Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010 Segregatie in het Amersfoorts basisonderwijs
Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA)
Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van Acht
Uitgave en rapportage: Onderzoek en Statistiek, gemeente Amersfoort. Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort. Bezoekadres: Stadhuisplein 1, kamer 2.09. Telefoon (033) 469 4650. E-mail:
[email protected] maart 2011
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
4
Samenvatting
7
1.
9
Inleiding 1.1 1.2 1.3
2.
9 11 12
Literatuurverkenning segregatie 2.1 2.2 2.3
3. 3.1 3.2 3.3
4.
13
Inleiding Zwarte en witte scholen in andere steden Oorzaken segregatie
13 13 15
Demografische achtergrond
17
Inleiding Ontwikkeling basisgeneratie Prognose basisgeneratie
17 17 21
Segregatie in het Amersfoortse basisonderwijs 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5.
Inleiding Zwarte en witte scholen Te zwarte en te witte scholen Zwart-wit en te zwart - te wit Hoeveel kinderen op (te) zwarte en (te) witte scholen
Achtergrond zwarte en witte scholen 5.1 5.2 5.3
6.
Inleiding Denominatie en segregatie Locatie in de stad en segregatie
Inleiding Voedingsgebieden Kiezen voor witte(re) school buiten de buurt?
23 23 23 24 24 25
27 27 27 28
Witte vlucht en voedingsgebieden van scholen 6.1 6.2 6.3
4
Aanleiding, achtergrond en probleemstelling Aanpak van het onderzoek Opzet rapportage
31 31 31 33
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
Bijlage1: scholenlijst
37
Bijlage 2: bepaling segregatie in basisonderwijs
39
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
5
Samenvatting De gemeente Amersfoort wil zicht krijgen op het bestaan van segregatie in het Amersfoortse basisonderwijs. Hiervoor is informatie nodig over het aantal zwarte en witte scholen1 en vooral over de vraag of scholen in verhouding tot de buurt waarin ze liggen ‘te zwart’ of ‘te wit‘2 zijn. Inleiding en probleemstelling In de gemeente Amersfoort loopt sinds 2008 het project Kleurrijke Scholen. Binnen een aantal scholen, waarvan wordt aangenomen dat ze ‘te zwart’ of ‘te wit’ zijn in relatie tot de omgeving van de school, voert de Stichting Kleurrijke Scholen, samen met de betrokken scholen, een pilot uit. De Stichting Kleurrijke Scholen probeert in het kader van deze pilot onder andere meer allochtone ouders te bewegen hun kinderen naar een ‘witte’ school en autochtone ouders hun kinderen naar een ‘zwarte’ school te sturen. De basisgedachte is dat kinderen naar school gaan in de wijk waar ze wonen. De vraag is in hoeverre dat in de praktijk het geval is. Centrale vraag in het onderzoek is: in hoeverre zijn scholen een afspiegeling van de wijk of buurt waarin ze gelegen zijn en waar is er sprake van leerlingstromen de wijk uit en waar niet en hoe zien die leerlingstromen uit? Ander onderzoek Het aantal zwarte basisscholen is de laatste vijfentwintig jaar flink gestegen en de meeste zwarte scholen vinden we in de vier grote steden. Segregatie in het onderwijs komt ook in middelgrote steden zoals Amersfoort voor. Of we scholen zwart of wit noemen hangt af van het percentage allochtone leerlingen op een school en in verschillende steden worden verschillende percentages hiervoor gehanteerd. In de vier grote steden noemt men een school zwart wanneer er 70% of meer allochtone leerlingen op zitten, in veel middelgrote steden wanneer meer dan de helft van de leerlingen allochtoon is. De laatste jaren wordt segregatie in het basisonderwijs voornamelijk benaderd vanuit het criterium van afspiegeling. Het gaat dan om het verschil tussen het percentage allochtone leerlingen op de school en het percentage allochtone kinderen in het referentiegebied rond de school. In veel steden noemt men scholen te zwart als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder kinderen van 4 tot en met 12 jaar (de basisgeneratie) in de wijk. Omgekeerd zijn scholen te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk. Veel genoemde oorzaken voor segregatie en ‘witte vlucht’ – waarbij autochtone ouders voor hun kinderen op zoek gaan naar een witte school buiten het voedingsgebied van de school - zijn concentratie van allochtonen in bepaalde wijken, slechte beeldvorming over zwarte scholen, vrije schoolkeuze en het toelatingsbeleid van bijzondere scholen. Demografische achtergrond In Amersfoort wonen op 1 januari 2010 3.500 niet westerse kinderen van 4 t/m 12 jaar. Tien 1
Zwarte scholen hebben 50% of meer allochtone leerlingen en witte scholen 20% of minder allochtone leerlingen Te zwarte scholen hebben een percentage allochtone leerlingen dat 20% hoger ligt dan de wijk of het voedingsgebied waar de school in staat, witte scholen hebben 20% minder allochtone leerlingen dan de omgeving. 2
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
7
jaar geleden waren dat er nog 2.740. Dit betekent dat 19% van de kinderen van 4 t/m 12 jaar - de basisgeneratie - niet westers is. In het vervolg gebruiken we de term allochtone kinderen voor niet-westerse kinderen. Binnen de stad zijn er grote verschillen in het aandeel allochtone kinderen: vooral in een groot deel van de aandachtswijken (Koppel, Kruiskamp, Liendert, Schuilenburg en Randenbroek) is het aandeel allochtone kinderen veel hoger dan in de rest van de stad. In deze wijken zijn de allochtone kinderen in de meerderheid. In Schuilenburg is het aandeel allochtone kinderen het grootst: twee van de drie kinderen is er allochtoon. De basisgeneratie neemt in Amersfoort de komende twintig jaar met ongeveer 12% af. Het aantal allochtone kinderen van 4 t/m 12 jaar halveert bijna in deze periode en maakt in 2030 nog maar 12% uit van de basisgeneratie tegenover 19% nu. Dit heeft te maken met het ontstaan van de zogenaamde derde generatie allochtonen. Van hen zijn beide ouders in Nederland geboren. De derde generatie valt onder de noemer autochtoon. (Te) zwarte en (te) witte scholen In Amersfoort zijn er weinig zwarte scholen: van de 56 scholen met 50 of meer kinderen zijn er 14% zwart, 68% wit en 18% gemengd. De witte scholen zijn dus ruim in de meerderheid. Vergelijken we de schoolpopulatie met de kinderen in de omgeving van de school dan blijkt het merendeel van de basisscholen een afspiegeling van de omgeving te zijn. De witte scholen in Amersfoort zijn bijna allemaal een afspiegeling van hun omgeving. De zwarte scholen zijn merendeels te zwart wanneer je ze met de omgeving vergelijkt. Achtergrond (te) zwarte en (te) witte scholen De meeste zwarte scholen vinden we in het openbaar onderwijs, verder in een enkele Protestants Christelijke school en vanzelfsprekend de Islamitische Bilal school. De Protestants Christelijke en Katholieke scholen zijn vooral wit, net als alle Gereformeerde of Reformatorische scholen en Neutraal-Bijzondere scholen. Te zwarte scholen vinden we vooral bij het openbaar onderwijs. Te witte scholen zijn een Neutraal-Bijzondere school (Vrije school), een Gereformeerde school (de Regenboog) en een Katholieke school (de Tafelronde locatie Schimmelpenninckade). (Te) zwarte scholen vinden we vooral in de aandachtswijken. In alle andere wijken zijn de scholen over het algemeen een afspiegeling van de wijk. Voedingsgebieden en witte vlucht Twee van de drie kinderen in Amersfoort gaat in de directe omgeving naar de basisschool. Er zijn wel verschillen: kinderen uit Amersfoort Zuid gaan meer buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan in de andere stadsdelen. Kinderen in Amersfoort Noord gaan juist meer in de omgeving naar school. De volgende bevindingen zijn een indicatie dat autochtone leerlingen buiten de wijk of het voedingsgebied naar een witte school gaan en daarmee een indicatie voor kiezen voor een witte(re) school of witte vlucht: - op witte scholen komen kinderen vaker uit een andere wijk dan op zwarte scholen. - autochtone kinderen gaan vaker dan allochtone kinderen buiten een straal van 750 meter naar school. - autochtone leerlingen die in ‘zwartere’ wijken wonen, gaan vaker buiten de wijk en het voedingsgebied naar school. - vooral in de aandachtswijken zien we dat een groot deel van de leerlingen die buiten een straal van 750 meter en buiten de eigen wijk naar school gaat, in een ander deel van de stad een school bezoekt.
