Verkiezingsprogrammma 2011 - 2015
van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
Inhoudsopgave INLEIDING 1 Bestuur 2 Ruimtelijke ordening 3 Wonen 4 Landbouw en Natuur 5 Milieu 6 Water 7 Participatie en Zorg 8 Economie 9 Mobiliteit 10 Veiligheid 11 Financiën 12 Het laatste woord
4 6 10 14 17 20 24 27 31 34 37 38 41
Dit programma is geschreven met lettertype “EcoFont Vera Sprang” dat 20% op de inkt bespaart. U kunt hiermee het milieu en inktkosten sparen. U kunt dit lettertype gratis downloaden via www.ecofont.nl en installeren. Vanzelfsprekend staat de SGP voor een duurzaam beheer van de schepping.
INLEIDING Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
Besturen, Bewaren, Beheren. Met deze titel heeft de SGP haar programma gesierd. Inderdaad, het is een versiering. De langst zelfstandig bestaande politieke partij van Nederland, de SGP, heeft in haar bestaan bewezen dat deze drie woorden door de SGP tot volle uiting kunnen worden gebracht. Besturen vanuit een daadkrachtige en een onwankelbare basis: de Bijbel. Het Woord van God heeft richting en basis voor het handelen van de bestuurder. Een basis die verder gaat dan het zijn van bestuurder, een basis die je rentmeester maakt. Bewaren is een scheppingsopdracht. In het woord ‘Bewaren’ proeft u ook de zorg voor alles wat bestaat. U proeft de zorg en de opdracht waarmee de SGP zich optimaal in wil zetten voor de gehele provincie. Een diepe en menselijk zorg voor de schepping van God. Dat gaat verder dan een praktische invulling van duurzaamheidregels. Beheren omvat het rentmeesterschap. Rentmeesterschap vanuit het diepe besef door God als overheid aangesteld te zijn. Dat schept verplichtingen die verder gaan dan de burgers, dan de infrastructuur, dan het welzijn, dan energiebesparing, enzovoort. Rentmeesterschap gaat daardoor dieper dan duurzaamheid. Zoals het in Psalm 32:8 door David wordt gezegd: “...ik zal raadgeven...”. Dat is wat de SGP wil. Raadgevend bestuurder zijn. Besturen vanuit de wetenschap rentmeester te zijn. Als rentmeester leef je niet ván de rente (zoals een rentenier
consumeert), maar vanúit de rente. Vanuit besef dat je ten dienste staat van de burgers, van de gemeenten. Als rentmeester neem je besluiten die het welzijn van de hele provincie op het oog hebben. Als rentmeester moet je ook wel eens ingrijpen. Dat gaat verder dan een duurzame relatie. In een duurzame relatie is sprake van een wederzijdse erkenning van rechten en plichten. Als rentmeester ga je verder, je beseft niet alleen de rechten en plichten, maar vooral de verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid voor de provincie vanuit het besef dat de verantwoordelijkheid er is naar God. Tot Gods eer en tot welzijn van de provincie. Ieder mens heeft ruimte nodig. Ruimte om te wonen, te werken, te verplaatsen, te recreëren en vooral te ontplooien. De SGP statenfractie zal in de komende bestuursperiode haar inbreng leveren om die ruimte daadwerkelijk mogelijk te maken. Dat betekent dat er aandacht zal zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen, voor de agrarische sector, voor woningbouw, voor mobiliteit, en voor bedrijventerreinen. Maar ook voor natuur en landschap, voor werkgelegenheid en zorg. Ruimte bieden en ruimte markeren heeft ook alles te maken met de principiële uitgangspunten van de SGP. Ruimte is niet onbeperkt en onbegrensd, maar impliceert ook grenzen. Dat geldt voor de fysieke ruimte van onze provincie, maar ook voor de wijze waarop waarden en normen worden begrensd.
De SGP is ervan overtuigd dat de Heere God deze grenzen in de Bijbel aanwijst. Voor ons persoonlijk welzijn, maar ook tot zegen van de samenleving in onze provincie. De SGP-fractie in de Provinciale Staten heeft als grondslag de Bijbel, het onfeilbare en gezaghebbende Woord van God. Daarom is de SGP ervan overtuigd dat het goed is om het leven op deze wereld in te richten naar Zijn Woord. De SGP belijdt dat de overheid door God is ingesteld en daarom regeert bij de gratie Gods. De erkenning hiervan zal tot uitdrukking komen in haar beleidsvisie en bestuurlijk handelen. Het gaat DV woensdag 2 maart 2011 om de kwaliteit van uw provinciaal bestuur. Het is niet om het even op basis waarvan Statenleden politiek bedrijven. Als u kiest voor mensen die de Bijbel als uitgangspunt nemen en op een praktische wijze willen meewerken aan een sterke provincie, aarzel dan niet en stem op de SGP. De SGP heeft besloten haar programma op hoofdlijnen op te stellen. Hierdoor is een document ontstaan dat erg goed bruikbaar is als leidraad bij het besturen van de provincie. Inkleuring door specifieke regionale of gemeentelijke problematiek zal dan ook binnen de kaders van dit programma worden ingevuld. Actuele regionale thema’s heeft de SGP kort weergegeven in apart verkrijgbare flyers. Daarin kunt u zien welke aspecten de SGP belangrijk vindt en hoe zij hierin staat.
1. Bestuur Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
De rechtsstaat is een groot goed, dus waard om zuinig op te zijn. De kern daarvan is dat alle burgers, maar ook de overheid, zich houden aan de vastgestelde regels. Onlosmakelijk daarmee verbonden is dat er ook daadwerkelijk de hand wordt gehouden aan die regels. Dat behoort tot het wezen van de taak van de overheid: handhaven ten dienste van orde en veiligheid en het bevorderen van recht en gerechtigheid. De overheid is immers Gods dienares. De burgers in de provincie moeten kunnen rekenen op vertegenwoordigers die staan voor hun zaak, die betrouwbaar en integer zijn. Alleen zo kan de burger vertrouwen hebben in het bestuur. Een betrouwbare overheid is in de ogen van de SGP ook een overheid die vanuit een vast principe handelt. Overheidsdienaren – zowel politici als ambtenaren – dienen te handelen uit het besef een ambt te bekleden en dat ze daarom een voorbeeldfunctie hebben. Hun integriteit mag niet ter discussie staan. De provincie is er voor de burger. Openbaarheid en openheid richting de burger dienen regel te zijn. Inspraak dient zich te kenmerken door heldere procedures, korte termijnen en voldoende mogelijkheden voor de belanghebbenden tot deelname. Het provinciale ambtelijke apparaat moet een flexibele en klantgerichte organisatie zijn. Het moet in staat zijn om een kwalitatief hoogwaardige bijdrage te leveren aan burgers, lokale overheden en maatschappelijke organisaties.
Provinciale Staten (PS) en Gedeputeerde Staten (GS) hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid. Provinciale Staten hebben een vertegenwoordigende, beleidsbepalende en controlerende verantwoordelijkheid en Gedeputeerde Staten een bestuurlijke verantwoordelijkheid. Een transparante verhouding tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten dient voortdurend de aandacht te hebben. Het is van groot belang dat Gedeputeerde Staten de beleidsplannen specifiek en meetbaar maken. Provinciale Staten worden hierdoor optimaal in de gelegenheid gesteld om de uitvoering van beleid te toetsen aan de vooraf gestelde kaders. Er ligt de komende tijd een indringende uitdaging te wachten voor de provincies. Het financiële kader van de provincies is de komende jaren beperkt. Er komt een korting en herverdeling van het Provinciefonds en de financiële gevolgen van de economische crisis zijn merkbaar. Dat vraagt om het maken van scherpe keuzes ten aanzien van de provinciale taakopvatting! De SGP streeft naar een krachtig middenbestuur. In de visie van de SGP ontwikkelt de provincie zich in de komende jaren naar een gebiedsautoriteit op met name het ruimtelijke en economische domein en op infrastructuur. Deze terreinen zijn per definitie gemeentegrensoverschrijdend en kunnen in veel gevallen niet vanuit de rijksoverheid worden georganiseerd. Twee belangrijke argumenten die de noodzaak onderschrijven van een krachtig provinciaal
bestuur. Bij overheveling van taken van het Rijk naar de provincie dienen voldoende financiële middelen te worden toegevoegd aan het Provinciefonds. De provincie houdt een open huishouding en een beperkt eigen belastinggebied. Differentiatie tussen provincies is voor de SGP een belangrijk uitgangspunt. Het ontstaan van een ‘landsdeel Oost’ door samenvoeging van provincies is zeker niet de wens van de SGP. De eigenheid en het specifieke karakter van de provincie met haar eigen regio’s dient optimaal ingericht te worden door een middenbestuur dat dicht bij de burger kan staan. Het profiel van de provincie is immers afhankelijk van de specifieke problematiek en fysieke omstandig heden in de regio. Zo bestaan er grote verschillen tussen de Randstadprovincies en de meer landelijke provincies. De eigen identiteit en problematiek van de regio vragen per provincie om een herkenbaar en passend profiel. Provincies in de Randstad kunnen kiezen voor een engere taakopvatting die recht doet aan de situatie in de Randstad met grote stedelijke agglomeraties. De meer landelijke provincies fungeren sterker als generieke gebiedsautoriteit en belangenbehartiger voor de regio. Zij kunnen kiezen voor een bredere rolen taakopvatting, waaronder ook zorg en sociale infrastructuur. Zie daar onze taak in Gelderland. De provincie Gelderland is verdeeld in regio’s. Iedere regio kent haar eigen kleur en specifieke kenmerken. Het is niet meer dan vanzelfsprekend dat in
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
10
het bestuur hiermee rekening wordt gehouden. Een korte weergave van de regio’s en haar kenmerken vindt u hieronder (bron: provincie Gelderland):
Achterhoek Karakteristiek is de kleinschaligheid van het Achterhoekse landschap. Natuur, landbouw, woningbouw, industrie en recreatie zijn er nauw verweven met elkaar. Door de lage bewoningsdichtheid is het landschap groen en biedt het rust.
