VERKLARENDE WOORDENLIJST
evenaar-constructie: een evenwichts-constructie waarbij de samenstellende delen even zwaar zijn. excrement: ontlasting, uitwerpsel. exhaustor: aanzuigende grote ventilator. extensief beweiden: zodanig beweiden dat de maximale opbrengst van een stuk land niet wordt gebruikt. falaise: rotskust in Frankrijk tussen Calais en Normandië. flocculatie: uitvlokken. samenklitten van kleine deeltjes tot grotere. fluviatiel: door een rivier afgezet, door stromend water gevormd. foraminiferen: groep van eencellige dieren, die kalkschaaltjes vormen (dienen als gidsfossielen). fotosynthese: produktie van organische stof via chlorofyl. o.i.v. licht. freatisch vlak: grondwaterspiegel. fysiologie: leer van de levensverrichtingen van dieren en planten. fytobenthos: planten die leven op of in de bodem van wateren. l'ytoplankton: plantaardige, meestal eencellige organismen die in het water zweven. gangbaar: vrij beweegbaar (toegepast op de schuiven van de Oosterscheldekering). geomorfologie: verklarende beschrijving van de aardoppervlakte-vormen in verband met de wijze van hun ontstaan. geosynclinaal: dalende, geplooide zone in de aardkorst. geprononceerd: duidelijk uitkomend, sprekend. getij-ellipsoïde: afwijking van het oceaan-wateroppervlak rond de aarde, die onder invloed van de aantrekkingskrachten van zon en maan ontstaat. gidsfossiel: fossiel dat uit een ondubbelzinnig bepaald tijdvak stamt en zo de leeftijd van bepaalde aardlagen kan aanduiden. glaciaal tijdperk: geologisch ijstijdperk. glauconiet: groen mineraal, waterhoudend ijzersilicaat. glycogeen: opgehoopt reservevoedsel in dierlijke cellen. golfbaak: apparaat waarmee (in een vaste opstelling) op zee golfhoogten gemeten worden. gorzen (Z.-Holland): begroeide buitendijkse terreinen; in Zeeland schorren en in Friesland kwelders genoemd. gradiënt: geleidelijke overgang, bijvoorbeeld van zout naar zoet. granulair: korrelig, bestaand uit korrels. grondelen: onder de waterspiegel voedsel opnemen zonder te duiken (bijvoorbeeld van eenden). habitus: gestalte, uiterlijke vorm van het individu. haf: binnenzee of strandmeer, grotendeels afgesloten door een strandhaak. herbivoor: planteneter. hokfuik: twee of meer gecombineerde grote (tot twee meter hoge) fuiken, waar vissen via een staand net (een schutwant) vanaf de oever naar toe geleid worden. Hollandveen: veen dat in Holland en Zeeland gelegen is boven het basisveen en dat dus ook recenter is afgezet. hopperzuiger: zandzuiger die het opgezogen sediment ook zelf vervoert. horst: via geologische breuken in de ondergrond naar boven opgeperst terrein. hijsnok: uitsteeksel waaraan een voorwerp kan worden opgehesen. i.c: in casu (Lat.), in dit geval. indifferente geul: onbepaalde geul die geen voorkeur voor eb- of vloedstromen vertoont. infrastructuur: toestand met betrekking tot openbare werken als wegen, kanalen e.d.
482
inlaag: land tussen eerste en tweede dijk van een zeewering gelegen. inscharen: vee (vaak jonge dieren) in een gemeenschappelijke weide brengen. interactie: wederzijdse beïnvloeding van verschillende factoren, wisselwerking. intergetijdengebied: strook tussen gemiddeld hoog- en laagwater. interglaciaal: warmere tijd tussen twee ijstijden. interspecifiek: met betrekking tot relaties tussen verschillende soorten. interstadiaal: periode tussen twee onderafdelingen van een ijstijd-periode. interstitieel: tussen de korrels van de grond of bodem. intraspecifiek: met betrekking tot relaties binnen één soort. inundatie: het onder water zetten van lage gronden, o.a. via doorsteken van dijken. karreveld: grond waarvan de toplaag is afgegraven ten behoeve van dijkbouw. kerstenen: tot het Christendom bekeren. kif(t): zeer fijn grind of zeer grof zand (ook gus). klif: steile rand van een duin. schor of rotskust. klinken: het verzakken van de bodem door wateruittreding. kor: sleepnet om bodemvis of schelpdieren mee te vangen. kristalrooster: de vorm waarin de atomen in een kristal gerangschikt zijn. kruisnet: visnet met twee gekruiste stokken. kub of kubbe: korte, van tenen, gaas of van garen gebreide visfuik zonder vleugels, van achteren gesloten, van aas voorzien, tot 1 m lang. kuilverbod: verbod om met een kuil (een sleepnet) te vissen. kupen: op Noord-Beveland gelegen kleine inlagen (zie inlaag). kwel: doorsijpeling van water door een dijk of opwelling van grondwater. linguïstiek: taalwetenschap. lithologie: wetenschap die zich bezighoudt met de beschrijving en het ontstaan van de sedimentaire gesteenten. litoraal: tot de kust behorend, kustzone. loding: waterdiepte-peiling. Luctor et Emergo: Ik worstel en ontzwem (kom boven), spreuk in het wapen van de Provincie Zeeland. lutum: gronddeeltjes kleiner dan 2 micrometer. mangrove: tropisch vloedbos met luchtwortels. maricultuur: het kweken van zeedieren. marien: op de zee betrekking hebbend. matrix: (geologisch) grondmassa waarin de grovere korrels zijn ingebed. mesotroof: matig voedselrijk. millennium: tijdvak van duizend jaar. mineren: vlak onder de oppervlakte van een blad de cellen wegeten (door insektelarven). moerneren: het onder de klei wegsteken van veen (moer). monitoring programma: programma waarbij regelmatig (bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks) waarnemingen worden gedaan. monoliet: beton- of steenconstructie uit één stuk. morfologie: vormleer, leer en beschrijving van vormen en vormveranderingen. morfometrie: kwantitatieve vormbesehrijving. mortaliteit: sterfte. mutatis mutandis: met de nodige veranderingen. nautisch: de scheepvaart of de watersport betreffende.
VERKLARENDE WOORDENLIJST
necropool: grafveld, dodenplaats. nutriënt: voedselbestanddeel. voedselzout. oeverwal: wal van afgezet sediment langs een kreek. offshore: (Eng.) buiten de kust. in open zee. oligotroof: voedselarm. speciaal arm aan fosfaten en nitraten. ondersabeling: zandafzetting (Frans: sable = zand). onderwaterdelta: gebied met zandbanken buiten estuaria. ontwerppeil: berekende veilige hoogte van waterbouwkundige constructies aan de kust en langs de rivieren. ordonnantie: beschikking, bevelschrift. osmose: diffusie van water door een semipermeabele (half-doorlatende) wand onder invloed van verschillen in de concentratie van stoffen in de oplossingen aan weerszijden. overtijen: bij hoogwater binnendijks een rustplaats zoeken en het gunstige tij afwachten (door vogels). paaien: afstoten van eieren en zaadcellen bij vissen. paleobotanie: wetenschap van de fossiele planten. parameter: een te meten variabele die een onderliggend proces beschrijft. parenchym: plantaardig weefsel bestaande uit cellen van ongeveer gelijke vorm en grootte. pedotubule: opgevulde gangachtige zone in grond. pelagisch: vrij in de waterkolom zwevend of zwemmend. penetreren: doordringen. plankton: planten en dieren, die in het water zweven en voor hun voortbeweging hoofdzakelijk op waterstromingen zijn aangewezen. pollenanalyse: bepaling van de soort van (soms gefossiliseerde) stuifmeelkorrels. polygoon: veelhoek, zuil waarin slib door krimpscheuren opdroogt. predator: van prooi levend dier. priel: waterloop (kreek) in schor en slik. probabilistisch: gebruik makend van de waarschijnlijkheidsrekening. pseudofaeces: pseudo-ontlasting van niet opgenomen materiaal, bijvoorbeeld door schelpdieren. quotering: verdeling naar evenredigheid. refractie: breking, bijvoorbeeld van een golffront door een nauwe opening. regressie: het terugtrekken van de zee t.o.v. het land. resorptie: opname. ruderale vegetatie: ruigte-vegetatie (bijvoorbeeld brandnetels). salteren: springend voortbewegen. schaardijk: dijk die onmiddellijk aan een water ligt. schalie: geconsolideerd slib dat een gedeeltelijke evenwijdige structuur vertoont met de afgezette onderlaag. schierzanden: grijze, fijne zandlagen onder heideveen. schietfuik: kleine fuik. die meestal ondiep wordt gezet; de fuikjes worden met de vlerken aan elkaar gezet; het geheel is zeer mobiel. schoorwal: wal aangehecht aan een vooruitspringende punt van de kust, wal waardoor een lagune of haf wordt afgescheiden van de zee, strandhaak. schor: begroeide buitendijkse grond (kwelder). schrobnet: zakvormig sleepnet dat, door een boom opengehouden, aan een reep langs de bodem van het viswater wordt getrokken. schijnspiegel: grondwater van beperkte hoeveelheid, dat zich op een hoger niveau bevindt dan het normale grondwater. Scylla en Charibdis: van weerszijden dreigende gevaren (figuurlijk). seacliffs: (Eng.) klippen aan de kust van Zuid-Engeland.
semi-stagnant bekken: bekken waarin het water soms stilstaat en soms stroomt. sequentie: opeenvolgende reeks. shingle beach: (Eng.) strand van rolstenen en grind. silt: (Eng.) benaming van gronddeeltjes ter grootte van 16 tot 50 micrometer, grof slib. sinusoïde: S-vormige curve. slenk: verzakt gebied in een geologisch breukengebied. sondering: peiling. specimen: proeve, staaltje, voorbeeld. spudpaal: verankeringspaal of-poot. staande golf: stilstaande golf. door resonantie verkregen. staketsel: constructie van stokken en palen. standszekerheid: kans dat een voorwerp (i.c. pijler) op zijn plaats blijft staan. strandhaak: een van de kust vooruit springende strandwal, waardoor een strandmeer ontstaat, ook schoorwal. strandwal: een uit zand bestaande walvormige verheffing, die door de zee is opgebouwd. stratigrafie: wetenschap die zich bezighoudt met de beschrijving en de geschiedenis der aardlagen en speciaal van de sedimenten. substraat: onderlaag, voedingsbodem. successie: opeenvolging (van biologische gemeenschappen) in de tijd. succulente plant: plant met vlezige bladeren of stengels. suspensie: gas- of vloeistofmengsel met zwevende deeltjes. taatsring: ring om de pen waarop een hek of sluisdeur draait. tektonisch: verband houdend met een verstoring van een gesteente of sedimentpakket. terrestrisch: behorend bij of aangepast aan het leven op het land. transgrederen: t.o.v. het land oprukken (van de zee). trial and error: (Eng.) proefondervindelijk pogen en falen, vallen en opstaan. vector: grootheid die niet alleen een getalwaarde, maar ook een richting heeft. velum: randplooi (bijvoorbeeld bij kwallen). verhoefverslaging: verdeling in hoefslagen; bepaling van het aandeel waarvoor een boerenhoeve wordt aangeslagen in het onderhoud van de dijken (ook; verhoefslaging). vlaksgewijs: als dunne laag over het gehele oppervlakte afstromend, dus niet geconcentreerd in geulen. vloedmerk (veek): aanspoelsel uit zee dat bij hoogwater wordt afgezet. vlijlaag: een laag waarop een steenbezetting wordt aangebracht. vormcomplex: complex (geheel) van sterk verwante vormen of vormgroepen. votiefsteen: steen met inscriptie of schildering blijkens welke een gelofte aan een godheid vervuld is. wiel (weel); kolk of plas die na een dijkbreuk of na een overstroming is overgebleven. zavel: grondsoort bestaande uit klei met 60-80% zand; lichte zavelgrond bevat 80-90% zand. zinkstuk: vlechtwerk van rijshout, bezwaard met keien, ter bescherming neergelaten op onderwater-oevers of dijkhellingen. zoöbenthos: dieren die leven op de bodem van wateren. zool: grond waarop een dijk rust. zoöplankton: dierlijk plankton. zore korstje: bovenste laagje van een uitgedroogd slik. dat vaak een hoog zoutgehalte heeft; zoutkristallen zijn vaak zichtbaar.
483
REGISTER
REGISTER
De cursieve cijfers verwijzen naar vermeldingen in illustratiebijschriften op de aangeduide pagina's; de overige cijfers verwijzen naar vermeldingen in de tekst.
aeolische afzetting: 19 afsluitdam: 1 11 afsluiting Oosterschelde: 86 alarmpeil: 447.448.449 algenbloei: 282, 462 ankerkop: 148 Afzettingen van Calais: 26
diversiteit: 163,471,472.477 doorlaatcaisson: 136 doorstroomcontainer: 377 dorp: 39 drijvermeting: 114 duiken: 403, 436 Duinkerken, transgressiefa.se: 27, 33 dustpan: 148, 151 dijkvak 72, 102, 449 dijkversterking: 85, 101, 433, 435
baggerwerken: 74. 147 bedijking: 38,45.72,73.74 begrazing of beweiding: 57, 295, 464 beheer: 141, 338. 359. 419. 420. 424, 436, 449, 455, 459. 475. 475 België, onderhandelingen met —: 174 biocoenose: 459 biomassa: 254, 297. 318. 461 bodembescherming: 117. 117 bodemfauna, of dieren in de bodem: 224. 233. 464 bodemflora, of planten op de bodem: 219, 222. 464 bodemmorfologie: 182 bodemwrijving: 179.287 botulisme: 343 broedval: 366. 368 broed vogel: 333 Bronstijd: 32, 33 bui-oscillatie: 96. 96 caisson: 47. 81,^2, 85, 122. 126. 133. 142. 286 caisson, Phoenix-: 132 caissonsluiting: 125. 131, 133, 142 calamiteuze polder: 44 camping: 391 Carboon: 18,20 'Cardium'. mattenlegger: 150. /50, 151. 153 chlorofyl: 159,289.294 climaxgemeenschap: 471. 475 Commissie artikel 8 Deltawet: 372 Commissie compartimentering Oosterschelde: 175 Commissie-Klaassesz: 140, 142, 145 Commissie Oosterschelde: 86. 87. 135. 136 Corioliskracht: 178 dagrecreatie: 402. 404 darinkdelven: 39, 40. 40 DDT: 327.410.411.428 Deccasysteem: 117 Deltacommissie: 47. 82, 86. 95. 96. 118. 133. 135. 172, 174 Deltanorm: 104 Deltaplan: 85, 172 Deltaplan, ombuiging van het —: 85 Deltawet: 85, 372 De Muraltmuurtjes: 75, 76, 82, 244 derrie(bank): 389,392
484
ecologie: 82,84. 141.420 ecoramp: 261 ecosysteem: 159, 161, 162, 165. 165, 221. 420. 424. 428. 443. 446. 475. 475. 476, 477 Eem-formatie: 25 eendenkooi: 391.398 eenheidscaisson: 126. 127 'Ensis'. mattenrol: 152 erosie: 188. 192. 440 erosie-compenserende maatregel: 106 erosie-remmende maatregel: 105 eutrofiëring: 61. 220, 306. 311. 456 foraminiferen: 23 Formatie van Kedichem: 25 Formatie van Kreftenheye: 25 Formatie van Maassluis: 24 Formatie van Tegelen: 25 Formatie van Twente: 25 geheugenfunctie: 209, 210 gehoorsteentje: 328 geometrie: 98 geomorfologie: 193, 196, 434 geosynclinale: 19 getij, leeftijd van het —: 180 gidsfossiel: 18 golfbreker: 108 golfmeting: 119.119, 120 grondwaterstand: 265 Grote hiaat. 300-700 n. Chr.: 35 halofyten: 246. 252 heggelandschap: 46 helikopter: 114. 115 hollebollig weiland: 52, 275 Holoceen: 19,20,26,27 hoofden: 75 hopperzuiger: 148 humuszuur: 205
REGISTER