8
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
1. Inleiding
1.1 Aanleiding, achtergrond en probleemstelling De gemeente Amersfoort wil zicht krijgen op het bestaan van segregatie3 in het Amersfoortse basisonderwijs. Hiervoor is informatie nodig over het aantal zwarte en witte scholen en vooral over de vraag of scholen in verhouding tot de buurt waarin ze liggen ‘te zwart’ of ‘te wit‘ zijn. Project Kleurrijke scholen In de gemeente Amersfoort loopt sinds 2008 het project Kleurrijke Scholen. Binnen een aantal scholen waarvan wordt aangenomen dat ze ‘te zwart’ of ‘te wit’ zijn in relatie tot de omgeving van de school voert de Stichting Kleurrijke Scholen, samen met de betrokken scholen, een pilot uit. De Stichting Kleurrijke Scholen probeert in het kader van deze pilot onder andere meer allochtone ouders te bewegen hun kinderen naar een ‘witte’ school en autochtone ouders hun kinderen naar een ‘zwarte’ school te sturen. Tijdens overleg met de stichting, een aantal scholen en hun bestuurders en de gemeente is gebleken dat er behoefte is aan meer achtergrond- en statistische informatie waaruit blijkt hoe de feitelijke situatie is rond schoolgang in relatie tot de opbouw van de wijk. De basisgedachte is dat kinderen naar school gaan in de wijk waar ze wonen. De vraag is in hoeverre dat in de praktijk het geval is: welke ‘vlucht’ is er uit de wijk, of juist vanuit andere wijken naar een specifieke school; hoe verhoudt de schoolpopulatie zich tot de samenstelling van de bevolking van de wijk. Met de antwoorden op deze vragen kan de gemeente beter en gerichter beleid voeren rondom segregatie in het basisonderwijs. Verkleuring van de samenleving De komende jaren zullen meer kinderen van ouders met een diverse allochtone afkomst worden geboren. De samenleving verkleurt. Gemeente en scholen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid dit te onderkennen en hiermee om te gaan. Een van de vragen in dit onderzoek is dan ook hoe de toekomstige basisschoolbevolking zich ontwikkelt en welk deel hiervan van allochtone afkomst is. Te witte of te zwarte scholen in verhouding tot de samenstelling van de wijk kunnen wijzen op segregatie. Maar ook voor witte of zwarte scholen die ‘kloppen’ met hun omgeving is er een opdracht om te werken aan het tegengaan van segregatie. Segregatie kan leiden tot een tweedeling in de samenleving. Dit wil de gemeente Amersfoort tegengaan. Contacten tussen bevolkingsgroepen en maatschappelijke participatie zijn daarbij van wezenlijk belang, zowel 3
Sociale segregatie of kortweg segregatie is een proces waarbij een bepaalde culturele groep zich afzondert van de rest van de maatschappij en samentrekt met andere mensen van soms dezelfde etniciteit. Dit is een veelvoorkomend verschijnsel bij allochtonen. Segregatie uit zich vaak in het gaan wonen in dezelfde wijken als andere mensen van de gesegregeerde culturele groep, het spreken van de eigen moedertaal in de nabijheid van medegesegregeerden en het behouden van het eigen geloof. Het tegenovergestelde van segregatie is integratie.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
9
voor de inburgering en de taalvaardigheid van allochtone groepen als voor de sociale cohesie, de verbinding tussen alle mensen in de stad. Aan het tegengaan van segregatie kan het onderwijs een belangrijke bijdrage leveren. De derde generatie Tot nu toe onderscheiden we alleen allochtonen van de eerste en tweede generatie, die respectievelijk zelf of (een van) hun ouders in een niet westers land zijn geboren. In de nabije toekomst gaan echter ook allochtonen van de derde generatie een rol spelen. Het gaat hierbij om kinderen van wie (een van) de grootouders in een niet westers land zijn geboren, terwijl zijzelf en hun ouders in Nederland zijn geboren. Deze kinderen zullen de boeken ingaan als autochtone kinderen. In het huidige politieke klimaat kunnen we niet vanzelfsprekend aannemen dat het veranderen van de ‘noemer’ van de derde generatie een einde zal maken aan het bestaande onderscheid tussen kinderen met en kinderen zonder kleurtje, tussen zwarte en witte scholen. Daarom is het belangrijk dat kinderen van verschillende herkomst samen naar de basisschool gaan, met elkaar in contact komen en samen opgroeien. Woningdifferentiatie Het uitgangspunt van het beleid is te komen tot scholen met een evenwichtige leerlingsamenstelling in relatie tot de wijk waar de school staat en tot meer contact tussen allochtone en autochtone leerlingen. Echter de segregatie in het onderwijs is voor een groot deel een gevolg van sociale segregatie in wijken en buurten in de steden. De aanpak van onderwijssegregatie is daardoor mede afhankelijk van de mogelijkheden om de bevolkingssamenstelling in die wijken en buurten te veranderen. Dit gebeurt al in de Amersfoort Vernieuwt wijken onder andere door het vergroten van de woningdifferentiatie. In meer gemengde wijken bestaan vaker witte, zwarte of gemengde scholen naast elkaar. Het streven is om de scholen in deze wijken een goede afspiegeling te laten zijn van de wijk. Pilots en hierbij benodigde informatie Om te komen tot een meer evenwichtige samenstelling van de schoolpopulatie worden er in diverse steden pilots uitgevoerd om te kijken welke maatregelen het beste werken. Amersfoort behoort tot deze steden en wil in dat kader een actief beleid voeren om basisscholen beter te ‘mengen’. Daarvoor zijn veel instrumenten beschikbaar maar allereerst is er informatie nodig. De belangrijkste informatie is de leerlingstromen in kaart te brengen met als doel om te zien hoeverre basisscholen een afspiegeling van de wijk of buurt zijn. Het gaat hierbij om het reguliere primaire onderwijs (de gewone basisscholen). Met de informatie uit dit onderzoek kan de gemeente het gesprek aangaan met schoolbesturen en gericht beleid gaan voeren rondom het thema segregatie.
10
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
Probleemstelling Centrale vraag in het onderzoek is: in hoeverre zijn scholen een afspiegeling van de wijk of buurt waarin ze gelegen zijn? Deelvragen hiervan zijn: - Wat is het relatieve aandeel niet-westerse allochtonen per school en hoe verhoudt zich dit tot het aandeel per wijk en per voedingsgebied? - Waar zijn er (te) zwarte of (te) witte scholen (in verhouding tot de omgeving waarin ze staan)? - Waar is er sprake van leerlingstromen de wijk uit en hoe zien die leerlingstromen uit?
1.2 Aanpak van het onderzoek Om (te) zwarte en (te) witte scholen goed te definiëren is een literatuurstudie en verkenning van vergelijkbaar onderzoek in andere grote gemeenten verricht. Op basis van al deze studies kiezen we voor een indeling, waarbij zwarte scholen 50% of meer allochtone leerlingen hebben, witte scholen 20% of minder allochtone leerlingen hebben en gemengde scholen tussen de 20% en 50% allochtone leerlingen hebben. De laatste jaren kijkt men minder naar het percentage allochtone leerlingen op zich, maar meer naar het verschil tussen de etnische samenstelling van de schoolpopulatie en de samenstelling van de basisgeneratie in de buurt van de school. Het gaat dan om het verschil tussen percentage allochtone leerlingen op de school en percentage allochtone kinderen in het referentiegebied rond de school. Omdat landelijk de 20% grens gehanteerd wordt en ook experimenteren met andere grenzen4 in dit Amersfoorts onderzoek geen goede redenen opleveren van deze grens af te wijken kiezen we in dit rapport voor de 20% grens. Dit betekent dat een school te zwart is als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder de basisgeneratie in het referentiegebied. Omgekeerd is een school te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basisgeneratie in het referentiegebied. Scholen zijn een afspiegeling van de wijk of voedingsgebied wanneer het aandeel allochtone leerlingen niet meer dan 20% afwijkt van het aandeel allochtone leerlingen in de basisgeneratie in het referentiegebied. Welk referentiegebied kiezen we in dit onderzoek? Op basis van gehouden literatuuronderzoek en de Amersfoortse situatie kiezen we voor twee referentiegebieden, namelijk wijk en voedingsgebied van 750 meter rond de school. In het onderzoek zijn alle Amersfoortse basisscholen met vijftig of meer leerlingen in het reguliere onderwijs betrokken. Scholen buiten Amersfoort en scholen in het speciaal basisonderwijs zijn niet meegenomen in het onderzoek. Segregatie in het Amersfoortse basisonderwijs en van leerlingstromen de wijk uit is in beeld gebracht door gebruik van bestaande gegevens. Het gaat dan om bestanden van leerlingen uit het reguliere basisonderwijs, de zogenaamde leerlingadministratie. Verder is gebruik gemaakt van de bevolkingsadministratie waaruit gegevens over onder andere etniciteit gekoppeld zijn aan de gegevens uit de leerlingadministratie. Het gaat om gegevens van 1 januari 2010. Een uitgebreide verantwoording voor gemaakte keuzes in dit onderzoek staan in bijlage 2, bepaling segregatie in het Amersfoorts basisonderwijs.
4
Naast de door de onderwijsraad geadviseerde grens van 20%, hanteren enkele steden ook andere grenzen van 10%, 15% en 23%. Wij willen echter voor de vergelijkbaarheid zoveel als mogelijk aansluiten bij landelijke criteria.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
11
1.3 Opzet rapportage Deze rapportage begint met een literatuurverkenning over het thema segregatie in het basisonderwijs in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 komt de demografische achtergrond van deze problematiek aan de orde en hoe de basisgeneratie zich in de toekomst ontwikkelt. Hoofdstuk 4 beschrijft de segregatie in het Amersfoortse basisonderwijs. In hoofdstuk 5 wordt een verband gelegd met denominatie5 en locatie. Het laatste hoofdstuk analyseert de leerlingstromen en in hoeverre er sprake is van een ‘witte vlucht’. Verder zijn er nog twee bijlagen. Bijlage 1 is een lijst met alle basisscholen in Amersfoort waarin is opgenomen of ze (te) zwart of (te) wit zijn. In bijlage 2 wordt uitgelegd hoe we segregatie bepalen en welke keuzes hierbij gemaakt zijn.
5
Denominatie is de levensbeschouwelijke visie van scholen zoals openbaar, algemeen bijzonder, katholiek, protestants-christelijk enzovoorts.
12
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
2. Literatuurverkenning segregatie Het aantal zwarte basisscholen is de laatste vijfentwintig jaar flink gestegen en de meeste zwarte scholen vinden we in de vier grote steden. Maar segregatie in het onderwijs komt ook in middelgrote steden zoals Amersfoort voor. Of we scholen zwart of wit noemen, hangt af van het percentage allochtone leerlingen op een school en in verschillende steden worden verschillende percentages hiervoor gehanteerd. In de vier grote steden noemt men een school zwart wanneer er 70% of meer allochtone leerlingen op zitten, in veel middelgrote steden wanneer meer dan de helft van de leerlingen allochtoon is. De laatste jaren wordt segregatie in het basisonderwijs voornamelijk benaderd vanuit het criterium van afspiegeling. Het gaat dan om het verschil tussen het percentage allochtone leerlingen op de school en het percentage allochtone kinderen in het referentiegebied rond de school. In veel steden noemt men scholen te zwart als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk. Omgekeerd zijn scholen te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk. Veel genoemde oorzaken voor segregatie en witte vlucht – veel autochtone (Nederlandse) ouders die voor hun kinderen op zoek gaan naar een witte school in de omgeving- zijn concentratie van allochtonen in bepaalde wijken, slechte beeldvorming over zwarte scholen, vrije schoolkeuze en het toelatingsbeleid van bijzondere scholen.
