Verkiezingsprogramma Staatkundig Gereformeerde Partij Gemeente Zaltbommel 2006 – 2010
SGP: Vertrouwd en Veilig Het is bijna weer zover. De gemeenteraadsverkiezingen 2006. De verschillende politieke partijen zijn druk bezig met de voorbereidingen. Een spannende tijd breekt aan. Welke partij zal de meeste zetels halen? Wie krijgt straks de grootste stem in de gemeenteraad? De SGP? Wíj denken het meest vertrouwde en veilige programma te hebben! We zijn er van overtuigd dat onze uitgangspunten de gemeente het meest te zeggen hebben. Het verkiezingsprogramma van de SGP is eigenlijk met één zin samen te vatten: “Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen” (Prediker 12:13). Dat is de weg tot welzijn van onze gemeente die ons is aangewezen in de Bijbel. Dat geldt niet alleen voor de SGP, maar voor alle mensen, ook voor onze gehele gemeente Zaltbommel. Luther getuigde: “Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken”. Laten we daarom de waarschuwende, maar ook de bemoedigende woorden ter harte nemen die we vinden in Psalm 32:5 (berijmd): “Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen; maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen, ziet zich omringd met Zijn weldadigheên.” Daarom de oproep: laat ons terugkeren naar Gods Woord en Wet. Alleen dan is er zegen te verwachten in onze gemeente, in onze gezinnen en in alle verbanden van onze samenleving. Vanuit dit perspectief wil de SGP politiek bedrijven. Hoe dat concreet ingevuld wordt kunt u lezen in dit verkiezingsprogramma. We hopen dat u na het lezen van het programma een helder beeld heeft van datgene wat de SGP wil. Als u meer uitleg wilt of als u wat wil vragen dan kunt u onze fractieleden altijd benaderen. Ook ontmoeten we u graag tijdens de campagne. De SGP staat voor ‘Vertrouwd en Veilig’. Uw stem waard!
Inhoud 1.
Zorg ........................................................................................................... 3 1.1. Algemeen ................................................................................... 3 1.2. Jeugd- en jongerenbeleid .......................................................... 3 1.3. Ouderenbeleid............................................................................ 4 1.4. Inburgering en integratie van minderheden ............................... 4 1.5. Vrijwilligerswerk.......................................................................... 4 1.6. Wet Maatschappelijke Ondersteuning ....................................... 5 1.7. Gehandicapten........................................................................... 5
2.
Onderwijs................................................................................................... 6 2.1. Onderwijs algemeen .................................................................. 6 2.2. Breed aanbod............................................................................. 6 2.3. De brede school ......................................................................... 6 2.4. Witte en zwarte scholen ............................................................. 6 2.5. Schoolbegeleiding...................................................................... 6 2.6. Overig......................................................................................... 7
3.
Werk en inkomen....................................................................................... 8 3.1. Werk en inkomen algemeen ...................................................... 8 3.2. Inkomensvoorziening ................................................................. 8 3.3. Inkomensondersteuning............................................................. 8 3.4. Sociale activering ....................................................................... 9
4.
Cultuur, sport en recreatie ....................................................................... 10 4.1. Cultuur en kunstuitingen .......................................................... 10 4.2. Monumenten ............................................................................ 10 4.3. Recreatie en toeristische activiteiten ....................................... 10 4.4. Sport......................................................................................... 10 4.5. Dorpshuizen ............................................................................. 11 4.6. Sociaal-cultureel centrum ........................................................ 11 4.7. Subsidiebeleid.......................................................................... 11
5.
Veiligheid ................................................................................................. 12 5.1. De openbare orde .................................................................... 12 5.2. Veiligheid.................................................................................. 12
6.
Ruimtelijke ordening en wonen ............................................................... 14 6.1. Ruimtelijke Ordening................................................................ 14 6.2. Wonen...................................................................................... 14
7.
Verkeer en openbare ruimte.................................................................... 16 7.1. Verkeer..................................................................................... 16 7.2. Openbare ruimte ...................................................................... 16
8.
Milieu ....................................................................................................... 18 8.1. Milieu ........................................................................................ 18
9.
Lokale economie ..................................................................................... 19
1
10.
Bestuur .................................................................................................... 20 10.1. Lokale gemeenschap ............................................................... 20 10.2. Gemeentelijke organisatie: slagvaardig en klantgericht .......... 20 10.3. Informatievoorziening............................................................... 20 10.4. Ruimte voor gewetensbezwaren.............................................. 20
11.
Financiën ................................................................................................. 21
2
1.
Zorg
1.1.
Algemeen
De Bijbel plaatst de mens in gemeenschap met zijn naaste. Huwelijk, gezin, familie en andere verbanden vormen de kaders waarbinnen de individuele mensen in relatie staan tot elkaar. Binnen deze verbanden wordt in de eerste plaats zorg gedragen voor elkaar. De overheid draagt echter ook verantwoordelijkheid voor de gezondheid van haar inwoners. De taak van de overheid is overigens beperkt van karakter, want de burger zelf heeft ook de roeping om voor de eigen gezondheid zorg te dragen en voor de gezondheid van degenen voor wie ze in directe zin verantwoordelijk zijn. De overheid heeft met inbegrip van het bovenstaande de taak om: • de zorg te respecteren en aan te moedigen die verleend wordt door familie, vrijwilligers en particuliere instanties; • te waarborgen dat iedereen financieel en qua bereikbaarheid toegang heeft tot de zorgvoorzieningen; • een gezonde leefomgeving te bevorderen en te weren dat wat de openbare gezondheid kan aantasten; • de kwaliteit van de zorg te bewaken; • de gewetensvrijheid van zowel de zorgverlener als de zorgvrager te garanderen. Tegenwoordig staat de kwaliteit van de samenleving hoog in het vaandel. De SGP vindt het echter jammer dat de kwaliteit van de samenleving en welzijn vaak met elkaar vereenzelvigd worden. Bijdragen aan de kwaliteit van de samenleving houdt meer in dan het beschikbaar stellen van financiële middelen. Kwaliteit behelst ook immateriële waarden en het geestelijk welzijn.
