VOLWASSENEN– EN OUDERENPEILING 2009
De volwassenen- en ouderenpeiling hee' als doel om op systema5sche wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van inwoners in kaart te brengen. Bijna 11.300 inwoners in de lee'ijd van 19 t/m 94 jaar in de regio Hollands Midden zijn ondervraagd. Het is de derde peiling onder volwassenen en de tweede onder ouderen in de regio. De resultaten van de volwassenen- en ouderenpeiling worden gepresenteerd in de volgende factsheets: 1. Opzet, respons, achtergrondkenmerken 2a. Lichamelijke en psychische gezondheid, huiselijk geweld (19-64 jaar) 2b. Lichamelijke en psychische gezondheid, beperkingen, huiselijk geweld (65+) 3a. Zorggebruik, hulp, informa5ebehoe'e, opvoedingsondersteuning (19-64 jaar)
3b. Zorggebruik, hulp, informaebehoee (65+) 4. Beweging, voeding, overgewicht 5. Tabak en alcohol 6. Rondkomen en schulden 7. Woon- en leefomgeving, veiligheid
ZORGGEBRUIK, HULP EN INFORMATIEBEHOEFTE (65+)
Ter ondersteuning van hun gezondheid en hun dagelijks welbevinden kunnen mensen gebruik maken van diverse zorgvoorzieningen, zoals huisarts, specialist, fysiotherapeut of GGZ. Naast de professionele zorg bestaat informele zorg of mantelzorg. Dit is onbetaalde intensieve en langdurige zorg voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Deze zorg is van groot maatschappelijk belang en kan bestaan uit het doen van het huishouden, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, et cetera. Mensen kunnen verder behoe$e hebben aan informa%e of hulp met betrekking tot diverse gezondheidsitems. In de gezondheidspeiling is nagevraagd op welke gebieden zulke informa%e gewenst is. Sociaaleconomische omstandigheden en etnische herkomst kunnen een verband hebben met het gebruik van zorg en de behoe$e aan informa%e over gezondheid en opvoeding. In de overzichtstabel op de laatste pagina staan de belangrijkste achtergrondkenmerken van de respondenten samengevat in kerncijfers.
DEEL 1 ZORGGEBRUIK In de gezondheidspeiling is nagevraagd in hoeverre zelfstandig wonende 65-plussers in het afgelopen jaar gebruik hebben gemaakt van verschillende zorgvoorzieningen. Van de zorgverleners wordt de huisarts het meest jaarlijks bezocht (84%), gevolgd door de specialist (53%) en tandarts (52%) (tabel 1 en kerncijfertabel).
jarigen (44%). Het grootste deel van deze mensen (77%) is in die twee maanden één of twee keer naar de huisarts geweest, 16% drie of vier keer en een klein deel (6%) meer dan vier keer.
De meeste typen zorg (onder andere huisarts, fysiotherapeut, geestelijke gezondheidszorg (GGZ) of algemeen maatschappelijk werk (AMW) en thuiszorg) worden meer door vrouIn de afgelopen twee maanden is de hel' van wen dan door mannen gebruikt (kerncijferde 65-plussers uit Hollands Midden naar de tabel). Met name bij thuiszorg is het verschil huisarts geweest. Meer vrouwen (54%) dan tussen mannen en vrouwen groot: 9% van de mannen (45%) zijn in de afgelopen twee maan- mannen en 25% van de vrouwen hee' aangeden bij de huisarts geweest en meer 75- tot en geven in het afgelopen jaar gebruik te hebben met 94-jarigen (57%) dan 65- tot en met 74gemaakt van thuiszorg. Dit wordt slechts ten Tabel 1 Contact met zorgvoorziening in het afgelopen jaar, naar lee$ijd
Colofon Chris5ne Hanning Anouk van de Laar Irma Paijmans
zorgverlener medici
paramedici
Josina Rijkelijkhuizen Nienke Terpstra Hanneke Tielen GGZ/AMW tel: 071-5163336 © september 2011
3b
overig
