VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
COMMERCIEEL WEBVERKEER
Derde graad TSO Derde leerjaar
Licap - Brussel D/2001/0279/057
-
september 2001
ALGEMENE INHOUD
LESSENTABEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
ALGEMEEN DEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
TOEGEPASTE INFORMATICA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
17
Algemene inhoud D/2001/0279/057
3
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
Lessentabel Zie website: www.vvkso.be
COMMERCIEEL WEBVERKEER Derde graad TSO - Derde leerjaar
ALGEMEEN DEEL
D/2000/0279/057
Algemeen deel D/2001/0279/057
7
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
INHOUD
HET CONCEPT VAN DERDE LEERJAREN VAN DE DERDE GRAAD TSO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
2
STUDIEPROFIEL ‘COMMERCIEEL WEBVERKEER’ . . . . . . . . . . . . . . . .
9
3
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
13
5
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . .
13
1
Algemeen deel D/2001/0279/057
8
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
1
HET CONCEPT VAN DERDE LEERJAREN VAN DE DERDE GRAAD TSO
Het onderstaand uittreksel komt uit de tekst van de Vlor-afdeling TSO/BSO van 14 oktober 1994. Specialisatiejaren TSO zijn een verdieping van een bepaald onderdeel van de leerstof van de derde graad. Zij hebben een rechtstreekse koppeling naar tewerkstelling in bedrijven of instellingen. Zij bouwen voort op de kennis die de leerlingen verworven hebben in de derde graad. De specialisatiejaren kunnen wel vrij eng of vrij breed zijn. De link naar tewerkstelling heeft belangrijke kwalitatieve consequenties. Die hogere kwaliteitseisen passen trouwens in een maatschappelijke tendens om in algemene zin hogere opleidingsvereisten te stellen. De derde leerjaren van de derde graad kunnen in een aantal sectoren een middel zijn om daaraan tegemoet te komen. Door het volgen van een derde leerjaar van de derde graad (en de erin opgenomen stages of andersoortige aanwezigheid in bedrijven) hebben de afgestudeerden een grotere kans op tewerkstelling of krijgen zij grotere troeven op de arbeidsmarkt. Specialisatie is een rekbaar begrip. De specificiteit zal gedeeltelijk afhankelijk zijn van de betreffende sector of deelsector. De kwalitatieve invulling van derde leerjaren van de derde graad moet geregeld door de sectorcommissies worden geëvalueerd. De hoge kwaliteitseisen vragen op hun beurt adequate uitrusting en goed voorbereide lesgevers. Men moet hieruit afleiden dat de specialisatiejaren niet voorbereiden op het hoger onderwijs. Ze hebben dus als doelpubliek "finalisten van het secundair onderwijs". Dit belet niet dat een leerling toch de smaak voor het hoger onderwijs in zo'n jaar zou te pakken krijgen. Een belangrijke doelstelling, zo niet de belangrijkste, is in ieder geval jonge mensen een betere instap in de tewerkstellingswereld verzekeren. Negatief kunnen we het zo stellen: de specialisatiejaren kunnen geen heroriënteringfunctie hebben. Dit laatste veronderstelt immers dat de leerlingen in dit leerjaar met een ander beroepsprofiel zouden kennis maken. Deze leerjaren kunnen ook geen actualiseringfunctie hebben in opgedane kennis. Het zou ongerijmd zijn verouderde technieken te gebruiken in de tweede en de derde graad om in het derde leerjaar van de derde graad dan alle nieuwe technologieën aan te leren. Zowel de heroriëntering als de actualisering horen normalerwijze thuis in het gewone deeltijds volwassenenonderwijs of onderwijs voor sociale promotie. Specialisatiejaren kunnen tenslotte ook geen vervolmakingfunctie vervullen. Hierdoor zouden we erkennen dat de eigenlijke studieduur van het secundair onderwijs zeven leerjaren omvat. Dit mag nooit de bedoeling zijn. De vormingscyclus moet "afgerond" zijn aan het einde van het tweede leerjaar van de derde graad.
2
STUDIEPROFIEL ‘COMMERCIEEL WEBVERKEER’
De informatiemaatschappij waarbinnen we leven, ontwikkelt zich voortdurend verder. Informatieen communicatietechnologie hebben een impact op elk aspect van het maatschappelijk leven. Het handelsverkeer ontsnapt daar niet aan, wel integendeel. Ondernemingen hebben een website en een emailadres, verkopen vaak reeds via het Internet. Gaandeweg bewandelen ze de weg van e-business. E-business houdt in dat men de hele organisatie herdenkt om na te gaan waar de technologie het verschil kan maken.
Algemeen deel D/2001/0279/057
9
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
Men gaat binnen elk deel van de bedrijfsprocessen na hoe technologie veranderingen op het vlak van efficiëntie en kostenbeheersing kan meebrengen. Het opzetten en onderhouden van commerciële websites, het betrachten van betere relaties met klanten, ondersteuning bieden aan wie erom vraagt via helpdesks, zijn duidelijke voorbeelden van de implementatie van internettechnologieën. Zowel in B2B (business-to-business) als in B2C (business-to-consumer) kunnen we de invloed van het Internet niet meer negeren. Het volstaat te verwijzen naar media en gespecialiseerde tijdschriften om overtuigd te raken van de overdonderende impact van deze nieuwe manier van handel drijven. Zelfs al zijn de online-verkopen nog niet zo spectaculair, in de relaties detailhandel - groothandel - distributiebedrijven en producenten is het Internet niet meer weg te denken. Meer en meer wordt webadvertentie als een normaal reclamemiddel gebruikt, waarbij de meerwaarde ervan als concurrentieel voordeel niet meer betwist wordt. Dit specialisatiejaar richt zich tot afgestudeerden uit het secundair onderwijs, en meer bepaald tot deze van de studierichting Informatica(beheer).
3
BEGINSITUATIE
Het fundamenteel gedeelte van de lessentabel van het eerste en tweede leerjaar van de derde graad van de studierichting Informatica(beheer) TSO bevat onder meer volgende belangrijke componenten: Vak
1ste lj.
2de lj.
Talen Nederlands Frans Engels
3 3 2
3 3 3
Toegepaste economie Bedrijfseconomie
2
2
Toegepaste informatica
10
8
Stages/seminarie Toeg. Inf.
0
2
In alle taalvakken spelen interactief-communicatieve vaardigheden een grote rol naast de bestudering van de voor het vakgebied specifieke woordenschat en teksten. In het vak Bedrijfseconomie wordt aandacht besteed aan ‘Het commercieel beleid’. Het hoofdvak Toegepaste informatica rust op 4 pijlers: administratie en logistiek, beheer van computersystemen en netwerken, gebruik en beheer van kantoorpakketten, software-ontwikkeling. In elk van deze pijlers zit een component die rechtstreeks of onrechtstreeks te maken heeft met commercieel webverkeer.
Algemeen deel D/2001/0279/057
10
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
In het specialisatiejaar specialiseren de leerlingen zich in commercieel webverkeer voortbouwend op de hiervoor opgesomde componenten en met als basis de technologische kennis die ze reeds opgedaan hebben in het vak Toegepaste informatica. Bij de algemeen cognitieve vorming wordt vooral aandacht besteed aan de toekomstige werkomgeving. Hierdoor wordt een specialistische verbreding en verdieping gewaarborgd. Zo wordt in de taalvakken de nadruk gelegd op een praktisch taalgebruik. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan een geïntegreerde specifieke juridische vorming, een gerichte administratieve ondersteuning, typische softwarepakketten en webtoepassingen. Bij de attitudevorming ligt de klemtoon op een uitdieping en verbreding van de persoonlijkheidskenmerken, met de nadruk op assertiviteit, creativiteit en flexibiliteit.
Algemeen deel D/2001/0279/057
11
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
Derde graad INFORMATICA(BEHEER) Eerste en tweede jaar Talen
Interactiefcommunicatieve vaardigheden Vakspecifieke woordenschat en teksten
Derde graad INFORMATICA(BEHEER) Toegepaste economie
Commercieel beleid
COMMERCIEEL WEBVERKEER
Toegepaste informatica
Beheer van computersyste-men en netwerken
Administratie en logistiek
Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
Software ontwikkeling
Algemeen deel D/2001/0279/057
Kantoorpakketten
12
Commercieel webverkeer 3de graad TSO- 3de leerjaar
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Een leerling die dit zevende jaar verlaat, moet een commerciële website kunnen uitbouwen en onderhouden, rekening houdend met zowel technische als commerciële aspecten. Hij/zij moet hierbij een aangepast taalgebruik hanteren, de website in een geschikte grafische vorm gieten, met andere woorden de mens-machine-interactie optimaliseren. Hiervoor moet de leerling op de hoogte zijn van de betrokken wetgeving, e-commerce en marketing. Een tweede pijler is het ondersteunen van gebruikers in het domein van commercieel webverkeer. Hiervoor dient hij/zij te beschikken over een grondige technische kennis in verband met webverkeer: hardware-componenten, infrastructuur, netwerktechnologie, beveiliging en datatransport. Hij/zij moet de betrokken hard- en software kunnen installeren en beheren, gebruikers kunnen instrueren over het gebruik en onderhoud van websites en nog veel meer. Om beide bovenstaande elementen mogelijk te maken, is het opvolgen van nieuwe tendensen en ontwikkelingen in de sector een must. De leerling moet een aantal vaardigheden en attitudes ontwikkelen zoals zin voor zelfstudie, zelfredzaamheid en zelfstandig werken. Het werken met cases en opdrachten zorgt voor een brede waaier van contexten die de binding met het bedrijfsleven alleen maar kan bevorderen.
5
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Eerst en vooral dient het Handelskarakter van dit specialisatiejaar ten zeerste benadrukt te worden. Dit betekent dat het technische karakter niet mag primeren. Toegepaste informatica is opgedeeld in verschillende deelvakken. In elk deelvak wordt commercieel webverkeer onder een andere invalshoek bekeken. Het globale na te streven doel wordt per deelvak omschreven in hoofddoelstellingen. De daaropvolgende doelstellingen specificeren dit doel meer in detail en bieden de leraar een leidraad voor de leerinhouden van het deelvak. Het deelvak Commercieel webverkeer neemt binnen Toegepaste informatica een centrale plaats in. Hier worden namelijk de kennis en de vaardigheden die in de andere deelvakken verworven zijn, geïntegreerd toegepast. Dit heeft een invloed op de volgorde waarin de doelstellingen van de andere deelvakken aan bod komen en de grondigheid waarop bepaalde doelstellingen moeten uitgewerkt worden. Commercieel webverkeer is in volle evolutie, zowel wat technische aspecten als economische inzichten betreft. Er worden diverse technologieën gebruikt en de economische inzichten in deze relatief recente discipline verschillen. Daarom moeten kennis en vaardigheden nagestreefd worden die zo weinig mogelijk tijds- en pakketgebonden zijn. De opgedane kennis en vaardigheden moeten transfereerbaar zijn naar andere contexten en situaties. Attitudes als leergierigheid, zelfredzaamheid en een open ingesteldheid ten opzichte van veranderingen in de werkomgeving zijn in dit opzicht zeer belangrijk.