Arnhem/Nijmegen De Stadsregio Arnhem-Nijmegen ligt op een strategisch knooppunt van (inter)nationale weg-, water- en spoorverbindingen. Aan de westzijde de Randstad, Schiphol en de Rotterdamse haven. Aan de oostzijde het Europese achterland. De regio wordt in het noorden en zuiden begrensd door indrukwekkende stuwwallen en uitgebreide bossen. Bijzonder is dat de grote steden Arnhem en Nijmegen zeer dicht bij elkaar liggen.
Noord-Veluwe De landschappen van de Noord-Veluwe vertonen onderling sterke contrasten. Zo is er het aaneengesloten bosgebied van het Veluwemassief. Aan de westflank en oostflank van het bosgebied liggen halfbesloten en kleinschalige landschappen. De Randmeerkust en de IJsselvallei zijn open landschappen. Deze tonen een mozaïek van polders, verkavelingen, watersystemen, houtwallen, huisterpen en bewoningslinten.
Rivierenland Door de ligging tussen de stedelijke kernen van Gelderland, Utrecht en Noord-Brabant vormt Rivierenland de binnentuin van Nederland. De uiterwaarden, dijken, oeverwallen en kommen, bijzondere stadjes en het cultuurhistorische landschap kenmerken de regio. Een landschap gekleurd door de grote rivieren, maar dat ook mogelijkheden geeft voor de ontwikkeling van verstedelijking, functies van landelijk gebied, verkeer en vervoer en recreatie en toerisme. Opgave is het behouden en versterken van de eigenheid van dit landschap.
Stedendriehoek Karakteristiek is het contrast tussen de dynamiek van het netwerk ApeldoornDeventer-Zutphen en de rust van de landelijke omgeving. De Stedendriehoek beslaat het Veluwemassief, de Veluweflank, de IJsselvallei en de Graafschap. De regio ligt met de A1 en de A50 op het kruispunt van (inter)nationale hoofdtransportassen. De steden staan sterk onder invloed van schaalvergroting als gevolg van de internationalisering, de mobiliteitsgroei en nieuwe technologieën. Ook in het landelijk gebied zijn deze processen merkbaar.
De Vallei De Vallei ligt tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug, gunstig ontsloten met het hoofdsnelwegennet (A28, A1, A12) en spoorwegnet. Het gebied ligt op de overgang tussen Randstad en OostNederland, en loopt van de randmeren naar de Rijn. Er is een grote, ruimtelijke
verscheidenheid. Die varieert van de bosgebieden van het Veluwemassief en de Utrechtse Heuvelrug, de halfbesloten en kleinschalige landschappen tussen Scherpenzeel en Putten, tot het open en weidse landschap van de polder Arkemheen. Verdeling van beschikbare middelen over de regio’s moet op een juiste en transparante wijze gebeuren. Hierdoor worden middelen ingezet op de plaats waar het rendement optimaal is. Het mag echter niet zo zijn dat daardoor een onderscheid wordt aangebracht tussen regio’s. Door het maken van keuzes wordt de daadkracht van de provincie verstevigd en gerespecteerd. Provincies vormen de bestuurslaag die in samenspraak met gemeenten, waterschappen, organisaties en bedrijfsleven de gewenste lange termijnontwikkeling stimuleert. Hiervoor wordt per provincie een beleidsagenda geformuleerd.
Concreet: • Geen nieuwe bestuurlijke structuren, maar een provincie met heldere kerntaken. • De provincie maakt geen eigen beleid op terreinen waar afspraken tussen rijk en gemeenten bestaan. • Meer aandacht voor minder regels. • De provincie is partner van gemeenten en betrekt deze maximaal bij haar beleid. • Toegankelijkheid, één loket, efficiency en resultaatgerichtheid staat centraal.
• Inhuur van externen wordt zoveel mogelijk beperkt. • De provincie is een goed werkgever en geeft medewerkers ontplooiingskansen. • Zondagsarbeid wordt tegengegaan en gewetensvrijheid van medewerkers gerespecteerd. • De provincie draagt zorg voor behartiging van belangen, ook richting het Rijk en de Europese instellingen.
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
12
2. R uimtelijke ordening
Het Bijbels rentmeesterschap is de basis voor het SGP-beleid voor ruimtelijke ordening. Daarvoor geeft de Schepper ons ook een opdracht: de aarde bouwen en bewaren. Deze tweeledige opdracht geldt tot op de dag van vandaag. Dat is niet zonder betekenis. Bouwen: het benutten van de mogelijkheden. Bewaren: niet ongelimiteerd, niet onordelijk, maar duurzaam en dus zorgvuldig.
Ruimtelijke ontwikkeling In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) heeft de Provincie een belangrijke opdracht voor een integrale afweging van ruimtelijk beleid op haar grond gebied. De provinciale structuurvisie is het geijkte instrument voor het formuleren van een integrale afweging van het provinciaal ruimtelijk beleid en van het provinciaal belang. Daarom moet een evenwichtige afweging plaatsvinden tussen verstedelijking, mobiliteit en open ruimte. Bundeling van functies en meervoudig ruimtegebruik. De provincie moet constructief samenwerken met de gemeenten en ook met het rijk en de waterschappen.
Concreet: • Decentraal wat kan, centraal wat moet; specifieker: lokaal wat kan, provinciaal wat moet. • Heldere formulering van provinciale doelen en het provinciaalbelang. • Zorgvuldig omgaan met de ruimte, zorgvuldige afweging van belangen. • Bundeling van functies en meervoudig ruimtegebruik bij noodzakelijke ontwikkelingen.
• Behoud van vitale en duurzame open ruimte. • Heldere begrenzing van functies is noodzakelijk. • Streven naar spreiding van functies over de provincie. • Heldere structuren voor (voor)overleg en samenwerking met andere overheden, zoals Rijk, gemeenten en waterschappen. • In overeenstemming brengen van provinciale, regionale en lokale structuurvisies. • Een grond- en/of ontwikkelingsbedrijf als instrument kan hiervoor dienstig zijn.
Ruimte voor landbouw en landschappelijk gebied Landbouw is één van de pijlers waar Gelderland op rust. Nergens is zoveel samenwerking tussen stedelijk gebied, platteland en waterbeheer nodig als in Gelderland. Diverse activiteiten om van de landbouw weer een gezonde bedrijfstak te maken zijn door de landelijke overheid opgestart en overgedragen aan de provincie. Het is de taak om de belangen van de agrariër optimaal te behartigen. Dit ook gezien vanuit het oogpunt dat de agrariër een ondernemer is die begaan is met natuurontwikkeling en –behoud, met welzijn voor mens en dier en met een harmonische beleving van de omgeving. Dit met aandacht voor de uitoefening van zijn beroep in de landbouw, tuinbouw, laanboomteelt, fruitteelt, veeteelt en alle andere manieren om de ruimte in de provincie deskundig te beheren en de gebruiken.
Concreet: • Landbouw is de belangrijkste beheerder van het landelijk gebied. • Gelderland heeft landschappelijk gezien een historie die bewaard moet worden. • Gebieden die grote landschappelijke waarde hebben (Veluwe, Achterhoek) moeten optimaal in de gelegenheid worden gesteld dit ook te behouden.
Ruimte voor verstedelijking Voor verstedelijking is een regionaal af stemmingskader noodzakelijk. De ver stedelijking zal zo gebundeld mogelijk moeten plaatsvinden vooral in de nabijheid van hoogwaardig openbaar vervoer. Meervoudig grondgebruik is wenselijk. Voor de bepaling van de verstedelijkingsruimte in de landelijke gebieden is de eigen behoefte uitgangspunt. Ook moet rekening gehouden worden met de verwachte krimp van de bevolking en de daarmee voorafgaande afvlakking van de behoefte aan woningen. Voor bedrijventerreinen geldt de SERladder (o.a. eerst herstructurering, dan pas uitbreiding; meervoudig ruimtegebruik). Naast overleg met gemeenten is regionale afstemming noodzakelijk.
Concreet: • Provinciale en regionale programmering van woningbouw en bedrijventerreinen. • Inbreiden en herstructureren boven uitbreiden. • Rekening houden met krimp van de bevolking en afvlakking van behoefte aan woningen.
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
14
• Bundeling van verstedelijking, bij voorkeur in de nabijheid van openbaar vervoersassen. • Bouwen moet ook kleinschalig in kleine kernen kunnen. • SER-ladder voor bedrijventerreinen hanteren.
Ruimte voor eigenheid in kleine kernen Kleine kernen zijn parels in het landschap. Vaak historisch gevormd. De SGP is van mening dat hiervoor optimaal aandacht moet zijn. Verlies van leefbaarheid in de kleinere kernen is gelijk aan het langzaam afbouwen van het Gelders landschap. Er moet worden voorkomen dat er een vicieuze cirkel ontstaat: minder inwoners, minder voorzieningen, waardoor nog minder inwoners komen, etc. Verbinding met openbaar vervoer van alle kernen is een primaire taak van de provincie. Met name in de Achterhoek dient de ontsluiting van de kernen een impuls te krijgen. Ook door een goed openbaar vervoer wordt de aantrekkelijkheid van de regio groter. Hierdoor kan de dreigende krimp mogelijk worden beperkt. Concreet: • Investeren in openbaar vervoer. • Verbeteren van minder goed presterende openbaar vervoers verbindingen (Achterhoek). • Gemeenten stimuleren het voorzieningenniveau acceptabel te houden.
