Aanleg neoblaas
Voorwoord Deze folder geeft u een beeld wat de gebruikelijke gang van zaken is bij het aanleggen van een nieuwe blaas. Deze operatie wordt uitgevoerd bij mensen met blaaskanker, chronische blaasontstekingen en blaaspijnsyndroom (interstitiële cystitis). In sommige gevallen is het mogelijk om van een gedeelte van de dunne darm een nieuwe blaas te maken. Hiervoor wordt circa 40 cm van de dunne darm gebruikt. Het reservoir wat daardoor ontstaat, wordt ook wel neoblaas genoemd. De neoblaas komt op de plaats van de oorspronkelijke blaas. De urineleiders worden op deze nieuwe blaas aangesloten. De nieuwe blaas wordt vervolgens aan de plasbuis vastgemaakt.
Anatomie en functie van de blaas De urinewegen bestaan uit twee nieren, twee urineleiders, een blaas en de plasbuis. (Bij de mannen nog de prostaat) De urine wordt gevormd in de nieren en getransporteerd via de urineleiders naar de blaas, waar de urine wordt opgeslagen totdat de blaas “vol” is. Vervolgens wordt de urine via de plasbuis naar buiten geloosd.
1
De blaas dient als een reservoir voor de urine. De blaas is een spier die, wanneer hij “vol” is, een seintje krijgt van de hersenen dat hij zich kan ledigen. Dit wordt gevoeld als aandrang om te plassen. Vervolgens trekt de spierwand van de blaas zich samen om zo de urine via de plasbuis naar buiten te lozen.
2
Voorbereiding voor de operatie De urologieverpleegkundige geeft u uitleg over het aanleggen van een nieuwe blaas. Zoals de uroloog met u besproken heeft, kan tijdens de operatie blijken dat het om technische redenen niet mogelijk is om een nieuwe blaas aan te leggen. Dan is alsnog een stoma noodzakelijk. Daarom verwijst de uroloog u voor de operatie door naar de MDL-/stomaverpleegkundige. Zij geeft u verder uitleg over de operatie voor de aanleg van een stoma. Het komt voor dat na de operatie de sluitspier van de blaas niet optimaal functioneert. U kunt deze sluitspier vóór de operatie trainen onder leiding van een gespecialiseerd fysiotherapeut, een zogenaamde bekkenbodemtherapeut. De urologieverpleegkundige verwijst u naar zo'n therapeut. Het is van groot belang vooraf aan uw uroloog te melden als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt. De uroloog bepaalt wanneer u voor de operatie met deze medicijnen moet stoppen. Omdat er ook aan de darmen geopereerd wordt en deze dan "schoon" moeten zijn, wordt u één dag voor de operatie opgenomen. Om het laxeren zo goed mogelijk te laten verlopen is het raadzaam om enkele dagen voor de opname alleen vloeibaar voedsel te gebruiken. U wordt tijdig door de afdeling opname gebeld om daarmee te beginnen.
De opname U wordt de dag voor de operatie opgenomen. Bij voorkeur op een éénpersoonskamer. De verpleegkundige zal, tijdens het opnamegesprek, nog een aantal zaken met u bespreken die van belang zijn voor het verdere verloop van de opname. Indien u zelf nog vragen heeft, kunt u die dan ook stellen aan de verpleegkundige die met u het opnamegesprek doet. 3
In verband met de darmvoorbereiding krijgt u om ±12.00 uur nog een vloeibare maaltijd voordat we beginnen met het “schoonmaken” van de darmen. Omdat bij het laxeren veel vocht verloren wordt, krijgt u een infuus, om de vochthuishouding op peil te houden. Er bestaat altijd een kans dat er een stoma aangelegd moet worden. Daarom zal de plaats waar het eventuele stoma komt, in overleg met u, aangetekend worden door een verpleegkundige. Tevens wordt het operatiegebied geschoren. Na de operatie zult u de eerste 24 tot 48 uur op de Intensive Care verblijven. In overleg met de afdeling Intensive Care is er een mogelijkheid dat u vóór de operatie daar een kijkje gaat nemen. Op de dag van de operatie mag u vanaf 00.00 uur niets meer eten en drinken en ook niet roken. De avond voor de operatie krijgt u nog een injectie in de buik om trombose te voorkomen. Zo'n injectie krijgt u gedurende de hele opname dagelijks. Ook worden TED kousen aangemeten om trombose te voorkomen. De fysiotherapeut komt dagelijks bij u langs om ademhalingsoefeningen met u door te nemen zodat dit na de operatie goed verloopt.
De operatie Voor de operatie is het nodig dat u onder algehele narcose wordt gebracht. Van ongeveer 40 cm van de dunne darm wordt een nieuwe blaas gemaakt, die de functie van de oorspronkelijke blaas moet overnemen. Bij mannen wordt zowel de blaas als de prostaat en de zaadblaasjes verwijderd. Bij vrouwen wordt de blaas en ook meestal de baarmoeder en eierstokken verwijderd. 4
U kunt na de operatie urine lozen via de natuurlijke weg. Via een prik in de rug zal er een slangetje worden achtergelaten om de pijnbestrijding te regelen na de operatie.
