Bedieningsaanwijzing
VIESMANN
voor de gebruiker van de installatie
Verwarmingsinstallatie met regeling Vitotronic 100, type HC1A voor verhoogde werking
VITODENS VITOPEND
5588 644 B/fl
12/2009
Bewaren a.u.b.!
Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij de veiligheidsaanwijzingen Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.
!
Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu.
Aanwijzing Gegevens met het woord "Aanwijzing" bevatten aanvullende informatie.
Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de verwarmingsinstallatie kunnen leiden tot levensgevaarlijke ongevallen. ■ Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door installateurs worden uitgevoerd die hiertoe erkend zijn door de bevoegde gasmaatschappij. ■ Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Wat te doen bij een gasgeur
Doelgroep Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor de bedieners van de verwarmingsinstallatie. Dit toestel is niet bedoeld om door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of bij gebrek aan ervaring en/of kennis te worden gebruikt, tenzij deze onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon staan of aanwijzingen hebben gekregen hoe het toestel te gebruiken. Opgelet Kinderen moeten onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen niet met het toestel spelen.
5588 644 B/fl
!
Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. ■ Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. ■ Gasafsluitkraan sluiten. ■ Ramen en deuren open zetten. ■ Personen verwijderen uit de gevarenzone. ■ Gas- en elektriciteitsbedrijf en installatiebedrijf buiten het gebouw verwittigen. ■ Stroom naar het gebouw vanaf een veilige plaats (buiten het gebouw) laten onderbreken.
2
Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid (vervolg) Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. ■ Verwarmingsinstallatie uitschakelen. ■ Plaats van installatie ventileren. ■ Deuren van woonverblijven sluiten.
Eisen aan de verwarmingsruimte
!
Wat te doen bij brand Gevaar Bij brand bestaat gevaar voor verbranding en explosie. ■ Verwarmingsinstallatie uitschakelen. ■ Afsluitkleppen in de brandstofleidingen sluiten. ■ Gebruik een gekeurde brandblusser (brandklasse ABC).
Opgelet Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de verwarmingsinstallatie veroorzaken en een veilige werking belemmeren. ■ Zorg voor een omgevingstemperatuur tussen 0 ºC en 35 ºC. ■ Luchtverontreiniging door halogeen-koolwaterstoffen (bijv. uit verf, oplos- en schoonmaakmiddelen) en overdreven stofvorming (bijv. door slijpwerkzaamheden) dient te worden voorkomen. ■ Permanent hoge luchtvochtigheid (bijv. door het permanent laten drogen van de was) voorkomen. ■ Aanwezige luchttoevoeropeningen niet afsluiten.
Bijkomende componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen Opgelet Componenten die niet met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de verwarmingsinstallatie of de goede werking belemmeren. Montage resp. vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren.
5588 644 B/fl
!
3
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling.......................................................................................... Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld...................................................... Vakbegrippen....................................................................................................... Tips voor het besparen van energie.....................................................................
6 6 7 7
Over de bediening Bedieningselementen........................................................................................... 9 Hoe te gebruiken.................................................................................................. 9 Symbolen............................................................................................................. 10 In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen..................................................................... Verwarmingsinstallatie uitschakelen.................................................................... ■ Met bescherming tegen vorst............................................................................ ■ Zonder bescherming tegen vorst (buitenwerkingstelling).................................
11 12 12 12
Kamerverwarming Benodigde instellingen voor de kamerverwarming............................................... Verwarmingsaanvoertemperatuur instellen.......................................................... Werkingsprogramma instellen (kamerverwarming).............................................. Kamerverwarming uitschakelen...........................................................................
14 14 14 15
Warmwaterbereiding Benodigde instellingen (warmwaterbereiding)..................................................... Warmwatertemperatuur instellen......................................................................... Werkingsprogramma instellen (warmwaterbereiding )......................................... Warmwaterbereiding uitschakelen....................................................................... Comfortfunctie (indien aanwezig).........................................................................
16 16 16 17 17
Overige instellingen Temperatuureenheid (°C/°F) instellen.................................................................. 19 Fabrieksinstelling terugzetten............................................................................... 19
Installaties met meerdere ketels Bijzonderheden bij installaties met meerdere ketels............................................ 24 Controlefunctie voor schoorsteenvegers........................................................ 25 4
5588 644 B/fl
Opvragingen Informatie opvragen............................................................................................. 20 Onderhoudsmelding opvragen............................................................................. 22 Storingsmelding opvragen.................................................................................... 23
Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Wat doen? Ruimten te koud................................................................................................... Ruimten te warm.................................................................................................. Geen warm water................................................................................................. Warm water te heet.............................................................................................. ”ã” knippert in het scherm .................................................................................. ”E” knippert in het scherm .................................................................................. ”ë” knippert in het scherm ..................................................................................
26 27 27 28 28 28 29
Reparaties Onderhoud........................................................................................................... 30 ■ Reiniging........................................................................................................... 30 ■ Inspectie en onderhoud.................................................................................... 30
5588 644 B/fl
Index.................................................................................................................... 34
5
Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en het aanpassen van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie moeten worden uitgevoerd door uw verwarmingsfirma.
Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld De regeling is vanuit de fabriek op ” ” ingesteld voor kamerverwarming en warmwaterbereiding. Uw verwarmingsinstallatie is hierdoor klaar voor gebruik: Kamerverwarming ■ De vertrekken worden de gehele dag verwarmd volgens de instellingen aan uw regeling en uw kamerthermostaat. ■ Uw verwarmingsfirma kan bij de eerste inbedrijfstelling verdere instellingen voor u aanbrengen. U kunt alle instellingen te allen tijde individeel naar uw wensen wijzigen (zie hoofdstuk ”Kamerverwarming”).
