VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
Hoofdstuk 2
VDS doelstellingen 20102012 Over de bomen en het bos In dit Hoofdstuk 2 geven we aan wat de VDS graag wil gaan doen in de komende beleidsperiode. In de loop van het ontwikkelingsproces van deze BeleidsNota ontstonden binnen de 5 strategische doelstellingen 21 operationele doelstellingen, elk uitgewerkt met nog eens tientallen acties. Een pak tekst, een massa concrete plannen, voor de lezer misschien net te onoverzichtelijk om onze globale ambities voor 2010-2012 te duiden. In deze korte inleiding willen we dan ook – voor we ons ‘verliezen’ in de noodzakelijke details – de opmerkelijkste en voor ons belangrijkste zaken eruit lichten. Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat de VDS BeleidsNota 2010-2012 een ambitieus plan is!
Behouden wat goed is! (zie SD1, SD2, SD5)
De VDS doet veel, heeft een grote output. Hoewel we kritisch zijn voor onszelf, wordt intern wel vastgesteld dat wat we doen, we meestal ook goed doen (of het op zijn minst onmiddellijk bijsturen tot het wel goed zit). De organisatie van onze vzw staat er, de samenhorigheid is er, iedereen wil er altijd voor gaan. De VDS mag vandaag trots en tevreden zijn, dus willen we ook zeker behouden wat goed is.
Een duidelijk profiel, spelen staat centraal (zie SD2, SD3)
Als in de voorbije jaren één ding duidelijk werd, is het wel dat de speelpleinsector er echt voor kiest om ‘spelen’ centraal te zetten. Het speelpleinwerk, nochtans niet blind voor andere noden in de samenleving zoals diversiteit en opvang, blijft de behoefte van kinderen om te kunnen spelen vooraan in het prioriteitenlijstje zetten. De druk neemt toe om de andere functies nog meer belang te geven, maar het jeugdwerk wil het jeugdwerk blijven. De sector worstelt met het evenwicht tussen speelfunctie en bvb opvangfunctie en vraagt dus sturing van de VDS. Getuige daarvan in deze BeleidsNota: twee expliciete strategische en bijna de helft van onze operationele doelstellingen die helemaal over ‘spelen’ en het bijhorend profiel gaan.
Change! Ruimte voor verbreding (zie OD6, OD8, OD13, OD19, OD21)
Spelen, zei u? Dan mag de VDS niet blind zijn voor ander aanbod op lokaal vlak binnen de vrije tijd van kinderen: al jaren wordt aanverwant jeugdwerk enkel ondersteund op organisatorisch vlak, maar op vlak van kwaliteitsverbetering te beperkt begeleid of gevormd. Niemand biedt bvb specifieke vorming aan voor de begeleiding van werkvormen zoals Grabbelpas, Swap, mobiele speelinitiatieven, speelstraten. Vormen van (dikwijls gemeentelijk) jeugdwerk die nauw aansluiten bij het speelpleinwerk. De VDS wil – uiteraard i.s.m. organisaties als VVJ en Uit De Marge – proberen hierop een antwoord te geven en vraagt daarvoor dus expliciet ook extra middelen.
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
20
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
De VDS wil blijven groeien (zie OD3, OD4, OD11, OD16)
Alle VDS medewerkers (vrijwilligers én staf) willen altijd meer doen, meer realiseren, nieuwe acties uitproberen … Dit dynamisme is een duidelijk signaal dat de VDS van onder uit willen blijven groeien. Ook vanuit een beleidsbril gekeken, wil de VDS blijven groeien: twee grote trends vragen naar invulling. De ‘nieuwe’ vrijwilliger is anders, vraagt een andere en intensievere ondersteuning. Als we eenzelfde output willen kunnen blijven realiseren met ons vrijwilligerskorps, vraagt dit een aanpak met nog meer coachende ondersteuning van beroepskrachten. Uitbreiding van ons kader is dus noodzakelijk. Daarnaast merken we dat steden en gemeenten graag ingaan op het VDS aanbod om lokaal procesbegeleiding te krijgen. Is dit een bedreiging, wil een lokale overheid niet meer zelf aan kwaliteitsondersteuning doen en/of dat liever invullen met outsourcing? Alleszins ligt hierin een kans voor de VDS die we moeten aangrijpen: we kunnen hierdoor veel meer effect op lokaal vlak ressorteren. Deze vorm van projectwerk is bovendien ook een nieuwe uitdaging voor het VDS team.
Het overzicht Wat volgt in dit hoofdstuk, is de gedetailleerde uitwerking van deze 5 strategische doelstellingen:
1. SD1 – De VDS ontwikkelt een actueel en volledig aanbod van speel(plein)ondersteuning 2. SD2 – De VDS ontwikkelt een volledig en systematisch aanbod van vorming voor speel(plein)initiatieven 3. SD3 – De VDS geeft een profiel aan het speel(plein)werk in Vlaanderen en Brussel, met als uitgangspunt het spelende kind 4. SD4 – De VDS is dé praktijkspecialist op vlak van spelen 5. SD5 – De VDS is een kwalitatieve organisatie
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
21
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
1. Strategische Doelstelling 1 De VDS ontwikkelt een actueel en volledig aanbod van speel(plein)ondersteuning De output die de VDS realiseert met het aanbod van speelpleinondersteuning is reeds zeer uitgebreid. Vermits dit – samen met SD2 – de belangrijkste kerntaak is, wordt binnen deze SD gezocht hoe alle diensten nog sterker, vollediger en beter geïmplementeerd kunnen worden.
1.1. Operationele Doelstelling 1 De VDS verankert zijn huidig aanbod van ondersteunende diensten, blijft deze kwalitatief versterken en kwantitatief uitbreiden Uitgangssituatie8 De VDS is dé organisatie die in Vlaanderen en Brussel het speelpleinwerk ondersteunt met een uitgebreid pakket aan diensten. Ook in de vorige BeleidsNota gaven we aan dat we dit pakket willen continueren, versterken waar mogelijk en het bereik ervan uitbreiden. Los van welke specifieke dienstverlening zal worden aangeboden, wil de VDS er blijven voor zorgen dat al onze publieksgroepen (van animator tot schepen) gebruik kunnen maken van een ruim en sterk aanbod. Heel wat acties verdienen onze permanente aandacht en nemen we uit de vorige beleidsnota opnieuw over in deze beleidsperiode. Acties – Indicatoren – Timing9 Om de doelstelling van een sterk, ruim en uitgebreid aanbod waar te maken, realiseert de VDS minimaal 2/3 uit onderstaande lijst van acties binnen deze OD1. Op deze manier kunnen acties ook sneuvelen wanneer ze bvb geen effect (meer) ressorteren, maar blijft het aantal acties toch op peil. (i.f.v. het jaarlijkse voortgangsrapport) Voor het verwezenlijken van 3 x module 1 ‘begeleiding van lokale jeugdverenigingen’ kiest de VDS uit deze begeleidingsmodules: jaarlijks krijgen minstens 100 van de aangesloten speelpleinen minstens 1 dagdeel begeleiding jaarlijks krijgen minstens 10 lokale speelpleinen, gespreid over minstens 4 regio’s, een intensieve procesbegeleiding of externe audit (uit de VDS programma’s Co-Piloot, Touring Speelpleinhulp e.d.) jaarlijks nemen deelnemers van minstens 10 lokale speelpleinen, gespreid over minstens 4 regio’s, deel aan de BusToeren (in het kader van CO2 – zie ook OD4) jaarlijks worden minstens 250 speelpleinen bezocht tijdens de speelpleinzomer i.f.v. begeleidingsvragen e/o aanbod uitbouw ondersteuning rond de organisatorische onderbouw van het speelpleinwerk: hoe visie invullen op de organisatie van je speelplein (bvb hoeveel kinderen per animator, opvangfunctie versus speelfunctie) 8
In Hoofdstuk 1 hebben we geprobeerd een volledig en overzichtelijk beeld te schetsen van het bereik en de resultaten tot dusver m.b.t. de lopende beleidsperiode. We komen daar bij het schetsen van de uitgangssituaties in dit Hoofdstuk 2 enkel op terug indien nog niet eerder aangehaald of indien een extra klemtoon wenselijk is. 9 Alle acties beschreven in dit Hoofdstuk 2, zijn acties die binnen het kader van deze beleidsnota worden opgezet en waarvoor bijgevolg middelen gevraagd worden aan de Vlaamse Overheid. I.f.v. een volledig overzicht worden uitzonderlijk ook acties vermeld waarvoor geen middelen worden gevraagd, dit wordt dan expliciet vermeld.