Ruimte voor mobiliteit Het ruimtelijke ordeningsbeleid dient als basis voor het mobiliteitsbeleid. Hier is een integrale afweging noodzakelijk
voor alle vormen van vervoer. Bij wegen zal het accent liggen op verbetering en zo nodig verbreding bij het oplossen van knelpunten. Voor veel kernen zal dit middels een rondweg gestalte kunnen krijgen. Hierdoor neemt de rust en de veiligheid toe, hetgeen de leefbaarheid bevordert. Voor hoogwaardig openbaar vervoer, zowel per spoor, over de weg als over het water, moet de noodzakelijke ruimte worden gevonden. De SGP wil ook ruimte voor fiets- en wandelpaden.
Concreet: • Integrale benadering van ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteit. • Ruimte voor hoogwaardig vervoer over rail, weg en water; zowel voor goederen als personen. • Bij programmering van wegen richten op verbetering en oplossen van knelpunten. • Ruimte voor diverse vormen van fiets- en wandelpaden. • Bedrijfsterreinen en laad- en losplaatsen aan het water moeten gehandhaafd bestemd blijven. • Positieve randvoorwaarden voor vervoer over water.
Ruimte voor specifieke sectoren Voor visserij, aquacultuur, glastuinbouw, bollenteelt en sierteelt is ook ruimte nodig. Dat geldt ook voor Nimby-bedrijven, zoals bijvoorbeeld, puinbrekerinstallaties en afvalverwerkers. Ook voor deze sectoren geldt een opgave voor herstructurering van verouderde locaties en bundeling op bestaande terreinen en dus geen spreiding van deze functies naar open landschappen.
Concreet: • Ruimte voor duurzame sectoren, gericht op innovatie, efficiency en productiviteitsverbetering boven uitbreiding. • Herstructurering verouderde gebieden. • Concentratie van sectoren boven spreiding.
Ruimte voor open gebied De open gebieden zijn tot op heden de zwakke partij in de verdeling van de ruimte. Hier ligt in de visie van de SGP vooral een actieve rol voor de provincie. Er moet ruimte zijn voor een volwaardige, duurzame agrarische sector en ook voor verbreding van de landbouw. Gezien de verstedelijking is daarnaast voldoende natuur- en recreatieontwikkeling noodzakelijk. Ook hier dienen bij concrete maatregelen alle aspecten en gevolgen meegewogen te worden. Ook ruimte voor water is steeds meer noodzakelijk. Niet alleen de nieuwste inzichten wijzen dat uit, maar ook de ervaringen van de afgelopen jaren. Voor openbare nutsvoorzieningen moeten de landschappelijke effecten integraal worden meegewogen.
Concreet: • Bescherming van de open ruimte. • Ruimte voor gangbare duurzame, verbrede en alternatieve landbouw. • Ruimte voor natuurontwikkeling zo veel mogelijk in gebieden die voor de landbouw minder geschikt zijn. • Voldoende en goed bereikbare recreatiemogelijkheden in en om de steden.
• Vasthouden van zoetwater bij droogte mogelijk maken, waar mogelijk koppelen aan natuurontwikkelingen. • Zorgvuldigheid en integrale landschappelijke benadering van locaties voor openbaar nut, zoals windturbines, hoogspanningsmasten, noodzakelijke gebouwen daarvoor en reclamemasten.
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
16
3. Wonen
Wonen is één van de meest primaire levensbehoeften van de mens: iedereen heeft een dak boven het hoofd nodig. De provincie bouwt zelf geen woningen. Gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars zijn meestal initiatiefnemer. De provincie hanteert in overleg met de regio’s op basis van provinciale, regionale en lokale gegevens en ontwikkelingen een provinciale woonvisie (KWP: Kwaliteit Woningbouw Programma). In deze woonvisie worden regionale ontwikkelingen in de woningmarkt zichtbaar en wordt op zaken zoals afvlakking en krimp een antwoord gegeven. Indien nodig wordt naar afstemming gestreefd over de provinciegrenzen heen. De provinciale woonvisie kan gebruikt worden bij de regievoering voor regionale afspraken en om overheidssubsidies in het kader van stedelijke vernieuwing gerichter in te kunnen zetten. De SGP ziet een steeds sterker wordende rol van woningcorporaties in de provincie. De SGP ziet dat als een groot goed en wil deze nadrukkelijk betrekken bij het woningbeleid.
ten over het woningaanbod. Daarbij zal een antwoord gegeven moeten worden op de diverse behoeften, zoals starters, senioren, en het aandeel sociale woningen. Één van de doelen moet zijn de woningen die voor een bepaalde sector zijn bestemd ook daarvoor te behouden. Bijvoorbeeld woningen in de sociale sector moeten ook voor de minder draagkrachtige beschikbaar blijven. Een van de knelpunten in de woningmarkt is het zogenaamde ‘scheefwonen’ (er zijn statistisch gezien voldoende sociale woningen, maar voor een belangrijk gedeelte niet beschikbaar voor de doelgroep). Hiermee wordt bedoeld dat mensen met een hoger inkomen wonen in woningen in de sociale sector. Er vindt ook ‘scheefwonen’ plaats op bijvoorbeeld het aspect ‘leeftijd’. We zien dat jonge gezinnen in kleine huizen wonen terwijl oudere alleenstaanden grote woningen bezitten. Ook dit is een rem op het beschikbare woningaanbod. Dit kan verschillende goede redenen hebben. Één van de mogelijkheden is om actief met deze bewoners in gesprek te gaan.
Concreet:
Concreet:
• Hanteren van een provinciale woonvisie (KWP4,) gebaseerd op de behoeften en ontwikkelingen van regionale en lokale woonvisies. • De subsidies in het kader van stedelijke vernieuwing gericht inzetten in plaats van algemeen verspreiden over de gehele provincie.
• Maken van afspraken met de diverse regio’s over de woningmarkt. • Bevorderen dat gemeenten met de woningbouwcorporaties een actief beleid voeren om ‘scheefwonen’ te verminderen. • Verminderen van ‘scheefwonen’ is van invloed op het aandeel te bouwen woningen in de sociale sector. • Verminderen van ‘scheefwonen’ door leeftijd door ontwikkelen van voldoende zorg- en seniorenwoningen.
Woningaanbod Op basis van een provinciale woonvisie afspraken maken met regio’s en gemeen-
• Spreiding van woonruimte voor allochtonen boven concentratie.
Bouwen en leefomgeving Vanuit ruimtelijke overwegingen verdient het de voorkeur om de grenzen van de bebouwde kom te respecteren. Het is echter niet wenselijk primair voor inbreiden te kiezen. Aspecten als stedelijk groen, ruimte in de wijk en dergelijk zijn van wezenlijk belang voor het welzijn van de bewoners en de welstand van de woonomgeving. Het behoud van voldoende groen, speelplaatsen en andere recreatiemogelijkheden dicht bij huis is belangrijk. Een herstructurering van de ruimte kan hierin mogelijkheden bieden. Grootschaliger bouwactiviteiten dienen zoveel mogelijk bij openbaar vervoersassen te worden gesitueerd, hetgeen het belang van goed openbaar vervoer op het platteland onderstreept. Ook in kleine kernen moet woningbouw naar goede aard en schaal tot de mogelijkheden behoren, dit om de leefbaarheid te bevorderen en enige beweging in de lokale woningmarkt te houden. In de plaats waar mensen opgroeien, moet ook de mogelijkheid zijn een eigen gezin/bestaan op te bouwen en moet de mogelijkheid zijn om in een passende woonomgeving oud te worden. Goede voorzieningen in dergelijke kleinere kernen zijn daarvoor essentieel. Bij woningbouw- en stedelijke ontwikkelingen dient er voldoende zorg te zijn voor de leefomgeving en recreatieve mogelijkheden en bereikbaarheid daarvan. Dat wil zeggen, voldoende ruimte voor groen en speelmogelijkheden in
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
18
de plannen en aanbod en bereikbaarheid van recreatieve mogelijkheden in en om de steden.
Concreet: • Streven naar bouwen bij openbaar vervoersassen. • Ook in kleine kernen is naar aard en schaal woningbouw mogelijk. • Stimuleren van leefbaarheid kleine kernen middels bouwregulering. • Kwalitatief goede ruimte voor groen en speelmogelijkheden. • Goed bereikbare recreatieve mogelijkheden in en om de steden.
4. Landbouw en Natuur
De SGP houdt van de natuur. Niet alleen omdat natuur mooi en prettig is, maar ook omdat we eerbied hebben voor de Schepper en Zijn schepping. De provinciale overheid heeft een grote invloed op de inrichting van het landschap. Zij moet dan ook een integrale afweging maken tussen rode (stad), groene (land) en blauwe (water) functies. De natuur moet optimaal in haar waarde worden gelaten. Dit om een goede balans te houden tussen rood, blauw en groen. Een goede balans staat garant voor een optimale samenwerking van de beheerders van de gebieden. Voor verandering van de functie zal primair worden gekeken naar de gebieden met de minst grote landschappelijke waarde. Als besloten wordt een gebied landschappelijk gezien te devalueren zal altijd gezocht moeten worden naar compensatie. Dit dient met grote zorg te gebeuren. De provincie moet zoveel mogelijk de belangen van natuur en landschap bevorderen door gebruik te maken van agrarisch en particulier natuurbeheer. Natuur met een grote landschappelijke waarde kan op deze manier beschermd en in stand gehouden worden. En dat terwijl ze niet aangekocht hoeft te worden. Uiteraard dienen eigenaren een adequate vergoeding en langlopende contracten te krijgen. Dit geeft enerzijds zekerheid voor de eigenaren en anderzijds bevordert dit goed beheer. Het beheer van natuurgebieden is steeds vaker in handen van kleinere stichtingen. De SGP is voorstander deze stichtingen te helpen bij hun (vaak plaatselijk) werk.
