Vitrectomie (Glasvochtoperatie) bij storende glasvochttroebelingen
Deze folder geeft algemene informatie over een glasvochtoperatie (vitrectomie) van storende glasvochttroebelingen en wat u van deze operatie kunt verwachten. Deze informatie dient ter ondersteuning van gesprekken die de artsen en verpleegkundigen met u over de operatie hebben. Niet alles in deze folder is van u van toepassing.
Wat is glasvocht?
Het glasvocht (ook wel “glasachtig lichaam genoemd”) is een geleiachtige vloeistof die het grootste deel van het oog opvult. Het bevindt zich achter de ooglens en voor het netvlies. Het glasvocht is een soort heldere gelei. Normaal glasvocht laat lichtstralen ongehinderd door naar het netvlies. Het netvlies geeft het opgevangen beeld via de oogzenuw door naar de hersenen. Met het ouder worden verandert de samenstelling van het glasvocht geleidelijk waardoor er troebelingen kunnen ontstaan. Daarnaast kunnen netvliesloslating, suikerziekte, afwijkingen van bloedvaten of een ongeval leiden tot glasvochttroebelingen. Deze troebelingen kunnen worden waargenomen als zwevende vlekjes in het gezichtsveld. Meestal vallen de glasvochttroebelingen niet op, maar soms kunnen ze het zicht ernstig hinderen. Een eventuele operatie voor deze troebelingen zal in deze folder worden besproken.
Wanneer is een vitrectomie nodig?
Deze is nodig wanneer troebelingen in het glasvocht blijvend ernstig storen. Glasvochttroebelingen kunnen in de loop van enkele maanden tot jaren langzamerhand minder hinderlijk worden. Men kan er bijvoorbeeld aan gewend raken of de troebelingen kunnen zich verplaatsen naar een minder opvallende plek in het oog. Daarom wordt
1
vaak geadviseerd om eerst een bepaalde tijd af te wachten, voordat besloten wordt een operatie te verrichten om de troebelingen te verwijderen. Omdat elke operatie een kans geeft op complicaties, wordt een operatie alleen geadviseerd als u echt veel last heeft van de glasvochttroebelingen. Uw netvlieschirurg zal u helpen bij het maken van deze keuze.
Intakegesprek
Als de diagnose is gesteld en u krijgt een operatie, wordt u doorverwezen naar een verpleegkundige voor een gesprek. Tijdens dit gesprek worden uw gezondheid, medicijngebruik, de operatiedag, controle na de operatie en de nabehandeling thuis met u besproken. Indien u onder algehele verdoving geopereerd wordt, wordt 2
er ook een afspraak gemaakt voor een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie. We streven ernaar om dit op dezelfde dag te laten plaatsvinden zodat u hier niet voor terug hoeft te komen Ook kan de verpleegkundige u praktische informatie geven met betrekking tot uw thuissituatie. Indien u bijvoorbeeld voor of na de operatie in een hotel in de buurt wilt overnachten, kan de verpleegkundige u hierover inlichten. U heeft ook de gelegenheid om vragen te stellen.
Dag van de operatie
U zult er rekening mee moeten houden dat de operatie onder plaatselijke verdoving ongeveer twee uur duurt (inclusief de voorbereiding) en de operatie onder algehele narcose een hele dag. U wordt dan opgenomen op de dagbehandeling. In de meeste gevallen kunt u eind van de middag weer naar huis. Zie boekje Oogheelkundige ingreep.
De operatie
Bij de operatie wordt zo veel mogelijk glasvocht uit het oog verwijderd en vervangen door water. Dit wordt een vitrectomie genoemd. In vrijwel alle gevallen lukt het om de hinderlijke glasvochttroebelingen te verwijderen. Het is echter mogelijk dat er nog enkele kleine, minder opvallende vlekjes overblijven.
Complicaties
Als er tijdens de operatie een scheurtje of een netvliesloslating ontstaat, is het nodig om het netvlies extra vast te zetten met laser en kan ervoor worden gekozen om gas of olie in het oog achter te laten om het netvlies na de operatie enige tijd steun te geven. Gas en lucht lossen vanzelf binnen enkele weken op: met gas duurt dat 3
ongeveer 2 maanden tot 2 weken en met lucht ongeveer 10 dagen. En olie moet later operatief verwijderd worden. Soms wordt het netvlies tijdens de operatie preventief behandeld met laser om de kans op een netvliesloslating na de operatie te verkleinen. Als u nog niet aan staar (cataract) geopereerd bent, zal er door de operatie een versnelde staarvorming optreden. Binnen een paar maanden tot enkele jaren heeft u dan een staaroperatie nodig. In 5-8% van de gevallen kan het netvlies in weken tot maanden na de operatie loslaten. Om dit te behandelen is dan nog een netvliesoperatie noodzakelijk. Als ook het midden van het netvlies (de macula) heeft losgelaten geeft dit meestal een blijvende verslechtering van het zicht. Zoals bij alle operaties is er een kleine kans op een ernstige infectie. Deze kans is minder dan 1 op 1000. Soms kan er na de operatie een bloeding in het oog ontstaan. Deze bloeding lost meestal vanzelf weer op.
