Voorbeeld Veiligheidsanalyserapportage Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010
Ter toelichting: ● dit voorbeeld sluit aan op het ‘format veiligheidsrapportage’ behorend bij Kernbeleid 3.0 ● de gemeente Bovenkamp is een fictieve gemeente met tussen de 50.000 en 100.000 inwoners ● specifiek aan deze veiligheidsanalyse is dat er bij de cijfermatige gegevens gebruikt is gemaakt van een lokale veiligheidsmonitor (dus niet de landelijke veiligheidsmonitor) en dat er uitsplitsing naar (probleem)buurten heeft plaatsgevonden ● het veiligheidsplan dat op basis van deze veiligheidsanalyse is opgesteld, had betrekking op de periode 2010 – 2013; de jaren waarop de cijfermatige gegevens betrekking hebben, zijn daardoor 2005 t/m 2009 in plaats van 2006 t/m 2010 (waarvan in het format sprake is) ● bij de ‘bron’ van de politiecijfers wordt verwezen naar de betreffende X-pol/BVH-code: de tool ‘VNG-BVH-model’ was in 2009 nog niet beschikbaar; maar de gebruikte X-pol/BVH-codes corresponderen op veel plekken met de in het format genoemde VNG-BVH-model-nummering
Veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp
Bovenkamp, oktober 2009
Voorwoord Dit rapport bevat de uitkomsten van de integrale veiligheidsanalyse die in de periode mei-september 2009 is uitgevoerd in het kader van de ontwikkeling van het nieuwe integrale veiligheidsbeleid 2010 – 2013 van de gemeente Bovenkamp. Op basis van deze uitgebreide inventarisatie zijn prioriteiten voor de kadernota integrale veiligheid geselecteerd (zie het overzicht van prioriteiten achterin). Deze prioriteiten en overige strategische veiligheidsthema’s worden verder uitgewerkt in de nota integraal veiligheidsbeleid 2010-2013 en het bijbehorende uitvoeringsplan 2010. De veiligheidsanalyse is uitgevoerd conform Kernbeleid Veiligheid, een landelijk veelgebruikte methode voor lokaal integraal veiligheidsbeleid. In deze methode worden vijf veiligheidsvelden onderscheiden: Veilige woon- en leefomgeving, Bedrijvigheid en veiligheid, Jeugd en veiligheid, Fysieke veiligheid en Integriteit en veiligheid. Elk veiligheidsveld omvat enkele meer specifieke veiligheidsthema’s (zie ook bijlage 1). In de analyse van deze veiligheidsvelden en –thema’s staan telkens drie vragen centraal: (1) Welke aantastingen van de veiligheid doen zich voor? (2) Hoe ziet de huidige aanpak van die problematiek eruit? (3) Welke versterkingen van de aanpak zijn mogelijk? De opbouw van het rapport weerspiegelt de gevolgde aanpak: in de hoofdstukken 1 t/m 5 worden de vijf veiligheidsvelden behandeld. De volgorde daarbij is telkens: behandeling huidige problematiek (zowel cijfers als kwalitatieve observaties), behandeling huidige aanpak (in tabelvorm) en opsomming aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen in de komende tijd. Voor een goed begrip van dit rapport is nog het volgende van belang: de mogelijke beleidsversterkingen die telkens genoemd worden, zijn niet de definitieve, via de kadernota vast te stellen hoofdlijnen van beleid - het betreft een overzicht van mogelijke beleidsversterkingen; NB: door in de veiligheidsanalyse ook de mogelijke beleidsversterkingen te analyseren, komen veiligheidsthema’s beter ‘uit de verf’, ontstaat er een scherper zicht op de veiligheidsproblematiek: niet zelden is een aanpak immers mede definiërend voor het probleem waar die aanpak zich op richt; bij de behandeling hierna van de veiligheidsproblematiek op de verschillende thema’s worden cijfers gepresenteerd op zowel gemeentelijk als op buurt- of stadsdeelniveau; bij cijfers op buurtniveau worden niet alle buurten behandeld, aangezien het document dan te omvangrijk zou worden; in het onderzoek dat aan deze rapportage ten grondslag ligt, zijn wel alle 19 buurten geanalyseerd; de belangrijkste uitkomsten voor alle buurten zijn beknopt weergegeven op pagina 15 t/m 18; bij verschillende indicatoren worden zowel cijfers uit de politieregistratie (meldingen) als uit de bewonersenquête/Bovenkampmonitor weergegeven (slachtofferschapgegevens); deze beide bronnen vullen elkaar aan en corrigeren elkaar soms; wat betreft de politieregistratie kan meldingsbereidheid immers een vertekenend effect geven. Ten slotte: de informatie voor deze rapportage is verkregen via analyse van cijfers en documenten en een reeks van interviews (zie ook bijlage 2). Concepten van het rapport zijn becommentarieerd door de diverse gesprekspartners.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
1
Inhoudsopgave Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving problematiek: - thema 1.1: sociale kwaliteit - thema 1.2: fysieke kwaliteit - thema 1.3: objectieve veiligheid - thema 1.4: subjectieve veiligheid - thema 1.1 t/m 1.4: veiligheidsindex aanpak: - aspect ‘infrastructuur’ - aspect ‘investeren in fysieke woonomgeving’ - aspect ‘investeren in sociale kwaliteit’ - aspect ‘betrekken bewoners bij veiligheid en leefbaarheid’ - aspect ‘toezicht en handhaving’ (openbare ruimte/sociale veiligheid) - aspect ‘aanpak specifieke criminaliteitsfenomenen’ Tussenstand: mogelijke prioriteiten veilige woon- en leefomgeving
p. 19 p. 24 p. 26 p. 31 p. 33 p. 36 p. 40
Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid - thema 2.1: winkelcentra - thema 2.2: bedrijventerreinen - thema 2.3: uitgaan/horeca - thema 2.4: evenementen en toerisme Tussenstand: mogelijke prioriteiten bedrijvigheid en veiligheid
p. 42 p. 45 p. 47 p. 50 p. 53
Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid - thema 3.1: jeugdoverlast en –criminaliteit - thema 3.2: alcohol en drugs - thema 3.3: veilig in en om de school Tussenstand: mogelijke prioriteiten jeugd en veiligheid
p. 54 p. 60 p. 62 p. 65
Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid - thema 4.1: verkeersveiligheid - thema 4.2: brandveiligheid - thema 4.3: externe veiligheid - thema 4.4: voorbereiding op rampenbestrijding Tussenstand: mogelijke prioriteiten fysieke veiligheid
p. 66 p. 69 p. 72 p. 76 p. 78
Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid - thema 5.1: radicalisering /terrorisme - thema 5.2: georganiseerde criminaliteit - thema 5.3: ambtelijke en bestuurlijke integriteit Tussenstand: mogelijke prioriteiten integriteit en veiligheid
p. 79 p. 81 p. 85 p. 87
Overzicht: selectie prioriteiten
p. 88
Bijlagen Bijlage 1: overzicht veiligheidsvelden kernbeleid veiligheid Bijlage 2: overzicht geconsulteerde actoren
p. 92 p. 93
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
p. 3 p. 7 p. 9 p. 13 p. 15
2
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
thema 1.1: sociale kwaliteit
De sociale kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft betrekking op de ‘intermenselijke relaties’ in een buurt, dat wil zeggen: tussen bewoners en eventueel andere aanwezige personen. Belangrijke aspecten van de sociale kwaliteit zijn betrokkenheid van bewoners bij de buurt, de kwaliteit van sociale netwerken, de mate van informele sociale controle, e.d. De sociale kwaliteit kan onder druk komen te staan door verschijnselen als woonoverlast, burengerucht, drank- en drugsoverlast, overlast van prostitutie en overlast van zwervers
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 1.1
indicator
bron
gemeente en buurten daarbinnen
meldingen burengerucht (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.4.1)
perceptie overlast buren/omwonenden (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
meldingen overlast overspannen/gestoord persoon (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.7.1/E33)
meldingen drugsoverlast (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.1.1/E38)
meldingen overlast zwervers (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.7.1/E41)
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
1
feitelijke waarde 2005
2006 20 28 20 30 17 23 28 23
2007 19 24 19 24 23 27 26 20
2008
2009
12 19 14 17 16 18 10 9 9 11 17 12 10 15 8 7
5 4 2 4 9 3 28 4 8 5 6 17 8 14 46 16 3 19 1 1 1 2 6 0
6 7 4 12 6 5 28 3 10 10 10 9 14 11 27 14 4 34 1 1 0 0 6 2
7 8 6 31 5 4 29 2 9 14 11 8 15 11 29 18 2 12 1 2 2 1 7 2
1
De Bovenkampmonitor wordt in oneven jaren gepubliceerd (2005, 2007, 2009); de meting heeft plaats aan het einde van het jaar ervoor (resp. 2004, 2006, 2008)
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
3
vervolg tabel 1.1
indicator
bron
gemeente en buurten daarbinnen
meldingen drugshandel (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 3.1.1)
perceptie overlast drugs (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
perceptie overlast alcohol/dronken mensen op straat (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
perceptie overlast straatprostitutie (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
perceptie overlast dealpanden (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
totaal meldingen overlast (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode cat. 2.7.1)
BMC
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
4 4 4 3 3 6 16 5
4 8 4 3 4 2 10 4
14 19 14 13 22 26 41 27
3 3 4 3 5 4 13 3 10 16 14 11 9 24 15 16
2 0 0 5 4 10 3
1 0 0 3 5 1 1
10 3 6 10 7 11 7
10 9 2 6 10 7 5 22 51 17 29 17 24 43 16
21 38 16 38 21 15 41 15
2009
10 15 15 11 10 16 9 19 6 9 6 9 11 5 20 5
20 41 16 47 12 23 45 11
4
vervolg tabel 1.1
indicator
bron
gemeente en buurten daarbinnen
perceptie buurtoverlast totaal (indicatorscore)
Bovenkampmonitor
bewonersoordeel kwaliteit woonomgeving (rapportcijfer)
Bovenkampmonitor
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
feitelijke waarde 2005 3,3 3,7 4,3 4,6 3,2 4,2 3,4 4,2 6,9 6,4 5,7 6,1 6,3 6,2 6,8 6,1
2006
2007
2008
3,4 3,5 4,5 4,3 3,5 4,5 2,8 3,8 7,0 6,6 6,1 6,4 6,5 5,8 7,2 7,0
2009 3,2 3,4 4,5 4,0 3,3 4,7 3,1 3,2 7,0 6,4 5,6 6,6 6,8 5,6 7,6 7,3
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: • • •
• •
•
•
•
BMC
sinds 2006 is het aantal geregistreerde incidenten van drugshandel licht gestegen; de grootste stijging heeft zich voorgedaan in de buurt Buurt 3; de drugsoverlast in het centrum van Bovenkamp is in de loop der jaren afgenomen (operatie Drugsaanpak); de verslaafden zijn er vrijwel uit het straatbeeld verdwenen; wel is er sprake van een beperkt verplaatsingseffect van drugsoverlast en –criminaliteit binnen het werkgebied van politiebasiseenheid Bovenkamp Centrum/Zuid; het betreft verhoudingsgewijs geringe overlast en problematiek; betreft m.n. Buurt 13 en Buurt 14; de drugsoverlast en –criminaliteit binnen het werkgebied van politiebasiseenheid Bovenkamp Noord zijn relatief wat omvangrijker (met name in Buurt 3 en Buurt 5; de sociale kwaliteit staat anno 2009 het meeste onder druk in de aandachtsbuurten Buurt 3, Buurt 5 en Buurt 11; daarnaast zijn als prioritair aan te duiden: Buurt 6, Buurt 10, Buurt 12 en Buurt 17 (ook alle vier aandachtsbuurten van de gemeente); een indicatie voor de sociale problematiek in de aandachtsbuurten is het aantal uitzettingen door corporaties: een van de Bovenkampse corporaties voert jaarlijks zo’n 60 a 70 uitzettingen uit – een hoog gemiddelde; redenen zijn veelal overlast in combinatie met betalingsgedrag; in totaal telt Bovenkamp zo’n 12.000 corporatiewoningen, plm. 35% van de totale woningvoorraad; bij de midtermmeting van het Grote stedenbeleid in 2007 bleek Bovenkamp op indicatoren als ‘sociale kwaliteit van de woonomgeving’ en ‘aandeel hoge inkomens’, ‘verloedering’, ‘verkoopprijs eigen woning’ en ‘onveiligheidsgevoel’ matig te presteren; gesprekpartners wijzen op de impact van het vertrek van de kartonindustrie uit het gebied: Bovenkamp is in snel tempo sociaal en economisch ‘ontluisterd’ geraakt; de impact kon groot zijn door de relatief uniforme samenstelling van de beroepsbevolking;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
5
•
•
•
gesprekspartners geven aan dat problematische groepen anno 2009 in een ‘overlevingsmodus’/fase zitten, en dat de uitdaging voor overheden er in hoofdzaak uit bestaat deze modus te doorbreken en deze groepen te betrekken, te ‘activeren’; het gevaar daarbij is misschien wel eerder een te veel aan zorg en aandacht (hospitaliseren) dan een tekort daaraan: de aanpak dient gericht en gedoseerd te zijn, en vooral te prikkelen en te verleiden; de aanpak van de drugsoverlast en –criminaliteit was er mede op gericht Bovenkamp weer een veilig centrum te bezorgen; dit is in belangrijke mate gelukt; in de komende tijd zal het erom gaan deze uitkomsten te borgen, te institutionaliseren; in een aantal opzichten kan zonder meer gesproken worden van complicerende factoren voor de aanpak van veiligheid en leefbaarheid van Bovenkamp; tegelijk is deze situatie een effectief referentiepunt voor het traceren en ‘vieren’ van, communiceren over de successen (OOV zet dan ook gericht in op communicatie over maatregelen en projecten).
Dwarsverbanden van dit onderwerp met andere veiligheidsthema’s/-velden: thema 1.2: fysieke woonomgeving > verloedering thema 1.3: objectieve veiligheid > criminaliteit, veelplegers thema 1.4: subjectieve veiligheid > veiligheidsgevoel thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek > overlast, criminaliteit, drugs- en alcoholoverlast.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
6
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
thema 1.2: fysieke kwaliteit
De fysieke kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft logischerwijze betrekking op fysieke kenmerken van de woonomgeving, in het bijzonder de inrichting, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Meest algemeen gaat het bij dit thema om de vraag: hoe staat de openbare ruimte erbij? Hoe prettig is het wonen in de buurt gegeven die fysieke kwaliteit? Aspecten zijn dan onderhoud van groen, aanpak zwerfvuil, verlichting van achterpaden e.d.. Inbreuk op de fysieke kwaliteit maken onder meer vernielingen, graffiti, zwerfvuil en andere tekenen van verloedering.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 1.2
indicator
bron
gemeente en buurten daarbinnen
algemene kwaliteit woonomgeving (rapportcijfer)
Bovenkampmonitor
verloedering (0 = komt niet voor; 10 = komt zeer vaak voor)
Bovenkampmonitor
meldingen vernieling (per 1.000 inwoners)
politie (categorie 2.2.1)
slachtofferschap vernielingen (% bewoners dat slachtoffer is geweest)
Bovenkampmonitor
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
feitelijke waarde 2005
2006
6,9 6,4 5,7 6,1 6,3 6,2 6,8 6,1 5,0 5,6 6,4 6,8 5,1 5,6 4,9 5,4 20 26 18 26 28 19 44 25 18 29 23 23 19 16 13 26
2007 7,0 6,6 6,1 6,4 6,5 5,8 7,2 7,0 5,1 5,3 6,8 6,8 5,5 5,3 4,5 5,6 23 30 18 28 31 19 55 21 16 18 22 19 17 14 12 16
2008
2009 7,0 6,4 5,6 6,6 6,8 5,6 7,6 7,3 5,0 5,7 6,4 6,2 5,5 6,1 4,1 4,8
21 27 18 26 23 20 59 19 11 18 27 21 16 14 9 16
7
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: •
•
•
•
een belangrijker wordend fenomeen in verband met de kwaliteit van de woonomgeving betreft leegstand als gevolg van ‘krimp’; dit geeft in bepaalde buurten (zoals Buurt 11 en Buurt 6) tekenen van verloedering; de kwaliteit van de buurt wordt in 2009 het minst gunstig beoordeeld in de aandachtsbuurten Buurt 3, Buurt 5 en Buurt 11 en daarnaast ook in de buurt Buurt 9; aangezien in deze laatste buurt naast dit ongunstige kwaliteitsoordeel eigenlijk alleen slachtofferschap van criminaliteit hoog scoort, lijkt er hier sprake te zijn van een verplaatsings- c.q. ‘overloop’-effect; verloedering doet zich volgens de bewoners het meeste voor in de aandachtsbuurten Buurt 3, Buurt 5, Buurt 6, Buurt 10 en Buurt 11 en daarnaast ook in de buurten Buurt 4, Buurt 7 en Buurt 18; ten aanzien van Buurt 4 lijkt om dezelfde reden als hierboven genoemd ten aanzien van Buurt 9, sprake van een verplaatsingseffect; een van de prestatieafspraken met het Rijk betreft een geringere afwijking van het slachtofferschap van vernieling in de aandachtsbuurten ten opzichte van het Bovenkamps gemiddelde; deze doelstelling is niet gehaald; vooral de buurten Buurt 5 en Buurt 6 doen het beduidend minder goed dan Bovenkamp als geheel.
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden: thema 1.1: sociale kwaliteit; thema 1.3: objectieve veiligheid; thema 1.4: subjectieve veiligheid thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd & alcohol; thema 3.3: veilig in en om de school;
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
8
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
thema 1.3: objectieve veiligheid
Bij dit thema gaat om de diverse, veelvoorkomende vormen van criminaliteit in de buurt, wijk, gemeente. Soorten criminaliteit die in elk geval bepalend zijn en uitgewerkt dienen te worden in de analyse, zijn woninginbraak, voertuigcriminaliteit en geweldscriminaliteit (waaronder huiselijk geweld).
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 1.3
indicator
gemeente en buurten daarbinnen
bron
totaal aantal incidenten/meldingen (per 1.000 inwoners)
politie (alle incidentcodes)
slachtofferschap totaal (indicatorscore)
Bovenkampmonitor
meldingen woninginbraak/ diefstal uit woning (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 1.1.1)
slachtofferschap woninginbraak/poging (% bewoners dat slachtoffer is geweest)
Bovenkampmonitor
meldingen diefstal uit/vanaf motorvoertuigen (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 1.2.1)
BMC
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
251 339 201 297 370 213 871 205
269 370 198 258 420 218 1018 204 41 43 43 46 41 47 30 48 6 8 9 7 7 6 5 9 7 13 13 10 6 9 4 10 10 11 9 8 8 8 22 6
255 393 192 282 306 222 919 198
44 48 51 48 46 46 39 50 6 8 9 8 6 5 6 5 9 13 13 15 10 15 6 12 10 9 4 7 8 10 21 7
2009
40 44 48 43 41 45 25 41 7 10 10 9 8 11 7 9 8 10 18 10 7 15 4 7 11 13 9 8 9 8 16 9
9
vervolg tabel 1.3
indicator
bron
gemeente en buurten daarbinnen
slachtofferschap autodelicten (% bewoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest)
Bovenkampmonitor
meldingen diefstal fiets, bromfiets, snorfiets (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 1.2.3)
meldingen drugshandel (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 3.1.1)
totaal meldingen geweld, lichamelijke integriteit (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode cat. 1.4 )
totaal slachtofferschap geweld en bedreiging (% bewoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest)
Bovenkampmonitor
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
meldingen openlijk geweld tegen personen
politie (incidentcode 1.4.3)
BMC
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
9 13 6 6 11 11 40 4 4 4 4 3 3 6 16 5 25 37 29 36 32 27 71 26
24 29 20 24 25 30 16 30 6 9 5 5 7 6 26 2 3 3 4 3 5 4 13 3 25 38 26 27 37 26 86 21 6 13 6 10 7 13 4 8
10 22 7 9 14 9 42 5 4 8 4 3 4 2 10 4 25 39 24 25 31 27 78 22
37 4 3 7 5 2 3 1
39 6 4 3 3 4 2 1
28 31 30 29 28 28 23 32
6 6 5 5 10 7 9 9 34 2 5 3 0 4 5 1
2009
6 6 9 9 6 13 4 7
10
vervolg tabel 1.3
indicator
bron
gemeente en buurten daarbinnen
2006
2007
2008
meldingen bedreiging (per 1.000 inwoners)
politie (incident-code cat. 1.4.4)
meldingen moord/doodslag (incl. pogingen)
politie (incident-code cat. 1.4.2)
6 10 9 7 6 5 15 7 34
5 5 5 5 8 4 19 4 37
5 7 6 4 7 6 17 5 39
meldingen moord/ doodslag (excl poging)
politie (incident-code cat. 1.4.2) politie (incidentcode cat. 1.4.5)
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Stadsregio Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp
2 5 3 0 4 5 1 1
4 3 7 5 2 3 1 0
6 4 3 3 4 2 1 5
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
16 23 16 25 22 20 46 15 687 7,5
17 29 18 19 23 18 52 16 551 6,1 94 12,4 41 6,8 54 9,4 27 5,7 45 6,3 37 8,2 22 5,2
17 28 16 19 19 18 51 16 567 6,3
meldingen mishandeling (per 1.000 inwoners)
meldingen huiselijk geweld (zowel abs. als per 1.000 inwoners)
politie
feitelijke waarde 2005
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
666
2009
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: •
BMC
in de periode 2006 – 2008 is op Bovenkampse schaal sprake van een toename van het aantal (bij de politie gemelde) incidenten van woninginbraak, diefstal uit/vanaf motorvoertuigen en diefstal fiets/scooter); de stijging is telkens in vrijwel alle aandachtsbuurten aan de orde; een door veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
11
•
•
• •
•
•
•
•
•
gesprekspartners geopperde verklaring hiervoor is het na verloop van tijd weer vrijkomen van veelplegers; ook het aantal meldingen van drugshandel neemt toe in de periode 2006 – 2008, vooral in Buurt 3; in deze buurt neemt ook het aantal meldingen van drugsoverlast sterk toe in de periode 2006 – 2008 (zie paragraaf 1.1); in Buurt 17 neemt de perceptie van drugsoverlast (Bovenkampmonitor) relatief sterk toe in 2009 ten opzichte van 2007; dit kan samenhangen met de komst van het nieuwe Opvanghuis in deze buurt en het verzet dat daartegen bstond onder bewoners: mogelijk dat bewoners daardoor extra alert zijn op drugsoverlast; in Buurt 3 en Buurt 11 ervaren bewoners de meeste overlast van dealpanden; opvallend is de omvang van de geregistreerde criminaliteit in Buurt 3: het centrum kent weliswaar meer incidenten per 1.000 inwoners maar Buurt 3 ‘scoort’ daarna (veel) hoger dan de andere aandachtsbuurten; de genoemde stijging op vermogensdelicten is ook nadrukkelijk aan de orde in Buurt 3; met name op de delicten diefstal uit/vanaf motorvoertuigen en diefstal fiets/scooter kent Buurt 3 meer incidenten dan de andere buurten; daarnaast kent Buurt 3 consequent een hoog aantal geweldsincidenten; Buurt 5 heeft wat betreft slachtofferschap vooral te maken met relatief veel woninginbraak (dit blijkt zowel uit de politieregistratie als uit de Bovenkampmonitor); in Buurt 6 valt vooral de stijging van het aantal woninginbraken en van diefstal fiets/scooter op; mogelijke oorzaak: in 2008/2009 is versneld gestart met uithuizing van de flats aan de Bootstraat; drie van de vier flats worden in 2010/2011 gesloopt; hierdoor is sprake van leegstand (een flat staat al helemaal leeg); Buurt 10 scoort op de meeste indicatoren relatief laag (dus gunstig), behalve op het totaal aantal incidenten (dit kan duiden op een relatief hoge meldingsbereidheid) en op het aantal incidenten van mishandeling; Buurt 11 heeft te maken met een forse stijging van het aantal woninginbraken en diefstal fiets/scooter; het slachtofferschap van geweld en bedreiging is in 2009 veruit het hoogste in Buurt 11; Bovenkamp Centrum scoort op de meeste indicatoren het ongunstigst van alle buurten (te verklaren vanuit de centrumfunctie in diverse opzichten) maar trekt vooral de aandacht door de gunstige trend op de meeste indicatoren (met uitzondering van diefstal fiets/scooter); Ten aanzien van Buurt 17 valt de stijging van het aantal incidenten diefstal uit/vanaf motorvoertuigen op; daarnaast stijgt zoals gezegd de perceptie van drugsoverlast in deze buurt in 2009 (mogelijk ten gevolge van de komst van het derde Opvanghuis in deze buurt); op de meeste andere indicatoren doet Buurt 17 het wat beter dan andere aandachtsbuurten; Kwantitatieve prestatieafspraken met het Rijk in het kader van GSB III betreffen o.m.: een geringere afwijking in 2009 van het slachtofferschap van woninginbraak en geweld in de aandachtsbuurten ten opzichte van het Bovenkamps gemiddelde dan in 2003; gemiddeld genomen zijn deze doelstellingen dus gehaald; buurten die echter achterblijven wat betreft woninginbraak zijn vooral Buurt 5 en Buurt 11; wat betreft geweld blijft vooral Buurt 11 achter.
