eg e l e n n de maatr 2012 aa t s a p e g n Aa d van eer akkoor g e r t e h n va
ElektricienS
Op Zak 11-12
en
www.abvvmetaal.be
te r
PsC 149.01
Inhoudsopgave Voorwoord............................................ 4 1. Inkomen........................................... 6 1.1 Loonvoorwaarden.......................... 6 1.1.1 Koopkracht.................................. 6 1.1.1.1 Ecocheques.............................. 6 1.2 Minimum- en effectieve lonen....... 8 1.3 Premies ........................................ 9 1.3.1 Ploegen- en nachtpremie........... 9 1.3.2 Eindejaarspremie....................... 9 1.3.2.1 Algemeen regime – RSZ-code onderneming 067..................... 9 1.3.2.2 Regime FEE/RTD – RSZ-code onderneming 467................... 10 1.3.3 Syndicale premie......................11 1.3.4 Premie voor ongezond en gevaarlijk werk......................... 12 1.4 Vervoerskosten........................... 12 1.4.1 Woon-werkverkeer................... 12 1.4.2 Mobiliteit................................... 14 1.4.3 Kosten en vergoedingen voor verplaatsingen vanaf de plaats van tewerkstelling..................... 15 1.5 Gereedschapskoffer.................... 15 2. Arbeidsvoorwaarden..................... 16 2.1 Opzegtermijnen........................... 16 2.2 Carenzdag................................... 17 2.3 Werkloosheid.............................. 18 2.3.1 Volledige werkloosheid............ 18 2.3.2 Tijdelijke werkloosheid............. 18 2.4 Ziekte & arbeidsongeval............. 19
2.4.1 Gewaarborgd loon.................... 19 2.4.2 Ziekenfonds.............................. 20 2.4.3 Voorwaarden............................ 20 2.4.4 Controle.................................... 21 2.5 Aanvullend pensioen................... 22 2.6 Precaire contracten..................... 24 3. Arbeidstijd..................................... 25 3.1 Wekelijkse arbeidsduur............... 25 3.2 Flexibiliteit................................... 25 3.2.1 Betaling of recuperatie van overuren............................. 25 3.2.2 Glijdende werkweek................ 26 3.3 Vakantie- en feestdagen............. 26 3.3.1 Jaarlijkse vakantie.................... 26 3.3.2 Jeugdvakantie.......................... 28 3.3.3 Seniorvakantie......................... 29 3.3.4 Feestdagen.............................. 30 3.4 Klein verlet.................................. 31 3.5 Loopbaanverlof........................... 33 4. Onderbreking van de loopbaan.... 34 4.1 Tijdskrediet en loopbaanvermindering................. 34 4.1.1 Algemene regeling = tijdskrediet zonder motief.......... 34 4.1.2 Tijdskrediet met motief............. 36 4.1.3 Landingsbanen......................... 38 4.2 Themaverlof................................ 40 4.3 Moederschaps- en vaderschapsverlof........................41 4.3.1 Moederschapsverlof..................41
4.3.1.1 Moederschapsrust..................41 4.3.1.2 Profylactisch verlof ............... 42 4.3.1.3 Borstvoedingspauzes............ 42 4.3.2 Vaderschapsverlof................... 43 5. Brugpensioen (nieuwe benaming: werkloosheid met bedrijfstoeslag)....................... 44 5.1 Brugpensioenen vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014................ 44 5.2 Brugpensioenen vanaf 1 januari 2015 tot ........................ 48 6. Vorming & opleiding...................... 54 6.1 Vormingskrediet en bedrijfsopleidingsplannen........... 54 6.2 Recht op opleiding...................... 55 6.3 Risicogroepen............................. 56 6.4 Ervaringsbewijs........................... 56 6.5 Betaald educatief verlof.............. 57 7. Fonds voor Bestaanszekerheid..... 59 8. Sociaal overleg.............................. 62 8.1 Syndicale delegatie..................... 62 8.2 Werkzekerheid............................ 63 A. Vervoerskosten............................. 65 B. Minimumlonen.............................. 68 C. Overzichtstabel van de anciënniteitstoeslagen op 1 januari 2012 voor 38-urenweek................................. 69 Adressen............................................ 71 3
ustrie = Investeren in de ind
Door en Door Rood
onlosmakelijk samenhangen. We hebben het interprofessioneel akkoord verworpen, omdat onze arbeiders geen loon naar werken kregen en vooral omdat de discriminatie van de arbeiders opnieuw in stand werd gehouden. In honderden bedrijven hebben onze afgevaardigden dezelfde consequente houding aan de dag gelegd. 2012 wordt dan ook binnen de vakbondsgelederen het jaar van de waarheid. Een jaar waarin het weer tijd wordt om te bepalen waar het allemaal op staat.
