LANDELIJK VERBAND VAN STAATKUNDIG GEREFORMEERDE STUDIEVERENIGINGEN SGP-JONGEREN
UPPPMiniMG
Info serie Het Landelijk Verband van Staatkundig Gereformeerde Studieverenigingen heeft vooral een dienende functie naar leden en studieverenigingen toe. De infoserie is ook met dit doel opgezet. Door middel van compact en vlot geschreven boekjes moet de lezer zich snel in de materie in kunnen lezen. Zo krijgt de lezer zicht in de problematiek en zicht op de visie van de SGP. Bovendien beoogt de infoserie een bijdrage te leveren aan de invulling van de studievereniging. Met behulp van deze boekjes kunnen leden zich voorbereiden op, of een onderwerp maken voor de verenigingsavond. Bovendien worden er nog adviezen gegeven voor de invulling van de avond zelf. De infoserie is een uitgave van het Landelijk Verband van Staatkundig Gereformeerde Studieverenigingen, en valt ook onder haar verantwoordelijkheid. Reacties op de vorm en inhoud zijn van harte welkom. De info-katernen zijn te bestellen bij: LVSGS/SGP-jongeren Laan van Meerdervoort 165 2517 AZ 's-Gravenhage 070-456226/468688
GUI00 DE BRESSTICHTING STUDIECENTRUM S G P L A A N VAN M E E R DERVOOR T 1 6 5 2517 A Z D E N HAAG 070-3468S88/3456226
DE DUITSE HERENIGING Bevrijding of bedreiging?
scribenten: drs. H. Lenselink ir. L. van der Waal drs. C. Blenk
sectie
LANDELIJK VERBAND VAN STAATKUNDIG GEREFORMEERDE STUDIEVERENIGINGEN SGP-JONGEREN
Info Zaken _J
Inhoudsopgave:
Inleiding
De Duitse hereniging: Bevrijding of bedreiging? De gevolgen van de Duitse eenwording voor de politieke machtsverhoudingen.
door drs. H. Lenselink Drs. H. Lenselink is docent geschiedenis aan het Lodensteincollege te Amersfoort. Hij behandelt de eenwording van Duitsland vanuit een historisch perspectief en gaat in op de politieke gevolgen van de eenwording.
4
De Duitse eenwording: Tijdbom of motor achter de Europese eenwording?
door ir. L. van der Waal Ir. L. van der Waal is lid van het Europese Parlement voor de SGP/GPV/RPF. Hij beschouwt van de Duitse eenwording vanuit een Europees perspectief en geeft daarbij de gevolgen voor de Europese eenwording aan.
"Ik gun ze de vereniging, de besten hebben erom gebeden".
interview met drs. C. Blenk door drs. W.H. Dekker en drs. A.A. van der Schans Drs. C. Blenk is Nederlands Hervormd predikant te Amsterdam en studeerde theologie en geschiedenis. Hij geeft een beschouwing over de Duitse eenwording vanuit zijn contacten met Oostduitse christenen.
11
Voorwoord
Berlijn, 3 oktober 1990, 0.00 uur. Een grote zwart-geel-rode vlag wordt gehesen voor het Rijksdaggebouw. De vereniging van de Bondsrepubliek Duitsland en de Duitse Democratische Republiek is een feit geworden. De president van het nieuwe Duitsland, Richard von Weizsäcker sprak de historische woorden: 'Wij willen de wereldvrede dienen in een verenigd Duitsland'. De hereniging van Duitsland is een mijlpaal in de naoorlogse Europese geschiedenis. Tegelijkertijd rijzen er verschillende vragen op. Hoe is het ooit tot een splitsing van Duitsland kunnen komen? Wat zijn de politieke gevolgen van het feit, dat Oost- en West-Duitsland weer verenigd zijn? Wat zijn de gevolgen van de Duitse eenwording voor de Europese eenwording? Hoe ervaren Duitse christenen de eenwording? Op deze vragen geven de schrijvers van deze brochure een antwoord. De heer Lenselink beschrijft de hereniging van Duitsland vanuit een historisch perspectief en geeft de gevolgen aan voor de politieke verhoudingen in Europa. De heer Van der Waal gaat in op de vraag wat de gevolgen van de Duitse eenwording zijn voor de vereniging van Europa. Hij behandelt ook de verhouding van de Europese Gemeenschap met de Oost-Europese landen en gaat in op de gevolgen voor de economie. Dominee Blenk spreekt in een interview over de visie van voorheen Oostduitse protestantse christenen op de omwenteling. Hierbij komen aan de orde: de houding van hen ten opzichte van het communistische regime, hun betrokkenheid bij de politiek, de schuldvraag van de oorlog en de duiding van de gebeurtenissen als Gods Hand. De verschillende invalshoeken van degenen, die aan dit boekje hebben bijgedragen, waarborgen de diversiteit van de brochure, waardoor hopelijk een goed beeld ontstaat van allerlei aspecten van de Duitse eenwording.
Gijsbert Wolvers, jeugdwerkadviseur LVSGS/SGP-jongeren
3
De Duitse hereniging: Bevrijding of bedreiging?
door drs. H. Lenselink
Twee dingen springen in het oog als we de situatie rond de "beide Duitslanden" onder de loep nemen. In de eerste plaats de grote snelheid waarmee het hele gebeuren zich voltrekt en in de tweede plaats de "historische belasting" van de huidige ontwikkelingen. De ontwikkelingen gaan zo snel dat de ene dag ingenomen standpunten de volgende dag alweer door de feiten achterhaald kunnen zijn. Ja, zo snel verlopen de gebeurtenissen dat wij niet meer in staat zijn ze in geordende historische perspectieven in te passen. Meestal gaan ideeën vooruit aan historische ontwikkelingen, maar nu plaatsen de gebeurtenissen de politici voor voldongen feiten. Europa is in snel tempo op weg naar een nieuwe politieke situatie en de betrokken politici lopen veelal achter de feiten aan. De kansen om nog invloed uit te oefenen zijn daarmee minimaal geworden. Iemand vergeleek het schrijven over de Duitse kwestie met het verwisselen van een wiel aan een nog rijdende auto! Het tweede wat opvalt is wat onder historici wordt aangeduid als de "taaiheid van de geschiedenis". Bedoeld wordt de historische belasting van de huidige ontwikkelingen in Europa. Wat die historische belasting betreft, valt te denken aan de bekende uitspraak van de Duitse historicus Haffner: "De wereld van vandaag, of ons dat nu bevalt of niet, is het werk van Hitier". Zonder Hitier zouden Duitsland en Europa niet zijn verdeeld, waren er geen Amerikanen en Russen in Berlijn, bestond Israël niet en had de dekolonisatie niet in het huidige tempo plaats gevonden. Wat we nu meemaken is in feite de afrekening met de Tweede Wereldoorlog en de gevolgen van de Koude Oorlog. De huidige situatie in Duitsland heeft immers alles te maken met de ontwikkelingen die het Sovjet-imperium onder Gorbatsjov doormaakt.
