Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip ‘Veiligheid’ door de inwoners van Maassluis
Het instrument Een Maatschappelijke Verkenning is een instrument voor de gemeenteraad om zelf onderzoek te doen naar een maatschappelijk thema dat door de raad is gekozen. Normaal gesproken krijgt een gemeenteraad een dossier in handen dat door het college van Burgemeester en Wethouders en het ambtelijk apparaat is voorbereid. Bij een Maatschappelijke Verkenning geven de raadsleden zelf aan wat zij belangrijk vinden om te onderzoeken en formuleren zij rondom het gekozen onderwerp een eigen probleemstelling. Vervolgens gaan de raadsleden zelf op pad om er achter te komen hoe burgers denken over een bepaald maatschappelijk probleem. Natuurlijk hebben raadsleden veelvuldig contact met inwoners van de stad. Vaak is dat incidenteel, op persoonlijk basis. In veel andere gevallen is het op uitnodiging, bijvoorbeeld voor het bijwonen van een bijeenkomst of een evenement. Daarnaast biedt de mogelijkheid om bij raads- en commissievergaderingen het woord te voeren, burgers de gelegenheid hun mening kenbaar te maken. De ervaring leert echter dat het vaak dezelfde mensen, organisaties of instellingen zijn die langs deze wegen raadsleden rechtstreeks informeren. Bij een Maatschappelijke Verkenning vinden de contacten met (groepen) burgers op een meer gestructureerde wijze plaats. Bovendien zijn het de raadsleden die bepalen met wie ze over welk onderwerp willen praten. Door de opzet van de maatschappelijke verkenning beschikken aan het eind van het proces alle fracties over dezelfde informatie. Een ander punt is dat de gemeenteraad door deze wijze van rechtstreekse informatievergaring een onafhankelijker positie inneemt ten opzichte van het college. Hier is sprake van een rechtstreekse interactie tussen gekozen vertegenwoordigers en de bevolking met het doel onderbouwing te ontwikkelen voor nieuwe beleidsinitiatieven. Het instrument van de Maatschappelijke Verkenning is voor de eerste maal toegepast in de gemeente Eindhoven. Het resultaat van een eerste proefneming was dermate positief, dat in die gemeente inmiddels een speciale verordening voor het houden van Maatschappelijke Verkenningen is opgesteld. Op basis van die verordening is in Eindhoven vorig jaar opnieuw een dergelijke verkenning uitgevoerd. De daarover opgestelde rapportage heeft verschillende andere gemeenten in ons land geïnspireerde om de mogelijkheden te verkennen iets dergelijks te doen. Bij een Maatschappelijke Verkenning snijdt het mes in feite aan twee kanten. De raadsleden weten na afloop van het onderzoek wat er onder de bevolking leeft en de burgers voelen zich serieus genomen en gehoord. Belangrijk daarbij is de ervaring dat raadsleden zelf contact hebben gezocht omdat ze oprecht geïnteresseerd waren in hun mening. Het thema Tijdens het raadsdebat over de begroting voor 2001 is specifiek aandacht gevraagd voor het thema veiligheid. De raad heeft ook extra middelen beschikbaar gesteld om maatregelen te kunnen nemen om de veiligheid in Maassluis te verbeteren. Op basis van reeds beschikbare informatie kan een deel van die middelen worden besteed aan een aantal concrete maatregelen.
