Voortgangsrapportage CO2 reductie periode 2012
Voor akkoord, opsteller Naam Functie Datum Handtekening
R.W. Goudswaard KAM-manager 17-6-2013
1 Voortgang doelstellingen voor Scope 1 en 2 1.1 Reductiedoelstellingen Ten opzichte van referentiejaar 2009 wil GMB voor 2015 de CO2 emissie door direct en indirecte emissie (scope 1 en scope 2) met 470 ton CO2 reduceren. Om dit te realiseren zijn de volgende onderliggende doelstellingen opgesteld: De vestiging van GMB Slibverwerking Tiel heeft als deelnemer aan het Tiels Convenant een reductiedoelstelling voor het reduceren van de CO2-uitstoot in een periode van vier jaar met drie procent per jaar ten opzichte van referentiejaar 2009. GMB wil de CO2-uitstoot van het wagenpark in 2015 met vijf procent per gereden kilometer reduceren ten opzichte van 2009. GMB koopt 'groene' stroom in bij het afsluiten van nieuwe contracten op projecten. Vermindering van 3% per jaar op het diesel verbruik van de shovels in Zutphen ten opzichte van referentiejaar 2010. Vanaf 2013 zijn deze doelstellingen aangepast. De aangepaste doelstellingen zijn als bijlagen aan dit plan toegevoegd en zijn ook te vinden op de website www.gmb.eu De nieuwe doelstelling is: Ten opzichte van referentiejaar 2009 wil GMB voor 2015 de CO2 emissie door direct en indirecte emissie (scope 1 en scope 2) met 22% per miljoen euro omzet verminderen. Wij nemen hierbij de omzet exclusief deelnemingen.
1.2 Voortgang 2012 Voortgang 2012 gaat in op de voortgang van de reductiedoelstellingen over heel 2012. In 2012 was de totale CO2 emissie van GMB voor scope 1 en 2 ton 14.977 ton CO2. Dit ligt boven de CO2 emissie in 2011 (14494 ton CO2) en 2009. De belangrijkste reden hiervoor is de stijging van de omzet ten opzichte van 2011 en 2009. Uitstoot CO2 Uitstoot op Vergelijking Scope Emissiebron 2012 projecten 2009 Scope 1: Gasverbruik kantoren Aardgas 158 2,86 254,4 Scope 1: Brandstof lease auto's Diesel / Benzine 2416 1691,2 2133,8 Scope 1: Brandstof verbruik transport Diesel 1740,3 1740,3 1538,9 Scope 1: Brandstof verbruik materieel Diesel 4948,7 3716,0 4908,3 Scope 2: Ingekochte elektriciteit Elektriciteit 5689,8 148,5 5390 Scope 2: Zakelijke ritten privé auto Brandstof 20,9 20,9 12,6 Scope 2: Zakelijk vliegverkeer Brandstof 3,1 0 0 Totaal (ton Co2) 14977 7320 14238 Tabel 2: Vergelijking CO2 uitstoot 2012-2009. Bij de vestiging van GMB Slibverwerking Tiel is in 2012 de CO2 uitstoot verhoogd t.o.v. 2011. In vergelijking met 2009 is er wel een reductie behaald van 6,5% (144 ton CO2), volgens de doelstelling (3% per jaar) had dit 9% moeten zijn. Op dit moment lopen wij dus 2,5% achter op de doelstelling. Dit moeten wij in 2013 goedmaken, de benodigde acties hiervoor zijn al uitgezet. Daarnaast is In 2012 de renovatie van het machinepark afgerond wat moet leiden tot een verdere energiereductie in 2013. In Zutphen wordt het direct uitleessysteem gebruikt om het diesel verbruik van shovels te verminderen in 2011 is hier al een besparing gerealiseerd van 40 ton CO2. In 2012 heeft de
Voortgangsrapportage periode 2012 I GMB
2
besparing zich voort gezet en is er 70 ton CO2 bespaard ten opzichte van 2010. In deze periode was het dieselverbruik per ton slib 8% lager dan in 2010. Hiermee lopen wij ruim voor op de doelstelling van 3% per jaar. In 2012 zijn 60 auto’s uit het wagenpark vervangen door A en B label auto’s. De nieuwe auto’s hebben een gemiddelde emissie van 108 gram CO2 per gereden km. In totaal zijn er vanaf 2009 132 nieuwe A en B label auto’s aangeschaft. Omdat hiermee de gemiddelde CO2 emissie van het totale wagenpark (181g/km in 2009) daalt wordt een reductie gerealiseerd. In 2012 hebben deze auto’s 4.080.000 km gereden. Dit resulteert in een besparing van 278 ton CO2 t.o.v. 2009. Bovenstaande emissie gegevens zijn gebaseerd op de fabrieksopgave, de bovenstaande reductie is dus theoretisch berekend. Waardoor bovenstaande reductie te optimistisch is. Vanaf 2013 krijgen wij de werkelijke gebruikscijfers van de leasemaatschappijen. Met deze gegevens gaan we vanaf 2013 de werkelijke reductie bepalen. In de nieuwe doelstellingen vanaf 2013 is hier rekening mee gehouden. Voor de projecten Eendragtspolder en Omlegging Amstelhoek zijn groene stroom contracten afgesloten. Voor het Omlegging Amstelhoek is hiermee in een besparing van 53 ton CO2 gerealiseerd. Voor de groene stroom op de Eendragtspolder kan Eneco op dit moment geen certificaat (CertiQ) afgeven aangaande opgewekte hoeveelheden en land van herkomst. Deze besparing wordt dus niet meegenomen. Het project Eendragtspolder is in 2012 afgerond.
