Vrijetijdsmonitor 2010 deelname aan sport, cultuur en recreatie in Amersfoort
Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Onderzoek en Statistiek Ben van de Burgwal
Uitgave en rapportage in opdracht van afdeling Cultuur, Toerisme en Sport: Onderzoek en Statistiek, gemeente Amersfoort. Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort. Bezoekadres: Stadhuisplein 1, kamer 2.07 Telefoon (033) 469 4651 E-mail:
[email protected] maart 2011
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3 Samenvatting........................................................................................................................................... 5 1.
2.
3.
4.
Inleiding ........................................................................................................................................... 7 1.1
Kader en achtergrond.............................................................................................................. 7
1.2
Opzet van het onderzoek ........................................................................................................ 7
1.3
Leeswijzer ................................................................................................................................ 8
Sport ................................................................................................................................................ 9 2.1
Inleiding ................................................................................................................................... 9
2.2
Trends in sportbeoefening .................................................................................................... 10
2.3
Trends in beoefende sporten ................................................................................................ 12
2.4
Plaats en accommodatie van sportbeoefening ..................................................................... 15
2.5
Gebruik en beoordeling van de accommodaties .................................................................. 17
2.6
Uitgaven voor sport ............................................................................................................... 19
2.7
Motivatie om al of niet aan sport te doen ............................................................................ 20
2.8
Tevredenheid over het sportaanbod .................................................................................... 22
2.9
Toekomstperspectief sport in Amersfoort ............................................................................ 24
Openlucht recreatie....................................................................................................................... 27 3.1
Inleiding ................................................................................................................................. 27
3.2
Bezoek aan de recreatiegebieden in de openlucht ............................................................... 27
3.3
Activiteiten in de recreatiegebieden ..................................................................................... 30
3.4
Toekomstperspectief openluchtrecreatie in Amersfoort ..................................................... 32
3.5
Waterrecreatie in en om Amersfoort.................................................................................... 33
3.6
Toekomstige behoefte aan waterrecreatie........................................................................... 34
3.7
Wensen op het gebied van openlucht recreatie ................................................................... 34
3.8
Wensen en suggesties per recreatiegebied .......................................................................... 36
Evenementen en activiteiten ........................................................................................................ 39 4.1
Inleiding ................................................................................................................................. 39
4.2
Bezoek aan en bekendheid van doorlopende activiteiten .................................................... 39
4.3
Bekendheid en bezoek aan jaarlijkse evenementen ............................................................. 41
4.4
Waardering van de evenementen ......................................................................................... 43
Vrijetijdsmonitor 2010
3
4.5 5.
6.
Tevredenheid over de evenementen .................................................................................... 46
Kunst en cultuur ............................................................................................................................ 48 5.1
Inleiding ................................................................................................................................. 48
5.2
Amersfoorts cultuuraanbod vergeleken met andere steden................................................ 49
5.3
Bezoek aan bioscoop, theater of museum ............................................................................ 49
5.4
Geregistreerde bezoekersaantallen culturele instellingen ................................................... 51
5.5
Bekendheid en bezoek culturele instellingen ....................................................................... 52
5.6
Actieve deelname aan kunst en cultuur ................................................................................ 53
5.7
Cultuurparticipatie naar bevolkingskenmerken .................................................................... 55
5.8
Belemmeringen om aan kunst en cultuur te doen ............................................................... 56
5.9
Informatiekanalen ................................................................................................................. 57
5.10
Economische effecten van culturele uitstapjes..................................................................... 58
5.11
Tevredenheid over het aanbod van kunst en cultuur in Amersfoort.................................... 59
Vrijwilligerswerk ............................................................................................................................ 61 6.1
Inleiding ................................................................................................................................. 61
6.2
Amersfoortse trends ............................................................................................................. 61
6.3
Profiel van de vrijwilliger ....................................................................................................... 62
6.4
Aard van het werk ................................................................................................................. 62
Bijlage 1
Vragenlijst met scores ....................................................................................................... 65
Bijlage 2
Kengetallen voor de begroting .......................................................................................... 78
4
Vrijetijdsmonitor 2010
Samenvatting In oktober en november 2010 hebben 1500 Amersfoorters van 18 jaar en ouder meegewerkt aan een onderzoek over vrijetijdsbesteding. Er zijn hierin onder meer vragen gesteld of sportbeoefening, vrijwilligerswerk, bezoek aan parken, groengebieden, evenementen en andere culturele activiteiten. Ook is gevraagd naar meningen over het lokale aanbod aan sport(accommodaties), openlucht recreatie en cultuur. Het onderzoek is gedaan in opdracht van de afdeling Cultuur, Toerisme en Sport (CTS) van de gemeente Amersfoort en vormt grotendeels een herhaling van de Vrijetijdsmonitor van 2003 en 2006. Meer individuele sport en fitness Amersfoorters zijn naar landelijke maatstaven gerekend redelijk sportief. Driekwart van de volwassen Amersfoorters heeft in 2010 aan sport gedaan. Het aandeel sporters groeit nog enigszins in de afgelopen jaren. Vrouwen en allochtonen sporten minder dan gemiddeld, maar zij zijn bezig met een inhaalslag. Dat geldt ook voor bewoners van de aandachtswijken. Verder zijn Amersfoorters in de leeftijd van 45 tot 65 meer gaan sporten. Er is sprake van een verdere individualisering en informalisering van de sport. Vooral de individuele sporten als hardlopen en fitness-kracht worden populairder. De informalisering blijkt uit de daling van zaal- en verenigingssporten en een groei van kleine groepjes mensen die bijvoorbeeld met elkaar gaan hardlopen. Amersfoorters zijn sinds 2006 vaker lid van een sportschool of fitnessclub. De individualisering van de sport is ook zichtbaar in de motieven om aan sport te doen. In 2010 sport men vaker om een goede gezondheid te krijgen of te behouden. Sociale contacten en competitie zijn minder belangrijk geworden als reden om te sporten. Eén op de tien kritisch over het sportaanbod Amersfoorters zijn over het algemeen tevreden over het lokale aanbod aan sport(voorzieningen) en de kwaliteit van de sportaccommodaties. Sinds 2006 vindt men vooral dat de kwaliteit van de zwembaden en in het bijzonder het Sportfondsenbad is verslechterd en die van de sportterreinen in de openlucht zijn verbeterd. Eén op de tien Amersfoorters is niet (zo) tevreden over het lokale aanbod aan sport(faciliteiten). Men heeft het dan vooral over wat men mist, zoals een ijsbaan, een overdekte tennisbaan of een zwembad in de buurt. Soms heeft men kritiek op de kosten van sport of over de bestaande wachtlijsten. Recreatiegebieden in en rond Amersfoort intensief bezocht Het stadspark Schothorst, het bosgebied in Amersfoort-Zuid en de bossen en heidevelden ten zuiden en westen van Amersfoort worden het meest gebruikt voor (dag)recreatie. Hoogland-West en de Eempolder lijken als recreatiegebieden voor Amersfoorters de belangrijkste groeiers. Behoefte aan een zwembad of strandje Amersfoorters zijn in het algemeen bijzonder tevreden met de recreatiemogelijkheden in en rond de stad en als men voor enkele uren wil recreëren, dan blijft men vaker in de eigen omgeving dan in 2006. Toch is men in 2010 iets kritischer over het aanbod. Met name op het gebied van de waterrecreatie zou de aanleg van een nieuw zwembad of strandje in een behoefte voorzien. Bij het verbeteren van de bestaande recreatiegebieden wil men vooral aandacht voor veiligheid en netheid en opteert men voor meer faciliteiten voor wandelaars en fietsers. Vrijetijdsmonitor 2010
5
Grotere tevredenheid over evenementen Amersfoort telt een groot aantal jaarlijkse of doorlopende evenementen en activiteiten in de openlucht. Van de doorlopende activititeiten worden de rondvaarten van Waterlijn het meest bezocht. Van de jaarlijkse evenementen trekken Dias Latinos en het Jazzfestival de meeste bezoekers. Vooral de Eemlijn, het Jazzfestival en Torenpop trekken meer bezoekers dan in 2006. Driekwart van de Amersfoorters is (zeer) tevreden over het aanbod aan evenementen en openlucht activiteiten in de stad. Dat was in 2006 72%. Men roemt vooral het grote aanbod en de variatie aan evenementen. De gemiddelde waardering van de evenementen en activiteiten stijgt van een 7,4 naar een 7,6. Het dorpsfeest en de carnavalsoptocht in Hoogland, Dias Latinos en Waterlijn oogsten de meeste waardering: gemiddeld een 8. Als men kritisch is over het aanbod dan vindt men het teveel, te druk of niet tijdig bekend gemaakt. Meer naar theater en museum, minder naar bibliotheek en bioscoop, Amersfoorters gaan sinds 2006, mede dankzij de nieuwe kunsthal KadE, vaker naar het museum. Ook het poppodium De Kelder, het filmhuis en de theaters lijken meer in trek, hoewel de Flint voor 2010 een daling in het aantal bezoekers registreerde. Voor een avondje bioscoop, toneel- of cabaretvoorstelling blijft men meestal in Amersfoort. Muziekoptredens bezoekt men vaker buiten de stad, maar voor een dance of houseparty blijft men sinds 2006 vaker in Amersfoort. Amersfoorters gaan sinds 2006 minder vaak naar de bioscoop in de eigen stad. Ook de openbare bibliotheek ziet het aantal bezoekers iets teruglopen. Cultuurdeelname vooral bepaald door opleiding De cultuurdeelname hangt vooral samen met het opleidingsniveau. Dat verklaart ten dele ook de lagere cultuurdeelname onder ouderen, allochtonen en bewoners in de aandachtswijken. Gebrek aan interesse is de belangrijkste reden om niet aan cultuur te doen. Daarnaast geeft men vooral tijdgebrek en de hoge kosten op als reden om niet of niet vaker cultuur ‘op te snuiven’ buiten de deur. Informatie op papier blijft belangrijk Hoewel men zich steeds meer op de website laat informeren over wat er in het Amersfoortse uitgaansleven te doen is, halen de meeste Amersfoorters hun informatie nog steeds vooral uit de gratis huis-aan-huisbladen en de programmaboekjes van de organisaties zelf. De lokale radio en tv en sociale media (Twitter en dergelijke) spelen hierbij nauwelijks een rol van betekenis. Economische effecten van evenementen en cultuurbezoek Evenementen en voorstellingen leiden niet alleen tot een levendige stad, ze leveren ook een economische bijdrage aan de stad. Vooral bezoekers van een evenement in de binnenstad combineren dit uitstapje vaak met winkelen of een bezoek aan de lokale horeca. Bezoekers van een bioscoop of theater doen dit veel minder vaak. Tevreden over het cultuuraanbod, maar het kan altijd beter Het merendeel van de cultuurgeïnteresseerde Amersfoorters (65%) is tevreden over het aanbod aan kunst en cultuur in deze stad. In 2006 was dit nog 61%. Slechts 6% is niet (zo) tevreden. Men prijst vooral de variatie in het aanbod. Incidenteel heeft men kritiek op de accommodatie, de berichtgeving, de reserveringsmogelijkheden of op het feit dat men bepaalde typen voorstellingen te weinig terugziet in Amersfoort. Aantal vrijwilligers blijft groeien Eén op de drie Amersfoorters, ofwel zo’n 34.000 volwassen inwoners, is actief als vrijwilliger. Daarmee is het aandeel vrijwilligers in de afgelopen 12 jaar flink gestegen: van 21% in 1998 naar 33% in 2010. De helft van de vrijwilligers is actief op het gebied van sport of werkt voor een religieuze organisatie. 6
Vrijetijdsmonitor 2010
1. 1.1
Inleiding
Kader en achtergrond
Amersfoort wil een stad zijn waar bewoners en bezoekers hun vrije tijd op een plezierige en gevarieerde wijze kunnen doorbrengen. De gemeente heeft in haar beleid ten aanzien van sport, cultuur, toerisme en recreatie doelstellingen geformuleerd die zijn beschreven in diverse beleidsnota’s. Om dit beleid te kunnen toetsen en desgewenst bij te sturen hebben de afdeling Cultuur, Toerisme en Sport (CTS), de afdeling Ruimtelijk Beleid en Ontwerp periodiek behoefte aan monitoring onder de Amersfoortse bevolking. Om die reden is Onderzoek & Statistiek (O&S) gevraagd om een Vrijetijdsmonitor uit te voeren. Deze is in het najaar van 2010 gehouden. Voor een deel gaat het om een herhaling van de Vrijetijdsmonitor uit 2003 en 2006.
1.2
Opzet van het onderzoek
De Vrijetijdsmonitor vormt een onderdeel van de Stadspeiling die de gemeente elk jaar organiseert onder de inwoners van Amersfoort. De Stadspeiling 2010 bestond uit in totaal zes vragenblokken. Vier daarvan; sport, openluchtrecreatie, evenementen en kunst en cultuur zijn beschreven in dit rapport. Combinatie van schriftelijk en internet De Stadspeiling is gehouden van medio oktober tot eind november van 2010 onder 3.000 Amersfoorters van 18 tot en met 84 jaar, met uitsluiting van de bevolking in instellingen en tehuizen. Daarvoor is een aselecte steekproef getrokken uit de gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens (GBA). Deze Amersfoorters hebben een brief in de bus ontvangen, met een wachtwoord. Met dit wachtwoord kon men de vragenlijst op internet invullen. Degenen die niet gebruik maakten van deze mogelijkheid, kregen na ongeveer twee weken een papieren vragenlijst in de bus met een antwoordenvelop. Na weer ruim een week is nog een tweede rappel gestuurd. Deze wijze van enquêteren leverde een respons op van 50% (1495 ingevulde vragenlijsten). Weging van de resultaten De respons bleek enigszins vertekend, in die zin dat gezinnen met kinderen, eigenaar-bewoners en vrouwen iets waren oververtegenwoordigd en dat alleenstaanden, jongeren en allochtonen waren ondervertegenwoordigd. Die scheve verhouding is min of meer rechtgetrokken door de respons te wegen naar bewonerskenmerken (geslacht, leeftijd, huishoudentype, etniciteit en opleidingsniveau) en naar de wijk waar men woont. De gewogen uitkomsten zijn vervolgens opgehoogd naar populatieaantallen. Daarmee zijn de resultaten representatief voor de populatie, dat wil zeggen dat ze een vrij getrouwe afspiegeling vormen van de kenmerken, gedrag en meningen van de Amersfoortse bevolking. De weging is gedaan naar personen, dat wil zeggen dat de uitkomsten betrekking hebben op het totaal van circa 104.000 volwassen Amersfoorters.
Vrijetijdsmonitor 2010
7
Betrouwbaarheid en significantie Aangezien het onderzoek is gebaseerd op een steekproef, moet rekening gehouden worden met statistische marges. Deze marges zijn afhankelijk van de grootte van de netto respons en het betrouwbaarheidsniveau. Bij de analyse is vooral gekeken of de uitkomsten significant verschillen met die van 2006. In dit rapport beschrijven we alleen de significante resultaten op basis van een betrouwbaarheidsniveau van 95%. Dat wil zeggen dat de kans dat de gevonden afwijking op toeval berust kleiner is dan 5%.
1.3
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 beschrijven we de ontwikkelingen in sportbeoefening sinds 2006, de motieven om aan sport te doen en het gebruik van en de meningen over lokale sportaccommodaties. Ook wordt een vooruitblik geboden van de sportbehoefte op basis van de bevolkingsprognose. Hoofdstuk 3 beschrijft de trends in het bezoek aan de recreatiegebieden in de openlucht in en om Amersfoort en in het bijzonder de waterrecreatie. Verder gaat het hoofdstuk in op de wensen die men heeft op het gebied van de (water)recreatie. Hierbij is ook aandacht voor twee recente studies van de provincie, waarin de behoefte aan (water)recreatie in 2030 is berekend. Het bezoek en de waardering van de lokale evenementen komen in hoofdstuk 4 aan bod. Hoofdstuk 5 beschrijft de trends in de actieve en passieve cultuurdeelname, zoals het bezoek aan theaters, bioscopen en tentoonstellingen in en buiten Amersfoort. Verder gaat het in op de wijze waarop Amersfoorters zich laten informeren over de culturele agenda en op de economische effecten van cultuurbezoek. In hoofdstuk 6 is beschreven welke trends zich voordoen op het gebied van vrijwilligerswerk. Afsluitend is een bijlage opgenomen met de scores per vraag en een bijlage met de indicatoren die zijn opgenomen in de begroting.
8
Vrijetijdsmonitor 2010
2.
Sport
Driekwart van de volwassen Amersfoorters heeft in 2010 aan sport gedaan; daarmee groeit het aandeel sporters sinds 2006 nog licht. Vooral de individuele sporten als hardlopen en fitness-kracht worden populairder. Amersfoorters zijn vaker lid van een sportschool of fitnessclub. Vrouwen en allochtonen sporten minder, maar zij zijn bezig met een inhaalslag. Dat geldt ook voor bewoners van de aandachtswijken. Amersfoorters zijn over het algemeen tevreden over het lokale aanbod aan sport(voorzieningen) en de kwaliteit van de sportaccommodaties. Als men niet (zo) tevreden is (één op de tien inwoners) mist men bepaalde sporten of sportfaciliteiten, zoals een ijsbaan of zwembad in de buurt, men vindt het te duur, de kwaliteit is ondermaats of men klaagt over wachtlijsten.
2.1
Inleiding
In ‘de kracht van sport’, de kadernota voor het sportbeleid van 2008 tot en met 2015, is als missie opgenomen “Amersfoort wil een sportieve stad zijn waarin de kracht van sport in zijn meest brede betekenis wordt benut”. Het hoofddoel voor het sportbeleid is het sporten en bewegen voor alle bevolkingsgroepen te stimuleren. “Sport draagt niet alleen bij aan een betere gezondheid, maar speelt ook een rol in de bestrijding van overgewicht, bevordert persoonlijke ontplooiing en maatschappelijke activering en de integratie en emancipatie van kwetsbare groepen”. Het beleid is gericht op een sportvoorzieningenniveau dat aansluit bij de groei en de behoefte van de stad in het bijzonder gericht op jongeren en op groepen die vanuit sportief en/of maatschappelijk perspectief een achterstand hebben. Verder faciliteert de gemeente in het aanbod aan sportaccommodaties. Vanuit die rol heeft men behoefte aan inzicht in het gebruik, eventuele wachtlijsten en de waardering van de accommodaties. Om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen die op het terrein van sportbeoefening plaatsvinden heeft de afdeling CTS (Cultuur, Toerisme en Sport) gevraagd om een herhaling van vragen uit de Vrijetijdsmonitor van 2006. De centrale vragen in dit hoofdstuk zijn: 1. Wat is de sportdeelname onder Amersfoorters en specifiek onder bepaalde doelgroepen (ouderen, mensen in aandachtswijken) en welke ontwikkelingen hebben zich op dit punt voorgedaan sinds 2003 of 2006? En welke trends zijn te verwachten voor de komende tien jaar? 2. Wat zijn eventuele trends in Amersfoort qua populaire sporten? 3. Waar sport men, van welke sportvoorzieningen maken Amersfoorters gebruik en hoe waarderen zij deze? 4. Wat geeft men per jaar uit aan sport? 5. Wat zijn de motieven om wel of juist niet aan sport te doen? Momenteel vindt een herijking van de sportnota plaats, die duidelijk in het teken staat van de voorgenomen bezuinigingen die ook de sportsector niet ongemoeid zullen laten. De uitkomsten van dit onderzoek zullen worden gebruikt in deze herijking om nieuwe prioriteiten te kunnen stellen. Vrijetijdsmonitor 2010
9
2.2
Trends in sportbeoefening
Landelijke trends In Nederland doet ongeveer 69% van de volwassen bevolking aan sport. Daarmee groeit de sportdeelname nog steeds gestaag in de afgelopen decennia, ondanks de vergrijzing. De sportdeelname is vooral lager onder 65-plussers, lager opgeleiden en allochtonen, maar de verschillen werden in de periode 2003-2007 wel kleiner. Vooral ouderen zijn meer gaan sporten. Er is een daling zichtbaar van het lidmaatschap van sportverenigingen in deze periode. Daar staat tegenover dat met name de sportscholen en de ongeorganiseerde sport groeien. Vooral fitness, hardlopen en voetbal genieten een stijgende belangstelling.1 Definitie Onder sporters verstaan we in dit onderzoek de volwassen Amersfoorters (van 18 tot en met 84 jaar) die in de afgelopen 12 maanden minimaal een keer een sport hebben beoefend. Er is een grijs gebied tussen sporter en niet-sporter. De hier gehanteerde omschrijving, geleend van het Mulierinstituut voor sportonderzoek, is vrij ruim. Tot sporten zijn hier bijvoorbeeld ook de denksporten, dammen, schaken en bridge gerekend. Verder zijn bijvoorbeeld ook darten, toerfietsen, zwem- en wandelsport gerekend tot sport. 2 Behalve de sport zelf maakt ook de frequentie van sporten veel uit. Wil sport echt bijdragen aan de gezondheid dan volstaat een enkele keer per jaar niet. Het SCP pleit er daarom voor om iemand pas als sporter aan te merken als hij meerdere keren per week aan sport doet. In dit onderzoek onderscheiden we daarom de incidentele en intensieve sporters. In het laatste geval gaat het om mensen die meerdere keren per week aan sport doen. Sportieve stad Driekwart van de volwassen Amersfoorters heeft in het afgelopen jaar aan sport gedaan. Dit is een kleine, maar niet significante, toename sinds 2006, toen 73% in de afgelopen 12 maanden aan een of meer sporten heeft gedaan. Amersfoorters zijn naar Nederlandse maatstaven (66% sportte in 2007) dus redelijk sportief, hoewel de cijfers niet helemaal vergelijkbaar zijn. Tabel 1
Intensiteit van sporten totaal
man
vrouw
heeft niet gesport heeft wel gesport waarvan: intensief: (vrijwel) dagelijks een paar keer per week
25% 75%
21% 79%
28% 71%
7% 35%
7% 34%
7% 35%
incidenteel:
22% 5% 3% 3%
23% 7% 3% 5%
21% 4% 2% 2%
100%
100%
100%
ongeveer eens per week een paar keer per maand ongeveer eens per maand één of een paar keer per jaar
totaal Bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Onder de sporters zitten mensen die vrijwel dagelijks sporten en vaak aan meerdere sporten doen, maar ook mensen die een enkele keer hebben gesport. In dit onderzoek is de grens gelegd bij mensen die minimaal een paar keer per week aan sport doen, ‘de intensieve sporters’ en zij die minder aan sport doen, ‘de incidentele sporters’. Ongeveer 42% van de Amersfoorters kan gerekend worden tot de intensieve sporters en 33% tot de incidentele sporters (zie tabel 1).
1 2
Bron: Factsheet sportdeelname 2008, SCP; heeft minimaal 1 keer per jaar aan sport gedaan in de leeftijd van 18-79 jaar. Zie de lijst van sporten in bijlage 1, vraag 1.
10
Vrijetijdsmonitor 2010
Uit de tabel blijkt ook dat mannen meer aan sport doen dan vrouwen (79% om 71%). Maar het verschil zit ‘m vooral in de incidentele sporters: 38% van de mannen en 29% van de vrouwen sport incidenteel. Dus vrouwen sporten minder, maar als we naar de regelmatige sporters kijken dan sporten vrouwen net zo vaak als mannen. Profiel van de sporter Verschillen in de mate van sportbeoefening zijn er niet alleen naar geslacht. De verschillen worden vooral verklaard door leeftijd en opleidingsniveau. Van de mensen met een hogere opleiding (hbo of universiteit) doet 86% aan sport, terwijl slechts 62% van degenen met een opleiding op het niveau van lbo/mavo aan sport doen. Hoe ouder men wordt, des te minder doet men aan sport. Dit effect is pas echt zichtbaar vanaf 65 jaar. In de leeftijd van 65-74 jaar doet 58% nog aan sport en tussen 75 en 85 jaar is het nog maar de helft. Figuur 1
Sportbeoefening naar persoonskenmerken en stadsdeel totaal man vrouw 18-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75-84
lbo/mavo mbo/havo/vwo hbo/universiteit westers niet-westers student baan werkloos huishouding AOW/VUT WAO
2010 2006
aandachtswijk beheerwijk 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Verschillen in sportdeelname zijn er verder naar inkomensbron en etniciteit. Deels vloeien ze voort uit de eerder genoemde verschillen naar leeftijd en opleiding. Studenten hebben de hoogste sportdeelname, 90%, maar ook mensen met een betaalde baan doen significant vaker aan sport
Vrijetijdsmonitor 2010
11
(gemiddeld 80%) dan mensen die werkzaam zijn in de huishouding, werklozen en mensen die op een andere wijze zijn aangewezen op een uitkering. Daar ligt de sportdeelname rond de 60%. Trends in sportdeelname: inhaalslag voor vrouwen en allochtonen Zoals we eerder zagen, neemt de sportbeoefening licht toe in de afgelopen 4 jaar. Dit effect is niet overal even sterk. Vrouwen zijn bezig met een inhaalslag. Naar leeftijd zijn het vooral de Amersfoorters tussen 45 en 65 jaar die meer zijn gaan sporten. Boven de 65 is er vrijwel geen toename. Verder zijn vooral ook mensen met een niet-westerse achtergrond, Amersfoorters met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid en lager opgeleiden meer gaan sporten. Samenhang met demografische trend In de afgelopen jaren steeg het gemiddelde opleidingsniveau van Amersfoorters. Ook in de leeftijdsopbouw is een verschuiving zichtbaar. Het aandeel Amersfoorters in de leeftijd van 30 tot 45 jaar daalde in de afgelopen vier jaar (van 26,6% naar 24%). Tegelijkertijd steeg het aandeel inwoners in de leeftijd van 45 tot 70 jaar (van 26,4% naar 28,7%). Het aandeel 70-plussers bleef gelijk. Deze trends zijn ook van invloed op de deelname aan sport. Hoewel ouderen meer zijn gaan sporten, neemt hun aandeel in de bevolking toe, waardoor het effect op de sportdeelname per saldo gering blijft. Verschil tussen aandachtswijken en overige wijken slinkt In een aantal wijken blijft de sportdeelname achter bij de rest van de stad. Vooral in de vroegnaoorlogse wijken rond de binnenstad is dat het geval. In deze zogenaamde aandachtswijken3 wonen relatief veel lager opgeleiden, werklozen, 50-plussers en allochtonen; groepen die doorgaans al minder aan sport doen. Het verschil in sportdeelname is sinds 2006 veel kleiner geworden: in de aandachtswijken doet gemiddeld 71% aan sport (in 2006 nog 64%), terwijl dat in de beheerwijken 79% is (was 78%).
