1
VOORWOORD 2012: een mooi jaar voor het LIV. Wellicht denkt u 2012? Nu nog, in december 2013? Klopt. Nadat de belastingdienst tot het LIV was toegetreden hadden we het streven ons nieuwe convenant in de herfst 2013 af te ronden en te ondertekenen. Dat moment hadden we dan in de inleiding van dit jaarverslag willen meenemen en daarom hadden we het uitbrengen van het jaarverslag over de zomer heen getild. Echter, we zitten in de afrondende fase, maar zijn nog niet zover om te tekenen. Daarom nu pas het jaarverslag 2012 zonder de handtekening van het nieuwe convenant. Terug naar 2012. 10 jaar LIV, wat een feest! Ik heb ontzettend genoten van de 16e mei. Een dag die laat zien dat we met z’n allen een prachtig vak hebben waarin de actualiteit geen jaar hetzelfde is. Samenwerken blijft hierin cruciaal. Soms je eigen belang boven dat van een ander stellen. Delen wat nodig is om te delen. Dat is allemaal nodig willen we de voertuig- en voertuig gerelateerde criminaliteit effectief blijven aanpakken. De middelen zijn beperkt, de prioritering is wisselend, opvolging is regelmatig lastig. Daarom moeten we elkaar opzoeken, ondersteunen en zaken overnemen als we daar een ander mee kunnen helpen. Er kan veel, er mag veel en dan moeten we met elkaar die drive houden om de criminelen en fraudeurs voortdurend te laten merken dat we er zijn, dat we ze in de picture hebben en dat we als het te gek wordt ingrijpen en aanpakken. We moeten werken aan een gerichte informatie gestuurde aanpak waardoor we de pakkans omhoog krijgen, het terugvindpercentage van de voertuigen omhoog gaat en straffen flink in de portemonnee gevoeld moeten worden. De ambitie van het LIV is hierin meer en meer de coördinerende en dienstverlenende rol te spelen. We weten veel, zien veel, horen veel en willen u daar beter en beter mee gaan bedienen. Gevraagd én ongevraagd. Als ik terugkijk naar 16 mei 2012 dan denk ik dat we dat vertrouwen van u hebben en we zullen er alles aan doen om dat te blijven waarmaken.
Hendrik Steller Manager LIV
2
NHOUDSOPGAVE Voorwoord 2 10 jaar LIV 4 MT en RvT 10 Profiel en partners 14 Diensten en producten 16 Governance 17 Toezichthouder 20 Vooruitzichten 22 Operationele resultaten 24 Jaarrekening 25 Betrouwbaarheidsverklaring 26
3
10 jaar liv Het is 1996. De RDW is verzelfstandigd en tegelijkertijd ontwaakt het bewustzijn dat de RDW meer moet gaan doen aan de verzameling van informatie voor opsporingsonderzoeken van de politie. In datzelfde jaar gaan politiemensen over naar de RDW en wordt BOB (Bureau Opsporingsbijstand) opgericht. De directie sluit een convenant af met de politie over het detacheren van politiemensen en BOB groeit gestaag. Het is 2000. Harry Blaauw, die aan de wieg van het LIV stond: ‘Harry Filon, toenmalig directeur VAR (Vermiste Auto Register, nu Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit, VbV), sprak me erover aan dat niet alleen de politie en de RDW over veel informatie beschikken, maar ook de verzekeraars. Daar zouden we meer mee moeten doen. Samen met Koos van den Boom hebben we toen een voorstel gedaan naar de KLPD en de RDW om het LIV op te richten.’ Het is 2002. Er is enige tijd overheen gegaan, maar op 30 januari 2002 is het zover. Vertegenwoordigers van de RDW, KLPD en VAR zetten hun handtekening onder het oprichtingsconvenant van het LIV. De RDW wordt aangewezen als beheersorganisatie. ‘Dat wil zeggen dat de RDW zorgt voor huisvesting en ondersteunende middelen, zoals computers en telefoons.’ In het begin is het best nog wel even wennen. ‘Vroeger was het vooral iets van de RDW. Maar met de oprichting van het LIV hadden alle organisaties evenveel te vertellen. Dat was nieuw, spannend en soms bijzonder lastig.’
1996 4
2000
2002
10 jaar liv Het is 2007. De organisatie staat en heeft zich bewezen. De tijd is rijp om klanten te laten vertellen wat zij vinden en verwachten van het LIV. Uit een omgevingsonderzoek komt naar voren dat het LIV primair aandacht moet besteden aan relatiemanagement. Het managen van zowel medewerkers als relaties is niet meer te verenigen in één persoon. Harry Blaauw staat voor de keuze: hoofd LIV of relatiemanager. Hij kiest voor het laatste, en staat daar nog altijd voor 100% achter. In 2008 komt Hendrik Steller als manager het LIV versterken. Harry: ‘In het begin is dat best wel eens moeilijk geweest. Want ik heb iets opgebouwd en dat moest ik loslaten. Maar ik merkte al gauw dat het LIV bij Hendrik in goede handen was. En juist dat ik het LIV zo goed ken, biedt voordelen in mijn werk als relatiemanager.’ Het is 2012. Het LIV bestaat tien jaar. En een vierde partner dient zich aan: de Belastingdienst. Een partij die ook over enorm veel gegevens beschikt en een belangrijke bijdrage kan leveren aan het LIV. Daarmee is ook het convenant aan herziening toe. Hendrik: ‘Een nieuw convenant is ook van belang omdat we daarin meer verankerd worden in de wetgeving die aan de moederorganisaties hangt. Dus de Wegenverkeerswet bij de RDW. Want als samenwerkingsverband heb je feitelijk geen status, maar natuurlijk wel als het in de wet is vastgelegd. En dat is weer van belang voor taken als ‘online kilometerregistratie’ en ‘tanken zonder betalen’ die mogelijk naar het LIV gaan. Maar dat mag alleen als we daartoe bij wet zijn aangewezen. Met dat nieuwe convenant kan het LIV dan weer een stootje hebben. Dan is voor de volgende tien jaar alles geborgd.’ Ook Harry is toe aan een nieuwe stap. Hij legt zich steeds meer toe op de beleidsmatige kant. ‘Ik ben sinds twee jaar gedeeltelijk gedetacheerd bij de Stichting AVc. Ik denk dat ik daar meer kan betekenen voor het LIV dan bij het LIV zelf.’