huisarts medisch specialist tandarts fysiotherapeut dië5st oefentherapeut ergotherapeut logopedist GGZ AMW vrijgeves5gd psycholoog vrijgeves5gd psychiater thuiszorg GGD verslavingszorg alterna5eve behandelaar
totaal
65-74 jaar
75-94 jaar
% 84 53 52 26 7,7 2,7 2,3 1,5 2,4 2,3 1,2 0,8 18 2,6 0,5 4,2
% 81 51 62 26 7,9 2,4 1,7 1,6 2,3 1,7 1,4 0,8 7 2,2 0,6 5,0
% 88 57 40 27 7,4 3,2 3,1 1,5 2,6 3,2 0,8 0,7 32 3,1 0,5 3,2
vetgedrukt = significant verschillend ten opzichte van de 65- tot en met 74-jarigen GGZ: Geestelijke gezondheidszorg, AMW: Algemeen maatschappelijk werk
dele verklaard doordat vrouwen gemiddeld een hogere lee'ijd zij moeite hebben om rond te komen maken ook vaker gebruik hebben, zich minder gezond voelen, vaker beperkingen in da- van thuiszorg en minder vaak van de tandarts. gelijkse ac5viteiten hebben of vaker alleenstaand zijn. Westers allochtone ouderen gaan vaker dan gemiddeld naar Mensen in de lee'ijd van 75 tot en met 94 jaar maken zoals de tandarts en naar GGZ/AMW. Autochtonen maken minder verwacht meer gebruik van huisarts, specialist, ergotherapeut vaak gebruik van GGZ/AMW. en thuiszorg dan mensen van 65-74 jaar (tabel 1). Ook hier is Ouderen die alleen wonen, maken meer gebruik van zorg het verschil in het gebruik van thuiszorg het grootst: 7% van dan ouderen met een partner. Sociaaleconomische verde 65- tot en met 74-jarigen geven aan hier gebruik van te schillen op het gebied van opleiding en inkomen leiden maken tegenover 32% van de 75- tot en met 94-jarigen. Van vooral tot verschillen in gebruik van tandarts (lager bij lage de tandarts maken de 75- tot en met 94-jarigen juist minder opleiding/inkomen) en thuiszorg (hoger bij lage opleiding/ gebruik. inkomen). Van de zorgverleners wordt de huisarts door ouderen het meest bezocht: ruim acht op de 5en ouderen zijn het afgelopen jaar bij de huisarts geweest. Ruim de hel' van de Geografische verschillen ouderen is bij een specialist geweest het afgelopen jaar. Qua huisartsgebruik zijn er weinig verschillen tussen de verHet gebruik van huisarts, specialist, ergotherapeut en schillende gemeenteclusters in Hollands Midden: alleen in thuiszorg s5jgt met de lee'ijd. Vrouwen maken vaker geKatwijk wordt door meer ouderen aangegeven dat zij het afgebruik van huisarts, fysiotherapeut, GGZ/AMW en met nalopen jaar naar de huisarts zijn geweest (kerncijfertabel). Van me van de thuiszorg dan mannen. de GGZ/AMW wordt in Zuid-Holland Noord meer gebruik gemaakt dan in Midden-Holland. Dit is toe te schrijven aan een hoger gebruik in Katwijk en Leiderdorp/Oegstgeest/ Gezin, burgerlijke staat, opleiding, rondkomen en Voorschoten. In Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten gaan etniciteit mensen ook vaker jaarlijks naar de specialist en de tandarts. In Ouderen die met een partner samen wonen, hebben minder Noordwijk/Noordwijkerhout is het jaarlijkse tandartsbezoek vaak aangegeven dat zij in het afgelopen jaar bij de huisarts ook rela5ef hoog. In Katwijk maken mensen minder vaak jaarzijn geweest; alleenstaande ouderen juist vaker dan gemidlijks gebruik van de tandarts. In Bodegraven-Reeuwijk wordt deld (kerncijfertabel). Dit wordt niet verklaard door de gemid- het minst gebruik gemaakt van GGZ/AMW en van de thuisdeld hogere lee'ijd van alleenstaande ouderen ten opzichte zorg. In Leiden wordt door het hoogste percentage inwoners van ouderen die met een partner wonen. Hetzelfde geldt voor jaarlijks een beroep gedaan op GGZ/AMW. In Kaag en Braashet gebruik van fysiotherapie, GGZ/AMW en thuiszorg. Met sem/Nieuwkoop/Rijnwoude/Zoeterwoude is het jaarlijks gename bij het gebruik