Vogelkrant 39e jaargang
nr. 7
In dit nummer: Uitnodiging vergadering
Verslag vorige vergadering Uitgelicht: de Hooded parkiet De koperwiek. De paardebloem Verslag TT
Aangesloten bij de N.B.v.V. te Bergen op Zoom Opgericht 24 oktober 1961
W17
”” Vogelliefhebbers “““Wieringermeer”
W17
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer december 2010
Koperwiek (Turdus iliacus) Grootte Met 21 cm ongeveer net zo groot als de zanglijster. De spanwijdte ligt tussen de 33 en 35 cm. Gewicht 55-75 gram Habitat Algemene broedvogel die te vinden is in lichte naald- en berkenbossen in Noord-Europa. Nest Het nest heeft veel weg van een merelnest. Het wordt gebouwd in een boom of struiken. Jongen Tussen mei en juli legt de koperwiek in 2 broedsels zo'n 4 tot 6 roodbruin gespikkelde lichtblauwe eieren. Voedsel In de zomer eet hij vooral regenwormen, slakken en insecten. In de winter veel bessen en vruchten. Klank Deze vogel heeft een territoriumzang die varieert van gebied tot gebied. Het bestaat meestal uit herhalingen van knarsende fluittonen, bijvoorbeeld 'truu-truu-truu'. Bij lichte opwinding verandert dat in een zacht klokkend 'gjoek' . Tijdens de najaarstrek in oktober is 's nachts vaak 'tsieh' te horen.
Karakteristieke kenmerken Koperwieken komen in Nederland alleen maar voor als doortrekker en wintergast. Dit betekent dat ze zo ongeveer half oktober arriveren. Koperwieken foerageren in de winter net als de kramsvogel en de zanglijster in liefst wat nattere weilanden. Tijdens strenge winters zien we koperwieken ook vaak op smalle grasstroken langs wegen foerageren. Vaak zijn die grasstroken door het strooizout niet bevroren. Daarnaast wordt de koperwiek langs de kust ook vaak in bossen gezien waar hij het liefste samen met zanglijsters tussen de bladeren scharrelt. Wat over de kramsvogel is verteld geldt voor een groot deel ook voor de koperwiek. In beginsel zijn koperwieken redelijk schuwe lijsters, totdat er sneeuw valt of als de vorst goed doorzet. Dan weten ze de tuinen met bessen en voerplaatsen opeens te vinden. Het maakt de koperwiek dan ook niet uit in wat voor een soort tuin hij is, als er maar bessen en/of voerresten zijn
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer december 2010 De TT2010 is al weer verleden tijd. Ik kan wel zeggen namens ons allemaal een geslaagde tentoonstelling. Het begint natuurlijk op donderdag: het opbouwen van de TT- zaal. Onder leiding van onze opbouwchef Gerrit word alles op zijn plek gezet. De vaste krachten Mark Kok, Bert v/d Beek, Marco Zwier werden deze keer vergezeld door Geert Zwaan. Wederom werd het transport weer verzorgd door de firma Zuidema (bedankt Ben en Frans!). Na enkele strubbelingen met de stellingen stond de show toch weer prachtig klaar om de vogels te kunnen ontvangen. Zonder enkele mensen te bellen werden alle vogels op donderdag avond binnen gebracht! Dit is vast een goed teken voor de vrijdag! De keuring: de heren keurmeesters (A. Plateeuw, A. v/d Voorn, L. Polane en D. Bijlsma) waren keurig op tijd aanwezig. Bij de Tropen klasse was de beslissing al gauw genomen: de Roul Roul moest kampioen worden, wat ook gebeurde met een puntenklassering van 92 punten. Deze vogel was ook aangewezen door Rene als zijn derbyvogel, met als gevolg: Derbykampioen. Rene had ook nog eens de 4 hoogst geklasseerde vogels