Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
Verslag Bestuursorgaan
Raadsplein
Agendanummer
2009-12
Datum
14-04-2009
Tijd
20:00:00
Plaats
TAK-zaal/Raadzaal
Steller
A M van der Poel/Zwolle
Dossiers
Raadsplein inforonde-meningsvorming 2009
Toegankelijk voor
Burger
Verslag
Voorzitter: Dhr. T.J.J. Peeters / dhr. P. van Dijk Leden: Raadsleden en Burgerleden Griffier: Dhr. H.C. Veraart Verslag: Dhr. J.C.M.M. van der Heijden CONCEPT-VERSLAG
TAK-zaal 1
a Opening en mededelingen De voorzitter, dhr. T. Peeters, opent om 20.00 uur het Raadsplein. b Mededelingen Er zijn geen mededelingen. c Vaststelling van de agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. d Inspreken niet-geagendeerde onderwerpen Er hebben zich geen insprekers aangemeld.
2
INFORMATIERONDE a Nota van uitgangspunten Bagijneweide Dhr. Koster (SP) merkt allereerst op dat in het stuk vermeld staat dat werken volgens de principes van beginspraak veel geld kost. Hij is van mening dat de insteek moet zijn: beginspraak en een zorgvuldig traject vergen investeringen. Hoe reëel is het om voor het laboratoriumgebouw een passende invulling te vinden die past binnen de grondexploitatie? Dhr. Koster heeft behoefte aan een kalender met einddata, herijkingen et cetera voor de verschillende onderdelen van het traject. Mw. Meijer (PvdA) vraagt hoe realistisch het uitgangspunt is van budgettaire neutraliteit. Graag een toelichting. Hoe groot is het risico dat het voorbereidingskrediet nog verhoogd wordt? Waarom laten we de kaders los terwijl het gebied als centrum stedelijk is benoemd in het Structuurplan? Hoe verhoudt zich dit tot de afspraak om transparante en duidelijke kaders bij beginspraak te hanteren?
1 van 11
01-06-12 17:29
Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
Hoe te komen tot een sluitend plan als deellocaties, in de tijd, zo ver van elkaar af komen te liggen? Moet er een nadrukkelijker fasering komen? Dhr. Van Harten (GroenLinks / De Groenen) heeft de volgende vragen. Worden integraal alle knelpunten die er zijn met betrekking tot culturele accommodaties gekoppeld aan de kansen die het gebied geeft? Wordt er voor de culturele invulling van het gebied pro-actief contact gezocht met het hele culturele veld inclusief bijvoorbeeld R10 en de Muzerie? Is de gewenste tentoonstellingsruimte nog in beeld voor de Bagijneweide en ook bijvoorbeeld ten behoeve van de huidige gebruiker het Palet? Vindt er ten behoeve van de culturele invulling van het gebied ook interactie plaats met de rest van de plannen voor de Diezerpoort? Zo ja, wordt bij de invulling van de Thomas a Kempisstraat / Vechtstraat ook gedacht aan galeries die de plannen kunnen versterken? Wat is de verdeling in prijscategorieën voor huurwoningen? vraagt dhr. Van Gurp (CDA). Staat dit uitgangspunt vast of kan dit uitgangspunt te zijner tijd, wanneer de exploitatie niet sluit, weer veranderen? Als blijkt dat het parkeren op de Turfmarkt gehandhaafd moet blijven, heeft dit dan gevolgen voor de plannen? Dhr. Zelle (D66) vraagt hoe reëel het is parkeren op maaiveldniveau te willen hebben als we streven naar een groen middengebied. Zijn er in de directe omgeving alternatieven voor het parkeren Turfmarkt? Is de riolering een belemmering voor de herontwikkeling van deze locatie? Wat zijn de kosten van omlegging van deze riolering? Dhr. Van der Kooy (VVD) vraagt of de wethouder bereid is de complimenten van zijn fractie in ontvangst te nemen voor het proces zoals dat op gang is gebracht. Wat is de relatie van dit project met Diezerpoort (Thomas a Kempisstraat / Vechtstraat)? Blijven we vasthouden aan de norm budgettair neutraal in relatie tot het parkeren Turfmarkt? Of kunnen we nadenken over overloop naar andere gebieden? Mw. Rots (ChristenUnie) sluit zich aan bij de eerste vraag van dhr. Van der Kooy. Kan de wethouder aangeven, in vergelijking tot andere projecten, wat de verwachte kosten en opbrengsten van deze aanpak zijn? Onderschrijven de betrokkenen de nota in zijn geheel? Herkennen zij zich er in? Hoe worden de ontwikkelingen op de Bagijneweide afgestemd op de toekomstige ontwikkelingen op enerzijds het Weezenlanden terrein en anderzijds de Diezerpoort? Hoe volgen deze ontwikkelingen elkaar in de tijd? Wethouder Van Dooremolen dankt bij aanvang van zijn beantwoording voor de complimenten van de Raadsleden. Hij wil bij dit project beginspraak op een pilot-achtige wijze uitwerken. Het is lastig daarbij vooraf de kosten in te schatten. Het begin van het proces is moeilijk geweest, dus moet er een nieuwe relatie worden opgebouwd. Er moest een achterstand worden weggewerkt omdat in het verleden enkele zaken verkeerd gelopen zijn. Dat veroorzaakt de hogere kosten. De wethouder wil daarbij niet verbloemen dat het proces zijn risico’s kent. Het gebied Bagijneweide is groter en breder dan menigeen denkt: het omvat niet alleen de oude Watertoren, het ArteZ gebouw en Het Turfschip maar ook de openbare ruimte, het Palet, het voormalige Zusterhuis et cetera. Het is straks zoeken naar een balans tussen de ideeën van de bewoners en de uitgangspunten van de Raad. Daarbij is nu nog niet aan te geven wat de kosten zullen zijn. De ideeën van de bewoners kunnen van dusdanige kwaliteit zijn dat de Raad een afweging maakt in relatie tot de budgettaire neutraliteit en de mogelijke meerkosten die een beter plan met zich meebrengen. Het is nu van belang het proces goed af te ronden. Over het laboratoriumgebouw zegt de wethouder dat de rol die culturele instellingen kunnen spelen nu in beeld wordt gebracht. Maar er is geen pot met geld. Ook hier gaat het weer om het vinden van een balans tussen kosten, meerwaarde, synergie et cetera. De aanwezigheid van ArtEZ is daarbij een geweldige trekker. Het Palet neemt actief deel aan het proces. Met de vraag van het Palet wordt in het proces rekening gehouden.