2007
2012 5
10 jaar liv Relatiedag LIV: geslaagd feest Op 16 mei 2012 vierde het LIV zijn tienjarig bestaan met een relatiedag. In het plenaire ochtendprogramma (à la Top Gear) hoorde gastheer Rob Kamphues diverse gasten uit over verleden en toekomst van het LIV. De interviews werden afgewisseld met filmpjes van de rit in de ‘reasonably priced car’ die de gasten eerder hadden gemaakt. Absolute winnaar was natuurlijk de ‘Stig’ met een rondetijd van 1 minuut en 50 seconden. Prins Maurits werd goede tweede met 2 minuten rond. Op de derde plek kwam Hendrik Steller met een tijd van 2:11. Het ochtendprogramma werd afgesloten met de ondertekening van de intentieverklaring waarmee de Belastingdienst officieel de vierde partner is geworden in het LIV. ’s Middags was er tijd om bij te praten en aan diverse leuke activiteiten mee te doen.
Rob Kamphues in gesprek met Harry Blaauw en Hendrik Steller van het LIV en met prins Maurits 6
10 jaar liv
Ab Croezen geeft uitleg bij een kloonauto
Guus Wesselink van stichting AVc overhandigt een beker voor 10 jaar LIV
Felicitaties na de ondertekening van de intentieovereenkomst
7
10 jaar liv
Een rit in een Audi R8 konden maar weinig mensen weerstaan
Ook voor de zijspanmotoren was genoeg animo
Liefhebbers konden ook nog ‘off road’ rijden of een rondje maken over de kombaan in een touringcar
8
10 jaar liv Herinneringen van Harry Blaauw… ‘Terugkijkend op tien jaar LIV, zijn er wel enkele dingen die er bij mij uitspringen. Zoals de ervaring van een LIVmedewerker tijdens een verkeerscontrole in Amsterdam, waar een rij auto’s moet worden gecontroleerd. De tweede auto was een BMW 5 met een kenteken met duplicaatcode twee. De achttiende auto was ook een BMW 5, met hetzelfde kenteken maar met duplicaatcode vijf!’ ‘Spectaculair was een zaak in Veendam over een aangerand meisje. Zij had een gedeelte van een dashboard gezien en een LIV’er wist meteen over wat voor auto het ging. Die was vervolgens snel getraceerd, zeker omdat het dashboard een beschadiging had die het meisje ook had gezien. De dader werd vervolgens snel gepakt.’ ‘En de mooiste herinnering: regelmatig zijn er rondleidingen bij het LIV. Zo ook die keer dat er een delegatie Kamerleden langskwam met de directie van de RDW. Na de rondleiding zegt een Kamerlid tegen mij: ‘Je hebt zeker wel een mooie baan.’ Waarop ik zeg ‘De mooiste van West-Europa!’ Dan tikt Johan Hakkenberg mij op de schouder en zegt: ‘Die van mij is ook niet verkeerd.’
First of all, we would like to congratulate LIV for the 10th anniversary! Secondly, we would like to thank you for your co-operation, by your kind help our work became much more effective and successful. To get fast and reliable information from the requested vehicles is very important to our Office. And the LIV accomplishes this expectation of ours, maximally. We would like this accurate and precise collaboration to go on in the future, as well. Mariann Rozsnyai Vehical Legal an Technical Conditions Examination Unit Central Office for Administrative and Electronic Public Services Budapest Hungary
9
MT EN RVT Managementteam (MT) en Raad van Toezicht (RvT) over 10 jaar LIV Wat is het hoogtepunt uit het eerste decennium van het LIV?
Koos van den Boom (RvT) - Politie
Ik kan zo niet direct een hoogtepunt benoemen. Dit past voor mij ook wel bij het LIV. Het is een gestage motor die blijft volhouden in de bestrijding van de voertuigcriminaliteit. Ik beschouw het als een hoogtepunt dat wij op deze manier, met gezamenlijke inspanningen van partners, het aantal voertuigdiefstallen zo ver hebben kunnen terugdringen. Feitelijk dus meer iets van een hoogte ‘periode’. Het mooie daarvan is dat het niet iets eenmaligs is.
Paul Wiggemansen (MT) - Politie
Ik zal me moeten beperken tot de laatste twee jaren, waarin ik als lid van het MT betrokken ben bij het LIV. Het is altijd lastig om echt in hoogtepunten te praten, maar ik vind persoonlijk dat het LIV een mooie ontwikkeling doormaakt als informatiecentrum. Het proces van vraag en antwoord maakt steeds meer plaats voor het proces informatiecoördinatie. Vanuit een unieke informatiepositie (bijeen gebracht door vier partners) kan het LIV steeds meer een proactieve houding aannemen en meer van toegevoegde waarde zijn in lopende onderzoeken of vraagstukken. Het LIV probeert ook voortdurend de ontwikkelingen binnen de verschillende ‘werelden’ te monitoren en kan hierdoor zijn dienstverlening en eigen bijdrage aan laten sluiten op de behoefte die in het veld aanwezig is.
Jos Gerats (RvT) en Bert Kuster (MT) - Belastingdienst
Zowel Jos Gerats als Bert Kuster zijn pas vanaf eind 2012 actief betrokken bij het LIV. Gedurende deze tijd hebben zij eerst gekeken naar een aantal organisatorische zaken rondom het LIV. Hoewel er in 2010 al een start is gemaakt met de onderlinge samenwerking, moest deze samenwerking nog verder vorm krijgen. Begin dit jaar hebben we hierin een aantal stappen gezet en zijn er twee extra medewerkers ingezet t.b.v. het LIV. Hierdoor ontstond er meer ruimte te werken aan risico-analyses t.b.v. de Belastingdienst. Een mooi voorbeeld hiervan is het schadeverhaal bij im- en export van auto’s. Wat we verder ervaren, is dat de diverse partijen binnen het LIV graag met elkaar willen samenwerken en dat er veel kennis aanwezig is op het gebied van auto waar we, als Belastingdienst, gebruik van kunnen maken.