Bescherming tegen vorst ■ De bescherming tegen vorst van uw verwarmingsketel en warmwaterboiler is gegarandeerd. Stroomuitval ■ Bij stroomuitval blijven alle gegevens behouden.
5588 644 B/fl
Warmwaterbereiding ■ Het tapwater wordt op 50°C verwarmd. ■ Uw verwarmingsfirma kan bij de eerste inbedrijfstelling verdere instellingen voor u aanbrengen. U kunt alle instellingen te allen tijde individeel naar uw wensen wijzigen (zie hoofdstuk ”Warmwaterbereiding”).
6
Eerst informeren Vakbegrippen Voor een beter begrip van de functies van uw regeling vindt u in de bijlage het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” (zie pagina 32).
Tips voor het besparen van energie
B
D C A
Gebruik alleen de instelmogelijkheden van de regeling A en van de kamerthermostaat: ■ Zorg dat de kamers niet te warm worden, elke graad minder spaart 6% verwarmingskosten. Zet de kamertemperatuur niet hoger dan 20°C (zie pagina 14). ■ Stel de warmwatertemperatuur niet te hoog in (zie pagina 16). ■ Kies het werkingsprogramma dat aan de actuele situatie voldoet: – In de zomer, als u geen vertrekken wilt verwarmen, maar wel warm water nodig heeft, stelt u het werkingsprogramma ” ” in (zie pagina 16). – Als u langere tijd geen vertrekken wilt verwarmen en geen warm water nodig heeft, stelt u het werkingsprogramma ” ” in (zie pagina 12).
5588 644 B/fl
Verdere aanbevelingen: ■ Correct ventileren. Ramen B kortstondig helemaal openzetten en daarbij de thermostaatkranen C sluiten ■ Rolluiken (indien aanwezig) neerlaten zodra het donker wordt. ■ Thermostaatkranen C correct instellen.
7
Eerst informeren Tips voor het besparen van energie (vervolg)
5588 644 B/fl
■ Radiatoren D en thermostaatkranen C niet afdekken. ■ Gecontroleerd verbruik van warm water: een douche vereist doorgaans minder energie dan een vol bad.
8
Over de bediening Bedieningselementen De instellingen voor uw verwarmingsinstallatie kunt u centraal uitvoeren aan de regeling. Als in uw vertrekken een kamerthermostaat is geïnstalleerd, kunt u de instellingen ook op de kamerthermostaat aanbrengen.
Aanwijzing De bedieningseenheid kan in een wandmontagesokkel worden geplaatst. Deze is als toebehoren leverbaar. Vraag ernaar bij uw verwarmingsbedrijf.
Bedieningsaanwijzing kamerthermostaat
°C
48 s
A
U gaat 1 stap terug in het menu. Cursortoetsen U bladert in het menu of stelt een waarde in
OK U bevestigt uw keuze of instelling Zonder functie U roept het menu voor instellingen en opvragingen op
Hoe te gebruiken Hoofdscherm
æè °C
Druk op . U komt in het menu voor instellingen en opvragingen.
5588 644 B/fl
48 s
è p
A
9
Over de bediening Symbolen De symbolen verschijnen niet continu, maar zijn afhankelijk van de installatieuitvoering en van de bedrijfstoestand. Knipperende waarden in het display wijzen erop dat wijzigingen kunnen worden aangebracht. Menu Kamerverwarming Warmwaterbereiding Informatie Testwerking voor schoorsteenvegers Verdere instellingen Werkingsprogramma Bescherming tegen vorst (uitschakelwerking) Warmwaterbereiding Kamerverwarming en warmwaterbereiding COMF Comfortwerking voor warmwaterbereiding ECO Zonder comfortwerking voor warmwaterbereiding Meldingen Onderhoudsmelding Het tijdstip voor onderhoud is bereikt Storingsmelding Storingsmelding voor de brander
5588 644 B/fl
Indicators Temperatuur Bescherming tegen vorst Kamerverwarming CV-pomp loopt Boilerlaadpomp loopt Brander loopt Fabrieksinstelling
10
In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie inschakelen AB C
D
°C
48 1
2
0
s
3
A
4 bar
E
A Storingsindicator (rood) B Werkingsindicator (groen) C Ontgrendelingsknop
D Netschakelaar E Manometer (drukindicator)
1. Druk van de verwarmingsinstallatie op de manometer controleren. Als de wijzer onder 1,0 bar staat, is de druk van de installatie te laag. Vul water bij of waarschuw uw verwarmingsfirma.
4. Schakel de netspanning in, bijv. met de aparte zekering of een hoofdschakelaar.
2. Bij open werking: controleer of de be- en ontluchtingsopeningen van de stookruimte open staan en niet geblokkeerd zijn.
5. Schakel de netschakelaar ” ” in. Na korte tijd verschijnt op het display het hoofdscherm en de groene werkingsindicator brandt. Uw verwarmingsinstallatie en ook de kamerthermostaat zijn nu bedrijfsklaar.
Aanwijzing De verbrandingslucht wordt bij open werking uit de stookruimte gehaald.
5588 644 B/fl
3. Open de gasafsluitkraan. Aanwijzing Laat u de plaats en het gebruik van deze onderdelen door uw verwarmingsbedrijf uitleggen.
11
In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen Met bescherming tegen vorst Kies u het werkingsprogramma ” ” voor bescherming tegen vorst (uitschakelwerking).
Werkingsprogramma ” ” beëindigen
Druk op de volgende toetsen:
Druk op de volgende toetsen:
1.
voor instellingen, ” pert.
2. OK ter bevestiging, ” pert. 3. OK ter bevestiging, ” pert.
” knip-
” knip-
” knip-
Kies een ander werkingsprogramma.
1.
tot ” ” knippert.