2.1 Inleiding In deze paragraaf gaan we in vogelvlucht in op wat er de laatste jaren geschreven is over segregatie in het onderwijs in Nederland. Het is niet de bedoeling om een uitputtende literatuurverkenning te doen maar om een iets breder kader en achtergrond te bieden. Dit geeft meer inzicht in de materie en plaatst de Amersfoortse situatie in een breder landelijk kader.
2.2 Zwarte en witte scholen in andere steden Zwart en wit In Amersfoort noemen we een school zwart als 50% of meer van de leerlingen allochtoon is. Een witte school heeft 20% of minder allochtone leerlingen en een gemengde school heeft tussen de 20% en 50% allochtone leerlingen. Hoe zwarte scholen ook worden gedefinieerd, het aantal zwarte scholen in het basisonderwijs is de afgelopen vijfentwintig jaar flink gestegen De meeste zwarte scholen bevinden zich in de vier grote steden waar rond de helft van alle leerlingen allochtoon is. Scholen met meer dan 50 procent allochtonen zijn hier dan ook heel gewoon. Dit geldt in veel mindere mate voor steden zoals Amersfoort waar het aandeel allochtonen in de totale leerlingenpopulatie nog geen 20% is. Een school met 30 of 40% allochtone leerlingen is dan relatief veel 'zwarter' dan in de vier grote steden. In Rotterdam bijvoorbeeld bestaat de leerlingenpopulatie op een gemiddelde basisschool uit
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
13
60 procent allochtone leerlingen en behoort bijna de helft van de basisscholen tot de zwarte scholen (meer dan 70% allochtone leerlingen). Er zijn maar 18 ‘te witte’ scholen en 22 ‘te zwarte’ scholen in het Rotterdamse basisonderwijs. De helft van de basisscholen wijkt nauwelijks af van de bevolking van de buurt, en nog eens 30 procent in beperkte mate (Bik en van Lith 2003). Ook in het Amsterdamse basisonderwijs (Broekhuizen, Janssen en Slot 2008) behoort 42% van de 203 Amsterdamse basisscholen tot de zwarte scholen (meer dan 70% allochtone leerlingen), 15% zijn witte scholen (minder dan 20% allochtone leerlingen) en 42% is gemengd (tussen de 20% en 70% allochtone leerlingen). In vergelijking met de buurtcombinatie waarin de school ligt is slechts 14% te zwart, 8% te wit en vormt 72% een afspiegeling van de samenstelling van de buurt. Te zwart en te wit De laatste jaren wordt daarom segregatie in het basisonderwijs voornamelijk benaderd vanuit het criterium van afspiegeling. Spreidingsmaatregelen worden alleen overwogen als scholen te wit of te zwart zijn ten opzichte van de wijk (Herweijer 2008). In Amersfoort noemen we een school te zwart als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder de basisgeneratie6 in de wijk of het voedingsgebied. Omgekeerd noemen we een school te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk of voedingsgebied. Scholen zijn een afspiegeling van de wijk of voedingsgebied wanneer het aandeel allochtone leerlingen niet meer dan 20% afwijkt van het aandeel allochtone leerlingen in de basisgeneratie van de wijk of voedingsgebied. Inventarisaties in de vier grote steden laten zien dat er veel minder zwarte en witte scholen zijn als de wijk waar de school is gevestigd als ijkpunt fungeert. Niet alle steden hanteren dezelfde criteria voor afspiegeling waardoor onderlinge vergelijking lastig is7. Dit leidt ertoe dat in Amsterdam ruim driekwart van de basisscholen een leerlingenpopulatie heeft die een afspiegeling is van de basisgeneratie terwijl in Rotterdam dit percentage een stuk lager ligt dan in Amsterdam (54% t.o.v. 77%), maar dat is uitsluitend een gevolg van het strengere criterium dat in Rotterdam werd gehanteerd voor het bepalen van wel of geen afspiegeling. Tussen de 70% en 75% van de Utrechtse basisscholen vormde de laatste jaren een afspiegeling van de buurt. Het effect van de sociale segregatie binnen de steden is dus aanzienlijk: in Amsterdam zit bijvoorbeeld slechts 14% van de leerlingen op een basisschool die ten opzichte van de wijk te zwart is (Broekhuizen et al, 2008). Veel scholen met een hoog percentage niet-westerse allochtone leerlingen zijn – binnen zekere marges – een afspiegeling van de sterk gekleurde samenstelling van de wijk waarin ze zijn gevestigd. Dat neemt de mogelijke bezwaren tegen deze scholen overigens niet weg; de eventuele nadelen van zwarte scholen zullen zich evengoed voordoen in zwarte scholen die een afspiegeling zijn van de wijk waarin ze staan (Herweijer 2008). Mogelijk zijn de nadelen van een zwarte school in een zwarte wijk zelfs groter. In een gemengde wijk kunnen meer gevarieerde buurtcontacten de nadelen van een eenzijdig samengestelde schoolpopulatie nog compenseren. Staat een zwarte school in een zwarte wijk, dan kan dat niet (Herweijer 2008).
6 7
Kinderen van 4 t/m 12 jaar, de leeftijd waarop kinderen op de basisschool zitten in Amsterdam plus/min 20%, in Rotterdam plus/min 10%, in Utrecht plus/min 15% ten opzichte van de wijk
14
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
2.3 Oorzaken segregatie Woonsegregatie De belangrijkste oorzaak van het ontstaan van zwarte scholen is de ruimtelijke- of woonsegregatie. Allochtonen zijn vooral geconcentreerd in bepaalde stadswijken. Daarom is het bijna onvermijdelijk dat de scholen in deze buurten 'zwart' zijn geworden (Nieuwenhuizen 2007). De etnische segregatie in het onderwijs is echter groter dan op grond van de ruimtelijke segregatie verklaard kan worden. Dit heeft te maken met een andere belangrijke factor voor het ontstaan van zwarte scholen: het verschijnsel van de witte vlucht. Veel autochtone ouders sturen hun kinderen niet meer naar scholen die 'zwart' zijn of dreigen te worden. Zodra scholen de grens naderen van dertig procent allochtone leerlingen, daalt het aantal aangemelde autochtone leerlingen vaak scherp. Beeldvorming over de kwaliteit van het onderwijs Over de oorzaken van de witte vlucht kan worden gezegd dat autochtone ouders voor witte scholen kiezen omdat ze denken dat er op zwarte scholen slecht onderwijs wordt geboden en leerlingen er daarom minder goed presteren (Nieuwenhuizen 2007). Uit onderzoek blijkt dat de kleur van de school voor ouders een doorslaggevende reden is om voor een bepaalde school te kiezen (Karsten et al, 2002). De religieuze factor blijkt dan veel minder belangrijk. De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek van het SCO-Kohnstamm Instituut (Karsten et al 2002): 1. Ouders kiezen voor hun kind over het algemeen een school dicht in de buurt. 2. Als er meerdere mogelijkheden in de buurt zijn, dan speelt de etnische samenstelling van de school een belangrijke rol. 3. Door zowel autochtone als allochtone ouders worden de zwarte scholen in de buurt het minst geschikt voor het eigen kind gevonden 4. De witte scholen in de buurt worden het meest als geschikt beoordeeld. Vrije schoolkeuze De vrije schoolkeuze lijkt de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van witte en zwarte Een ‘tamelijk’ witte school
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
15
scholen. Vooral hoogopgeleide witte ouders gaan gerust een paar wijken verder om een witte school te vinden, als de buurtscholen naar hun oordeel te zwart zijn. Ook het SCP concludeert dat de segregatie in het onderwijs toeneemt door de vrijheid van ouders om zelf een school te kiezen (Herweijer en Vogels, 2004). Kozen ouders vroeger meestal voor een school binnen de eigen levensovertuiging, bijvoorbeeld een roomskatholieke of openbare school, nu beslissen zij steeds vaker aan de hand van sociaaleconomische factoren. Op die manier, concludeert het SCP, ontstaan scholen met veel kinderen van hoger opgeleide ouders en veel zogeheten zwarte scholen. Nijmegen denkt het ontstaan van zwarte en witte scholen tegen te kunnen gaan door een nieuwe aanmeldprocedure. In Nijmegen is er voortaan één centraal aanmeldpunt waar Nijmeegse ouders hun kinderen aanmelden voor de basisschool. Dat betekent dat ouders zich niet meer rechtstreeks bij de school van hun keuze aanmelden en vervalt het principe wie het eerst komt, het eerst maalt. De eerste ervaring van Nijmegen leert dat dit systeem de keuzevrijheid van ouders niet aantast. De meeste kinderen gaan naar de school van keuze van hun ouders. Toelatingsbeleid bijzondere scholen Tenslotte speelt het toelatingsbeleid van scholen in het bijzonder onderwijs8 een rol. Bijzondere scholen hebben het recht leerlingen te weigeren. Ze zouden van dit recht misbruik maken om allochtone leerlingen te weren. Openbare scholen hebben dit recht niet en dit stimuleert een concentratie van allochtone leerlingen in het openbaar onderwijs. Los daarvan kan een openbare school heel goed de eerste keus van (allochtone) ouders kunnen zijn. Inderdaad lijkt het toelatingsbeleid van bepaalde bijzondere scholen een rol te spelen. Deze werpen barrières op, die het moeilijk maken voor allochtone kinderen om op deze scholen te komen. Hierbij moet men denken aan hoge ouderbijdragen, wachtlijsten en de eis dat kinderen goed Nederlands spreken (Nieuwenhuizen 2007). Het bijzonder onderwijs heeft relatief veel witte scholen: 30 procent tegen 18 procent in het openbaar onderwijs (Agerbeek, 2002). Binnen het bijzonder onderwijs is er ook sprake van grote verschillen. Zo is 95 procent van de Vrije Scholen vrijwel geheel wit. De gereformeerde en reformatorische scholen volgen met 87 procent en het algemeen bijzonder onderwijs staat met 58 procent op de derde plaats. De protestants-christelijke zuil heeft 41 procent te witte scholen, de rooms-katholieke 29 procent. De kritiek op het religieus gebonden onderwijs dat zij allochtone leerlingen uitsluit blijkt dus niet altijd terecht. Vooral rooms-katholieke en protestants-christelijke scholen staan open voor allochtone leerlingen.