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
22
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
interne ontwikkeling FAQ’s: jaarlijks worden 3 thema’s in een interne nota gegoten infofiches: jaarlijks worden 10-tal bedeeld aan ganse speelpleinwerk brochures: jaarlijks 3 nieuwe brochures, inhoudelijk of speeltechnisch, verspreid aan minimaal de helft van het speelpleinwerk De VDS organiseert in 2011 een landelijk SpeelpleinTreffen (om de 3 jaar) 2011: bereik van minstens 600 deelnemers van lokale speelinitiatieven (zie ook OD4) trefdagen regionaal (niet in jaar dat er landelijk SpeelpleinTreffen is): in 2010 en 2012, met een totaal bereik van minstens 600 deelnemers van lokale speelinitiatieven (zie ook OD4) vorming- en uitwisselingsweekend voor lokale stuurgroepers jaarlijks minstens één weekend in één regio (in totaal minstens 50 deelnemers van 10 speelpleinen) inhoudelijke studiedagen jaarlijks minstens 3, regionaal of landelijk met een minimaal totaalbereik van 50 deelnemers van 10 speelpleinen uitbouw speelpleinondersteuning in elke regio en op elk niveau: we brengen speelpleinmensen bijeen in regionale speelpleinvergadering: minstens 15 deelnemers van 5 speelpleinen per regio KiCK! vaktijdschrift voor speelpleinen: bereik van 4x 3.000 zendingen website www.speelplein.net: de geïntegreerde databank regelgeving (i.s.m. Steunpunt Jeugd, VVJ, Formaat en Jeugdwerknet) wordt verder mee onderhouden en blijft een onderdeel van de VDS website er komt minimaal om de 14 dagen een update van nieuws, agenda, ebib … website www.speelidee.be: er komt een jaarlijkse aanvulling van minstens 20 speelideeën deze site wordt elk jaar tijdens de speelpleinzomer gepromoot website www.kattenkwaad.be: er komt in de ganse beleidsperiode een aanvulling van reactiesituaties in 2010 onderzoeken we hoe de site beter kan worden gebruikt op het speelplein zelf website www.CO-2.be: deze ondersteunende site van CO2 (het met de VVJ gezamenlijk opgebouwde vormingsaanbod voor coördinatoren van speelpleinwerking, Grabbelpas of Swap) wordt door de VDS mee onderhouden (niet binnen de gevraagde middelen) MateriaalMagazijn (aanbod goedkoop speelmateriaal) blijft gedragen door de VDS (structurele link als enige aandeelhouder blijft, MateriaalMagazijn blijft financieel zelfbedruipend): via website www.materiaalmagazijn.be bestellen wordt in deze beleidsperiode operationeel gemaakt er wordt gezocht naar blijvende koppeling met VDS producten en diensten, productpakketten worden ontworpen i.f.v. bruikbaarheid op het speelplein MateriaalMagazijn levert in opdracht van de VDS ondersteunende materiaalinfo voor speelpleinen (wat kan je doen met …? waar geraak je aan …? enz) jaarlijks verzorgt MateriaalMagazijn minstens 400 bestellingen voor speelinitiatieven
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
23
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
Samenwerkingsverbanden occasioneel MateriaalMagazijn bvba opereert m.b.t. de laatste actie geheel op eigen kracht, de knowhow wordt gedeeld tussen de VDS en MateriaalMagazijn. Er is enkel regelmatig onderling overleg. Specifieke jaarlijkse kosten en opbrengsten Personeelsinzet10
1.2. Operationele Doelstelling 2 De VDS draagt zijn aanbod actief uit en bereikt hiermee minimaal de helft van het speelpleinwerk Uitgangssituatie Een actueel en volledig aanbod ontwikkelen is één zaak, het uitdragen een andere. Omdat we ondervinden dat het moeilijk blijft om het bereik en effect te meten van specifieke dienstverlening, willen we –meer dan ooit – aandacht geven aan de manier waarop de VDS zijn aanbod uitdraagt, aanbiedt en al dan niet ingang vindt op lokaal niveau. Enkel zo kunnen we inspelen op de noden van het lokale werkveld en een nog betere dienstverlening garanderen. De VDS wil niet enkel in woorden dé speelpleindienstverlener zijn, maar wil dit ook gemeten zien in daden. Acties – Indicatoren – Timing de VDS zoekt – nu het bereik kan gemeten worden – intern verder naar een objectieve vorm van effectmeting, waarbij voor elk product of dienst aparte indicatoren worden vastgezet operationeel vanaf eerste beleidsjaar jaarlijkse toetsing basisdienstverlening eerste rapport na de zomer van 2010; daarna elk jaar wie AansluitingsBijdrage betaalt, wordt gebruikt als objectieve indicator van het bereik van 'VDS-aanhangers' jaarlijks doet de VDS minimaal de helft van onderstaande specifieke acties om zijn aanbod actief uit te dragen: speelpleinen krijgen in de zomer een wekelijkse e-nieuwsbrief met speeltips stuurgroepen krijgen tijdens het schooljaar elke maand stuurgroeptips ten laatste in het najaar van elk beleidsjaar wordt een jaarkalender gecommuniceerd er wordt in alle communicatie herhaling ingebouwd om bestaande diensten te herlanceren, zodat nieuwkomers in het werkveld mee zijn MateriaalMagazijn laat jaarlijks nieuw speelmateriaal testen op speelpleinen elke beginnende verantwoordelijke (particulier of gemeentelijk) krijgt een introductiebezoek van een medewerker eigen producten worden intern ook zelf gebruikt door alle VDS vrijwilligers (bvb KattenKwaad op cursus, DNA's verklaren voor instructoren) ook animatoren worden rechtstreeks geïnformeerd en uitgenodigd via e-nieuwsbrief (trefdagen, speeltips) via de website kan ingeschreven worden voor de (minstens maandelijkse) e-nieuwsbrief 10
De specifieke jaarlijkse kosten en opbrengsten en de personeelsinzet worden niet aangegeven per operationele doelstelling, maar telkens voor de volledige strategische doelstelling.
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
24
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
e-nieuwtjes worden rondgestuurd met teasers met korte info waarbij je kan verder lezen op site om het uitdragen van het totale aanbod overzichtelijk te maken, gebruikt de VDS haar SpeelpleinBasisschema als kapstok in 2010 wordt het aanbod op de website a.d.h.v. het SpeelpleinBasisschema voorgesteld i.p.v. te vertrekken vanuit de functies producten worden zo concreet als mogelijk voorgesteld de VDS zoekt tijdens de speelpleinzomer naar een aantrekkelijke vorm van direct contact met en op het lokale speelpleinwerk: Speelpleinbezoeken worden verder structureel en strategisch gepland: ook VDS bestuursvrijwilligers worden ingeschakeld; ook lokale stuurgroepers worden bezocht i.p.v. enkel verantwoordelijken er wordt in het eerste beleidsjaar getoetst of Speelpleinbezoeken ook ruimer kunnen gepland worden dan enkel bezoeken op speelplein zelf, bvb op speelpleinweekend; ook om meer animatorenploegen rechtstreeks te bereiken; of via Promoteam; evaluatieteam komt de dagelijkse evaluatie leiden op je speelplein Marva bijt animator: mogen w'efkes binnenkomen het jaarlijkse zomergadget (speelcadeautje) wordt op ludieke manier bedeeld aan animatoren kwantiteit blijft: om de 2 jaar wordt elke speelpleinwerking minstens 1x bezocht. Jaarlijks worden minstens alle leden bezocht de VDS schept een kader en biedt communicatiemogelijkheden waarin interspeelpleinactiviteiten gestimuleerd worden bvb voetbaltornooi, uitwisseling animatoren (PleinRuil: animatoren draaien een weekje op een andere speelpleinwerking mee)
Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
1.3. Operationele Doelstelling 3 De VDS werkt op maat en klantgericht, zonder zijn eigen missie en visie uit het oog te verliezen Uitgangssituatie In de voorbije jaren ondervond de VDS dat lokale speelinitiatieven meer gebaat zijn met dienstverlening die nauw afgestemd wordt op hun specifieke vragen en noden. De VDS wil daar verder op inspelen en een maat- en klantgericht pakket aanbieden. Dit is geen excuus om enkel in te gaan op kortzichtige verbeterpuntjes, maar voor de VDS een ideale gelegenheid om zijn visie op vrije tijd van kinderen over te brengen. Onze overtuiging over hoe kinderen hun vrije tijd zien, hoe kinderen spelen en hoe je lokaal daarop kan inspelen, blijft een belangrijke waarde voor de VDS. Acties – Indicatoren – Timing het VDS aanbod Co-Piloot (uitgebreide lokale procesbegeleiding op maat, uit een vast aanbod of vraaggestuurd) wordt na 2 seizoen kritisch geëvalueerd en bijgestuurd: hoe moet de invulling, begeleiding enkel door stafmedewerkers, kan het vast aanbod worden uitgebreid? is het bereik te elitair, kunnen speelpleinverantwoordelijken mee ingeschakeld worden in de procesbegeleiding (peer-to-peer)? 2010: evaluatie en bijsturing jaarlijks minstens 5 uitgebreide procesbegeleidingen ook het auditgedeelte van Co-Piloot (externe analyse van de kwaliteit van de lokale werking) wordt geëvalueerd
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
25
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
2010: evaluatie en bijsturing jaarlijks minstens 3 audits Een ‘light-versie’ van Co-Piloot, Touring Speelpleinhulp (in de regio OVL werd geëxperimenteerd met het inschakelen van vrijwilligers in de begeleiding), wordt geïntegreerd in het gehele Co-Piloot aanbod ten laatste voorjaar 2010: Onderzoeken of en hoe een vaste plek krijgt binnen Co-Piloot? Dient dit als antwoord op 'te dure' Co-Piloot? Kan de verdere uitvoering door vrijwilligers? de VDS gaat in op andere vragen naar lokale begeleiding in andere projecten (bvb regionale projecten waarbij een inclusietraject wordt aangegaan met lokale speelpleinwerking), naargelang de financiële mogelijkheden en ruimte binnen takenpakket van de staf de VDS werkt jaarlijks de lijst van meest gestelde vragen bij waar hij in de FAQ’s een inhoudelijk antwoord wil op geven (staf zet inhoudelijke antwoorden op papier ingeval (on)verwachte adviesvragen). De uitgewerkte FAQ’s worden achter de schermen gehouden om op maat te kunnen vertalen en als strategie om persoonlijke contacten te kunnen uitbouwen Speelpleinen zelf worden aangespoord om mee te denken rond het aanbod van de VDS (niet enkel intervisie) alle speelpleinen worden uitgenodigd op regionale speelpleinvergaderingen De VDS stapt zelf naar de klant en hoort rechtstreeks welke noden die heeft SpeelpleinBezoeken zomer: minstens om de 2 jaar wordt elke speelpleinwerking bezocht nieuwe organisatoren (jeugddienstmedewerkers / particuliere verantwoordelijken) krijgen een introbezoek binnen de 6 maand
Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
Specifieke jaarlijkse kosten en opbrengsten voor de volledige SD1 6. KOSTEN 614 616
6112 Drukwerk en publicaties Educatieve activiteiten Product(ie)kosten
7. OPBRENGSTEN 700 702
Ontvangsten educatieve activiteiten Ontvangsten producties/producten
2010 14.000,00 € 88.000,00 € 57.000,00 €
2011
2012
14.280,00 € 88.000,00 € 57.000,00 €
2010
2011
123.000,00 € 29.000,00 €
123.000,00 € 29.000,00 €
14.565,60 € 88.000,00 € 57.000,00 €
2012 123.000,00 € 29.000,00 €
Personeelsinzet11 voor de volledige SD1 = 7,20 vte
6 vte uitvoerend (1 per regio, 5 provincies + Brussel-Hoofdstad). Deze medewerkers kunnen ook ingeschakeld worden in de realisatie van de andere doelstellingen (inherent aan hun taakomschrijving). 1 vte teamcoördinator speelpleinondersteuning 0,10 vte administratief 0,10 vte algemeen coördinator groei voor deze SD (t.o.v. dec ’08) = + 1 vte: het zou voldoende duidelijk moeten zijn dat, willen we de lijst van bovenstaande ambities waarmaken, één voltijdse kracht per regio, gestuurd door één voltijdse coördinator, een minimum is.
11
In Hoofdstuk 3 wordt een globaal overzicht van de personeelsinzet 2010-2012 opgenomen, in de bijlagen eveneens de concrete takenpakketten
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
26
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
2. Strategische Doelstelling 2 De VDS ontwikkelt een volledig en systematisch aanbod van vorming voor speel(plein)initiatieven Het aanbod van vorming is eveneens zeer uitgebreid ontwikkeld. De bereikte output wordt mede dankzij de uitgebreide, uiterst bekwame en gedreven vrijwilligerspool gehaald. Omdat vorming een uitgebreid en wijd verspreid gehanteerd middel is binnen het geheel van speelpleinondersteuning, besteedt de VDS hier aandacht aan in een aparte SD.
