorbereidingen voor het collectief beheer. Samen met ZLTO is het Coördinatiepunt nu verantwoordelijk voor de kwaliteit van zes collectieve weidevogel- en vier collectieve akkervogelplannen. Via weidevogelkringen en zitdagen met de deelnemers worden jaarlijks afspraken gemaakt tussen boeren en vrijwilligers om tot het best haalbare resultaat te komen. Toch is de essentie van het werk gelijk gebleven. Nog altijd ligt in nagenoeg heel Brabant de basis in nestbescherming door vrijwillige weidevogelgroepen en worden zij daarbij begeleid door het Coördinatiepunt. Die ondersteuning bestaat uit het delen van kennis (cursus en opleiding) en beschikbaar stellen materiaal (registratieboekjes en PDA’s met GPS). Gedurende het weidevogelseizoen worden de weidevogelgroepen in het veld begeleid en getraind door de drie veldmedewerkers van het Coördinatiepunt. Marco Renes
ondersteunt groepen in Oost-Brabant. Groepen in Midden-Brabant kunnen rekenen op vakkundige begeleiding van Anja Popelier en in West-Brabant wordt de kennis van Willem Veenhuizen en Arjen Stoop benut. Heeft u vragen over weidevogelbescherming, dan kunt u hun contactgegevens vinden in bijlage 1 van dit jaarverslag. De algehele coördinatie van ondermeer alle bovenstaande werkzaamheden ligt bij de coördinator soortenbescherming, Jochem Sloothaak. Maar zonder het geweldige werk van alle 40 groepscoördinatoren, is het onmogelijk om de bescherming rond te zetten. Werving en opleiding Zo nu en dan stoppen vrijwilligers met het beschermingswerk. Aanleiding is veelal de gezondheid of andere verplichtingen (werk, oppas, andere hobby’s, etc.). Toch speelt in toenemende mate demotivatie door tegenvallende resultaten een rol in het besluit om te stoppen.
6
Dat is jammer, want juist wanneer de resultaten tegenvallen, zijn inspanning het hardst nodig. Daarom is het werven van nieuwe vrijwilligers erg belangrijk. Via tientallen advertenties in lokale bladen konden gelukkig ook nieuwe vrijwilligers verwelkomd worden. Ook op streekfestivals, braderieën, open dagen en tijdens de Weidevogelkijkweek lieten groepen hun werk zien met een excursie, fotostand en ander promotiemateriaal. Deze acties leverden veel bekendheid en nieuwe weidevogelbeschermers op.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
7
Jaarverslag
Contacten met groepen Voor de uitvoering van pilot-projecten voor de Aan nieuwe vrijwilligers wordt, via cursussen, de bagrutto en de kievit is in 2012 extra begeleiding gegesiskennis en techniek van weidevogelbescherming uitgelegd. Deze tweedaagse cursus is in 2012 gehouden ven. Groepen werden ondersteund bij de werving van boeren, het afsluiten van overeenkomsten en de uitin Made en Schijndel. Een tweede cursus ging in op voering van maatregelen. Tijdens het broedseizoen alarmtellingen - het registeren van alarmerende grutwordt überhaupt veel contact onderhouden met de to’s - en het inventariseren van kleine soorten. Deze weidevogelgroepen. Veldmedewerkers geven adviezen cursus werd gegeven op drie locaties (Reusel, Giessen over het zoeken van nesten, het interpreteren van voen Lithoijen). gelgedrag, het contact met de boeren en de opbouw van een goede groepsstructuur. Verder bezochten de Materiaal provinciaal coördinator en de veldmedeVoor goed beschermingswerkers voor, tijdens en na het broedseiwerk zijn goede materialen en zoen diverse start-, evaluatie- en afsluithulpmiddelen nodig. In 2012 Juist wanneer avonden. Er werd een bijdrage geleverd aan ontving het Coördinatiepunt resultaten het programma, vaak door middel van lebestellingen van weidevogeltegenvallen, zijn zingen, een quiz, of het afspelen van een groepen voor onder andere: interessante film. 10.000 markeerstokken, 1.500 inspanningen het Voor de groepscoördinatoren werd in 2012 rieten mandjes, 3.000 jaarverhardst nodig een excursie georganiseerd naar het Diesslagen, 400 verjaagstokken, 200 sens Broek en voor iedereen die zich bezigveldgidsjes, 150 administratiehoudt met weidevogelbescherming werd boekjes, 100 sleepslangbescherde provinciale jaaravond in het Provinciemers en 15 GPS-apparaten. huis georganiseerd. Tenslotte werden via twee digitale Ook leende het Coördinatiepunt verschillende voornieuwsbriven ervaringen, tips, verhalen, onderzoeken lichtingsmaterialen uit zoals een fotostand, posters, en nieuwtjes gedeeld met alle vrijwilligers. brochures, opgezette vogels en kunsteieren.
8
’12
Coördinatorenexcursie naar weidevogelgebied Diessens Broek Tijdens het broedseizoen leveren coördinatoren een enorme inspanning om de weidevogelbescherming in ‘hun’ gebieden in goede banen te leiden. Dan is een gezellig dagje weg wel op z’n plaats. Op 12 mei werd daarom de jaarlijkse excursie gehouden voor de coördinatoren van alle veertig Brabantse weidevogelgroepen. Dit jaar was de bestemming dichter bij huis dan in andere jaren, namelijk in de reservaatgebieden Den Opslag en het Diessens Broek. In dit gebied, dat beheerd wordt door drie terreinbeheerders (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Brabants Landschap), is de herinrichting vorig jaar beëindigd. De natuur en de weidevogels kunnen weer hun gang gaan in het flink vernatte gebied. De komende jaren zit de uitdaging in het beheer, en daarover werd uitgebreid gesproken. Brabants Landschap houdt het beheer in eigen hand en Staatsbosbeheer draagt het over aan pachters. Toekomstig behoud van de grote populatie grutto’s (grootste van Brabant) speelt hierin een belangrijke rol en hierover werd tijdens de excursie van gedachte gewisseld met de beheerders.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
9
Jaarverslag
Jaaravond 2012:
’12
Aanvullende maatregelen voor de kievit gewenst! Dankzij het werk van vrijwillige weidvogelbeschermers kan men op vele plaatsen nog altijd genieten van luchtacrobaat Kievit. Maar, er moet meer gedaan worden om de achteruitgang ervan te stoppen. Op de provinciale jaaravond weidevogelbescherming, op 29 februari 2012, bleek iedereen het er over eens. Ruim 350 belangstellenden waren afgekomen op de provinciale jaaravond. Een teken dat er veel draagvlak is voor natuurbescherming, met de weidevogelbescherming in het bijzonder. Jan Baan, directeur Brabants Landschap, opende de avond en deed een pleidooi om ondanks de bezuinigingen te blijven investeren in het agrarisch landschap, ook buiten de Ecologische Hoofdstructuur.
10
‘Uitgevoerde projecten en onderzoeken laten zien dat juist hier veel winst te behalen is. Vrijwilligers spelen hierin een cruciale rol en daarom zal Brabants Landschap hen daarin blijven ondersteunen.’ Coördinator soortenbescherming Jochem Sloothaak, nam de aanwezigen mee naar andere werelddelen waar leden van de ‘Vanellus’-familie zich gevestigd hebben. Zo komt de Maskerkievit – met een spanwijdte van 80cm - voor in Australië en Nieuw Zeeland. Alle kieviten vertonen vergelijkbaar gedrag en broeden hun eieren uit op de grond in open landschappen. Onze Brabantse kievit (‘Vanellus vanellus’) heeft zijn heil gezocht op akkers en graslandpercelen maar gaat daar in aantal achteruit. Directeur Foto Natura Danny Ellinger en voormalig beheerder bij Staatsbosbeheer Ton Pieters lichtten toe waar het probleem ligt en welke maatregelen nodig zijn om het biotoop
Verdachte hond
van de kievit te verbeteren. ‘Kijk goed naar de biologie van de vogel en lever maatwerk’.
Gedeputeerde Johan van den Hout, dankte de vrijwilligers voor gesproken hun enorme inzet. Uit eigen ervaring weet hij hoe belangrijk deze bijdrage is voor de provincie. ‘Het uitvoerende werk moet toch in het veld gebeuren en daar heeft de Provincie organisaties als het Coördinatiepunt Landschapsbeheer en de weidevogelgroepen hard voor nodig.’ De Provincie heeft besloten om een groot project voor maatregelen in het agrarisch landschap te beschikken aan het Coördinatiepunt. werd vrij-
Van den Hout reikt de oorkonde voor ‘Initiatief van het jaar’ met bijbehorende geldcheque uit aan de heren Ben Jacobs en Noud Janssen van WWB Zuidoost-Brabant. Zij besteedden ruim 700 uur aan een predatieonderzoek in het weidevogelgebied Rouwven. Met een analyse van 13.000 foto’s en vele grafieken werd een
gedegen onderzoek uitgevoerd naar de predatie in het gebied. Ben Jacobs gaf toelichting op het predatieonderzoek en vertelde dat één van de hoofdverdachten van het roven van eieren (de hond van één van hun boeren) vrijgesproken kon worden. Jochem Sloothaak beëindigde de avond met de definitie van een Chinese vrijwilliger: ‘iemand die verplicht wordt vervelend werk te doen. Haaks hierop staat de Brabantse vrijwilliger: iemand die uit zichzelf leuk werk doet’.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
11
Omstandigheden seizoen 2012
140 mm 120 mm normaal
100 mm
2007
80 mm
2008
60 mm
2009
40 mm
2010 2011
20 mm
12
2012 februari
maart
april
25 2003-2011 20
2012 2007-2011 2012
15
10
5
mei
juni
07
3t
/m
2-
9-
07
6 /m 6t -0 26
19
t/m
18
25
-0
6 -0
6 12
t/m
11
-0 /m 5t
/m
04
28 5t -0 29
-0
6
5 -0
5 -0 22
t/m
21
-0
t/m 15
8t
/m
14
7-
-0
/m
30 t/m
1t
23 24
5
05
4
4 -0
4 -0
t/m
16 17
t/m 10
02
/m 3t
/m
9-
-0
04
4
3 -0 26 3t -0
t/m
19
-0
3
0
27
Sommige akkers konden met het zachte weer al vroeg bewerkt worden, waardoor het snel weer rustig was in die gebieden. Waar dat nog niet gelukt was, moesten agrariërs soms veel geduld hebben, want april was koud en nat, waardoor men op veel plaatsen het land niet op kon. Uit de administratieboekjes van de vrijwillige beschermers blijkt dat de eerste en grootste ronde
Figuur 1 ˘ H oeveelheid neerslag per maand in de afgelopen 5 jaar ten opzichte van het langjarig gemiddelde (rode staaf)
0
30
Percentage uitgekomen legsels
Zacht en zonnig, maar minder broedgevallen Na de onverwacht koude start verliep het broedseizoen zeer wisselvallig qua neerslag en temperatuur. Maart was zeer zacht en zonnig, met een normale hoeveelheid neerslag. Ideaal, maar het viel menig beschermer direct op dat er minder kieviten in de broedgebieden aanwezig waren dan in andere jaren. Sovon Vogelonderzoek bevestigde dit later voor vrijwel geheel Nederland. Het was niet geheel verassend dat in het vroege voorjaar minder kieviten tot broeden kwamen dan gehoopt. De toch al vergrijsde kievitpopulatie had moeite om in broedconditie te komen, na zo’n late vorstperiode.
Figuur 2 ˘ Percentage uitgekomen legsels (zwarte en grijze lijn: kievit; groene en lichtgroene lijn: grutto
20
Extreem koude start De eerste, ervaren kieviten waren al in hun broedgebieden aangekomen toen het weer begin februari omsloeg. Het werd extreem koud, met op sommige plaatsen temperaturen beneden de -20°C. Kieviten trekken alleen als het vriest, ze pendelen heen en weer met de vorstgrens. Brengt een gemiddelde vorstperiode ze slechts tot in Frankrijk, nu vroor het zelfs in Spanje, Portugal en Italië. Ze moesten veel verder weg dan gewend, wat naast gevaren ook de nodige energie kostte. Ook scholeksters hadden het moeilijk; er was te
weinig voedsel in het waddengebied en velen legden het loodje. De meeste Brabantse grutto’s brachten het er beter af. Zij waren nog niet terug uit het warme Afrika tijdens de koudeperiode hier.