8
Alle niet openbare scholen, maar juist de scholen met een bepaalde specifieke visie. Het gaat erom een bepaalde levensbeschouwelijke, bijvoorbeeld godsdienstige, maatschappelijke of onderwijskundige visie te kunnen vormgeven. Het bijzonder onderwijs kan dus onderverdeeld worden in confessioneel bijzonder onderwijs en algemeen bijzonder onderwijs.
16
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
3. Demografische achtergrond In Amersfoort zijn er op 1 januari 2010 3.500 niet westerse kinderen van 4 t/m 12 jaar. Tien jaar geleden waren dat er nog 2.740. Dit betekent dat 19% van de kinderen van 4 t/m 12 jaar de basisgeneratie - niet westers is. Binnen de stad zijn er grote verschillen in aandeel allochtone kinderen: vooral in een groot deel van de aandachtswijken (Koppel, Kruiskamp, Liendert, Schuilenburg en Randenbroek) is het aandeel allochtone kinderen veel hoger dan in de rest van de stad. In deze wijken zijn allochtone kinderen ruim in de meerderheid. In Schuilenburg is het aandeel allochtone kinderen het grootst: twee van de drie kinderen is allochtoon. in Amersfoort neemt de basisgeneratie de komende twintig jaar met ongeveer 12% af. Het aantal allochtone kinderen van 4 t/m 12 jaar halveert bijna in deze periode en maakt in 2030 nog maar 12% uit van de basisgeneratie tegenover 19% nu. Dit heeft te maken met het ontstaan van een zogenaamde derde generatie allochtonen. Deze derde generatie, waarvan beide ouders in Nederland geboren zijn, noemen we niet meer allochtoon maar autochtoon.
3.1 Inleiding Het is van belang om de segregatie in het basisonderwijs in Amersfoort in een breder verband te plaatsen en te kijken welke demografische ontwikkelingen de laatste tien jaar hebben plaatsgevonden.
3.2 Ontwikkeling basisgeneratie Het gaat hier om het aantal en aandeel niet westerse allochtone kinderen in de basisschoolleeftijd. Wat opvalt in tabel 1, is dat het aandeel niet-westerse kinderen in de basisgeneratie (19%) een stuk hoger ligt dan onder het aandeel niet westerse inwoners in alle leeftijden (14%). Kijken we naar de ontwikkeling van de afgelopen tien jaar van het aandeel niet-westerse kinderen in de totale basisgeneratie dan zien we een afwisseling van lichte groei en afname. Terwijl het aantal en aandeel niet-westerse inwoners in alle leeftijdscategorieën steeds blijft toenemen, is dat dus onder de basisgeneratie niet het geval. Het aandeel autochtone kinderen schommelt zo rond de 75% en het percentage kinderen uit overige westerse landen9 blijft stabiel op ruim 6%. In het vervolg van dit rapport gebruiken we niet meer deze driedeling van Nederland (autochtonen), overig westerse allochtonen en niet-westerse allochtonen. We hanteren een
9
Het gaat daarbij om geboortelanden in Europa (inclusief landen die behoorden tot de voormalige Sovjet-Unie) en Noord-Amerika plus Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en Indonesië inclusief voormalig Nederlands-Indië.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
17
Tabel 1: kinderen basisschoolleeftijd 4 t/m 12 jaar op 1 januari in Amersfoort naar etniciteit jaar absolute aantallen 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 relatieve percentages 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Nederland
overige westerse landen
niet westerse landen
Totaal
niet-westers alle leeftijden
11.025 11.242 11.580 11.892 12.220 12.561 12.908 13.147 13.327 13.493 13.571
948 979 982 992 1.022 1.021 1.031 1.074 1.082 1.098 1.148
2.740 2.844 2.921 2.984 3.040 3.139 3.243 3.225 3.326 3.435 3.502
14.713 15.065 15.483 15.868 16.282 16.721 17.182 17.446 17.735 18.026 18.221
14.366 15.255 16.063 16.635 17.332 18.051 18.469 18.751 19.355 19.920 20.328
74,9 74,6 74,8 74,9 75,1 75,1 75,1 75,4 75,1 74,9 74,5
6,4 6,5 6,3 6,3 6,3 6,1 6,0 6,2 6,1 6,1 6,3
18,6 18,9 18,9 18,8 18,7 18,8 18,9 18,5 18,8 19,1 19,2
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
11,4 11,9 12,4 12,7 13,0 13,4 13,5 13,5 13,7 13,9 14,0
Bron: GBA 1 januari 2000-2010
tweedeling en spreken vanaf nu over autochtonen (Nederland plus overige westerse allochtonen samen) en allochtonen (niet westerse allochtonen).
18
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
Tabel 2: allochtone kinderen basisschoolleeftijd 4 t/m 12 jaar per wijk 2000 en 2010
Stadskern Zonnehof Soesterkwartier Bosgebied De Koppel De Kruiskamp Schothorst Zuid Schothorst Noord Liendert Rustenburg Schuilenburg Randenbroek Vermeerkwartier Leusderkwartier De Berg Zuid De Berg Noord Hoogland Zielhorst Kattenbroek Nieuwland Hooglanderveen Vathorst-De Velden Vathorst-Centrum Vathorst-De Laak Amersfoort
aantal niet-westerse kinderen 2000 2010 groei 19 27 8 134 180 46 38 38 0 129 140 11 371 371 0 78 108 30 80 110 30 430 492 62 41 104 63 213 297 84 310 280 -30 128 121 -7 75 74 -1 51 82 31 11 22 11 68 67 -1 117 134 17 195 191 -4 240 301 61 26 191 190 0 100 100 0 41 41 2.740
3.502
762
% niet-westerse kinderen 2000 2010 groei 11,2 11,9 0,7 26,9 4,7 -22,3 12,3 16,9 4,5 56,7 67,9 11,1 55,1 55,6 0,4 66,6 59,6 -7,0 18,1 23,0 4,9 6,5 14,7 8,2 58,1 63,2 5,0 13,1 36,4 23,3 58,4 66,0 7,6 43,3 40,3 -3,0 20,2 15,6 -4,6 12,6 11,4 -1,2 7,2 10,8 3,6 3,5 4,3 0,8 4,9 5,2 0,3 8,0 11,8 3,8 11,6 11,2 -0,4 15,0 11,0 -4,0 1,9 6,0 4,1 3,7 14,9 11,2 16,6 16,6 9,1 9,1 18,6
19,2
% niet-westers tot. pop. 2010 8,6 5,5 10,3 20,3 31,1 37,7 14,7 9,7 37,5 14,8 38,5 23,2 10,8 8,6 7,0 2,9 3,8 9,8 9,9 11,3 4,2 13,7 13,8 9,7
0,6
14,0
Bron: GBA 1 januari 2000 en 2010 Veel hoger dan het gemiddelde van Amersfoort. Hoger dan het gemiddelde van Amersfoort. Lager dan het gemiddelde van Amersfoort. Veel lager dan het gemiddelde van Amersfoort Leesvoorbeeld: In de wijk Schuilenburg is het aantal allochtone basisschoolkinderen gegroeid met 84 kinderen van 213 naar 297. Deze 297 kinderen vormen 66 procent van het totaal aantal kinderen van 4 t/m 12 jaar in deze wijk, in 2000 was dit nog 58 procent. Een groei van het aandeel met bijna 8 procent. Voor heel Amersfoort bedroeg de groei slechts 0,6% tot een aandeel van 19,2% in 2010.
In tabel 2 en figuur 1 is te zien dat er grote verschillen zijn in het aandeel allochtone kinderen tussen de wijken. Het aandeel allochtonen in de totale populatie (laatste kolom tabel 2) laat de verschillen zien tussen de wijken. In de basisgeneratie is dat verschil nog een stuk groter (5e kolom tabel 2). Vooral in een groot deel van de aandachtswijken (Koppel, Kruiskamp, Liendert, Schuilenburg en Randenbroek) is het aandeel allochtone kinderen veel hoger dan in de wijken in het centrum, zuiden en noorden van de stad (Binnenstad, Bergkwartier, Leusderkwartier, Zielhorst, Kattenbroek, Nieuwland, Hoogland en Hooglanderveen). In een aantal aandachtswijken zijn de allochtone kinderen ruim in de meerderheid met als koploper Schuilenburg waar twee van de drie kinderen allochtoon is. In het merendeel van de wijken is het aandeel allochtone kinderen de afgelopen tien jaar toegenomen. In een aantal wijken is het aandeel afgenomen zoals in Kruiskamp, Randenbroek, Vermeerkwartier en Nieuwland (Nieuwland is in absolute zin wel gestegen).
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
19
Figuur 1: % allochtone kinderen basisschoolleeftijd 4 t/m 12 jaar per wijk 2000 en 2010 13. Schui l enburg 10. Li endert 07. De Krui s kamp 06. De Koppel 14. Ra ndenbroek 11. Rus tenburg 08. Schothorst Zuid 03. Soes terkwartier 29. Va thors t-Centrum 15. Vermeerkwartier 28. Va thors t-De Velden 09. Schothorst Noord 01. Stads kern 20. Zi el horst 16. Leus derkwartier 21. Kattenbroek 24. Ni euwland 17. De Berg Zui d 31. Va thors t-De Laak 26. Hoogl anderveen 19. Hoogl and 02. Zonnehof 18. De Berg Noord 0
10
20
30
2010
2000
40
50
60
70
Bron: GBA 1 januari 2000 en 2010 Zonnehof laat een ‘vreemde’ daling zien, maar dat heeft vooral te maken met het gegeven dat er heel weinig kinderen van 4 t/m 12 jaar wonen.