van thuiszorg in het afgelopen jaar is het bruik van specialist, tandarts en thuiszorg lager dan gemidverschil tussen alleenstaande ouderen (36%) en ouderen die deld. De gemeente Teylingen hee' het laagste percentage met een partner of met anderen wonen (9%) groot. inwoners dat jaarlijks een specialist bezoekt. Het opleidingsniveau leidt tot verschillen in tandartsbezoek en gebruik van thuiszorg: hoe lager de opleiding, des te vaker Trend zorggebruik hebben mensen aangegeven gebruik te maken van de thuisTen opzichte van 2005 is het huisarts- en specialistbezoek in zorg en minder vaak van de tandarts (die in het aanvullend verzekeringspakket is opgenomen). Ouderen die aangeven dat 2009 stabiel gebleven (tabel 2). Alleen in Noordwijk/NoordwijTabel 2 Trends in huisarts-, specialist– en fysiotherapiebezoek en het gebruik van thuiszorg (in afgelopen jaar) door 65-plussers huisarts
Regio’s en gemeenten Zuid-Holland Noord Leiden Alphen aan den Rijn Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten Kaag en Braassem/Nieuwkoop/Rijnwoude/Zoeterwoude Katwijk Noordwijk/Noordwijkerhout Teylingen Hillegom/Lisse
Midden-Holland Gouda Bodegraven-Reeuwijk Boskoop/Waddinxveen Krimpenerwaard Zuidplas
specialist
fysiotherapeut
thuiszorg
2005
2009
2005
2009
2005
2009
2005
2009
% 85 85 86 85 82 86 83 90 83
% 85 84 85 85 81 88 87 87 83
% 52 53 52 54 49 50 47 51 57
% 53 49 55 59 49 51 58 42 54
% 22 25 23 25 21 22 21 23 15
% 26 26 24 26 24 27 28 23 25
% 16 15 17 14 13 20 18 17 18
% 18 22 16 16 14 21 18 17 17
2005
2009
2005
2009
2005
2009
2005
2009
83 86 78 85 82 83
83 84 82 80 83 84
55 62 48 53 49 60
55 60 57 52 52 54
27 28 25 27 25 27
27 31 23 27 26 26
19 25 11 19 18 14
18 21 10 18 18 18
vetgedrukt = significant verschil met voorgaande peiljaar
2
kerhout is een s5jging in het aantal 65-plussers dat jaarlijks een specialist bezoekt. Het gebruik van fysiotherapie is in Midden-Holland stabiel gebleven (zowel in 2005 als in 2009 27%) en in Zuid-Holland Noord licht gestegen (van 22% in 2005 naar 26% in 2009). De s5jging in Zuid-Holland Noord is vooral te verklaren door een forse s5jging in Hillegom/Lisse. In 2009 hebben evenveel 65-plussers in Midden-Holland gebruikt gemaakt van thuiszorg als in 2005. In Zuid-Holland Noord is in 2009 een lichte s5jging in het gebruik van thuiszorg ten opzichte van 2005. Deze s5jging is alleen zichtbaar in de gemeente Leiden.
Zorggebruik van 65-plussers in vergelijking tot 19- tot en met 64-jarigen De tandarts wordt door veel minder 65-plussers jaarlijks bezocht dan door mensen in de lee'ijd 19 tot en met 64 jaar (52% versus 82%, zie factsheet 3a). Ouderen zullen vaker een kunstgebit hebben, waardoor zij geen jaarlijkse controle nodig hebben. Ook van GGZ/AMW maken zij minder vaak gebruik: 5% van de ouderen hee' hier het afgelopen jaar een beroep op gedaan tegenover 8% van de 19- tot en met 64-jarigen. Met name de vrijgeves5gd psycholoog is minder bezocht (tabel 1 en tabel 1 van factsheet 3a). De specialist en huisarts worden daarentegen meer bezocht door ouderen: 53% van de 65-plussers versus 31% van de 19- tot en met 64-jarigen hee' een specialist bezocht, 84% versus 71% de huisarts. Ook op de dië5st wordt door ouderen vaker een beroep gedaan (tabel 1 en tabel 1 van factsheet 3a). Van de fysiotherapeut maken ongeveer evenveel ouderen als volwassenen jaarlijks gebruik. De s5jgende trend die bij volwassenen in de lee'ijd van 19tot en met 64 jaar is waargenomen (tabel 2 van factsheet 3a), is echter niet waargenomen bij de 65-plussers (tabel 2).