2.4. Operationele Doelstelling 4 De VDS verankert zijn huidig vormingsaanbod en waarborgt de kwaliteit ervan Uitgangssituatie Het vormingsaanbod van de VDS is sterk ontwikkeld, zowel qua bereik als qua inhoud. Daardoor vormt dit aanbod één van de pijlers van het totale pakket aan dienstverlening van de VDS. Ook de gebruikers van de VDS vorming en de lokale verantwoordelijken ervaren het aanbod als uitermate positief12. De VDS wil dit aanbod verankeren en de kwaliteit waarborgen in een permanent proces (PDCA-cirkel: Plan-Do-Check-Act en vastzetten). De output die de VDS momenteel realiseert, kan enkel gehaald worden door het als volwaardig en onontbeerlijk beschouwen van vrijwilligers. Voldoende personeelsinzet om het engagement en groeikansen voor vrijwilligers te ondersteunen en te optimaliseren, is hier van essentieel belang (zie ook OD16). Acties – Indicatoren – Timing Om de doelstelling van een sterk en uitgebreid vormingsaanbod waar te maken, realiseert de VDS minimaal 2/3 uit onderstaande lijst van acties binnen deze OD4. Op deze manier kunnen acties ook sneuvelen wanneer ze bvb geen effect (meer) ressorteren, maar blijft het aantal acties toch op peil. de VDS wil het bereik en de kwaliteit van BreedBeeld (maatgericht vormingsaanbod ter plaatse) verhogen door: sessie-inhouden te koppelen aan andere producten van de VDS zoals KattenKwaad, Speelidee, DNA-brochures, TienerLabo te zorgen voor vorm van hand-out om als syllabus mee te geven bij de vorming de intake verder te verfijnen om de wederzijdse verwachtingen beter op elkaar af te stemmen en blijvend op maat te kunnen werken de formule van BreedBeeld aantrekkelijker te maken voor de eigen vrijwilligers zodat VDS instructeurs het aanbod spontaan mee uitdragen te blijven afstemmen op speelpleinrealiteit interne vorming te bieden aan de sessiebegeleiders tweejaarlijkse volledige evaluatie en eventuele bijsturing programma te doen
12
zie ook analyse en SWOT (in Hoofdstuk 1 en bijlagen): naast de bevraging op het SpeelpleinTreffen en de interne en externe analyse i.f.v. deze BeleidsNota, bleek de tevredenheid over het VDS vormingsaanbod ook uit een specifieke bevraging in de regio Antwerpen (‘de Kadervormingsenquête’)
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
27
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
(i.f.v. het jaarlijkse voortgangsrapport) Voor het verwezenlijken van 3 x module 3 ‘begeleiding of vorming van jeugdwerkers’ kiest de VDS uit deze vormingsmodules: jaarlijks minstens 1750 aanwezigen op de cursussen Animator jaarlijks minstens 250 aanwezigen op de cursussen HoofdAnimator jaarlijks minstens 250 aanwezigen op de cursussen Instructeur + 250 op de cursussen Verdere Vorming + 600 op de trefdag(en) jaarlijks minstens 150 dagdelen BreedBeeld (vorming ter plaatse en op maat) voor 3000 deelnemers de VDS wil op vlak van interne vorming het rijke aanbod naar zijn vrijwilligers behouden (Vlaams bereik) ongeveer 1/3 instructoren / vrijwilligers op Nationaal InstructorenWeekEnd (regionaal bereik) ongeveer 1/3 instructoren / vrijwilligers op Regionaal InstructorenWeekEnd openstellen van interne vorming naar VDS vrijwilligers die niet als instructeur actief zijn de VDS blijft op Vlaamse niveau een belangrijke aanbieder van vormingen die leiden tot een erkend attest jaarlijks reikt de VDS ongeveer 1000 attesten Animator, HoofdAnimator, Instructeur uit de VDS maakt werk van een VDS cultuur in zijn hele vormingsaanbod door onderzoek te verrichten naar de beleving van cursisten, naar het effect van cursussen en de rol van sfeer, opbouw, visie, deskundigheid, enthousiasme… in het vormingsaanbod. De uniformiteit van de cursussen wordt verder doorgevoerd, vanuit de geïmplementeerde visie op spelen en vrije tijd. De overdracht van de visie op spelen en vrije tijd is in het vormingsaanbod een permanente taak Samenwerking over de regiogrenzen heen wordt gestimuleerd als dat blinde vlekken kan wegwerken: bvb cursus Animator in Tienen of Sint-Truiden voor regio VlaamsBrabant en Limburg bvb gezamenlijk aanbod van cursussen Hoofdanimator in regio NoordLimburg en Antwerpen de VDS bewaakt de belangrijke link tussen instructoren en de speelpleinrealiteit 100% blijft in de speelpleinrealiteit, waarvan minimum ¾ ook nog effectief actief is op het lokale speelplein en maximum ¼ ex-speelpleinactievelingen zijn het bereik en de kwaliteit van vorming op de regionale en landelijke trefdagen wordt verhoogd, waarbij een methodiekenoverlap van alle vormingsprogramma’s wordt vermeden CO², het gezamenlijke vormingsaanbod van VDS-VVJ voor coördinatoren, moet een grotere impact en een groter bereik halen: er worden jaarlijks minimaal 20 dagdelen CO²-vorming georganiseerd 2010: er wordt overwogen een vorm van CO²-op-maat in te voeren (bvb jeugddiensten van een regio slaan de handen in elkaar om een vorming te organiseren) de VDS bereikt jaarlijks ten minste 50 deelnemers vanuit stuurgroepen van speelpleinen op de CO²-bustoeren tijdens de vakantie (zie ook OD1)
Samenwerkingsverbanden CO²: samen met de VVJ: de inhoud en de praktische organisatie wordt gezamenlijk vastgelegd, begeleiding wordt onderling afgesproken, kosten en opbrengsten worden gedeeld
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
28
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
2.5. Operationele Doelstelling 5 De VDS voorziet in een volledige vormingslijn, van animator tot beleidsmaker Uitgangssituatie Als het vormingsaanbod van de VDS zo succesvol is, heeft dit enerzijds te maken met kwaliteit, anderzijds ongetwijfeld met de volledigheid ervan. De VDS wil – ondanks het huidige ruime bereik (zie ook de cijfers in de voortgangsrapporten van de VDS) – blijven zoeken naar blinde vlekken, zowel geografisch als in aanbod. Bij het wegwerken van deze blinde vlekken hoort uiteraard een verdere bekendmaking van het aanbod. Acties – Indicatoren – Timing de VDS verbetert permanent de opstelling en uitvoering van zijn uniforme vormingslijn van animator tot eindverantwoordelijke het thema diversiteit krijgt extra aandacht in het proces van de uniformiteit (op vlak van inhoud) van VDS vormingen. (ganse periode) één van de regionale stafmedewerkers vorming krijgt als expliciete taak het diversiteitsluik te bewaken binnen het reguliere cursussenaanbod (in de loop van de beleidsperiode) actiegericht onderzoek rond blinde vlekken, zowel geografisch in Vlaanderen en Brussel als qua doelgroep de cursus HoofdAnimator wordt meer gebruikt om speelkansen op de lokalen speelpleinen te verhogen en wordt m.a.w. meer als een cursus ‘speelmotor op het speelplein’ ingevuld waardoor onze visie nog meer ter plekke geraakt. cursisten HA krijgen na de cursus een betere opvolging m.b.t. hun lokale vragen de VDS richt zich in de promotie van zijn vormingsaanbod ook op andere kanalen met rechtstreekse communicatie naar 15-16-jarigen (i.p.v. enkel via lokale organisator) bvb Klasse voor Jongeren (als onderdeel antwoord moeilijke zoektocht jonge vrijwilligers) bvb nieuwe media indien de verschillende acties (bvb blinde vlekken, diversiteit) een uitbreiding met zich meebrengt van het aantal cursisten, zal de VDS zijn aanbod proberen afstemmen op de vraag in dat geval zal de VDS ofwel meer initiatieven opzetten, ofwel de bestaande openstellen voor meer deelnemers desgewenst zal de VDS ook meer instructoren rekruteren Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
2.6. Operationele Doelstelling 6 De VDS laat in zijn vormingsaanbod ruimte voor vernieuwing, verbetering en experimenteren Uitgangssituatie De VDS behoedt zich voor stilstand en wil blijvend op zoek gaan om het aanbod nog beter af te stemmen op de lokale noden van speelinitiatieven. Wanneer lokaal andere paden worden betreden (vb Grabbelpas, Swap, mobiele werkingen, speelstraten, hefboomwerkingen in maatschappelijk kwetsbare omgeving, …) wil de VDS deze verbreding ook kunnen bedienen met een kwalitatief vormingsaanbod. Afstappen van de bestaande cursuspaden mag
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
29
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
hiervoor geen beletsel vormen. De VDS heeft de ambitie deze leemte in het huidig jeugdwerklandschap in te vullen. Acties – Indicatoren – Timing De VDS denkt in de loop van deze beleidsperiode na over de rekruteringsmethode van zijn instructoren en zoekt naar bredere aanspreekmogelijkheden of bereik. de VDS voert alleszins intern de discussie experimenteert eventueel met een open instructeurscursus en/of actieonderzoek en/of andere manieren om instructeurs te werven de VDS past eventueel eveneens de stageopdracht aan De VDS laat het speelpleinwerk zelf meedenken over zijn vormingsaanbod, wil zijn aanbod toetsen aan de speelpleinrealiteit en wil speelpleinorganisatoren betrekken bij cursusinhouden minimaal schakelt het vormingsteam de landelijke en regionale stuurgroepen speelpleinondersteuning (waarin vnl. speelpleinorganisatoren in zetelen) in als klankbord De VDS experimenteert met specifieke vorming i.f.v. de verbreding van het doelpubliek organisatoren (Grabbelpas, Swap, mobiel, speelstraten) in 2010: overleg mogelijke partners, kennisonderzoek brede werkveld, voorbereiden van een brede cursus als 1ste stap in de verbreding (bvb naar werkvorm Grabbelpas-Swap) in 2010: aanpassingen stageboekje attestcursussen in 2011: experiment ‘brede cursus’ De VDS werkt (vanwege de verrijking die een divers publiek oplevert en zijn streven een brede jeugdwerkvorm te zijn) aan diversiteit binnen zijn vormingspakket: de VDS implementeert het thema ‘diversiteit op het speelplein’ in de vormingsprogramma’s (zie ook OD9) de VDS streeft ernaar een divers publiek te bereiken met zijn vormingsaanbod (verhogen van de diversiteit van het individueel cursuspubliek leidt automatisch naar een meer diverse instructorenploeg en op termijn divers personeelsplaatje). Bijzondere aandacht gaat naar de diverse samenstelling van de eigen vrijwilligersploegen (zie ook OD9) de VDS gaat in op vragen naar vorming i.f.v. specifieke doelgroepen en werkt zo verder aan de realisatie van zijn eigen diversiteitsplan (interculturaliteit - inclusie - stedelijke context - maatschappelijk kwetsbare jongeren …) de VDS onderzoekt of ook (attesten)vorming voor de specifieke doelgroep van jongeren met een beperking mogelijk kan worden gemaakt (bvb cursus Animator voor jongeren met een handicap) de VDS durft experimenteren met andere cursusmodellen (externaat, weekendformules, op maat, op vraag, exclusief …) als dit de brede toegankelijkheid van zijn cursussen vergroot De VDS laat zijn regioploegen experimenteren met zijn aanbod Verdere Vorming (VV-A en VV-HA). Goed werkende formules of programma’s kunnen indien wenselijk worden doorgespeeld van regio tot regio De VDS onderzoekt de nood en wenselijkheid m.b.t. nieuwe programma's van opleiding en vorming, bvb speelconsulentenopleiding, opleiding 'seizoensarbeiders' … De VDS kent de nieuwe tendensen binnen jeugdwerk en speelt er op in Samenwerkingsverbanden Verbreding doelpubliek: VVJ, UDM, e.a.? De VDS wil hierin het voortouw nemen en ook deze vormen van lokaal jeugdwerk vorming aanbieden. De partners worden ingeschakeld vanuit hun kennis van de werkvorm. De uitvoering ligt in VDS handen.
