Voortgangsverslag AMobe Mei – Oktober 2003
Stijn Bernaer Patrick De Causmaecker Joris Maervoet Greet Vanden Berghe
1. Managementverslag Eind september 2003 trad Robonetics , met Filip Verhaeghe als contactpersoon, toe tot de gebruikerscommissie van het project. Dhr. Filip Verhaeghe is contactpersoon. Robonetics is een pionier op het vlak van Multi-Agent System (MAS) ontwikkelomgevingen. Het verstrekt rendabele en intelligente componenten en systemen maar ook tools die toelaten op een eenvoudige manier intelligentie te creëren in software en hardware. Agenten voorzien embedded devices van een verhoogd bewustzijn van hun omgeving. Robonetics richt zich met toepassingen zowel op de zakelijke als op de academische wereld. De nieuwe adressenlijst is verkrijgbaar op de vergadering van 13 oktober. Tijdens een bezoek aan KaHo Sint-Lieven heeft Stefaan Vernieuwe van het Wit-Gele Kruis kennisgemaakt met het project. Hij heeft zijn plannen voor een toepassing met mobiele toestellen uitgelegd. Stijn Bernaer is op 1 september gestart als nieuwe medewerker in het project. Hij heeft zich de eerste weken ingewerkt in het onderwerp en werkt nu al mee aan de proefontwikkelingen. De resultaten van het project worden wekelijks voorgesteld aan de andere leden van de onderzoeksgroep IT van KaHo Sint-Lieven. Alle leden van de gebruikerscommissie blijven (via e-mails en de website) op de hoogte van de voortgang van het project. Ten gevolge van een interne reorganisatie heeft de project -website een nieuwe URL: http://ingenieur.kahosl.be/projecten/AMobe/. Alle documenten vermeld in voorgaande verslagen zijn mee verplaatst naar dit nieuwe adres.
1.1. Prestatietabel De tabel op p2 bevat een overzicht van de geleverde prestaties voor de periode van 12 mei 2003 tot 5 oktober 2003. WP12 – Inwerking tweede medewerker (zie 2.1.). WP4 – Agentenmodellering voor het framework voor Tele Atlas en IDEWE. Eerste fase implementatie van het framework. Tests van agenten over een GPRS-link. Eerste fase implementatie agentenopstelling voor minimale trafiek. WP5 – Agentenmodellering voor de toepassing bij T&I. Tests van agenten over een GPRS-link. WP10 – Bijwonen van The Microsoft .NET Summer School 2003 (bij U2U in Brussel), bijhouden van nieuwe evoluties wat betreft GPRS, agenten en Java.
1
werkpakket
uitvoerder
gepres-
Ten laste
teerde
v.h. pro-
weken
ject
p.m.
WP12 – Inwerkperiode tweede
S. Bernaer
3
3
medewerker
J. Maervoet
1,5
1,5
WP4 – Eerste proefontwikkeling
J. Maervoet
10
10
S. Bernaer
2
2
WP5 – Tweede proefontwikkeling
J. Maervoet
2
2
WP10 – Bijhouden technologische
J. Maervoet
2,5
2,5
evolutie
P. De Causmaecker
1
1
G. Vanden Berghe
1
1
G. Vanden Berghe
4
4
WP11 – Management Totaal periode
27
21
6
1.2. Leverbaarheden •
Overzicht van de literatuur die de voorbije periode werd doorgenomen. (http://ingenieur.kahosl.be/projecten/AMobe/details/lit2003_2.html)
•
Praktische informatie: licenties van agentenplatformen (als antwoord op de vraag van dhr. Viaene tijdens de laatste gebruikerscommissie i.v.m. de ‘cost per seat’ http://ingenieur.kahosl.be/projecten/AMobe/details/licenties.pdf) en de praktische aspecten van het integreren van een LEAP of Grasshopper applicatie. (http://ingenieur.kahosl.be/projecten/AMobe/details/integratie.html)
•
Cijfers van praktische metingen van netwerktrafiek bij `remote agentplatform transactions’. (http://ingenieur.kahosl.be/projecten/AMobe/details/trafiekcijfers.doc)
•
Agentenmodellering van het framework voor Tele Atlas en IDEWE.
•
Agentenmodellering voor de toepassing bij T&I.
2. Technisch verslag
2.1. Inwerkperiode tweede medewerker (WP12) De inwerking van Stijn Bernaer in de projectmaterie is al ver gevorderd. Volgende onderwerpen zijn doorgenomen: •
Studie van Java, UML en softwarepatronen.