Het percentage 65-plussers dat de huisarts of de specialist bezoekt, is tussen 2005 en 2009 stabiel gebleven. Het gebruik van fysiotherapie is in Midden-Holland ook stabiel gebleven, maar in Zuid-Holland Noord licht gestegen. Het gebruik van thuiszorg is alleen in de gemeente Leiden gestegen.
DEEL 2 HULP (inclusief mantelzorg) doen, maar ook bijvoorbeeld uit gezelschap houden of geldzaken regelen. Bij de interpreta5e van de resultaten hieronder moet rekening worden gehouden met onderrapportage. Mensen zien de hulp die zij geven of krijgen niet al5jd als mantelzorg, maar meer als iets vanzelfsprekends.
Verschillende vormen van hulp Van de zelfstandig wonende ouderen krijgt op dit moment 18% een vorm van hulp. Deze hulp wordt geboden door een professionele zorgverlener (11%), door een mantelzorger (10%), door een vrijwilliger (5%) of door iemand anders (4%) (tabel 3). Bijna alle ouderen die hulp ontvangen, ontvangen hulp in de huishouding; de hel' ontvangt (ook) andere vormen van zorg. Professionele zorgverleners worden vooral ingezet voor hulp in de huishouding en medische of persoonlijke verzorging. Mantelzorgers zorgen, naast hulp in de huishouding, rela5ef vaak voor vervoer/begeleiding, administra5e en gezelschap.
Mantelzorg ontvangen In Hollands Midden hee' 10% van de 65-plussers in het afgelopen jaar mantelzorg ontvangen. Dit betre' bijna 11.000 65plussers. Van deze groep mensen krijgen ruim 8 op de 10 ouderen deze mantelzorg nu nog. Vrouwen ontvangen vaker mantelzorg dan mannen (13% versus 5%). Het percentage vrouwelijke 65-plussers dat mantelzorg ontvangt, s5jgt met de lee'ijd (figuur 1). Bij mannen is er een piek bij de 80- tot en met 84-jarigen. De meest voorkomende vormen van mantelzorg zijn hulp in de huishouding, begeleiding en/of vervoer en regeling van geldzaken en/of andere administra5e (figuur 2). Van de ouderen die nu nog mantelzorg krijgen, krijgt bijna iedereen (94%) dit minstens één keer per week, bijna de hel' (46%) krijgt dagelijks mantelzorg en ruim een derde (35%) meer dan één keer per dag.
Mantelzorg Mantelzorg wordt omschreven als de zorg die men gee' aan of krijgt van een bekende uit zijn of haar omgeving, zoals de partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere 5jd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bestaan uit wassen en aankleden, het huishouden
Tabel 3 Percentage 65-plussers dat hulp ontvangt van diverse hulpverleners
% 16,2 9,7 9,3 7,9 8,2 7,9 8,5 3,5
professionele zorgverlener % 9,2 0,7 0,5 0,7 1,6 3,0 3,6 0,3
18,1
11,3
totaal soort hulp huishouding vervoer, begeleiding geldzaken, administra5e gezelschap, troost, afleiding warme maal5jden medische verzorging persoonlijke verzorging andere zaken totaal
mantelzorger
vrijwilliger
anders
% 5,4 4,9 4,6 3,6 2,8 1,8 1,7 0,7
% 2,0 2,3 1,9 1,6 0,8 0,4 0,3 0,4
% 0,9 2,0 2,3 2,4 2,9 2,7 2,8 2,2
9,5
4,7
4,5
N.B. Respondenten konden meerdere antwoorden aankruisen
3
60%
kind(eren), schoonzoon/-dochter
50%
echtgenoot/echtgenote of partner 40%
buren/vrienden/kennissen andere familieleden
30%
(schoon)ouders 20%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 10%
Figuur 3 Rela%e van mantelzorgers ten opzichte van mantelzorgontvangers
0% 65-69
70-74
75-79 80-84 leeftijd in jaren
man-mantelzorg geven man-mantelzorg krijgen
85-89
90-94
vrouw-mantelzorg geven vrouw-mantelzorg krijgen
Behoee aan (meer) hulp Figuur 1 Percentage 65-plussers dat het afgelopen jaar mantelzorg hee$ gegeven of ontvangen, naar lee$ijd en geslacht
Elf procent van de zelfstandig wonende ouderen in Hollands Midden hee' behoe'e aan (meer) hulp. De hel' van deze mensen ontvangt al hulp van een professionele zorgverlener, mantelzorger, vrijwilliger of iemand anders, de andere hel' ontvangt (nog) geen hulp. De meesten van hen (zowel degenen die al hulp ontvangen als die nog geen hulp ontvangen) hebben behoe'e aan (meer) hulp in de huishouding (tabel 4).