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
30
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
vorming i.f.v. specifieke doelgroepen gebeurt enkel wanneer dit kan in samenwerking met andere actoren: de VDS levert de knowhow m.b.t. de vorming, de partners leveren publiek
Specifieke jaarlijkse kosten en opbrengsten voor de volledige SD2 6. KOSTEN 615
Vormingsinitiatieven 6150 Vergoedingen medewerkers 6151 Verplaatsingskosten medewerkers (niet-personeel) 6152 Huur lokalen 6154 Verblijfskosten 6155 Aankoop materiaal 6156 Andere kosten
7. OPBRENGSTEN 701
Ontvangsten vormingsinitiatieven
2010
2011
30.000,00 € 14.000,00 € 85.000,00 € 190.000,00 € 20.000,00 € 7.000,00 €
30.000,00 € 14.000,00 € 85.000,00 € 190.000,00 € 20.000,00 € 7.000,00 €
2010
2011
365.000,00 €
365.000,00 €
2012 30.000,00 € 14.000,00 € 85.000,00 € 190.000,00 € 20.000,00 € 7.000,00 €
2012 365.000,00 €
Personeelsinzet voor de volledige SD2 = 8,30 vte
6 vte uitvoerend (1 per regio, 5 provincies + Brussel-Hoofdstad). Deze medewerkers kunnen ook ingeschakeld worden in de realisatie van de andere doelstellingen (inherent aan hun taakomschrijving). 1 vte teamcoördinator vorming 1 vte extra uitvoerend (OD6 verbreding doelpubliek) 0,20 vte administratief 0,10 vte algemeen coördinator groei voor deze SD (t.o.v. dec ’08) = + 3 vte: De groei die hier wordt ingevuld, kent een organisatorische en inhoudelijke logica. Enerzijds vraagt het ondersteunen van een uitgebreid vormingsteam van vrijwilligers vandaag meer input, zelfs één medewerker per regio is geen overbodige luxe. De output van de VDS t.a.v. de rest van het jeugdwerk bewijst dit (+ 2 vte). Anderzijds is het vanzelfsprekend dat de uitbreiding van het doelpubliek meer personeelsondersteuning zal vragen (+ 1 vte), zowel van de extra kracht(en) als van de bestaande vormingsmedewerkers
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
31
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
3. Strategische Doelstelling 3 De VDS geeft een profiel aan het speel(plein)werk in Vlaanderen en Brussel, met als uitgangspunt het spelende kind Binnen de sector wordt zowel op lokaal als op Vlaams niveau gediscussieerd over het profiel van het speelpleinwerk. Naast de decenniadiscussie over ‘de opvangfunctie’ en een pleidooi voor echte speelkansen voor kinderen, gaat het in deze SD vooral ook over de verbreding naar andere speelinitiatieven in de vrije tijd van kinderen.
3.7. Operationele Doelstelling 7 De VDS ontwikkelt een definiëring van speelpleinwerk die duidelijk maakt waarin speelpleinwerk zich onderscheidt van ander jeugdwerk en andere vrijetijdsinitiatieven Uitgangssituatie Binnen het ganse georganiseerde vrijetijdsaanbod voor kinderen neemt het speelpleinwerk een bijzondere plaats in: niet-commercieel, voor 80 % georganiseerd door het gemeentebestuur, met de inschakeling van zowel (tijdelijke) jobs als duizenden jonge vrijwilligers, meer dan alleen maar goedkope opvang, breed bereik van een divers publiek, … Nog meer dan dat dit vandaag het geval is, wil de VDS duidelijk maken dat speelpleinwerk, zelfs al wordt dat door een openbaar bestuur georganiseerd, een niet te missen plek inneemt in de speeltijd (de vakantie) van kinderen. Omdat het speelpleinwerk niet voor één gat te vangen is, meerdere functies vervult, is het zelf ook wel op zoek naar een eigen profiel. De VDS wil verder de sterke punten van speelpleinwerk in de verf kunnen zetten en wil daarvoor, samen met de sector zelf, een duidelijke afbakening maken. Acties – Indicatoren – Timing De VDS wil zelf input geven wat voor de organisatie kan bestempeld worden als kwalitatief speelpleinwerk en op die manier een meer concrete invulling en kenmerken geven aan zijn visie. 2010: ontwikkeling van een fictieve of virtuele speelpleinwerking die gebruikt wordt als ‘good practices’ 2011-2012: implementatie van fictieve speelpleinwerking in bestaande VDS aanbod (bvb website, vorming, begeleidingstrajecten …) De VDS wil zijn visie naast het SpeelpleinBasisschema leggen om zo te bepalen wat we nog moeten aanvullen of duidelijker profileren interne screening 2010 volgende jaren: evt. aanvullingen, bvb organisatieschema De VDS wil het speelpleinwerk, dat als sector vraagt naar een definiëring en profilering, betrekken bij en laten participeren aan het ontwikkelen van kwaliteitskenmerken (tweerichtingsverkeer) 2010: afbakening en toetsing discussiepunten op landelijke en regionale stuurgroepen speelpleinondersteuning en binnen staf speelpleinondersteuning 2011-2012: geschikte methodiek zoeken om lokaal werkveld te laten meedenken Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
32
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
3.8. Operationele Doelstelling 8 De VDS blijft zijn visie op spelen en de vrijetijdsbesteding van kinderen verfijnen en uitdragen Uitgangssituatie De VDS ontwikkelde zijn visie op spelende kinderen, steunend op drie pijlers: respect hebben voor de eigenheid van elk kind, vrijheid bieden door een prikkelend en gevarieerd aanbod van impulsen (door vrienden en begeleiders, vanuit omgeving en materiaal) en belang hechten aan het intens spelen van elk kind. In de voorbije twee jaar werd onze kijk op het spelende kind van onder het stof gehaald en – samen met vrijwilligers en staf – opnieuw ontwikkeld en uitgedragen. Dit proces is steeds aan verandering, herkauwing, versterking onderhevig. De VDS wil hier blijvend op inzetten, ook al gaat dit hier en daar in tegen de tijdsgeest om alles m.b.t. kinderen overbeschermend, proper afgelijnd, en superveilig te houden. Acties – Indicatoren – Timing De VDS stopt niet met het denken over en ontwikkelen van een duidelijke visie op spelen en houdt deze inhoud permanent in beweging, gebruik makend van zowel praktijkervaringen als van studie en onderzoek De VDS houdt zijn beide voeten op de praktijkgrond bij de verdere visieontwikkeling en visieverbreding en spitst zich verder toe op het concrete zodat hij een praktijkspecialist kan blijven Anderzijds gaat de VDS verbreding in de visie niet uit de weg en maakt ook praktijkvertalingen naar de bredere sector (andere vrijetijdsaanbod, zoals Grabbelpas, Swap, speelstraten, …): visie op spelen en vrije tijd niet enkel t.a.v. speelpleinwerk vertalen De VDS legt eveneens voldoende nadruk op het permanent uitdragen van de visie (zie OD2), zowel intern als extern te 'verkopen' zomer 2010: opname beelden speelvisie en open speelaanbod i.f.v. filmpje (dvd) 2011: afwerking film + implementatie vorming, bezoeken … Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
3.9. Operationele Doelstelling 9 De VDS stimuleert het speelpleinwerk zich primair te richten naar de doelgroep kinderen (lagere school - kleuters tieners) en bijzondere aandacht te geven aan het bereiken van specifieke doelgroepen Uitgangssituatie Het doelpubliek van een lokale speelpleinwerking bestaat uit bijna 2/3 lagere schoolleeftijd, ongeveer 1/3 kleuters en (niet overal) een beperkt maar gewaardeerd bereik van tieners. De VDS blijft zijn aanbod dan ook richten op deze 3. In de lopende beleidsperiode werd opnieuw knowhow opgedaan rond kleuters en tieners (worden in 2009 geïmplementeerd in het vaste aanbod), nu wordt door het werkveld zelf expliciet gevraagd naar projecten gericht op de lagere schoolleeftijd.
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
33
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
Het speelpleinwerk bereikt binnen die leeftijdscategorieën en een breed en divers publiek en wordt daar alom voor geroemd. Het speelplein staat immers open voor àlle kinderen: kinderen met een beperking, met een andere etnisch-culturele achtergrond, uit sociaal kwetsbare omgeving, binnen een stedelijke context, anderstaligen … De VDS blijft een trouwe verdediger van die openheid en wil zich dus – net als in de voorbije 5 à 10 jaar – daar expliciet op blijven focussen door zijn aanbod en projecten. Acties – Indicatoren – Timing Ervaringen uit acties en projecten rond kleuters en tieners van tijdens de voorbije jaren worden vastgezet in het reguliere aanbod, o.a. als vast aanbod in het aanbod procesbegeleidingen (Co-Piloot) Taalspeler Expeditie Kleuterson TienerLabo De VDS ontwikkelt ook acties/projecten gericht op lagere schoolleeftijd (regionale en landelijke): 1 'groot' project in de totale beleidsperiode op Vlaams echelon bestaande projecten in andere regio's zoals FoodKicks en de ZwerfWerf blijven behouden en worden geïmplementeerd in het vaste aanbod De VDS biedt producten, acties en ondersteuning aan het lokale speelpleinwerk m.b.t. een breed en divers bereik van de speelpleinpopulatie. 2010-2012: diversiteit als vast aanbod in het aanbod procesbegeleidingen (Co-Piloot) 2010-2012: projecten inclusie (in minstens 2/3 van de regio’s) 2010-2012: projecten maatschappelijke kwetsbaarheid (in minstens één regio) 2010-2012: bestaande producten worden verder verspreid en blijven opgenomen in het VDS-aanbod: de ConflictDisk (omgaan met storend gedrag voortvloeiend uit maatschappelijke kwetsbaarheid), eindrapport Blind Date (drempels van maatschappelijke kwetsbaarheid wegwerken), enz 2010: KattenKwaad (website gericht op jonge animatoren in omgang met storend gedrag) nieuwe verspreidingsimpulsen geven mogelijke projectkansen aangrijpen om nieuwe projecten rond diversiteit in te dienen De VDS ontwikkelt – zoals in de voorbije jaren – verder bijzondere aandacht voor deze doelgroepen: kinderen en jongeren met een beperking maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (op cursus?) – kinderen in een stedelijke context – anderstalige kinderen … jaarlijkse bijsturing van het interne diversiteitsplan aandacht voor de diverse samenstelling van de eigen VDS vrijwilligersploegen (zie ook OD6) implementatie van het thema ‘diversiteit’ in het vormingsaanbod (zie ook OD6) Specifieke jaarlijkse kosten en opbrengsten tenzij projecten aansluiten bij het reguliere aanbod van de VDS, worden via projectsubsidies (diverse bronnen) middelen gezocht om de projecten zelfbedruipend te maken Samenwerkingsverbanden Taalspeler: vzw De Rand projectpartners naargelang het thema (bvb projecten inclusie: provinciebesturen?)