1
Het begrip ‘veiligheid’ is echter zeer breed en zal door veel mensen op basis van een eigen oordeel en eigen ervaringen op heel verschillende manieren worden geïnterpreteerd. De in 2000 gehouden Omnibusenquête geeft duidelijk aan dat het thema veiligheid de inwoners van onze stad bezig houdt. Ook biedt de uitkomst een globaal inzicht in de oorzaken van een toenemend gevoel van onveiligheid. Om echter te komen tot een structureel veiligheidsbeleid op langere termijn is het nodig om meer te weten over de gevoelens en ideeën op dit punt bij specifieke groeperingen binnen de samenleving. Het is duidelijk dat die sterk uiteen zullen lopen. Ouderen bijvoorbeeld, zullen een heel andere beleving van het begrip veiligheid hebben dan jongeren. Toch zullen naast algemene maatregelen (‘meer blauw op straat’, wijkbeheer etc.) ook een aantal specifieke maatregelen genomen moeten worden om de verschillende groeperingen binnen de Maassluise bevolking ook op langere termijn een beter gevoel van veiligheid te kunnen geven. Een Maatschappelijke Verkenning is een geschikt instrument om de gemeenteraad de mogelijkheid te bieden de bouwstenen daarvoor zelf aan te dragen op basis van directe informatie vanuit de bevolking. Door deze werkwijze is het tegelijkertijd mogelijk de burgers meer bewust te maken van de eigen verantwoordelijkheid die ze hebben als het om de veiligheid in hun woonplaats gaat. De aanpak In de gemeente Eindhoven is besloten voor de uitvoering van een maatschappelijke verkenning een speciale raadscommissie in te stellen. Een en ander kan echter ook eenvoudiger worden georganiseerd. In samenspraak met vertegenwoordigers van de sector Algemene Zaken wordt voorgesteld om aan de fractievoorzitters te vragen een werkgroep van tien raadsleden samen te stellen De samenstelling moet het mogelijk maken dat leden van alle in de raad vertegenwoordigde partijen in groepjes van twee personen de gesprekken met (groepen van) burgers voeren. Die groepjes bestaan uit vertegenwoordigers van verschillende partijen. Vooraf wordt een lijst gemaakt van de gewenste gesprekspartners, afhankelijk van de concrete doelstelling van de verkenning. Er wordt duidelijk vastgesteld wie met wie gaat praten. De gesprekken vinden zo veel mogelijk op locatie plaats en in elk geval niet in het stadhuis. De desbetreffende commissieleden maken daarvoor de afspraken, zonodig met ambtelijke ondersteuning. Het is de bedoeling dat alle gesprekken binnen het tijdsbestek van een maand worden gevoerd. Uitgangspunt is dat elk duo raadsleden twee gesprekken voert. Op deze manier zouden in principe binnen de Maassluise situatie tien gesprekken kunnen worden gevoerd, uitgaande van een commissie van tien leden. Na deze gesprekken kan de Maatschappelijke Verkenning worden afgerond in de volgende stappen. Een bijeenkomst van de werkgroep waarin de leden verslag uitbrengen van hun bevindingen. Ze wisselen onderling indrukken en ervaringen uit en leggen die daarnaast op een heldere en uniforme wijze schriftelijk vast. Een werkconferentie waar de commissieleden van gedachten wisselen met vertegenwoordigers van lokale instellingen en organisaties, die bij de te onderzoeken problematiek betrokken zijn. Vervolgens wordt het eindrapport van de werkgroep opgesteld. n.b. Al deze bijeenkomsten zijn niet openbaar. Ervan uitgaande dat de voorbereidingen gedurende de zomermaanden kunnen plaatsvinden, is het mogelijk het totale project uit te voeren in de maanden september tot en met december.
2
Het eindrapport zou dan in de eerste raadsvergadering van 2001 door de voorzitter van de werkgroep aan de raad kunnen worden aangeboden. De invulling Veiligheid is een veelomvattend begrip. Op allerlei plaatsen en in verschillende situaties krijgen burgers met dat begrip te maken, zoals op straat, in gebouwen, in het openbaar vervoer, ’s avonds in een park of in het verkeer. Een gevoel van onveiligheid is niet altijd plaatsgebonden. Er zijn ook mensen die zich niet veilig voelen als er een groep jongeren op hen af komt lopen. Het is dus nodig het onderwerp van de Maatschappelijke Verkenning af te bakenen. Het voorstel is te kiezen voor een onderzoek naar de manier waarop specifieke groepen inwoners van Maassluis het begrip veiligheid ‘beleven’. Wat verstaan zij onder veiligheid? Welke plaatsen of situaties beschouwen zij als veilig of onveilig? Het inzicht krijgen in die beleving zou de doelstelling van de Maatschappelijke Verkenning kunnen zijn. Bij een dergelijke aanpak zijn nog drie subdoelstellingen te definieren: Op basis van het totale beeld van ervaringen, gevoelens en wensen van burgers op het gebied van veiligheid nieuw beleid formuleren voor de langere termijn. De betrokkenheid van burgers bij gemeentelijk (veiligheids)beleid vergroten. Verbetering van de interactie tussen lokaal bestuur en de burgers. De specifieke groepen op wie het project zich zou kunnen richten zijn: Ouderen Jongeren Allochtonen Om de aanpak verder te structuren is het van belang vooraf de thema’s te kiezen die in de gesprekken aan de orde zullen komen. Die thema’s kunnen ook als kapstok dienen bij het opstellen van het eindrapport. De ervaring leert dat tijdens een Maatschappelijke Verkenning andere interessante vraagstukken naar voren kunnen komen die belangrijk kunnen zijn en om die reden in de eindrapportage opgenomen moeten worden. Het is dus mogelijk dat de thema’s gedurende het proces aangepast of waar nodig aangevuld worden. Voorstellen voor thema’s: Criminaliteit en zinloos geweld Overlast Onveilige situaties in straat, buurt, wijk en stad de stad Veiligheid in gebouwen en winkelcentra Relaties tussen groepen burgers (bv. tussen oud en jong, tussen allochtoon en autochtoon) Verantwoordelijkheid van individuele burgers Vraagstelling De vragen zullen zich op deze thema’s moeten richten en zo open mogelijk moeten zijn. Uiteraard hebben de gesprekspartners de mogelijkheid ook zelf zaken aan te dragen die hen dwars zitten. Enkele voorbeelden van mogelijke vragen over specifieke doelgroepen: Jongeren Hoe staan zij in relatie tot andere groepen, zoals bejaarden, winkeliers.