Van deling tot hereniging Kort na de Tweede Wereldoorlog, in juli '45, kwamen de geallieerden te Potsdam overeen hoe men in hoofdlijnen met het verslagen Duitsland zou handelen. Zo zou een vredesverdrag met geheel Duitsland worden voorbereid en zolang er nog geen democratische regering in Duitsland was, zou het bestuur berusten bij de geallieerde controleraad. Deze controleraad bestond uit de vier militaire bevelhebbers van de bezettingszones. De tegenstellingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie 4
De muur (foto RD)
groeiden echter zo snel dat van een gemeenschappelijk vredesverdrag nooit meer iets is gekomen. De beginnende Koude Oorlog veroorzaakte de deling van Duitsland. De beide Duitslanden werden de voorposten in de machtsstrijd tussen Oost en West. En het in de Russische sector gelegen Berlijn werd in dit verband wel de "koortsthermometer van de Koude Oorlog" genoemd. De Westerse machten voegden hun bezettingszones samen tot een economische eenheid en voerden in 1948 een valutahervorming door met als nieuwe munteenheid de D-mark. Als gevolg hiervan ontstond de crisis rond Berlijn. In deze periode werd de splitsing van Duitsland een feit met het ontstaan van de Bondsrepubliek Duitsland en de Duitse Democratische Republiek. In de DDR ging men de weg op van de socialistische planeconomie naar Russisch model. In 1953 kwam het tot stakingen in Oost-Berlijn. Slechts met behulp van Russische tankdivisies kon deze opstand worden bedwongen. Uiteindelijk moest een muur worden gebouwd om te voorkomen dat het "arbeiders-paradijs" helemaal zou leeglopen. De DDR was een kunstmatige constructie, het produkt van de Russische bezettingsmacht, met als enige bestaansgrond de communistische ideologie.
"Westpolitik" In het Westen kwam in 1949 de grondwet voor de Federale republiek Duitsland tot stand. Bij de afkondiging sprak Adenauer: "Een nieuw Duitsland is thans geboren". Wel bleef men hopen op hereniging van beide Duitslanden en met het oog hierop kreeg de grondwet een voorlopig karakter en werd Bonn als voorlopige hoofdstad gekozen. Tot 1963 zou Adenauer de Westduitse politiek beheersen. In de buitenlandse politiek zocht hij nauwe aansluiting bij het Westen. De basis van zijn zogenaamde "Westpolitik" werd gevormd door een vriendschapsverdrag met Frankrijk. Verder was Adenauer een vurig pleitbezorger voor de Europese eenwording. Zo deed hij Duitsland toetreden tot de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de EEG. Het zich economisch snel herstellende West-Duitsland werd een belangrijke partner in het Westeuropese blok. In de Koude Oorlog koos Adenauer partij voor de Verenigde Staten en in 1955 trad Duitsland toe tot de NAVO. We constateren hoe de ontstaansgeschiedenis van Duitsland nauw verweven is met de Koude Oorlog. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het einde van de Koude Oorlog direkt gevolgen had voor de Duitse situatie. Toen Gorbatsjov bij zijn perestrojkapolitiek niet meer bereid was, of in staat bleek, om de regimes in de Oostbloklanden met militaire macht in het zadel te houden, voltrokken zich de veranderingen in hoog tempo. In de zomer van vorig jaar werd het IJzeren Gordijn tussen Hongarije en Oostenrijk voor een deel opgeruimd. Daarmee verloor de muur in Berlijn zijn functie. 6
Gevolg
van de Tweede
Wereldoorlog
De hele ontwikkeling, die nu richting hereniging voert, kwam in een stroomversnelling. Het DDR-regime werd evenals de andere communistisch geregeerde landen uiteindelijk ten val gebracht door de voortdurend zichtbare aanwezigheid van de veel welvarender, niet-communistische landen van West-Europa, waar mensen zichtbaar vrijer en tevredener waren. Het paard van Troje voor de Oosteuropese landen was de Slotacte van de Akkoorden van Helsinki in 1975, die werden ondertekend door alle Europese landen behalve Albanië en ook door de Verenigde Staten en Canada. Moskou en de andere Warschaupact-regimes kregen daar van de westelijke landen tandenknarsend de verzekering dat er niet getornd zou worden aan de grenzen zoals die na de oorlog in Europa waren vastgelegd. In ruil moesten ze allerlei mensenrechten respecteren en vooral ook westerse journalisten toelaten. Als de dissidenten maar zorgden dat hun acties bij de westerse pers bekend werden, 7
waren ze min of meer beschermd. Velen van hen werden geregeld opgepakt, maar allen kwamen ook steeds weer vrij. Bekende voorbeelden zijn de Tsjech Havel, de Pool Walesa en de Rus Sacharov. Zij werden tot symbolen van het verzet in hun landen.
Stabiele democratie Vooral veel ouderen, die nog bewust de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, hoor je vaak verzuchten: "een sterk en herenigd Duitsland is een agressief Duitsland". Anderen komen met geruststellingen in de zin van: "Het Duitsland anno 1990 is niet te vergelijken met het Duitsland van voor de oorlog waar Hitier uiteindelijk de macht kreeg." Wat in de eerste plaats moet worden erkend is dat Duitsland na de Tweede Wereldoorlog een echte en stabiele democratie geworden is. In de Bondsrepubliek vond de overgang naar een democratisch systeem na de oorlog plaats onder de strenge controle van landen met lange democratische tradities. Door de strenge gedecentraliseerdheid
T4KIN6 PHOTOS llülïï ALIMD ! Il EST INTERDIT DE PH0TÛ6IÂPB ! f i W Â f PflSÂÎb HE PMMIËHt 1 !
"ü Restant
8
van het oude
bewind
van het Westduitse democratische bouwwerk staat het politieke gebeuren er dicht bij de mensen. Deze staatsinrichting is mede een reactie op het nazi-verleden. De strenge federale organisatie met machtige deelstaten heeft mede tot doel te voorkomen dat er weer een centraal gezag kan ontstaan, dat zijn wil aan het hele land zou kunnen opleggen en de macht zou kunnen misbruiken. De deelstaten hebben vergaande bevoegdheden op terreinen waarmee de bewoners dagelijks in contact komen. Voor de gemeenten met hun gekozen burgemeesters geldt dat eveneens. Via de deelstaten en via de "eigen" Bondsdagvertegenwoordigers bestaat er ook een algemeen besef invloed te hebben op de besluitvorming in Bonn. Opvallend is volgens "Duitsland-deskundigen" het terughoudende optreden van de politie in het huidige democratische Duitsland. De NRC-journalist en Duitsland-kenner Rob Meines schrijft in zijn onlangs verschenen boek Duitsland, Duitsland, kracht en zwakte van een volk: "De politie van de Bondsrepubliek is zichtbaar getraind in terughoudendheid. Ook politiemannen die worden uitgescholden en met stenen bekogeld blijven opmerkelijk kalm." In een interview met hem merkte een Westberlijnse commissaris van politie na dagenlange rellen in de wijk Kreuzberg op: "Wij zien natuurlijk ook wel dat collega's in andere westerse landen minder pardon hebben met agressieve en gevaarlijke demonstranten, maar wij hebben nu eenmaal het verleden dat wij hebben. De mensen zijn op dat punt in ons land erg gevoelig." De conclusie moet luiden dat de Bondsrepubliek een normale met de andere westerse democratieën vergelijkbare staat is met een voorbeeldige spreiding van de macht.