5. OK ter bevestiging, de bescherming tegen vorst is geactiveerd. ■ Geen kamerverwarming. ■ Geen warmwaterbereiding. ■ Bescherming tegen vorst van de verwarmingsketel en van de warmwaterboiler is actief.
” knip-
2. OK ter bevestiging, ” pert.
” knip-
3. OK ter bevestiging, ” ” knippert. 4.
4.
voor instellingen, ” pert.
tot ” ” knippert: de vertrekken worden verwarmd, het tapwater wordt opgewarmd. of tot ” ” knippert: het tapwater wordt opgewarmd, geen kamerverwarming.
5. OK ter bevestiging, het gekozen werkingsprogramma is geactiveerd.
Aanwijzing De boilerlaadpompen worden automatisch om de 24 uur kort ingeschakeld zodat ze niet komen vast te zitten.
Zonder bescherming tegen vorst (buitenwerkingstelling) 2. Sluit de gasafsluitkraan. Aanwijzing Laat u de plaats en het gebruik van deze onderdelen door uw verwarmingsbedrijf uitleggen.
12
5588 644 B/fl
1. Schakel de netschakelaar ” ” uit.
In- en uitschakelen Verwarmingsinstallatie uitschakelen (vervolg) 3. Schakel de netspanning uit, bijv. met de aparte zekering of een hoofdschakelaar.
5588 644 B/fl
4. Neem bij verwachte buitentemperaturen lager dan 3°C de juiste maatregelen om de verwarmingsinstallatie tegen vorst te beschermen. Neem eventueel contact op met uw verwarmingsinstallateur.
13
Kamerverwarming Benodigde instellingen voor de kamerverwarming Controleer de volgende punten als u kamerverwarming wenst: ■ Heeft u de gewenste kamertemperatuur ingesteld?
■ Heeft u het juiste werkingsprogramma ingesteld? Instelling, zie pagina 14 en
Bedieningsaanwijzing kamerthermostaat
■ Heeft u de verwarmingsaanvoertemperatuur voldoende hoog ingesteld? Instelling, zie volgende hoofdstuk.
Bedieningsaanwijzing kamerthermostaat ■ Heeft u het gewenste tijdsprogramma ingesteld? Bedieningsaanwijzing kamerthermostaat
Verwarmingsaanvoertemperatuur instellen Om de gewenste kamertemperatuur te bereiken, moet de verwarmingsaanvoertemperatuur voldoende hoog worden ingesteld. Fabrieksinstelling: 74 °C
3.
Druk op de volgende toetsen:
5. /
1.
voor instellingen, ” pert.
2. OK ter bevestiging, ” pert.
voor ketelwatertemperatuur, ” ” knippert.
4. OK ter bevestiging, de ingestelde temperatuur knippert. voor de gewenste ketelwatertemperatuur.
” knip6. OK ter bevestiging, de nieuwe temperatuurwaarde is opgeslagen. ” knip-
Werkingsprogramma instellen (kamerverwarming)
14
Druk op de volgende toetsen: 1.
voor instellingen, ” pert.
” knip5588 644 B/fl
Fabrieksinstelling: ” ” voor kamerverwarming en warmwaterbereiding (winterwerking).
Kamerverwarming Werkingsprogramma instellen (kamerverwarming) (vervolg) 2. OK ter bevestiging, ” pert.
” knip-
4. /
tot ”
” knippert.
5. OK ter bevestiging, de vertrekken worden verwarmd, het tapwater wordt opgewarmd.
3. OK ter bevestiging.
Kamerverwarming uitschakelen U wilt geen vertrekken verwarmen maar wel tapwater opwarmen.
3. OK ter bevestiging, ” pert.
Druk op de volgende toetsen:
4.
1.
voor instellingen, ” pert.
2. OK ter bevestiging, ” pert. 3. OK ter bevestiging, ” pert. 4.
” knip-
” knip-
” knip-
tot ” ” knippert.
5. OK ter bevestiging, de kamerverwarming en warmwaterbereiding zijn uitgeschakeld, de bescherming tegen vorst is geactiveerd (uitschakelwerking).
” knip-
tot ” ” knippert.
5. OK ter bevestiging, de kamerverwarming is uitgeschakeld, het tapwater wordt opgewarmd (zomerwerking). U wilt geen vertrekken verwarmen en geen tapwater opwarmen. Druk op de volgende toetsen:
5588 644 B/fl
1.
voor instellingen, ” pert.
2. OK ter bevestiging, ” pert.
” knip-
” knip-
15
Warmwaterbereiding Benodigde instellingen (warmwaterbereiding) Controleer de volgende punten als u warmwaterbereiding wenst: ■ Heeft u de gewenste warmwatertemperatuur ingesteld? Instelling, zie volgende hoofdstuk.
■ Heeft u het juiste werkingsprogramma ingesteld? Instelling, zie pagina 16.
Warmwatertemperatuur instellen Fabrieksinstelling: 50 °C
3. OK ter bevestiging, de temperatuurwaarde knippert.
Druk op de volgende toetsen: 4. / 1.
voor instellingen, ” pert.
2.
voor ” ”.
” knip-
voor de gewenste warmwatertemperatuur.
5. OK ter bevestiging, de nieuwe temperatuurwaarde is opgeslagen.
Werkingsprogramma instellen (warmwaterbereiding ) Fabrieksinstelling: ” ” voor kamerverwarming en warmwaterbereiding (winterwerking). Druk op de volgende toetsen: 1.
voor instellingen, ” pert.
2. OK ter bevestiging, ” pert.
” knip-
tot ” ” knippert voor warmwaterbereiding (zomerwerking, geen kamerverwarming). of tot ” ” knippert voor kamerverwarming en warmwaterbereiding (winterwerking).