2 van 11
01-06-12 17:29
Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
De parkeerbalans. De afspraak ten aanzien van de Turfmarkt is dat de huidige parkeersituatie elders opgevangen moet worden op basis van de kostprijs op maaiveldniveau. De ontwikkelingen op de Turfmarkt moeten in relatie worden gebracht met andere, bredere stedelijke ontwikkelingen. Dat vergt denk- en rekenwerk. Ook hier zijn de kosten nog niet aan te geven. Die komen na de uitwerking. De relatie met Diezerpoort noemt de wethouder belangrijk. De Bagijneweide is een onderdeel van Diezerpoort. Er liggen, als droom, ook kansen voor kunst en cultuur richting het Vishay gebouw. Er zijn kansen voor kunst en cultuur, voor economie en wijkeconomie. Op deze manier wordt er, bijna filosofisch, naar de kansen gekeken. En er wordt gekeken wat aanhaakpunten voor de Bagijneweide zijn. De Cultuurnota is in wording. Hierin staat wat voor plek de instellingen in de stad zouden moeten krijgen. Het trekken aan partijen richting de Bagijneweide wekt (financiële) verwachtingen. Daarin moet een balans gevonden worden. De wethouder zoekt naar mogelijkheden, zegt hij. Hij wil kansen benutten. Bij de TaK straat / Vechtstraat is het belangrijk om van individuele werkelijkheden en verwachtingen een gemeenschappelijke werkelijkheid te maken. Het is belangrijk argumenten uit te wisselen: waarom bepaalde zaken wel, waarom bepaalde zaken niet? Dat zelfde geldt ook voor de ontwikkelingen op de Bagijneweide zelf. Het tijdpad voorziet er in dat in 2010 de eerste zaken veranderen. Als eerste is het Zusterhuis aan snee. In 2010 is het project niet klaar: de horizon kan 2020 zijn. Ontwikkelingen in de binnenstad kunnen invloed hebben op het tijdpad. Mw. Waalewijn (projectleider, gemeente Zwolle) zegt dat er nu een Programma van Eisen en een stedenbouwkundig raamwerk wordt gemaakt voor het hele gebied met flexibiliteit voor toekomstige ontwikkelingen. Er komen per project aparte grondexploitaties: anders worden de rentelasten te hoog. De voorbereidingskosten worden zo goed mogelijk ingeschat, maar onduidelijk is wat de ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld over 5 jaar. Stedelijke programmering. Een gebied met centrum stedelijk wonen is een randvoorwaarde, zegt wethouder Van Dooremolen, maar het aantal woningen per hectare is daarbij niet vastgelegd. Elke woning vraagt om parkeren en doet dus een beslag op de openbare ruimte. Er kunnen dus niet onbeperkt woningen gebouwd worden. De verhouding woningen is 25% goedkoop / 25% middenduur / 50% duur, zegt de wethouder. Er komt in dit gebied ook sociale woningbouw. De afweging voor eventueel een andere verhouding tussen de verschillende categorieën ligt in de Raad. De persleiding in het gebied vormt een groot risico. Het verplaatsen van de leiding is te lastig en te duur: de opbrengsten wegen niet op tegen de kosten. De Inspiratiedagen zijn door veel mensen bezocht. Er is grote betrokkenheid, er is volop meegedacht, maar toch ook is er scepsis over de bedoelingen van de overheid. Het proces blijft gevoelig, zegt de wethouder. De inwoners zijn op de hoogte van het voorstel dat nu voorligt in de Raad. Zij herkennen zich in de zaken die genoemd zijn, maar schrijven niet de notitie. Ze gaan akkoord met de vervolgstap. In de volgende fase komen de rekenmodellen aan bod. Hoe wordt de pilot beginspraak geëvalueerd en hoe wordt de Raad betrokken? De wethouder is voor een evaluatie die kan leiden tot een verfijning van de werkwijze en de bandbreedte. Hij wil de evaluatie met de Raad voorbereiden. De voorzitter stelt voor dat dit onderwerp als A voorstel naar de besluitvormingsronde van het Raadsplein gaat. De Raadsleden stemmen hiermee in. Mw. Meijer (PvdA) vraagt daarbij ruimte voor een uitgebreide stemverklaring. PAUZE 3 MENINGSVORMING (LET OP RAADZAAL)
3 van 11
01-06-12 17:29
Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