1.2.
Jeugd- en jongerenbeleid
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst! Dat is voor de SGP een uitgemaakte zaak. De komende raadsperiode zal het jeugd- en jongerenbeleid dan ook een belangrijk aandachtspunt blijven. De SGP heeft als uitgangspunt dat de primaire verantwoordelijkheid voor kinderen en jongeren bij de ouders/opvoeders ligt. Zij kunnen daarbij de hulp van instellingen zoals de reguliere hulpverlening, kerk of school inroepen. Het gemeentebestuur heeft een stimulerende rol bij de organisatie van dit vangnet, bij het wegnemen van eventuele knelpunten en bij het voorkomen dat mensen tussen wal en schip vallen. De SGP wil daarom mede vanuit het oogpunt van de Wet op de Jeugdzorg een constructieve bijdrage leveren aan dit beleid van het gemeentebestuur De SGP is van mening dat de te subsidiëren jeugdactiviteiten zich vooral moeten richten op het bieden van verantwoorde alternatieven voor rondhangende en overlast veroorzakende jeugd. Dit houdt in dat de gemeente zich niet bezig zou moeten
3
houden met het (mede) organiseren van of vergunning verlenen aan popfestivals en disco’s en dergelijke. De SGP staat bijvoorbeeld wel positief tegenover speelplaatsen, een skatebaan of andere verantwoorde recreatieve activiteiten. De SGP vindt het noodzakelijk dat de gemeente Zaltbommel door middel van een ‘jeugdmonitor’ niet alleen inzicht verkrijgt in de mate van gokken en het gebruik van genotmiddelen (roken, drugs- en alcoholgebruik) door de jongeren, maar ook dat met de verkregen informatie preventief beleid wordt ontwikkeld.
1.3.
Ouderenbeleid
De samenleving vergrijst. Het aantal 55-plussers in onze gemeente zal de komende jaren nog meer toenemen. Het beleid van de gemeente dient erop gericht te zijn om ouderen zo lang mogelijk in samenwerking met familie, kerk en samenleving zelfstandig te laten wonen. Thuiszorg, maaltijdvoorziening, alarmering, maar ook voorlichting over voeding, beweging, veiligheid, etc. zijn diensten die de gemeentelijke overheid dient te stimuleren. Mogelijkheden tot huisvesting van meergeneratiegezinnen evenals het bouwen van aanleunwoningen verdienen de aandacht. De SGP vindt het een goede zaak dat bejaardencentra zich in toenemende mate ontwikkelen tot zorgcentra voor ouderen in onze gemeente.
1.4.
Inburgering en integratie van minderheden
Gastvrijheid is een Bijbels gegeven. Er mag worden verwacht dat zij die zich hier vestigen inburgeren en integreren in de Nederlandse samenleving. Duidelijk is dat beheersing van de Nederlandse taal een basisvoorwaarde is voor integratie. Om integratie te bereiken is participatie in de samenleving, het behalen van startkwalificaties en het hebben van werk essentieel. De grootste etnische minderheidsgroep in onze gemeente, te weten die met een Marokkaanse achtergrond, kent ook de grootste integratieproblemen. Deze groep heeft zeer grote moeite om zich een plaats op de arbeidsmarkt te veroveren. Gelet op de ernstige en omvangrijke problemen die er op dit moment zijn, dient in het nieuw te formuleren integratiebeleid het voorzien in eigen onderhoud het belangrijkste speerpunt te zijn.
1.5.
Vrijwilligerswerk
De SGP constateert een tegenstrijdigheid in de trends van deze tijd. Enerzijds wordt betaald werk gepromoot, aan de andere kant is er een roep naar meer vrijwilligers. Vrijwilligerswerk is een onmisbare schakel in het maatschappelijke leven. Dat geldt te meer voor de huidige verzakelijkte samenleving. Vooral als het gaat om "de zorg" ziet de SGP hier grote knelpunten ontstaan. Ondersteuning van plaatselijke en regionale vrijwilligersorganisaties is daarom nodig.
