VIJF DAGEN ISTANBUL, EEN PERSOONLIJKE KIJK OP DEZE INLEEFREIS Maandag 3 april 2006 Door de drukte van de laatste dagen heb ik de informatie over deze reis nauwelijks gelezen. Ik kijk echt wel uit naar deze trip. Het kan niet anders dan boeiend en uitdagend worden. Omdat ik aantal mensen, het precieze programma en de achtergrond van deze reis niet ken, heb ik besloten me vijf dagen te laten meedrijven, open te staan voor alles wat komt, goed te luisteren en te kijken. Zeven jaar geleden hebben we Istanbul bezocht met ons beiden, mijn echtgenoot en ik. In mijn herinneringen is Istanbul één van de mooiste steden die we bezochten. Maar op reis gaan met mensen die relaties hebben in een stad en de taal spreken biedt natuurlijk andere perspectieven. Onze reis begint goed, de NMBS had nog een plaatsje gereserveerd voor ons in de trein naar de luchthaven, namelijk tussen de valiezen op de trapjes. In Zaventem wachten ons enkele bekende gezichten op. Ons gezelschap is groter en gedifferentieerder dan ik had verwacht. “Istanbul here we come” . Het gebruikelijke wachten wordt verzacht door gesprekjes. Onder andere over hoe leuk een huwelijk wordt als je wat ouder bent, je partner door en door kent en je de behoefte om de andere te veranderen kwijt bent. En over de pariapositie die je krijgt in onze samenleving als roker. Gelukkig (hoewel niet iedereen die mening deelt) ontwaar ik enkele fanatieke rokers in het gezelschap. Met reizen gaat het vaak zo : eerst ergert het wachten je, uiteindelijk verzoen je je met het onvermijdelijke en uiteindelijk word je verrast door de plotse aankomst. De Turkse luchthavengeur maakt me wat euforisch. Nu naar de eerste eindbestemming :het hotel. Het ziet er niet alleen mooi uit, het heeft ook een prachtige ligging. De verdeling der kamers : wie slaapt met wie, voor sommigen is dit zonneklaar, voor anderen blijkt ook dat een verrassing. Alles wordt er aan gedaan om ons thuis te laten voelen. De zon schijnt en ondanks het late uur en de zure wind kiezen we voor het terras. Op thee en koffie getrakteerd worden door iemand die het normaal vindt dat hij betaalt omdat Turkije zijn land is…wie wordt als vreemdeling in een land nog zo goed onthaalt ? Het etentje met de burgemeester van Eminönü verloopt niet helemaal zoals gepland, hij is er niet en zijn plaatsvervanger evenmin maar de volgende in rang neemt de honneurs waar. De verwelkoming en wederzijdse bedanking worden uitgesproken, de geschenkjes uitgewisseld (waarbij het Waasland maar een flauwe beurt maakt en de vrijgevige Limburgers met alle eer gaan lopen). De binnentuin van het restaurant is prachtig en het uitzicht spectaculair. Het eten is overvloedig en lekker maar ons “klassieke” glaasje wijn ontbreekt. Even aanpassen en niet zeuren, we zijn hier immers te gast. ’t Is eigenlijk al laat en de reis hier naartoe laat zijn sporen na. De meesten onder ons kiezen voor het comfortabele bed, alhoewel de harde kern besluit er nog een lange thee- en koffieavond van te maken. Dinsdag 4 april 2006 Een morgen met Vlaams weer, het kan elk moment gaan regenen. Toch beslis ik de uitdaging aan te gaan, geen regenjas noch paraplu. “Wat ga je doen als het regent” vraagt iemand me. “Nat worden” antwoord ik laconiek. Een beetje Oosterse mentaliteit ten toon spreiden past als je meegaat op deze inleefreis.