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden: thema 1.1: sociale kwaliteit; thema 1.2: fysieke kwaliteit; thema 1.4: subjectieve veiligheid; thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd & alcohol.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
12
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
thema 1.4: subjectieve veiligheid
Hier gaat het om het ‘algemene veiligheidsgevoel’ van bewoners (hoe vaak voelt men zich onveilig, in hoeverre mijdt men bepaalde plekken in de gemeente e.d.) en daarnaast eventueel om het veiligheidsgevoel van bewoners op bepaalde plekken binnen de gemeente (station, winkelgebied, uitgaansgebied, e.d.).
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 1.4
indicator
bron
gemeente en buurten daarbinnen
onveiligheidsgevoel
Bovenkampmonitor
perceptie dreiging
Bovenkampmonitor
Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
feitelijke waarde 2005 45 45 50 56 54 55 58 61 1,7 2,2 1,8 2,3 2,6 2,1 3,8 2,9
2006
2007
2008
2009
40 52 54 51 45 52 41 43 1,6 2,4 2,2 2,6 2,3 2,4 2,5 2,8
41 54 57 52 43 56 36 40 1,5 2,1 2,4 1,9 2,0 2,9 2,2 1,7
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: •
• •
•
BMC
de positieve ontwikkeling ten aanzien van het onveiligheidsgevoel heeft zich na 2007 niet doorgezet; in 2009 is sprake van een lichte stijging ten opzichte van 2007 van het onveiligheidsgevoel; dit doet zich op buurtniveau voor in Buurt 3, Buurt 5, Buurt 6 en Buurt 11; de doelstelling zoals geformuleerd in de kadernota integrale veiligheid 2005 – 2009 (score plm. gemiddelde van G27) wordt zodoende (waarschijnlijk) niet bereikt; het meest onveilig voelen zich de inwoners van Buurt 5 en Buurt 11;
een van de prestatieafspraken met het Rijk in het kader van GSB III had betrekking op de een maximale (ongunstige) afwijking van de aandachtsbuurten ten opzichte van het Bovenkamps veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
13
gemiddelde wat betreft veiligheidsgevoel; deze doelstelling is gemiddeld genomen gehaald; vooral de buurten Buurt 3, Buurt 5 en Buurt 11 blijven echter achter.
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden: thema 1.1: sociale kwaliteit; thema 1.2: fysieke kwaliteit; thema 1.3: objectieve veiligheid; thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd & alcohol.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
14
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
thema 1.1 t/m 1.4: veiligheidsindex
In de ‘veiligheidsindex’ op de volgende pagina zijn de scores van de 19 buurten van Bovenkamp op zeven kernindicatoren weergegeven, te weten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
algemene kwaliteit van de buurt; drugoverlast en daaraan gerelateerde verschijnselen; geweldpleging; criminaliteit; jeugdoverlast; criminaliteit/slachtofferschap totaal; subjectieve veiligheid.
Een grijze markering duidt op een relatief ongunstige score van betreffende buurt op betreffende indicator, vergeleken met scores van andere buurten en Bovenkamp als geheel én in vergelijking met scores in het verleden; een zwarte markering duidt op een relatief zeer ongunstige score van betreffende buurt op betreffende indicator. De onderliggende gegevens zijn in voorgaande paragrafen gepresenteerd (met uitzondering van de gegevens met betrekking tot jeugd; zie daarvoor hoofdstuk 3 van deze rapportage); de gegevens zijn afkomstig uit de politieregistratie en de Bovenkampmonitor.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
15
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
drugsoverlast en daaraan gerelateerde verschijnselen geweldpleging criminaliteit jeugdoverlast crim. totaal
Onveiligheidsgevoel
Incidenten alle resultaatgebieden
Slachtofferschap totaal
Incidenten vernieling cq. zaakbeschadiging
Incidenten vandalisme/baldadigheid
Slachtofferschap vernieling
Frequentie inzet politie ivm project overlast jeugd
Incidenten overlast jeugd
Perceptie overlast jongeren
Incidenten diefstal van brom-, snor-, fietsen
Slachtofferschap autodelicten
Incidenten diefstal uit/vanaf motorvoertuigen
Slachtofferschap woninginbraak
Incidenten diefstal uit/inbraak in woning
Incidenten moord, doodslag
Slachtofferschap geweld
Incidenten lichamelijke integriteit
Incidenten mishandeling
Incidenten openlijk geweld (persoon)
Incidenten bezit overige wapens
Incidenten bezit vuurwapens
Perceptie dreiging
Perceptie dronken mensen
Perceptie op straat lastig gevallen worden
Incidenten overlast zwerver
Perceptie overlast dealpanden 07
Perceptie overlast straatprostitutie
Perceptie drugsoverlast
Incidenten drugshandel
Incidenten overlast drugs
Incidenten overlast gestoord persoon
Perceptie verloedering
Perceptie buurtoverlast
Incidenten overlast
Burengerucht (relatieproblemen)
Perceptie algemene kwaliteit woonomgeving
buurt algemene kwaliteit van de buurt subj. veilig heid
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
1
Nadere analyse van de indicaties zoals weergegeven in de index, in combinatie met informatie uit documentenstudie en interviews, leidt tot de volgende indeling van de 19 Bovenkampse buurten wat betreft mate van prioriteit uit oogpunt van veiligheid en leefbaarheid. buurt
belangrijkste aantastingen van veiligheid en leefbaarheid
1
‘Buurt 1’
> drugsoverlast > vermogenscriminaliteit/slachtofferschap > jeugdoverlast
2
‘Buurt 2’
-
3
‘Buurt 3’
> > > >
4
‘Buurt 4’
> vermogenscriminaliteit/slachtofferschap > > > > > > >
sociale problematiek/geweldpleging drugsoverlast vermogenscriminaliteit/slachtofferschap jeugdoverlast sociale problematiek/geweldpleging drugsoverlast vermogenscriminaliteit/slachtofferschap jeugdoverlast sociale problematiek/geweldpleging vermogenscriminaliteit/slachtofferschap jeugdoverlast
5
‘Buurt 5’
6
‘Buurt 6’
7
‘Buurt 7’
-
8
‘Buurt 8’
-
9
‘Buurt 9’
10
‘Buurt 10’
11
‘Buurt 11’
12
‘Buurt 12’
> > > > > > > > >
13
‘Buurt 13’
> vermogenscriminaliteit/slachtofferschap
14
‘Buurt 14’
> vermogenscriminaliteit/slachtofferschap
15
‘Buurt 15’
-
16
‘Buurt 16’
-
17
‘Buurt 17’
> drugsoverlast
18
‘Buurt 18’
19
‘Buurt 19’
geweldpleging relatief hoge meldingsbereidheid sociale problematiek/geweldpleging drugsoverlast vermogenscriminaliteit/slachtofferschap jeugdoverlast drugsoverlast geweldpleging vermogenscriminaliteit
categorisering buurten topprioriteit
prioritair
aandachts2 gebieden ?
●
● ● ● ●
● ● ● ● ●
●
Geconstateerd kan worden dat de huidige verscherpte aandacht van de gemeente en partners op Buurt 5 en Buurt 11 aansluit op de feitelijke leefbaarheids- en veiligheidssituatie in deze buurten.
2
Met ‘aandachtsgebieden’ wordt bedoeld: buurten waar in principe weinig ‘interne’ sociale en veiligheidsproblematiek lijkt te zijn is maar zich wel specifieke vormen van slachtofferschap en drugsoverlast voordoen; in deze buurten zou in theorie sprake kunnen zijn van verplaatsingseffect vanuit naastgelegen buurten; daderanalyse kan dit aan het licht brengen. BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
17
Ook de voortzetting van de aanpak c.q. borging van hetgeen bereikt is in Buurt 6 en Bovenkamp Centrum sluit aan op de resultaten van de veiligheidsindex: sprake is van een positieve tendens in deze buurten – uitdaging is die te borgen, te ‘institutionaliseren’. Ten aanzien van Buurt 10 en Buurt 17 voert de gemeente een minder intensieve aanpak dan in Buurt 5 en Buurt 6; dit sluit aan op de resultaten van de veiligheidsindex. Verscherping van de aanpak lijkt wenselijk voor Buurt 3: deze buurt doet het in veel opzichten minder goed dan andere aandachtsbuurten, en dat gedurende een langere periode. De buurt is hier gerangschikt onder ‘topprioriteit’.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
18
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
aanpak - aspect ‘infrastructuur’
‘Infrastructuur’ dat wil zeggen het beleidsmatige, planmatige en organisatorische kader voor de aanpak van wijkveiligheid, de communicatie met bewoners en andere partijen daarover en de intake van meldingen, klachten e.d. Het gaat hier dus bijvoorbeeld om integrale wijkveiligheidsplannen, buurt- en wijkplatforms en melddesks voor bewoners.
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige ‘infrastructuur’ zijn: accent
Beleidskader: Meerjarig Bestuurlijk Programma 2007 – 2010/Integrale Veiligheidsnota 2005 – 2009/Begroting Programma Leefomgeving 2009/ Afdelingsplan OOV 2009 Zwaartepunten binnen het veiligheidsveld ‘veilige woon- en leefomgeving’ zijn: ■ Borgen van gebiedsgerichte en persoonsgerichte aanpak van overlast en onveiligheid (Drugsaanpak in Centrum en buurten, Veiligheidshuis, Interventieteam) ■ Richtinggeving toezicht en handhaving ■ Inzet in aandachtsbuurten, borgen reeds behaalde resultaten in aandachtsbuurten (centrum, Buurt 6)
GSB III-afspraken met het Rijk ■ In 2007 zijn de prestatieafspraken geactualiseerd; het betreft onder meer kwantitatieve doelstellingen ten aanzien van enkele soorten delicten en de subjectieve veiligheid
BMC
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 2, 3, 4 en 5
> veld 3 en 5
wat opvalt
■ De meeste doelstellingen en beleidslijnen zijn geformuleerd in termen van ‘terugdringen’ en ‘aanpakken’ – overwegend repressief; ten tijde van formuleren van deze kaders (Veiligheidshuis, borging Drugsaanpak) was dit opportuun; mogelijk is er nu echter een onbalans tussen algemene preventie enerzijds en persoonsgerichte en gebiedsgerichte aanpak anderzijds; de omvang van drugscriminaliteit en –overlast zijn verminderd en huidige, meer algemene veiligheidsproblemen vragen om een generieke preventieve benadering ■ 3 van de 5 kwantitatieve doelstellingen uit het Integrale Veiligheidsbeleid 2005 – 2009 zijn niet gehaald (het betreft de geformuleerde streefwaarden met betrekking drugscriminaliteit en – overlast, verkeersveiligheid en veiligheidsgevoel) ■ Gemiddeld genomen voor de 7 aandachtsbuurten zijn enkele belangrijke doelstellingen bereikt (slachtofferschap woninginbraak, geweld, veiligheidsgevoel); het beeld per aandachtsbuurt wisselt: enkele buurten vertonen een (veel) grotere dan beoogde (negatieve) afwijking van het Bovenkamps gemiddelde
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
19
Veiligheidshuis district Bovenkamp ■ Voert regie op de uitvoering van de persoonsgerichte aanpak van veelplegers, probleemjongeren en huiselijk geweld ■ Past daarbij mede de Operatie Drugsaanpak-methodiek toe; Veiligheidshuis vormt mede borging van Operatie Drugsaanpak; element zorg is echter verzwaard in Veiligheidshuis ■ In 2009 wordt het Veiligheidshuis verder geborgd, als onderdeel van de organisatieontwikkeling van afdeling OOV
> veld 3 en 5
■ Voert o.m. regie PGA jeugdoverlast; momenteel wordt informatiepositie rond jongeren aangescherpt via gestructureerde informatie-uitwisseling tussen jongerenwerkers en wijkagenten ■ Kracht Veiligheidshuis is borging effectiviteit van de PGA/inzet interventie-instrumenten door gedurige coördinatie en procesbewaking van inzet van diverse betrokken uitvoerende partijen
Interventieteam van de gemeente ■ Het Interventieteam richtte zich in eerste instantie hoofdzakelijk op drugscriminaliteit (gebruikers-/dealpanden); nu is focus verbreed: ook overlast/sociale problematiek (‘probleemhuishoudens’/vervuiling e.d.) ■ Werkt in het kader van de aanpak van drugscriminaliteit onder meer samen met het Drugsteam 1 en het Drugsteam 2, beide van de politie
> veld 5
■ Het Interventieteam opereert nu nog min of meer als aparte ‘unit’; de organisatorische inbedding van het Interventieteam was niet optimaal; verandert door inbedding in het bureau Toezicht en Handhaving BWM van de afdeling OOV
Bureau Handhaving ■ Bovenkamp kent een volwassen, goed geoutilleerd Bureau Handhaving met BOA’s, toezichthouders en toezichthouders vanuit het Leerbedrijf ■ Bureau Handhaving heeft de beschikking over een meldkamer incl. beeldschermen voor het ‘uitkijken’ van camerabeelden (zo’n 75 beveiligingscamera’s); de meldkamer is permanent bemenst ■ De toezichthouders worden zowel in de openbare ruimte (in de buurten, vanuit de buurtteams) als voor gebouwenbewaking en andere projecten ingezet; het bureau voert ook handhavingsacties uit in buurgemeenten ■ De inzet geschiedt in afstemming met o.m. de buurtteams en het Veiligheidshuis ■ Voor toezicht in woonbuurten is een mobiel aanlooppunt beschikbaar ■ Naast het Bureau Handhaving zal ook het milieu- en bouwtoezicht onderdeel
> veld 2, 3, 4 en 5
■ Bureau Handhaving opereert probleem- en oplossingsgericht en onderscheidt zich door bedrijfsmatige focus; dit leidt tot een goede effectiviteit en is bevorderlijk voor de expertiseontwikkeling van het personeel; wel bestaat het risico dat inzet voor stedelijke projecten e.d. ten koste gaat van inzet in de buurten onder regie van de buurtteams; alertheid op de balans dienaangaande is nodig en dient te worden vastgehouden
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
20
gaan uitmaken van OOV Gebiedsgerichte aanpak onveiligheid en overlast in de aandachtsbuurten ■ Buurt 12: voortzetting Drugsaanpak Bovenkamp, focus op drugsoverlast en veiligheid rond het ‘stappen’ (KVU) ■ Buurt 6: 2008: opstart GGA; 2009-2014: voortzetting, inzet op borging van hetgeen bereikt is; onderdelen zijn buurtbemiddeling, …, … PM ■ Buurt 5: focus op veiligheid, leefbaarheid indien daarvoor ruimte ontstaat; accenten zijn: aanpak overlastgevende panden vanuit het Interventieteam, aanpak veelplegers, hard kernjongeren en huiselijk geweld vanuit het Veiligheidshuis, toezicht en handhaving; ■ Buurt 11: uitgewerkt in Plan van Aanpak, uitvoering vanaf 2009; meerjarige aanpak (2008 – 2011); speerpunten huiselijk geweld en jeugdoverlast; aandachtlocatie is Kanarie-plein (jeugdoverlast); onderdelen aanpak zijn: extra toezicht en handhaving jeugdoverlast; aanpak overlastgevende jeugd vanuit Veiligheidshuis (samen met Stichting Pegasus, bureau Handhaving, partners in het JPO); investering en aanpak en aanbod rond gevallen van huiselijk geweld ■ Buurt 10: … (PM) ■ Buurt 3: 2009: voortzetting huidige veiligheidsaanpak; onderdelen zijn: aanpak aandachtslocatie is Bloemstraat (overlastgevende panden en bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit); toezicht openbare ruimte (zie ook Masterplan Buurt 3)
Communicatiefunctie OOV ■ Doel: vergroten veiligheidsgevoel en vertrouwen in de overheid van de Bovenkampenaren (herwinnen vertrouwen); door ‘te zeggen wat we doen en te doen wat we zeggen’ ■ Dit geschiedt op buurtniveau (Buurt 6, Buurt 5), via media-aandacht voor BMC
> veld 3, 4 en 5
■ De inzet op de aandachtsbuurten is probleemgericht en legt wat betreft de problematiek dan ook de juiste accenten (zie ook de Veiligheidsindex hiervoor); wat nog ontbreekt echter is een effectieve onderliggende ‘infrastructuur’ voor de permanente inzet op/bewaking van leefbaarheid en veiligheid in de buurten; hierdoor kan eigenlijk geen ‘gas teruggenomen worden’; borging is problematisch ■ Aanpak per buurt verschilt nu in diverse opzichten; dit is echter niet per se nodig: de meeste buurtproblematiek beweegt zich binnen een vaste bandbreedte en kan vanuit een eenduidige en solide buurtcoördinatie effectief voorkomen dan wel aangepakt worden; voor ‘plusbuurten’ kan dan een meer geïntensiveerde aanpak worden gevolgd (‘kop op de basis’) ■ Met name in de nietaandachtsbuurten zijn de publieke actoren, verzameld in de buurtteams, nu onvoldoende zichtbaar en bereikbaar aanwezig op basis van continuïteit en met het oog op participatie van bewoners (‘inspiratie’ en ‘activeren’ en zodoende het aanwezige sociale vermogen van bewoners benutten)
■
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
21
projecten, nieuwsbrieven/websites, publicaties Buurtteams ■ Alle 19 buurten van Bovenkamp hebben een zgn. buurtteam: een interdisciplinair afstemmings- en samenwerkingsverband met als doelstelling ‘schoon, heel en veilig’; partners zijn gemeente/gemeentelijke diensten, politie, instellingen, corporaties, bewoners/buurtstichtingen ■ In de 7 aandachtsbuurten wordt gewerkt volgens een 13 wekencyclus ■ Voorzitter van het buurtteam is de stadsdeelvoorzitter van de afdeling Beheer en Onderhoud ■ Buurtcontactambtenaren organiseren primair de ‘bewonersstem’, zijn aanspreekpunt daarvoor; daarnaast pakken zij buurtproblemen op die het buurtniveau overstijgen of die anderszins een specifieke aanpak vergen die vanuit het buurtteam niet gerealiseerd kan worden (de zgn. ‘hotspot-benadering’)
> veld 3, 4 en 5
Bovenkampmonitor ■ Tweejaarlijkse meting op gemeente- en buurtniveau van sociale en fysieke kenmerken; onder meer reeks van veiligheids- en leefbaarheidsindicatoren; gebaseerd op bewonersenquête en gegevens uit o.m. de politieregistratie
■ De ‘beelden’ van partijen blijken soms moeilijk met elkaar te combineren (synergie ‘sociaal’ en ‘fysiek’); te denken valt aan verzwaring van het profiel van de trekker van de buurtteams tot een ‘leefbaarheidsregisseur’/ stadsmarinier; ■ Sprake is nu van een lage vergaderfrequentie van de buurtteams in niet-aandachtsbuurten: dit duidt andermaal op ‘probleemgerichtheid’; probleemgerichtheid is echter niet de essentie van buurtaanpak; essentie is continuïteit, alertheid, zichtbaarheid en bereikbaarheid ■ Wat betreft de prioriteit en betrokkenheid bij de uitvoeringspartners: door (stedelijke) afspraken in een ander verband kan de inzet in buurten vanuit/cf. afspraken met de buurtteams soms onder druk komen te staan ■ Uniforme planformats en -cylus ontbreken momenteel; tot enkele jaren geleden was er wel een uniforme systematiek ■ Gegevens worden nu hoofdzakelijk op buurtclusterniveau gerapporteerd (de 19 ‘buurten’); in het kader van veiligheid en leefbaarheid is subbuurtniveau soms echter wenselijk (bijvoorbeeld in het geval van Buurt 6), aangezien de problemen zich in een specifiek gebiedje afspelen
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke versterkingen van de infrastructuur: •
BMC
Doorontwikkeling van de infrastructuur op buurtniveau: uniforme basis in elke buurt; aangevuld met eventuele ‘plus-aanpak’ in probleemaccumulatiegebieden; vast palet van betrokken partijen; formats voor wijkactieplan en planning en control; verheldering van de rol van de buurtcontactambtenaar; borging status en slagkracht van de buurtteams in de beleidsvoering;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
22
•
•
•
•
•
•
•
•
•
BMC
Verzwaring van het preventieve aspect in de aanpak van het veld ‘veilige woon- en leefomgeving’, om te beginnen via ‘kleine’ maar solide en betrouwbare aanwezigheid in alle buurten (ook indien er geen belangrijke veiligheids- en leefbaarheidsproblemen zijn); Zodoende de juiste ‘sfeer’ creëren, speelruimte als het ware, waarbinnen bewoners zich geroepen voelen ‘uit eigen beweging’ te participeren; dus: niet hameren op wat men niet mag of juist moet maar ‘verleiden’ en ‘prikkelen’, ruimte organiseren, verantwoordelijkheid geven (activeren; benutting van het sociaal vermogen); dit veronderstelt inderdaad om te beginnen een rustige, solide aanwezigheid in de buurten, zichtbaar en bereikbaar voor de bewoners; Essentiële principes: o continuïteit en betrouwbaarheid o zichtbaarheid en bereikbaarheid o kansen scheppend in plaats van ‘maatregelen opleggend’ (verleiden, prikkelen) o klein, compact maar solide Nagaan welk profiel de trekker van de buurtteams zou moeten hebben; van belang is een trekker die goed in staat is de sociale en fysieke aspecten en ‘beelden’ van partijen met elkaar te verbinden; Reflectie op rol/positionering van het Veiligheidshuis en het Interventieteam binnen de buurtleefbaarheidsbenadering; voor de hand ligt het dat de interventie-instrumenten mede beschikbaar zijn voor buurtteams en op hun verzoek kunnen worden ingezet door Veiligheidshuis/Interventieteam (vooral in zogenaamde ‘plus-buurten’); naast deze ‘buurtfunctie’ hebben Veiligheidshuis en Interventieteam een stedelijke focus, bewaken en ontwikkelen zij de scherpte van de interventie-instrumenten; regie over de beleidsvoering rond veiligheidsitems ligt bij ‘beleidsdeel’ van OOV; Nuancering van verslaglegging in Bovenkampmonitor voor buurten c.q. buurtclusters waarvoor dat nodig is: zo is het ten aanzien van aandachtsbuurt Buurt 6 bijvoorbeeld wenselijk over gegevens op dit subbuurtniveau (naast het buurtclusterniveau) te kunnen beschikken Verdere borging van Drugsaanpak als interventiemethodiek, in het bijzonder geschikt voor drugsproblematiek; markering en afbakening van Drugsaanpak komen zowel de borging van deze methodiek zelf als de ‘beleidsruimte’ voor algemenere preventieve maatregelen en methodieken rond items die daarom vragen, ten goede; Reflectie op rol/positionering van Bureau Handhaving in buurtleefbaarheidsbenadering; toezicht in openbare ruimte vormt een vast en onmisbaar ingrediënt van de aanpak, zowel in ‘niet prioritaire’ als ‘plusbuurten’; vanwege de onvermijdelijke schaarste kan overwogen worden met een productenboek te werken; daarin staat het aanbod van het bureau zorgvuldig omschreven, inclusief randvoorwaarden, beperkingen en keuzes; aan de hand van een productenboek kunnen interne klanten hun wensen articuleren en daarover controleerbare afspraken maken; Nagaan of de huidige inzet op Buurt 3 in evenwicht is met de aard en omvang van de problematiek in die buurt; de veiligheidsindex (zie hiervoor) liet zien dat deze buurt de huidige prioritaire status zeker verdient; mogelijk dat de aanpak in deze buurt geïntensiveerd dient te worden.