4
1.6.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Wanneer de Wet Maatschappelijke Ondersteuning ingevoerd wordt, verandert er veel. In deze wet worden een deel van de AWBZ, de gehele Wet voorzieningen gehandicapten en de Welzijnswet ondergebracht. De gemeente wordt verantwoordelijk voor het aanbod aan voorzieningen dat alle burgers in staat moet stellen deel te nemen aan de maatschappij, zoals sociale activering, voorzieningen voor jeugd en ouderen, ondersteuning van vrijwilligerswerk en mantelzorg en voorlichting over deze voorzieningen. De gemeenteraad dient een lokaal plan maatschappelijke ondersteuning op te stellen. De WMO biedt mogelijkheden voor lokaal maatwerk. Die moeten ten volle benut worden! De SGP vindt dat in dat plan voldoende ruimte moet worden gegeven om burgers de mogelijkheid te bieden de zorg te kiezen vanuit de instelling of organisatie die bij hen past. Dat betekent dat ook kleinere en/of identiteitsgebonden instellingen, soms regionaal of landelijk werkend, kansen krijgen in het aanbod van maatschappelijke ondersteuning. Het persoonsgebonden budget ziet de SGP als een goede mogelijkheid om burgers van de gemeente die eigen keuzevrijheid te geven. Regionale samenwerking mag niet ten koste gaan van keuzevrijheid van de burgers. Een goede ondersteuning van het netwerk van mantelzorgers en vrijwilligers is belangrijk om te waarborgen dat zorgbehoevenden daadwerkelijk de zorg ontvangen die ze nodig hebben. Deze mensen mogen niet aan hun lot overgelaten worden. De WMO biedt kansen voor de gemeente om bij burgers de onderlinge zorg voor elkaar te stimuleren. Ook de kerken kunnen hierin een rol spelen. Wat de SGP betreft worden goede initiatieven bevorderd. De SGP is voorstander van het vragen van een eigen bijdrage naar draagkracht voor individuele voorzieningen in het kader van de WMO.
1.7.
Gehandicapten
Inwoners met een (blijvende) (functie)beperking moeten zo optimaal mogelijk kunnen functioneren. Dat betekent structurele aandacht voor een groot aantal verschillende zaken. Gedacht kan worden aan: - aanpasbaar en aangepast bouwen van woningen; - de inrichting van de openbare ruimte (trottoir, uitvoering verkeersmaatregelen, voldoende parkeerplaatsen bij openbare gebouwen, e.d.); - toegang tot en inrichting van (openbare )gebouwen; - zorg voor de werkvoorziening voor gehandicapten; - goede dienstverlening aan medeburgers met een (functie)beperking. Dat houdt onder meer in dat (bij de uitvoering in de WMO) de termijnen om voor voorzieningen in aanmerking te komen, niet onnodig lang zijn.
5
2.
Onderwijs
2.1.
Onderwijs algemeen
Het onderwijs dient er op gericht te zijn de mens in staat te stellen de hem door God geschonken gaven te ontwikkelen. Het uitgangspunt van de SGP is dat het onderwijs in de gemeente in overeenstemming dient te zijn met de Bijbel, het Woord van God. In het kader van het lokale onderwijsbeleid is het goed wanneer de gemeentelijke overheid constructief overleg met de lokale schoolbesturen voert. In dit verband moet de identiteit van de school gerespecteerd worden.
2.2.
Breed aanbod
De gemeentelijke overheid moet zorgen voor een goed en breed aanbod van onderwijsmogelijkheden. In dat kader is de SGP van mening dat in Zaltbommel ook gestreefd moet worden naar een breed onderwijsaanbod tot op voortgezet onderwijs niveau.
2.3.
De brede school
De brede school met een netwerk van maatschappelijke voorzieningen kan een middel zijn om onderwijsachterstanden te bestrijden. De gemeente kan voor oprichting van een brede school of brede wijkvoorziening een regierol vervullen. Het is wat de SGP betreft echter niet de bedoeling dat op deze manier de taak van het gezin en de opvoedende functie van ouders wordt overgenomen. Zorgtaken en opvoedkundige taken liggen bij de ouders en verzorgers.
2.4.
Witte en zwarte scholen
De gemeente moet ter voorkoming van een verdere segregatie van onze gemeente een actief beleid voeren. Daarom initieert de gemeente een woningtoewijzingsbeleid dat gericht is op spreiding van allochtone burgers over de wijken. Met betrekking tot de keuzevrijheid van de ouders beschouwt de SGP het als een taak van de gemeente zorg te dragen voor goede voorlichting aan allochtone ouders, zodat ze niet vanzelfsprekend kiezen voor de dichtstbijzijnde school, maar zich breder oriënteren. De SGP is van mening dat de gemeente het feit dat scholen om redenen van identiteit een actief en consequent toelatingsbeleid voeren, moet erkennen en respecteren.
2.5.
Schoolbegeleiding
De SGP beschouwt schoolbegeleiding als een basisvoorziening en het gemeentebestuur zou het als een verplichting moeten zien om elke in de gemeente Zaltbommel werkzame schoolbegeleidingsdienst te subsidiëren tot op minimaal het niveau van sobere dienstverlening.
6
2.6.
Overig
Een algemeen aandachtspunt van de SGP is optimale huisvestingfaciliteiten voor iedere school in de gemeente. De SGP maakt zich sterk voor het behoud van een basisschool in iedere kern van de gemeente. Verder staat de SGP positief ten opzichte van de zogenaamde “voorscholen”.
7
3.
Werk en inkomen
3.1.
Werk en inkomen algemeen
Er zijn in onze gemeente mensen die nauwelijks of misschien nooit meer aan het werk zullen komen. Blijvende aandacht voor deze doelgroep is een vereiste, zowel in financieel als in maatschappelijk opzicht. Zij horen er bij en moeten niet in een sociaal isolement terechtkomen.
3.2.