5. OK ter bevestiging, het gekozen werkingsprogramma is geactiveerd.
” knip-
5588 644 B/fl
3. OK ter bevestiging, ” pert.
” knip-
4. /
16
Warmwaterbereiding Warmwaterbereiding uitschakelen U wilt geen tapwater opwarmen maar wel de vertrekken verwarmen.
voor instellingen, ” pert.
2. OK ter bevestiging, ” pert.
” knipU wilt geen vertrekken verwarmen en geen tapwater opwarmen. ” knipDruk op de volgende toetsen:
3. OK ter bevestiging, ” ” knippert. 4.
tot ”
1.
2. OK ter bevestiging, ” pert.
” knip-
voor instellingen, ” pert.
” knip-
3. OK ter bevestiging, ” ” knippert. 4.
7.
voor instellingen, ” pert.
” knippert.
5. OK als bevestiging, de vertrekken worden verwarmd, het tapwater wordt opgewarmd (winterwerking). 6.
tot 10 °C.
10. OK ter bevestiging, de nieuwe temperatuurwaarde is opgeslagen.
Druk op de volgende toetsen: 1.
9.
tot ” ” knippert.
” knip-
voor ” ”.
8. OK ter bevestiging, temperatuurwaarde knippert.
5. OK ter bevestiging, de kamerverwarming en warmwaterbereiding zijn uitgeschakeld, de bescherming tegen vorst is geactiveerd (uitschakelwerking).
Comfortfunctie (indien aanwezig)
5588 644 B/fl
Met de comfortfunctie kunt u de waterhoeveelheid in de plaatwarmtewisselaar op de ingestelde warmwatertemperatuur opwarmen. Daardoor heeft u meteen beschikking over warm water.
Druk op de volgende toetsen: 1.
voor instellingen, ” pert.
2.
voor ” ”.
” knip-
3. OK ter bevestiging, ”COMF ECO” knippert.
17
Warmwaterbereiding Comfortfunctie (indien aanwezig) (vervolg) 4. OK ter bevestiging, ”ECO” knippert. 5.
voor ”COMF”.
6. OK ter bevestiging, de comforfunctie is geactiveerd. Comfortfunctie beëindigen Druk op de volgende toetsen: 1.
voor instellingen, ” pert.
2.
voor ” ”.
” knip-
3. OK ter bevestiging, ”COMF ECO” knippert. 4. OK ter bevestiging, ”COMF” knippert. 5.
voor ”ECO”.
5588 644 B/fl
6. OK ter bevestiging, de comforfunctie is beëindigd.
18
Overige instellingen Temperatuureenheid (°C/°F) instellen Fabrieksinstelling: °C
3. OK ter bevestiging, ” ” knippert.
Druk op de volgende toetsen:
4. /
1.
2.
voor instellingen, ” pert.
voor gewenste de temperatuureenheid (”°C” of ”°F”).
” knip5. OK ter bevestiging, de nieuwe temperatuureenheid is opgeslagen.
voor ” ”.
Fabrieksinstelling terugzetten U kunt alle gewijzigde waarden tegelijkertijd op de fabrieksinstelling terugzetten. Druk op de volgende toetsen: 1.
voor instellingen, ” pert.
2.
voor ” ”.
” knip-
3. OK ter bevestiging, ” ” knippert. 4. OK ter bevestiging, de fabrieksinstelling is hersteld.
5588 644 B/fl
Fabrieksinstellingen: ■ Werkingsprogramma: ” ” ■ Temperatuureenheid: °C ■ Ketelwatertemperatuur: 74 °C of Kamertemperatuur: 20 °C ■ Warmwatertemperatuur: 50 °C
19
Opvragingen Informatie opvragen Afhankelijk van de aangesloten componenten en instellingen kunt u de actuele temperaturen en bedrijfstoestanden opvragen. Druk op de volgende toetsen: 1.
voor instellingen, ” pert.
2.
voor ” ”.
” knip-
6. OK ter bevestiging, de waarde is teruggezet. Voorbeeld: Op het display ziet u de informatie ”3” voor de indicatie van de ketelwatertemperatuur. De actuele ketelwatertemperatuur bedraagt 65°C. ¸
3. OK ter bevestiging.
65
voor de gewenste informatie.
5. OK ter bevestiging, als u de waarde op ”0” wilt terugzetten (zie volgende tabel), ” ” knippert.
Aanwijzing De opvraagmodus eindigt automatisch na 30 min. of als u op drukt.
De informatie verschijnt in de volgende volgorde: Indicator op het Betekenis Aanwijzingen display 0 0 Nummer van de ketel Indicator alleen bij installatie met meerdere ketels 1 15 °C Buitentemperatuur Wordt enkel getoond wanneer een buitentemperatuursensor is aangesloten 3 65 °C Ketelwatertemperatuur -5 50 °C Warmwatertemperatuur Wordt enkel getoond wanneer een warmwaterboiler is aangesloten. 45 °C Warmwatertemperatuur Wordt enkel getoond wanneer een 5□ bij zonnewerking zonnesysteem is aangesloten 53 50 °C Temperatuur sensor / Alleen indicator als een Viessmann zonneregelingsmodule aanwezig is en een 3e temperatuursensor is aangesloten. 54 50 °C Temperatuur sensor aÖ Alleen indicator als een Viessmann zonneregelingsmodule aanwezig is en een 4e temperatuursensor is aangesloten. 20
5588 644 B/fl
4. /
3
°C
Opvragingen Informatie opvragen (vervolg) Indicator op het Betekenis display 6 70 °C Collectortemperatuur 263572
h
1
030529 3 001417 5
h
001425 6
000506 7
000506 8
002850
Wordt enkel getoond wanneer een zonnesysteem is aangesloten Bedrijfsuren van de bran- Aantal bedrijfsuren (waarden alleen der bij benadering). Met ”D” kunnen de bedrijfsuren op ”0” teruggezet worden. Branderstarts Met ”D” kan het aantal branderstarts op ”0” teruggezet worden. Bedrijfsuren van de zon- Indicator alleen als een Viessmann necircuitpomp zonneregelingsmodule aanwezig is. Met ”D” kunnen de bedrijfsuren op ”0” teruggezet worden. Pompstarts zonnecircuit- Indicator alleen als een Viessmann pomp zonneregelingsmodule aanwezig is. Met ”D” kunnen de pompstarts op ”0” worden teruggezet. Bedrijfsuren uitgang 2 Alleen indicator als een Viessmann zonneregelingsmodule aanwezig is en een 2e circulatiepomp is aangesloten. Met ”D” kunnen de bedrijfsuren op ”0” teruggezet worden. Pompstarts uitgang 2 Alleen indicator als een Viessmann zonneregelingsmodule aanwezig is en een 2e circulatiepomp is aangesloten. Met ”D” kunnen de pompstarts op ”0” worden teruggezet. Zonne-energieopbrengst Indicator alleen als een Viessmann in kWh zonneregelingsmodule aanwezig is. Met ”D” kan de zonne-energieopbrengst op ”0” teruggezet worden.