huishoudelijke hulp begeleiding en/of vervoer regeling geldzaken/administratie gezelschap, troost klaarmaken warme maaltijd medische verzorging persoonlijke verzorging anders
Tabel 4 Percentage 65-plussers dat (meer) hulp wenst bij verschillende ac%viteiten meer hulp gewenst bij:
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
Figuur 2 Meest voorkomende vormen van mantelzorg bij 65-plussers die momenteel mantelzorg ontvangen
Mantelzorg geven In deze regio hee' 11% van de ouderen aangegeven dat zij mantelzorg hebben gegeven in het afgelopen jaar. Dit komt neer op circa 12.000 mensen in de lee'ijd van 65 jaar en ouder. Ruim 7 op de 10 mensen (73%) die het afgelopen jaar mantelzorg gaven, geven deze zorg nu nog. Het percentage vrouwelijke ouderen dat mantelzorg gee$, daalt met de lee'ijd (figuur 1). Bij de mannen s5jgt het percentage mantelzorgers juist met de lee'ijd, om na 89-jarige lee'ijd pas te dalen.
soort hulp
%
huishouding vervoer, begeleiding gezelschap, troost, afleiding geldzaken, administra5e andere zaken persoonlijke verzorging warme maal5jden medische verzorging verzorging van huisgenoot
7,5 2,8 2,1 1,9 1,4 1,3 1,1 1,0 1,0
totaal
10,8
N.B. Respondenten konden meerdere antwoorden aankruisen
Aan ouderen die behoe'e hebben aan (extra) hulp is gevraagd waarom zij de hulp nu niet of onvoldoende krijgen. De belangrijkste reden is dat hij of zij geen echtgenoot, echtgenote of partner hee' die deze hulp kan bieden (figuur 4). Ook wil men partner, familie, buren, et cetera niet al5jd om (extra) hulp vragen. De meeste ouderen met een behoe'e aan (extra) hulp, willen hulp krijgen van een professionele zorgverlener (48%), gevolgd door een vrijwilliger (23%), kinderen of andere familieleden, buren, vrienden (20%) en de partner (10%).
Van de ouderen die op dit moment mantelzorg geven, gee' één op de zeven (14%) aan behoe'e te hebben aan hulp in verband met hun werkzaamheden als mantelzorger. De hel' hiervan hee' behoe'e aan informa5e en advies; daarnaast is er behoe'e aan een vervanger, emo5onele steun, ontspannende ac5viteiten of belangenbehar5ging. Eén op de 5en 65-plussers hee' het afgelopen jaar mantelzorg ontvangen, één op de negen hee' mantelzorg gegeven. Tot 80 jaar geven vrouwen vaker mantelzorg dan mannen. Boven de 80 jaar s5jgt het aantal vrouwen dat mantelzorg ontvangt sterk. Eén op de zeven mantelzorgers hee' behoe'e aan ondersteuning.
Elf procent van de ouderen in Hollands Midden hee' behoe'e aan (meer) hulp. De voornaamste redenen dat zij deze hulp nog niet krijgen, zijn omdat zij geen partner hebben die deze hulp kan bieden en dat zij familie of bekenden niet kunnen of willen vragen. Bijna de hel' van de mensen die (meer) hulp wil, wil deze hulp bij voorkeur van een professionele zorgverlener.