Inkomensvoorziening
In de afgelopen raadsperiode is de Wet Werk en Bijstand in werking getreden. Deze wet heeft de verantwoordelijkheid voor en de financiering van bijstand en reïntegratie bij de gemeenten neergelegd. De SGP vindt het van belang dat onze gemeente sterk inzet op de reïntegratie. Alleenstaande ouders met jonge kinderen moeten ontslagen worden van de sollicitatieplicht. Bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), waar mensen terechtkunnen voor werk en/of een uitkering, moet het uitgangspunt blijven dat het belang van de klant vooropstaat. Wat lokaal kan, moet ook lokaal gebeuren. Het college van burgemeester en wethouders evalueert eenmaal per halfjaar het functioneren van het CWI en rapporteert de uitkomsten daarvan aan de gemeenteraad.
3.3.
Inkomensondersteuning
Voorop zou moeten staan dat geprobeerd wordt mensen (weer) in hun eigen levensonderhoud te laten voorzien. Bevordering van de arbeidsparticipatie is daarom een belangrijk instrument om armoede te bestrijden. Daarnaast biedt de gemeente voldoende inkomensondersteuning. De SGP vindt het voeren van een eigen gemeentelijk beleid betreffende armoedebestrijding belangrijk en denkt daarbij aan de volgende instrumenten: - er wordt voldoende budget vrijgemaakt voor de bijzondere bijstand; - het gemeentebestuur voert een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid ten aanzien van burgers die, buiten hun toedoen, niet meer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen; - de voorlichting over de regels en bijstandsmogelijkheden is adequaat. Wanneer duidelijk wordt dat veel minima moeilijk bereikt kunnen worden door de sociale dienst, dan kan ook via kerken, wijkorganisaties, ouderenorganisaties, e.d. geprobeerd worden de doelgroep te bereiken. De gemeente dient regelmatig controles uit te voeren op de rechtmatigheid van de uitkeringen. Bij gebleken onwil om te gaan werken of fraude moet niet worden geschroomd om op de uitkering te korten. Dit houdt tevens in dat de sociale dienst haar administratie op orde moet hebben.
8
3.4.
Sociale activering
Burgers kunnen in een maatschappelijk isolement verkeren of dreigen te raken. Met behulp van de wettelijke instrumenten en lokale initiatieven die binnen de wettelijke kaders passen, probeert de gemeente de participatie van deze burgers te bevorderen en/of hen toe te leiden naar betaald werk. De doelgroep van deze sociale activering kan bestaan uit langdurig werklozen, bijstandsgerechtigden, functie beperkte, minderheden, gedeeltelijk arbeidsgeschikten of ouderen. Vaak gaat het om mensen die kampen met meerdere problemen. Om deze mensen te helpen, is vaak maatwerk nodig. Het leveren van dit maatwerk is een belangrijk onderdeel van het lokaal sociaal beleid. Op alle mogelijke manieren stimuleert de gemeente dat werklozen weer aan de slag gaan, bijvoorbeeld door het stimuleren van het volgen van een reïntegratieprogramma, zoals bijscholing en leerwerktrajecten.
9
4.
Cultuur, sport en recreatie
4.1.
Cultuur en kunstuitingen
Het begrip cultuur is een breed begrip waarbij aan een scala van activiteiten kan worden gedacht. Cultuur wordt verschillend benaderd en beoordeeld. De SGP staat positief tegenover het ontplooien van aan mensen gegeven gaven. De rol van de gemeente is hierbij aanvullend. Daar waar een (meer) actieve rol van de gemeente wordt verwacht en gevraagd ter ondersteuning van de culturele ontwikkeling, wordt gekeken naar de betekenis van de te ondersteunen of te subsidiëren activiteit. Culturele activiteiten of kunstuitingen die een aanstootgevend of shockerend karakter hebben worden afgewezen. Actieve subsidiëring door de gemeente van culturele vorming met het doel bepaalde speerpunten van beleid (zoals bijvoorbeeld emancipatie) te stimuleren en te verwezenlijken, verdient wat de SGP betreft geen steun.
4.2.
Monumenten
Ten aanzien van de monumentenzorg dient de gemeente een actief beleid te voeren. De monumentennota geeft de richting van het beleid aan. De SGP is positief over onze gemeentelijke monumentenlijst waarop kerken, panden en andere bouwwerken staan die niet op de lijst van rijksmonumenten voorkomen, maar waarvan de bescherming toch wenselijk is. De SGP plaatst daarbij wel de kanttekening dat bij de vaststelling van de lijst niet alleen op de monumentale aspecten gelet moet worden, maar ook op de economische belangen van de eigenaar. Hetzelfde geldt voor beschermde stads- en dorpsgezicht(en).
4.3.
Recreatie en toeristische activiteiten
De rust en het landschap van de Bommelerwaard zijn iets om zuinig op te zijn. De SGP vindt dat de Bommelerwaard een rustig gebied moet blijven. Het opzetten van recreatievoorzieningen van enige omvang en de daarmee gepaard gaande toename van het toerisme ziet de SGP als een ongewenste ontwikkeling. Daarom stelt zij zich terughoudend op ten aanzien van de ontwikkeling van toeristische activiteiten.
4.4.
Sport
Sport neemt in de huidige maatschappij een grote plaats in. Beweging en spel als vorm van ontspanning wijst de SGP niet af. Aan de andere kant moet geconstateerd worden dat er bij veel sportactiviteiten ontwikkelingen zijn die het moeilijk maken om ten aanzien van sportfaciliteiten een positieve houding in te nemen. Sportverdwazing, zondagssport en gevaarlijke sporten zijn daar voorbeelden van. Om deze redenen is de SGP geen voorstander van subsidiëring van sportactiviteiten en is ze ook zeer terughoudend in het bouwen van nieuwe accommodaties.