Wouter Verkerk (RvT) - VbV
Het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) speelt al ruim 10 jaar een actieve rol in de bestrijding van voertuigcriminaliteit met resultaat! De gedetacheerde LIV-medewerkers brengen informatie uit de bronnen van de samenwerkende partners samen, voeren analyses uit en onderzoeken en ondersteunen bij opsporing en handhavingsacties. Zij combineren en verrijken deze informatie tot goed rechercheerbare zaken, met daderindicatie, zodat de pakkans van autodieven groter wordt. Voorbeelden van een mooie invulling van het gezamenlijk effectief bestrijden van voertuigcriminaliteit, waarbij een nauwe samenwerking tussen publieke en private partijen cruciaal is gebleken, zijn o.a.: - De analyses van het LIV, die hebben geleid tot procesverbeteringen rondom het verwerken van de BR16-signalen tot het plaatsen van een WOK-signaal (wacht op keuren) op verhandelde schadevoertuigen, waardoor onder andere BPM-exportfraude is voorkomen.
10
MT EN RVT
- De start van de pilot versnelling diefstalsignaal, waarbij de vermissingsmelding bij VbV- Vermiste Auto Register door LIV wordt gepromoveerd tot een aangifte. Desondanks is voertuigcriminaliteit toch nog een lucratieve business met weinig risico’s. In Nederland worden populaire modellen verhoudingsgewijs 2,5 keer zo veel gestolen als in de ons omringende landen. De schadelast voor diefstal van voertuigen (0-3 jaar) is in twee jaar tijd meer dan verdrievoudigd! Van 40 miljoen naar 120 miljoen euro. Hier valt voor de samenwerkende partners nog veel te winnen. Want we zijn met elkaar van mening dat misdaad niet mag lonen en dat daders aangepakt moeten worden.
Rob Smitskamp (MT) - VbV
Terugkijkend is het LIV begonnen als vraagbaak waarbij de drie partners in het begin moesten wennen aan elkaars cultuur en de uitwisseling van gegevens. Gaandeweg zijn de drie partners samengesmolten tot één cultuur en wordt de informatie goed uitgewisseld. Je ziet nu dat er vanuit LIV steeds actiever wordt geacteerd op de vragen van de klant en er wordt ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen. Het LIV fungeert steeds beter als informatiecentrum met betrekking tot voertuig gerelateerde criminaliteit. Nu worden er ook verbanden gelegd tussen separate zaken. De vragen worden beter geanalyseerd en verrijkt met gegevens uit de beschikbare bronnen die ter beschikking staan. De toetreding van de belastingdienst is ook een grote aanwinst.
Zeger Baelde (RvT) - RDW
Het LIV is een succesvolle publiek-private samenwerking die de afgelopen 10 jaar ondanks alles alle stormen heeft overleefd. Een samenwerking die de deelnemende partners voldoende rendement oplevert, gezien de herbevestiging van het convenant in 2012. In de keten wordt het LIV steeds meer als een volwaardig partner gezien.
Hendrik Steller (MT) - RDW
Misschien is dat eigenlijk wel gewoon de start bij het LIV, nu ruim 4 jaar geleden. Ik stapte er blanco in, heb de tijd genomen alles in me op te nemen, te gaan snappen hoe alles werkt en loopt en ben vandaar uit aan het werk gegaan. Maar wat voelde ik me welkom. Bij de medewerkers, de partners, in het hele werkveld. Er was enthousiasme, iedereen was bereid te vertellen hoe alles werkte, geen vraag was teveel. Deze publiekprivate samenwerking staat en staat of valt met vertrouwen en gunnen. Of het nou op bestuurlijk of operationeel vlak is. Publiek privaat samenwerken gaat goed maar niet vanzelf, heb ik gemerkt en daarom is toch wel een beetje ‘mijn ding’ geworden om dat zo te houden.
11
MT EN RVT Wat zijn jouw verwachtingen voor de komende jaren voor het LIV?
Koos van den Boom (RvT) - Politie
Ik verwacht van de komende jaren een voortzetting van onze inspanningen. Het onderwerp blijft van belang, het zal meer verschuiven naar een bijdrage aan voertuig gerelateerde criminaliteit. De komst van de Nationale Politie biedt nieuwe kansen. Het is nu eenvoudiger om met één korps afspraken te maken over dit onderwerp en ook het promoten en richten van onze producten en diensten zal soepeler gaan. De politie heeft zich tot doel gesteld om nog meer met partners te gaan samenwerken, dat moet voor ons zo’n ‘oude rot ‘ als het LIV toch zeker weer nieuwe mogelijkheden bieden.
Paul Wiggemansen (MT)-Politie
De lijn die ik zojuist heb aangegeven is nog zeker in ontwikkeling en gaat nog vele kansen bieden voor de toekomst. We komen steeds vaker tot de conclusie dat de kracht voortkomt uit het samenwerkingsverband. De verschillende belangen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen zorgen ervoor dat het LIV een breed en uniek domein bedient. De kracht zit hem voor het LIV in een unieke informatiepositie, informatiecoördinatie en samenwerking.
Jos Gerats (RvT) en Bert Kuster (MT) – Belastingdienst
Belangrijk is dat we de komende maanden werken aan de realisatie van een nieuw convenant. De belastingdienst heeft vorig jaar een intentieverklaring getekend t.a.v. de toetreding tot het LIV. Hiervoor moet het huidige samenwerkingsconvenant worden aangepast. Zaken als: hoe wisselen we informatie uit, over welke informatie hebben we het dan en wat is de scope (rol en uitgangspunten) van het LIV. Deze zaken moeten nog goed worden geregeld. Daarna kunnen we dan, vanuit een goed fundament, gezamenlijk, richting de toekomst werken aan de bestrijding van voertuigcriminaliteit/ voertuiggerelateerde fraude en het voorkomen hiervan.