Hereniging eindstation? Zoals al opgemerkt kreeg de nieuwe Westduitse grondwet een tijdelijk karakter en werd in feite de plicht tot het streven naar hereniging zo vastgelegd. Daarnaast kent de Duitse wetgeving niet alleen de Duitse nationaliteit, het Duitse staatsburgerschap, maar ook de Duitse "Volkszugehörigkeit". Ook de nazaten van mensen die eeuwen geleden Duitsland verlieten, worden tot het Duitse volk gerekend als ze Duitse gebruiken hebben gehandhaafd. Zij kregen en krijgen in de Bondsrepubliek direkt een paspoort met inbegrip van alle rechten op uitkeringen , scholing enz. Hierdoor kan de indruk ontstaan dat ook na de hereniging de Duitse natie nog onvoltooid is en Duitsland een bijzondere verantwoordelijkheid heeft voor Duitse minderheidsgroepen binnen andere Europese staten. Daarbij komt dat vanuit de Beierse CSU en delen van de CDU tot op de dag van vandaag velen zich in vaagheden hullen als het gaat om het definitieve karakter van de Oder/Neisse grens tussen Polen en de DDR. Het is niet alleen bij rechtse extremisten dat geluiden te horen zijn dat Duitsland moet 9
worden herenigd binnen de grenzen van 1937. Ook bij de machtige organisaties van "Heimatvertriebenen" liggen complete scenario's klaar waarin voorstellen tot terugvoering van deze gebieden in het rijk in fasen wordt voorgesteld. De al eerder aangehaalde Meines zegt na zijn zes jaar Bondsrepubliek en zijn vele contacten: "Voor miljoenen Duitsers ligt het voor de hand dat Polen uiteindelijk weer naar het Oosten opschuift en Duitsland het na de oorlog verloren grondgebied van Polen terugkrijgt." Leidende christen-democratisch politici hebben het zich jarenlang nauwelijks kunnen veroorloven waterdichte uitspraken over de Oder/Neisse grens te doen. "Bij de jaarlijkse grote bijeenkomst van 'Vertriebenen' in Hannover, het 'Deutschlandtreffen', zou het motto eens luiden: "Veertig jaar verdrijving - Silezië blijft van ons". Dat vond een van de belangrijkste sprekers, Kohl, wel wat erg duidelijk. Na een lange discussie werd het toen: "Veertig jaar verdrijving - Silezië blijft onze toekomst in een Europa van vrije volken". Gelukkig gaan ook in Duitsland zelf stemmen op die pleiten voor een normalisering van de Duitse opvatting van het staatsburgerschap. Onder andere president Von Weizsäcker heeft als zijn mening gegeven dat in ieder geval het slotartikel van de grondwet van de huidige Bondsrepubliek moet worden herzien. Daarin wordt het Duitse volk immers opgeroepen zijn eenheid te voltooien. Zo heeft CDU-voorman Geissler bepleit vast te leggen dat de nu voorgenomen Duitse hereniging meteen de laatste is!
Neutraal Duitsland? In het bovenstaande ligt al opgesloten hoe belangrijk het is te voorkomen dat Duitsland in een uitzonderingspositie wordt geplaatst of zelfs maar richting neutraliteit koerst. Een zo machtig Duitsland in het hart van Europa dat losraakt van zijn verankering in het Westerse democratische blok en het Westerse veiligheidssysteem kan gevaar opleveren. De huidige omwenteling in Europa zal o.a. als gevolg hebben dat de behoefte aan militaire integratie vermindert. De Atlantische Verdragsorganisatie dat is gegroeid uit de noodzaak tot een gemeenschappelijke defensie wordt onherroepelijk losser. Europa staat voor de keus of het al dan niet blijft hechten aan een veiligheidsbestel van bovennationale vervlechtingen. Ook het boek van Dr. S. Rozemond: De Duitse kaart, geeft hier verder informatie over. Zoals de Europese Gemeenschap het enige bestaande kader vormt voor economische en politieke integratie, zo levert de NAVO het enige bestaande model voor integratie op veiligheidsgebied. Gaan we terug naar het oude machtsspel tussen afzonderlijke staten, of blijven we bij een collectieve verantwoordelijkheid met een apparaat voor gewapende crisisbeheersing? 10
De Duitse eenwording: Tijdbom of motor achter de Europese eenwording?
door ir. L.van der Waal
Inleiding In Europa doen zich historische ontwikkelingen voor. In het afgelopen jaar hebben zich grotere veranderingen voorgedaan, dan in de 40 jaar daarvoor. Tientallen jaren keken we richting Oost-Europa tegen het IJzeren Gordijn en de Berlijnse Muur aan. Het was een 'vertrouwd' beeld geworden. Wie geloofde eigenlijk nog dat hierin eens verandering zou komen? Honecker in ieder geval niet. In de zomer van 1989, bij de viering van het 40-jarig bestaan van de DDR, zei hij nog triomfantelijk dat de Berlijnse Muur nog wel 100 jaar zou bestaan. Maar de geschiedenis is geen zaak van menselijke berekening. Natuurlijk, de naam van Gorbatsjov moet worden genoemd. Er kan op gewezen worden dat de volken van Oost-Europa in beweging kwamen en een onstuitbaar proces van verandering in gang hebben gezet. Maar meer dan ooit zijn we erbij bepaald dat het wereldbestuur in Gods hand is en dat Christus alle macht gegeven is in hemel en op aarde. De geschiedenis is dan ook meer dan een optelsom van menselijke beslissingen. Dat zullen we moeten bedenken, wanneer wij ons bezig houden met de opzienbarende veranderingen die zich in Oost-Europa voltrokken. Ook al betekent dat niet dat wij op alle politieke vragen die zich voordoen steeds pasklare antwoorden beschikbaar hebben.