Na meer dan 500 dagen stilstaan, meer dan 500 dagen zonder maatregelen om onze begroting rond te krijgen en om onze pensioenen en onze sociale zekerheid te vrijwaren, kwam er een regering die zo snel mogelijk orde op zaken wou stellen. En zoals we hadden kunnen vrezen, kregen de werknemers in eerste instantie de rekening gepresenteerd. Wij hebben de crisis niet veroorzaakt (niet de financieel-economische, noch de politieke), maar wij zijn wel de dupe. 2012 zal een bewogen sociaal jaar blijven. Zover is nu al zeker. Omdat de crisis zal doorwoekeren en omdat we nu niet weten waarmee we nog allemaal zullen geconfronteerd worden.
De Op Zak die je nu in je handen hebt, geeft je een zo volledig mogelijk en toch begrijpelijk overzicht van de regelingen die gelden in jouw sector en van de belangrijkste elementen uit de nieuwe CAO et het nieuwe regeerakkoord. Samen staan we sterk. Wij zijn de stem van de arbeiders en de werknemers en ook in 2012 zullen we die luid en duidelijk laten weerklinken. In 2012 is het tijd om DOOR EN DOOR ROOD te zijn. Herwig Jorissen Voorzitter
2012 is ook een belangrijk vakbondsjaar. Want het is het jaar van de sociale verkiezingen. In de bedrijven en sectoren heeft ABVVMetaal consequent gehandeld en gestreden. We hebben ons er niet zomaar bij neergelegd als een multinational koelbloedig de deuren wilde sluiten, zoals GM met Opel Antwerpen. We hebben eerst en vooral en tot de laatste dag alle mogelijke middelen aangewend om onze bedrijven open te houden. We waren ook de eersten die, bij het begin van de crisis, aandrongen op meer investeringen in onze industrie. We wisten en weten namelijk dat industrie en welvaart 4
art Investeren in welva
inhoud
5
ustrie = Investeren in de ind
1. Inkomen
Aan deeltijdse arbeiders worden ecocheques toegekend naargelang hun tewerkstellingsbreuk (4/5, ½,...). Ook in- en uittreders ontvangen hun ecocheques pro rata.
1.1 Loonvoorwaarden De bestaande indexregeling blijft van toepassing. De lonen worden jaarlijks aangepast op 1 januari. Zo worden de effectieve en de minimumlonen op 1 januari 2011 en op 1 januari 2012 aangepast aan de gezondheidsindex. De indexaanpassing op 1 januari 2012 bedroeg 3.18 %.
Voor 2011 geldt er een overgangsregeling. Hier loopt de referteperiode van 1 januari 2011 tot en met 30 september 2011. Het bedrag van de ecocheque is dan gelijk aan de berekening van de waarde over de referteperiode, vermenigvuldigd met 9/12. Dit bedrag aan ecocheques is betaalbaar op 15 november 2011. Ondernemingen die in 2011 met betrekking tot deze referteperiode al een gedeelte of het geheel van de 250 euro betaald hebben, hoeven vanzelfsprekend enkel het eventuele saldo te betalen op 15 november 2011.
1.1.1 Koopkracht 1.1.1.1 Ecocheques De ecocheque is in het leven geroepen door het IPA 2009-2010 als alternatieve koopkrachtverhoging. Deze regeling geldt nog steeds, tenzij er wordt geopteerd voor een alternatieve besteding.