a Visie Noordelijke stadsrand Dhr. De Heer (VVD) zegt nog geen kennis te hebben kunnen nemen van het Uitvoeringsprogramma van het Structuurplan. Het vaststellen van deelvisies leidt tot de onwenselijke situatie dat uitbreidingslocaties niet integraal afgewogen worden. Als voorbeeld noemt dhr. De Heer Stadsbroek: wel onderdeel van de visie, en Dijklanden: geen onderdeel van de visie. Dijklanden lijkt door een ‘grenscorrectie’ opeens een inbreidingslocatie te zijn. Dat is overigens niet nadelig: de uitvoeringscriteria zijn strenger bij inbreiding dan bij uitbreiding. Dat geldt ook voor IJsselvizier. In de visie Noordelijke stadsrand wordt bebouwing bijna volledig uitgesloten. Waar dan wel? vraagt dhr. De Heer zich af. Waar moet het worden opgelost: in de stadsrand of kijken we weer naar de hele stad? De visie op de Noordelijke Stadsrand is voor de VVD een verfijning van de manier waarop burgers en betrokken partijen om willen gaan met de daadwerkelijke invulling van het Structuurplan. Het leert welke nieuwe uitgangspunten en inzichten er zijn ten aanzien van bebouwing. Het leert hoe er wordt aangekeken tegen de verbinding van de uitbreidende stad en het landelijk gebied. Het leert dat stad en landelijk gebied elkaar meer te bieden hebben dan voorheen gedacht werd. Dhr. De Heer wil nu niet starten met de uitvoering. Hij wil de Visie Noordelijke stadsrand verwerken in het Uitvoeringsprogramma Structuurplan zodat er een integrale afweging gemaakt kan worden. Het is eigenlijk zijn antwoord op de debatvraag. Dhr. Dogger (Swollwacht) zegt dat zijn fractie een aantal deelrichtingen en keuzes uit het Structuurplan niet deelt en ondersteunt, net zoals de Klankbordgroep. Dit debat wijzigt het standpunt niet. Dit zijn niet de keuzes en de richtingen die Swollwacht maakt of deelt. Van Stadsbroek en Dijklanden moet worden afgebleven. Deze moeten niet opnieuw ter discussie worden gesteld. Swollwacht kiest voor het volbouwen van Stadshagen en vervolgens het bebouwen van Haerst. De Swollwacht fractie steunt de voorgestelde richting niet. Dhr. Van Gurp (CDA) constateert dat de visie voor de Noordelijke Stadsrand een ontwikkelingsrichting is voor bijvoorbeeld fiets- en wandelroutes en zones met natuurontwikkeling. In de plannen wordt niet aangegeven wat er gaat gebeuren. Hij is benieuwd naar het Uitvoeringsprogramma Noordelijke Stadsrand. Zijn fractie wacht op een concreet voorstel alvorens conclusies te trekken. De matrix uit het Structuurplan kan niet op de Noordelijke Stadsrand gelegd worden. Het Structuurplan is van een andere orde dan deze visie. Hoe voorkom je oneerlijkheid in de keuze tussen locaties bij niet gelijktijdig onderzoek? Er moet zo goed en zo snel mogelijk onderzoek gedaan worden naar deze locaties of ze wel of niet geschikt zijn voor woningbouw, zegt dhr. Van Gurp. Dhr. Mulder (ChristenUnie) constateert dat er onduidelijkheid is ontstaan in de Visie op de Noordelijke Stadsrand. Dat moet zo snel mogelijk opgelost worden. De Visie beschrijft met name gebieden die ook als onderzoeksgebied worden meegenomen voor uitbreidinglocaties. Dat vraagt om een zorgvuldige aanpak. We moeten spreken over wat leidend is en wat volgend, zegt dhr. Mulder. Zijn fractie is van mening dat het debat en de uitkomsten daarvan rond het Structuurplan leidend zijn, een visieontwikkeling is volgend. We wachten dringend op Uitvoeringsprogramma’s, zegt dhr. Mulder. De afspraak was dat die er in het eerste kwartaal van 2009 zouden liggen. Er mag geen ongelijkheid ontstaan in de weging, er moet een integrale afweging komen. Dan wil dhr. Mulder keuzes maken. De visie is zinvol, maar het Structuurplan is bepalend. In de Visie op de Noordelijke Stadsrand staat niets over de mogelijkheden van woningbouw in Stadsbroek, constateert mw. Vedelaar (PvdA). Waarom is de mogelijkheid van woningbouw uit deze visie weggelaten? Waarom is er niet voor gekozen duidelijk te spreken over de status van dit gebied in het kader van het Structuurplan? Graag een reactie van de wethouder. De PvdA
4 van 11
01-06-12 17:29
Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
fractie deelt de opvatting dat Stadsbroek unieke kansen biedt voor recreatie en natuurontwikkeling. Echter, natuurontwikkeling en bouwen kunnen op gespannen voet met elkaar staan.