•
Studie van de karakteristieken van GPRS en de evolutie van de mobiele datacommunicatie.
•
Kennismaking met de principes van J2ME en Personal Java.
2
•
Studie van agenten, agententoepassingen en agentenplatformen (vooral JADE).
•
Doornemen van de resultaten die op de voorbije vergadering van de gebruikerscommissie gepresenteerd werden.
•
Beknopte technische kennisneming van de cases bij Tele Atlas, IDEWE en T&I.
2.2. Agentenmodellering (WP4/5) Zowel het agentenframework voor Tele Atlas en IDEWE als de agentenopstelling voor de toepassing voor T&I zijn gemodelleerd. In tegenstelling tot wat we aanvankelijk dachten, zijn er heel wat gelijkenissen tussen beide agentendiagrammen. Het is nog steeds denkbaar dat ook de toepassing voor T&I van hetzelfde agentenframework gebruik maakt. De agenten zijn onderverdeeld in categorieën (cf. het Retsina-model): informatie-agenten, taakagenten en interface-agenten. Uit de modellering blijkt dat voor een agent-georiënteerde toepassing bepaalde beslissingen in het software-ontwerp later kunnen genomen worden dan voor een klassieke objectgeoriënteerde toepassing.
2.3. Agenten over een GPRS-link (WP4/5) De aangekochte GPRS-module (Sierra Wireless AirCard 750) functioneert volgens onze gegevens ook op de PenPC’s van Tele Atlas. We hebben al uitgetest hoe JADE agents kunnen communiceren over de wireless link. Een eerste probleem vormt het aanspreken van een poort op een server die zich in een LAN bevindt. De LAN in KaHo Sint-Lieven blokkeert de meeste poorten en het mobiele toestel maakt deel uit van het netwerk van de mobiele operator. (Als alternatief kan een organisatie een VPN installeren.) Voorlopig hebben we dit probleem kunnen omzeilen door een secure tunnel over SSH aan te leggen via een host in het LAN -netwerk die zowel een intern als een extern IP-adres heeft. Bovendien is de trafiek tussen het GPRS toestel en de host op die manier beveiligd. Binnenkort zullen we testen uitvoeren met een server die zich tussen de router en de firewall bevindt en die dan enkele toegankelijke poorten krijgt toegekend. Een tweede belangrijke bevinding heeft te maken met de hoeveelheid data die de agenten(platformen) over de GPRS-link uitwisselen. Aangezien GPRS per data-eenheid wordt afgerekend, is het van groot belang de trafiek zo laag mogelijk te houden. Een JADE-agent op een mobiel toestel kan communiceren met agenten op de server vanuit een ‘split container’, een ‘remote container’ of een ‘remote platform’. Praktische metingen (zie 1.2) hebben uitgewezen dat de ‘split container’ mode duidelijk de beste resultaten oplevert. Bovendien creëert deze mode geen at random gekozen bijkomende poorten op de server, zodat de principes van `port forwarding’, gebruikt in het hierboven beschreven eerste probleem, functioneren. Waarschijnlijk is het mogelijk de overhead van de trafiek in de ‘split container’ mode nog
3
verder te reduceren. Heikki Helin stelt in zijn PhD-thesis ‘Supporting Nomadic Agent-based Applications in the FIPA Agent Architecture’ (zie 1.2, literatuur), agentencommunicatie voor in een gelaagd model. De auteur suggereert om – in het kader van FIPA-compliance – in elke laag afzonderlijk de overhead zo klein mogelijk te maken. Een snellere manier om tot een absoluut minimale trafiek te komen zou een opstelling van 2 vertaalagenten kunnen zijn die buiten het agentenplatform (én de FIPA-compliance) over sockets communiceren. In het project zijn we al gestart met de implementatie van enkele tests. Er wordt nog gezocht naar een manier om transparantie t.o.v. agentenplatformen met de normale communicatiekanalen te voorzien. Indien we de GPRS-connectie niet als een transparante connectie zouden beschouwen (m.a.w. de programmeur moet zelf de connectie creëren en verbreken), verkrijgen we extra functionaliteit die in de huidige technologische situatie nog steeds nauw samenhangt met GPRS; namelijk SMS en voice calls. De software die bij de kaart geleverd is reikt echter (nog) geen API aan om niet-transparante toepassinge n te ontwikkelen. Anderzijds leidt een transparante connectie uiteraard tot veel minder problemen met veranderende communicatietechnologie of het gebruik van meerdere technologieën.