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
20
Concreet: • Goede landbouwgrond niet gebruiken voor compensatie natuuraantasting. • Natuurgebieden overdag toegankelijk voor recreanten. • Bevorderen van beheer door agrariërs, particulieren en kleine stichtingen boven verwerving door de overheid. • Grondeigenaren dienen een adequate vergoeding en langlopende contracten te krijgen.
Ecologische hoofdstructuur (EHS) De overheid loopt achter bij het verwerven van gronden in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur. Dit heeft als consequentie dat er steeds meer ‘gedwongen’ verkopen kunnen gaan plaatsvinden door het onteigenen van gronden. De SGP bepleit hier zeer grote terughoudendheid. Het onteigenen mag nooit een dreigmiddel zijn en mag alleen dienen als uiterste middel om gestelde doelen in het algemeen belang te realiseren. Als grondbezitters volledig schadeloos zouden worden gesteld, zal er van gedwongen onteigening vrijwel nooit sprake zijn. De SGP wil door middel van ‘overleg aan de keukentafel’ tot goede oplossingen komen. Daarnaast pleit de SGP ervoor om ‘blijvende’ boeren, die hinder ondervinden van de EHS, een compensatie voor mogelijk geleden schade aan te bieden. De inrichting van een EHS is een goed initiatief, echter niet ten koste van alles. De provincie heeft in de visie van de SGP reeds voldoende gebieden aangekocht, hoewel die niet allen met elkaar in verbinding zijn gebracht. Het zou wenselijk zijn het
Landbouw
Cultureel beheer
• Bij vertraging realisatie EHS inzetten op bijstelling van ambities en temporisering. • Volledige schadeloosstelling grondbezitters bij het afstaan van de grond voor de EHS. • Financiële vergoeding voor ‘blijvende’ boeren’ die hinder ondervinden van de EHS. • Mogelijkheden particuliere initiatieven in de EHS opnemen. • Eigen grondverwerving stoppen.
Een vitale en duurzame landbouw is voor de provincie onmisbaar. De landbouw is van toegevoegde waarde, niet alleen economisch, maar ook vanwege de grote rol in de inrichting en beheer van het landschap. De agrarische sector (zowel tuinbouw, akkerbouw als veehouderij) staat echter onder druk door schaalvergroting, verstedelijking, regelgeving en internationale ontwikkelingen zoals het Europese landbouwbeleid. Dat heeft gevolgen voor de agrarische ondernemer. De druk op de agrarische sector vormt een bedreiging voor natuur en landschap, omdat deze sector vooral het landschap in al zijn diversiteit heeft vormgegeven en onderhouden. De SGP hecht grote waarde aan het behoud van de agrarische sector binnen de provincie.
Veel natuurbeheer is vanuit een historisch besef gegroeid. De specifieke natuurlijke en landbouwkundige elementen uit het verleden worden door actief beheer weer teruggehaald of in stand gehouden. Denk in dit verband aan het Achterhoekse coulisselandschap, de fruitteelt in de Betuwe, de zandverstuivingen op de Veluwe, etc.. De SGP vindt dat dergelijke landschappelijke invulling ook vanuit die historische cultuur beheerd moet worden.
Platteland
Concreet:
beleid aan te passen om er voor te zorgen dat de verbindingen tussen de gebieden die reeds in eigendom zijn wordt gemaakt daar particuliere initiatieven. Hierdoor hoeft de overheid niet meer te investeren in aankoop (en later beheer en onderhoud), maar kan de particulier of agrarische ondernemer dat doen.
Concreet:
De SGP vindt een vitaal platteland belangrijk. De provincie moet dan ook de vitaliteit van het platteland bevorderen. Gebiedsgerichte projecten moeten in nauw overleg met alle betrokken belangengroepen ontwikkeld worden. Het creëren en behouden van draagvlak is daarbij een leidend principe. Ook de communicatie met gebiedscommissies dient open, helder en transparant te zijn.
Concreet: • Gebiedsgerichte projecten moeten ontwikkeld worden in overleg met belangengroepen.
• Ondernemers moeten op ontwikkelingen in kunnen spelen en moeten daarvoor in staat gesteld worden kansen te benutten. • Ondernemers moeten waar mogelijk in een vroeg stadium worden betrokken bij ruimtelijke ontwikkelingen. • Door middel van het ruimtelijk beleid moet de provincie een duurzame, toekomstgerichte ontwikkeling van de landbouw mogelijk maken. • Bij planologische ontwikkelingen is vrijwillige kavelruil een belangrijk instrument. • (Lopende) landinrichtingsprojecten goed afronden.
Concreet: • Instandhouden schaapskudden (en andere grazers) op de Veluwe. • Stimuleren van het instandhouden en/of terugbrengen oorspronkelijke flora.
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
22
5. Milieu
Wij dienen de schepping te beheren alsof wij deze in bruikleen hebben. Dat wil zeggen dat we het kwetsbare milieu moeten beschermen en moeten zorgen voor de gezondheid van mens en dier. Het mag in de praktijk niet zo zijn dat het milieu, na aftrek van al onze behoeften, het sluitstuk is. Het milieubeleid dient een integraal onderdeel te zijn van het provinciaal beleid. Een integraal beleidsplan staat aan de basis van een goed en herkenbaar milieubeleid en wordt regelmatig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen. Daarin dienen omgevingskwaliteit, duurzaamheid, geluid, licht en afvalstoffen aan de orde te komen. Daarbij behoort tevens dat ingezet wordt op een actief communicatiebeleid, naar zowel bedrijven als naar de burgers. Communicatie, ook ter bevordering van persoonlijk verantwoordelijkheidsbesef, om het milieu goed te beheren en onnodige verspilling en verontreiniging tegen te gaan. Wil er van een geloofwaardig milieubeleid sprake zijn, dan staat of valt dit met controle en een consequent handhavingsbeleid. De provinciale organisatie dient hierbij zelf het goede voorbeeld te geven.
Duurzaamheid Het is van uitermate groot belang dat duurzaamheid meer en meer aandacht krijgt. Dat kan niet door het bedenken van regeltjes, maar moet door het veranderen van het bewustzijn van de Gelderlanders. Het is een bewustwordingsproces waardoor een gezamenlijk besef en een gezamenlijke invulling van het begrip ‘duurzaam’ ontstaat. De SGP
wil dat bewustwordingsproces optimaal stimuleren. Leefbaarheid, duurzaamheid en biodiversiteit zijn sleutelbegrippen van het provinciaal milieubeleid. Een duurzaam klimaat- en energiebeleid wordt met kracht voortgezet. Het gaat onder andere om het terugdringen van geluidshinder, het bestrijden van luchtverontreiniging (ook verminderen van de uitstoot van broeikasgassen), het tegengaan van bodemverontreiniging en het bevorderen van zogenaamde “schone” energieopwekking. Het aanpakken van de hinder bij de bron is effectiever dan bestrijding van de gevolgen. Vanzelfsprekend is het principe “de vervuiler betaald” van toepassing. Duurzaamheid in algemene zin dient te worden geoptimaliseerd door het bepalen van ‘footprints’ van producten en handelingen. Hiervoor moeten kaders worden afgesproken.
fsteken van vuurwerk dient te a gelden: de vervuiler betaalt, om die reden is een milieuheffing op zijn plaats. • Goed toezicht en handhaving gelden ook hier. • Gebruik van ecologische producten. • Duurzaamheid contractueel vereisen van partners.
Initiatieven om afvalstromen te beperken én hergebruik te bevorderen dienen ondersteund te worden. Door een goede verwerking van het afval kan de noodzaak tot het storten van afval verder worden teruggedrongen. Hiermee kan bereikt worden dat afvalstortplaatsen kunnen worden gesloten en dat nieuwe niet meer hoeven te worden aangelegd. Tegelijk worden dan de daarbij optredende overlast en gezondheidsrisico’s teruggedrongen.
Concreet:
Concreet:
• Bestrijding van geluidsoverlast door aanleg en onderhoud van duurzaam wegdek. • Vermindering van de uitstoot van stoffen door het stimuleren van duurzame brandstoffen bij het gunnen van concessies voor het openbaar vervoer. • Verdere terugdringing van lozingen van stoffen. • Bodemsanering en -beheer vereisen blijvende betrokkenheid van de provincie. • Beperking van het aantal ontgrondingen. • Bij vergunningverlening voor het
• Streven naar beperken en hergebruik van afvalstromen en dan verbranden en als laatste storten van afval (de “ladder van Lansink”). • Sluiten van overlast gevende stortplaatsen.
Afvalstoffen
Milieuvergunningverlening en -handhaving Op rijksniveau wordt gewerkt aan het realiseren van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’en), die de vergunningverlening, toezicht en handhaving voor gemeenten en provincies moeten gaan uitvoeren. In principe functioneren deze diensten met ingang van 2012 op de
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
24
schaal van de veiligheidsregio, tenzij provincie en deelnemende gemeenten gezamenlijk een andere geografische indeling afspreken. Het grote voordeel is de integrale vergunningverlening van de overheid, zowel provincie als gemeenten. De SGP is er op tegen dat deze diensten een eigen leven gaan leiden. Zo dient gewaarborgd te worden dat het beleid bij de verantwoordelijke overheden, zoals provincies en gemeenten blijft berusten. Daarom is een transparante aansturing van het grootste belang.