t/m
Elk jaar is er wel iets aan te merken op het weer: te koud, te goed seizoen warm, te nat of te droog. Dit heeft direct of indirect - via agrakunnen rische werkzaamheden - invloed worden op het broedsucces van de weidevogels. Slechts zelden zijn omstandigheden optimaal voor het uitbroeden van de eieren en het grootbrengen van de jongen. Het weer in broedseizoen 2012 laat zich niet onder één noemer vangen. In januari was het zacht, nat en vrij zonnig. De weidevogelbeschermers waren voorzichtig optimistisch. Door de vroege start na een zachte winter, had het wel eens een heel goed seizoen kunnen worden. een heel
13
Het had
kievitlegsels een week eerder uitkwam dan gemiddeld (rond 20 april, zie zwarte lijn figuur 2). Een kievit doet ongeveer een maand over het bebroeden van eieren, de legsels uit de eerste piek werden dus rond 20 maart gelegd. Het eerste officiële kievitslegsel in Nederland, werd gevonden op 11 maart 2012, in onze provincie. De oplettende beschermer Nan Visser, van Weidevogelgroep Schijndel e.o. ontving van landelijk coördinator en controleur Aad van Paassen felicitaties en een warme beloning. Het nest werd uiteraard meteen beschermd. Trage grasgroei Vanwege het koude en natte weer in april en begin mei kwam de grasgroei traag op gang en kon op veel plaatsen pas vanaf half mei worden gemaaid. Dit leverde een paar weken extra rust op voor grutto’s en wulpen die zaten te broeden op percelen zonder beheerovereenkomst. Gunstig, omdat ook de grutto’s in 2012 twee weken later broedden dan gemiddeld.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
13
Jaarverslag
’12
Omvang weidevogelbescherming Hierdoor was er van (groene lijn in figuur 2). De akkers waren zoek naar eten. Pas in de tweede helft door de overvloedige regenval op veel van mei werd het fraai en zonnig lende één op plaatsen niet te bewerken. Zelfs op maïsteweer, maar veel akkers moesten de andere percelen waar een overeenkomst voor opdrogen voor ze bewerkt konden dag geen ‘uitgesteld bewerken’ was afgesloten, worden. Op de graslanden werd toen alarmerende moesten de bewerkingen soms nog lanwel massaal de eerste snee gras binger worden uitgesteld. Op zich was de nengehaald. Net op tijd voor zware vogel meer rust die daardoor ontstond gunstig voor onweersbuien die op sommige plaatte vinden kievit- en scholeksterkuikens, maar het sen voor verregende kuikens en onweer was ook voor hen niet ideaal. Bij dergelopen nesten zorgden. Hierdoor lage temperaturen moeten de kuikens was er in deze weidevogelgebieden vaker door de ouders worden van de één op de andere dag geen alarmerende vogel opgewarmd, en onder de meer te vinden. Samen met een koele en natte junimaand waren de omstandigheden voor jonge vogels in vleugels kun je nu broedseizoen 2012 toch niet ideaal te noemen. eenmaal niet op
Meer of minder vrijwilligers? In 2012 hebben veertig groepen gegevens aangeleverd over hun activiteiten. Dit getal geeft tevens het aantal actieve groepen aan in Brabant. Landelijk zijn ongeveer 400 groepen actief, waarvan er ruim 100 georganiseerd zijn in de Bond Friese Vogelwachten. Tot 2006 was een stijgende lijn te zien in het aantal Brabantse vrijwillige weidevogelbeschermers, waarna het aantal redelijk stabiel bleef. In 2012 daalde het aantal vrijwilligers voor het eerst weer onder de 700. Momenteel zijn 698 personen vrijwillig actief in weidevogelbescherming in onze provincie, ruim 6% van het landelijk aantal vrijwillige beschermers. Gemiddeld telt een vrijwilligersgroep in Brabant ongeveer 17 vrijwilligers.
Hoe staat het met de medewerking van agrarische bedrijven? In 2012 verleende een recordaantal van 1.273 bedrijven medewerking aan de vrijwillige weidevogelbescherming. Bij deze bedrijven werd op 13.496 ha naar nesten gezocht en, waar nodig, bescherming uitgevoerd. Dat is ruim 300 ha meer dan in 2011. Bij sommige groepen vielen percelen af waar de laatste jaren geen weidevogels meer broedden, andere beschermers konden nieuwe agrariërs in hun groep verwelkomen. Gemiddeld heeft iedere vrijwilliger iets minder dan 2 bedrijven onder zijn of haar hoede. Bovendien laten deze aantallen zien dat ieder seizoen ruim 19 ha per vrijwilliger wordt beschermd.
Figuur 3 ˘ Ontwikkeling aantal vrijwilligers en bedrijven over de periode 2007-2012 1.400 1.200
Aantal
1.000 800 600 400 200 0 2007
2008
2009
vrijwilligers
14
2010
2011
2012
bedrijven
terug naar Inhoudsopgave
>>>
15
Jaarverslag
’12
Op welke percelen wordt door de weidevogels het meest gebroed? Op de bedrijven waar aan weidevogelbescherming wordt gedaan werd in 2012 gemiddeld 44% gras, 36% maïs, 4% aardappelen, 3% bieten, 2% graan en 11% overige of onbekende gewassen geteeld (figuur 4). Onder de Brabantse weidevogels is een sterk onderscheid te maken tussen bouwlandbroeders en graslandbroeders; uitzonderingen daargelaten. Het is bekend dat de kievit een sterke voorkeur heeft voor bouwlandpercelen (maïs, aardappelen, bieten, etc.) In 2012 werden 2.325 legsels gevonden, van met Gemiddeld name kievit en scholekster, op heeft iedere 5.409 ha. bouwland. Dit is een gevrijwilliger middelde dichtheid van 1 legsel per 2,3 ha, maar plaatselijk worden iets minder dan soms tientallen nesten op enkele 2 bedrijven hectares gevonden. Hierbij moet onder zijn of worden aangetekend dat het voor haar hoede een deel om herhalingslegsels gaat. Wanneer een legsel verloren gaat door bijvoorbeeld predatie zal een kievitpaartje vaak een 2e poging doen. In 2012 was het uitkomstpercentage echter vrij hoog, waardoor minder herhalingslegsels nodig waren (zie volgend hoofdstuk). De echte graslandbroeders, zoals grutto en wulp, produceerden samen 789 legsels op 5.053 ha, dit is 1 legsel per 6,4 ha. In Brabant worden dus veel meer legsels gevonden op bouwland dan op grasland. De vogels die in grasland broeden zijn over het algemeen kritische soorten die in lage dichtheden voorkomen in onze provincie.
Figuur 4 ˘ Gewassen op de percelen waar weidevogels broedden. Kievit broedt vooral op bouwland, terwijl kritische weidevogels meer van grasland houden.
16
44%
gras gras
35%
mais mais
7%
onbekend onbekend
4%
aardappelen aardappelen
3%
biet biet
3%
overig overig
2%
graan graan
2%
groenten groenten
terug naar Inhoudsopgave
>>>
17
Jaarverslag
’12
Nattigheid zorgt voor nieuwkomers Heel soms doet zich een kans voor die je als natuurbeschermingsorganisatie wel moet grijpen. En dat geldt zeker voor zogenaamde plasdrasgebieden; percelen in open gebieden die een groot deel van het jaar onder water worden gezet. Eind 2011 deed zich deze kans voor nabij de Marense Kooi in de Beerse Overlaet. Er was medewerking van de grondgebruiker en de vergunningverleners, er waren financiële mogelijkheden en er waren weidevogels in de nabije omgeving. Als Coördi-
natiepunt Landschapbeheer hebben we direct gereageerd door alle betrokken partijen om de tafel te krijgen en de voorbereidingen in gang te zetten. De tijdsdruk was hoog, omdat op 15 februari 2012 het water op het land moest staan. Maar, met speciale dank aan de Provincie Noord-Brabant, de Nationale Postcode Loterij, pachter & beheerder dhr. Van Mook, eigenaar Brabant Water, Landschapsbeheer Oss, Waterschap Aa en Maas en ANV D’n Beerse Overleat, is dit gelukt.
90 80
Plasdrasgebieden zijn een essentieel onderdeel binnen een vitaal weidevogelgebied. Door de natte omstandigheden ontstaat een rijk insectenleven dat voor de lange snavels van steltlopers bovendien goed toegankelijk is. Op de percelen is een greppelstructuur aangelegd, waardoor er altijd natte en droge stukken aanwezig zijn.
Aantal vogelsoorten
70 60 50 40 30
Uit inventarisaties van de weidevogelgroepen Lith en Maasdonk blijkt dat in 2012 in totaal 95 verschillende
20 10
vogelsoorten werden waargenomen op en rond de plasdraspercelen, met een piek in mei. En dat terwijl er in 2011 nog niet de helft (40 soorten) werden waargenomen! Echte weidevogels waaronder kieviten, grutto’s, tureluurs en zelfs kluten kwamen niet alleen voor voedsel naar het plasdrasgebied, maar zijn ook ter plaatse gaan broeden. Het nieuwe plasdrasgebied levert daarmee ene belangrijke bijdrage aan de instandhouding van de weidevogels in de Beerse Overlaet.
0 jan
feb
mrt
apr
mei
2011
18
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
2012
terug naar Inhoudsopgave
>>>
19
Jaarverslag
’12
Resultaten seizoen 2012 Slechts Hoeveel kuikens kropen uit het ei in 2012? Traditioneel wordt het succes van het beschermingswerk door weidevogelbeschermers bepaald aan de hand van het aantal gevonden legsels. Omdat in Brabant het overgrote deel van de gevonden nesten kievitlegsels betreft, gaat die vergelijking in sommige jaren mank. Kieviten zijn immers in staat om een tweede en soms zelfs een derde legsel te produceren als het eerste legsel mislukt door predatie of andere oorzaak. Verliezen kunnen op die manier het aantal gevonden legsels verhogen, terwijl er juist minder broedsucces geboekt wordt. In gebieden waar in verhouding veel kieviten zijn, is het daarom beter om te kijken naar het aantal uitgekomen legsels.In dit hoofdstuk zal daarop dan ook de nadruk liggen.
Omdat er in Brabant vooral kievitlegsels
In 2012 werden in totaal 3.449 legsels gevonden, 640 minder dan in 2011 (-16,5%). Hiervan kwamen 2.473 legsels uit, 309 minder dan in
2011 (-11%). De afname in aantal uitgekomen legsels is dus kleiner dan in het aantal gevonden legsels. Gemiddeld bestaat een kievitslegsels uit 3,96 eieren, dus in 2012 zagen bijna 10.000 kuikens het daglicht! Van 215 legsels bleef de uitkomst onbekend. In figuur 5 is te zien hoe het aantal uitgekomen legsels (groene blokken), niet uitgekomen legsels (oranje blokken) en legsels met onbekende uitkomst (grijze blokken) zich verhouden tot elkaar en tot andere jaren. Daarin deed 2012 het erg slecht. De ernst van de situatie wordt nog beter zichtbaar aan de hand van de verhouding tussen het aantal uitgekomen legsels en het afgezochte oppervlak. In het hoofdstuk ‘omvang’ hebben we gezien dat meer agrarische bedrijven hun medewerking verlenen en er door de vrijwilligers meer hectares zijn afgezocht. Er zijn dus minder legsels uitgekomen op een groter oppervlak. Als we een vergelijking maken met andere jaren dan zien we dat in 2008, (het jaar met hoogst aantal uitgekomen legsels sinds de registratie van de weidevogel-
11 groepen In het jaarverslag 2011 constateerden bescherming), gemiddeld 1 legsel werd noteerden we dat de droogte van toen een groaangetroffen per 4 hectare beschermd getere impact had op kleigrond dan op bied, en in 2011 1 legsel op 4,75 hectare. In een toename zandgrond. In 2012 was geen sprake 2012 is de dichtheid helaas afgenomen naar in het aantal van een neerslagtekort tijdens het 1 legsel per 5,5 hectare beschermd gebied. gevonden broedseizoen. Zowel op zandgrond Het gemiddelde uitkomstpercentage van legsels als op klei nam het aantal gevonden alle gevonden legsels was met 76,5% een legsels bij ongeveer 70% van de groerecord (zie figuur 6). De kievit boekte op dit pen af. Een schrikbarend percentage. gebied vooruitgang met een uitkomstperHet toepassen van biotoopverbeterende maatregelen centage van75% tegenover 69% in 2011. De omstandigvoor kieviten zou op termijn verbetering kunnen brenheden tijdens het broedseizoen die we in een eerder gen. hoofdstuk beschreven, en de pilot ‘Maatregelen voor kievit op bouwland’ die op kleine schaal op een aantal Per weidevogel bekeken plaatsen in de provincie is uitgevoerd hebben hieraan In 2012 broedden er 29 verschillende soorten weizeker bijgedragen. devogels in onze provincie, 2 meer dan in 2011. Legsels van kleine karekiet en watersnip werden in 2012 niet In 2012 noteerden slechts 11 groepen een toename van meer aangetroffen. Legsels van kluut, knobbelzwaan, het aantal gevonden, bij 2 groepen bleef het aantal gekokmeeuw, rietgors en zomertaling waren juist terug lijk, terwijl bij 28 groepen het totaal aantal gevonden van weggeweest. Figuur 7 laat zien hoe de verdeling is legsels afnam. Dit wordt bijna geheel veroorzaakt door tussen de gevonden legsels van de diverse weidevogelhet afgenomen aantal kievitlegsels.
zijn, gaat die vergelijking soms mank toename
Figuur 5 ˘ O ntwikkeling van het aantal uitgekomen legsels (groen), niet uitgekomen legsels (oranje) en met onbekende uitkomst (grijs) in de afgelopen 6 jaar
afname
nb23 nb09 nb24 nb25
nb28
nb31
nb26
nb58 nb04
nb47
nb52
nb45 nb10
6000
Aantal legsels
gelijk
nb56 nb38
5000
nb51
nb11
nb44 nb13 nb29
nb32
nb20 nb54 nb30
nb12 nb50
nb49
4000
nb16
3000
nb15 nb14
nb41 nb37
nb39 nb33
nb55
nb18 nb27
nb35
2000 2007
2008 Uit
20
2009
2010 Niet uit
2011
2012
nb57 nb17
nb03
Onbekend
terug naar Inhoudsopgave
>>>
21
Jaarverslag
’12
Figuur 6 ˘ O ntwikkeling uitkomstpercentage weidevogellegsels over de periode 2002-2012. Een uitkomstpercentage van 70% is het absolute minimum om de populatie duurzaam in stand te houden. bouwkundige werkzaamheden. Dat begint met het plaatsen van de nestmarkering. Op akkers waar meerdere bewerkingen worden verwacht, leggen vrijwilligers de aangetroffen nesten in rieten mandjes, zodat die bij bewerkingen gemakkelijker kunnen worden verplaatst. Waar de percelen worden bemest met een sleepslang kunnen speciale sleepslangbeschermers worden gebruikt. Daarbij is een goede timing vereist, omdat de beschermers zo kort mogelijk over de nesten geplaatst moeten worden. Dankzij deze, en vele andere activiteiten ging in 2012 slechts 4,2% van de legsels ver-
75,0 70,0 65,0 60,0 55,0
22
20 11
20 12
Figuur 8 ˘ Ontwikkeling totaal aantal legsels (ononderbroken lijn) en uitkomstpercentage (stippellijn) van de kievit
77,2%
77,2%
Kievit
7,3%
Scholekster
4,9%
Grutto
4,7%
Wulp
0,9%
Wilde eend
Kievit
0,7%
Gele kwikstaart
7,3%
Scholekster
0,4%
Patrijs
4,9%
Grutto
0,9%
Roodborst tapuit
4,7%
Wulp
3,0% Overige soorten
0,9%
Wilde eend
0,7%
Gele kwikstaart
0,4%
Patrijs
0,9%
Roodborst tapuit
77,2%
3,0% Overige soorten
Op akkers leggen vrijwilligers de legsels in rieten mandjes Mede dankzij de samenwerking tussen vrijwilligers en boeren ligt het uitkomstpercentage voor kievit op een acceptabel niveau. Van de geproduceerde legsels komen voldoende eieren uit. Toch loopt het aantal kieviten dat een succesvol legsel produceert terug (figuur 8).