Vijf dagen Istanbul : een dagboek
1
De eerste wrevel, we kunnen bij gebrek aan enkele medereizigers meer dan een half uur wachten. Maar humor werkt altijd, iemand speelt op de situatie in met “ bloemen verwelken en schepen(en) vergaan.” ( deze is voor insiders) De “klassiekers” van Istanbul, een gedreven gids met boodschappen van respectvol samenleven, verdraagzaamheid, elk zijn eigen waarde, Oost en West kunnen hier samenleven dan moet het elders ook kunnen. De minder fraaie kanten van de geschiedenis van Oost en West , daarvoor zijn we hier niet, denk ik dan maar. De zon gaat schijnen, boterhammen op een bank gevangen tussen de Aya Sofia en de Sultan Ahmet moskee, een schoenpoetser aan het werk voor de symbolische sigaret en de oproep voor het middaggebed…dit is het Istanbul-gevoel. De cisternen zorgen voor een vlaag van nationale trots. Birçan laat zich volgende zinsnede ontvallen “die Turken zijn toch wel een echt ingenieus volk” ( was het nu zijn of waren, ik durf het niet meer te zeggen). De kennis van Ludo over de eieren in de moskee verrast vriend en vijand. De gids valt even uit zijn rol en vraagt in het Turks: “ Is hij een van ons ?” Ik dacht dat “wij” wij waren, niet altijd dus. Er is “van ons”, dan moet er ook “van hen” zijn. Ik neem me voor om daar later nog eens over na te denken. Blij dat de boot wat warmte biedt evenals een aangenaam gezelschap. Twee Turkse zakenmensen, Musa en Kani, nemen plaats aan onze tafel. Godzijdank hebben we onze deskundige tolk Zeyçan bij ons. Al het vertaalwerk zorgt er wel voor dat ze het lekkere eten koud moet opeten. Die vervelende taalverschillen, hoeveel keer maakt dit, in mijn kleine Lokeren, het verschil tussen contact en onverschilligheid ? Na de ernstige onderwerpen : solidariteit of het gebrek eraan, de toetreding tot de Europese Gemeenschap, onderwijs en het belang ervan, vertrouwen in en angst voor de toekomst, blijken onze taalproblemen ook een bron van hilariteit. Onze zoektocht naar een gemeenschappelijke taal eindigt in de portefeuille van Musa, namelijk een briefje met een Nederlandse en Turkse vertaling van “we zijn allemaal aangename mensen”. Het gesprek is een geanimeerd spel van charmeren en onderhandelen. Complimenten en bedankingen volgen op speldenprikken en verbale uitdagingen. Mijn enige wapen blijkt dit verslag te zijn, onze zakenlui willen namelijk evenveel regels in het dagboek. Het gesprek wordt afgesloten met de wijsheid dat lichaamstaal, het verbinden van zielen en harten, het allerbelangrijkste is. Een Turkse stervoetballer komt onderweg aan boord. Je voelt de spanning bij menigeen toenemen. De man vervult gewillig alle wensen : foto’s, arm rond de schouders, vrienden voor het leven ? Neen, het is maar voor even… Op zoek naar een frisse neus en ongezonde longen, ga ik aan de achterzijde van het dek staan. Een ontelbaar aantal verlichte schepen komen met verschillende snelheden op me af. Dit is een indrukwekkend en adembenemend schouwspel. Een “rilmoment” maar ik moet toegeven, de temperatuur levert ook zijn bijdrage. We geven onze gastheren nog vlug een hand en een bedanken hen voor de gastvrije ontvangst, het lekkere eten, het aangename gezelschap en uiteraard voor de gekregen sjaals en dassen. De sfeer op de bus doet me denken aan de jeugdbeweging of is het aan een bus gepensioneerden die een dagtrip naar Averbode achter de rug hebben? Ik trek me terug op de kamer, even tijd om al deze indrukken te verwerken. Woensdag 5 april 2006 Sommige plekken verbind ik voor altijd met bepaalde geuren, beelden of geluiden. De ontbijtruimte van Turquhouse zal blijvend gelinkt worden aan het prachtige
Vijf dagen Istanbul : een dagboek
2