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
23
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
aanpak - aspect ‘investeren in fysieke woonomgeving’
‘Investeren in fysieke kwaliteit’ dat wil zeggen inrichting, beheer en onderhoud van de openbare ruimte, specifiek (1) de aanpak van verloedering zoals zwerfvuil, graffiti en vernielingen en (2) de verbetering van fysieke elementen in de wijk zoals groen, speeltuinen, kwaliteit van verlichting e.d.
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak/onderhoud van de fysieke woonomgeving zijn: accent
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 4
■
Projectgroep Dienstverlening Fysieke Leefomgeving ■ ‘Trekt’ de implementatie van de omgevingsvergunning (WABO)
> veld 4
■
Scholenproject Bovenkamp Schoon ■ OOV verzorgt mede de lessen aan scholieren over milieu en zwerfafval; bewustmaking belang ervan en eigen rol
> veld 3
■
Gebiedsgerichte aanpak aandachtsbuurten ■ Zie hiervoor bij ‘Infrastructuur’
> veld 3 en 5
■ Zie hiervoor bij ‘Infrastructuur’
Sloop in Buurt 11 ■ Woningcorporatie Woongenot sloopt in de komende tijd 700 woningen in Buurt 11; het gebied dient aantrekkelijker te worden gemaakt voor bestaande en nieuwe groepen bewoners; ook vermindert de leegstand (die optreedt als gevolg van krimp)
> veld 4
■
Beleidskader fysieke kwaliteit ■ Beleidsvisie IBOR (2004) ■ Afvalinzamelplan 2004 – 2010 ■ Groenbeleidsplan 2005 - 2015 ■ Nota handhaving bouw- en ruimtelijke regelgeving (2008) ■ Kadernota programmatisch handhaven (2007)
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
wat opvalt
24
Invoering bestuurlijke boete
> veld 4
■
■…
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
•
•
•
BMC
Verloedering van de woonomgeving wordt vooral door bewoners van de aandachtsbuurten gesignaleerd; dit betreft buurten waarin juist relatief veel geïnvesteerd wordt, ook in de fysieke woonomgeving; ook is in deze buurten sprake van relatief veel slachtofferschap van vernieling (in de politieregistratie overigens vooral in Buurt 6); natuurlijk is ook in deze buurten altijd winst te behalen wat betreft de fysieke woonomgeving – al was het maar in het licht van groeiende leegstand e.d. – maar niet uit te sluiten is dat bewoners zich passiever opstellen dan noodzakelijk is; een passieve houding beïnvloedt de perceptie van de buurtkwaliteit in negatieve zin (men oefent dan immers zelf geen invloed uit op die kwaliteit); zo beschouwd is het van belang bewoners actiever te betrekken bij verbetering/beheer van de fysieke woonomgeving; (NB: participatie is hiervoor ook al genoemd als een doorslaggevende kwaliteit van de buurtleefbaarheidsaanpak) Niet uit te sluiten valt dat het overwegend probleemgerichte karakter van de huidige buurtaanpak negatief uitwerkt op de mate van participatie van bewoners; participatie vereist immers een gezamenlijke probleemdefinitie, een onderkend belang – en bij voorkeur geen directieve benadering vanwege een door de ‘directeur’ gedefinieerd probleem; van belang is dus het actief bevragen/consulteren van bewoners; de aanpak in Buurt 6 heeft ook in dat opzicht effect gesorteerd: het slachtofferschap ligt er lager dan je op basis van de meldcijfers zou verwachten (hoge meldingsbereidheid?), en de bereidheid onder bewoners om zelf actief in de leefbaarheid te investeren, is er blijkens de Bovenkampmonitor relatief hoog; In de buurtteams is nu regelmatig sprake van moeilijk met elkaar te verenigen beelden/perspectieven van de professionals; ook in de conceptuele kwaliteit van de aanpak ligt dus een verbetermogelijkheid: wenselijk is borging van de wisselwerking tussen fysieke en sociale kenmerken van de buurt en de beelden dienaangaande van de betrokken actoren; De gemeente beschikt over een hoogwaardige informatiepositie als gevolg van onder meer de meldkamer van Bureau Handhaving; dit is potentieel bevorderlijk voor de effectiviteit (en betrouwbaarheid) van de aanpak van de fysieke woonomgeving; verkend zou kunnen worden waar nog te benutten kansen liggen als het gaan om de verzilvering van voorhanden beleidsinformatie.
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
25
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
aanpak - aspect ‘investeren in sociale kwaliteit’
‘Investeren in sociale kwaliteit‘ dat wil zeggen de inzet op de kwaliteit van sociale netwerken in wijken en buurten en daarnaast meer specifiek de inzet op woonoverlast (problematische huishoudens), overlast van dak- en thuislozen, van alcohol en drugs en van prostitutie
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak met betrekking tot sociale kwaliteit zijn: accent
Gebiedsgerichte aanpak onveiligheid en overlast in de aandachtsbuurten ■ Zie hiervoor bij ‘Infrastructuur’
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 3, 4 en 5
wat opvalt
■ Zie hiervoor bij ‘Infrastructuur’
Buurtteams ■ Alle 19 buurten van Bovenkamp hebben een zgn. buurtteam: een interdisciplinair afstemmings- en samenwerkingsverband met als doelstelling ‘schoon, heel en veilig’; partners zijn gemeente/gemeentelijke diensten, politie, instellingen, corporaties, bewoners/buurtstichtingen ■ Zie ook hiervoor, bij ‘Infrastructuur’
> veld 3, 4 en 5
■ Zie hiervoor bij ‘Infrastructuur’
Stedelijk Manifest Bovenkamp ■ Beleidsplan maatschappelijke opvang 2008 – 2014 ■ Kerndoel: voorkomen en verhelpen dak- en thuisloosheid door het bieden van huisvesting, dagbesteding, inkomen en zorg
> veld 5
■ moet nog gerealiseerd worden; w.s. zal er middels de methode PGA-VH gewerkt gaan worden, dus zelfde systematiek met procesmanagers multiproblem en w.s. ook vanuit het VH.
Opvangvoorzieningen daklozen/verslaafden ■ Dag- en nachtopvang De Schoener; 55 plekken; wordt beveiligd door het Bureau Handhaving ■ 3 Opvanghuizen: totaal ook plm. 55 plekken ■ plus: Pension Mijn Uitzicht, zorgboerderij De Lusthof, voorzieningen Rembrandt Zorggroep op diverse locaties
> veld 5
■ Doorstroming in de maatschappelijke opvang betreft een van de prestatieafspraken i.h.k.v. GSB III
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
26
Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast (2009) ■ Beleidsregels bij het nieuwe artikel 13b Opiumwet: naast horeca kunnen nu ook woningen van waaruit gedeald wordt, gesloten worden door de burgemeester ■ In 2009 zijn 8 sluitingsprocedures op grond van artikel 13b gevoerd, waarvan 6 binnen de basiseenheid Bovenkamp-Noord Veiligheidshuis district Bovenkamp ■ Voert regie op de uitvoering van de persoonsgerichte aanpak van veelplegers, probleemjongeren en huiselijk geweld ■ Past daarbij mede Drugsaanpakmethodiek toe; Veiligheidshuis vormt mede borging van Drugsaanpak; element zorg is echter verzwaard in Veiligheidshuis ■ In 2009 wordt het Veiligheidshuis verder geborgd, als onderdeel van de organisatieontwikkeling van afdeling OOV
> veld 5
■
> veld 3 en 5
Interventieteam van de gemeente ■ Het Interventieteam richtte zich in eerste instantie hoofdzakelijk op drugscriminaliteit (gebruikers-/dealpanden); nu is focus verbreed: ook overlast/sociale problematiek (‘probleemhuishoudens’/vervuiling e.d.) ■ Werkt in het kader van de aanpak van drugscriminaliteit onder meer samen met het Drugsteam 1 en het Drugsteam 2, beide van de politie
> veld 5
■ Voert o.m. regie PGA jeugdoverlast; momenteel wordt informatiepositie rond jongeren aangescherpt via gestructureerde informatie-uitwisseling tussen jongerenwerkers en wijkagenten ■ Kracht Veiligheidshuis is borging effectiviteit van de PGA/inzet interventie-instrumenten door gedurige coördinatie en procesbewaking van inzet van diverse betrokken uitvoerende partijen ■ Het Interventieteam opereert nu nog min of meer als aparte ‘unit’; de organisatorische inbedding van het Interventieteam was niet optimaal; verandert door inbedding in het bureau Toezicht en Handhaving BWM van de afdeling OOV
‘Drugsteam 1 en 2’ van de politie ■ Betreft teams van 5 politiemensen (tevens bikers) die zich expliciet op drugsoverlast richten; werkt samen met Interventieteam, Bureau Handhaving, DNO, de Opvanghuizen en VH van de gemeente ■ Focus ligt op Buurt 12
> veld 5
■
Cameratoezicht ■ Bovenkamp beschikt in totaal over zo’n 75 bewakingscamera’s; de camera’s zijn geïnstalleerd in het centrum, bij dag- en nachtopvang De Schoener en in de stadsdelen 1 en 2 ■ Evaluatie cameratoezicht centrum (2008):
> veld 2, 3 en 5
■ Camera’s effectief voor veiligheidsgevoel en aanpak overlast verslaafden tijdens en na Drugsaanpak; nu de drugsoverlast vrijwel is verholpen hebben de camera’s in het centrum vooral betekenis i.v.m. veilig uitgaan en bij
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
27
evenementen
toegenomen veiligheidsgevoel geen afname slachtofferschap criminaliteit, geweld en verbale agressie wel daling in bij politie gemelde incidenten afname overlast drugsverslaafden in uitgaansgebied dragen camera’s bij aan vroegsignalering van geweld ■ Evaluatie cameratoezicht De Schoener (2008): toegenomen veiligheidsgevoel afname slachtofferschap criminaliteit, geweld en verbale agressie geen daling in bij politie gemelde incidenten/misdrijven (met name geweldpleging); betreft echter cameraeffect:er wordt meer gesignaleerd; afname overlast drugsverslaafden ■ Evaluatie cameratoezicht in de stadsdelen 1 en 2 (2008): toegenomen veiligheidsgevoel criminaliteit niet significant gedaald afname overlast drugsverslaafden
Corporaties: uitzettingen en selectie aan de poort ■ Corporatie Woongenot rapporteert zo’n 60 uitzettingen per jaar ■ Criteria bij de toelating van nieuwe huurders bij deze corporatie zijn: inkomen woonverleden (overlast? betalingsgedrag?) financiële huishouding/schulden (daartoe wordt informatie ingewonnen bij NIBUD)
> veld 5
■
Invoering Bestuurlijke boete ■…
> veld 4
■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
BMC
Reflectie op de rol van interventie-instrumenten (Veiligheidshuis, Interventieteam, Drugsteam 1) bij aanpak ‘sociale kwaliteit’; mogelijke denklijn is (zie ook hiervoor bij ‘Infrastructuur’): een goed functionerende buurtleefbaarheidsaanpak kenmerkt zich door een uniforme ‘basis’ in alle buurten, veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
28
•
•
•
•
BMC
aangevuld met inzet interventie-instrumenten waar nodig; dergelijke maatwerkinzet in de buurten vereist effectieve coördinatie; het buurtteam zou daarin de centrale schakel moeten zijn knooppunt waar integraal geoordeeld en doorvertaald wordt; versterking van deze coördinatie is onderdeel van de doorontwikkeling van de buurtleefbaarheidsaanpak; Voor daadwerkelijke vergroting van bewonersparticipatie, voor effectieve activering van bewoners onder de Bovenkampse omstandigheden (zie ook hiervoor bij thema 1.1: sociale kwaliteit), is allround buurtregie, met kennis van de wisselwerking tussen sociale en fysieke aspecten, van groot belang; deze observatie sluit aan bij hiervoor genoemde verbetermogelijkheden van de buurtleefbaarheidsaanpak: kennis van sociale blokkades, zorgbehoefte en (toch!) aanwezig sociaal vermogen bij bewoners (‘van overlevingsmodus naar participatie’) dient gecombineerd te kunnen worden met observaties ten aanzien van feitelijke aantastingen van veiligheid en de passende aanpak daarvan; dergelijke buurtregie vraagt om stevige leefbaarheidsregisseurs; Belangrijke aspecten daarbij zijn voorspelbaarheid en eenduidigheid, ook wat betreft de communicatie en samenwerking met de veiligheidspartners (politie, zorginstellingen, welzijnsorganisaties, woningcorporaties): voor hen mag over de identiteit en statuur van de buurtregisseur geen twijfel bestaan; Voor de aanpak van drugsoverlast en –criminaliteit blijft de Drugsaanpakmethodiek van belang; de inzet van interventie-instrumenten ligt bij Veiligheidshuis (PGA veelplegers en/of notoire overlastveroorzakers) en Interventieteam (daderkant/criminele organisaties, BIBOB); regie over de beleidsvoering ligt bij ‘beleidsdeel’ OOV; ‘doorgaan met elan’, onder meer door de integraliteit van de aanpak te blijven bewaken en waar nodig en mogelijk te versterken; Wenselijk is duidelijke afbakening van de methodiek Drugsaanpak; dit is zowel voor de borging en doorontwikkeling van de methodiek zelf van belang als voor de ‘beleidsruimte’ voor algemenere preventieve maatregelen en methodieken (zie ook hiervoor bij ‘Infrastructuur’)
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
29
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
aanpak - aspect ‘betrekken bewoners bij veiligheid & leefbaarheid’
‘Betrekken bewoners bij veiligheid en leefbaarheid’, via bijvoorbeeld wijk- en buurtpanels, buurtschouwen, gezamenlijke onderhoudsprojecten, SMS-alert, Burgernet
Accenten huidige aanpak Accenten in de aanpak met betrekking tot bewonersparticipatie zijn: accent
Buurtstichtingen ■ Streven is om in alle 19 buurten een wijk/buurtraad/platform op te richten
Buurtteams ■ Alle 19 buurten van Bovenkamp hebben een zgn. buurtteam: een interdisciplinair afstemmings- en samenwerkingsverband met als doelstelling ‘schoon, heel en veilig’; partners zijn gemeente/gemeentelijke diensten, politie, instellingen, corporaties, bewoners/buurtstichtingen ■ Zie ook hiervoor, bij ‘Infrastructuur’
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 3, 4 en 5
> veld 3, 4 en 5
wat opvalt
■ De continuïteit en de kwaliteit van buurtstichtingen laten momenteel nog te wensen over; niet elke buurt beschikt over een wijk-/buurtraad/platform.
■ Uniforme planformats en -cylus ontbreken momenteel; tot enkele jaren geleden was er wel een uniforme systematiek ■ Zie ook hiervoor, bij ‘Infrastructuur’
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
•
BMC
zoals al aangegeven is participatie van bewoners cruciaal voor de borging van de veiligheid en leefbaarheid in de Bovenkampse buurten: de bewoners zelf zijn de meest invloedrijke actor; wenselijk is reflectie op effectieve benaderingswijzen; de aanpak kan mogelijk versterkt worden door bewoners zelf richting te laten geven aan de wijze van participatie: niet opleggen, instrueren maar daadwerkelijk betrekken en mederegisseur maken; voorwaarde daarvoor is een ‘rustige sfeer’: een zichtbare en bereikbare, stabiele buurtinfrastructuur waarop de bewoner kan vertrouwen en die het speelveld uitzet; een dergelijke buurtinfrastructuur is vooral preventief, in zekere zin ‘aanbodgericht’ van karakter, in plaats van probleemgericht en daardoor per definitie tijdelijk (zie ook hiervoor en hierna); veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
30
•
•
•
BMC
te overwegen instrumenten zijn het beschikbaar stellen van buurtbudgetten, werven van buurt- of straatcoaches, experimenten met toezicht door bewoners in de openbare ruimte; NB: deze instrumenten kunnen pas effectief zijn indien de onderliggende infrastructuur is gerealiseerd (dus eerst ‘de eigen zaakjes regelen’); voor de reflectie op/ontwikkeling van effectieve benaderingswijzen dient gebruik gemaakt te worden van de binnen OOV voorhanden communicatie-expertise en –ervaring; ook de kennis en ervaring opgedaan met de aanpak in Buurt 6 zijn natuurlijk relevant en dienen benut te worden; zie ook de hiervoor reeds gemaakte opmerkingen t.a.v. bewonersactivering en –participatie;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
31
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
aanpak - aspect ‘toezicht en handhaving’ (openbare ruimte/sociale veiligheid)
‘Toezicht en handhaving’. Hierbij gaat het primair om toezicht en handhaving in woongebied en gericht op woonoverlast, jeugdoverlast en kleine overtredingen zoals verkeerd parkeren en het verkeerd aanbieden van huisvuil (APV en Wet Mulder)
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak met betrekking tot toezicht en handhaving zijn: accent
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 4
■
Invoering Bestuurlijke boete ■…
> veld 4
■
Bureau Handhaving ■ Bovenkamp kent een volwassen, goed geoutilleerd Bureau Handhaving met BOA’s, toezichthouders en toezichthouders vanuit het Leerbedrijf ■ Bureau Handhaving heeft de beschikking over een meldkamer incl. beeldschermen voor het ‘uitkijken’ van camerabeelden (zo’n 75 beveiligingscamera’s); de meldkamer is permanent bemenst ■ De toezichthouders worden zowel in de openbare ruimte (in de buurten, vanuit de buurtteams) als voor gebouwenbewaking en andere projecten ingezet; het bureau voert ook handhavingsacties uit in buurgemeenten ■ De inzet geschiedt in afstemming met o.m. de buurtteams en het Veiligheidshuis ■ Voor toezicht in woonbuurten is een mobiel aanlooppunt beschikbaar
> veld 2, 3, 4 en 5
■ Bureau Handhaving opereert in hoge mate probleem- en oplossingsgericht en onderscheidt zich door bedrijfsmatige focus; dit leidt tot een goede effectiviteit en is bevorderlijk voor de expertiseontwikkeling van het personeel; wel bestaat het risico dat inzet voor stedelijke projecten e.d. ten koste gaat van inzet in de buurten onder regie van de buurtteams; alertheid op de balans dienaangaande is nodig en dient te worden vastgehouden
Cameratoezicht ■ Bovenkamp beschikt in totaal over zo’n 75 bewakingscamera’s; de camera’s zijn geïnstalleerd
> veld 2, 3 en 5
■ Camera’s effectief voor veiligheidsgevoel en aanpak overlast verslaafden tijdens
Projectgroep Dienstverlening Fysieke Leefomgeving ■ ‘Trekt’ de implementatie van de omgevingsvergunning (WABO)
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
wat opvalt
32
in het centrum, bij dag- en nachtopvang De Schoener en in de stadsdelen 1 en 2 ■ De inzet van dit instrument stamt uit de tijd van Operatie Drugsaanpak ■ Evaluatie cameratoezicht centrum (2008): toegenomen veiligheidsgevoel geen afname slachtofferschap criminaliteit, geweld en verbale agressie wel daling in bij politie gemelde incidenten afname overlast drugsverslaafden niet of nauwelijks afname jongerenoverlast Conclusie: camera’s niet effectief voor preventie van verbale agressie (komt het meeste voor) en van geweldpleging in uitgaansgebied (waar veelal alcohol/drugs in het spel is); in uitgaansgebied dragen camera’s dus vooral bij aan signalering van fysiek geweld ■ Evaluatie cameratoezicht De Schoener (2008): toegenomen veiligheidsgevoel afname slachtofferschap criminaliteit, geweld en verbale agressie geen daling in bij politie gemelde incidenten/misdrijven (met name geweldpleging); betreft echter camera-effect:er wordt meer gesignaleerd; afname overlast drugsverslaafden ■ Evaluatie cameratoezicht stadsdelen 1 en 2 (2008): toegenomen veiligheidsgevoel criminaliteit niet significant gedaald afname overlast drugsverslaafden niet of nauwelijks afname jongerenoverlast Ondersteuning buurgemeenten ■ Handhavingsacties van het Bureau Handhaving in omliggende dorpen; dit geschiedt vanuit de rol van Bovenkamp als centrum van de regio
en na Drugsaanpak; nu de drugsoverlast vrijwel is verholpen hebben de camera’s in het centrum vooral betekenis i.v.m. het veilig stappen
■
Wijkagenten/gebiedsgebonden politiezorg ■ De twee politiebasiseenheden binnen de gemeente beschikken in totaal over 21 wijkagenten; hierdoor zijn een goede informatiepositie en wisselwerking met de 19 buurten/buurtbewoners mogelijk
> veld 3, 4 en 5
■
Bikepatrol van de politie ■…
> veld 2, 3 en 5
■
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
33
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen rond dit aspect: •
•
•
•
BMC
Bovenkamp beschikt over een volwassen en goed geoutilleerd Bureau Handhaving; volwaardige benutting daarvan is natuurlijk meer dan wenselijk; in het licht van de hier beschreven verbetermogelijkheden wat betreft de buurtleefbaarheidsaanpak past reflectie op de positionering en werkwijze van het Bureau Handhaving; aandachtspunten daarbij zijn de relatie tot de stedelijke diensten en de buurtteams, i.h.b. de wijze waarop afspraken met deze interne klanten het beste gemaakt en bewaakt kunnen worden; de borging van de toezichtstaak in stedelijke en buurtplannen; de prioritering van typen toezichtstaken en –projecten; de wenselijke uitvoeringswijze van overeengekomen toezichtstaken (gemotoriseerd, ‘anoniem’ of ‘kennen en gekend worden’, gebiedsgericht versus projecten en taakgericht, etc.); Te overwegen valt voor het komen tot afspraken met de interne klanten gebruik te maken van een zgn. productenboek; in een productenboek staat het aanbod van het bureau zorgvuldig omschreven, inclusief randvoorwaarden, beperkingen en keuzes; aan de hand van een productenboek kunnen de interne klanten hun wensen articuleren en daarover controleerbare afspraken maken; De camera’s in het centrum hebben nu nog vooral betekenis voor vroegsignalering van geweld rond het uitgaan/’veilig stappen’; tegen die achtergrond is reflectie wenselijk op de benodigde intensiteit van de gebruikmaking/inschakeling van de camera’s (bijv. alleen op avond/uitgaansuren en bij evenementen?) Bovenkamp beschikt naast de toezichthouders en bewakingscamera’s ook nog over 21 wijkagenten – een niet te onderschatten toezichtspotentieel; voor een optimale benutting van/synergie tussen deze instrumenten is zicht op de wisselwerking nodig; te overwegen valt een daarop gerichte analyse uit te voeren; op basis van de uitkomsten daarvan kunnen stappen gezet worden in de verdere optimalisering van de toepassingsvorm en –omvang van de respectievelijke instrumenten (zoals bijvoorbeeld de procedures/protocollen rond de bewakingscamera’s);
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
34
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
aanpak - aspect ‘aanpak specifieke criminaliteitsfenomenen’
‘Aanpak van specifieke criminaliteitsfenomenen’ ofwel de specifieke en gerichte inzet op afzonderlijke criminaliteitsproblemen, in aanvulling op integrale wijkaanpak. Deze aanpak van bepaalde vormen van criminaliteit heeft vaak op het niveau van de gemeente plaats en betreft dan een min of meer ‘vaste’, op zichzelf staande aanpak , al dan niet projectmatig van aard. Voorbeelden zijn een stedelijke aanpak van woninginbraak of van huiselijk geweld.