Voortgangsrapportage periode 2012 I GMB
3
1.3 Evaluatie voortgang Over heel 2012 is voor scope 1&2 een reductie van 545 ton CO2 behaald ten opzicht van 2009 (zie figuur 1). Wat betreft de doelstellingen voor scope 1&2: de doelstelling voor het wagenpark liggen ruim voor op schema en de doelstelling voor groene stroom op de projecten dient verder onder de aandacht gebracht te worden. De doelstelling voor het Tiels Convenant loopt iets achter op schema, aandachtspunt is de toename van het elektriciteitsverbruik in 2012, door de renovatie van het machinepark en de aanvullende maatregelen (bijlage A) moet het elektriciteitsverbruik weer gaan dalen. De nieuwe doelstelling voor de vermindering van het dieselverbruik in Zutphen ligt voor op schema, het moet nog blijken of de vermindering van het dieselverbruik is hetzelfde tempo blijft dalen.
CO2 reductie GMB 600 500
70
Doelstelling voor 2015 t.o.v. referentiejaar
53 400 144 300
Diesel besparing Zutphen Groene stroom op projecten
200 278 100 0
Tiels convenant (3% CO2 reductie per jaar voor Slibverwerking Tiel) A en B label lease auto's
Totale reductie geraliseerd in 2012 t.o.v. 2009 in Ton CO2
Figuur 1: Gerealiseerde reductie 2012 in vergelijking met 2009
Voortgangsrapportage periode 2012 I GMB
4
2 Voortgang doelstellingen voor Scope 3 2.1 Reductiedoelstellingen
Het reduceren van de CO2 uitstoot van betonstraatstenen met 2% in 2015 ten opzichte van referentiejaar 2009.
Het terugbrengen van het energieverbruik in de gebruikers fase van een RWZI met 5% in 2012 ten opzichte van referentiejaar 2006. De doelstelling geldt voor projecten waar GMB invloed heeft in het ontwerpproces van de betreffende installatie.(Toelichting; hier is als referentiejaar 2006 aangehouden, omdat hiervan gegevens beschikbaar zijn.)
2.2 Voortgang periode 2012 In de 2e periode van 2010 is een actieplan opgesteld voor het realiseren van de CO2 reductie van de betonstraatstenen. In 2012 zijn een zestal projecten aangenomen waarin betonstraatstenen verwerkt worden. Opdrachtgever
Omschrijving
Hoeveelheid
BSS dik
Datum ingekocht
Leverancier
RST
herstraatwerk
1000m2
120mm
begin 2012
Struyk Verwo Infra
RSC
herstraatwerk
1250m2
120mm
begin 2012
Struyk Verwo Infra
HbR / RSC
projecten
8000m2
120mm
Jun-2012
Martens Beton
Intertoys
herstraatwerk
6000m2
100mm
Jun-2012
Martens Beton
GDF Suez Energie
projecten
500m2
100mm
Mei-2012
Martens Beton
EMO
herstraatwerk
7500m2
100mm
Mei-2012
Martens Beton
ITR
div. herstraatwerk
1200m2
120mm
sep-2012
Martens Beton
GDF Suez Energie
projecten
10000m2
100mm
sep-2012
Martens Beton
Steinweg
div. herstraatwerk
1900m2
120mm
sep-2012
Martens Beton
EMO
div. herstraatwerk
750m2
100mm
okt-2012
Martens Beton
Van de leverancier zijn gegevens ontvangen met betrekking tot de CO2-uitstoot tijdens de productie van deze betonstraatstenen. Met behulp van deze gegevens in combinatie met de gegevens uit de ketenanalyse die door GMB is opgesteld wordt gekeken of er reductie behaald is. Daaruit blijkt dat de reductie op deze zes projecten 60 ton CO2 betreft. Hiermee is een reductie behaald van 5,9% ten opzicht van referentiejaar 2009. Hiermee liggen wij ruim voor op de doelstelling voor 2015. Dit is te verklaren doordat onze leveranciers zeer actief zijn om hun CO2 footprint te verkleinen en hierbij vooroplopen ten opzichte van de overige leveranciers. De reductiedoelstelling om het energiegebruik in de gebruikersfase van de RWZI’s terug te brengen wordt gehaald doordat op verschillende projecten GMB de hoogste score op Total Cost Ownership (TCO) heeft gehaald. Het betreft de projecten: “Nabehandelingsinstallatie RWZI Amersfoort en RWZI Veenendaal” en “Nabehandelingsinstallatie RWZI’s Ede en Soest”. Doordat de exacte verbruiksgetallen niet gepubliceerd worden door de opdrachtgever, in dit geval het Waterschap, is het niet mogelijk een exacte kwantificering van de besparing te maken. Deze gegevens mogen niet openbaar gemaakt worden omdat er een gerechtvaardigd commercieel belang mee gediend is. Voor “Nabehandelingsinstallatie RWZI Amersfoort en RWZI Veenendaal” scoort GMB op TCO 17% boven