Wouter Verkerk (RvT) - VbV
In het ideaalbeeld wordt iedere dader opgepakt, veroordeeld en crimineel gewin ontnomen. De praktijk is echter weerbarstig: opsporings- en vervolgingscapaciteit kennen hun grenzen. Het aanvullend ten volle benutten van de private dimensie in het bestrijden van voertuigcriminaliteit is maatschappelijk gewenst om de schade te beperken. Dat vraagt om meer informatiedeling van publiek met het VbV als collectieve structuur die verzekeraars, leasemaatschappijen en verhuurbedrijven bijna 20 jaar geleden hebben ingericht om vermiste en gestolen voertuigen terug te vinden en daders het financiële gewin te kunnen ontnemen, dan nu het geval is. Hier ligt voor het komende jaar nog een mooie uitdaging voor het LIV als informatie- en kenniscentrum en de samenwerkende partners.
Rob Smitskamp (MT) - VbV
Ik verwacht een steeds grotere rol voor het LIV met betrekking tot voertuig gerelateerde criminaliteit, zeker nu dit binnen de politie niet de hoogste prioriteit geniet. Door analyse en de beschikbaarheid van alle bronnen kunnen zaken worden opgeschaald en panklaar worden aangeleverd aan de politie. Daarbij denk ik ook aan de multidisciplinaire aanpak: elke partner kijkt hoe hij een actieve rol kan spelen met 12
MT EN RVT
betrekking tot de aanpak van de criminelen. Wanneer ze strafrechtelijk niet kunnen worden aangepakt dan wordt onderzocht of ze bestuurlijk, civiel of fiscaal kunnen worden vervolgd. Hiervoor moeten we nog wel de wettelijke kaders borgen, zodat tussen de partners de informatie kan worden gedeeld.
Zeger Baelde (RvT) - RDW
Naar het concept van een compacte overheid en effectiever toezicht is het voorwaardelijk dat we informatie met elkaar delen. Als je beter toezicht wilt houden, moet je nog meer delen. Juridisch is dat echter heel lastig. Hoe kun je informatie met elkaar delen binnen de kaders van wet- en regelgeving? De toetreding van de Belastingdienst vormt een natuurlijk moment om de samenwerking te herijken en opnieuw vorm te geven. Ik vind het een prestatie als het convenant weer wordt getekend, dat is toch een bevestiging van alle partijen dat ze erachter staan. Verder vind ik een heldere identiteit belangrijk. Waar staat het LIV voor? Maar ook: wat doe je niet? Blijf bij je kern.
Hendrik Steller (MT) - RDW
Dat we doorgroeien naar een rol als de Landelijk Coördinator Voertuigcriminaliteit. Dit heb ik op de LIVdag ook gezegd. In dit digitale tijdperk moeten we meer en meer informatiegestuurd zaken gaan aanpakken. Ik vind dat het LIV met al de aanwezige informatie, hetzij uit de systemen, hetzij uit de behandelde zaken, die rol ook moet waarmaken. Geen instantie bezit in zijn totaliteit zoveel informatie en kennis rondom voertuigcriminaliteit. En die hebben we niet voor onszelf nodig. Nee, die moet naar de partners en de relaties de keten in. Dat is mijn missie.
Doordat we binnen het LIV samenwerken, krijgt de Belastingdienst een completer beeld van haar klanten. Elk bedrijf en iedere burger krijgt de behandeling die men verdient. Via een risicoclassificatie en een krachtige handhavingsaanpak, kan de Belastingdienst vervolgens die klanten die aandacht verdienen, deze ook aan hen geven. Bert Kuster Teamleider Belastingdienst Landelijk Coördinatiecentrum Auto
13
PROFIEL EN PARTNERS Profiel
Het Landelijk Informatiecentrum Voertuig-criminaliteit (LIV) is een samenwerkingsverband tussen de RDW, het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) en de Belastingdienst.
Missie LIV
Het LIV wil vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid een effectieve bijdrage leveren aan de ondersteuning bij opsporing en bestrijding van criminaliteit in de mobiliteitsketen. Hierbij fungeert het LIV als het informatie- en kenniscentrum. Het LIV realiseert dit door nauwe samenwerking tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke organisaties. Door deze samenwerking ontstaat een betere informatie-uitwisseling waardoor voertuigcriminaliteit in een vroeg stadium kan worden gesignaleerd. Dit wordt mogelijk gemaakt door enerzijds informatie-uitwisseling binnen de daarvoor geldende wettelijke bepalingen en anderzijds het ter beschikking stellen van elkaars informatiesystemen. Het LIV werkt voortdurend aan het bevorderen van naamsbekendheid en klantenbinding door optimale dienstverlening.
gestolen
AUTO’S OP ALTERNATIEVE BRANDSTOFFEN
HYBRYDES !&*X
compressed natural gas 5x
Taken LIV
Het LIV, dat is gehuisvest bij de RDW in Veendam en de KLPD in Driebergen, adviseert en ondersteunt de drie betrokken organisaties bij criminaliteitsvraagstukken en -projecten. Zo verschaft het LIV informatie ten behoeve van opsporingsonderzoeken en analyseert het statistieken, zoals diefstalcijfers. Door gegevens van deze drie organisaties te koppelen, verkrijgt het LIV een meer volledig en accuraat beeld van voertuigcriminaliteit. Het LIV wisselt daarnaast ook informatie uit met de RDWkeuringsstations, de afzonderlijke politiekorpsen en andere publieke opsporingsdiensten, individuele verzekeringsmaatschappijen en de stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (Avc).
Partners
De Nederlandse politie bestaat uit 25 regionale korpsen en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD)*. De 25 korpsen leveren een bijdrage aan veiligheid, leefbaarheid en de bestrijding van criminaliteit in hun eigen stukje Nederland. Het KLPD organiseert de landelijke politietaken. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de Nederlandse politie als geheel.