uitzicht over het water,de jongens die aankomen op het schoolplein beneden en doen wat alle jongens blijkbaar doen : voetballen. Het bezoek aan het Topkapi-paleis is een aangenaam weerzien voor me. Het aanschouwen van zoveel rijkdom geeft me altijd een dubbel gevoel. Niemand kan dit “verdiend” hebben , zoveel rijkdom voor zo weinig mensen. Anderzijds hadden de sultans hier niet zoveel geld besteed dan konden wij er vandaag niet van genieten. Het stoort me dat een aantal mensen verder blijven praten en lachen wanneer we het Paviljoen van de Heilige Mantel binnenstappen. Je voelt toch met je ellebogen aan dat dit voor een aantal mensen een betekenisvolle plek is. Contact met nieuwe dingen prikkelen me om het onbekende te leren kennen, ontcijferen en begrijpen. Dat zal allicht de bedoeling van deze reis zijn. Een boeiend stukje levensverhaal maakt van het late middagmaal een apart moment. Hoe voelt een jongen van 12, opgegroeid in België, zich als hij zijn woonplaats inruilt voor een internaat in Turkije ? Wat doe je met zo’n verhaal ? Hetzelfde als met een goed boek, denk ik…je wordt er rijker van. “ De stichting van journalisten en schrijvers zijn bezig met belangrijke zaken. Het is geen vechten tegen de bierkaai en laat het maar een druppel op een hete plaat zijn, het kan het verschil maken.” hoor ik iemand zeggen. Ik geloof dat ze gelijk heeft en ik hoop dat ze gelijk krijgt. Ik moet toegeven (waarschijnlijk tot mijn scha en schande) dat ik nog nooit van Fethullah Gülen gehoord had. Gelukkig bestaat er internet, ik neem me voor als ik thuis ben te gaan surfen en informatie op te sporen over deze man en deze beweging. We komen veel te laat aan bij de Fatih universiteit en we missen bijgevolg de legendarische zonsondergang. Ik ben wel onder de indruk en ik heb het gevoel dat ik niet alleen ben. De accommodatie, het dynamisme waarmee men vooruit wil, de studenten uit de hele wereld, de inzet van lesgevers en studenten,… De dame naast mij aan tafel is een computerspecialiste. Iets zegt me dat we het niet over de inhoud van haar vak zullen hebben. Ze vertelt dat er over de hele wereld zo ‘n 300 scholen bestaan vergelijkbaar met het “Lucerna”-college van bij ons. Vanuit die colleges stromen leerlingen door naar deze universiteit , vandaar de “gekleurde” studenten die ik hier niet had verwacht. Ik vertel wat over Vlaanderen en ze bekijkt me met grote ogen als ik zeg dat er bij ons werkgevers zijn die geen “allochtone” werknemers willen. “Dat kan toch niet” fluistert ze me toe. Ik weet echt niet wat ik daarop moet antwoorden, trek mijn schouders op en knik “nee”. Onderwijs dan maar…”Zijn er veel jongeren van Turkse origine die aan Vlaamse universiteiten studeren ?” vraagt ze me. “Nog veel te weinig” moet ik bekennen. De verklaringen ? Eén ervan is dat het vaak vroeg in de schoolcarrière al misloopt, in de basisschool lopen deze kinderen al een achterstand op. “ Waarom worden ze dan niet geholpen ? Is het dan geen eer voor leerkrachten dat ze deze leerlingen het beste uit zichzelf doen halen ? Het is toch de taak van leerkrachten leerlingen te brengen naar de kennis die ze nodig hebben ? “ Ik schud mijn hoofd in een richting die noch ja noch neen betekent. Er valt een stilte…Waar kunnen we het nog over hebben ? Moeder- en vrouwenzaken, daar vinden we mekaar vlekkeloos. Ze heeft twee kinderen in de basisschool. Een beroep combineren met de opvoeding van kinderen is niet altijd makkelijk, maar het loont de moeite vinden we allebei. Ik heb het gevoel vandaag overdonderd te worden door zoveel spontane, onbaatzuchtige inzet van mensen. “ Kan je er niet voor zorgen dat deze houding “normaal” wordt onder alle mensen die in Vlaanderen leven ? ” vraagt iemand me.