immigratie: 266.270,298 industrialisatie: 87, 479 inlaag: 58, 241, 257. 273, 274, 275. 333, 337, 354, 432. 433, 434, 435 inrichting: 420, 436, 475 instabiliteit: 475 intergetijdengebied: 191, 214, 219, 229, 230. 355, 359. 459. 461, 477 isohaline: 277 jacht: 396 'Jan Heymans'. drijvende asfaltfabriek: 150, 153 kabelbaan: 114,115, 128. 128, 141, 286 kalk: 205, 205 karreveld: 60, 241, 257, 273, 333, 354, 432. 434. 435 kinderkamerfunctie: 232, 325, 395, 445 kloosterorde: 39 koelwater: 61 kolonisatie: 270 komberging: 70 koolzuurassimilatie: 159 kreekrest: 354 krimpscheur: 264. 266 kringloop: 160, 161, 165 Krijt, B o v e n - : 20,27 Krijt, Onder - : 20 kupen: 274, 432 Kwartair: 20, 23 kwel: 94, 103, 120, 121,465 leidam: 75 Loverendale: 57 Luctor et emergo: 44, 93 'Macoma', afmeerponton: 154, 155 malaria: 407, 407, 408, 409 maricultuur: 363, 382 Massief van Brabant: 20, 27 Mesozoïcum: 19,22,25 Middeleeuwen: 29 migratie: 266 milieu-differentiatie: 459 mineralisatie: 281, 282 model: 111, 111, 112, 113. 114, 115, 116, 117, 118. 146,206,438,440, 441,446,479 moerneren: 73 morfologische eenheid: 184, 190 mosselbank: 224, 309 mosselperceel: 219, 232, 376, 389, 453 mosselzaad: 453 mui: 105, 107,257 muistroom: 108, 109 muggen: 413, 415 muggelarve: 413, 414 muggenplaag: 165,413,414,415 'Mytilus', verdichtingsschip: 145, 148, 149. 149 natuurbeheer: 275, 455 natuurbehoud: 141 Nehalennia: 14, 29, 35 Neoliticum: 29, 31 Noormannen: 36
nutriënt of voedingsstof of voedingszout: 217.220, 239.250.257, 270. 271. 281. 282, 283. 286. 287. 295, 302, 317. 423, 455, 462 oeroceaan: 17 oestercultuur: 60, 60, 82, 84. 292. 363 oesterperceel: 232, 365. 365, 366. 389 oesterput: 174, 244. 364. 372, 435 oeverrecreatie: 425, 457 oeverwal: 33.73. 184. 192. 198.270 onderwaterdelta: 88 Oosterscheldekering (zie ook: stormvloedkering, pijlerdam): 90, 136. 137, 141, 142, 146, 153, 308, 368, 382, 421, 449 openluchtrecreatie: 400 ordonnantie: 39, 43, 44 'Ostrea'. hefschip: 90, 153, 154 overtijen: 256, 352 paaien: 321, 325 paalhoofd: 106, 108 paalworm: 45,45, 99,263 Paleozoïcum: 22 partiële dijkverhoging: 432, 447 PCB's: 207. 326. 428. 429. 456. 458. 459 Perm: 19 permanente proefvlakte: 222, 254 pesticide: 61.67, 207 pionier-levensgemeenschap: 471. 472 pioniervegetatie: 444, 464 plankzeilen: 402. 403, 405, 436 Pleistoceen: 19. 20. 23. 24. 24, 27, 30. 31. 55. 122, 146, 271 polderbestuur: 93 'Portunus', onderwater-inspectievoertuig: 154 Prehistorie: 29 primordiaal element: 427 produktie: 281,294,296 produktie, primaire - : 290,294.296,296, 297.302,312.313,315, 318. 371.378 produktie, secundaire —: 291, 296, 3 13, 37 1 produktie, tertiaire - : 291. 292, 313, 371 Projectgroep Grevelingen zout-zoet: 451 pseudofaeces: 214 pijlerdam (zie ook: stormvloedkering, Oosterscheldekering): 136 radioactieve stof: 18,429 recreatievaart: 306 refractie: 178 Remane. curve van —: 298 Renaissance: 44 Romeinse tijd: 29, 33, 35, 50, 11, 77 Rijnkanalisatie: 171 schaalmodel: 104, 116 schaardijk: 77 scheepvaart: 84 schelpdiercultuur: 60, 82. 363, 435 schoorwal: 49. 73, 77. 261 schor: 36, 46, 50, 56, 71, 99, 242. 246. 248, 250, 252. 254, 255, 256, 270, 273, 462, 464 schijngetij: 455 sediment: 19, 204, 280 sedimenttransport: 116 sluiting: 126
485
REGISTER
sondering: 121, 122 soortenrijkdom: 232 Spanjaarden: 44 spoelsorteermachine: 387 spoorlijn: 46 sportvisserij: 219, 389, 390. 391 spuikanaal: 130 stabiliteit: 120, 121. 163. 165.471.472.477 steden: 39 Steentijd, Jonge —: 29, 31 Steentijd, Midden - : 30, 31, 32 Steentijd. O u d e - : 30 stofkringloop: 444 stormvloed: 29, 38. 40, 43. 44. 47. 69. 76, 94. 104, 449 stormvloed van 1953: 47, 77. 79. 96. 103, 104. 125. 126. 174. 372 stormvloedkering (zie ook: Oosterscheldekering. pijlerdam): 82. 131, 133, 133. 135. 135. 136, 137, 137. 146. 391, 392, 432, 438, 438. 439, 440. 442. 446, 447 strandhoofd: 107. 108 strandsuppletie: 109 strandhaak: 190 strandwal: 26. 27. 33. 70. 266 stratificatie: 194. 194, 316, 475 Stuurgroep Oosterschelde: 435 successie: 247. 250, 267,268.271,272,294.295.318.471.472 suspensie: 289. 304 symbiose: 477 Tertiair: 19.22,2,? textuur: 204 thermodynamica: 161.476 thermische verontreiniging: 284 transgressie-fase: 49. 50. 51. 53. 69 turbulentie: 279. 280, 287. 302, 442, 445 tijdsindeling: 19 veenbank: 437 veenlandschap: 27, 33, 37. 49 veenvorming: 223, 241 verblijftijd: 282, 302. 303. 304. 316, 455 verhang: 183 vervuiling of verontreiniging: 211, 317, 336, 395, 427, 429. 437 verzilting: 168, 172.272 vliedbere: 37,241
486
vliegtuig: 437 vloedmerk: 249,250,251.446 vloeiput: 367 voedselketen: 67. 159. 161. 164, 292. 313. 347 voedselweb: 292, 313 vogeltelling: 331, 333, 352, 354. 356 Vogelwet: 336 Voorne Trog: 20 waakhoogte: 96 wantij: 293 waterbloei of planktonbloei: 307, 317. 456, 462 waterhuishouding: 172.425 waterkwaliteit: 428 waterschap: 39. 93 watersport: 401 weel: 46, 156 weervisserij: 383 "Wijker Rib', peil- en hulpvaartuig: 152, 154 ijstijd: 24, 471 ijsvorming: 445 Ijzertijd: 33 zalmtrappen: 66 zandsluiting: 128, 130 zandsuppletie: 465 zandtransport: 185 zeespiegelrijzing: 446 zeldzaamheidswaarde: 475, 476. 477 zelfreinigend vermogen: 212, 426 zettingsvloeiing: 103. 121, 145 zichtdiepte: 308 zinkstuk: 98, 99. 101 zoetwatergetijdengebied: 303. 3 19. 336 zoetwaterhuishouding: 84. 133 zonering: 245, 257. 258 zore korstje: 264, 267 zoutgelaagdheid: 306 zoutwaterpenetratie: 319 Zuiderzee: 126 zware metalen: 207. 208. 205, 210, 211,27/, 213, 284. 457. 458 zwevende stof: 279
LIJST VAN ORGANISMEN
LIJST VAN ORGANISMEN
De cursieve cijfers verwijzen naar vermeldingen in illustratiebijschriften op de aangeduide pagina's; de overige cijfers verwijzen naar vermeldingen in de tekst.
1. FOSSIELE ORGANISMEN
Actinopthychus undulatus: 309 Anabaena spiroides: 318 Aphanizomenon flos-aquae: 304, 318 Asterionella formosa: 302, 303, 304, 319 Aulacodiscus argus: 295 Auliscus sculptus: 290, 290 Aurelia aurita: zie oorkwal Bacillaria paradoxa: 310 Bacteriastrum hyalinum: 311 Bellerochea malleus: 311 Biddulphia aurita: 290, 295, 310 Biddulphia regia: 294, 295 Biddulphia rhombus: 295 Biddulphia sinensis: 307 Brachionus angularis: 319 Chaetoceros cf. affinis: 302 Chaetoceros compressus: 310 Chrysaora hysoscella: zie kompaskwal Coscinodiscus commutatus: 299, 301, 302 Coscinodiscus concinnus: 305 Coscinodiscus sp.: 298, 300 Cryptomonas sp. (flagellaat): 313, 315, 316 Cynaea lamarckü: zie haarkwaal, blauwe Cyclotrichium meunieri: 316 Diaptomus sp.: 318, 319 Diatoma elongatum: 302, 303 Ditylum brightwellii: 310, 311 dwergkwalletje: 292 Eucampia zoodiacus: 294 Eurytemora affinis: 298, 300, 301, 302, 303, 304, 312, 319 Eurytemora americana: 300, 312, 313 Favella ehrenbergü: 300, 316 flagellaten (mu-algen): 295, 297, 313, 316 Fragilaria crotonensis: 304, 319 Gonionemus vertens: zie kruiskwal haarkwal, blauwe, Cyanea lamarckü: 289 Keratella cochlearis: 318 Keratella quadrata: 318 kompaskwal, Chrysaora hysoscella: 289, 292 kruiskwal, Gonionemus vertens: 313, 315, 473, 475 Licmophora sp.: 222 Melosira moniliformis: 310 Mesodinium rubrum: 307, 311, 316 Microcystis aeruginosa: 304, 317, 318 mosselparasiet, Mytilicola intestinalis: 377 Mytilicola intestinalis: zie mosselparasiet Navicula digitoradiata: 290 Navicula hennedyi: 290 Noctiluca scintillans: zie zeevonk oorkwal, Aurelia aurita: 289, 313 Pediastrum duplex: 317 Phaeocystis pouchetii: 305
Alethopteris (zaadvaren): 20 Bos taurus primigenius: zie oerrund Choneziphius (spitssnuitdolfijn): 32 Coelodonta antiquitatis: zie neushoorn, wolharige maashagedis, Mosasaurus giganteus: 23 mammoet, Mammonteus primigenius: 30 Mammonteus primigenius: zie mammoet Megaloceros gigantus: zie reuzenhert Mosasaurus giganteus: zie maashagedis neushoorn, wolharige, Coelodonta antiquitatis: 30, 31 oerrund, Bos taurus primigenius: 56 Pecopteris (varen): 20 Plesiosaurus (reptiel): 23 Pteranodon (vliegend reptiel): 23 reuzenhert, Megaloceros gigantus: 30, 31 Zeuglodon (walvis): 23 2. VIRUSSEN, BACTERIËN, PROTOZOEN EN SCHIMMELS Bacteria: zie bacteriën bacteriën, Bacteria: 160, 161, 194, 204, 205, 206, 206, 233, 249, 279, 281, 285, 292, 295, 297, 300, 307, 312, 378, 426, 427, 428 bacteriën, chemo-lithotrofe: 206, 206 bacteriën, chemo-organotrofe: 206 bacteriën, denitrificerende, Pseudomonas stutzeri: 206 bacteriën, fotosynthetische: 207 bacteriën, methaanvormende: 206 bacteriën, nitrificerende: 206 bacteriën, sulfaatreducerende: 206 Bonamia ostreae: zie Microcel-X botulisme-bacteriën, Clostridium botulinum: 61 Clostridium botulinum: zie botulisme-bacteriën malaria. Plasmodium sp.: 61, 361, 407, 408, 410, 411 malaria tropica, Plasmodium falciparum: 408 Microcel-X (protozoën), Bonamia ostreae: 361, 373 myxomatose: 61 Ostracobable implexa (schimmel): 366 Plasmodium falciparum: zie malaria tropica Plasmodium malariae (protozoën): 61, 407, 408, 408, 411 Plasmodium ovale (protozoën): 408 Plasmodium sp.: zie malaria Plasmodium vivax (protozoën): 61, 407, 408, 411 Pseudomanas stutzeri: zie bacteriën, denitrificerende schimmels: 160, 161 virussen: 426, 427 3. PLANKTON Acartia tonsa: 312, 313, 313 Actinocyclus normannii: 304, 319, 319
487
LIJST VAN ORGANISMEN
Pleurobrachia pileus: zie ribkwal, zeedruifje Podon polyphemoides: 313 Polydora-larve: 315 pijlworm, Sagitta setosa: 291, 292, 298, 312 Rhizosolenia setigera: 294, 294 Rhizostoma pulmo: zie zeepaddestoel ribkwal, Pleurobrachia pileus: 291 Sagitta setosa: zie pijlworm Sceletonema costatum: 295, 307, 316 Schroederella schroederi: 297 Staurastrum gracile: 317 Synchaeta grimpei: 313 Synchaeta littoralis: 316 Synchaeta triophthalma: 313 Synchaeta vorax: 313, 313, 315 Tabellaria fenestrata: 317 Thallassiosira sp.: 309 Tintinnopsis fimbriata: 300 Triceratium favus: 290 zeedruifje, Pleurobrachia pileus: 291 zeepaddestoel, Rhizostoma pulmo: 289 zeepok (larve): 296 zeevonk, Noctiluca scintillans: 291, 292 4. LAGERE PLANTEN Ascophyllum nodosum: zie knotswier bessen wier, Japans (bruinwier), Sargassum muticum: 65, 455 blaaswier (bruinwier), Fucus vesiculosus: 213, 219, 220, 244, 248, 260 blauwalgen, Cyanophyceae: 423, 456 Blidingia minima (groenwier): 258 Bostrychia scorpioides (roodwier): 255, 255, 258 Caloplaca marina: zie korstmossen, oranje Catenella repens (roodwier): 255 Chaetomorpha (groenwier): 222, 223 Codium fragile: zie viltwier darmwier (groenwier), Enteromorpha sp. (E. prolifera en E. intestinalis): 220, 221, 223, 255, 308 duinmos: 109 Enteromorpha sp.: zie darmwier Fucus serratus: zie zeeëik, gezaagde Fucus spiralis: zie zeeëik, kleine Fucus vesiculosus: zie blaaswier kleimos, zilt, Pottia heimii: 243, 251 knotswier (bruinwier), Ascophyllum nodosum: 220, 244, 245, 260 korstmossen, grijze, Rhizocarpon constrictum en Lecanora sp.: 262 korstmossen, oranje, Caloplaca marina en Xanthoria parietina: 244, 262 korstmossen, zwarte, Verrucaria sp.: 262 Laminaria saccharina: zie suikerwier Lecanora sp.: zie korstmossen, grijze nopjeswier (groenwier), Vaucheria compacta: 220, 221, 247, 254, 255, 256 Pottia heimii: zie kleimos, zilt Rhizocarpon constrictum: zie korstmossen, grijze Rhizoclonium riparium (groenwier): 255 Sargassum muticum: zie bessenwier, Japans Sphagnum sp.: zie veenmos suikerwier (bruinwier), Laminaria saccharina: 61, 244 Ulva lactuca: zie zeesla Vaucheria compacta: zie nopjeswier
488
veenmos, Sphagnum sp.: 55 Verrucaria sp.: zie korstmossen, zwarte viltwier, Codium fragile: 244 Xanthoria parietina: zie korstmossen, oranje zeeëik, gezaagde, Fucus serratus (bruinwier): 227, 244, 244, 245 zeeëik, kleine, Fucus spiralis (bruinwier) 243, 244, 260 zeesla, Ulva lactuca: 217, 219, 220, 222, 223, 255, 308, 338, 339, 347 5. HOGERE PLANTEN aardbeiklaver, Trifolium fragiferum: 250 aartsengel wortel, Angelica archangelica: 250 Achillea ptarmica: zie bertram, wilde addertong, Ophioglossum vulgatum: 258 Agrimonia eupatoria: zie agrimonie Agrimonie, Agrimonia eupatoria: 243 Agrostis stolonifera: zie fioringras akkerdistel, Sonchus arvensis: 250, 256, 267, 464, 465 Allium cepa: zie ui Alnus sp.: zie els Alopecurus bulbosus: zie knolvossestaart Althaea officinalis: zie heemst Ammophila arenaria: zie helm Angelica archangelica: zie aartsengelwortel anjer, ruige, Dianthus armeria: 58, 243 Apium graveolens: zie selderij Armeria maritima: zie gras, Engels Artemisia maritima: zie zeealsem Asplenium ruta-muraria: zie muurvaren Aster tripolium: zie zeeaster Aster tripolium var. discoideus: zie zeeaster A triplex hastata: zie spiesmelde A triplex littoralis: zie strandmelde Atriplex sp.: zie melde basterdwederik, Epilobium sp.: 267, 464, 465 beemdgras, Poa sp.: 257, 267, 268, 275 beemdgras, ruw, Poa triviaiis: 253, 268, 275 Bellis perennis: zie madeliefje bereklauw, Heracleum sphondylium: 243 berk, Betuia sp.: 50 bertram, wilde, Achillea ptarmica: 253 Bèta maritima: zie zeebiet Betuia sp.: zie berk bies, Scirpus sp.: 56, 193 bies, platte, Scirpus planifolius: 258 bies, rode, Scirpus rufus: 58, 250 bitterzoet, Solanum dulcamara: 250 boterbloem, behaarde, Ranunculus sardous: 253, 275 boterbloem, blaartrekkende, Ranunculus sceleratus: 253, 263 boterbloem, gulden, Ranunculus auricomus: 456 braam, Rubus sp.: 455, 464, 465 brandnetel, Urtica dioica: 267', 455 Bupleurum tenuissimum: zie goudscherm, fijn Butomus umbellatus: zie zwanebloem Calamagrostis epigejos: zie duinriet Calluna vulgaris: zie heide Caltha palustris: zie dotterbloem Carex distans: zie zegge, zilte Carex extensa: zie kwelderzegge Carex otrubae: zie voszegge, valse Carex punctata: zie stippelzegge
LIJST VAN ORGANISMEN