Algemeen deel D/2001/0279/057
12
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
In het leerplan worden hier en daar producent-gebonden termen gebruikt en wordt soms verwezen naar specifieke producten van bepaalde producenten. Dit is onvermijdelijk om de realiteitsnabijheid van het studiejaar te waarborgen. Gebruikte technologieën en de soft- en hardwarecomponenten die deze implementeren zijn immers sterk producent-gebonden. Dit mag echter geenszins de vrijheid van de leraar beknotten. Het staat de leraar steeds vrij om de beschreven doelstellingen te enten op een gelijkaardig product van een andere producent. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat specifieke leerinhouden jaarlijks door de leraar aangepast worden aan de evoluerende technologieën en inzichten met het oog op het bereiken van de hoofddoelstellingen van elk deelvak. Het leerplan moet dan ook gelezen worden als een 'open' leerplan. Dit wil zeggen er worden richtlijnen gegeven zowel wat inhoud als te bereiken niveau betreft, maar de detailinvulling wordt overgelaten aan de leraar(s). Dit laat hen ook toe eigen accenten te leggen. In het leerplan is gepoogd de leerplandoelstellingen te groeperen in een overzichtelijke structuur wat leerinhouden betreft, met andere woorden leerplandoelstellingen met bij elkaar horende leerinhouden zijn samengezet. Deze volgorde impliceert in geen geval een volgorde waarin de leerinhouden daadwerkelijk aan de leerlingen aangeboden worden. Het leerplan schrijft niet voor in welke volgorde de leerplanonderdelen behandeld moeten worden. Vanzelfsprekend moet een goede inhoudelijke samenhang en logische opbouw gerespecteerd worden. Bovendien worden de leerplanonderdelen, waar dit mogelijk is, bij voorkeur geïntegreerd behandeld. Zo kunnen bijvoorbeeld de technologische aspecten van cookies, bots en agents (doelstelling 6.3.2.2) behandeld worden als deze gebruikt worden bij de ontwikkeling van een website (doelstelling 5.3.1.9). Terzelfdertijd kan het nut hiervan voor marketing-doeleinden (doelstelling 3.3.4.16) besproken worden. Sommige leerplandoelstellingen hebben een algemeen karakter. Ze stellen hoge eisen aan de leerling zowel wat kennis, vaardigheden als attitudes betreft. Dergelijke doelstellingen moeten dan ook eerder als einddoelstellingen gezien worden, dit wil zeggen doelstellingen die op het einde van het leerjaar moeten gehaald worden. Een voorbeeld hiervan is doelstelling 6.3.3.9 'Een intranet opzetten en beheren'. Voordat deze doelstelling bereikt kan worden, moeten heel wat kennis en vaardigheden opgedaan worden. Sommige hiervan worden verwoord in andere doelstellingen. Andere doelstellingen hebben een uitgesproken detailkarakter. Ze verwijzen naar aandachtspunten, bijvoorbeeld doelstelling 5.3.2.4 'Weten dat verschillende browsers HTML-code soms anders interpreteren.' Het bereiken van beide types doelstellingen is even belangrijk, al zal het bereiken van de eerste soort veel meer tijd in beslag nemen. In de rubriek 'Sleutelvaardigheden en -attitudes' werden vaardigheids- en attitudedoelstellingen gegroepeerd. Aan attitudevorming en het verwerven van algemene vaardigheden, moet in alle lessen van alle deelvakken aandacht besteed worden. In de detaildoelstellingen van de verschillende vakken werden dergelijke doelstellingen enkel apart opgenomen als deze specifiek zijn voor het deelvak. Zoals reeds vermeld, is commercieel webverkeer in volle evolutie. De terminologie die in de economische sector in dit verband gehanteerd wordt is vaak niet eenduidig: zo betekent bijvoorbeeld e-business niet voor iedereen niet precies hetzelfde. Technologische termen lijden hier soms ook aan, maar in geringere mate. In de context van dit leerplan betekent dit dat sommige doelstellingen voor interpretatie vatbaar zijn. Dit is op Algemeen deel D/2001/0279/057
13
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
zich niet erg, maar waarborgt integendeel de openheid van het leerplan. Voor de leerlingen is het, in het kader van een goede begripsvorming, wel belangrijk dat aan alle termen een eenduidige betekenis wordt gegeven. Bij het begin van het deelvak E-economie wordt bijvoorbeeld de betekenis van enkele termen, zoals ze in dit leerplan gebruikt worden, aangegeven. Veel termen zijn bovendien in het Engels. In dit leerplan worden Nederlandstalige termen gebruikt in zoverre deze gangbaar zijn. Verdeling van de beschikbare lestijden Het onderstaand schema geeft het aantal wekelijkse lestijden dat besteed wordt aan de grote leerplanonderdelen van het vak TV Toegepaste informatica: Leerplanonderdeel
3de leerjaar
Sleutelvaardigheden en -attitudes
*
Commercieel webverkeer
5
E-economie
4
Helpdesk
2
Webtechnologie
3
Mens Computer Interactie
4
Projecten (Complementair gedeelte)
2
Totaal
22
(*) De sleutelvaardigheden en -attitudes dienen in de mate van het mogelijke bij elk leerplanonderdeel aan bod te komen. Het is wenselijk dit schema als richtlijn te gebruiken, vooral gedurende de eerste jaren. Het is immers belangrijk dat het profiel van deze jonge studierichting van meet af aan zo nauwkeurig mogelijk vastgelegd en toegepast wordt. Enkele praktische afspraken met betrekking tot de leerplantekst De minimale leerplandoelstellingen en leerinhouden zijn in romein weergegeven. De uitbreidingsdoelstellingen en -leerinhouden zijn cursief afgedrukt. Indien bij de leerinhouden (rechterkolom) een begrippenlijst voorafgegaan wordt door de omschrijving 'Onder meer', dan betekent dit dat de leraar minimaal alle genoemde begrippen behandelt. Wordt de begrippenlijst voorafgegaan door de omschrijving B ' ijvoorbeeld', dan betekent dit dat hij één of meer van de genoemde begrippen of andere, analoge begrippen behandelt. Bij de leerplandoelstellingen (linkerkolom) verwijst de omschrijving 'spontaan' naar een attitude. Bijvoorbeeld de leerplandoelstelling 'Vlot en efficiënt gebruikmaken van de helpfunctie' verwijst naar een vaardigheid, de
Algemeen deel D/2001/0279/057
14
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
leerplandoelstelling 'Spontaan, vlot en efficiënt gebruikmaken van de helpfunctie' verwijst zowel naar een vaardigheid als naar een attitude.
Algemeen deel D/2001/0279/057
15
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
COMMERCIEEL WEBVERKEER Derde graad TSO - Derde leerjaar
TOEGEPASTE INFORMATICA derde leerjaar: 22 uur/week
D/2000/0279/057
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
17
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
INHOUD 1
ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
2 2.1 2.2
SLEUTELVAARDIGHEDEN EN ATTITUDES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Sleutelvaardigheden en attitudes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
3 3.1 3.2 3.3 3.4
E-ECONOMIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beginsituatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene doelstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Leerplandoelstellingen en leerinhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
22 22 22 23 30
4 4.1 4.2 4.3 4.4
HELPDESK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beginsituatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene doelstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Leerplandoelstellingen en leerinhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
31 31 31 31 32
5 5.1 5.2 5.3 5.4
WEBONTWIKKELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beginsituatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene doelstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Leerplandoelstellingen en leerinhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
33 33 33 33 37
6 6.1 6.2 6.3 6.4
WEBTECHNOLOGIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beginsituatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene doelstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Leerplandoelstellingen en leerinhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
38 38 38 39 46
7 7.1 7.2 7.3 7.4
MENS-COMPUTER INTERACTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beginsituatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene doelstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Leerplandoelstellingen en leerinhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
47 47 47 47 51
8 8.1 8.2 8.3 8.4
COMMERCIEEL WEBVERKEER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beginsituatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene doelstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Leerplandoelstellingen en leerinhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
51 51 51 52 54
9 10 11 12
PROJECTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
54 55 56 58
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
18
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
1
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
De leerlingen 1 verwerven kennis, vaardigheden en attitudes om een commerciële website uit te bouwen rekening houdend met zowel commerciële, wettelijke, taalkundige, vormelijke als technische aspecten; 2 verwerven kennis, vaardigheden en attitudes om deze commerciële website uit te bouwen en te onderhouden op een manier dat deze attractief, klantvriendelijk, veilig en efficiënt is en ook zijn commerciële doel bereikt; 3 zijn in staat en bereid om klanten, werknemers belast met het dagelijks onderhoud, ontwikkelaars en het beleid zowel technisch als administratief-logistiek te ondersteunen; 4 verwerven kennis, vaardigheden en attitudes om een grondige technische kennis te ontwikkelen en te onderhouden in verband met commercieel webverkeer in verschillende deelgebieden: hardwarecomponenten, software, infrastructuur, netwerktechnologie, beveiliging en communicatietechnologie; 5 zijn in staat en bereid nieuwe mogelijkheden te exploreren en de verworven kennis en vaardigheden op didactisch verantwoorde wijze over te dragen aan gebruikers; 6 zijn alert voor efficiënt functioneren en werken spontaan voorstellen uit om bestaande toepassingen of procedures te actualiseren of te optimaliseren; 7 verwerven kennis, vaardigheden en attitudes om bij probleemsituaties het probleem te analyseren en systematisch naar een oplossing te zoeken; 8 ontwikkelen attitudes zoals doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, zelfstandigheid, stressbestendigheid, zin voor werken in teamverband, aandacht voor kwaliteitszorg, aandacht voor eenvormigheid en standaardisatie, kritische instelling, metacognitieve reflectie, open ingesteldheid ten opzichte van veranderingen in de werkomgeving; 9 ontwikkelen belangstelling voor nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied en bereidheid tot permanent leren; 10 brengen aandacht op voor maatschappelijk-ethische implicaties van commerciële computertoepassingen en oordelen genuanceerd over de mogelijkheden en de beperkingen van de informatica.
2
SLEUTELVAARDIGHEDEN EN ATTITUDES
In het leerplan van de derde graad informatica(beheer) werd sterk de nadruk gelegd op het verwerven van vaardigheden en attitudes die niet tijds- of pakketgebonden zijn. Wegens het grote belang hiervan dient dit in het derde jaar van de derde graad opnieuw veel aandacht te krijgen.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
19
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
2.1
Sleutelvaardigheden en attitudes
2.1.1.1
Elk probleem eerst analyseren en eventueel opsplitsen in deelproblemen alvorens over te gaan tot het realiseren van een efficiënte en voor de opdrachtgever aanvaardbare oplossing.
2.1.1.2
Bij het realiseren van een oplossing spontaan, vlot en efficiënt gebruik maken van beschikbare documentatiebronnen. Dit kan onder meer handleiding, on-linehelp, documentatie op het Internet, helpdesk zijn.
2.1.1.3
Zowel zelfstandig als in teamverband aan oplossingen werken.
2.1.1.4
Spontaan aandacht opbrengen voor de onderhoudbaarheid en transfereerbaarheid van oplossingen.
2.1.1.5
Alert zijn voor het correct functioneren van een systeem en geregeld spontaan de nodige aanpassingen doen.
2.1.1.6
De rol van commercieel webverkeer in onze samenleving inschatten.
2.1.1.7
Spontaan gegevens beveiligen tegen ongeoorloofd en foutief gebruik.
2.1.1.8
Aandacht opbrengen voor de hedendaagse evolutie van commercieel webverkeer. Vernieuwingen kritisch beoordelen. Bereidheid ontwikkelen om levenslang te 'leren'.
2.1.1.9
Spontaan aandacht opbrengen voor de wettelijke en maatschappelijke-ethische aspecten van ICT.
2.1.1.10
Bij elke stap in een proces spontaan aandacht hebben voor feedback van de eindgebruiker.
2.1.1.11
Bij communicatie over een uit te voeren taak of een op te lossen probleem, spontaan het taalgebruik aanpassen aan de gesprekspartner.
2.2
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
2.2.1
Onder sleutelvaardigheden en -attitudes worden in deze context vaardigheden en attitudes verstaan die niet aan een bepaald leerplanonderdeel gebonden zijn. Deze vaardigheden en attitudes moeten dan ook worden nagestreefd in elke les.
2.2.2
Bij de verwerving van sleutelvaardigheden en -attitudes speelt de voorbeeldfunctie van de leraar een zeer grote rol. Men kan onmogelijk verwachten van leerlingen dat ze zich vaardigheden en attitudes eigen maken waarvan ze geregeld vaststellen dat de leraar ze niet bezit.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
20
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
2.2.3
Het zelfstandig exploreren door de leerlingen kan een waardevol didactisch alternatief zijn naast de docerende benadering. Wellicht is deze benadering meer tijdsintensief, maar ze kan zeer motiverend zijn, en de zelfwerkzaamheid en het ontdekkend leren worden er door bevorderd. Bovendien kunnen de leerlingen de verworven kennis en vaardigheden overdragen aan hun medeleerlingen via instructie en het maken van samenvattingen. Op zich vaardigheden die in doelstellingen voorkomen van het deelvak Helpdesk.
2.2.4
In het kader van teamwerk kunnen verschillende leerlingen(groepen) een deeloplossing van een gegeven probleem realiseren, en deze vervolgens samenbrengen tot een correct functionerend geheel.
2.2.5
Geschikte gelegenheden om de maatschappelijk-ethische problematiek ter sprake te brengen doen zich vaak voor naar aanleiding van actuele gebeurtenissen of evoluties.
2.2.6
Ook tijdens de informaticalessen dient de privacywet gerespecteerd te worden, onder meer met betrekking tot het werken met gegevensbestanden.
2.2.7
Ten gevolge van de snelle evolutie binnen de informatica zal er geen gebrek zijn aan nieuwe tendensen en ontwikkelingen in computerapparatuur en in de wijze waarop deze de bedrijfscontexten wijzigen. De leraar dient daarom voldoende aandacht te hebben voor de actualiteit, onder meer via vakliteratuur en populaire wetenschappelijke tv-programma's.
2.2.8
Men kan de evolutie opvolgen door een abonnement te nemen op vaktijdschriften, door gespecialiseerde beurzen te bezoeken, door seminaries en studiedagen te volgen, door bedrijfsbezoeken te organiseren en door de berichtgeving via de elektronische media (radio, tv, Internet) te volgen.
2.2.9
Het volstaat niet tijdschriften aan te kopen of zich er op te abonneren, men moet er de leerlingen ook effectief iets mee laten doen. Als werkvorm kan men de leerlingen van relevante artikels uit kranten en tijdschriften de gebruikte terminologie laten verklaren, de inhoud in enkele lijnen duiden en de resultaten beschikbaar maken voor de andere leerlingen. Bovendien kunnen ze op geregelde tijdstippen de informatie actualiseren.