Bij interruptie merkt dhr. Rijke (GroenLinks / De Groenen) op dat op pagina 9 staat: “Binnen het project Noordelijke Stadsrand liggen verscheidene gebieden met een opgave vanuit het Structuurplan. IJsselvizier A en Stadsbroek dienen buiten beschouwing te blijven.” Woningbouw in Stadsbroek blijft beperkt tot een strook die is aangewezen als mogelijke zoeklocatie. Het Structuurplan en de afspraken over zoeklocaties zijn leidend. De mogelijke woningbouwlocaties blijven beschikbaar voor de afweging wel of niet bebouwen, zegt dhr. Rijke. Nu natuur ontwikkelen beperkt de mogelijkheden voor woningbouw, zegt mw. Vedelaar (PvdA). Nee, daarmee getuigt het niet van zuivere stappen in het onderzoek naar de mogelijkheden voor woningbouw. En nee, daarmee wordt geen recht gedaan aan de andere locaties die ook nog onderzocht worden. De PvdA wil duidelijkheid over de status van Stadsbroek in de visie. Er moet een afweging komen met andere locaties. Hoe gaat de wethouder duidelijkheid geven over de status van Stadsbroek en op welke manier gaat hij hierover communiceren? De fractie zal niet instemmen met de visie tenzij de wethouder toezeggingen doet op basis waarvan de PvdA wel kan instemmen. De SP heeft niet ingestemd met de Structuurvisie, zegt dhr. Koster (SP). Hij zal de debatvraag niet direct beantwoorden. Hij ziet de toezeggingen, gedaan in de Informatieronde, niet terug in de voorliggende visie. De grens van het plangebied Stadsbroek moet voor zijn fractie eindigen bij het Zwartewater, zegt dhr. Koster. Kan de wethouder dit toezeggen? De SP fractie overweegt anders een amendement. Dhr. Koster wil geen nader onderzoek doen naar de landschappelijke inpassing van een gering aantal woningen. Hij wil niet bouwen op de dijk tenzij het sociale (huur) woningbouw betreft. Dhr. Koster vraagt de wethouder er voor te zorgen dat het bestemmingsplan actueel is anders lopen we achter de feiten aan. Dhr. Rijke (GroenLinks / De Groenen) citeert uit een motie van GroenLinks / De Groenen: “De Raad van de gemeente Zwolle, in vergadering bijeen op 16 juni 2008, gehoord de beraadslaging over het Structuurplan tot 2020, van oordeel dat de gebieden die zijn aangewezen als toekomstige, nader te onderzoeken woningbouwlocaties van grote waarde zijn voor de natuur en de mensen, het niet wenselijk is om deze locaties gedurende vele jaren een ongewisse bestemming te geven in afwachting van eventuele bouw, het groene karakter van de locaties in ieder geval tot bebouwing behouden moet blijven, bij het behoud van het groene karakter kan worden gedacht aan bijvoorbeeld biologische landbouw, natuurbeheer, kleinschalige recreatieve functies, sport, volkstuinen, wandel- en fietspaden, draagt het College op al het nodige te doen om deze gewenste groene functies in het gebied mogelijk te maken”. De visie op de Noordelijke Stadsrand is een goede invulling van de motie die is aangenomen bij de behandeling van het Structuurplan, zegt dhr. Rijke. Hij ziet beslist geen strijdigheid met het Structuurplan. De onderzoekslocaties worden door deze visievorming niet uitgesloten als nader te onderzoeken locatie in het Uitvoeringsprogramma. Je mag visies ontwikkelen, maar de zoeklocaties moeten beschikbaar blijven. Het Uitvoeringsprogramma zal niet strijdig zijn met wat hier nu wordt vastgesteld. Maar het is slechts een gedeeltelijke invulling van de wens destijds van de fractie van GroenLinks / De Groenen. Hij verzoekt om vergelijkbare – interactief tot stand gekomen - visies voor de rest van de noordelijke stadsrand en de oostelijke en de zuidelijke stadsrand. Er zou gestart moeten worden met een visie op de noord oostelijke stadsrand.
5 van 11
01-06-12 17:29
Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
Het uitvoeren van de visie zal nog veel stuurmanskunst vergen. Dhr. Zelle (D66) is van mening dat Stadsbroek een ruimtelijke aansluiting moet krijgen met de Milligerplas. In strijd met de gemaakte afspraken bij de behandeling van het Structuurplan wil het College toch bebouwing langs de Werkerlaan toestaan. Dan is er geen sprake meer van een open ruimtelijke verbinding tussen de plas en Stadsbroek. Dhr. Zelle wenst geen 50 woningen in IJsselvizier. Beperkte woningbouw en een buitenplaats is een welkome aanvulling voor dit gebied. Bij ’s Heerenbroek zou geen dijklichaam moeten komen. Dit belemmert een natuurlijke overgang naar de polder. De ligging van de HIS maakt een andere aansluiting echter onmogelijk. De Visie op de Noordelijke Stadsrand is niet geheel in overeenstemming met het Structuurplan. De uitwerking van de Visie moet in samenhang met het Structuurplan worden gedaan en niet afzonderlijk. Wethouder Kenkhuis hecht er bij aanvang van zijn beantwoording aan om kort de geschiedenis van de Visie op de Noordelijke Stadsrand te schetsen. Een en ander is in 2004 gestart. In het kader van het Nationaal Landschap was het van belang veel initiatieven een duidelijk kader geven. Daarom is de visie er gekomen. Door de discussie rond het Structuurplan is de verdere ontwikkeling van de visie getemporiseerd want het Structuurplan is leidend: dat geeft de kaders. Deze gaat voor welke visie dan ook. In het Structuurplan is besloten over 5 uitbreidingslocaties: Vechtpoort, Stadsbroek, Dijklanden, IJsselvizier A en B. Er komen nadere studies naar Stadsbroek, Dijklanden en IJsselvizier naar de natuurwaarden. Bij Vechtpoort moet nader onderzoek gedaan worden naar de ontsluiting. Dat is het bestuurlijke kader voor de Visie op de Noordelijke Stadsrand. Er is onduidelijkheid over de vraag of deze visie bebouwing in Stadsbroek toelaat, constateert de wethouder. De implementatie van deze visie mag bebouwing niet onmogelijk maken, zegt de wethouder: maximaal 500 woningen. Hij verwijst naar het kaartje op pagina 6. Daar is de zoeklocatie Stadsbroek en de zoeklocatie IJsselvizier B duidelijk aangegeven. Helaas is