* KLPD is per 1 januari 2013 Politie-LE 14
PROFIEL EN PARTNERS De RDW bewaakt de veiligheid- en milieuaspecten van het (Nederlandse) voertuigpark. Van alle voertuigen beoordeelt de RDW of voldaan is aan wet- en regelgeving. Ook registreert de RDW de gegevens van ruim zeven miljoen voertuigen, hun eigenaren en bijbehorende documenten. De registers zijn een belangrijke informatiebron voor overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Zo vormt de RDW een verbindende schakel tussen overheid en markt. De Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) is een gemeenschappelijk initiatief van alle Nederlandse schadeverzekeraars om voertuig-, vaartuig-, werkmaterieel- en transportcriminaliteit te bestrijden. Het VbV werkt daarbij nauw samen met de publieke en private partners. Het VbV behartigt de collectieve belangen van de Nederlandse verzekeraars, de voertuigbranche, de leasemaatschappijen, verhuurbedrijven en andere partijen die door voertuig-, vaartuig-, werkmaterieel- en transportcriminaliteit worden benadeeld. Het VbV doet dit door het uitwisselen van kennis en informatie met de partijen die in het LIV samenwerken. De Belastingdienst heeft als kerntaken: - heffen en innen van belastingen; - opsporen van fiscale, economische en financiële fraude; - uitbetalen van inkomensafhankelijke toeslagen voor kinderen, kinderopvang, huur en zorg; - toezicht houden op de in-, uit- en doorvoer van goederen; - toezicht houden op het naleven van de fiscale wetten en regels. Daardoor en daarvoor beschikt de Belastingdienst over miljoenen data in tal van bestanden. Waar dat is toegestaan worden deze bestanden ook ingezet in de bestrijding van voertuigcriminaliteit. Daarvoor werkt de Belastingdienst samen met publieke en private partners.
15
DIENSTEN EN PRODUCTEN Het LIV is het centrale meldpunt voertuigcriminaliteit voor de partners (de politie, verzekeraars en de RDW) en andere publieke opsporingsdiensten, individuele verzekeringsmaatschappijen en de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc). Vanuit deze rol levert het LIV de volgende diensten en producten:
1. Voertuigidentificatie
Het ondersteunen van opsporingsinstanties en de keuringstations door identificatiegegevens te verstrekken, waarmee de echtheid van een voertuig (het origineel) kan worden gecontroleerd en vastgesteld. Indien noodzakelijk wordt een voertuig door de forensisch voertuigidentificatieonderzoekers onderzocht om de identiteit vast te stellen.
2. Analyse
Het leveren van informatie aan de hand van opgeslagen gegevens (voornamelijk cijfers). Door deze gegevens te analyseren en interpreteren wordt er gevraagd en ongevraagd advies gegeven. De nadruk ligt op analyse van de diefstalcijfers, herijking (opsporings)procedures en wetgeving. Doel is om vroegtijdig ‘criminaliteitstrends’ te signaleren.
3. Opsporingsondersteuning
Het ondersteunen van opsporingsinstanties bij onderzoeken naar voertuigcriminaliteit. In concrete cases wordt opgetreden als verlengstuk van de recherche. De assistentie wordt verleend door het verstrekken van informatie uit onder andere het kentekenregister.
4. Falsificaten
Het onderzoeken van allerlei documenten zoals rijbewijzen en kentekenbewijzen (zowel nationale als internationale) zodra er bij de controlerende autoriteit twijfel over de echtheid ervan bestaat.
Voor ons is het LIV een partner waarmee je kunt sparren op het gebied van voertuigcriminaliteit. Over en weer weten wij elkaar te vinden als vraagbaak en het uitwisselen van kennis. Samenwerken is de basis van ons succes. Jos Dulos Onderzoeker Integriteit Delta Lloyd
16
GOVERNANCE LIV
Het LIV is een privaat-publiek samenwerkingsverband tussen het Korps Landelijke Politiediensten, het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), de Belastingdienst en de RDW. Het LIV is het expertisecentrum voor voertuigcriminaliteit en zware criminaliteit waarbij voertuigen zijn betrokken. De minister van Justitie heeft het LIV bij afzonderlijke categoriale beschikking aangewezen als organisatie die voor de bestrijding van voertuigcriminaliteit onderzoek doet en rechercheert in informatiesystemen. Alle medewerkers van het LIV zijn buitengewoon opsporingsambtenaar. Zij zijn beëdigd door de korpschef van het KLPD te Driebergen. In de Wet Politieregisters is vastgelegd dat tussen politie- en LIV-medewerkers een vrije uitwisseling van informatie mag plaatsvinden. Naast deze wettelijke regeling geldt voor het VbV de instellingsbeschikking van het ministerie van Justitie, de minister van Infrastructuur en Milieu en het privacyreglement van de RDW, waarin de informatie-uitwisseling met derden is geregeld. Daarnaast is het systeem waarin alle medewerkers van het LIV werken aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens. De processen van het LIV worden jaarlijks gecontroleerd door PwC. Hieronder volgt een overzicht van de taken en bevoegdheden van de diverse partijen:
Korps Landelijke Politie Diensten - -
buitengewoon opsporingsambtenaren worden beëdigd door de korpschef van het KLPD te Driebergen of een namens hem gemandateerde commissaris van politie van het KLPD; de korpschef van het Korps Landelijke Politiediensten te Driebergen is direct toezichthouder van het LIV.
Landelijk Parket Team Verkeer
- is juridisch toezichthouder in het kader van de buitengewone opsporingsambtenaren; - wordt pro-actief en structureel geïnformeerd door het managementteam LIV; - in ieder geval vier keer per jaar is er overleg tussen het LIV en het LPTV van het OM; - is intermediair in het kader van uit te zetten onderzoeken.
Raad van Toezicht LIV
- bestaat uit vier leden, één vertegenwoordiger van elk van de deelnemende partijen; - ziet toe op de werkzaamheden van het managementteam en staat dat met raad en daad terzijde; - geeft goedkeuring aan onder meer de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening, organisatiewijzigingen en investeringen; - benoemt de leden van het managementteam; - is bestuurlijk verantwoordelijk voor het LIV; - komt twee keer per jaar bijeen. 17
GOVERNANCE Managementteam LIV - - - - -
bestaat uit vier leden, elk van de deelnemende partijen is met één lid in het managementteam vertegenwoordigd; is belast met de dagelijkse leiding van het LIV; is verantwoordelijk voor de uitvoering van de opgedragen taken; ziet toe op correcte naleving van het reglement voor het financiële beheer en van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving; legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht over het gevoerde beleid.