Na de operatie Vanaf de operatieafdeling wordt u naar de Intensive Care gebracht. Afhankelijk van uw lichamelijke toestand zult u hier 24 tot 48 uur verblijven. U bent dan verbonden aan allerlei apparatuur en slangetjes. Het aantal zal naar mate de opname vordert verminderen. We zullen hieronder een aantal slangetjes benoemen: - Blaaskatheter: deze loopt via de plasbuis naar de blaas. Deze dient ervoor om de urine af te voeren. - Buikkatheter (suprapubische katheter) deze gaat door de buikwand rechtstreeks naar de nieuwe blaas. Deze katheter dient voor de afvloed van urine, maar ook om de nieuwe blaas te spoelen. - Wonddrain: voor de afvloed van het wondvocht. - Maagsonde: voor de afvloed van maagsappen. Deze blijft erin zolang de darmen nog niet “op gang zijn”.
De voeding Omdat de darmen voor de operatie ”schoon” gemaakt zijn, zult u de eerst dagen minimaal mogen drinken omdat de darmen weer “op gang” moeten komen. Per dag wordt gekeken of de vochtinname verder mag worden uitgebreid naar vloeibaar voedsel, licht verteerbaar voedsel en vervolgens tot normale voeding.
5
Spoelen van de katheters De nieuwe blaas is gemaakt van dunne darm. Van oorsprong maakt deze darm “darmvlokken“ aan. Nu dit stuk darm dienst doet als “blaas”, blijft hij toch de darmvlokken aanmaken. Om te voorkomen dat de katheters verstopt raken door de darmvlokken, wordt de nieuwe blaas iedere 2 –3 uur gespoeld. Dit wordt gedaan via de blaaskatheters. Na verloop van tijd verandert de samenstelling van de darmvlokken van een slijmerige substantie naar lichte draadvormige sliertjes. Deze zult u dan gewoon uitplassen. De sliertjes blijven altijd aanwezig.
Hechtingen verwijderen Na ongeveer 10 dagen worden de hechtingen uit de buikwond verwijderd.
Mobilisatie Het is de bedoeling dat u na de operatie zo snel mogelijk weer uit bed komt. Daarom gaat u de eerste dag na de operatie met behulp van de verpleegkundige al even naast het bed zitten. Daarna zal het bewegen en lopen steeds meer uitgebreid gaan worden. Dit zal gebeuren met behulp van fysiotherapie. U zult merken dat dit steeds beter zal gaan.
Pijnbestrijding Doordat u de eerste dagen na de operatie pijn heeft, gaat het lopen en bewegen wat moeizaam. U heeft een slangetje in uw rug dat verbonden is met een pomp waar medicijnen inzitten om de pijn te verminderen. Dit slangetje blijft enige dagen 6
zitten, daarna krijgt u pijnstilling in de vorm van injecties of tabletten. Om pijn te voorkomen als u moet hoesten en niezen of lachen, kunt u het beste de wond met beide handen ondersteunen.
Urineren met de neoblaas Na ongeveer 3 weken gaan de blaaskatheters eruit. Nu moet u zelf weer gaan plassen. Het gevoel van aandrang om te urineren zoals u dat gewend was, is veranderd. De aandrang wordt nu gevoeld als een drukkend (in het begin soms pijnlijk) gevoel in de onderbuik. Dit is een teken dat de blaas leeg gemaakt moet worden. U zult nu regelmatig naar het toilet moeten gaan om te plassen. In het begin zal dit iedere 1½ - 2 uur zijn zowel overdag als ’s nachts. Later wordt dit uitgebreid naar 3 tot 4 uur Het kan voorkomen dat u de neoblaas niet helemaal leeg plast, zodat het noodzakelijk is om de blaas met een slangetje zelf leeg te maken. Door wondvocht functioneert de sluitspier van de blaas soms niet optimaal, zodat er urineverlies op kan treden. Door de bekkenbodem en de sluitspieren goed te trainen zal dit na verloop steeds minder worden. Een fysiotherapeut, die gespecialiseerd is in bekkenbodemtraining, zal u hierbij begeleiden. De urologieverpleegkundige zal u tijdens dit hele traject begeleiden. Zij zal u tijdens de opname, voordat u met ontslag gaat, uitleggen hoe u met de neoblaas moet plassen. Zij verzorgt ook de (incontinentie)materialen die u eventueel thuis nodig hebt.