Kievit
7,3%
Scholekster
4,9%
Grutto
4,7%
Wulp
0,9%
Wilde eend
0,7%
Gele kwikstaart
0,4%
Patrijs
0,9%
Roodborst tapuit
76
5000
75 74
3,0% Overige soorten
4500
73 72
4000
71 70
3500
69 68
3000
Aantal kievitlegsels
De kievit is de meest bekende en in het oog Het merendeel van springende weidevogel de kieviten broedt voor Brabant. Logisch, op bouwland (77%), van deze soort worden in onze provincie de meeswaar in het te legsels gevonden en voorjaar de meeste beschermd (2.663). Het bewerkingen merendeel van de kieviten broedt op bouwland plaatsvinden (77%), waar in het voorjaar de meeste bewerkingen plaatsvinden. Logisch dat het overgrote deel van de uren besteed aan weidevogelbescherming opgaan aan deze prachtige voorjaarsbode. Van de vele beschermingshandelingen die door de vrijwilligers worden uitgevoerd, is het onderhouden van contact met boeren en loonwerkers het belangrijkste. Het beschermingswerk moet zo goed mogelijk worden afgestemd op de te verwachten land-
Figuur 7 ˘ V erdeling gevonden legsels in Brabant per soort
Uitkomstpercentage
soorten. De kievit nam het grootste deel voor haar rekening met 77,2%, gevolgd door de scholekster met 7,3%. Het aandeel van de grutto was 4,9% en dat van de wulp 4,7. Wilde eend en roodborsttapuit waren goed voor elk een klein percentage van de gevonden legsels.
20 10
20 09
20 08
20 07
20 06
20 05
20 04
20 03
50,0 20 02
Uitkomstpercentage
80,0
loren door landbouwwerkzaamheden. Het gemiddelde uitkomstpercentage van de kievit was met 75% gelukkig weer ruim voldoende. Desondanks kwamen in totaal slechts 1.902 kievitlegsels uit. Dit zijn er 325 minder dan in 2011. Het aantal uitgekomen kievitlegsels neemt al sinds 2008 af.
67 66
2500 2005
2006
2007
2008
Lineair (Uitkomstpercentage)
2009
2010
2011
2012
Lineair (Aantal legsels)
terug naar Inhoudsopgave
>>>
23
Jaarverslag
De afname kan zijn veroorzaakt door De oorzaak moet duidelijk niet gede slechte voedselsituatie in het wadzocht worden in de eifase, maar veel De populatie raakt dengebied waar de scholeksters ’s meer in de periode waarin de jongen winters verblijven. Wetenschappers opgroeien, de kuikenfase. Er worvergrijsd en kan vermoeden dat er een aantal scholekden te weinig kuikens vliegvlug, extreme weers sters is gestorven van de honger, wat waardoor de gemiddelde leeftijd omstandigheden tot gevolg had dat er nieuwe paartjes van de kieviten logischerwijs opniet meer opvangen gevormd moesten worden en dus loopt. De populatie raakt vergrijst zowel om de partners als om de teren kan extreme weersomstandigheritoria opnieuw gevochten moest den zoals droogte, of de kou zoals in worden. In sommige gevallen waren de afgelopen nawinter, steeds slechde gevechten zo hevig dat dit de dood tot gevolg had. ter opvangen. Minder kieviten zijn nog in staat om een legsel te produceren en waar het wel lukt, halen weinig Mogelijk was er ook te weinig energie over om tot broeden over te gaan. Er werd in elk geval heel wat kuikens de vliegvlugge leeftijd. Het Coördinatiepunt ‘gekissebis’ gemeld door de vrijwilligers. heeft daarom het afgelopen jaar op kleine schaal biotoopverbeterende maatregelen genomen, waarmee getest is of omstandigheden voor opgroeiende kuikens Met de grutto ging het in 2012 gelukkig weer wat beter. konden worden verbeterd. De eerste resultaten zijn Liep het aantal legsels sinds 2009 terug, het afgelopen hoopgevend en het project krijgt een vervolg in 2013. jaar kwamen totaal 170 grutto’s in agrarisch gebied tot Hierover leest u meer in het hart van deze uitgave. broeden, 21 meer dan in 2011. Hiervan kwam ruim 86% uit (121), een record voor deze soort! Er werd in het In 2012 werden 253 legsels van de scholekster gevonvoorjaar van 2012 weliswaar laat gemaaid omdat de den, 13 minder dan in 2011. 77% kwam uit: 182 stuks. grasgroei laat op gang kwam, maar ook de grutto’s kwa-
Figuur 9 ˘ A antal gevonden legsels van kritische soorten in de zes collectieve weidevogelgebieden
men veelal laat tot broeden. De piek van het maaien viel op veel plaatsen De piek van dus toch nog samen met de piek in het maaien het gruttobroedseizoen. Gelukkig viel op veel ging in 2011 het nieuwe collectieve weidevogelbeheer van start in 6 weiplaatsen devogelkerngebieden. Bovendien samen met de werd in 2012 de regeling ‘Rustzones piek in het voor weidevogels’ voor het vijfde jaar gruttouitgevoerd. Hierdoor profiteerden ook kritische soorten buiten de colbroedseizoen lectieve gebieden van bescherming door verlaat maaien. Waar door weidevogelbeschermers nesten gevonden werden, kon direct een rustzone afgesloten worden. Als we kijken naar de 6 collectieve weidevogelgebieden samen, zien we dat ook hier dat, zoals gehoopt en verwacht, het aantal gevonden gruttolegsels in 2012 is gestegen. Het aantal groeide van van 97 naar 121, een toename van bijna 25%! Bovendien steeg het totale aantal legsels van kritische soorten (grutto, tureluur en wulp) in deze gebieden van 177 naar 218 (figuur 9).
’12
Ook de wulp deed het in 2012 goed. Het aantal gevonden legsels nam toe, van 141 naar 161. Noemenswaardig zijn hier de gebieden Jekschotse Heide en de Heesbeensche Uiterwaard, waar de populatie wulpen zich aardig heeft uitgebreid. Van alle beschermde legsels lagen er 81 in de collectieve gebieden. Helaas gingen in sommige gebieden een aantal wulpenlegsels verloren
Figuur 10 ˘ De uitkomstpercentages van gevonden legsels in heel Brabant van grutto, wulp en tureluur. In 2008 deed de regeling rustzones haar intrede en in 2011 het collectief beheer.
250 95% 200
90%
Uitkomstpercentage
Aantal legsels
85% 150
100
50
80% 75% 70% 65% 60%
0
55% 2008
2009 Tureluur
24
2010 Wulp
2011
2012 Grutto
2008
2009 Tureluur
2010 Wulp
2011
2012
Grutto
terug naar Inhoudsopgave
>>>
25
Jaarverslag
’12
Figuur 11 ˘ Verdeling verliesoorzaken weidevogellegsels in 2011 en 2012
14,0 2011
2012
12,0
Percentage (%)
10,0 8,0 6,0 4,0 2,0
Ov er ig
On be ke nd
Be we id in g
W er kz aa m he de n
Dat ruim 93%
Ve rla te n
Pr ed at ie
0,0
van de tureluur nesten uitkwam toont de waarde aan van het aangepaste beheer in de collectieve gebieden
vanwege extreme regenbuien. De populatie kon in 2012 duidelijk tegen een stootje, gezien het acceptabele uitkomstpercentage van 73% in totaal.
De derde kritische primaire weidevogelsoort die in lang gras broedt, is de tureluur. Ook deze soort deed het goed in 2012. Het aantal legsels nam toe van 14 naar 17. Nadat in 2011 in het Wijkerzand bij Wijk en Aalburg een mini-tureluur-kerngebied ontstond, gebeurde hetzelfde nu in Lith, toen hier een plasdrasgebied was aangelegd (zie elders in dit jaarverslag). Het ongelooflijk hoge uitkomstpercentage van ruim 93% toont de waarde aan van de collectieve beheergebieden, want op 2 na alle tureluurs broedden in deze gebieden.
26
Waaraan gaan legsels zoal verloren? Zoals gezegd: 76,5% van alle legsels kwam uit. Dat betekent dat 23,5% niet uit kwam. Wat was hiervan de oorzaak? De grootste, maar tevens minst verontrustende oorzaak is predatie: legsels die gegeten worden door een andere diersoort zoals bijvoorbeeld kraai, vos, egel of bunzing. Of niet te vergeten de mens in de hoedanigheid van eierraper. In 2012 gingen 366 van de gevonden legsels verloren door predatie. Dit is ruim 11%, een volkomen normaal en natuurlijk percentage. Voor sommige weidevogelbeschermers lijkt de predatiedruk groter dan die in werkelijkheid is. Dat is begrijpelijk omdat een zorgvuldig en soms met veel moeite door boer en vrijwilliger beschermd nest wat wordt opgegeten vaak meer indruk maakt en beter ‘onthouden’ wordt, dan een nest waar ‘niets’ mee is gebeurd. In sommige gebieden is de druk inderdaad
hoog en dat vergt dan veel van de vrijwilligers die daar actief zijn. De tweede verliesoorzaak wordt gevormd door agrarische werkzaamheden. Het percentage van 4,2%, was in de afgelopen 10 jaar slechts eenmaal lager. Tijdens het broedseizoen vinden de meeste bewerkingen plaats op het land, soms wel 4 of 5 maal tijdens de 28 dagen Een beschermd dat een kievitslegsel wordt uitgebroed. Wanlegsel dat wordt neer er dan zo’n klein opgegeten, percentage verloren gaat onthoud je door werkzaamheden is eerder dan een dat een groot compliment voor boeren, loonlegsel waar niets werkers en vrijwilligers. mee gebeurt Het aandeel legsels wat door de oudervogels verlaten werd door diverse oorzaken, zoals bijv. noodweer, is 3,4%. Ook ging een paar procent van de legsels verloren door diverse bekende of onbekende oorzaken.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
27
Jaarverslag
Waarbij was nestbescherming nodig? In Brabant wordt op zo’n 14.500 ha weidevogelbescherming uitgevoerd, wat neerkomt op zo’n 6% van de landbouwgrond in deze provincie (glastuinbouw buiten beschouwing gelaten). Dit lijkt misschien weinig, maar dit zijn de gebieden waarin nog levensvatbare populaties weidevogels voorkomen. In gebieden waar weidevogellegsels niet worden beschermd door boer, loonwerker, vrijwilliger of natuurbeheerder, komen weidevogels niet of nauwelijks meer voor. Daarvoor is de frequentie van de bewerkingen te hoog en zijn deze te intensief. Dankzij het beschermingswerk kunnen we in onze provincie gelukkig nog genieten van de weidevogels als voorjaarsbodes. In gebieden zonder weidevogelbescherming komen nauwelijks nog weidevogels voor Bescherming, mits op de juiste manier toegepast, is van levensbelang voor weidevogelpopulaties. Het
’12
noteren van de beschermingshandelingen in het veld is dan ook erg belangrijk, omdat daarmee dat belang kan worden aangetoond. Uit deze gegevens bleek dat in 2012 minimaal 1.511 keer een weidevogellegsel is ontzien bij landbouwwerkzaamheden. Omdat in alle hectiek bij bewerkingen rond broedende vogels niet altijd alle werkzaamheden zijn genoteerd, is het werkelijke aantal waarschijnlijk nog hoger. In figuur 12 is te zien dat de legsels het vaakst werden beschermd bij bemesten van het land (28%) gevolgd door ploegen of eggen (26%), zaaien of poten (14%) en bij gewasbescherming (14%). Opvallend is dat al deze bewerkingen op bouwland worden uitgevoerd. In het hoofdstuk ‘omvang’ zagen we dat in Brabant de meeste weidevogels op bouwland broeden. Hier worden over het algemeen veel meer bewerkingen uitgevoerd dan op grasland, wat weidevogelbescherming in onze provincie intensief en tijdrovend, maar ook uiterst nuttig en noodzakelijk maakt.