Overige belanghebbenden
Om als centraal meldpunt en adviesorgaan te kunnen fungeren, onderhoudt het LIV op gestructureerde wijze relaties met diverse andere politiediensten en verzekeraars en verschillende brancheorganisaties.
gestolen
Werkoverleg AVc
Het management van het LIV neemt deel aan het projecten- en werkoverleg van de Stichting AVc. Hierin wordt de voortgang van de diverse strategische projecten besproken. Deze projecten zijn vastgesteld door de partners in AVc, zoals de RDW, politie, OM, BOVAG, verzekeraars, Ministerie van Veiligheid en Justitie, ANWB, ARN, TLN en RAI. Doel van deze projecten is het voorkomen en bestrijden van voertuigcriminaliteit. De uitvoering van deze projecten gebeurt door de betrokken organisaties en wordt begeleid door de programmamanager van AVc. De deelname van het LIV in het projectenoverleg borgt de afstemming tussen strategie en uitvoering.
Stuurgroep Voertuigcriminaliteit RDW (SVR)
MINST GESTOLEN KLEUR & & #$ &) !#@
Een kwartaaloverleg tussen de stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit, het LIV en de RDW. In dit overleg worden allerlei processen en procedures, voornamelijk bij de RDW, tegen het licht gehouden om vast te stellen of ze verder kunnen worden verbeterd in verband met fraudebestrijding. Vanuit dit overleg worden projectvoorstellen gedaan. 18
GOVERNANCE Preventiecommissie (overleg voertuigbranche-Politie)
Een tweemaandelijks overleg over veiligheid. Wat kan de voertuigbranche doen om te voorkomen dat voertuigen worden ontvreemd? Uit dit overleg komen oplossingen als betonnen pilaren voor showrooms, maar ook beveiligingssystemen.
PAT-overleg
Tweemaandelijks overleg tussen de Permanente Auto Teams, het VbV en het LIV over de laatste ontwikkelingen om de identiteit van voertuigen vast te kunnen stellen.
Werkgroep Identificatie Voertuig (WIV)
Een werkgroep binnen de RDW die problemen op het gebied van het vaststellen van de identiteit van voertuigen oplost.
Bruis (BovenRegionale Uitwisseling van Informatie en Services)
Landelijk overleg tussen LIV en politievertegenwoordigers om de laatste stand van zaken op operationeel gebied te bespreken in het kader van voertuigcriminaliteit.
Ik ervaar de mensen van het LIV als bereikbaar, meedenkend en samenwerkend waarbij ze duidelijk meerwaarde bieden voor mij als technisch medewerker/ controleur van RDW keuringstation Waddinxveen! Wij ondersteunen als RDW Waddinxveen tevens de Politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport bij verkeerscontroles langs de weg waarbij we dan ook gebruik maken van de expertise van het LIV. Ik zie voor de toekomst het LIV een (nog) meer centrale rol vervullen op gebied van informatie- en kenniscentrum voertuigcriminaliteit en ik denk dan aan een 24-uurs, 7 dagen in de week bereikbaarheid. Voertuigcriminaliteit blijft altijd 24/7 in beweging! Martijn Brandwijk RDW Keuringsstation Waddinxveen
19
TOEZICHTHOUDER In het overpeinzen wat er met, door en bij het LIV is gebeurd na het verschijnen van het laatste jaarverslag en welke uitdagingen er zijn voor de komende periode, schiet mij vrijwel onmiddellijk de volgende stelling te binnen:
“Voertuigcriminaliteit ondermijnt het vertrouwen in het handelsverkeer, verstoort de concurrentieverhoudingen, vergt een onevenredige belasting voor toezicht en handhavende partijen en zorgt voor grote financiële schade bij benadeelde publiekeen private (burger, rechtspersonen en verzekerings-) partijen”. Deze stelling vraagt om een nadere onderbouwing. Dit terwijl diverse rapporten en publicaties vanaf de jaren 2008 en later duiden op een breed begripsveld. Hierbij worden associaties gebruikt als, onder meer, georganiseerde misdaad, verwevenheid tussen de onder- en bovenwereld, integere financiële en economische sectoren, internet- en ICT misbruik (fraude e.a.). Het laatst verschenen (IPOL-) rapport “Georganiseerde Autodiefstal”, bouwsteen voor het Nationaal Dreigingsbeeld 2012, bevat een scala aan beschrijvingen van “ondermijnings-ingrediënten”. Deze onderbouwen naar mijn mening de discussie, om de aanpak van voertuigcriminaliteit op te schalen of in te vlechten in de overall aanpak van het “sexy” begrip van ondermijning. Boventoon in die discussie voert vaak de zoektocht naar het antwoord op de vraag of aan voertuigcriminaliteit al dan niet een meer exclusieve kwalificatie valt toe te delen als (zware) georganiseerde criminaliteit, mobiel banditisme, high impact crime, wit-was en/of financieel corrumperende activiteiten in het financieel en/of handelsverkeer? Kortom: naarstig wordt gezocht naar een kapstok om mee te liften in een prioritair aandachtsveld. Dit terwijl, voor wat betreft Voertuigcriminaliteit, toch inmiddels zonneklaar zou moeten zijn dat het tijdperk dat deze criminaliteitsvorm die als Veel Voorkomende Criminaliteit (VVC) wordt betiteld, inmiddels (ver) achter ons ligt. Onder verwijzing naar de hiervoor genoemde rapporten en publicaties is eerder sprake van diverse vormen van (internationale, grensoverschrijdende) organisatie-criminaliteit en/ of georganiseerde criminaliteit zoals genoemd in de reeks van ondermijningsvormen in relatie met criminaliteit die in het Rapport van de