Welke dagen zijn gelijkgesteld? ● Alle dagen van tijdelijke werkloosheid ● Alle dagen die worden gedekt door een gewaarborgd loon ● De dagen van afwezigheid door ziekte of (arbeids-) ongeval voor hoogstens 30 dagen bovenop de dagen gedekt door het gewaarborgd maandloon ● De dagen van moederschaps- en vaderschapsverlof
De ecocheque is bestemd voor de aankoop van ecologische producten en diensten. Het betaalmiddel is vrij van belastingen en sociale bijdragen en blijft tot 2 jaar na de uitreiking geldig. De waarde van 1 ecocheque mag niet meer dan 10 euro bedragen.
De waarde van de ecocheques kan ook op een andere manier besteed worden. De voorwaarde is wel dat er hierover een ondernemingsakkoord is vóór 31 december 2011 voor de ecocheques die uitbetaalbaar zijn in 2012. Voor de uitbetaling van de ecocheques op 15 november 2011 kan een alternatieve besteding enkel in de bedrijven die al een afwijkende regeling hadden afgesproken via bedrijfsakkoord voor 2009 en/of 2010.
Alle voltijdse arbeiders van de sector elektriciens ontvangen 250 euro aan ecocheques per jaar. Deze 250 euro wordt jaarlijks toegekend op 15 november. De referteperiode, met name de periode waarin je hebt gewerkt of die is gelijkgesteld, valt bijgevolg tussen 1 oktober van het voorgaande jaar en 30 september van het huidige jaar.
6
art Investeren in welva
inhoud
7
ustrie = Investeren in de ind
1.2 Minimum- en effectieve lonen
1.3 Premies 1.3.1 Ploegen- en nachtpremie
De sectorale minimumlonen alsook de effectieve lonen worden jaarlijks aangepast op 1 januari. Bovendien werden alle lonen op 1 januari 2012 verhoogd met 0,3 % (eerst 0,3 % verhoging, daarna indexering van 3,18 % toepassen).
Het basisloon van arbeiders die werken in ploegendienst (vroege en late shift) wordt met 10 % verhoogd. We spreken van ploegenarbeid, als de ploegen elkaar zonder onderbreking opvolgen of als ploegen elkaar niet opvolgen, maar gedurende niet langer dan de helft van de normale dagtaak samenwerken.
Wat de loonsverhoging op de effectieve lonen betreft, konden ondernemingen hieraan een alternatieve invulling geven, op voorwaarde dat er een ondernemingsakkoord werd gesloten voor 31 december 2011.
Het basisloon voor arbeiders die nachtarbeid (tussen 20 en 6 uur) verrichten, wordt verhoogd met 20 %.
De tabel met de bedragen van de minimumuurlonen, volgens onderstaande categorieën, en na de loonsverhoging en indexering van 1 januari 2012 vind je achteraan terug als bijlage.
1.3.2 Eindejaarspremie 1.3.2.1 Algemeen regime – RSZ-code onderneming 067
Arbeiders die aan het minimumloon betaald worden, krijgen per jaar van anciënniteit dat ze binnen dezelfde kwalificatie en in dezelfde onderneming werken, een anciënniteitstoeslag toegekend. Een overzichtstabel met deze anciënniteitstoeslagen is ter beschikking bij je ABVV-Metaal-afgevaardigde of op een van onze ABVV-Metaal-kantoren. Achteraan deze Op Zak vind je alvast de tabel voor de 38-urenweek.
De eindejaarspremie wordt betaald via het Fonds en bedraagt 8,33 % van het brutoloon over de hele referteperiode, die loopt van 1 juli van het voorgaand jaar tot 30 juni van het huidig jaar. Voorwaarde is dat je binnen de referteperiode minstens 65 werkdagen (of gelijkgestelde dagen) kan voorleggen in één of meerdere ondernemingen uit de sector (voor deeltijdse arbeiders: 30 dagen).
Sinds 1 juli 2009 is de leeftijdsdiscriminatie voor jongeren jonger dan 18 jaar afgeschaft. Tegelijkertijd werd op 1 juli 2009 een specifieke regeling voor jobstudenten ingevoerd. Zo krijgt de jobstudent 80 % van het uurloon dat gepaard gaat met de loonschaal voor de beroepscategorie van de arbeider met een gelijkaardige functie als die van de jobstudent.