Mantelzorg wordt het vaakst verleend door kinderen, schoonzoon of schoondochter, gevolgd door de partner (figuur 3). Van de ouderen die nu nog mantelzorg ontvangen, geven vier op de 5en aan die zorg van een huisgenoot te ontvangen (dit zal meestal de partner zijn). 4
geen echtgenoot/partner die deze hulp kan bieden wil geen (extra) hulp vragen aan partner, familie, vrienden weet niet waar deze hulp aan te vragen is wil geen onbekenden in huis weet niet dat deze hulp aan te vragen is geen familie, buren of vrienden die deze hulp kunnen bieden staat op wachtlijst voor deze hulp niemand in de omgeving kan deze hu lp regelen kan (de eigen bijdrage voor) deze hulp niet betalen aanvraag voor deze hulp is afgewezen andere reden 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
Figuur 4 Redenen waarom 65-plussers de extra hulp die zij wensen, nu niet of onvoldoende krijgen
Gezin, burgerlijke staat, opleiding, rondkomen en etniciteit
Geografische verschillen
In Midden-Holland en Zuid-Holland Noord wordt evenveel Mensen die alleenstaand zijn (waaronder bijvoorbeeld wedu- gebruik gemaakt van mantelzorg (door 10% van de ouderen). In de meeste gemeenteclusters ligt het percentage gebruikers wen/weduwnaars) of samen met ‘anderen’ wonen, ontvangen vaker mantelzorg dan mensen die met een partner wonen van mantelzorg rond de 10% (kerncijfertabel). In Hillegom/ (kerncijfertabel). Dit wordt slechts ten dele verklaard door de Lisse ligt dit percentage fors lager (5%), in Katwijk hoger (16%). gemiddeld hogere lee'ijd van de alleenstaanden. Ook qua opleidingsniveau zijn er verschillen: respondenten met een Het percentage 65-plussers dat mantelzorg gee', verschilt lage opleiding ontvangen vaker mantelzorg dan mensen met ook niet tussen Midden-Holland en Zuid-Holland Noord (11%). een middelhoge of hoge opleiding. Dit komt doordat mensen Alleen in Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten wordt er gemet een lage opleiding vaker chronische ziekten hebben. Als middeld meer mantelzorg gegeven, in Teylingen minder mensen moeite hebben om rond te komen van hun inkomen, (kerncijfertabel). ontvangen zij vaker mantelzorg dan mensen die geen moeite hebben om rond te komen. Ook hier ligt de verklaring in het feit dat mensen die moeite hebben met rondkomen, vaker Trend hulp (mantelzorg) aan een chronische ziekte lijden. Er is geen (significant) verZowel in Zuid-Holland Noord als in Midden-Holland is het perschil in het ontvangen van mantelzorg tussen autochtone, westers allochtone en niet-westers allochtone respondenten. centage 65-plussers dat mantelzorg ontvangt in 2009 gedaald ten opzichte van 2005 (tabel 5). Deze daling is in de meeste Mensen met een lagere opleiding geven minder vaak mantel- gemeenten zichtbaar. Het percentage ouderen dat mantelzorg dan gemiddeld, mensen met een hogere opleiding juist zorg gee$, is licht gedaald. Deze daling is significant in Zuidvaker (kerncijfertabel). De gezinssamenstelling, burgerlijke Holland Noord (met name in de gemeente Teylingen). In Midstaat, etniciteit en het inkomen van 65-plussers zijn niet van den-Holland is de daling met name zichtbaar in Gouda. invloed op het geven van mantelzorg. Het percentage ouderen dat mantelzorg ontvangt, is tussen Omdat ouderen met een lage sociaaleconomische status 2005 en 2009 gedaald. Ook het percentage mantelzorgers (lage opleiding of moeite met rondkomen) vaker aan chrois (in iets mindere mate) gedaald. nische ziekten lijden, ontvangen zij vaker mantelzorg dan ouderen met een hoge sociaaleconomische status. Ouderen met een lagere opleiding geven daarentegen minder vaak mantelzorg. Alleenstaanden ontvangen vaker mantelzorg dan gehuwden of samenwonenden.