Carex riparia: zie oeverzegge Carex sp.: zie zegge Catapodium marinum; zie laksteeltje Centaurea cyanus: zie korenbloem Centaurium littorale: zie strandduizendguldenkruid Centaurium pulchellum: zie duizendguldenkruid, fraai Centaurium sp.: zie duizendguldenkruid Ceratophyllum submersum: zie hoornblad, ongedoornd Chamaenerion angustifolium: zie wilgeroosje, smalbladig Cirsium eriophorum: zie distel, wollige Cirsium palustre: zie jonker, kale Cirsium sp.: zie distel Cladium mariscus: zie galigaan Cochlearia danica: zie lepelblad, Deens Cochlearia officinalis: zie lepelblad, echt Corylus avellana: zie hazelaar Crambe martima: zie zeekooi Crepis capillaris: zie streepzaad, groen Crepis paludosa: zie moerasstreepzaad Crithmum maritimum: zie zeevenkei Dactylis glomerata: zie kropaar Daucus carota: zie peen, wilde Dianthus armeria: zie anjer, ruige Dipsacus fullonum: zie kaardebol distel, Cirsium sp.: 267, 275, 455 distel, wollige, Cirsium eriophorum: 58, 58, 243 doornzaad, Zeeuws, Torilis arvensis: 243 dotterbloem, Caltha palustris: 253, 253 duindoorn, Hippophaë rhamnoides: 109, 250, 267, 267, 268, 275, 465 duinriet, Calamagrostis epigejos: 267, 268, 275 duizendguldenkruid, Centaurium sp.: 268 duizendguldenkruid, fraai, Centaurium pulchellum: 251, 258, 268 dunstaart, Parapholis strigosa: 243, 251, 252, 258, 274 Eleocharis palustris: zie waterbies Eleocharis palustris ssp. uniglumis: zie waterbies, slanke Elytrigia pungens: zie strandkweek Elytriga repens: zie kweek Elytrigia sp.: zie kweekgras els, Alnus sp.: 33, 56 Epilobium sp.: zie basterdwederik en wilgeroosje Epipactis palustris: zie moeraswespenorchis Equisetum hyemale: zie schaafstro Eriophorum cf. angustifolium: zie wollegras Eryngium campestre: zie kruisdistel Eryngium maritimum: zie zeedistel, blauwe es, Fraxinus excelsior: 56 Eupatorium cannablnum: zie leverkruid Festuca arundinacea: zie rietzwenkgras Festuca rubra ssp. littoralis: zie zwenkgras, rood fioringras, Agrostis stolonifera: 257, 267, 272, 275 fonteinkruid, Potamogeton sp.: 257, 5J.5, 456 Fraxinus excelsior: zie es Fritillarla meleagris: zie kievitsbloem gagel, Myrica gale: 50 galigaan, Cladium mariscus: 258 Galium aparine: zie kleefkruid Galium mollugo: zie walstro, glad Galium palustre: zie moeraswalstro gerst, Hordeum vulgare: 47 Glaux maritima: zie melkkruid goudscherm, fijn, Bupleurum tenuissimum: 243, 251, 258, 274
gras, Engels, Armeria maritima: 250, 251, 252 graslathyrus, Lathyrus nissolia: 58, 245 greppelrus, Juncus bufonius ssp. ambiguus: 251: 267, 265 Halimione pedunculata: zie zoutmelde, gesteelde Halimione portulacoides: zie zoutmelde, gewone hazelaar, Corylus avellana: 33 heelblaadjes, Pulicarica dysenterica: 60, 252 heemst, Althaea officinalis: 250, 253, 255 heide, Calluna vulgaris: 50 helm, Ammophila arenaria: 50, 108, 109 Heracleum sphondylium: zie bereklauw herfstleeuwetand,, Leontodon autumnalis: 250 hertshoornweegbree, Plantago coronopus: 243, 251 hertshooi, Hypericum sp.: 60 Hippophaë rhamnoides: zie duindoorn Holcus lanatus: zie witbol hoornblad, ongedoornd, Ceratophyllum submersum: 257 Hordeum marinum: zie zeegerst Hordeum vulgare: zie gerst Hydrocotyle vulgaris: zie waternavel Hypericum sp.: zie hertshooi / m pseudacorus: zie lis, gele jonker, kale, Cirsium palustre: 253 Juncus articulatus: zie zomprus Juncus bufonius ssp. ambiguus: zie greppelrus Juncus effesus: zie pitrus Juncus gerardii: zie rus, zilte Juncus inflexus: zie rus, zeegroene Juncus marltlmus: zie zeerus kaardebol, Dipsacus fullonum: 434 kamille, Matricaria sp.: 267 kamille, echte, Matricaria recutita: 267 kamille, reukeloze, Matricaria maritima: 242, 250, 25/, 256, 26/, 265, 267 kattedoorn, Ononis spinosa: 250 kattestaart, Lythrum salicaria: 275 keveroehis, Listera ovata: 268 kievitsbloem, Fritillaria meleagris: 456 klaproos, Papaver sp.: 57 klaver, witte, Trifolium repens: 250, 267, 268, 275, 542 kleefkruid, Galium aparine: 243, 250 knolvossestaart, Alopecurus bulbosus: 253, 275 korenbloem, Centaurea cyanus: 57 kropaar, Dactylis glomerata: 243, 275 kruipwilg, Sa/wr repens: 465 kruisdistel, Eryngium campestre: 243 kruiskruid, klein, Senecio vulgaris: 267 kruiskruid, smalbladig, Senecio erucifolius: 60 krulzuring, Rumex crispus: 243, 250, 25/, 26/ kweek, Elytrigia repens: 243, 26/ kweekgras, Elytrigia sp.: 275 kweldergras, blauw, Puccinellia fasciculata: 258, 267, 274 kweldergras, gewoon, Puccinellia maritima: 243, 248, 245, 250, 255, 257, 266, 270, 272 kweldergras, stomp, Puccinellia distans: 243, 258, 261, 265, 266, 267, 274 kwelderzegge, Carex extensa: 58, 250, 258 laksteeltje, Catapodium marinum: 251 lamsoor, Limonium vulgare: 248, 248, 252, 255, 258, 271, 274 Lathyrus nissolia: zie graslathyrus Leontodon autumnalis: zie herfstleeuwetand lepelblad, Deens, Cochlearia danica: 243
489
LIJST VAN ORGANISMEN
lepelblad, echt, Cochlearia officinalis: 250, 253, 253, 258, 275 Lepidium draba: zie pijlkruidkers leverkruid, Eupatorium cannabinum: 60, 261 Limonium vulgare: zie lamsoor Linum usitaüssimum: zie vlas lis, gele, Iris pseudacorus: 253 Listera ovata: zie keverorchis Lolium perenne: zie raaigras, Engels Lotus tenuis: zie rolklaver, smalbladige luzerne, Medicago sativa: 47 Lythrum salicaria: zie kattestaart madeliefje, Bellis perennis: 275 marjolein, Origanum vulgare: 58, 60, 243 Matricaria maritima: zie kamille, reukeloze Matricaria recutita: zie kamille, echte Matricaria sp.: zie kamille Medicago arabica: zie rupsklaver, gevlekte Medicago sativa: zie luzerne melde, Atriplex sp.: 243, 250, 251, 261, 465 melkdistel, Sonchus sp.: 261, 267 melkkruid, Glaux maritima: 250, 253, 257, 272, 273 Mentha aquatica: zie watermunt moerasandoorn, Stachys palustris: 253 moerasandijvie, Senecio congestus: 165, 267 moerasmelkdistel, Sonchus palustris: 250, 253 moerasstreepzaad, Crepis paludosa: 253 moeraswalstro, Galium palustre: 252 moeraswespenorchis, Epipactis palustris: 268 moeraszoutgras, Triglochin palustris: 253, 275 Molinia caerulea: zie pijpestrootje muurvaren, Asplenium ruta-muraria: 62 Myrica gale: zie gagel Odontites verna: zie ogentroost, rode Oenanthe aquatica: zie watertorkruid Oenanthe lachenalii: zie torkruid, zilt oeverzegge, Carex riparia: 275 ogentroost, rode, Odontites verna: 251 Ononis spinosa: zie kattedoorn Ophioglossum vulgatum: zie addertong orchis, gevlekte, Orchis maculata: 268 Orchis incarnata: zie orchis, vleeskleurige Orchis maculata: zie orchis, gevlekte Orchis praetermissa: zie rietorchis Orchis praetermissa var. junialis: zie rietorchis, gevlekte orchis, vleeskleurige, Orchis incarnata: 268 Origanum vulgare, zie marjolein Oxycoccus palustris: zie veenbes paardebloem, Taraxacum sp.: 253, 275 Parapholis strigosa: zie dunstaart Papaver sp.: zie klaproos Parentucellia viscosa (adventief uit Zuid-Europa): 455 parnassia, Parnassia palustris: 252 Parnassia palustris: zie parnassia peen, wilde, Daucus carota: 243 peterselie, Petroselinum segetum: 243 Petroselium segetum: zie peterselie Phragmites australis: zie riet pitrus, Juncus effusus: 253 Plantago coronopus: zie hertshoornweegbree Plantago maritima: zie zeeweegbree Plantago sp.: zie weegbree Poa annua: zie straatgras
490
Poa pratensis: zie veldbeemdgras Poa sp.: zie beemdgras Poa trivialis: zie beemdgras, ruw populier, Populus sp.: 56 Potamogeton sp.: zie fonteinkruid Puccinellia distans: zie kweldergras, stomp Puccinellia fasciculata: zie kweldergras, blauw Puccinellia maritima: zie kweldergras, gewoon Pulicarica dysentarica: zie heelblaadjes pijlkruid, Sagittaria sagittifolia: 253, 456 pijlkruidkers, Lepidium draba: 243 pijpestrootje, Molinia caerulea: 163 raaigras, Engels, Lolium perenne: 258, 267 Ranunculus auricomus: zie boterbloem, gulden Ranunculus baudotii: zie waterranonkel, zilte Ranunculus sardous: zie boterbloem, behaarde Ranunculus sceleratus: zie boterbloem, blaartrekkende ridderzuring, Rumex obtusifolius: 253 riet, Phragmites australis: 53, 56, 108, 193, 257, 267, 275, 465, 467 rietorchis, Orchis praetermissa: 268 rietorchis, gevlekte, Orchis praetermissa var. junialis: 62 rietzwenkgras, Festuca arundinacea: 243, 275 rolklaver, smalbladige, Lotus tenuis: 250 Rubus sp.: zie braam Rumex crispus: zie krulzuring Rumex hydrolapathum: zie waterzuring Rumex obtusifolius: zie ridderzuring Rumex sp.: zie zuring ruppia, Ruppia sp.: 247 Ruppia cirrhosa: zie spiraalruppia Ruppia sp.: zie ruppia rupsklaver, gevlekte, Medicago arabica: 243 rus, zeegroene, Juncus inflexus: 252 rus, zilte, Juncus gerardii: 243, 250, 253, 257, 268, 273 Sagina maritima: zie zeevetmuur Sagina procumbens: zie vetmuur, liggende Sagittaria sagittifolia: zie pijlkruid Salicornia brachystachya: zie zeekraal, kortarig Salicornia europaea: zie zeekraal Salicornia stricta: zie zeekraal, langarig Salix repens: zie kruipwilg Salix sp.: zie wilg Sambucus nigra: zie vlier schaafstro, Equisetum hyemale: 258 schorrekruid, Suaeda maritima: 247, 250, 252, 261, 265, 266, 267, 267, 268, 270, 271, 465 sc'horrezoutgras, Triglochin maritima: 247, 248, 253, 267, 271, 272 schijnspurrie, gerande, Spergularia media: 247, 257 schijn spurrie, zilte, Spergularia marina: 243, 257, 258, 261, 266, 267, 268, 214 Scirpus maritimus: zie zeebies Scirpus planifolius: zie bies, platte Scirpus rufus: zie bies, rode Scirpus sp.: zie bies selderij, Apium graveolens: 253 Senecio congestus: zie moerasandijvie Senecio erucifolius: zie kruiskruid, smalbladig Senecio vulgaris: zie kruiskruid, klein slijkgras, Amerikaans, Spartina alterniflora: 62, 63, 248 slijkgras, Engels, Spartina anglica, Spartina x townsendii: 47, 62, 63, 183, 192, 217, 246, 247, 248, 248, 249, 250, 253, 257, 265, 266, 267, 271, 274, 446, 465
LIJST VAN ORGANISMEN
slijkgras, klein, Spartina maritima: 58, 62, 62, 63, 248, 248 Solanum dulcamara: zie bitterzoet Sonchus arvensis: zie akkerdistel Sonchus palustris: zie moerasmelkdistel Spartina alterniflora: zie slijkgras, Amerikaans Spartina anglica, Spartina x townsendii: zie slijkgras, Engels Spartina maritima: zie slijkgras, klein Spergularia marina: zie schijnspurrie, zilte Spergularia media: zie schijnspurrie, gerande Sphagnum sp.: zie veenmos spiesmelde, Atriplex hastata: 243, 247, 250, 261, 263, 266, 267, 271 spiraalruppia, Ruppia cirrhosa: 257 Stachys palustris: zie moerasdoorn stippelzegge, Carex punctata: 250 straatgras, Poa annua: 26, 268 strandduizendguldenkruid, Centaurium littorale: 251, 268 strandkweek, Elytrigia pungens: 243, 247, 250, 251, 258, 261, 272, 358, 465 strandmelde, Atriplex littoralis: 243, 250, 267 streepzaad, groen, Crepis capillaris: 268 Suaeda maritima: zie schorrekruid Taraxacum palustre (paardebloem): 253 Taraxacum maritimum (paardebloem): 253 Taraxacum sp.: zie paardebloem Torilis arvensis: zie doornzaad, Zeeuws torkruid, zilt, Oenanthe lachenalii: 253 Trifolium fragiferum: zie aardbeiklaver Trifolium repens: zie klaver, witte Triglochin palustris: zie moeraszoutgras Triglochin maritima: zie schorrezoutgras ui, Allium cepa: 477 Urtica dioica: zie brandnetel valeriaan, Valeriana officinalis: 253 Valerinana officinalis: zie valeriaan veenbes, Oxycoccus palustris: 50 veenmos, Sphagnum sp.: 50, 55 veldbeemdgras, Poa pratensis: 268, 275 Verbena officinalis: zie ijzerhard vetmuur, liggende, Sagina procumbens: 268 Vicia sp.: zie wikke vlas, Linum usitatissimum: All vlier, Sambucus nigra: 261, 267, 464, 465 voszegge, valse, Carex otrubae: 268 walstro, glad, Galium mollugo: 243 waterbies, Eleocharis palustris: 252 waterbies, slanke, Eleocharis palustris ssp. uniglumis: 253 watermunt, Mentha aquatica: 252, 253, 275 waternavel, Hydrocotyle vu/garis: 252 waterranonkel, zilte, Ranunculus baudotii: 257 watertorkruid, Oenanthe aquatica: 253 waterzuring, Rumex hydrolapathum: 275 weegbree, Plantago sp.: 267 weegbree, grote, Plantago major: 267 wikke, K/'c/a sp.: 275 wilg, Sa/LY sp.: 33, 56, 261, 267, 275, 464, 465 wilgeroosje, Epilobium sp.: 267, 26#, 455 wilgeroosje, smalbladig, Chamaenerion angustifolium: 261, 267, 268 witbol, Holcus lanatus: 275 wollegras, Eriophorum cf. angustifolium: 50, 163 ijzerhard, Verbena officinalis: 58, 243, 243 zannichellia, Zannichellia palustris: 257
Zannichellia palustris: zie zannichellia zeealsem, Artemisia maritima: 248, 250, 252, 271 zeeaster, Aster tripolium: 159, 247, 248, 250, 253, 256, 258, 263, 266, 267, 270, 271, 446 zeeaster, Aster tripolium var. discoideus: 248 zeebies, Scirpus maritimus: 246, 257, 263, 275, 398 zeebiet, Bèta maritima: 243, 250 zeedistel, blauwe, Eryngium maritimum: 434 zeegerst, Hordeum marinum: 58, 251, 258, 274 zeegras, groot, Zostera marina: 58, 217, 219, 220, 222, 222, 223, 235, 247, 247, 265, 339, 346, 356, 392, 451, 473 zeegras, klein, Zostera noltii: 58, 219, 223, 247, 247, 265, 473 zeekooi, Crambe maritima: 243 zeekraal, Salicornia europaea: 247, 248, 248, 249, 252, 257, 266, 267, 267, 271, 274 zeekraal, kortarige, Salicornia brachystachya: 250, 257, 263 zeekraal, langarige, Salicornia stricta: 58, 247, 247, 250, 257 zeerus, Juncus maritimus: 58, 250 zeevenkei, Crithmum maritimum: 243 zeevetmuur, Sagina maritima: 243, 251, 261, 266 zeeweegbree, Plantago maritima: 248, 271 zegge, Carex sp.: 55, 252 zegge, zilte, Carex distans: 250 zomprus, Juncus articulatus: 252, 253, 267, 268 Zostera marina: zie zeegras, groot Zostera noltii: zie zeegras, klein zoutmelde, gesteelde, Halimione pedunculata: 58, 258, 258, 274 zoutmelde, gewone Halimione portulacoides: 247, 250, 252, 253, 255, 266, 270, 271 zuring, Rumex sp.: 275 zwanebloem, Butomus umbellatus: 456 zwenkgras, rood, Festuca rubra ssp. littoralis: 248, 250, 257, 272, 465 6. LAGERE DIEREN Acroloxus lacustris: zie napjesslak Actinothoë anguicoma: zie weduweroos Aeolidea papillosa: zie zeenaaktslak, vlokkige Alderia modesta (naaktslakje): 256 alikruik, gewone (ook: kreukel), Littorina littorea: 224, 225, 227, 245, 256, 262, 332, 371, 445 alikruik, ruwe, Littorina saxatilis: 245, 259, 261, 263, 271 alikruik, stompe, Littorina obtusata: 227', 245 Amphitrite figulus (borstelworm): 232 Anaitides groenlandica (dieseltreinworm): 231 Angulus tenuis: zie platschelp, tere Anodonta anatina: zie vijvermossel Anodonta cygnea: zie zwanemossel Anthozoa: zie zeeanemoon Antiopella cristata: zie blauwtipje Arenicola marina: zie wadpier of zeepier Asellus aquaticus: zie zoetwaterpissebed Assiminea grayana (slak): 256 Asterias rubens: zie zeester baksteenanemoon (ook: golfbrekeranemoon), Diadumene cincta: 65, 65, 235 Balanus amphitrite (zeepok): 262 Balanus balanoides: zie zeepok, gewone Balanus improvisus: zie brakwaterpok barnsteenslak, Succinea pfeifferi: 259 bladkieuwworm, groene, Eulalia viridis: 224
491
LIJST VAN ORGANISMEN