Rest de vraag om welke etnische groepen het gaat bij de allochtone kinderen. De grootste groepen zijn de kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst op enige afstand gevolgd door kinderen van Antilliaanse/Arubaanse en Surinaamse afkomst. Deze laatste twee groepen groeien de laatste tien jaar niet of minder dan gemiddeld. Het aantal kinderen van Marokkaanse en Chinese afkomst groeit het sterkst (zie tabel 3).
20
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
Tabel 3: top tien niet westerse landen onder kinderen van 4 t/m 12 jaar etnische groep
2000
2010
index (2000=100)
884 604 253 201 95 79 58 38 105 41
1027 866 230 221 115 88 71 68 54 46
116 143 91 110 121 111 122 179 51 112
2.740 14.713
3.502 18.221
128 124
Turkije Marokko Ned. Antillen / Aruba Suriname Irak Iran Afghanistan China Somalië Zuidafrika
Totaal niet-westers 4-12 jaar Totaal alle 4-12 jaar
Bron: GBA 1 januari 2000-2010 Veel hoger dan het gemiddelde van Amersfoort. Hoger dan het gemiddelde van Amersfoort. Lager dan het gemiddelde van Amersfoort. Veel lager dan het gemiddelde van Amersfoort
3.3 Prognose basisgeneratie Hoe ziet de jeugd die naar de basisschool gaat er in de toekomst uit? Neemt het aantal kinderen in de basisgeneratie verder toe de komende twintig jaar en welk aandeel nemen de allochtone kinderen hierbij in? De basisgeneratie neemt de komende twintig jaar met 12% af van 18.200 in 2010 naar 16.000 kinderen van 4 t/m 12 jaar in 2030 (tabel 4). Het aantal allochtone kinderen halveert bijna in deze periode en maakt in 2030 nog maar 12% uit van de basisgeneratie tegenover 19% nu. Hoe kan dit? Het antwoord is simpel: de allochtone kinderen zijn in de toekomst voor een belangrijk deel niet meer in de cijfers zichtbaar. Wanneer een kind twee allochtone in Nederland geboren ouders heeft (ouders dus van de tweede generatie wordt hij of zij tot de autochtone Nederlanders gerekend. We spreken in dit geval over de derde generatie allochtonen. De vraag is of je deze derde generatie überhaupt wel moet onderscheiden, omdat ze misschien zodanig geïntegreerd zijn dat er geen sprake meer is van een achterstandspositie? Dit is wellicht een aandachtspunt voor toekomstig onderzoek.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
21
Tabel 4: prognose kinderen basisschoolleeftijd 4 t/m 12 jaar10 jaar
absolute aantallen 2010 2015 2020 2025 2030 relatieve percentages 2010 2015 2020 2025 2030 index (2010=100) 2010 2015 2020 2025 2030
Nederland
overige westerse landen
niet westerse landen
Totaal
niet-westers alle leeftijden
13.571 14.162 13.485 12.905 12.754
1.148 1.245 1.263 1.303 1.341
3.502 3.313 2.484 2.129 1.950
18.221 18.720 17.231 16.337 16.045
20.328 21.858 23.503 25.273 27.175
74,5 75,7 78,3 79,0 79,5
6,3 6,7 7,3 8,0 8,4
19,2 17,7 14,4 13,0 12,2
100 100 100 100 100
14,0 14,2 14,4 14,5 14,7
100 104 99 95 94
100 108 110 113 117
100 95 71 61 56
100 103 95 90 88
100 108 116 124 134
Bron: GBA 1 januari 2010 en etnische prognose CBS 2009
10
In september 2010 verschijnt er een eigen O&S prognose met daarin ook een etnische prognose. Mogelijk wijken deze cijfers af van bovenstaande prognose.
22
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
4. Segregatie in het Amersfoortse basisonderwijs In Amersfoort zijn er relatief weinig zwarte scholen: van de 56 scholen met 50 of meer kinderen zijn er 14% zwart, 68% wit en 18% gemengd. De witte scholen zijn dus ruim in de meerderheid. Vergelijken we de schoolpopulatie met de kinderen in de omgeving van de school dan blijkt het merendeel van de basisscholen een afspiegeling van de omgeving te zijn en zijn er nauwelijks te witte scholen. De zogenaamde witte scholen in Amersfoort zijn bijna allemaal een afspiegeling van hun omgeving. Bij zwarte scholen ligt dat anders, die zijn merendeels te zwart wanneer je ze met de omgeving vergelijkt.
4.1 Inleiding De segregatie in het basisonderwijs brengen we in kaart door in eerste instantie de etniciteit van de leerlingen te bekijken. Vervolgens vergelijken we de etniciteit van de leerlingen met de etniciteit van de kinderen in de buurt van de school. Segregatie onderzoeken we hier dus op de volgende manieren: - zwarte en witte scholen: het aandeel allochtone leerlingen. Dit levert op het aantal witte (0%-20% allochtone kinderen), gemengde (20%-50% allochtone kinderen) en zwarte scholen (50% of meer allochtone kinderen) op. - te zwarte en te witte scholen: het aandeel allochtone leerlingen in vergelijking met de wijk waarin de school ligt en in vergelijking met het voedingsgebied van 750 meter. Dit levert op het aantal te witte scholen (20 procent minder allochtone kinderen dan de wijk of het voedingsgebied), te zwarte scholen (20 procent meer allochtone kinderen dan de wijk of het voedingsgebied) en afspiegelingsscholen (niet meer of minder dan 20 procent allochtone kinderen dan de wijk of het voedingsgebied). Tenslotte kijken we nog iets verder, namelijk niet alleen hoeveel scholen (te) zwart of (te) wit zijn, maar ook om hoeveel leerlingen het nu eigenlijk gaat.
4.2 Zwarte en witte scholen Van de 56 scholen met 50 of meer kinderen zijn er 8 zwart, 38 wit en 10 gemengd (tabel 5). Dit betekent dat er 14% zwarte scholen zijn, 18% gemengde scholen en een ruime meerderheid van 68% zijn witte scholen. Dit betekent dat er relatief weinig zwarte scholen zijn wanneer we het vergelijken met de vier grote steden die met een veel hogere grens van 80% allochtone leerlingen toch nog op gemiddeld 33% zwarte scholen uitkomen (Amsterdam en Rotterdam 38% en Utrecht 18%; Herweijer 2008).
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
23
Tabel 5: zwarte en witte basisscholen in Amersfoort aantal scholen percentage
wit 38 68
gemengd 10 18
zwart 8 14
Totaal 56 100
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010 wit 0-20 procent gemengd 20-50 procent zwart 50 procent of meer
4.3 Te zwarte en te witte scholen Kijken we naar of een school te zwart of te wit is in vergelijking met de kinderen die in de buurt of wijk rondom de school wonen, dan ontstaat het volgende beeld (tabel 6). Tabel 6: te zwarte en te witte basisscholen in Amersfoort verschil 20 % met wijk
verschil 20% met voedingsgebied 750m
te wit 1 2%
afspiegeling 48 86%
te zwart 7 13%
Totaal 56 100%
3 5%
46 82%
7 13%
56 100%
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010
Nu is nog 5% of minder te wit en zijn ruim 8 van 10 scholen een afspiegeling van de wijk of voedingsgebied. Een op de acht scholen is te zwart, waaronder de Bilalschool. Het merendeel van de basisscholen in Amersfoort is een afspiegeling van de omgeving en er zijn nauwelijks te witte scholen.
4.4 Zwart-wit en te zwart - te wit Vergelijken we de twee manieren om segregatie te meten dan blijkt dat de witte scholen voor het merendeel bestaan uit afspiegelingsscholen (92%) en dat drie (8%) hiervan te wit zijn. De gemengde scholen zijn afspiegelingsscholen. De zwarte scholen zijn op een na (12,5%=afspiegeling) te zwart (87,5%) (tabel 7).
Tabel 7: aantal zwarte en witte scholen en te zwarte of te witte scholen witte school gemengde school zwarte school Totaal
te wit 3 0 0
afspiegeling 35 10 1
te zwart 0 0 7
Totaal 38 10 8
3
46
7
56
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010
24
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
Wat je hier feitelijk ziet is dat wat volgens de ‘oude methode’ ( zwart of wit in plaats van te zwart of te wit) een probleem (veel witte scholen) zou kunnen zijn, dat eigenlijk niet is. Er zijn veel witte scholen in Amersfoort maar deze witte scholen zijn bijna allemaal een afspiegeling van hun omgeving. De zwarte scholen zijn merendeels te zwart.
4.5 Hoeveel kinderen op (te) zwarte en (te) witte scholen In het voorafgaande is alleen gekeken naar de aantallen (te) zwarte en (te) witte scholen. Het is ook interessant om te zien om hoeveel kinderen het nu eigenlijk gaat. Tabel 8: kinderen op (te) zwarte en (te) witte scholen zwart of wit scholen
wit 38 68
gemengd 10 18
zwart 8 14
Totaal 56 100,0
12.397 77
2.186 14
1.424 9
16.007 100
326
219
178
286
te wit 1 2
afspiegeling 48 86
te zwart 7 13
Totaal 56 100
kinderen
310 2
14.605 91
1.092 7
16.007 100
gem. aantal kinderen per school
310
304
156
286
te wit 3 5
afspiegeling 46 82
te zwart 7 13
Totaal 56 100
kinderen
794 5
14.028 88
1.185 7
16.007 100
gem. aantal kinderen per school
265
305
169
286
kinderen
gem. aantal kinderen per school te zwart of te wit i.v.m. de wijk scholen
te zwart of te wit i.v.m. voedingsgebied scholen
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010
Van de 16 duizend Amersfoortse basisschoolleerlingen gaan er 12,4 duizend naar een witte school, 2.200 naar een gemengde school en 1.400 naar een zwarte school (tabel 8). Het percentage kinderen dat naar een witte school gaat is hoger dan het percentage witte scholen. Omgekeerd is het percentage kinderen dat naar een zwarte school gaat lager dan het percentage zwarte scholen. De reden hiervoor is dat er gemiddeld meer kinderen op een witte (326) dan een zwarte school (178) zitten. Hetzelfde geldt (in iets mindere mate) ook voor te witte en te zwarte scholen. Conclusie hieruit is dat waar we al eerder constateerden dat er weinig te zwarte en te witte scholen zijn, dit zeker geldt voor het aantal leerlingen dat naar deze scholen gaat. Een op de acht scholen is te zwart (12,5%), maar slechts een op de veertien leerlingen (7%) zit op een te zwarte school. Ongeveer acht van de tien scholen zijn een afspiegeling van de omgeving, maar negen van de tien leerlingen zit op een afspiegelingsschool.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
25
26
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
5. Achtergrond zwarte en witte scholen De meeste zwarte scholen vinden we in het openbaar onderwijs, verder in een enkele Protestants Christelijke school en vanzelfsprekend de Islamitische Bilal school. De Protestants Christelijke en Katholieke scholen zijn vooral wit, net als de Gereformeerde of Reformatorische scholen en Neutraal-Bijzondere scholen. Te zwarte scholen vinden we vooral bij het openbaar onderwijs. Te witte scholen zijn een Neutraal-Bijzondere school (Vrije school), een Gereformeerde school (de Regenboog) en een Katholieke school (de Tafelronde locatie Schimmelpenninckade). (Te) zwarte scholen vinden we vooral in de aandachtswijken. In alle andere wijken zijn de scholen over het algemeen een afspiegeling van de wijk.