Na de operatie
Na de operatie krijgt u van de verpleegkundige een recept voor oogdruppels en de nodige instructies. De oogdruppels haalt u op bij de apotheek hier in het ziekenhuis of in uw eigen woonplaats. Vervolgens komt de oogarts nog even bij u om te vertellen hoe de operatie is verlopen en daarna kunt u naar huis. Met de oogdruppels begint u de ochtend na de operatie, u mag zelf het oogverband met het kapje eraf halen. Het verband mag iets rood verkleurd zijn. Na de operatie kunt u niet zelf autorijden. U wordt dringend geadviseerd een begeleider mee te nemen die u naar huis brengt. De dag na de operatie komt u op de polikliniek voor controle. De arts kijkt uw oog na en er wordt weer een vervolg controle met u afgesproken. U kan overleggen met de arts of dit misschien bij uw eigen oogarts in uw woonplaats kan. 4
Om uw oog te beschermen tegen stoten en wrijven, adviseren wij u om gedurende 1 week overdag uw (zonne)bril te dragen en ‘s nachts het kapje.
Mogelijke klachten
Een glasvochtoperatie is ingrijpend voor het oog. Het kan zijn dat u te maken krijgt met één van onderstaande klachten. Roodheid en irritatie Enige irritatie of roodheid is normaal. Meestal verdwijnt dit na verloop van tijd. Gevoel alsof er iets in het oog zit U kunt het gevoel hebben alsof er iets in uw oog zit. Dit kan veroorzaakt worden door de hechtingen die tijdens de operatie zijn gebruikt. De hechtingen lossen na enige tijd vanzelf op. Pijnlijk oog en hoofdpijn Na de narcose kunt u hoofdpijn hebben. Dit trekt meestal vanzelf weg. Hoofdpijn, meestal in combinatie met een pijnlijk oog en misselijkheid, kan wijzen op een te hoge oogdruk. Dit kan leiden tot blijvende schade aan de oogzenuw met uitval van het gezichtsveld. Neemt u daarom bij deze klachten contact op met de polikliniek Oogheelkunde: 024 - 361 67 00. Buiten kantooruren en in het weekend: 024 - 361 41 87. Verminderd zicht Het duurt vaak enige weken voordat het zicht weer op het niveau van voor de operatie is.
5
Dubbelzien Na de operatie kunt u door de verdoving enige tijd dubbelzien. Dit gaat vanzelf weer over. Wijde pupil Door de operatie en het gebruik van pupilverwijdende druppels, kan de pupil langere tijd wijd blijven. Hierdoor kan het zicht verminderd zijn en kunt u meer last hebben van licht. In het algemeen herstelt zich dit zich vanzelf. Brilsterkte Door de operatie kan de brilsterkte veranderen. De brilsterkte is meestal na twee tot drie maanden stabiel. Daarom raden we u aan zonodig pas na drie maanden een nieuwe bril te laten aanmeten.
Veelgestelde vragen Bescherming van het oog? Om een ontsteking te voorkomen moet u vanaf de eerste dag na de operatie starten met druppelen. Gedurende de eerste twee weken dient u meestal ter bescherming overdag een bril te dragen en ‘s nachts het kapje. Druppelen? Volgens een afbouwschema. Het recept hiervoor ontvangt u na de operatie.
6
Gas of lucht in het oog? Als er tijdens de operatie gas of lucht in het oog is achter gelaten, kunt u een bel in uw gezichtsveld zien. Het lijkt een trillende bal onder in het oog. Met gas of lucht in het oog mag u niet vliegen, diepzeeduiken of grote hoogteverschillen in de bergen ondergaan. Zolang u gas in het oog heeft, moet u het polsbadje met de vermelding “medisch gas” omhouden. Bij een eventuele narcose of bevalling mag geen lachgas worden gebruikt. Inspanning? Na de operatie kunt u bukken en tillen, maar overmatige lichamelijke inspanning en sporten wordt zeker gedurende de eerste week afgeraden. U kunt zoveel lezen, televisie kijken en computeren als u wilt. U kunt ook douchen. Werken? Houdingsadvies, irritatie bij het oog en/of verminderd gezichtsvermogen maken werken tijdens de eerste week na de operatie moeilijk. Autorijden? U mag na de operatie niet zelf autorijden. Overleg tijdens de eerste controle met uw oogarts wanneer u dit weer kunt doen.
7
Met spoed contact opnemen
Neemt u met spoed contact op bij de volgende klachten: • Plotselinge verslechtering van het zicht en/of gezichtsveld. • Het zien van meer (zwevende) vlekjes en/of lichtflitsen. • Een pijnlijk rood oog gecombineerd met flinke hoofdpijn en misselijkheid. Tijdens kantooruren: 024 - 361 67 00, keuze 2 Buiten kantoortijden en in het weekend: 024 - 361 41 87
Deze folder is mede tot stand gekomen door het oogziekenhuis in Rotterdam. Meer informatie vindt u op de website.www.radboudumc.nl/oogheelkunde.
8
09-2015-7035
Adres Polikliniek Oogheelkunde Ingang west Philips van Leydenlaan 15, route 400 6525 EX Nijmegen Contact 024 - 361 67 00 Buiten kantooruren en in het weekend is de afdeling Oogheelkunde bereikbaar via de SEH: 024 - 361 41 87 www.radboudumc.nl/oogheelkunde
Radboud universitair medisch centrum