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak van specifieke criminaliteitsfenomenen zijn: accent
Veiligheidshuis district Bovenkamp ■ Voert regie op de uitvoering van de persoonsgerichte aanpak van veelplegers, probleemjongeren en huiselijk geweld ■ Past daarbij mede de Operatie Drugsaanpakmethodiek toe; Veiligheidshuis vormt mede borging van Operatie Drugsaanpak; element zorg is echter verzwaard in Veiligheidshuis ■ In 2009 wordt het Veiligheidshuis verder geborgd, als onderdeel van de organisatieontwikkeling van afdeling OOV
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 3n en 5
wat opvalt
■ Voert o.m. regie PGA jeugdoverlast; momenteel wordt informatiepositie rond jongeren aangescherpt via gestructureerde informatie-uitwisseling tussen jongerenwerkers en wijkagenten ■ Kracht Veiligheidshuis is borging effectiviteit van de PGA/inzet interventieinstrumenten door gedurige coördinatie en procesbewaking van inzet van diverse betrokken uitvoerende partijen
Interventieteam van de gemeente ■ Het Interventieteam richtte zich in eerste instantie hoofdzakelijk op drugscriminaliteit (gebruikers-/dealpanden); nu is focus verbreed: ook overlast/sociale problematiek (‘probleemhuishoudens’/vervuiling e.d.) ■ Werkt in het kader van de aanpak van drugscriminaliteit onder meer samen met het Drugsteam 1 en het Drugsteam 2, beide van de politie
> veld 5
■ Het Interventieteam opereert nu nog min of meer als aparte ‘unit’; de organisatorische inbedding van het Interventieteam was niet optimaal; verandert door inbedding in het bureau Toezicht en Handhaving BWM van de afdeling OOV
‘Drugsteam 1 en 2’ van de politie ■ Betreft teams van 5 politiemensen (tevens bikers) die zich expliciet op drugsoverlast richten; werkt samen met Interventieteam, Bureau Handhaving, DNO, OPVANGhuizen en VH van de gemeente
> veld 5
■
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
35
■ Focus ligt op Buurt 12 Cameratoezicht ■ Bovenkamp beschikt in totaal over zo’n 75 bewakingscamera’s; de camera’s zijn geïnstalleerd in het centrum, bij dag- en nachtopvang De Schoner en in de stadsdelen 1 en 2 ■ Evaluatie cameratoezicht centrum (2008): toegenomen veiligheidsgevoel geen afname slachtofferschap criminaliteit, geweld en verbale agressie wel daling in bij politie gemelde incidenten afname overlast drugsverslaafden in uitgaansgebied dragen camera’s bij aan vroegsignalering van geweld ■ Evaluatie cameratoezicht De Schoener (2008): toegenomen veiligheidsgevoel afname slachtofferschap criminaliteit, geweld en verbale agressie geen daling in bij politie gemelde incidenten/misdrijven (met name geweldpleging); betreft echter cameraeffect:er wordt meer gesignaleerd; afname overlast drugsverslaafden ■ Evaluatie cameratoezicht stadsdelen 1 en 2: toegenomen veiligheidsgevoel criminaliteit niet significant gedaald afname overlast drugsverslaafden Softdrugsbeleid (2002/2004) ■ Er worden twee coffeeshops gedoogd; zijn verspreid over de stad
> veld 2, 3 en 5
■ Camera’s effectief voor veiligheidsgevoel en aanpak overlast verslaafden tijdens en na Drugsaanpak; nu de drugsoverlast vrijwel is verholpen hebben de camera’s in het centrum vooral betekenis i.v.m. het veilig stappen
> veld 3 en 5
■
Softdrugsbeleid artikel 13b Opiumwet ■ Beleidsregels bij het nieuwe artikel 13b van de opiumwet: naast horeca kunnen nu ook woningen van waaruit gedeald worden formeel op grond van de Opiumwet gesloten worden door de burgemeester (is in 2009 al plm. 10 maal toegepast, met name in BUURT 10/BUURT 11)
> veld 5
■
Politiekeurmerk Veilig Wonen ■ Is in 2008 overgegaan van politie naar gemeente; borging in gemeente nu suboptimaal
> veld 5
■ Aantal woninginbraken is toegenomen in periode 2006 – 2008; verdere borging PKVW lijkt wenselijk
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
36
Aanpak huiselijk geweld Beleidskader: ■ Nota Aanpak Huiselijk geweld 2007/2010 ■ Convenant aanpak huiselijk geweld (2004) ■ Convenant Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling (2009) Maatregelen/interventies: ■ Steunpunt Huiselijk Geweld ■ Aanpak vanuit Veiligheidshuis * dader hulpverlening ■ vrouwenopvang incl. doorstroomhuizen ■ Implementatie Tijdelijk huisverbod; sinds 1-1-2009 9 maal opgelegd en 6 maal verlengd; ■ Extra inzet op voorkoming recidive huiselijk geweld ■ Alarmsysteem ‘Aware’; persoonlijk alarmsysteem voor vrouwen die bijvoorbeeld gestalkt worden; wordt waarschijnlijk nog in 2009 uitgerold
■ Ten aanzien van het tijdelijk huisverbod: de verwerking van het Risicotaxatieformulier door de politie kost relatief veel tijd; hierdoor lijken soms ’kansen gemist te worden’ door afzien van de procedure door tijdnood; daarnaast zijn er verbeterpunten in de logistieke ‘sfeer’ (zoals beheer en overdracht huissleutels e.d.)
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
•
•
BMC
Borging van buurtteam nieuwe stijl als schakelpunt tussen het preventieve repertoire enerzijds en het repressieve en interventierepertoire anderzijds; de beschreven verbetermogelijkheden wat betreft de buurtleefbaarheidsaanpak (i.h.b. de versterking van de buurtinfrastructuur) adresseren voornamelijk preventieve kwaliteiten, echter mede als basis voor effectieve repressie (door de verbeterde informatiepositie en borging van de integraliteit op buurtniveau): de beoogde buurtinfrastructuur vormt het schakelpunt met het repressieve en interventierepertoire, zoals gevoerd door onder meer het Veiligheidshuis, het Interventieteam en het Drugsteam 1 van de politie; het buurtteam kan instrumenten ‘invliegen’ zodra nodig; Productenboek voor interventie-instrumenten Veiligheidshuis en Interventieteam; te overwegen valt niet alleen voor Bureau Handhaving een productenboek te ontwikkelen (waar buurtteams gebruik van kunnen maken) maar ook voor andere instrumenten die door de bureaus binnen OOV instrumenten toegepast worden (PGA Veiligheidshuis, Interventieteaminterventies, jeugdoverlastinterventies, etc.); daarmee wordt het productgerichte, instrumentele karakter versterkt; Nagaan of interventie-instrumenten die het Veiligheidshuis en Interventieteam voeren, een voldoende scherp en passend profiel hebben wat betreft doelgroepen, functie, criteria en wijze van regie over de inzet; te beantwoorden vragen daarbij zijn: a. Voor welke (aspecten van) veiligheidsproblemen is het instrument bedoeld? b. Voor welke (aspecten van) veiligheidsproblemen wordt het feitelijk gebruikt? veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
37
c. d. e. f.
•
•
•
BMC
Hoe verhouden a en b zich tot elkaar? Welke andere instrumenten zijn er voor betreffende veiligheidsproblemen? Welke wisselwerking/synergie/overlap met deze instrumenten is er? Wat volgt hieruit voor de passende (optimale) focus voor het instrument? Welke randvoorwaarden zijn nodig? ‘Doorgaan met elan!’: voor de aanpak van drugsoverlast en –criminaliteit blijft de Drugsaanpakmethodiek van belang; de inzet van de interventie-instrumenten ligt bij Veiligheidshuis (PGA veelplegers) en Interventieteam (daderkant/criminele organisaties, BIBOB); regie over de beleidsvoering ligt bij ‘beleidsdeel’ OOV; ‘doorgaan met elan’, onder meer door de integraliteit van de aanpak te blijven bewaken en waar nodig en mogelijk te versterken; Daderanalyse van in de criminaliteitscijfers zichtbare verschuivingen tussen en accenten binnen buurten; zodoende eventuele verplaatsingseffecten op het spoor komen; de uitkomsten benutten voor aanscherping preventie en repressie; PKVW: verkennen op welke wijze de borging van het Politiekeurmerk Veilig Wonen verder geborgd kan worden in de gemeentelijke organisatie, zowel voor bestaande als voor nieuwe situaties; eventueel consultatie van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), landelijk kenniscentrum voor veiligheidsinstrumenten van ministeries en VNG, in dat kader;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
38
Tussenstand: mogelijke prioriteiten veilige woon- en leefomgeving Mogelijke beleidsprioriteiten voor de op te stellen kadernota op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en huidige aanpak binnen het veld ‘veilige woon- en leefomgeving’, zijn:
Veilige en leefbare buurten Essentie van dit item is de realisatie van een uniforme, robuuste werkwijze/systematiek voor ‘decentrale’ uitvoeringscoördinatie rond veiligheid en leefbaarheid. Het schaalniveau daarbij is de buurt. Wenselijk is een gecontroleerde doorontwikkeling van de huidige infrastructuur, in het bijzonder wat betreft de inbedding en werkwijze van de buurtteams, de planning en controlcyclus (wijkactieplannen), de inbedding en borging in beleid van de stedelijke diensten, de borging van bijdragen van gemeentelijke diensten binnen de buurtteams, de benutting van voorhanden interventieinstrumenten e.d., het profiel en de statuur van de trekkers van de buurtteams, de inzet op bewonersparticipatie. Belangrijke uitgangspunten voor de beoogde buurtinfrastructuur zijn: • continuïteit en betrouwbaarheid • uniformiteit wat betreft de basiskenmerken en -aanwezigheid • zichtbaarheid en bereikbaarheid voor bewoners • focus op preventie, repressie waar nodig (‘plus-aanpak’) • kansen scheppend in plaats van ‘maatregelen opleggend’ (bewoners verleiden, prikkelen) • klein, compact maar solide Een buurtinfrastructuur die daaraan beantwoordt, geeft bewoners vertrouwen, biedt speelruimte voor bewoners om participatie een eigen invulling te geven, heeft een preventieve werking op criminaliteit en overlast (kennen en gekend worden, minder ‘gelegenheid’) en is in staat tot vroegsignalering van ernstiger problematiek. Ook schept een dergelijke infrastructuur de voorwaarden voor borging van de resultaten van verrichte interventies: de basis staat er dan immers, de tijdelijke intensivering kan afgezwakt worden en neerdalen in/meegenomen worden in de ‘gewone’ buurtleefbaarheidsaanpak. Die basisaanpak is uniform in alle buurten, ook in buurten waar weinig ‘aan de hand’ lijkt te zijn: essentie is immers niet probleemgerichtheid/interventie maar zichtbare en bereikbare aanwezigheid, vertrouwen scheppen, een speelveld gestalte geven dat bewoners tot meespelen verleidt/prikkelt. Naast/via: het bewaken en beheren van de buurtkwaliteit, vroegsignalering, schakelpunt zijn met het repressieve repertoire. Voor buurten waar ernstiger problematiek speelt, kan een ‘plus-aanpak’ worden gevolgd. Dat betreft dan een ‘kop’ op de basis, die onveranderd blijft. De beoogde buurtaanpak is interdisciplinair van aard: sociale en fysieke kenmerken en instrumenten vallen erbinnen. Gegeven de bijzondere omstandigheden in Bovenkamp stelt dit behoorlijke eisen aan de trekkers van de buurtteams. Het profiel en de statuur daarvan vormen belangrijke aandachtspunten.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
39
Belangrijk aandachtspunt betreft de bejegeningswijze van bewoners: participatie is cruciaal voor het succes, op korte maar zeker op de langere termijn. Uitdaging is de juiste ‘sfeer’, speelruimte te creëren, waarbinnen bewoners zich geroepen voelen ‘uit eigen beweging’ te participeren. Verleiden en prikkelen dus. Dit veronderstelt om te beginnen de beoogde rustige, solide aanwezigheid in de buurten, zichtbaar en bereikbaar voor de bewoners. Ten slotte is slimme planning van de acties/overleggen van de buurteams nodig: veel professionals participeren immers in meerdere buurtteams aangezien ze stadsdeelbreed werken; deze planning kan dan ook het beste geregisseerd worden op het niveau van de stadsdelen. Belangrijke dwarsverbanden zijn er met: • veiligheidsveld 3: Jeugd en Veiligheid/Veilig opgroeien
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
40
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
thema 2.1: winkelcentra
In winkelgebied kunnen zich verschillende vormen van onveiligheid voordoen. Het gaat bijvoorbeeld om winkeldiefstal en zakkenrollerij maar ook om jongerenoverlast, vernielingen, fietsen en bromfietsen in voetgangersgebied en de mate van brandveiligheid van de gebouwen. Daarnaast kunnen zwerfvuil en andere tekenen van verloedering tot subjectieve onveiligheid leiden.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 2.1
indicator
gemeente, winkelgebieden en stadsdelen
bron
meldingen winkeldiefstal
politie (incidentcode 2.5.2)
meldingen inbraak winkel
politie (incidentcode 2.5.1/A22)
meldingen vandalisme/ baldadigheid
politie (incidentcode 2.2.1/C50) politie (incidentcode 2.7.1/E35) politie (incidentcode 2.7.1/E41) politie (incidentcode 2.1.1/E38)
meldingen overlast jeugd meldingen overlast zwervers meldingen drugsoverlast
meldingen overlast overspannen/gestoord persoon perceptie onderhoud winkelgebied (% respondenten dat een positief oordeel geeft) onveiligheidsgevoel in winkelgebied (% respondenten dat zich er soms of vaak onveilig voelt)
BMC
Bovenkamp Buurt 12 Woonboulevard A Stadsdeel 1 Stadsdeel 2 Stadsdeel 3 Stadsdeel 4 Bovenkamp Buurt 12 Woonboulevard A Stadsdeel 1 Stadsdeel 2 Stadsdeel 3 Stadsdeel 4 Buurt 12 Woonboulevard A Buurt 12 Woonboulevard A Buurt 12 Woonboulevard A Buurt 12 Woonboulevard A
politie (incidentcode 2.7.1/E33) Bovenkampmonitor
Buurt 12 Woonboulevard A
Bovenkampmonitor
Bovenkamp Stadsregio
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
302 208 6 35 14 242 11 18 1 0 10 2 3 3 38
258 174 7 30 10 205 13 33 11 2 5 2 24 2 53
384 285 8 34 27 319 4 35 15 3 9 0 20 6 58
0 24
2 31
0 43
1 27
3 29
4 31
1 208
1 122
0 132
1 128
5 126
3 131
1
3
3
2009
Bovenkamp Stadsregio
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
41
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: •
• •
Sprake is van een sterke toename van het aantal winkeldiefstallen; deze stijging doet zich hoofdzakelijk (en vanzelfsprekend) voor in Buurt 12; in het centrumgebied is ook sprake van een relatief sterke toename van het aantal inbraken in winkels in de periode 2006 – 2008; Ook het aantal incidenten drugs- en jeugdoverlast, baldadigheid e.d. toeneemt in het centrumgebied; In meerdere opzichten is dus sprake van een verslechtering van de veiligheidssituatie in het centrumgebied
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden: veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving; de andere thema’s binnen veiligheidsveld 2 thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd en alcohol; thema 4.2: brandveiligheid.
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn: accent
Centrummanagement ■ Deelnemers: wethouder, centrummanager, ondernemers, sinds kort ook de politie; gaat zich wellicht met het KVO Centrumgebied/Binnenstad bezighouden ■ OOV participeert in de werkgroepen ROV/IBV KVO-W winkelcentra en woonboulevard ■ Het traject winkelcentraa heeft in de eerste ‘ster’ geresulteerd ■ Partners in de trajecten zijn gemeente, politie, brandweer, ondernemers, HBD ■ In de winkelcentra heeft toezicht plaats door particuliere toezichthouders
BMC
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 1, 3, 4 en 5
■
> veld 3 en 4
■
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
wat opvalt
42
Voornemen KVO-W voor centrum ■ Centrummmanagement en partners overwegen een KVO-W voor het hele centrumgebied; in 2009 vindt nadere exploratie plaats; gemeente en politie participeren hierin
> veld 1, 3 en 4
■
Particuliere beveiliging in winkelgebied centrum ■ Enkele winkeliers in het centrumgebied huren gezamenlijk particulier beveiliging in; deze houden primair toezicht in betreffende winkelpanden en daarnaast in openbare ruimte tussen deze panden (‘ogen en oren’ en heterdaad)
> veld 1, 3 en 4
■
Bureau Handhaving ■ Zie hiervoor bij Veilige woon- en leefomgeving/Toezicht en handhaving
> veld 1, 3, 4 en 5
■ Zie hiervoor bij Veilige woonen leefomgeving/Toezicht en handhaving
Integrale Centrumvisie (2008) ■ Vormt kader voor economische en culturele impulsen in centrumgebied
> veld 1, 3, 4 en 5
■ Actualisering?
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
•
•
BMC
Verkenning of een KVO-W voor het gehele centrumgebied haalbaar is; de nu gerealiseerde of in ontwikkeling zijnde KVO’s zouden anders enclaves van veiligheid kunnen worden; een grootschaliger aanpak biedt meer synergiemogelijkheden; omvattender aanpak lijkt ook nodig gezien toename enkele soorten delicten in centrumgebied (o.m. overlast en winkeldiefstal) Verkennen of een ‘integraal centrumkeurmerk’ (KVO-Binnenstad) wenselijk en haalbaar is voor Bovenkamp: de veiligheidseffecten van de diverse voorzieningen in het centrumgebied lopen in elkaar over ; een integrale benadering biedt mogelijk extra ‘schaalvoordeel’; Verkennen welke toezichtsmodaliteiten nu operationeel zijn in het Centrum (publiek en privaat toezicht, camera’s), welke wisselwerking daartussen is en welke synergie-/efficiencywinst er te behalen valt door deze wisselwerking op onderdelen bij te sturen;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
43
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
thema 2.2: bedrijventerreinen
Onveiligheid op bedrijventerreinen kent zowel sociale als fysieke aspecten: bedrijfsinbraak, diefstal en vernieling aan de ene kant en aan de andere kant inrichting en onderhoud van de terreinen, verkeersveiligheid en tevens brandveiligheid (NB: ‘externe veiligheid’ ofwel veiligheid rond inrichtingen waarin gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt, is onderdeel van veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid).