Vijf dagen Istanbul : een dagboek
3
Zoveel ambitie is mij vreemd en met een onverklaarbaar, niet te omschrijven “vreemd” gevoel kruip ik mijn bed in.
Donderdag 6 april 2006 Het slapen lukt elke dag beter. De gewenning aan de omgeving en aan de mensen, het beter kunnen inschatten wat de dag zal geven, het brengt me rust. We bezoeken vandaag een basis- en secundaire school. Ik moet thuis eens nakijken hoe het Turkse onderwijs precies in mekaar zit, Wanneer kan je welke keuzes maken, dat is me nog niet helemaal duidelijk. Alweer worden we overdonderd door de schoolgebouwen, de accommodatie, de inrichting van de klassen, het aanwezige didactische materiaal, …Ik heb in Vlaanderen al heel wat kleuterscholen gezien, maar ik heb daar nog nooit dergelijke knappe designtoiletten gezien. Bij enkelen onder ons beginnen de vragen naar boven te komen. Waar komt al dit geld vandaan? Wie zijn de kinderen die daarvan kunnen genieten? Wat met kinderen wiens ouders dit niet kunnen betalen? Krijg je dan geen onderwijs in twee snelheden in Turkije ? Wat met kinderen die beperkter zijn in hun mogelijkheden ? Op sommige vragen krijgen we een antwoord, maar niet altijd het antwoord dat we graag horen. De kinderen ontbijten ’s morgens samen, doen aan cultuurvorming en ontwikkelen allerlei vaardigheden waarvan de intellectuele er één is. Niet alleen de kinderen komen naar school, we zien ook dat hun moeders les volgen over opvoeding. Dit zou onze onderwijsminister zijn natte droom kunnen zijn: “inclusie” gecombineerd met “brede school” en ouderbetrokkenheid. Ware het niet dat dit weggelegd is voor de “happy few”. Is het goed om kinderen afgeschermd van de werkelijkheid groot te brengen in een “perfect” maar ook beperkend systeem op te voeden? Hoe kunnen kinderen kritisch worden, zelf leren nadenken wanneer ze van in hun jonge leven tot na hun academische opleiding op het geplaveide pad (moeten/kunnen?) lopen ? Het meisje dat tijdens de pauze plaats neemt aan een tafeltje in de gang moet meerdere keren uitleggen dat ze niet gestraft is. Neen, ze is de verantwoordelijke deze week, ze zorgt ervoor dat in de gangen en klassen alles rustig blijft. Blij dat ik iets herkende van bij ons, blijk ik dit verkeerd te interpreteren. Tijdens het afscheidsritueel van het Fetih-college in een rijkelijk versierde zaal luisteren we naar een uitgebreid Turks onderonsje. De verleiding is te groot, onze fantasie slaat op hol en we geven onze eigen vertaling aan dit gesprek… het komt voornamelijk neer op zelfspot : over hoe dom Belgen wel kunnen zijn en hoeveel je die kan laten eten. Nog een foto naast Atatürk en we verlaten de school. Ik ben er nog altijd niet uit, is dit goed zo of niet ? In het Kariye museum met zijn fresco’s en mozaïeken verwelkomt Christus ons met: “ Komt allen tot mij die belast zijn met een zwaar lijden”. Maar zo zwaar is ons lijden nu ook weer niet. We rijden immers naar Azië voor een broodje in het park maar ook in Azië is het koud. Ik zie, net als gisteren, een armoedig gekleed jongetje staan bedelen tussen de honderden auto’s. Kan er voor hem ook geen rijke zakenman gevonden worden ? Ik praat met Zeycan over de “spotprenten” en over vrijheid van meningsuiting. Waar liggen de grenzen, wat is tolerantie en hoever kan iemand hierin gaan. Weten doen we het geen van beiden, zij blijkt wel geruster in de toekomst dan ik. Geld uitgeven in de “grote bazaar”, de één heeft er duidelijk meer talent voor dan de andere. Mijn man en ik geven er de voorkeur aan om eerst rustig te genieten van fruitsap en thee. Daarna begint onze zoektocht naar een klein boekenwinkeltje waar