10
4.5.
Dorpshuizen
Dorpshuizen vervullen in de kernen een belangrijke functie: zij bieden de inwoners een locatie voor dorps- en familieactiviteiten. De SGP vindt daarom dat in het belang van de inwoners dorpshuizen in de kernen moeten blijven bestaan.
4.6.
Sociaal-cultureel centrum
De SGP staat afwijzend ten opzichte van het nieuw te bouwen sociaal-cultureel centrum in de kern Zaltbommel, omdat de SGP de exploitatie van een theater niet ziet als een gemeentelijke taak. Wat wil de SGP dan wel? De SGP vindt dat de kern Zaltbommel, evenals de andere kernen, over een ‘gemeenschapshuis’ dient te beschikken. De SGP wil vanuit dit perspectief de mogelijkheden opnieuw bezien.
4.7.
Subsidiebeleid
De SGP vindt dat bij het subsidiebeleid de volgende criteria zouden moeten worden gehanteerd: - subsidies dienen zoveel mogelijk gericht te zijn op activiteiten die ten goede komen aan de samenleving; - de te subsidiëren activiteiten behoren duidelijk omschreven en controleerbaar te zijn; - gecontroleerd moet worden of de subsidie besteed is aan het afgesproken doel; - bij strijdigheid met christelijke waarden en normen wordt geen subsidie verleend.
11
5.
Veiligheid
5.1.
De openbare orde
Handhaven of gedogen? De SGP staat een consequent handhavingsbeleid voor. Een gedoogcultuur ondergraaft het gezag van de overheid, dat kan dus niet. Handhaven heeft alleen effect wanneer er afstemming plaatsvindt tussen de verschillende verantwoordelijke instanties zoals brandweer, bouw- en woningtoezicht, politie, etc. Om verloedering binnen de gemeente tegen te gaan dient vernield straatmeubilair snel vervangen te worden en posters op niet daarvoor bestemde plaatsen dienen te worden verwijderd. Zowel de regels met betrekking tot het evenementenbeleid als de daarbij behorende geluidsnormen dienen te worden nageleefd. Bij het openbaar optreden van muziekgroepen en bij horecaondernemingen vindt strikte controle en handhaving plaats. De SGP wil vooral in de woonomgeving de geluidsoverlast bij evenementen tot een minimum blijven beperken. Het aspect orde moet maatgevend zijn bij het verlenen van een vergunning aan horecaondernemers en organisatoren van evenementen, manifestaties, feesten en dergelijke. Bij vergunningverlening worden stringente voorwaarden opgenomen die nauwlettend moeten worden gecontroleerd. Medeverantwoordelijkheid van de burgers voor een veilige samenleving zou wat de SGP betreft gestimuleerd moeten worden. Een kerngerichte aanpak kan de leefbaarheid bevorderen. Bovenal wil de SGP zich sterk maken voor het handhaven van de zondagsrust.
5.2.
Veiligheid
Het integrale veiligheidsplan wordt wat de SGP betreft jaarlijks geëvalueerd en getoetst met betrekking tot de taakstelling. Belangrijke punten in dit plan zijn o.a.: handhaving van de openbare orde en verbetering van het leef- en woonklimaat, bijv. door meer toezicht op straat, door misdaadpreventie en door voorlichting (op scholen). De Bommelerwaard is omringd door twee belangrijke vaarwegen waarover de meest milieuvriendelijke vervoersvorm (scheepvaart) plaatsvindt. Daarnaast wordt het gebied van de gemeente Zaltbommel doorsneden door de A2 en door een spoorlijn, twee andere belangrijke verkeersaders. Het gevaar van calamiteiten is dan ook zeker aanwezig. Rampenbestrijdingsplannen die zijn opgesteld in samenwerking met buurgemeenten en andere overheidsinstanties worden wat de SGP betreft dan ook voortdurend aangepast aan de actuele situatie. Jaarlijks dient beoordeeld te worden of alle rampenplannen nog voldoen aan de gestelde eisen en of na oefening ook blijkt dat ze
12
uitvoerbaar zijn. Dit alles in het kader van de bescherming van de bevolking in onze stads- en dorpskern(en) en om bij (milieu)rampen adequaat te kunnen optreden. Goede samenwerking tussen de gemeenten en hulporganisaties is van doorslaggevend belang en noodzakelijk om adequaat in te kunnen grijpen wanneer zich een ramp voordoet. Over het beleidsonderdeel brandweer is de laatste jaren veel te doen geweest. Het materieel moet natuurlijk op orde blijven en aan de gestelde eisen voldoen, maar het is een feit dat dit wel veel kost. Professionalisering kan om verschillende redenen gewenst zijn, maar dat mag niet leiden tot het afhaken van (de betrokkenheid) van vrijwilligers. Het is van groot belang dat deze vrijwilligers zich met enthousiasme blijven inzetten. De SGP vindt aandacht daarvoor dan ook gewenst.
13
6.
Ruimtelijke ordening en wonen
6.1.