5588 644 B/fl
9
h
Aanwijzingen
21
Opvragingen Onderhoudsmelding opvragen Uw verwarmingsfirma kan een onderhoudsinterval instellen. Bijv. onderhoud na 35510 bedrijfsuren van de brander of onderhoud na 12 maanden. Als er onderhoud nodig is aan uw verwarmingsinstallatie, knippert op het display het symbool ” ” en wordt de bereikte onderhoudsinterval wordt aangegeven. Voorbeeld: Onderhoudsindicator met de onderhoudsinterval 1800 bedrijfsuren van de brander:
Verwittig uw verwarmingsbedrijf en bevestig de onderhoudsmelding met OK. Aanwijzing Als het onderhoud pas later kan worden uitgevoerd, verschijnt de onderhoudsmelding na 7 dagen opnieuw. Bevestigde onderhoudsmelding oproepen Druk ca. 4 sec. lang op de toets OK.
ë
1800
h
Onderhoudsindicator met de onderhoudsinterval 12 maanden: ë u
5588 644 B/fl
12
22
Opvragingen Storingsmelding opvragen Als er onderhoud nodig is aan uw verwarmingsinstallatie, knippert op het display het symbool ” ” en de storingscode wordt aangegeven. Bovendien knippert de rode storingsindicator (zie pagina 11). Voorbeeld: Aangegeven storingscode: ”50”
Bevestigde storingsmeldingen oproepen Druk ca. 4 sec. lang op de toets OK. Aanwijzing Als er meerdere storingsmeldingen zijn, kunt u deze met / achter elkaar oproepen.
ã
1
50
1. Deel de storingscode aan uw verwarmingsbedrijf mee. Daarmee zorgt u dat de verwarmingstechnieker beter is voorbereid en bespaart u op eventuele extra verplaatsingskosten. 2. Bevestig de storingsmelding met OK. Het symbool ” ” knippert niet meer.
5588 644 B/fl
Aanwijzing ■ Als u voor storingsmeldingen een signaalinrichting (bijv. een claxon) heeft aangesloten, wordt deze door het bevestigen van de storingsmelding uitgeschakeld. ■ Als het onderhoud pas later kan worden uitgevoerd, verschijnt de onderhoudsmelding de volgende dag opnieuw.
23
Installaties met meerdere ketels Bijzonderheden bij installaties met meerdere ketels Bij installaties met meerdere ketels is elke ketel van een eigen regeling voorzien. Deze regelingen worden door een bovengeordende regeling bestuurd. Instellingen (bijv. kamertemperatuur) doet u aan de bovengeordende regeling. Handleiding van de bovengeordende regeling Nummer van de verwarmingsketel Bij installaties met meerdere ketels wordt aan elke regeling van de verwarmingsketel in het hoofdscherm het ketelnummer aangegeven. Voorbeeld: Verwarmingsketel met nummer ”3”
■ ” ” voor bescherming tegen vorst (uitschakelwerking): Met de instelling van het werkingsprogramma ” ” schakelt u de betreffende ketel afzonderijk uit. Bescherming tegen vorst van de verwarmingsketel is actief. ■ ” ” voor warmwaterbereiding (zomerwerking): U kunt het werkingsprogramma ” ” niet instellen. Kamertemperatuur/ketelwatertemperatuur U kunt geen kamertemperatuur en geen ketelwatertemperatuur instellen.
°C
48
3 è p
s
Werkingsprogramma
A
Verwarmingsketel met nummer ”3” is door de bovengeordende regeling geblokkeerd.
0 5588 644 B/fl
3
24
Controlefunctie voor schoorsteenvegers Controlefunctie voor schoorsteenvegers De controlefunctie voor schoorsteenvegers mag alleen door uw schoorsteenveger bij de jaarlijkse controle worden geactiveerd. Druk op de volgende toetsen: 1.
voor instellingen, ” pert.
2.
voor ” ”.
” knip-
3. OK ter bevestiging, ”OFF” knippert. 4.
voor ”ON”.
5. OK ter bevestiging.
5588 644 B/fl
Aanwijzing De controlefunctie voor schoorsteenvegers eindigt automatisch na 30 minuten.
25
Wat doen? Ruimten te koud Oorzaak De verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld.
Regeling of kamerthermostaat is verkeerd ingesteld.