2.4. Planning voor de komende periode - Verdere implementatie van het framework voor Tele Atlas en IDEWE. De nadruk zal liggen op persistentie en op het uitwerken van verschillende noodscenario’s. Functionaliteit voor het minimaliseren van de trafiek over het draadloze kanaal moet ook worden voorzien. - Implementatie van de toepassing-specifieke gedeelten voor Tele Atlas en IDEWE. (Eventueel kunnen ook toepassingen voor andere leden aan bod komen.) - Eventuele herziening van de modellering van de toepassing voor T&I. - Studie van databanken voor mobiele toestellen. - Start implementatie vo or T&I. - Aankoop van een PDA uitgerust met GPRS card. - Op dit ogenblik is er geen enkele belemmering om de planning voorgesteld in de projectbeschrijving te re aliseren.
3. Valorisatieverslag
3.1. Technologieverspreiding naar een breder publiek - Via e-mail houden we alle leden van de gebruikerscommissie op de hoogte van recente realisaties. - De project website verschaft informatie voor alle geïnteresseerden in het project. Specifieke informatie die enkel voor de gebruikerscommissie bestemd is, is beveiligd.
4
- Van maandag 18 tot en met vrijdag 22 augustus 2003 heeft Joris deelgenomen aan The Microsoft .NET Summer School 2003 bij U2U te Brussel. (Een verslag is terug te vinden op URL http://ingenieur.kahosl.be/vakgroep/it/intern/2003/08/DOTnet18-08-03.pdf.) - Op 22 oktober 2003 nemen we deel aan de DARTS2003, een jaarlijks symposium voor onderzoek en technologie, georganiseerd door DSP Valley. In het voorlopige programma geeft AMobe een presentatie om 11u15 in de ‘Multi-Agent Systems’ sessie, waarin ook Robonetics geprogrammeerd is. Onze presentatie geeft een inleiding over agents en een stand van zaken van het onderzoek. Op de AMobe-stand is er ook doorlopend een agentendemo over GPRS.
3.2. Technologieverspreiding naar het onderwijs Joris en Greet waren tijdens het afgelopen academiejaar promotor van enkele eindwerken die verband houden met het project: - ‘Wireless Logistics in IT & Automation’ (bij Siemens Huizingen door Mattieu Steyt en Dirk Van Welden) - ‘Programmeerbare GSM Toestellen’ (intern eindwerk door Wouter Cornelis). Ook gedurende dit academiejaar volgen Stijn, Joris, Patrick en Greet relevante eindwerken van de laatstejaarsstudenten industrieel ingenieur: - een J2ME toepassing bij de Politie van Gent (door Lodewyck Vander Stichele) - een agententoepassing bij Robonetics (door Philippe De Neve) - ‘Losgekoppelde, Intelligente Kassa- en Stockbeheersystemen’ (.NET Compact Framework, bij U2U door Stijn Guillemyn) - ‘Meeting Scheduling Agents’ (op mobiele toestellen, intern eindwerk door Jonas Christiaens en Silvano Castellano) - ‘Datacollectie op een Mobiel Platform’ (vergelijking J2ME en .NET Compact Framework, bij “De Clercq Engineering” door Henk Roggeman en Geert De Doncker).
4. Verwachtingen van de vierde vergadering van de gebruikerscommissie We hopen de reacties te vernemen op de genericiteit (en haalbaarheid) van het framework voor Tele Atlas en IDEWE. Ook alle opmerkingen over het framework zelf zijn interessant. We willen tijdens de vergadering ook discussiëren over de toepasbaarheid van het framework voor de T&I case. We willen vernemen in welke mate de gebruikers geïnteresseerd zijn in de praktische (GPRS) netwerkaspecten (zoals het aanspreken van poorten), het aanbod van GPRS operatoren in België, databases op mobiele toestellen en security (op welk niveau?). Is het interessant als we ons toeleggen op een minimale netwerktrafiek voor agenten?
5
Stefaan Vernieuwe van het Wit-Gele Kruis bereidt momenteel een mobiele applicatie voor de werknemers voor. Hij vraagt zich af in hoeverre we hem daarbij kunnen helpen. Hij zal tijdens de vergadering een voorstel voorleggen.
6