De E G op weg n a a r '1992' Bij de beantwoording van de vraag naar de gevolgen van de Duitse eenwording op de eenwording van Europa zullen we ons er rekenschap van moeten geven dat de omwentelingen in Midden- en Oost-Europa midden in een proces van versnelde Europese integratie vielen. In 1986 was de stagnatie in Europese eenwording doorbroken. De oude doelstelling om één grote Europese Markt tot stand te brengen was nieuw leven in geblazen. De Europese Commissie had een Witboek gepresenteerd met zo'n 280 maatregelen die er toe zouden moeten leiden dat per die datum alle functies van de binnengrenzen zouden zijn afgeschaft. En de regeringsleiders hadden er zich toe verplicht om aan het verwezenlijken van deze doelstelling alle steun te geven. Het jaar 1992 had hiermee een magische klank gekregen. En het eenwordingsproces een eigen dynamiek. 11
Het uur nul (foto RD)
12
Voorbij 1992 Als gevolg hiervan werd binnen de EG vóór de veranderingen in Oost-Europa al verder gekeken dan het jaar 1992. De gedachte won veld dat een versterkte economische en monetaire samenwerking nodig was om van de interne markt in 1992 het volle profijt te kunnen trekken. Reeds in 1988 kreeg een commissie ad-hoc onder voorzitterschap van de president van de Europese Commissie, Jacques Delors, opdracht hieromtrent voorstellen uit te werken. En midden 1989 nam de EG daar over al een principe-besluit. Men wilde er naar streven de Europese economische samenwerking om te zetten in een Economische en Monetaire Unie (EMU). In deze constructie zou er een stelsel van centrale banken komen onder supervisie van een Europese Bank met uiteindelijk de invoering van één Europese munt. Belangrijke bevoegdheden op monetair en economisch gebied zouden als gevolg hiervan van de lidstaten naar de EG- instellingen moeten worden overgedragen. Voor het Verenigd Koninkrijk was dit een reden om zich tegen de EMU uit te spreken. Nederland en de Duitse Bondsrepubliek (BRD) stelden zich voorzichtig op. De andere EG- landen waren overwegend voor. Vooral Frankrijk toonde zich een sterk voorstander van monetaire eenwording. Men zag hierin een mogelijkheid om de monetaire hegemonie van de sterke D-mark van de BRD te beëindigen en met gemeenschappelijk toezicht via de EMU greep op het monetaire beleid van de EG te krijgen.
De overrompelende Duitse eenwording Toen kwamen de veranderingen in Midden- en Oost-Europa. Een van de gewichtige vragen die zich voor de EG hier voordeed was die met betrekking tot de DDR. Zou dit land het dertiende lidstaat van de EG moeten worden? En zou daarvoor - gezien de bijzondere relatie met de BRD - een afzonderlijke behandeling gerechtvaardigd zijn? Of zou de DDR op termijn met de BRD verenigd worden en langs die weg als vanzelf bij de EG gevoegd worden? Verschillende EG- landen bleken nogal huiverig te staan tegenover een snelle Duitse hereniging. Premier Thatcher sprak over een periode van 10 h 15 jaar. Ook Frankrijk was zeer beducht voor een herleving van een machtig Duits rijk. In een periode van 70 jaar was dit land drie maal in een oorlog met Duitsland geraakt. Driemaal waren de Duitse legers Frankrijk binnengetrokken en hadden grote vernielingen aangericht. Direct na de bekendmaking van de plannen voor Duitse eenwording door bondskanselier Kohl zagen we president Mitterand dan ook naar Kiev afreizen om in overleg met Gorbatsjov te proberen de Duitse eenwording te vertragen. De politiek werd echter door de ontwikkelingen achterhaald. De DDR dreigde ontwricht te worden door de enorme aantallen Oostduitsers die hun land verlieten en naar de Bondsrepubliek uitweken. Het was duidelijk dat hiertegen maar één remedie 13
was: snelle Duitse eenwording. Alleen op die wijze zou de Oostduitse burgers perspectief op een vrije en welvarende samenleving worden geboden. Voor de EG landen bleef er niets anders over dan deze werkelijkheid te erkennen. Alle lidstaten gaven aan een snelle Duitse hereniging dan ook uiteindelijk hun steun.
Versnelde Europese eenwording Intussen bleef de vrees bestaan dat de Duitse Bondsrepubliek zijn interesse voor de EG wel eens zou verliezen en zich na de hereniging met de DDR meer op Oost-Europa zou gaan richten. Onder leiding van Frankrijk werd de instemming van de EG-landen met de Duitse eenwording daarom verbonden aan een politiek die er op gericht was Duitsland krachtig aan de EG te binden. Daartoe diende de EMU versneld tot stand gebracht te worden. De Duitse bondskanselier bewilligde hierin zonder problemen in de wetenschap dat hij de steun van de EG-landen voor de Duitse eenwording nodig had. Om iedere twijfel aan de Europese gezindheid van de Bondsrepubliek weg te nemen kwam Kohl enige tijd geleden met president Mitterand zelfs met het voorstel om als EG-landen ook op het gebied van buitenlandse politiek en het veiligheidsbeleid tot nauwere samenwerking te komen: de Politieke Unie. Geplaatst voor de vraag of de veranderingen in Midden- en Oost-Europa zouden moeten leiden tot uitbreiding van de EG met nieuwe leden of tot verdieping van het samengaan van de huidige twaalf werd dus duidelijk beantwoord met verdieping. Alleen op die wijze zou men adequaat kunnen reageren op de uitdagingen vanuit Oost-Europa. De Duitse eenwording heeft dus duidelijk tot een politiek van versnelde EG- eenwording aanleiding gegeven.
Vrees voor een eigen koers van Duitsland? De vraag is of de vrees voor een machtig verenigd Duitsland terecht is. En of daarin inderdaad een aanleiding ligt om het eenwordingsproces van het Europa van de twaalf te versnellen. Velen beantwoorden deze vraag positief. Zij kijken naar het verleden en accepteren de eenheid van de beide Duitslanden als onvermijdelijk. Maar innerlijk hebben ze er geen vrede mee. Vanuit de geschiedenis dient er voor deze gevoelens, zeker ook voor de Franse vrees, begrip te bestaan. Toch zullen we moeten bedenken dat de huidige situatie in meerdere opzichten wezenlijk verschilt met de republiek van Weimar uit de jaren dertig. De Bondsrepubliek is een hechte democratie en een rechtsstaat. Economisch is Duitsland bovendien nauw verstrengeld met de andere EG- landen. De handel met West-Europa bedraagt een veelvoud van die met Oost-Europa. Ook wanneer de markten daar groeien zal Oost-Europa geen compensatie kunnen bieden voor de interne markt van de Eg landen. Daarom is het van groot belang dat Duitsland met de EG en de NAVO verbonden blijft, maar het is uiterst onwaarschijnlijk dat het zich van
Wordt de invloed
van Duitsland
in het Europarlement
groter?
deze organisaties zal losmaken en een eigen koers zal gaan varen. Voor het totstandbrengen van een Politieke Unie zien wij daarom weinig aanleiding
Verhouding tot de Oosteuropese landen Ook om andere redenen kunnen bij de Politieke Unie vraagtekens worden gezet. Die scepsis komt uiteraard allereerst voort uit onze visie op de soevereiniteit van ons land en onze zorg omtrent het behoud van de Nederlandse zelfstandigheid en identiteit. Maar afgezien daarvan dient te worden bedacht dat met de vorming van een Politieke Unie een bepaalde weg wordt ingeslagen met betrekking tot de toekomstige staatkun15
dige structuur van Europa. Beslissingen die de EG thans neemt over haar toekomstige vormgeving zullen grotendeels de staatkundige toekomst van heel Europa bepalen. Door een vergaande economische, sociale en politieke integratie van de EG- landen wordt de drempel voor andere landen om tot de EG toe te treden immers hoger. Het gevaar van een nieuwe deling (thans een economische) binnen Europa is daardoor niet ondenkbeeldig. Uiteraard kunnen de Oosteuropese Staten niet op korte termijn lid worden van de EG. Een uitbreiding met meerdere nieuwe lidstaten zou de EG in economisch en bestuurlijk opzicht voor grote problemen plaatsen. Maar het is van belang dat de EG zich open opstelt zodat ook andere europese staten op voet van gelijkheid kunnen participeren en op termijn kunnen toetreden.