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
34
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
3.10. Operationele Doelstelling 10 De VDS stimuleert het speelpleinwerk lokaal een beleid te voeren waaraan jongeren kunnen en willen participeren Uitgangssituatie De VDS twijfelt er niet aan: jongeren betekenen een meerwaarde voor de organisatie. De VDS probeert zelf dan ook zoveel mogelijk jongeren te betrekken bij en te laten meedenken aan het beleid dat wordt gevoerd. Op lokaal vlak is dit niet anders: jongeren – maakt niet in welk statuut – maken daar het verschil tussen een doordeweekse werking en een werking met pit en inspiratie. Ook al moeten zij hierin dikwijls nog groeien, gestuurd worden en zelf nog veel vallen en opstaan, is het speelpleinwerk (net als ander jeugdwerk) een ideale kweekpoel om jongeren een maatschappelijk bewuste rol te laten opnemen. De speelpleinwerking ondervindt daarvan zelf ook de baten: naast het jonge dynamisme en de daaruit voortvloeiende uitstraling, heeft een werking die ingebed is in de lokale samenleving veel meer impact. Jongeren laten meedenken en meebeslissen is dus in alle omstandigheden een win-winsituatie. Acties – Indicatoren – Timing De VDS beschouwt het speelpleinwerk ook als (leer)traject voor jongeren (o.a. belang van EVC: Ergens verworven competenties i.p.v. eerder/elders ;-)) de VDS verdiept zich verder in het thema EVC en neemt deel aan overlegorganen die hierover worden opgezet door de bovenbouw van het jeugdwerk De VDS zet het lokale speelpleinwerk aan om aandacht te hebben als jeugdwerkvorm ook iets te bieden te hebben aan animatoren de VDS probeert bij communicatie gericht op deze doelgroep ook zelf een coole stijl te hanteren de VDS geeft in zijn eigen communicatie aan dat het speelplein net als ander jeugdwerk de ‘place 2b’ is de VDS stimuleert lokale werkingen om ook ervaren animatoren te houden de VDS maakt lokale verantwoordelijken via zijn ganse aanbod duidelijk dat jongeren ontwikkelkansen moeten krijgen, recht hebben op een persoonlijk leertraject De VDS heeft een kijk op lokaal vrijwilligersbeleid en brengt dit lokaal onder de aandacht ook bvb jonge animatoren, jobstudenten, (tijdelijke) contracten … De VDS wil lokale organisatoren en initiatiefnemers stimuleren om jongeren au sérieux te nemen en hen effectief te laten participeren aan het beleid speelpleinen stimuleren om stuurgroepen of andere organen te organiseren waarin animatoren mogen meespreken de VDS spreekt ook rechtstreeks stuurgroepen (e.d. organen) aan, zodat het lokaal een vanzelfsprekendheid wordt deze te installeren. De VDS organiseert hiervoor uitwisseling (regionale speelpleinvergaderingen, stuurgroepenweekends met vorming en uitwisseling …) idem: deelname aan lokale JR stimuleren Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
35
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
3.11. Operationele Doelstelling 11 De VDS wil zijn doelgroep van organisatoren ondersteunen met deskundig advies, professionele begeleiding en antwoord op alle speelpleinvragen Uitgangssituatie De VDS neemt het spelende kind ernstig. Als we het profiel van het speelpleinwerk willen versterken, uitgaande van het spelende kind, wil de VDS zelf het voorbeeld geven door deskundigheid, professionaliteit, snelheid, gedrevenheid en volledigheid uit te stralen. Onze organisatie is in de voorbije decennia geëvolueerd van een ‘hobbyclubje’ naar een professionele, maar maatschappelijk betrokken organisatie. Dit blijkt o.m. uit de vaststelling dat zowel binnen het jeugdwerk als bij uitbreiding in het ganse socio-culturele werk de VDS een veel gevraagde deskundige is geworden. In eerste instantie wil de VDS kwaliteit blijven bieden aan zijn directe publieksgroepen. Acties – Indicatoren – Timing de VDS hanteert interne richtlijnen in de professionele omgang met lokale organisatoren. Hierin staat omschreven wat advies, begeleiding en antwoord geven inhoudt binnen de VDS dienstverlening jaarlijks wordt deze (niet-formele) lijst met frontdesktaken bijgestuurd, naargelang verwachtingen van de lokale organisatoren en mogelijkheden van de VDS en zijn medewerkers de VDS blijft zijn regionale benadering van het lokale speelpleinwerk hanteren vanwege de doeltreffendheid van dit model: in de loop van deze BeleidsNota wil de VDS komen tot 3 volwaardige secretariaten (Gent, Leuven, Mechelen), aangevuld met 2 antennepunten (Brussel, Limburg) de VDS maakt geen onderscheid in de lokale organisatievorm. Zowel gemeentelijk als particulier speelpleinwerk worden met het aanbod bediend, en er wordt rekening gehouden met de verscheidenheid van deze publieksgroep (jeugddiensten, andere gemeentelijke diensten, ocmw’s, vzw's, buurtcomités, opbouwwerk, jeugdwelzijnswerk …) de VDS onderhoudt zijn expertise m.b.t. vzw-wetgeving de VDS ontwikkelt expertise m.b.t. nieuwe organisatievormen zoals IVA en EVA (intern / extern verzelfstandigd agentschap) de VDS presenteert zich onder deze OD11 als expertisecentrum (Én-énverhaal met OD21 waar de VDS zich als koepel presenteert) de VDS voorziet voor zijn medewerkers interne vorming en opleiding, zodat hij zijn expertise kan behouden de VDS blijft meewerken aan de Databank Regelgeving lokaal: "speel(plein)consulent" en de uitwisseling tussen deze doelgroep (traject JC - traject CO2) de VDS staf netwerkt bewust, organiseert zelf netwerkmomenten voor organisatoren en staat ter beschikking van organisatoren van jeugdwerk e.a.: in elke regio worden jaarlijks meerdere uitwisselingsmomenten georganiseerd deelname aan studie- en vormingsdagen Steunpunt Jeugd, Vlaamse Jeugdraad, VVJ, overheid … Samenwerkingsverbanden expertise, regelgeving …: gedeelde bezorgdheid met organisaties als de VVJ, Steunpunt Jeugd … Samenwerking m.b.t. (website) Database Regelgeving blijft zoals voorheen (inhoudelijke input)
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
36
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
3.12. Operationele Doelstelling 12 De VDS tracht de perceptie van speelpleinwerk vorm te geven door zich ook te richten op ouders, politici en beleidsmakers op alle niveaus Uitgangssituatie Met zijn directe publieksgroepen heeft de VDS nu reeds een uitgebreid contact, zij kennen als rechtstreeks betrokkene meestal wel de rijkheid van het speelpleinwerk. Toch moeten we nog meer dan vandaag inzetten op publieksgroepen die aanverwant maar dikwijls even bepalend zijn: ouders, politici, de publieke opinie. De VDS wil hier vooral inzetten om het speelpleinwerk het cliché te laten overstijgen: méér dan goedkope opvang, anders dan de jeugdbeweging, breed bereik in de ganse samenleving, professioneel ondersteund, echte speelmogelijkheden voor kinderen, groeikansen voor jongeren … Acties – Indicatoren – Timing de VDS klaart de discussie tussen speelpleinwerk en opvangsector uit, zoekt uit waar verschillen en gelijkenissen zitten tussen opvang en jeugdwerk, of al dan niet samenwerking mogelijk is … 2010: discussie intern 2011: discussie in eigen sector (jeugddiensten e.a.) 2012: opvolging in opvangsector de VDS probeert het imago van het speelplein te beïnvloeden door zoveel mogelijk betrokkenen rechtstreeks of via het lokale speelpleinwerk aan te spreken 2010-2012: de VDS reikt het lokale speelpleinwerk tools aan in de omgaan met buren, pers, politici, ouders 2010-2012: de VDS geeft zijn ervaring met pers door aan het lokaal niveau (in vormingsprogramma’s, info en advies …) tegen einde beleidsperiode: de VDS plant intern binnen de VDS (regionaal en landelijk) een beperkte mediatraining voor staf en bestuursvrijwilligers de VDS plant een actie naar beleidsmakers n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen oktober 2012 i.f.v. beleidsbeïnvloeding van lokale (gemeente)besturen 2010: ontwikkeling ideeën 2011: beïnvloeding partijprogramma’s, politieke jongeren 2012: aanwezig op landelijke partijcongressen 2012: de VDS geeft lokaal lobby-input voor speelpleinwerk t.a.v. lokale politici de VDS maakt van de OpenSpeelpleinDag een jaarlijks wederkerend publiek moment de VDS probeert het lokale speelpleinwerk te overtuigen van het mediabelang van één gezamenlijke ‘opendeurdag’ de VDS stimuleert hierbij het actief betrekken van of richten op ouders de VDS gebruikt deze OpenSpeelpleinDag als middel om ook in de populaire media te geraken (damesbladen, gezinsmagazines …) Samenwerkingsverbanden? geen te verwachten
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
37
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
Specifieke jaarlijkse kosten en opbrengsten voor de volledige SD3 6. KOSTEN
2010
2011
2012
alle kosten zitten reeds vervat onder de kosten van SD1 en SD2
7. OPBRENGSTEN 7370
Gemeenten of andere lokale besturen
2010 26.000,00 €
2011 26.520,00 €
2012 27.050,40 €
Personeelsinzet voor de volledige SD3 = 1,30 vte
0,50 vte uitvoerend (OD11 projecten, begeleidingen) 0,50 vte coördinator visie-projecten-ontwikkeling 0,10 vte coördinator communicatie (OD12 perceptie) 0,20 vte algemeen coördinator groei voor deze SD (t.o.v. dec ’08) = + 0 vte. Dat hiervoor geen personeelsgroei expliciet wordt opgenomen, ligt aan de invulling van de taken die binnen deze SD3 uitvoerend ook mee worden opgenomen door uitvoerend regiopersoneel speelpleinondersteuning en vorming (SD1+SD2).
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
38
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
4. Strategische Doelstelling 4 De VDS is dé praktijkspecialist op vlak van spelen De ontwikkelde visie op spelen wordt voornamelijk gevoed met onze uitgebreide praktijkervaringen. De VDS illustreert dit met een fonteinmodel: het water ontspruit uit een basis en wordt dan verder en breder verspreid, mengt zich samen met vers water aan de basis en verspreidt zich opnieuw en opnieuw … Naast het mooier, hoger, breder maken van de fontein, richten we ons in deze SD ook op de kwaliteit van het water zelf.
4.13. Operationele Doelstelling 13 De VDS onderbouwt al zijn producten vanuit een helder omschreven visie en verdedigt in zijn visie en de implementatie ervan het recht van kinderen op spelen Uitgangssituatie In de lopende beleidsperiode werd een eigen kijk ontwikkeld op de vrije tijd van kinderen, op het spelen van kinderen en hoe dit alles te vertalen naar spelen op het speelplein13. Zo’n kijk is nooit af en zal – door nieuwe inzichten uit de praktijk of uit studie en onderzoek – voortdurend worden bijgestuurd. Eén zaak staat wel vast: het spelende kind zal daarbij steeds ons uitgangspunt zijn. Volgens de VDS ligt binnen de context van een speelpleinwerking de grootste kans om, binnen een georganiseerd aanbod, te komen tot intens spelen. In deze operationele doelstelling gaan we op zoek naar onze verdere inhoudelijke ontwikkeling vanuit de uitgangspunten theorie (studie, onderzoek) en praktijk (speelplein, maar ook andere speelinitiatieven) en de voor ons noodzakelijke raakpunten tussen beide. Acties – Indicatoren – Timing Een ‘open speelaanbod’ (de meest duidelijke exponent van onze visie op spelen op het speelplein) wordt als organisatiemodel voor speelpleinen verder gelanceerd en onderhouden binnen het gehele aanbod van de VDS Tegen eind 2012 opereert meer dan de helft van het speelpleinwerk vanuit een dergelijk systeem Binnen zo’n open speelaanbod blijft de VDS de ‘speelpleinwinkel’ voorstellen als een handige en toegankelijke methodiek (open materiaallokaal waar kinderen op elk moment van de speelpleindag zelfstandig speelmateriaal kunnen uitlenen). 2010: we zoeken naar projectmiddelen om als voorbeeldfunctie met een ‘Pretcamionette’ rond te kunnen trekken op speelpleinen (met als doel zo het systeem van een speelwinkel aan de man te brengen). Enkel indien dit met externe middelen kan worden gerealiseerd, maken vanaf start tot het einde van de beleidsperiode op deze manier jaarlijks 8 speelpleinwerkingen kennis met deze voor hen nieuwe methodiek De VDS visie op spelen blijft een permanent aandachtspunt, de VDS blijft ‘spelen’ voorop zetten als de corebusiness van het lokale vrijetijdsaanbod naar kinderen.