blauwtipje, Anüopella crislata: 230 boompjesslak, Dendronotus frondosus: 230 boormossel, Amerikaanse, Petricola pholadiformis: 65 boorspons, Cliona celata: 65 brakwaterkokkel, Cerastoderma glaucum: 235, 238, 366 brakwaterpissebed, Sphaeroma sp.: 258 brakwaterpok, Balanus improvisus: 238, 264 brakwaterspringer, Orchestia cavimana: 256, 259 breedpootspringer, Orchestia mediterranea: 256, 261 brokkelster, Ophiotrix fragilis: 264 broodspons, Halichondria panicea: 245, 261, 262 Buccinum undatum: zie wulk Cancer pagurus: zie Noordzeekrab Carcinus maenas: zie strandkrab Cerastoderma edule: zie kokkel of hartschelp Cerastoderma glaucum: zie brakwaterkokkel Chaetozone setosa (borstelworm): 234 Ciona intestinalis (zakpijp): 224 Cliona celata: zie boorspons Cliona sp. (boorspons): 366 Corophium volutator: zie slijkgarnaal Crangon crangon: zie garnaal Crassostrea gigas: zie oester, Japanse Crepidula fornicata: zie muiltje of slipper Dendronotus frondosus: zie boompjesslak Diadumene cincta: zie baksteen- of golfbrekeranemoon Dreissena polymorpha: zie driehoeksmossel driehoeksmossel, Dreissena polymorpha: 212, 239 Electra crustulenta (mosdiertje): 259 Elminius modestus: zie zeepok, Nieuwzeelandse Embletonia pallida (of Tenellia pallida) (naaktslakje): 259 Ensis minor: zie mesheft Eriocheir sinensis: zie wolhandkrab erwtenmosseltje, Pisidium sp.: 239, 456 Eulalia viridis: zie bladkieuwworm, groene Eumida sanguinea (borstelworm): 224 Fasciola hepatica: zie leverbot fuikhoorn, gevlochten, Nassarius reticulatus: 235, 237 Gammarus locusta: zie vlokreeft Gammarus sp.: (vlokreeft): 258, 263 garnaal, Crangon crangon: 167, 203, 225, 238, 257, 325, 347, 361, 384, 385, 386, 387, 387, 391, 392, 393, 394, 395 gemshoornworm, Scolelepis squamata: 331 geweispons, Haliclona oculata: 263 glasvlokreeft, Hyale nilssoni: 244 Glycera alba (borstelworm): 235 golfbrekeranemoon: zie baksteenanemoon goudkammetje, Pectinaria koreni: 228, 235 Halichondria panicea: zie broodspons Haliclona oculata: zie geweispons Harmothoë imbricata (borstelworm): 238 havenpissebed, Ligia oceanica: 244, 261 heremietkreeft, Pagurus bernhardus: 227, 261 Heteromastus filiformis (borstelworm): 214, 229 Homarus gammarus: zie kreeft hooiwagenkrab, Macropodia rostrata: 234 Hyale nilssoni: zie glasvlokreeft Hydrobia ulvae: zie wadslakje ldotea chelipes: zie zeepissebed, Zeeuwse kokkel (ook: hartschelp), Cerastoderma edule: 214, 221, 224, 225, 229, 235, 236, 237, 266, 312, 332, 334, 361, 376, 377, 378, 378, 379, 380, 391, 437, 445
492
kreeft, Homarus gammarus: 361, 382, 395 kwelderspringer, Orchestia gammareltus: 251, 256, 259, 261 Lanice conchilega: zie schelpkokerworm Laomedea loveni (poliep): 259 leverbot, Fasciola hepatica: 61 Ligia oceanica: zie havenpissebed Limapontia depressa (naaktslakje): 256 Limnodriulus hofmeisteri (borstelarme ringworm): 239 Littorina llttorea: zie alikruik, gewone Littorina obtusata: zie alikruik, stompe Littorina saxatilis: zie alikruik, ruwe Lumbrtcus terrestris: zie regenworm Lymnaea peregra: zie poelslak, ovale Lymnaea truncatula: zie poel- of leverbotslak Macoma balthica: zie nonnetje Macropodia rostrata: zie hooiwagenkrab Mercierella enigmatica (trompetkokerworm): 238, 262 mesheft, Ensis minor: 229 Michelinmannetje (zeespin), Pycnogonum littorale: 234 Molgula manhattensis: zie zijker mossel, Mytilus edulis: 60, 213, 224, 225, 235, 236, 237, 244, 309, 312, 332, 361, 365, 365, 374, 375, 376, 376, 377, 380, 389, 391, 393, 437, 445, 459, 472 muiltje (ook: slipper), Crepidula fornicata: 65, 244, 263, 366 muizenoortje, Ovatella myosotis: 256, 259, 271 Mya arenaria: zie strandgaper Mytilus edulis: zie mossel napjesslak, Acroloxus lacustris: 263 Nassarius reticulatus: zie fuikhoorn, gevlochten Neomysis integer (aasgarnaal): 238 Nereis diversicolor: zie zeeduizendpoot Nereis virens: zie zager nonnetje, Macoma balthica: 225, 229, 232, 237 Noordzeekrab, Cancer pagurus: 234 obliehoorntje, Retusa obtusa: 228 oester, Ostrea edulis: 60, 235, 361, 363, 363, 365, 366, 367, 371, 371, 372, 372, 374, 380, 389, 437, 445, 453, 459, 472 oester, Japanse, Crassostrea gigas: 372, 373 Ophiotrix fragilis: zie brokkelster Ophiura texturata: zie slangster oprolpissebed I, Sphaeroma hooked: 259 oprolpissebed II, Sphaeroma rugicauda: 259 Orchestia cavimana: zie brakwaterspringer Orchestia gammareltus: zie kwelderspringer Orchestia mediterranea: zie breedpootspringer Orchestia sp.: zie springers Ostrea edulis: zie oester Ovatella myosotis: zie muizenoortje paalworm, Teredo novalis: 45, 45, 46, 75, 99, 262, 263 Pagurus bernhardus: zie heremietkreeft Palaemonetes varians: zie steurgarnaal Pectinaria koreni: zie goudkammetje Petricola pholadiformis: zie boormossel, Amerikaanse Pisidium sp.: zie erwtenmosseltje platschelp, tere, Angulus tenuis: 230, 235 poelslak, ovale, Lymnaea peregra: 239 poel- of leverbotslak, Lymnaea truncatula: 61 Polydora ciliata (borstelworm): 366 Polydora quadrilobata (borstelworm): 235 Polydora sp. (borstelworm): 315 Praunus flexuosus (aasgarnaal): 238 Psammechinus miliaris: zie zeeappel
LUST VAN ORGANISMEN
Pseudamnicola confusa (slak): 256, 263 purperslak, Thais lapillus: 224, 244, 264, 332 Pycnogonum littorale; zie Michelinmannetje (zeespin) regenworm, Lumbricus terresths: 226 Retusa obtusa: zie obliehoorntje Rhithropanopeus harrissi: zie Zuiderzeekrabbetje Sabella pavonina: zie waaierkokerworm schelpkokerworm, Lanice conchilega: 232, 233 schildersmossel, Unio pictorum: 456 Scolelepis squamata: zie gemshoornworm Scoloplos armiger: zie wapenworm Scrobicularia plana: zie slijkgaper, platte Sigara selecta (duikerwants): 258 slangster, Ophiura texturata: 233, 264 slipper: zie muiltje slijkgaper, platte, Scrobicularia plana: 229, 230, 235 slijkgarnaal, Corophium volutator: 225, 238, 258, 266, 333 Sphaeroma hooked: zie oprolpissebed I Sphaeroma rugicauda: zie oprolpissebed II Sphaeroma sp.: zie brak waterpissebed Spiophanes bombyx (borstelworm): 234 Spisuia subtruncata: zie strandschelp, halfgeknotte springers, Orchestia sp.: 244, 251, 259, 261 steurgarnaal, Palaemonetes varians: 258 strandgaper, Mya arenaria: 65, 225, 229 strandkrab, Carcinus maenas: 214, 225, 245, 257, 332, 392, 451 strandschelp, halfgeknotte, Spisuia subtruncata: 235 Styela clava (manteldier): 65 Succinea pfeifferi: zie barnsteenslak Sycon sp.: zie zakspons tapijtschelp, Venerupis pullastra: 235 Teredo navalis: zie paalworm Thais lapillus: zie purperslak trompetkokerworm, Mercierella enigmatica: 61, 66, 238, 262 tubificiden: 214, 239, 413, 456 Unio pictorum: zie schildersmossel Venerupis pullastra: zie tapijtschelp vlokreeft. Gammarus locusta: 223, 393 vijvermossel, Anodonta anatina: 456 waaierkokerworm, Sabella pavonina: 224 wad- of zeepier, Arenicola marina: 50, 219, 224, 226, 228, 237, 266, 292, 392 wadslakje, Hydrobia ulvae: 224, 225, 228, 256, 266, 271, 355 wapenworm, Scoloplos armiger: 229 weduweroos, Actinothoë anguicoma: 231, 459 wolhandkrab, Eriocheir sinensis: 65 wulk, Buccinum undatum: 227 zager, Nereis virens: 224, 226, 228, 231, 232, 292, 392 zakspons, Sycon sp.: 234 zeeanemoon, Anthozoa: 233 zeeappel, Psammechinus miliaris: 234 zeeduizendpoot, Nereis diversicolor: 231, 258, 266, 332, 333 zeepier: zie wadpier zeepissebed, Zeeuwse, Idotea chelipes: 223, 235, 238, 258, 315 zeepok, gewone, Balanus balanoides: 221, 264 zeepok, Nieuwzeelandse Elminius modestus: 65, 262 zeeslak, vlokkige, Aeolidia papillosa: 235 zeester, Asterias rubens: 225, 236, 237, 264, 374, 381 zoetwaterpissebed, Asellus aquaticus: 239, 456 Zuiderzeekrabbetje, Rhithropanopeus harrissi: 238 Zwanemossel, Anodonta cygnea, 212 zijker, Molgula manhattensis: 224
7. INSEKTEN Agapanthia villosoviridescens (boktor): 256 Anopheles maculipennis ssp. atroparvus: zie malariamug Anopheles maculipennis ssp. messeae: zie malariamug brakwaterpluimmug, Chironomus salinarius: 238 Chironomus salinarius: zie brakwaterpluimmug Chironomus sp.: zie muggelarve, rode Coleophora salicorniae (vlinder): 256 Cryptochironomus sp. (pluimmug): 413 duikerwants, Sigara selecta: 258 malariamug, Anopheles maculipennis ssp. atroparvus: 61, 407, 407, 408, 410, 411 malariamug, Anopheles maculipennis ssp. messeae: 407, 408, 411 Mecinus collaris (kever): 256 muggelarve, rode, Chironomus spp.: 165, 413, 415 pluimmug, Chironomus sp.: 165, 239, 407, 415 Scrobipalpa salinella (vlinder): 256 Sigara selecta: zie duikerwants Staticobium limonii (luis): 256 8. VISSEN Abramis brama: zie brasem Acipenser sturio: zie steur Agonus cataphractus: zie harnasmannetje Alburnus alburnus: zie alver Alosa alosa: zie elft Alosa fallax: zie fint alver, Alburnus alburnus: 321 Ammodytes tobianus: zie zandspiering Anguilla anguilla: zie paling ansjovis, Engraulis encrasicolus: 383 Atherina boyeri: zie koornaarvis, kleine Atherina presbyter: zie koornaarvis baars, Perca fluviatilis: 321, 326, 327, 384, 458 barbeel, Barbus barbus: 395, 456 Barbus barbus: zie barbeel beekforel: zie forel, bruine Belone belone: zie. geep bermpje, Noemacheilus barbatulus: 456 blankvoorn, Rutilus rutilus: 321, 322, 327, 384, 395, 456 blei (ook: kolblei), Blicca bjoerkna: 321 Blicca bjoerkna: zie blei bliek: zie haring bot, Platichthys flesus: 257, 301, 307, 321, 325, 327, 390, 392, 394, 395, 452 botervis, Pholis gunnellus: 322, 327 brakwatergrondel, Pomatoschistus microps: 322, 326, 327 brasem, Abramis brama: 321, 327, 384, 395, 414 Callionymus lyra: zie pitvis Chelon labrosus: zie diklipharder Chondrostoma nasus: zie sneep Clupea harengus: zie haring congeraal (ook: zeepaling), Conger conger: 395 Conger conger: zie congeraal Coregonus oxyrhynchus: zie houting Cottus gobio: zie rivierdonderpad Crenimugil labrosus: zie diklipharder Cyclopterus lumpus: zie snotolf Cyprinus carpio: zie karper Dasyatis pastinaca: zie pijlstaartrog
493
LIJST VAN ORGANISMEN
Dicentrarchus labrax: zie zeebaars dikkopje, Pomatoschistus minutus: 326, 327 diklipharder, Chelon labrosus: 323, 328, 384, 390, 391 elft, Alosa alosa: 66 Engraulis encraskolus: zie ansjovis fint, Alosa fa//ax: 66, 321, 390 forel, bruine (ook: beekforel), Salmo trutta fario: 395, 452 Gaclus morhua: zie kabeljauw gaffelmakreel, Trachinotus ovatus: 325 Gasterosteus aculeatus: zie stekelbaars, driedoornige geep, Belone be/one: 327, 328, 390, 392, 392, 395, 453 Gobio gobio: zie rivier- of zoetwatergrondel Gobius niger: zie grondel, zwarte griet, Scophthalmus rhombus: 329, 392, 394 grondel, zwarte, Gobius niger: 328, 329, 329, 344, 451 Gymnocephalus cernuus: zie pos haring (voor jonge haring: bliek), Clupea harengus: 57, 307, 322, 324, 327, 329 harnasmannetje, Agonus eataphractus: 323, 327 horsmakreel, Trachurus trachurus: 390, 391, 453 houting, Coregonus oxyrhynchus: 66 kabeljauw, Gaclus morhua: 161, 322, 322, 325, 328, 329, 389, 392, 395, 453 karper, Cyprinus carpio: 414 koning van de poon: zie zeebarbeel koornaarvis, Atherina presbyter: 328, 329, 341, 451 koornaarvis, kleine, Atherina boyeri: 328, 329, 341, 451 kolblei: zie blei kop voorn, Leuciscus cephalus: 456 kwabaal, Lola lota: 322 l.abrus bergylta: zie lipvis, gevlekte Lampetra fluviatilis: zie rivierprik Leuciscus cephalus: zie kopvoorn Leuciscus iclus: zie winde Leuciscus leuciscus: zie serpeling Limancla limanda: zie schar lipvis, gevlekte, Labrus bergylta: 322 Lota lota: zie kwabaal makreel, Scomber scombrus: 390 Melanogrammus aeglefinus: zie schelvis Merlangius merlangus: zie wijting Microstomus kitt: zie tongschar Mullus surmuletus: zie zeebarbeel Myoxocephalus scorpius: zie zeedonderpad Noemacheilus barbatulus: zie bermpje Osmerus eperlanus: zie spiering paling, Anguilla anguilla, 257, 321, 327, 328, 359, 361, 383, 384, 395, 395, 414, 452, 458 Perca fluviatilis: zie baars Petromyzon marinus: zie zeeprik Pholis gunnellus: zie botervis pit vis, Callionymus lyra: 323, 327 Platichthys flesus: zie bot Pleuronectes platessa: zie schol Pomatoschistus microps: zie brakwatergrondel Pomatoschistus minutus: zie dikkopje pos, Gymnocephalus cernuus: 321, 414 puitaal, Zoarces viviparus: 327 pijlstaartrog, Dasyatis pastinaca: 323, 389, 392 Raja clavata: zie stekelrog regenboogforel, Salmo gairdneri: 381, 395, 453 rivierdonderpad, Cottus gobio: 456
494
rivier- of zoetwatergrondel, Gobio gobio: 321, 456 rivierprik, Lampetra fluviatilis: 66 Rutilus rutilus: zie blankvoorn Salmo gairdneri: zie regenboogforel Salmo salar: zie zalm Salmo trutta fario: zie forel, bruine Salmo trutta trutta: zie zeeforel schar, Limanda limanda: 322, 327, 328, 389, 391, 394, 395,452 schelvis, Melanogrammus aeglefinus: 322 schol, Pleuronectes platessa: 56, 57, 237, 257, 307, 322, 325, 327, 328, 329, 390, 392, 394, 395, 452 Scomber scombrus: zie makreel Scophthalmus maximus: zie tarbot Scophthalmus rhombus: zie griet serpeling, Leuciscus leuciscus: 321, 456 sneep, Chondrostoma nasus: 456 snoekbaars, Stizostedion lucioperca: 321, 327, 384, 384, 395, 458 snotolf, Cyclopterus lumpus: 323 Solea solea: zie tong spiering, Osmerus eperlanus: 66, 321 328 Spinachia spinachia: zie zeestekelbaars Spondyliosoma cantharus: zie zeekarper Sprattus sprattus: zie sprot sprot, Sprattus sprattus: 57, 324, 327, 394 steenbolk, Trisopterus luscus: 323, 328, 329, 389 stekelbaars, driedoornige, Gasterosteus aculeatus: 257, 321, 328, 341, 451 stekelrog, Raja clavata: 324, 324, 327 steur, Acipenser sturio: 33, 56, 66 Stizostedion lucioperca: zie snoekbaars Syngnathus rostellatus: zie zeenaald, kleine tarbot, Scophthalmus maximus: 329, 394 Taurulus bubalis: zie zeedonderpad, groene tong, Solea solea: 323, 325, 327, 328, 389, 391, 395 tongschar, Microstomus kitt: 389, 392 Trachinotus ovatus: zie gaffelmakreel Trachurus trachurus: zie horsmakreel Trisopterus luscus: zie steenbolk winde, Leuciscus idus: 321 wijting, Merlangius merlangus: 328, 329, 389, 452, 453 zalm, Salmo salar: 56, 66, 327, 381 zandspiering, Ammodytes tobianus: 66, 324, 327, 381 zeebaars, Dicentrarchus labrax: 390, 391, 393, 453 zeebarbeel (ook: koning van de poon), Mullus surmuletus: 325 zeedonderpad, Myoxocephalus scorpius: 321, 322, 322, 327, 329 zeedonderpad, groene, Taurulus bubalis: 322, 329 zeeforel, Salmo trutta trutta: 66 zeekarper, Spondyliosoma cantharus: 325, 390 zeenaald, kleine, Syngnathus rostellatus: 327 zeepaling: zie congeraal zeeprik, Petromyzon marinus: 66 zeestekelbaars, Spinachia spinachia: 392 Zoarces viviparus: zie puitaal 9. VOGELS aalscholver, Phalacrocorax carbo: 56, 217, 336, 341, 342, 346, 359, 453, 456, 458, 459 Acanthis flavirostris: zie frater Acrocephalus palustris: zie bosrietzanger Acrocephalus scirpaceus: zie karekiet, kleine Actitis hypoleucos: zie oeverloper
LIJST VAN ORGANISMEN