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 2.2
indicator
gemeente, winkel/bedrijvengebieden en stadsdelen
bron
meldingen inbraken/diefstal uit bedrijven en instellingen
politie (incidentcode cat. 2.5.1 totaal)
meldingen inbraak/diefstal uit bedrijven en kantoren
politie (incidentcode 2.5.1/A23, A32, B32)
feitelijke waarde
Bovenkamp Buurt 12 Bedrijventerrein A Woonboulevard A Bedrijventerrein B Stadsdeel 1 Stadsdeel 2 Stadsdeel 3 Stadsdeel 4 Bovenkamp Buurt 12 Bedrijventerrein A Woonboulevard A Bedrijventerrein B Stadsdeel 1 Stadsdeel 2 Stadsdeel 3 Stadsdeel 4
2005
2006
2007
2008
630 85 56 34 19 217 85 281 47 433 69 56 33 19 171 65 166 31
662 133 34 19 41 145 77 377 63 423 110 34 13 41 87 57 226 53
464 69 16 17 21 118 45 258 43 275 46 16 10 21 75 36 131 33
2009
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: •
Afname bedrijfsinbraken op bedrijventerreinen
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden: veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving; de andere thema’s binnen veiligheidsveld 2 thema 4.1: verkeersveiligheid; thema 4.2: brandveiligheid; thema 4.3: externe veiligheid; thema 4.4: voorbereiding op rampenbestrijding.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
44
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn: accent
Cameratoezicht bedrijventerrein Bovenkamp Noord
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 1 en 5
wat opvalt
■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
BMC
Verkennen wenselijkheid en draagvlaak voor KVO-Bedrijventerreinen; eventueel consultatie van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), landelijk kenniscentrum voor veiligheidsinstrumenten van ministeries en VNG, in dat kader;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
45
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
thema 2.3: uitgaan/horeca
Uitgaansvoorzieningen hebben enerzijds een positief effect op de veiligheid: de sfeer in de gemeente verbetert er immers door. Maar er kunnen zich ook specifieke veiligheidsproblemen juist rond uitgaansvoorzieningen voordoen, zoals geweldpleging, overlast en vernielingen (eventueel vernielingen rond de zgn. (s)looproutes).
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 2.3
indicator
gemeente, centrum en stadsdelen/Stadsregio
bron
meldingen geluidsoverlast horeca
politie (incidentcode 2.2.2)
meldingen openlijk geweld tegen personen
politie (incidentcode 1.4.3)
perceptie overlast van bezoekers horeca (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt) onveiligheidsgevoel in uitgaansgebied (% respondenten dat zich er soms of vaak onveilig voelt)
Bovenkampmonitor
Bovenkampmonitor
Bovenkamp Buurt 12 Stadsdeel 1 Stadsdeel 2 Stadsdeel 3 Stadsdeel 4 Bovenkamp Buurt 12 Stadsdeel 1 Stadsdeel 2 Stadsdeel 3 Stadsdeel 4 Bovenkamp Buurt 12 Stadsregio
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
56 19 16 4 27 9 66 13 11 10 36 9
48 18 10 6 28 4 49 20 8 6 30 5
20 7 2 7 11 0 58 21 12 9 31 6
2009
Bovenkamp Buurt 12 Stadsregio
Conclusie problematiek Op basis van bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: •
•
BMC
Uitgaansoverlast en –geweld zijn wat betreft aard en omvang redelijk stabiel in Buurt 12/Bovenkamp Centrum; wel toename van het aantal gevallen van openlijk geweld; stijging echter met name in Stadsdeel 1; Cameratoezicht heeft nauwelijks preventief effect op geweldsincidenten waarin alcohol en/of druggebruik in het spel is maar stelt politie en partners wel in staat tot vroegsignalering;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
46
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden: veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving; thema 2.1: winkelcentra; thema 2..2: bedrijventerreinen; thema 2.4: evenementen en toerisme; thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd, alcohol en drugs; veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn: accent
Horecaconvenant/actielijst (2007) ■ Partners zijn gemeente, politie, KHN, stichting Uitgaansplein en bewonersorganisaties; convenant en actielijst zijn gebaseerd op de eerder uitgevoerde quickscan (2003); beoogd wordt herhaling van de quickscan in 2009 ■ Actielijst wordt als statisch ervaren; zou een echte ‘afwerklijst‘ moeten worden Portiers: hebben in het algemeen redelijk tot goed zicht op wat er zich afspeelt op straat
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 1, 3, 4 en 5
wat opvalt
■
Portiersoverleg ■ Heeft goed gefunctioneerd, tot 2007 ■ Daarna min of meer ‘verdampt’ door gebrek aan borging
■
Project Openbare orde Politie ■ Naar aanleiding van incident januari 2008: bejegeningsafspraken t.a.v. incidenten in uitgaansgebied ■ Door bewakingscamera’s zicht op alle incidenten; politie reageerde tot op dat moment tamelijk direct, met onderbenutting soms van alternatieven ■ Nu eerst analyse van incident door supervisor en OO-brigadier
■ Gaandeweg ontwikkeling van benutting van camerabeelden; nu: sophisticated benutting; camera’s waren niet (uitsluitend) voor uitgaansgeweld bedoeld maar vervullen nu belangrijke rol in dat kader
Bureau Handhaving ■ Zie hiervoor bij Veilige woon- en leefomgeving/Toezicht en handhaving BMC
> veld 1, 3, 4 en 5
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
■ Toezichthouders niet operationeel na 21.30 uur
47
Centrummanagement ■ Deelnemers: wethouder, centrummanager, ondernemers, sinds kort ook de politie; gaat zich wellicht met het KVO Centrumgebied/Binnenstad bezighouden ■ OOV participeert in de werkgroepen ROV/IBV
> veld 1, 3, 4 en 5
Overdracht vergunningverlening naar afdeling Publiekszaken ■ Per medio 2009 voert afdeling Publiekszaken de vergunningverlening uit ■ OOV adviseert over vergunningen/BIBOB (backoffice) Cameratoezicht ■ Is effectief voorn vroegsignalering van uitgaansgeweld/-incidenten ■ Niet effectief voor voorkoming van geweld waar alcohol/druggebruik in het spel is
■
■
> veld 1, 3 en 5
■ Gaandeweg ontwikkeling van benutting van camerabeelden; nu: sophisticated benutting; camera’s waren niet (uitsluitend) voor uitgaansgeweld bedoeld maar vervullen nu belangrijke riol in dat kader
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
• •
•
•
BMC
Doorontwikkeling van systematiek KVU/Horecaconvenant plus checklist: is nu tamelijk statisch, en lijkt weinig statuur te hebben; dit komt innovatie van maatregelen en de regie op nakoming van afspraken niet ten goede; Herinvoering portiersoverleg Verkennen of, en zo ja: hoe de procedures rond het cameratoezicht nader toegesneden kunnen worden op toepassing op uitgaansavonden: de meerwaarde in het kader van ‘veilig stappen’stappen is nu evident; Nagaan welke toezichtsmodaliteiten (incl. cameratoezicht) er momenteel in gebruik zijn, welke nog niet en welke innovaties (inzet nieuwe toezichtsvormen, verbetering wisselwerking) er mogelijk zijn vanuit de perspectieven: borging veiligheid efficiency reële taakverdeling publiek/privaat Verkennen of een ‘integraal centrumkeurmerk’ (KVO-Binnenstad) wenselijk en haalbaar is voor Bovenkamp: de veiligheidseffecten van de diverse voorzieningen in het centrumgebied lopen in elkaar over ; een integrale benadering biedt mogelijk extra ‘schaalvoordeel’; veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
48
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
thema 2.4: evenementen en toerisme
Evenementen, zeker de grootschalige, kunnen behoorlijke veiligheidsrisico’s opleveren. Het is aan de organisator voorwaarden voor de veiligheid te realiseren, en aan de gemeenten om de juiste voorwaarden te stellen en die te handhaven. De risico’s betreffen met name geweldpleging, overlast, vernieling en brandgevaar.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 2.4
indicator
gemeente, centrum en stadsdelen/Stadsregio
bron
meldingen geluidsoverlast evenementen
politie (incidentcode 2.6.3/E324)
perceptie overlast evenementen (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt) onveiligheidsgevoel bij evenementen in de eigen gemeente (% respondenten dat zich er soms of vaak onveilig voelt)
Bovenkampmonitor
Bovenkampmonitor
Bovenkamp Buurt 12 Stadsdeel 1 Stadsdeel 2 Stadsdeel 3 Stadsdeel 4 Bovenkamp Buurt 12 Stadsregio
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
2 1 1 0 1 0
9 2 4 1 4 0
4 2 0 0 4 0
2009
Bovenkamp Buurt 12 Stadsregio
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: • •
Het aantal incidenten rond evenementen is beperkt en vertoont geen significante ontwikkeling; Verbetering is mogelijk wat betreft proactie en preparatie: de vormgeving van de procedures is soms niet in overstemming met geformuleerde kwaliteitscriteria (bijvoorbeeld wat betreft doorlooptijden/tijdigheid); ook worden voorhanden instrumenten voor de borging en toetsing van het veiligheidsaspect (zoals het Veiligheidsboek Evenementen) niet optimaal benut;
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden: veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving; BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
49
thema 2.1: winkelcentra; thema 2.2: bedrijventerreinen; thema 2.3: uitgaan/horeca thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd en alcohol; veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn: accent
Beleidskader ■ Horeca- en evenementenstructuurvisie (2003) ■ Nota evenementenbeleid Bovenkamp (2008)
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 1, 3, 4 en 5
Veiligheidsboek Evenementen ■ Bevat richtlijnen voor vergunningvoorwaarden en preparatie voor veiligheid rond evenementen
wat opvalt
■
■ Beperkte benutting
Bureau Handhaving ■ Inzet toezichthouders voor de veiligheid rond evenementen ■ Zie hiervoor bij Veilige woon- en leefomgeving/Toezicht en handhaving
> veld 1, 3, 4 en 5
■ Zie hiervoor bij Veilige woonen leefomgeving/Toezicht en handhaving
Integrale handhaving ■ Controles van horeca/nachthoreca en evenementen vinden integraal plaats, met deelname van (milieu)politie, brandweer en Bureau Toezicht en handhaving BWM
> veld 1, 3, 4 en 5
■
Stichting Bovenkamp City Promotions ■…
> veld 1, 3, 4 en 5
■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
50
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
• • •
• •
BMC
Verdere borging van de veiligheid rond evenementen via blijvende alertheid daarop in de beleidsvoering, intensivering van de benutting van voorhanden instrumenten in dit kader (zoals het Veiligheidsboek Evenementen) en intensivering van de afstemming tussen evenementenbureau en afdeling OOV; Consequente handhaving van algemene regels ten aanzien van vergunningen e.d. (zoals tijdige vergunningaanvraag); Consequente handhaving vergunningvoorwaarden ten aanzien van afzonderlijke evenementen; Oriëntatie op de effectiviteit van en mogelijke verbeterpunten in de regionale afstemming rond grootschalige evenementen, onder meer vanuit het perspectief van beschikbaarheid van de operationele diensten (regionale evenementenkalender?); Nagaan of de lusten en lasten (zowel preventief als repressief) van de evenementen voor diverse partijen (organisator en de gemeente) met elkaar in balans zijn; Nagaan welke accenten in het leisureprofiel van de gemeente mogelijk versterkt kunnen worden of geherdefinieerd dienen in het bredere perspectief van: borging van Drugsaanpak in de buurten: essentieel voor duurzame veiligheid en leefbaarheid van Bovenkamp is zoals gezegd participatie van de bewoners; de positieve impulsen van evenementen hebben in de optimale situatie ook effect op bewonersparticipatie; nagegaan zou kunnen worden of de evenementenagenda nader toegesneden kan worden op participatie-effecten (evenementen die meer aansluiten op bewonersvoorkeuren? agenda mede (of meer) ‘intern-gericht’ laten zijn?).
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
51
Tussenstand: mogelijke prioriteiten bedrijvigheid en veiligheid Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘bedrijvigheid en veiligheid’, kan gedacht worden aan de volgende prioriteiten:
Veilig winkelen, uitgaan en toerisme Bovenkamp kent een rijk aanbod van winkel- en horecavoorzieningen. Ook vinden er jaarlijks heel wat evenementen plaats. Deze voorzieningen brengen de stad profijt - maar houden ook veiligheidsrisico’s in. Die kunnen bijvoorbeeld gelegen zijn in overlast en geweld rond uitgaan en evenementen, brandveiligheid van horeca- en winkelpanden, slachtofferschap van bijvoorbeeld diefstal en beroving en van vernielingen. Door de concentratie van de voorzieningen in het centrum van Bovenkamp lopen deze veiligheidseffecten tenminste deels in elkaar over. Om deze reden zou een ‘integraal’ KVOBinnenstad kunnen worden overwogen. Hiermee zijn elders goede ervaringen opgedaan. Een dergelijke integrale benadering biedt voor langere termijn een basis voor synergie van de inspanningen voor de veiligheid rond de diverse voorzieningen, ook wat betreft de evenwichtige input daarvoor van publieke en private partijen. Gezien het belang dat de gemeente hecht aan het leisureprofiel, valt er veel te zeggen voor een dergelijk integraal kader. In elk geval is het van belang de samenwerking tussen publieke en private partijen over de veiligheid rond de afzonderlijke voorzieningen, van passende impulsen te blijven voorzien. Dit kan wat betreft het winkelgebied een KVO-W voor de hele binnenstad betekenen, wat betreft het uitgaan onder meer een dynamischer alternatief voor het huidige convenant en de actielijst; voor de veiligheid rond evenementen betere benutting van voorhanden veiligheidsinstrumenten. Uit oogpunt van borging van de veiligheid en leefbaarheid voor geheel Bovenkampis verkenning van de mogelijkheden voor dusdanige aanscherping van de evenementenagenda dat die mede een optimaal participatie-effect van bewoners heeft (borging Drugsaanpak in de buurten), wenselijk.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
52
veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid
thema 3.1: jeugdoverlast en -criminaliteit
Dit thema heeft enerzijds betrekking op de overlast van groepen jongeren. De groepen jongeren veroorzaken geluidsoverlast, kunnen intimiderend aanwezig zijn, laten zwerfvuil achter en plegen eventueel vernielingen en andere vormen van kleine criminaliteit plegen. Soms plegen ze ook zwaardere vormen van criminaliteit – het betreft dan zogenaamde ‘criminele jeugdgroepen’. Anderzijds gaat het ook om de individuele probleemjongeren. Het gaat daarbij vooral om de jongeren met meerdere antecedenten – eventueel zgn. ‘veelplegers’ – die in diverse opzichten de maatschappelijke aansluiting hebben verloren. Ze vormen de harde kern van jeugdgroepen en plegen verschillende vormen van criminaliteit.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 3.1
indicator
gemeente en buurten daarbinnen
bron
meldingen overlast jeugd (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.7.1/E35)
aantal aanvaardbare jeugdgroepen aantal hinderlijke jeugdgroepen aantal overlastgevende jeugdgroepen aantal criminele jeugdgroepen incidenten jeugdige verdachten 0-18 jaar incidenten jeugdige verdachten 18-25 jaar meldingen ‘project overlast jeugd’
meldingen vernieling/ zaakbeschadiging
BMC
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
11
11
11
politie
Bovenkamp Stadsregio Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp
13 11 29 9 10 5 10 1
9 12 14 8 17 7 7 1
20 9 14 6 17 9 8 0
politie
Bovenkamp
15
16
15
politie
Bovenkamp
2
4
3
politie
Bovenkamp
0
1
1
politie
Bovenkamp
493
536
politie
Bovenkamp
1.376
1.454
politie (incidentcode 3.9.2/R104)
Bovenkamp Stadsregio Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Stadsregio Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12
631
584
1045
85 10 89 47 23 7 4 20
72 22 112 29 55 2 3 23
211 49 218 36 111 9 29 21
26 18 26 28 19 44
30 18 28 31 19 55
27 18 26 23 20 59
politie (incidentcode 2.2.1)
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
2009
53
verwijzingen HALT
BMC
Bureau Halt
Buurt 17 Bovenkamp Stadsregio
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
25 173
21 216
19 157
54
vervolg tabel 3.1
indicator
bron
gemeente en buurten daarbinnen
perceptie overlast groepen jongeren (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
slachtofferschap vernielingen (% bewoners dat slachtoffer is geweest)
Bovenkampmonitor
onveiligheidsgevoel overdag onveiligheidsgevoel ‘s avonds slachtofferschap criminaliteit daderschap criminaliteit
Bovenkampmonitor
Bovenkamp Stadsregio Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Stadsregio Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Stadsregio Bovenkamp Stadsregio Bovenkamp Stadsregio Bovenkamp Stadsregio
Bovenkampmonitor Bovenkampmonitor Bovenkampmonitor
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
2009
23
18
17
27 30 38 16 36 21 36 18
24 20 30 21 23 14 23 16
11 31 21 15 37 15 16 11
29 23 23 19 16 13 26 24
18 22 19 17 14 12 16 24
18 27 21 16 14 9 16 22
45
45
42
35
31
31
31
28
26
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: •
•
• •
BMC
De door bewoners ervaren overlast van jongeren/jongerengroepen daalde in de periode 20052007 vrij sterk (percentage bewoners dat vaak overlast ervaart daalde van 23 naar 18); in 2009 is sprake van een kleine daling (van 18% naar 17%) ten opzichte van 2007;het aantal bij de politie gemelde incidenten van overlast blijft gelijk in de periode 2006 – 2008; De ‘ervaren’ overlast van jongeren steeg in 2009 met name in de buurten Buurt 5 en Buurt 11; deze buurten kennen in 2009 de hoogste ervaren overlast; een sterke daling deed zich voor in Buurt 6, Buurt 3 en Buurt 17; Het aantal meldingen van vernieling is afgenomen in dezelfde periode; ook het slachtofferschap van vernieling (enquêtegegevens) daalde sterk in 2009; Deze patronen lijken erop te wijzen dat intensieve gebiedsgerichte aanpak zoals (onder meer) gevolgd in Buurt 6, vruchten afwerpt als het gaat om overlast van groepen jongeren; in buurten waar intensieve gebiedsgerichte aanpak voor 2009 en daarna op stapel staat (Buurt 11, Buurt 5), zien we de grootste stijging optreden;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
55
•
Aan de andere kant neemt het aantal incidenten met minderjarige verdachten toe in de periode 2006-2007; ook stijgt het aantal ‘overlastgevende’ jeugdgroepen in die periode en was er in 2007 en 2008 sprake van een ‘criminele’ jeugdgroep (in de inventarisatie van april 2009 komt deze niet meer voor); dit betreft resp. categorie 3 en 4 binnen de categorisering van Beke (2000); NB: categorie 3-groepen - de ‘overlastgevende’ – plegen stelselmatig vernielingen en andere vormen van criminaliteit, kennen een interne hiërarchie en hebben beperkte binding met de omgeving; het betreft veelal gemakkelijk beïnvloedbare jongeren die experimenteren met drugs en alcohol en tot de ‘vroegtijdige schoolverlaters’ behoren; op basis van de cijfers lijkt te kunnen worden gesteld dat de groep ‘echte’ risicojongeren klein is maar langzaam wat is gegroeid, terwijl het verschijnsel ‘gewone hangjeugd’ stabiel wat betreft omvang is of zelfs kleiner wordt;
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden: veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid veiligheidsveld 3/thema 3.2: Alcohol en drugs/thema 3.3: Veilig in en om de school veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid/5.2: georganiseerde criminaliteit
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn: accent
Jeugdpreventie Overleg (JPO) ■ Stedelijk coördinatieoverleg voor vroegsignalering en vroeginterventie problematische jongeren; aanzien van overlastgevende jongeren ■ Is onderdeel van de jeugdaanpak binnen het Veiligheidshuis ■ Vergadert 1x in 6 weken ■ JPO-coordinator brengt ook groepen in beeld en risicovolle migratie tussen groepen Veiligheidshuis district Bovenkamp ■ Voert regie op de uitvoering van de persoonsgerichte aanpak van veelplegers, probleemjongeren en huiselijk geweld ■ Past daarbij mede Drugsaanpakmethodiek toe; Veiligheidshuis vormt mede borging van Drugsaanpak; element zorg is echter verzwaard in Veiligheidshuis ■ In 2009 wordt het Veiligheidshuis verder geborgd, als onderdeel van de organisatieontwikkeling van afdeling OOV
BMC
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 1
> veld 1 en 5
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
wat opvalt
■
■ Voert o.m. regie PGA jeugdoverlast; momenteel wordt informatiepositie rond jongeren aangescherpt via gestructureerde informatie-uitwisseling tussen jongerenwerkers en wijkagenten ■ Kracht Veiligheidshuis is borging effectiviteit van de PGA/inzet interventieinstrumenten door gedurige coördinatie en procesbewaking van inzet van diverse betrokken uitvoerende partijen 56
Inventarisatie problematiek en aanpak jeugdoverlast ■ Eerste helft 2009: brede inventarisatie vanuit OOV
> veld 1
OOV-Beleidskader (Jaarplan OOV) ■ Een van de centrale doelstellingen: regievoering aanpak jeugdoverlast
> veld 1
Jeugdagenten/jeugdteam ■ De politiebasiseenheden binnen de gemeente beschikken over speciale jeugdagenten; deze zijn aanspreekpunt en samenwerkingspartner voor gemeente en andere partijen op het item jeugd
> veld 1
Visienota preventief jongerenwerk Stichting Pegasus (2008) ■ Bevat visie Welzijn op het preventieve jongerenwerk; betrof trendbreuk: tot dat moment: vooral gericht op ‘randgroepjongeren’ (kleine accommodaties/straathoekwerk etc.); jeugdoverlast tot dat moment wel onder regie van Welzijn; vanaf 2008: doelgroep is alle 0-23jarigen; kerngroep is nog wel de 10 tot 18jarigen; ■ Deze verbreding van de focus gaat wel ten koste van de ‘randgroepjongeren’; op verzoek van de bestuurlijk portefeuillehouder heeft Stichting Pegasus haar koers destijds verlegd: Stichting Pegasus dient sterke partner in de keten te zijn, geen regisseur meer; ■ Drie accenten in het jongerenwerk: 1. accommodatiegebonden aanbod 2. ambulant jongerenwerk 3. individuele coaching JOP-overleg (tot begin 2008) ■ Is destijds afgeschaft, gelijktijdig met overdracht dossier ‘overlast’ naar OOV
> veld 1
■ Nieuwe focus op gehele jeugd en activiteitenaanbod past bij overdracht dossier ‘overlast’ naar OOV ■ Voor hang- en honkgedrag is geen ruimte meer gereserveerd
> veld 1
■ JOP-overleg wordt nu node gemist door diverse partijen; betreft eerste zeef, globale uitwisseling van info over
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
■ Opvallende uitkomst is te kort aan beleidsvisie en regievoering t.a.v. jeugdoverlast; wel veel bereidheid om samen te werken; sturing dient versterkt ■ Deze regievoering op jeugdoverlast is nog niet ingebed in bredere visie op jeugd (kadernota integraal jeugdbeleid); dit kan de effectiviteit van de aanpak verminderen, aangezien aanpak overlast tal van dwarsverbanden heeft met algemeen preventief jongerenwerk (dat wel door welzijn wordt uitgevoerd) – inzet op jeugd lijkt in ‘spagaat’ terecht te zijn gekomen ■
57
overlastgevende jongeren/groepen (nog geen ‘namen en rugnummers’) Traject verbetering informatiepositie jeugdoverlast (vanaf april 2009) ■ Werkafspraak tussen Stichting Pegasus, Veiligheidshuis en politie om via tweewekelijks overleg wijkagent/jongerenwerker op buurtniveau informatie uit te wisselen over overlastgevende jeugd; voorzitter van het JPO screent wekelijks op relevante gevallen en brengt die op de agenda van het JPO ■ Draagvlak voor deze werkwijze bij jongerenwerk/Stichting Pegasus was in eerste instantie beperkt; wordt nu wel gedragen
> veld 1
■ Criteria voor wel of niet gegevens uitwisselen/vastleggen zijn nog niet uitgekristalliseerd
Buurtnetwerken ■ Afstemmingsmethodiek op buurtniveau gericht op kinderen tot 12 jaar
> veld 1
■
Kadernota integraal jeugdbeleid ■ Wordt nu gerealiseerd
■
Meldpunt Bureau Handhaving
■
Zorgadviesteams VO
■
Centrum voor Jeugd en Gezin
> veld 1
■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: • •
•
BMC
Ontwikkeling beleidsvisie en methodiek ten aanzien van aanpak jeugdoverlast; op basis daarvan versterking regievoering; Koppeling regievoering jeugdoverlast aan integrale regie (beleidsvoering) ten aanzien van jeugd: de regie op de jeugdoverlast ligt bij OOV, de integrale beleidsvoering bij Welzijn; door het (nog) ontbreken van een omvattende visie ontbreekt zicht op de synergie van preventieve maatregelen aan de ene kant en interventies door OOV/Veiligheidshuis aan de andere kant; aangezien bij de aanpak van/zorg voor probleemjeugd integraliteit essentieel is, is koppeling van de perspectieven en maatregelen vanuit de diverse schakels alleszins wenselijk; daartoe is een gedegen integraal jeugdbeleid, met daarin dus ook aandacht voor jeugd en veiligheidsonderwerpen, onmisbaar; Reflectie op het begrip ‘integraliteit’: integraliteit heeft in dit verband meerdere betekenissen, zoals: integrale aanpak jeugdgroepen (repressief optreden in combinatie met een passend preventief aanbod), integrale trajecten voor individuele probleemjongeren, integrale aandacht voor veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
58
•
•
•
•
BMC
de ontwikkelstadia van jeugd en jeugdgroepen; wat betreft deze laatste invalshoek: jeugd veroorzaakt al snel overlast, is hangjeugd, leidt tot onveiligheidsgevoel en meldingen bij de politie; in het algemeen is dit weinig zorgwekkend; zorgwekkend wordt het vanaf de Beke 3-categorie: stelselmatige overlast en criminaliteit, eigen organisatie, beperkt beïnvloedbaar door omgeving; kunst is te voorkomen dat groepen in dit derde of zelfs het vierde (criminele stadium) terechtkomen; dit vereist dus structurele aandacht voor de type 1 en 2 groepen; Reflectie op passende bejegening van type 1 en 2-groepen (‘aanvaardbare’ en ‘hinderlijke’): deze groepen zijn (nog) niet crimineel maar willen zich best manifesteren; ze zoeken ook contact met hun omgeving; cruciale vraag: hoe deze groepen zodanig te volgen en ermee te communiceren dat gemeente en partners de vinger aan de pols kunnen houden én de groepen zich niet naar stadium 3 doorontwikkelen? In veel gemeenten bestaan hiervoor varianten op het JOP-overleg; ook Bovenkamp kende dit, tot een kleine 2 jaar geleden; gesprekspartners geven aan er veel voor te voelen dit weer in te stellen; een mogelijkheid zou zijn dit op buurtniveau te doen, als ‘gewoon onderdeel’ van (enkele actoren binnen) het buurtteam; mogelijk dat de recentelijk ingestelde tweewekelijkse afstemming tussen ambulant jongerenwerker en wijkagenten hiervoor een geschikt podium vormt; te overwegen valt de ‘integrale buurtvisie’ daar voortaan in vertegenwoordigd te laten zijn door deelname van de buurtcontactambtenaar; (een vraag die daarbij dan ook speelt, luidt: hoe informatie-intensief dient een dergelijk overleg te zijn, bijvoorbeeld uit oogpunt van het risico van criminaliseren van jeugd en het behoud van vertrouwen bij betreffende groepen?) Benutting van de dwarsverbanden met bredere buurtleefbaarheidsaanpak (zie ook hiervoor in hoofdstuk 1): een goed functionerende buurtinfrastructuur heeft mede een preventief potentieel, zeker voor type 1- en 2-groepen; dit effect lijkt zich in Buurt 6 te hebben voorgedaan, en zou in Buurt 5 en Buurt 11 ook kunnen gaan optreden; een mogelijkheid is, zoals al aangeduid, dat JOPoverleg (in welke vorm ook) regulier onderdeel vormt van de eveneens reguliere buurtteaminzet op het item jeugd; Reflectie op de relatie van de aanpak door OOV/Veiligheidshuis van type 3 en 4-groepen (‘overlastgevende’ en ‘criminele’) met de bredere aanpak/beleidsvoering rond jeugd en specifiek de bejegening van type 1- en 2-groepen; dit is echter een vanzelfsprekend aandachtspunt in de huidige integrale beleidsontwikkeling rond jeugd; Alertheid op centraal stellen van de maatschappelijke behoefte bij ontwikkeling van beleid, organisatie, werkwijze: dit sluit aan op bovengenoemde aandachtspunten (i.h.b.: welke aanpak vergen de type 1- en 2- resp. type 3- en 4-groepen) maar is toch van belang om separaat als aandachtspunt te noemen; vanuit een scherp beeld van de maatschappelijke behoefte kan achtereenvolgens worden bepaald welk type inzet/instrumenten nodig is, welke partijen die het beste kunnen leveren, hoe de regievoering het beste geborgd kan worden en welke randvoorwaarden daarvoor nodig zijn;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
59
veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid
thema 3.2: alcohol en drugs
Verschijnselen die binnen dit thema vallen zijn onder meer de zgn. zuipketen (soms ook caravans), hinderlijk gebruik van alcohol in de openbare ruimte en dito gebruik van drugs (dit laatste leidt soms tot een zgn. blowverbod, te regelen via de APV).