Concreet: • Heldere kaders van de verantwoordelijkheden. • Naast een inhoudelijke aansturing van een RUD ook een transparante bestuurlijke structuur. • Milieuvergunningen worden tijdig aangepast en vernieuwd, mede aan de hand van invulling van de “Best Bestaande Techniek”.
Energiebeleid Energiebeleid is meer nationaal beleid. Toch kan de provincie als middenbestuur wel degelijk invloed uitoefenen op het energiebeleid. Doel moet zijn vermindering van toepassing van fossiele brandstoffen zoals kolen, olie en gas. Daarmee worden we tegelijkertijd minder afhankelijk van politiek instabiele landen. Vooral bij ruimtelijke ontwikkelingen kan de provincie haar invloed aanwenden door te sturen op vermindering van energieverbruik en toepassing van koppeling van warmteproducenten aan warm-
teverbruikers. Bijvoorbeeld bij nieuwe woningbouwlocaties, nieuwe bedrijventerreinen en nieuwe glastuinbouwgebieden. Nogmaals: de eerste doelstelling moet zijn energiebesparing. Daarnaast moeten we nog meer inzetten op het overschakelen naar vernieuwbare energiebronnen zoals: zon, waterstroming, biomassa, wind. De SGP vindt initiatieven voor alternatieve energieopwekking waardevol. Om die reden moeten ook initiatieven voor mestvergistingsinstallaties doorgang kunnen vinden. Een energiebeleidsplan is daarbij een onmisbaar hulpmiddel. Gelderland dient de mogelijkheid te houden om kernenergie als energiebron beschikbaar te hebben.
Concreet: • Opstellen van een energiebeleidsplan. • Bij ruimtelijke ontwikkelingen consequent rekening houden met energiebeleid. • Energiebesparing als hoofddoelstelling. • Planmatige aanpak van het koppelen van producenten en verbruikers van warmte. • Stimuleren van zonne-energie. • Stimuleren van benutting van aardwarmte. • Stimuleren van koude- en warmteopslag. • Locaties voor windmolens uitgebalanceerd kiezen. • Zoveel mogelijk biomassa toepassen op basis van afval en zo min mogelijk op basis van speciaal daarvoor geteelde gewassen. Dit om de voedselschaarste niet onnodig te vergroten.
Voorbeeldfunctie Provincie De provincie moet op het gebied van duurzaamheid het goede voorbeeld geven. Niet alleen het beleid, maar ook de eigen bedrijfsvoering dient duurzaam te zijn.
Concreet: • Energieneutrale bedrijfsvoering. • Duurzaam inkopen en aanbesteden van goederen en diensten. • Vermindering van papierverbruik door verdergaande digitalisering. • Waar het uit veiligheidsoverwegingen kan, vermindering van wegverlichting. • Streven naar innovatieve wijze van wegverlichting. • Dienstauto’s en openbaar vervoer op milieuvriendelijke brandstof of elektriciteit. • Bevorderen van voldoende vulpunten voor alternatieve brandstof voor auto’s.
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
26
6. Water
De geschiedenis van Nederland is nauw verbonden met water. Nederland krijgt te maken met veranderende omstandigheden op klimatologisch gebied, die hun weerslag zullen hebben op de inrichting van ons land en het daarbij behorende beleid. Ook veranderend ruimtegebruik en een groeiende bevolking zullen van invloed zijn op het waterbeleid. Tevens is het gebruik van veel wateren zelf veranderd, van onderdeel van het landschap naar belangrijke zoetwatervoorzieningen en economische transportaders én als ecologische verbindingszones. Op Rijksniveau is het advies van de Deltacommissie gereed. Sinds december 2009 is het Nationaal Waterplan gereed, dat voor een deel een uitwerking is van het Deltaplan 2008. Het Nationaal Waterplan (NW) is een structuurvisie, dus een ruimtelijk plan. Het NW is van groot belang omdat Nederland hiermee dé beleidskeuzes voor het nationale zoet- én zoutwaterbeleid voor de periode 20092014 zal maken. Om het NW effect te laten hebben, dient dit verwerkt te worden in de nieuwe regionale waterplannen van de provincies.
Wateropgave Bevolkingsgroei in combinatie met welvaartgroei zorgt voor een toenemende vraag naar schoon zoetwater en een extra belasting van de natuurlijke wateren door de groei van afvalwater. Het behouden en verbeteren van de waterkwaliteit wordt handen en voeten gegeven door de Kaderrichtlijn Water (KRW). De uitwerking van de KRW is in volle gang. De doelen die hierin gesteld
zijn voor duurzaam watergebruik moeten in 2015 gerealiseerd zijn. Er dient wel voldoende aandacht te zijn voor de haalbaarheid van de gestelde doelen, en bijsturing van de doelen moet mogelijk blijven, en dient tijdig te worden ingezet.
niet strenger geïnterpreteerd worden dan noodzakelijk. In vast te stellen beheerplannen volgens Natura 2000 dient ‘bestaand gebruik’ zorgvuldig te worden vastgelegd om gebruik inclusief economische dynamiek in de toekomst nog mogelijk te maken.
Concreet:
Concreet:
• Het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water op een realistische manier. • Doelen uit de Kaderrichtlijn Water uiterlijk realiseren in 2015. • Indien doelen aangepast moeten worden, moeten maatregelen hiervoor tijdig ingezet worden. • De Provincie neemt het voortouw; als partners de doelen niet halen, dient dit tijdig gesignaleerd te worden en dient actie ondernomen te worden.
•W aterbeleid moet een mix zijn van belangen van alle gebruikers en actoren. • Bij herinrichtings- /herstelopgaven van waterwegen dienen naast de ecologische belangen ook de economische belangen gewaarborgd te worden. • Het blauwe goud – de recreatieve waarde van water voor watersport – moet gecombineerd kunnen worden met ecologische doelstellingen.
Waterbeleid
Waterbeheer
Het waterbeleid moet afgestemd worden op het veranderende klimaat en ruimtegebruik. Een toenemende bevolking zorgt voor een verstening van het landschap, afstemming van waterbeleid met ruimtelijke ordening is dan ook een vereiste. Hierbij komt dat naast het ruimtegebruik ook zeer intensief gebruik wordt gemaakt van het aanwezige water. Vaak is het een combinatie van zoetwatervoorziening voor bevolking, landbouw en natuur. Zowel een economische functie als een recreatieve functie, alsook een ecologische functie en waterbeheersende functie.
Goed waterbeheer, het veilig omgaan met water, is van groot belang voor ons land. Een toenemende bevolking, met een grote concentratie van deze bevolking in laaggelegen delen van Nederland, in combinatie met een hoge economische waarde, zorgt voor een toenemend belang van veiligheid.
Bij het vaststellen van waterbeleid moet Europese wet- en regelgeving
In belang van de veiligheid moeten de programma’s in het rivierengebied ‘ruimte voor de rivier’, conform het Deltaprogramma 2008 snel worden uitgevoerd. De noodzaak om zo snel mogelijk de geconstateerde achterstanden bij dijkversterkingen weg te werken, wordt onderschreven. Daarbij dient het primaire belang de veiligheid van
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
28
de inwoners te zijn. Ruimte voor de rivier zorgt tevens voor extra te beheren ruimte bij die rivieren. Het verdient aanbeveling de afspraken met de gebruikers van deze ruimte zodanig te maken dat de berging van het water optimaal is. Dit verdient de voorkeur voordat allerlei aanpassingen in de openbare ruimte worden uitgevoerd. Klimaatverandering zal naar verwachting ook leiden tot verdroging van de hogere gebieden in Nederland. Extra waterberging is dan ook noodzakelijk om voldoende zoet water te creëren voor bevolking, landbouw en natuur. Maatregelen voor het natuurlijk houden en herstel van natuurlijke waterlopen moeten genomen worden. Hierbij moet er aandacht zijn voor de economische factoren, zoals landbouw, visserij, scheepvaart en bedrijven. Aanpassingen mogen pas uitgevoerd worden als schadebeperkende en compenserende maatregelen genomen zijn. Waterbeheer berust voor een groot deel bij de Waterschappen. Deze vorm van bestuur (uniek in de wereld) is een goede. Waterschappen beschikken over een grote specifieke deskundigheid en uitvoeringsmogelijkheden. De slagkracht van de waterschappen dient door de provincie ondersteund te worden. Overname van deze taken en verantwoordelijkheden (door provincie of gemeente(n)) is in de ogen van de SGP afbreuk doen aan de eeuwenlange beheersdeskundigheid van de waterschappen. Door vermindering van
beschikbare deskundigheid en efficiëntere inzet van mens en materieel is het zinvol om de fusie van waterschappen te onderzoeken. Ook gelijktrekken van beheersgrenzen van het waterschap met provinciale grenzen is aanbevelenswaardig. Zorgvuldig en innovatief omgaan met de beschikbare zoetwatertoevoer vanuit het achterland is een vereiste om verdroging en verzilting tegen te gaan.
Concreet: • Vaart maken met het uitvoeren van de veiligheidsprogramma’s in de grote rivieren. • Zorgen voor een juridische basis voor schade- / compensatieregelingen voor uitvoering grote ruimtelijke wijzigingen, inclusief de bijbehorende monitoringsprogramma’s. • Beschikbaarheid van voldoende zoet water voor bevolking, landbouw, natuur en industrie. • Waterschappen instandhouden en optimaliseren.