13
Deze drie visieteksten vind je ook terug in de bijlagen
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
39
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
jaarlijks minimaal één actie om ‘spelen’ blijvend in de kijker te zetten en uit te dragen, bvb vervolg op ‘Goe Gespeeld!’ (actie in 2009), promomateriaal, stimulerende wedstrijd … De VDS schakelt onderzoek in van Kind & Samenleving vzw rond de ‘speelwaarde in het georganiseerde aanbod’ (start in 2010) om zijn aanvoelen m.b.t. de kwaliteit van het spelen binnen de speelpleincontext te toetsen en desgewenst te verrijken of bij te sturen. Afhangend van de resultaten wordt in 2012 afgewogen of er intern en/of extern koerswijzigingen nodig zijn m.b.t. ondersteuning en kwaliteitsverbetering van de speelmogelijkheden in speelpleincontext Indien dit vanuit zijn praktijkervaring wenselijk zou blijken, vertaalt de VDS zijn visie i.f.v. andere publieksgroepen zoals politici, ouders … in 2010 wordt via de effectmeting en vijfjaarlijkse enquête getoetst of de ‘boodschap’ ook overkomt bij specifieke publieksgroepen politici en ouders indien wenselijk maakt de VDS in 2011 een verkoopbare boodschap en zoekt de VDS naar de gepaste strategie om die aan de man te brengen desgewenst uitvoering in 2012 I.v.m. verbreding doelpubliek (andere speelinitiatieven dan speelpleinwerk, m.n. Grabbelpas, Swap, mobiele speelinitiatieven, speelstraten) worden in de loop van de gehele beleidsperiode zoveel mogelijk bestaande diensten en producten aangepast zodat ze ruimer bruikbaar worden dan enkel voor speelpleinwerk, bvb specifiek gerichte vorming voor Grabbelpasbegeleiding (zie ook OD6), maar ook bvb KattenKwaad (tips voor speelbegeleiders in omgang met storend gedrag) i.f.v. speelstraten of mobiele wijkinitiatieven in 2010 wordt met mogelijk betrokken organisaties systematisch overleg opgezet i.f.v. afbakening en aanpak in de loop van de beleidsperiode wordt gestreefd naar een duidelijke afbakening en omschrijving van het verbrede doelpubliek in 2012 worden de eerste aanpassingen binnen het VDS-aanbod getest tegen eind 2012 worden alle mogelijke aanpassing gepland De VDS onderzoekt in 2010 of ook een speelpleintreffen voor kinderen kan bijdragen tot het implementeren van zijn visie op spelen. In eerste instantie worden bestaande mogelijkheden onderzocht (bvb Children's Playtown FezBerlin; bvb bestaande speeldagen/-evenementen voor kinderen) in 2010 onderzoek indien positief in 2011 plannen en organiseren in 2012 uitvoeren
Samenwerkingsverbanden Pretcamionette: mogelijke samenwerking met MateriaalMagazijn bvba (logistiek) e.a. Onderzoek ‘Speelwaarde’: Kind & Samenleving vzw voert het uit binnen zijn Beleidsnota, de VDS levert de onderzoekspraktijk (wil één speelsetting aanbieden, nl die van het speelpleinwerk), werkt en denkt mee tijdens het onderzoek en gaat aan de slag met de conclusies Verbreding doelpubliek: m.b.t. andere gemeentelijke vrijetijdsinitiatieven (bvb Grabbelpas, Swap, speelstraten) wordt aan de VVJ vzw gevraagd samen een permanente overlegstructuur te ontwikkelen. De VDS neemt in het ondersteunen van een breder doelpubliek de rol op van praktijkspecialist ‘spelen’. Ook andere betrokken organisaties kunnen worden ingeschakeld (bvb Uit De Marge vzw m.b.t. wijkgerichte speelinitiatieven in kwetsbare omgeving) Speelpleintreffen voor kinderen: mogelijke samenwerking met bestaande initiatieven, waarbij de VDS de knowhow levert als praktijkspecialist ‘spelen’
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
40
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
4.14. Operationele Doelstelling 14 De VDS zoekt actief contact met partners die zich richten op het spelende kind en tracht op alle niveaus aanspreekpunten te kennen: van lokaal tot internationaal Uitgangssituatie Op Vlaams niveau kent de VDS de meeste partners die zich richten op het spelende kind, omgekeerd is dat nog niet altijd het geval. De VDS biedt zich aan als praktijkspecialist als het over het spelende kind gaat. Op internationaal vlak heeft de VDS het praktijkwerk an sich verlaten (er worden geen concrete veldwerkacties meer opgezet), vnl. wegens een tekort aan middelen. De verrijking van een internationale kijk op spelende kinderen en de mogelijkheid tot uitwisseling verlaten we niet: de VDS wil andere speelpraktijkspecialisten leren kennen in Wallonië, Europa of daarbuiten. Acties – Indicatoren – Timing De VDS onderhoudt zijn contacten met partners en/of aanverwante organisaties in Vlaanderen (die van dichtbij of van ver te maken hebben met het spelende kind): Kind & Samenleving, VVJ, Kinderrechtencommissariaat, universiteiten en hogescholen, VVSG, Uit De Marge, Buurtsport … de VDS blijft gedurende de ganse beleidsperiode zijn netwerk m.b.t. spelende kinderen onderhouden en blijft zelf als praktijkspecialist ook in het netwerk van anderen opduiken De VDS schakelt andere deskundige organisaties in wanneer onderzoek de eigen werking overstijgt: Kind & Samenleving, WetenschapsWinkel, hogescholen, universiteiten en maakt volop gebruik van de interessevelden van thesisstudenten om onderzoeksaanbevelingen te suggereren. jaarlijks is de VDS minimaal bij één onderzoek van anderen betrokken jaarlijks onderzoekt de VDS één deelaspect of link met zijn werking (of laat onderzoeken) De VDS maakt zich bekend als partner voor lokale vrijetijdsactoren De VDS waakt erover dat zijn lokaal netwerk van speelpleinmensen van de VDS de specialist vanuit de praktijk maakt, maar ook de specialist in de praktijksituatie van het spelen De VDS zoekt naar en bedenkt concrete acties wanneer zich daar een aanleiding voor aandient (in de praktijk van het spelen). Om dergelijke acties te realiseren verbreedt de VDS de impact door daarbij maatschappelijk relevante partners te betrekken (bvb zoals bij de actie ‘Schrap geluidsoverlast van spelende kinderen uit politiereglement’ met de VVSG, KRC, K&S, VVJ) De VDS wil een onderzoeksbodem bieden aan anderen (nieuwe initiatieven, brede sector …) door goede voorbeelden te kanaliseren en te verspreiden De VDS onderzoekt of er aanverwante partners rond speelpleinwerk te vinden zijn in Wallonië De VDS ontwikkelt een nieuwe invalshoek m.b.t. internationale input en gaat op zoek naar andere praktijkspecialisten in Europa (en daarbuiten) met als doel kennis en ervaring te delen en zelf op die manier de blik open te houden Wanneer lokale speelinitiatieven de vraag stellen naar ondersteuning in internationale projecten, gaat de VDS daar op in, naargelang zijn mogelijkheden. Minimaal doet de VDS aan doorverwijzing. Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
41
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
4.15. Operationele Doelstelling 15 De VDS ontsluit en implementeert de aanwezige kennis in zijn vorming en speelpleinondersteunende initiatieven Uitgangssituatie Een onderbouwde visie ontwikkelen is één zaak, ze ‘verkocht’ krijgen een andere. Als de VDS zelf een aanhanger is van een goede mix tussen visie en praktijk, is het vanzelfsprekend dat de ontwikkelde en evoluerende kijk op spelende kinderen via de eigen producten, projecten en diensten terugvloeien naar de basis. De eerste stap – het ontsluiten van de visie, kennis en inzichten in eigen rangen (vrijwilligers en staf) – wordt nu nog niet voldoende gezet. Nochtans biedt het inschakelen van VDS’ers in hun eigen lokale speelomgeving een uitermate succesvolle mogelijkheid om zowel te testen als te toetsen. Acties – Indicatoren – Timing De VDS implementeert zijn speelvisie in alle diensten en producten en gebruikt vervolgens al die producten in het eigen vormingsaanbod. Op deze manier creëert de VDS een moeilijk te doorbreken implementatiecirkel (eerst staf, dan instructeurs en dan gebruikers van ons aanbod en lokale procesbegeleidingen) De VDS vertaalt kennis en inhoud (tekstmateriaal, brochures, boeken, gevolgde vorming) en gebruikt die om intern hulpmiddelen aan te reiken, zodat eigen vrijwilligers makkelijker in hun lokaal referentiekader verandering en verbetering kunnen teweegbrengen De VDS ontwikkelt intern antwoorden op veelgestelde inhoudelijke en/of organisatorische praktijkvragen (‘FAQ’s’, bvb Hoeveel kinderen per begeleider? Ingaan op opvangvraag van ouders? Welk statuut is best voor mijn animatoren? …). Binnen de vereniging dienen deze vragen om de vertaling van de eigen visie duidelijker te krijgen en is dit een proces waar zowel vrijwilligers als personeel worden bij betrokken. T.a.v. externen kunnen deze FAQ’s door personeelsleden gebruikt worden als snel en doordacht geheugensteuntje bij het antwoorden op de concrete vragen De VDS ontwikkelt een virtuele speelpleinwerking als hulpmiddel om ‘good practices’ op een eenvoudige wijze aan de man te brengen (zie OD7) De VDS slaagt er in zijn informatiebeleid actief uit te dragen: aanwezige kennis in de organisatie vloeit terug naar de ‘bron van de fontein’ zodat de praktijk niet blijft steken in de organisatie De VDS werkt voor intern gebruik (t.a.v. staf en vrijwilligers) een bescheiden maar bruikbaar bibliotheeksysteem uit dat zowel in het landelijk secretariaat toegankelijk is als in de 2 grote regionale secretariaten (Gent en Leuven). De VDS gaat voort met de traditie om een vijfjaarlijkse speelpleinenquête uit te voeren 2010: uitvoeren 2011: resultaten (ook op SpeelpleinTreffen) Samenwerkingsverbanden Vijfjaarlijkse speelpleinenquête: de VDS zal hiervoor een wetenschappelijke partner inschakelen, de inhoud wordt bepaald en geleverd door de VDS, de partner wordt contractmatig ingeschakeld voor de onderzoeksmethodiek
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
42
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
Specifieke jaarlijkse kosten en opbrengsten voor de volledige SD4 6. KOSTEN
2010
2011
2012
2010
2011
2012
alle kosten zitten reeds vervat onder de kosten van de andere SD’s
7. OPBRENGSTEN alle opbrengsten zitten reeds vervat onder de opbrengsten van de andere SD’s
Personeelsinzet voor de volledige SD4 = 1,10 vte
0,50 vte uitvoerend (projecten, begeleidingen) 0,50 vte coördinator visie-projecten-ontwikkeling 0,10 vte algemeen coördinator groei voor deze SD (t.o.v. dec ’08) = + 0 vte. Dat hiervoor geen personeelsgroei expliciet wordt opgenomen, ligt aan de invulling van de taken die binnen deze SD4 uitvoerend ook mee worden opgenomen door uitvoerend regiopersoneel speelpleinondersteuning en vorming (SD1+SD2).