7
Het ontslag Na ongeveer drie weken mag u van de uroloog naar huis. De katheters zijn dan verwijderd, het plassen gaat naar omstandigheden goed. U mag dan weer alles eten en drinken zoals u vooraf gewend was. Alle medicijnen en eventuele (incontinentie)materialen zullen al thuis zijn als u naar huis gaat. Dit wordt door het ziekenhuis geregeld. U krijgt een controle afspraak mee voor bij de uroloog en de urologieverpleegkundige en als het nodig is, kan er extra ondersteuning geboden worden door de thuiszorg. Als u een stoma gekregen heeft, komt u niet bij de urologieverpleegkundige terug op controle maar bij de stomaverpleegkundige.
Leefregels U heeft een grote operatie ondergaan. U krijgt voor het ontslag nog de nodige leefregels mee naar huis, wat u wel en niet mag doen om zo goed mogelijk te herstellen. Hou met de volgende leefregels rekening: zorg voor voldoende rust. Vermoeidheid kan wel 3 tot 6 maanden aanhouden. 6 weken niet zwaar tillen 6 weken geen autorijden 6 weken niet fietsen 3 weken niet baden, douchen is wel toegestaan 6 weken niet sporten voldoende drinken; ± 2 - 2½ liter per dag.
8
Nazorg blaastraining na een neoblaas Omdat uw blaas verwijderd is, en het gevoel om te plassen er niet meer is, is het moeilijk om opnieuw te moeten leren plassen. Daarom hebben we hieronder wat tips die u daarbij kunnen helpen: Het is belangrijk dat u in het begin regelmatig naar het toilet gaat om te proberen te plassen. De tijd die ertussen mag zitten is overdag maximaal 2 ½ tot 3 uur en ‘s nachts maximaal 4 uur. Ga in een goede houding zitten: met beide voeten plat op de grond. Niet “hangen” op een verhoogd toilet. Zet eventueel een voetenbankje onder de voeten. Kantel het bekken wat naar voren, zodat de nieuwe blaas boven de plasbuis komt te liggen. Laat de urine nu zoveel mogelijk vanzelf stromen. Dit kunt u doen door zo goed mogelijk te ontspannen door bijvoorbeeld: - rustig via de neus inademen en via de mond weer uitademen - neuriën - fluiten. U kunt eventueel een beetje druk zetten met de buik om de nieuwe blaas een handje te helpen. Het is mogelijk dat u uw blaas niet goed leegplast, en dat het daarom noodzakelijk is om aan te leren om zelf de blaas leeg te maken. Dit zal altijd in overleg gaan met de uroloog. Het kan zijn dat u, na het verwijderen van de katheters, incontinent bent van urine. Dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Door de bekkenbodem goed aan te spannen, kunt u de sluitspier van de blaas trainen om continent te worden. Dit gaat onder begeleiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut (een bekkenbodemtherapeut). De nieuwe blaas blijft darmvlokken aanmaken. Dit ziet eruit als wit slijm. Vooral in het begin zult u dit ook zeker uitplassen. Een enkele keer kan dit leiden tot verstopping 9
van de uitgang van de nieuwe blaas. Na verloop van tijd wordt dit minder. Voordat u op controle komt bij de uroloog, komt u nog een paar keer bij de urologieverpleegkundige. Zij geeft u ook een mictielijst mee. Het is de bedoeling dat u thuis, gedurende 2 dagen de mictielijst invult. De urologieverpleegkundige zal u vertellen hoe u dit moet doen. Als u na 2 weken bij de uroloog op controle komt, is het de bedoeling dat u de lijst meeneemt. Recht op het toilet met knieën en bovenlichaam in een hoek van 90 . Schouders en armen ontspannen.
Voeten plat op de grond, knieën iets uit elkaar.
10
Ontspan de bekkenbodem en neem de tijd. De plas vanzelf op gang laten komen. Eventueel fluiten, neuriën enz. De plas niet onderbreken.
Na het plassen heen en weer wiebelen zowel voor- en achterover als opzij (het bekken kantelen).
Na het plassen met de druk van de handen of met de buikspieren het laatste beetje urine eruit persen.
11
Bekkenbodem licht aanspannen ter afsluiting.
Complicaties Het kan voorkomen dat er na de operatie een lekkage ontstaat van de neoblaas. Dit proberen we zo veel mogelijk te voorkomen door op gezette tijden de neoblaas te spoelen, zodat de katheters niet verstopt kunnen raken en de blaas niet overmatig uit kan rekken. Er bestaat tijdens of na een operatie altijd een risico op: - wondinfectie - trombose - longontsteking.
Tot slot Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen dan kunt u deze stellen aan de uroloog of de urologieverpleegkundige.
12
Telefoonnummers Polikliniek urologie:
0164-278336
Urologieverpleegkundigen: Coby Akkermans Chris Boonman
0164-278336
MDL-/Stomaverpleegkundigen: Coby Akkermans Ellen Berndsen Ineke Brienen
0164-278933
Spoedeisende hulp: Na 17.00 uur en in het weekend.
0164-278302
oktober 2011
13