Voortgangsrapportage periode 2012 I GMB
5
het gemiddelde van de 4 andere aanbieders. TCO in deze aanbieding bestaat uit: aanneemsom + energieverbruik+chemicaliëngebruik. Bij het project “Nabehandelingsinstallatie RWZI’s Ede en Soest” scoort GMB 4% beter dan het gemiddelde van de andere 4 aanbieders. Ook hier geldt dat TCO en daarmee energieverbruik en daaraan gekoppeld CO2-uitstoot een belangrijk onderdeel is van de aanbieding is. Op dit moment is het project ‘Energiefabriek’ (RWZI Venlo) in opdracht van het Waterschapsbedrijf Limburg aan het proefdraaien1. Tijdens het ontwerp is specifiek gekeken naar CO2-reductie door middel van een vermindering van het energieverbruik. Door middel van thermische drukhydrolyse (THD) vindt een betere vergisting en dus een hogere biogasproductie plaats. Slib dat in de nabezinktank komt, wordt ontwaterd tot 11 procent drogestof. Vervolgens gaat het in de TurboTec (ontwikkeld door Sustec, het bedrijf waar GMB in participeert). De Turbotec verwarmt het slib tot circa 140 graden bij een druk van 7 bar. Deze behandeling breekt de celstructuren van het slib waardoor de organische stof beter bereikbaar wordt voor bacteriën in het vergistingsproces. Door vergisting van slib ontstaat biogas dat met gasmotoren wordt omgezet tot elektriciteit. Door de TDH neemt de capaciteit van de vergisting en dus ook de biogasproductie toe. Het vergiste slib wordt nog verder ontwaterd waardoor WBL ook nog minder slib hoeft af te voeren. GMB verzorgt na het ontwerp en de bouw ook nog minimaal zes jaar voor het onderhoud en de bediening. Doordat de RWZI in Venlo minder elektriciteit van het net nodig heeft en er minder transporten met slib nodig zijn wordt er minder CO2 uitgestoten. In 2013 al de installatie volledig in gebruik is wordt 43% van het energieverbruik duurzaam opgewekt door de eigen installatie het gaat hier dan om 4,7 miljoen KWh. Dit betekent een besparing van 2139 ton CO2. Hiermee wordt de doelstelling van 5% reductie in 2012 t.o.v. 2006 ruimschoots gehaald. In Apeldoorn is nu ook een project aan genomen voor een RWZI waar THD wordt toegepast, in de volgende voortgangsrapportage gaan wij hier verder op in.
2.3 Evaluatie voortgang Het actieplan voor de CO2 reductie van betonstraatstenen is geïmplementeerd, en heeft geleid tot daadwerkelijk reductie van CO2 emissie. De eerste kwantitatieve resultaten worden geboekt en daaruit blijkt dat er in 2012 60 ton CO2 bespaard is dit is een reductie van 5,9%. Voor wat betreft de tweede doelstelling is hierboven een uitgebreide beschrijving terug te vinden. De doelstelling wordt met de toepassing van TDH ruim gehaald in 2012, voor 2013 is de doelstelling opnieuw gedefinieerd: Het reduceren van de CO2-emissie in de gebruikersfase van één RWZI per jaar met 40% vanaf 2012 ten opzichte van referentiejaar 2006.
1
www.energiefabriek.com : Met de Energiefabriek leveren de waterschappen niet alleen een bijdrage aan het beperken van de CO2 uitstoot, het is ook niet ondenkbaar dat ze de grootste groene energieproducent van Nederland worden. Voortgangsrapportage periode 2012 I GMB
6