5
Tabel 5. Trends in het ontvangen en geven van mantelzorg (in het afgelopen jaar) door 65-plussers mantelzorg ontvangen
Regio’s en gemeenten Zuid-Holland Noord Leiden Alphen aan den Rijn Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten Kaag en Braassem/Nieuwkoop/Rijnwoude/Zoeterwoude Katwijk Noordwijk/Noordwijkerhout Teylingen Hillegom/Lisse Midden-Holland Gouda Bodegraven-Reeuwijk Boskoop/Waddinxveen Krimpenerwaard Zuidplas
mantelzorg geven
2005
2009
2005
%
%
%
2009 %
14 15 11 15 14 17 14 11 13
10 9 9 9 9 16 7 13 5
13 14 11 17 13 11 10 17 10
11 10 11 14 11 10 10 5 11
2005
2009
2005
2009
15 14 16 14 17 16
10 10 7 10 11 10
13 15 12 12 11 17
11 10 12 11 13 11
vetgedrukt = significant verschil met voorgaande peiljaar
DEEL 3 INFORMATIEBEHOEFTE Aan de respondenten is gevraagd in hoeverre zij behoe'e hebben aan informa5e of hulp met betrekking tot bepaalde gezondheidsaspecten. Bijna één op de vijf ouderen zegt behoe'e te hebben aan informa5e, bijna één op de 5en aan hulp (kerncijfertabel). Deze behoe'e is onaOankelijk van de lee'ijd. Vrouwen hebben iets vaker behoe'e aan informa5e dan mannen, maar zij hebben even vaak behoe'e aan hulp. De grootste behoe'e aan informa5e en hulp ligt op de gebieden ‘nachtrust/slaapproblemen’ en ‘afvallen’ (figuur 5). Ruim 6% van de 65-plussers wil informa5e over nachtrust/ slaapproblemen, 2% wil hulp. Dit komt in Hollands Midden neer op bijna 7.000 personen die informa5e willen en ruim 2.000 personen die hulp willen op dit gebied.
Gezin, burgerlijke staat, opleiding, rondkomen en etniciteit Alleenstaande ouderen (zoals gescheiden ouderen en weduwen/weduwnaars) hebben vaker behoe'e aan informa5e of hulp bij bepaalde gezondheidsaspecten dan gemiddeld; ouderen met een partner (gehuwden of samenwonenden) minder vaak (kerncijfertabel). Het opleidingsniveau van de respondenten is niet van invloed op de informa5ebehoe'e. Ouderen met een laag opleidingsniveau hebben wel meer behoe'e aan hulp, met name over omgaan met eenzaamheid en over gezonde voeding. Bij niet-westerse allochtonen en mensen die moeite hebben met rondkomen is de behoe'e aan informa5e of hulp beduidend groter dan gemiddeld. Mensen die moeite hebben met rondkomen, hebben met name vaker aangegeven informa5e te willen over omgaan met angsten of depressie en over het verbeteren van woonomstandigheden. Daarnaast willen ze rela5ef vaak hulp bij gezond eten en het verbeteren van woonomstandigheden. De groep niet-westers allochtone
Bijna één op de vijf ouderen in Hollands Midden hee' behoe'e aan informa5e, bijna één op de 5en aan hulp met betrekking tot gezondheidsonderwerpen. Met name informa5e of hulp bij ‘nachtrust/slaapproblemen’ en ‘afvallen’ is gewenst.
nachtrust, slaapproblemen afvallen gezonde voeding beweging verbeteren woonomstandigheden verminderen stress/spanning diabetes mellitus omgaan met eenzaamheid omgaan met depressie omgaan met angsten stoppen met roken verminderen alcoholgebruik SOA of aids 0%
1%
2%
behoefte aan informatie
3%
4%
5%
6%
behoefte aan hulp
Figuur 5 Gezondheidsonderwerpen waarover respondenten informa%e of hulp zouden willen ontvangen
6
7%
ouderen is te klein om per onderwerp betrouwbaar te kunnen vergelijken met de overige inwoners van Hollands Midden.
meeste gemeenteclusters is deze behoe'e vergelijkbaar. In de Krimpenerwaard is de behoe'e aan informa5e iets lager dan gemiddeld. In Bodegraven-Reeuwijk en Kaag en Braassem/Nieuwkoop/Rijnwoude/Zoeterwoude is de behoe'e aan hulp lager dan gemiddeld, in Gouda is dit hoger.