Oplossing ■ Schakel de netschakelaar ” ” in (zie afbeelding pagina 11). ■ Schakel de hoofdschakelaar, indien aanwezig (buiten de stookruimte) in. ■ Schakel de zekering in de zekeringenkast (huiszekering) in. Controleer en corrigeer evt. de instellingen: ■” ” moet zijn ingesteld (zie pagina 14) ■ Kamertemperatuur of ketelwatertemperatuur (zie pagina 14) ■ Tijdsprogramma Bedieningsaanwijzing kamerthermostaat
Alleen bij werking met warmwaterbereiding: Voorrang van de warmwaterbereiding is actief (” ” in het display). Geen brandstof.
Symbool ” ” wordt op het display getoond.
5588 644 B/fl
Symbool ” ” wordt op het display getoond.
Wacht tot de warmwaterboiler opgewarmd is (indicator ” ” gaat uit). Bij werking met doorstromer beëindigt u de warmwaterafname. Bij vloeibaar gas: Controleer de brandstofvoorraad en bestel eventueel. Bij aardgas: Open de gasafsluitkraan. Informeer eventueel bij uw gasmaatschappij. Druk op de toets ”R” (zie afbeelding op pagina 11). Bevestig de storingsmelding met OK (zie pagina 23). Deel de storingscode aan uw verwarmingsbedrijf mee bij een nieuwe storing. Deel de storingscode aan uw verwarmingsbedrijf mee. Bevestig de storingsmelding met OK (zie pagina 23).
26
Wat doen? Ruimten te warm Oorzaak Regeling of kamerthermostaat is verkeerd ingesteld.
Oplossing Controleer en corrigeer evt. de instellingen: ■ Kamertemperatuur of ketelwatertemperatuur (zie pagina 14) ■ Tijdsprogramma Bedieningsaanwijzing kamerthermostaat
Symbool ” ” wordt op het display getoond.
Deel de storingscode aan uw verwarmingsbedrijf mee. Bevestig de storingsmelding met OK (zie pagina 23).
Geen warm water Oorzaak De verwarmingsinstallatie is uitgeschakeld.
Regeling is verkeerd ingesteld.
5588 644 B/fl
Geen brandstof.
Oplossing ■ Schakel de netschakelaar ” ” in (zie pagina 11). ■ Schakel de hoofdschakelaar, indien aanwezig (buiten de stookruimte) in. ■ Schakel de zekering in de zekeringenkast (huiszekering) in. Controleer en corrigeer evt. de instellingen: ■ Warmwaterbereiding moet vrijgegeven zijn (zie pagina 16) ■ Warmwatertemperatuur (zie pagina 16) Bij vloeibaar gas: Controleer de brandstofvoorraad en bestel eventueel. Bij aardgas: Open de gasafsluitkraan. Informeer eventueel bij uw gasmaatschappij.
27
Wat doen? Geen warm water (vervolg) Oorzaak Symbool ” ” wordt op het display getoond.
Symbool ” ” wordt op het display getoond.
Oplossing Druk op de toets ”R” (zie afbeelding op pagina 11). Bevestig de storingsmelding met OK (zie pagina 23). Deel de storingscode aan uw verwarmingsbedrijf mee bij een nieuwe storing. Deel de storingscode aan uw verwarmingsbedrijf mee. Bevestig de storingsmelding met OK (zie pagina 23).
Warm water te heet Oorzaak De regeling is verkeerd ingesteld.
Oplossing Controleer en corrigeer evt. de warmwatertemperatuur (zie pagina 16)
”ã” knippert in het scherm Oorzaak Storing in de verwarmingsinstallatie
Oplossing Deel de storingscode aan uw verwarmingsbedrijf mee. Bevestig de storingsmelding met OK (zie pagina 23).
”E” knippert in het scherm Oplossing Druk op de toets ”R” (zie afbeelding op pagina 11). Bevestig de storingsmelding met OK (zie pagina 23). Deel de storingscode aan uw verwarmingsbedrijf mee bij een nieuwe storing. 5588 644 B/fl
Oorzaak Storing in de verwarmingsinstallatie
28
Wat doen? ”ë” knippert in het scherm Oplossing Verwittig uw verwarmingsbedrijf en bevestig de onderhoudsmelding met OK (zie pagina 22).
5588 644 B/fl
Oorzaak Een door uw verwarmingsbedrijf ingesteld onderhoudstijdstip is bereikt.
29
Reparaties Onderhoud Reiniging Het toestel kunt u met een gebruikelijk huishoudelijk reinigingsmiddel (geen schuurmiddel) reinigen.
Inspectie en onderhoud De inspectie en het onderhoud van verwarmingsinstallaties zijn vastgelegd in de Duitse verordening inzake energiebesparing en de normen DIN 4755, DVGW-TRGI 2008 en DIN 1988-8. Regelmatig onderhoud garandeert storingsvrij, energiebesparend, milieuvriendelijk en veilig stoken. Elke 2 jaar moet uw verwarmingsinstallatie door een geautoriseerd verwarmingsbedrijf in onderhoud worden genomen. U kunt hiervoor het beste een inspectie- en onderhoudscontract met uw verwarmingsfirma afsluiten.
Als zich in de koudwatertoevoer van de warmwaterboiler een toestel voor waterbehandeling bevindt (bijv. een sluis of inspuitinrichting), moet de vulling tijdig worden vernieuwd. Lees hiervoor de gegevens van de fabrikant. Extra bij Vitocell 100: voor het testen van de verbruiksanode adviseren wij een jaarlijkse werkingscontrole door een verwarmingsfirma. De werkingscontrole van de anode kan zonder bedrijfsonderbreking plaatsvinden. De verwarmingsfirma meet de beveiligingsstroom met een anodetester.