wat automatisch betekent dat je klassementskampioen bent. Bij de kanaries daarentegen was het wat moeilijker. Meerdere vogels stonden op de nominatie om kampioen te worden. Maar die ene Irish Fancy van Marco Zwier sprong er toch boven uit. Dit vogeltje werd beloont met 93 punten! Tevens bleek dit vogeltje ook de beste van de show te zijn, en ook nog beloont met het Bondskruis. Het moeilijkst werd het bij de parkieten, 3 vogels met 92 punten! Na loting bleek het Grasparkietje van Mart Commandeur aan het langste eind te trekken! Als klap op de vuurpijl werd hij ook nog eens Jeugdkampioen. De andere kampioenen: Stellen kampioen werd Gerrit Boontjes met zijn Halsbanden beiden 91 punten. Ook werd Gerrit kampioen bij de stellen, zijn Pruimekoppen behaalden 3x 90 punten en 1 keer 89 punten. In de overjarige klasse werd het Elegant parkietje van Rud Bouwman kampioen en wel met 92 punten. Als laatste het kampioenschap in de open klasse: een prachtige Groene Kardinaal van Andre de Ruiter, deze vogel werd maar liefst beloont met 93 punten! De jeugd werd ook niet vergeten! Alle jeugdige inzenders zijn prijswinnaars! Nee dit is niet overdreven maar een stimulans voor deze gasten dat ze het volgende ook weer van de partij zijn! De klassering is als volgt: kampioen Mart Commandeur, 2e Edwin v/d Bovenkamp, 3e Rico Beer en de 4e plaats voor Sebastiaan Commandeur. De goed bezochte openingen/prijsuitreiking werd geopend door onze districtsbestuurder Wil Groot. Tijdens deze opening werden Frans Zuidema voor zijn 25 jarig lidmaatschap van de vereniging en Bond en Jaap Aardema voor zijn 25 jarig lidmaatschap van de Bond geridderd met de bijbehorend spelt van de N.B.v.V.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer december 2010 Na de prijsuitreiking werd de zaal geopend en kon een ieder zijn of haar vogels aanschouwen. Ook konden we de prachtige Tombola tafel aanschouwen. Deze zag er weer prachtig uit! Een compliment waard voor Edith. Het verdere verloop van het weekend liep best goed. Vooral de zaterdag werd goed bezocht. Na de sluiting op zondag 16.00 uur werden de vogels al snel uitgegeven. Het opruimen van de zaal werd rond zevenen verricht door Gerrit, Piet, Marco, Bert en de firma Kok. De rest werd opgeruimd de volgende dag. Tevens werd het transport weer verzorgd door Frans Zuidema. Kortom kunnen we weer terug kijken op een prachtige show, een stimulans voor de show voor volgend jaar: ons 50 jarig jubileum!! Een sportieve groet van uw secretaris.
De prijswinnaars
De jubilarissen
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer december 2010
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer december 2010 Prijsverdeling Rud Bouwman:
4x 1e prijs E.K. 4x 2e prijs E.K. Kampioen O.E.K. 1x 1e O.E.K.
Rene v. Tiggelen:
3x 1e prijs E.K. 6x 2e prijs E.K. Kampioen Tropen/Klassement kampioen
Marco Zwier:
2x 1e prijs E.K. 2x 2e prijs E.K. Kampioen Kanaries/Algemeen kampioen
Gerrit Boontjes:
1X 1e prijs E.K. 4x 2e prijs E.K. Kampioen Stellen Kampioen Stammen
Bert v/d Beek:
2x 2e prijs E.K.
Jenne v/d Tuin:
1x 2e prijs E.K.
Mark Kok:
1x 2e prijs E.K.
Mart Commandeur:
Kampioen Parkieten/Jeugd
Jan Meester:
1x 2e prijs E.K.
Cees Verwijs:
1x 1e prijs E.K. 3x 2e prijs E.K.
Geert Zwaan:
1x 2e prijs E.K. 1x 1e prijs O.K.
Andre de Ruiter:
Kampioen O.K. Tot volgend jaar in 2011!!