Figuur 12 ˘ Verdeling beschermingshandelingen bij weidevogellegsels in 2012
25,7%
Ploegen/eggen
0,6%
Rollen/slepen
14,0%
25,7%
Ploegen/eggen
0,6%
Rollen/slepen
14,0%
28
Zaaien of poten
1,8%
Aanaarden
28,6%
Bemesten
13,7%
Gewasbescherming
0,4%
Beweiden
9,1%
Maaien
6,2%
Overige activiteiten
Zaaien of poten
1,8%
Aanaarden
28,6%
Bemesten
13,7%
Gewasbescherming
0,4%
Beweiden
9,1%
Maaien
6,2%
Overige activiteiten
terug naar Inhoudsopgave
>>>
29
Jaarverslag
’12
Kansen voor de kievit? Ja, er zijn kansen voor de kievit. Zelfs in Brabant en zelfs op maïspercelen. Dit bleek uit een kleinschalig project dat het Coördinatiepunt Landschapsbeheer in opdracht van de Provincie heeft uitgevoerd in 2012. De kievit is hét boegbeeld van de Brabantse akkers, maar inmiddels ook één van de meest bedreigde weidevogelsoorten in ons land, met een jaarlijkse populatiedaling van ruim 5%. De afgelopen decennia is de populatie kieviten in Brabant zelfs gehalveerd. De provinciale jaaravond in 2012 stond daarom volledig in
het teken van deze prachtige buitelaar en weidevogelgroepen en natuurbeschermingsorganisaties sloegen de noodklok. Het Coördinatiepunt was een van hen en kreeg van de Provincie opdracht om een kleinschalig onderzoek uit te voeren naar nieuwe beheermaatregelen om de kievit nog beter te beschermen. Het bleek een innovatief onderzoek te worden waarbij diverse weidevogelgroepen en bereidwillige agrariërs vol enthousiasme samen hebben gewerkt. Nieuwe beheermaatregelen zijn toegepast en onderzocht, zoals het uitstellen van agrarische bewerkingen tot 15 mei, het toepassen van braakstroken en het inzaaien van stroken. De resultaten zijn zeer hoopgevend: Waar onder bestaand beheer met nestbescherming bijna 70% van de eieren uitkomt en er sprake is van een overlevingskans van 17%, is met het toepassen van uitgesteld
beheer in combinatie met braakstroken een broedsucces te zien van rond de 95% en een overlevingskans van rond de 30%. Het geheim ligt erin dat de nieuwe beheervormen rust (geen verstoring), schuilgelegenheid (veiligheid) en een beter voedselaanbod leveren. De proef schreeuwt nu om vervolgprojecten op grotere schaal. Immers betrof de huidige opzet een kleinschalig project dat in een beperkt aantal gebieden is uitgevoerd. Daarom is het belangrijk op meer locaties en ook elders in Nederland deze proeven uit te voeren. In Brabant zal het experiment in 2013 in ieder geval vervolg krijgen. De volledige rapportage is te vinden door uw smartphone voor de QR-code hieronder te houden:
Figuur 13 ˘ D e overleving van kievitskuikens bij verschillende maatregelen op bouwlandpercelen 35% 30%
Overlevingskans
25%
uitgestelde bewerkingen
braakstrook
20%
ingezaaide strook
15%
combinatie braak/ingezaaid
10%
combinatie braak/ugb
5% referentie-onderzoek 0%
30
terug naar Inhoudsopgave
>>>
31
Jaarverslag
% uit = uit : uit + niet uit * 100 P = predatie B = beweiding
’12
Resultaten per
weidevogelgroep
W = werkzaamheden V = verlaten Ov = overig On = onbekend
In dit hoofdstuk worden de resultaten van 40 weidevogelgroepen in Brabant kort toegelicht. Indien een groep tenminste 50 legsels van vier of meer soorten heeft gevonden, worden de resultaten met een tabel getoond. Verklaring van termen en afkortingen, zie schema hiernaast.
NB03 ˘ Weidevogelgroep De Kneuter: triest seizoen Met de weidevogels in het zoekgebied van weidevogelgroep de Kneuter ging het in 2012 absoluut niet goed, aldus coördinator Piet van de Eijnde. Blijkbaar werd in Cranendonk geen enkel legsel gevonden, ondanks de extra inzet van twee nieuwe boeren en vrijwilligers. In het buitengebied van Someren werd ook minder gebroed, waardoor het totaal aantal gevonden legsel daalde van 53 naar 30: (2 grutto’s en 28 kieviten). 1 grutto verliet voortijdig het nest. Het andere nest kwam uit, maar de jongen gingen ondanks inspanning van de groep verloren tijdens het maaien bij een (nog) niet aangesloten bedrijf. Van de 28 kievitlegsels kwamen er 17 uit, 7 gingen verloren door predatie en 2 door werkzaamheden. Daarmee komt het uitkomstpercentage op 60%. Een triest verhaal voor deze weidevogelgroep, maar de vrijwilligers houden de moed erin! NB04 ˘ IVN De Groene Overlaat: veel minder legsels Ook in het zoekgebied van deze groep werden aanzienlijk minder kievitlegsels gevonden dan in andere jaren, 32 in totaal, tegenover 59 legsels in 2011. Opvallend was dat de kieviten die wel tot broeden kwamen zich verplaatsten naar percelen waar voorheen veel minder nesten werden gevonden. Gelukkig kwamen 26 legsels uit (81,75%). Het uitkomstpercentage bij deze groep is net als andere jaren hoog, wat aangeeft dat de oorzaak van de terugloop niet moet worden gezocht in de eifase. Zoals ook in andere gebieden kan vergrijzing van de kievitpopulatie hier een rol spelen. Er is niet voldoende voedsel en dekking voor de kuikens, waadoor ze niet of nauwelijks vliegvlug worden. Door het nemen van gebiedsverbeterende maatregelen kan worden getracht hier verandering in te brengen, waardoor het tij mogelijk nog net op tijd gekeerd kan worden voor de kievit, de trots van het Brabantse platteland. Gelukkig lijdt de motivatie van de Cuijkse vrijwilligers niet onder de tegenvallende aantallen en gaan zij volgend seizoen weer vol goede moed weer het veld in. NB09 ˘ Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur: 3e recordseizoen op rij! In tegenstelling tot veel andere gebieden in Brabant gaat het zeer goed met weidevogels in het werkgebied van de weidevogelgroep van Altenatuur. Voor het 3e jaar op rij kwam een recordaantal legsels uit! Het uitkomstpercentage, wat altijd al hoog was, steeg naar ruim 88%, en mede daardoor verdubbelde het aantal uitgekomen legsels ruimschoots in 3 jaar tijd. Tegen de landelijke trend in nam zelfs het aantal kievitlegsels toe met 9%. Mogelijk is de rust in het gebied, waar de percelen zeer langgerekt zijn, debet aan de goede resultaten. Het collectief beheer, wat in een deel van het werkgebied van de groep in 2011 van start is gegaan, biedt met name bescherming aan de kritische soorten. Vooral de wulp liet afgelopen jaar een spectaculaire toename van het aantal legsels zien: van 8 naar 15, waarvan er ten minste 13 uitkwamen. De imposante lijst met gevonden legsels laat nieuwkomers zien van moeilijk te vinden legsels als veldleeuwerik, gele kwikstaart, graspieper en patrijs. Een teken dat de bekwaamheid van de vrijwilligers nog meer aan het toenemen is. Met ruim vijftig vrijwilligers en een kleine honderd boeren is de coördinatie een enorme klus die echt niet meer door één persoon gedaan kan worden. Er is een werkgroep opgericht, en de taken werden wat beter verdeeld. Enkele zoekgroepen startten dit jaar succesvol en met plezier met het gebruik van GPSapparatuur. Bij de Rabobank werd daarom een aanvraag ingediend voor subsidiëring van nog enkele apparaten. Deze
32
terug naar Inhoudsopgave
>>>
33
Jaarverslag
werd uit vele aanvragen gekozen, zodat komend seizoen alle zoekgroepen hun gevonden legsels nauwkeurig en gemakkelijk kunnen vastleggen. Hierdoor kunnen ook de legsellocaties gemakkelijker aan de boeren worden doorgegeven, wat de bescherming tijdens werkzaamheden ten goede komt. En natuurlijk was de honorering van de aanvraag een blijk van waardering voor het goede werk van weidevogelgroep Altenatuur! Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Gele kwikstaart
2
0
0
0
0.00
0
0
0
0
0
0
Graspieper
3
0
0
0
0.00
0
0
0
0
0
0
Grutto
38
30
24
6
80.00
3
0
3
0
0
0
Kievit
242
216
192
24
88.89
9
0
2
6
2
5
Patrijs
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Scholekster
39
38
33
5
86.84
1
0
1
1
1
1
Tureluur
7
7
7
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Veldleeuwerik
4
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wilde eend
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wulp
15
14
13
1
92.86
1
0
0
0
0
0
Totaal
352
308
272
36
88.31
14
0
6
7
3
6
NB10 ˘ Weidevogelgroep Gestel: weinig legsels onder de rook van het provinciehuis De inspanningen van Weidevogelgroep Gestel werden in 2012 door de gemeente beloond met een groene handdruk, een mooi compliment! Maar, ondanks alle moeite ging het ook dit jaar niet goed. De predatie was onverminderd hoog en het aantal gevonden kievitlegsels daalde met 60%. Van de 30 kievitlegsels kwamen 13 legsels uit. De scholeksters hadden nog meer pech: 1 van de 6 legsels kwam uit. Aan de inzet van de 16 vrijwilligers, waaronder liefst 4 nieuwe, heeft het zeker niet gelegen. Zij waren er elke week, en enkele vrijwilligers kwamen zelfs van hun vakantieadres terug om toch vooral geen nest te missen. Dat alles heeft helaas niet mogen baten. De groep beraadt zich op de toekomst, maar de weidevogels in de Kloosterstraat zullen niet aan hun lot worden overgelaten. NB11 ˘ Natuur- en Milieuvereniging Teteringen: meer duidelijkheid gewenst voor pachters Als de aantallen broedparen in een gebied eenmaal flink aan het dalen zijn is dat niet zomaar een halt toe te roepen. Helaas geldt dat ook in de zoekgebieden van de Teteringse weidevogelbeschermers, waar van oudsher veel grutto’s broedden. Buiten de Lage Vughtpolder werden weinig legsels gevonden. Wel hebben de vrijwilligers geobserveerd in het reservaatgebied. Rond april heeft de groep een aantal jagers aangesproken die op ganzen joegen en daarmee de broedende vogels verstoorden. Een ander aandachtspunt is dat veel boeren niet weten wat ze wel en niet mogen op de pachtgronden van Staatsbosbeheer tijdens het broedseizoen. Hier moet voor komend seizoen aandacht aan worden besteed. In totaal vond de groep 15 legsels: 12 van kievit en 3 van scholekster. Dankzij de beschermingsactiviteiten van de groep kwamen 9 kievitnesten uit. NB12 ˘ Natuurwerkgroep gemeente Rucphen: Topjaar! Na een diepterecord van 21 gevonden legsels in 2010 klom het aantal gevonden legsels gelukkig weer op naar liefst 89, mede door deelname van een nieuwe boer waar 22 kieviten broedden. Ondanks 11 voortijdig verlaten legsels steeg het aantal uitgekomen legsels van 23 naar 52! Een hele prestatie, vooral omdat geen enkel legsel verloren ging door werkzaamheden. Dat laatste laat zien dat er goede contacten zijn met de deelnemende boeren. Hier heeft de groep hard aan gewerkt.
34
Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Kievit
82
82
48
Patrijs
1
1
1
34
58.54
23
0
100.00
0
Bew.