Verwarmingsketel Veiligheidsklep (warmwaterboiler)
Warmwaterboiler (indien aanwezig) DIN 1988-8 en EN 806 schrijven voor dat maximaal twee jaar na de inbedrijfstelling en daarna indien nodig onderhoud of reiniging moet worden uitgevoerd. Het intern reinigen van de warmwaterboiler met inbegrip van de tapwateraansluitingen mag uitsluitend door een erkend verwarmingsbedrijf worden uitgevoerd. 30
De goede werking van de veiligheidsklep moet elk half jaar door de gebruiker of door het verwarmingsbedrijf door ontluchten worden gecontroleerd. Het gevaar bestaat dat de klepzitting vuil is (zie de handleiding van de klepfabrikant).
5588 644 B/fl
Door toenemende vervuiling van de verwarmingsketel stijgt de rookgastemperatuur en daarmee ook het energieverlies. Daarom moet elke verwarmingsketel jaarlijks worden gereinigd.
Reparaties Onderhoud (vervolg) Tapwaterfilter (indien aanwezig)
5588 644 B/fl
Uit hygiënische gronden als volgt te werk gaan: ■ bij filters die niet kunnen worden uitgespoeld om de 6 maanden het filterelement vernieuwen (visuele controle om de 2 maanden) ■ bij filters die kunnen worden uitgespoeld om de 2 maanden uitspoelen.
31
Verklaringen van de begrippen Verhoogde werking In de verhoogde werking wordt het verwarmingswater constant op de ingestelde ketelwatertemperatuur verwarmd. Werkingsprogramma Met het werkingsprogramma legt u vast of u de vertrekken verwarmt en tapwater opwarmt of dat u alleen tapwater opwarmt. Of dat u de verwarming met bescherming tegen vorst uitschakelt. U kunt de volgende werkingsprogramma's kiezen: ■” ” De vertrekken worden verwarmd, het tapwater wordt opgewarmd (winterwerking). ■” ” Het tapwater wordt opgewarmd, geen kamerverwarming (zomerwerking). ■” ” Bescherming tegen vorst van de ketel en de warmwaterboiler is actief, geen kamerverwarming, geen warmwaterbereiding (uitschakelwerking).
Aanwijzing Een werkingsprogramma voor de kameropwarming zonder warmwaterbereiding kan niet gekozen worden. Als vertrekken moeten worden verwarmd, is in de regel ook warm water nodig (winterwerking). Als u toch alleen wilt stoken, kiest u het werkingsprogramma ” ” en zet u de warmwatertemperatuur op 10°C (pagina 17). Daardoor verwarmt u niet onnodig tapwater, en de bescherming tegen vorst van de warmwaterboiler is toch gegarandeerd. Verwarmingscircuit Een verwarmingscircuit is een gesloten circuit tussen verwarmingsketel en radiatoren waarin het verwarmingswater stroomt. CV-pomp Circulatiepomp voor de circulatie van het verwarmingswater in het verwarmingscircuit. Werkelijke temperatuur Actuele temperatuur op het tijdstip van de opvraging; bijv. werkelijk warmwatertemperatuur. Ketelwatertemperatuur Zie ”Verhoogde werking”.
De verbrandingslucht wordt uit het vertrek gezogen waar de verwarmingsketel staat. 32
5588 644 B/fl
Open werking
Verklaringen van de begrippen (vervolg) Gesloten werking De verbrandingslucht wordt van buiten het gebouw aangezogen. Veiligheidsklep Veiligheidsinrichting die door uw verwarmingsbedrijf in de koudwaterleiding moet worden ingebouwd. De veiligheidsklep gaat automatisch open, zodat de druk in de warmwaterboiler niet te hoog wordt. Gewenste temperatuur Ingestelde temperatuur die moet worden bereikt; bijv. gewenste warmwatertemperatuur. Zomerwerking Werkingsprogramma ” ”. In het warme jaargetijde, d.w.z. als de vertrekken niet moeten worden verwarmd, kunt u de stookwerking uitschakelen. De verwarmingsketel blijft voor de warmwaterbereiding in werking. Boilerlaadpomp Circulatiepomp voor de opwarming van het tapwater in de warmwaterboiler.
5588 644 B/fl
Tapwaterfilter Toestel dat vaste stoffen uit het tapwater haalt. De tapwaterfilter zit in de koudwaterleiding voor de ingang in het warmwaterboiler of in de doorstromer ingebouwd.