Ruimtelijke Ordening
Na de lopende ronde van aanpassingen van de bestemmingsplannen naar het actuele gebruik, wil de SGP streven naar een verdere ontwikkeling van bestemmingsplannen waarin ook het toekomstige gebruik wordt opgenomen. Bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen vindt de SGP het belangrijk dat er geen te grote belemmeringen zijn voor de (her)vestiging van plaatselijke bedrijven. Voor de kassenbouw, ten noorden van de Van Heemstraweg, zijn twee gebieden aangewezen. Met betrekking tot dit gebied zijn tussen de gemeente, provincie en het bedrijfsleven (tuinders) afspraken gemaakt. Voorwaarden voor deze uitbreiding zijn voor de SGP: - bevordering van de verkeersveiligheid en ontsluiting van dit gebied voor het vrachtverkeer moet gebeuren door een aansluiting op de Van Heemstraweg (ter hoogte van de Zeedijk) in de vorm van een nieuwe rotonde; - deze ontsluiting zou gefinancierd moeten worden uit de opbrengsten die uit het afgesloten convenant op het gebied van kassenbouw moeten voortkomen; - er moet op een positieve en creatieve manier worden gekeken naar waterbergingen, waarbij het “groene” aanzien doelstelling is; - het parkeren van transportauto’s en alle laad- en losactiviteiten zouden op eigen terrein moeten plaatsvinden. Dit bevordert de verkeersveiligheid. 6.1.1.
Ruimte voor de rivier
In het kader van het project “ruimte voor de rivier” wil de SGP dat de maatregelen voor hoogwaterverlaging eerst buitendijks worden gezocht. De SGP is tegen het verleggen van dijken in de kernen wanneer buitendijkse alternatieven onvoldoende zijn benut.
6.2.
Wonen
De SGP vindt het belangrijk dat zoveel mogelijk recht gedaan wordt aan de woonwensen van de inwoners van de gemeente. De leefbaarheid van de kleine kernen moet daarbij gewaarborgd worden door voldoende woningbouw. De te bouwen woningen moeten zoveel mogelijk verdeeld worden naar behoefte over de categorieën starters, huurders, doorstromers, en vrije sector. De planning van woningbouw moet afgestemd worden op uitkomsten van onderzoeken (bijvoorbeeld enquêtes) in het kader van woonwensen van de bevolking. Wanneer er in de kern Zaltbommel gebouwd wordt, mag dit niet ten koste gaan van het quotum voor woningbouw in de overige kernen van de gemeente. Dit is ook
14
belangrijk voor het in stand houden van scholen en andere voorzieningen in die kernen. Aandachtspunt is wat de SGP betreft de betaalbaarheid van te bouwen woningen, in het bijzonder voor starters op de woningmarkt. Ook zullen woningbouwprojecten moeten passen in het dorpsbeeld. Grote projecten kunnen in samenwerking met woningbouwverenigingen of projectontwikkelaars worden uitgevoerd, maar daarnaast moet er (meer dan nu het geval is) ruimte worden geboden aan particulieren door middel van de uitgifte van vrije kavels. e
Binnen het kader van de Nota Ruimte (voorheen: 5 Nota Ruimtelijke Ordening) is de SGP voorstander van het benutten van open ruimten binnen de kernen voor woningbouw (het zgn. “inbreiden”). In verband met de toenemende vergrijzing en het daardoor toenemende aantal ouderen vindt de SGP dat bij de plannen van de gemeente op het gebied van ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening moet worden gehouden met deze bevolkingsgroep. Vanwege de bevordering van eerlijke en gelijke kansen op de woningmarkt voor iedereen, is de SGP voorstander van een strikt handhavingsbeleid op het gebied van de Ruimtelijke Ordening. Dat betekent dat bijvoorbeeld permanente bewoning van o.a. recreatiewoningen goed beoordeeld zou moeten worden. 6.2.1.
Project “Bossche Poort”
Op de woningbouw in het project “Bossche Poort” in Zaltbommel wordt een eenmalige exploitatiewinst voorzien (van ongeveer EUR 2.000.000). De SGP vindt het ongewenst dat deze exploitatiewinst wordt aangewend om een nieuw sociaal-cultureel centrum met theater te realiseren. Het is overigens allerminst zeker dat de bovengenoemde exploitatiewinst daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Planvorming die nu reeds de inzet vergt van de gehele voorziene exploitatiewinst vindt de SGP vanuit financieel perspectief onverantwoord.
15
7.
Verkeer en openbare ruimte
7.1.
Verkeer
Grote aandacht voor verkeersveiligheid is noodzakelijk. Het actueel houden van het gemeentelijke verkeersveiligheidsplan, de interactie met de burgers door bijvoorbeeld voorlichtingsbijeenkomsten met burgers, een meldpunt via een telefoonnummer in “De Toren” zijn hiervoor belangrijke instrumenten. Er wordt wat de SGP betreft verder blijvend aandacht geschonken aan de fietsroutes van schoolgaande jeugd en de situatie rond het wegbrengen en ophalen van kinderen bij basisscholen. De SGP ondersteunt vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid de snelheidsbeperkende maatregelen van het beleid Duurzaam Veilig (het instellen van 30- en 60-km/u zones). Zolang er geen financiële middelen beschikbaar zijn voor de uitvoering van snelheidsbeperkende maatregelen moet de gemeente controlerende maatregelen nemen (bijv. d.m.v. flitsapparatuur) De SGP vindt het onderhoud aan de wegen noodzakelijk. Er is een wegenbeheersplan, maar de financiële onderbouwing daarvan is veel te rooskleurig. De begroting dient zowel op de korte als op de langere termijn sluitend te zijn. Aandacht voor de mobiliteit van ouderen en mensen met een functiebeperking is belangrijk. De regiotaxi heeft daarin een duidelijke functie. Daarom mag op de regiotaxi niet verder worden bezuinigd. Een oplossing voor de fileproblematiek bij de watertoren in Zaltbommel is hard nodig. De SGP vindt het gewenst dat de gemeente en de provincie in de raadsperiode 2006 – 2010 tot besluitvorming komen over de wijze waarop het probleem opgelost kan worden. De binnenstad van Zaltbommel dient bereikbaar te blijven. Het huidige parkeerbeleid functioneert zo goed dat verdere tariefsverhoging niet nodig is. De SGP vindt dat het niet zo mag zijn dat de tarieven een sluitpost van de begroting worden. Er zou verder opnieuw gekeken moeten worden naar de begroeiing van de bermen. Het is belangrijk dat in samenwerking met de provincie de groei en verspreiding van schadelijke planten wordt bestreden.