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
43
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
5. Strategische Doelstelling 5 De VDS is een kwalitatieve organisatie De VDS heeft steeds werk gemaakt van kwaliteitsverbetering van de eigen organisatie. In deze SD halen we aan op welke punten we verder willen inzetten. Misschien verbaast het dat interculturaliteit niet apart als OD wordt uitgewerkt, doch dit thema is reeds zodanig geïmplementeerd binnen de organisatie dat er in de diverse doelstellingen14 wordt op ingezet.
5.16. Operationele Doelstelling 16 De VDS voert een vrijwilligersbeleid dat vrijwilligers koestert, laat meespreken en meebeslissen Uitgangssituatie Vrijwilligers leveren een essentiële bijdrage tot het succes van de VDS, dat maakten we al duidelijk in Hoofdstuk 1. Dankzij de inzet van de honderden jongeren (verspreid over gans Vlaanderen en Brussel), slaagt de VDS er in de output te realiseren waarvoor andere organisaties een beroep moeten doen op personeel. De ondersteuning van vrijwilligers15 is dus essentieel, het emancipatorisch werken met vrijwilligers een logisch gevolg. Een VDS-vrijwilliger wordt van bij zijn/haar eerste stappen gekoesterd. Naarmate zijn/haar vrijwilligerscarrière vordert, spreekt hij/zij meer en meer mee. Op beleids- en beslissingsniveau ontstaat een gezond evenwicht tussen sterk gegroeide vrijwilligers en staf. Sleutelwoorden in het vrijwilligersbeleid van de VDS zijn (en blijven): betrokkenheid, experimenteerruimte, vormingskansen, coaching, communicatie, waardering en attenties, diversificatie. Acties – Indicatoren – Timing Essentiële onderdelen van het VDS-vrijwilligersbeleid blijven: voor en door vrijwilligers, motivatie, vorming voor iedereen, rekrutering, vertrouwen, verzekering en vergoedingen, regio-overschrijdend als extra bevruchting … De VDS-vrijwilligers vormen een sterk en uitgebreid team, verspreid over gans Vlaanderen en Brussel. Doordat de VDS zijn vrijwilligers ontwikkelingskansen blijft bieden, krijgen zij de ruimte om een sturende en inspirerende kracht te zijn voor de organisatie. De VDS houdt rekening met al zijn vrijwilligers: van begeleider vorming of meedenker rond de speelpleinondersteuning, over speelpleinmotor, tot VDSbestuursvrijwilliger. Extra aandacht is er voor de niet-vormingsmensen, die sinds de interne reorganisatie ook ten volle worden ingeschakeld als VDSvrijwilliger en tot voor kort bijgevolg slechts beperkter aandacht kregen binnen het vrijwilligersbeleid. De VDS vrijwilligers krijgen voldoende uitdagingen en kunnen een ander engagement invullen, naargelang hun bvb persoonlijke veranderde situatie. Er is een uitdagend groeitraject voor vrijwilligers met voldoende individuele accenten. Individuele feedback door regionale coaching brengt elke VDSvrijwilliger naar zijn/haar sterkste opstelling 14
Interculturaliteit in de externe doelstellingen: zie o.a. SD1, SD2. In de interne doelstellingen, zie o.a. OD16, OD17, OD18 binnen deze SD. 15 De nieuwe vrijwilliger ondersteunen vraagt vandaag een andere aanpak dan pakweg 10 jaar geleden. Dat lezen we o.a. in het onderzoek van de VUB (onderzoeksgroep TOR, o.l.v. Mark Elchardus, i.o. Afdeling Jeugd) rond “Het spanningsveld tussen het vrijwilligerswerk in het jeugdwerk en de commercialisering van de leefwereld van jongeren”
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
44
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
ten laatste in 2012 is het voor elke VDS-vrijwilliger duidelijk welke trajectmogelijkheden er allemaal bestaan in een VDS-engagement en kan hij/zij een persoonlijk traject uittekenen dat vertrekt bij een gezamenlijk startpunt met 2 mogelijkheden: enerzijds inhoudelijk, projecten, speelpleinondersteuning – anderzijds groepsgericht, vormingsgericht De regionale stafmedewerkers ontwikkelen een team rond zich dat mee taken van individuele coaching kan invullen en aandacht heeft voor interne opleiding ten laatste in 2012 worden de selectiecriteria (van VDS-vrijwilligers) duidelijk en ook voor externen doorzichtig gemaakt De VDS probeert de link met het lokale veldwerk te bewaken: lokale speelpleinmensen krijgen de ruimte en voldoende uitdagingen om zelf ook mee te denken met het VDS beleid. De VDS ontwikkelt haar beleid voor maar ook door de basis De VDS wil een diverse organisatie zijn waar interculturaliteit een vanzelfsprekendheid is. De VDS probeert, net als het speelpleinwerk zelf, in eerste instantie een divers publiek aan te trekken. Er blijft daarna aandacht om jongeren met een andere etnisch-culturele achtergrond evenveel kansen te geven om VDS-vrijwilliger te worden. Het automatisme binnen onze organisatie laat iedereen de kans ook door te stromen naar werkgroepen, verantwoordelijkheid, bestuursorganen. Als onze interculturaliteit OK zit aan de basis, sijpelt die ook door in onze diverse organisatie De VDS stelt zijn returnbeleid naar vrijwilligers landelijk af de VDS maakt de waardering voor elk van zijn vrijwilligers dezelfde, van De Panne tot Baarle-Hertog (cadeautjes bij levensgebeurtenissen, afscheid …) de VDS blijft streven naar een realistische kostenvergoeding en vertolkt die vraag ook verder op landelijk niveau (bvb i.s.m. bovenbouw jeugdwerk, via lopende contacten met Vlaams Steunpunt VrijwilligersWerk, de VDS neemt verder deel aan de betrokken werkgroepen binnen de Hoge Raad voor het Vrijwilligerswerk)
Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
5.17. Operationele Doelstelling 17 De VDS voert zijn personeelsbeleid met het oog op een gedreven, klantvriendelijk en bekwaam personeelsbestand Uitgangssituatie In de lopende beleidsperiode is stevig werk gemaakt van het personeelsbeleid van de VDS. Naast het duidelijk afbakenen van specifieke profielen en taken, is er ook veel aandacht voor het individuele traject van stafmedewerkers. Zoals in het verleden wil de VDS een personeelskader blijven hebben dat betrokken en gemotiveerd is en ook daardoor mee voor continuïteit in de organisatie zorgt. De VDS-stafmedewerkers hebben een bepalende rol in de output van de organisatie. Intern zijn zij het die de vrijwilligers ondersteunen en faciliteren. Extern zijn zij het gezicht en de uitstraling van de VDS. Als het geen toeval is dat zij zowel intern als extern op handen worden gedragen vanwege hun inzet, betrokkenheid, deskundigheid, klantvriendelijkheid, … dan willen we dat als organisatie verder blijven realiseren door een goed ontwikkeld HRM.
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
45
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
Acties – Indicatoren – Timing Er is zorg voor het personeel. Net als bij het vrijwilligersbeleid hanteert de VDS ook hier als kernbegrippen: individueel traject, groeikansen, vorming, rekrutering, coaching, interesse … Er is aandacht voor individuele coaching, opleiding, timemanagement, haalbaarheid van takenpakketten elke stafmedewerker heeft een persoonlijke coach i.f.v. zelfevaluatie en zelfsturing de teamcoördinatoren speelpleinondersteuning en vorming en de coördinator projecten voeren een individuele aanpak m.b.t. de sterktes en zwaktes van elke uitvoerende medewerker jaarlijks is er minimaal één functionerings- en één evaluatiegesprek de coördinator personeel coördineert het personeelsbeleid Alle stafmedewerkers krijgen participatiekansen aan het interne beleid, de interne communicatie wordt verzorgd blijven behouden: maandelijkse Grote Staf (intern overleg, discussie, werkorganisatie met alle inhoudelijke medewerkers), jaarlijkse Staf2Daagse, staf wordt mee uitgenodigd op Strategisch Weekend (beleidsweekend voor alle bestuursvrijwilligers en staf) er wordt regelmatig intern overleg georganiseerd voor medewerkers met eenzelfde taakopdracht Er is actieve aandacht voor een divers publiek binnen het aanwervingsbeleid Er is aandacht voor interne jobuitdaging, continuïteit, specialisaties: stafmedewerkers krijgen de mogelijkheid zich te specialiseren in de bredere sector van de vrije tijd bij het aanboren van een uitgebreider doelpubliek stafmedewerkers krijgen projectmatige uitdagingen binnen de intensieve procesbegeleiding de VDS streeft naar een personeelskader dat kan voldoen aan de hoge interne én externe verwachtingen. In zijn reguliere werking wil de VDS voldoende uitvoerende regionale medewerkers voor elke kerntaak en voor projectwerk, hierin ondersteund door de medewerkers op coördinerend, organiserend en administratief niveau. verwachte uitbreiding: zie personeelsinzet (zoals opgenomen in Hfst 3) De VDS laat zijn personeel niet vervreemden van de realiteit en bewaakt de link tussen personeel en het werkveld, het evenwicht tussen coördinatoren (staf) en bestuursvrijwilligers en de link tussen de verschillende takenpakketten vorming en speelpleinondersteuning Elke inhoudelijke stafmedewerker draait jaarlijks minimaal een week mee op speelplein (en houdt zo voeling met de speelpleinrealiteit) elke inhoudelijke stafmedewerker wordt eveneens ingezet op lokaal project- en/of begeleidingswerk Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
5.18. Operationele Doelstelling 18 De VDS blijft een organisatie die zichzelf inhoudelijk blijvend vernieuwt en versterkt en eveneens permanent streeft naar vernieuwing in de sector Uitgangssituatie Een kwalitatieve organisatie staat nooit stil, maar zoekt, experimenteert, evalueert, stuurt bij, leert, … De VDS heeft zichzelf steeds de houding aangemeten open te staan voor vernieuwing en dus verbetering. Het is een
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
46
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