5.1 Inleiding In dit hoofdstuk kijken we naar de achtergrond van de scholen en van de segregatie. We onderzoeken of er een verband is met de richting of denominatie11. En is er een verband tussen (te) zwarte of (te) witte scholen en de locatie in de stad?
5.2 Denominatie en segregatie Heeft de richting van een school invloed op het aantal allochtone leerlingen? Het antwoord hierop lijkt voor de hand te liggen, maar we willen het toch zeker weten. De meeste zwarte scholen vinden we bij het openbaar onderwijs (5 of bijna 30%). De enige Islamitische school is zwart en 14 procent van de Protestants-christelijke scholen is zwart (tabel 9). De witte scholen komen veel voor bij Protestants-christelijke en Katholieke scholen. Verder zijn alle Gereformeerde of Reformatorische scholen en Neutraal-Bijzondere (zoals Vrije School) scholen wit. Te zwarte scholen vinden we vooral bij het openbaar onderwijs en een Protestants Christelijke school (Prins Willem Alexanderschool locatie Randenbroek). Van de 17 openbare scholen zijn er vijf te zwart, bijna een op de drie. De Bilalschool is volgens de hier gestelde criteria ook te zwart, maar gezien de denominatie is dat vanzelfsprekend. Te witte scholen zijn een Neutraal-Bijzondere school (Vrije school), een Katholieke school (de Tafelronde locatie Schimmelpenninckade) en een Gereformeerde school12 (de Regenboog). Voor de Regenboog geldt hetzelfde als voor de Bilalschool, dat de kleur van de school samenhangt met de denominatie. 11
Scholen kunnen hun school inrichten naar een levensbeschouwelijke visie zoals: openbaar, algemeen bijzonder, katholiek, protestants-christelijk en overig. 12 Ook hier zou je net als bij het Islamitisch onderwijs kunnen zeggen dat deze school per definitie altijd (te) wit is, omdat er juist weinig of geen allochtone kinderen dit soort onderwijs volgen.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
27
Voor een complete lijst met (te) zwarte, afspiegeling en (te) witte scholen verwijzen we naar de bijlage. Tabel 9: (te) zwarte en (te) witte scholen en denominatie zwart of wit Gereformeerd/Reformatorisch Islamitisch Neutraal-Bijzonder Openbaar Protestants Christelijk Rooms Katholiek Totaal te zwart of te wit i.v.m. de wijk Gereformeerd/Reformatorisch Islamitisch Neutraal-Bijzonder Openbaar Protestants Christelijk Rooms Katholiek Totaal te zwart of te wit i.v.m. voedingsgebied. Geref./Reform. Islamitisch Neutraal-Bijzonder Openbaar Prot. Christelijk Rooms Katholiek Totaal
aantallen scholen wit gemengd 3 0 0 0 4 0 6 6 11 1 14 3
zwart 0 1 0 5 2 0
Totaal 3 1 4 17 14 17
8
56
aantallen scholen te wit afspiegeling te zwart 0 3 0 0 0 1 1 3 0 0 12 5 0 13 1 0 17 0
Totaal 3 1 4 17 14 17
38
1
10
7
56
aantallen scholen te wit afspiegeling te zwart 1 2 0 0 0 1 1 3 0 0 12 5 0 13 1 1 16 0
Totaal 3 1 4 17 14 17
3
48
46
7
56
% scholen wit 100 0 100 35 79 82
gemengd 0 0 0 35 7 18
zwart 0 100 0 29 14 0
Totaal 100 100 100 100 100 100
18
14
100
% scholen te wit afspiegeling te zwart 0 100 0 0 0 100 25 75 0 0 71 29 0 93 7 0 100 0
Totaal 100 100 100 100 100 100
68
2
13
100
% scholen te wit afspiegeling te zwart 33 67 0 0 0 100 25 75 0 0 71 29 0 93 7 6 94 0
Totaal 100 100 100 100 100 100
5
86
82
13
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010
5.3 Locatie in de stad en segregatie In welke delen van de stad vinden we de meeste (te) zwarte en (te) witte scholen?
28
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
100
Tabel 10: zwarte en witte scholen en stadsdelen stadsdelen Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen Amersfoort
aantallen scholen wit gemengd 1 0 8 0 4 4 19 4 6 2 38
10
zwart 0 1 7 0 0
Totaal 1 9 15 23 8
8
56
% scholen wit 100 89 27 83 75 68
gemengd 0 0 27 17 25
zwart 0 11 47 0 0
Totaal 100 100 100 100 100
18
14
100
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010 Binnenstad= Stadskern en Zonnehof; Amersfoort-Zuid=Berg-, Vermeer- en Leusderkwartier; Aandachtswijken=Soesterkwartier,Koppel, Kruiskamp, Liendert, Rustenburg, Schuilenburg en Randenbroek; Amersfoort Noord= Schothorst, Hoogland, Zielhorst Kattenbroek en Nieuwland
De zwarte scholen vinden we in de aandachtswijken en een in Amersfoort Zuid (Bilalschool). n Amersfoort Zuid zijn verder alle basis scholen wit. Ook in Amersfoort Noord, Vathorst en Hooglanderveen zijn de basisscholen overwegend wit (tabel 10). Tabel 11: te zwarte en te witte scholen en stadsdelen te zwart of te wit i.v.m. wijk Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen Amersfoort te zwart of te wit i.v.m. voedingsgebied Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen Amersfoort
aantallen scholen te wit afspiegeling 0 1 0 8 1 9 0 22 0 8
te zwart 0 1 5 1 0
Totaal 1 9 15 23 8
48
7
56
aantallen scholen te wit afspiegeling 1 0 0 8 1 8 1 22 0 8
te zwart 0 1 6 0 0
Totaal 1 9 15 23 8
7
56
1
3
46
% scholen te wit 0 0 7 0 0 2 % scholen te wit 100 0 7 4 0 5
afspiegeling 100 89 60 96 100
te zwart 0 11 33 4 0
Totaal 100 100 100 100 100
86
13
100
afspiegeling 0 89 53 96 100
te zwart 0 11 40 0 0
Totaal 100 100 100 100 100
82
13
100
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010 Binnenstad= Stadskern en Zonnehof; Amersfoort-Zuid=Berg-, Vermeer- en Leusderkwartier; Aandachtswijken=Soesterkwartier,Koppel, Kruiskamp, Liendert, Rustenburg, Schuilenburg en Randenbroek; Amersfoort Noord= Schothorst, Hoogland, Zielhorst Kattenbroek en Nieuwland
Te zwarte scholen (tabel 11) komen we vooral tegen in de aandachtswijken (5 of 6, 33% of 40%), maar ook een in Amersfoort Zuid (Bilalschool) en een in Amersfoort Noord (de Zevensprong). Te witte scholen zijn er nauwelijks maar ook een in de aandachtswijken (Vrije school), een in Amersfoort Noord (de Regenboog) en een in de Binnenstad (de Tafelronde). In alle wijken behalve in de aandachtswijken overheersen in sterke mate de scholen die een afspiegeling zijn van de wijk.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
29
30
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
6. Witte vlucht en voedingsgebieden van scholen Twee van de drie kinderen in Amersfoort gaat in de directe omgeving naar de basisschool. Er zijn wel verschillen: kinderen uit Amersfoort Zuid gaan meer buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan in de andere stadsdelen. Kinderen in Amersfoort Noord gaan juist meer in de omgeving naar school. De volgende bevindingen zijn een indicatie dat autochtone leerlingen buiten de wijk of het voedingsgebied naar een witte school gaan en daarmee een indicatie voor kiezen voor een witte(re) school of witte vlucht: - op witte scholen komen kinderen vaker uit een andere wijk dan op zwarte scholen. - autochtone kinderen gaan vaker dan allochtone kinderen buiten een straal van 750 meter naar school. - autochtone leerlingen die in ‘zwartere’ wijken wonen, gaan juist vaker buiten de wijk en voedingsgebied naar school. - vooral in de aandachtswijken zien we dat een groot deel van de leerlingen dat buiten een straal van 750 meter en buiten de eigen wijk naar school gaat, in een ander deel van de stad een school bezoekt.
6.1 Inleiding Waar komen de kinderen vandaan die in een bepaalde wijk naar school gaan? Zijn er aanwijzingen voor de zogenaamde witte vlucht?