2.3
Trends in beoefende sporten
Minder zaalsport, meer individuele sport Een trend die tussen 2003 en 2006 zichtbaar was, is dat de belangstelling voor teamsporten afneemt terwijl men meer aandacht heeft voor individuele sporten. Deze trend lijkt zich ook door te zetten na 2006. Het aantal volwassen Amersfoorters dat actief was op gebied van zaalvoetbal, volleybal of badminton nam tussen 2006 en 2010 af. Een uitzondering vormt veldvoetbal, dat juist vaker werd beoefend. Dit kan mede het gevolg zijn van het WK in 2010, toen Oranje de finale bereikte. Niet zozeer de teamsporten, maar de zaalsporten lijken af te nemen in 2010. De sterkste groeiers sinds 2006 zijn hardlopen (van 17% naar 20%), fitness kracht (van 16% naar 18%) en, in mindere mate, wielrennen/mountainbike/toerfietsen. De meest beoefende sport, fitness voor conditie, behield een aandeel van 30%. Ook het schaatsen beleefde een nieuwe hausse, maar dit hangt vooral samen met de winter voorafgaand aan het onderzoek. Niet alle individuele sporten delen in een groeiende populariteit. Skeeleren en skaten vinden onder volwassenen steeds minder aanhangers. Verwacht mag worden dat het hier vooral gaat om skeeleren op de openbare weg. Onder jongeren blijkt het skaten nog wel erg in trek.4
3
Aandachtswijken zijn: Soesterkwartier, Koppel, Kruiskamp, Liendert, Rustenburg, Randenbroek en Schuilenburg. Zie Jongerenstadspeiling 2010 pag. 42: 15% van de jongeren tussen 10 en 23 jaar heeft in 2010 aan skeeleren/skaten gedaan. Een vergelijking met eerder onderzoek is helaas niet mogelijk.
4
12
Vrijetijdsmonitor 2010
Figuur 2
Meest beoefende sporten in 2003, 2006 en 2010 fitness conditie hardlopen / joggen / trimmen fitness kracht wielrennen / toerfietsen zwemsport wandelsport tennis
skiën / langlaufen / snowboarden (veld)voetbal schaatsen yoga / pilates golf aerobics / steps watersport / zeilen / surfen skeeleren / skaten danssport biljart / poolbiljart / snooker squash klimsport / bergwandelen volleybal zaalvoetbal badminton motorsport bridge atletiek
2010
paardensport 2006 darts 2003 vecht- en verdedigingssporten een andere sport 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010 Toelichting: in de grafiek zijn alleen de sporten opgenomen die door minimaal 2% van de bevolking is beoefend. De categorie yoga/pilates is in 2010 voor het eerst opgenomen.
Ook golf zit als sport nog steeds in de lift, al lijkt de grootste groei er wel uit te zijn. Het aantal darters is sinds 2006 – de periode van ‘Barney’ – sterk gedaald. Ook aerobics/steps trekken steeds minder belangstellenden. Dat heeft vooral te maken met de vele alternatieve bewegingsvormen die sportscholen tegenwoordig aanbieden. Deze verklaren voor een belangrijk deel ook de toename van ‘overige sporten’. Nieuw in de lijst zijn yoga en pilates. Deze beide sporten worden samen door ruim 6% genoemd. Voor de meeste andere (min of meer) individuele sporten, zoals de wandel-, zwem- en Vrijetijdsmonitor 2010
13
watersport of duosporten, zoals tennis en squash, geldt dat het aantal deelnemers ongeveer gelijk bleef. In figuur 2 zijn alleen de sporten opgenomen die door minstens 2% van de volwassen bevolking werden beoefend. Sporten die die grens net niet halen zijn bijvoorbeeld tafeltennis, roeien, kano/kanopolo, gymnastiek/turnen en basketbal. Verschuivingen in deze sporten zijn niet significant. Denksporten: lichte daling In de volledige ‘sportlijst’ (zie bijlage 1) zijn drie denksporten opgenomen: dammen, schaken en bridge. Ongeveer 4% van de volwassenen is in 2010 met één of meer van deze sporten actief geweest. In 2003 ging het nog om ongeveer 6%, een daling die vooral zichtbaar is bij dammen. Overigens doet bijna 9 van de 10 denksporters ook aan een andere (bewegings)sport. Zou je de denksporten als ‘niet-bewegingsport’ buiten de lijst houden, dan zou het effect op de sportdeelname minimaal zijn. Overige sporten Bijna 8% van de ondervraagden noemt een andere sport dan opgenomen in de lijst (zie bijlage 1). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om mensen die ‘wandelen’ en ‘fietsen’ noemen. Naar hun idee doen zij aan sport, hoewel ze dat zelf geen ‘wandelsport’ of ‘toerfietsen’ noemen. Ook zijn er veel sporten genoemd die in allerlei variaties en vaak pas sinds kort worden aangeboden bij sportscholen, zoals zumba, (hydro)spinning, bodycombat, bodypump, bodybalance, tai chi, tai-bo, tai quando, krav maga, urban gym, Sh’bam, poweryoga en chinese falun gong. Deze nieuwe sporten verklaren vooral de toename van het aantal overig beoefende sporten. Andere sporten die meerdere malen zijn genoemd zijn vissen (‘hengelsport’), koersbal (vooral populair onder ouderen), sport via de fysio- of Cesartherapie, sport via de hometrainer, Wii-fit, kickbike (steppen), ijshockey, nordic walking of racketlon. Hoofdsport: vooral gericht op conditieverbetering Naast de sporten die men heeft beoefend, is gevraagd welke sport men als zijn of haar hoofdsport beschouwd. Fitness conditie en hardlopen staan ook dan op nummer 1 en 2. Als derde noemt men wielrennen/mountainbike/toerfietsen. Verder worden voetbal, tennis, zwem- en wandelsport vaak als hoofdsport genoemd. Fitness kracht – van alle beoefende sporten als derde genoemd - komt pas op de achtste plaats als het gaat om ‘hoofdsporten’. Figuur 3
Top-tien van beoefende hoofdsporten 2006 en 2010 fitness conditie hardlopen/joggen
wielrennen / mountainbike/toerfietsen veldvoetbal zwemsport tennis wandelsport fitness kracht 2010
aerobics/steps
2006
yoga / pilates 0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
Bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
14
Vrijetijdsmonitor 2010
Ook bij de hoofdsporten zijn er groeiers zoals hardlopen, voetbal en fitness kracht. Echte dalers zijn er niet in de top-tien. Wel kampen sporten als volleybal, zaalvoetbal, squash en tafeltennis met een tanende belangstelling (zie figuur 3). “Mannen- en vrouwen-”sporten Mannen doen iets vaker aan sport dan vrouwen, maar ze hebben ook andere voorkeuren. Typische ‘vrouwensporten’ zijn paardensport, aerobic/steps, yoga en pilates: rond de 90% van de beoefenaren is vrouw. Maar ook bij danssport, gymnastiek/turnen, korfbal, zwemmen en wandelsport zijn de vrouwen in de meerderheid. Mannen zijn ruim in de meerderheid (meer dan 80%) bij voetbal, honkbal, atletiek, motorsport, darts, biljart, dammen en schaken. Verder zijn mannen in de meerderheid bij onder meer golf, fitness kracht, wielrennen en basketbal. Ten opzichte van 2006 lijken de verschillen overigens kleiner te worden: meer vrouwen zijn actief op traditionele mannensporten en omgekeerd doen meer mannen aan een sport die nog vooral als vrouwensport bekend staat.
2.4
Plaats en accommodatie van sportbeoefening
Sportschool en fitnessclubs steeds populairder Van alle Amersfoorters die wel eens aan sport doen is 35% lid van een sportschool of fitnessclub. Dat is een forse toename sinds 2006, toen het aandeel nog 29% was. Van de sporters is 28% lid van een sportvereniging. Daar is sprake van een licht dalende lijn sinds 2003. Het aandeel ongeorganiseerde sporters is gedaald: van 46% naar 43%. Daarmee is de trend van 2003-2006 weer omgebogen. Vooral de ongeorganiseerde sporters lijken te zijn overgestapt naar de sportscholen. De groei van de ‘individuele sporten’ leidde dus niet zozeer tot een daling van de verenigingssport, maar eerder tot een groei van de sportscholen. Tabel 2
Lidmaatschap sportvereniging of sportschool 2003
2006
2010
sportvereniging 30% 29% 28% sportschool of fitnessclub 30% 29% 35% sport ongeorganiseerd 43% 46% 43% totaal *) 103% 104% 106% Bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2003, 2006 en 2010 *) het totaal komt boven de 100% uit, doordat men zowel lid kan zijn van een sportvereniging als sportschool.
In toenemende mate combineert men ook het lidmaatschap van een sportvereniging met dat van een sportschool/fitnessclub: in 2010 was 6% van de sporters zowel lid van een sportschool als fitnessclub. In 2003 was dat nog maar 3%. De groeiende populariteit van de sportscholen blijkt ook al uit de groeiende interesse voor fitness-kracht en allerlei andere, individuele sporten die in opkomst zijn, zoals pilates en tai-chi. De Amersfoorters die fitness-kracht als hoofdsport beoefenen, maken het meest gebruik van een sportschool: circa 90%. Van de bevolking die fitness-conditie of aerobic/steps als hoofdsport heeft, zegt ongeveer 80% lid te zijn van een sportschool of fitnessclub. Tweederde van de mensen die vooral aan vecht-en verdedingssporten doet en ruim de helft van de yoga- en pilatesbeoefenaren zijn lid van een sportschool of fitnessclub. Als men geen lid van een sportschool is, is men meestal ook geen lid van een sportvereniging. Met andere woorden men beoefent de sport dan buiten verenigingsverband om.
Vrijetijdsmonitor 2010
15
Lidmaatschap sportverenigingen loopt iets terug Eén op de vijf Amersfoorters (21%), ofwel 28% van alle sporters is lid van een sportvereniging. Dit is een lichte daling sinds 2003. 5 Het gaat dan vooral om mensen die een team- of duosport beoefenen. Van de mensen die volleybal, basketbal, hockey, honkbal, badminton, tennis, tafeltennis of roeien als hoofdsport hebben is zelfs meer dan 80% lid van een sportvereniging. Van de volwassenen met voetbal als hoofdsport is 60% lid van een voetbalclub. De overige sporters beoefenen hun sport via hun bedrijf of ongeorganiseerd. Squash vormt hierop weer een uitzondering: bijna de helft doet dit buiten verenigingsverband om. De afname van het het aantal verenigings- en met name zaalsporters hangt ook samen met de informalisering van de sport. Meer mensen kiezen ervoor om met een eigen clubje vrienden of kennissen, via de sportschool of bij voorkeur in de openbare ruimte, buiten verenigingsverband om, te gaan sporten. Vooral joggers, wandelaars en fietsers kiezen voor deze aanpak. De meeste, meer individuele, sporten worden ongeorganiseerd beoefend. Dat geldt voor meer dan driekwart van de mensen die aan wandel- of zwemsport, fietsen, motorrijden, schaatsen of wintersport doen. Zij beoefenen hun sport vooral in de open ruimte. Eén op de zeven sport buiten Amersfoort Waar doen de meeste Amersfoorters aan sport? In hoeverre is er sprake van afvloeiing naar andere gemeenten? Driekwart van de Amersfoorters sporten meestal in de eigen gemeente. Circa 14% sport meestal in een andere gemeente en 12% sport niet in een specifieke gemeente. Dat laatste geldt vooral voor fietsers, wandelaars, motorrijders of schaatsers en meer in het algemeen, mensen die niet in clubverband of via een sportschool aan sport doen. Degenen die vooral in een andere gemeente sporten kiezen voor Leusden (3%), Soest of Baarn (3%) of een gemeente buiten de regio (7%). In het laatste geval gaat het bijvoorbeeld over mensen die via hun werk aan sport doen of die lid zijn van een sportvereniging die regionaal een beperkte keus bieden (zoals rugby). Leden van sportschool meest georiënteerd op Amersfoort Figuur 4 toont in welke gemeente men meestal sport. Hierbij is onderscheid gemaakt naar sporters die lid zijn van een sportschool, een sportvereniging of niet georganiseerd aan sport doen. Figuur 4
Gemeente waar men meestal sport naar lidmaatschap sportclubs
in Amersfoort: aandachtswijk in Amersfoort: in andere wijk in Leusden in Nijkerk of Hoevelaken in Soest of Baarn
sportschool/fitnessclub
een andere gemeente
sportvereniging niet georganiseerd
ik sport niet in een specifieke gemeente 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
5
Eenzelfde trend is zichtbaar onder jongeren, maar hier gaat de daling van de verenigingssport vooral gepaard met een groei van de ongeorganiseerde sport. Zie Jongerenstadspeiling 2010.
16
Vrijetijdsmonitor 2010
Vooral de mensen die lid zijn van een sportschool/fitnessclub sporten in Amersfoort: bijna 90% van hen sport meestal in deze gemeente. Is men lid van een sportvereniging dan is men iets minder gericht op Amersfoort, maar het aandeel dat meestal in deze gemeente sport is nog altijd bijna 80%. Sport men niet in clubverband of via een sportschool dan is men ook het minst gericht op Amersfoort: iets minder dan 60%.6 Sporten in aandachts- of beheerwijken? Het gemeentelijke sportbeleid streeft ernaar om de sportdeelname vooral in de zogenaamde aandachtswijken te stimuleren7. Eén van de manieren om dat te bereiken is het vergroten van het sportaanbod in deze wijken. Dit beleid lijkt succesvol. Van de inwoners die in Amersfoort zelf sporten doet 36% dat meestal in één van de aandachtswijken, terwijl deze wijken maar 29% van de Amersfoortse bevolking huisvesten. In deze aandachtswijken tref je behalve twee zwembaden, diverse sporthallen en –scholen aan. Het wekt daarom geen verbazing dat vooral de mensen die aan zwemsport, volleybal, tafeltennis, fitness of vechtsporten doen relatief vaak in één van de aandachtswijken sport.
2.5
Gebruik en beoordeling van de accommodaties
Veel van de beoefende sporten vinden plaats in de openbare ruimte, veelal zonder dat er sprake is van hiervoor bedoelde sportfaciliteiten. Zo’n 44% van de Amersfoorters heeft bij het sporten (onder meer) gebruik gemaakt van de openbare buitenruimte, zoals een park, trapveldje of de weg. Dat geldt vooral voor mensen die wandelen, fietsen of hardlopen als hun hoofdsport beschouwen. De commerciële sportaccommodatie is door 18% van de Amersfoorters wel eens bezocht in de afgelopen 12 maanden. Vooral mensen die vecht- en verdedigingssport als hoofdsport beoefenen en – in mindere mate – fitnesskracht of –conditie maakten gebruik van dergelijke faciliteiten. Figuur 5
Accommodaties waarvan men in Amersfoort gebruik heeft gemaakt sporthal, sportzaal, gymnastiekzaal
sportterrein, sportveld, tennisbaan, atletiekbaan commerciële sportaccommodatie Sportfondsenbad zwembad Liendert zwembad Hoogland Bosbad buurthuis, wijkgebouw een andere accommodatie in Amersfoort geen accommodatie maar openbare ruimte 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010 “Van welke accommodatie in Amersfoort heeft u in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt om zelf te sporten (bijvoorbeeld zwemmen)? U mag meerdere antwoorden aankruisen.”
6
Een vergelijking met 2006 is maar beperkt mogelijk, omdat destijds gevraagd is waar men zijn hoofdsport meestal beoefent. 7 Aandachtswijken zijn: Soesterkwartier, Koppel, Kruiskamp, Liendert, Rustenburg, Randenbroek en Schuilenburg.
Vrijetijdsmonitor 2010
17
Van de vier zwembaden die Amersfoort telt is het Sportfondsenbad het meest gebruikt: zo’n 15% van de volwassenen is er in de periode van najaar 2009 tot najaar 2010 wel eens geweest om er zelf te zwemmen. Het Bosbad trok bijna 10% van de Amersfoorters in die periode. De zwembaden Hoogland (5%) en Liendert (3%) ontvingen het minste publiek uit deze stad. Een kleine 3% van de Amersfoorters ten slotte, maakte wel eens gebruik van een buurtcentrum om er te sporten. Accommodaties kwalitatief goed, maar zwembaden matig Hoe beoordelen Amersfoorters de accommodatie waarin men gesport heeft? In het onderzoek is gevraagd een oordeel te geven naar kwaliteit, bereikbaarheid en kosten. De kwaliteit wordt door 73% van de Amersfoorters als ‘goed’ bestempeld; een kwart vindt deze matig en 2% slecht. De commerciële accommodaties komen als beste uit de bus: 90% geeft het oordeel ‘goed’. De sportterreinen (inclusief sportvelden, tennis- en atletiekbanen) worden door 80% als goed beoordeeld en de sporthallen, sport- en gymnastiekzalen door 72%. Figuur 6
% sportaccommodaties met oordeel ‘goed’ naar kwaliteit, bereikbaarheid en kosten
sporthal, gymzaal sportterrein commerciële accomm. Sportfondsenbad zwembad Liendert zwembad Hoogland kwaliteit
Bosbad
bereikbaarheid buurthuis
kosten 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010 Toelichting: de staaf geeft het percentage ‘goed’ op het totaal van de antwoorden, goed, matig of slecht. Het antwoord ‘niet van toepassing’ is daarbij niet meegeteld.
De Amersfoortse zwembaden en buurthuizen (die sporten aanbieden) krijgen een lager oordeel. Vooral het Sportfondsenbad, waar vanwege de beoogde nieuwbouw de renovatie is uitgesteld, springt er negatief uit: 44% beoordeelt het bad als goed, 46% als matig en 10% als slecht (zie figuur 6). Sportaccommodaties prima bereikbaarheid en redelijk betaalbaar Meest positief is men over de bereikbaarheid van de diverse sportaccommodaties. Voor alle sportruimtes en zwembaden geldt dat meer dan 80% hierover (zeer) tevreden is. Gemiddeld geeft 91% het oordeel ‘goed’ en 9% een matig oordeel. De kosten van de sportaccommodaties worden door 64% van de gebruikers als ‘goed’ beoordeeld, 31% vindt deze matig en 5% slecht. Het meest positief is men over de kosten van het Bosbad en de zwembaden in Hoogland en Liendert. Ook de sportterreinen worden als relatief goed betaalbaar beschouwd. Het sporten in sporthallen en gymzalen wordt vaker als duur beoordeeld; zelfs vaker dan het sporten in commerciële sportruimtes. Trends 2006-2010: zwembaden bieden minder kwaliteit Ook in het onderzoek van 2006 is gevraagd naar de kwaliteit van de sportaccommodaties. Het gemiddelde oordeel is iets gedaald: het aandeel ‘goed’ daalde van 78% in 2006 naar 73% in 2010. 18
Vrijetijdsmonitor 2010
Vooral de zwembaden kregen een lager oordeel. De sportterreinen buiten werden juist beter beoordeeld. Figuur 7
Tevredenheid (in %) over de kwaliteit van sportaccommodaties in 2006 en 2010 sporthal of gymzaal
sportterrein, tennisbaan etc.
commerciële accommodaties
Sportfondsenbad 2010 andere zwembaden
2006 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
De kosten van de diverse sport- en zwemplekken scoorden juist beter dan in het vorige onderzoek. In 2006 beoordeelde 58% de kosten nog als goed, in 2010 was dat 64%. Het oordeel verbeterde voor alle sportaccommodaties met uitzondering van de sporthallen en gymzalen.
2.6
Uitgaven voor sport
Amersfoorters zijn redelijk tevreden over de kosten van het sporten. Gemiddeld geven zij per jaar rond de €220 uit aan contributie en €150 aan kleding, materialen en vervoer.8 De bedragen zijn ongeveer even hoog als in 2006. Dat is opvallend omdat destijds alleen gevraagd is naar de bestedingen van de hoofdsport. Figuur 8
Gemiddelde uitgaven voor sport per jaar
kleding, materialen, vervoer etc.
contributie
0% 0 tot €50
€50 - €150
20% €150 - €250
40%
60%
€250 - €350
80%
100%
meer dan €350
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Er zijn grote verschillen naar sport die men beoefent. Vooral mensen die als hoofdsport golf, paardensport, vecht- en verdedigingssporten, rugby of basketbal noemen, betalen veel contributie: het merendeel betaalt meer dan 350 euro per jaar. Ook mensen die aan fitness doen zijn relatief veel geld kwijt aan contributie. Amersfoorters die wandelen, hardlopen, fietsen, darten of biljarten als 8
De bedragen zijn omgerekend op basis van de gegeven categorieën, waarbij steeds het midden van elke categorie is genomen. Voor mensen die ‘meer dan 350 euro’ hebben aangekruist, is een bedrag van 500 euro gerekend.
Vrijetijdsmonitor 2010
19
hoofdsport noemen, betalen vaak geen contributie. Ook zaalvoetballers, handballers en denksporters zijn relatief weinig kwijt aan de jaarlijkse contributie. Wielrenners, golfers en watersporters zijn vooral veel geld kwijt aan materiaalkosten en andere zaken.
2.7
Motivatie om al of niet aan sport te doen
Conditieverbetering en gezondheid belangrijkste redenen om aan sport te doen Er zijn allerlei redenen om aan sport te doen. Op de vraag wat de belangrijkste (maximaal twee) redenen zijn om aan sport te doen noemt 58% conditieverbetering en/of lichaamsontwikkeling als een belangrijke reden om aan sport te doen. Maar even vaak sport men vanwege gezondheid. Drie op de tien sporters geeft als reden op ‘het opdoen van sociale contacten, gezelligheid’. Bijna een kwart (23%) noemt recreatief bezig zijn. Competitie en prestatie geldt voor 7% van de sporters als belangrijk motief om aan sport te doen. Teamsporters minder gericht op gezondheid, meer op prestatie en contacten In vergelijking 2006 sport men in 2010 vaker in verband met (het streven naar of behouden van een goede) gezondheid. De sociale contacten en de gezelligheid, maar ook competitie/prestatie zijn juist iets minder belangrijk geworden (zie figuur 9). Deze ontwikkeling strookt ook met de groeiende populariteit van meer individuele sporten als hardlopen en fitness en de dalende belangstelling voor veel teamsporten. Competitie en prestatie spelen vooral bij mensen die aan een team-, duo- of denksport doen. Voor deze sporters speelt ook het sociale contact een grotere rol. Individuele sporters zijn juist meer gemotiveerd door lichaamsontwikkeling, conditieverbetering en gezondheid. De genoemde trend verklaart ook waarom meer mensen lid worden van een sportschool of fitnessclub. Men wil meer gericht werken aan een gezond en gespierd lijf of aan de conditie. Andere motieven als gezelligheid en sociale contacten zijn daar minder belangrijk. Figuur 9
Belangrijkste motieven om aan sport te doen
lichaamsontwikkeling, conditieverbetering
gezondheid
sociale contacten, gezelligheid
recreatief bezig zijn
competitie, prestatie 2010 2006
anders 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Mannen meer gericht op prestatie en recreatief bezig zijn De motieven om aan sport te doen hangen vooral samen met leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Lichaamsontwikkeling en conditieverbetering worden vooral genoemd door jongeren en speelt voor 55-plussers een veel kleinere rol. Sporten vanwege de gezondheid en om recreatief bezig te zijn is juist voor ouderen een iets belangrijker motief. 20
Vrijetijdsmonitor 2010
Lichaamsontwikkeling/conditieverbetering wordt ook vaker door vrouwen, hoger opgeleiden en allochtonen genoemd als motief om te sporten. Vrouwen noemen daarnaast vaker de gezondheid als argument. Mannen hebben voor een deel andere motieven om aan sport te doen: enerzijds sport men vaker om recreatief bezig te kunnen zijn (26% bij mannen om 19% bij vrouwen), anderzijds speelt bij hen de prestatie/competitie een iets grotere rol (10% om 5%). Bijna de helft van de Amersfoorters zou meer aan sport willen doen Aan zowel sporters als niet-sporters is de vraag voorgelegd: “zou u (meer) aan sport willen doen?” Zo’n 44% antwoordt bevestigend. Vooral de incidentele sporters (degenen die minder dan wekelijks actief zijn met sport) zouden meer aan sport willen doen: 68%. Van de niet-sporters zou nog altijd 36% aan sport willen doen. Van de niet-sporters zegt bijna 30% dat ze dat niet doen, omdat ze zich daar niet voor interesseren; eenvijfde zegt daar lichamelijk niet toe in staat te zijn en de overige 15% vindt dat ze al genoeg te doen hebben (zie figuur). Figuur 10
Bereidheid om (meer) aan sport te doen naar sporters en niet-sporters
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% nee, ik interesseer me nee, ik ben daar nee, ik doe al genoeg ja, ik zou wel meer aan er niet zo voor lichamelijk niet (meer) sport willen doen toe in staat sport niet
sport incidenteel
sport wekelijks of vaker
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Vergeleken met 2006 zijn er meer mensen die zeggen dat ze al genoeg doen en minder mensen die aan sport zouden willen doen. Dat is in lijn met de ontwikkeling dat er meer gesport wordt. Tijd de belangrijkste reden om niet (meer) aan sport te doen Zoals hiervoor al bleek, zegt 44% van de sporters en niet-sporters dat ze wel meer aan sport zouden willen doen. Op de vraag waarom ze dat niet doen is tijdgebrek de meest genoemde reden. Meer dan de helft geeft dit als motief op en dat is veel meer dan in 2006, toen deze reden nog door 44% van de Amersfoorters werd genoemd die wel meer aan sport zouden willen doen. Andere veelgenoemde redenen zijn ‘geen bijzondere reden, het komt er gewoon niet van’ (door 30% genoemd) en ‘het kost teveel geld’ (27%). Eén op de zeven geeft praktische redenen op, zoals het feit dat men geen kinderopvang heeft (zie figuur).
Vrijetijdsmonitor 2010
21
Figuur 11
U zou meer willen sporten. Waarom doet u dat dan niet? ik heb te weinig tijd
geen bijzondere reden, komt er niet van het kost teveel geld praktische redenen, bijv. kinderopvang ik ken niemand om mee te sporten ik ben daar lichamelijk niet toe in staat er is weinig te doen in mijn buurt 2010 ik weet niet goed wat er te doen is 2006 andere redenen 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010 Men kon maximaal twee antwoorden geven.