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer december 2010
De Paardebloem (Taraxacum officinale) De paardebloem behoort tot de grote familie der composieten, ook wel samengesteldbloemigen genaamd. Deze overbekende plant komt voor in wel meer dan 100 soorten! De paardebloem is apogaam, d.w.z. dat het grootste deel van het kiemachtige zaad zonder voorafgaande bevruchting wordt gevormd. In het voorjaar, vanaf eind April worden de graslanden en bermen in bezit genomen door de talrijke paardebloemen, die met hun goudgele bloemen sterk aftekenen tegen het nog frisse groen van het jonge gras. Massaal kan de paardebloem aanwezig zijn. De paardebloem kenmerkt zich door de grote, groene, lancetvormige, getande, platliggende bladeren. De paardebloem kent twee hoofdbloeitijden namelijk eind april/mei en september. Deze plant levert een van de zeer geliefde onkruidzaden voor onze Europese Cultuurvogels. De opvallende goudgele bloemen, ook wel pisbloemen genoemd, staan op een holle stengel. Wanneer we de stengel afbreken, blijkt deze melksap te bevatten. De bloemstengels worden tussen de 10 en 40 cm hoog. Als de goudgele bloemen uitgebloeid zijn, sluiten de bloemknoppen zich om het zaad en het zaadpluis te vormen. Direct na het sluiten van de bloemknop zien we bovenaan nog de gele flos van de bloemkleur. In korte tijd zal deze flos grijs van kleur worden. Hierna zal de knop zich opnieuw openen en krijgen we de bekende grijze bol met zaadpluis te zien. Het rijpe zaad wordt, gedragen door het zaadpluis, door de wind verspreid in de omgeving op zoek naar een nieuwe plaats om te ontkiemen. Voor onze vogels oogsten we de paardebloemen, nadat de flos de grijze kleur aangenomen heeft en voordat de knop zich opnieuw opent. Bij een massaal aanbod van paardebloemen kunnen we deze met open vingers talrijk oogsten. De paardebloem blijft ook in geoogste toestand maar een beperkte tijd leverbaar aan onze vogels, omdat het rijpingsproces zich gewoon voortzet en de zaadpluis bollen zich gaan vormen. De knoppen die over zijn, kunnen in de diepvries bewaard bewaart worden. Als we deze willen voeren aan onze vogels, als er buiten in het veld geen knoppen meer voorradig zijn, geven we deze knoppen in beperkte mate en in nog bevroren toestand! Een groot deel van het broedseizoen kunnen we, soms met enige moeite, beschikken over de verse paardebloemknoppen die door zeer veel vogels gewaardeerd worden. Van de paardebloem wordt algemeen beweerd dat zij bloedzuiverend werkt en de broeddrift stimuleert! Bloeitijd: Hoofd bloeitijden eind april/mei en augustus. Oogsttijd: Vlak voordat de zaadknoppen open gaan om hun zaad en pluis te verspreiden. Vindplaats: Weilanden en bermen. Vogels: Sijs, kneu, groenling, putters, geelgors, goudvink, barmsijs, Europese kanarie, edelzangers, kardinalen, prachtvinken, appelvinken, roodmussen, saffraanvinken en zeer veel parkietensoorten.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer december 2010 Hooded parkiet (Psephotus chrysopterygius dissimilis) De hooded parkiet is de laatste jaren in de Australische liefhebberij een zeer gewaardeerde soort geworden. Het is echter niet altijd gemakkelijk om goede paren te krijgen. Als u dit niet lukt, moet u jonge, niet uit gekleurde vogels uitzoeken. Hopelijk klikt het als ze tussen 12 en 16 maanden op kleur zijn. Het is vaak moeilijk om een passende partner te vinden voor losse volwassen hoodeds. Zowel de hooded als de goudschouder groeien in populariteit. Het aantal mensen dat problemen heeft met deze vogels is echter zorgwekkend. Voor deze soorten gaat het oude gezegde dat er geen vaste regels zijn in de vogelliefhebberij in het geheel niet op. U moet vasthouden aan strikte basisregels, anders zullen uw resultaten zeer beperkt zijn. Beide soorten moeten twee keer per jaar worden ontwormd, maar niet tijdens de rui. Want dan loopt u kans dat alle aangroeiende vlieg- en staartveren uitvallen. Dit lijkt echter geen blijvende schade op te leveren omdat er gewoon weer nieuwe komen.
Huisvesting Er mag slechts één paar hoodeds in een volière worden ondergebracht en er mogen geen andere soorten bij. De volières moeten volledig zijn overdekt opdat de vogels, en vooral de jongen, geen last hebben van slecht weer. Een ideaal onderkomen is 3 m lang, 1 m breed en 2 m hoog. Meer lengte is verspilling van tijd, materiaal en inspanning. Langere vluchten laten hoodeds teveel snelheid opbouwen, hetgeen fataal kan zijn voor jonge vogels of in de nacht. Een degelijk onderdak moet minstens een derde van de totale lengte beslaan om schaduwen bescherming te bieden. Het overblijvende deel moet volledig zijn bedekt met half doorschijnend of doorschijnend materiaal. De tussenwanden moeten dicht of van dubbel gaas zijn. De betonnen bodem is bedekt met een redelijke laag rivierzand of iets dergelijks. Deze vogels graven graag. Ook andere in dit boek genoemde punten zijn van toepassing, zoals de richting van de volières, schoonhouden, tocht en vocht. Voeding Veel voedingsbestanddelen die al eerder zijn genoemd zijn ook geschikt voor hoodeds en goudschouders. Zaadmengsels moeten eenvoudig worden gehouden, b.v. kanariezaad, Franse witte millet en gepelde haver. Van deze laatsten én gestreepte zonnepitten geef ik de helft in vergelijking met het mengsel kleine zaden. Groen wordt erg op prijs gesteld, vooral groene erwten. Als er zadende grassen zijn moet u die altijd geven. Een mengsel van gekiemde zaden ideaal. Calcium is noodzakelijk voor het welzijn van ouders en jongen; deze vogels schijnen daar veel van nodig te hebben. Sepia en grit moeten altijd beschikbaar zijn. Als ze niet aan de sepia komen moet u dat op een andere plek zetten of in stukken breken. Als alternatief kunt u calciumblokken in het drinkwater gebruiken.