6.2 Voedingsgebieden Gemiddeld bestaat de leerling-populatie van Amersfoortse basisscholen voor 61% uit scholieren die uit de wijk komen en 39% die van buiten de wijk komen. Kijken we naar het voedingsgebied van 750 meter dan komt 65% uit een straal van 750 meter rond de school en 35% van buiten die straal. Wat is het voedingsgebied van een school, m.a.w. waar komen de kinderen vandaan die op een school in een bepaalde wijk onderwijs volgen? We kijken hierbij zowel naar de wijk als voedingsgebied en ook naar een gebied van 750 meter rond de school (tabel 12). Op scholen in Amersfoort Zuid en Vathorst/Hooglanderveen gaan meer kinderen buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan in de andere stadsdelen. Op scholen uit Amersfoort Noord en de aandachtswijken gaan juist minder kinderen buiten de wijk en voedingsgebied naar school. De binnenstad laat een dubbel beeld zien, namelijk een groot deel buiten de wijk naar school en juist een klein deel buiten het voedingsgebied. Maar dit heeft alles te maken met dat er maar een basisschool in de binnenstad zit, die bovendien aan de rand van de wijk ligt.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
31
Tabel 12: kinderen die buiten de wijk / voedingsgebied 750m naar school gaan gemeten naar stadsdeel waarin school ligt en aandeel allochtone kinderen 4-12 jaar per stadsdeel stadsdeel school Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen Amersfoort
aantal leerlingen buiten wijk buiten 750 m 151 61 1.639 1.482 952 904 1.979 2.088 1.489 1.147 6.211
5.683
% leerlingen buiten wijk buiten 750 m 66,2 26,8 58,8 53,1 32,7 31,0 26,9 28,3 54,5 42,0 38,7
35,4
% allochtone kinderen 10,8 11,1 44,9 11,3 12,9 19,2
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010
Wanneer we vanuit het perspectief van het kind kijken dan luidt de vraag als volgt: wat is het voedingsgebied van de kinderen, met andere woorden waar gaan de kinderen op school die in een bepaalde wijk wonen? Tabel 13: kinderen die buiten de wijk / voedingsgebied 750m naar school gaan gemeten naar stadsdeel waarin leerling woont en aandeel allochtone kinderen van 4-12 jaar stadsdeel leerling Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen Amersfoort
aantal leerlingen buiten wijk buiten 750 m 159 127 1.186 1.127 1.626 1.362 1.762 1.937 1.338 996 6.199
5.671
% leerlingen buiten wijk buiten 750 m 67,4 53,8 50,8 48,2 45,3 38,0 24,6 27,1 51,8 38,6 38,7
35,4
% allochtone kinderen 10,8 11,1 44,9 11,3 12,9 19,2
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010
Kinderen uit Amersfoort Zuid gaan meer buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan in de andere stadsdelen (tabel 13). Dit geldt ook voor kinderen uit Vathorst/Hooglanderveen, maar alleen als je kijkt naar de wijk als voedingsgebied. Kinderen uit Amersfoort Noord gaan relatief weinig buiten de wijk en voedingsgebied naar school. In de Binnenstad gaat de meerderheid van de kinderen buiten de wijk naar school, maar zoals boven al genoemd heeft dit te maken met het feit dat er maar een basisschool is die ook nog eens aan de rand van de wijk ligt. Heeft het aandeel allochtone leerlingen op een school nog invloed op de vraag of kinderen vaker uit een andere buurt of wijk komen? Uit figuur 2 blijkt dat op zwarte scholen minder kinderen buiten het voedingsgebied van 750 meter naar school gaan dan op andere scholen. Gemiddeld is de afstand die kinderen op witte scholen tussen thuis en school afleggen 816 meter, op gemengde scholen 809 meter en op zwarte scholen 778 meter. Witte en gemengde scholen trekken dus vaker kinderen van grotere afstand aan dan zwarte scholen. Dit zou een indicatie voor witte vlucht kunnen zijn.
32
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
Figuur 2: aandeel kinderen dat buiten de wijk of 750 meter naar school gaat 0
10
20
30
40
50
60
witte school
gemengde school
zwarte school
wijk
750 meter
Bron:n: LLA / GBA 1 januari 2010
Is er verschil in waar allochtone of autochtone kinderen naar school gaan? Allochtone kinderen blijken minder vaak buiten een straal van 750 meter naar school te gaan (tabel 14).
Tabel 14: percentage kinderen die buiten de wijk / voedingsgebied naar school gaan naar etnische achtergrond wijk 38 43 40
750 m 36 38 31
Turkse kinderen Marokkaanse kinderen Surinaamse kinderen Antilliaanse/Arubaanse kinderen ov. niet westerse landenkinderen
41 40 48 44 37
30 29 41 32 33
Totaal
39
35
Nederlandse kinderen overige westerse kinderen niet westerse kinderen
bron: LLA / GBA 1 januari 2010
Binnen de groep allochtonen zijn het de Surinaamse kinderen die vaker buiten de wijk of voedingsgebied van 750 meter naar school gaan, vaker zelfs dan autochtone kinderen.
6.3 Kiezen voor witte(re) school buiten de buurt? Gaan kinderen uit zwarte buurten vaker in een andere buurt naar school dan in witte wijken? Witte wijken zijn in dit geval wijken met minder dan 35% allochtone kinderen van 4 t/m 12 jaar en zwarte wijken zijn wijken met meer dan 35% allochtone kinderen. In de praktijk zijn zwarte wijken de aandachtswijken met uitzondering van het Soesterkwartier maar inclusief het Bosgebied.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
33
Tabel 15: kinderen die buiten de wijk /voedingsgebied naar school gaan naar etniciteit % leerlingen buiten wijk buiten 750 m alle leerlingen 'wittere' wijk 'zwartere' wijk
36 53
35 40
autochtone leerlingen 'wittere' wijk 'zwartere' wijk
36 65
35 47
allochtone leerlingen 'wittere' wijk 'zwartere' wijk
37 43
29 33
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010
Leerlingen uit ‘zwartere’ wijken gaan vaker buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan leerlingen in ‘wittere’ wijken (tabel 15). Kijken we alleen naar autochtone leerlingen dan blijkt dat leerlingen die in ‘zwartere’ wijken wonen vaker buiten de wijk en voedingsgebied naar school gaan. Dit is een indicatie dat autochtone leerlingen buiten de buurt naar een witte school gaan en daarmee een indicatie voor kiezen voor een witte(re) school. Bij allochtone leerlingen zien we ook maar in mindere mate dat ze in een ‘zwartere’ wijk buiten de wijk of voedingsgebied naar school gaan. Het zou kunnen dat er ook onder allochtone leerlingen sprake is van een bewuste keuze voor een witte(re) school of voor de islamitische school. Waar gaan kinderen die buiten de wijk en ook buiten het voedingsgebied van 750 meter naar school gaan naar toe?
Tabel 16: kinderen die buiten de wijk en voedingsgebied naar school gaan stadsdeel leerling\school Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen
Binnenstad 1 1 3 1 0
Amersfoort
1
A Zuid Aandachtsw. 54 25 77 15 34 34 5 9 2 3 28
16
A. Noord 19 7 28 66 11
Vat/Hlv 1 0 1 19 85
Totaal 100 100 100 100 100
Totaal abs. 123 882 1.176 1.302 833
32
22
100
4.316
Bron: LLA / GBA 1 januari 2010 Leesvoorbeeld: van de 1.176 kinderen uit de aandachtswijken gaat maar 34% ook in diezelfde wijken naar school, 34% gaat in Amersfoort Zuid naar school en 28% in Amersfoort Noord.
Vooral in de aandachtswijken zien we dat een groot deel van de leerlingen dat buiten een straal van 750 meter en buiten de eigen wijk naar school gaat, in een ander deel van de stad een school bezoekt (tabel 16). Ze gaan dan vooral naar scholen in Amersfoort Zuid en Amersfoort Noord. Ook dit kan wijzen op een witte vlucht uit de aandachtswijken met veel (te) zwarte scholen.
34
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
Literatuur: - Agerbeek, M. (2002) Zwarte scholen. Uit: Trouw – 23 mei 2002 - Agerbeek, M. (2005) Zwarte scholen. Uit: Trouw – 15 augustus 2005 - Bik, M. en Lith, H. van (2003). Segregatie in het Rotterdams onderwijs. Centrum voor Onderzoek en Statistiek Rotterdam(COS) - Broekhuizen, J., Janssen, M. en Slot, J. (2008). Segregatie in het Amsterdamse basisonderwijs. Dienst Onderzoek en Statistiek gemeente Amsterdam. - Hilhorst, E (2004). Keuze voor een basisschool. Onderzoek en Statistiek gemeente Amersfoort. - Herweijer, L. en R. Vogels (2004). Ouders over opvoeding en onderwijs. Den Haag: SCP. - Herweijer, L. (2008). Segregatie in het basis- en voortgezet onderwijs, P. Schnabel, R. Bijl en J. de Hart, Betrekkelijke betrokkenheid, Studies in sociale cohesie, Sociaal en Cultureel Rapport 2008, Den Haag: SCP, p. 206-233. - Karsten, S.. et al. (2002). Schoolkeuze in een multi-etnische samenleving. Amsterdam: SCO-Kohnstamm-Instituut. - Nieuwenhuizen, E. (2007). Segregatie in het onderwijs – Factsheet. www.art1.nl>dossiers>onderwijs.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
35
Bijlage1: scholenlijst zwart-wit Locatienaam Amersfoortse Schoolvereniging Atlantis Bilalschool Caeciliaschool Daltonschool De Gondelier De Achtbaan De Albatros De Aloysiusschool De Berkenschool De Bieshaar De Biezen De Bolster De Border De Breede Hei De Drieslag De Dubbelster De Horizon De Kameleon De Kinderhof De Kosmos De Kubus "loc Noordewierweg" De Kubus "loc Spaarnestraat" De Langenoord De Magneet, loc. Dollardstraat De Magneet, loc. Maasstraat De Malelande De Marke De Meander De Regenboog De Tafelronde (loc. Koning Karelpad) De Tafelronde (loc.Schimmelpenninckkade) De Vlindervallei (loc. Van Galenstraat) De Vuurvogel De Weesboom De Wegwijzer De Wiekslag (loc. Pelikaanstraat) De Wiekslag (loc. Trekvogelweg) De Windroos De Wingerd De Wonderboom De Zevensprong De Zonnewijzer DOK12 Gabrie Mehenschool Het Zwaluwnest Johannes Calvijnschool
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
Bestuursvorm Neutraal-Bijzonder Openbaar Islamitisch Rooms Katholiek Openbaar Openbaar Openbaar Rooms Katholiek Prot. Christelijk Openbaar Rooms Katholiek Prot. Christelijk Openbaar Rooms Katholiek Rooms Katholiek Openbaar Prot. Christelijk Rooms Katholiek Rooms Katholiek Neutraal-Bijzonder Rooms Katholiek Rooms Katholiek Rooms Katholiek Openbaar Openbaar Rooms Katholiek Rooms Katholiek Openbaar Geref./Reform. Rooms Katholiek Rooms Katholiek Openbaar Prot. Christelijk Openbaar Prot. Christelijk Openbaar Openbaar Prot. Christelijk Prot. Christelijk Prot. Christelijk Openbaar Prot. Christelijk Rooms Katholiek Prot. Christelijk Geref./Reform. Geref./Reform.