2.2.10
Veel activiteiten impliceren zelfstandige activiteiten van de leerlingen. Vanzelfsprekend is het niet mogelijk dat alle leerlingen steeds gelijktijdig met hetzelfde bezig zijn. Een waardevolle werkvorm bestaat er in dat groepjes leerlingen autonoom bezig zijn met verschillende taken (bijvoorbeeld het exploreren van software, het doornemen van een tijdschrift, het beheren van het intranet), terwijl de leraar hen als een deskundige coach begeleidt en op de juiste richting houdt. De leerlingen kunnen vervolgens hun ervaringen klassikaal voorstellen of de leraar kan er voor zorgen dat via een roulatiesysteem alle leerlingen alle activiteiten doornemen.
2.2.11
Een projectmatige aanpak en groepswerk lijken aangewezen. Er moet dan genoeg tijd beschikbaar gemaakt worden in de klas om deze activiteiten te begeleiden. Er moet liefst een afgerond doel zijn van het project, bijvoorbeeld een HTML-document dat de resultaten beschikbaar maakt.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
21
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
2.2.12
Indien naast een Engelse term een correcte, gangbare Nederlandse term bestaat, dan dienen de leerlingen beide termen te kennen, maar enkel de Nederlandse term actief te gebruiken. Nogal wat Engelse termen hebben hun vaste plaats in het Nederlands verworven en worden niet vertaald. Het VVKSO heeft een Spellinggids Informatica samengesteld die hierbij behulpzaam kan zijn.
2.2.13
Het is aan te bevelen dat de school toetreedt tot (internationale) e-mailprojecten en meewerkt aan het opzetten van dergelijke projecten tussen de scholen. Niet alleen de technische vaardigheden van de leerlingen kunnen via die weg verder uitgebouwd worden, maar ook de communicatieve vaardigheden. Samenwerking met collega’s van de taalvakken is dan ook aanbevolen.
3
E-ECONOMIE
3.1
Beginsituatie
De leerlingen hebben in het eerste en tweede leerjaar van de derde graad Informatica(beheer) in het vak TV Toegepaste economie een inleiding gekregen in commercieel beleid en marketing principes.
3.2
Algemene doelstellingen
In de volgende doelstellingen worden de onderstaande termen in de aangegeven betekenis gebruikt. e-business: algemene term voor alle webverkeer waarvan bedrijven gebruik maken. e-commerce: deel van e-business, alle handelsverkeer op het web. e-tailing: deel van e-commerce, on-line verkoop. De hoofddoelstelling is inzicht verwerven in de economische principes en wetgeving van commercieel webverkeer. E-business: Inzicht verwerven in de plaats van e-business in het economisch gebeuren. Inzicht verwerven in hoe e-business verschillende bedrijfsprocessen beïnvloedt. E-commerce: Inzicht verwerven in verschillende belangrijke aspecten van elektronische handel en kaderen wat daar allemaal bij komt kijken. E-tailing: Inzicht verwerven in de verschillende modellen van on-line verkoop. E-marketing: Inzicht en vaardigheden verwerven in het gebruik van elektronische communicatie voor marketing-doeleinden.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
22
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
Elektronisch betalingsverkeer: Inzicht verwerven in verschillende vormen van elektronische betaling en de veiligheidsaspecten die daarbij een rol spelen. Juridische aspecten: Spontaan wetteksten en wetontwerpteksten in verband met commercieel webverkeer opzoeken en interpreteren.
3.3 3.3.1
Leerplandoelstellingen en leerinhouden E-business LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.3.1.1
De evolutie van commercieel webverkeer beschrijven.
3.3.1.2
De invloed van e-business op bedrijfsprocessen inschatten.
3.3.1.3
De verschillende deeldomeinen waarop een bedrijf aan commercieel webverkeer kan doen toelichten.
Onder meer aankoop, verkoop, marketing, recrutering personeel, dienst na verkoop, telewerken
3.3.1.4
Het onderscheid toelichten en herkennen tussen een informatiesite, een service-site en een verkoopsite.
Informatiesite, service-site, verkoopsite
3.3.1.5
Redenen opsommen waarom een bedrijf een website opent.
3.3.1.6
De functie(s), het nut en de mogelijke inhoud van een bedrijfsportaalsite omschrijven.
Portaalsite
3.3.1.7
De functie(s), het nut en de mogelijke inhoud van een vortaalsite omschrijven.
Vortaalsite
3.3.1.8
Voor- en nadelen van rekrutering van personeel via elektronische weg, toelichten.
3.3.1.9
De rol van ISP's omschrijven. Diensten opsommen die een ISP kan leveren. Kenmerken opsommen en verklaren waaraan een ISP moet voldoen voor commerciële webhosting.
ISP (Internet Service Provider)
3.3.1.10
Mogelijkheden en beperkingen van webhosting toelichten.
Webhosting: voor- en nadelen Kosten
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
23
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
3.3.1.11
De functie en kenmerken van EDI, PDI toelichten.
EDI (Elektronic Data Exchange) PDI (Product Data Interchange)
3.3.1.12
Het belang van feedback toelichten voor het optimaliseren van onder ander de website en de marketingstrategie. Mogelijkheden om feedback te verkrijgen, opsommen en toelichten.
Onder meer enquêtes, invulformulieren, bots, agents, hitrate, page viewrate, CTR (Click Trough rate)
3.3.1.13
De functie en het gebruik van een data warehouse toelichten.
Data warehousing, metadata
3.3.2
E-commerce
3.3.2.1
Verschillende vormen van e-commerce opsommen en toelichten wat ze inhouden.
3.3.2.2
De kenmerken van B2B en B2C toelichten. Het aandeel van beide in de totale e-commerce correct inschatten.
3.3.2.3
Het marktaandeel van e-commerce in de totale handelsmarkt correct inschatten op wereldniveau, Europees niveau en regionaal niveau.
3.3.2.4
De voordelen en gevaren van e-commerce opsommen en toelichten.
3.3.2.5
De soort gegevens beschrijven die in een databasestructuur moeten bijgehouden. De hoeveelheid informatie die moet bijgehouden worden inschatten.
3.3.2.6
Het begrip transactie omschrijven.
3.3.2.7
De mogelijkheden die e-commerce biedt voor samenwerking tussen verschillende bedrijven zowel wat aankoop als verkoop betreft, opsommen en met voorbeelden toelichten.
3.3.2.8
Kwaliteitsbewaking schrijven.
3.3.2.9
De functie van een customer interaction center toelichten.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
bij
B2B (Business to Business). B2C (Business to Consumer) C2C (Consumer to Consumer)
Onder meer OLTP (On-line Transaction Processing)
e-commerce
24
om-
Onder meer TQM (Total Quality Management)
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
3.3.2.10
Het verband tussen e-commerce en desintermediatie toelichten.
3.3.3
E-tailing
3.3.3.1
Voor- en nadelen van e-tailing opsommen en toelichten zowel wat bedrijf als klant betreft.
3.3.3.2
Voorwaarden opsommen waaraan een bedrijf moet voldoen om met kans op succes met e-tailing te kunnen starten.
3.3.3.3
Het profiel van een Internet-consument beschrijven.
3.3.3.4
Omschrijven welke informatie de klant op de website moet terugvinden.
Onder meer identiteit en adres, belangrijkste kenmerken van product/ dienst, prijs, leveringskosten, wijze van betaling en levering, verzakingsrecht, wijze van terugneming en teruggave, geldigheidsduur van het aanbod
3.3.3.5
Het belang van logistieke ondersteuning bij etailing inschatten en omschrijven.
Voorraad, bestelling klaarmaken, distributie, facturatie
3.3.3.6
Strategieën voor het opzetten van een e-tailing website toelichten.
3.3.3.7
Verschillende modellen van e-tailing omschrijven, met voorbeelden toelichten en herkennen.
3.3.3.8
Toelichten welke soort producten in aanmerking komen voor een bepaald model.
3.3.3.9
De verkoop van diensten via het web omschrijven en met voorbeelden toelichten. Verschillen aanduiden met de verkoop van producten.
3.3.3.10
Verschil en werking omschrijven tussen een bedrijf met enkel online verkoop en een bedrijf met online en offline verkoop. De verschillen in benodigde infrastructuur toelichten.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
25
Desintermediatie
Onder meer storefront, auction, mall, markt, vergelijkingsaankopen
Onder meer Brick and mortar, Click and mortar, Dot com
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
3.3.3.11
Verschil en werking omschrijven tussen een bedrijf met enkel online verkoop en een bedrijf met enkel offline verkoop. De verschillen in benodigde infrastructuur toelichten.
3.3.3.12
Het belang voor de klant van het online kunnen volgen van de status van een bestelling of dienst, inschatten.
3.3.3.13
Voor- en nadelen van werken met (een) partner(s) toelichten.
3.3.3.14
De betalingsgewoonte van een bepaald doelpubliek beschrijven en correct implementeren.
3.3.3.15
De begrippen fulfillment en klantenbinding omschrijven in verband met e-tailing.
3.3.4
E-marketing
3.3.4.1
Soorten marketing op het Internet opsommen en toelichten.
3.3.4.2
De vier P’s in verband met marketing kaderen in de context van elektronische communicatie.
3.3.4.3
Principes van marktanalyse toelichten. Markttrends herkennen.
3.3.4.4
Een marketingplan interpreteren en de rol van het Internet er uit filteren.
3.3.4.5
De resultaten van een doelgroep- en marktbepaling interpreteren.
Internet-doelgroep. Internet-markt.
3.3.4.6
Doelstellingen voor Internet-marketing interpreteren.
Winstdoelstellingen, klantdoelstellingen, organisatorische doelstellingen
3.3.4.7
Het gebruik van e-mail voor direct, relatie- en customized marketing toelichten.
Onder meer e-mailberichtenservice, danken voor aankoop, follow-up op aankoop, klantenbinding Direct e-mailtoepassingen. Spam
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
26
Onder meer branding, relatiemarketing, direct marketing, databasemarketing, eventmarketing, one-to-one-marketing, businessto-business-marketing, affiliate-marketing.
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
3.3.4.8
Het belang van correcte afhandeling van inkomende e-mail toelichten.
3.3.4.9
Het gebruik van nieuwsgroepen voor consumentenmarketing toelichten. Het nut van participatie in vakgerelateerde nieuwsgroepen omschrijven.
3.3.4.10
Functie, belang en werking van data mining en webmining omschrijven.
Data mining Webmining
3.3.4.11
Manieren toelichten om een website te promoten.
3.3.4.12
Het belang van reclame op het Internet situeren. Verschillende manieren van reclamevoering op het Internet herkennen en zelf toepassen.
Onder meer positie in zoekmachines, affiliatie, banners, nieuwsbrieven, klassieke media Onder meer webvertising, banners, affiliatie, forum, sponsoring, interstituals, direct e-mail, nieuwsbrief, mailinglist.
3.3.4.13
De kosten voor reclame inschatten en toelichten hoe deze kosten bepaald worden voor diverse manieren van reclamevoering op het Internet.
3.3.4.14
Enkele reclamestrategieën die gebruikt worden in de massamedia toelichten en vergelijken met reclamevoering via het Internet. Omschrijven hoe beide complementair kunnen gebruikt worden.
3.3.4.15
Actuele cijfergegevens opzoeken en bespreken over het algemene klanten-potentieel.
Onder meer pc-gebruikers, connectie met het Internet, gebruik van het Internet, aankoop via het Internet. Invloed van leeftijd, opleiding, inkomen …
3.3.4.16
Belang en gebruik van cookies, agents en bots toelichten.
Cookies. Agents. Bots.
3.3.4.17
Het gebruik van virtuele kortingsbonnen toelichten.
3.3.4.18
Het doel van CRM in het algemeen en e-CRM in het bijzonder omschrijven. De afdelingen die er bij betrokken zijn opsommen.
3.3.4.19
Enkele software-pakketten voor CRM vergelijken wat functionaliteit betreft.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
27
E-mailbeleid
Bijvoorbeeld impressies, CPM (Cost per thousand)
CRM (Customer Relationship Management)
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
3.3.4.20
De rol en de structuur van de database in CRM omschrijven.
3.3.4.21
Efficiënt gebruik maken van een pakket voor e-CRM.
3.3.5
Elektronisch betalingsverkeer
3.3.5.1
De bouwstenen voor een efficiënt elektronisch betalingssyteem opsommen en toelichten.
3.3.5.2
De verschillende mogelijkheden om elektronisch Kredietkaart-systemen, elektronische cashte betalen beschrijven. systemen, elektronische check, microbetalingssytemen
3.3.5.3
De kenmerken van enkele op kredietkaart gebaseerde systemen toelichten.
Onder meer beveiliging, protocol. AVS (Address Verification Service)
3.3.5.4
Functie, werking en rol van e-cash en e-wallet toelichten.
e-cash. e-wallet
3.3.5.5
De functie van Payment Service Providers uitleggen.