’12
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
0
0
11
0
0
0
0
0
0
0
Scholekster
4
4
1
3
25.00
3
0
0
0
0
0
Wilde eend
2
2
2
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Totaal
89
89
52
37
58.43
26
0
0
11
0
0
NB13 ˘ WVG Schijndel en omgeving: iets meer legsels uit! Deze groep, waarvan het werkgebied voor een deel ligt binnen het collectief weidevogelbeheergebied “Schijndelse Heide”, noteerde in 2002 nog 515 gevonden legsels. Anne 2012 staat de teller op een schamele 224 legsels. Sommige zoekgroepen vonden nauwelijks nesten. Maar, het lijkt alsof de bodem wel bereiktis. Voor het eerst is , is het totaalaantal uitgekomen nesten wat gestegen, van 148 in 2011 naar 162 in 2012 (uitkomstpercentage van 73%). De grutto’s deden het uitstekend: alle 6 legsels kwamen uit, dat zijn er 3 meer dan vorig jaar. Bijzonder was de vondst van lastig op te sporen kleine soorten als gele kwikstaart en roodborsttapuit. Op 2 plaatsen binnen de zoekgebieden van de groep werd door een enthousiaste boer met succes deelgenomen aan het pilotproject ‘Maatregelen voor kievit op bouwland’. De groep probeert in overleg met de gemeente Schijndel een zogenaamd “ommetje” dat langs de meest succesvolle locatie loopt, te laten omleiden tijdens het broedseizoen. ‘Een veel betere optie is dan afsluiten met borden’, vindt de groep. De gemeente – zelf ook deelnemer aan het weidevogelconvenant – staat positief tegenover dit voorstel. Deze actie geeft duidelijk aan dat de groep verder kijkt dan het vinden en markeren van legsels. Dit blijkt natuurlijk ook uit de overige activiteiten van deze ondernemende groep, zoals scholenprojecten, maatschappelijke stages, deelname aan groenmarkten, goede contacten met de vrijwilligerscentrale en vele andere activiteiten. Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Fazant
2
2
2
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Gele kwikstaart
7
6
5
1
83.33
0
0
1
0
0
0
Grutto
6
6
6
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kievit
187
187
129
58
68.98
27
7
15
3
1
5
Patrijs
3
3
3
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Roodb.tapuit
3
3
3
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Scholekster
9
9
8
1
88.89
1
0
0
0
0
0
Wilde eend
2
2
2
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wulp
4
4
3
1
75.00
0
0
1
0
0
0
Zomertaling
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Totaal
224
223
162
61
72.65
28
7
17
3
1
5
NB14 ˘ Weidevogelgroep Laarbeek: internationaal! Het aantal gevonden legsels in Laarbeek was weliswaar lager dan in 2011 (-15%), maar de oorzaak was zeer positief! Het uitkomstpercentage bedroeg namelijk ruim 86%, waardoor de weidevogels nauwelijks hoefden te investeren in herhalingslegsels. In totaal kwamen zelfs 4 legsels meer uit. Aan het gescharrel van de volwassen vogels te zien liepen er nogal wat jongen in het gebied rond. Opvallend is ook de toename van het aantal gruttolegsels.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
35
Jaarverslag
De groep probeert voor elk legsel van een kritische soort een rustzone te regelen. De scholeksters, die het vorig jaar een beetje lieten afweten, waren dit jaar gelukkig terug. Maar liefst 19 legsels werden beschermd. Kortom prima resultaten van de 30 vrijwilligers en ruim 80 boeren. Coördinator Jaap Weidenes ging zelfs intercontinentaal: zijn lezing over het goede werk van de Nederlandse weidevogelbeschermers die hij in Amerika op verzoek van zijn geëmigreerde zoon gaf, werd goed ontvangen! Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Grutto
11
11
10
1
90.91
1
0
0
0
0
0
Kievit
167
167
146
21
87.43
16
0
2
2
1
0
NB20 ˘ VWB Boekel – Venhorst: ergste vrees niet uitgekomen Dat een dalende lijn niet altijd hoeft te betekenen dat de weidevogels uiteindelijk totaal verdwijnen uit een gebied bewijst Boekel. Het aantal legsels bedroeg nog 219 stuks in 2002, daalde naar nog slechts 28 legsels in 2006. Iedereen vreesde het ergste. Maar langzamerhand trad een herstel op, en in 2012 werden weer bijna 100 legsels gevonden. De vrijwilligers kunnen trots zijn op hun mooie lijst, waarop ook bijzondere weidevogelsoorten als geelgors en patrijs voorkomen. Maar daar bleef het niet bij. Ook andere vogelsoorten kregen hier volop de aandacht. Zo werd een project “zwaluwlijnen”opgezet en kregen de plaatselijke huismussen “hotels” aangeboden die onmiddellijk in gebruik werden genomen. Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
2
2
2
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Scholekster
19
19
13
6
68.42
4
0
0
1
0
1
Wulp
13
13
12
1
92.31
1
0
0
0
0
0
Fazant
Totaal
210
210
181
29
86.19
22
0
2
3
1
1
Geelgors
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Gele kwikstaart
4
4
1
3
25.00
0
0
0
0
0
3
Kievit
67
65
47
18
72.31
10
0
4
3
0
1
Patrijs
5
5
4
1
80.00
1
0
0
0
0
0
NB15 ˘ Stichting Landschap Gemert – Bakel: goede contacten met boeren Hoewel de vrijwilligers in Gemert en Bakel het idee hadden dat er in 2012 veel minder broedgevallen waren, werden 25 kievit- en 1 scholeksterlegsels genoteerd, slechts 2 kievitlegsels minder dan in 2011. Ook het uitkomstpercentage van percentage van 73% is acceptabel. De groep investeert flink in de contacten met de boeren die zelf ook legsels vinden en verleggen. Daarmee zijn deze opgebouwde contacten zeker zo belangrijk als het zoeken en vinden van nesten. NB16 ˘ Vogel- en natuurwerkgroep Zundert: flinke daling in aantallen broedvogels Deze vaste groep vrijwilligers bleef ook in 2012 de weidevogels trouw. Helaas heeft de stijgende lijn die de afgelopen jaren zichtbaar was zich dit jaar niet voortgezet. Werden er in 2011 nog 46 legsels gevonden, nu waren er dat slechts 15. Daarvan kwam ruim 84% uit. Omdat de boeren veel eerder dan verwacht het land gingen bewerken, werd de eerste ronde legsels gemist. Hieruit blijkt het nut van een goede communicatie met de boeren, al is dat in die drukke tijd voor boeren wel eens lastig. Gelukkig kwamen de 2 ‘vaste’ grutto’s terug naar het gebied. Waarvan tenminste een het nest uitbroedde. NB17 ˘ Vogelwacht Paaldijk: hoopgevend uitkomstpercentage Dit gebied kampt al jaren met een fikse predatiedruk. De afgelopen 5 jaar kwam gemiddeld 46% van de legsels uit. Het aantal broedgevallen lijkt in direct verband te staan met het predatiecijfer van het jaar ervoor. In 2009 kwam 70% uit, waarna het aantal legsels in 2010 aanzienlijk steeg. In 2011 kwam nog niet de helft van de nesten uit, waarna in 2012 het aantal legsels daalde naar 33 (30 kievit, 2 scholekster, 1 wulp). Dat 20 kievitlegsels en beide scholeksterlegsels uitkwamen, geeft hoop. Wanneer de lijn van voorgaande jaren zich voortzet kunnen de 15 trouwe vrijwilligers die in dit gebied prettig samenwerken met 20 boeren weer een stijging van het aantal legsels verwachten. Maatregelen voor kieviten zouden ook hier welkom zijn. NB18 ˘ WBE Baarle-Nassau: gebied op zijn kop In de zoekgebieden van deze groep, rond het Landgoed de Hollandsche Bossen, zijn gronden aangekocht en ingericht die onderdeel uit gaan maken van de Ecologische Hoofdstructuur. Door deze werkzaamheden zijn er beduidend minder weidevogels gaan broeden. Dit jaar bleef het totaalaantal gevonden legsels steken op 9, waaronder 5 kieviten, 2 scholeksters en een legsel van een wulp. 2 kievitlegsels werden gepredeerd, de rest kwam gelukkig uit. Coördinator Geert Adams verwacht dat de weidevogels volgend jaar weer terug zullen keren.
36
’12
Roodb.tapuit
4
4
0
4
0.00
0
0
0
0
0
4
Scholekster
3
3
3
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wilde eend
6
6
6
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Witte kwikstaart
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wulp
4
4
4
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Totaal
97
95
69
26
72.63
11
0
4
3
0
8
NB23 ˘ VWB Lith: successtory Het werkgebied van de Lithse weidevogelbeschermers is onderdeel van collectief weidevogelgebied D’n Beerse Overlaet. Hier is een aantal hectare plasdras ontwikkeld ten behoeve van de weidevogels en dat werkt als een magneet! Het aantal broedende grutto’s steeg van 6 naar 17, tureluurs van 1 naar 7 en wulpen van 3 naar 7. Alle legsels van deze kritische soorten kwamen uit, mede dankzij rustzones en verlaat maaien binnen het collectief beheer. Er werden voor het eerst legsels gevonden van kluut en wilde eend, terwijl de aantallen kieviten en scholeksters nagenoeg gelijk bleven. Met een uitkomstpercentage van 81% en een telling van 80 verschillende vogelsoorten in mei, op percelen waar vroeger nauwelijks vogels werden gezien, is de successtory compleet. De groep heeft dit jaar voor het eerst de legsellocaties opgeslagen met behulp van een PDA en dat is erg goed bevallen. De gegevens kunnen zo ook gemakkelijker aan de boeren worden doorgegeven. Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Grutto
17
15
15
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kievit
143
135
107
28
79.26
9
0
6
9
0
4
Kluut
2
2
0
2
0.00
0
0
0
0
0
2
Scholekster
13
12
10
2
83.33
2
0
0
0
0
0
Tureluur
7
6
6
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wilde eend
1
1
0
1
0.00
0
0
1
0
0
0
Wulp
7
6
6
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Totaal
190
177
144
33
81.36
11
0
7
9
0
6
terug naar Inhoudsopgave
>>>
37
Jaarverslag
NB24 ˘ Gebied Maasdonk: kritische soorten nauwlettend gevolgd Hoewel de vrijwilligers rond Nuland en Geffen ook actief zijn binnen collectief weidevogelbeheergebied d’n Beersche Overlaet ging het hier niet goed met de weidevogels. De vrijwilligers zagen in enkele jaren tijd hun totalen met tweederde afnemen, waarbij helaas ook het aantal gevonden soorten behoorlijk is gedaald. De grootste daler was de kievit, van 256 legsels in 2005 naar 55 in 2012. Demotivatie dreigt bij de gedreven vrijwilligers. Kritische soorten daalden minder hard. De grutto’s in het gebied wisten zelfs 3 maal zoveel legsels uit te broeden als in 2011. Vrijwilliger Rob Boumans gebruikte een uitstekende methode om de lotgevallen van deze soorten te volgen op de percelen waar laat wordt gemaaid. De gespotte paren van deze kritische soorten werden wekelijks opgeslagen in de landelijke database onder het kopje Gedragswaarnemingen, waardoor het sneller duidelijk werd wanneer van een bepaald koppel nog maar één vogel werd gezien. Zo kon de nestlocatie gemakkelijker worden opgespoord. Desondanks hadden de wulpen pech: van de 17 aangetroffen legsels werden er 5 gepredeerd en ging er een aantal in de late eifase verloren door noodweer. Opsteker voor de groep waren de oeverzwaluwen die bij een deelnemende boer broedden. Daar kwamen 6 nestjes uit. Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Grutto
22
12
12
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kievit
55
39
31
8
79.49
2
0
4
1
0
1
Krakeend
1
0
0
0
0.00
0
0
0
0
0
0
Scholekster
9
5
5
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Tureluur
1
0
0
0
0.00
0
0
0
0
0
0
Wulp
17
8
3
5
37.50
5
0
0
0
0
0
Totaal
105
64
51
13
79.69
7
0
4
1
0
1
NB25 ˘ Raamsdonk: meer gras, minder kieviten Weidevogelbeschermingsgroep Raamsdonk bestaat sinds 2012 uit 3 zoekgroepen: Overdiep, Slagenland en Zomerdijk. Helaas zijn uit gebied Zomerdijk in 2012 geen beschermingsactiviteiten gemeld. De Overdiepsche polder wordt ingericht als waterbergingsgebied, wat veel onrust in het gebied veroorzaakt. Toch denkt de zoekgroep die hier actief is dat de weidevogels zich niet veel aantrekken van alle bewegingen, en dat de terugloop in het aantal broedende vogels meer wordt veroorzaakt door een veranderd grondgebruik, van maïs naar gras. Ook de groep Slagenland zag om die reden het aantal legsels afnemen. De boeren in de groep letten zelf ook goed op, en spraken eveneens hun bezorgdheid uit over de terugloop van het aantal legsels. De deelgroep Made maakt met ingang van 2012 onderdeel uit van de groep Drimmelen, waardoor het totaal aantal gevonden legsels aanzienlijk lager ligt dan in 2011. In totaal werden 16 legsels gevonden: 13 van de kievit en 3 van de scholekster. Met 12 uitgekomen legsels bedraagt het uitkomstpercentage 75% en dat is op zich ruim voldoende.
’12
toond dat er mogelijkheden liggen om de omstandigheden voor kievitkuikens te verbeteren en daarmee de soort te behouden voor het Brabantse platteland. Hoopgevend is ook de komst van 2 nieuwe soorten op de groepslijst: gele kwikstaart en kwartel. Tot slot werden er 2 gruttolegsels meer gevonden dan in 2011 en steeg het aantal wulpnesten van 4 (in 2011) naar 9 (2012). Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Fazant
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Gele kwikstaart
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Grutto
4
4
3
1
75.00
1
0
0
0
0
0
Kievit
92
88
75
13
85.23
0
0
0
0
0
13
Kwartel
2
0
0
0
0.00
0
0
0
0
0
0
Scholekster
15
14
14
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Veldleeuwerik
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wilde eend
3
3
2
1
66.67
1
0
0
0
0
0
Wulp
11
11
9
2
81.82
0
0
0
2
0
0
Totaal
130
123
106
17
86.18
2
0
0
2
0
13
NB27 ˘ WBG Reusel - De Mierden: gekleurringde wulp terug in gebied Ondanks de goede uitkomstresultaten die deze fanatieke groep behaalde in de afgelopen jaren zagen de 40 vrijwilligers van Weidevogelbeschermingsgroep Reusel - de Mierden het aantal gevonden legsels in slechts 2 jaar tijd terug lopen van 408 naar 230 legsels. De terugloop zit ‘m vooral bij de kievit, want andere soorten zijn stabiel. Dat 5 agrariërs deelnamen aan het pilotproject ‘Maatregelen voor kievit op bouwland’ is juist voor dit gebied heel belangrijk. De resultaten van dit project wezen namelijk uit dat het verbeteren van de omstandigheden waaronder kievitkuikens opgroeien het tij voor de kievit zouden kunnen keren. Hopelijk kunnen er in de komende jaren op meer plaatsen maatregelen worden genomen, zodat de neerwaartse lijn die de kievit laat zien, onderbroken kan worden. Dat er een hoop ervaring huist onder de vrijwilligers in Reusel - de Mierden blijkt uit de indrukwekkende soortenlijst met legsels van maar liefst 16 soorten weidevogels. Nieuw op de lijst waren krakeend, kwartel, slobeend, waterhoen en kokmeeuw. Erg leuk ook was de terugkeer van de in Engeland gekleurringde wulp die vorig jaar voor het eerst in het gebied verscheen. Deze keer bracht hij zelfs een partner mee!