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 3.2
indicator
alcoholgebruik (soft)drugsgebruik
gemeente en buurten daarbinnen
bron
Bovenkampmonitor Bovenkampmonitor
feitelijke waarde
Bovenkamp Bovenkamp
2005
2006
54
2007 49 12
2008
2009 44 13
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn: accent
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 1 en 2
■
KVU/Convenant Veilig Stappen ■ Heeft onder meer betrekking op schenkregels voor de horeca
> veld 2
■
Softdrugsbeleid/gedoogbeleid ■ Er worden twee coffeeshops gedoogd
> veld 1 en 5
■
Integrale Veiligheidsarrangementen BO/VO ■ Zie hierna bij Veilig in en om de school Jeugdgezondheidsbeleid/ Jeugdgezondheidszorg
> veld 1 en 4
■
> veld 1
■
Toezicht op verkoop alcohol aan minderjarigen ■ Door wijziging DHW is gemeente per 2011verantwoordelijk voor toezicht (en dus niet meer de VWA)
wat opvalt
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
60
Op basis van de accenten in problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
•
•
•
• •
BMC
Inbedding van de aanpak in integraal jeugdbeleid en meer specifiek de aanpak van jeugdoverlast, jeugdgezondheidszorg en het Centrum voor Jeugd en Gezin; in vervolg daarop: bewaken en eventueel verbeteren van de borging van de aanpak in de gemeentelijke organisatie Reflectie op de dwarsverbanden met de aanpak/beleidsvoering rond Veilig Stappen (KVU/Horecaconvenant); aandachtspunten daarbij zijn onder meer de naleving door ondernemers van gemaakte afspraken over schenkgedrag, voorlichting over alcohol en druggebruik Reflectie op de dwarsverbanden met de voortzetting van de Drugsaanpakmethodiek in verband met de aanpak van drugscriminaliteit en -overlast, in combinatie met de dwarsverbanden met de bredere buurtleefbaarheidsaanpak (zie ook hoofdstuk 1); gesprekspartners constateren ‘verjonging’ van drugsrunners; een robuuste buurtinfrastructuur kan ook in dit verband een belangrijke preventieve maar ook signalerende meerwaarde hebben (en als schakelpunt voor repressieve en persoonsgerichte interventies functioneren); Nagaan in welke opzichten intensivering van de voorlichting over alcohol en druggebruik op instellingen BO en VO wenselijk is, eventueel als onderdeel van de verdere uitrol van schoolveiligheidsplannen Evaluatie Softdrugsbeleid Algemeen geldt dat beleidsfocus voor dit item in de Bovenkampse situatie opportuun is: een relatief grote groep bewoners geldt als sociaal kwetsbaar, en van alcohol- en druggerelateerde problematiek is bekend dat er een oorzakelijk verband met ‘gebruiken’ binnen het gezin kan zijn;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
61
veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid
thema 3.3: veilig in en om de school
Jeugd kan dader zijn en slachtoffer van onveiligheid – thuis, in de buurt, bij het stappen maar ook op school. Mogelijke veiligheidsproblemen op en rond scholen zijn pesten, geweldpleging, diefstal, overlast (voor omwonenden), vernielingen en verkeersonveiligheid.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 3.3
indicator
gemeente en stadsdelen
bron
feitelijke waarde 2005
incidenten op scholen
incidentregistratiesysteem
slachtofferschap criminaliteit (soft)drugsgebruik
Bovenkampmonitor
Bovenkamp Stadsdeel 1 Stadsdeel 2 Stadsdeel 3 Stadsdeel 4 Bovenkamp
Bovenkampmonitor
Bovenkamp
alcoholgebruik gokken
Bovenkampmonitor Bovenkampmonitor
Bovenkamp Bovenkamp
sociale ondersteuning welbevinden thuissituatie wordt zelf regelmatig gepest pest zelf regelmatig
Bovenkampmonitor Bovenkampmonitor
Bovenkamp Bovenkamp
Bovenkampmonitor
Bovenkamp
Bovenkampmonitor
spijbelen
Bovenkampmonitor
2006
35
2007
2008
2009
31
31
12
13
54 7
49 8
44 5
8,5
8,5
8,6 77%
3%
5%
Bovenkamp
4%
4%
Bovenkamp
7%
7%
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn: accent
Handboek Veilig in en om de school (2007) ■ Is stramien voor de afzonderlijke integrale veiligheidsarrangementen; gesubsidieerd met GSB-middelen Integrale Veiligheidsarrangementen ■ Doelstelling MBP 2007: 8 integrale BMC
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 1, 4 en 5
■
> veld 1, 4 en 5
■
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
wat opvalt
62
veiligheidsarrangementen in 2009 ■ Aspecten: sociale weerbaarheid, verkeersveiligheid, pesten/cyberpesten, voorkoming overlast, alcohol en drugs, loverboys ■ Voor BO en VO ■ Medio 2009 zijn 5 arrangementen met 14 scholen vastgesteld Modelconvenant plus checklist Veilige basisschool 2009 ■ Opgesteld door Provincie; convenantpartners zijn gemeente, school, politie en bureau Halt Convenant Veiligheid op school krijgt voorrang voor VWO en MBO
> veld 1, 4 en 5
■
> veld 1, 4 en 5
■
Incidentregistratiesysteem ■ Politie registreert naar aanleiding van meldingen van scholen; halfjaarlijkse rapportage
■ Gemeente beschikt zelf niet over de informatie ■ Geen periodiek overleg over incidentregistratie/Veilig in en om de school-aanpak met politie en instellingen
Schooladoptie politie
> veld 1, 4 en 5
■
Marietje Kessels-projecten
> veld 1
■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
BMC
Borging van de voortzetting/uitrol van veiligheidsarrangementen BO en VO, eventueel in afgeslankte vorm zoals geschematiseerd in het convenant Veilige Basisschool 2009; argumenten in dit verband zijn: o Onderwijsinstellingen, in het bijzonder instellingen in het VO, vormen een knooppunt in signalering en zorgverlening op sociale, medische en veiligheidsaspecten bij opgroeiende kinderen; dit heeft natuurlijk te maken met het intensieve contact dat deze instellingen met jongeren hebben, maar ook met een op onderdelen afnemende invulling van signaleringsen zorgtaken door andere actoren, al dan niet door onmacht of overmacht; de complexe taken waar docenten zich als gevolg hiervan in de praktijk gesteld zien, zullen niet in intensiteit gaan afnemen; om deze reden past de gemeente voortzetting van de instrumentering en ondersteuning van deze instellingen, opdat die kunnen blijven beantwoorden aan deze maatschappelijke vraag;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
63
Vanuit dezelfde observatie is er nog een andere reden voor voortzetting: die dient een significant veiligheidsbelang: instrumentering van de instellingen als sociaal knooppunt ‘betaalt zich meervoudig uit’; o Bovenkamp kent een sociaal kwetsbare bevolking (zie ook hiervoor); de urgentie van instrumentering neemt daardoor toe; o Er is momenteel nog geen integrale regie op de jeugd (zie ook paragraaf 3.1): er bestaat daardoor geen zicht op synergie van de veilige school-aanpak met flankerende initiatieven en maatregelen, voorzover die er zijn; beëindiging van het traject – waarvan de meerwaarde op zichzelf te beargumenteren is zoals hierboven – heeft daardoor potentieel ook andere dan de reeds genoemde ongewenste gevolgen; gecontroleerde afbouw is mogelijk indien de integrale regie op de jeugd op orde is; Als onderdeel van de aanscherping van de integrale regie/formulering van integraal jeugdbeleid: inbedding van de aanpak in integraal jeugdbeleid en meer specifiek de aanpak van jeugdoverlast, aanpak alcohol en drugs en jeugdgezondheidszorg, het Centrum voor Jeugd en Gezin en berde schoolinitiatieven; o
•
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
64
Tussenstand: mogelijke prioriteiten jeugd en veiligheid Op basis van de problematiek en huidige aanpak binnen het veld ‘jeugd en veiligheid’, kan gedacht worden aan de volgende prioriteiten:
Veilig opgroeien De veiligheidsaspecten rond jeugd (overlast, individuele probleemjongeren, alcohol en drugs en veilig in en om de school) worden nu versnipperd, vanuit verschillende onderdelen van de gemeentelijke organisatie aangevat. De aanpak als geheel sorteert op diverse onderdelen goede effecten. Op andere onderdelen minder, of is dit onbekend. Node gemist wordt een sturende, ordenende integrale visie op jeugd die de inspanningen door verschillende afdelingen in perspectief plaatst, zowel tot elkaar als tot de maatschappelijke behoefte en te implementeren nieuwe instrumenten zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin. Juist een complex terrein als jeugd vraagt om een dergelijke ordenende visie: jeugd heeft baat bij proactie, preventie en interventie – maar het rendement van die verschillende schakels van de keten is pas optimaal bij een overstijgende visie. In die visie en de te voeren aanpak behoort aandacht te zijn voor de dwarsverbanden met de buurtleefbaarheidsaanpak (zie hoofdstuk 1), die immers mede belangrijke preventieve effecten heeft. Ook is aandacht voor de dwarsverbanden met de inzet op drugscriminaliteit en –overlast door OOV/Veiligheidshuis van belang, vanwege de risico’s die de Bovenkampse jeugd in dit opzicht loopt. Daarnaast is verheldering – als onderdeel van de visievorming - van de wenselijke aanpak en regievoering daarover van respectievelijk ‘reguliere overlast’ (type 1 en 2 Beke) en ‘zorgwekkende overlast/criminele jeugd’ (type 3 en 4 Beke) wenselijk. De inzet op ‘Veilig in en om de school’ vormt het sluitstuk van de aanpak op dit veiligheidsveld: onderwijsinstellingen, in het bijzonder instellingen in het VO, vormen knooppunten in signalering en zorgverlening op sociale, medische en veiligheidsaspecten bij opgroeiende kinderen. Duurzame ondersteuning van die complexe functie betaalt zich meervoudig uit in termen van veiligheid. Dit item is een noodzakelijk onderdeel van de te formuleren visie.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
65
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
thema 4.1: verkeersveiligheid
Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied e.d.). Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Onderscheiden kunnen worden objectieve verkeersveiligheid, subjectieve verkeersveiligheid en verkeers- en parkeeroverlast.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 4.1
indicator
gemeente en buurten daarbinnen
bron
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
verkeersongevallen dodelijke afloop
politie
Bovenkamp
1
2
2
verkeersongevallen letsel
politie
Bovenkamp
130
105
117
verkeersongevallen materiële schade
politie
Bovenkamp
934
1103
753
meldingen parkeerproblemen/ verkeersstremming parkeerproblematiek
politie (incidentcode 2.3.1)
Bovenkamp
360
519
415
meldingen rijden onder invloed van alcohol
politie (incidentcode 3.5.2/D21) Bovenkampmonitor
Bovenkamp
369
414
293
perceptie overlast te hard rijdende auto’s (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
2009
Bovenkamp
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: •
BMC
Doelstelling kadernota IVB 2005 – 2009: verdere afname van aantal verkeersslachtoffers; deze doelstelling is niet gehaald: het aantal ongevallen met letselschade is in de periode 2006 – 2008 met plm. 10% afgenomen; De daling in het aantal ongevallen met enkel materiële schade is voor een belangrijk deel afgenomen door een steeds mindere registratiegraad van dit type ongevallen
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
66
Accenten huidige aanpak accent
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 1, 2 en 3
■
Inzet vanuit programma ruimtelijke ontwikkeling/Mobiliteit ■ Ontwikkelen en uitvoeren van maatregelen voor verkeersveiligheid op basis van Mobiliteitsprogramma en het RVVP; voor woongebied worden maatregelen ontwikkeld vanuit concept ‘Duurzaam veilig’
> veld 1 en 3
■
Accenten politie-inzet ■ Verkeersveiligheid is een van de prioriteiten van het politiedistrict Bovenkamp; doel is verhoging van zowel subjectieve als objectieve verkeersveiligheid en vermindering van agressief verkeersgedrag en verkeersoverlast ■ Aanpak: vasthouden huidige intensiteit toezicht en handhaving; focus op locaties die uit analyse meest onveilig blijken of als
> veld 1, 2 en 3
■
Beleidskader ■ Verkeersveiligheidsplan (2001) ■ Mobiliteitsprogramma 2009 – 2010 incl. Netwerkanalyse ■ Kadernota integrale veiligheid 2005 – 2009: verkeersveiligheid vormt hierin een van de prioriteiten; ingezet is op vermindering ongevallen, agressief verkeersgedrag en geluidsoverlast verkeer ■ Regionaal Verkeers- en Vervoersplan 2008 (RVVP): Bovenkamp werkt met RVVP en heeft geen Gemeentelijke VVP; accenten in het RVVP zijn: verhoging/consolidatie verkeersveiligheid voor doelgroepen (senioren, scholieren), bewustwording verkeersdeelnemers, rijvaardigheid verkeersdeelnemers; een en ander onder meer door structurele inbedding in basis- en voortgezet onderwijs ■ In 2010 zal een nieuw Verkeersveiligheidsplan worden gerealiseerd
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
wat opvalt
67
zodanig worden ervaren
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
• •
BMC
Actualiseren verkeersveiligheidsplan; hierin de diverse acties die m.n. vanuit RVVP en Mobiliteitsprogramma ten aanzien van verkeersveiligheid worden ondernomen, bundelen; coherente visie op verkeersveiligheid in Verkeersveiligheidsplan opnemen; Bij ontwikkeling visie en maatregelen samenhang met aanpak rond de buurtleefbaarheidsaanpak (zie ook hoofdstuk 1 van deze rapportage) bewaken; Bewaken en waar nodig versterken van informatiepositie ten aanzien van hotspots van verkeersonveiligheid (zowel subjectief als objectief); gestructureerd uitwisselen van deze informatie met de politie;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
68
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
thema 4.2: brandveiligheid
Dit thema heeft enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid van bepaalde soorten gebouwen (zoals woongebouwen, gebouwen met horecabestemming, instellingen, andere bedrijven) en anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie. Om de brandveiligheid te borgen ziet de brandweer toe op preventie en geeft zij voorlichting aan doelgroepen. Daarnaast prepareert de brandweer zich op de bestrijding (repressie) van branden.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 4.2
indicator
bron
gemeente en buurten daarbinnen
feitelijke waarde
3
2005
2006
2007
2008
meldingen kleine brand
brandweer
Bovenkamp
448
479
475
493
brandmeldingen totaal
brandweer
Bovenkamp
464
489
489
519
hulpverleningen totaal
brandweer
Bovenkamp
148
63
74
68
% verstrekte gebruiksvergunningen % controles conform Prevap
brandweer
Bovenkamp
100%
100%
100%
100%
brandweer
Bovenkamp
84%
110%
97%
74%
2009
67%
NB:
Accenten problematiek/huidige aanpak Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: M.b.t. proactie/preventie: • risicovolle objecten zijn geïnventariseerd; • verlening van gebruiksvergunningen is op orde (100% minus vergunningen in procedure): Bovenkamp kent al geruime tijd geen achterstanden in verleende gebruiksvergunningen of momenteel afhandeling gebruiksmeldingen; de hierboven vermelde percentages controles conform PREVAP behoeven een kleine toelichting: deze percentages zijn afgeleid van het oorspronkelijke preventieactiviteitenplan conform de handleiding; in 2007 is deze systematiek voor de deelnemende gemeenten van Stadsregio gewijzigd met een aanvulling voor wat betreft naleefgedrag: objecten waar gebruiksvoorschriften goed blijken te worden nageleefd worden minder frequent gecontroleerd; dit levert bij goed naleefgedrag een vermindering van de controledruk op en bij slecht naleefgedrag een toename; geschat wordt dat van gemiddeld een controle per gebruiksvergunning/melding per jaar dit kan stijgen naar gemiddeld een
3 De aantallen meldingen brand en hulpverlening zijn ontleend aan de jaarverslagen van brandweer Stadsregio-Limburg. De meldingen kleine brand zijn afgeleid van het totaal minus de aantallen middel en (zeer) grote brand. De sterke daling van het aantal hulpverleningen tussen 2005 en 2006 heeft te maken met een andere wijze van registreren waarbij individuele hulpverleningen naar aanleiding van bijvoorbeeld een stormnacht niet meer afzonderlijk worden geteld.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
69
• •
•
•
•
•
controle per 1,5 jaar; het % controles conform PREVAP drukt hier dus het aantal controles ten opzichte van het totaal gebruiksvergunning-/meldingplichtige objecten uit; naast de ‘gewone’ controles vindt op projectmatige basis controle plaats (zoals de Carnavalscontroles); verwerking van meldingen: deze worden nu nog door de brandweer verwerkt; de gemeentelijke rol in dezen dient nog gestalte te krijgen; de gemoeide administratieve werkzaamheden gaan overigens ten koste van de beschikbare capaciteit voor feitelijke controle; controles van horeca/nachthoreca en evenementen vinden integraal plaats, met deelname van (milieu)politie, brandweer en Bureau Toezicht en handhaving BWM van de afdeling OOV; deze integrale teams controleren maandelijks enkele horecabedrijven; integrale controles met andere toezichthouders (of uitgevoerd door andere toezichthouders) hebben als mogelijk nadeel dat de informatiepositie van de brandweer met betrekking tot het inwendige van gebouwen verslechtert; dit kan in bepaalde gevallen de effectiviteit van de repressie bij incidenten/calamiteiten verminderen; in Bovenkamp is dit niet aan de orde doordat preventisten onderdeel uitmaken van integrale teams en er binnen de brandweer informatieoverdracht plaatsvindt tussen de preventie en repressie; de brandweer heeft beperkt capaciteit voor voorlichting; de voorlichtingswerkzaamheden worden uitgevoerd conform het jaarlijks opgesteld voorlichtingsplan en richt zich op het vergroten van risicobewustzijn van doelgroepen; met name in Keurmerk Veilig Ondernementrajecten is het mogelijk met op de betrokkenen gerichte voorlichting het risicobewustzijn te verhogen; dit uit zich met name in een grotere bereidheid tot treffen van voorzieningen of doorvoeren van maatregelen; de brandweer wordt in het algemeen tijdig en voldoende betrokken bij ruimtelijke planvorming en milieuprocedures; hierdoor kan de brandweer in principe gestalte geven aan proactieve taak;
M.b.t. preparatie/repressie: • de brandweer kent voor de gemeente Bovenkamp 150 aanvalsplannen, 4 multidisciplinaire coördinatieplannen (regionaal model voor LPG-tankstations) en drie rampbestrijdingsplannen (tevens LPG stations); • dekkingsgraad repressie in dag- en nachtsituatie is meer dan 90%; komt mede door beschikbare beroepsformatie voor dag- en 24-uursdienst; • door landelijk gewijzigd beleid van waterleidingmaatschappijen is er sprake van een overgang van ‘vermaasd’- naar een eindnet; dit is goed voor de waterkwaliteit maar slecht voor de beschikbare capaciteit van bluswater; vooral in deze regio en de gemeente Bovenkamp omdat er nauwelijks open water (alternatieven) beschikbaar zijn; de gemeente heeft inmiddels een goed beeld van de knelpunten (norm NVBR richtlijn) en is gestart met een Traject Verbetering Bluswatervoorziening (met afdelingen OOV en SPO); • veel inzet is gemoeid met automatische brandmeldingen (van de 1250 uitrukken zo’n 625); het gaat daarbij echter slechts in plm. 5% van de meldingen daadwerkelijk om brand; • zo’n 2 maal per jaar is er sprake van ‘grote brand’; • bij ‘buitenbranden’ gaat het relatief vaak om brandstichting/vandalisme; • door de demografische krimp en daardoor toenemende leegstand verandert het risicoprofiel voor de brandweer; in leegstaande panden is het risico van brand groter; brandweer is hierover in bespreking met gemeenten, corporaties; opties zijn herbestemming en sloop; • overigens leidt de ‘krimp’ ook tot minder budget voor de brandweer – terwijl er nu reeds op onderdelen sprake is van financieel of capaciteitstekort (daarin speelt ook de afschaffing van het FLO een rol); druk op de beroepsformatie neemt als geheel toe; extra druk geeft de afnemende animo voor vrijwillige brandweer, mede door de regionalisering; aannemen BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