de zoeklocatie IJsselvizier A niet aangegeven. De wethouder zegt toe dat natuurontwikkeling, de aanleg van recreatieve routes en de uitvoering daarvan bebouwing van Stadsbroek mogelijk moet blijven maken. Hij zal dit voor zover nodig in de tekst aanpassen. De status van de andere 4 uitbreidingslocaties ten opzichte van Stadsbroek: zij hebben dezelfde, uniforme status. Voor elke locatie is de status hetzelfde en blijft hetzelfde. De matrix uit het Structuurplan (pag. 59) moet, in aangepaste vorm, op al deze locaties toepasbaar zijn. Het Uitvoeringsprogramma van de visie is het document voor de fasering. Veel zaken raken niet aan de bebouwing van Stadsbroek. De wethouder zou het jammer vinden als deze 2 of 5 jaar niet zouden kunnen worden uitgevoerd. Het Uitvoeringsprogramma Noordelijke Stadsrand komt voor de zomer, begin juli. Hierin wordt aangeven wat en wanneer, in welke periode, uitgevoerd gaat worden. Zaken die raken aan de bebouwing worden verder in de tijd gezet. Het Uitvoeringsprogramma Structuurplan komt overigens binnen 1 maand naar de Raad. De Visie is hierin verwerkt. In het Uitvoeringsprogramma Noordelijke Stadsrand wordt gezegd dat dit programma de bebouwing van Stadsbroek niet onmogelijk zal mogen maken. Het College heeft in het Structuurplan voorgesteld om te onderzoeken of in Stadsbroek, in de strook langs de Werkerlaan, ongeveer 500 woningen gebouwd kunnen worden. Dat is op dit moment de status, zegt de wethouder. Van de definitieve versie van de visie maken de toezeggingen deel uit, evenals aangenomen amendementen. De Raad stelt de visie dus vast inclusief de wijzigingen en toezeggingen. Rond de zomer komt de Raad te spreken over het uitvoeringsprogramma. In IJsselvizier is door de dijkverlegging minder ruimte voor woningen: 5 à 10. Er komt een nader onderzoek om goed af te kunnen wegen op welke kavels bebouwing nog mogelijk is, zowel fysiek als sociaal. Dit onderzoek kost 10 à 15.000 Euro. De wethouder zegt, desgevraagd, er naar te streven met een aangepaste versie van de visie te komen die 11 mei in de besluitvormende ronde van het Raadsplein vastgesteld kan worden.
6 van 11
01-06-12 17:29
Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
De Raad wacht de gewijzigde visie af om daarna te bepalen wat het vervolg wordt en welke instrumenten worden ingezet om naar besluitvorming te komen. b Zienswijze provinciale omgevingsverordening Mw. Nusselder (GroenLinks / De Groenen) constateert dat de kern van de gemeentelijke zienswijze het vergroten van de gemeentelijke beleidsvrijheid is en het tegengaan van invloed van de provincie ‘door de achterdeur’. Hoe vindt de gewenste afstemming tussen gemeenten plaats? Daar is de provincie op dit moment de meest geëigende instantie voor: er zijn bovengemeentelijke regelingen nodig met name op het gebied van woningbouw en bedrijventerreinen. Waar de zienswijze is gericht tegen de ontheffingsregeling door de provincie, kan mw. Nusselder deze dan ook niet onderschrijven. Zij is het hier eens met de reactie van Twentestad. Het is onjuist om nu al, bij de zoeklocaties Structuurplan, te spreken over bestaand stedelijk gebied. Dit moet zijn: zoeklocatie stedelijk gebied. Mw. Nusselder vraagt om aandacht voor de afstemming tussen de provincies in de zienswijze. Zij onderschrijft de nadruk op het behoud van cultuur historische waarden in de zienswijze. Het betreffende artikel kan krachtiger neergezet worden. Wat is de technische kwaliteit van de verordening? Dhr. Zelle (D66) stemt in met de zienswijze van het College. Via deze verordening probeert de provincie weer een vinger in de pap te krijgen. Dat is geen goede zaak. Hij heeft één kanttekening: Hoe om te gaan met een projectbesluit, is nog niet voorgelegd aan de Raad. Dhr. Koster (SP) neemt kennis van de zienswijze. Het is belangrijk beleid zo dicht mogelijk bij de inwoner van de stad of provincie plaats te laten vinden. Soms is regie op een hoger niveau echter wel nodig. Als gemeenten met elkaar gaan concurreren, kunnen zij het algemeen belang uit het oog verliezen. Waar het nodig is moeten afspraken op hoger niveau worden vastgelegd en getoetst. Het is zinvol om regelmatig te toetsen of het doel van een regeling nog gediend wordt. Als risico wordt genoemd dat de gemeente Zwolle, als zij te strikt en confronterend omgaat met de zienswijze, er een verstoorde relatie met de provincie kan ontstaan. Dhr. Koster vindt het niet erg duidelijke taal te spreken. Mw. Vedelaar (PvdA) constateert dat de provincie teveel redeneert vanuit het oude sturingsmechanisme. De provincie zit, met het systeem van ontheffingen, weer op de plantoets stoel. Zij onderschrijft de zienswijze van de gemeente. Dhr. De Heer (VVD) heeft geen behoefte aan een provincie die bepaalt dat een weg, die iedereen om een stadswijk heen wil, er dwars door heen komt. En die de gemeente Zwolle oplegt hoeveel woningen er gebouwd moeten worden. Dat kan de gemeente zelf wel. Maar, dan moeten we wel zorgen dat we vertrouwen krijgen. Hij ondersteunt de zienswijze. De gemeentelijke organisatie moet dan op 1 juli 2009 klaar zijn om de nieuw verkregen verantwoordelijkheden uit de WRO ook verantwoord en vanuit het belang van inwoners en ontwikkelpartners uit te voeren. Een redactieslag over de zienswijze is op zijn plaats. Dhr. Mulder (ChristenUnie) is het eens met de zienswijze van het College. Onder verwijzing naar artikel 2.7.6 (ontheffing) zegt mw. Husselman (CDA) dat het wenselijk is dat de gemeenteraad gaat over de ontheffingen bij de economische hoofdstructuur. De zienswijze lijkt er qua toonzetting op uit te zijn de relatie met de provincie op voorhand onder druk te zetten. Wethouder Piek zegt in zijn beantwoording toe, te zullen kijken naar de redactie van de zienswijze. Deze is in haast tot stand gekomen. Hij wil de verhouding met de provincie niet verstoren, maar wel duidelijk zijn.