NB26 ˘ WVG Ravenstein: succesvol pilotproject Ook deze beschermingsgroep is actief in collectief weidevogelbeheergebied d’n Beerse Overlaet. Vonden de vrijwilligers in 2005 nog 313 legsels (waarvan 266 kievit), in 2012 is het totaalaantal teruggelopen tot 130. De grootste daling is te zien bij de kievit, die het op deze kleigronden de afgelopen droge voorjaren erg zwaar heeft gehad en daarvan nu nog de gevolgen ondervindt. Het uitkomstpercentage is de laatste jaren hoog tot zeer hoog dus de terugloop kan niet worden toegeschreven aan het aantal gepredeerde legsels. Wel zijn veel akkers - de favoriete broedplaats van kieviten - omgezet in grasland. Door enkele boeren is succesvol deelgenomen aan het pilotproject ‘Maatregelen voor kievit op bouwland’, waarbij mede dankzij de observaties van de vrijwilligers werd aange-
38
terug naar Inhoudsopgave
>>>
39
Jaarverslag
Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Grauwe gans
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Grutto
4
4
2
2
50.00
1
0
0
0
0
1
Grutto
6
6
5
1
83.33
1
0
0
0
0
0
Kievit
71
71
50
21
70.42
6
1
3
5
0
6
Kievit
174
163
114
49
69.94
15
0
9
18
0
7
Scholekster
3
3
1
2
33.33
1
0
0
0
0
1
Wulp
2
2
1
1
50.00
0
0
0
0
0
1
Totaal
80
80
54
26
67.50
8
1
3
5
0
9
Kleine plevier
5
5
4
1
80.00
0
0
0
1
0
0
Kokmeeuw
1
1
0
1
0.00
0
0
0
1
0
0
Krakeend
2
2
2
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kwartel
3
0
0
0
0.00
0
0
0
0
0
0
Meerkoet
3
3
3
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Patrijs
2
2
1
1
50.00
0
0
0
0
0
1
Roodb.tapuit
4
4
4
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Scholekster
12
11
8
3
72.73
0
0
2
1
0
0
Slobeend
2
2
2
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Veldleeuwerik
2
2
2
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Waterhoen
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wilde eend
4
4
3
1
75.00
0
0
0
1
0
0
Wulp
8
8
7
1
87.50
0
0
1
0
0
0
Totaal
230
215
157
58
73.02
16
0
12
22
0
8
NB28 ˘ de Rietgors: volgend jaar weer actief Vanwege ernstige ziekte van groepscoördinator Henk van Grunsven is er in het gebied de Rietgors (binnen de Beerse Overlaet.) niet aan bescherming gedaan. Gelukkig hoopt Henk komend seizoen zo ver hersteld te zijn dat hij weer het veld in kan. NB29 ˘ WVG Rooi: maatwerk Deze groep, die actief is binnen collectief beheergebied Rooise en Schijndelse heide heeft een bewogen maar succesvol jaar achter de rug. Op één locatie, waar de meeste kieviten en ook enkele grutto’s waren neergestreken, moest door een combinatie van beheermaatregelen (uitgesteld bewerken) en weersomstandigheden maatwerk worden geleverd door zowel boer en loonwerkers als vrijwilligers. Een hele opgave waar door alle partijen behoorlijk wat energie in gestoken is. Het resultaat mocht er zijn. Een behoorlijk aantal kievitkuikens kreeg de kans op te groeien op deze percelen! De boer op wiens percelen dit alles speelde deed er nog een schepje bovenop door ’s nachts zijn bed uit te komen om een loonwerker te wijzen op een scholeksternest. Met 5 nieuwe vrijwilligers die enthousiast de basiscursus volgden en 1 nieuw bedrijf kwamen in 2012 50 kievitlegsels uit, 12 meer dan het voorgaande jaar. In een tijd waarin kieviten het erg zwaar hebben een mooi resultaat. Helaas kwamen slechts 2 gruttolegsels uit. Van de vele activiteiten die de groep jaarlijks onderneemt en organiseert, is de ondersteuning van de natuurwandelingen en –activiteiten in een verpleeghuis voor ouderen opvallend!
40
’12
NB30 ˘ WVG Sint Oedenrode: eerste wulpenlegsel Dit is zo’n groep waar het ondanks alles gewoon goed gaat met de weidevogels. Er zijn enkele zeer geduldige waarnemers onder de vrijwilligers, die de kwaliteit van het beschermingswerk ten goede komen. Het aantal uitgekomen kievitnesten steeg licht met 5, het aantal gevonden gruttolegsels werd verdubbeld en de wulpen gingen van 9 naar 12 legsels. Hieronder ook het eerste wulpenlegsel dat in de provincie Noord-Brabant is gevonden (20 maart). Knap werk! Helaas werden 5 wulpenlegsels gepredeerd en gingen er 2 verloren door werkzaamheden. Mogelijk deden enkele wulpen een nieuwe poging . Het totale uitkomstpercentage van ruim 67% is niet slecht in een gebied wat in nogal te lijden had onder predatiedruk. De groep heeft zich ingespannen om de lotgevallen van de jongen in het gebied te volgen, en dat bleek lastig. Al met al een succesvol jaar voor de Jekschotse beschermers. Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Canadese gans
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Grutto
4
4
4
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kievit
103
103
69
34
66.99
25
0
6
3
0
0
Scholekster
5
5
5
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wulp
12
12
5
7
41.67
5
0
2
0
0
0
Totaal
125
125
84
41
67.20
30
0
8
3
0
0
NB31 ˘ WBG Stijbeemden: kwartels met jongen Met drijvende kracht en meesterzoeker Henk van Grunsven ernstig ziek thuis tijdens het broedseizoen werd het beschermingswerk gelukkig toch voortgezet door de andere vrijwilligers, daarin gesteund door de grutto-specialisten van de buurgroep Ravestein. Helaas werden beduidend minder legsels gevonden dan andere jaren. Van alle legsels is het resultaat bekend, wat aangeeft dat de groep zeer nauwkeurig heeft gewerkt. Het uitkomstpercentage met ruim 82% is uitstekend. Opvallend is de aanwezigheid van een aantal kwartels in het gebied, die allen met jongen zijn gezien. Belangrijkste is wel dat Henk van Grunsven zover is genezen dat hij volgend jaar weer actief de wei in denkt te kunnen. En dat is geweldig nieuws!
terug naar Inhoudsopgave
>>>
41
Jaarverslag
Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Gele kwikstaart
5
5
5
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Graspieper
1
1
0
1
0.00
1
0
0
0
0
0
Grutto
9
9
9
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kievit
21
21
13
8
61.90
1
0
7
0
0
0
Kuifeend
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kwartel
7
7
7
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Meerkoet
3
3
3
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Rietgors
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Roodb.tapuit
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wulp
3
3
3
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Totaal
52
52
43
9
82.69
2
0
7
0
0
0
NB32 ˘ Vliegbasis Gilze-Rijen Dit jaar werden er weer 4 broedgevallen van wulpen gemeld door Andries Pen, vogelwacht op de vliegbasis GilzeRijen. Ten minste 1 jong werd vliegvlug. Op de vliegbasis gaat het bijzonder goed met de veldleeuweriken. Dit is het gevolg van de verschraling van het grasland, die is begonnen in 1994. Hierdoor ontstaan ideale omstandigheden voor veldleeuweriken. Tijdens de laatste telling werden liefst 125 broedparen geteld. De grotere weidevogels trekken als gevolg van de verschraling weg en dat was, uit het oogpunt van veiligheid, ook de bedoeling. NB33 ˘ BCU Vliegbasis Eindhoven Hoewel de nadruk hier –net zoals in Gilze- natuurlijk ligt op de vliegveiligheid is er ruimte voor een aantal kleinere weidevogels waaronder veldleeuwerik. Door zijn unieke ligging en beheer is de vliegbasis een waar bolwerk voor deze soort. Tijdens de jaarlijkse telling - in de periode waarin de jongen net vliegvlug zijn - werden ca 800 veldleeuweriken geteld. Dit zijn naar schatting 160 broedparen op een oppervlak van ongeveer 25 hectare grasland: een ongekende dichtheid (6,4 bp/ha). Verder hebben op de vliegbasis ook nog tientallen paartjes roodborsttapuiten gebroed, minimaal twee paar kwartels en enkele patrijzen. Op de braakliggende terreintjes aansluitend aan de basis hebben wel een twintigtal kieviten succesvol gebroed waarna zij naar het zweefvliegterrein binnen de basis trokken. Hier groeiden de jongen succesvol op. NB35 ˘ WBG Waalre: dramatisch Na een stijging in het aantal gevonden legsels in 2011 was broedseizoen 2012 dramatisch voor de kieviten in Waalre, en hun beschermers. Slechts 5 kievitlegsels werden gevonden, die allen werden gepredeerd. De groep verdenkt een vos, en probeert een manier te vinden om deze komend seizoen te weren. Soms is zo’n predatiegolf tijdelijk, dus met wat geluk gaat het volgend seizoen beter met de kieviten in Waalre. NB37 ˘ WVB Esbeek: wachten op betere tijden Helaas is door omstandigheden niet aan nestbescherming gedaan in het buitengebied van Esbeek. De groep, die enigszins is uitgedund, is van plan om komend seizoen de weidevogels in hun zoekgebied weer de bescherming te bieden die ze nodig hebben. NB38 ˘ Vereniging voor Vogel- en Natuurbescherming Etten-Leur: aantallen blijven teruglopen Deze groep zag helaas haar aantal vrijwilligers teruglopen van 11 naar 7. Ook het aantal gevonden (32) en uitgekomen legsels nam aanzienlijk af. Gelukkig kon bij enkele boeren wel op meer percelen worden gezocht. 16 kieviten
42
’12
en 1 scholekster wisten hun legsels uit te broeden. Wat de oorzaak is van het lage uitkomstpercentage (55%) is niet geheel duidelijk. Wel speelt predatie, waaronder eierrapen, een rol. In het zoekgebied wordt een windmolenpark gebouwd. Positief is dat de bouw dankzij overleg van maart tot en met juni werd stilgelegd, maar een ongunstig effect op het broedgedrag van de weidevogels kan toch niet worden uitgesloten. Voor komend seizoen probeert de groep nieuwe vrijwilligers en enkele boeren te werven. NB39 ˘ WWB Zuidoost-Brabant: prachtige camerabeelden De grootste groep van Brabant, die in 2002 nog meer dan 1000 legsels vond, verricht al jaren gedegen beschermingswerk in zo’n beetje alle broedgebieden in Zuidoost Brabant. Het aantal deelnemende boeren en vrijwilligers is steeds stabiel. Helaas loopt, net als in andere delen van Brabant, het aantal gevonden en uitgekomen legsels gestaag terug. Grote verliezer is ook hier de kievit, waarvan 30% minder legsels uitkwamen dan in 2011. Op de nog altijd indrukwekkende lijst van de groep prijken 7 soorten minder. Kritische soorten als grutto en wulp hadden helaas ook minder broedsucces. Dat de resultaten van nagenoeg alle gevonden legsels bekend zijn geeft aan dat de groep de legsellotgevallen nauwkeurig bijhoudt en vastlegt. Omdat in sommige gebieden de predatiedruk behoorlijk hoog was, probeert de groep daar al enkele jaren meer duidelijkheid over te krijgen met behulp van camera’s en sensoren. Het predatiepercentage neemt iets af. Ben Jacobs, scheidend voorzitter, onderzoeker en een van de drijvende krachten van de groep gaat Brabant verlaten. Heel jammer voor de weidevogels, want Ben heeft op velerlei gebied zijn steentje bijgedragen aan weidevogelbescherming in Brabant. Maar erg leuk voor hem: hij gaat met zijn vrouw terug naar het mooie Dalfsen. Natuurlijk wensen we hen heel veel plezier, succes en woongenot toe, en bedanken we Ben voor zijn jarenlange inzet voor de weidevogels in Zuidoost-Brabant en daarbuiten!
Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Fazant
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Geelgors
5
5
5
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Gele kwikstaart
4
4
4
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Grutto
11
11
8
3
72.73
0
0
2
1
0
0
Kievit
355
354
273
81
77.12
31
0
37
11
1
1
Kleine plevier
2
2
2
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Meerkoet
2
2
2
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Roodb.tapuit
20
20
20
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Scholekster
34
34
28
6
82.35
4
0
1
1
0
0
Tureluur
1
1
0
1
0.00
1
0
0
0
0
0
Wilde eend
8
8
7
1
87.50
1
0
0
0
0
0
Wulp
18
18
9
9
50.00
6
0
0
3
0
0
Totaal
461
460
359
101
78.04
43
0
40
16
1
1
terug naar Inhoudsopgave
>>>
43
Jaarverslag
NB41 ˘ Werkgroep Natuur en Milieu Hilvarenbeek: doorgaan tot de laatste kievit! Deze 12 vrijwilligers vormen een hechte club die enthousiast samenwerkt met 14 agrariërs. Omdat er per perceel steeds minder vogels broeden, probeert de groep meer bedrijven te betrekken. Dit jaar sloten 4 nieuwe bedrijven aan, waardoor de aantallen legsels redelijk op peil blijven. Het recordaantal legsels van 2011 werd zoals verwacht niet gehaald, maar dankzij de gebiedsuitbreiding was het aantal uitgekomen legsels nog altijd hoger dan in 2010. In totaal kwamen in 2012 36 van de 44 gevonden kievitlegsels en alle 6 scholeksternesten uit, waarmee een gemiddeld uitkomstpercentage van maar liefst 84% werd behaald! 4 kievitlegsels gingen verloren door predatie. Dankzij de goede samenwerking met de boeren gingen slechts 2 legsels verloren door werkzaamheden. 2 legsels werden verlaten. De spirit blijft erin bij deze groep: “we gaan door tot de laatste kievit!”. NB44 ˘ WBG Sint Anthonis: alle kievitlegsels uit Nadat er in 2011 gelukkig weer meer legsels werden gevonden door de vrijwilligers van deze groep ging het in 2012 helaas opnieuw bergafwaarts. Slechts 9 legsels konden worden opgespoord en beschermd. De enige scholekster ging door predatie verloren, maar gelukkig kwamen alle 8 kievitlegsels uit, wat toch een mooi resultaat is. Niet bekend is of de groep heeft kunnen volgen of er jongen vliegvlug geworden zijn. NB45 ˘ WVG De Duinboeren Cromvoirt : meer legsels uit, gruttolegsels verdubbeld! De vrijwilligers van deze zeer goed georganiseerde groep, die actief zijn in de Zeeg in Drunen en de Vughtse Gement hielden geen goed gevoel over aan het broedseizoen 2012. Toch werd op diverse vlakken vooruitgang geboekt. Kwamen er vorig jaar slechts 38 kievitlegsels uit, dit jaar waren dat er gelukkig weer 50! Ook de grutto had succes: vorig jaar 2 legsels, dit jaar 4, waarvan er ten minste 3 uitkwamen. 2 paren broedden op percelen waar al zo’n 10 jaar geen grutto’s meer gezien zijn. Het lijkt erop dat het collectief beheer wat in de Gement wordt toegepast door Agrarische Natuurvereniging de Duinboeren zijn eerste vruchten begint af te werpen. Ook het gebruik van de Regeling Rustzones en de inzet van de gemeente Vught, die mogelijkheden voor uitgesteld maaien creëerde heeft zeker bijgedragen aan dit succes. In 2013 wordt beslist hoe het weidevogelconvenant waarin o.a. de gemeente Vught, ZLTO, weidevogelgroep en waterschap zitting hebben kan worden voortgezet, waarbij tevens samenwerking met de gemeente Heusden gezocht wordt. Ook de inzet van de studenten van de Hogere Agrarische School (HAS Den Bosch) kan veel opleveren voor het gebied. De vrijwilligers proberen komend broedseizoen de predatie terug te dringen door zo min mogelijk de percelen op te gaan. Dit vergt een goed overleg met de boeren over de te verwachten werkzaamheden. Dat is door een grote hoeveelheid pachtpercelen nog een hele uitdaging, die de groep echter vol goede moed aangaat. Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Gele kwikstaart
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Grutto
4
3
3
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kievit
102
98
50
48
51.02
34
0
0
1
0
13
Scholekster
8
8
2
6
25.00
1
0
0
0
0
5
Wulp
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Totaal
116
111
57
54
51.35
35
0
0
1
0
18
NB47 ˘ WBG Waalwijk: dip te boven Na een dip in 2011, ging het in 2012gelukkig weer goed met de Waalwijkse weidevogels. Het aantal uitgekomen kievitlegsels steeg met 30 naar 126. Alle 10 gevonden scholeksterlegsels kwamen uit, hetzelfde gold voor de grutto. Van de interessante lijst minder voorkomende soorten redde alleen 1 grauwe gans het niet om haar legsel uit
44
’12
te broeden. De wulpen hadden minder geluk. Het aantal gevonden legsels ging van 4 naar 8, maar omdat 3 legsels niet uitkwamen is de kans groot dat het niet om meer broedparen ging. Legsels werden beschermd bij maar liefst 96 landbouwkundige bewerkingen, wat door de vrijwilligers goed is bijgehouden. Hiermee laten zij zien dat nestbescherming op bouwland onontbeerlijk is. Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Canadese gans
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Grauwe gans
1
1
0
1
0.00
0
0
1
0
0
0
Grutto
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kievit
158
158
126
32
79.75
8
0
8
7
0
9
Knobbelzwaan
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kuifeend
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Meerkoet
2
2
2
0
100.00
0
0
0
0
0
0 0
Rietgors
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
Scholekster
10
10
10
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wulp
8
8
5
3
62.50
2
0
0
1
0
0
Totaal
184
184
148
36
80.43
10
0
9
8
0
9
NB49 ˘ Alphen-Chaam-Gilze: graspieper en veldleeuwerik terug op de lijst Helaas liep het aantal broedparen ook dit jaar terug in het werkgebied van de “denktank” van weidevogelbeschermend Brabant: de zussen Maaike Riemslag en Annet Claessen en hun groep. Vele goede ideeën waar nog veel meer weidevogels zeer mee geholpen zijn, ontstonden hier de afgelopen jaren. Dat maakt het des te meer frustrerend dat het niet lekker gaat met de weidevogels in dit gebied, waar in 2006 nog ruim 700 legsels werden gevonden. Met name het aantal kievitlegsels loopt gestaag terug, met zo’n 20% per jaar. Sommige zoekgebieden liepen compleet leeg, wat uiteraard demotiverend werkt voor de vrijwilligers. Vanwege noodweer werden dit jaar nogal wat (wulpen)legsels verlaten en was er veel sterfte onder kievitkuikens. Gelukkig liepen de totaalaantallen minder snel terug dan voorgaande jaren, en nam het aantal uitgekomen legsels van de kritische soorten zelfs aanzienlijk toe. Er werd een recordaantal van 21 wulpenlegsels gevonden. Dat mag toch een prima prestatie worden genoemd in een gebied wat vanwege de inrichting gevoeliger is voor predatie dan echt open weidevogelgebieden. Ook het totale uitkomstpercentage is met bijna 77% voor dit gebied uitstekend te noemen. En met graspieper en veldleeuwerik en een prachtige soort als slobeend terug op de lijst is een voorzichtig optimisme wel op zijn plaats. Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Graspieper
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Grutto
18
16
12
4
75.00
1
0
1
2
0
0
Kievit
149
132
103
29
78.03
8
0
5
2
0
14
Scholekster
21
14
9
5
64.29
3
0
1
0
0
1
Slobeend
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Tureluur
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Veldleeuwerik
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wulp
21
18
13
5
72.22
2
0
1
1
0
1
Totaal
213
184
141
43
76.63
14
0
8
5
0
16
terug naar Inhoudsopgave
>>>
45
Jaarverslag
NB50 ˘ VWG De Pailjaart: volgend jaar beter Door persoonlijke omstandigheden van coördinator Martien Pennings is er in dit gebied in Best helaas niet aan nestbescherming gedaan. Hopelijk kan de draad volgend jaar weer worden opgepakt.
gisch omdat de zoekgebieden aan elkaar grenzen en wulpen in het gebied soms zelfs al over de grens gingen. Ook Huub willen we bedanken voor zijn inzet, en we hopen hem nog vaak in het veld tegen te komen.
NB51 ˘ VWG Haaren: weinig kieviten, leuke waarnemingen Het aantal gevonden legsels in en rond Haaren daalde dit jaar dramatisch: van 44 vorig jaar naar 16 dit jaar, waarvan er slechts 8 zijn uitgekomen. Daaronder waren wel 2 gruttonesten, die net als voorgaande jaren in een rustzone konden worden uitgebroed. Met zo weinig broedparen was er minder te doen in het gebied en probeerde de groep van coördinator Tiny Vermeer het leuk te houden met koffie en ijsjes. Tijdens een observatieronde stuitten ze op een aantal zandbergjes op een perceel. Op elk bergje stond een kievit te waken. Eronder werden tot groot plezier de kuikens waargenomen, die daar hun kostje bij elkaar scharrelden. Volhardendheid loont bij observeren! NB52 ˘ ANV Drimmelen: toename door samenvoeging Omdat het werkgebied van de loopgroep Made geheel in het collectief beheergebied van de ANV Drimmelen ligt, lag een samenvoeging voor de hand. Vanwege de toevoeging van deze loopgroep, die eerder onderdeel was van weidevogelgroep Raamsdonk, zijn de aantallen gevonden en uitgekomen legsels van de groep ANV Drimmelen aanzienlijk toegenomen. Werden vorig jaar nog 13 kieviten- en 2 scholeksterlegsels gevonden, in 2012 konden 60 legsels worden genoteerd, verdeeld over 5 soorten! Het uitkomstpercentage van 95% is uitstekend te noemen, maar omdat van maar 40 van de 60 gevonden legsels het resultaat bekend is, is er mogelijk sprake van een vertekend beeld. De groep is nog in ontwikkeling en zal hier hopelijk de komende jaren wat meer aandacht aan besteden. De kwaliteit van het nestbeschermingswerk kan immers het best worden bepaald aan de hand van het uitkomstpercentage. Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Grutto
3
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Kievit
48
31
29
2
93.55
0
0
0
2
0
0
Krakeend
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Scholekster
7
7
7
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Wilde eend
1
0
0
0
0.00
0
0
0
0
0
0
Totaal
60
40
38
2
95.00
0
0
0
2
0
0
NB54 ˘ WVG Boerdonk: terugloop door diverse oorzaken Het aantal gevonden legsels van deze groep is helaas bijna gehalveerd ten opzichte van 2011. Zoals bij veel groepen waren er minder broedparen van kievit en scholekster. Mogelijk wordt de afname voor een deel veroorzaakt doordat Toon Kanters helaas om gezondheidsredenen heeft moeten afhaken. Toon was jarenlang zeer actief en bedreven bezig met weidevogelbescherming. Het feit dat hij alle boeren binnen het gebied kent, maakte de contacten tussen boeren en vrijwilligers gemakkelijker, waardoor er veel rustzones kon worden afgesloten. Daarom… Toon bedankt! We hopen dat je nog vaak en met veel plezier de weidevogels zult observeren die mede dankzij jou in en rond Boerdonk de weides verlevendigen. In 2012 ging geen enkele van de gevonden legsels verloren door bewerkingen, een teken dat de rest van de groep het beschermingswerk op een gedegen manier voortzet! Omdat ook Huub van Hees na vele jaren coördinatorschap heeft aangegeven zich meer te willen richten op het veldwerk, heeft de groep besloten zich voor de start- en evaluatieavonden aan te sluiten bij buurgroep Laarbeek. Niet onlo-
46
’12
Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Kievit
77
67