witte school gemengde school zwarte school gemengde school gemengde school witte school zwarte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school gemengde school witte school witte school witte school witte school gemengde school gemengde school witte school witte school witte school witte school gemengde school witte school zwarte school witte school gemengde school gemengde school zwarte school zwarte school zwarte school witte school witte school gemengde school witte school witte school witte school witte school witte school
i.v.m. wijk afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling
te zwart - te wit i.v.m. 750 m afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling te wit afspiegeling te wit te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling
37
Joost van den Vondel Kon-Tiki Pr. Willem Alexander Locatie Beekenstein Pr. Willem Alexander Locatie Randenbroek Pallas Athene School op de Berg St. Joseph 't Anker 't Spectrum Vrije School Amersfoort
38
Openbaar Prot. Christelijk Prot. Christelijk Prot. Christelijk Neutraal-Bijzonder Rooms Katholiek Rooms Katholiek Prot. Christelijk Openbaar Neutraal-Bijzonder
witte school witte school witte school zwarte school witte school witte school witte school witte school zwarte school witte school
afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling te wit
afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart te wit
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
Bijlage 2: bepaling segregatie in basisonderwijs
Wat is een zwarte en wat is een witte school? Zwarte en witte scholen worden op verschillende manieren gedefinieerd. Het meest gebruikelijke criterium is het aantal en aandeel allochtone leerlingen13. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen beschouwt scholen met meer dan 70 procent allochtonen als ‘zwarte’ scholen, scholen met 50% tot 70% allochtone leerlingen als concentratiescholen en scholen met minder dan 20% allochtone leerlingen als 'witte' scholen. Dit zijn percentages die onder andere ook in Amsterdam en Rotterdam gehanteerd worden. Vaak gehanteerd en logisch is de indeling waarbij scholen met een meerderheid aan allochtone leerlingen aangemerkt worden als zwarte scholen. In een vergelijkend landelijk onderzoek van Trouw wordt een pleidooi gehouden voor 50 procent als grens: “… een school als zwart betiteld hangt af van het percentage leerlingen van allochtone afkomst. Steeds vaker wordt daar 70 of zelfs 75 procent voor genomen in plaats van 50 procent, vanuit de gedachte dat er in de grote steden al vaak meer dan 50 procent allochtone leerlingen wonen. Trouw doet dat niet en houdt vast aan 50 procent. Want wie zegt dat zwarte scholen alleen een grootstedelijk verschijnsel zijn? Bij een hoge drempel zie je het ontstaan van zwarte scholen in andere steden niet. Bovendien: als ouders constateren dat meer dan de helft van de leerlingen op het schoolplein een kleurtje heeft, dan vinden ze het een zwarte school, maakt niet uit waar die school staat.” (Agerbeek 2005) Omdat Amersfoort een beduidend lager aandeel allochtone kinderen heeft dan de vier grote steden kiezen we voor de indeling, waarbij zwarte scholen 50% of meer allochtone leerlingen hebben, witte scholen 20% of minder allochtone leerlingen hebben en gemengde scholen tussen de 20% en 50% allochtone leerlingen hebben. Past de kleur van de school bij de wijk? De vraag is of het een probleem is als een school een zwarte of een witte school is? Alleen als het percentage autochtone of allochtone leerlingen op school sterk afwijkt van het percentage autochtone of allochtone kinderen dat in de buurt woont, vraagt de situatie om aandacht. Wanneer er grote verschillen zijn tussen de samenstelling van de basisgeneratie in de buurt van de school en de etnische samenstelling van de schoolpopulatie, dan is er sprake van etnische segregatie. Er is sprake van een zwarte of witte vlucht, wanneer de samenstelling van de schoolpopulatie qua etniciteit beduidend afwijkt van de basisgeneratie in de wijk. Daarom kijken we naar de verhouding tussen de etnische samenstelling van een bepaalde wijk of voedingsgebied van de school enerzijds en de etnische samenstelling van de school anderzijds. Er wordt dan gekeken naar of een school te zwart of te wit is in vergelijking met de kinderen die in de buurt of wijk rondom de school wonen. De onderwijsraad, het adviesorgaan 13
Met allochtone leerlingen wordt hier bedoeld leerlingen waarvan minstens (een van) de ouders afkomstig is uit een niet-westers land. Het gaat daarbij om (geboorte)landen in Azië, Latijns-Amerika en Afrika. Japan, Indonesië en voormalig Nederlands Indië behoren niet tot de niet westerse landen.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
39
van de regering, spreekt van te zwarte of te witte scholen als het verschil tussen aandeel allochtone kinderen van 4 t/m 12 jaar in de omgeving van de school en aandeel allochtone leerlingen op een school 20% of meer is. Omdat landelijk de 20% grens gehanteerd wordt en ook experimenteren met andere grenzen14 in dit Amersfoorts onderzoek geen goede redenen opleveren van deze grens af te wijken kiezen we in dit rapport voor de 20% grens. Dit betekent dat een school te zwart is als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk of het voedingsgebied. Omgekeerd is een school te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk of voedingsgebied. Scholen zijn een afspiegeling van de wijk of voedingsgebied wanneer het aandeel allochtone leerlingen niet meer dan 20% afwijkt van het aandeel allochtone leerlingen in de basisgeneratie van de wijk of voedingsgebied. Welke scholen? Amersfoort heeft 59 basisscholen (basisschoollocaties) in het reguliere onderwijs waarvan drie scholen slechts enkele leerlingen (1, 22 en 24) hebben, die we buiten de analyse houden. Door het lage leerlingaantal is de kans groot dat het op toeval berust of deze scholen zwart of wit zijn. Alleen basisscholen met 50 of meer leerlingen worden onderzocht waardoor het totaal aantal scholen op 56 uitkomt. De grootte van deze scholen of beter gezegd schoollocaties15 varieert van 52 tot 788 leerlingen. Scholen buiten Amersfoort waarop Amersfoortse kinderen zitten kunnen en worden niet meegenomen in de analyse. Bovendien ligt het ‘Amersfoortse’ leerlingaantal op deze scholen ver onder de 50.Vaak gaat het maar om 1 of 2 kinderen. In totaal zitten 197 van de 16.251 basisschoolkinderen op 66 verschillende basisscholen buiten Amersfoort. Scholen in het speciaal basisonderwijs worden vanwege hun geheel andere positie ook niet meegenomen in het onderzoek. Het vergelijkingsgebied Om te kunnen bepalen of scholen te zwart, te wit of een afspiegeling van de omgeving zijn is een referentiegebied nodig om het aandeel allochtone leerlingen op de school te vergelijken met het aandeel allochtone kinderen in de buurt. De vraag is welk gebied het meest geschikt is om het aantal te zwarte en te witte scholen te bepalen. Als mogelijkheden dienen zich hiervoor aan de buurt, de wijk, 4-positie postcodegebieden en voedingsgebieden of cirkels rond de school met een afstand van 500, 750 of 1000 meter. Buurt is een te klein gebied zowel qua ruimtelijke omvang als qua aantal kinderen van 4 t/m 12 jaar dat er woont.Vier positie postcodegebieden lijken enigszins op de Amersfoortse wijken, maar zijn minder bekend en ingeburgerd dan wijken. Wijken zijn geschikte referentiegebieden omdat de omvang en het aantal kinderen dat er woont, geschikt is als voedingsgebied voor basisscholen. Verder is wijk een ruimtelijke eenheid die bekend is voor de meeste mensen. Het nadeel van wijken is dat er nogal wat verschil zit in de omvang zowel wat betreft oppervlakte als wat betreft aantal kinderen. Bovendien liggen scholen niet altijd in het centrum van een wijk, maar aan de rand waardoor in dat geval veel kinderen van buiten de wijk naar zo’n basisschool zullen gaan. Cirkels van 500, 750 of 1.000 meter rond een school zijn in de meeste opzichten het meest ideale referentiegebied juist omdat de school in het centrum ervan ligt. Enig nadeel is dat het geen herkenbaar gebied is. De vraag rest dan nog welke straal je moet gebruiken. We kiezen 14
Naast de door de onderwijsraad geadviseerde grens van 20%, hanteren enkele steden ook andere grenzen van 10%, 15% en 23%. Wij willen echter voor de vergelijkbaarheid zoveel als mogelijk aansluiten bij landelijke criteria. 10 Scholen hebben in een aantal gevallen meerdere locaties waar les wordt gegeven. Aangezien de locatie in dit onderzoek cruciaal is, gaan we uit van schoollocaties.
40
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
voor 750 meter omdat dat het meest lijkt op een gemiddelde Amersfoortse wijk en een ruime meerderheid van de kinderen (64%) binnen een straal van 750 meter naar de basisschool gaat in Amersfoort. De keuze valt dus op twee referentiegebieden, namelijk wijk en voedingsgebieden van 750 meter rond de school. Voedingsgebied van 750 meter omdat dat het meest perfecte referentiegebied is en wijk vanwege bekendheid en herkenbaarheid. Welk schooljaar? Er is gekozen voor het laatste schooljaar 2009-2010 met daarin de situatie op de peildatum 1 januari 2010. Alle gebruikte bestanden van zowel leerlingen uit de leerlingenadministratie (LLA) als kinderen uit de bevolkingsadministratie (GBA) zijn van deze datum.
Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010
41