7 van 11
01-06-12 17:29
Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
Hij is, in reactie op de inbreng van mw. Nusselder, van mening dat het lokaal bestuur in staat is zelf problemen op te lossen. Dit kan door goed te overleggen met gemeenten. Zwolle is er in geslaagd, samen met de omliggende gemeenten, tot een Woonvisie te komen. De voorzitter concludeert dat de redactioneel aangepaste zienswijze morgen uit gaat. c Debat Ruimtelijke Kwaliteit Mw. Rots (ChristenUnie) zegt dat dit onderwerp een opdracht aan het College is maar ze zal ook een oproep aan de Raad zelf doen. Er bestond bij de Raad ontevredenheid over 3 zaken rond ruimtelijke kwaliteit: 1. Er ontbrak een visie op de samenhang van bouwprojecten in en om de binnenstad. 2. Er ontbrak een vroegtijdige betrokkenheid van burgers en belangenorganisaties bij de planontwikkeling. 3. Er ontbraken tools voor de Raad zelf om uitspraken te doen over de ruimtelijke kwaliteit. Dit heeft geresulteerd in een traject van zelfreflectie: het debat ruimtelijke kwaliteit van de binnenstad en de directe schil er om heen. Waar staan we nu? Het traject heeft al wat opgeleverd maar de grootste stappen moeten nog worden gezet, zegt mw. Rots. Veel personen en organisaties in de stad denken mee en reiken ideeën aan. Daar is zij erkentelijk voor en ze hoopt dat het contact blijft. Dit traject heeft ook laten zien dat de Raad kritisch naar zichzelf kan en wil kijken. Mw. Rots zegt nu het momentum te willen pakken: het momentum waarin het mogelijk is besluiten te nemen die de keuzes op het gebied van ruimtelijke kwaliteit in de toekomst verbeteren. Er gebeurt al het nodige in lopende trajecten: de Inspiratiebox, een second opinion over de samenhang van verschillende bouwprojecten et cetera. Maar het echte werk moet nog beginnen. Het is ook een oproep aan de Raad zelf. Welke waarden spelen voor de ChristenUnie een rol in dit debat? De middeleeuwse binnenstad is het beschermen waard. De intrinsieke waarde van de schoonheid en de variatie van de stad. De ruimte voor expressie van de tijd: een mooie mix van modern en historiserend bouwen. De regionale, toeristische en economische functie van de stedelijke kwaliteit. Procedures die aan alle betrokkenen recht doen. Dit zijn voor de fractie van de ChristenUnie de ijkpunten voor toetsing in het verdere traject. De opdracht aan het College. Wat moet er nu gebeuren? De ChristenUnie fractie wil dat we aan de stad gaan werken volgens de principes van ontwikkelingsplanologie. De gemeente initieert dan zelf de ontwikkelingen. De Raad moet daarvoor dan helder formuleren wat zij wil. De volgende zaken wil mw. Rots dan meegeven in de opdracht aan het College. Opstellen van een visie op de binnenstad die richting geeft. In kaart brengen van de historische waarden in de binnenring en de ring er om heen. Welke ruimtelijke kwaliteit willen we waar realiseren? Het bestemmingsplan binnenstad onder de loep nemen en het realiseren van een beeldkwaliteitplan. Het maken van een Masterplan voor de openbare ruimte. De Welstandsnota moet worden gereviseerd: van beheren naar richting geven. Een beleid op de architectenkeuze ontwikkelen inclusief bevordering van de burgerparticipatie. Een scheiding van stedenbouwkundig en architectonisch ontwerp. (Wellicht met ruimere bevoegdheden in de Notitie Bevoegdheden bij ruimtelijke projecten). Alle betrokkenen moeten in een vroegtijdig stadium op een open manier betrokken worden bij planvorming. De functie en werkwijze van klankbordgroepen onder de loep nemen. Welke taken en bevoegdheden horen daar? Onderzoeken of er gewerkt moet worden met een commissie ruimtelijke kwaliteit of met een stadsbouwmeester. Hoe spelen economische afwegingen een rol? Is het nodig om te werken met een binnenstadsfonds? Mw. Rots verzoekt om binnen 2 maanden een plan van aanpak tegemoet te kunnen zien.