7. Participatie en Zorg
Samen leven in de provincie betekent aandacht voor een goede balans tussen wonen, werken, recreëren en voldoende voorzieningen in de stad en op het platteland. De SGP is voor (over de gehele provincie verspreide en diverse) voorzieningen, die minimaal gelijke tred houden met de bevolkingsgroei.
Leefbaarheid De SGP heeft oog voor de leefbaarheid in de stad en op het platteland. De provincie moet de fysieke leefomgeving-, sociaal-economische en sociaalculturele activiteiten wegen en periodiek meten. Niet alleen de integrale ontwikkeling maar ook het behoud van de sociale en economische vitaliteit van stad en platteland behoren uitgangspunt van het beleid te zijn. Waar die ontbreken, stimuleert de provinciale overheid, die voorzieningen die van belang zijn voor de leefbaarheid en vitaliteit van stad en platteland.
Maatschappelijke deelname De mogelijkheid om volwaardig te participeren in de maatschappij wordt grotendeels bepaald door scholing en door werk, maar ook door persoonlijke vormgeving en zinvolle vrijetijdsbesteding. Activiteiten op zondag zijn beperkend voor de zondagsrust en krijgen niet de steun van de SGP. De provincie heeft niet meer dan een afgeleide, aanvullende taak op het terrein van onderwijs en sport. De SGP vindt dat de gemeenten een eerste taak op dit terrein hebben.
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
30
Concreet: • Spreiding van noodzakelijke voorzieningen (en de bereikbaarheid daarvan) over de gehele provincie is uitgangspunt. • In een tijd van ombuigen ligt de prioriteit niet bij grootschalige (sport)evenementen, maar juist bij voorzieningen die de gezondheid en veiligheid van de inwoners raken.
Cultuur Cultuur verrijkt het leven. De creatieve bron en gaven die God aan mensen schenkt, dienen tot ontplooiing te worden gebracht. De SGP is van mening dat ten aanzien van de kunst een terughoudend beleid dient te worden gevoerd. De SGP vindt dat cultuuruitingen de toets van Bijbelse normering moeten kunnen doorstaan. Kunstuitingen, in welke vorm ook, zonder besef van zedelijke waarden, zonder smaak en gevoel, wijst de SGP af. Ook op het terrein van cultuuruitingen geldt het principe dat de gebruiker betaalt. De overheid onthoudt zich dan ook van sponsoring van evenementen. Ook voor het realiseren van landschapskunst ziet de SGP geen taak weggelegd voor de provincie. Anders ligt dit met het in standhouden van de cultuurhistorie in de provincie. De SGP denkt dan aan monumenten, karakteristieke panden en voorwerpen evenals musea.
Concreet: • Het behoud van het cultureel erfgoed ziet de SGP als een provinciale taak. • De SGP vindt dat musea laagdrempelig en archeologische vondsten
toegankelijk voor een breed publiek moeten zijn. • De SGP wil de geschiedenis van de provincie nadrukkelijk onder de aandacht van de jeugd brengen. • Het belang van het in standhouden van bibliotheken onderschrijft de SGP, maar wijst een aanbod van (digitale) producten af die strijdig zijn met Gods Woord en goede zeden. • De SGP is van mening dat geen provinciaal geld (naast de rijksbijdrage) in de exploitatie van de regionale omroep moet worden gestoken.
Ontspanning De boog kan niet altijd gespannen staan. Vandaar dat er voldoende verantwoorde recreatieve ontspanningsmogelijkheden in de provincie aanwezig dienen te zijn. Het stimuleren en aantrekken van toeristisch-recreatieve vermaakindustrie ziet de SGP niet als een taak van de provinciale overheid.
Zorg voor elkaar Het zorgen voor elkaar is een belangrijk Bijbels uitgangspunt. De overheid vervult daarin een belangrijke rol. Alle burgers moeten kunnen beschikken over zorg die betaalbaar, toegankelijk en als het even kan, dicht bij de deur is en kwalitatief van een hoog niveau. De uitvoering van taken op het gebied van zorg ligt in principe bij de gemeenten. Als er wordt bijgedragen aan gemeentelijke taken is dat tijdelijk van aard en er op gericht om gemeenten in staat te stellen zelf verantwoordelijkheid te nemen.
Jeugdzorg
• Samen met de gemeentebesturen en maatschappelijke instellingen realiseert het provinciebestuur een sluitende keten voor jeugdzorgtaken. • Vroegtijdige signalering bij jongeren moet worden gestimuleerd. • Wachtlijsten in de jeugdzorg moeten verder worden teruggedrongen. • Maak verschil in preventie en lichte hulp én zware en complexe hulp. • Landelijk werkende instellingen verdienen steun van de provincies.
Landelijk is er sprake van een toename van opgroei- en opvoedingsproblemen. De vraag naar jeugdzorg neemt nog steeds toe. Het provinciaal bestuur zal samen met de gemeenten moeten komen tot een goede verdeling. De landelijke overheid wil de jeugdzorg bij de gemeente onderbrengen. De SGP maakt zich daar zorgen over. Het verplaatsen van de zorg op zich is goed. De problematiek is door een gemeente veel beter plaatselijk specifiek in te richten. Het is echter het risico voor een groot onderscheid tussen de invulling van de gemeenten dat de SGP vreest. De SGP vraagt zich ook af of de huidige gemeentelijke organisaties in staat zijn dit op de juiste wijze op te pakken. Een verschil tussen de gemeenten in de aanpak is onwenselijk. Er is een risico voor kwaliteitsverlies en kwaliteitsverschillen. De ambulante zorg kan eenvoudig door de gemeenten worden aangestuurd. Complexe zorg vraagt om gemeente overstijgende oplossingen. Zolang jeugdzorg nog onder verantwoordelijkheid van de provincie valt, vraagt dit om visie en regie. Het is een onderzoek waard of de gemeenten deze zorg middels de regio’s kunnen regelen. Hierdoor ontstaat een gebiedseigen aanpak die grootschalig genoeg is om de organisatie daarop adequaat in te richten.
De kwaliteit van de samenleving hangt in sterke mate af van opvoeding en scholing. De SGP vindt het gezin de kleinst mogelijke vorm van permanent samenleven van een aantal mensen. Daarbinnen zijn mogelijkheden om zich te ontwikkelen tot een evenwichtig mens. Daar vindt de primaire vorming plaats. Een deel van die vorming wordt uitbesteed aan het onderwijs. Vandaar het pleidooi voor onderwijs dat in het verlengde ligt van de opvoeding en vorming thuis. Met de term kostwinnerschap onderstreept de SGP de wenselijkheid dat ouders tot een rolverdeling komen tijdens de opvoeding die recht doet aan de maximale ontplooiingsmogelijkheden van het kind. Nadrukkelijk onderstreept ze daarbij dat de opvoedingstaak thuis bepaald geen minderwaardige is.
Concreet:
Concreet:
• Het gezin is de hoeksteen van de samenleving. • Bij het opzetten van de Centra voor Jeugd en Gezin stimuleert het provinciebestuur de gemeentebesturen.
Opvoeding en scholing
• Is van mening dat de provincie een actief bemiddelende en afstemmende rol kan hebben ten aanzien van de spreiding van (het) onderwijs(soorten).
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
32
Vindt dat de provincie moet coördineren in het streven naar een gevarieerd aanbod van volwasseneneducatie, inclusief her- en bijscholing.
Ouderenzorg De provincie vergrijst. In het ouderenbeleid moet met deze vergrijzing rekening worden gehouden. Ouderen dienen, naar de mening van de SGP, zolang mogelijk actief, zelfstandig en zelfredzaam in hun vertrouwde omgeving te kunnen blijven. De SGP is voorstander van kleinschalige woonvoorzieningen die goed bereikbaar zijn. Tevens dienen die woonvoorzieningen te liggen in de buurt van winkels en andere voorzieningen (bijvoorbeeld bibliotheek) zodat ouderen optimaal de gelegenheid hebben hun dag op een prettige wijze in te vullen. Deze kleinschalige woonvoorzieningen moeten hun eigen identiteit kiezen waardoor de bewoners ook in die voorzieningen een vertrouwde omgeving en sfeer beleven. De provincie stimuleert beleid voor woonzorgboerderijen en mantelzorgwonen in het landelijk gebied en voor spreiding van centra voor palliatieve zorg en hospices. Mantelzorgers en vrijwilligers zijn van groot belang in de zorg voor jong en oud. De provincie ondersteunt netwerken en steunfuncties die op hun beurt gemeenten ondersteunen bij het gemeentelijke beleid.
Mensen met een functiebeperking Letterlijk en figuurlijk stuiten mensen met een functiebeperking nog geregeld op allerlei drempels. De SGP vindt dat
dit absoluut niet kan. Zij moeten volwaardig in onze samenleving kunnen participeren en functioneren. De provincie stimuleert gemeenten en derden om hier actief beleid voor te ontwikkelen.
Collectief Vraagafhankelijk Vervoer Voor niet of minder mobiele inwoners is het openbaar vervoer van groot belang. Het provinciebestuur dient het collectief vraagafhankelijk vervoer te stimuleren. In samenwerking met gemeenten (WMO-vervoer) en het zorgkantoor (AWBZ-vervoer) dient het doelgroepenvervoer zo efficiënt mogelijk georganiseerd te worden.