Payment Service Providers
3.3.5.6
De rol van chipkaarten in elektronisch betalingsverkeer toelichten.
Chipkaart (smart card)
3.3.5.7
Het belang van software voor opslag van Bijvoorbeeld elektronic wallet (Microsoft), persoonlijke informatie toelichten. digital wallet, thin wallet
3.3.5.8
De rol en werking van elektronische facturatie toelichten.
3.3.5.9
De werking van elektronisch bankieren toe- Online-bankieren, Internet-bankieren lichten. De diensten van verschillende banken op dit gebied vergelijken. Efficiënt gebruik maken van een programma voor elektronisch bankieren.
3.3.5.10
De structuur en werking van netwerken voor beveiligd elektronisch betaalverkeer toelichten.
3.3.5.11
Het kopen en verkopen van aandelen via het Internet toelichten aan de hand van voorbeelden.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
28
Elektronische facturatie (e-billing)
Bijvoorbeeld Isabel, Swift
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
3.3.5.12
De evolutie binnen het elektronisch betalingsverkeer opvolgen.
3.3.6
Juridische aspecten
3.3.6.1
Zich bewust zijn dat de nationale en internationale wetgeving in verband met commercieel webverkeer nog in de kinderschoenen staat en voortdurend evolueert. Spontaan deze evolutie volgen.
3.3.6.2
Toelichten hoe het grensoverschrijdende karakter van Internet juridische implicaties met zich brengt.
3.3.6.3
Opzoeken welke rechtbank bevoegd is en welk recht van toepassing is voor geschillen bij aankoop van of verkoop aan buitenlanders.
Internationaal privaatrechtelijke aspecten
3.3.6.4
Spontaan de nodige juridische informatie opzoeken, interpreteren en toepassen.
Onder meer wettelijke vereisten voor elektronisch betalingsverkeer, voor elektronische facturatie op lokaal en internationaal vlak, privacy, reclame, auteursrechten, computercriminaliteit, ergonomische vereisten voor het werken met computerapparatuur
3.3.6.5
Mogelijke gevolgen van ongeoorloofd gebruik van teksten, tekeningen en dergelijke inschatten.
3.3.6.6
Omschrijven wat de rechten en de plichten zijn van de partijen bij de uitvoering van een (elektronisch) contract.
3.3.6.7
De geldigheid van een elektronisch contract toelichten.
3.3.6.8
De wetgeving rond BTW en invoerrechten opzoeken en interpreteren voor aankoop van of verkoop aan buitenlanders.
3.3.6.9
De mogelijk rol van consumenten verenigingen in verband met juridische aspecten van ecommerce en e-marketing toelichten.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
29
Onder meer vormvereisten voor de tegenwerpelijkheid van de overeenkomst aan derden en voor het bewijs van overeenkomst
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
3.3.6.10
De wetgeving of ontwerp van wetgeving in verband met elektronische inbraak toelichten.
3.3.6.11
Toelichten in hoeverre consumentenbescherming ook geldt op het Internet en dit voor aankopen in het binnenland en het buitenland.
3.3.6.12
Toelichten welke gegevens verplicht op een etailingwebsite moeten vermeld worden.
3.4
Wet op de handelspraktijken. Verzakingsrecht. Verkoop op afstand. Risico van verzending
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
3.4.1
Om de interesse, van de leerlingen te stimuleren en de zelfredzaamheid te bevorderen, wordt zoveel mogelijk probleemgestuurd gewerkt. Het is niet de bedoeling dat de leraar doceert, maar dat de leerlingen door zelf op te zoek te gaan de leerstof opbouwen.
3.4.2
Het Internet zelf biedt een enorme rijkdom aan voorbeelden om de leerstof aan te brengen. De leraar kan zelf voorbeelden aanbrengen, maar het is ook nuttig dat de leerlingen zelf gericht op zoek gaan naar goede websites. In de loop van het jaar bouwen ze zo een goed gestructureerde 'favorieten' (bookmark)-lijst uit.
3.4.3
Het is geenszins de bedoeling wetteksten te citeren en uit het hoofd te leren, maar wel dat de leerlingen de gewoonte hebben om spontaan de nodige juridische informatie op te zoeken, te interpreteren en toe te passen. Telkens informatie opzoeken (bij elk project opnieuw, wegens de snelle evolutie), moet dus een attitude worden. Vinden de leerlingen de nodige gegevens niet, dan kunnen ze ook vragen aan het bedrijf (opdrachtgever) wie hun juridisch raadsman is, en daar te rade gaan. Dit laatste moeten ze zeker doen bij grotere bedrijven, ze kunnen zich nooit in de plaats stellen van een advocaat (juridisch bevoegde raadsman).
3.4.4
De opleiding is vooral gericht op tewerkstelling in en voor KMO's. Hierop moet dan ook de nadruk gelegd worden. Toch kan het nuttig zijn ook voorbeelden aan te halen van grote bedrijven/instellingen zodat een mogelijk verschil in aanpak benadrukt wordt.
3.4.5
Er is geen gestandaardiseerde terminologie in dit domein. Bovendien wordt heel vaak gebruik gemaakt van Engelstalige termen. De leerlingen moeten inzien dat dezelfde term niet in alle publicaties dezelfde lading dekt. Toch is het zinvol om als leraar consistent te zijn in het gebruik van een bepaalde benaming. Geef steeds de voorkeur aan de Nederlandstalige benaming als die enige gangbaarheid heeft.
3.4.6
Bij het gebruik van voorbeelden moet erop toegezien worden dat er een grote diversiteit aan sectoren aan bod komt, zowel wat diensten als producten betreft.
3.4.7
Bij evaluatie en bespreking van bestaande voorbeelden dient steeds rekening gehouden te worden met het beoogde doelpubliek en doelstellingen.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
30
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
HELPDESK
4
4.1
Beginsituatie
De leerlingen hebben in het eerste en tweede leerjaar van de derde graad Informatica(beheer) in het vak TV Informatica (Administratie en logistiek) ervaring opgedaan in hulpverlening aan eindgebruikers bij zowel hardwarematige als softwarematige problemen in een administratieve en/of commerciële omgeving, en in het geven van instructie.
4.2
Algemene doelstellingen
Efficiënt werken met de helpdeskinfrastructuur. Vaardigheden en attitudes verwerven voor het telefonisch en op afstand oplossen van problemen. Inzicht hebben in de implementatie van datastructuren om ze efficiënt te kunnen gebruiken.
4.3
4.3.1
Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Helpdesk LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4.3.1.1
Verschillen in functie en takenpakket toelichten tussen en inbound-callcenter, een outboundcallcenter en een helpdesk.
4.3.1.2
Beschrijven welke infrastructuur gebruikt wordt in callcenters en deze apparatuur efficiënt gebruiken.
4.3.1.3
Volgens voorgeschreven procedures een binnenkomend gesprek aannemen/doorschakelen.
4.3.1.4
Het 'kennis' niveau van de klant in verband met het probleem afbakenen.
4.3.1.5
De probleemsituatie van de klant (omgeving, dringendheid …) inschatten.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
32
Onder meer PABX (Private Automatic Branch Exchange), ACD (Automatic Call Distribution), CTI (Computer Thelephone Integration), headsets.
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
4.3.1.6
Een probleem via een telefoongesprek analyseren.
Vraagtechnieken
4.3.1.7
De nodige acties ondernemen om de met de klant besproken oplossing uit te voeren.
Interventieplanning. Fulfillment
4.3.1.8
Met een problemendatabase werken.
4.3.1.9
Efficiënt werken met een registratiepakket.
4.3.1.10
Moderne technologieën gebruikt in een helpdesk verduidelijken en toepassen.
4.3.1.11
Luisterbereidheid en empathisch vermogen ontwikkelen.
4.3.1.12
Communicatieve en didactische vaardigheden ontwikkelen.
4.3.2
Databases
Tekstchat, page-pushing, voice-over-IP, shared browsing, call-back-technologie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4.3.2.1
Verschillende implementaties van datastructuren en hun gebruik toelichten.
4.3.2.2
Databases efficiënt bevragen.
4.3.2.3
Een gebruikte databasestructuur voor hulp, inventarisatie, ondersteuning of onderhoud evalueren en aanpassen aan de wensen van gebruikers of management.
4.3.2.4
Een efficiënte databasestructuur ontwerpen en documenteren.
4.4
Onder meer centrale en gedistribueerde verwerking
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
4.4.1
De doelstellingen zullen in hoofdzaak verwezenlijkt worden door het nabootsen van realistische probleemsituaties. Deze moeten kaderen in het onderwerp dat de leerlingen in de diepte bestuderen: commercieel webverkeer.
4.4.2
De leerling moet voldoende grondig vertrouwd gemaakt worden met verscheidene facetten van commercieel webverkeer omdat hij/zij anderen zal begeleiden en depanneren bij het gebruik hiervan. De leerling moet in staat en bereid zijn deze vaardigheden over te dragen op anderen.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
33
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
4.4.3
Voor gesprekstechnieken, interviewtechnieken, vergadertechnieken en andere communicatieve vaardigheden dient de leraar informatica nauw samen te werken met de taalleerkrachten.
4.4.4
Veel vaardigheden en attitudes kunnen verworven worden via een rollenspel, bijvoorbeeld een realistische simulatie van een leerling die aan een pc een bepaald probleem ontmoet en dit telefonisch voorlegt aan een andere leerling (in een ander lokaal) die dit moet helpen oplossen.
4.4.5
Het (telefonisch) begeleiden van een gebruiker moet zo realistisch mogelijk gesimuleerd worden. De leerling moet leren de gebruiker stap voor stap te instrueren en op zijn eigen scherm diens handelingen te volgen, ook al ziet hij de gebruiker en diens scherm niet. Voor het aanleren van telefonische vaardigheden zijn in de handel didactische telefoonsets met opnamemogelijkheden verkrijgbaar.
4.4.6
Om kennis te maken met de reële werking van een Helpdesk is een bedrijfsbezoek aangewezen.
5
WEBONTWIKKELING
5.1
Beginsituatie
In het eerste en tweede leerjaar van de derde graad Informatica(beheer) TSO hebben de leerlingen leren werken met een pakket voor de opbouw en het beheer van een website. Ze kunnen eenvoudige HTMLcode interpreteren. Ze zijn vertrouwd met het programmeren in een objectgeoriënteerde omgeving.
5.2
Algemene doelstellingen
Vlot en efficiënt gebruik maken van een professioneel pakket voor elektronische publicatie. Vaardigheden en kennis verwerven in verband met verschillende programmeertechnieken en -talen die gebruikt worden voor het creëren en onderhouden van een commerciële website.
5.3
5.3.1
Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Elektronisch publiceren LEERPLANDOELSTELLINGEN
5.3.1.1
LEERINHOUDEN
Een professioneel pakket voor elektronische publicatie installeren, configureren en efficiënt gebruiken.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
34
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
5.3.1.2
Een website opbouwen en beheren met een pakket voor elektronische publicatie.
5.3.1.3
Een overzichtelijke structuur voor een website creëren.
5.3.1.4
Webpagina's toegankelijk maken voor zoekmachines.
5.3.1.5
Efficiënt gebruik maken van frames.
Frames
5.3.1.6
Formulieren aanmaken.
Formulieren
5.3.1.7
Het DOM toelichten en gebruiken.
DOM (Document Object Model)
5.3.1.8
Principes van documentenbeheer kennen en toepassen.
Publishen
5.3.1.9
Cookies, bots en agents integreren in een website.
Cookies. Bots. Agents
5.3.1.10
Op een functionele en attractieve manier objecten toevoegen aan een website.
Onder meer grafische objecten, animatie, geluid, video
5.3.1.11
Een website in meerdere talen ontwikkelen.
5.3.1.12
Spontaan websites uitvoerig testen voor het in gebruik stellen ervan.
5.3.1.13
Een website publiceren.
5.3.1.14
Een website efficiënt onderhouden en beheren.
5.3.2
HTML/DHTML/XML LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.3.2.1
De functie van een 'markup language' omschrijven.
5.3.2.2
De betekenis van SGML, HTML en XML en hun verwantschap en verschillen toelichten.
5.3.2.3
HTML-code interpreteren en aanpassen.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
Lokaal beheer en beheer op afstand
35
Onder meer passende tags gebruiken om tekst op te maken, grafische componenten toe te voegen, hyperlinks te leggen, lijsten te maken, formulieren te verwerken. Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
5.3.2.4
Weten dat verschillende browsers HTML-code soms anders interpreteren en hiermee spontaan rekening houden bij het ontwikkelen van de website.
5.3.2.5
Het Dynamisch HTML Object model gebruiken om dynamische webpagina's te creëren.
5.3.2.6
Betekenis en werking van CCS toelichten, CSS gebruiken.
5.3.2.7
Gebruik maken van gebeurtenissen herkend door Dynamic HTML.
5.3.2.8
De data binding in Dynamic HTML toelichten en efficiënt gebruiken.