Alauda arvensis: zie veldleeuwerik Anas acuta: zie pijlstaart Anas clypatea: zie slobeend Anas crecca: zie wintertaling Anas penelope: zie smient Anas platyrhynchos: zie eend, wilde Anas strepera: zie krakeend Anser albifrons: zie kolgans Anser anser: zit gans, grauwe Anser brachyrhynchus: zie rietgans, kleine Anser fabalis: zie rietgans Anthus pratensis: zie graspieper Ardea cinerea: zie reiger, blauwe Arenaria interpres: zie steenloper arend: 56 Asio flammeus: zie velduil Asio otus: zie ransuil Aythya ferina: zie tafeleend Aythya fuligula: zie kuifeend Aythya marüa: zie toppereend baardmannetje, Panurus biarmicus: 336, 344, 466 bergeend, Tadorna tadorna: 341, 343, 354, 355, 356 blauwborst, Cyanosylvia svecica: 345, 356 bontbekplevier, Charadrius hiaticula: 333, 339, 341, 349, 349, 353, 354, 355, 359 bosrietzanger, Acrocephalus palustris: 344 Botaurus stellaris: zie roerdomp brandgans, Branta leucopsis: 339, 342, 343, 347, 359, 466 Branta bernicla: zie rotgans Branta leucopsis: zie brandgans brilduiker, Bucephala clangula: 341, 347, 356 Bucephala clangula: zie brilduiker Calidris alba: zie drieteenstrandloper Calidris alpina: zie strandloper, bonte Calidris canutus: zie kanoetstrandloper Calidris ferruginea: zie krombekstrandloper Calidris maritima: zie strandloper, paarse Calidris minuta: zie strandloper, kleine Carduelis cannabina: zie kneu Carduelis chloris: zie groenling CWr/ö cerri; zie cettizanger cettizanger, Cettia cetti: 345 Charadrius alexandrinus: zie strandplevier Charadrius dubius: zie plevier, kleine Charadrius hiaticula: zie bontbekplevier Circus aeruginosus: zie kiekendief, bruine Circus cyaneus: zie kiekendief, blauwe Cisticola juncidis: zie waaierstaartrietzanger Clangula hyemalis: zie ijseend Columba palumbus: zie houtduif Cyanosylvia svecica: zie blauwborst Cygnus bewickii: zie zwaan, kleine Cygnus olor: zie knobbelzwaan dodaars, Tachybaptus (ook: Podiceps) ruficollis: 336, i40, 341, 346, 453 drieteenstrandloper, Calidris alba: 331, 333, 355, 357 dwergstern, Sterna albifrons: 55, 341, 545, 349, 356 eend, wilde, Anas platyrhynchos: 223, 339, 341, 346, 353, 359, 396, 397 Egretta alba: zie zilverreiger, grote Egretta garzetta: zie zilverreiger, kleine eidereend, Somateria mollissima: 347, 356, 359
ekster, Pica pica: 397 Emberiza schoeniclus: zie rietgors Falco columbarius: zie smelleken FÖ/CO peregrinus: zie slechtvalk /•'a/co tinnunculus: zit torenvalk fazant, Phasianus colchicus: 397 fitis, Phylloscopus trochilus: 349 frater, Acanthis flavirostris: 347 Fringilla coelebs: zie vink h'ulica atra: zie meerkoet fuut, Podiceps cristatus: 217, 329, 336, 341, 544, 346, 359, 453, 456, 459 fuut, geoorde, Podiceps nigricollis: 341, 346 gaai, Vlaamse, Garrulus g/andarius: 342 Gallinago gallinago: zie watersnip gans, grauwe, Anser anser: 339, 342, 342, 343, 359, 397, 398 Garrulus glandarius: zie gaai, Vlaamse gier: 56 goudplevier, Pluvialis apricaria: 339, 397, 398 grasmus, Sylvia communis: 345, 349 graspieper, Anthus pratensis: 341, 348, 349, 466 groenling, Carduelis chloris: 349 groenpootruiter, Tringa nebularia: 332, 333, 339, 342, 359 Grus grus: zit kraanvogel grutto, Limosa limosa: 57, 58, 332, 341, 344, 349 grutto, rosse, Limosa lapponica: 332, 333, 338, 339, 346, 351, 353, 355, 356 Haematopus ostralegus: zie scholekster heggemus, Prunella modularis: 344 Himantopus himantopus: zie steltkluut Hippolais icterina: zie spotvogel houtduif, Columba palumbus: 349, 397 houtsnip, Scolopax rusticola: 397 Ixobrychus minutus: zit wouwaapje kanoetstrandloper, Calidris canutus: 332, 333, 334, 338, 339, 342, 346, 351, 353, 355, 357 karekiet, kleine, Acrocephalus scirpaceus: 344, 466 kemphaan, Philomachus pugnax: 57, 332, 339, 342, 344, 356 kiekendief, blauwe, Circus cyaneus: 345, 348 kiekendief, bruine, Circus aeruginosus: 345, 348, 349, 356, 466 kievit, Vanellus vanellus: 57, 58, 332, 339, 341, 344, 349, 354, 466 kluut, Recurvirostra avosetta: 275, 332, 333, 338, 339, 341, 342, 349, 349, 353, 354, 356, 359 kneu, Carduelis cannabina: 344, 347, 349 knobbelzwaan, Cygnus olor: 217, 222, 338, 339, 342, 346, 353, 359 kokmeeuw, Larus ridibundus: 337, 341, 348, 349, 354, 358 kolgans, Anser albifrons: 339, 356, 397, 398 kraanvogel, Grus grus: 56 krakeend, Anas strepera: 339, 397 krombekstrandloper, Calidris ferruginea: 339, 355 kuifduiker, Podiceps auritus: 341 kuifeend, Aythya fuligula: 341, 342, 347, 456 kwak, Nycticorax nycticorax: 56, 336, 345 kwikstaart, gele, Motacilla flava: 341 Larus argentatus: zie zilvermeeuw Larus fuscus: zie mantelmeeuw, kleine Larus marinus: zit mantelmeeuw, grote Larus ridibundus: zit kokmeeuw Limosa lapponica: zie grutto, rosse Limosa limosa: zit grutto Locustella luscinioides: zit snor
495
LIJST VAN ORGANISMEN
mantelmeeuw, grote, Larus marinus: 357 mantelmeeuw, kleine, Larus fuscus: 341 meerkoet, Fulica atra: 223, 338, 339, 340, 346, 353, 357, 359, 397 Melanitta fusca: zie zeeëend, grote Melanitta nigra: zie zeeëend, zwarte merel, Turdus meruia: 349 Mergus senator: zie zaagbek, middelste Motacilla flava: zie kwikstaart, gele Numenius arquata: zie wulp Nycticorax nycticorax: zie kwak oeverloper, Actitis hypoleucos: 332 Oriolus oriolus: zie wielewaal Pandion haliaetus: zie visarend Panurus biarmicus: zie baardmannetje patrijs, Perdix perdix: 397 Pelecanus sp.: zie pelikaan pelikaan, Pelecanus sp.: 56 Perdix perdix: zie patrijs Phalacrocorax carbo: zie aalscholver Phasianus colchicus: zie fazant Philomachus pugnax: zie kemphaan Phylloscopus collybita: zie tjiftjaf Phylloscopus trochilus: zie fitis P/ca p/ca: zie ekster Plectrophenax nivalis: zie sneeuwgors plevier, kleine, Charadrius dubius: 338, 354, 466 Pluvialis apricaria: zie goudplevier Pluvialis squatarola: zie zilverplevier Podiceps auritus: zie kuifduiker Podiceps cristatus: zie fuut Podiceps griseigena: zie roodhalsfuut Podiceps nigricollis: zie fuut, geoorde Prunella modularis: zie heggemus pijlstaart, /Inas acwfa: 223, 339, 346, 353, 359, 397, 466 ransuil, Asio otus: 342 Recurvirostra avosetta: zie kluut reiger, blauwe, Ardea cinerea: 56, 331, 336, 339, 453 rietgans, Anser fabalis: 337, 339, 347, 356, 397, 398, 399 rietgans, kleine, Anser brachyrhynchus: 356 rietgors, Emberiza schoeniclus: 466 roerdomp, Botaurus stellaris: 331, 345 roodhalsfuut, Podiceps griseigena: 341 rotgans, Branta bernicla: 163, 222, 339, 340, 347, 347, 353, 359, 459 ruiter, zwarte, Tringa erythropus: 332, 338, 339, 342, 353, 355, 356, 359 scholekster, Haematopus ostralegus: 332, 333, 334, 338, 339, 344, 346, 349, 351, 352, 353, 353, 354, 355, 391, 477 Scotopax rusticola: zie houtsnip slechtvalk, Falco peregrinus: 348 slobeend, Anas clypatea: 339, 342, 346, 353, 359, 397 smelleken, Falco columbarius: 348 smient, Anas penelope: 223, 339, 340, 343, 346, 353, 356, 359, 397, 398, 459 sneeuwgors, Plectrophenax nivalis: 347, 348 snor, Locustella luscinioides: 344, 356 Somateria mollissima: zie eidereend spotvogel, Hippolais icterina: 349 steenloper, Arenaria interpres: 332, 346, 352, 353, 353, 357 steltkluut, Himantopus himantopus: 336 stern, grote, Sterna sandvicensis: 61, 66, 336, 338, 341, 348, 349 stern, Noordse, Sterna paradisaea: 338, 349, 354
496
Sterna albifrons: zie dwergstern Sterna hirundo: zie visdief Sterna paradisaea: zie stern, Noordse Sterna sandvicensis: zie stern, grote strandloper, bonte, Calidris alpina: 332, 338, 339, 342, 346, 352, 353, 353, 355 strandloper, kleine, Calidris minuta: 339, 355 strandloper, paarse, Calidris maritima: 331, 357 strandplevier, Charadrius alexandrinus: 55, 333, 341, 349, 349, 353, 354, 355, 356, 359 Sylvia atricapilla: zie zwartkop Sylvia communis: zie grasmus Tachybaptus ruficollis: zie dodaars Tadorna tadorna: zie bergeend tafeleend, Aythya ferina: 223, 341, 342, 347, 397, 456 tjiftjaf, Phylloscopus collybita: 342 toppereend, Aythya marila: 356, 397 torenvalk, Falco tinnunculus: 348 Tringa erythropus: zie ruiter, zwarte Tringa nebularia: zie groenpootruiter Tringa totanus: zie tureluur Troglodytes troglodytes: zie winterkoning Turdus meruia: zie merel Turdus philomelos: zie zanglijster tureluur, 7>(>?gff totanus: 57, 332, 338, 339, 341, 346, 349, 351, 352, 353, 354, 355, 356, 466 Vanellus vanellus: zie kievit veldleeuwerik, Alauda arvensis: 341, 348, 349, 466 velduil, Asio flammeus: 341, 349 vink, Fringilla coelebs: 348 visarend, Pandion haliaetus: 342, 343 visdief, Sterna hirundo: 341, 545, 349, 354 waaierstaartrietzanger, Cisticola juncidis: 356 watersnip, Gallinago gallinago: 332, 339, 397 wielewaal, Oriolus oriolus: 342 winterkoning, Troglodytes troglodytes: 344 wintertaling, Anas crecca: 339, 342, 346, 353, 359, 397, 466 wouwaapje, Ixobrychus minutus: 336 wulp, Numenis arquata: 332, 339, 342, 346, 351, 352, 353, 353, 355 ijseend, Clangula hyemalis: 356 zaagbek, middelste, Mergus senator: 217, 329, 340, 341, 342, 346, 347, 356, 359, 454 zanglijster, Turdus philomelos: 349 zeeëend, grote, Melanitta fusca: 356 zeeëend, zwarte, Melanitta nigra: 347, 356, 359 zilvermeeuw, Larus argentatus: 341, 357, 358 zilverplevier, Pluvialis squatarola: 332, 339, 351, 352, 353, 355, 356 zilverreiger, grote, Egretta alba: 56 zilverreiger, kleine, Egretta garzetta: 56, 56 zwaan, kleine, Cygnus bewickii: 338, 339, 457 zwartkop, Sylvia atricapilla: 342 10. ZOOGDIEREN Ailuropoda melanoleuca: zie reuzenpanda Alces alces: zie. eland beer, Ursus sp.: 33 bever, Castor fiber: 56 Bovidae: zie runderen bruinvis, Phocoena phocoena: 61, 428 bunzing, Putorius putorius: 256
LUST VAN ORGANISMEN
Canis familiaris: zie hond Canis lupus: zie wolf Castor fiber: zie bever Capreolus capreolus: zie ree Cervus elaphus: zie edelhert Cetacea: zie walvis Dama dama: zie damhert damhert, Dama dama: 397 edelhert, Cervus elaphus: 397 eland, Alces alces: 56 Eschrichtius gibbosus: zie walvis, grijze Eubalaena glacialis: zie noordkaper haas, Lepus capensis: 255, 397 Halichoerus grypus: zie zeehond, grijze hermelijn, Mustela erminea: 256 Homo sapiens: zie mens hond, Canis familiaris: 33 konijn, Oryctolagus cuniculus: 255, 397, 407 Lepus capensis: zie haas Lutra lutra: zie visotter mens, Homo sapiens: 28, 28, 31, 32, 70, 70, 81, 194, 407, 428 Microlus arvalis: zie veldmuis Microtus oeconomus: zie woelmuis, Noordse moeflon, Ov/s aries: 397 muskusrat, Ondatra zibethicus: 255 Mustela erminea: zie hermelijn Mustela nivalis: zie wezel noordkaper, Eubalaena glacialis: 56 Ondatra zibethicus: zie muskusrat Oryctolagus cuniculus: zie konijn OWJ ammon aries: zie schaap O r a «/•/«: zie moeflon
Phoca hispida: zie zeehond, kleine Phoca vitulina: zie zeehond, gewone Phocoena phocoena: zie bruinvis Physeteridae: zie potvis potvis, Physeteridae: 52 Putorius putorius: zie bunzing Rangifer tarandus: zie rendier rat, bruine, Rattus norvegicus: 57, 256, 345 Rattus norvegicus: zie rat, bruine ree, Capreolus capreolus: 397 rendier, Rangifer tarandus: 30 reuzenpanda, Ailuropoda melanoleuca: All, 473 runderen, Bovidae: 33, 81 schaap, Ovis ammon aries: 33, 46, 52 stinkrob: zie zeehond, kleine Sus scrofa: zie zwijn, wild Sus scrofa domesticus: zie varken Ursus sp.: zie beer varken, Sus scrofa domesticus: 33, 407, 410 veldmuis, Microtus arvalis: 255 visotter, Lutra lutra: 56, 56 vos, Vulpes vulpes: 397 Vulpes vulpes: zie vos walvis, Cetacea: 32 walvis, grijze, Eschrichtius gibbosus: 56 wezel, Mustela nivalis: 256 woelmuis, Noordse, Microtus oeconomus: 255, 345 wolf, Canis lupus: 56, 67 zeehond, gewone, Phoca vitulina: 56, 60, 61, 326, 326, 428 zeehond, grijze, Halichoerus grypus: 56, J2<5 zeehond, kleine (ook: stinkrob), Phoca hispida: 326 zwijn, wild, Sus scrofa: 397
497
LITERATUUR
LITERATUUR
ALGEMEEN Aartsma, K., 1977. Nederlanden de zee. Zomeren Keuning, Wageningen, 141 pp. Anonymus, 1953. De Ramp, Nationale Uitgave. Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, Amsterdam, 95 pp. Anonymus, 1974-1982. Zeeuws Nieuws, Natuur, Landschap en Milieu. Het Zeeuwse Landschap, Zeeuws Coördinatie-orgaan voor Natuur-, Landschaps- en Milieubescherming. Zeeuws Biologisch Museum, Domburg. Anonymus, 1972. De Kleuren van Zuidwest-Nederland, visie op milieu en ruimte. Contact Commissie voor Natuur- en Landschapsbescherming, Amsterdam, 165 pp. Beaufort, Ë. de (red.), 1954. Veranderingen in de flora en fauna van de Zuiderzee (thans IJsselmeer) na de afsluiting in 1932. C. de Boer, Jr.. den Helder. 359 pp. Beyersbergen, J. en A. van den Berg, 1980. De Grevelingen, de vogels van een afgedamde zeearm. Kerckebosch, Zeist en Stichting Zeeuws Biologisch Museum, Domburg, 99 pp. Bruin, M.P. de, 1981. Waken en bewaren, 100 jaar Provinciale Waterstaat Zeeland 1878-1981. Provincie Zeeland, Middelburg, 312 pp. Duursma, E.K., 1978-1982. Progress Reports Delta Institute for Hydrobiological Research, 1977-1981. Verh. Kon. Ned. Akad. Wet., Afd. Nat. 2e R„ 71, 73, 75, 77, Amsterdam. Groeman, Sj., 1962. Delta, poort van Europa. Roelofs van Goor b.v., Amersfoort, 156 pp. Hardy, A., 1962. The Open Sea. lts Natural History, Part I. The world of Plankton. Collins, London, 335 pp. Kam, J. van de, 1969. Op de grens van land en zee, portret van de Wadden. Ploegsma, Amsterdam, 167 pp. Kam, J. van de en W. J. Wolff, 1972. Op de grens van zout en zoet, portret van een veranderend delta landschap. Ploegsma, Amsterdam, 160 pp. Lingsma, J.S., 1969. Gids voor de Deltawerken. Nijgh en van Ditmar, Rotterdam, etc, 389 pp. Maris, A.G. (red.), M. Dendermonde en H.A.M.C. Dibbits, 1954. De Dijken. De Bezige Bij, Amsterdam, 184 pp. Nienhuis, P.H., R.J.B.M. Willems en R.H.G. Kleingeld, 1980. Het Zeeuwse Landschap. Het Spectrum, Utrecht, 118 pp. Redeke, H.C., 1922. Flora en Fauna der Zuiderzee. Monografie van een brakwatergebied. C. de Boer, Jr., Den Helder. 460 pp. Redeke, H.C. (red.), 1936. Flora en fauna der Zuiderzee. Monografie van een brakwatergebied, Supplement. C. de Boer, Jr., Den Helder. 258 pp. Rijkswaterstaat, 1956-1982. Driemaandelijks Bericht Deltawerken. Staatsdrukkerij- en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage. Rijkswaterstaat en KNMI, 1960. Rapport Deltacommissie. Deel 1 t/m 6. Staatsdrukkerij- en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage, 173, 200, 218, 230, 380, 74 pp. Rijkswaterstaat en KNMI, 1961. Verslag over de stormvloed van 1953. Staatsdrukkerij- en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage, 714 pp. Sponselee, G.M.P. en M.A. Buise, 1979. Het verdronken land van Saeftinghe. Duerinck-Krachten, Kloosterzande, 133 pp.