Politie Amsterdam-Amstelland wordt gememoreerd. Begrippen als criminele samenwerkingsverbanden (CSV’s), integrale aanpak, “facilitators”, Bestuurlijke Rapportages of Dossiers, Barrièremodel, criminaliteitsbeeldanalyse(s) zijn alle toepasbaar op “het speelveld” van Voertuigcriminaliteit. De LIV-producten over het klonen van auto’s, de periodieke statistische en criminaliteitsbeeldanalyses, de ondersteunende activiteiten in het kader van voertuigexpert bijeenkomsten als BRUIS-overleg en diverse werk- en projectgroepen in het brede spectrum van de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit, naast de intelligence en meer operationele bijstand in specifieke opsporingsonderzoeken, tonen ondubbelzinnig aan dat systemische gevolgen optreden in (kleinschalig) de huishoudens van individuele burgers en rechtspersonen. Hierbij treden hinderlijke tot ernstige verstoringen op in het normale 20
TOEZICHTHOUDER reis- en handelsverkeer als specifieke onderdelen van en uit een voertuig worden weggenomen (zoals delen van motorsystemen, airbags, bandensets, e.d.). Of is sprake van meer impact als een of meer voertuigen worden gestolen of grotere partijen onderdelen worden gestolen van voertuigen gestald op bedrijventerreinen en die in containers al dan niet grensoverschrijdend “verdwijnen”. De zeer professionele voertuigcrimineel uit de Oost Europese Landen al dan niet opererend in een rondtrekkende dadergroep is een toonbeeld van ondermijning als activiteit. Ons reguliere samenlevingssysteem komt immers in gevaar en de illegale c.q. onderwereld(samenlevings-)systemen worden gefaciliteerd. Een secundaire handelsstroom van illegaal verkregen onderdelen of voertuigen is het gevolg van deze ondermijnende onrechtmatigheden. Het LIV staat, als kennis- en expertisecentrum Voertuigcriminaliteit, in het middelpunt van deze ondermijningsdiscussie en –ontwikkelingen. In het “oog” van deze orkaansituatie zullen integrale, strategische interventie-initiatieven moeten worden (mede) ontwikkeld en zullen preventieve en repressieve interventies moeten worden bepaald om de verschillen tussen legale en illegale systemen tot beheersbare proporties terug te dringen, zodat de samenleving haar vertrouwde continuïteit in het sociale, financiële, economische en juridische verkeer kan herpakken. Willem Hoogendoorn Senior beleidsadviseur Portefeuille voertuigcriminaliteit Openbaar Ministerie Landelijk Parket
De samenwerking van de FIOD Infodesk met het LIV loopt erg goed. De afhandeling van diverse vragen voor de medewerkers LIV loopt snel, soepel en zonder noemenswaardige problemen. Telefonisch of via de mail is het LIV altijd te bereiken. De terugkoppelingen worden volledig geleverd en indien nodig met extra aanvullingen. Engelbert van Essen Medewerker Infodesk FIOD Belastingdienst FIOD
21
VOORUITZICHTEN Doorgroeien in de rol informatiecoördinator
Ook in 2012 hebben we gestaag verder inhoud gegeven aan de rol van informatiecoördinator. En zoals al aangegeven willen we verder de diepte in hiermee. Intern betekent het dat we meer operationele analyse gaan doen op de bij ons beschikbare data om daarmee in toenemende mate trends waar te nemen en zo input voor de opsporing te kunnen leveren. Een tweede is dat we in het traject rondom de malafide verhuur waarin publieke en private partijen gaan samenwerken om de verhuurbranche duurzaam veilig te maken. Dit zal een langlopend traject zijn waarin het LIV de centrale rol van informatiecoördinator speelt voor al de betrokken partijen. Zeer belangrijk voor onze ontwikkeling. We gaan hier dan ook hoge prioriteit aan geven. In het verlengde van dit convenant komt er een nieuw strategisch plan. Centrale vraag is de reikwijdte van het LIV. We willen goed blijven in dat wat we doen, namelijk informatie verzamelen, verrijken en verstrekken en we willen daarmee vooral de diepte in. Niet zozeer de breedte. Dus waarin zien we wel een rol voor het LIV en waarin niet? Om hier ook in de uitvoering duidelijkheid te geven werken we aan een verstrekkingenbeleid LIV. Dit beleid bevat de randvoorwaarden op basis waarvan de partijen binnen het LIV hun eigen verstrekkingen geregeld hebben en waarlangs het LIV haar taken uitvoert. Op basis van dit beleid kan de informatieverstrekkingspositie van het LIV verder vormgegeven worden.
Pilot versnelling diefstalsignaal
De andere mooie uitdaging voor 2013 is het tot een succes maken van de pilot versnelling diefstalsignaal. In dit traject werken politie, verzekeraars en de RDW samen in een nieuw opgezet proces om sneller het gestolen signaal nationaal en internationaal geregistreerd te krijgen. In dit traject verzorgt het LIV het aangifte gedeelte namens de politie.
Nieuw convenant
De toetreding van de belastingdienst was een belangrijke stap in 2012 en is voor de deelnemende partijen aanleiding geweest om het huidige convenant een stevige revisie te geven. De wereld is in vergelijking met de oprichting in 2002 behoorlijk veranderd en ook de rol en taken van het LIV zijn behoorlijk uitgebreid. Om te waarborgen dat alles op een juiste manier ingeregeld en verantwoord kan worden is er een traject gestart om het huidige convenant te herzien.