Gevolgen van de Duitse eenwording voor de EG Wat de eenwording van Duitsland zelf betreft, deze heeft uiteraard zijn weerslag op de EG als geheel. In concreto zijn de gevolgen echter nog veelszins onduidelijk. Zeker is dat de vereniging van de twee Duitslanden enorme financiële inspanningen zal vergen. In de eerste plaats van de BRD. Later na de eenwording ook van de EG. In alle opzichten is er in de DDR sprake van een totale failliete boel. Met milieubescherming is het allerdroevigst gesteld, het industriële produktie-apparaat is verouderd en het ontbreekt aan een adequate infrastructuur (wegen, communicatie enzovoorts). Naar verwachting zal de omschakeling in de DDR van een commando-economie naar een sociale markt-economie een zekere uitstraling naar de EG hebben. Te denken is aan een opwaartse druk op het rente-niveau en een hogere inflatie. Daarnaast zijn ook positieve effecten op de economie te verwachten. De economische groei zal in de BRD waarschijnlijk met 1% extra groeien. En in de rest van de EG met 0,5%. Gezien de ligging van Nederland en de sterke oriëntatie van onze economie op die van de BRD zal ons land er ook baat van hebben. Na de eenwording zal de huidige DDR uiteraard ook aanspraak kunnen maken op de Structuurfondsen van de EG: het Regionaal Fonds en het Sociaal Fonds, die er op gericht zijn achtergebleven gebieden in de EG te steunen. Met name zuidelijke lidstaten maken daar gebruik van.
Een Verenigd Duitsland in de EG Tot slot nog enkele opmerkingen over de positie van een Verenigd Duitsland in de EG. In het verleden heeft West-Duitsland zich altijd binnen de EG als een loyaal lid opgesteld. De erfenis van de Tweede Wereldoorlog speelde daarbij een rol. Het EGlidmaatschap bracht de BRD in de westerse volkerengemeenschap en heeft ook sterk bijgedragen tot de welvaart van Duitsland. Omgekeerd heeft de Bondsrepubliek ook meer afgedragen aan de EG dan dat het er rechtstreeks van terugkreeg. 16
Het is niet ondenkbeeldig dat de Duitse houding in de toekomst wat gaat veranderen. Met de eenwording wordt een donkere bladzijde uit de geschiedenis van Duitsland omgeslagen. Momenteel staat het land in zekere zin nog onder toezicht van de overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog. Het is dan ook te verwachten dat een eengeworden Duitsland zich binnen de EG politiek sterker zal willen profileren. Op dit moment bestaat er een redelijk evenwicht tussen de vier grote lidstaten (Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en de Bondsrepubliek) in de EG. Ieder heeft tussen de 50 en 60 miljoen inwoners. Met de eenwording streeft Duitsland de anderen voorbij, nu er zo'n 16 miljoen inwoners bijkomen. Ook economisch zal Duitsland het meest van de hereniging profiteren. De nu al dominerende positie zal daardoor verder toenemen en daarmee ook de politieke macht. Het Duitse zelfbewustzijn zal zich daardoor ook duidelijker gaan manifesteren. Daarvan is nu al het één en ander te merken. De EG wordt over de relevante zaken van de eenwording wel geïnformeerd, maar niet geraadpleegd. In de praktijk gaat Duitsland grotendeels zijn eigen weg, hoewel de gevolgen van de eenwording voor de EG zeker niet te verwaarlozen zijn.
Voormalige
DDR:
een failliete
boel
17
Een Politieke Unie? Na de eenwording zal Duitsland zich ongetwijfeld ook op de Oosteuropese landen oriënteren. Toch zien we dat Duitsland zich sterk maakt voor verdere Europese integratie, waarbij het een deel van zijn nationale soevereiniteit verliest. Het is niet aannemelijk dat deze steun aan de Europese eenwording uitsluitend moet worden gezien als wisselgeld voor het verkrijgen van met name Frankrijk voor de Duitse eenwording. Voor grote landen geldt dat ze nu eenmaal een sterke positie hebben. Het lidmaatschap van de EG verandert aan die realiteit niets. Ook binnen de EG kunnen grote staten hun dominante invloed doen gelden. Nu de politieke macht van de SowjetUnie afbrokkelt en de Verenigde Staten hun aanwezigheid in Europa zullen verminderen is het voor de politieke stabiliteit in Europa van groot belang dat Duitsland geen eigen, neutrale koers gaat varen. Duitsland moet zowel van de NAVO als via de EG met het Westen verbonden blijven. Het streven teneinde de EG om te zetten in een supra-nationale Politieke Unie en op die wijze Duitsland te verankeren in een supranationaal Europa lijkt ons daarvoor niet de aangewezen weg. De feitelijke dominante positie van Duitsland wordt er niet door verminderd. En wordt de positie van de kleine landen beter bij verdere overdracht van nationale soevereiniteit aan de EG? Nationalisme is af te wijzen. Maar nationale soevereiniteit kan op een gezonde wijze gebruikt worden. Het geeft kleine landen de mogelijkheid 'nee' te zeggen en hun eigen karakter te bewaren.
Tenslotte We komen terug op het begin van ons betoog. Machtige rijken zien we uiteen vallen en nieuwe machten zien we opkomen. Het doet denken aan het boek Daniël. We zien daar beelden van de wereldgeschiedenis. Het ene rijk komt, het andere gaat. Totdat.... Er is een 'totdat'. Dan zullen alle koninkrijken vergaan en zal het Hemels Koninkrijk volle werkelijkheid worden, dat aan geen ander volk zal worden overgelaten. Het zal alle koninkrijken vermalen en teniet doen. Maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan.
18
'Ik gun ze de vereniging, de besten hebben erom gebeden'. interview met drs. C. Blenk
'Voordat 'die Wende' in de DDR plaatsvond ben ik er nog geweest. Ik mocht toen een schare toespreken in de kerk van Luther te Wittenberg. Een bijzondere ervaring. Ik was daar om theologisch present te zijn namens de Stichting Hulp Oost Europa.' Aan het woord is dominee Blenk uit Amsterdam. Namens de Gereformeerde Bond heeft hij de contacten versterkt met een piëtistische beweging in de Oost-Duitse Evangelische Kirche, namelijk de Gnadauer Gemeinschaft. Bovendien is hij auteur van het boek 'Kerk en wereldgeschiedenis van de 20e eeuw'. Daarin worden ontwikkelingen in de geschiedenis van de kerk en in die van de wereld op elkaar betrokken; een unieke werkwijze. Op deze manier maakt dominee Blenk optimaal gebruik van de door hem gevolgde studies theologie en geschiedenis.