498
Vaas, K.F., 1963-1977. Annual and Progress Reports. Neth. J. Sea Res. 2, 3, 4, en Verh. Kon. Ned. Akad. Wet., Afd. Nat. 2e R. Amsterdam. Verhey, C.J. (red.), 1961. De Biesbosch, land van het levende water. Thieme & Cie, Zutphen, 255 pp. Verschuuren, J., 1980. Weerspreuken. Corrie Zelen, Maasbree, 85 pp. Vierlingh, A., 1920. Tractaet van Dyckagie. Uitgegeven door J. de Hullu en A.G. Verhoeven. Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage. Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Kleine Serie, 20, 443 pp. Wilderom, M.H. (deel 1 met M.P. de Bruin), 1961-1973. Tussen Afsluitdammen en Deltadijken 1 t/m 4. Wilderom, Vlissingen, resp. 304, 415, 417 en 567 pp. Wolff, W. en J. Post, 1979. Oosterschelde, het leven in en om het water. Sijthoff, Alpen aan de Rijn, etc. 206 pp.
GESCHIEDENIS De geologie van het Deltagebied Doppert, J.W.C., G.H.J. Ruegg, C.J. van Staalduinen, W.H. Zagwijn en J.G. Zandstra, 1975. Formaties van het Tertiair en Quartair in Nederland. Rijks Geologische Dienst, Haarlem, 11-56. Toelichting bij de geologische kaart van Nederland. Goeree-Overflakkee, 6-89, 1964. Zeeuws Vlaanderen, 6-79, 1965. Schouwen-Duiveland, 4-116, 1970. Willemstad Oost. 4-112, 1971, Walcheren, 4-120, 1972. Beveland, 4-138, 1978. Rotterdam West, 4-140, 1979. Schaal 1 : 50 000. Rijks Geologische Dienst, Haarlem. Zagwijn, W.H., 1974. The palaeographic and geographic evolution of the Netherlands during the quaternarv. Geologie en Mijnbouw 54, 6, 369-385. Het Deltagebied in de Prehistorie Bloemers, J.H.F., L.P. Louwe Kooymans en H. Sarfaty, 1981. Verleden land, Archeologische opgravingen in Nederland. Meulenhoff Informatief, Amsterdam, 192 pp. Laet, S.J. de, 1974. Prehistorische kuituren in het zuiden der Lage Landen. Universa, Wetteren, 561 pp. Laet, S.J. de, en W. Glasbergen, 1959. De voorgeschiedenis der Lage Landen. J.B. Wolters, Groningen, 221 pp. Mens en land sedert de jaartelling Bruin, M.P. de, 1979. Kleine geschiedenis van de delta. Fanoy boeken, Middelburg, 48 pp. Hoek, C , 1979. De heren van Voorne en hun heerlijkheid in: Van Westvoorne tot St. Adolfsland. De Motte, Ouddorp, 115-145. Houtte, J.A. van e.a. 1949 - 1958. Algemene Geschiedenis der Nederlanden. 12 delen. W. de Haan, Utrecht, etc. De mens en het landschap Ovaa, I., 1971. Het landschap van Zeeland in de Romeinse tijd. Archief. Mededelingen van het Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1971, 11-21.
LITERATUUR
Rummelen, F.F.F.E. van, 1978. Toelichting bij de geologische kaart Nederland 1 :50.000 blad Beveland. Rijks Geologische Dienst, Haarlem, 138 pp. Sluis. P. van der, G.C.L. Steur en I. Ovaa, 1965. De bodem van Zeeland. Toelichting bij blad 7 bodemkaart schaal 1 : 200.000. Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, 87 pp.
Rijkswaterstaat, 1980. Het funderingsbed. Driemaandelijks Bericht Deltawerkend, 125-129. Rijkswaterstaat. 1980. Verdichting van de zandige ondergrond in de as van de stormvloedkering. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 94, 133-138.
De mens en het milieu Ovaa, I., 1975. De zoutwinning in het zuidwestelijk zeekleigebied en de invloed daarvan op het landschap. Boor en spade 54-69, 19 pp.
ECOLOGIE EN MILIEU
Dijken tegen het water Stuvel, H.J., 1956. Het Deltaplan, de Geboorte. Scheltema & Holkema, Amsterdam, 360 pp. De ramp... Commissie Oosterschelde, 1974. Rapport uitgebracht door de Commissie Oosterschelde. Staatsdrukkerij- en uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage, 199 pp.
HET DELTAPLAN Kust- en oeververdediging Bekker, M.E., J. de Boer en J. de Jong, 1974. Kust- en Oeverwerken. Stam Technische Boeken, Culemborg, 99 pp. Rijkswaterstaat, 1976. Analyse Oosterschelde Alternatieven. Staatsdrukkerij- en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage, 10-26. U.S. Army Coastal Research Center, 1975. Shore Protection Manual. Department of the Army Corps of Engineers, 3 vols. ill. appendices. Voorbereidend onderzoek Anonymus, 1978. Foundation aspects of coastal structures. Delfts Soil Mechanics Laboratory. Anonymus, 1980. Hydrolic aspects of coastal structures. Delft University Press. Projectgroep Faseringen, 1978-1980. Interim nota's 1 t/m 3. Faseringen sluitingsmethoden Compartimenteringsdammen. RijkswaterstaatDeltadienst, 6-20. Afsluitingen in de praktijk Huis in 't Veld, J.C., 1982. Closing Tidal Basins. Lecture notes International Institute of Hydraulic Engineering, Delft, 17-69. Rijkswaterstaat, 1976. Stormvloedkering Oosterschelde. Eindrapport. Staatsdrukkerij- en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage, 20-38. Oosterschelde open of dicht? Maas, K. van der, 1978. Oosterschelde: van conflict tot compromis. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 83, 126-140. Rijkswaterstaat, 1981. 10 jaar Milieu en Inrichting. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 95, 231-296. Werkschepen van formaat Rijkswaterstaat, 1979. De verankering van werkschepen in de Oosterscheldemond. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 87, 352-355. Rijkswaterstaat, 1979. Het hefschip. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 89, 451-455. Rijkswaterstaat, 1979. Interactie van de pijlers van de stormvloedkering met de drempel en de ondergrond. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 87, 345-347. Rijkswaterstaat, 1980. De mattenlegponton "Cardium". Driemaandelijks Bericht Deltawerken 93, 130-132.
Ecologie Odum, E.P.. 1971. Fundamentals of ecology. Third edition. Saunders Comp., Philadelphia, 574 pp. Ringelberg, J., 1976. Inleiding tot de aquatische oecologie in het bijzonder van het zoete water. Bohn, Scheltema en Holkema, Utrecht, 240 pp. Van open naar dicht Rijkswaterstaat, 1968. De Waterhuishouding van Nederland. Staatsdrukkerij-en uitgeverijbedrijf.'s-Gravenhage, 181 pp. Golven, stromingen en sedimenten Cooke, R.U. and J.C. Doorenkamp, 1974. Geomorphology in environment al management. Clarendon Press, Oxford, 413 pp. Gornitz, V., S. Lebedeff and J. Hansen, 1982. Global sea level trend in the past century. Science 215, 1611-1614. King, C.A.M., 1972. Beaches and coasts. Arnold, London, 570 pp. Klomp, R. en R. Peelen, 1973. Natuurlijke en kunstmatige destratificatie in de putten bij Scharendijke en den Osse. Rapport RWS-DDMI, DIHO, 73-07, 63 pp. Kooistra, M.J., 1978. Soil development in recent marine sediments of the intertidal zone in the Oosterschelde - The Netherlands. A soil micromorphological approach. Soil Survey Paper no. 14. Netherlands Soil Survey Institute, Wageningen, 183 pp. Ranwell, D.S., 1972. Ecology of salt marshes andsand dunes. Chapman and Hall, London, 258 pp. Rijkswaterstaat, 1976. De ecologische gevolgen van de stormvloedkering op het Oosterschelde-bekken. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 76,324-331. Rijkswaterstaat, 1976. Vijf jaar Milieu onderzoek in het Deltagebied. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 75, 228-232. Rijkswaterstaat, 1980. Herstel van het contact tussen het Grevelingenmeer en de Noordzee. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 92, 92-97. Rijkswaterstaat, 1981. 10 Jaar Milieu en Inrichting. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 95, 231-293. Terwindt, J.H.J., 1977. Milieu onderzoek in het Deltagebied. Natuur en Techniek 45,3, 146-165. Bodemprocessen Doetsch, R.N. en T.M. Cook, 1973. Introduction to bacteria and their ecobiology. Med. and Techn. Publ. Co. Ltd., Lancaster. 371 pp. Fenchel, T. en T.H. Blackburn, 1979. Bacteria and mineral cycling. Acad. Press, London, 225 pp. Förstner, U. en Wittmann, G.T.W., 1981. Metalpollutionin the Aquatic Environment. 2nd Edition. Springer Verlag, Berlin etc, 486 pp. Kooistra, M.J., 1981. Interpretation and classiftcation of features produced by pelecypods (mollusca) in marine intertidal deposits in the Netherlands. Geoderma 26, 83-94. Rheinheimer, G. (ed.), 1977. Microbial ecology of a brackish water environment. Springer Verlag, Heidelberg, 291 pp. Rijkswaterstaat, 1976. Geochemisch Onderzoek. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 75, 290-295.
499
LITERATUUR
Rijkswaterstaat, 1980. Zware metalen in het Deltagebied. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 94, 209-217. Salomons, W. en W.D. Eysink, 1981. Pathways of'mud andparticulate metals from rivers to the Southern North Sea. In: S.D. Nio, R.T.E. Schüttenhelm and T.C.E. van Weering. Holocene Marine sedimentation in the North Sea Basin. Blackwell Scientific Publishers, Oxford, etc. 429-450. Vosjan, J.H., 1979. Microbiologische afbraak in de Wadbodem. Natuur en Techniek 47, 4, 232-247.
FLORA EN FAUNA Leven in en op de bodem Nienhuis, P.H., 1970. The benthic algal communities of flats and salt marshes in the Grevelingen, a sea-arm in the South-Western Netherlands. Neth. J. Sea Res. 5, 1, 20-49. Nienhuis, P.H., 1975. Biosystematics and ecology of Rhizoclonium riparium (Roth) Harv. (Chlorophyceae: Cladophorales) in the estuarine area of the rivers Rhine, Meuse and Scheldt. Proefschrift Rijks Univ., Groningen. Bronder, Rotterdam, 240 pp. Nienhuis, P.H., 1980. The eelgrass (Zostera marina L.) subsystem in brackish Lake Grevelingen: production and decomposition of organic matter. Ophelia Suppl. 1, 113-116. Nienhuis, P.H. en B.H.H, de Bree, 1980. Production and growth dynamics of eelgrass (Zostera marina) in brackish lake Grevelingen (The Netherlands). Neth. J. Sea Res. 14, I, 102-118. Wolff, W.J.. 1973. The estuary as a habitat. Zool. Verh. 126, Rijksmus. Nat. Hist., Leiden, tevens Proefschrift Rijks Univ., Leiden, 242 pp. Wolff, W.J., en J. Post, 1979. Oosterschelde, het leven in en om het water. Sijthoff, Alphen aan de Rijn, etc, 206 pp. Wolff. W.J., A.J.J. Sandee en L. de Wolf. 1977. The development of a benthic ecosystem. Hydrobiologia 52, 107-115. De grens van land en water Beeftink, W.G., 1965. De zoutvegetatie van Z.W. Nederland beschouwd in Europees verband. Med. Landb. Hogeschool, Wageningen 65, tevens proefschrift Landb. Hogeschool, Wageningen, 167 pp. Beeftink, W.G., 1973. Ecologie en vegetatie met betrekking tot het Deltaplan. In: H. Gijssels (red.). De Gouden Delta I, Natuur- en Landschapsbescherming in de Lage Landen. Pudoc, Wageningen, 81-109. Beeftink, W.G.. 1975. The ecological significance of embankment and drainage with respect to the vegetation of the South- West Netherlands. J. Ecol. 63, 423-458. Beeftink. W.G., 1977. Salt marshes. In: R.S.K. Barnes (red.). The Coastline. Wiley, London, 93-121. Beeftink. W.G., 1977. The coastal salt marshes of Western and Northern Europe: An ecological and phytosociological approach. In: V.J. Chapman (red.). Wet coastal ecosystems, Elsevier, Amsterdam. 109-155. Beeftink. W.G., 1979. The structure of salt-marsh communities in relalion to environmental disturbances. In: R.L. Jefferies en A J . Davy (red.). Ecological Processes in Coastal Environments. Blackwell. Oxford, 77-93. Beeftink, W.G., 1980. Veranderingen in de vegetatie in relatie tot milieudynamiek. Contactbl. Oecol. 15, 2/3, 59-77. Beeftink, W.G., M.C. Daane en W. de Munck, 1971. Tien jaar botanisch-oecologische verkenningen langs het Veerse Meer. Natuur en Landschap 25, 2, 50-65. Bilio, M., 1966. Charakteristische Unterschiede in der Besiedlung finnischer, deutscher und hollandischer Küstensalzwiesen durch Turbellarien. Veröff. Inst. Meeresforsch. Bremerh. Sonderband II, 305-318.
500
Bogaards, R.H., J.W. Francke, R.H.D. Lambeck en C.H. BorghoutsBiersteker, 1980. De afsluiting van de Grevelingen en de gevolgen voor de aan het harde substraat gebonden macrofauna. De Levende Nat. 82,3, 109-118. Bogaards, R.H., R.H.D. Lambeck, A.J.J. Sandee en P. de Koeyer, 1981. De makrofauna van het harde substraat in de Grevelingen, zeven jaar na de afsluiting (1978). De Levende Nat. 83, 2, 49-60. Fortuin, A.W.. L. de Wolf en C.H. Borghouts-Biersteker, 1981. The population structure of Assiminea grayana Fleming 1828 (Gastropoda, Assimineidae) in the South-West Netherlands, Basteria 45, 73-78. Green, J., 1968. The biology of estuarine animals. Sidgwick and Jackson, London, 401 pp. Heerebout, G.R., 1970, A classification system for isolated brackish inland waters, based on median chlorinity and chlorinitv fluctuation. Neth. J. Sea Res. 4, 4, 494-503. Koutstaal, B.P. en H.J.M. Sipman, 1977. De Korstmossen van de Middelplaten. De Levende Nat. 80, 248-260. Newell, R.C., 1970. Biology of intertidalanimals. Logos Press, London, 555 pp. Nienhuis, P.H., 1973. Salt marsh and beach plain as a habitat for benthic algae. Hydrobiol. Buil. 7, 15-24. Nienhuis, P.H., 1978. Dynamics of benthic algal vegetation and environment in Dutch estuarine salt marshes, studied by means of permanent quadrats. Vegetatio 38, 2, 103-112. Nienhuis, P.H., 1980. The epilithic algal vegetation of the S. W. Netherlands. Nova Hedwigia 33, 1-94. Nienhuis, P.H., 1982. De oeco/ogische consequenties van de Deltawerken. In: W.J. Wolff e.a. (red.) Wadden, Duinen, Delta. Biol. Raad Reeks. Pudoc, Wageningen, 101-132. Noordwijk-Puijk, K. van, W.G. Beeftink en P. Hogeweg, 1979. Vegetation development on salt-marsh flats after disappearance of the tidal factor. Vegetatio 39, 1, 1-13. Pugh, G.J.F, en W.G. Beeftink, 1980. Fungi in Coastal and Inland Salt Marshes. Bot. Mar. 23, 651-656. Smies, M. en A.H.L. Huiskes, 1981. Holland's Eastern Scheldt estuary barrier scheme: Some ecological considerations. Ambio 10, 158-165. Stoffen in water en sediment Bannink, B.A., 1979. The relation between water quality and water quantity in the changing delta area of South West Netherlands. Versl. Med. Comm. Hydrol. Onderz. TNO 25, 3, 83-95. Peelen, R., 1967. Isohalines in the Delta area of the rivers Rhine, Meuse and Scheldt. Neth. J. Sea Res. 3, 4, 575-597. Peelen. R., 1970. Changes in salinity in the Delta area of the rivers Rhine and Meuse resulting from the construction of a number of enclosing dams. Neth. J. Sea Res. 5, 1, 1-19. Peelen, R„ 1974. Data on temperature, oxygen, sediment and transparancy of the water in the Northern part of the Delta area of the Netherlands between 1961 and 1972. Hydrobiologia 45, 1. 115-134. Plankton Bakker, C , 1967. Veranderingen in milieu en plankton van het Oosterscheldegebied. Vakbl. Biol. 47, 181-192. Bakker, C , 1972. Milieu en plankton van het Veerse Meer, een tien jaar oud brakwater meer in Zuidwest Nederland. Meded. Hydrobiol. Ver. 6, 15-38. Bakker. C , 1978. Some reflections about the structure ofthepelagic zone of the brackish Lake Grevelingen (S.W.-Netherlands). Hydrobiol, Buil. 12, 2, 67-84. Bakker, C , 1981. De hydromeduse Gonionemus vertens A. Agassiz, de kruiskwal, in de zeegrasvelden van het Grevelingenmeer. Natura 78, 2-16.