70
• •
personeel voor een hoofdtaak is niet meer haalbaar (combi van taken); andere oplossingsrichtingen: meer werken met parttimers en meer inzetten op bewustzijn en kennis bij doelgroepen; opleiden en oefenen: wordt uitgevoerd conform jaarlijks vastgesteld jaarplan; voor het jaarplan geldt als uitgangspunt de landelijke Leidraad Oefenen; evaluatie van incidenten: vanaf middelgrote incidenten wordt een evaluatie gemaakt, zowel van de effectiviteit van de repressieve inzet als de invloed van preventieve en preparatieve maatregelen; de evaluatie van preventie en preparatie wordt zonodig samen met politie en/of verzekeraar uitgevoerd; voor beide soorten evaluaties zijn een format en routing vastgesteld;
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke aandachtspunten/beleidsversterkingen: •
•
•
• •
BMC
Nader analyseren welke uitdagingen toenemende leegstand impliceert en welke oplossingsrichtingen er zijn, mede in combinatie met de dilemma’s/uitdagingen die zich op de andere veiligheidsvelden voordoen (mogelijke herbestemming lege panden is bijvoorbeeld beschikbaar stellen voor participatiedoeleinden - veiligheidsveld 1/Veilige en leefbare buurten), kleinschalige evenementen, alternatieve werkplaatsen/ateliers, e.d., vanuit oogmerk van belang van sociale betrokkenheid/activering); NB: demografische krimp leidt tot perioden van leegstand van woningen, scholen en bedrijven; leegstand betekent een verhoogd risico voor brand; voor woningen zijn inmiddels ‘versnelde’ sloopprogramma’s, bedrijventerreinen zijn en worden opgeknapt; scholen zijn nog wat minder in beeld; Nader analyseren welke uitdagingen de afnemende bereidheid voor vrijwillige brandweer in combinatie met afnemend brandweerbudget door krimp: ‘interactie’ is daarbij een belangrijk concept, zowel intern (personeel dat zowel preventieve als repressieve taken heeft) als extern (meer met parttimers werken, meer investeren in voorlichting); Met voorrang de procedurele gevolgen van de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit borgen in de gemeentelijke organisatie (zodat de brandweer geen meerwerk heeft aan betreffende procedures). Borging van solide betrokkenheid van de brandweer bij borging van de veiligheid van evenementen (zowel in de vergunningfase als in de uitvoeringsfase). Nader analyseren wat de gevolgen zijn van de toename van kleinschalige zorgverlening aan individuele zorgbehoevenden: enerzijds is het een goede ontwikkeling dat zorg op kleine schaal wordt aangeboden, anderzijds zie je een toename van minder en niet zelfredzame personen in ‘gewone’ woningen; deze kunnen zich bij brand niet zelf redden met als gevolg een grotere kans op slachtoffers; er wordt ook nog veel voor de doelgroep ouderen gebouwd zonder rekening te houden dat met een periode van 10 – 20 jaar deze groep voor een groot deel ook uit minder of niet zelfredzame personen bestaat.
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
71
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
thema 4.3: externe veiligheid
Bij dit thema staan de risico’s van gevaarlijke stoffen centraal. Gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt in inrichtingen en vervoerd via weg, water, spoor, lucht en buisleidingen. Te onderscheiden zijn het zgn. ‘groepsrisico’ (GR) en het ‘plaatsgebonden risico’ (PR). In beide gevallen gaat het om de zgn. ‘naarbuiten gerichte’ (ofwel externe) veiligheidsrisico’s van de gevaarlijke stoffen.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 4.3
subcategorieën
indicator
bron
% objecten waarvan risico’s inzichtelijk zijn gemaakt % gecontroleerde inrichtingen cf. de categorie-indeling
gemeente
aantal opgelegde bestuurlijke en strafrechtelijke maatregelen aantal overtredingen
gemeente
% bewoners dat bekend is met risico’s gevaarlijke stoffen
Bovenkampmonitor
feitelijke waarde 2005
gemeente
2006
2007
2008
2009
PM
PM
PM
PM
Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 Categorie 4
gemeente
Accenten huidige aanpak Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: •
Beleid: o Voor de Beleidsvisie Externe Veiligheid cf. BEVI (over de omgang met de referentiewaarde voor het groepsrisico en compenserende maatregelen bij veranderend groepsrisico) is in 2008 een provinciale blauwdruk beschikbaar gekomen; deze wordt momenteel op onderdelen aangepast/gedetailleerd voor de Bovenkampse situatie en zal naar verwachting in het tweede kwartaal van 2010 in besluitvorming gaan; de afdeling Stadsplanning is trekker;
•
Risico-inventarisatie en –analyse: o De cf. het Registratiebesluit 2007 verplichte inventarisatie van risicovolle situaties heeft plaatsgevonden; binnen de gemeentegrens zijn aanwezig 18 BEVI-inrichtingen; voor 1
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
72
o
o
inrichting is vergunningverlening voor uitbreiding gaande; hierdoor zal een nieuwe BRZOinrichting ontstaan; Ingevolge de Wrzo en het Besluit en de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI/REVI) zijn nadere risicoanalyse (QRA) en doorvertaling in RO-maatregelen in bepaalde gevallen verplicht; deze stap is nog niet voor alle betreffende gevallen gezet in Bovenkamp; Voor het stationsgebied heeft wel uitvoerige risicoanalyse plaatsgevonden i.v.m. met de herinrichting van dit gebied; complicerende factoren voor de GR-contour van deze locatie zijn: toegenomen vervoer over het spoor van gevaarlijke stoffen (van Sittard-Geleen naar Duitsland) en aanscherping rekenprogramma RBM2; hierdoor komen kantoren in het herinrichtingsgebied voor 100% binnen de GR-contouren te liggen; analyse van de te volgen aanpak heeft plaats;
•
Vergunningverlening o De milieuvergunningen van de LPG-tankstations moeten procedureel nog worden aangepast; overige vergunningen externe veiligheid zijn op orde en actueel;
•
Toezicht en handhaving: o Het Bureau Toezicht en Handhaving BWM, dat de handhaving van EV-bedrijven programmeert en coördineert, maakt sinds 1 juli 2009 onderdeel uit de afdeling OOV; o Voor de programmering van de handhaving werkt de gemeente met de bedrijfsindeling die begin jaren ‘90 is vastgesteld (vier categorieën milieubedrijven); jaarlijks worden de werkzaamheden beschreven in zgn. ‘jaarschijven’ van het Milieuprogramma Toezicht en Handhaving Bedrijven; naast de indeling in vier categorieën bedrijven is daarbij de zgn. ‘priolijst’ van verhoogd risicobedrijven van belang; er zijn in totaal zo’n 80 ‘priobedrijven’ in Bovenkamp, waaronder vuurwerkbedrijven, RRGS-bedrijven (Risicoregister Gevaarlijke Stoffen) en overige bedrijven; deze bedrijven krijgen extra aandacht, via jaarlijkse (extra) deelcontroles en/of projectmatige controles; vuurwerkbedrijven worden 3x per jaar voor deelcontroles bezocht, RRGS-bedrijven 1x per jaar, net als de overige priobedrijven binnen categorie 3; priobedrijven binnen categorie 1 en 2 worden projectmatig gecontroleerd; o Onder de horecabedrijven bevinden zich ook ‘priobedrijven’; de controles van horeca/nachthoreca vinden integraal plaats, met deelname van (milieu)politie, brandweer en Bureau Toezicht en handhaving BWM van de afdeling OOV; deze integrale teams controleren maandelijks enkele horecabedrijven; o Bij de controle en handhaving van BRZO-bedrijven waarvoor de gemeente het bevoegd bezag is, werkt de gemeente samen met de provincie
•
Saneringen: o Alle urgente saneringen zijn uitgevoerd, niet-urgente saneringen (2010) zijn in uitvoering;
•
Doorvertaling EV in RO: o Vindt nu nog niet structureel plaats; beoogd wordt een vaste EV-paragraaf bij nieuwe ruimtelijke plannen; daarnaast zal een plan van aanpak worden opgesteld voor het actueel houden van bestemmingsplannen voor wat betreft de EV-risico’s;
•
Vervoer gevaarlijke stoffen: o De ontwikkelingen inzake het Basisnet worden gevolgd door betrokken afdelingen; o Wat betreft routering: de Rijksoverheid wil een aantal snelwegen aanwijzen waarover het vervoer van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk moet plaatsvinden;
•
Risicocommunicatie:
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
73
o
•
Risicocommunicatie met bewoners is in ontwikkeling; er wordt gecommuniceerd via onder meer de risicokaart en een speciale site: ‘www.Bovenkampveilig.nl’; de binnen OOV aanwezige communicatie-expertise wordt ingezet voor de risicocommunicatie;
Organisatie/coördinatie en afstemming: o Er is regelmatig afstemming over EV tussen de disciplines milieu/EV, RO en voorbereiding op rampenbestrijding/brandweer maar dit zou intensiever kunnen en beter geborgd kunnen worden; hierdoor kan in processen en procedures vanaf het eerste begin adequaat rekening worden gehouden met externe veiligheidsrisico’s; vertraging, evt. financiële schade en/of aanzienlijke veiligheidsrisico’s in een later stadium kunnen daardoor worden voorkomen; o De integratie van Bureau Toezicht en Handhaving BWM in OOV (per 1 juli 2009) is uit oogpunt van borging van de integraliteit een goede stap, aangezien ook de gemeentelijke coördinatie rampenbestrijding bij OOV is ondergebracht; o Relevante afdelingen voor de integrale benadering van EV zijn nu: Stadsplanning (beleid t.a.v. milieu/EV en RO), Publiekszaken (vergunningverlening EV) en OOV (controle en handhaving EV en coördinatie rampenbestrijding);
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in problematiek en huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke (nieuwe) beleidsaccenten en -versterkingen: •
Beleid: o Conform BEVI: formuleren vaststellen van de Beleidsvisie Externe Veiligheid en op die manier beleidsmatig borgen van de relatie tussen milieu, ruimtelijke ordening en voorbereiding op rampenbestrijding; o Doorvertaling van deze beleidsvisie in beleidsplan en in procedures en in andere organisatorische voorwaarden; o Verkennen of de balans tussen veiligheidsbelang (risico’s gevaarlijke stoffen) en economisch belang (bedrijvigheid, werkgelegenheid) voldoende bewaakt wordt in beleid en uitvoering; nagaan welke nieuwe accenten wellicht moeten worden gezet;
•
Risico-inventarisatie en –analyse: o Uitvoering QRA’s van inrichtingen/risico’s ten aanzien waarvan dat wettelijk verplicht is maar momenteel nog niet gerealiseerd;
•
Vergunningverlening: o Vergunningen LPG-tankstations op orde brengen
•
Toezicht en handhaving: o Bewaken dat de inbedding van het Bureau Toezicht en Handhaving BWM binnen de afdeling OOV niet tot operationele onduidelijkheid leidt voor de programmering en uitvoering (cf. de prioriteitstelling op basis van de risicoanalyse) van toezicht en handhaving van EV-bedrijven;
•
Doorvertaling EV in RO: o Consequente doorvertaling risico’s in ruimtelijke plannen; opnemen vaste EV-paragraaf in nieuw beleid en opstellen Plan van Aanpak voor het actueel houden van bestemmingsplannen wat betreft EV-risico’s;
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
74
•
Vervoer gevaarlijke stoffen: o Ontwikkelingen binnen het Basisnet blijven volgen en doorvertalen in gemeentelijk beleid o Bijzondere aandacht voor de ‘EV-factor’ bij de ontwikkeling van het stationsgebied;
•
Risicocommunicatie: o Verdere structurering/versterking van de risicocommunicatie met bewoners; oriëntatie op effectieve instrumenten daarvoor;
•
Organisatie/coördinatie en afstemming: o Verdere borging van de beleidsmatige en operationele afstemming over EV tussen de disciplines RO, milieu/externe veiligheid en rampenbestrijding ofwel de afdelingen Stadsplanning (beleid t.a.v. EV en RO), Publiekszaken (vergunningverlening EV) en OOV (controle en handhaving EV en coördinatie rampenbestrijding); beleidsmatige afstemming tussen genoemde disciplines/afdelingen is in elk geval aan de orde vanwege het formuleren van de beleidsvisie externe veiligheid (zie hierboven); hierin heeft de afdeling Stadsplanning het voortouw; dit traject zou mede als vehikel voor verdere borging van de afstemming (ook in de ‘beheers’-/uitvoeringsfase dus) kunnen worden gebruikt; o Borging EV-expertise binnen RO; hierdoor kan voorkomen worden dat in de ontwerpfase op RO-gebied externe veiligheidsrisico’s veronachtzaamd worden, met mogelijke dilemma’s/ financiële schade in een later stadium; o Borging van de uitwisseling van risicodata tussen EV-partners; opnemen van deze uitwisseling en benutting data in werkprocessen/procesbeschrijvingen van de gemeentelijke organisatie.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
75
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
thema 4.4: voorbereiding op rampenbestrijding
Bij dit thema staan mogelijke rampen en crises centraal – die vinden zelden plaats, maar gemeente en veiligheidspartners dienen zich toch terdege te prepareren op de eventuele ramp. De gemeente is daarbij verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gemeentelijke processen.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 4.4
indicator
getoetst, goedgekeurd en actueel rampenplan % deelprocessen waarvan planvorming actueel is % deelprocessen dat beoefend wordt aantal bestuurlijke rampenoefeningen
bron
gemeente en buurten daarbinnen
gemeente
Bovenkamp
gemeente
Bovenkamp
gemeente
Bovenkamp
gemeente
Bovenkamp
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
2009
Ja
ja
ja
ja
ja
100%
5
5
5 1
Accenten huidige aanpak Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: M.b.t. rampenorganisatie: • Bovenkamp heeft de beschikking over een omvangrijke rampenorganisatie van zo’n 150 medewerkers. Er is een groot verloop van medewerkers. Investeren in kwaliteit is hierdoor lastig. • Rol in de rampenbestrijdingsorganisatie is nu niet opgenomen in de functieomschrijving van medewerkers; er vindt geen sturing vanuit het management op plaats; M.b.t. planvorming: • Het gemeentelijk rampenplan voldoet aan de vereisten; plan en deelplannen zijn actueel; verantwoordelijk voor de actualiteit van de deelplannen zijn de procesverantwoordelijken; • Bovenkamp beschikt over twee rampenbestrijdingsplannen (RBP) en 5 multidisciplinaire coördinatieplannen (MCP), allen voor LPG-tankstations. Komende jaar is actualisatie noodzakelijk. M.b.t. opleiding en oefening van GBT, GMT, procesmedewerkers: • Bovenkamp kent 13 deelprocessen; gemiddeld worden zo’n vijf processen per jaar beoefend; • Bovenkamp is zelf verantwoordelijk voor het opleiden- trainen en oefenen (OTO) van de rampenorganisatie. Een regionale werkgroep OTO bestaande uit 4 AOV’ers (waaronder Bovenkamp) heeft een monodisciplinair opleidingsprogramma opgesteld. Voor alle gemeentelijke onderdelen binnen de rampenorganisatie kunnen gemeenten OTO-producten inkopen. BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
76
• •
• • •
Lokaal is nog geen OTO-plan opgesteld; In 2006 en 2007 zijn de leden van het GBT wel opgeleid, in 2008 niet; wel oefening dat jaar met GBT. De regionale brandweer is verantwoordelijk voor het houden van multidisciplinaire oefeningen. Door een gebrek aan capaciteit worden te weinig oefeningen aangeboden. Voor de AOV’ers is een hard piket ingesteld (5 plaatsvervangers); De AOV-pool wordt ook ingezet in een buurgemeente. De AOV’er van deze buurgemeente is toegevoegd aan de AOV-pool Bovenkamp. Opleiding sleutelfunctionarissen: alle sleutelfunctionarissen dienen de basiscursus rampenbestrijding (OCR) te hebben gevolgd. In 2008: 14, in 2009: 8. De coördinator rampenbestrijding houdt zelf in de gaten welke nieuwe medewerkers mogelijk een opleiding behoeven;
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in problematiek/aanpak kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke extra inspanningen/beleidsversterkingen: •
•
• • •
BMC
Borging van managementaandacht voor de rol van werknemers in de rampenbestrijdingsorganisatie; dit kan via integratie van die taak in het functieprofiel en behandeling ervan in functioneringsgesprekken; eventueel: kapitalisering van de met opleiden en oefenen gemoeide tijd; Nagaan of het huidig profiel van de procesverantwoordelijken voldoende effectief is, op welken punten versterking mogelijk is; dit kan gelegen zijn in instelling piket, brede procesverantwoordelijkheid, namelijk ook voor tijdig opleiden procesdeelnemers, opvoering frequentie GMT-oefeningen; Opstellen en vaststellen van een lokaal OTO-plan; Verdere borging van de afstemming tussen disciplines EV, RO en preparatie, bijvoorbeeld door intensivering periodiek overleg (zie ook hiervoor bij thema 4.3); Met het oog op de Wet Veiligheidsregio’s (per 1-1-2010) investeren in een professionele regionale gemeentelijke rampenorganisatie, bijvoorbeeld door het inrichten van pools voor de diverse gemeentelijke processen (van kwantiteit naar kwaliteit); samenwerking tussen gemeenten (op regionaal of districtelijk niveau) zal nodig zijn om als gemeentelijke kolom aan de wettelijk vastgestelde kwaliteitsnormen en basisvereisten te kunnen voldoen; Bovenkamp kan hierbij als centrumgemeente een voortrekkersrol vervullen (eerder is dit bijvoorbeeld geschied bij de realisatie van het gezamenlijk AOV-piket met een buurgemeente).
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
77
Tussenstand: mogelijke prioriteiten fysieke veiligheid
Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘fysieke veiligheid’, zijn geen items aan het licht getreden die als mogelijke prioriteit voor het meerjarige integrale veiligheidsbeleid dienen te worden opgevoerd.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
78
veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid
thema 5.1: radicalisering/terrorisme
Bij dit thema gaat het om ideologische groepen/stromingen in de samenleving die dermate zijn geradicaliseerd, dat zij een bedreiging vormen of kunnen gaan vormen voor de veiligheid. Sprake kan zijn van dreigend geweld. Deze groepen vergroten de polarisatie in de samenleving, zetten het sociaal weefsel onder druk. Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechts-extremisme, islamradicalisme, dierenrechtenradicalisme, links-extremisme.