7.2. 7.2.1.
Openbare ruimte
Natuur en openbaar groen
Natuur- en groengebieden moeten worden beschermd. De ontwikkeling van (nieuwe) natuurgebieden, deel uitmakend van de ecologische hoofdstructuur, wordt door de
16
SGP wanneer mogelijk ondersteund. De agrarische bedrijfsvoering mag echter niet worden belemmerd. Op vrijwillige basis zouden agrariërs betrokken kunnen worden bij het natuur- en landschapsbeheer. Aan het groenonderhoud van het openbaar groen mogen wat de SGP betreft redelijk hoge eisen worden gesteld. 7.2.2.
Waterbeheer
De verontreiniging van het oppervlaktewater is de SGP een grote zorg. De gemeente en de waterschappen moeten de handen ineenslaan om dit tegen te gaan. Handhaving van de milieuregels op dit terrein heeft prioriteit. In het integraal waterplan dient ook rekening gehouden te worden met de belangen van burgers. Behalve voor het belang van gezond drinkwater voor iedereen is een dergelijk waterplan van groot belang voor afwisseling in de woonomgeving en natuurgebieden, voor recreatiemogelijkheden, voor economie en natuurlijk voor de veiligheid. In het plan krijgt de noodzakelijke capaciteit van wateropvang bij extreme regenval de nodige aandacht. 7.2.3.
Hondenpoep
Eén van de zaken die tot veel ergernis van de burgers leiden, is het hondenpoepprobleem. Hoewel deze problematiek uiteraard in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de hondenbezitters is, heeft het gemeentebestuur ook een taak om deze bron van ergernis en overlast aan te pakken. In overleg met wijk- of buurtbewoners worden hondenuitlaat- en uitrenplaatsen gerealiseerd. Deze plaatsen dienen duidelijk(er) aangeduid te worden. 7.2.4.
Reclamebeleid
De SGP is voorstander van een sober reclamebeleid. Voor de SGP zijn belangrijke aandachtspunten: de uitstraling van winkelcentra en bedrijfsterreinen en het karakter van de reclame. De reclame-uitingen moeten een duidelijke relatie hebben met de aard van het bedrijf. Uitwaaiering in het openbare gebied en aantasting van het buitengebied wordt daarmee voorkomen. De SGP is tegen wegreclame, omdat dit het buitengebied ontsiert en de weggebruiker afleidt. 7.2.5.
Speelplaatsen
Bij de opstelling en/of aanpassing van bestemmingsplannen houdt de SGP er rekening mee dat er ruimte moet zijn voor voldoende speelplekken en (duurzame) speeltoestellen voor de jonge kinderen. Uiteraard moeten deze speelplekken zo dicht mogelijk bij de woningen staan. Tevens moet er rekening gehouden worden met het voorkomen van overlast door hangjeugd.
17
8.
Milieu
8.1.
Milieu
De mens is door God als rentmeester over de aarde aangesteld. De aandacht voor het milieu mag daarom niet verslappen. Om op het gebied van het milieu een integraal beleid te kunnen voeren is het in stand houden en het op gezette tijden actualiseren van het gemeentelijke milieuprogramma van belang. Bij uitvoering en handhaving van milieurichtlijnen is een spanningsveld aanwezig tussen “bouwen” en “bewaren”. Bij deze belangenafweging dienen naast de milieurichtlijnen ook de economische posities van ondernemers (bijvoorbeeld in de agrarische sector) mee te wegen. De noodzaak van een goed beleid met betrekking tot de handhaving van en de controles op milieuvergunningen is in het afgelopen jaar duidelijk aangetoond. De SGP is voor handhaving van de huidige regelgeving. 8.1.1.
Energie
In het kader van het energiebeleid moet voor vernieuwingen niet worden teruggedeinsd. De huidige welvaartsmaatschappij gebruikt bovendien ook steeds meer energie. De energievoorraad is echter niet onuitputtelijk. Duurzame bronnen als windenergie moeten serieus beoordeeld worden. 8.1.2.
Riolering
Riooloverlopen in oppervlaktewater moeten worden opgeheven en bergbezinkputten worden aangelegd. 8.1.3.
Lijkbezorging
Begraven is een uiting van christelijke levensovertuiging. De gemeente moet daarom voorzien in voldoende en gepaste gelegenheid voor het begraven van overledenen. Het groenbeheer van de begraafplaatsen hoort wat de SGP betreft thuis in het algemene onderhoudsbudget van de groenvoorziening. De SGP is geen voorstander van het kostendekkend maken van de lijkbezorging. Het begraven van onze inwoners is een gemeenschappelijk recht en een plicht waarvoor geen financiële drempels opgeworpen mogen worden.