LITERATUUR
Bakker, C. en N. de Pauw. 1975. Comparison ofplankton assemblages of identical salinity ranges in estuarine tidal and stagnant environments. II. Zooplankton. Neth. J. Sea Res. 9. 2, 145-165. Bakker, C. en W.J. Phaff. 1976. Tintinnida from coastal waters of the S. W. - Netherlands I. The genus Tintinnopsis Stein. Hydrobiologia 50,2. 101-111. Bakker, C. en F. Vegter, 1978. General tendencies of phyto- and zooplankton development in two closed estuaries (Lake Veere and Lake Grevelingen) in relation to an open estuarv (Eastern Scheldt) S. W. Netherlands. Hydrobiol. Buil. 12, 226-245^ Kappers, F.L. P. Leeuwangh, M. Dekker en W. Koerselman. 1981. Investigation of the presence of toxins produced by Cvanobacteria (blue-green algae) in the Netherlands. Sci. total Environ. 18, 359-361. Liere. E. van en L.R. Mur. 1980. Experimentele ecologie. Natuur en Techniek 48, 3,200-219. Pauw, N. de, 1974. Bijdrage tot de kennis van milieu en plankton in het Westerschelde estuarium, deel I, Il en III. Proefschrift. Rijksuniversiteit, Gent, 1.380 pp. Peelen, R., 1965. Massale ontwikkeling van Coscinodiscus concinnus W. Smith in 1964. Het Zeepaard 25, 7, 113-115. Peelen, R., 1974. Changes in the plankton of the estuarine area of the tlaringvliet-Hollands Diep-Biesbosch in the S. W. Netherlands caused by the dams through Volkerak and Haringvliet. Hydrobiol. Buil. 8, 1/2, 190-200. Peelen, R., 1975. Changes in the composition of the plankton of the rivers Rhine and Meuse in the Netherlands during the last fifty-five vears. Verh. Internat. Verein. Limnol. 19, 1997-2009. Redeke, H.C., 1902. Overzicht over de samenstelling van het plankton der Oosterschelde. In: P.P.C. Hoek. Rapport over de oorzaken van de achteruitgang in hoedanigheid van de Zeeuwsche oester. Bijlage C. Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. 's-Gravenhage. 115-145. De vissen van de Deltawateren Haaften, J.L. van, 1974. Zeehonden langs de Nederlandse kust. Wetensch. meded. K.N.N.V. 101, 1-36. Nijssen, H.E.P. en P. de Koever, 1977. The first record of Trachinotus ovatus (Linnaeus 1758) in the coastal water of the Netherlands (Pisces. Perciformes, Carangidae). Buil. Zool. Mus. Univ. Amsterdam 6, 7, 49-52. Vaas. K.F., 1968. De visfauna van het estuariumgehied van Rijn en Maas. Biol. Jb. Dodonaea 36, 115-128. Vaas. K.F., 1970. Studies on thefish fauna of the newlv created lake near Veere with special emphasis on the plaice (Pleuronectes platessa) Neth. J. Sea Res. 5, 1.50-95. Vaas, K.F.. A.G. Vlasblom en P. de Koeyer, 1975. Studies on the black gobv (Gobius niger. Gobiidae, Pisces) in the Veerse Meer S. W.-Netherlands. Neth. J. Sea Res. 9. 1. 56-68. Veen, J.F. de. R. Boddeke en K.H. Postuma. 1979. Tien jaar Kinderkameropnames in Nederland. I. Het Zeeuwse estuarium. Visserij 32, 3-23. Vogelleven in de Delta Saeijs, H.L.F, en H.J.M. Baptist. 1977. Watervogels in de veranderende delta van Zuidwest Nederland. Limosa 50, 89-113. Saeijs, H.L.F, en HJ.M. Baptist. 1978. Steltlopers in het Deltagebied. Limosa 51, 52-63. Wolff, W.J.. 1967. Wadvogeltellingen in het gehele Nederlandse Deltagebied. Limosa 40, 216-255. Wolff, W.J., 1969. Distribution of non-breeding waders in an estuarine area in relation to the distribution of their jood organisms. Ardea 57, 1-28.
Wolff, W.J.. 1973. Resultaat van vijf jaar steltlopertellingen op Schouwen. Limosa 46, 21-41. Wolff, W.J.. A.M.M, van Haperen. A.J.J. Sandee. H.J.M. Baptist en H.L.F. Saeijs, 1976. The trophic role of birds in the Grevelingen estuarv, the Netherlands, as compared to their role in the saline Lake Grevelingen. In: G. Persoone and E. Jaspers (red.). Proc. Wth Eur. Symp. on Mar. Biol., Oostende, 2, 673-689. Zwarts, L., 1974. Vogels van het brakke getijgebied. Bondsuitgeverij van Jeugdbonden, Amsterdam. 212 pp.
HET OPTREDEN VAN DE MENS Schelpdiercultuur en visserij Anonymus, 1913. De betekenis van Groot Brittannië, België en Frankrijk als afzetgebied voor Nederlandse garnalen. Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel, II e.a. Beaujon, A., 1885. Overzicht der geschiedenis van de Nederlandse zeevisserijen. Brill, Leiden, 170-174. Boddeke, R. en E.J. de Boer, 1968. Garnalenzeven en garnalen zeven. Visserij 2/, 2, 57-71. Boddeke, R. en A. Verbaan, 1976. Het mechanisch transport voor de spoelsorteermachine. Visserij 29, 6, 386-396. Buizer, D.A.G., 1980. De laatste weervisserij in de Oosterschelde. Natura 77,6,231-235. Drinkwaard, A.C., 1979. Musselfarming (in the Netherlands) is what it is! Quarterly Newsletter European Mariculture Society 12, 74-92. Drinkwaard, A.C., 1981. Lines of thinking and working in the Dutch cockle fishery. Proc. 12th Annual Shellfish Conf. (19th and 20th Mav 1981), The Shellfish Assoc. of Great Britain, London, 12, 11-22. Drinkwaard, A.C.. 1981. Oyster nursery practices in the Netherlands. Model and limiting conditions for a large scale hydro-gravity-fed oyster nursery. In: European Mariculture Society. Special Publ. Nursery culturing of Bivatve Molluscs. Workshop on Nursery Culturing of Bivalve Molluscs, Ghent, 22-26 Feb. 1981,93-116. Dijkema, R. en J.W. de Wilde, 1980. Mogelijkheden voor de commerciële kweek van zeevis in Nederland. Staatsdrukkerij- en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage, 150 pp. Rijkswaterstaat, 1981. Bodemfluctuaties in de Oosterschelde. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 96, 305-308. Rijkswaterstaat, 1981. Inrichting en beheer van het Oosterscheldegebied. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 95, 248-253. Ysseldijk, W.E.P. van. 1973. 1000 Jaar Yerseke. Gem. Reimerswaal, Kruiningen, 641 pp. Recreatie in het Deltagebied Boddeke. R.. 1978. Vissen en vissen. 3e druk. Elsevier. A'dam. 235 pp. C.B.S., 1975. Onderzoek naar vakanties en uitgaan. Staatsdrukkerij- en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage, 88 pp. Dam, J.H., 1953. Het jachlbedrijf in Nederland en West Europa. Thieme, Zutphen, 448 pp. De Nederlandse Jager, 1895 e.v. Officieel Orgaan der Kon. Ned. Jagersvereniging, Amersfoort. Jurgens, A.H.M., 1975. Kennis en praktijk van de jacht op klein wild en waterwild. Elsevier. Amsterdam, 224 pp. Ministerie van C.R.M.. 1981. Studierapport behoefte raming op het gebied van de openluchtrecreatie. Staatsdrukkerij- en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage, 225 pp. Pinkers, M., 1977. De ontwikkeling van de recreatie in het Grevelingenmeer. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 80, 523-532. Steinmetz, B., 1973. Visserijkundig onderzoek in de Grevelingen. Visserij 26,3, 123-138.
501
LITERATUUR
Steinmetz, B., 1975. De Grevelingen zoet of zout voor de vissen? Visserij 28, 1, 15-37. Werkgroep Herziening Inrichtingsschets Grevelingenbekken, 1975. Nieuwe Inrichtingsschets Grevelingenbekken. Rijksdienst IJsselmeerpolders, Lelystad, 199 pp. Malaria en muggenplagen Berdenis van Berlekom, J.J.. 1900. Malaria in Zeeland. Ned. Tijdschr. Geneesk. /, 8, 378. Doeleman, H. en P.H. van Thiel, 1944-1946. Verslag malaria en haar bestrijding te Middelburg in 1942-'43 en 1944-'45. Versl. Med. Volksgez. h. 1944/45, 383 en 1946, 1. Parma, S., 1972. Muggenplagen op en om het Zeeuwse Meer, een prognose. Vakbl. Biol. 52, 7, 134-140. Seventer, H.A. van, 1969. The disappearance of malaria in The Netherlands. Proefschrift Univ. Amsterdam, 86 pp. Thijsse, Jac. P„ 1924. Van Muggen en Malaria. Oosterbaan en Le Cointre, Goes. 84 pp. Tooren, G. v.d., 1939. Voorlopig verslag van de Commissie inzake de Muggenplaag om het Usselmeer. Alg. Landsdrukkerij, 'sGravenhage, 24 pp.
BEHEER EN TOEKOMST Burton, J.D. en P.S. Liss, 1976. Estuarine Chemistry. Acad. Press. London, 229 pp. Duursma, E.K., 1972. Geochemical aspects and applications of radio nuclides in the sea. Oceanogr. Mar. Biol. Ann. Rev., 10, 137-223. Gerlach, S.A., 1976. Meeresverschmutzung. Springer-Verlag, Berlin, 145 pp. Nienhuis. P.H., 1978. An ecosystem study in Lake Grevelingen, aformer estuary in the S. W. Netherlands. Kieler Meeresforsch. Sonderheft 4, 247-255. Nienhuis, P.H., 1978. De Grevelingen, een afgesloten zeearm. Een overzicht van 10 jaar aquatisch oecologisch onderzoek. DIHO Rapp. en Versl. 1978-3, 85 pp.
502
Pentreath, R.J., 1980. Nuclear Power, Man and the Environment. The Wykeham Sc. Ser., Taylor and Francis Ltd., London, 255 pp. Perkins, E.J., 1974. The biology of Estuaries and Coastal Waters. Acad. Press, London, etc, 678 pp. Roos, A. en A. Langerek, 1981. Getijstudies voor de stormvloedkering in de Oosterschelde. TELEAC-cursus wiskundige modellen. Stichting TELEAC, Utrecht, 205-222. Rijkswaterstaat, 1978. Milieu-aspecten van de partiële dijkverhoging langs de Oosterschelde. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 84, 190-200. Rijkswaterstaat, 1979. De Morfologie van de Oosterschelde. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 88, 407-409. Rijkswaterstaat, 1980. Het toekomstige beheer van de stormvloedkering in de Oosterschelde. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 92, 103-108. Rijkswaterstaat, 1980. Prognose van de bodemligging in de omgeving van de Oosterscheldekering tijdens de bouw. Driemaandelijks Bericht Deltawerkend, 180-183. Rijkswaterstaat, 1981. Het beheer van de Oosterscheldekering. Driemaandelijks Bericht Deltawerken 95, 262-271. Saeijs, H.L.F., 1982. Changing estuaries. Proefschrift Rijks Univers. Leiden, 412 pp. Schipper. P.G., 1982. Kooldioxide in de armosfeer, probleem of niet? Chemisch Magazine, Bijl. Chemisch Weekblad 18, 301-304. Voogt, J. en A. Roos, 1980. Effects on tidal regime. Developments in Hydraulic Engineering. Part 1. Delft University Press, 37-57.
EPILOOG Dobben, W.H. van en R.H. Lowe-Mc Connell (red.). 1974. Unifying Concepts in Ecology. Junk, 's-Gravenhage, 302 pp. Rijkswaterstaat/Rand Corporation 1976. Analyse Oosterschelde alternatieven. 'Witte Nota', Rijkswaterstaat, 158 pp.
BRONVERMELDING
BRONVERMELDING
Alle foto's in dit boek zijn van René Kleingeld. Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek te Yerseke, tenzij anders vermeld. De weerspreukvignetten zijn van Christian Jégou, Parijs. De geomorfologische kaarten op pag. 196-201 zijn van M. J. Kooistra, Bennekom. Het origineel van de losse kaart 'Zelandiae Descriptio' bevindt zich in het Nationaal Scheepvaartmuseum te Antwerpen. De tekeningen en tabellen werden uitgevoerd door Mark Verreijt en Wilma Keulens-van den Heuvel, studio Natuur en Techniek. pag. 8. ANP-foto, Amsterdam
GESCHIEDENIS pag. 14. Rijksmuseum van Oudheden, Leiden; 1. Wim Riemens, Middelburg; 4-5. Rijks Geologische Dienst. Heerlen; 6-8. Christian Jégou, Parijs; 9. Oxford Scientific Films Ltd., Oxford; 10. Christian Jégou, Parijs; 16-20. R. Horreüs de Haas, Groningen; 21-26. Koninklijk Zeeuws Genootschap voor Wetenschappen, Middelburg, foto René Kleingeld; 29. Universiteits-Bibliotheek van Amsterdam; 30. Slagboom en Peeters. Teuge; 32-33. 'Zeelandia lllustrata'. Provinciaal Archiefvan Zeeland. Middelburg, foto René Kleingeld; 34. Theo Kampa, Bloemendaal: 35. Provinciale Bibliotheek. Middelburg, foto Wim Helm; 36. Rijksmuseum, Amsterdam; 37. Albert I Museum. Brussel: 38. Nationaal Scheepvaart Museum, Antwerpen; 39. Aerophoto Schiphol bv. Schiphol: 40. 'Zeelandia lllustrata', Zeeuws Genootschap voor Wetenschappen, Middelburg, foto René Kleingeld; 55. Wim Riemens. Middelburg; 57. Noorder Dierenpark. Emmen; 67. Frits van Daalen. Haarlem; 70. R. Horreüs de Haas, Groningen: 78. Slagboom en Peeters. Teuge; 79. Cees van der Meulen, Heemstede; 80. Aart Klein. Amsterdam; 81-82. Aerocamera — Bart Hofmeester bv, Rotterdam: 83. ANP-foto. Amsterdam; 84-86. KNMI, De Bilt: 87-90. Aerocamera — Bart Hofmeester bv. Rotterdam.
HET DELTAPLAN pag. 90. Wim Riemens. Middelburg: 1. Wim Riemens. Middelburg; 8. Astado. Zeist; 18. H. Speekenbrink. Delft; 20. Nederlands Waterloopkundig Laboratorium De Voorst, Emmeloord, foto René Kleingeld: 22-24. Nederlands Waterloopkundig Laboratorium De Voorst, Emmeloord; 27. Deltadienst. Zierikzee, foto Bart Hofmeester; 28. Laboratorium voor Grondmechanica, Delft, foto René Kleingeld; 29. Nederlands Waterloopkundig Laboratorium De Voorst, Emmeloord: 33. G. A. Ysseling, Laboratorium voor Grondmechanica, Delft; 34-35. Laboratorium voor Grondmechanica. Delft: 36. Aerocamera — Bart Hofmeester bv. Rotterdam; 37. Anefo, Amsterdam; 38. Deltadienst. Zierikzee; 40-41. Aerocamera — Bart Hofmeester bv, Rotterdam; 42. Deltaphot. Middelburg: 43. King Air Foto, Bosschenhoofd; 44. Aerocamera — Bart Hofmeester bv. Rotterdam; 45. Aerophoto Schiphol bv. Schiphol: 46. Aerocamera — Bart Hofmeester bv, Rotterdam: 51. Hans
Martens, Den Haag; 52. Wim Riemens. Middelburg; 53-54. Koninklijke Bos Kalis Westminster. Papendrecht; 55. IHC Holland, Papendrecht; 56. Jack van Bodegom, Spijkenisse; 58. King Air Foto, Bosschenhoofd; 61. Deltadienst, Zierikzee.
ECOLOGIE EN MILIEU pag. 156. Wim Riemens, Middelburg; 6. R. H. D. Lambeck, Kapelle; 7. Jan van de Kam, Griendsveen; 9. Jan van de Kam, Griendsveen; 10. Wim Riemens, Middelburg; 11. Deltaphot, Middelburg; 14. 'Zeelandia lllustrata'. Koninklijk Zeeuws Genootschap voor Wetenschappen, Middelburg, foto René Kleingeld; 20. Wim Riemens, Middelburg; 22. Christian Jégou. Parijs; 31-32. J. H. J. Terwindt, Utrecht; 45. Rijkswaterstaat, Den Haag; 49. H. Hobbelink en R. P. D. Aggenbach, NIOZ, Texel; 51. Jan van de Kam, Griendsveen; 53. Deltadienst, Zierikzee; 57. Aerocamera — Bart Hofmeester bv. Rotterdam.
FLORA EN FAUNA pag. 216. Wim Riemens, Middelburg; 12. Jankees Post. Hoog Keppel; 15. Jane Burton. Bruce Coleman Ltd., Uxbridge; 20. R. H. D. Lambeck, Kapelle; 26. C. Noome, Waarde; 28. Jankees Post. Hoog Keppel; 29. H. L. Knook. Duikgenootschap Nederland; 31. A. J. J. Sandee. Yerseke; 33. R. H. D. Lambeck, Kapelle; 35. C. Noome, Waarde: 38. Christian Jégou, Parijs; 50. W. G. Beeftink, Middelburg; 52. W. G. Beeftink, Middelburg; 56. W. G. Beeftink, Middelburg; 58. W. G. Beeftink, Middelburg; 64-65. W. G. Beeftink, Middelburg; 66. Jane Burton, Bruce Coleman Ltd., Uxbridge; 67. W. G. Beeftink, Middelurg; 69-74. W. G. Beeftink, Middelburg; 76. Roger Wilinshurst, Bruce Coleman Ltd., Uxbridge; 77-82. W. G. Beeftink, Middelburg; 85. Aerocamera — Bart Hofmeester bv, Rotterdam; 95. A. Lobbezoo, Wolphaartsdijk; 99-100. R. Peelen, Kloetinge; 106. Jankees Post, Hoog Keppel; 125. R. Peelen, Kloetinge; 126. Stichting Reprorecht, Amsterdam: 143. R. Peelen. Kloetinge; 146. R. Peelen, Kloetinge, m.m.v. F.D.O., Amsterdam: 148. A. van den Nieuwenhuizen, Zevenaar; 152. Zoo Antwerpen, foto René Kleingeld; 154. S. E. van Wieren. Groningen; 156. A. van den Nieuwenhuizen. Zevenaar; 170. R. H. D. Lambeck, Kapelle; 171. Slagboom en Peeters, Teuge; 176. F. van Daalen, Haarlem; 180-182. J. Beyersbergen. Middelburg; 184. Slagboom en Peeters, Teuge; 187. R. H. D. Lambeck, Kapelle; 189-190. R. H. D. Lambeck, Kapelle; 191. J. Beyersbergen. Middelburg.