22
Het LIV is een organisatie die door de mix van vele overheidsdiensten een groot ‘web’ vormt waar wij als verzekeraar graag uit willen putten. Ik krijg over het algemeen snel tot zeer snel reactie op vragen die ik in verband met verzekeringskwesties bij het LIV neerleg. Er is een groot arsenaal aan mogelijkheden om de juiste antwoorden op autogebied te bevragen bij het LIV. Er kan snel worden geschakeld bij vragen vanuit de verzekeraar; problemen worden snel doorzien. Het LIV zou nog meer bevraagd moeten kunnen worden ook op het gebied van andere dan alleen autozaken. De criminaliteit staat niet stil bij auto-gerelateerde zaken. De kans om daardoor tot oplossingen van ook andersoortige verzekerings(fraude-)zaken te kunnen komen zou daardoor vermoedelijk nog groter worden. Wouter van Veldhuijsen Medewerker Speciale Zaken Generali Verzekeringsgroep nv
Het 10-jarig bestaan was een leuk gebeuren, eindelijk heb ik de mensen van het LIV eens in levende lijve kunnen ontmoeten i.p.v. alleen maar via de telefoon. Het werk voor LIV / FVO neemt steeds meer toe, ook als gevolg van de crisis. Ik denk dat het voor de toekomst alleen maar erger wordt, ga vooral zo door, het is prettig samenwerken met LIV. Ik hoop dat de samenwerking met de politie bij ons in de regio beter gestructureerd kan worden want de afwerking van de FVO-onderzoeken is op ons keuringsstation nog steeds lastig. Andries de Wit RDW Keuringsstation Rijen
23
OPERATIONELE ACTIVITEITEN Productieaantallen Totalen RDW Politie VbV/Verzekeraars Overig Productgroepen Voertuigidentificatie RDW Politie VbV/Verzekeraars Overig Strategische analyse RDW Politie VbV/Verzekeraars Overig Opsporingsondersteuning RDW Politie VbV/Verzekeraars Overig Falsificaten RDW Politie VbV/Verzekeraars Overig 24
2012 3.016 6.643 2.892 3.099 15.650
2011
2010
3.654 4.645 9.185 9.522 2.692 2.541 2.397 1.698 17.928 18.406
2012 t.o.v. 2011 in % 83 72 107 129 87
2.944 1.330 1.696 1.841 7.811
3.534 2.896 1.356 1.348 9.134
4.395 3.251 1.242 933 9.821
83 46 125 137 86
5 811 8 100 924
3 153 12 142 310
6 201 12 95 314
167 530 67 70 298
66 4.441 1.183 1.076 6.766
107 6.080 1.315 805 8.307
135 6.008 1.275 597 8.015
62 73 90 134 81
1 61 5 82 149
10 56 9 102 177
109 62 12 73 256
10 109 56 80 84
JAARREKENING
2012
2011
2010
2009
2008
* (inclusief sociale lasten en pensioenpremies)
25
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING Mededeling Opdracht
In opdracht van de directie van de RDW hebben wij een onderzoek uitgevoerd naar het onder verantwoordelijkheid van de RDW vallend stelsel van (interne) beheersingsmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid (zijnde integriteit, exclusiviteit, continuïteit en controleerbaarheid) van de gegevensverwerking zoals uitgevoerd ten behoeve van het samenwerkingsverband Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 december 2012. De doelstelling van dit onderzoek was om met een redelijke mate van zekerheid vast te stellen dat door de RDW binnen de processen voor de invoer, verwerking en verstrekking van gegevens zoals uitgevoerd ten behoeve van het samenwerkingsverband LIV in opzet voldoende interne beheersingsmaatregelen zijn getroffen om te waarborgen dat voldaan wordt aan de gestelde betrouwbaarheidsnormen, dat deze maatregelen hebben bestaan en dat deze maatregelen gedurende het controlejaar 2012 effectief werden uitgevoerd. De beoordeling betreft de gegevensverwerkingsprocessen zoals uitgevoerd worden door de unit LIV van de RDW ten behoeve van het samenwerkingsverband LIV. Processen die uitgevoerd worden onder verantwoordelijkheid van één van de samenwerkingspartners van het samenwerkingsverband LIV vallen niet onder deze beoordeling. Aangezien de unit LIV voor de gegevensverwerking gebruik maakt van ICT-systemen van de RDW, zijn ook de getroffen beheersingsmaatregelen hiervoor bij de unit LIV onder verantwoordelijkheid van de RDW meegenomen in de beoordeling. Dit betreft enkel de beheersingsmaatregelen inzake ICT-systemen, die onder eigenaarschap van de unit LIV vallen, en niet de ICT-systemen waarvan het eigenaarschap ergens anders binnen de RDW belegd is. Het onderzoek is gericht op processen voor de invoer, verwerking en verstrekking van gegevens zoals ten behoeve van het samenwerkingsverband LIV uitgevoerd worden en niet op de inhoudelijke kwaliteit van de gegevens. De beheersingsmaatregelen die de betrouwbaarheid regelen van aanleverende systemen/diensten en van het gebruik door externe partijen behoren niet tot het onderzoeksgebied. Tevens behoren niet tot het onderzoeksgebied het voldoen aan de wettelijke regelingen Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en de Wet Politiegegevens (Wpg). Het opzetten en toezien op de effectieve uitvoering van de interne beheersingsmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid van gegevensverwerking zoals ten behoeve van het samenwerkingsverband LIV uitgevoerd, is de verantwoordelijkheid van de directie van de RDW. Het is onze verantwoordelijkheid hierover een oordeel te verstrekken.
Verrichte werkzaamheden
Ons onderzoek is verricht in overeenstemming met de standaarden en richtlijnen van NBA en NOREA voor het uitvoeren van Assurance opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie (NV COS 3000). Ook zijn op deze opdracht onder andere de Verordening Gedragscode van NBA en de Code of Ethics van NOREA van toepassing.
26
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING Wij hebben de interne beheersingsmaatregelen gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 december 2012 onderzocht binnen de processen van de unit LIV onder de verantwoording van de RDW. Als onderdeel daarvan is de status van de aanbevelingen uit 2011 onderzocht. Binnen de unit LIV zijn onderzocht frontoffice, onderzoeksondersteuning, registerhandelingen, analyse, falsificaten, informatie vergaren ten behoeve van het samenwerkingsverband LIV en afhandeling overige informatieverzoeken. Tevens is het service level management beoordeeld ten einde een oordeel te vormen over de processen binnen ICT over de onderwerpen informatiebeveiligingsbeleid, operationeel beheer/continuïteit, wijzigingenbeheer en fysieke en logische toegangsbeveiliging.
Oordeel
Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat het stelsel van interne beheersingsmaatregelen ter waarborging van de betrouwbaarheid van de gegevensverwerking van de unit LIV onder verantwoording van de RDW in 2012 in opzet en bestaan voldeed aan de gestelde normen. Tevens zijn wij van oordeel dat de maatregelen gedurende 2012 effectief werden uitgevoerd. Amsterdam, 8 april 2013 PricewaterhouseCoopers Advisory N.V.
Was getekend. A.J.M. de Bruijn RE RA Partner
27