Discriminatie De kerk in Oost-Duitsland had het in vergelijking met andere Oost-Europese landen niet echt zwaar te verduren onder het socialistische bewind, aldus dominee Blenk. 'Er was geen vervolging, wel discriminatie. Wanneer je lid was van een kerk, kon je geen carrière maken. Toch was het er wel uit te houden. Mensen uit Oost-Duitsland zeiden dat zelf. Vooral toen na de Tweede Wereldoorlog de Duitse kerk in twee kerken uiteen viel en de Oost-Duitse kerk de Oost-Duitse regering erkende, ontstond er meer ruimte voor de kerk. De kerk was intern vrij. Ze mocht haar eigen mensen benoemen. In mijn ogen heeft de kerk zich niet ideologisch in laten pakken door de overheid. De kerk heeft zich soms zelfs kritisch opgesteld tegenover de regering. Wel is het zo, dat door de ideologische druk de secularisatie in grotere mate heeft toegeslagen. Je hoort nu veel over een oplevende belangstelling voor de kerk in de andere oostbloklanden (Rusland en Roemenië). Dat hoor je niet over de DDR. De Evangelische Kirche in de DDR is vaak 'liberaal'. Daarom heeft de Gereformeerde Bond binnen de Hervormde Kerk contact gezocht met de Gnadauer Gemeinschaft. Die vertoont veel overeenkomst met de Gereformeerde Bond. Beide vormen een beweging binnen de kerk en weigeren zich af te scheiden. Beide hebben naast reformatorische ook piëtistische wortels. Verschil is dat de 'Gnadauer' luthers zijn georiënteerd en de 'bonders' calvinistisch. Op zondag gaan de Gnadauer 's 19
ochtends naar de gewone 'evangelische' dienst, 's middags zoekt men elkaar op en preekt er een door henzelf opgeleide leraar. Maatschappelijk betrokken zijn de Gnadauer niet echt geweest. Ze zijn eigenlijk apolitiek. Sommigen ervaren dat nu als een gemis. Ze hebben het gevoel dat ze veel moeten inhalen. De meesten hebben ten tijde van de grote demonstraties ook niet meegedemonstreerd. Dat heeft zeker te maken met de Lutherse achtergrond. De twee-rij kenleer zit echt heel diep in Duitsland. Dientengevolge weet men met vragen over christelijk geloof en politiek niet goed raad. Ze leggen zich veel meer toe op vroomheid. Gehoorzaamheid aan de overheid past daar ook in. Ze zijn sterk in het bidden, maar huiverig om te demonstreren. Veel jongeren weigerden dienst en kozen voor alternatieve dienstplicht, maar dat was meer uit vroomheid dan uit politieke actie.'
Kerk en Wende Op de vraag welke rol de kerken hebben gespeeld bij de ontwikkelingen in de DDR, blijkt dat er een onderscheid gemaakt kan worden tussen de hoofdstroom in de Evangelische Kirche en de 'Gnadauer'. 'Na de Tweede Wereldoorlog stond de kerk in de DDR voor de vraag hoe zich op te stellen tegenover het socialisme. Men besloot tenslotte zich niet radicaal tegenover het socialisme op te stellen. Het werd: 'kerk in het socialisme'. Dat betekende dat de ruimte beperkt was. Er werd samengewerkt tenzij het de geloofsopvattingen te zeer aantastte. Er was een actieve vredesbeweging binnen de Evangelische Kirche. Toen de NAVO zeven jaar geleden bijeen was en besloot tot het zogenaamde Navo-dubbelbesluit, hield men in de kerk gebedsbijeenkomsten. Die zijn sindsdien regelmatig gehouden. Daar groeiden later de massademonstraties in Leipzig en Berlijn uit. De kerk heeft dus een actieve rol gespeeld bij die Wende. De Gnadauer waren niet zo politiek actief. Je zou kunnen zeggen dat zij zich pas door de gebeurtenissen bewust geworden zijn van hun politieke verantwoordelijkheid. Wel hebben zij veel gebeden om bevrijding. Ik heb het een keer meegemaakt dat een vrouw een gebed deed waarin zij schuld beleed voor de holocaust. Zij zag de scheuring van Duitsland als een straf daarop. Maar zij bad om vergeving, vereniging en bevrijding. Ik heb dat toen erg ontroerend gevonden. Nu, na die Wende, wordt men ook binnen de Gnadauer Gemeinschaft enigszins actief op politiek terrein. Zo wordt er nu gediscussieerd over de vraag of predikanten actief mogen zijn in de politiek. Men is geneigd om hier indien mogelijk positief tegenover te staan. Zij hebben niet zozeer een politiek programma. Het gaat hun meer om het christelijk getuigenis in de politiek. Waar christelijke politiek voor moet staan, wat de doelstellingen moeten zijn en de concrete standpunten, weet men nog niet goed. De grote vreugde over de bevrijding van het socialistische juk sloeg al snel om in 20
Vreugde over de eenwording (foto RD)
21
teleurstelling. De zorgen over werkloosheid enzovoorts temperden het vreugdegevoel. Het deed mij denken aan het dubbele gevoel van Psalm 126. De Israëlieten waren ook verheugd over de bevrijding uit de ballingschap. De grote moeite om het beloofde land weer bewoonbaar te maken, temperde die vreugde toen ook. Dat gevoel wordt treffend weergegeven in die psalm. Velen zijn niet eens dankbaar geweest. Toen de demonstraties in Leipzig niet meer werden gehouden, werd het er stil in de kerken. Toen ik in Leipzig was, sprak ik een jongen op een terrasje. Ik constateerde dat de kerken nu weer zo leeg waren. Ik zei hem toen, dat als God toen werkelijk hun gebed verhoord had, zij God dan toch wel ernstig in de steek lieten na de bevrijding. Het deed me denken aan de genezing van tien melaatsen waarvan er maar één terugkeerde om Christus te bedanken. Het is gevaarlijk om God niet te danken voor Zijn gaven. Dat kan tegen ons getuigen.'
'De kerk moet
22
spreken
Schuldbelijdenis 'Binnen de kerk en ook de Gnadauer Geraeinschaft tref je toch een ander klimaat aan. Zij zijn dankbaar voor de ontvangen vrijheid, maar zij zien ook de keerzijde van de vrijheid. In de plaats van het communisme mag niet het consumentisme komen. Men is huiverig voor de Westerse kapitalistische geest. Het lijkt erop dat de geestelijke waarden er bij inschieten. Toch zijn de Gnadauer nog niet zover dat ze een christelijke visie op de maatschappij kunnen geven. Die moet nog ontwikkeld worden. Daar gaat nog wel enige tijd overheen. Bovendien zijn ze dan al geïntegreerd in West-Duitsland. Iets wat mij wel is opgevallen, is, dat de belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog enorm is. Tijden het socialistische bewind werd iedere medeplichtigheid aan het fascisme van Hitier weggedrukt. Nu wordt er officieel schuld beleden voor de oorlogsmisdaden. Ook de jongeren zijn daar erg mee bezig. Ik hield een lezing voor een aantal jongeren op een Bijbelschool. Een vraag was, of ik het niet moeilijk vond om als Nederlander in Duitsland te zijn. De leiders van de Gnadauer hebben het daar ook moeilijk mee. Zij hebben gezwegen tijdens de oorlog. De afgelopen veertig jaar hebben ze weer niet veel gezegd. Dat mag volgens hun niet nog een keer gebeuren. Gezien deze ontwikkelingen maak ik me nu geen zorgen over de eenwording van Duitsland. Ik geloof niet dat het Duitse nationalisme meteen de kop op steekt. Duitsland is nu niet direct een dreigende grootmacht geworden. Ik gun ze daarom de vereniging, de besten hebben erom gebeden.'