8. Economie
Alles lijkt vaak ondergeschikt gemaakt te worden aan het economische belang. De SGP onderkent het belang van economische groei en economische vooruitgang, maar wil hierbij het Bijbelse rentmeesterschap, het bouwen èn bewaren voorop stellen. De SGP is voorstander van een week waarin zes dagen gewerkt kan worden en de zondag met rust wordt gelaten. De samenleving zou haar collectieve rustmomenten moeten koesteren en bevorderen om het sociale gezinsleven te bevorderen. Zeker niet alleen omdat een periodiek rustmoment goed is voor de mens, maar bovenal omdat het Gods dag is. Economische ontwikkeling is geen doel op zich: immers zij heeft gevolgen voor het ruimtegebruik, voor de infrastructuur, woningbouw en aangelegenheden zoals mens en milieu (rentmeesterschap). De economie moet dus altijd in samenhang met andere beleidsterreinen beoordeeld worden. De taken van de provincie op sociaaleconomisch gebied zijn ook het scheppen van voorwaarden voor een optimale ontwikkeling op het gebied van ondernemerschap (met name in het MKB en in de agrarische sector), werkgelegenheid, arbeidsmarkt en bedrijfsleven. De provincie moet daarbij initiërend, stimulerend en coördinerend optreden. De SGP bevordert dat vestiging van industrie en dienstverlening plaatsvindt binnen randvoorwaarden die een goede ontwikkeling mogelijk maken en die
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
34
t evens recht doen aan de belangen van milieu, natuur en landschap. Een onderwerp wat niet gemist mag worden is de innovatie. Willen we een kenniseconomie worden en minder afhankelijk van de scheefheid tussen wonen en werken, dan is de nieuwe kenniseconomie van groot belang. Maar deze kan niet bloeien in een maatschappij waarin we onbekenden voor elkaar zijn en blijven. Gelderland kent hierin haar eigen kennisontwikkeling. Denk aan de Foodvalley, Health-valley en het duurzame Groenlo-convenant en niet te vergeten Betuws Bloem. De focus op een paar speerpunten zou een stimulans voor de provincie zijn. Vroegtijdige uitval in het onderwijs moet worden tegengegaan. Onderwijs, onderzoek en ontwikkeling zijn van het grootste belang voor de toekomst van Nederland als kennisland. De SGP ziet graag dat het bedrijfsleven zich aansluit bij de beschikbare kennis in hogescholen en universiteiten. Hierdoor ontstaat een optimale uitwisseling (en dus behoud van) kennis en wordt de basis gelegd voor een goede arbeidsparticipatie in de provincie.
Concreet: • Investeren in regionale kennisnetwerken van onderwijs en bedrijfsleven. • Onderzoek en ontwikkeling stimuleren en “bruggenbouwer” zijn voor samenwerking met het onderwijs. • Projecten voor een betere afstemming tussen arbeidsmarkt en onderwijs stimuleren. • Bij provinciale aanbestedingen en
opdrachten de opdrachtnemer stimuleren dat deze werknemers met een functiebeperking en jongeren in dienst neemt. • Aandacht voor participatie van achterstandsgroepen op de arbeidsmarkt. • Regionaal of provinciaal ontwikkelingsbedrijf is een instrument om de economische doelstellingen te kunnen bereiken. Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen (HIRB) is voor het beter gebruiken van de ruimte belangrijk. Het stimuleren en faciliteren van overleg tussen provincie, gemeenten, Kamers van Koophandel en individuele bedrijven is daarbij van groot belang. De SGP vindt dat het milieu en de omgeving ruime aandacht verdienen bij het vestigingsbeleid van bedrijven. Maar dat mag niet betekenen dat de provincie optreedt als vertragende factor.
Toerisme Toerisme is vooral voor Gelderland een belangrijke economische peiler, ook voor het platteland. De provincie stimuleert het agro-toerisme, omdat een goed ontwikkeld platteland ook belangrijk is voor de stedeling. De SGP is daar voorstander van. Toeristische activiteiten mogen geen bedreiging voor de conditie van bijzonder cultureel en natuurlijk erfgoed vormen (duurzaam toerisme). Informatievoorziening voor de toerist is van groot belang. Het internet is daarbij een belangrijk medium, hierin dient te worden geïnvesteerd, zowel door VVV’s als door ondernemingen binnen de toeristische sector. De provincie heeft een belangrijke voorwaardenscheppende rol in het behoud en ontwikkelen van recreatievoorzieningen zover dit geen afbreuk doet aan de Bijbelse waarden, onder andere wat zondagsrust en zedelijke normen betreft.
Door de ongelijke verdeling van wonen en werken is er een grote woon-werkpendel. Deze pendel moet worden terug gedrongen door betere afstemming van woonlocaties en werklocaties. Optimalisatie van openbaar vervoer tussen woon-, studie- en werkgebieden is hiervoor een vereiste.
Recreatieve ontwikkelingen mogen niet het eigene van de lokale gemeenschap aantasten. Ook zijn er goede faciliteiten nodig voor de ondersteuning van het toerisme.
Concreet:
Concreet:
• Integrale aanpak op de gebieden ruimtelijke ordening, economie en verkeer. • De provincie zet zich in voor een snelle en soepele afwikkeling van vergunningaanvragen.
• Op het gebied van lange-afstand wandel-, fiets- en vaarverbindingen de ondernemers stimuleren de onbenutte marktpotentie van recreatiegebieden te ontwikkelen.
• Ook vanwege de economische effecten het eigen imago versterken door toeristische evenementen te stimuleren die verwijzen naar de lokale/regionale cultuur(historie).
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
36
9. Mobiliteit
De kwaliteit van onze samenleving wordt mede bepaald door de mogelijkheden voor de burger om zich te kunnen verplaatsen. Mobiliteit is niet alleen belangrijk voor het maatschappelijk verkeer maar ook als het gaat over recreatie en voor de burger als individu. De groei van de mobiliteit heeft niet alleen bijgedragen aan het ontstaan van knelpunten in het wegennet, maar heeft ook negatieve effecten op het leefmilieu. De SGP vindt dat ten aanzien van de mobiliteit de provincie zorg moet dragen voor optimale veiligheid.
Wegennet De SGP erkent dat de provincie een taak heeft ten aanzien van deze basisvoorziening en dat zij daaraan voortvarend gestalte dient te geven. Dit geldt voor het provinciale wegennet en voor de bemoeienis van de provincie met projecten die de doorstroming van het verkeer bevorderen. De SGP wil het autogebruik in goede banen leiden waardoor de kwaliteit van de leefomgeving wordt verbeterd. De SGP pleit voor duurzaam veilig verkeer met betrekking tot de kwetsbare groepen in het verkeer, zoals fietsers, voetgangers en de mindervalide verkeersdeelnemers.
Concreet: • Doorgaand verkeer waar mogelijk omleiden buiten woonkernen. • Aanpassen en opwaarderen van het bestaande provinciale wegennet
heeft de voorkeur boven aanleg van nieuwe wegen. • Aanleggen van goede en verlichte carpoolplaatsen. • Aanleggen van transferia nabij knooppunten van autosnelwegen en spoorverbindingen bevorderen. • Aanleggen van fietspaden met bij behorende voorzieningen stimuleren. • Onderzoek naar mogelijkheden voor aanleg van fietssnelwegen in dichtbevolkte gebieden welke niet gekruist worden door het overige verkeer. • Onderdeel van duurzaam en veilig verkeer is een goede en effectieve gladheidbestrijding. • Beheer en onderhoud van de provinciale wegen, bruggen en viaducten dienen doelmatig en efficiënt te zijn.
Openbaar vervoer De provincie is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer. De SGP wil dat het gebruik van het openbaar vervoer toeneemt. Openbaar vervoervoorzieningen dienen hiertoe goed te zijn. Ook bedrijventerreinen dienen bij voorkeur met openbaar vervoer (OV) bereikbaar te zijn en te blijven. De provincie stimuleert carpoolen door de aanleg van carpoolplaatsen te ondersteunen. Ook scholen (met name MBO-, HBO-scholen en Universiteiten) dienen goed bereikbaar te zijn vanuit het hele land. Openbaar vervoer verbindingen met Duitsland dienen ook op scholen en bedrijventerreinen gericht te zijn. Voor de SGP is de sociale veiligheid in het openbaar vervoer een essentiële voorwaarde voor een goed functione-
ren van deze voorzieningen. De treinverbindingen dienen efficiënt te zijn en blijvend goed te functioneren. Uitval van treinen is funest voor de mobiliteit en de regio.
Concreet: • Goede afstemming tussen de verschillende vormen van vervoer. • Instandhouden van snelnetverbindingen. • Continuïteit in het functioneren van het spoorwegnet. • Realiseren van P&R-voorzieningen en voldoende fietsenstallingen. • Opzetten en uitbreiden van collectief vraagafhankelijk vervoer. • Goede communicatie, voorlichting en informatie over de mogelijkheden en nut van het openbaar vervoer in de provincie. • Adequaat toezicht, controle en handhaving om de veiligheid op bussen en treinen te bevorderen.
Railvervoer Het personenvervoer per spoor juicht de SGP van harte toe. Ook de toename van vrachtvervoer per spoor vindt de SGP een goede zaak. De SGP vraagt aandacht voor negatieve elementen als geluidsoverlast, schade door trillingen en voor de veiligheid van de omgeving rondom de railverbindingen. De SGP vindt dat het vervoer van gevaarlijke stoffen door woongebieden zoveel mogelijk moet worden geweerd uit oogpunt van de veiligheid en de ontwikkeling van deze gebieden.
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
38
Spoorvervoer dient te allen tijde geoptimaliseerd te zijn voor personenvervoer, behoudens de speciaal voor goederenvervoer bestaande trajecten.
Concreet: • Gevaarlijke stoffen dienen buiten woongebieden om vervoerd te worden. • Terugdringen van geluidsoverlast door middel van raildempers heeft verreweg de voorkeur boven het plaatsen van uitzicht benemende en landschap ontsierende geluids schermen. • Passende maatregelen nemen om schade door trillingen te beperken of te voorkomen. • De Achterhoek moet door middel van spoor beter ontsloten worden.