18
9.
Lokale economie
Het spreekt voor zich dat de gemeente het economisch beleid in nauw overleg met diverse belangengroepen (zoals bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel en ondernemersverenigingen) uitvoert. De SGP heeft oog voor het agrarisch karakter van de bedrijfsactiviteiten binnen de gemeente en vindt dat dit karakter bij de streek hoort. Extra aandacht verdient wat de SGP betreft in de komende jaren de ontsluiting van gebieden met veel kassen(bouw). Vrachtverkeer moet zoveel mogelijk rechtstreeks op doorgaande wegen kunnen komen zonder door woongebieden te moeten gaan. De SGP ziet daarom graag een extra ontsluiting van het kassengebied in Zuilichem, Nieuwaal en Gameren via een aansluiting op de Van Heemstraweg ter hoogte van de Zeedijk. In samenhang met het belang van ruimtelijke ordening is de SGP voorstander van de sloop van agrarische bedrijfsruimten (zoals bijvoorbeeld kassen) die niet meer als zodanig in gebruik zijn en in de dorpskernen zijn gevestigd. Om deze sloop te stimuleren zou de gemeente “ruimte voor ruimte” moeten invoeren, waarbij men bij sloop de mogelijkheid krijgt om een bouwvergunning voor een woning te vestigen op de daardoor ontstane kavel. Het landelijk karakter van de streek verdient waardering. Het stopzetten van agrarische activiteiten in het buitengebied (door bijvoorbeeld bedrijfsbeëindiging of door verkoop) mag dan ook niet betekenen dat in plaats daarvan bedrijfsmatige activiteiten met een niet-agrarisch karakter ontplooid gaan worden. De SGP is voor een versterking van de lokale economie. Dit kan echter alleen door een juiste balans te vinden tussen enerzijds de realisatie van kleinschalige bedrijfsterreinen in de lokale kernen met een hoge mate van werkgelegenheid en anderzijds het goed regelen van de infrastructuur (wat niet ten koste mag gaan van het landelijk karakter van onze gemeente). Daarom is lokale en regionale samenwerking noodzakelijk.
19
10.
Bestuur
10.1.
Lokale gemeenschap
De SGP hecht heel sterk aan het idee van de lokale gemeenschap. Vanouds vormen steden en dorpen even zoveel gemeenschappen met eigen aard en karakter. De identiteit van een gemeenschap kan het best bewaard worden als de gemeenschap haar eigen bestuur heeft. In de praktijk is dat niet onbeperkt mogelijk, maar toch dient dit ideaal niet te gemakkelijk worden opgegeven. Het belang van de lokale samenleving dient voorop te blijven staan. De SGP pleit alléén voor samenwerking in breder verband (intergemeentelijke samenwerking) wanneer de autonomie van de gemeente niet aangetast wordt of wanneer de continuïteit op bepaalde gebieden in gevaar komt.
10.2.
Gemeentelijke organisatie: slagvaardig en klantgericht
Nu het ambtelijk apparaat van de gemeente op één locatie gehuisvest is, zou het zo moeten zijn dat de burger dit ook merkt. De slagvaardigheid en klantgerichtheid van de organisatie zullen moeten blijken. De SGP vindt het dan ook belangrijk dat de gemeenteraad dit nauwlettend in het oog houdt en het nodige onderneemt wanneer behoefte aan verbetering wordt ervaren. Bij de herindeling is afgesproken dat alle bestuurstaken op één locatie zouden worden samengebracht. De SGP heeft zich steeds achter deze afspraak opgesteld. De SGP vindt ook nu nog dat het de beste optie is om het bestuur op de efficiëntste manier te organiseren.
10.3.
Informatievoorziening
In het kader van de voortgaande digitalisering bij het informeren van onze inwoners is het zeer belangrijk dat er geen groepen burgers gepasseerd worden. Daarom is de SGP voor handhaving van informatieverstrekking via de gemeentelijke pagina in “de Toren”.
10.4.
Ruimte voor gewetensbezwaren
Dat SGP vindt dat ambtenaren die op levensbeschouwelijke gronden, bepaalde -al dan niet wettelijke – taken, om principiële redenen niet kunnen uitvoeren, daartoe niet ‘gedwongen’ moeten worden. In goed overleg zal een passende oplossing gezocht dienen te worden.
20
11.
Financiën
De SGP staat voor een gezond financieel beleid. Wanneer het financiële meerjarenperspectief een neergaande tendens laat zien zal de SGP kiezen voor het heroverwegen en/of temporiseren van geplande investeringen en het zorgvuldig afwegen van bestedingen. Wanneer het niet anders kan zal worden gekozen voor het doorvoeren van bezuinigingen. Uitgangspunt is dat structurele uitgaven gedekt worden door structurele inkomsten. Een lagere uitkering uit het Gemeentefonds of andere tegenvallende inkomsten betekenen voor de SGP niet automatisch een verhoging van de onroerende zaakbelasting (OZB) of andere belastingen. De SGP vindt dat de lokale lasten de laatste jaren al te veel verhoogd zijn, daarom is uiterste terughoudendheid op zijn plaats. Bij een noodzakelijke verhoging van de OZB is het uitgangspunt dat de verhoging niet groter is dan de inflatiecorrectie.
21