2.8
Tevredenheid over het sportaanbod
Merendeel tevreden over het sportaanbod Wat vinden Amersfoorters van het aanbod (hoeveelheid en diversiteit) aan sportvoorzieningen in hun gemeente? Een ruime meerderheid, 62%, is er tevreden over, terwijl 10% niet (zo) tevreden is. De overige 28% is er onvoldoende van op de hoogte om zich daar een oordeel over te vellen. Dit laatste antwoord wordt vooral gegeven door mensen die niet of slechts incidenteel sporten. In vergelijking met 2006 is vooral het aandeel mensen dat geen mening geeft gedaald (van 39% naar 28%). Het aandeel tevreden en ontevreden mensen is beide evenveel gestegen. Van de sporters is circa 12% niet (zo) tevreden over het sportaanbod in Amersfoort. Mensen die in het algemeen minder tevreden zijn over het sportaanbod zijn degenen die actief zijn op het gebied van golf, badminton, hockey, vecht- en verdedigingssporten, squash, korfbal en biljart. Grote diversiteit in aanbod In een slotvraag kon men zijn mening over het aanbod (hoeveelheid en diversiteit) aan sportvoorzieningen in Amersfoort toelichten. In totaal maakte zo’n 530 respondenten gebruik van deze mogelijkheid9. Een belangrijk deel van de opmerkingen, bijna 40%, was positief over het aanbod aan sportvoorzieningen in het algemeen of in de tak van sport waar men zelf actief is. “Er is genoeg aanbod aan sportvoorzieningen in Amersfoort: vooral sportscholen” “Je kunt praktisch elke sport in Amersfoort bedrijven. En dat moet zo blijven.” “Amersfoort heeft een mooie omgeving: prima plek om te wandelen of te fietsen.”
9
Alle opmerkingen die niet ter zake doen, zoals ‘n.v.t.’, ‘nee, daar weet ik niets van’ zijn buiten beschouwing gelaten.
22
Vrijetijdsmonitor 2010
Daarnaast geeft zo’n 3% complimenten over hun eigen sportclub of –school. Zoals bijvoorbeeld de nieuwe openingstijden van het Sportfondsenbad, de goede tennisbanen of de mooie, nieuwe toestellen bij hun sportschool. Geen ijsbaan, te weinig overdekte tennishallen Zo’n 15% van de antwoorden gaat over sporten of sportfaciliteiten die men in Amersfoort mist of te weinig aantreft. Het meest noemt men de (kunst)ijsbaan, waarover al enige jaren discussie wordt gevoerd (“waar blijft de ijsbaan?”). Een aantal keren (minstens vijf maal) genoemd zijn verder: - een overdekte tennisbaan (“vooral in de winter is te merken dat er in Amersfoort een groot gebrek aan overdekte tennisbanen is”). - een zwembad (in de wijk). “Erg jammer dat er in Vathorst geen zwembad is, terwijl de wijk vol met jonge kinderen zit die hun zwemdiploma nog moeten halen”. Andere sporten die men in Amersfoort mist (meerdere keren genoemd): een golfbaan of –club, een bowlingbaan, een kartbaan, een klimwand of klimmuur, een trim- of hindernisbaan in de openlucht of een boksschool. Verder heeft men allerlei specifieke wensen op gebied van sport, zoals: een jaarlijkse marathon in Amersfoort, een skibaan, een gymnastiekvereniging bij mij in de buurt, goede dansscholen met streetdance voor volwassenen, linedanceclubs, meer mogelijkheden voor inline scaten, een kwaliteitssauna, een sportcentrum met welness faciliteiten, een inloop meditatiecentrum, een dartclub of een vereniging voor mountainbiken. -
“ik zou graag op taples willen, maar dat wordt alleen aangeboden in Utrecht” “ik zit sinds kort in een rolstoel en hiervoor is op sportgebied weinig te doen” “ik zou graag willen hardlopen op zachte ondergrond. Waar kan dat?”
Kritisch over de zwembaden Naast het gebrek aan bepaalde sportfaciliteiten, heeft circa 4% van de opmerkingen betrekking op de aangeboden accommodaties zelf. Vaak gaat het dan over de zwembaden. - “Ik mis een zwembad waar ik lekker baantjes kan trekken in Amersfoort; er is altijd kinderles of het zit vol met traag zwemmende en kletsende mensen”) “Het Sportfondsenbad vind ik sterk verouderd” Verder mist men de nieuwe behuizing voor de roeivereniging; de sportschool geeft weinig professionele instructies of de gymzalen (vloeren en wc’s) zijn niet schoon. Sporten is (te) duur Van de mensen die meer aan sport zouden willen doen, antwoordde een kwart dit (onder andere) niet te doen, omdat het teveel kost. Ook uit de antwoorden op de open vraag, blijkt dat een deel van de Amersfoorters problemen heeft met de kosten voor sporten: zo’n 5% maakt hierover een opmerking. Het gaat dan veelal over sportscholen/fitnesscentra. Soms is het inkomen gewoon te laag om de eigen kinderen op een sport te doen. Wachtlijsten Zo’n 3% van de opmerkingen heeft betrekking op de wachtlijsten. “Jammer dat er bij veel verenigingen wachtlijsten zijn, vooral voor kinderen” “Ik ben tevreden over het sportaanbod. Wel jammer dat er wachtlijsten zijn, met name bij hockey en voetbal”.
Vrijetijdsmonitor 2010
23
Mag er ook wat minder aandacht voor sport? Ongeveer 5% van de opmerkingen betreffen kritische noten over uiteenlopende zaken op sportgebied. Een kleine greep: - “Er is veel te veel aandacht voor sport. Ook andere gebieden van welzijn verdienen aandacht” - “Het aanbod is versnipperd tussen overheid, commercie en verenigingen. Het beleid is onduidelijk en stimuleringsmaatregelen tijdelijk van aard.” - “Sportverenigingen hebben veel te weinig geld en leunen zwaar op vrijwilligers (…).” - “Houd Hoogland-West groen; dan kun je er ook blijven wandelen, fietsen en skaten.” - “Ik zoek meestal op internet naar voorzieningen, maar niet elke sportvereniging heeft een eigen site.” Overige opmerkingen Het resterende kwart van de opmerkingen bevat geen kritiek of compliment over het Amersfoortse sportaanbod. Ze geven vooral toelichting waarom men sport zoals men sport of waarom men dat niet doet. Bijvoorbeelden: “Ik ben niet zo jong meer, als ze me mijn zwembad maar niet afpakken. Maar voor de jongeren moet er wel genoeg te doen zijn, anders blijven ze maar achter de computer zitten of gaan ze op straat rottigheid uithalen”.
2.9
Toekomstperspectief sport in Amersfoort
Dit hoofdstuk beschrijft onder meer de ontwikkeling van de sportdeelname en het gebruik van accommodaties in Amersfoort. Sportdeelname hangt, zoals we eerder zagen, sterk samen met de leeftijdsopbouw en het opleidingsniveau van de bevolking. Figuur 12
Leeftijdsopbouw Amersfoort 2011 en 2021
Bron: O&S, gemeente Amersfoort
Voor de komende tien jaar krijgt Amersfoort te maken met enige vergrijzing. Ondanks de nieuwbouw in met name Vathorst zal het aantal kinderen tot 15 jaar in de bevolking dalen: van 21% in 2011 naar 19% in 2021. Ook het aandeel inwoners in de leeftijd van 35 tot 50 jaar zal tot 2021 dalen (van 25% naar 21%), terwijl de leeftijdsklasse van 50 tot 75 jaar in de komende tien jaar naar verwachting zal
24
Vrijetijdsmonitor 2010
stijgen van 24% naar ruim 28%.10 De nieuwe ouderen zullen niet alleen hoger opgeleid en kapitaalkrachtiger zijn, ze zullen ook vitaler zijn en over meer vrije tijd beschikken.11 Deze trends zullen niet alleen van invloed zijn op de sportdeelname zelf, maar ook op de intensiteit van sportbeoefening en op de ontwikkeling van de beoefende sporten. Er zijn meer senioren, maar doordat deze vitaler en hoger opgeleid zijn, zal dat niet direct leiden tot een lagere sportdeelname. Individualisering en informalisering van de sport Meer senioren betekent dat met name de wandel-, fiets- en golfsport zullen groeien. Anderzijds zullen deze vitale ouderen meer gericht zijn op conditiesporten (hardlopen, fitness). De geconstateerde daling van de zaal- en verenigingssporten in de afgelopen jaren, zal naar verwachting verder doorzetten in het komende decennium. Deze trend hangt vooral samen met de informalisering van de maatschappij. Kleinschalige, losse en informele verbanden lijken steeds belangrijker te worden in de moderne maatschappij. Zoals samen hardlopen met een klein groepje vrienden, in plaats van lid worden van een sportvereniging.12 Demografische trends per wijk Per wijk zijn er grote verschillen naar leeftijdsklasse. De meest kinderrijke wijken van nu, Vathorst en Nieuwland, zullen dat ook over tien jaar nog zijn, maar hun aandeel daalt. Stadskern, Kruiskamp en Liendert tellen relatief veel jonge één- en tweepersoons huishoudens (2034 jaar). Op basis van het woningaanbod zal daar weinig verandering in komen. De leeftijdsklasse van 35-49 jaar (met name gezinshuishoudens) zijn het sterkst vertegenwoordigd in de nieuwere wijken, Vathorst, Nieuwland, Kattenbroek en Zielhorst. Vooral in de twee laatstgenoemde wijken zullen veel huishoudens doorschuiven naar de levensfase daarna, van 50-64 jaar: een fase waarin de kinderen het huis uitgaan en er doorgaans meer tijd beschikbaar komt voor sport en andere bezigheden. Deze leeftijdsklasse is nu het sterkst vertegenwoordigd in Schothorst (Noord) en Hoogland. Deze zullen in de komende tien jaar deels doorschuiven naar 65+. De 65-plussers (gemiddeld in Amersfoort 12%) zijn nu het sterkst vertegenwoordigd in SchothorstZuid, Rustenburg en Schuilenburg. Hierina zal weinig verandering komen, gezien het ruime aanbod hier van seniorenhuisvesting. In de overige, nietgenoemde wijken is de verdeling meer conform het Amersfoortse beeld. De leeftijdsopbouw zal ook min of meer meeveranderen met de Amersfoortse trend.
10
Vathorst zal nog verder groeien van circa 14.000 inwoners in 2011 naar ruim 24.000 in 2021. In een aantal andere wijken zal beperkte nieuwbouw via ‘inbreiding’ plaatsvinden. In totaal zal de bevolking in de komende tien jaar met 16.000 inwoners toenemen (tot circa 162.000 in 2021).Bron: afd. O&S, bevolkingsprognose 2010. 11 SCP, de sociale staat van Nederland, 2009. 12 Informele groepen, SCP 2011
Vrijetijdsmonitor 2010
25
26
Vrijetijdsmonitor 2010
3.
Openlucht recreatie
Amersfoorters zijn in het algemeen bijzonder tevreden met de recreatiemogelijkheden in de openlucht in en rond de stad al laat men zich sinds 2006 wel iets kritischer uit over het aanbod. Met name op het gebied van de waterrecreatie zou uitbreiding (een zwembad of strandje) in een behoefte voorzien. Bij het verbeteren van de bestaande recreatiegebieden wil men vooral aandacht voor veiligheid en netheid en voor meer faciliteiten voor wandelaars en fietsers.
3.1
Inleiding
Amersfoort heeft de reputatie van een groene stad in een groene omgeving met gevarieerde landschapstypen. Het lokale beleid ten aanzien van openlucht recreatie is ondergebracht in de beleidsvisie Groen Blauwe structuur 2004-2015. De Voortgangsrapportage 2009-2010 (onderdeel van deze beleidsvisie) hecht er veel belang aan de ambitie van groene stad te behouden. Het beoogt de recreatieve mogelijkheden van de stad te versterken en het recreatieve gebruik van parken en andere groengebieden in en om de stad te intensiveren. Daarvoor is het nodig om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het recreatieve gebruik en het doel waarvoor de parken en groengebieden worden gebruikt. Het onderzoek moet vooral informatie opleveren over wensen en suggesties van Amersfoorters om de recreatieve mogelijkheden te verbeteren. Hiervoor heeft de afdeling Cultuur, Toerisme en Sport (CTS) behoefte aan een herhaling van de vragen uit 2006. Daarnaast wil de afdeling onder andere in het kader van de structuurvisie 2030 meer inzicht krijgen in de behoefte aan waterrecreatie in de stad. Het onderzoek moet het huidige gebruik en de wensen van Amersfoorters op dit gebied in kaart brengen. De volgende vragen staan centraal in dit hoofdstuk: 1. In welke mate en met welk doel worden de diverse recreatiegebieden in en om Amersfoort gebruikt en hoe is dat veranderd sinds 2006? 2. In hoeverre en op welke plekken doen Amersfoorters aan waterrecreatie en welke wensen heeft men op dit gebied? 3. Welke trends zijn te verwachten in de behoefte van de (water)recreatie in de komende jaren? 4. Hoe waardeert men het aanbod van openlucht recreatie in en om Amersfoort en welke suggesties hebben Amersfoorters om de recreatieve mogelijkheden te verbeteren?
3.2
Bezoek aan de recreatiegebieden in de openlucht
Groene stad Amersfoort biedt veel mogelijkheden tot recreëren in de openlucht. Direct rond de historische binnenstad ligt het Zocherplantsoen dat vooral als wandelgebied dienst doet. Meer naar het noorden is er het Stadspark Schothorst, omringd door de woonwijken Schothorst, Zielhorst, Hoogland en Kattenbroek. De inwoners van de nieuwbouwwijk Vathorst kunnen recreëren in Park van de Tijden en tussen Liendert en Rustenburg ligt het Waterwingebied. Aan de zuidkant van Amersfoort liggen diverse parken en bosgebieden, zoals park Randenbroek, landgoed Nimmerdor, Vrijetijdsmonitor 2010
27
Klein Zwitserland, Birkhoven en Bokkeduinen. De groenstrook met fiets- en wandelmogelijkheden langs het Valleikanaal in de stad is feitelijk geen park maar heeft wel die functie. Verder zijn er nog tal van kleinere wijk- en buurtparken. Veel stedelijk groen komt als het ware vanuit het landelijk gebied de stad in. Door barrières zoals de A1 en A28 lopen de recreatieve verbindingen niet altijd door. De meest bezochte recreatiegebieden in Amersfoort: Stadspark Schothorst en Amersfoort-Zuid Het groen in eigen buurt, zoals een groenstrook of een buurtparkje, worden het vaakst bezocht (53%) door Amersfoorters. Direct daarop volgend komen stadspark Schothorst en de parken en bossen in Amersfoort-Zuid. Beide gebieden werden in 2010 bezocht door ongeveer de helft van alle volwassen Amersfoorters. Dat betekent dat ongeveer 53.000 respectievelijk 52.000 volwassen Amersfoorters in een periode van 12 maanden wel eens in deze gebieden zijn geweest.13 Andere veelbezochte recreatiegebieden in Amersfoort zijn park Randenbroek/Heiligenbergerbeekdal en Hoogland-West, beide goed voor een bezoekersaandeel van circa 35%. Het Waterwingebied tussen Liendert en Rustenburg trok nog eens 19% van de volwassen Amersfoorters. Tabel 3
Bezoek recreatiegebieden in Amersfoort
Stadspark Schothorst
2006
2010
%
%
2010 bezoekers
49%
51%
53.000
22%
19%
20.000
Park Randenbroek/ Heiligenbergerbeekdal bos in Amersfoort-Zuid: Birkhoven, Bokkeduinen, Klein Zwitersland, Nimmerdor
34% 48%
35% 50%
36.000 52.000
Hoogland-West (tot aan de Eem)
31%
35%
37.000
Waterwingebied tussen Liendert en Rustenburg
14
overig groen in de eigen buurt * 53% 54.000 bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2006 en 2010 *) cijfer is niet vergelijkbaar, omdat in 2006 veel meer groengebieden zijn onderscheiden. Hierdoor kwam het ‘overige groen in de buurt’ veel lager uit (37%).
Meer bezoekers in Hoogland-West Ook in 2006 zijn vragen gesteld over bezoek. Voor drie gebieden is sprake van een min of meer gelijkblijvend bezoekersaandeel: stadspark Schothorst, park Randenbroek/ Heiligenbergerbeekdal en het bos in Amersfoort-Zuid. De gevonden verschillen zijn niet significant. Hoogland-West geniet sinds 2006 meer belangstelling van recreanten: een toename van 31% naar 35%. Deze toename kan te maken hebben met de groei van het aantal inwoners in AmersfoortNoord. Voor de overige twee gebieden is een vergelijking niet of beperkt mogelijk. Met name voor het overige groen in de buurt gaat het in 2010 om een veel groter gebied: zie opmerkingen bij de tabel.
13
Als gesproken wordt over het aantal bezoekers, dan gaat het om het aantal Amersfoorters van in totaal circa 104.000 volwassen inwoners, dat het betreffende gebied in de afgelopen 12 maanden één of meer keren heeft bezocht. Het gaat dus niet om het aantal bezoeken. Dat ligt veel hoger. Er is overigens in het onderzoek niet expliciet gevraagd naar recreatief bezoek. Het zal voor een deel ook betrekking hebben op utilitair bezoek, dat wil zeggen dat het gebied voor een andere reden dan ontspanning is bezocht. Zeker voor het Stadspark Schothorst geldt dat dit gebied een belangrijke rol speelt als verbindingszone van huis naar werk of andere bestemmingen. Hoewel gevraagd is “hoe vaak u het gebied in de afgelopen 12 maanden wel eens bezocht heeft” is het goed mogelijk dat een reiziger op doortocht een dergelijk gebruik ook als bezoek rekent. 14 In 2006 is in de omschrijving naast het Waterwingebied ook de groengordel in Schuilenburg genoemd. Dit verklaart wellicht het hogere percentage voor dat jaar.
28
Vrijetijdsmonitor 2010
De recreatiegebieden rondom Amersfoort: drie landschapstypen De omgeving van Amersfoort is zeer afwisselend en wordt gekenmerkt door in hoofdlijnen drie verschillende landschappen. Ten zuiden en zuidwesten van de stad liggen de bossen, heide en zandverstuivingen van de Utrechtse Heuvelrug met Birkhoven-Bokkeduinen als verbindende schakel tussen de stad en de Soesterduinen. Het gebied bestaat voor een groot deel uit een openbaar bosgebied met goede fiets- en wandelmogelijkheden. De Gelderse Vallei ten oosten van Amersfoort is een kleinschalig beken- en dekzandlandschap met houtwallen en een nog overwegend agrarische bedrijvigheid. Aan de noord- en noordwestkant van de stad grenst het open polderlandschap van de Eempolders rijk aan weidevogels (o.a. polder Arkemheen). De beken vanuit de Gelderse Vallei komen in Amersfoort bij elkaar en stromen als de rivier de Eem verder tot aan de Randmeren. Bosgebied ten zuiden van Amersfoort meest in trek Het bos ten zuiden en westen van Amersfoort (“omgeving den Treek, Henschoten, Austerlitz, Soestduinen en Lage Vuursche”) trok de meeste bezoekers: 61% van de volwassen Amersfoorters, ofwel zo’n 63.000 (verschillende) personen, hebben het gebied in 2010 wel eens bezocht. De Eempolder ten noord(west)en van Amersfoort (“omgeving Baarn, Eemnes, Bunschoten-Spakenburg tot aan Nijkerk”) trok zo’n 47.000 Amersfoortse bezoekers. De Gelderse Vallei ten oosten van Amersfoort (“omgeving Nijkerk tot aan Woudenberg, inclusief Bloeidaal / Stoutenburg”) was goed voor 35.000 bezoekers. Het bezoek aan de bossen ten zuiden en westen van Amersfoort is ongeveer gelijk gebleven. Vooral de Eempolder lijkt te profiteren van een groeiend aantal bezoekers, mede onder invloed van de woningbouw in Vathorst. Voor de Eempolder en Gelderse Vallei is een vergelijking met 2006 echter niet goed mogelijk, vanwege een andere gebiedsomschrijving. 15 Tabel 4
Bezoek recreatiegebieden rondom Amersfoort 2006
2010
2010
%
%
bezoekers
bos ten zuiden en westen van Amersfoort
62%
61%
63.000
Gelderse Vallei ten oosten van Amersfoort*)
(37%)
34%
35.000
Eempolder ten noord(west)en van Amersfoort*) (33%) 45% 47.000 bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2006 en 2010 De percentages geven weer welk aandeel van de volwassen Amersfoorters wel eens één van deze gebieden heeft bezocht. *) De percentages van 2006 kunnen niet goed worden vergeleken met 2010, omdat de omschrijving van de gebieden afwijkt.
Bossen het meest in trek De meeste recreatiegebieden werden slechts één of enkele keren bezocht in 2010. Het groen in de omgeving werd het meest frequent bezocht: bijna de helft van de bezoekers (ofwel 23% van alle volwassen Amersfoorters) kwam er minimaal één keer per week. Van de landschappen rondom Amersfoort werd het bosgebied ten zuiden en westen van de stad intensiever bezocht dan het meer open landschap van de Eempolder en de Gelderse Vallei. Zie figuur 13.
15
De Eempolder ten noord(west)en van Amersfoort werd in 2006 nog omschreven als ‘Baarn, Eemnes, BunschotenSpakenburg’. In 2010 werd gesproken van ‘omgeving Baarn, Eemnes, Bunschoten-Spakenburg tot aan Nijkerk’. Mede door deze ruimere omschrijving nam het bezoekersaantal toe van 33% in 2006 tot 45% in 2010. Daarnaast is het bezoekersaandeel toegenomen, doordat het aangrenzende woongebied, Vathorst, in deze periode flink is gegroeid (met circa 6.500 inwoners in de afgelopen vier jaar). Voor de Gelderse Vallei geldt juist dat de omschrijving in 2010 iets beperkter is, hetgeen waarschijnlijk de afname verklaart. Dit betekent dat de kengetallen die voor 2006 nog in de gemeentebegroting 2011-2014 zijn opgenomen onder het programma Ruimtelijke Ontwikkeling niet vergeleken kunnen worden met die van 2010.
Vrijetijdsmonitor 2010
29
Figuur 13
Bezoekfrequentie recreatiegebieden in en om Amersfoort Stadspark Schothorst Waterwingebied
Park Randenbroek/ beekdal bos in Amersfoort-Zuid Hoogland-West (tot aan de Eem) overig groen in de eigen buurt
bosgebied(Amersfoort Z+W) Gelderse Vallei (Amersfoort-oost) Eempolder (Amersfoort-NW) 0% wekelijks of vaker
10%
20%
30%
1-3x per maand
40%
50%
60%
70%
één of enkele keren
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Herkomst van de bezoekers: frequente bezoekers vooral uit de directe omgeving De regelmatige bezoekers, dat wil zeggen degenen die het gebied minstens een keer per week bezochten, zijn vooral georiënteerd op de groen- en recreatiegebieden in de eigen omgeving. Zo komt bijna 80% van de regelmatige bezoekers van het Stadspark Schothorst uit één van de aangrenzende wijken: Schothorst, Zielhorst, Kattenbroek of Hoogland. De regelmatige bezoekers van het waterwingebied tussen Liendert en Rustenburg komen voor 69% uit één van deze wijken. Park Randenbroek/Heiligenbergerbeekdal krijgt zijn frequente bezoekers voor 65% uit Randenbroek, Schuilenburg of de Stadskern. Hoogland-West wordt vooral bezocht door inwoners van Hoogland, Nieuwland en Kattenbroek (62% van de frequente bezoekers). Herkomst bezoekers bossen ten zuidwesten van Amersfoort meest gespreid De binding met de recreatiegebieden rondom Amersfoort is minder sterk. Maar ook hier geldt dat de Eempolder 63% van zijn regelmatige bezoekers uit Amersfoort-Noord (Schothorst, Zielhorst, Kattenbroek, Nieuwland, Hoogland, Hooglanderveen of Vathorst) trekt en maar 8% uit AmersfoortZuid (Berg-, Leusder- of Vermeerkwartier). De herkomst van de bezoekers aan het bosgebied ten zuiden en westen van Amersfoort is veel meer gespreid: 34% van de frequente Amersfoortse bezoekers komt uit Amersfoort-Zuid, maar eenzelfde aandeel komt uit één van de noordelijke wijken. De Gelderse Vallei betrekt de helft van haar frequente bezoekers uit Amersfoort-Noord en 28% uit één van de oostelijke wijken (Liendert, Rustenburg, Randenbroek of Schuilenburg).
3.3
Activiteiten in de recreatiegebieden
Wandelen en fietsen: belangrijkste recreatiedoelen Voor het recreatiebeleid en met name voor de inrichting van de gebieden is het niet alleen van belang te weten hoe vaak de recreatiegebieden worden bezocht, maar ook met welk doel ze worden bezocht. Wandelen en fietsen vormen de meest beoefende activiteiten bij het bezoeken van een recreatiegebied: elk heeft een aandeel van ongeveer 35%. Sporten is voor 9% van de bezoekers het belangrijkste bezoekdoel. Een kleine 7% noemt ‘de hond uitlaten’ en 5% ‘de natuur beleven’ als de belangrijkste activiteit. Het ‘picknicken, zonnen, luieren’ wordt door circa 2% genoemd en varen door 1%. Tot slot noemt 6% ‘iets anders’. Dit is niet nader aangeduid. Zie figuur 14. 30
Vrijetijdsmonitor 2010
Figuur 14
Belangrijkste activiteiten per recreatiegebied Stadspark Schothorst Waterwingebied
Park Randenbroek/ beekdal bos in Amersfoort-Zuid Hoogland-West (tot aan de Eem) overig groen in de eigen buurt
bosgebied(Amersfoort Z+W) Gelderse Vallei (Amersfoort-oost) Eempolder (Amersfoort-NW) 0% wandelen
hond uitlaten
fietsen
20% sporten
40%
60%
natuur beleven
80%
100%
iets anders
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Wandelen en hond uitlaten: vooral in buurtgroen en bossen De figuur laat zien dat het merendeel van de bezoekers van park Randenbroek (58%) er komt om te wandelen of de hond uit te laten. Ook de bezoekers van de bossen in Amersfoort-Zuid en het Waterwingebied Liendert/Rustenburg noemen dit in meerderheid (56%) als het belangrijkste doel. Van de bossen ten zuiden en westen van Amersfoort bestaat 46% van de bezoekers uit wandelaars en hondenuitlaters.16 Het groen in de eigen buurt wordt nog het meest gebruikt om er te wandelen of de hond uit te laten: ruim 60% van de bezoekers noemt dit als belangrijkste bezoekdoel. Van alle Amersfoorters komt ongeveer 15% minimaal een keer per week in het groen in de eigen buurt om er te wandelen of de hond uit te laten. Uiteraard zijn het vooral de hondenbezitters die intensief gebruik maken van het buurtgroen voor hun ‘groene ommetje’. Weidegebieden meest geliefd bij fietsers Gemiddeld trekt 35% van de Amersfoorters vooral naar de groen- en recreatiegebieden in de stad en omgeving om er te fietsen. De vlakke, meer open weidegebieden, Hoogland-West, Gelderse Vallei en Eempolder trekken de meeste fietsers aan: 58% van de bezoekers noemt dit hier als belangrijkste recreatiedoel. Deze gebieden worden ook iets vaker genoemd voor recreanten die er komen varen (3%). Sporten (met name hardlopen) doet men in vrijwel alle gebieden ongeveer even vaak, maar iets vaker in Stadspark Schothorst en Hoogland-West. De natuur beleeft men iets vaker in park Randenbroek en het bosgebied ten zuiden van Amersfoort: zo’n 8% tegen 5% gemiddeld. Ook komt men hier vaker dan gemiddeld om te ‘zonnen, picknicken of luieren’. Meer sporten, minder wandelen Welke ontwikkelingen doen zich voor in het gebruik van de recreatiegebieden? Een vergelijking met 2006 laat geen grote verschuivingen zien. Wel lijkt het erop dat de recreatiegebieden in 2010 meer voor sporten worden gebruikt en iets minder voor wandelen. Deze trend blijkt ook uit het hoofdstuk ‘Sport’. Vooral het hardlopen (in de openbare ruimte) neemt toe, terwijl de wandelsport niet verder groeit. 16
Ook uit de Nationale Wandelmonitor van 2009 blijkt dat het gros van de wandelaars (67%) het liefst door bos loopt. Velden, akkers en boerenland is bij 20% van de wandelaars favoriet (bron: Trendbox).