5.3.2.9
De betekenis van XML toelichten. Mogelijke toepassingsgebieden.
5.3.2.10
Het begrip DTD verduidelijk in relatie tot XML.
5.3.2.11
De functie van een XML-parser toelichten.
5.3.2.12
XML-code interpreteren en aanpassen.
5.3.3
Programmeren LEERPLANDOELSTELLINGEN
CCS (Cascading Style Sheets)
DTD (Document Type Definition)
LEERINHOUDEN
5.3.3.1
Doel, werking en kenmerken van client-side scripting toelichten. Idem voor server-side scripting.
5.3.3.2
Code van bestaande scripts interpreteren, aanpassen en gebruiken.
Server-side, client-side
5.3.3.3
Client-side scripts schrijven in een scripting-taal voor gebruik in een website.
Onder meer interactieve webpagina's, opmaak, data validatie van formulieren, gebruik van ActiveX controls, Dynamic HTML
5.3.3.4
Scriptingtools gebruiken.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
36
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
5.3.3.5
Op een efficiënte manier client-side en serverside programmacode toevoegen in HTML-code voor een website.
5.3.3.6
Het nut, de betekenis en de werking van ASP verduidelijken.
ASP (Active Server Pages). Serversidescripting. Scripting engine
5.3.3.7
De betekenis van belangrijke ASP objecten verduidelijken en deze objecten gebruiken.
Onder meer Request, Response, Server, Session, Application
5.3.3.8
De betekenis, functie en kenmerken van belangrijke server-side ActiveX-componenten opzoeken en gebruiken.
Onder meer MSWC.Browsertype, -.AdRotator, -.Next Link, -.PageCounter.
5.3.3.9
FSOs gebruiken om bestanden en mappen te manipuleren.
FSO (File System Objects)
5.3.3.10
Session Tracking en Cookies implementeren via ASP.
5.3.3.11
In een ASP-applicatie objecten uit andere bibliotheken en modellen integreren.
5.3.3.12
Diverse ASP-applicaties ontwikkelen.
5.3.4
Databases
Installeerbare ASP-objecten
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.3.4.1
Een database ontwikkelen voor gebruik in een commerciële website.
5.3.4.2
Een database koppelen aan een web.
Databinding
5.3.4.3
De functie en de werking van (universele) gegevenstoegang toelichten.
Bijvoorbeeld UDA, ODBC, OLEDB, ADO, DAO
5.3.4.4
ADO gebruiken om gegevens in een database te raadplegen met ASP.
ADO (ActiveX Data Objects)
5.3.4.5
Eenvoudige SQL-instructies begrijpen, schrijven en interpreteren voor het bevragen, toevoegen, wijzigen en verwijderingen in een databank.
Onder meer select, insert, update, delete
5.3.4.6
Gegevens uit een SQL-database gebruiken via ASP.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
37
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
5.3.4.7
Gegevens rangschikken en filteren op de client zonder gebruik te maken van de server.
5.3.4.8
De relatie toelichten tussen de wijze van benadering van een databank en de graad van beveiliging.
5.3.4.9
Gegevens rangschikken en filteren op de client zonder en met gebruik van de server.
5.3.4.10
De werking van verschillende softwarecomponenten toelichten en deze componenten gebruiken.
5.3.4.11
ASP-applicaties ontwikkelen die gebruik maken van databases.
5.3.4.12
Alternatieven opsommen voor ASP en de verschillen toelichten.
5.4
Onder meer triggers, business rules, stored procedures, COM. Component model
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
5.4.1
Het transfereren van de aangeleerde vaardigheden van de ene softwarecomponent naar de andere en van het ene softwarepakket naar het andere moet expliciet worden nagestreefd.
5.4.2
De nadruk moet liggen op het taakgericht werken en op het leren oplossen van problemen, eerder dan op de kennismaking met of het aanleren van een bepaald softwarepakket of een bepaalde ontwikkelingsomgeving.
5.4.3
Het probleemoplossend werken met toepassingsprogrammatuur wordt niet bevorderd door leerlingen kant-en-klare oplossingen te laten invoeren. De leerlingen moeten zelf een analyse maken van (meestal eenvoudige) problemen en uitzoeken op welke manier de oplossing gerealiseerd moet worden. Daarbij moeten ze zoveel mogelijk gebruikmaken van de hulpmiddelen die het programma hen biedt: generatoren, on-linehelp.
5.4.4
Bij het analyseren van een probleem en bij de realisatie van een oplossing moet men er zorg voor dragen dat voldoende realistische en haalbare problemen aan bod komen.
5.4.5
Er moet voldoende aandacht uitgaan naar het bijeenbrengen van verschillende afzonderlijk ontworpen onderdelen tot een groter, werkzaam en betrouwbaar geheel.
5.4.6
Goede documentatie is onontbeerlijk. De leraar dient hierop van meet af aan de aandacht te vestigen.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
38
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
5.4.7
De leerlingen worden in de loop van de opleiding met heel wat nieuwe termen geconfronteerd. Een nuttige toepassing is bijvoorbeeld het ontwikkelen van een website met een verklarende woordenlijst van deze termen.
5.4.8
Goede voorbeelden voor het maken van toepassingen zijn: een productcatalogus, een zoekmachine, een virtueel winkelwagentje, de status van bestellingen weergeven, werken met abonnees via een digitale klantenkaart, klanten volgen aan de hand van cookies, een interactieve website die de voorkeuren van de klant volgt, beveiligd betalen met creditcards, beveiligde website, rapporten genereren enz.
5.4.9
Het is voldoende één scriptingtaal in de diepte te bestuderen (VBscript of Javascript). Het leren interpreteren van CGI en/of Perl-scripts wordt sterk aangeraden.
6
WEBTECHNOLOGIE
6.1
Beginsituatie
De leerlingen hebben in het eerste en tweede leerjaar van de derde graad Informatica(beheer) TSO uitgebreid kennisgemaakt met lokale netwerken zowel wat infrastructuur als wat het beheer ervan betreft. Zij hebben de communicatie via het Internet bestudeerd. De leerlingen hebben leren werken met een browser en een eenvoudig e-mailpakket. Het werken met een FTP-pakket is mogelijk ook aan bod gekomen, maar dan minder uitvoerig.
6.2
Algemene doelstellingen
Kennis en vaardigheden verwerven i.v.m. de technologische en beheersaspecten van elektronische communicatie en gegevenstransport in het algemeen en van commercieel webverkeer in het bijzonder. Inzicht verwerven in het gebruik en de werking zowel van de hardware- als de softwarecomponenten nodig voor een efficiënte, veilige en betrouwbare elektronische communicatie. Deze componenten inbrengen in een netwerkinfrastructuur en beheren. Een grondige technologische kennis verwerven i.v.m. intranetten, extranetten en het Internet met het oog op commercieel webverkeer. Communicatie: Een uitgebreid begrippenkader i.v.m. elektronische communicatie verwerven, in het bijzonder i.v.m. met het Internet/intranet en dit inzichtelijk gebruiken. Inzicht verwerven in de belangrijkste protocollen, o.a. TCP/IP, HTTP, FTP, MIME. Het Internet/intranet: Een uitgebreid begrippenkader i.v.m. het Internet/intranet verwerven.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
39
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
Netwerkinfrastructuur: De functie van de verschillende hardware-componenten kennen, inzicht verwerven in de belangrijkste kenmerken ervan met het oog op evaluatie en keuze van bestaande producten. Een intranet opzetten en beheren. Servers: Kennis verdiepen over het client-server concept. Vertrouwd zijn met de verschillende servers en de taken die ze vervullen in verband met elektronische communicatie. De belangrijkste servers voor Internetcommunicatie zoals een webserver en mailserver installeren, configureren en beheren. Clients: De belangrijkste clients voor elektronische communicatie zoals browser, e-mailpakket, FTP-pakket installeren, configureren en efficiënt gebruiken. Beveiliging: Het belang van beveiliging van gegevens inzien. Inzicht verwerven in de belangrijkste bestaande beveiligingstechnologieën en deze kunnen toepassen. De belangrijkste servers voor Internet-communicatie zoals een webserver, databaseserver en mailserver veilig koppelen aan het Internet.
6.3 6.3.1
Leerplandoelstellingen en leerinhouden Communicatie LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.3.1.1
Het OSI-model hanteren als model bij het toelichten van de communicatie tussen computersystemen.
6.3.1.2
De functie en de karakteristieken van belangrijke communicatie-media omschrijven en toelichten.
6.3.1.3
De begrippen bandbreedte en transmissiesnelheid toelichten.
6.3.1.4
De functie en de karakteristieken van belangrijke communicatie-technologieën omschrijven en toelichten.
6.3.1.5
De betekenis van directe verbindingen toelichten. Enkele voor- en nadelen noemen.
6.3.1.6
Het belang en de voordelen van de packetswitching technologie verduidelijken.
Packet-switching (in tegenstelling tot circuitswitching)
6.3.1.7
De functie van de mogelijke verbindingslaagprotocollen omschrijven.
Ethernet, Token Ring
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
40
Bijvoorbeeld telefoonlijn, optische kabel. Onder meer bandbreedte, werking, performantie, kostprijs
Onder meer modem, kabelmodem, ISDN, xDSL, draadloos. Onder meer snelheid, werking, performantie, kostprijs
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
6.3.1.8
Het principe van routing omschrijven. Verschillende types routing opsommen en hun betekenis toelichten.
Routing. Routing-tabellen
6.3.1.9
Het belang van standaarden inzien. Enkele organisaties opsommen die standaarden vastleggen i.v.m. webtechnologie.
Onder meer W3C, IEEE, OSI
6.3.1.10
Het belang en de functie van enkele belangrijke communicatieprotocollen toelichten. Deze protocollen kaderen in het OSI-model.
Onder meer TCP/IP, X.25, Frame Relay, ATM
6.3.1.11
Het belang, de functie en de werking van verschillende protocollen voor webverkeer toelichten. Deze protocollen kaderen in het OSImodel.
Onder meer TCP/IP, FTP, HTTP, HTTPS, IRC, NTTP, Telnet.
6.3.1.12
Het PPP-connectie protocol toelichten.
PPP (Point-to-Point Protocol).
6.3.1.13
Belangrijke protocollen voor het uitwisselen van elektronische post opsommen en hun gebruik toelichten. Deze protocollen kaderen in het OSI-model.
Onder meer POP3, SMTP, MIME, IMAP
6.3.1.14
Functie en werking van een socket toelichten.
Socket
6.3.1.15
Fout- en andere systeemboodschappen interpreteren en hierop efficiënt reageren.
6.3.2
Het Internet/intranet LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.3.2.1
Betekenis en werking van URL's beschrijven.
6.3.2.2
De functie en werking van cookies, bots en agents omschrijven.
Cookies. Bots. Agents
6.3.2.3
De werking van zoekmachines omschrijven.
Zoekmachines. Crawlers
6.3.2.4
Diagnostische en andere gereedschappen gebruiken om de communicatie tussen verschillende nodes te onderzoeken.
Bijvoorbeeld Ping, Traceroute, Telnetsessie
6.3.2.5
Het belang van vertaalpakketten op het Internet inzien.
Vertaalpakketten
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
41
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
6.3.2.6
Functie en werking van pull- en pushtechnologie omschrijven. Toepassingsdomeinen opsommen.
Pull- en pushtechnologie
6.3.2.7
De functie en werking van web collaboration uitleggen. Web collaboration toepassen.
Web collaboration
6.3.2.8
Het begrip Wireless Internet toelichten. Mogelijkheden van gebruik opsommen.
Wireless Internet. Onder meer WAP
6.3.2.9
De functie van een ASP beschrijven.
ASP (Application Service Provider)
6.3.2.10
Een domeinnaam registreren.
6.3.2.11
Enkele overkoepelende organisaties die zich bezighouden met het Internet, opsommen en hun doelstellingen omschrijven.
6.3.3
Netwerkinfrastructuur
Onder meer W3C
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.3.3.1
Soorten bekabeling van een netwerk beschrijven Onder meer coax, twisted pair (utp, stp), en herkennen. Hun toepassingsgebied glasvezel, fiber optics (fop), draadloos, omschrijven. radioverbinding
6.3.3.2
Enkele infrastructurele voorzieningen m.b.t. het aanbrengen van bekabeling in een gebouw kennen en bondig toelichten.
Bijvoorbeeld intelligent gebouw, gestructureerde bekabeling, kabelgeulen, muurstekkers
6.3.3.3
Belangrijkste interface-standaarden en connectoren herkennen en toelichten waarvoor ze voornamelijk gebruikt worden.
Onder meer RS-232, USB, IEEE 1394.
6.3.3.4
De functie, werking en kenmerken van enkele interconnecties in een netwerk toelichten en deze inschakelen in een netwerk.
Onder meer repeater, hub, bridge, switch, router, gateway
6.3.3.5
De functie en kenmerken van een backbone toelichten.