Gods Hand Van de beschrijving van de gebeurtenissen naar de duiding ervan: mag je zeggen dat de DDR door God bevrijd is? Is hier sprake van Gods hand in de geschiedenis? Dominee Blenk is hier zelf mee bezig geweest. Toen hij een conferentie van de Gnadauer bezocht, heeft hij daar ook over gesproken. ' Z e l f b e n ik erg getroffen door de mogelijke vergelijking van Gorbatsjov met Cyrus. Cyrus werd volgens de Bijbel gebruikt als een knecht van God om Israël de vrijheid weer te geven, maar ook andere volken. Bij Cyrus was dus sprake van een geweldige Wende. Het ging toen eveneens om een niet-gelovige vorst uit het oosten. Nu is er weer sprake van een geweldige exodus van Joden uit Rusland naar Israël, zelfs zoveel dat Israël het niet verwerken kan. Bovendien betekent Gorbatsjovs glasnost en perestrojka een bevrijding voor de kerk. Daar is jaren om gebeden. Nu wordt ervoor gedankt. De mensen van Gnadauer hadden wel enige moeite met mijn duiding van Gorbatsjov. Zij wilden daar geen Cyrus-figuur in zien. Hitier was in het verleden ook een Cyrus genoemd. Vandaar. Wel zagen ze heel sterk Gods hand in de 23
geschiedenis. Dat blijkt ook uit de verklaring die tijdens de conferentie werd opgesteld. Men is in onze tijd erg huiverig om te spreken over Gods Hand in de geschiedenis. Ik ben daar zelf ook wel huiverig voor, maar als je het niet doet, dan zeg ik met Berkhof, dat het christelijk geloof nergens meer op slaat. Trouwens, we doen het allemaal. Lees de geboorte- en (t)rouwadvertenties en kaarten maar. Dat we de taak hebben om Gods hand in de geschiedenis te duiden, staat voor mij vast; de vraag is alleen hoe. Dat hoe is erg belangrijk, want juist als je Gods Hand duidt, moet je er ook wat mee doen. Voor mij staat vast, dat als er sprake is van bevrijding, dat er zeker sprake is van Gods Hand in de geschiedenis, zeker als die Israël en of de kerk betreft.' Spreken Voor dominee Blenk is het duidelijk dat de kerk in bepaalde situaties profetisch zal moeten spreken. 'In de Gereformeerde Gezindte moeten we leren profetisch te spreken. In andere sectoren van de kerk moeten ze de verpolitisering afleren'. Als voorbeeld van goed spreken noemt hij vertegenwoordigers van de belijdende Duitse kerk voor de Tweede Wereldoorlog. 'Die hebben toen de Barmer-thesen opgesteld. Daar is profetisch gesproken. Bijbelteksten werden gevolgd door een uitleg met stellingen en een verwerping van dwalingen. In mijn ogen moet de kerk als geheel slechts dan spreken, wanneer sprake is van iets dat duidelijk in strijd is met Gods Woord, of van een ernstige crisissituatie. Het normale spreken van de kerk verloopt via de prediking. Dat de kerk niet geloofwaardig weet te spreken, komt allereerst door de kerkelijke verdeeldheid. Die ligt als een doem over het kerkelijk spreken. Een andere reden is de wereldgelijkvormigheid. 'Die blust het werk van de Heilige Geest uit. We moeten goed beseffen dat het hebben van de Heilige Geest en het profeteren nauw samenhangt. Niet voor niets zegt Paulus: 'Blus de Geest niet uit, veracht de profetie niet'. Tenslotte kunnen we geen afstand nemen van de tijd waarin we leven. We maken tezeer deel uit van onze cultuur. Wij zijn rijk en blank. Hierdoor zien we veelal de tekortkomingen of zonden van onze samenleving niet eens. Het valt me op dat zendingsmensen die een tijd buiten het rijke westen hebben doorgebracht, daar veel meer oog voor hebben. Toch mag dit geen beletsel vormen. Hier kan de Heilige Geest doorheen breken.' Hieronder volgt een stuk uit een artikel van ds. Blenk uit de Waarheidsvriend van 2 augustus 1990. Het gaat hier om een verslag van de conferentie van de Gnadauer Gemeinschaft waarover in het interview gesproken is. Op de conferentie zijn uitspraken gedaan, die de dankbaarheid èn beschaming over het leven in het verleden 24
"Nu wordt officieel schuld
beleden..."
in Oost-Duitsland betroffen en tevens de mogelijkheden en gevaren die de nieuwe toekomst in een verenigd Duitsland met zich mee brengen, aangeeft. Deze uitspraken luiden als volgt: 1. Wij zijn dankbaar voor de weg, die God in de voorbije jaren met ons gegaan is. Ondanks alle beperkingen en verboden schonk Hij ons vrij ruimte voor diakonale, pastorale en evangelisatorische werkzaamheid. Vele mensen konden uit geloof en tot geloof geholpen worden. Mensen erkenden Christus als de Heere over alle 25
heersers in Oost en West, over alle systemen en maatschappelijke ordeningen. Door Hem konden zij ondanks alle beperkingen en discriminaties vrolijk en in ware vrijheid de navolging van Christus beoefenen. Wij zijn dankbaar voor de maatschappelijke veranderingen, die zich vreedzaam en zonder bloedvergieten voltrokken. Wij verheugen ons, dat de gedwongen leugenachtigheid in het menselijk samenleven erkend werd en tot een einde kwam. Wij hopen dat in echte waarachtigheid een nieuw vertrouwen groeit. Dankbaar zien wij, dat politieke bewakingssystemen opgerold werden en dat aan hun afschaffing gewerkt wordt. Door de geopende grenzen konden gewelddadig verscheurde families weer samenkomen. Dankbaar aanvaarden wij de nieuwe vrijheden van meningsuiting, van economische ontplooiing en van internationaal toerisme. 2. Wij kijken beschaamd op onze weg in de voorbije jaren terug. Weliswaar probeerden talrijke christenen dapper, oprecht en waarachtig de proef te doorstaan in de samenleving. Aan hun inzet hebben wij veel te danken. Toch zijn wij door angst en zwijgen, door te grote aanpassing en compromisbereidheid ongeloofwaardig en schuldig geworden als getuigen van de Koning der Waarheid. Wij hebben minder op Jezus Christus vertrouwd dan op onze machinaties gebouwd. Vaak kozen wij de gemakkelijker weg en gedroegen ons onverschillig tegenover maatschappelijke misstanden. Wij betreuren het zeer, door dit gedrag aan het Woord en de aanwijzingen van onze Heere niet beantwoord te hebben. 3. Wij erkennen de nieuwe kans en daarom ook verplichting, verantwoordelijkheid op ons te nemen. Wij zien ook onder de nieuwe verhoudingen gevaren en bedenkelijke verschijnselen en verzoeken alle christenen, de komende ontwikkelingen waakzaam en kritisch te begeleiden en waar nodig invloed uit te oefenen. Wij denken aan de volgende terreinen: Wij begrijpen de fascinatie die van het rijke aanbod van de vrije markteconomie uitgaat. Wij verzoeken echter te beproeven, hoe wij in deze tijd van omwenteling arbeidsplaatsen in eigen land behouden kunnen, bijvoorbeeld door het kopen en verbruiken van binnenlandse waren. Wij begrijpen de interesse voor de opnieuw toegankelijke pers. Nog kunnen wij hier niet op juiste wijze mee omgaan. Nu reeds echter hebben wij bedenkingen bij: vlakke sensatielust, verheerlijking van geweld, ongeremde zinnelijkheid en ontrouw, aanprijzing van bijgelovige en occulte praktijken (bij voorbeeld horoscoop), geraffineerde reclame. Wij hebben groot begrip voor vakantie in landen die tot nu toe voor ons gesloten waren. Wij verzoeken echter te bedenken, of wij onze rusttijd en 26