Alleenstaanden, niet-westerse allochtonen en mensen die moeite hebben met rondkomen hebben het meeste behoe'e aan informa5e of hulp rondom hun gezondheid.
Trend informaebehoee De behoe'e aan gezondheidsinforma5e is in 2005 niet (of niet op iden5eke wijze) nagevraagd in Zuid-Holland Noord en Midden-Holland. Trends kunnen daarom niet worden weergegeven.
Geografische verschillen Zowel in Zuid-Holland Noord als in Midden-Holland hee' bijna één op de vijf respondenten behoe'e aan informa5e en bijna één op de 5en aan hulp (kerncijfertabel). In de
7
Kerncijfers zorggebruik, hulp en informaebehoee 2009 65-plussers fysiotherapie afgelopen jaar
tandarts afgelopen jaar
GGZ/AMW afgelopen jaar
thuiszorg afgelopen jaar
behoee aan informae over gezondheid
behoee aan hulp over gezondheid
% 67 53
% 28 26
% 53 52
% 4,8
% 18
% 10
% 11
% 18
% 9
Regio Zuid-Holland Noord Midden Holland
85 83
53 55
26 27
53 51
5,2 3,8
18 18
10 10
11 11
19 18
9 10
Gemeentecluster Alphen aan den Rijn Bodegraven-Reeuwijk Boskoop/Waddinxveen Gouda Hillegom/Lisse Kaag en Braassem/Nieuwkoop/ Rijnwoude/Zoeterwoude Katwijk Krimpenerwaard (5 gemeenten) Leiden Leiderdorp/Oegstgeest/Voorschoten Noordwijk/Noordwijkerhout Teylingen Zuidplas
85 82 80 84 83 81 88 83 84 85 87 87 84
55 57 52 60 54 49 51 52 49 59 58 42 54
24 23 27 31 25 24 27 26 26 26 28 23 26
52 50 52 51 52 43 46 50 51 65 64 56 49
5,9 2,0 4,0 4,5 4,4 3,6 8,1 4,0 4,1 6,7 4,7 4,0 3,5
16 10 18 21 17 14 21 18 22 16 18 17 18
9 7 10 10 5 9 16 11 9 9 7 13 10
11 12 11 10 11 11 10 13 10 14 10 5 11
21 18 19 19 18 17 16 15 22 16 22 14 19
7 6 9 12 11 6 13 10 9 10 13 8 8
Leeijd 65-74 jaar 75-94 jaar
81 88
51 57
26 27
62 40
4,2 5,5
7 32
5 16
12 9
19 17
9 10
Geslacht man vrouw
81 86
55 53
22 30
53 52
3,4 5,9
9 25
5 13
9 12
16 20
8 10
Gezinssamenstelling twee partners alleenstaand anders
82 89 83
53 56 42
25 29 24
57 45 45
3,8 6,9 3,9
9 36 9
6 16 13
11 10 13
17 21 19
7 14 11
Burgerlijke Staat gehuwd, samenwonend nooit gehuwd geweest gescheiden, gescheiden levend weduwe/weduwnaar
82 82 86 89
53 53 54 55
25 30 28 28
56 56 63 38
4,0 7,2 8,5 5,9
9 27 25 39
6 12 9 19
11 10 11 9
17 15 24 21
8 11 16 13
85 84 84 82
51 53 55 57
25 27 24 27
30 54 60 77
5,2 4,8 4,7 4,1
29 15 15 9
15 8 8 6
9 9 13 16
17 19 20 16
12 9 8 7
83 87
54 55
26 30
54 40
4,7 5,9
17 28
9 13
11 9
17 30
8 22
84 83 88
53 57 59
26 29 27
52 61 47
4,5 8,3 7,5
18 17 17
9 10 14
11 9 9
18 19 36
9 8 27
Etniciteit autochtoon westers allochtoon niet-westers allochtoon
vetgedrukt = significant afwijkend van percentage van Hollands Midden
8
mantelzorg geven
specialistbezoek afgelopen jaar
% 85 84
Opleidingsniveau LO MAVO, LBO HAVO, VWO, MBO HBO, WO Rondkomen geen moeite rond te komen wel moeite rond te komen
mantelzorg ontvangen
huisartsbezoek afgelopen jaar
Nederland (bron: CBS) Hollands Midden