3
Hoe zien ze de relatie allochtonen/autochtonen. Hebben jongeren het gevoel dat ze als groep bedreigend overkomen. Voelen zij zich zelf bedreigd op sommige plekken of in sommige situaties en waarom. Wat kan er op het gebied van veiligheid verbeterd worden en hoe. Hoe zien zij hun eigen rol daarin. Ouderen Hebben ouderen het gevoel dat ze kwetsbaarder zijn dan andere bevolkingsgroepen. Hoe is hun beeld van jongeren Voelen zij zich bedreigd op sommige plekken of in sommige situaties en waarom. Wat kan er op het gebied van veiligheid verbeterd worden en hoe. Hoe zien zij hun eigen rol daarin. Allochtonen Hebben allochtonen het gevoel dat ze kwetsbaarder zijn dan andere bevolkingsgroepen. Hoe is hun beeld van autochtonen, met name ouderen en jongeren. Hoe is het contact tussen allochtonen en autochtonen. Voelen zij zich bedreigd op sommige plekken of in sommige situaties en waarom. Wat kan er op het gebied van veiligheid verbeterd worden en hoe. Hoe zien zij hun eigen rol daarin. De begeleiding (rol extern bureau)
Het is van belang dat de deelnemende raadsleden in een vroeg stadium informatie krijgen over wat hen te wachten kan staan. Het bureau kan een (informele) briefing verzorgen. Een dergelijke briefing moet vooral gericht zijn op praktische zaken. Waar moet men op letten bij het maken van afspraken en het voeren van gesprekken, welke valkuilen kan men tegenkomen en hoe deze te vermijden. Wij bevelen aan voor de uitvoering van de maatschappelijke verkenning een projectteam te vormen, bestaande uit de voorzitter en vicevoorzitter van de werkgroep, een vertegenwoordiger van de ambtelijke organisatie (die tijdens het project als aanspreekpunt voor het externe bureau fungeert) en een vertegenwoordiger van het externe bureau. In dezelfde periode adviseert het bureau werkgroep en ambtelijk aanspreekpunt over de meer formele procedure. Daarbij denken we aan het opstellen van een protocol en een draaiboek voor de daadwerkelijke uitvoering van de maatschappelijke verkenning. Daarnaast moeten schriftelijke richtlijnen voor het voeren van en rapporteren over de gesprekken worden opgesteld. De deelnemende raadsleden krijgen een reader waarin alle voor het project relevante informatie is opgenomen. Bij het vaststellen van de gesprekspartners/locaties voor de maatschappelijke verkenning en de daadwerkelijke gesprekken/bezoeken zien wij voor het bureau – behoudens enige advisering – geen directe rol weggelegd. Een ‘kick-off-bijeenkomst’ is een goede start voor een dergelijk project. Daarvoor zouden naast de werkgroep maatschappelijke verkenning ook andere raadsleden, het college van B & W en bij het onderwerp van de verkenning betrokken beleidsambtenaren kunnen worden uitgenodigd. Een deskundige op het gekozen beleidsterrein kan eventueel achtergronden van het onderwerp nader toelichten, informatie geven over de juiste benadering van de gekozen doelgroep en over het ‘wegen’ van de daaruit ontvangen informatie. Een vertegenwoordiger van het externe bureau zet kort de feitelijke opzet en uitvoering van het project uiteen. Het bureau verzorgt van de diverse bijeenkomsten in het kader van de Maatschappelijke Verkenning beknopte en heldere tussenrapportages. Voor het houden van bijeenkomsten kan gebruik gemaakt worden van vergaderruimten en eventueel benodigde faciliteiten in het
4
stadhuis. Op basis daarvan stelt het bureau na de laatstgenoemde bijeenkomst van de werkgroep maatschappelijke verkenning een concept-eindrapport op over het project. Dat wordt aan de betrokken raadsleden toegestuurd. Dat concept wordt besproken in een laatste bijeenkomst van de werkgroep. Als de daarin gemaakte opmerkingen in de eindrapportage zijn verwerkt wordt die nog één keer aan de werkgroepleden toegestuurd. Eventueel kan ook het projectteam de definitieve versie vaststellen. Communicatiebureau Stroomlijn, D. v.d. Houwen.
5