Vrijetijdsmonitor 2010
31
Recreëren: liever dicht bij huis Als men een uurtje vrij heeft voor een wandeling, dan is men vaak gebonden aan plekken dichtbij huis. Maar stel dat men twee uur of langer de tijd heeft om buiten te recreëren, waar gaat men dan heen? Het merendeel, 57%, blijft meestal in (de buurt van) Amersfoort. Zo’n 22% gaat meestal naar een plek verder weg en de overige 21% kiest even vaak voor een plek in de buurt als naar een verderweg gelegen locatie. In vergelijking met 2006 kiest men minder vaak voor een plek buiten de regio (zie figuur). Dit wijst wellicht op een toenemende aantrekkelijkheid van de recreatieve waarde van Amersfoort en omgeving. Maar dit blijkt ook een landelijke trend te zijn. Figuur 15
Keuze van recreatiegebied bij langer recreëren
in (de buurt van) Amersfoort
ergens anders 2010
allebei even vaak
2006
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2006 en 2010
3.4
Toekomstperspectief openluchtrecreatie in Amersfoort
Behoefte aan meer wandel- en fietspaden in de Eempolder Het Kenniscentrum Recreatie heeft de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan recreatiemogelijkheden voor de provincie Utrecht berekend voor de periode tot 2030. De vraag naar vrijetijdsvoorzieningen voor recreatie in de provincie zal de komende jaren verder toenemen, zowel door de bevolkingsgroei als door een toename van de bestedingen.17 Voor de regio Amersfoort (inclusief Bunschoten en Leusden) zijn er relatief grote tekorten te verwachten in aantallen kilometers wandel- en fietspaden in Amersfoort-Noord en –Noordwest (Hoogland-West en Eempolder) en in mindere mate ook in Amersfoort-Oost (Gelderse Vallei). Voor het inschatten van de kwalitatieve behoefte onderscheidt men leefstijlprofielen voor recreatie. De huidige inwoners van Amersfoort-Noord/Noordwest worden volgens dat onderzoek vooral getypeerd als de leefstijltypes ‘lime’, ‘geel’ en ‘aqua’. Voor de ‘lime’ recreanten staat gezelligheid en ontspanning voorop, waarbij wel enigszins op de kosten wordt gelet. Een braderie of rommelmarkt past goed in dat plaatje. Recreanten in de gele belevingswereld zijn echte levensgenieters die ook graag samen met anderen actief en sportief recreëren. Kosten spelen daarbij minder een rol. Recreatief winkelen behoort tot de favoriete bezigheden. Aqua staat voor ingetogen rustzoekers, die zich verdiepen in cultuur en houden van sportieve, maar ontspannende activiteiten, zoals wandelen, fietsen en activiteiten die je fit houden. ‘Lime’en ‘geel’ past meer bij gezinnen met kinderen, ‘aqua’ eerder bij 50+ (veelal ‘empty nesters’). Gezien de bevolkingsontwikkeling in Amersfoort zal in de komende tien jaar meer vraag zijn naar voorzieningen voor de ‘aqua-recreant’.
17
De toekomst van recreatie om de stad, Onderzoek naar de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan recreatiemogelijkheden in de Provincie Utrecht, 2011. Uitgevoerd door Kenniscentrum Recreatie in opdracht van de provincie Utrecht.
32
Vrijetijdsmonitor 2010
3.5
Waterrecreatie in en om Amersfoort
Vier op de tien Amersfoorters doet aan waterrecreatie Amersfoort en omgeving bieden veel mogelijkheden op het gebied van waterrecreatie. Men kan zwemmen in één van de zwembaden, zwemmen of zonnen bij het Henschotermeer of naar het strand gaan bij één van de randmeren. Ook beschikken sommige wijken, als Kattenbroek en Nieuwland over een eigen strandje. Verder zijn er tal van mogelijkheden om te varen of te vissen. Diverse kanalen, meertjes en andere binnenwateren bieden daarvoor faciliteiten. Op de vraag of men in de afgelopen twaalf maanden wel eens recreatief gezwommen heeft of op een andere manier aan waterrecreatie heeft gedaan in Amersfoort of in de omgeving antwoordt bijna 40% bevestigend. Deze recreanten hebben dat gemiddeld 9 keer gedaan in de afgelopen 12 maanden. Henschotermeer meest bezocht Op de vraag waar men aan waterrecreatie heeft gedaan, noemde 12% één van de drie overdekte zwembaden in Amersfoort en 11% het Bosbad. Een zwembad in de regio werd door 9% van de Amersfoorters genoemd. Hiervan is Leusden (Octopus) het meest genoemd, gevolgd door Nijkerk/Hoevelaken, Bunschoten, Zeewolde (Eemhof), Putten, Soest, Utrecht/Zeist en Baarn. Een strandje binnen Amersfoort, zoals bij Emiclaer in Kattenbroek of in Nieuwland, werd door 2% van de Amersfoorters bezocht. De grootste trekpleister voor waterrecreanten vormde het Henschotermeer dat door 14% van de Amersfoorters is bezocht.18 De randmeren werden door één op de tien Amersfoorters bezocht en 9% vond zijn bestemming bij een ander water in Amersfoort of de regio. Bij deze andere wateren noemt men vooral de Eem, de rivier die met name gebruikt wordt door roeiers en kanoërs (via bijvoorbeeld roeivereniging Hemus of kanovereniging Keistad). Verder wordt het strand bij recreatiegebied Zeumeren (bij Voorthuizen) genoemd en het randmeer bij Bunschoten, Nijkerk en Zeewolde. Zo noemt men enkele keren het Erkemedestrand in Flevoland, waar honden zijn toegestaan. Ook noemt men vaak een camping in de regio waar men regelmatig komt, zoals Overbos bij Hoevelaken. Incidenteel noemt men de Amersfoortse grachten, het Valleikanaal of strand Horst. Waar heeft u in de afgelopen 12 maanden op of bij het water gerecreëerd? een overdekt zwembad in Amersfoort het Bosbad in Amersfoort een zwembad in de regio een strandje in Amersfoort Henschotermeer Eemmeer of Veluwemeer een ander water in de regio 0%
2%
4%
6%
8%
10% 12% 14% 16%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
18
Uit een recent onderzoek door de Grontmij bleek dat het Henschotermeer in 2010 235.000 bezoekers trok, waarvan 15% afkomstig was uit Amersfoort. Dit zijn circa 35.000 kinderen en volwassenen.
Vrijetijdsmonitor 2010
33
Eén op de vijf wil strandje in de buurt Het lokale recreatiebeleid is erop gericht om Amersfoorters zoveel mogelijk binnen de gemeentegrenzen of directe omgeving te laten recreëren. In het onderzoek is daarom gevraagd of men vindt dat er voldoende mogelijkheden zijn om te zwemmen of op en bij het water te recreëren. Bijna tweederde van de Amersfoorters (65%) heeft geen behoefte aan extra faciliteiten voor waterrecreatie in Amersfoort of de directe omgeving; 21% mist een natuurwater (met strand) en 13% zou graag (nog) een zwembad willen in hun wijk of stad.19 Onder ‘anders namelijk’ lichten zij hun wensen vaak toe. Mensen die een zwembad willen, opteren voor een buitenbad of (overdekt) subtropisch zwembad, een wedstrijdbad (of een bad waar men de ruimte heeft om banen te trekken), een zwembad (zwemtijden) voor vrouwen, meer toezicht of kortere wachtlijsten voor zwemles. Mensen die een natuurwater missen lichten hun wens toe met opmerkingen als: een plek waar je met je hond kunt zwemmen, een naturistenstrand, een mooi rustig viswater of een stil natuurwater zonder strand. Onder de overige wensen noemt men bijvoorbeeld een sauna.
3.6
Toekomstige behoefte aan waterrecreatie
Groot tekort aan zwemwater in Amersfoort Het Kenniscentrum Recreatie heeft onlangs de behoefte aan zwemwater doorgerekend voor de provincie Utrecht.20 Daaruit blijkt dat het tekort aan open zwemwater ‘zeer groot’ is in Amersfoort. Bij deze berekening zijn de openlucht zwembaden buiten beschouwing gelaten en is verondersteld dat het Henschotermeer en de Randmeren weliswaar een behoorlijke capaciteit bieden, maar dat de afstand zodanig is dat ze voor veel waterrecreanten uit Amersfoort geen alternatief vormen.21 Als de zwembaden in de openlucht wel worden meegenomen in de behoeftebepaling, dan daalt het tekort in Amersfoort aanzienlijk, omdat het Bosbad Birkhoven over een capaciteit beschikt van circa 4.500 bezoekers. Maar ook dan blijft het tekort in met name Amersfoort groot. Dit tekort zal alleen maar verder toenemen met het oog op de verwachte bevolkingsgroei. Het Kenniscentrum doet daarom de aanbeveling om meer officiële zwemwaterlocaties te realiseren in met name Amersfoort, Utrecht en Veenendaal binnen een straal van 5 kilometer en zorg ervoor dat deze locaties kwalitatief goed, veilig en toegankelijk zijn.
3.7
Wensen op het gebied van openlucht recreatie
Overgrote deel tevreden over recreatiemogelijkheden Op de vraag wat men vindt van de mogelijkheden voor openlucht recreatie in en om Amersfoort antwoordt het grootste deel, circa 73%, tevreden te zijn en 11% is niet (zo) tevreden. In 2006 bleek nog 71% tevreden en 8% minder tevreden te zijn. Zowel het aandeel mensen dat tevreden is als het aandeel dat niet (zo) tevreden is, is licht toegenomen. Zie tabel 5. De reden dat men iets kritischer is dan in de voorgaande onderzoeken kan samenhangen met het feit dat in de laatste monitor speciaal vragen over de zwemmogelijkheden in en om Amersfoort zijn toegevoegd. Hierdoor is de vraag meer bekeken vanuit het perspectief van het zwemmen. En juist over de zwemfaciliteiten in de regio zijn relatief veel opmerkingen gemaakt. Tot slot is er nog een aandeel dat ‘onvoldoende op de hoogte is’ van het recreatieaanbod. Dit aandeel is gedaald van 21% naar 16%. Dit kan erop duiden dat de informatievoorziening (wandelroutes, kaartmateriaal, bewegwijzering en dergelijke) sinds 2006 verbeterd is. 19
Zo’n 5% wil ‘iets anders’, maar uit de analyse blijkt dat het vooral gaat om mensen die een zwembad of natuurwater willen, maar daarbij specifieke wensen hebben. 20 Kenniscentrum Recreatie: Behoefte zwemwater provincie Utrecht, 2011 21 De berekening is gebaseerd op ‘topdagen’, waarbij een deelname van 10% van de bevolking is verondersteld. De bereidheid om voor waterrecreatie te reizen neemt af met de afstand. Voor het Henschotermeer (circa 10 km van het centrum van Amersfoort) geldt dat nog slechts 30% van de Amersfoorters bereid is deze afstand te overbruggen.
34
Vrijetijdsmonitor 2010
Tabel 5
Wat vindt u van de mogelijkheden om buiten te recreëren in en om Amersfoort?
tevreden niet (zo) tevreden n.v.t. (ben daar onvoldoende van op de hoogte) totaal van de antwoorden
2003
2006
2010
73% 8% 19%
71% 8% 21%
73% 11% 16%
100%
100%
100%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2003, 2006 en 2010
Veel lof over variatie in landschappen en gebruiksmogelijkheden Men kon zijn antwoord of men al dan niet tevreden was over het aanbod nader toelichten. De open vraag leverde ruim 480 antwoorden op. Zo’n 200 antwoorden (42%) waren uitsluitend positief. Veel opmerkingen gaan over de gevarieerde landschappen die Amersfoort en omgeving te bieden hebben. “Bos, polder, water, heide: alles is er op fiets- of loopafstand.” “Ik vind dat Amersfoort een mooie stad is om buiten te recreëren, mooie natuur, heerlijk.” “Voor iedere leeftijd is er iets: fietspaden, skateplekken, parken om te vliegeren of te picknicken.” “De omgeving wordt steeds meer verrijkt met afwisselende en goed gemarkeerde klompenpaden.” “We hebben toch een heerlijk Bosbad tot onze beschikking voor als het te heet is buiten.” Kritiek op zwemfaciliteiten Bijna eenvijfde van de opmerkingen (circa 90) heeft betrekking op de mogelijkheden om te zwemmen in en om de stad. Vaak wordt gewezen op de behoefte aan een nieuw (binnen- of buiten)zwembad of renovatie van het Sportfondsenbad, omdat dit bad in slechte staat zou verkeren. Het Bosbad voldoet, maar wordt vaak op warme zondagen als te druk ervaren. Ook klaagt men soms over de overlast van jongeren. Sommige bewoners vinden het huidige aanbod prima, maar hebben kritiek op de openingstijden of hebben behoefte aan een warm babybad. Ook zijn er wensen als een zwembad met glijbanen of sauna. Veel opmerkingen gaan over zwemwater met strand. Men maakt graag gebruik van het Henschotermeer of van andere (rand)meren in de regio. Maar de afstand per fiets vindt men soms een probleem. Anderen vinden de kosten voor het parkeren van de auto bij het Henschotermeer te hoog of de parkeercapaciteit te laag. Er zouden meer strandjes, zoals destijds tijdelijk in Vathorst, mogen komen. Wel vragen sommigen zich af hoe schoon dergelijke (stads)wateren zijn (“kan ik die strandjes wel vertrouwen met al die verhalen over blauwalg tegenwoordig?”). Zie verder de vorige paragraaf. Andere voorzieningen die men mist Ongeveer 50 opmerkingen (10%) gaan over uiteenlopende zaken die men als recreant mist in de buitengebieden. Dat gaat dan over een ijsbaan, een golfbaan, meer routes geschikt voor gebruikers van rolstoel of scootmobiel, een plek voor wildrecreatie, een indoorspeeltuin, een plek om de hond los te laten lopen, meer “pittoreske rustpunten waar je iets kunt eten of drinken”, meer prullenbakken, bankjes of een betere bewegwijzering. Behoefte aan rust en reinheid Zo’n 40 opmerkingen (8%) gaan over de toenemende drukte in de recreatiegebieden en de angst dat er natuur of recreatiegroen verdwijnt. Of men stoort zich aan de rommel die mensen achterlaten, de de herrie die men maakt en vooral aan de hondenpoep. “Amersfoort groeit: de mogelijkheden worden daardoor beperkt. Op een mooie (zon)dag kan je over de hoofden van de mensen heenlopen.” “De bossen zijn te klein voor een goede wandeling of je moet je hond aangelijnd houden.” Vrijetijdsmonitor 2010
35
“Bos verdwijnt sluipend in zuid, zoals bijvoorbeeld met de uitbreiding van het dierenpark.” “Overal ligt hondenpoep, zelfs in de bossen en duinen en dat is vooral vervelend als je spelende kinderen hebt.” De overige opmerkingen, in totaal zo’n 80, hebben vooral betrekking op de persoonlijke omstandigheden van de respondenten en hun recreatiegedrag. Ze zijn hier verder buiten beschouwing gelaten.
3.8
Wensen en suggesties per recreatiegebied
In het begin van dit hoofdstuk zijn vijf recreatiegebieden binnen Amersfoort en drie in de omgeving van Amersfoort onderscheiden. Per recreatiegebied kon men aangeven wat men in dit gebied mist: wat zou er moeten veranderen in dit gebied of naar dit gebied toe?22 Dit leverde in totaal ongeveer 300 opmerkingen op. Hierna zal per recreatiegebied de essentie van de opmerkingen worden beschreven. Stadspark Schothorst: aandacht voor veiligheid In totaal zijn 56 opmerkingen gemaakt over dit park. Een kwart van de opmerkingen gaat over veiligheid en de overlast van hangjongeren: vooral in de avonduren voelt niet iedereen zich er veilig en dit houdt ongetwijfeld verband met enkele incidenten die in het verleden plaatsvonden. Daarmee samenhangend noemt men de overlast van jongeren, intimiderend gedrag en vooral de rommel die zij achterlaten. Zo’n 12 opmerkingen (21%) gaan over honden en hondenpoep. De meesten storen zich aan de hondenpoep en ijveren voor meer controle en hondenpoepbakken. Anderen (dat wil zeggen de hondenbezitters) willen juist meer uitlaatgebied en willen dat het strandje weer opengesteld wordt voor honden. Meerdere gebruikers van het park pleiten voor extra bankjes (“omdat ik niet zo goed ter been ben”), meer prullenbakken en een plek waar je iets kunt drinken. Andere bezoekers pleiten voor meer rust en minder evenementen. Andere incidenteel genoemde wensen zijn: bredere fietsroutes; betere verlichting van de fietspaden (in verband met de veiligheid); hectometerpalen voor fietsers en trimmers; meer wilde natuur; meer georganiseerde activiteiten voor de jeugd, de aanleg van een kunstgrasveld; beter onderhoud van materialen (vooral prullenbakken die nog wel eens het doelwit zijn van vandalisme) en wandelpaden. “De waterpomp in de natuurspeelplek was een geweldige attractie voor kinderen. Jammer dat die snel kapot gaat.” Waterwingebied: behoefte aan voorzieningen Het Waterwingebied tussen Liendert en Rustenburg levert zo’n 18 opmerkingen op. Twee soorten opmerkingen voeren de boventoon. Enerzijds is er behoefte aan meer veiligheid (“als vrouw alleen ga ik er niet graag heen, omdat het niet veilig voelt; er is veel hangjeugd”). Anderzijds mist men voorzieningen als picknicktafels, bankjes, meer verlichting, speeltoestellen voor kinderen. Het gebied oogt armoedig (“meer aandacht voor vormgeving”, “geasfalteerde paden zitten vol gevaarlijke richels”). Er zijn overigens al plannen om het gebied op te knappen. Een enkeling pleit voor een verbod op fietsers of wil dat het gebied blijft zoals het is. Park Randenbroek/Heiligenbergerbeekdal: toe aan opknapbeurt Op dit moment wordt een nieuw plan ontwikkeld om dit park en het aangrenzende beekdal te vernieuwen. Veel van de 18 opmerkingen staan in het teken van deze renovatie. Dat wil zeggen dat men aandacht wil voor beter onderhoud (“er is veel begroeiing op de paden”, “er groeien veel brandnetels”, “de lelijke gele verf op de hekken vervangen door goudverf”) of men wil er specifieke voorzieningen (“mooie grote bloempotten op de weg”, “een mooi terras in de zomer en een
22
Deze vragen zijn alleen gesteld in de internetversie, omdat dit in de schriftelijke vragenlijst niet mogelijk was. De vraag werd alleen gesteld als men dat gebied in de afgelopen 12 maanden wel eens bezocht had.
36
Vrijetijdsmonitor 2010
theehuis”, “horeca”, “meer banken en prullenbakken”, “het nieuwe bakstenen glasvezelstation (?) beplanten”, “activiteiten voor jongeren” en “(…) kunst en natuur met elkaar vervlechten”). Ook in dit park vraagt men aandacht voor veiligheid en “verder niet teveel veranderen: de natuur is al mooi genoeg”. Hoogland-West: wel of geen golfbaan? De 44 suggesties die bezoekers doen staan vooral in het teken van de plannen om er een golfbaan aan te leggen. Vijf bezoekers zeggen uit te kijken naar de golfbaan die er gepland is. Daar staan 11 opmerkingen tegenover waarin gepleit wordt het gebied te behouden zoals het is. Vaak voegen ze er expliciet aan toe dat ze geen golfbaan willen, dat ze het agrarisch willen laten of dat grootschalige bebouwing, zoals bij Smink, vermeden moet worden (“houd Hoogland-West groen”).23 Diverse bezoekers zouden willen dat er het autoverkeer wordt teruggedrongen of dat er snelheidsbeperkende maatregelen genomen worden (“je wordt al wandelend voortdurend van de weg gereden door autoverkeer”). Ook zijn er diverse pleidooien voor een betere ontsluiting van het gebied voor wandelaars en fietsers, vooral het gebied langs de Eem, voor “betere bewegwijzering en duidelijker aangeven wat er te doen is” en “meer uitgezette wandelroutes”. Verder ziet men graag meer bankjes en bijvoorbeeld een trimbaan voor joggers. Bos in Amersfoort-Zuid: meer aandacht voor honden(poep) Het bos in Amersfoort-Zuid met de deelgebieden Birkhoven, Bokkeduinen, Klein Zwitserland en Nimmerdor levert zo’n 40 suggesties ter verbetering op. Veel bezoekers klagen over de overlast van loslopende honden en hondenpoep (“we noemen Birkhoven het poepbos” en “graag meer prullenbakken voor hondenpoep”). Het wordt daarnaast vooral gebruikt door mountainbikers. Men pleit voor meer uitgezette routes (“nu gaan ze vaak kriskras over gewone paden”) en betere bewegwijzering voor fietsers en wandelaars. Enkele bezoekers zouden liefst een verbod zien voor de mountainbikers. Verder ziet men graag meer speelplekken voor kinderen, uitdagingen voor kinderen met bijvoorbeeld een speurtocht, bankjes, een horecagelegenheid, een “fatsoenlijk parkeerterrein bij Birkhoven”, meer variatie in het groen en beter onderhoud. Bos ten zuiden en westen van Amersfoort: verder ontwikkelen als fiets- en wandelgebied Het bosgebied ten zuiden en westen van Amersfoort omvat onder meer Den Treek, Henschoten, Austerlitz, Soestduinen en Lage Vuursche. Behalve bos gaat het om een duinlandschap. De ongeveer 45 suggesties die men doet in het onderzoek laten zien dat het gebied zowel door wandelaars als fietsers (en mountainbikers) intensief gebruikt wordt. Ook hier gaat het vaak om tegenstrijdige belangen. Mountainbikers zouden graag over meer mogelijkheden en uitgezette paden willen beschikken. Wandelaars zien hun rol liever teruggedrongen of pleiten voor een betere scheiding van fiets- en wandelroutes. Zowel fietsers als wandelaars vragen om goede bewegwijzering (ook de route ernaartoe) en uitgezette routes. Fietspaden zijn vaak slecht (boomwortels in het asfalt). Verder heeft men behoefte aan betere parkeerplekken (“een goed geëgaliseerd parkeerterrein aan de Paradijsweg/Dodeweg”), bankjes, prullenbakken en horeca in het gebied. Gelderse Vallei: breder fietspad langs Valleikanaal Dit gebied ten oosten van Amersfoort, van Nijkerk tot aan Woudenberg en Scherpenzeel, wordt vooral gebruikt door fietsers. In het bijzonder de route langs het Valleikanaal wordt gewaardeerd al noemen meerdere mensen het fietspad te smal en stoort men zich soms aan het omgevingslawaai van de A28. Er is verder ook hier behoefte aan meer bankjes, een picknickplek en betere bewegwijzering.
23
Inmiddels heeft de Raad in november 2010 ingestemd met het Bestemmingsplan Hoogland-West, waarmee de ontwikkeling van een golfbaan met 9 holes, een drivingrange en een indoorbaan mogelijk wordt gemaakt.
Vrijetijdsmonitor 2010
37
Eempolder: fietsen en wandelen langs de Eem De Eempolder, globaal het gebied tussen Baarn/Eemnes en Nijkerk, wordt vooral gebruikt door fietsers, maar heeft ook goede mogelijkheden voor wandelaars en watersporters. Veel van de circa 25 opmerkingen gaan over de wens om goed ontsloten fiets- en wandelpaden te krijgen met name langs de Eem. Bewoners van Vathorst pleiten voor een betere verbinding naar de Arkemheense polder voor fietsers en watersporters (“het zou werkelijk fantastisch zijn als je kan varen van Vathorst naar de randmeren”). Verder zou men het waarderen als er meer bankjes, picknickmogelijkheden, “bordjes met uitleg over de natuur en de geschiedenis van het gebied” en rolstoeltoegankelijke wandelpaden zouden zijn.
38
Vrijetijdsmonitor 2010
4.
Evenementen en activiteiten
Amersfoort telt een groot aantal jaarlijkse of doorlopende evenementen en activiteiten in de openlucht. Van de doorlopende activititeiten zijn de rondvaarten van de Waterlijn het meest bezocht. Van de jaarlijkse evenementen trekken Dias Latinos en het Jazzfestival de meeste bezoekers. Driekwart van de Amersfoorters is tevreden over het aanbod aan evenementen en openlucht activiteiten in de stad. Dat was in 2006 nog 72%. Men roemt vooral het grote aanbod en de variatie aan evenementen. De gemiddelde waardering van de evenementen en activiteiten steeg van een 7,4 naar een 7,6. Het dorpsfeest en de carnavalsoptocht in Hoogland, Dias Latinos en Waterlijn oogsten de meeste waardering (gemiddeld een 8).