Cijfers/problematiek •
•
• •
In bepaalde buurten van Bovenkamp staan de leefbaarheid en veiligheid onder druk; dit kan gevolgen hebben voor de tolerantie tussen bevolkingsgroepen; beschikbare gegevens wijzen hier overigens niet op; In theorie is radicalistische activiteit (voorbereiding terrorisme) ook in Bovenkamp mogelijk (zgn. ‘cellen’); deze activiteit is slecht zichtbaar; ook zijn in theorie dwarsverbanden mogelijk tussen vormen van georganiseerde criminaliteit en radicalisme/voorbereiding terrorisme; beschikbare gegevens wijzen hier niet op; Er zijn in de afgelopen jaren een aantal kleine zaken geweest (betrof voornamelijk radicalisering) met het vorige afdelingshoofd OOV had ik de
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn: accent
Beleidskader/-keuze ■ Radicalisering en marginalisering worden voorlopig niet opgepakt ■ Werkafspraak is dat eventuele signalen van radicalisering/polarisatie die door of via de gemeente binnen komen, bij het Veiligheidshuis worden gedeponeerd en vervolgens doorgegeven aan politie (regionale inlichtingendienst) en/of AIVD; dit is enkele malen in de praktijk zo toegepast ■ Medewerkers Stichting Pegasus informeren eveneens Veiligheidshuis bij signalen
BMC
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 1 en 3
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
wat opvalt
■
79
Aandachtpunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
•
BMC
Borging van de alertheid op dit onderwerp door het consequent te laten terugkeren in de jaarlijkse uitvoeringsplannen Integrale Veiligheid en in andere relevante nota’s/plannen van bijvoorbeeld jeugd en welzijn, afdeling Publiekszaken (vergunningverlening), Buurtgericht werken; Formeel beleggen van dit onderwerp bij iemand binnen OOV/Veiligheidshuis
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
80
veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid
thema 5.2: georganiseerde criminaliteit
Bij dit thema gaat het om vormen van georganiseerde criminaliteit die zich manifesteren in binnensteden/op gemeentelijk grondgebied en die in bepaalde mate gebruik (misbruik) maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen (waaronder vergunningen en aanbestedingen). Sprake is van verweving van onder- en bovenwereld en vaak ook van ‘witwassen’. Misdaadbranches die het betreft zijn vooral drugshandel, vastgoedfraude en mensenhandel.
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 5.2
indicator
gemeente en buurten daarbinnen
bron
meldingen drugshandel (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 3.1.1)
meldingen drugsoverlast (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.1.1/E38)
perceptie overlast dealpanden (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
perceptie overlast drugs (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
BMC
Bovenkamp Stadsregio Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Stadsregio Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Stadsregio Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17 Bovenkamp Stadsregio Buurt 3 Buurt 5 Buurt 6 Buurt 10 Buurt 11 Buurt 12 Buurt 17
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
feitelijke waarde 2005
2006
2007
2008
4
3
4
4 4 3 3 6 16 5 8
3 4 3 5 4 13 3 10
8 4 3 4 2 10 4 9
5 6 17 8 14 46 16
10 10 9 14 11 27 14
14 11 8 15 11 29 18
2009
10 3 6 10 7 11 7 14
10 9 2 6 10 7 5 10
10
19 14 13 22 26 41 27
16 14 11 9 24 15 16
15 15 11 10 16 9 19
81
Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het volgende worden geconcludeerd: Drugscriminaliteit is nog steeds een relevant veiligheidsprobleem in Bovenkamp; dit heeft te maken met een aantal specifieke kenmerken van de gemeente; Accenten die de aandacht trekken zijn nu: verslavingsproblematiek van prostituees de ‘verjonging’ van drugsrunners tekenen van verplaatsing van drugscriminaliteit en – overlast naar buurten waar minder intensief toezicht is; toename incidenten in de laatste jaren van vermogencriminaliteit Verweving onderwereld/bovenwereld: deze is op basis van beschikbare gegevens niet goed te bepalen; branches waarin in het algemeen verwevingen aan de orde zouden kunnen, betreffen de gebruikelijke BIBOB-accenten horeca, seksinrichtingen, speelautomaten; gezien het robuuste uitgaans- en toerismeprofiel van Bovenkamp kunnen deze ongewenste verschijnselen ook in Bovenkamp aan de orde zijn; NB: overigens is het, bezien vanuit het gemeentelijk veiligheidsbeleid, niet per se nodig een scherp beeld van de aanwezige georganiseerde criminaliteit te hebben: essentie van het bestuurlijk repertoire is beheersing van risico’s via kritische beschikkingsprocedures (cf. BIBOB), in combinatie met borging van de ambtelijke en bestuurlijke integriteit (zie ook paragraaf 5.3).
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn: accent
BIBOB-beleidslijn ■ Beleidslijn is vastgesteld; in 2008 zijn 24 BIBOB-procedures uitgevoerd, waarbij 2 aanvragen zijn geweigerd na een advies van het Landelijk Bureau BIBOB, 2 vergunningen zijn onder voorwaarden verleend na een advies van het LBB, 3 aanvragen zijn buiten behandeling gelaten
BMC
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 1 en 2
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
wat opvalt
■ BIBOB-onderzoek (‘lichte toets’) niet altijd uitgevoerd bij vergunningaanvraag binnen BIBOB-branche; slechts indien er aanwijzingen zijn ■ Vergunningverlening gaat over naar nieuwe afdeling Publiekszaken; motto ‘klantgerichtheid’ van deze afdeling kan in theorie op gespannen voet staan met belang van kritische beschikkingsprocedures ■ Politie wordt niet betrokken bij/ingelicht over procesvoering rond BIBOB
82
Project Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit ■ Uitgevoerd door het Interventieteam, in samenwerking met politie, OM, RIEC en andere partners Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast (2009) ■ Beleidsregels bij het nieuwe artikel 13b Opiumwet: naast horeca kunnen nu ook woningen van waaruit gedeald wordt, gesloten worden door de burgemeester ■ In 2009 zijn 8 sluitingsprocedures op grond van artikel 13b gevoerd, waarvan 6 binnen de basiseenheid Bovenkamp-Noord
> veld 1, 2 en 3
■
> veld 1
■
Interventieteam van de gemeente ■ Het Interventieteam richtte zich in eerste instantie hoofdzakelijk op drugscriminaliteit (gebruikers-/dealpanden); nu is focus verbreed: ook overlast/sociale problematiek (‘probleemhuishoudens’/vervuiling e.d.) ■ Werkt in het kader van de aanpak van drugscriminaliteit onder meer samen met het Drugsteam 1 en het Drugsteam 2, beide van de politie ■ In Bovenkamp-Noord werkte het Interventieteam voorheen samen met de het OPD-team van de Marechaussee
> veld 1
■ Het Interventieteam opereert nu nog min of meer als aparte ‘unit’; de organisatorische inbedding van het Interventieteam was niet optimaal; verandert door inbedding in het bureau Toezicht en Handhaving BWM van de afdeling OOV
‘Drugsteam 1 en 2’ van de politie ■ Betreft teams van 5 politiemensen (tevens bikers) die zich expliciet op drugsoverlast richten; werkt samen met Interventieteam, Bureau Handhaving, DNO, OPVANGhuizen en VH van de gemeente ■ Focus ligt op Buurt 12
> veld 1
■…
Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) ■ Ondersteunt bij ‘huiswerk’ in het kader van BIBOB (open bronnenonderzoek plus check bij andere gemeenten) en bij vormgeving integrale bestuurlijke aanpak door een gemeente ■ Geeft daarnaast impulsen voor regionale borging bestuurlijke aanpak, onder meer door analyse ‘beleidslijnen BIBOB’ plus ontwikkeling criteria voor toepassing BIBOB (ook tegen achtergrond van opgave
> veld 1 en 2
■-
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
83
vermindering lastendruk)
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen: •
•
•
•
BMC
Blijven inzetten op de aanpak van drugscriminaliteit; bewaken en waar nodig en mogelijk versterken van de integraliteit van de aanpak; aandachtspunt daarbij is synergie van interventies aan ‘slachtofferzijde’ (door Veiligheidshuis/Drugsaanpak: aanpak van en zorg voor veelplegers, notoire overlastgevende verslaafden) en aan ‘daderzijde’ ofwel jegens de criminele groepen actoren aan daderzijde zijn met name Interventieteam, de afdeling Publiekszaken (voert de BIBOB-procedure uit sinds medio 2009), Drugsteam 1 en het RIEC; integraliteit van de aanpak aan ‘slachtofferzijde’ en ‘daderzijde’ is in het bijzonder nodig vanwege accenten in de problematiek zoals verslaafde prostituees en jeugdige drugsrunners; Verheldering inzetbaarheid van interventies van Veiligheidshuis en Interventieteam als instrumenten binnen bredere (buurt)aanpak; de interventies dienen ook binnen de regie van de buurtteams te kunnen worden uitgevoerd; een mogelijkheid is een productenboek te ontwikkelen, equivalent aan de dito mogelijkheid voor het Bureau Handhaving; Alertheid op/borging van doorwerking BIBOB-adviezen in de nieuwe situatie waarin horecavergunningen verstrekt worden door de afdeling Publiekszaken; die is vanuit haar kernfunctie klantgericht, focust op kwaliteit van dienstverlening; in theorie kan er spanning bestaan tussen klantvriendelijkheid en veiligheidsbelang; NB: dit is niet het geval indien klantgerichtheid betekent: de klant spoedig helderheid over de procedure verschaffen; ook is de nieuwe situatie mogelijk bevorderlijk voor de eenduidigheid/standaardisering van procedures rond BIBOB-toets; Explicitering van de criteria voor toepassing van de (lichte) BIBOB-toets; dit kan ook uniformering betreffen, ofwel: altijd de BIBOB-toets bij vergunningverlening/revisies binnen de brnaches zoasl benoemd in de BIBOB-beleidslijn;
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
84
thema 5.3: ambtelijke en bestuurlijke integriteit
veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid
Naast ‘externe integriteit’ (thema 5.1 en 5.2) is er de ‘interne integriteit’ ofwel de ambtelijke en bestuurlijke integriteit. Schending daarvan kan het gevolg zijn van belangenverstrengeling en daaruit voortvloeiend strafbaar handelen maar ook van ‘niet-intentionele’ verrommeling van procedures. In dit laatste geval ontstaat de integriteitschending min of meer ‘per ongeluk’. Integriteitschendingen kunnen de lokale veiligheid in gevaar brengen doordat daardoor bijvoorbeeld fysiek gevaarlijke situaties ontstaan of in stand blijven (vergunning voor onveilige gebouwen of bedrijfsvoering), criminele groepen extra bewegingsruimte kunnen krijgen (geen BIBOBprocedure toegepast) en er een moreel verloederend effect op groepen of personen binnen de lokale gemeenschap vanuit kan gaan (‘slecht voorbeeld doet slecht volgen’).
Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: tabel 5.3
indicator
bron
gemeente
aantal gerapporteerde en in procedure genomen ambtelijke integriteitschendingen aantal gerapporteerde en in procedure genomen bestuurlijke integriteitschendingen
gemeente
Bovenkamp
feitelijke waarde 2005
gemeente
2006
2007
2008
1
4
0
0
0
0
2009
Bovenkamp
Conclusies problematiek • • •
BMC
In 2007 was sprake van een relatief groot aantal in procedure genomen ambtelijke integriteitschendingen Door gesprekspartners wordt gewezen op het belang van dit onderwerp: de aandacht ervoor in 2008 (zie hierna) werd als terecht en nodig ervaren Niet is vast te stellen dat het item integriteit c.q. schending van integriteit in Bovenkamp een grotere rol speelt dan in andere, wat betreft omvang en economisch profiel vergelijkbare Nederlandse steden
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
85
Accenten huidige aanpak Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn: Accent
Traject borging integriteit In 2008 heeft een intensief en omvattend intern traject voor de borging van de ambtelijke integriteit plaatsgevonden; onderdelen daarvan waren: ■ Actualiseren en vaststellen ambtelijke gedragscode ■ Formuleren en vaststellen klachtenprocedure ongewenste omgangsvormen ■ Idem klokkenluidersregeling ■ Aanwijzing vertrouwenspersonen ■ Wijziging aanbestedingsprocedure (analyse integriteit aannemer)
dwarsverbanden andere veiligheidsvelden > veld 2 en 4
wat opvalt
■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen Op basis van de accenten in problematiek en huidige aanpak kan het volgende worden geconstateerd ten aanzien van mogelijke aandachtspunten/beleidsversterkingen: •
•
• •
BMC
Bewaken balans tussen bewustzijn van het belang van integriteit versus vanzelfsprekendheid integer handelen; dit kan onder meer via borging van item integriteit in ‘gewone’ procedures en processen zoals werkoverleg, functionerings- en beoordelingsgesprekken, e.d.; Deze alertheid en borging zijn in het bijzonder van belang bij organisatieonderdelen die belast zijn met rechtstreekse dienstverlening aan ondernemers en bewoners (in het kader van bijvoorbeeld vergunningverlening, aanbestedingen, subsidies, toezicht en handhaving) Nagaan of, en zo ja: op welke wijze/in welke vorm een gestandaardiseerde analyse van ‘nevenfuncties versus integriteit’ van taakveldambtenaren dient te worden ingevoerd Nagaan of het onderdeel bestuurlijke integriteit voldoende gestalte heeft gekregen in het traject in 2008; inventariseren welke accenten/aanvullende voorzieningen dienaangaande eventueel nog nodig zijn
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
86
Tussenstand: mogelijke prioriteiten integriteit en veiligheid Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘fysieke veiligheid’, zijn geen items aan het licht getreden die als mogelijke prioriteit voor het meerjarige integrale veiligheidsbeleid dienen te worden opgevoerd.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
87
Overzicht
Selectie prioriteiten Op basis van de hiervoor weergegeven inventarisatie zijn de volgende drie prioriteiten voor het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente Bovenkamp geselecteerd: Deze beleidsprioriteiten worden in hoofdstuk 3: ‘Prioriteiten’ van de kadernota verder uitgewerkt; andere belangrijke veiligheidsthema’s worden in hoofdstuk 4 van de kadernota behandeld (zie ook de opzet van kadernota en uitvoeringsplan in bijlage 1 en 2 van dit rapport).
1. Veilige en leefbare buurten Essentie van dit item is de realisatie van een uniforme, robuuste werkwijze/systematiek voor ‘decentrale’ uitvoeringscoördinatie rond veiligheid en leefbaarheid. Het schaalniveau daarbij is de buurt. Wenselijk is een gecontroleerde doorontwikkeling van de huidige infrastructuur, in het bijzonder wat betreft de inbedding en werkwijze van de buurtteams, de planning en controlcyclus (wijkactieplannen), de inbedding en borging in beleid van de stedelijke diensten, de borging van bijdragen van gemeentelijke diensten binnen de buurtteams, het profiel en de statuur van de trekkers van de buurtteams, de inzet op bewonersparticipatie, e.d.. Belangrijke uitgangspunten voor de beoogde buurtinfrastructuur zijn: • continuïteit en betrouwbaarheid • uniformiteit wat betreft de basiskenmerken en -aanwezigheid • zichtbaarheid en bereikbaarheid voor bewoners • focus op preventie, repressie waar nodig (‘plus-aanpak’) • kansen scheppend in plaats van ‘maatregelen opleggend’ (bewoners verleiden, prikkelen) • klein, compact maar solide Een buurtinfrastructuur die daaraan beantwoordt geeft bewoners vertrouwen, biedt speelruimte voor bewoners om participatie een eigen invulling te geven, heeft een preventieve werking op criminaliteit en overlast (kennen en gekend worden, minder ‘gelegenheid’) en is in staat tot vroegsignalering van ernstiger problematiek. Ook schept een dergelijke infrastructuur de voorwaarden voor borging van de resultaten van interventies zoals Operatie Drugsaanpak: de basis staat er dan immers, de tijdelijke intensivering kan afgezwakt worden en neerdalen in/meegenomen worden in de ‘gewone’ buurtleefbaarheidsaanpak. Die basisaanpak is uniform in alle buurten, ook in buurten waar weinig ‘aan de hand’ lijkt te zijn: essentie is immers niet probleemgerichtheid/interventie maar zichtbare en bereikbare aanwezigheid en daarmee vertrouwen scheppen, het speelveld gestalte geven dat bewoners tot meespelen verleidt. Concrete acties van de buurtteams zijn: het bewaken en beheren van buurtkwaliteit, vroegsignalering, schakelpunt vormen met het repressieve repertoire. Voor buurten waar ernstiger problematiek speelt, kan een ‘plus-aanpak’ worden gevolgd. Dat betreft dan een ‘kop’ op de basis, die zelf onveranderd blijft.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
88
NB: Voor de organisatie van participatie is alertheid op bijzondere combinaties met de mogelijkheden en dilemma’s van andere veiligheidsdisciplines, wenselijk: juist bijzondere combinaties bieden de benodigde nieuwe perspectieven ten aanzien van participatie en leiden tegelijk tot meerwaarde op meerdere ‘fronten’. Interessant zijn bijvoorbeeld de participatieve mogelijkheden die het verschijnsel ‘leegstand’ wellicht biedt (denk aan alternatieve werkplaatsen, kleinschalige bewonersevenementen, e.d.); het betreft een fenomeen dat nu vooral een stijgend risicoprofiel betekent voor de brandweer.
2. Veilig opgroeien De veiligheidsaspecten rond jeugd (overlast, individuele probleemjongeren, alcohol en drugs en veilig in en om de school) worden nu versnipperd, vanuit verschillende onderdelen van de gemeentelijke organisatie aangevat. De aanpak als geheel sorteert op diverse onderdelen goede effecten. Op andere onderdelen minder, of is dit onbekend. Node gemist wordt een sturende, ordenende integrale visie op jeugd die de inspanningen door verschillende afdelingen in perspectief plaatst, zowel tot elkaar als tot de maatschappelijke behoefte en te implementeren nieuwe instrumenten zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin. Juist een complex terrein als jeugd vraagt om een dergelijke ordenende visie: jeugd heeft baat bij proactie, preventie en interventie – maar het rendement van die verschillende schakels van de keten is pas optimaal bij een overstijgende visie. In die visie en de te voeren aanpak behoort aandacht te zijn voor de dwarsverbanden met de buurtleefbaarheidsaanpak (zie hoofdstuk 1), die immers mede belangrijke preventieve effecten heeft. Ook is aandacht voor de dwarsverbanden met de inzet op drugscriminaliteit door OOV/Veiligheidshuis van belang, vanwege de risico’s die de Bovenkampse jeugd in dit opzicht loopt. Daarnaast is verheldering – als onderdeel van de visievorming - van de wenselijke aanpak en regievoering daarover van respectievelijk ‘reguliere overlast’ (type 1 en 2 Beke) en ‘zorgwekkende overlast/criminele jeugd’ (type 3 en 4 Beke) wenselijk. De inzet op ‘Veilig in en om de school’ vormt het sluitstuk van de aanpak op dit veiligheidsveld: onderwijsinstellingen, in het bijzonder instellingen in het VO, vormen knooppunten in signalering en zorgverlening op sociale, medische en veiligheidsaspecten bij opgroeiende kinderen. Duurzame ondersteuning van die complexe functie betaalt zich meervoudig uit in termen van veiligheid. Dit item is een noodzakelijk onderdeel van de te formuleren visie.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
89
3. Veilig winkelen, uitgaan en toerisme Bovenkamp kent een rijk aanbod van winkel- en horecavoorzieningen. Ook vinden er jaarlijks heel wat evenementen plaats. Deze voorzieningen brengen de stad profijt - maar houden ook veiligheidsrisico’s in. Die kunnen bijvoorbeeld gelegen zijn in overlast en geweld rond uitgaan en evenementen, brandveiligheid van horeca- en winkelpanden, slachtofferschap van bijvoorbeeld diefstal en beroving en van vernielingen. Door de concentratie van de voorzieningen in het centrum van Bovenkamp lopen deze veiligheidseffecten tenminste deels in elkaar over. Om deze reden zou een ‘integraal’ KVOBinnenstad kunnen worden overwogen. Hiermee zijn elders goede ervaringen opgedaan. Een dergelijke integrale benadering biedt voor langere termijn een basis voor synergie van de inspanningen voor de veiligheid rond de diverse voorzieningen, ook wat betreft de evenwichtige input daarvoor van publieke en private partijen. Gezien het belang dat de gemeente hecht aan het leisureprofiel, valt er veel te zeggen voor een dergelijk integraal kader. In elk geval is het van belang de samenwerking tussen publieke en private partijen over de veiligheid rond de afzonderlijke voorzieningen, van passende impulsen te blijven voorzien. Dit kan wat betreft het winkelgebied een KVO-W voor de hele binnenstad betekenen, wat betreft het uitgaan onder meer een dynamischer alternatief voor het huidige convenant en de actielijst; voor de veiligheid rond evenementen betere benutting van voorhanden veiligheidsinstrumenten. Uit oogpunt van borging van de veiligheid en leefbaarheid voor geheel Bovenkamp is verkenning van de mogelijkheden voor dusdanige aanscherping van de evenementenagenda dat die mede een optimaal participatie-effect van bewoners heeft (borging Drugsaanpak in de buurten), wenselijk.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
90
Bijlage 1: veiligheidsvelden Kernbeleid Veiligheid
1. veilige woon- en leefomgeving; dit betreft de sociale en fysieke kwaliteit en de subjectieve en objectieve veiligheid van de buurt, wijk, alledaagse woon- en leefomgeving; veiligheidsthema’s binnen dit veld zijn: overlast van en tussen bewoners, vernieling en verloedering, bedreiging en geweld, huiselijk geweld, woninginbraak en andere veelvoorkomende criminaliteit, overlast van alcohol en drugs; 2. bedrijvigheid en veiligheid; dit veld heeft betrekking op de veiligheid in winkelcentra, bedrijventerreinen, bij het ‘stappen’ en in de horeca, bij evenementen en in recreatiegebied; accenten zijn bijvoorbeeld horecaconvenanten, Keurmerk Veilig Ondernemen (winkelcentra en bedrijventerreinen) en de kwaliteit van vergunningverlening bij evenementen; 3. jeugd en veiligheid; dit veld heeft betrekking op de jeugd als slachtoffer en als dader; als algemene noemer kan worden gehanteerd: ‘zorg voor problematische jeugd’; accenten zijn jeugdgroepen, harde kernproblematiek, alcohol en drugs en ‘veilig in en om de school’; 4. fysieke veiligheid; dit betreft de onderwerpen verkeersveiligheid, externe veiligheid (proactie, preventie en preparatie met betrekking tot gevaarlijke stoffen), brandweerzorg (zowel preventie als repressie) en voorbereiding op rampenbestrijding (de ‘gemeentelijke processen’); 5. integriteit en veiligheid; hierbinnen vallen verschijnselen die ‘haaks’ staan op voor veiligheid en leefbaarheid fundamentele afspraken en regels in onze samenleving; het gaat om bedreigende vormen van radicalisering en polarisatie, georganiseerde criminaliteit en de bestuurlijke preventie daarvan (BIBOB), ambtelijke integriteit en bestuurlijke integriteit.
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
91
Bijlage 2: Overzicht geconsulteerde actoren
INTERN … … … … …
EXTERN … … … … …
BMC
veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
92