permanent proces, zowel voor ‘ouwe getrouwe’ als voor nieuwe medewerkers (zowel vrijwilligers als staf). Vanwege de intense band met het werkveld, is de VDS het ook aan de sector zelf verplicht om ook hier open te staan voor vernieuwing en experimenten: ook in de voorbije jaren is projectwerk hierbij een uiterst geschikte methode gebleken (projecten rond kleuters, tieners, bouwen, anderstaligen, maatschappelijke kwetsbaarheid, …). Acties – Indicatoren – Timing De VDS wil een lerende organisatie zijn en stelt zichzelf dus ook regelmatig in vraag i.f.v. bijsturing en verbetering. De VDS leert uit zijn ervaring voor elk onderdeel in het aanbod hanteert de VDS de PDCA (Plan-DoCheck-Act en vastzetten) als evaluatie- en bijsturingsmethodiek jaarlijkse organiseert de VDS een 'beperkte' evaluatie, minstens 1x op regionaal niveau en 1x op landelijk niveau (tijdens het jaarlijkse Strategisch Weekend) Binnen de ganse beleidsperiode organiseert de VDS een uitgebreide interne en externe analyse, mede i.f.v. het ontwikkelen van de driejaarlijkse beleidsnota De VDS streeft naar (getoetste) vernieuwing, maar gaat oude thema’s niet uit de weg. Opfrissen van oude of lopende projecten kan eveneens voor vernieuwing zorgen De VDS bewaakt zijn intern diversiteitsbeleid (via het diversiteitsplan dat in 2007 werd ontwikkeld): jaarlijks worden indien nodig aanpassingen gemaakt bij het ontwikkelde diversiteitsplan tegen 2012 wordt een round-up en eventuele bijsturing gemaakt van het VDS-diversiteitsbeleid Naast het creëren van betrokkenheid bij de verschillende niveaus voert de VDS een actief luisterbeleid via de regiobesturen en regionale speelpleinvergaderingen, de bovenbouw in het jeugdwerk, duizenden lokale contacten, de VDSvrijwilligers t/p, vraaggestuurd Om vernieuwing te creëren, probeert de VDS naast het reguliere aanbod ook projectmatig te blijven werken, zowel regionaal als interregionaal de VDS houdt zijn ontwikkelde projectenmodel op punt, toetst er alle nieuwe (en oude, van regio naar regio door te geven) projecten aan. Waardevolle projecten worden getoetst, bijgestuurd en geïmplementeerd in het vaste aanbod de VDS kijkt m.b.t. projecten steeds uit naar aanboring van projectmiddelen en fondsenwerving regionale projecten krijgen na ontwikkeling en bijsturing ook een doorgeefreflex naar andere regio’s, ook dat kan vernieuwend werken Samenwerkingsverbanden Projectmatig kunnen diverse partners worden ingeschakeld, naargelang het thema en hun knowhow
5.19. Operationele Doelstelling 19 De VDS houdt zijn interne organisatiemodel op punt Uitgangssituatie Eind 2007 werd de groeiende organisatie een passend model aangegoten: structuur, organogrammen, onderlinge regionale verhouding, besluitvorming,
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
47
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
takenpakketten, werkorganisatie, personeelsbeleid en locatiebeleid werden logisch opgebouwd. In 2009 volgt de evaluatie en mogelijke bijsturing van dit model. Acties – Indicatoren – Timing De VDS laat zijn vrijwilligers en stafmedewerkers in evenwicht opereren zodat zij het adagio kunnen waarmaken dat vrijwilligers sturen en inspireren, stafmedewerkers besturen en coördineren De VDS werkt aan een visionair beleid en steekt daarmee de ganse organisatie aan (zowel staf als vrijwilligers als sector) De VDS-werkorganisatie zorgt er intern voor dat de medewerkers extern optimaal hun opdracht kunnen vervullen (de back office biedt faciliteiten aan de frontdesk medewerkers) Indien de VDS er in slaagt een breder doelpubliek aan te spreken (uitbreiding naar Grabbelpas, Swap, mobiele werkingen, speelstraten), bekijkt de VDS in 2012 of het ook wenselijk is de interne structuur aan te passen Er wordt verder gewerkt om de verschillende regio’s meer af te stemmen op elkaar qua informatie De VDS waakt erover voldoende flexibel te blijven als organisatie zodat het organisatiemodel in functie staat van de doelen en nooit omgekeerd Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
5.20. Operationele Doelstelling 20 De VDS voert een adequaat financieel beleid met hoge output Uitgangssituatie Sinds het samenbrengen van het versnipperd geheel (geofficialiseerd in 2005), voert de VDS één financieel beleid. Terwijl het in de eerste jaren eerder zoeken was hoe de verschillende regionale cijfers naast elkaar konden worden ingepast in het geheel, wordt nu aan één financieel beleid gewerkt. De verschillen tussen de regio’s vervagen en staan enkel nog in dienst van de regionale accenten. De ‘back office’ evolueert ook hier van regionaal naar landelijk. Acties – Indicatoren – Timing De VDS blijft een ongewoon hoge output nastreven, mede dankzij de vele vrijwilligers die mee verantwoordelijkheid én uitvoerende taken opnemen De VDS geeft de financiële controle in handen van de vrijwilligers, zowel regionaal als landelijk de VDS vraagt een maandelijks rapport van de rekeningen en bezorgt dit aan zowel Raad van Bestuur als de regionale besturen in elke regio wordt mee het regionale deel van het budget opgevolgd, gecontroleerd en bijgestuurd De VDS evolueert verder naar een centrale budgettering met de nodige regionale klemtonen en ruimte De VDS werkt de laatste verschillen in zijn prijsbeleid weg (o.a. van Touring Speelpleinhulp e/o andere regionale projecten, Co-Piloot, cursussen, producten …) De VDS probeert zijn opbrengsten zoveel als mogelijk te diversifiëren: subsidies, lidgelden, projectwerk, procesbegeleiding, verkoop, MateriaalMagazijn, deelnamegelden, sponsoring Samenwerkingsverbanden de boekhouding wordt gevoerd door een externe firma (Q-bus cvba)
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
48
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
5.21. Operationele Doelstelling 21 De VDS voert een professionele communicatie, zowel intern als extern Uitgangssituatie In de lopende beleidsperiode werd het volledige communicatiebeleid geëvalueerd en bijgestuurd en in een nieuw plan gegoten. Dit plan wordt vanaf 2009 uitgevoerd en is de volgende stap naar een verder professioneel (extern) communicatiebeleid. Acties – Indicatoren – Timing uitvoeren communicatieplan 2009 de VDS hanteert een uitgebreid gamma van interne communicatiemiddelen Geheime Kelders (soort intranet voor alle vrijwilligers en staf), met o.a. agenda, nieuwtjes, interne verslagen en voorbereidingsdocumenten, forum, … KortNieuws, tweewekelijkse interne e-nieuwsbrief voor staf en bestuursvrijwilligers Snelnieuws voor instructoren/vrijwilligers, interne e-nieuwsbrief voor alle VDS vrijwilligers richtlijnen voor cursusverantwoordelijken KipKap, interne e-nieuwsbrief met vormingsmogelijkheden voor staf en bestuursvrijwilligers uitwerken en up-to-date houden van het Kwaliteitshandboek, een intern naslagdocument m.b.t. alle organisatorische aspecten binnen de organisatie uitwerken en up-to-date houden van antwoorden op inhoudelijke FAQ’s de VDS belegt intern vergader- en overlegmomenten: regionale en landelijke stuurgroepen, grote staf, werkgroepen De VDS hanteert een uitgebreid gamma van externe communicatiemiddelen (in eerste instantie naar het speelpleinwerk) VDS Snelnieuws, externe e-nieuwsbrief voor lokale organisatoren en stuurgroepleden, blijft op hetzelfde peil KiCK!, vaktijdschrift voor speelpleinwerk blijft op hetzelfde peil (zie OD1) nieuws- en agendarubriek op www.speelplein.net blijft op hetzelfde peil (zie OD1) er komt een digitale naslagbibliotheek op www.speelplein.net die minimaal elk kwartaal wordt geüpdatet Indien de VDS er in slaagt een breder doelpubliek aan te spreken (uitbreiding naar Grabbelpas, Swap, mobiele werkingen, speelstraten), bekijkt de VDS in 2012 of het ook wenselijk is de naam VDS, logo, uitstraling, … aan te passen en desgewenst in een bekendmakingscampagne te gieten De VDS onderhoudt zijn netwerken, o.a. via vertegenwoordiging in beleid (Vlaams en provinciaal/regionaal), jeugdwerk (bovenbouw + het landelijk jeugdwerk), belangengroepen (vrijwilligersorganisaties bvb VSVw, kindgerichte organisaties bvb K&S, Kinderrechtencommissariaat …) en (lokale) politiek (netwerk van schepenen en burgemeesters, gemeentesecretarissen …) De VDS volgt nieuwe tendensen binnen het jeugdwerk van nabij op en implementeert ze indien ze aansluiten bij missie, visie en doelstellingen De VDS zet zichzelf op de kaart op de gekende, speelse en unieke stijl de voortgangsrapporten worden als jaarrapport publiceerbaar gemaakt en verspreid sectoroverschrijdende producten worden verspreid binnen de rest van het landelijk jeugdwerk (bvb Blind Date, Taalspeler, Tienerlabo …)
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
49
VDS BeleidsNota 2010-2012
Vakantie? Op het speelplein!
in de loop van de beleidsperiode wordt intern de discussie gevoerd of promomateriaal al dan niet meer gratis moet worden bedeeld de speelse stijl wordt eenvormig in alle producten en diensten gehanteerd onze nu reeds populaire mascotte ‘Marva, de speelpleinkip’ wordt nog meer zichtbaar gemaakt (bvb via Facebook, YouTube …) De VDS blijft het speelpleinwerk en de speelkansen voor elk kind verdedigen in de publieke opinie de VDS onderneemt zelf minimaal 2 media-acties op Vlaams en 2 media-acties op regionaal niveau. De VDS presenteert zich onder deze OD21 als koepel (Én-én verhaal met OD11 waar de VDS zich als expertisecentrum presenteert) en biedt speelinitiatieven aan zich als lid aan te sluiten bij de VDS. minimaal de helft van de organisatoren van speelpleinwerk in Vlaanderen en Brussel betaalt een AansluitingsBijdrage
Samenwerkingsverbanden geen te verwachten
Specifieke jaarlijkse kosten en opbrengsten voor de volledige SD5 6. KOSTEN 6110 6111 6115 6116 6121 6122 6123 6125 6126 6127 6130 6232
2010 Communicatie Verzendingskosten onthaal representatie relatiegeschenken vergaderkosten vrijwilligers staf Verzekeringen andere dan voor personeel en BA Honorarium bedrijfsrevisor/beëdigd accountant Honorarium boekhouder Bijdragen voor lidmaatschappen van verenigingen vrijwilligersvergoedingen wettelijke bekendmakingen verplaatsingskosten Binnenland Vorming eigen personeel
7. OPBRENGSTEN 731
Lidgeld (stortingen) toegetreden leden
37.100,00 € 11.000,00 € 4.000,00 € 5.000,00 € 11.000,00 € 2.000,00 € 21.000,00 € 500,00 € 2.000,00 € 200,00 € 8.000,00 € 5.000,00 €
2010 47.000,00 €
2011 37.842,00 € 11.220,00 € 4.000,00 € 5.000,00 € 11.220,00 € 2.040,00 € 21.420,00 € 500,00 € 2.000,00 € 200,00 € 8.160,00 € 5.100,00 €
2011 47.000,00 €
2012 38.598,84 € 11.444,40 € 4.000,00 € 5.000,00 € 11.444,40 € 2.080,80 € 21.848,40 € 500,00 € 2.000,00 € 200,00 € 8.323,20 € 5.202,00 €
2012 47.000,00 €
Personeelsinzet voor de volledige SD5 = 2,10 vte
0,50 vte administratief (algemeen, financiën) 0,20 vte uitvoerend 0,50 vte coördinator personeel 0,40 vte coördinator communicatie 0,50 vte algemeen coördinator (financiën, personeel, organisatie) groei voor deze SD (t.o.v. dec ’08) = + 0 vte. Tot op heden slaagt de VDS erin met deze personeelsinzet zijn organisatie op punt te houden. Dit is niet vanzelfsprekend, doch de vereniging kiest er bewust voor meer te groeien op inhoudelijk en uitvoerend vlak.
Hfst 2 - VDS doelstellingen 2010-2012
50