Vijf dagen Istanbul : een dagboek
4
mijn man zeven jaar geleden een naslagwerk had gezien, dat hij niet kocht. Eenmaal terug in België betreurde hij zijn zuinigheid. Geen nood hij kon zich nog herinneren dat het boekenmarktje vlakbij een moskee lag. In Istanbul echter biedt deze herinnering geen soelaas, de stad staat vol moskees. Maar voor de geïnteresseerden, we hebben het winkeltje en het boek gevonden. Terwijl ik buiten wacht spreekt een Turkse handelaar een heer aan in het Nederlands. “ Weet je waarom er hier geen goede mensen meer zijn, ze zijn allemaal hierboven. Begrijp je me ?” De aangesprokene staat met verbaasde blijk toe te kijken, en ik antwoord : “ Ik begrijp u wel”. De man blijkt jarenlang in Nederland te hebben gewerkt en gewoond en vertelt me honderduit over die mooie tijden. “Je komt uit Vlaanderen …ah ja in Antwerpen heb ik nog de vogeltjesdans gedanst “ Dat bleek dan zijn enige culturele herinnering te zijn …arm Vlaanderen. Iedereen is op tijd en er wordt nog nagepraat en gelachen bij een thee. De aankopen worden uitgepakt en gekeurd. De schepenen blijken op handtassenjacht geweest te zijn. Waren ze vergeten wat de collega uit Antwerpen had meegemaakt ? We rijden nog een heel eind naar één van de weldoeners die deze reis financieel en met lunchpakketten gesteund heeft. Het is een prachtige, grote woning, stijlvol opgesmukt met onder andere de knappe schilderijen van de vrouw des huizes. De gastvrijheid neemt hier vormen aan die ik niet ken. Ik kan me niet voorstellen dat ik 26 ( mij compleet onbekende) Turkse mensen uit Istanbul zou uitnodigen voor een rijkelijk buffet bij me thuis en dat de helft van mijn familie als gastheer zou optreden. Mijn enige excuus is dat mijn huis niet zo groot is. Het is een aangename avond en een mooie afsluiter van de reis. Vanaf nu is het afscheid nemen en dank uitspreken voor wat mogelijk werd gemaakt.
Vrijdag 7 april 2006 Inpakken en wegwezen, de laatste dag is altijd vervelend. Ik geniet nog een keer van het ontbijt en het uitzicht. We zijn deze vijf dagen vakkundig begeleid en omkaderd op alle vlakken, we hebben mogelijkheden gekregen die je als toerist normaal niet krijgt. Voelden we ons een beetje teveel geleid ? Misschien wel … het alcoholvrije parcours, het geselecteerd informeren, het drukke programma ( zonder hammam en waterpijp), het incident met het beplakte venster… We lopen nog even rond in miniatuur Turkije, het is mooi maar het echte spul is beter. Ik bedenk dat ik meerdere keren zal moeten terugkomen om Turkije te leren kennen. Men verzekert me dat Istanbul niet Turkije is en dat je in de kleinere steden en dorpen de echte Turkse ziel ontmoet. De gastvrijheid is groot, de vrijgevigheid van de mensen eveneens, iets om bij stil te staan en allicht wat jaloers op te worden. En toch denk ik dat ik het beter zou vinden als al die Turkse zakenmensen keurig hun belastinggeld zouden betalen en de Turkse Staat kwaliteitsvolle scholen zou oprichten voor alle kinderen. De gedrevenheid van een jonge bevolking die vooruit wil blijft me eveneens bij, een beetje in tegenstelling met onze mentaliteit “als we maar kunnen houden wat we nu hebben”. We nemen afscheid op de luchthaven van zij die nog willen en kunnen blijven. De terugvlucht, bagage ophalen en naar huis met de trein. Ondertussen kan het uitgedunde groepje nog even napraten. We hebben allemaal dezelfde zaken gezien en meegemaakt en toch kijkt elkeen op zijn manier op deze vijf dagen terug … Ingrid Bracke
Vijf dagen Istanbul : een dagboek
5
Vijf dagen Istanbul : een dagboek
6