8 van 11
01-06-12 17:29
Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
Het is ook een oproep aan onszelf, zegt ze, de Raad is de hoeder van de ruimtelijke kwaliteit. Ze wil een proactieve houding van de Raad met werkbezoeken en avondscholen, bijvoorbeeld om te onderzoeken of een commissie ruimtelijke kwaliteit of een stadsbouwmeester zinvol is. De Raad moet de regie over het debat houden. Dhr. Eikelboom (Swollwacht) is zeer tevreden met de aandacht voor ruimtelijke kwaliteit van de stad. Hij heeft complimenten voor de initiatiefnemers en iedereen die een bijdrage heeft geleverd. Zijn fractie heeft nog de volgende kanttekeningen en aanbevelingen. De kaders zoals het bestemmingsplan beschermd stadsgezicht en de Welstandsnota zijn goede instrumenten. Deze instrumenten zouden meer effect hebben met een goede onderlinge samenhang. Dhr. Eikelboom vraagt meer invloed van de portefeuillehouders toerisme en monumentenzorg op de samenstelling, toetsing en hantering van de kaders. De Raad heeft in het verleden te veel achter de feiten aangelopen en mist deskundigheid en historische kennis om tijdig bij te kunnen sturen. Hij pleit voor het aanstellen van een stadsbouwmeester / architect. De Welstandscommissie is wellicht te eenzijdig samengesteld. Dhr. Eikelboom pleit voor een lokale Welstandscommissie. Ook pleit hij voor een hernieuwde visie op de binnenstad om deze te vrijwaren van al te grote druk. Dhr. De Heer (VVD) kijkt met tevredenheid terug op het gevoerde debat over de ruimtelijke kwaliteit. De verplichting die er nu is, is het zoeken van de scherpte in het op te stellen instrumentarium. De opdracht aan het College is duidelijk: optimaliseer het proces rondom beeldkwaliteit, verbeter de inbreng van belanghebbenden en verbeter de rol van de gemeente. Dit kan als het College een gereedschapskist ruimtelijke kwaliteit toevoegt aan een beschrijving van rollen en verantwoordelijkheden. Deze gereedschapskist zou de volgende zaken moeten bevatten: Vastleggen van enkele momenten waarop de Raad, gedurende de ruimtelijke procedure, kan ingrijpen in het proces. Een vertaling van deze momenten in financiële en juridische consequenties. Een innovatieve manier waarop bij de start van ruimtelijke ontwikkeltrajecten meerdere partijen hun ontwerp en invulling kunnen geven op de ontwikkeling van een gebied. Een voorstel voor ruimtelijk kwaliteitfonds op stedelijk niveau. Het rekent af met het gebruik dat alle kosten en opbrengsten binnen het project moeten worden opgevangen. Deze gereedschapskist moet worden uitgewerkt in meerdere varianten: financiële lasten, beïnvloedings- en sturingsmogelijkheden et cetera. Mw. Husselman (CDA) zegt dat de verbetering van de politieke sturing en burgerparticipatie ter bevordering van de beeldkwaliteit bij ruimtelijke projecten, de aanleiding vormde voor het afgelopen proces. Nu moet het College aan de slag. Aan enkele onderdelen hecht haar fractie waarde: die ziet zij graag terug in de notitie van het College. De Bevoegdheden bij ruimtelijke projecten van de Raad moeten in deze notitie scherper neergezet worden. Het College wil van toelatingsplanologie naar ontwikkelingsplanologie. Daar hecht het CDA bijzonder aan. Een suggestie over de rol van de Raad daarbij staat in een PvdA / CDA motie van 20- 11- 2006, ingediend bij de behandeling van het Structuurplan. Het zou een onderlegger kunnen zijn bij de planvorming over de binnenstad. Het bestemmingsplan beschermd stadsgezicht. Voor de binnenstad zou een extra stap moeten worden ingebouwd zodat projectontwikkelaars weten dat er bij het verlenen van binnenplanse vrijstelling een extra drempel is. Voor de rest sluit mw. Husselman zich aan bij goede ideeën die eerder deze avond al naar voren zijn gebracht. Dhr. Zelle (D66) zegt dat de nota geen aandacht besteed aan de economisch kwaliteit van de binnenstad: een gemiste kans. Hij verzoekt de brief van de Vrienden van de Stadskern aan de nota toe te voegen. Veel punten
9 van 11
01-06-12 17:29
Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
uit de brief passen in de nota. Samen met de Vrienden en de Stichting Levende Stadsgeschiedenis zou de nota op een aantal punten gewijzigd moeten worden. Er zou beter omschreven moeten worden wat belanghebbenden zijn. Binnen de gemeente voltrekt zich een mentaliteitsverandering, zegt dhr. Rijke (GroenLinks / De Groenen). Er is een cultuuromslag bewerkstelligd de afgelopen jaren. De notitie Beginspraak is daar een uitvloeisel van. Hierna volgde het initiatief van de SP, PvdA en ChristenUnie voor een discussie over de ruimtelijke kwaliteit in de binnenstad. Dhr. Rijke noemt het rijkelijk vroeg om zo kort nadat beginspraak tot beleid is verheven, al weer met nieuwe voorstellen te komen. Laat de stad de ruimte krijgen om beginspraak in de praktijk gestalte te geven, ruimte krijgen voor de uitwerking van beginspraak. Niet betrokkenen meteen weer voor de voeten gaan lopen met allerlei nieuwe