4.1
Inleiding
De gemeente Amersfoort wil de toeristische aantrekkelijkheid van de stad versterken en er meer bekendheid aan geven. Culturele evenementen en openlucht activiteiten dragen als laagdrempelige voorzieningen bij aan de cultuurdeelname en de levendigheid van de (binnen)stad. Evenementen geven de stad ook een financiële impuls. In het beleid is aangegeven dat de zichtbaarheid en bekendheid van de evenementen vergroot kan worden. De gemeente richt zich vooral op activiteiten die behalve door toeristen ook door eigen inwoners worden gewaardeerd. Daarom wil zij weten in hoeverre eigen inwoners de evenementen en openlucht activiteiten kennen, bezoeken en waarderen. De vragen vormen grotendeels een herhaling van het onderzoek uit 2006, waardoor een trend kan worden beschreven. Dit hoofdstuk geeft antwoord op de volgende vragen: 1. In hoeverre kennen, bezoeken en waarderen Amersfoorters de evenementen en openluchtactiviteiten in Amersfoort? 2. Wat vindt men in het algemeen van het aanbod aan evenementen en openlucht activiteiten in Amersfoort en wat zou men graag veranderd willen zien? Nieuw in het onderzoek is de vraag wat de economische effecten zijn van het bezoek aan een evenement, bioscoop of theater in de binnenstad. Met andere woorden in hoeverre profiteren de lokale horeca en winkeliers van dergelijke bezoeken? Hierop wordt in hoofdstuk 5 antwoord gegeven. Het beleid op het gebied van evenementen is beschreven in de visie Groenblauwe structuur en De Koers, structuurvisie voor 2030.
4.2
Bezoek aan en bekendheid van doorlopende activiteiten
In Amersfoort worden het hele jaar door diverse evenementen en toeristische activiteiten georganiseerd. Vooral het jubileumjaar, 2009 toen de stad zijn 750-jarig bestaan vierde, stond bol van de activiteiten. In dit onderzoek is gevraagd welke van de evenementen men kent en welke men bezocht heeft in 2010. Hierbij is onderscheid gemaakt naar evenementen die het hele jaar door plaatsvinden en die welke eenmalig of één keer per jaar worden gehouden. Vrijetijdsmonitor 2010
39
De lijst is niet volledig. Er zijn veel kleinere evenementen met veelal minder dan 1.000 bezoekers, die niet in het onderzoek zijn opgenomen. Doorlopende activiteiten: rondvaarten het meest bezocht We onderscheiden 9 evenementen die het hele jaar door of op meerdere momenten in de stad zijn gehouden. De activiteit die het meest bekend en bezocht is door Amersfoorters zijn de rondvaarten van de stichting Waterlijn. Van april tot november leiden vrijwilligers de passagiers op verschillende routes door de Amersfoortse grachten en de Heiligenbergerbeek. Bij tweederde van de Amersfoorters zijn de rondvaarten bekend en 27% heeft er ‘in de afgelopen 12 maanden’ ook wel eens gebruik van gemaakt. Dat komt neer op zo’n 28.000 volwassen passagiers uit Amersfoort.24 Bijna even bekend is de fietsboot over de Eem, maar deze trok wel veel minder passagiers in 2010: circa 12% van de volwassen Amersfoorters.25 Figuur 16
Bekendheid en bezoek van doorlopende activiteiten in Amersfoort rondvaarten Waterlijn
Snuffelmarkt op het Onze Lieve Vrouwe Kerkhof fietsboot om de Eem (Eemlijn) Kunst Kijk Route Historische zondagen (Levende historie) rondwandelingen door 't Gilde bekend: 2010 voorstellingen Theater Terras
bekend: 2006
kinder- en muziekvoorstelingen van Stadscarrousel
bezocht: 2010 bezocht: 2006
familievoorstellingen Openluchttheater bij het Bosbad 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Een andere grote publiekstrekker onder de doorlopende activiteiten is de Snuffelmarkt op het Onze Lieve Vrouwe Kerkhof: het hele jaar door op de eerste zaterdag van de maand en in de zomermaanden ook op de derde zaterdag. Eén op de vijf Amersfoorters is er in het afgelopen jaar wel eens geweest. Eén op de tien Amersfoorters bezocht de Kunst Kijk Route en eenzelfde aandeel bekeek de Historische zondagen, waarin Amersfoorts historie tot leven wordt gebracht. Heel bekend, maar iets minder bezocht door de eigen inwoners (7%) zijn de rondwandelingen van het Gilde door de historische binnenstad. De voorstellingen van het Theaterterras en de Stadscarrousel zijn minder bekend en trekken iets minder bezoek uit Amersfoort. Het minst bezocht (circa 4%), maar toch wel redelijk bekend zijn de familievoorstellingen in het Openluchttheater bij het Bosbad. 24
Feitelijk gaat het om bezoekers in de 12 maanden voorafgaand aan het veldwerk in oktober 2010. In de praktijk blijken mensen die een activiteit of evenement langer geleden hebben bezocht zich veelal ook als bezoeker te beschouwen. De bezoekersaantallen zijn door dit zogenaamde telescoopeffect vaak hoger dan in werkelijkheid. Waterlijn registreerde zelf voor 2010 circa 47.000 passagiers. Iets meer dan de helft van de 15.000 reserveringen is geregeld door Amersfoorters. 25 In de tekst wordt meestal alleen het aandeel (%) bezoekers genoemd. Op een totaal van circa 104.000 volwassen Amersfoorters betekent een bezoekersaandeel van 12% dat hier ruim 12.000 Amersfoortse volwassenen op af kwamen.
40
Vrijetijdsmonitor 2010
Hierbij moet opgemerkt worden dat met name de Stadscarrousel en het Openluchttheater gericht zijn op kinderen. De volwassenen die er komen zijn dus vooral ouders die deze kinderen begeleiden. In het algemeen geldt dat de genoemde voorstellingen en activiteiten vooral een toeristische trekpleister vormen voor de stad en dat de bezoekers vaak van buiten Amersfoort komen. Met name voor de rondwandelingen van ’t Gilde en de rondvaarten van Waterlijn geldt dat een belangrijk deel van de deelnemers van buiten de stad komen.26 Sinds 2006 meer publiek Bij zes van de negen activiteiten is de bekendheid en het aantal bezoekers/deelnemers sinds 2006 toegenomen: de Snuffelmarkt, de Eemlijn, de Kunst Kijk Route en de voorstellingen van het Theater Terras, van de Stadscarrousel en van het Openluchttheater bij het Bosbad. De rondwandelingen door ’t Gilde lijken iets minder bekend, maar dat kan komen doordat in 2006 gesproken werd van ‘rondleiding door de binnenstad’. Het aantal deelnemers uit Amersfoort is wel toegenomen. De rondvaarten van Waterlijn en de Historische Zondagen bleven qua bekendheid en bezoek ongeveer gelijk.
4.3
Bekendheid en bezoek aan jaarlijkse evenementen
Dias Latinos meest bezocht In de onderstaande figuur zijn tien evenementen onderscheiden die al langere tijd jaarlijks in Amersfoort worden georganiseerd. Figuur 17
Bekendheid en bezoek jaarlijkse evenementen in 2006 en 2010 Festival Dias Latinos (augustus)
Koninginnedagactiviteiten in binnenstad (april) Amersfoort Jazz festival (mei) Proef Amersfoort op De Hof (mei) Dorpsfeest Hoogland (september) carnavalsoptocht Hoogland (februari) Avondvierdaagse Amersfoort of Hoogland (mei/juni) bekend 2010
Torenpopfestival (juni)
bekend 2006
Open Monumentendag (september)
bezocht 2010
kermis Rubensstraat (mei)
bezocht 2006
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Twee evenementen doen qua populariteit weinig voor elkaar onder: het Jazzfestival en Dias Latinos. Deze evenementen zijn, evenals de activiteiten die rond Koninginnedag in de binnenstad worden georganiseerd, bekend bij ongeveer tweederde van de Amersfoorters en zijn door meer dan een kwart van de volwassen Amersfoorters (ofwel tussen de 27.000 en 30.000 bezoekers) bezocht. Bij het 26
Het Gilde registreerde in 2010 ruim 13.000 deelnemers, een kwart meer dan in 2007. 60% hiervan kwam van buiten de regio.
Vrijetijdsmonitor 2010
41
90%
Jazzfestival nam het aantal bezoekers het meest toe sinds 2006: van 22% naar 27%. Bij Dias Latinos en de activiteiten rond Koninginnedag bleef het aantal bezoekers uit deze stad ongeveer gelijk: rond de 29%.Drie andere evenementen zijn eveneens bij een ruime meerderheid van de Amersfoorters bekend, maar trekken iets minder bezoekers. Het gaat het Dorpsfeest en de carnavalsoptocht, beide in Hoogland, en Proef Amersfoort. Ongeveer één op de vijf Amersfoorters heeft deze evenementen in 2010 bezocht. De Avondvierdaagse in Hoogland en Amersfoort, één van de bekendste eenmalige evenementen, is door 16% van de volwassen Amersfoorters bezocht. Het Torenpopfestival van juni, Open Monumentendag en de kermis aan de Rubensstraat zijn evenementen die een meer specifiek publiek trekken. Het bezoekersaandeel varieert van 8% voor de kermis tot bijna 14% voor het Torenpopfestival. Vooral dit laatste festival kreeg meer bekendheid en trok in 2010 veel meer bezoekers dan in 2006.27 Wat verder opvalt is dat veel evenementen in 2010 minder bekend waren dan in 2006, maar dat dat niet leidde tot minder bezoekers. Verschillende factoren kunnen daarbij een rol spelen. Zo kan de bekendheid dalen door de aanwas van nieuwe inwoners (Vathorst!), terwijl het bezoek vooral fluctueert door de weersomstandigheden van dat moment. Veel nieuwe evenementen We onderscheiden verder 16 evenementen die nog niet in 2006 plaatsvonden of die nog zo klein waren dat er toen niet naar is gevraagd. Van deze evenementen/activiteiten is de ijsbaan op het Lieve Vrouwekerkhof het meest bekend (68%) en meest bezocht (22%). Het betreft een activiteit waar vooral jonge scholieren aan meedoen. De volwassenen die de ijsbaan hebben bezocht, zullen voor het grootste deel niet zelf op het ijs hebben gestaan, maar er als begeleidende ouder of toevallige passant toeschouwer van zijn geweest. De kermis van Hoogland28 en het verjaardagsfeest van Amersfoort (751-jaar stadsrechten) zijn door meer dan 10% van de volwassen Amersfoorters bezocht. Daarna volgt een aantal evenementen die bezocht zijn door tussen de 1% en 9% van de volwassen Amersfoorters (tussen de duizend en negenduizend bezoekers). Van deze evenementen zijn de Roze Week/Roze Zaterdag en het Highlands Bluesfestival het meest bekend. Een evenement als Allemaal Amersfoorts lijkt relatief onbekend en weinig bezocht, maar het is goed mogelijk dat het evenement dat voorheen bekend stond als ‘Familiedagen’ bezocht is door mensen zonder dat ze van de nieuwe naam op de hoogte waren. Zie figuur 18.
27
Veel van deze evenementen zijn vooral in trek bij een jonger publiek. In de Jongerensstadspeiling van mei 2010 is aan Amersfoortse jongeren van 10-22 jaar ook gevraagd naar bekendheid en bezoek van een aantal evenementen. Vooral de Avondvierdaagse, Koninginnedag en de kermis zijn door veel jongeren, circa één op de drie, bezocht. Maar ook Torenpop, het dancefestival Stadsgeluid en het dorpsfeest trokken relatief veel jongeren. 28 De kermis van 2010 vond plaats tijdens het veldwerk. Vandaar dat gevraagd is naar de kermis uit 2009.
42
Vrijetijdsmonitor 2010
Figuur 18
Nieuwe en/of in 2006 niet gemeten evenementen in 2010 ijsbaan Lieve Vrouwekerkhof (december) Kermis Hoogland (oktober 2009) Verjaardagsfeest 751 (juni) Vathorst Now! (september) NS Try Out festival (september/oktober) Roze week/ Roze zaterdag (juni) Lumineus Amersfoort (november) Stadsgeluid (juni) Global Village Summer festival (mei) Highlands blues- en rockfestival (juni) Spoffin: Multi-arts festival (augustus) Museumnacht (augustus) Poppen in het park (september) bekend
Willems Wondere Weiland (juli) Arteganza (juni)
bezocht
Allemaal Amersfoorts (juni) 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Jongeren kiezen deels voor ander vertier Ook in de Stadspeiling die in 2010 onder jongeren (10-22 jaar) is gehouden, is gevraagd naar het bezoek en de waardering van de evenementen. De jongere Amersfoorters bezochten vaker de kermis, het Torenpopfestival, Stadsgeluid, de Avondvierdaagse en het dorpsfeest Hoogland. Vooral het Jazzfestival werd minder door Amersfoortse jongeren bezocht.
4.4
Waardering van de evenementen
Alle evenementen krijgen een ruime voldoende De Amersfoorters die de evenementen hebben bezocht, hebben een rapportcijfer gegeven voor het betreffende evenement. Gemiddeld geeft men voor de 9 doorlopende evenementen een 7,6. In 2006 was dat nog een 7,4. Vooral de waardering van de familievoorstellingen van het Openluchttheater in het Bosbad is hoger: van 7,3 naar 7,8. Verder krijgen de voorstellingen van het Theater Terras, de Kunstkijkroute en de Eemlijn een hogere waardering. Voor de overige evenementen zijn de verschillen niet significant. De rondvaarten van de Waterlijn behouden hun hoogste score: een 8.
Vrijetijdsmonitor 2010
43
Figuur 19
Gemiddelde rapportcijfers doorlopende evenementen rondvaarten Waterlijn fietsboot op de Eem (Eemlijn)
familievoorstellingen Openluchttheater rondwandelingen door ‘t Gilde Kunst Kijk Route voorstellingen Theater Terras voorstellingen van Stadscarrousel Historische zondagen (Levende historie) Snuffelmarkt op OLV
2010 2006
totaal 6,5
7,0
7,5
8,0
8,5
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Jaarlijkse evenementen: Dorpsfeest Hoogland weer het best gewaardeerd De evenementen die in 2010 eenmaal zijn gehouden krijgen van het Amersfoortse publiek gemiddeld het rapportcijfer 7,5. Uitschieters naar boven, gemiddeld een 8, zijn het dorpsfeest Hoogland, de Carnavalsoptocht, eveneens in dit dorp, Festival Dias Latinos en de Open Monumentendag. Het evenement met de laagste score (gemiddeld een 6,5) is de kermis aan de Rubensstraat. Ook de kermis in Hoogland en NS Try Out Festival scoren onder de 7.29 Een aantal evenementen zijn ook gehouden in 2006. De rapportcijfers lagen destijds gemiddeld iets lager. Vooral de kermis aan de Rubensstraat (van 5,7 naar 6,5), de activiteiten rond Koninginnedag in de Binnenstad (van 6,6 naar 7) en de Avondvierdaagse (van 7,3 naar 7,8) kregen in 2010 een hogere waardering.
29
De festivals ‘Allemaal Amersfoorts’ en ‘Arteganza’ zijn niet genoemd, omdat het aantal bezoekers te laag was om de beoordeling betrouwbaar weer te geven.
44
Vrijetijdsmonitor 2010
Figuur 20
Rapportcijfers jaarlijkse evenementen totaal
Dorpsfeest Hoogland carnavalsoptocht Hoogland Festival Dias Latinos Open Monumentendag Verjaardagsfeest 751 Avondvierdaagse Amersfoort of Hoogland Willems Wondere Weiland Highlands blues- en rockfestival ijsbaan Lieve Vrouwekerkhof Amersfoort Jazz festival Spoffin: Multi-arts festival Lumineus Amersfoort Vathorst Now! Poppen in het park Proef Amersfoort op De Hof Torenpopfestival Stadsgeluid Roze week/ Roze zaterdag Museumnacht Global Village Summer festival Koninginnedagactiviteiten in binnenstad Kermis Hoogland
2010
NS Try Out festival 2006 kermis Rubensstraat 5,5
6,0
6,5
7,0
7,5
8,0
8,5
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Jongeren iets kritischer De waardering van de evenementen hangt deels samen met het publiek. Ouderen en vrouwen geven in het algemeen iets hogere rapportcijfers. Veel van deze evenementen zijn ook door jongeren bezocht en beoordeeld. De jonge bezoekers (leeftijd 10 tot en met 22 jaar) geven in het algemeen vergelijkbare rapportcijfers. Voor het Jazzfestival, Dias Latinos, de carnavalsoptocht en het dorpsfeest is het cijfer lager. Voor de kermis en Stadsgeluid geven de jongeren juist een hoger rapportcijfer.30
30
Zie Jongerenstadspeiling 2010, pag. 76. In dit onderzoek is de lijst van evenementen veel beperkter.
Vrijetijdsmonitor 2010
45
4.5
Tevredenheid over de evenementen
In de vorige paragraaf kwam de waardering van de afzonderlijke evenementen aan de orde. Hoe denken Amersfoorters in het algemeen over het aanbod aan evenementen en openlucht activiteiten in hun stad? In 2010 was 75% tevreden en 5% niet (zo) tevreden over het aanbod. De overige 20% was onvoldoende op de hoogte van het aanbod om er een oordeel over te kunnen geven. In vergelijking met 2006 en 2003 is men vaker tevreden, maar is men ook beter op de hoogte van het aanbod. Het aandeel Amersfoorters dat niet (zo) tevreden is daalde van 7% in 2003 naar 5% in 2006 en 2010. Figuur 21
Tevredenheid over evenementen en openlucht activiteiten in Amersfoort
2010 2006 2003 0%
10% tevreden
20%
30%
40%
niet (zo) tevreden
50%
60%
70%
80%
90%
100%
ik weet daar onvoldoende van
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Meer dan 600 reacties op Amersfoorts evenementenaanbod De vraag wat men vindt van het aanbod aan evenementen in Amersfoort kon men toelichten. Dit leverde maar liefst 621 reacties op. Iets meer dan de helft van de reacties (53%) was louter positief, 18% was neutraal, vaak in de vorm van een toelichting op de persoonlijke situatie en bijna 30% van de opmerkingen had een kritische ondertoon, vaak in combinatie met een compliment, of hield een suggestie ter verbetering in. Aanbod is groot en zeer divers De 330 opmerkingen die uitsluitend positief zijn over het aanbod van evenementen gaan vooral over het grote aantal evenementen en de grote variatie ervan, waardoor elke doelgroep wel iets van zijn gading vindt. “De evenementen zorgen voor een hele goede sfeer in onze prachtige binnenstad.” “Als nieuwe inwoner ben ik aangenaam verrast door het gevarieerde aanbod: voor alle leeftijden, op verschillende locaties en het hele jaar door!” “Er is altijd een leuke sfeer in de stad, en je kunt er makkelijk komen, met de bus, of de fiets, die je gratis kan parkeren.” “Voor zover ik aanwezig kon zijn was het zeer geslaagd! Door het ruime aanbod koester ik de wens om een tijdmachine te bouwen, om meer ruimte te creëren zodat ik alles mee kan maken.” “Er is teveel” Zo’n 40 Amersfoorters (6% van de opmerkingen) hebben als kanttekening dat het allemaal teveel is en dat het wel wat minder mag. Sommigen concluderen ook dat hierop best bezuinigd kan worden. “Er is zat te doen, ik vind het soms teveel van het goede. Het ene festival is geweest en dan staat de volgende alweer voor de deur.” “Er moet bezuinigd worden. Toch wordt er handenvol geld voor evenementen weggegeven.” De opmerkingen komen vooral van mensen die weinig of geen gebruik maken van het evenementenaanbod.
46
Vrijetijdsmonitor 2010
Aanbod niet voor iedereen passend Er zijn 45 opmerkingen gemaakt waarbij men juist vindt dat er te weinig is of dat het aanbod te eenzijdig is. Zo vindt men dat er te weinig is voor bepaalde doelgroepen als de jeugd of dat er voor bepaalde doelgroepen juist teveel is. “Liever meer kwaliteit dan veel, maar matige evenementen (artiesten)”, “Amersfoort heeft al een tekort, het aanbod van de feesten is te veel gericht op jongeren en popmuziek, er is in het aanbod geen rekening gehouden met mensen die klassieke muziek spelen/beluisteren, er is ook geen rekening gehouden met mensen die zondag naar de kerk gaan”. “Mogen van mij meer activtieiten komen voor jongeren, zoals stadgeluid”. Kritiek op een specifiek evenement Ongeveer 30 opmerkingen (5%) zijn kritisch over een specifiek evenement. Zo heeft men meerdere keren kritiek op Koninginnedag (“te saai” of “niet geschikt voor jongeren”) en op de route van de Avondvierdaagse (“mag meer gewisseld worden”, “s.v.p. meer door het centrum en AmersfoortZuid”). Over de ijsbaan in de binnenstad: “Waarom ligt die ijsbaan zo hoog, je ziet alleen maar reclameborden”. Over de evenementen in Stadspark Schothorst zijn de meningen verdeeld: “het is geen evenemententerrein, de omgeving heeft er last van” of “Ik vind het jammer dat sommige mensen een ander geen plezier gunnen, en klagen over geluidsoverlast.. dan moet je niet bij een evenemententerrein gaan wonen”. Men is niet blij met de verhuizing van Torenpop naar het Eemplein, men vindt Proef Amersfoort te elitair of miste in 2010 het Smartlappenfestival. Publiciteit kan beter Hoewel de Amersfoorters sinds 2006 beter op de hoogte zijn van het aanbod van de evenementen, zijn er ook kritische opmerkingen gemaakt over de publiciteit of liever het gebrek aan publiciteit. Ruim 5% van de opmerkingen (33) gaat hierover. “meestal kom ik er pas achter als het evenement al voorbij is” en “er mag meer reclame voor worden gemaakt, bijvoorbeeld met flyers”. Voor sommigen is de bezorging van huis-aan-huisbladen een probleem: “ik ontvang Stad Amersfoort en Amersfoort Nu vaak niet” of men mist informatie vanwege een ‘ja-neesticker’ op de deur. Overig commentaar: te druk, te duur, te weinig gespreid Er zijn eveneens 33 kritische opmerkingen gemaakt over andere zaken. Zo vindt men dat de evenementen beter gespreid mogen zijn in de tijd (“veel vindt in de zomermaanden plaats”) of naar locatie (“er zou meer in Vathorst georganiseerd mogen worden”). Men vindt sommige evenementen veel te druk, teveel overlast geven of te duur. Een bezoeker vindt dat “meer Amersfoortse iniatieven de kans moeten krijgen in plaats van buitenlandse groepen”. Een ander vindt dat het allemaal spannender en uitdagender mag. Overige opmerkingen Er zijn 118 opmerkingen gemaakt die meer in de persoonlijke sfeer liggen. Vaak gaat het om mensen die minder geïnteresseerd zijn in het evenementenaanbod of die er door tijdgebrek of vanwege beperkingen minder gebruik van maken dan ze zouden willen.
Vrijetijdsmonitor 2010
47
5.
Kunst en cultuur
De theaters en poppodium De Kelder trekken sinds 2006 meer bezoekers en ook het museumbezoek is, vooral door de komst van KadE, gestegen. Het aantal bezoekers van de bioscoop en de bibliotheek in Amersfoort loopt juist terug. De cultuurdeelname hangt vooral samen met het opleidingsniveau. Circa 45% van de Amersfoorters zou meer aan kunst en cultuur willen doen. Het is vooral tijdgebrek dat hen daarvan weerhoudt. De gratis huis-aan-huisbladen vormen de belangrijkste informatiebron om op de hoogte te blijven van het lokale cultuuraanbod. Bezoekers van een evenement in de binnenstad combineren dit vaak met winkelen of een bezoek aan de lokale horeca. Amersfoorters zijn sinds 2006 vaker tevreden over het lokale aanbod aan kunst en cultuur.
5.1
Inleiding
In ‘Nieuw Amersfoorts Peil: Nota voor het cultuurbeleid 2008-2015’ is een belangrijk uitgangspunt dat kunst en cultuur voor alle stadsbewoners toegankelijk is. De gemeente richt zich in het beleid op zowel het bezoeken van kunst en cultuur als het in verenigingsverband of via een cursus deelnemen hieraan. Ook via Citymarketing stimuleert de gemeente de bekendheid en het gebruik van de Amersfoortse vrijetijdsvoorzieningen. Dit doet zij onder andere via de festivalgids en de website van ‘Amersfoort Zomertijd’ en ‘Amersfoort Wintertijd’. De gemeente heeft voor de evaluatie en eventueel bijsturing van het cultuurbeleid behoefte aan herhaling van vragen uit de Vrijetijdsmonitor over de bekendheid en de deelname aan kunst en cultuur door Amersfoorters. Bezoekers van evenementen, musea en culturele voorstellingen dragen ook in economische zin bij aan de stad via bestedingen. Het onderzoek laat zien in hoeverre men een bezoek aan een cultureel uitstapje combineert met winkelen, café- of restaurantbezoek. De vragen in de Stadspeiling moeten vooral inzicht geven in de mate waarin Amersfoorters hun gedrag ten aanzien van cultuurbezoek en -beleving hebben gewijzigd sinds 2006. In dit onderzoek wordt hierbij in het bijzonder gekeken naar de cultuurparticipatie van inwoners van de zogenaamde prioriteitswijken. Onder deze inwoners is de cultuurdeelname namelijk relatief laag. De centrale vragen in dit deel van het onderzoek zijn: 1. Wat is de (actieve en passieve) deelname aan kunst en cultuur in Amersfoort en hoe ontwikkelt deze zich? 2. In hoeverre wijkt de cultuurdeelname in de prioriteitswijken af van de overige wijken in Amersfoort? 3. Wat is de bekendheid van de instellingen en organisaties op het gebied van kunst en cultuur en hoe laten Amersfoorters zich informeren over het lokale aanbod hiervan? 4. In hoeverre combineren Amersfoorters een bezoek aan een evenement, voorstelling of museum met winkelen of uitgaven aan een café of restaurant? 5. Hoe waardeert men het aanbod van kunst en cultuur in Amersfoort en welke belemmeringen ervaren Amersfoorters bij de deelname hieraan? In het onderzoek is een onderscheid gemaakt tussen (passieve) kunst- en cultuurconsumptie en actieve participatie van kunst en cultuur. Bij passieve cultuurdeelname gaat het om bezoek aan 48
Vrijetijdsmonitor 2010
bijvoorbeeld een bioscoop, theater of museum. Allereerst wordt in dit hoofdstuk aandacht gegeven aan de passieve cultuurdeelname en de positie die Amersfoort hierbij inneemt tussen andere steden.