vakantiehuizen daardoor in gevaar mogen brengen. Wij verheugen ons eerlijk over de vereniging van de beide Duitse staten. Wij verzoeken echter daarmee niet de solidariteit met de mensen en christenen in de oostelijke en zuidelijke landen na te laten. Wij waarschuwen voor een opleving van een verkeerd nationalisme. Wij verheugen ons over de toekomstige economische herleving, die het mogelijk zal maken, in grotere mate een genot aan luxe deel te hebben. Des te belangrijker lijkt ons een werkzaam horen naar het woord van Jezus; 'Gij kunt niet God dienen en de Mammon' (Mattheüs 6:24). Wij verheugen ons, dat de prestatie weer beloond zal worden. Haar opbrengst mag ons echter niet blind en hard maken tegenover sociaal zwakkeren en in gevaar komende mensen. Met grote bezorgheid zien wij ook de gevolgen van een consumptie- en wegwerpmaatschappij: verspilling van energie en water, onvoldoende hergebruik van flessen en verpakkingsmateriaal, overmatige rommel en dergelijke. Wij bemoedigen allen, in vertrouwen op de Heere Jezus Christus, de nieuwe verhoudingen met vreugde en dank aan te nemen. Hij stelle ons allen in staat op deze weg waakzaam en bescheiden te blijven. 'Zoekt de vrede van de stad... en bidt daarvoor, want in haar vrede zult gij vrede hebben' (Jeremia 29:7).
27
LANDELIJK VERBAND VAN STAATKUNDIG GEREFORMEERDE STUDIEVERENIGINGEN
SCP-JONCEREN
WAT IS HET LANDELIJK VERBAND EIGENLIJK?
Het Landelijk Verband van Staatkundig Gereformeerde Studieverenigingen is een overkoepelend orgaan van vele plaatselijke SGP-jongerenstudieverenigingen, die zich bezighouden met het bevorderen van de studie van politieke en maatschappelijke vraagstukken. Het werk van het Landelijk Verband wordt verricht op vier verschillende terreinen, ook wel secties genoemd.
SECTIE JONGERENORGANISATIE
SECTIE STUDIEVERENIGINGEN De plaatselijke studieverenigingen komen eens in de zoveel tijd bij elkaar om een politiek/maatschappelijk onderwerp te behandelen. Soms worden de lezingen door de leden van de studieverenigingen gemaakt en gehouden en soms zijn er gastsprekers (kamerleden en gemeenteraadsleden
bijvoorbeeld).
Deze
plaatselijke
verenigingen hebben zich samen georganiseerd binnen het Landelijk Verband. Zo kan men elkaar helpen en ideeën uitwisselen. Bovendien organiseert deze sectie regelmatig
regionale
vergaderingen
over
diverse
onderwerpen.
deze
bijeenkomsten waar bekende sprekers van zich laten horen. Vele SGP-jongeren uit het hele land komen hier bij elkaar. Dit maakt deze leerzame dagen ook tot gezellige ontmoetingsdagen voor jongeren. Zeker de moeite waard dus! In het jaar dat er geen SGP-jongerendag wordt gehouden zit het Landelijk Verband niet stil. Dan organiseren we regionale bijeenkomsten. Deze bijeenkomsten zijn iets kleinschaliger. Maar juist hier ontmoet je meer bekenden
SECTIE INFO ZAKEN Binnen
Eens in de twee jaar organiseert het Landelijk Verband een SGP-jongerendag. Het gaat hier om groots opgezette
sectie
houdt
en is er iets meer ruimte voor uitwisseling van gedachten. men
zich
bezig
met
het geven van informatie over de SGP naar binnen en naar buiten toe. Het gaat hier om allerlei soorten informatie. Te denken valt aan de geschiedenis van de SGP, de standpunten van de SGP en de organisatie van de SGP. Op dit moment hebben we o.a. in voorraad de veel gekochte en gelezen Ds. Kersten- en ds. Zandtserie. In deze serie worden de verschillende voordrachten en artikelen gebundeld die ds. Kersten en ds. Zandt voor de SGP hebben gehouden of geschreven. Op deze manier
SECTIE ONS CONTACT
Het Landelijk Verband brengt vijf keer per jaar een eigen blad uit. De naam van het blad is „Ons Contact". Het blad staat vol met allerlei artikelen over actuele politieke onderwerpen,
interviews
blijkt dat vele artikelen en redes nog niets aan actualiteit hebben ingeboet. Daarnaast verzorgt deze sectie de uitgave van infokaternen.
Het
vele foto's en illustraties. Het is dus vlot te lezen. Voor weinig geld heb je al een abonnement Leuk en handig voor een werkstuk en onderwerp.
kunnen we de band met het verleden bewaren en ontdekken we de schatten in de traditie van de SGP. Ook
en verenigingsnieuws.
wordt allemaal op een pakkende manier gebracht door de
LVSGS/SG P-jongeren Ds. G. H. Kerstenhuis Laan van Meerdervoort 165 2517 AZ 's-GRAVENHAGE Tel. 070-456226/468688
DE DUITSE HERENIGING Bevrijding of bedreiging? De Duitse hereniging is op 3 oktober 1990 een feit geworden. Na de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland bezet door de vier geallieerde mogendheden. De Sovjet-Russische bezettingszone werd uitgeroepen tot de communistische Duitse Democratische Republiek, de andere drie zones groeiden uit tot de westerse Bondsrepubliek Duitsland. Door de ingezette hervormingen in het Oostblok heeft het communisme afgedaan, waardoor er geen noodzaak meer was dat de twee Duitslanden naast elkaar bleven bestaan. Deze katern gaat in op verschillende aspecten van de eenwording van beide Duitslanden. De heer H. Lenselink behandelt de historische en politieke aspecten van de Duitse hereniging, welke hij voorzichtig in een toekomstperspectief plaatst. De heer L. van der Waal, lid van het Europese Parlement, plaatst de hereniging in Europees perspectief en geeft de gevolgen voor de Europese eenwording aan. Dominee Blenk heeft de ervaringen van een groep Oostduitse christenen gepeild en geeft gedachten weer in een interview, welke de theologische facetten van de eenwording belicht. scribenten: drs. H. Lenselink ir. L. van der Waal drs. C. Blenk