EERSTE OPENBAAR VOORTGANGSVERSLAG
Faillissement: "De Osse Houtwerf" B.V. datum faillissement : 28 juli 1999 faillissementsnummer: 99 / 189 F rechter-commissaris: Mr. W.M.J. Hoppers curatoren
: Mr. H.J. Nap Mr. R.G.F. Lammers
QQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQ
Oss,
december 1999
Mr. H.J. Nap Mr. R.G.F. Lammers, curatoren.
-1-
1. STAAT VAN BATEN EN SCHULDEN : Passief : - Boedelvorderingen : Bedrijfsvereniging ex artikel 61 WW - Preferente vorderingen - Belastingdienst - Bedrijfsvereniging subtotaal - Concurrente vorderingen : . ING-bank . handelscrediteuren
21.788,65
400.000,- 90.356,46 FFFFFFFFFF 490.356,46
subtotaal
799.717,91 1.000.000,-FFFFFFFFFF 1.799.717,91
totaal passief
2.311.863,02
Actief : - Verkoop PontMeyer - Geïncassseerde debiteuren (inclusief saldo NMB-Heller) - Openstaande debiteuren per 5 december 1999 - Opbrengst veiling inclusief rollend materieel en voorraad - Personenauto's - Rente - Kosten -/totaal actief
659.517,79
84.765,17 121.183,73
503.024,35 25.000,-- + pm 1.476,96 5.772,52 FFFFFFFFFF 1.389.195,48 + pm
-2-
2. VERSLAG: 2.1. Veiling : Op 7 september 1999 vond de veiling plaats. Het rollend materieel en de voorraad bracht, na aftrek van de kosten, 318.445,95 op. Dit bedrag is geheel ten gunste van ING-bank gekomen. De resterende inventaris, al dan niet verpand en/of door bodembeslag getroffen, leverde, na aftrek van de kosten, 184.578,40 op. 2.2 Overwaarde-arrangement : Tussen gefailleerde enerzijds, en ING-bank en NMB-Heller anderzijds, is op 16 december 1996 een zogenaamd overwaarde-arrangement gesloten. Bij deze overeenkomst hebben ING-bank en NMB-Heller zich, over en weer, kort gezegd, verplicht een eventueel tekort van de ander aan te zuiveren tot maximaal 500.000,--. Door het faillissement is aan de zijde van ING-bank een tekort ontstaan, dat tekort zal uiteindelijk ongeveer 430.000,-- groot zijn. NMB-Heller reageerde volstrekt niet op verzoeken van de curatoren het positieve saldo over te maken aan de boedel, en haar incasso-activiteiten te staken, en gestaakt te houden. Daarop hebben de curatoren een kort geding-procedure tegen NMB-Heller aanhangig gemaakt, de behandeling daarvan was bepaald op 3 december 1999. Nadat de dagvaarding was betekend, kwam, uiteindelijk, wel een reactie. NMB-Heller stelt zich, daarbij gesteund door ING-bank, op het standpunt dat nu ING-bank haar heeft aangesproken, zij gerechtigd is, hoewel zij op datum faillissement geen vordering had op gefailleerde, de aan haar verpande vorderingen te innen tot het moment waarop het bedrag dat zij aan ING-bank dient te voldoen door haar is geïncasseerd. De curatoren bestrijden de juistheid van dit standpunt. Nu NMB-Heller ook voortging met de incasso van door de curatoren, met instemming van de ING-bank, aan PontMeyer overgedragen vorderingen, dreigde PontMeyer het slachtoffer te worden van de patstelling die was ontstaan tussen de curatoren en NMBHeller/ING-bank. Bij wijze van tussenoplossing is overeengekomen dat NMB-Heller alsnog instemt met de overdracht van een deel van de debiteurenportefeuille aan PontMeyer, en haar incassoactiviteit derhalve staakt. De curatoren op hun beurt hebben zich verplicht middels bijvoorbeeld een depot INGbank zekerheid te bieden, zulks in afwachting van de uitkomst van een eventuele gerechtelijke procedure.
-3-
Daaraan dient te worden toegevoegd, dat het standpunt van de curatoren niet uniek is, en dat over de juridische "houdbaarheid" van het overwaarde-arrangement in den lande reeds enige procedures aanhangig zijn. Niet uitgesloten is dat partijen zich, ter vermijding van onnodige kosten, zullen conformeren aan de uitkomst van die procedures. 2.3 Debiteuren : Door het dispuut onder sub 2.2 bedoeld, waren de curatoren niet in staat de debiteurenincasso ter hand te nemen. Thans is dat wel mogelijk geworden. Voorzover ING-bank door de komende incasso-activiteiten gebaat mocht zijn, hetgeen waarschijnlijk niet het geval is, hebben de curatoren, exclusief verschotten, een vergoeding bedongen van 15% van de geïncasseerde bedragen. 2.4 Onderzoek : In het aanvangsverslag hebben de curatoren al vraagtekens gezet bij de verhuizing van gefailleerde eind 1997 begin 1998, en de grote investeringen die daarmede verband hielden. Ook het gegeven dat de voorraad met meer dan 50% was opgewaardeerd, is reden extra kritisch naar de boekhouding te kijken. Uit de voorhanden stukken is af te leiden dat voor een bedrag aan inkoopwaarde van circa 300.000,-- op datum faillissement ontbrak. Dit verschil kan (gedeeltelijk) worden verklaard doordat leveranciers, met een beroep op eigendomsvoorbehoud, geleverde zaken hebben teruggehaald. Aan de directie zijn de desbetreffende creditnota's ter beschikking gesteld, met het verzoek een aansluiting tot stand te brengen, aan dit verzoek heeft de directie tot op heden niet voldaan. Al met al reden voor de curatoren aan een register accountant offerte te vragen voor het uitvoeren van een boekenonderzoek. Dit onderzoek heeft mede betrekking op de vraag op welk moment voorzienbaar was dat de vennootschap niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen. De Belastingdienst heeft inmiddels aangekondigd ook een dergelijk onderzoek te willen uitvoeren.
-4-
2.5 Personenauto : Op 28 juni 1999, derhalve een maand voor het faillissement, heeft mevrouw van Loosbroek-de Reus de personenauto's die zij en haar echtgenoot in gebruik hadden, uit de vennootschap gekocht voor een bedrag groot 44.800,-- inclusief BTW. De koopsom is verrekend met de huurpenningen over de maanden november en december 1998 (gedeeltelijk). De curatoren achten die transactie paulianeus, temeer daar de koopsom te laag was. In overleg met ING-bank, aan wie beiden voertuigen waren verpand is de nietigheid c.q. vernietigbaarheid van deze koopovereenkomst ingeroepen, is beslag op de auto's gelegd, en hebben de curatoren en ING-bank in kort geding afgifte van beide personenauto's gevorderd. De behandeling daarvan was bepaald op 25 november 1999. Ook in deze kwestie is, voor de behandeling, een regeling tot stand gekomen, in dier voege dat één auto aan mevrouw van Loosbroek-de Reus is verkocht voor een bedrag groot 25.000,-- inclusief BTW, (zijnde de getaxeerde onderhandse verkoopwaarde) de andere is ter veiling aan de curatoren ter beschikking gesteld.
/--------------------------/