Vogelkrant Vogelliefhebbers Wieringermeer december 2010 Kweek In de natuur broeden hoodeds in het droge seizoen, in de Australische volières meestal tussen februari en september. De balts is bij hooded en goudschouder gelijk. De mannen zetten hun voorhoofdsveertjes op tot smalle kuifjes. Ze zetten hun borst op en paraderen trots rond hun poppen. Hoodeds en goudschouders leggen gemiddeld vier tot zes eieren. De broedduur ligt rond 20-25 dagen. Alleen de pop broedt; ze wordt gevoerd door de man. De jongen vliegen na ongeveer vijf weken uit en zijn 10 tot 20 dagen daarna zelfstandig. Ze moeten zo snel mogelijk bij de ouders worden weggehaald, direct als u ze uit de zaadbak ziet eten. Agressieve ouders, vooral de mannen, moeten goed in de gaten worden gehouden. Jonge hooded-mannen zijn te herkennen aan hun helderblauwe wangvlekken. Ze zijn rond 18 maanden op kleur; nog niet uitgekleurde mannen hebben echter al wel jongen gehad. Hoewel ze in de natuur in termietenheuvels broeden, accepteren ze in de volière wel nestkasten. De geïsoleerde - nestkamer moet net groot genoeg zijn voor de pop en haar jongen. Een als zeer succesvol ervaren blok heeft een buitenkast van 30 cm lang, 20 cm breed en 20 cm hoog. De binnenkamer is 15 x 15 x 15 cm en heeft geen ventilatiegaten; de ingangstunnel laat voldoende lucht toe. De ruimte tussen de twee kasten wordt volgespoten met polystyreen of ander isolatiemateriaal. Elke kast heeft een eigen deksel en een pijp van 15 cm lang geeft toegang tot de nestkamer. Hiervoor is een stuk pvc-buis zeer geschikt; dit moet van binnen ruw gemaakt worden om de vogels grip te bieden. Dit moet ongeveer 6 cm in doorsnee zijn; ze moeten er net doorheen kunnen. Hoewel deze kast zeer succesvol is voor hoodeds beveel ik waar mogelijk toch verwarmde kasten aan, vooral in koelere klimaten. Deze vogels komen uit gebieden waar de temperatuur het hele jaar door zelden onder 30°C komt. De luchtcirculatie verloopt alleen via. hun tunnels in de termietenheuvels. Dat is de reden waarom hoodeds hun nest voor langere tijd kunnen verlaten. De hitte die wordt ontwikkeld binnen een levende termietenheuvel is voldoende om de eieren warm te houden. In de volière gebruikt u verkruimelde aarde van een boom termietennest of verrot hout als nestmateriaal. Dit wordt een paar dagen in water geweekt, daarna uitgeknepen en in een laag van ongeveer 5 cm in het blok gedaan. Word niet ongerust als het grootste deel ervan eruit wordt gegooid. Na elk legsel moet de nestkast worden schoongemaakt en het nestmateriaal vervangen. Ze kunnen op elke hoogte vanaf 1 m worden opgehangen. De vogels schijnen rustiger te zijn als de nestkast naar de voorkant van de volière is gericht omdat ze dan naderend gevaar zien aankomen. Samenvattend: controleer uw vogels elke morgen en elke avond en wees nooit bang om de nestkasten te inspecteren. Loop regelmatig uw volières in en verwerf het vertrouwen van uw vogels. Als u wilt dat ze goed zijn voor u moet u goed zijn voor hen. Als een vogel ziek wordt moet u hem onmiddellijk behandelen of naar een vogelarts brengen - wacht niet af of de toestand zich verbetert. Hou gedetailleerde gegevens bij van alle gebeurtenissen in uw volières omdat deze informatie in latere jaren van onschatbare waarde zal blijken.
Tot slot: het houden en verzorgen van deze vogels is niet gemakkelijk, hoewel er uitzonderingen zijn. U moet hen geven wat ze nodig hebben, anders zult u nooit een succesvolle kweker van hooded of goudschouderparkieten worden.