33
Index Index
B Basisinstelling....................................19 Bediening.............................................9 ■ bedienelementen..............................9 ■ hoe te gebruiken...............................9 Bedieningseenheid..............................9 Bedieningselementen..........................9 Bedrijfsuren terugzetten.....................20 Beëindigen ■ warmwaterbereiding.......................17 Bescherming tegen vorst 12, 15, 17 ■ fabrieksinstelling...............................6 ■ symbool..........................................10 ■ symbool werkingsprogramma.........10 Boilerlaadpomp 33 ■ symbool..........................................10 Brander ■ symbool..........................................10 Branderstarts terugzetten..................20 Brandstofverbruik terugzetten............20 Buitenwerkingstelling.........................12 C Comfortfunctie ■ activeren.........................................17 ■ beëindigen......................................18 Comfortwerking ■ symbool..........................................10 Controlefunctie...................................25 Controlefunctie voor schoorsteenvegers.............................25 CV-pomp 32 ■ symbool..........................................10 D Drukindicator......................................11
34
E Eerste inbedrijfstelling..........................6 Energie besparen ■ tips....................................................7 Energiespaarfunctie...........................18 F Fabrieksinstelling.................................6 ■ symbool..........................................10 Fabrieksinstelling weer terugzetten. . .19 Filter...................................................33 G Geen warm water...............................27 Gegevens terugzetten........................20 Gesloten werking...............................33 Gewenste temperatuur......................33 H Heet water..........................................28 Hoe te gebruiken..................................9 Hoofdscherm........................................9 I Inbedrijfstelling...............................6, 11 Informatie ■ opvragen.........................................20 ■ symbool..........................................10 Inschakelen ■ bescherming tegen vorst................12 ■ comfortfunctie.................................17 ■ energiespaarfunktie........................18 ■ uitschakelwerking.....................12, 15 ■ verwarmingsinstallatie....................11 ■ zomerwerking.................................15 Inspectie.............................................30 Installatie met meerdere ketels ■ ketelnummer...................................24 Installaties met meerdere ketels ■ bijzonderheden...............................24 ■ kamertemperatuur..........................24 ■ ketelwatertemperatuur....................24 ■ werkingsprogramma.......................24
5588 644 B/fl
A Afnameverklaring.................................6 Afstandsbediening...............................9 Alleen stoken.....................................17
Index Index (vervolg) Instelling af fabriek...............................6 Instellingen ■ voor de kamerverwarming..............14 ■ voor warmwaterbereiding...............16 K Kamertemperatuur ■ instellen..........................................14 ■ met kamerthermostaat....................14 Kamerthermostaat...............................9 Kamerverwarming ■ benodigde instellingen....................14 ■ fabrieksinstelling...............................6 ■ kamertemperatuur..........................14 ■ symboolmenu.................................10 ■ symbool stookwerking....................10 ■ symbool werkingsprogramma.........10 ■ uitschakelen....................................15 ■ werkingsprogramma.......................14 Ketelnummer......................................24 Ketelwatertemperatuur 32 ■ instellen..........................................14 Koude vertrekken...............................26 M Manometer.........................................11 Menu....................................................9
5588 644 B/fl
N Netschakelaar..............................11, 12 Nummer van de verwarmingsketel....24 O Onderhoud 29, 30 ■ ë....................................................29 Onderhoudscontract..........................30 Onderhoudsinterval bedrijfsuren ■ symbool..........................................10 Onderhoudsmelding ■ bevestigen......................................22 ■ oproepen (bevestigde)....................22 ■ opvragen.........................................22 ■ symbool..........................................10
Open werking.....................................32 Opvraging ■ informatie........................................20 ■ onderhoudsmelding........................22 ■ storingsmelding..............................23 ■ temperaturen..................................20 ■ werkingstoestanden........................20 P Pomp ■ boiler...............................................33 ■ verwarmingscircuit..........................32 R Reiniging............................................30 Reinigingsaanwijzingen.....................30 Reparaties..........................................30 Reset 19 ■ symbool..........................................10 S Stoken ■ zonder warmwaterbereiding...........17 Stookwerking ■ instellen..........................................14 ■ verhoogd.........................................32 Storing 26, 28 ■ ã..............................................26, 28 ■ E..............................................26, 28 ■ verhelpen........................................26 Storingindicator..................................11 Storingsmelding ■ bevestigen......................................23 ■ oproepen (bevestigde)....................23 ■ opvragen.........................................23 ■ symbool..........................................10 Stroomuitval.........................................6 Symbolen...........................................10
35
Index Index (vervolg) T Tapwaterfilter.....................................33 Temperatuur ■ gewenste temperatuur....................33 ■ installatie met meerdere ketels.......24 ■ kamertemperatuur..........................14 ■ ketelwater.......................................32 ■ opvragen.........................................20 ■ symbool..........................................10 ■ warm water.....................................16 ■ werkelijke temperatuur...................32 Temperatuureenheid..........................19 Testwerking voor schoorsteenvegers ■ symbool..........................................10 Toestel inschakelen...........................11 U Uitschakelen ■ kamerverwarming...........................15 ■ verwarmingsinstallatie met bescherming tegen vorst................12 ■ verwarmingsinstallatie zonder bescherming tegen vorst................12 ■ warmwaterbereiding.......................17 Uitschakelwerking 12, 15, 17, 32 ■ symbool..........................................10
W Waar u het gebruikt..............................9 Warme vertrekken..............................27 Warmwaterbereiding............................6 ■ benodigde instellingen....................16 ■ fabrieksinstelling...............................6 ■ symbool..........................................10 ■ uitschakelen....................................17 ■ warmwatertemperatuur...................16 ■ werkingsprogramma.......................16 Warmwatertemperatuur ■ instellen..........................................16 Water te heet.....................................28 Water te koud.....................................27 Werkelijke temperatuur......................32 Werkelijke temperatuur opvragen......20 Werkingsindicator..............................11 Werkingsprogramma 32, 33 ■ installatie met meerdere ketels.......24 ■ voor kamerverwarming...................14 ■ warmwaterbereiding.......................16 Werkingstoestanden opvragen..........20 Winterwerking....................................32 Z Zomerwerking........................15, 32, 33
5588 644 B/fl
V Veiligheidsklep...................................33 Verdere instellingen ■ symbool..........................................10 Verhoogde werking............................32 Verklaringen van de begrippen..........32 Vertrekken te koud.............................26 Vertrekken te warm............................27
Verwarmen en warm water..................6 Verwarmingsaanvoertemperatuur......14 Verwarmingscircuit.............................32 Verwarmingsinstallatie ■ inschakelen.....................................11 ■ uitschakelen....................................12 Verwarmingsinstallatie uitschakelen. .12
36
37
5588 644 B/fl
38
5588 644 B/fl
39
5588 644 B/fl
40
chloorvrij gebleekt papier
Gedrukt op milieuvriendelijk,
Viessmann Belgium bvba-sprl Hermesstraat 14 B-1930 ZAVENTEM Tel. : 02 712 06 66 Fax : 02 725 12 39 e-mail :
[email protected] www.viessmann.com
Technische wijzigingen voorbehouden.
Voor vragen over uw installatie of onderhouds- en reparatiewerkzaamheden kunt u contact opnemen met uw installateur. Installateurs in uw omgeving kunt u vinden op internet, bijv. www.viessmann.com.
5588 644 B/fl
Uw contactpersoon