regels en procedures. Er zijn goede voorbeelden beginspraak: Bagijneweide, Spoorzone, Prinsenpoort. Er is een Inspiratiebox en een Inspiratieteam. De omslag is gemaakt. Hij vreest dat de wensenlijstjes en suggesties van vanavond tot lange discussies leiden en niet tot een ontwikkeling in de richting die daarmee beoogd wordt, zegt hij op een interruptie van dhr. De Heer. Wanneer eindigt dit debat een keer in concrete voorstellen? Er moet een voorstel komen van de Initiatiefgroep die het debat begonnen is, dat convergeert in één duidelijke en eenduidige vraag of opdracht aan het College. Een en ander is nu te open geformuleerd, zegt hij in antwoord op een interruptie van mw. Rots. Dat zou hem vertrouwen hebben gegeven in een goede afloop van het debat. Zijn grote zorg, zegt hij in reactie op een interruptie van mw. Vedelaar, is dat alle inspanningen van de afgelopen tijd verzanden in een lang en breed proces. Afsluitend zegt dhr. Rijke te willen focussen op een “noodremprocedure”: op enig moment moet de Raad nog kunnen ingrijpen in langdurige processen. Ook wil hij voor een aantal projecten in de gaten houden hoe de ontwikkelingskosten zo hoog oplopen dat het gevaar dreigt dat op kwaliteit wordt beknibbeld. Hij wil focussen op twee of drie belangrijke punten en opdrachten. Mw. Vedelaar (PvdA) stipt drie, voor haar fractie belangrijke, punten aan: Visie op de kwaliteit van de binnenstad Zuiver, zorgvuldig en inzichtelijk proces Duidelijke kaders met bijsturingmogelijkheden. Zij schrapt een fors deel van haar bijdrage en spreekt twee passages uit omdat zij zich verder volledig kan vinden in het betoog van mw. Rots. De visie op de binnenstad. De kwaliteit van de binnenstad gaat over meer dan fysiek / ruimtelijke kenmerken: historische waarden, architectonische waarden, economische waarden, culturele waarden en over beleving, samenhang, diversiteit en leefbaarheid. De fractie van de PvdA pleit voor ruimte en aandacht voor al deze verschillende aspecten. Beeldkwaliteit. Hier pleit de PvdA fractie voor kaders en procedures waarin de keuzes die gemaakt moeten worden ook in beelden inzichtelijk worden gemaakt en waarbij beginspraak leidend is. De notitie Bevoegdheden bij ruimtelijke precessen kan daarbij als uitgangspunt dienen, maar wel als uitgangspunt dat ook gewijzigd kan worden. Het voorstel van de Vrienden van de Stadskern bevat daarvoor goede uitgangspunten. We moeten voorkomen dat we besluiten nemen op basis van ingetekende bouwblokjes, zegt mw. Vedelaar. De keuze moet gemaakt worden ook op basis van beeldkwaliteit van het betreffende bouwblokje. Dhr. Koster (SP) spreekt van een mooi proces dat doorlopen is. Hij heeft veel suggesties ter verbetering gehoord. Hij dankt allen die in dit proces hebben deelgenomen. Hij is tevreden met de uitwerking zoals die er nu ligt. Wel wil dhr. Koster nog een paar punten benadrukken. Het delegatiebesluit. Hij wil niet over elke dakkapel in de binnenstad een besluit nemen, maar ook niet overgeleverd zijn aan de inschattingen van het College. Herzie het Beschermd Stadsgezicht en de Welstandsnota, zegt dhr. Koster. Het moet een antwoord bieden op nieuwe ontwikkelingen, nu is het te conserverend van aard. Vorm een visie op wat we willen en niet willen met de binnenstad. Het moet een toetssteen
10 van 11
01-06-12 17:29
Gemeente Zwolle - Bestuursinformatiesysteem
http://bis.zwolle.nl/cms\Bis.nsf/SearchView/8A9938351CD...
worden voor nieuw te ontwikkelen beleid. Het verdient aanbeveling te bundelen wat er in de diverse visies op terrassen, detailhandel en andere ontwikkelingen in de binnenstad al vast ligt. Daar zit beslist een rode draad in. Belangrijk is dat er voortgang in het proces blijft. Regie, regels en routine, zegt dhr. Koster. Regie: de gemeente heeft de leiding. Regels zijn duidelijk en prikkelen de creativiteit. Routine is de mate waarin partijen vroegtijdig en steeds opnieuw betrokken worden. De voorzitter stelt voor de wethouder niet te vragen te reageren op alle onderwerpen die zijn ingebracht. Een vraag: Wat met de termijn van 2 maanden, wat kan de wethouder dan aanleveren? En wat gaat de wethouder doen met hetgeen de Raad heeft ingebracht? Wethouder Piek zegt over de suggestie de Raad een Plan van Aanpak aan te bieden, met daarin op welke wijze en in welke volgorde de verschillende onderwerpen besproken, uitgewerkt en behandeld gaan worden, een goed voorstel. Een Plan van Aanpak zegt: zo gaan we het doen en zet de route uit. We zijn op weg: beginspraak loopt, zegt de wethouder. Het debat is ook op gang gekomen. Het is nuttig dat dit de komende jaren gevoerd blijft worden. Tijdsplanning. De wethouder wil het Plan van Aanpak voor de zomer afhebben. Dat betekent dat de Raad het na de zomer kan bespreken. Eind juni neemt het College een besluit over het Plan van Aanpak. De Raadsleden stemmen hiermee in. 4
Sluiting Om 23.30 uur sluit de voorzitter de vergadering.
Opmerkingen
11 van 11
01-06-12 17:29