Vervoer over water Vanwege milieu- en energieaspecten vindt de SGP dat het goederenvervoer per water gestimuleerd moet worden. Het personenvervoer over water (veerponten) zijn kenmerkend voor het Gelders landschap dat is doorsneden door verschillende grote rivieren. De SGP ziet deze verbindingen graag intact. De veerpont heeft een belangrijke rol in verbindingen tussen gemeenten (lokaal verkeer en schoolgaande jongeren). Beheer en onderhoud van waterwegen verdienen voortdurend aandacht. Daarbij heeft de waterkwaliteit en de waterveiligheid voor de SGP hoge prioriteit.
Concreet: • Ondersteunen van initiatieven voor
het ontwikkelen van combiterminals voor goederenoverslag per water, rail en weg. • Aanleggen van milieuvriendelijke oevers; aanleg en onderhoud van o.a. beschoeiingen door gebruik van duurzame materialen. • Ondersteunen van veerponten over de Gelderse rivieren.
10. Veiligheid
De openbare ruimte is van ons allemaal. Het handhaven van de rechtsorde en het beschermen van de burgers is een kerntaak van de overheid. De vraagstukken op dit terrein zijn in onze moderne samenleving de laatste jaren veel complexer geworden. Overheidsbestuurders hebben de opdracht om aan de toenemende eisen van de maatschappij op het gebied van rampenbestrijding, crisis management, criminaliteitsbestrijding en veiligheid te voldoen. De provincie dient toe te zien op de totstandkoming en gemeentelijke naleving van gemeentelijke bepalingen op het gebied van gevaarlijke stoffen. Het regelmatig houden van rampenoefeningen is nodig voor een blijvend goede en adequate hulpverlening. Ook hierin zal de provincie moeten coördineren en stimuleren.
Integraal veiligheidsbeleid Bevordering en handhaving van de openbare orde en veiligheid moet vorm en gestalte krijgen in goede samenhang en samenwerking met de hogere en lagere overheden. Veiligheid houdt immers niet op bij provinciale grenzen. De SGP is dan ook voor een provinciale grensoverschrijdende samenwerking op onderdelen die dat behoeven. Het beter en effectiever omgaan met middelen door samenwerking bij rampenbestrijding is een goede zaak.
Concreet: • Het belang van preventie blijvend benadrukken; preventie is een kernbegrip. • Scherp toezien dat gemeenten een goed functionerend rampenplan hebben.
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
40
11. Financiën
Uitgangspunt voor een gezond financieel beleid is naar de opvatting van de SGP een deugdelijk onderbouwde sluitende meerjarenbegroting. Om het beleid daadwerkelijk te kunnen uitvoeren, zijn voldoende financiële middelen nodig. In algemene zin wil de SGP dit doen tegen de achtergrond van het totale uitgaven- en takenpakket, waarbij duidelijkheid geboden wordt of het gaat om wettelijk voorgeschreven, noodzakelijke, nuttige en/of gewenste bestedingen. Zowel bij nieuw beleid als bestaand beleid moet steeds een zorgvuldige afweging plaatsvinden. De provinciale overheid dient als een goed rentmeester met haar geldmiddelen om te gaan op een wijze die de toets van Bijbelse waarden en normen kan doorstaan.
Begroting en rapportages Voor het opstellen van een sluitende meerjarenbegroting dient het voorgenomen provinciaal beleid in SMARTgeformuleerde (dus specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden) indicatoren te worden vertaald. Deze zijn: 1e wat willen we bereiken (uitkomst) 2e wat gaan we ervoor doen (prestaties) en 3e wat mag het kosten. Deze indicatoren gelden als kaderstellend en op basis daarvan wordt in de rapportages verantwoording afgelegd. Bij dit beleid behoort voor de bewaking een deugdelijk financieel controlesysteem. De basis van de begroting en rapportages dient ontleend te zijn aan duidelijke kaderstellende beleidsstukken.
Concreet: • Sluitende meerjarenbegroting. • Deugdelijke onderbouwing van reserves en voorzieningen, geen lasten naar de toekomst. • Provinciaal beleid wordt in SMARTgeformuleerde indicatoren vertaald. • Goed financieel controlesysteem. • Benoemen van prioriteiten. • Duidelijk inzicht in de wettelijke taken, de autonome (zelfgekozen) taken en de taken die samen met anderen worden uitgevoerd.
Inkomsten De Provincie heft leges voor diensten, opcenten op de houderschapsbelasting en ontvangt een uitkering van het Rijk uit het Provinciefonds. Om de lasten voor de burgers te beheersen, mogen de leges en opcenten in principe hoogstens trendmatig worden aangepast. Bij dreigende tekorten dient eerst gekeken te worden naar bezuinigingen, het afstoten van taken en het herdefiniëren van beleid. Taakgerichte bezuinigingen en decentralisatie van taken door het Rijk zullen daar grote invloed op hebben. Daarbij komt ook de voorgenomen herverdeling van de uitkeringen van het Provinciefonds.
Concreet: • Sober financieel beleid om de lasten voor de burger zo laag mogelijk te houden. • Bij dreigende tekorten eerst zoeken naar bezuinigingen en richten op de kerntaken. • Regionale uitvoering door het Rijk decentraliseren naar het
iddenbestuur, gekoppeld aan de m nodige middelen. • Efficiëntere aanpak doordat ieder overheidsorgaan zich scherper richt op haar eigen taak en rol. • Evenwichtige herverdeling van het provinciefonds.
Organisatie De Provincie moet streven naar een efficiënt werkende en resultaatgerichte organisatie. De verantwoordelijkheden moeten op het juiste niveau liggen. De organisatie dient afgestemd te zijn op de taken. Het inhuren van externen moet beperkt blijven tot specifieke deskundigheden, die niet in de eigen organisatie beschikbaar zijn. Om een duidelijk beeld te houden, dient er periodiek een vergelijkend onderzoek uitgevoerd te worden tussen provincies onderling naar effectiviteit en efficiency.
Concreet: • Efficiënt werkende organisatie. • Slanke organisatie afgestemd op de taken. • Voor specifieke deskundigheid moet altijd een goede afweging worden gemaakt of er personeel wordt ingehuurd. • Regelmatig vergelijkend onderzoek.
Subsidies Subsidies zijn naar hun aard aanvullend op andere inkomstenbronnen. Bij voorkeur dient gekozen te worden voor budgetfinanciering met concrete prestatieafspraken. Jaarlijks vindt verantwoording plaats over de verstrekte subsidies en bereikte resultaten.
Verkiezingsprogrammma 2011 -2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
42
De subsidies worden periodiek geëvalueerd en getoetst op doelmatigheid en doeltreffendheid. Bij subsidieverlening aan identiteitsgebonden instellingen moeten algemene instellingen gelijk behandeld. De provinciale overheid dient een betrouwbare partner te zijn bij langdurige afspraken.
Concreet: • Subsidies behouden het karakter van aanvulling. • Subsidies moeten bijdragen aan de provinciale doelen. • Subsidies worden periodiek geëvalueerd op nut en noodzaak. • Identiteitsgebonden instellingen worden net zo behandeld als algemene instellingen. Cofinanciering Europees- en Rijksbeleid Zowel het Rijk als Europa decentraliseert de uitvoering van een deel van haar taken naar het middenbestuur waarbij dikwijls cofinanciering één van de elementen is. Het regionaal beleid van Europa moet intensief worden gevolgd om daarmee te bereiken dat de gelden die daar ter beschikking komen ook voor onze inwoners kunnen worden benut. Dat geldt ook voor de Rijksoverheid. Steeds zal moeten worden afgewogen of de uitvoering van die taken behoort tot het provinciaal belang. Vermeden moet worden dat provinciaal geld gebruikt wordt om de tekorten van rijksopgaven te dekken. Cofinanciering voor ondernemers werkt samenwerking met de lokale overheid in de hand. Dat is een groot goed. Door beperking van de financiële middelen
van de overheid worden echter ook ondernemersinitiatieven belemmerd. Er dienen meer inventievere mogelijkheden te komen zodat overheden het financieringsdeel kunnen (uit)lenen. Hierdoor kan de ondernemer de investering ondanks de financieel zwakke overheid doorzetten en de lening op termijn afbetalen.
Concreet: • Actieve inzet om Europees beleid te benutten voor provinciaal beleid. • Cofinancieringsvoorstellen moeten steeds afgewogen worden of deze passen in het provinciaal beleid.
12. Het laatste woord
Ongetwijfeld heeft u ook nog naar uw bijzondere aandachtspunten gezocht. Mogelijk hebt u die niet alle aangetroffen. Dit programma kan niet uitputtend zijn. Dat is maar goed ook, want dan zou ons programma een checklist zijn dat slechts door de uitvoerenden afgevinkt hoeft te worden, ontdaan van alle menselijke aspecten. Het gaat dan ook niet om de woorden, maar om de geest die het programma ademt. Het is de toon die de muziek maakt, niet de afzonderlijke muzieknoten. Wij hebben ons er op gericht het programma voor Gelderland zodanig vorm te geven dat er recht gedaan wordt aan de inwoners en haar omgeving. Het welzijn van de mens en het welzijn van de omgeving is essentieel. Wij zijn door God geschapen en dienen Zijn schepping als rentmeesters te onderhouden.
“Alles wat adem heeft, love den HEERE”. (Psalm 150:6)
Verkiezingsprogrammma 2011 - 2015 van de Staatkundig Gereformeerde Partij in Gelderland
44
Notities
Secretariaat Laan 83 • 8071 JJ Nunspeet telefoon (0341) 25 82 62
[email protected] • www.sgpgelderland.nl