5.2
Amersfoorts cultuuraanbod vergeleken met andere steden
Amersfoort heeft niet het culturele aanbod wat je van een stad van deze omvang zou mogen verwachten. Dat is althans de conclusie van De Atlas voor Gemeenten. Als 16e stad van Nederland scoort het matig qua aanbod aan concerten en theatervoorstellingen. En ook het aantal musea en grotere evenementen ligt onder het gemiddelde van de 50 grootste gemeenten. De lage positie op het aantal evenementen is moeilijk te rijmen met de grote tevredenheid die er onder de bewoners bestaat over het aanbod in Amersfoort. Wellicht komt dit doordat de stad veel kleinere evenementen telt, waarbij het geschatte bezoekersaantal onder de 5.000 ligt. Deze worden in de Atlas voor gemeenten niet meegerekend. Alleen wat betreft het aantal rijksmonumenten en de ‘culinaire kwaliteit’ doet Amersfoort het volgens het onderzoek van de Atlas beter dan gemiddeld. Tabel 6
Score van Amersfoort en het gemiddelde van de 50 grootste gemeenten Amersfoort
Amersfoort
50 steden
positie
score
score
theatervoorstellingen per 1000 inwoners
34
2,0
3,5
klassieke concerten per 1000 inwoners
26
0,4
0,7
popconcerten per 1000 inwoners
39
0,8
3,6
evenementen per 100.000 inwoners
29
17
20
musea (gewogen aantal)
23
3
6
aantal rijksmonumenten
16
438
430
culinaire kwaliteit van de stad 8 3,2 2,3 Bron: diverse bronnen uit 2009, bewerkt door Atlas voor Gemeenten 2010 Toelichting: de positie is de plaats die Amersfoort inneemt tussen de 50 grootste gemeenten. Voor evenementen is uitgegaan van evenementen met minimaal 5.000 bezoekers (bron: www.respons.nl). De culinaire kwaliteit is een samengestelde score op basis van kwalificaties van restaurants in de Michelingids en de Lekker.
5.3
Bezoek aan bioscoop, theater of museum
Cultuurlek voor muzikale optredens In 2010 bezocht 45% van de volwassen Amersfoorters wel eens een bioscoop of filmhuis in Amersfoort en 18% bekeek wel eens een film buiten de stad. Daaruit blijkt dat de Amersfoorter voor bioscoopbezoek vooral gericht is op de eigen stad. Ook de bezoekers van een voorstelling voor toneel zijn meer op Amersfoort georiënteerd dan daarbuiten: 15% om 8%. Voor cabaretvoorstellingen ligt de verhouding Amersfoort vs. niet-Amersfoort op 11% om 9%. Voor een musical, show of revue is men veel meer gericht op steden buiten Amersfoort: 8% bezocht deze in Amersfoort, terwijl 20% naar elders ging. Ook voor concerten voor klassieke muziek, pop, jazz, blues en houseparty’s is er sprake van een ‘cultuurlek’: Amersfoorters zijn voor muzikale optredens blijkbaar (iets) meer op andere gemeenten gericht: 7% van de Amersfoorters blijft voor klassieke muziek in de eigen stad en 10% gaat naar elders. Bij de pop-, blues- en jazzconcerten ligt eveneens het accent op optredens buiten de stad (15% om 17%). Bij dance en houseparty’s ligt de verhouding op 4% om 5%. Ook voor een museum of galerie gaat men eveneens vaker naar een andere stad.
Vrijetijdsmonitor 2010
49
Figuur 22
Bezoek aan culturele en kunstzinnige uitjes
toneelvoorstelling musical, show, revue
in Amersfoort: 2010
dans, balletvoorstelling
in Amersfoort: 2006 buiten Amersfoort: 2010
cabaret, kleinkunst
buiten Amersfoort: 2006
concert klassieke muziek pop-, jazz- of bluesconcert dance, houseparty bioscoop, filmhuis museum, galerie kunstuitleen kunstenaar, atelier 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2006 en 2010
Minder naar bioscoop, vaker naar toneel of danceparty in Amersfoort In vergelijking met 2006 is het aandeel inwoners dat in Amersfoort naar filmhuis of bioscoop gaat gedaald: van 52% naar 45%, terwijl het bioscoopbezoek buiten Amersfoort ongeveer gelijk gebleven is. Bioscoop en filmhuis zijn in het onderzoek als één categorie beschouwd, waardoor het niet mogelijk is het verschil tussen beide aan te geven. Maar het lijkt erop dat de geconstateerde daling vooral toe te rekenen is aan het bioscoopbezoek in Amersfoort. Filmhuis De Lieve Vrouw zag het bezoekersaantal sinds 2006 juist stijgen (zie volgende paragraaf). Het bezoek aan pop- en jazzconcerten buiten Amersfoort daalde sinds 2006: van 21% naar 17%. Het bezoek aan popconcerten in Amersfoort is vrijwel ongewijzigd gebleven (van 15% naar 14%).31 Toneelvoorstellingen werden in 2010 iets vaker bezocht in Amersfoort: het aandeel groeide van 13% naar 15%. Bij dance/houseparty’s is ook een verschuiving zichtbaar: meer bezoek in Amersfoort, minder daarbuiten. Festivals als het Stadsgeluid en de uitbreiding van De Kelder hebben daar zeker aan bijgedragen. Voor het overige zijn de verschuivingen sinds 2006 niet significant. Effectindicatoren voor cultuurbezoek In de gemeentebegroting zijn drie effectindicatoren opgenomen over de mate waarin Amersfoorters voorstellingen, concerten of musea in de eigen stad bezoeken (zie ook bijlage 2). Het percentage Amersfoorters dat een voorstelling voor toneel, musical, dans of cabaret heeft bezocht in de eigen stad bleef ongeveer gelijk: 25% in 2006 en 26% in 2010. De indicator ‘bezoekers aan museum of galerie in Amersfoort’ bleef eveneens vrijwel ongewijzigd: 17% in 2006 en 18% in 2010. Ook het percentage bezoekers van een Amersfoorts pop-, jazz- of klassiek concert bleef gelijk op 21%, maar door een gewijzigde omschrijving is dit percentage niet goed vergelijkbaar (zie hiervoor). 31
Een vergelijking voor deze concerten is slechts beperkt mogelijk door de gewijzigde vraagstelling. In 2010 was sprake van een pop-, jazz- of bluesconcert. In 2006 was in de omschrijving onderscheid gemaakt naar ‘popconcert of festival’ en ‘jazz/bluesconcert’. Verder vormde ‘concert klassieke muziek, opera en operette’ in 2010 één categorie, die in 2006 was opgesplitst.
50
Vrijetijdsmonitor 2010
Atelier, museum en houseparty levert de meest trouwe bezoekers op Als men wel eens naar de bioscoop of het filmhuis gaat, blijft het meestal niet bij die ene keer: in 2010 gingen de bioscoopbezoekers gemiddeld drie keer buiten Amersfoort en 3,8 keer in Amersfoort naar de film. Ook bezoekers van dance/houseparty’s en musea laten het meestal niet bij één bezoek: gemiddeld bezocht men deze gelegenheden drie keer in Amersfoort en vier keer daarbuiten. Amersfoorters die wel eens naar een kunstenaar/atelier gingen kwamen daar gemiddeld vijf keer buiten Amersfoort en 2,7 keer in Amersfoort. Voor de andere culturele voorstellingen en accommodaties ligt de bezoekfrequentie lager.
5.4
Geregistreerde bezoekersaantallen culturele instellingen
In de vorige paragraaf kwam aan de orde welk soort culturele bezoeken men in en buiten Amersfoort aflegde. Hier gaat het om de Amersfoortse instellingen zelf die bijdragen aan een kunstzinnig en cultureel klimaat. In hoeverre kent men ze en heeft men ze bezocht in de afgelopen 12 maanden? We beginnen echter met de bezoekersaantallen zoals deze door een aantal culturele instellingen in Amersfoort zelf zijn geregistreerd. De grootste publiekstrekker is theater en congrescentrum De Flint dat per jaar een kleine 100.000 bezoekers trekt . Opvallend is dat het aantal voor 2010 ongeveer 20% lager ligt. Sinds het seizoen 2009-2010 biedt de Flint mede in verband met bezuinigingen minder voorstellingen aan: een daling van 220 tot minder dan 200 per seizoen. Theater De Lieve Vrouw zit vooral in de lift sinds de verbouwing in 2007 en bereikte in 2010 een piek met een kleine 76.000 bezoekers. Poppodium De Kelder trok vooral na de verhuizing in 2007 naar het Eemkwartier veel meer bezoekers. Van de musea is Flehite de grootste publiekstrekker. Dit museum was van maart 2007 tot mei 2009 gesloten in verband met een ingrijpende verbouwing (waarbij ook asbest moest worden verwijderd). De bezoekers waren in die periode aangewezen op een noodlocatie in de Mannenzaal. Het bezoekersaantal van 2010 blijft achter bij dat van (het recordjaar) 2006 door het terugvallen van de evenementenmarkt en doordat de routing in het gebouw is aangepast, waardoor geen trouwerijen meer plaatsvinden in het gebouw. Het Mondriaanhuis geniet een stijgende belangstelling en in 2010 wist een recordaantal van bijna 15.000 bezoekers de weg erheen te vinden. Het Armandomuseum, dat na de brand in 2007 een groot deel van zijn collectie verloor en sindsdien tijdelijk is gevestigd in het Rietveldpaviljoen op de Zonnehof, kampte met een flinke afname van het aantal bezoekers. Tabel 7
Ontwikkeling van bezoek theaters, poppodium en musea 2006
2007
2008
2009
2010
De Flint
97.225
94.537
98.052
99.653
79.489
De Lieve Vrouw
54.636
verbouw
62.156
68.460
75.836
De Kelder
15.756
13.728
21.252
21.477
19.187
museum Flehite
41.412
26.435
16.000
24.000
33.874
Mondraanhuis
10.226
9.897
12.266
11.000
14.730
Armando/Zonnehof
12.830
11.000
-
4.000
5.000
-
-
-
24.000
32.000
KAdE
bron: eigen opgave van de betreffende theaters en musea
Nieuw in 2009 is KAdE, de kunsthal die tentoonstellingen organiseert op het gebied van (moderne) kunst, architectuur en design. Het gebouw dat nu nog gevestigd is in de Rijksdienst voor Cultureel Vrijetijdsmonitor 2010
51
Erfgoed aan de Eem en naar verwachting verhuist naar het nieuw te bouwen Eemhuis, trok in het openingsjaar meteen al 24.000 bezoekers.
5.5
Bekendheid en bezoek culturele instellingen
De bezoekersaantallen zoals ze door de culturele instellingen zelf zijn geregistreerd, wijken uiteraard af van het bezoek dat gemeten is in dit onderzoek. Bij de registraties gaat het om het totaal aantal bezoekers. Deze monitor beperkt zich tot een schatting van het aantal volwassen bezoekers uit Amersfoort. Theater De Flint: bekendst en meest bezocht; De Kelder snelste groeier Het stadstheater en congrescentrum De Flint is bekend bij 9 op de 10 Amersfoorters en 41% bracht er zelfs een bezoek in 2010. Iets minder bekend is theater De Lieve Vrouw (80%), dat door 27% van de Amersfoorters is bezocht. 32 Amersfoort-Noord heeft met De Kamers sinds enkele jaren zijn eigen theater: bekend bij de helft en bezocht door 11% van de Amersfoorters. Vergelijkbare aantallen scoort het Poppodium De Kelder, dat in 2007 is verhuisd naar het Eemkwartier (bij 56% bekend en door 10% bezocht). Jeugdoperahuis Holland Opera, voorheen bekend onder de naam Xynix, gevestigd in de Veerensmederij in het Soesterkwartier is bij 18% bekend. Voor een aantal instellingen is een vergelijking gemaakt met 2006. De bekendheid en het aantal bezoekers van poppodium De Kelder is, na de verhuizing naar het Eemkwartier, toegenomen. Ook de theaters De Flint en De Lieve Vrouw genoten iets meer bekendheid en bezoek. Vooral voor de Flint lijkt een toename van het aantal bezoekers in tegenspraak met de trend die men zelf aangeeft voor 2010 (zie tabel 7). Amersfoortse musea: wisselend aantal bezoekers Van de Amersfoortse musea trok Flehite veruit de meeste bezoekers. Ondanks de langdurige renovatie wist het in 2010 opnieuw circa 21% van de volwassen Amersfoorters naar zich toe te trekken. Het Mondriaanhuis werd bezocht door zo’n 12% van de Amersfoorters en het Armandomuseum, werd door 7% van de Amersfoorters bezocht. Nieuw in 2010 is KAdE, de kunsthal die tentoonstellingen organiseert op het gebied van (moderne) kunst, architectuur en design. Het gebouw dat nu nog gevestigd is in de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed aan de Eem en naar verwachting verhuist naar het nieuw te bouwen Eemhuis, was bij de helft van de Amersfoorters bekend en werd door 12% ook wel eens bezocht. Van de musea kreeg vooral het Mondriaanhuis meer bekendheid en bezoekers sinds 2006. Het Armandomuseum kreeg door de brand weliswaar veel publiciteit, maar door de verhuizing naar een tijdelijke locatie buiten het centrum (Rietveldpaviljoen op het Zonnehof), kwamen er ook minder bezoekers. Bibliotheek minder bezoekers, Archief even bekend Dan resten er nog drie culturele instellingen met een meer educatief karakter. De bibliotheek, Scholen in de Kunst en het Archief Eemland. De openbare bibliotheek met vestigingen in Zonnehof, Hoogland, Kruiskamp en Zielhorst is bekend bij 81% van de Amersfoorters en bezocht door 38%. Dit is iets minder dan in 2006 toen nog 43% van de volwassen inwoners de weg naar de bieb wisten te vinden. Deze ontwikkeling is ook in andere steden te zien en hangt onder meer samen met de verbeterde ontsluiting van informatie via internet.
32
In het onderzoek van oktober 2010 is gevraagd in hoeverre men ‘in de afgelopen 12 maanden wel eens de culturele instellingen heeft bezocht’. Strikt genomen gaat het dus over de periode van oktober 2009 tot oktober 2010. In de praktijk blijkt dat bezoekjes die langer geleden plaatsvonden ook vaak zijn aangekruist.
52
Vrijetijdsmonitor 2010
De Scholen in de Kunst, inclusief Muziekschool en Popschool, dat op een breed terrein cursussen aanbiedt, is bekend bij 52% van de Amersfoorters en is in 2010 bezocht door 12% van de volwassenen. Archief Eemland, voorheen Gemeentelijke archiefdienst, is bekend bij 32% van de Amersfoorters en is door 4% fysiek bezocht. Het Archief Eemland is via de website (www.archiefeemland.nl) goed ontsloten en is daarom niet afhankelijk van fysiek bezoek. Het Archief heeft in de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in een vernieuwde website en in nieuwe producten. Het aantal bezoekers aan de website is in de tussentijd met 25% gestegen. Opvallend is het daarom dat de bekendheid gelijk gebleven is (de daling van 34% in 2006 naar 32% in 2010 is niet significant). Dat de bekendheid van het Archief niet is gestegen kan te maken hebben de aangepaste omschrijving in het onderzoek.33 Figuur 23
Bekendheid van en bezoek aan culturele instellingen in Amersfoort theater De Flint
theater De Lieve Vrouw De Kamers Holland Opera poppodium De Kelder museum Flehite het Mondriaanhuis bekend 2010 kunsthal KAdE
bekend 2006
Armandomuseum
bezocht 2010
Scholen in de Kunst
bezocht 2006
Openbare Bibliotheek Archief Eemland 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2006 en 2010
5.6
Actieve deelname aan kunst en cultuur
Bij ‘actieve cultuurparticipatie’ gaat het om het zelf bezig zijn met muziek, toneel, dans, fotografie, schrijven of een andere creatieve expressievorm. Onderstaande figuur laat zien in hoeverre Amersfoorters zelf actief zijn op terreinen die we als kunst en cultuur kunnen beschouwen of beter gezegd, die een creatieve hobby beoefenen. Fotografie, film en digitale media meest beoefende hobby Veruit de belangrijkste creatieve hobby is fotografie, film, video of digitale media. Eén op de vijf Amersfoorters is daar in de afgelopen 12 maanden actief, maar ongeorganiseerd, mee bezig geweest. Daarnaast heeft ook nog zo’n 2% een cursus gevolgd op dit terrein of is (was) lid van een
33
In 2006 werd in de enquête gesproken van ‘het Stadsarchief’. Dit is een meer universele term die in meer steden wordt gehanteerd dan ‘het Archief Eemland’ waar in 2010 sprake van was. Deze naamswijziging verklaart wellicht waarom de bekendheid van het Archief niet is gestegen. Ook al is hier tussen haakjes ‘(Stadsarchief)’ aan toegevoegd. Daarnaast is het mogelijk dat men bij de beantwoording vooral aan de fysieke locatie denkt.
Vrijetijdsmonitor 2010
53
foto- of videoclub. Het aandeel is sinds 2006 ook toegenomen, maar dat heeft mogelijk vooral te maken met de toevoeging ‘digitale media’. Figuur 24
Aandeel Amersfoorters dat een creatieve hobby heeft of had
fotografie, film, digitale media: 2010 fotografie, film: 2006 muziekinstrument bespelen: 2010 zang, musical: 2010 muziek, zang, musical: 2006 tekenen, schilderen, boetseren: 2010 schilderen, beeldhouwen: 2006 schrijven van proza, poëzie: 2010 schrijven van proza, poëzie: 2006 dans, ballet: 2010 dans, ballet: 2006 toneel, theater: 2010 toneel, theater: 2006
volgt cursus of is lid van vereniging actief, niet georganiseerd
0%
5%
10%
15%
20%
25%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2006 en 2010 Toelichting: kunt u van de onderstaande voorbeelden aangeven of u daar de afgelopen 12 maanden zelf, dus actief, iets aan heeft gedaan? Sommige omschrijvingen zijn in 2010 aangepast, waardoor een vergelijking niet goed mogelijk is.
Actief in muziek ook belangrijk tijdverdrijf Het bespelen van een muziekinstrument wordt door ongeveer 13% van de volwassenen beoefend, waarvan 4% er ook lessen voor volgt of in een band speelt. Zang/musical heeft een aandeel van 8%, waarvan bijna de helft dit georganiseerd beoefend. Vaak zal het hier om deelname aan een koor gaan.34 Ongeveer 11% van de Amersfoorters was in het afgelopen jaar actief op het gebied van tekenen, schilderen, keramiek of boetseren, waarvan 3% dit deed via een vereniging of cursus. 35 Daarnaast is 5% actief (geweest) met het schrijven van proza of poëzie, eveneens zo’n 5% met dans of ballet en 4% met toneel of theater (al dan niet binnen cursus- of verenigingsverband). Ten opzichte van 2006 zijn de deelnamepercentages niet veranderd. 13% volgt een creatieve cursus of is lid van een vereniging In totaal blijkt 39% van de Amersfoorters op één of meer gebieden van de genoemde lijst actief te zijn in het afgelopen jaar en hiervan is (was) eenderde (13%) lid van een vereniging of volgt (volgde) lessen. Tweederde (ofwel 26% van alle Amersfoorters) was wel op één of meer gebieden actief, maar deed dat dus niet in georganiseerd verband. In 2006 was nog 35% actief, waarvan 12% ook via een cursus of vereniging. Gezien de aangepaste vraagstelling kunnen de percentages niet helemaal met elkaar worden vergeleken. Vrouwen zijn anders creatief Vrouwen blijken minstens twee keer zo vaak actief te zijn op gebied van zang, dans of tekenen/schilderen. Mannen zijn actiever op het gebied van fotografie en digitale media.
34
Net als bij fotografie etc. is het soms wenselijk om de omschrijving aan te passen, omdat het aanbod wijzigt. In 2006 was nog sprake van de categorie ‘muziek, zang, musical’. In 2010 is deze gesplitst in ‘muziekinstrument bespelen’ en ‘ zang, musical’. Dit verklaart voor een deel de verschillen met 2006. 35 Ook hier is in 2010 gekozen voor een aanpassing in de omschrijving, hetgeen de toename waarschijnlijk verklaart.
54
Vrijetijdsmonitor 2010
5.7
Cultuurparticipatie naar bevolkingskenmerken
Lage cultuurdeelname onder lager opgeleiden, allochtonen en in aandachtswijken Binnen de (Amersfoortse) bevolking zijn er grote verschillen in de mate waarin men culturele uitstapjes maakt. Om de verschillen in cultuurdeelname in kaart te brengen is uitgegaan van het aandeel volwassen Amersfoorters dat in 2010 minimaal één keer naar een voorstelling voor toneel, dans of cabaret, naar een muzikale voorstelling of concert of naar een museum is geweest.36 Dit gold voor 61% van de bevolking. In 2006 was het aandeel nog 59%, maar dit verschil is niet significant. Uit deze analyse blijkt verder dat het opleidingsniveau de belangrijkste verklarende variabele is voor cultuurparticipatie. Hoe hoger de opleiding, des te vaker gaat men de deur uit voor een cultureel uitstapje. Er is ook een significant verschil naar inkomensbron, etniciteit en stadsdeel, dat wil zeggen dat de cultuurdeelname (veel) lager is bij Amersfoorters zonder baan, senioren, niet-westerse stadsgenoten en mensen met een inkomen onder modaal. Maar deze verschillen worden deels weer verklaard door verschillen in opleidingsniveau. Figuur 25
Cultuurdeelname naar enkele bevolkingskenmerken in 2006 en 2010 totaal
geen/LO LBO/MAVO MBO/HAVO/VWO HBO/WO student baan werkloos huishouding WAO/AOW/VUT 2010
westers niet-westers
2006 aandachtswijk beheerwijk 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2006 en 2010
Gemiddeld aantal culturele uitstapjes: hoger in aandachtswijken Het cultuurbeleid is er ook op gericht de culturele achterstand van de inwoners in de aandachtswijken37 terug te dringen. Dat is in 2010 niet gelukt: de cultuurdeelname in deze wijken was 53% tegen 65% in de overige (zogenaamde beheer)wijken. Het verschil is sinds 2006 ook niet kleiner geworden. Je kunt de cultuurdeelname echter ook op een andere manier berekenen, namelijk door te kijken hoe vaak men gemiddeld een voorstelling voor toneel, dans of cabaret, een muzikale voorstelling of concert of een museum heeft bezocht. De Amersfoorters gingen gemiddeld 4,6 keer uit in 2010. Dat varieert van mensen die nooit uitgaan (39%) tot mensen die meerdere keren per week buiten de deur ‘cultuur opsnuiven’. Opvallend is dat de bewoners van de aandachtswijken gemiddeld 5 keer een cultureel uitstapje maakten tegen 4,4 keer in de beheerwijken. In de aandachtswijken doet men 36
Dit is inclusief pop-, blues- of jazzconcerten en danceparty’s, maar exclusief bezoek aan bioscoop of filmhuis. De bioscoop wordt meer beschouwd als breder volksvermaak. 37 Soesterkwartier, De Koppel, Kruiskamp, Liendert, Rustenburg, Randenbroek en Schuilenburg werden gerekend tot de zogenaamde aandachts- of prioriteitswijken. De overige wijken rekent men tot de ‘beheerwijken’.
Vrijetijdsmonitor 2010
55
minder aan cultuur, maar als men uitgaat, dan doet men dat veel vaker. Datzelfde geldt voor allochtonen. De niet-westerse Amersfoorters gaan – als ze wel eens uitgaan – vaker uit dan de Amersfoorters met een westerse achtergrond. Hun uitgaansgedrag richt zich meer op voorstellingen en concerten met populaire muziek en minder om klassieke concerten of museumbezoek. De verschillen in cultuurdeelname worden niet alleen verklaard door de mate van interesse voor cultuur. Ook tijdgebrek, problemen met de gezondheid of de hoge kosten kunnen leiden tot minder cultuurdeelname. Hierop gaat de volgende paragraaf verder in.
5.8
Belemmeringen om aan kunst en cultuur te doen
45% van de Amersfoorters zou meer aan cultuur willen doen Uit de vorige antwoorden blijkt dat er een substantieel aandeel Amersfoorters is dat niet of nauwelijks actief is op cultureel gebied. Dat wil zeggen dat men weinig of geen creatieve hobby’s beoefent en zelden concerten of musea bezoekt. Op de vraag “Zou u meer aan kunst en cultuur willen doen” antwoordt één op de drie Amersfoorters: “nee, daar interesseer ik me niet zo voor”. Circa 21% antwoordt: “nee, ik doe al genoeg”. De rest zou wel meer aan cultuur willen doen: 7% zou het liefst zelf actief willen zijn en 38% zou meer theaters, concerten, musea of ateliers willen bezoeken. In vergelijking met 2006 is daarin weinig veranderd. Anno 2010 geeft men iets vaker de voorkeur aan ‘passieve cultuurdeelname’ dat wil zeggen, dat men meer voorstellingen of tentoonstellingen zou willen bezoeken. Gebrek aan tijd en hoge kosten Aan de Amersfoorters die wel meer aan kunst en cultuur zouden willen doen (45%), is de vraag voorgelegd, wat hen daarvan weerhoudt. De belangrijkste reden die men opgeeft is tijdgebrek: 42% zou wel meer willen doen, maar heeft daar geen tijd voor. Een ander belangrijk argument vormen de kosten. In 2006 noemde nog 28% dit als reden om niet (vaker) uit te gaan of creatief bezig te zijn, in 2010 was dit gedaald naar 23%. Vaak heeft men geen bijzondere reden: zo noemt 36% ‘het komt er gewoon niet van’. Ook kunnen er allerlei praktische bezwaren zijn, zoals bijvoorbeeld het feit dat men kinderopvang moet regelen (16%). Zo’n 14% (in 2006 nog 10%) zegt onvoldoende te weten wat er te doen is. Mogelijk dat men door het grote aanbod minder goed weet waar men het moet zoeken. Andere redenen die genoemd zijn: ‘ik wil niet alleen gaan en ik ken niemand om mee samen te gaan’ of ‘er is te weinig aanbod in mijn smaak’. Figuur 26
Redenen om niet (meer) aan kunst en cultuur te doen te weinig tijd dat kost teveel geld
allerlei praktische bezwaren (kinderopvang) weet onvoldoende wat er te doen is 2010
ken geen mensen om mee te gaan te weinig aanbod naar mijn smaak
2006
er is te weinig in mijn buurt te doen geen bijzondere reden andere reden 0%
10%
20%
30%
40%
50%
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2006 en 2010 toelichting: men kon maximaal twee redenen opgeven. 56
Vrijetijdsmonitor 2010
5.9
Informatiekanalen
Er zijn diverse manieren om het lokale aanbod van uitgaan, kunst en cultuur bekend te maken. Naast mond-tot-mondreclame, zijn er kranten, folders, programmaboekjes en diverse websites die men kan raadplegen. Hoe laten Amersfoorters zich informeren over wat er speelt in hun stad? De vraag is gesteld aan de (62%) Amersfoorters die wel (enigszins) geïnteresseerd zijn in cultuur. Huis-aan-huisbladen en programmaboekjes: belangrijke informatiebronnen De belangrijkste informatiebron voor het lokale uitgaansleven en het aanbod voor kunst en cultuur blijven de gratis huis-aan-huisbladen: Stad Amersfoort, Amersfoort NU en eventuele wijkkranten. Ongeveer 71% van de cultuurgeïnteresseerde Amersfoorters laat zich hierdoor (onder andere) informeren. De reclame van mond tot mond via buren, familie, vrienden, kennissen en collega’s komen op de tweede plaats met 48%.38 Van de papieren informatiebronnen vormen verder vooral de programmaboekjes van de theaters en instellingen zelf een belangrijke en groeiende informatiebron: een aandeel van 46% in 2010 (en 39% in 2006). Het AD/De Amersfoortse Courant blijkt, ondanks een teruglopend aantal abonnees, een licht stijgend aandeel te hebben in de informatievoorziening: van 30% naar 34%. Een groeiend aandeel Amersfoorters laat zich op de website van een theater of instelling zelf informeren: van 25% naar 35%. Het programmaboekje of de website van ‘Amersfoort Zomertijd/Wintertijd’ werd door 15% van de Amersfoorters die iets met cultuur hebben, geraadpleegd. Deze bron lijkt vooral de plaats te hebben ingenomen van het boekje en de website “Uit in Amersfoort”.39 Deze zag het marktaandeel halveren (van 32% naar 15%). Eén op de tien Amersfoorters blijkt voor een vraag over uitgaan (ook) wel eens de lokale radio, tv of teletekst/teksttelevisie te raadplegen. Andere websites (zoals bijvoorbeeld www.CultuurUtrecht.nl), sociale media (Twitter, Hyves, Facebook) of AmersfoortMail spelen nauwelijks een rol in de informatievoorziening over culturele uitstapjes in deze stad. Figuur 27
Hoe stelt u zich op de hoogte over het lokale aanbod voor uitgaan, kunst en cultuur? huis-aan-huisbladen Amersfoortse Courant/ AD
programmaboekjes van de instellingen website van theater of instelling Amersfoort Zomertijd/Wintertijd boekje of website van 'Uit in Amersfoort' via andere websites lokale radio en tv/ teletekst, teksttv via buren, kennissen, familie, collega's…
2010
sociale media als Hyves of Twitter via AmersfoortMail
2006
ik ben daar niet van op de hoogte 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2006 en 2010 Selectie: Amersfoorters die zich voor kunst en cultuur interesseren. Men kon maximaal twee redenen opgeven.