Backbone
6.3.3.6
Een LAN met het Internet verbinden.
6.3.3.7
Het belang en de werking van een intranet toelichten.
6.3.3.8
Een intranet opzetten en beheren.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
42
Intranet
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
6.3.3.9
Verschillende soorten besturingssystemen installeren en laten samenwerken in een intranet.
6.3.3.10
De netwerkbelasting inschatten en de nodige maatregelen treffen om overbelasting te vermijden.
6.3.3.11
Bottlenecks in de infrastructuur opsporen en oplossen.
6.3.3.12
Knooppunten en servers identificeren in een IP netwerk.
6.3.3.13
Het begrip extranet toelichten en opzetten.
6.3.3.14
De functie Storage Area Networks omschrijven SANs en de werking toelichten.
6.3.3.15
De benodigde infrastructuur voor het opzetten van een VPN beschrijven.
6.3.3.16
De belangrijkste communicatiecomponenten van een multimedia-pc toelichten wat kenmerken betreft.
6.3.3.17
De evolutie in de ontwikkeling van randapparaten voor webverkeer inschatten. Enkele bestaande randapparaten opsommen en hun functie en rol beschrijven.
6.3.3.18
Inschatten wat de benodigde Inter net/intranet infrastructuur is voor een KMO.
6.3.3.19
De kosten van de netwerkinfrastructuur inschatten wat hardware, software en beheer en onderhoud betreft.
6.3.4
Servers
Netwerkbelasting
Extranet
Bijvoorbeeld: Internet Fax toestel, digitale camera, webcam, online TV, Internet Radio, Free Speech
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.3.4.1
Omschrijven wat een server (software) is.
Server. Client
6.3.4.2
Taken en werking van een webserver toelichten.
Onder meer inhoud te beschikking stellen, connecties aanvaarden, beveiliging
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
43
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
6.3.4.3
Het onderscheid toelichten tussen een zuivere webserver en een applicatieserver.
Applicatieserver (informatieserver)
6.3.4.4
Toelichten hoe een webserver webapplicaties draait.
Bijvoorbeeld CGI, Microsoft ASP, Java Servlets, PHP, Mod_perl, ISAPI, NSAPI
6.3.4.5
Enkele bestaande webserver-pakketten opsommen en hun belang op de markt toelichten. De verschillende toepassingsgebieden van deze webservers toelichten.
6.3.4.6
Een webserver installeren, configureren en organiseren.
Onder meer performantie, beveiliging
6.3.4.7
Een webserver beheren.
Onder meer logbestanden, gebruiksoverzichten, archiefbestanden
6.3.4.8
De functie en enkele kenmerken van een webbeheersysteem toelichten. Enkele voorbeelden van webbeheersystemen opsommen.
6.3.4.9
Het principe van load balancing toelichten.
Bijvoorbeeld DNS balancing, hardware load balancing, software load balancing
6.3.4.10
Manieren van identificatie en benaderen van een webserver in een intranet, extranet en op het Internet toelichten.
IP, URL, naamgeving, MAC
6.3.4.11
Het principe van accounting toelichten, toepassingsgebieden opsommen. Accounting toepassen.
6.3.4.12
De functie en de werking van een mailserver toelichten.
6.3.4.13
Een mailserver installeren, configureren en beheren.
6.3.4.14
De functie en de werking van een DNS-server toelichten.
6.3.4.15
De functie en de werking van een DHCP-server toelichten.
6.3.4.16
Een router installeren, configureren en beheren.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
44
Onder meer opzetten van 'postkantoor', inkomende post, uitgaande post, relayfunctie
Onder meer software router en hardware router
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
6.3.4.17
De functie en de werking van een databaseserver toelichten.
6.3.4.18
Een database-server installeren, configureren en beheren.
Bijvoorbeeld SQL-server
6.3.4.19
De functie en de werking van andere serverdiensten in verband met Internet of een intranet toelichten.
Onder meer listserver, newsserver, chatserver, FTP-server, proxyserver, faxserver
6.3.4.20
Het principe van web caching toelichten.
6.3.4.21
Verschillende soorten serverdiensten installeren op dezelfde server en laten samenwerken met andere servers met dezelfde of andere serverdiensten.
6.3.5
Clients LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.3.5.1
De functies en werking van de verschillende communicatiepakketten toelichten.
6.3.5.2
De belangrijkste browsers op de markt installeren, configureren en gebruiken.
6.3.5.3
Add-ins en add-ons toevoegen aan een browser.
6.3.5.4
Enkele webbrowsers opsommen en hun belang op de markt toelichten.
6.3.5.5
Een professioneel e-mailpakket installeren, configureren en efficiënt gebruiken.
Onder meer rangschikking, archivering, groepen, automatische beantwoording, ontvangstbevestiging.
6.3.5.6
Adresboeken aanmaken en onderhouden. Gegevens van adresboeken behorende tot verschillende pakketten integreren.
Contacten aanmaken, wijzigen en verwijderen. Groepen aanmaken, wijzigen en verwijderen. Gegevens importeren en exporteren.
6.3.5.7
Efficiënt omgaan met grote hoeveelheden binnenkomende berichten.
Rangschikken, filteren en archivering van berichten
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
45
Onder meer browser, e-mailpakket, FTPpakket
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
6.3.5.8
Maillists aanmaken en versturen.
6.3.5.9
Enkele e-mailclients opsommen en hun belang op de markt toelichten.
6.3.5.10
Een professioneel FTP-pakket installeren, configureren en efficiënt gebruiken.
6.3.5.11
Opsommen welke apparatuur nodig is voor een videoconferentie en het gebruik toelichten.
6.3.5.12
Een IRC-pakket en messenger installeren, configureren en efficiënt gebruiken.
6.3.5.13
Het specifieke gebruik van een protocol door een softwarepakket erkennen en gebruiken.
HTTP, FTP, IRC, POP, SMTP, NTTP
6.3.5.14
De betekenis van een thin client uitleggen.
Thin client
6.3.6
Beveiliging
6.3.6.1
Enkele netwerkbeveiligingstechnologieën toelichten.
Ondermeer Firewall, NAT (Network Address Translation), TCP/IP port inspections, DMZ (Demilitarised Zone)
6.3.6.2
Het begrip downtime toelichten.
Downtime
6.3.6.3
De beveiliging van een webserver toelichten.
Onder meer autorisatie, authentificatie, logbestanden, externe routines, Directory Services, back-up
6.3.6.4
Verschillende communicatiepoorten opsommen en aanduiden waarvoor ze meestal gebruikt worden. De toegang via bepaalde communicatiepoorten afsluiten.
6.3.6.5
De functie en de werking van versleuteling (encryptie) toelichten. Verschillende technieken vergelijken. Encryptie gebruiken.
Encryptie. Publieke en geheime sleutels. Beheer van sleutels. PGP (Pretty good privacy), S/MIME, RSA
6.3.6.6
De rol en de werking van authentificatie toelichten. Authentificatie gebruiken.
Authentificatie, integriteit, nonrepudatie. Certificaten, digitale handtekeningen
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
46
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
6.3.6.7
De functie van een firewall omschrijven. Verschilpunten tussen een hardware-matige en software-matige firewall aanduiden. Een firewall installeren.
Firewall
6.3.6.8
Enkele firewall technieken toelichten.
Onder meer packet filter, application gateway, circuit-level gateway
6.3.6.9
Enkele beveiligings-protocollen opsommen en hun functie en betekenis toelichten.
Onder meer SSL (Secure Sockets Layer), SET (Secure Elektronic Transaction), SIP (Secure Internet Protocol)
6.3.6.10
Verduidelijken hoe SSL werkt. SSL installeren en een eenvoudige configuratie uitvoeren.
SSL
6.3.6.11
De gevaren kennen waartegen het bedrijfsnetwerk moet beveiligd worden en deze beveiliging opzetten.
Onder meer denial-of-service attacks, virussen, wormen, hacking, sabotage, menselijke fout, rampen. Anti-virussoftware
6.3.6.12
De gevaren verbonden aan het gebruik van e-mail kennen en beveiligingsmaatregelen toepassen.
Onder meer virussen, wormen, spamming
6.3.6.13
De functie en werking van VPN toelichten.
VPN (Virtual Private Network)
6.3.6.14
De functie en de betekenis van het PPTPprotocol toelichten.
PPTP-protocol (Point-to-Point-Tunneling Protocol)
6.3.6.15
Verschillende mogelijkheden om zich te beveiligen tegen gegevensverlies toelichten en toepassen.
Onder meer back-up, mirroring
6.3.6.16
De functie en de werking van verschillende technieken voor het vergrendelen van gegevens toelichten en toepassen.
Onder meer replicatie, attributen, softwarevergrendeling
6.3.6.17
Verschillende technologieën, zowel server-side als client-side, voor het implementeren van wachtwoorden toelichten en toepassen.
6.3.6.18
Functie, rol, werking en toepassingsdomeinen van een chipkaart toelichten.
6.3.6.19
Een netwerkstructuur voor een veilige clientserver toepassing uitwerken voor een commerciële website.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
47
Chipkaart (smart card)
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
6.4
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
6.4.1
De technologische kennis die de leerlingen verwerven moet steeds gericht zijn op commercieel webverkeer.
6.4.2
De leerlingen maken kennis met verschillende bestaande technologieën en de evolutie ervan, maar dienen er slechts één te implementeren en in de diepte te bestuderen.
6.4.3
Bij de uitleg van termen en begrippen legt de leraar de klemtoon op de wijze waarop deze van belang zijn voor het correct en optimaal functioneren van de toepassing waarmee de leerling werkt. De leerling moet deze termen en begrippen kunnen aanwenden om nieuwe informatie te begrijpen en efficiënt te kunnen communiceren over aspecten van webtechnologie.
6.4.4
Encyclopedische kennis als doel op zich moet vermeden worden. De leerlingen moeten met de termen en de concepten leren omgaan vanuit een praktijkgerichte invalshoek.
6.4.5
De websites van belangrijke hardwareconstructeurs en -leveranciers leveren een schat aan informatie over netwerkapparatuur. Interessante oefeningen bestaan er bijvoorbeeld in leerlingen op het Internet te laten opzoeken welke de specificaties zijn van actuele aanbiedingen, de componenten van het eigen netwerk op te zoeken, na te gaan of er nieuwe technologieën beschikbaar zijn, ...
6.4.6
De leerstof moet waar mogelijk 'hands on' aangebracht worden. Dit impliceert dat de leerlingen in de klas een (permanent) intranet opbouwen, gebruik makend van de aanwezige hardwareinfrastructuur en de minimum 1,5 GB opslagruimte die voor elke leerling als aparte harde schijf of partitie, voorzien is. Bovendien moeten er voldoende hardwarecomponenten en serverruimte ter beschikking zijn om verschillende servers te installeren. Het spreekt vanzelf dat 1,5 GB een absoluut minimum is en dat het veel comfortabeler werken is als er meer opslagcapaciteit ter beschikking is.
6.4.7
Voor een goed begrip van elektronische communicatie moeten de leerlingen vertrouwd zijn met het OSI-model. Dit zal steeds dienst doen als referentie voor het situeren van bestaande protocollen.
7
MENS-COMPUTER INTERACTIE
7.1
Beginsituatie
Bij het ontwikkelen van websites in het eerste en tweede leerjaar van de derde graad informatica(beheer) lag de nadruk eerder op de technische aspecten dan op de factoren die een website efficiënt, functioneel en attractief maken. Alhoewel dit aspect aangeraakt werd, is het niet in de diepte, noch in de breedte uitgewerkt.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
48
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
7.2
Algemene doelstellingen
Inzicht verwerven in de factoren die een website voor een bepaald doelpubliek efficiënt, functioneel en attractief maken. Efficiënt werken met een softwarepakket voor tekenen, beeldverwerking, animatie. Ergonomische factoren duiden.
7.3
7.3.1
Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Gebruikersinterfaces LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
7.3.1.1
Het multidisciplinaire karakter van MensComputer Interactie (MCI) omschrijven.
7.3.1.2
Omschrijven welke factoren een rol spelen bij gebruikersinterfaces.
7.3.1.3
Gangbare normen voor het ontwikkelen van een goede en efficiënte gebruikersinterface kennen en kunnen toepassen.
7.3.1.4
Bestaande gebruikersinterfaces kunnen evalueren.
7.3.1.5
Kenmerken en werking van verschillende types beeldschermen toelichten. Beeldscherminstellingen aanpassen.
7.3.2
Interactie met Internet LEERPLANDOELSTELLINGEN
Onder meer aspecten van computerwetenschappen, psychologie, sociologie
Beeldschermen.
LEERINHOUDEN
7.3.2.1
Verschillende navigatietechnieken kennen en aan een bepaalde website de gepaste methode associëren.
Onder meer frames, menusysteem, knoppenbalken, sitemap, zoekmachine, metaforen
7.3.2.2
Het belang van aangepast taalgebruik toelichten. Aangepast taalgebruik toepassen.