46
21
68.66
18
0
0
0
0
3
Scholekster
2
2
1
1
50.00
0
0
0
0
0
1
Wulp
9
7
5
2
71.43
1
0
0
0
0
1
Totaal
88
76
52
24
68.42
19
0
0
0
0
5
NB55 ˘ Weidevogelgroep Deurne: redelijk stabiel Het aantal uitgekomen legsels is in Deurne steeds redelijk stabiel en het uitkomstpercentage is met 79% ook dit jaar hoog. Helaas kwam er in 2012 maar één grutto tot broeden, op een akker. Dat bleek geen goede keuze, want daar is meer kans op predatie. Dat gebeurde ook, net zoals bij 4 kieviten. 29 kieviten en een scholekster waren wel succesvol. De groep hield nauwkeurig bij wat er met de nesten gebeurde, zodat vaststaat dat 29 keer om een gemarkeerd nest heen is gewerkt. Zonder de actie van boeren en vrijwilligers binnen de groep zou er dus waarschijnlijk weinig over zijn gebleven van de legsels. Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Grutto
1
1
0
1
0.00
1
0
0
0
0
0
Kievit
36
36
29
7
80.56
4
0
1
0
0
2
Scholekster
1
1
1
0
100.00
0
0
0
0
0
0
Totaal
38
38
30
8
78.95
5
0
1
0
0
2
NB56 ˘ WVG Weimeren: iets meer kuikens uit het ei Na een flinke daling in 2011 kwamen er in 2012 gelukkig weer iets meer legsels uit in het zoekgebied van de vrijwilligers uit Weimeren. De 2 overgebleven grutto’s broedden succesvol, net zoals 16 van de 22 kieviten en 4 van de 6 scholeksters. Van 2 kieviten en 2 scholeksters bleef het resultaat onbekend wat het uitkomstpercentage brengt op een prima 85%. Hopelijk zet deze stijgende lijn zich de komende jaren weer voort. NB57 ˘ WVG Asten: stabiel dankzij uitbreiding Asten is zo’n groep waar het aantal gevonden legsels redelijk stabiel is, al is dat mede te danken aan de 4 nieuwe boeren die de groep bij haar beschermingswerk heeft weten te betrekken . Dit jaar werden er 30 legsels gevonden: 3 grutto- (nieuw!), 21 kievit- (-5) en maar liefst 6 wulpenlegels (+3). Slechts één kievitlegsel ging verloren door predatie, en van 1 grutto was het resultaat onbekend, wat een uitkomstpercentage van ruim 96% opleverde! De vogels hadden hier dan ook weinig te vrezen van werkzaamheden, want de kieviten op gras waren vroeg. Ze waren dus al weg ruim voor het maaien, terwijl de kieviten op de akkers laat waren, en pas na de werkzaamheden actief waren. De groep heeft veel jonge kieviten en wulpen geobserveerd: een belofte voor de komende jaren.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
47
Jaarverslag
’12
Bijlagen Bijlage 1 ˘ C oördinatie en ondersteuning
vervolg bijlage 2 ˘ Contactgegevens weidevogelgroepen
Naam
Functie
Telefoon
Jochem Sloothaak
Provinciaal coördinator Coördinatiepunt LB
06 308 539 96
Arjen Stoop
Veldmedewerker Coördinatiepunt LB West
06 105 217 70
Karel Voets
Veldmedewerker Coördinatiepunt LB Midden
06 523 188 37
Marco Renes
Veldmedewerker Coördinatiepunt LB Oost
06 523 188 41
Willem Veenhuizen
Veldbegeleiding West
06 106 904 77
Anja Popelier
Veldbegeleiding Midden
06 105 909 68
Marco Renes
Veldbegeleiding Oost
06 523 188 41
Bijlage 2 ˘ Contactgegevens weidevogelgroepen West-Brabant
Groepsnummer
Contactpersoon
Natuurbeschermings vereniging Altenatuur
NB09
Len Bruining
[email protected]
0416 39 23 73
Van Gendtstraat 14a
4271 AM
Dussen
Natuur- en Milieuvereniging Teteringen
NB11
Gonnie Werner
[email protected]
076 58 12 734
Kouterstraat 12
4847 EV
Teteringen
Natuurwerkgroep Gemeente Rucphen
NB12
Jan Kiewit
[email protected]
076 50 33 630
Moeskes 1
4871 AE
Etten-Leur
Vogel- en Natuurwerkgroep Zundert
NB16
Marcel van Nijnatten
[email protected]
076 59 75 260
W. Pastoorstraat 16
4881 BR
Zundert
WBE Baarle-Nassau
NB18
Geert Adams
geen email
013 51 99 255
Bartelbaan 2a
5113 TB
Ulicoten
WBG Raamsdonk
Telefoon
Straat
Postcode
Plaats
NB25
- loopgroep Slagenland
NB25
P. Kuijsters
[email protected]
0162 51 30 10
Heemraadsingel 1
4944 VC
Raamsdonk
- loopgroep Made
NB25
Theo Nuyten
[email protected]
0162 68 39 83
Nieuwelaan 27
4921 ZE
Made
- loopgroep Zomerdijk
NB25
Jan van Haperen
[email protected]
0162 51 39 18
Julianalaan 63
4941 JB
Raamsdonksveer
- loopgroep Overdiep
NB25
Frans Van Der Wijst
[email protected]
0162 45 66 10
A. Bloemaerthoek 6
4907 RD
Oosterhout
WBG Vliegbasis Gilze Rijen
NB32
Andries Pen
[email protected]
0161 29 60 96
Postbus 49
5120 AA
Rijen
IVN Etten-Leur
NB38
Piet Westerhof
[email protected]
0165 32 26 24
Watergraaflaan 64
4731 WM
Oudenbosch
WBG Waalwijk
NB47
Harry Keijzer
[email protected]
0416 33 51 56
Jan Steenstraat 30
5143 GR
Waalwijk
WVG Alphen - Chaam - Gilze
NB49
Maaike Riemslag
[email protected]
0161 45 28 94
Langereit 13
5126 NG
Gilze
ANV Drimmelen
NB52
Niels Mureau
[email protected]
0162 68 11 40
Scheerbiesstraat 6
4845 PL
Wagenberg
WVG Weimeren (Westbrabantse VWG)
NB56
Evelien Eversdijk
[email protected]
06 539 302 13
Agaatstraat 40
4817 HJ
Breda
Midden-Brabant
48
E-mail
E-mail
Telefoon
Straat
Postcode
Plaats
Oost-Brabant
Groepsnummer
Contactpersoon
E-mail
Telefoon
Straat
Postcode
Plaats
IVN Cranendonck (De Kneuter)
NB03
Piet van de Eijnde
[email protected]
0495 59 32 42
Margrietstraat 10
6026 VE
Maarheeze
IVN De Groene Overlaat
NB04
Maarten Hermens
[email protected]
0485 32 14 40
Molenstraat 33
5431 BW
Cuijk
Stichting Laarbeeks Landschap
NB14
Willy van de Ven
[email protected]
0499 42 26 74
De Schop 30
5737 JM
Lieshout
Stichting Landschap BakelGemert
NB15
Paul Kweens
[email protected]
0492 36 64 72
Macropediusplantsoen 24
5421 RW
Gemert
VWB Boekel-Venhorst
NB20
Harrie Tielemans
[email protected]
0492 32 23 09
Berkhoek 2
5427 ES
Boekel
WBG Gastel
NB21
Toon Peerlings
geen email
0495 49 46 92
Heikant 6
6028 RC
Gastel
WVG Lith
NB23
Clemens Theunisse
[email protected]
0412 48 23 06
Molenweg 12
5396 NA
Lithoijen
WVB Maasdonk
NB24
Gerard Gerrits
[email protected]
073 53 24 691
Elzendreef 28
5386 GF
Geffen
WVG Ravenstein
NB26
Pierre de Kleijn
[email protected]
0486 41 39 67
St. Wilbertstraat 24
5371 KR
Demen
WVG Rietgros
NB28
Henk van Grunsven
[email protected]
0412 40 21 57
St. Willibrordusstraat 9
5351 ED
Berghem
WVG Stijbeemden
NB31
Henk van Grunsven
[email protected]
0412 40 21 57
St. Willibrordusstraat 9
5351 ED
Berghem
WBG St. Anthonis
NB44
Hans Stiphout
[email protected]
0485 38 28 95
Randweg 15
5845 CX
St. Anthonis
WVG Boerdonk
NB54
Huub van Hees
[email protected]
0413 21 16 49
Oudestraat 15
5469 KE
Keldonk
WVG Deurne (VWG De Kulert)
NB55
Bert Joppe
[email protected]
0493 31 57 00
Huispad 4
5756 AE
Vlierden
WVG Asten
NB57
Herman Winkelmolen
[email protected]
0493 69 83 32
Vlinkert 67
5725 AJ
Heusden
Bijlage 3 ˘ Overzicht resultaten Brabant 2012 Soort
Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Pred.
Bew.
Werk.
Verl.
Ov.
Onb.
Canadese gans
6
6
6
0
100,0
0
0
0
0
0
0
Fazant
7
7
7
0
100,0
0
0
0
0
0
0
Geelgors
6
6
6
0
100,0
0
0
0
0
0
0
24
21
17
4
81,0
0
0
1
0
0
3
Graspieper
5
2
1
1
50,0
1
0
0
0
0
0
Grauwe gans
2
2
1
1
50,0
0
0
1
0
0
0
170
143
123
20
86,0
9
0
6
4
0
1
2.663
2.528
1.902
626
75,2
302
8
114
91
5
95
Kleine plevier
7
7
6
1
85,7
0
0
0
1
0
0
Kluut
2
2
0
2
0,0
0
0
0
0
0
2
Knobbelzwaan
2
2
2
0
100,0
0
0
0
0
0
0
Kokmeeuw
1
1
0
1
0,0
0
0
0
1
0
0
Krakeend
4
3
3
0
100,0
0
0
0
0
0
0
Kuifeend
2
2
2
0
100,0
0
0
0
0
0
0
Gele kwikstaart
Grutto Kievit
Groepsnummer
Contactpersoon
Natuurgroep Gestel
NB10
Ben Diekstra
[email protected]
073 551 41 09
Seringenlaan 33
5271 JB
St. Michielsgestel
Kwartel
13
7
7
0
100,0
0
0
0
0
0
0
Natuurgroep Gestel
NB10
Miriam Alders
[email protected]
073 50 35 778
De Toger 7
5258 MP
Berlicum
Meerkoet
11
11
11
0
100,0
0
0
0
0
0
0
WVG Schijndel e.o.
NB13
Wil Hettema
[email protected]
073 547 67 11
Piet Heinstraat 20
5481 GR
Schijndel
Nijlgans
1
1
1
0
100,0
0
0
0
0
0
0
Vogelwacht Paaldijk
NB17
Jac Seijkens
[email protected]
040 206 19 24
Halvenne 24
5595 HG
Leende
Patrijs
13
13
11
2
84,6
1
0
0
0
0
1
WBG Reusel – De Mierden
NB27
Piet Peijs
[email protected]
0497 64 33 17
Horselaar 10
5541 GB
Reusel
Rietgors
2
2
2
0
100,0
0
0
0
0
0
0
WVG Rooi
NB29
Wil Foolen
[email protected]
0413 47 56 02
Heistraat 17a
5491 BA
Sint-Oedenrode
Roodb.tapuit
32
32
28
4
87,5
0
0
0
0
0
4
WVG St. Oedenrode
NB30
Bert de Koning
[email protected]
0413 473093
Corridor 4a
5492 HB
Sint-Oedenrode
Scholekster
253
236
182
54
77,1
25
0
8
5
1
12
Vliegbasis Eindhoven
NB33
Martin Vink
[email protected]
040 28 96 468
Postbus 90102-MPC87A 5600 RA
Eindhoven
Slobeend
3
3
3
0
100,0
0
0
0
0
0
0
WBG Waalre
NB35
Gerbrand Rinzema
[email protected]
040 21 15 233
Hippocrateslaan 13
5644 DV
Eindhoven
Tureluur
17
15
14
1
93,3
1
0
0
0
0
0
WWB Esbeek
NB37
Frank Hafkemeijer
[email protected]
013 51 69 436
Tuldensedijk 6
5085 NB
Esbeek
Veldleeuwerik
8
5
5
0
100,0
0
0
0
0
0
0
WWB Zuidoost-Brabant
NB39
Henk Lepelaars
[email protected]
0497 51 29 95
Molenpad 14
5524 BD
Steensel
Waterhoen
1
1
1
0
100,0
0
0
0
0
0
0
WNM Hilvarenbeek e.o.
NB41
Rien van Hoesel
[email protected]
013 50 52 328
Bloemenstraat 18
5081 CS
Hilvarenbeek
Wilde eend
31
30
25
5
83,3
3
0
1
1
0
0
WWB Valkenswaard
NB42
Rien Swinkels
[email protected]
046 22 62 857
Buitenhof 9
5591 CV
Heeze
Witte kwikstaart
1
1
1
0
100,0
0
0
0
0
0
0
WVG Duinboeren Cromvoirt
NB45
Rini van den Boer
[email protected]
073 65 69 414
Beatrixlaan 24
5261 VE
Vught
Wulp
161
144
105
39
72,9
24
0
5
7
0
3
WVG Pailjaart (Best)
NB50
Martien Pennings
[email protected]
0499 37 29 08
Piet Heinshof 26
5684 SP
Best
Zomertaling
1
1
1
0
100,0
0
0
0
0
0
0
WVB Haaren
NB51
Tiny Vermeer
[email protected]
0411 62 18 42
Hoge Raam 5
5268 KK
Helvoirt
Totaal
3.449
3.234
2.473
761
76,5
366
8
136
110
6
121
terug naar Inhoudsopgave
>>>
49
Bijlage 4 ˘ Beschermingsactiviteit per soort 2012 Soort
aanaarden
bemesten
gewasbescherming beweiden
Canadese gans
maaien
overige activiteiten
ploegen/eggen
rollen/ slepen
zaaien/poten
Totaal 1
1
Fazant Gele kwikstaart
1
Grutto Kievit
1
10 26
397
179
4
3
1 46
2
34
77
58 359
9
192
1277
1
2
Knobbelzwaan Krakeend
1
Kwartel
1
Colofon Samenstelling en eindredactie
1
A. Popelier & J. Sloothaak
2
Foto’s
Meerkoet Nijlgans Patrijs Scholekster
2 1
15
25
1
3
Tureluur
1
Wilde eend
1
Wulp Totaal
27
9
3
432
207
6
10
25
19
99 1
M. Renes, J. Sloothaak, J. Wolfs
3
2
46
2
4
137
93
388
64 9
212
1511
Ontwerp & opmaak
Linda van Eijndhoven, Hans van Loon x-hoogte, Tilburg
Bijlage 5 ˘ Uitkomstpercentage en verliesoorzaken per beschermingsactiviteit 2012 Totaal
Bekend
Uit
Niet uit
% uit
Predatie
Beweiding
Werkzaamheden
Drukwerk
Verlaten
Overig
Drukkerij Gianotten
Onbekend
AA: Bij aanaarden
27
27
26
1
96.30
0
0
0
0
0
1
BM: Bij bemesten
437
411
311
100
75.67
59
3
11
21
0
6
GB: Bij gewasbescherming
213
206
178
28
86.41
18
0
0
5
0
5
Uitgave
7
6
5
1
83.33
0
0
0
1
0
0
OM: Bij maaien
146
115
94
21
81.74
15
0
1
3
0
2
Stichting Het Noordbrabants Landschap
OV: Bij ov. activiteiten
101
95
76
19
80.00
7
0
0
5
0
7
PE: Bij ploegen/eggen
390
371
263
108
70.89
41
0
27
23
1
16
RS: Bij rollen/slepen
9
9
5
4
55.56
3
0
0
0
0
1
NB: Bij beweiden
ZP: Bij zaaien of poten Totaal
214
211
163
48
77.25
30
0
5
13
0
0
1544
1451
1121
330
77.26
173
3
44
71
1
38
Postbus 80, 5076 ZH Haaren Telefoon: 0411 66 40 10 E-mail:
[email protected] Internet: www.brabantslandschap.nl Februari 2013
50
A d r es
Postbus 80, 5076 ZH Haaren Telefoon: 0411 66 40 10 Website: www.brabantslandschap.nl E-mail:
[email protected] B E Z O E K A d r es
Kasteelboerderij van Nemelaer Kasteellaan 4 in Haaren