38
Dit is veel meer dan in 2006, maar toen waren de vrienden en collega’s niet in de lijst opgenomen. De communicatiecampagne rond ‘Amersfoort Zomertijd/Wintertijd’ was ten tijde van het onderzoek krap één jaar actief. Het boekje ‘Uit in Amersfoort’ bestaat niet meer sinds eind 2010. 39
Vrijetijdsmonitor 2010
57
5.10
Economische effecten van culturele uitstapjes
De evenementen die in Amersfoort georganiseerd worden, maar ook het bezoek aan bioscoop, theater of museum zorgen niet alleen voor meer levendigheid in het stadsleven. Ze dragen ook in economische zin bij doordat bezoekers geld uitgeven: aan de activiteit zelf (bijv. een bioscoopkaartje) en aan consumpties in een horecagelegenheid. Ook kan men het uitstapje combineren met winkelbezoek. Evenementen leveren meeste op voor lokale ondernemers Als u voor een evenement naar de Amersfoortse binnenstad gaat, bezoekt u dan meestal ook een café, restaurant of winkel? Ongeveer 38% van de Amersfoortse evenementgangers combineert een evenementbezoek meestal met een cafébezoek, 18% combineert het meestal met een restaurant en de helft gaat dan meestal ook even winkelen in de binnenstad. Daar staat tegenover dat 27% (vrijwel) nooit naar een café of restaurant gaat als ze een evenement in de binnenstad bezoeken en 14% gaat bij zo’n uitstapje nooit winkelen. Ervan uitgaande dat meer dan 80% van de Amersfoorters jaarlijks wel eens één of ander evenement in de binnenstad bezoekt, waarvan de meesten dat vaker doen, kan gesteld worden dat de evenementen naast levendigheid ook een flinke financiële impuls geven aan de (kleine) middenstand. Plaatselijke ondernemers profiteren minder van bioscoop- of theaterbezoek Van de volwassen Amersfoorters ging in 2010 ongeveer de helft wel eens naar een bioscoop, theater of museum in de stad. Van deze Amersfoorters combineert 28% dit bezoek meestal met een gang naar het café, 15% gaat dan meestal ook winkelen en 14% combineert zo’n bezoek meestal met een etentje in een restaurant. Eén op de drie bezoekers gaat dan (vrijwel) nooit naar een horecagelegenheid en de helft zegt het niet te combineren met winkelen. Figuur 28
Economische effecten van culturele uitstapjes Combineert bezoek evenement in binnenstad met bezoek aan:
café restaurant winkel Combineert bezoek aan bioscoop, theater of museum met: café restaurant winkel 0%
10%
20% meestal
30%
40%
50%
af en toe
60%
70%
80%
90% 100%
(bijna) nooit
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Bioscoop- en theaterbezoekers maken dus minder gebruik van de diensten van een café of restaurant en combineren hun bezoek veel minder vaak met winkelen dan evenementgangers. Wat betreft eten en drinken ligt dit voor de hand: immers deze instellingen beschikken ook over een (beperkt) eigen aanbod van drank en hapjes. Ook de locatie speelt een rol: de evenementen in de binnenstad vinden vaak plaats op de pleinen (Hof, Groenmarkt, Lieve Vrouwekerkhof), waar zich ook veel horeca bevindt. De bioscoop, de theaters en de musea liggen vaak verder van de winkels en 58
Vrijetijdsmonitor 2010
horeca af. Dat evenementbezoekers veel vaker gaan winkelen hangt wellicht ook samen met het tijdstip: veel evenementen vinden (ook) overdag plaats als de winkels nog open zijn.
5.11
Tevredenheid over het aanbod van kunst en cultuur in Amersfoort
Wat vindt u van het aanbod van kunst en cultuur in Amersfoort? Deze vraag is gesteld aan de 66% van de Amersfoorters die geïnteresseerd zijn in kunst en cultuur. Het merendeel van deze mensen (65%) is tevreden over het lokale aanbod, 6% is niet (zo) tevreden en de overige 29% zegt dat niet te kunnen beoordelen, omdat ze er onvoldoende van af weten. In vergelijking met de vorige peilingen is de tevredenheid gestegen: van 61% naar 65%. Tegelijkertijd is het aandeel mensen dat ‘er onvoldoende van af weet’ iets gedaald: van 32% naar 29%. Men is anno 2010 dus beter op de hoogte van het aanbod. Het percentage Amersfoorters dat niet (zo) tevreden is bleef sinds 2006 ongeveer gelijk (van 7% naar 6%). Figuur 29
Wat vindt u van het aanbod van kunst en cultuur in Amersfoort?
2010 2006 2003 0%
10% tevreden
20%
30%
40%
niet (zo) tevreden
50%
60%
70%
80%
90%
100%
ik weet daar onvoldoende van
bron: O&S, Vrijetijdsmonitor 2010
Complimenten, klachten en suggesties over het kunstaanbod De Amersfoorters die de vraag over het aanbod aan kunst en cultuur in Amersfoort hebben beantwoord konden hun mening toelichten in een open vraag. Dit leverde in totaal 317 antwoorden op. Circa 40% van de antwoorden was uitsluitend positief; 30% had (ook) kritiek op het aanbod (programmering, accommodatie, kosten et cetera) en de overige antwoorden waren niet speciaal positief of negatief, maar geven vaak een toelichting op de persoonlijke situatie of de opmerkingen zijn niet relevant voor het onderzoek. “Aanbod is voldoende en gevarieerd” Circa 40% van de opmerkingen (in totaal 126) is uitsluitend positief over het aanbod aan kunst en cultuur in Amersfoort. "Er wordt voor alle leeftijden en op vele terreinen van alles georganiseerd”, “je krijgt voldoende informatie over wat er te doen is” en “je hoeft er niet altijd voor te betalen”. “In Amersfoort neemt kunst en cultuur een belangrijke plaats in. Het is één van de redenen dat ik hier ben komen wonen.” Veel opmerkingen zijn lovend over specifieke voorstellingen of accommodaties. “De Lieve Vrouw is enig met een spannend aanbod”. “Ben pas bij Vreemde Gasten geweest. 51 mensen die hun huis in de binnenstad openstelden voor allerlei vreemde gasten. Het was geweldig”. “De KunstKijkRoute en musea spreken me hier erg aan” en “de nieuwe kunsthal is een grote aanwinst”. “Variatie in aanbod kan beter” Bij 17% van de opmerkingen (54 stuks) is er sprake van kritiek op het aanbod. Men vindt in het algemeen dat de programmering van (theater-)voorstellingen te beperkt is, te weinig gevarieerd of van te lage kwaliteit. Meestal geeft men aan wat men vooral mist. Enkele voorbeelden: “Bioscoopaanbod is beperkt en teveel gericht op jongeren.”
Vrijetijdsmonitor 2010
59
“Er zouden meer (klassieke) concerten mogen komen en meer galeries, maar Utrecht en Amsterdam zijn ook goed bereikbaar.” “Het is beschamend dat Amersfoort nog steeds geen discotheek heeft.” “Ik mis toneel- en musicallessen op niveau (….). Aanbod is vooral gericht op de jeugd.” “graag meer dance party’s (grotere artiesten), meer voor jongeren dan aanbod in De Kelder”. “Informatievoorziening kan beter” Zoals we eerder zagen, zijn er veel kanalen om informatie in te winnen over wat er op cultureel gebied in Amersfoort is te doen. Het lijkt erop dat niet iedereen met hetzelfde gemak zijn informatie weet te vinden of men vindt dat die te laat komt. Bij 15 opmerkingen (5%) is men niet tevreden over de wijze waarop men geïnformeerd wordt over het cultuuraanbod. Men vindt dat er “meer reclame mag worden gemaakt, bijvoorbeeld via affiches in de stad” en “vroeger kreeg je een boekje waarin stond wat er allemaal te doen is”. “Meestal staat er iets over in de krant als het al geweest is.” Overige klachten en wensen Bij de overige 32 klachten en wensen heeft men een aantal keren commentaar op de accommodatie zelf. Zoals over theater de Flint (“De Flint heeft slecht zicht op het podium, ik ga daarom liever naar Bussum of Veenendaal.”), over de bioscoop, kunsthal KaDE (“hoge entree”) of andere locaties (“voor een concert in Sint Joris moet je naar beeldschermen kijken, je kunt er bovendien niet parkeren”). Zes opmerkingen betreffen de kaartverkoop. Populaire voorstellingen zijn snel uitverkocht. “Voor de Flint moet je voor leuke voorstellingen al een jaar vantevoren in het voorprogramma kaarten bestellen. Een jaar vooruitkijken vind ik lastig”. Sommige mensen hebben ook problemen met het reserveren van voorstellingen bij de Flint op internet. Meerdere opmerkingen gaan specifiek over de hoge kosten van het culturele aanbod en de angst dat het in de toekomst met alle bezuinigingsplannen nog minder betaalbaar wordt. Ook heeft men kritiek op het feit dat Amersfoort zo’n groot aanbod heeft (in tijden van bezuinigingen) of men begrijpt de kunst op straat niet (“jammer dat er geld wordt uitgegeven aan die rare beelden midden in de stad”). Opmerkingen over de eigen situatie of kunstbeleving In bijna 30% van de opmerkingen licht men iets toe over de persoonlijke situatie. Zoals het feit dat men door drukke werkzaamheden of jonge kinderen onvoldoende tijd heeft om uit te gaan, dat men gehinderd wordt door gezondheidsklachten of dat men zich niet zo interesseert voor cultuur.
60
Vrijetijdsmonitor 2010
6.
Vrijwilligerswerk
Eén op de drie Amersfoorters ofwel zo’n 34.000 volwassen inwoners is actief als vrijwilliger. Daarmee is het aandeel vrijwilligers in de afgelopen 12 jaar enorm gestegen: van 21% in 1998 naar 33% in 2010. De helft van de vrijwilligers is actief op het gebied van sport of werkt voor een religieuze organisatie.
6.1
Inleiding
Amersfoort vindt, dat vrijwilligers een onmisbare bijdrage leveren aan onze samenleving. Zonder vrijwilligers zouden veel activiteiten en voorzieningen niet langer voortbestaan. Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in de sport, in het onderwijs en in het maatschappelijke en culturele leven. Binnen de zorg zijn ook veel vrijwilligers actief: zowel als vrijwilliger binnen de professionele zorg, als in de rol van mantelzorger binnen het eigen sociale netwerk. Het vrijwilligersbeleid is opgenomen binnen het beleidskader van de Wet maatschappelijke Ondersteuning 2008-2011 met de titel ‘Amersfoort ondersteunt’. Het beleidskader Wmo vat de kern van het Wmo-beleid samen in vier opgaven. In een van deze vier opgaven speelt het vrijwilligerswerk een belangrijke rol. Dit is de opgave: ‘ Mensen uitdagen meer zelf initiatief te nemen’. Amersfoort wil mensen stimuleren om actief te participeren in de samenleving, o.a. via vrijwilligerswerk. Amersfoort ondersteunt het vrijwilligerswerk op verschillende manieren: • Door het ondersteunen van buurtinitiatieven, o.a. via het ‘buurtbudget’; • Door subsidie te verlenen aan vrijwilligersorganisaties die bemiddelen in vrijwilligerswerk. De belangrijkste organisaties zijn: Ravelijn, MatchPoint en Present; • Door subsidie te verlenen voor deskundigheidsbevordering en een vrijwilligersverzekering voor vrijwilligers; • Door het vrijwilligerswerk te waarderen, bij voorbeeld via de Stadsbrunch.
6.2
Amersfoortse trends
Aandeel vrijwilligers neemt sterk toe in afgelopen decennium Via monitoring in de Stadspeiling wordt minimaal een keer per twee jaar bijgehouden hoe het aantal vrijwilligers zich in Amersfoort ontwikkelt. De vraag ‘bent u in de afgelopen 12 maanden actief geweest als vrijwilliger? Dat wil zeggen, deed u onbetaald werk buiten uw eigen huishouden?’ beantwoordt in 2010 één op de drie Amersfoorters (33%) met ‘ja’. In 1998, toen de vraag voor de eerste keer in de Stadspeiling was opgenomen, deed nog 21% wel eens vrijwilligerswerk. De grafiek laat zien, dat het aandeel sindsdien gestaag is toegenomen, met alleen een klein dipje in 2005. Vooral na 2008 is het aandeel vrijwilligers in de bevolking verder toegenomen. Mogelijk dat dit effect vooral het gevolg is van de activiteiten die zijn georganiseerd rondom het 750-jarig jubileum in 2009. In dat jaar werd er een groot beroep gedaan op vrijwilligers bij het organiseren van evenementen. De praktijk leert dat mensen die eenmaal als vrijwilliger actief zijn dat in de toekomst ook gemakkelijker blijven doen. Vrijetijdsmonitor 2010
61
Met de groei van de bevolking neemt het aantal vrijwilligers nog veel sterker toe. In 2010 telt de stad ruim 34.000 vrijwilligers in de leeftijd van 18 tot 85 jaar. Figuur 30
Aandeel volwassen Amersfoorters dat actief was als vrijwilliger (1998-2010)
35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 1998
2000
2002
2004
2006
2008
2010
Bron: O&S, Stadspeilingen 1998-2010
6.3
Profiel van de vrijwilliger
40+, christelijk en hoger opgeleid De vrijwilligers komen voor in alle lagen van de bevolking, maar nog het meest bij de hoger opgeleiden, studenten, werklozen en huisvrouwen. Van hen doet rond de 40% vrijwilligerswerk. Ook de leeftijdsgroep van 40 tot 65 jaar telt relatief veel mensen (36%) die in 2010 wel eens zonder betaling werk verrichtten voor de gemeenschap. Verder speelt de religieuze achtergrond een rol. Christenen en met name gereformeerden zijn vaak actief als vrijwilliger. Van de mensen die zichzelf rekenen tot een kerkelijke of levensbeschouwelijke groepering doet 42% vrijwilligerswerk. Van de gereformeerden zelfs 57%. Het aandeel vrijwilligers ligt onder het gemiddelde bij mensen met een betaalde baan (30%) en met name bij jonge gezinnen. Tijdgebrek lijkt hier een belangrijke rol te spelen. Amersfoort-Noord telt meeste vrijwilligers Het aandeel vrijwilligers is het hoogst in de dorpen Hoogland en Hooglanderveen, rond 40%. Verder zijn zij oververtegenwoordigd in de wijken Schothorst, Zielhorst, Nieuwland en Kruiskamp. In al deze wijken ligt het aandeel volwassenen dat wel eens onbetaald werk buiten het eigen huishouden doet rond de 36%. Dit hangt deels samen met de leeftijdsopbouw. Vooral in Hoogland, Zielhorst en Schothorst is het aandeel inwoners van middelbare leeftijd (40-65 jaar) sterk vertegenwoordigd. In Hoogland en Hooglanderveen speelt daarnaast mee dat de dorpen een lange traditie hebben van een verenigingsleven dat sterk steunt op vrijwilligers.
6.4
Aard van het werk
In eerdere onderzoeken is ook gevraagd wat voor vrijwilligerswerk men verricht.
62
Vrijetijdsmonitor 2010
De grootste groep, zo’n kwart van alle vrijwilligers ofwel zo’n 8.500 volwassen Amersfoorters, is actief in de sport. 40 Daarbij kan men denken aan onbezoldigde scheids- en grensrechters, trainers, coaches, maar ook chauffeurs die groepen kinderen naar wedstrijden vervoeren. Bijna evenveel vrijwilligers zijn actief in religieuze organisaties. De gezondheidzorg en maatschappelijke dienstverlening is goed voor een aandeel van bijna 20%, ofwel zo’n 6.400 Amersfoorters. Dezelfde aantallen zijn actief in het onderwijs of de kinderopvang, bijvoorbeeld als leesouder of grootouders die op hun kleinkinderen passen. Het sociaal-cultureel werk heeft een aandeel van 11% (3.600 vrijwilligers). Hierbij is men bijvoorbeeld actief in een buurtvereniging, bewonersorganisatie of wijkbeheer. De sector kunst en cultuur is nog eens goed voor zo’n 2.400 vrijwilligers (7%). Bijna 6% (circa 1.800 vrijwilligers) is actief in het jeugd- en jongerenwerk en bijna even zoveel deed onbetaald werk bij een ouderenorganisatie of bij een actiegroep of belangenorganisatie, zoals het ophalen van geld voor een goed doel. Tot slot is 2% actief in politiek of vakorganisatie en 17% noemt ‘overig’. Overlap De aantallen vrijwilligers die hierboven zijn genoemd overtreffen ruimschoots de 34.000 vrijwilligers in Amersfoort. Dat komt doordat een burger op meerdere sectoren als vrijwilliger actief kan zijn. Maar het kan ook zijn dat een vrijwilligersbaan onder meerdere sectoren te rangschikken is. Zo kan het helpen bij een sportieve activiteit voor jongeren zowel vallen onder ‘sport’, als onder ‘jeugd- en jongerenwerk’ en mogelijk zelfs onder ‘religieuze organisaties’ als de activiteit vanuit de kerk wordt georganiseerd. Gemiddeld hebben deze vrijwilligers 1,4 sectoren aangekruist waar men in 2010 actief was. Figuur 31
Vrijwilligers naar sectoren (in % van het totaal aantal vrijwilligers) sport religieuze organisaties *
gezondheidszorg/maatsch. dienstverl. onderwijs, kinderopvang sociaal-cultureel werk of wijkbeheer kunst en cultuur jeugd- en jongerenwerk ouderenorganisaties actiegroep, belangenorganisaties
2008
politieke of vakorganisaties *
2005
anders 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Bron: O&S, Stadspeiling 2005 en 2008 *) In 2005 zijn de religieuze organisaties samengenomen met politieke of vakorganisaties: deze hadden toen een aandeel van 28%.
Trends In vergelijking met 2005 is het aandeel dat actief was in onderwijs/kinderopvang iets gestegen en de sectoren sociaal-cultureel werk en kunst/cultuur iets gedaald. Voor de overige sectoren is er geen duidelijke trend zichtbaar. Daarbij moet worden opgemerkt dat de sectoren ‘religieuze organisatie’ en ‘politiek en vakorganisaties’ in 2005 nog als één categorie zijn beschouwd.
40
De genoemde aantallen zijn schattingen. Ze zijn gebaseerd op het aandeel vrijwilligers in 2010 (33%) en de verdeling naar sectoren zoals deze in 2008 zijn gemeten.
Vrijetijdsmonitor 2010
63
64
Vrijetijdsmonitor 2010
Bijlage 1 Vragenlijst met scores A. DEELNAME AAN SPORT (het percentage tussen haakjes achter de vraag geeft het aandeel respondenten dat de vraag heeft beantwoord)
A1
Welke van de volgende sporten heeft u in de afgelopen 12 maanden beoefend? (98%) (u mag meerdere antwoorden aankruisen)
23% 5% 2% 2% 1% 4% 1% 2% 1% 4% 2% 1% 30% 18% 5% 1% 0% 20% 1% 1% 1% 1% 2% 4% A2
ik heb niet aan sport gedaan → ga naar vraag A10 aerobics / steps (1) 0% korfbal (24) atletiek (2) 2% motorsport (25) badminton (3) 2% paardensport (26) basketbal (4) 2% roeien (27) biljart / poolbiljart / snooker (5) 0% rugby (28) boksen (6) 7% schaatsen (29) bridge (7) 2% schaken (30) dammen (8) 1% schietsport (31) danssport (9) 4% skeeleren / skaten (32) darts (10) 8% skiën / langlaufen / snowboarden (33) duiksport (11) 4% squash (34) fitness conditie (12) 2% tafeltennis (35) fitness kracht (13) 9% tennis (36) golf (14) 2% vecht- en verdedigingssporten (37) gymnastiek / turnen (15) 8% (veld)voetbal (38) handbal (16) 3% volleybal (39) hardlopen / joggen / trimmen (17) 16% wandelsport (40) hockey (18) 4% watersport / zeilen / surfen (41) hondensport (19) 18% wielrennen / mountainbike / toerfietsen (42) honkbal / softbal (20) 6% yoga / pilates (43) jeu de boules (21) 18% zwemsport (44) kano / kanopolo (22) 3% zaalvoetbal (45) klimsport / bergwandelen (23) 8% een andere sport (46), namelijk
Welke van de bij de vorige vraag genoemde sporten beschouwt u als uw hoofdsport? (72%) (noem een cijfer uit de vorige vraag) 1. 2. 3. 4. 5.
fitness conditie hardlopen, trimmen wielrennen, toerfietsen (veld)voetbal zwemsport
Vrijetijdsmonitor 2010
(15%) (11%) (9%) (7%) (7%) 65
A3
Hoe vaak sport u? (75%)
9% 47% 29% 7% 3% 5%
A4
(vrijwel) dagelijks een paar keer per week ongeveer eens per week een paar keer per maand ongeveer eens per maand één of een paar keer per jaar
Zit u op één of meerdere sportverenigingen of bent u lid van een sportschool / fitnessclub? (75%) (u mag meer antwoorden aankruisen)
43% nee 28% ja, op een sportvereniging 35% ja, op een sportschool/fitnessclub A5
In welke gemeente sport u meestal? (74%)
27% in Amersfoort: in de wijk Liendert, Rustenburg, Randenbroek, Schuilenburg, Kruiskamp, Koppel of 47% 3% 1% 3% 7% 12%
A6
Van welke accommodatie in Amersfoort heeft u in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt om zelf te sporten (bijvoorbeeld zwemmen)? (70%) (u mag meerdere antwoorden aankruisen)
16% 15% 18% 15% 3% 4% 10% 2% 12% 44% A7
Soesterkwartier in Amersfoort: in de rest van de gemeente (inclusief Hoogland en Hooglanderveen) in Leusden in Nijkerk of Hoevelaken in Soest of Baarn een andere gemeente ik sport niet in een specifieke gemeente (bijvoorbeeld fietsers)
sporthal, sportzaal, gymnastiekzaal sportterrein, sportveld, tennisbaan, atletiekbaan commerciële sportaccommodatie Sportfondsenbad zwembad Liendert zwembad Hoogland Bosbad buurthuis, wijkgebouw ergens anders in Amersfoort geen accommodatie maar openbare ruimte: park, trapveldje, bos etc. → ga naar vraag A8
Hoe beoordeelt u deze accommodatie? Wilt u per aspect aangeven wat uw oordeel is? (50%) (als u bij de vorige vraag meerdere antwoorden heeft gegeven, vul deze vraag dan in voor de eerste accommodatie die u heeft aangekruist, dat wil zeggen het bovenste kruisje)
kwaliteit bereikbaarheid kosten
66
goed
matig
slecht
70% 87% 58%
24% 8% 29%
2% 1% 5%
niet van toepassing 4% 4% 8%
Vrijetijdsmonitor 2010
A8
Wat zijn voor u de belangrijkste redenen om aan sport te doen? (74%) (geef maximaal twee antwoorden)
23% 58% 30% 7% 58% 3%
A9
recreatief bezig zijn lichaamsontwikkeling, conditieverbetering sociale contacten, gezelligheid competitie, prestatie gezondheid anders
Hoeveel geeft u voor uzelf ongeveer per jaar aan sport uit, uitgesplitst naar contributie en overige kosten? (65%)
contributie kleding, materialen, vervoer etc. A10
24%
17%
23%
14%
22%
30%
37%
16%
7%
10%
nee, ik interesseer me er niet zo voor nee, ik ben daar lichamelijk niet (meer) toe in staat nee, ik doe al genoeg ja, ik zou wel meer aan sport willen doen
→ ga naar vraag B1 → ga naar vraag B1 → ga naar vraag A12
U heeft bij de vorige vraag aangegeven meer aan sport te willen doen. Waarom doet u dat (nog) niet? (41%) (geef maximaal 2 antwoorden)
53% 4% 27% 13% 5% 6% 6% 30% 7%
A12
meer dan 350 euro
50 - 150 euro
Zou u meer aan sport willen doen? (99%)
12% 8% 37% 44% A11
150 - 250 euro
250 - 350 euro
0 tot 50 euro
ik heb te weinig tijd ik weet onvoldoende wat er te doen is dat kost teveel geld allerlei praktische redenen (bijv. kinderopvang) er is weinig bij mij in de buurt te doen ik ken niemand om samen mee te sporten ik ben daar lichamelijk niet (meer) toe in staat geen bijzondere reden, het komt er gewoon niet van andere redenen
Wat vindt u van het aanbod (hoeveelheid en diversiteit) aan sportvoorzieningen in Amersfoort? (76%)
62% ik ben er tevreden over 10% ik ben er niet (zo) tevreden over 28% ik ben daar onvoldoende van op de hoogte A13
Wilt u uw antwoord op de vorige vraag toelichten?