Taalgebruik in functie van doelgroep, boodschap en medium. Onder meer copywriting
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
49
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
7.3.2.3
Mogelijkheden opsommen om tekst attractief aan te bieden. Deze mogelijkheden toepassen.
7.3.2.4
Het belang van het gebruik van beelden voor communicatie toelichten aan de hand van voorbeelden.
7.3.2.5
E-mail-taal vergelijken met taalgebruik in een gewone brief, fax of tekst.
7.3.2.6
Het belang van het pdf-formaat voor het verspreiden van teksten toelichten. Documenten omzetten in pdf-formaat.
Pdf-formaat
7.3.2.7
Regels van netiquette opsommen.
Netiquette
7.3.2.8
Het belang van de laadtijd van een website toelichten. Hiermee rekening houden bij het ontwerpen van een website.
Irritatietijd
7.3.3
Grafische vormgeving
"Een beeld zegt meer dan duizend woorden"
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
7.3.3.1
Elementen van grafische vormgeving opsommen en toelichten. Per element regels waaraan voldaan moet worden opsommen, verklaren en toepassen.
Onder meer (beeldscherm) typografie, schermopmaak, illustraties, transparantie, reflectie
7.3.3.2
Inzichtelijk gebruik maken van kleurencombinaties.
Kleurenleer
7.3.3.3
Efficiënt gebruik maken van een softwarepakket voor het maken van tekeningen.
7.3.3.4
Enkele principes van computeranimaties kennen en toepassen.
Animaties
7.3.3.5
Efficiënt gebruik maken van een softwarepakket om computeranimaties te maken voor gebruik in een website.
Programma voor computeranimaties
7.3.3.6
Digitale foto's maken en bewerken voor gebruik in een website met een aangepast softwarepakket.
Digitale fotografie Beeldverwerkingsprogramma
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
50
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
7.3.3.7
Werken met 2D- en 3D-afbeeldingen. Het verschil tussen beide duiden.
7.3.3.8
De belangrijkste termen gebruikt in de beeldverwerking kennen, hun betekenis toelichten en indien er technieken bijhoren, deze toepassen.
Onder meer resolutie, aliasing, dithering, rendering, rastering, scaling, solarize, inverting
7.3.3.9
Het verschil tussen een pixel- en vectorrepresentatie van een afbeelding kennen. De voor- en nadelen van beide opsommen. Het gepaste type in een bepaalde situatie kiezen.
Vectorafbeeldingen, pixel-(bitmap)afbeeldingen
7.3.3.10
De belangrijkste grafische formaten opsommen en hun kenmerken toelichten. Het gepaste formaat gebruiken in een websites.
Onder meer gif, jpeg, jfif, bmp, png, fla. Kenmerken: bestandsgrootte, compressie, gegevensbescherming …
7.3.3.11
Verschillende technieken van gegevenscompressie toelichten in het bijzonder van grafische formaten.
Lossy compressie, compressie zonder dataverlies
7.3.3.12
Een verantwoorde keuze maken van compressieniveau van een grafisch element in een website.
7.3.3.13
Het belang van het doelpubliek correct inschatten bij de keuze van de vormgeving.
7.3.4
Multimedia LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
7.3.4.1
De term multimedia in het kader van websites, toelichten. De functie van multimediaobjecten in een website toelichten.
7.3.4.2
De invloed van het gebruik van multimedia op de laadtijd van een webpagina toelichten.
7.3.4.3
Op een verantwoorde manier multimediaobjecten in een website gebruiken.
7.3.4.4
De techniek voor het comprimeren en decomprimeren voor het afpelen van multimediabestanden, toelichten.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
51
Video, geluid
Onder meer codec, ruimtelijke compressie, compressie op tijdsbasis
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
7.3.4.5
De kwaliteit van een multimediabestand beoordelen.
Bijvoorbeeld sample-frequentie
7.3.4.6
Streamingtechnologie toepassen en optimaliseren.
Streaming audio, streaming video. RealPlayer, Real-Encoder
7.3.4.7
Verschillende formaten voor geluid opsommen en hun kenmerken toelichten.
Onder meer aiff, waf, mp3, asf
7.3.4.8
Verschillende formaten voor video opsommen en hun kenmerken toelichten.
Onder meer mov, mpeg, avi
7.3.4.9
Technieken voor het creëren van multimediaobjecten toelichten en toepassen.
Bijvoorbeeld shockwave
7.3.5
Ergonomie LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
7.3.5.1
De oorzaken van RSI omschrijven en weten hoe RSI (Repetitive Strain Injury) men dit kan voorkomen.
7.3.5.2
De wettelijke ergonomische vereisten voor het werken met computers opzoeken en toelichten.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
52
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
7.4
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
7.4.1
In dit deelvak komt vooral de 'kunst' van het ontwikkelen van een website aan bod. Het bestuderen van vele voorbeelden van hoe het wel en niet moet, is hierbij een must.
7.4.2
De software voor tekenen, animatie en beeldverwerking mag geïntegreerd zijn in één pakket of uit aparte pakketten bestaan. Een geïntegreerd pakket moet wel voldoende mogelijkheden hebben voor de drie toepassingsgebieden.
7.4.3
Objecten gecreëerd met de software voor tekenen, animatie en beeldverwerking worden geïntegreerd in een website voor een specifieke doelgroep zodat reeds in de ontwerpfase van de objecten aandacht besteed moet worden aan correcte vormgeving en inhoud.
7.4.4
Het is niet de bedoeling diep in te gaan op multimediatechnieken. De nadruk ligt op het verantwoord gebruik van multimediabestanden in websites.
7.4.5
Op het web zelf staan besprekingen van sites. Sommige sites leggen ook top xx lijsten aan. Ook als het niet om commerciële sites gaat is het dikwijls waardevol deze sites te analyseren en na te gaan waarom ze zo goed (of slecht) bevonden worden.
7.4.6
Een goede oefening kan erin bestaan verschillende websites te ontwerpen met hetzelfde onderwerp, maar voor verschillende doelgroepen.
8
COMMERCIEEL WEBVERKEER
8.1
Beginsituatie
De leerlingen hebben in het eerste en tweede leerjaar van de derde graad Informatica(beheer) in het vak TV Toegepaste informatica een inleiding gekregen in het maken en ter beschikking stellen van een website op het Internet of een intranet.
8.2
Algemene doelstellingen
Analyseren en evalueren van allerlei bestaande vormen van commercieel webverkeer zoals diverse types van commerciële websites, diverse vormen van e-marketing, diverse vormen van geldverkeer enz. Op een verantwoorde manier een commerciële website ontwikkelen in functie van aangegeven doelstellingen en een aangegeven doelpubliek. Deze website onderhouden en beheren. Een e-marketingplan uitvoeren.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
53
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
8.3
8.3.1
Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Bestaande toepassingen analyseren LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
8.3.1.1
Een bestaande commerciële website analyseren en evalueren.
Onder meer type (B2B, B2C, C2C), omvang van het bedrijf, soort en leveringstermijn van de producten of diensten, betalingsmogelijkheden, annuleringsmodaliteiten, grafische vormgeving, informatieve waarde, taalgebruik, interactiviteit, juridische aspecten
8.3.1.2
Bestaande e-marketing analyseren en evalueren.
Onder meer doelgroep, specifieke doelstellingen, kostenaspecten, efficiëntie
8.3.1.3
De efficiëntie van een bestaande commerciële website evalueren.
Onder meer bezoekersaantallen, tijdstip van bezoek, profiel van de bezoeker, terugkerende bezoekers, koppeling aan bestellingen of feedback
8.3.2
Websites ontwerpen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
8.3.2.1
Uit de probleemstelling de doelstellingen en de doelgroep voor de website vastleggen.
Doelstellingen, doelgroep
8.3.2.2
In functie van de probleemstelling en beschikbare middelen een verantwoorde keuze maken van te gebruiken hardware en software om de gevraagde website te realiseren.
Budget, personeel, netwerkinfrastructuur
8.3.2.3
Een verantwoorde keuze maken van de beveiligingsvoorzieningen om de downtime te beperken en de integriteit van de gegevens te waarborgen.
8.3.2.4
Een commerciële (verkoops)website ontwikkelen die de wettelijke normen en vereisten respecteert voor het elektronisch betaalverkeer.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
54
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
8.3.2.5
Rekening houden met een goede foutenanalyse een commerciële website bijsturen en herwerken.
8.3.2.6
Een informatiesite opzetten en beheren.
8.3.2.7
Een servicesite opzetten en beheren.
8.3.2.8
Een planning om een commerciële website op te bouwen, maken, uitwerken en zo nodig bijsturen.
8.3.3
Een website onderhouden/beheren LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
8.3.3.1
Het belang van een gestructureerd en goed gedocumenteerd (deel)website-ontwerp toelichten voor het onderhoud van een website. Spontaan hiermee rekening houden bij het (deel)ontwerp.
8.3.3.2
De functie van sjablonen toelichten. Spontaan gebruik maken van sjablonen.
8.3.3.3
Procedures voor het toevoegen en verwijderen van bestanden van een website opmaken en spontaan volgen.
8.3.3.4
Toelichten wat er kan gedaan worden om de website functioneel te houden tijdens het onderhouden en bijwerken.
8.3.3.5
Spontaan aanpassingen doen om de website efficiënter te maken.
8.3.4
E-marketing uitvoeren LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
8.3.4.1
Het Internet gebruiken als een marketingmiddel voor een bedrijfspresentatie.
8.3.4.2
E-mail gebruiken voor een direct, relatie en/of customized marketing.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
Onder meer tijd, resources en kosten
55
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
8.3.4.3
Een nieuwsgroep gebruiken voor consumentenmarketing.
8.3.4.4
Een database ontwerpen en gebruiken voor direct marketing.
8.4
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
8.4.1
In het deelvak Commercieel webverkeer worden kennis en vaardigheden, verworven in de andere deelvakken geïntegreerd. Dit betekent dat in het begin van het schooljaar, als deze kennis en vaardigheden nog gering zijn, vooral aandacht wordt besteed aan het bestuderen van bestaande toepassingen. Naarmate het schooljaar vordert werken de leerlingen zelf toepassingen uit.
8.4.2
Het analyseren van bestaande toepassingen kan als basis gebruikt worden voor het zelfontwikkelen van een gelijkaardige toepassing.
8.4.3
Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat zowel aandacht wordt besteed aan individueel zelfstandig werk als aan groepswerk.
8.4.4
Bij het taakgericht werken in een context die reële bedrijfsomgevingen zoveel mogelijk benadert, worden de verworven kennis, vaardigheden en attitudes op vanzelfsprekende wijze geïntegreerd. De leerlingen hebben echter weinig ervaring in het zelfstandig, taakgericht werken aan een opdracht van een zekere omvang. De leraar zal hen derhalve voldoende moeten bijstaan, onder meer op het vlak van planning en gestructureerd werken.
8.4.5
Voor het verwerven van kennis en ervaring in het beheren van websites moeten de leerlingen werken met een voldoende grote website.
8.4.6
Sommige leerplandoelstellingen in dit hoofdstuk neigen in hun formulering naar taakomschrijvingen in plaats van doelstellingen. De leerkracht moet ernaar streven dat de leerlingen dergelijke doelstellingen verwerven door het effectief uitvoeren van dergelijke taken, al dan niet onder begeleiding, en dat via voldoende evaluatie en feedback het handelen van de leerlingen bijgestuurd wordt.
9
PROJECTEN
Het is de bedoeling om tijdens de activiteiten van dit deelvak de kennis, vaardigheden en attitudes die in de overige deelvakken aan bod zijn gekomen, aan de praktijk van een bedrijf of een instelling te toetsen. Dit gebeurt door enerzijds door in opdracht van en in samenwerking met het bedrijfsleven een commerciële website of een deel hiervan uit te bouwen, aan te passen en/of te beheren en anderzijds doelgerichte bedrijfsbezoeken af te leggen of sprekers uit het veld te horen.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
56
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
Er moet voldoende aandacht uitgaan naar de specificatie van het probleem. De leerlingen moeten leren doorvragen bij de eindgebruiker welke verwachtingen hij heeft. Vage probleemstellingen moeten ten alle prijze worden vermeden. In het kader van dit leervak werken de leerlingen op twee verschillende manieren. Enerzijds observeren, bespreken, analyseren, documenteren ze bestaande commerciële websites. Hierbij proberen ze een kritische analyse te maken rekening houdend met een aantal factoren. Dit kunnen onder andere de volgende zijn: - omvang van het bedrijf; - leveringstermijn van de producten; - betalingsvormen; - annuleringsmodaliteiten; - grafische vorm; - taalgebruik; - interactiviteit. Anderzijds werken zijn in samenwerking met het bedrijfsleven commerciële websites uit, waarbij hieronder een aantal mogelijke verwerkingen via de website kunnen zijn: - een productcatalogus bekijken; - zoeken naar producten; - een winkelwagentje implementeren; - de status van bestellingen weergeven; - werken met abonnees via een digitale klantenkaart; - klanten volgen aan de hand van cookies; - een interactieve website maken die de voorkeuren van de klant volgt; - beveiligd betalen met creditcards; - de website of afstand beheren; - de website beveiligen; - rapporten genereren; - de website promoten; - e-mail gebruiken vanuit webpagina’s. Bij de bedrijfsbezoeken gaat onder andere aandacht naar het verwerven van inzicht in de gemaakte keuzes voor hardware, software, personeel en infrastructuur voor het verwezenlijken van de e-projecten van het bedrijf en naar de e-projecten zelf. De leerlingen maken hiervan een verslag dat deze inzichten duidelijk reflecteert. Doelgerichte bedrijfsbezoeken zijn een zeer waardevolle werkvorm om nieuwe tendensen en ontwikkelingen te bestuderen. Deze werkvorm vereist echter een degelijke voorbereiding, waarbij met het bedrijf nauwkeurige en specifieke afspraken worden gemaakt over datgene waarmee men wil kennismaken. Onvoorbereide bedrijfsbezoeken zijn vrijblijvend en hebben weinig waarde. Het is eveneens noodzakelijk een grondige nabespreking te houden. Men kan sprekers uitnodigen om uiteenzettingen te geven over de meest recente ontwikkelingen of over apparatuur die binnen de school niet beschikbaar is, zoals grote netwerken of actuele communicatietechnologie. Ook bedrijfsbezoeken komen hiervoor in aanmerking.