HET OPTREDEN VAN DE MENS pag. 360. Wim Riemens, Middelburg; 3. Nationaal Scheepvaartmuseum, Antwerpen; 4-5. A. C. Drinkwaard, Texel; 6. P. J. van Boven, Yerseke; 10. A. C. Drinkwaard, Texel; 12. Svend Tougaard. Esbjerg. Denemarken; 14-16. A. C. Drinkwaard, Texel; 18. Aerocamera — Bart Hofmeester bv, Rotterdam: 22-24. A. C. Drinkwaard, Texel; 28. Jane
503
BRONVERMELDING
Burton, Bruce Coleman Ltd., Uxbridge; 49. H. J. van der Kaav. Leiden; 50. J. P. Verhave. Nijmegen; 51. Provinciale Bibliotheek van Zeeland, Middelburg, foto les Lamain.
BEHEER EN TOEKOMST pag. 416. Wim Riemens, Middelburg; 1-3. Aerocamera — Bart Hofmeester bv. Rotterdam; 6. Deltaphot. Middelburg; 9. Deltadienst, Zierikzee; 13. D. J. de Jong. Middelburg; 14. P. J. van Boven, Yerseke; 15. Slagboom en Peeters, Teuge; 31. King Air Foto, Bosschenhoofd; 38. A. Lobbezoo. Wolphaartsdijk; 39. Deltaphot, Middelburg; 40. H.
504
L. Knook. Nederlands Duikgenootschap; 42. King Air Foto. Bosschenhoofd; 48. Slagboom en Peeters, Teuge.
EPILOOG pag. 468. Wim Riemens, Middelburg; 2. Wereld Natuur Fonds. Amsterdam; 8. Georg Gerster, Zumikon; 9. E. K. Duursma. Wemeldinge. foto René Kleingeld. De dichtregels in bijschrift 38 op pag. 241 zijn uit 'Calandpolder', een van Hans Warren's 'Verzamelde gedichten', uitgeverij Bert Bakker.
DE AUTEURS VAN HET DELTABOEK
DE AUTEURS VAN HET DELTABOEK
Drs. J. P. Al
Dr. R. Boddeke
Deltadienst Rijkswaterstaat. Onderafdeling Geochemie. Middelburg. Milieudeskundige. Hoofdstuk Ecologie en milieu Hoofdstuk Flora en fauna Hoofdstuk Beheer en toekomst
Rijksinstituut voor Visserij Onderzoek. Umuidcn. Dierecoloog, visserijbioloog. Hoofdstuk Het optreden van de mens
Drs. C. Bakker
R. H. Bogaards Delta Instituut voor Hvdrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Wetenschappelijk assistent in beschrijvende dierkunde van vissen en lagere organismen. Hoofdstuk Het optreden van de mens
Delta Instituut voor Hvdrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Plankton-ecoloog. Hoofdstuk Flora en fauna
Ir. B. A. Bannink Deltadienst Rijkswaterstaat. Onderafdeling Chemie. Middelburg. Waterkwaliteitsingenieur. Hoofdstuk Flora en fauna Hoofdstuk Beheer en toekomst
J. Bol Rijksinstituut voor Visserij Onderzoek. Yerseke. Wetenschappelijk assistent bij de schelpdiercultures. Hoofdstuk Het optreden van de mens
H. J. M. Baptist
Mevr. Drs. C. H. Borghouts-Biersteker
Deltadienst Rijkswaterstaat. Onderafdeling Biologie. Middelburg. Ornithologisch medewerker. Hoofdstuk Flora en fauna
Delta Instituut voor Hvdrobiologisch Onderzoek, Yerseke. Ecologe in beschrijvend onderzoek van lagere dieren op vast substraat. Hoofstuk Flora en fauna
Dr. Ir. W. G. Beeftink
P. J. van Boven Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek, Yerseke. Voormalig oesterkweker, thans beheerder van het Aquariumgebouw. Hoofdstuk Het optreden van de mens
Delta Instituut voor Hvdrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Ecoloog in vegetatie-onderzoek. Leider van de Werkgroep Schorren-ecosystemen. Hoofdstuk Geschiedenis Hoofdstuk Flora en fauna
505
DE A U T E U R S V A N H E T DELTABOEK.
Drs. W. F. G. Breekveldt
506
Deltadienst Rijkswaterstaat 's-Gravenhage. Redacteur Driemaandelijks Bericht Deltawerken. Neerlandicus. Hoofdstuk Het Deltaplan
Dr. E. K. Duursma Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek, Yerseke: Directeur. Samenvattingen Hoofdstuk Het optreden van de mens Hoofdstuk Beheer en toekomst Epiloog
Ir. W. P. A. Broeders
Drs. R. Dijkema
Deltadienst Rijkswaterstaat, 's-Gravenhage. Toegevoegd hoofd van de Hoofdafdeling Waterloopkunde. Hoofdstuk Het Deltaplan.
Rijksinstituut voor Visserij Onderzoek, Afdeling Schelpdier-onderzoek, Yerseke. Marien bioloog. Hoofdstuk Het optreden van de mens
Ing. C. Brouwer Directie van de Visserijen, Hoofdafdeling Sportvisserij en Beroepsbinnenvisserij. Nisse. Visserijkundig ambtenaar voor Zeeland. Hoofdstuk Het optreden van de mens
Fr. H. Engel
M. P. de Bruin
Drs. P. J. van der Feen
Provinciale Bibliotheek, Middelburg. Hoofd Documentatiecentrum Zeeuws Deltagebied. Historicus. Hoofdstuk Geschiedenis 'Zelandiae Descriptie)'
Oud-wetenschappelijk hoofdmedewerker van het Zoölogisch Museum van de Universiteit van Amsterdam. Hoofdstuk Geschiedenis
Drs. G. Doornbos Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Eco-etholoog, gespecialiseerd op vissen, vogels en zeezoogdieren. Hoofdstuk Flora en fauna
Ir. H. A. Ferguson
Drs. A. C. Drinkwaard
J.W. Francke
Rijksinstituut voor Visserij Onderzoek. IJmuiden. Hoofd van de afdeling Schelpdier-onderzoek. Dierecoloog. Hoofdstuk Het optreden van de mens
Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek, Yerseke. Wetenschappelijk assistent voor lagere dieren. Hoofdstuk Flora en fauna
Hoofd van de Deltadienst Rijkswaterstaat. 's-Gravenhage. Epiloog
Oud-hoofd van de Deltadienst Rijkswaterstaat, 's-Gravenhage. Hoofdstuk Geschiedenis Hoofdstuk Ecologie en milieu Hoofdstuk Beheer en toekomst
DE AUTEURS VAN HET DELTABOEK
Ir. G. H. S. Hofker Deltadienst Rijkswaterstaat. Afdeling Beleidsvoorbereiding. Middelburg. Hoofdstuk Het Deltaplan Hoofdstuk Beheer en toekomst
Ir. J. W. Klopper Destijds werkzaam bij de Deltadienst Rijkswaterstaat. Hoofdafdeling Bedrijfsbeheer, afdeling Beleidsvoorbereiding. 's-Gravenhage. Thans werkzaam bij de Rijksgebouwendienst. 's-Gravenhage. Hoofdstuk Het Deltaplan Epiloog
Ir. J. C. Huis in't Veld
Drs. L. H. M. Kohsiek
Deltadienst Rijkswaterstaat, Afdeling Waterbouwkundige werken. Burghsluis. Hoofdstuk Het Deltaplan
Deltadienst Rijkswaterstaat, Hoofdafdeling Waterloopkunde, 's-Gravenhage. Fysisch geograaf (proceskunde). Hoofdstuk Beheer en toekomst
F. Jansen
Mevr. Dr. M. J. Kooistra
Garnalenhandelaar te Brouwershaven. Zeer actiefin de natuurbescherming. Hoofdstuk Het optreden van de mens
Stichting voor Bodemkartering Wageningen. Fysisch geografe, bodemkundige. Hoofdstuk Ecologie en milieu
Mevr. Dr. S. Jelgersma
B. P. M. Krebs
Rijks Geologische Dienst. Haarlem. Geologe bij de Hoofdafdeling Kartering. Hoofdstuk Geschiedenis
Delta Instituut voor Hvdrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Wetenschappelijk assistent op het terrein van de aquatische entemofauna. Hoofdstuk Het optreden van de mens
Drs. I). J. de Jon}; Deltadienst Rijkswaterstaat Onderafdeling Biologie. Middelburg. Botanicus. Hoofdstuk Beheer en toekomst
N. H.terKuile
Mevr. Drs. F. I. Kappers Rijks Instituut voor Drinkwatervoorziening. Voorburg. Laboratorium voor Biologie, sectie hvdrobiologie. Hydrobiologe. Hoofdstuk Flora en fauna
Drs. R. H. D. Lambeck
Koninklijk Nederlands Watersport Verbond. Amsterdam. Secretaris toeristische watersport. Hoofdstuk Het optreden van de mens
Delta Instituut voor Hvdrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Zoöloog, gespecialiseerd in (grotere) mariene bodemdieren en vogels. Hoofdstuk Flora en fauna
507
DE A U T E U R S VAN H E T D E L T A B O E K
Drs. R. J. Leewis Deltadienst Rijkswaterstaat. Hoofd Onderafdeling Biologie. Speeialiteit: fauna en Hora van harde en zaehte substraten in het water. Hoofdstuk Flora en fauna
Ir. M..I.H.P. Pinkers
Drs. J. G. Th. Linssen Directeur International Association of Dredging Companies (IADC) en International Union of Suction Hopper Dredger Owners. 's-Gravenhage. Hoofdstuk Het Deltaplan
Ir.A. Roos Deltadienst Rijkswaterstaat, Hoofdafdeling Waterloopkunde. 's-Gravenhage. Civiel ingenieur. Hoofdstuk Beheer en toekomst
Drs. R. Misdorp
Dr. H. L. F. Saeys
Deltadienst Rijkswaterstaat. Onderafdeling Landschap. Middelburg. Fysisch geograaf. Hoofdstuk Ecologie en milieu
Hoofddirectie Rijkswaterstaat. Hoofd van de afdeling waterhuishouding. Ecoloog, beheersdeskundige. Hoofdstuk Beheer en toekomst
Dr. P.H. Nienhuis Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Leider van de Werkgroep Stofkringlopen en voedselketens. Aquatisch ecoloog. Hoofdstuk Ecologie en milieu Hoofdstuk Flora en fauna Hoofdstuk Beheer en toekomst
Dr. W. Salomons Waterloopkundig laboratorium. Vestiging Haren (Groningen). Geochemicus. gespecialiseerd in zware metalen. Hoofdstuk Ecologie en milieu
Dr. N. de Pauw
Dr. A. B. J. Sepers Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek, Yerseke. Leider van de Brakwaterwerkgroep.
Rijks Universiteit Gent. Laboratorium voor biologisch onderzoek van waterverontreiniging. Hydrobioloog. Hoofdstuk Flora en fauna
508
Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Wetenschappelijke afdeling Landinrichting. Lelystad. Landbouwingenieur met specialisatie landinrichting. Hoofdstuk Het optreden van de mens
Microbioloog.
Hoofdstuk Ecologie en milieu Hoofdstuk Flora en fauna
Drs. R. Peelen
Ir. H. Speekenbrink
Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Hydrograaf- hydrobioloog. Hoofdstuk Ecologie en milieu Hoofdstuk Flora en fauna.
Deltadienst Rijkswaterstaat, Afdeling Kustonderzoek. Civiel ingenieur. Thans werkzaam bij Shell Internationale Petroleum Maatschappij te 's-Gravenhage. Hoofdstuk Het Deltaplan
DE AUTEURS VAN HET DELTABOEK
jiÊttÊÊÊËÈ
Prof. Dr. J. H. J. Terwindt
J. F. de Veen t
Rijks Universiteit Utrecht. Hoogleraar in de fvsische geografie. Hoofdstuk Ecologie en milieu
Rijksinstituut voor Visserij Onderzoek. IJmuiden. Visserijbioloog, gespecialiseerd op platvis. Hoofdstuk Flora en fauna
Ir. J. A. Trimpe-Burger Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Amersfoort. Provinciaal archeoloog voor Zeeland. Hoofdstuk Geschiedenis.
Drs. F. Vegter Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Chemicus, specialist in produktie-onderzoek van fytoplankton. Hoofdstuk Flora en fauna
Dr. K. F. Vaas f
Drs. J. Visser
Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Oud-directeur. hydrobioloog, ecoloog. Hoofdstuk Ecologie en milieu Hoofdstuk Flora en fauna
Deltadienst Rijkswaterstaat, Onderafdeling landschap. Fysisch geograaf. Hoofdstuk Geschiedenis Hoofdstuk Ecologie en milieu
Drs. R. H. W. van Vechgel
Dr. W. J. Wolff
Destijds werkzaam bij de Deltadienst Rijkswaterstaat, Thans Consultant for the project integrated sea transport studv te Djakarta. Fysisch geograaf. Hoofdstuk Ecologie en milieu
Rijksinstituut voor Natuurbeheer. Texel. Destijds verbonden aan het Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek, Yerseke. Zoo-ecoloog. Hoofdstuk Geschiedenis Hoofdstuk Flora en fauna
De vermelding van een hoofdstuk bij een auteur duidt op zijn of haar bijdrage hieraan, niet op het hoofdstuk als geheel.
Er zij op gewezen dat de in dit boek weergegeven beschouwingen uitsluitend voor rekening blijven van de auteurs en derhalve niet noodzakelijkerwijs de mening van de diensten waarbij zij werkzaam zijn weerspiegelen.
'muf Jfl
509
DE M A K E R S VAN H E T D E L T A B O E K
DE MAKERS VAN HET DELTABOEK
Drs. ,1. P. Al Deltadienst Rijkswaterstaat, Onderafdeling Geochemie, Middelburg. Redactiemedewerker.
H. W. A. Beurskens Natuur en Techniek. Maastricht. Lay-out en grafische vormgeving.
Dr. E. K. Duursma Directeur Delta Instituut voor Hvdrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Voorzitter van de Redactiecommissie, Projectleiding en eindredactie.
Mevrouw M. A. Bosch Freelance journaliste. Groote Keeten. Callantsoog. Bewerking Nederlandse teksten en bijschriften.
Ir. H. Engel
Mevr. S. Brik-Bruijnooge
Drs. J. A. Jasperse Natuur en Techniek, Maastricht. Redactiemedewerker.
Delta Instituut voor Hvdrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Secretaresse van de redactie.
Dr. A. Crirchley. Ph. D. Gastonderzoeker bij het Delta Instituut voor Hvdrobiologisch Onderzoek, Yerseke. Ecoloog voor mariene algologie. Correctie van de Engelse bijlage.
510
Lic. P. Van Dooren Natuur en Techniek. Maastricht. Illustratieredactie en bijschrit'tvoorbereiding.
Hoofd van de Deltadienst Rijkswaterstaat 's-Gravenhage. Lid van de Redactiecommissie. Projectbegeleiding en redactie.
Chr. Jégou Parijs. Art-work: reconstructies van geologische perioden. weerspreukvignetten.
DE M A K E R S VAN H E T D E L T A B O E K
Dr. T. A. H. de Jon;.
A. S. C. Lobbezoo
Bioloog te Benthuizen. Projectvoorbereiding en redactiebegcleiding.
Delta Instituut voor Hvdrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Fotograaf. Medewerker voor de foto-illustraties.
Mevr. W. Keulers-van den Heuvel Natuur en Techniek, Maastricht. Lay-out en art-work.
Ing. Th. J. M. Martens
R. H. G. Kleingeld
Drs. R. Peelen Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek, Yerseke. Redactie-secretaris.
y^yf
r"* "* VB
Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek, Yerseke. Fotograaf. Verzorgde voor het merendeel de foto-illustraties.
Hoofdredacteur Natuur en Techniek. Maastricht. Lid van de Redactiecommissie, Projectleiding en uitvoering.
I 'A .
Drs. L. A. de Kok Natuur en Techniek. Maastricht. Eindredactie en produktiebegeleiding.
Drs. M. Smies Shell Internationale Research Maatschappij. 's-Gravenhage. Engelse vertaling.
Mevr. M. J. van Leerdam-de Dreu
M. Verreijt
Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek. Yerseke. Secretaresse van de redactie.
Natuur en Techniek. Maastricht. Illustraties.
511
NEDERLANDSE De Nederlandse delta : een compromis tussen milieu en techniek in de strijd tegen het water : een jubileumuitgave / van Natuur en Techniek ; het Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek ; de Deltadienst van Rijkswaterstaat ; [onder auspiciën van de Koninklijke Nederlandsche Academie van Wetenschappen]. - Maastricht : Natuur en Techniek, 1982. - 511 p. : foto's, graf., krt., fig. ; 31 cm lit.opg. - losse bijl.: De Zealandiae Descriptio : het panorama van Walcheren uit 1550. - ISBN 90-70157-25-X Sign.: Zll-bl
V&W
1 Nederlandse... 2 Natuur. ke... 627.5 (492.91-31
2 Delta... 4 Deltadienst 5 Koninklij-
T00655
QE Tbnae.
0
ianrtcma(, j?/^ -O,
if
ir
ga«—mig^^
• •
,I£pexie
^
•
'
•
-•v
r E i* .v ^ / D I J
*y£ I
«Sn»
?«yfc •
:,\0
-r'c/t/b ir:
jWaalft OES
«t
'
•Sf-ijMaarQfh
?/e/i £h f
jl&k»6»f«. MBEKTJOOK 5ün
N«a
^
a«j" SaAerHtógf^