Vrijetijdsmonitor 2010
67
B. EVENEMENTEN EN OPENLUCHT ACTIVITEITEN
In Amersfoort worden verschillende evenementen en openlucht activiteiten georganiseerd. Sommige daarvan vinden eens per jaar plaats, andere meerdere malen, bijvoorbeeld eens per maand of elke dag in het zomerseizoen.
B1
Hieronder staan openlucht activiteiten die in de afgelopen 12 maanden meerdere malen zijn gehouden. Wilt u: - in kolom A de evenementen / activiteiten aankruisen waarvan u wist dat ze gehouden werden? (99%) - in kolom B de evenementen / activiteiten aankruisen die u in de afgelopen 12 maanden zelf heeft bezocht? - in de laatste kolom met een rapportcijfer aangeven wat u ervan vond: van 1 (=zeer slecht) tot 10 (=zeer goed). Dit hoeft u alleen te doen voor de evenementen / activiteiten die u bezocht heeft.
Kunst Kijk Route voorstellingen Theater Terras rondvaarten Waterlijn fietsboot op de Eem (Eemlijn) kinder- en muziekvoorstellingen van Stadscarrousel op de Groenmarkt familievoorstellingen Openluchttheater bij het Bosbad rondwandelingen door ‘t Gilde Snuffelmarkt op het Onze Lieve Vrouwe Kerkhof Historische zondagen (Levende historie)
68
A ja, bekend
B ja, bezocht/ meegedaan
C rapportcijfer
50% 23% 66% 64% 27%
11% 6% 27% 12% 5%
7,5 7,5 8,0 7,9 7,4
39% 44% 50% 41%
4% 7% 21% 10%
7,8 7,8 7,2 7,4
Vrijetijdsmonitor 2010
B2
Op de volgende pagina staan evenementen die in de afgelopen 12 maanden één keer zijn gehouden. Wilt u: - in kolom A de evenementen aankruisen waarvan u wist dat ze gehouden werden? - in kolom B de evenementen aankruisen die u in de afgelopen 12 maanden zelf heeft bezocht? - in de laatste kolom met een rapportcijfer aangeven wat u van ervan vond: van 1 (=zeer slecht) tot 10 (=zeer goed). Dit hoeft u alleen te doen voor de evenementen die u bezocht heeft. A ja, bekend Kermis Hoogland (oktober 2009) Lumineus Amersfoort (november) ijsbaan Lieve Vrouwekerkhof (december) carnavalsoptocht Hoogland (februari) Koninginnedagactiviteiten in binnenstad (april) Amersfoort Jazz festival (mei) Proef Amersfoort op De Hof (mei) kermis Rubensstraat (mei) Global Village Summer festival (mei) Avondvierdaagse Amersfoort of Hoogland (mei/juni) Highlands blues- en rockfestival (juni) Stadsgeluid (juni) Torenpopfestival (juni) Allemaal Amersfoorts (juni) Verjaardagsfeest 751 (juni) Arteganza (juni) Roze week/ Roze zaterdag (juni) Willems Wondere Weiland (juli) Festival Dias Latinos (augustus) Spoffin: Multi-arts festival (augustus) Museumnacht (augustus) Vathorst Now! (september) Poppen in het park (september) Open Monumentendag (september) Dorpsfeest Hoogland (september) NS Try Out festival (september/oktober)
B3
57% 20% 68% 62% 67% 69% 72% 46% 18% 67% 41% 18% 45% 10% 37% 7% 47% 17% 66% 14% 28% 41% 16% 41% 55% 28%
B ja, bezocht/ meegedaan 13% 7% 22% 19% 28% 27% 20% 8% 5% 16% 4% 6% 14% 1% 12% 1% 8% 1% 29% 4% 3% 9% 2% 11% 19% 8%
C rapportcijfer 6,9 7,5 7,7 8,0 7,0 7,7 7,4 6,5 7,2 7,7 7,8 7,4 7,4 8,0 7,8 6,5 7,4 7,8 8,0 7,6 7,3 7,5 7,4 7,9 8,1 6,8
Wat vindt u van het aanbod aan evenementen en openlucht activiteiten in Amersfoort? (96%)
75% ik ben er tevreden over 5% ik ben er niet (zo) tevreden over 20% ik ben daar onvoldoende van op de hoogte B4
Wilt u uw antwoord op de vorige vraag toelichten?
Vrijetijdsmonitor 2010
69
B5
Als u voor een evenement naar de Amersfoortse binnenstad gaat, bezoekt u dan meestal ook een café, restaurant of winkel? (92%) (bijna) nooit café restaurant winkel
25% 25% 12%
af en toe
niet van toepassing 9% 9% 9%
meestal
32% 50% 33%
34% 16% 46%
C. KUNST EN CULTUUR C1
Er zijn verschillende manieren om bezig te zijn op het gebied van kunst en cultuur. Kunt u van de onderstaande voorbeelden aangeven of u daar de afgelopen 12 maanden zelf iets aan gedaan heeft? +Het gaat daarbij niet om bijvoorbeeld het bezoeken van muziekvoorstellingen, maar om zelf muziek te maken.
C2
ik doe er niets aan
ik volg een cursus
ik ben lid van een vereniging
actief maar niet georganiseerd
toneel, theater zang, musical muziekinstrument bespelen dans, ballet
96% 92% 86% 95%
1% 1% 2% 1%
1% 3% 2% 1%
2% 4% 10% 3%
fotografie, film, video, digitale media schrijven van proza/poëzie tekenen, schilderen, keramiek of boetseren
78% 95% 89%
2% 0% 2%
0% 0% 1%
20% 4% 8%
Wilt u van de onderstaande Amersfoortse organisaties aangeven of u ze kent en of u ze de afgelopen twee jaar heeft bezocht? ja, bekend museum Flehite Armandomuseum (Rietveldpaviljoen) het Mondriaanhuis KAdE De Flint theater De Lieve Vrouw poppodium De Kelder De Kamers Holland Opera (voorheen Xynix) Openbare Bibliotheek Scholen in de Kunst (inclusief de Muziekschool en Popschool) Archief Eemland (het stadsarchief)
70
82% 69% 76% 50% 91% 80% 56% 52% 18% 81% 52% 32%
ja, bezocht 21% 7% 12% 12% 41% 27% 10% 11% 3% 38% 12% 4%
Vrijetijdsmonitor 2010
C3
Hoe vaak bent u in en buiten Amersfoort in de afgelopen 12 maanden naar de volgende voorstellingen / organisaties geweest? (% dat minimaal een keer geweest is)
in Amersfoort 14% 8% 5% 11% 7% 15% 4% 45% 18% 2% 7%
toneelvoorstelling musical, show, revue dans, balletvoorstelling cabaret, kleinkunst concert klassieke muziek, opera of operette popconcert, jazz, bluesconcert dance, houseparty bioscoop, filmtheater, filmhuis museum / galerie kunstuitleen kunstenaar / atelier
C4
Als u kijkt naar de antwoorden op de vorige vragen, zou u dan méér aan kunst en cultuur willen doen? (96%)
34% 21% 7% 38% C5
nee, ik interesseer me er niet zo voor nee, ik doe al genoeg ja, door het zelf te doen: ja, door het te bezoeken:
→ ga naar vraag D1 → ga naar vraag C6
U heeft bij de vorige vraag aangegeven wel meer aan kunst en cultuur te willen doen. Wat zijn de belangrijkste redenen dat u dat niet doet? (44%)(geef maximaal twee antwoorden)
42% 14% 7% 23% 16% 6% 4% 36% 8% C6
buiten Amersfoort 8% 20% 4% 9% 10% 17% 5% 18% 23% 1% 5%
ik heb te weinig tijd ik weet onvoldoende wat er te doen is ik wil niet alleen en ken niemand om mee samen te gaan dat kost teveel geld allerlei praktische redenen (bijv. kinderopvang) er is te weinig aanbod naar mijn smaak er is te weinig in de buurt te doen geen bijzondere reden, het komt er gewoon niet van andere redenen
Wat vindt u van het aanbod van kunst en cultuur in Amersfoort? (64%)
65% ik ben er tevreden over 29% ik ben daar onvoldoende van op de hoogte 6% ik ben er niet (zo) tevreden over C7
Wilt u uw antwoord op de vorige vraag toelichten?
Vrijetijdsmonitor 2010
71
C8
Hoe stelt u zich meestal op de hoogte van wat er in Amersfoort te doen is op het gebied van uitgaan, kunst en cultuur? (65%) (u mag meerdere antwoorden aankruisen)
34% via de Amersfoortse Courant 71% via de huis-aan-huis bladen 13% via de lokale radio en tv en teletekst/teksttelevisie via programmaboekjes van theaters of instellingen via websites van het theater of de instelling zelf via het programmaboekje of de website van Amersfoort Zomertijd/Wintertijd via het maandelijkse programmaboekje of de website van 'Uit in Amersfoort’ via andere websites, namelijk _________________________ 48% via buren, kennissen, familie, vrienden, collega’s 6% via sociale media, zoals bv. Hyves, Facebook of Twitter 3% via AmersfoortMail (digitale nieuwsbrief van de gemeente) 4% ik ben daar niet van op de hoogte
46% 35% 15% 15% 2%
C9
Als u voor bioscoop, theater of museum naar de Amersfoortse binnenstad gaat, bezoekt u dan ook een café, restaurant of winkel?
café restaurant winkel
72
(bijna) nooit
af en toe
meestal
30% 29% 44%
36% 49% 30%
25% 13% 13%
niet van toepassing 9% 9% 13%
Vrijetijdsmonitor 2010
D. OPENLUCHTRECREATIE D1
In en om Amersfoort liggen diverse recreatiegebieden waar u kunt fietsen, wandelen en dergelijke. Kunt u voor de onderstaande gebieden aangeven hoe vaak u deze in de afgelopen 12 maanden heeft bezocht (1e kolom) en wat u daar toen heeft gedaan? Noem de belangrijkste activiteit in de 2e kolom. Hoe vaak kwam u daar?
Wat doet u daar meestal? 1 ik ben daar niet geweest 1 wandelen 2 één of enkele keren 2 hond uitlaten 3 één of een paar keer per 3 fietsen maand 4 sporten 5 picknicken, zonnen, 4 wekelijks of vaker luieren 6 natuur beleven 7 varen 8 iets anders % dat er geweest is In Amersfoort 1 Stadspark Schothorst 2 Waterwingebied tussen Liendert en Rustenburg 3 Park Randenbroek/ Heiligenbergerbeekdal 4 bos in Amersfoort-Zuid: Birkhoven, Bokkeduinen, Klein Zwitserland, Nimmerdor 5 Hoogland-West (tot aan de Eem) 6 overig groen in de eigen buurt
meest genoemd
d 51% 19% 35% 50%
wandelen wandelen wandelen wandelen
35% 53%
fietsen wandelen
7 bos ten zuiden en westen van Amersfoort: omgeving Den Treek, Henschoten, Austerlitz Soestduinen en Lage Vuursche
61%
wandelen
8 Eempolder ten noord(west)en van Amersfoort: omgeving Baarn, Eemnes, BunschotenSpakenburg tot aan Nijkerk
45%
fietsen
9 Gelderse Vallei ten oosten van Amersfoort: omgeving Nijkerk tot aan Woudenberg/ Scherpenzeel (bijv. Bloeidaal / Stoutenburg)
34%
fietsen
Omgeving van Amersfoort
D1b
Wat mist u in dit gebied? Wat zou er moeten veranderen in dit gebied of op weg ernaar toe? (vraag alleen gesteld in de internetversie) ……………………….
D2
Als u twee uur of langer van huis gaat om buiten te recreëren, gaat u dan meestal naar bovenstaande gebieden in (de buurt van) Amersfoort, of vaker naar gebieden ergens anders in het land? (96%)
52% 19% 20% 9%
meestal in (de buurt van) Amersfoort meestal elders allebei even vaak niet van toepassing
Vrijetijdsmonitor 2010
73
D3
Heeft u in de afgelopen 12 maanden wel eens recreatief gezwommen of heeft u op of bij het water gerecreëerd (bijvoorbeeld om te varen, te vissen of te zonnen) in Amersfoort of in de omgeving? (96%) 59% nee 41% ja, namelijk
D4
overdekt zwembad in Amersfoort of Hoogland Bosbad een zwembad in de regio, namelijk in de gemeente ____________________ een strandje in Amersfoort (bijv. Nieuwland of Kattenbroek) Henschotermeer de randmeren, zoals het Eemmeer of het Veluwemeer een ander water in de regio, namelijk ______________________
Vindt u dat er voldoende mogelijkheden zijn om te zwemmen of op en bij het water te recreëren in Amersfoort en omgeving? (92%) (kies het voor u belangrijkste antwoord)
65% 11% 19% 5%
D6
keer (ongeveer)
Waar heeft u gezwommen of heeft u op of bij het water gerecreëerd? (96%) (u mag meerdere antwoorden aankruisen)
12% 11% 9% 2% 14% 11% 9%
D5
→ ga naar vraag D5
ja nee, ik mis (nog) een zwembad nee, ik mis natuurwater (met strand) nee, ik mis iets anders, namelijk _______________________
Wat vindt u in het algemeen van de mogelijkheden om buiten te recreëren in en om Amersfoort? (94%)
73% ik ben er tevreden over 11% ik ben er niet (zo) tevreden over 16% ik ben daar onvoldoende van op de hoogte
D7
74
Wilt u uw antwoord op de vorige vraag toelichten?
Vrijetijdsmonitor 2010
F. ALGEMEEN F1
Wat is uw leeftijd? (98%)
F2
Bent u een man of een vrouw? (98%) 49% 51%
F3
Welke thuissituatie is op u het meest van toepassing? (98%) 35% 3% 7% 26% 29% 0%
F4
sinds ……………….. (noem het jaartal) ik woon al mijn hele leven in Amersfoort
geen of lager onderwijs (basisonderwijs) lager voortgezet onderwijs (vmbo, mavo, mulo, lts, leao, huishoudschool e.d.) hoger voortgezet onderwijs (havo, hbs, vwo, mms, gymnasium et cetera) middelbaar beroepsonderwijs (ROC, mts, uts, meao, INAS et cetera) hbo of universiteit
nee ja, namelijk
........
auto(’s)
Welke situatie is het meest op u van toepassing? (98%) 6% 3% 57% 7% 4% 19% 4%
41
minder dan 1.000 euro per maand tussen de 1.000 en 2.500 euro per maand 2.500 euro of meer per maand
Heeft uw huishouden de beschikking over één of meer auto's? (98%)* 24% 76%
F8
ik woon alleen ik woon op kamers ik woon alleen met kind(eren) (echt)paar zonder kinderen (of kinderen de deur uit) (echt)paar met kind(eren) ik woon bij mijn ouders / verzorgers → ga naar vraag F5
Wat is de hoogste opleiding waarvoor u een diploma heeft gehaald? (96%) 6% 25% 11% 20% 38%
F7
*
Sinds wanneer woont u in Amersfoort (inclusief Hoogland en Hooglanderveen)? (97%) 72% 28%
F6
41
Hoeveel is het netto inkomen per maand van uw huishouden? (85%)* 10% 49% 41%
F5
man vrouw
ik ben student, scholier, stagiair ik ben werkzoekend / werkloos ik heb een betaalde baan ik heb een eigen bedrijf of praktijk ik werk in de eigen huishouding ik ben gepensioneerd, rentenier, VUT, AOW ik ben (ten dele) arbeidsongeschikt
→ ga naar vraag F12
*) Voor de vragen F3, F4 en F7 zijn de uitkomsten gewogen naar huishoudens, dus exclusief de inwonende kinderen.
Vrijetijdsmonitor 2010
75
F9
Hoeveel uur per week verricht u betaald werk? (78%) 86% 14%
F10
lopend fiets brommer of scooter auto of motor bus trein niet van toepassing, ik werk (vooral) thuis meerdere antwoorden aangekruist
ik heb geen partner nee, mijn partner heeft geen betaald werk ja, mijn partner werkt ...... uur per week
→ ga naar vraag F15 → ga naar vraag F15
in Amersfoort in Utrecht (stad) in Utrecht (Uithof) in Amsterdam ergens anders dat wisselt sterk
(noem a.u.b. de postcode)
1% 2% 2% 3% 4%
in de regio Eemland, namelijk in: Bunschoten-Spakenburg Leusden Nijkerk Soest overig Eemland
Hoe reist uw partner over het algemeen naar zijn of haar werk? Als uw partner meerdere vervoermiddelen gebruikt, kruis dan het vervoermiddel aan waarmee hij of zij de grootste afstand aflegt. (50%) 1% 25% 2% 53% 2% 13% 2% 2%
76
(noem a.u.b. de postcode)
in de regio Eemland, namelijk in: Bunschoten-Spakenburg Leusden Nijkerk Soest overig Eemland
In welke gemeente werkt uw partner? (50%) 38% 9% 2% 6% 21% 12%
F14
1% 3% 1% 3% 2%
Heeft uw partner een betaalde baan of een eigen bedrijf of praktijk? (82%) 17% 22% 61%
F13
in Amersfoort in Utrecht (stad) in Utrecht (Uithof) in Amsterdam ergens anders dat wisselt sterk
Hoe reist u over het algemeen naar uw werk? Als u meerdere vervoermiddelen gebruikt, kruis dan het vervoermiddel aan waarmee u de grootste afstand aflegt. (67%) 2% 27% 2% 47% 1% 17% 2% 2%
F12
→ ga naar vraag F12
In welke gemeente werkt u? (67%) 44% 9% 1% 6% 23% 7%
F11
ik werk ik heb geen betaald werk
lopend fiets brommer of scooter auto of motor bus trein meerdere antwoorden aangekruist niet van toepassing, mijn partner werkt (vooral) thuis
Vrijetijdsmonitor 2010
F15 Bent u in de afgelopen 12 maanden actief geweest als vrijwilliger? Dat wil zeggen, deed u onbetaald werk buiten uw eigen huishouden? (97%) - 33% ja - 67% nee
F16 Tot welke kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering rekent u zichzelf? (97%) 52% 16% 12% 5% 6% 5% 3%
F17
geen → ga naar vraag F18 rooms-katholiek Protestantse Kerk Nederland (PKN) gereformeerde kerken anders christelijk islam (moslim) anders
Hoe vaak neemt u deel aan religieuze bijeenkomsten? (40%) 61% 17% 7% 9% 6%
zelden of nooit een of enkele keren per jaar een of enkele keren per maand ongeveer één keer week enkele keren per week
Voor het peilen van meningen van de inwoners van Amersfoort maken we steeds vaker gebruik van internet. De gemeente beschikt over het AmersfoortPanel. Dit panel bestaat momenteel uit zo'n 3.000 Amersfoorters die een paar keer per jaar meedoen aan gemeentelijk onderzoek via internet.
F18
Zou u deel uit willen maken van het AmersfoortPanel? U krijgt dan enkele keren per jaar via internet een aantal vragen voorgelegd. (97%) 36% 3% 61%
ja ik maak al deel uit van het AmersfoortPanel (voorheen Digipanel) nee → ga naar F20
→ ga naar F20
Om u de link toe te sturen voor aanmelding bij het AmersfoortPanel, hebben we uw e-mailadres nodig. Hiermee gaan we uiteraard vertrouwelijk om: niemand (ook andere gemeentelijke afdelingen niet) kan via ons aan uw emailadres komen. F19
Op welk e-mailadres bent u dan te bereiken?
F20
Heeft u nog op- of aanmerkingen over deze enquête?
HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!
Vrijetijdsmonitor 2010
77
Bijlage 2 Kengetallen voor de begroting (% tussen haakjes): dit cijfer uit de vorige begroting mag niet worden vergeleken met dat van 2010. Deze moeten dus ook worden geschrapt in de nieuwe begrotingen. Sportdeelname (programma sport)
Sportdeelname volwassenen (18+) Sportdeelname senioren (65+)42 Intensieve sportdeelname volwassenen (18+)43 Intensieve sportdeelname jongeren (10-22 jaar)44
2006
2010
73% 54% -
75% 55% 42% 62%
Openlucht recreatie (programma Ruimtelijke ontwikkeling, onderdeel Groene stad) Aandeel Amersfoorters dat de drie karakteristieke landschapstypen in de omgeving van Amersfoort heeft bezocht in de afgelopen 12 maanden. 200645 2010 bos ten zuiden en westen van Amersfoort Gelderse Vallei ten oosten van Amersfoort Eempolder ten noord(west)en van Amersfoort
(62%) (37%) (33%)
61% 34% 45%
2006
2010
61%
65%
Cultuur (programma: cultureel klimaat)
% inwoners (18+) dat tevreden is met het kunst- en cultuuraanbod in Amersfoort 46
42
De percentages zijn berekend op basis van de vraag: “welke van de onderstaande sporten heeft u in de afgelopen 12 maanden beoefend?” Als men heeft aangekruist ‘ik heb niet aan sport gedaan’ of men heeft niets ingevuld, dan is men beschouwd als niet –sporter. In de begroting staat sportdeelname voor 18+ respectievelijk 65+. Dit wordt berekend op basis van de leeftijden 18 t/m 84 respectievelijk 65 t/m 84 jaar en niet, zoals in sommige rapporten staat, op basis van 1874 resp. 65-74. 43 In het nieuwe sportbeleid ligt het accent op meer bewegen. Zowel voor volwassenen als voor jongeren geldt als uitgangspunt dat men minimaal enkele keren per week aan sport doet. Dit cijfer is niet beschikbaar voor eerdere jaren, omdat toen alleen naar de frequentie van de hoofdsport is gevraagd. In het nieuwe beleid is ook meer aandacht voor de jeugd en juist minder voor senioren. 44 Dit kengetal is afkomstig uit de Jongerenstadspeiling van 2010. Het betreft het % jongeren dat minimaal enkele keren per week aan sport doet buiten schooltijden. 45 Voor de bezoekersaandelen van de drie onderscheiden gebieden mogen de jaren 2006 en 2010 niet met elkaar worden vergeleken, omdat de vraagstelling afwijkt. Zo is ‘Eempolder ten noord(west)en van Amersfoort in 2006 toegelicht met: ‘Baarn, Eemnes, Bunschoten-Spakenburg’. In 2010 is daaraan toegevoegd: ‘…tot aan Nijkerk’. Dit is van invloed op sterke toename in 2010. 78
Vrijetijdsmonitor 2010
% inwoners (18+) dat tevreden is met het aanbod aan evenementen en toeristische activiteiten in Amersfoort 47
% inwoners (18-84 jaar) dat in de afgelopen 12 maanden in Amersfoort: een voorstelling voor toneel/musical/dans/cabaret heeft bezocht een klassiek-, pop-, jazz- of bluesconcert heeft bezocht 48 een evenement in de openlucht heeft bezocht een museum of galerie heeft bezocht
72%
75%
2006
2010
25% (21%) 74% 17%
26% 21% 78% 18%
% inwoners (18+) dat actief aan kunst en cultuur doet49 % inwoners dat actief en georganiseerd aan kunst en cultuur doet:50 - Amersfoort totaal (18+) - prioriteitswijken (18+)
(35%)
39%
(12%) (11%)
13% 10%
% jongeren (10-22) dat actief aan kunst en cultuur doet51 % jongeren dat actief en georganiseerd aan kunst en cultuur doet52
( ) ( )
58% 37%
34%
32%
2008
2010
30% 31%
33% 31%
% inwoners (18-84) dat bekend is met het Archief Eemland53
Vrijwilligers (Programma zorg, welzijn en wijkontwikkeling)
% vrijwilligers (18+)54 % vrijwilligers senioren (65+)55
46
Tevreden over aanbod kunst en cultuur – berekend op de bevolking 18 t/m 84 jaar - steeg van 61% naar 65%, niet (zo) tevreden bleef gelijk op 6%. De rest, ‘ik ben daar onvoldoende van op de hoogte’, daalde van 33% naar 29%. (toelichting niet opnemen in begroting). 47 Het percentage ‘niet (zo) tevreden’ over het aanbod is gelijk gebleven op 5%. De rest, ‘ik ben daar onvoldoende van op de hoogte’, daalde van 23% naar 20%. (toelichting niet opnemen in begroting). 48 De vraag was in 2006 opgesplitst in 5 categorieën; in 2010 nog in 3 (inclusief houseparty/dance). Door de gewijzigde vraagstelling zijn de percentages niet goed vergelijkbaar. 49 Actieve deelname kunst en cultuur: Amersfoorters (18 t/m 84 jaar) die zelf actief zijn op gebied van toneel, muziek, dans, fotografie, schrijven, tekenen etc. De lijst is niet vergelijkbaar met 2006, omdat sommige categorieën anders omschreven zijn en de lijst is uitgebreid (met bijvoorbeeld ‘digitale media’). 50 Actief en georganiseerd: Amersfoorters (18 t/m 84 jaar) die een cursus volgen of lid zijn van een vereniging op gebied van toneel, muziek, dans etc. De lijst is niet vergelijkbaar met 2006, omdat sommige categorieën anders omschreven zijn. 51 Jongeren (10 t/m 22 jaar) die zelf actief zijn op gebied van toneel, muziek, dans, fotografie, schrijven, tekenen etc. De lijst is niet vergelijkbaar met 2004, omdat sommige categorieën anders omschreven zijn en de lijst is uitgebreid. 52 Jongeren (10 t/m 22 jaar) die zelf actief zijn op gebied van toneel, muziek, dans, fotografie, schrijven, tekenen etc. en dit buitenshuis doen in een daarvoor bedoelde ruimte, vereniging of school (buiten schoollessen). 53 In 2006 werd gevraagd naar ‘Stadsarchief’; in 2010 naar ‘Archief Eemland (het stadsarchief)’. De aangepaste omschrijving kan van invloed zijn op de invulling. 54 In de begroting wordt gesproken over het “% inwoners dat in het afgelopen jaar wel eens actief is geweest als vrijwilliger”. Dit percentage wordt gebaseerd op de vraag in de Stadspeiling: “Bent u in de afgelopen 12 maanden actief geweest als vrijwilliger? Dat wil zeggen, deed u onbetaald werk buiten uw huishouden?” 55 In de begroting wordt gesproken over ‘vrijwilligers vanaf 65 jaar’. Het cijfer uit 2008 (35%) heeft betrekking op de leeftijdsgroep van 18 tot en met 74 jaar. In overleg met de afdeling Zorg en Integratie is besloten om het aandeel vrijwilligers onder senioren te baseren op 65 t/m 84 jaar. Dit betekent dat het eerdere kengetal bijstelling behoeft. Vrijetijdsmonitor 2010
79