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
57
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
10
EVALUATIE
10.1.1
De leerlingen dienen zoveel mogelijk gelegenheid te krijgen praktijkervaring op te bouwen. Hun vorderingen bij de ontwikkeling van de vaardigheden en de attitudes worden onder meer via permanente of gespreide observatie en evaluatie vastgesteld. Daarnaast moet in geregeld georganiseerde testen, waarin de leerplandoelstellingen geïntegreerd aan bod komen, de verwerving van de leerplandoelstellingen worden geëvalueerd. Ook het verwerven van grote leerplanonderdelen, gespreid over enkele maanden, dient geëvalueerd te worden.
10.1.2
Bij permanente evaluatie dient de leraar vooraf een lijst samen te stellen van de (deel)vaardigheden en de attitudes waarop geëvalueerd zal worden en met elke (deel)vaardigheid of attitude een beoordelingswijze te associëren, teneinde de mate waarin de leerling deze doelstellingen verworven heeft, zo nauwkeurig mogelijk te evalueren.
10.1.3
Procesevaluatie primeert op productevaluatie. Daarom beperkt men zich beter niet tot het verbeteren en beoordelen van het eindresultaat. De wijze waarop de oefeningen aangeboden worden en de evaluatie gericht is, moet het mogelijk maken het inzichtelijk werken zo optimaal mogelijk te beoordelen. Belangrijk is in elk geval dat niet enkel het resultaat meetelt, maar vooral de manier waarop het resultaat bereikt werd.
10.1.4
Aangezien groepswerk een belangrijk deel uitmaakt van de opleiding, dient ook de manier waarop een leerling in groep kan en wil werken geëvalueerd te worden. Hierbij is niet alleen de evaluatie van de leraar van belang, maar evenzeer de evaluatie van de andere leerlingen in de groep en de zelfevaluatie van de leerling.
10.1.5
Indien het leerplan bij de verwerving van leerplandoelstellingen uitdrukkelijk in de mogelijkheid voorziet on-linehelp, eigen notities, handleiding, BIN-brochure, wetteksten ... te gebruiken, of dit zelfs oplegt, dienen deze hulpmiddelen bij de evaluatie van die leerplandoelstellingen beschikbaar te zijn voor de leerlingen, ook tijdens (grotere) toetsen (open boek).
10.1.6
Tot de leerlingendocumenten die bewaard moeten worden met het oog op een schooldoorlichting door de onderwijsinspectie behoort ook het werk dat een leerling op diskette of op een andere gegevensdrager realiseert. Concreet betekent dit dat van alle regelmatige leerlingen de diskettes bewaard moeten worden die (mede) de basis gevormd hebben voor de studiebekrachtiging en dat van 3 regelmatige leerlingen naar keuze per leerjaar en per structuuronderdeel àlle werkstukken bewaard moeten worden die op diskette gerealiseerd zijn. De bewaringsduur van de documenten is beperkt tot het lopend schooljaar en het vorig schooljaar. Vanzelfsprekend dient de school er eveneens voor te zorgen dat de bewaarde werkstukken achteraf nog gelezen kunnen worden, ook indien de school overgestapt is op andere computersystemen, gegevensdragers of softwarepakketten.
11
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
11.1
Software
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
58
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
11.1.1
De school moet minimaal beschikken over alle vereiste software om de leerplandoelstellingen en de leerinhouden van het leerplan te realiseren.
11.1.2
Het leerplan legt geen specifieke softwarepakketten op; de school kiest zelf de software waarmee gewerkt wordt. De gebruikte softwarepakketten moeten toereikend zijn om de leerplandoelstellingen en leerinhouden te realiseren, ze moeten voldoende actueel zijn en overeenstemmen met algemeen gangbare, professionele software in het bedrijfsleven en in de administratie.
11.1.3
De leerlingen moeten toegang hebben tot handleidingen (on-line of in boekvorm) betreffende de aangeleerde softwarepakketten.
11.2
Hardware
11.2.1
In de computerklas is één pc per leerling aanwezig. Elke pc is geschikt om alle softwaretoepassingen uit het leerplan op een aanvaardbaar performantiepeil uit te voeren, is aangesloten op een servergestuurd netwerk en beschikt over een snelle Internettoegang.
11.2.2
Voor praktijkoefeningen moet elke leerling kunnen beschikken over een eigen opslagcapaciteit van minstens 1,5 GB onder de vorm van een afzonderlijke partitie of harde schijf.
11.2.3
Voor de computerklas zijn diverse actuele randapparaten beschikbaar, onder meer een scanner, verschillende communicatiecomponenten (modem, ISDN-adapter, hardware- of softwarerouter), actuele multimedia-apparatuur ...
11.2.4
In de computerklas is een voldoende materiaal aanwezig om uiteenlopende configuraties samen te stellen. Teneinde probleemsituaties te kunnen simuleren, is het wenselijk dat een voldoende aantal defecte componenten beschikbaar zijn en dat foutieve configuraties samengesteld kunnen worden.
11.2.5
Tijdens de lessen is in de computerklas een projectiesysteem aanwezig voor de projectie van computerbeelden en voor het geven van demonstraties.
11.2.6
De leerlingen moeten toegang hebben tot handleidingen, technische documentatie en systeemspecificaties betreffende de aanwezige apparatuur en componenten (op papier, op diskette, op het web).
11.2.7
De wettelijke ergonomische vereisten voor het werken met computers worden beschreven in het KB van 27 augustus 1993 betreffende Het werken met beeldschermapparatuur (Belgisch Staatsblad van 7 september 1993) en in de Vijfde Bijzondere Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen (90/270/EEG d.d. 29 mei 1990).
11.3
Overige
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
59
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
11.3.1
De grootte van de klasgroep is beperkt tot 16 leerlingen.
11.3.2
De computerklas beschikt over een eigen documentatiecentrum (handleidingen en brochures met betrekking tot de aanwezige apparatuur en programmatuur, boeken, tijdschriften).
11.3.3
De school dient erover te waken dat ze de belangrijke ontwikkelingen inzake apparatuur en programmatuur volgt. Dit betekent niet dat ze elke nieuwe versie van software en hardware moet aankopen om up-to-date te blijven. Wel moet ze via geregelde investeringen vermijden dat haar informatica-onderwijs manifest achterblijft op de realiteit in het bedrijfsleven.
11.3.4
Bij de aankoop van nieuwe apparatuur of programmatuur kan de school zich laten leiden door de adviezen die het VVKSO geregeld publiceert via de Mededelingen (Kl. 64.05.02).
12
BIBLIOGRAFIE
In de handel zijn recente werken over computers, computertoepassingen, programmatuur en dergelijke te verkrijgen. Deze werken zijn vaak in het Nederlands en van goede kwaliteit. Aangezien een literatuurlijst informatica snel veroudert, worden hier geen concrete boeken over computers en software vermeld. Wel worden enkele boeken vermeld die specifiek rond commercieel webverkeer geschreven zijn. Het gaat hier om boeken die interessant zijn als naslagwerk voor de leraar. Voor softwarepakketten kan men zowel terugvallen op de oorspronkelijke handleidingen bij de pakketten als op handboeken, beginnerscursussen en naslagwerken die door derden worden geproduceerd. Toch geldt hier een waarschuwing. Deze boeken zijn geschreven met het oog op het (meestal zeer grondig) aanleren van een bepaald softwarepakket. Het leerplan heeft echter andere doelstellingen, namelijk leren taakgericht en probleemoplossend werken met softwarepakketten. Bij het hanteren van de documentatie dient de leraar voor dit onderscheid op zijn hoede te zijn. Verder biedt het Internet een schat aan informatie. Door het efficiënt gebruik van zoekmachines is deze informatie gemakkelijk terug te vinden. Het medium is erg vluchtig. Dit heeft zijn voor- en nadelen. Informatie kan vlot up-to-date gehouden worden, maar ook van de ene op de andere dag verdwijnen of verhuizen. Toch wordt hieronder de aandacht gevestigd op enkele (stabiele) websites die bij het ter perse gaan van deze brochure extra relevante informatie bevatten. Voor een aantal leerplandoelstellingen zijn didactische lesmodellen uitgewerkt door de VVKSO-werkgroepen Informatica in het Handelsonderwijs en Ondersteuning Informaticabeheer. Deze lesmodellen geven aan hoe men te werk kan gaan bij het realiseren van de leerplandoelstellingen. Meer informatie kan men vinden op de webstek van het VVKSO (http://www.vsko.be/vvkso/) of in de Mededelingen van het VVKSO (Kl. 63.03.03), of kan men bekomen bij het VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel, tel. (02)507 06 40, fax (02)511 33 57, e-mail
[email protected]. 12.1.1
Brochures voor didactisch gebruik
Verbond Kristelijke Werkgevers en Kaderleden, SAM-schaal voor attitudemeting, Brussel, 1995. VVKSO, Spellinggids Informatica, Licap, Guimardstraat 1, 1040 Brussel, april 1996, 80 pagina's, D/1996/0279/036. Toegepaste informatica D/2001/0279/057
60
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
VVKSO-WERKGROEP BIN-NORMEN, BIN-Normen – In voorbereiding. 12.1.2
E-economie
-
OOST KARIN, Basiscursus E-commerce, Academic Service, 2000, ISBN: 90 395 1538 7
-
TIGGELAAR BEN, Internet: Strategie en Marketing, Addison Wesley, 1997, ISBN: 90 6789 8775
-
ZUYDENDORP E., Klantenbinding door Internet, Sybex, 2000, ISBN: 90 419 0884 6
-
Tijdschrift van het BDMV Belgisch Direct Marketing Verbond, administratie VNU Business Publications, Hulstlaan 1170 Brussel tel.: (02) 678 16 11, fax (016) 660 36 00
-
Tijdschrift van UNIZO, administratie VNU Business Publications, Hulstlaan 1170 Brussel tel.: (02) 678 16 11, fax (016) 660 36 00
-
http://www.vbo.be: Verbond van de Belgische Ondernemers (algemene info)
-
http://mailserv.cc.kuleuven.ac.be/ecommerce/ecommerce.htm: algemene info over e-commerce
-
http://www.internetsucces.be : met downloadbare cursus
-
http://www.grid.be: cijfergegevens
12.1.3 -
Helpdesk
Smooth Operator, CEFORA, 2000: een oefenpakket voor de werking van een Helpdesk.
12.1.4
Webtechnologie
The power of intranets, Microsoft Press, ISBN: 0736606412 12.1.5 -
Webontwikkeling
DEITEL, DEITEL & NIETO, e-Business & e-Commerce - How to program, Prentice Hall, 2001, ISBN: 13 028419 X
12.1.6
Mens-computer interactie
-
NIELSEN JACOB, Designing web usability, ISBN: 15 6205810 X
-
NORMAN DENNIS, The design of everyday things, ISBN: 03 8526774 6
-
http://www.useit.com: evalueren van websites
12.1.7 -
Commercieel webverkeer
SCHMEISER LISA, Upgrading en onderhoud van website, Sybex, 2000, ISBN: 90 4190 578 2
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
61
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar
-
HUIZING K. J., TAATGEN W., Klantgerichte websites, A.W. Bruna Multimedia, 1999, ISBN: 90 229 4298 8
-
BRUIJNES GERRIT, E-commerce – Uw winkel op Internet, Academic Service, 1999, ISBN: 90 5261 315 X
-
WEBCO@CH, E-commerce, Sybex, 1999, ISBN: 90 4190 617 7
Toegepaste informatica D/2001/0279/057
62
Commercieel webverkeer 3de graad TSO - 3de leerjaar