8
art Investeren in welva
Voor de berekening van de eindejaarspremie worden diverse schorsingsperiodes gelijkgesteld, maar tot hoogstens 1/3 van het aantal gepresteerde dagen tijdens de referteperiode. Bij ontslag wegens zwaarwichtige redenen, verlies je het recht op een eindejaarspremie.
inhoud
9
ustrie = Investeren in de ind
Wie op brugpensioen of pensioen gaat, ontvangt een volledige premie. De rechthebbenden van een overleden arbeider, hebben recht op een basiseindejaarspremie van 1.660 euro.
Per dag van afwezigheid die niet kan worden verantwoord kan het bedrag van de eindejaarspremie worden verminderd met 2,48 euro (tot maximum 24,79 euro).
De eindejaarspremie wordt pro rata berekend op basis van de referteperiode bij vrijwillig vertrek, bij ontslag tijdens de referteperiode (met uitzondering zwaarwichtige reden), bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in gemeenschappelijk overleg, in geval van contract(en) van bepaalde duur met een totale duurtijd van minstens 3 maanden en bij de beëindiging van het contract wegens redenen van overmacht. Arbeiders die tijdens de referteperiode minder dan 1 jaar dienst hebben, maar weliswaar 65 werkdagen of gelijkgestelde dagen in het personeelsregister van de onderneming zijn ingeschreven, hebben ook recht op een pro-ratadeel van de eindejaarspremie.
De rechthebbenden van een overleden arbeider alsook de (brug) gepensioneerden hebben recht op een volledige eindejaarspremie. Voor de bruggepensioneerden geldt hiertoe wel een anciënniteitsvoorwaarde van 5 jaar in de onderneming. Arbeiders die de onderneming verlaten of die ontslagen worden wegens dringende redenen, verliezen het recht op de eindejaarspremie. De eindejaarspremie wordt pro rata berekend op basis van de referteperiode bij ontslag tijdens de referteperiode (met uitzondering van zwaarwichtige reden), bij contract(en) van bepaalde duur van samen minstens 3 maanden en bij de beëindiging van het contract wegens redenen van overmacht. Bij de beëindiging van het contract wegens redenen van overmacht, wordt een prorataberekening op het betreffende jaar toegepast.
De eindejaarspremie wordt uitbetaald voor 31 december volgend op het einde van de referteperiode. 1.3.2.2 Regime FEE/RTD – RSZ-code onderneming 467 De eindejaarspremie wordt betaald via de werkgever en bedraagt 8,33 % van het brutoloon over de referteperiode (van 1 december van het voorgaande jaar tot 30 november van het huidige jaar).
De eindejaarspremie wordt uitbetaald rond 15 december van het beschouwde jaar.
1.3.3 Syndicale premie
Diverse schorsingsperiodes worden gelijkgesteld, maar met een maximum van 150 dagen per jaar en mits minstens 6 maanden van arbeidsprestaties tijdens het refertejaar: ziekte, arbeidsongeval, bevallingsrust, vaderschaps- en adoptieverlof, tijdelijke werkloosheid, militaire dienst en palliatief verlof.
10
art Investeren in welva
De syndicale premie bedraagt (voor actieven) 110 euro.
inhoud
11
ustrie = Investeren in de ind
1.3.4 Premie voor ongezond en gevaarlijk werk
derdebetalerssysteem dat zowel NMBS als De Lijn aanbieden aan ondernemingen.
Op sectorniveau bestaat er een minimumregeling inzake premies voor ongezond en gevaarlijk werk. Het basisloon van arbeiders die werkzaamheden van uitzonderlijke aard uitoefenen die een gevaar opleveren dat al dan niet eigen is aan het beroep, wordt verhoogd met minstens 15 %. Dezelfde premie geldt voor arbeiders die regelmatig werkzaamheden uitvoeren op een hoogte boven een stabiel niveau of op een onstabiel niveau.
Verplaats je je echter naar het werk met het eigen vervoer of te voet, dan heb je recht op de werkgeversbijdrage in het maandabonnement of weekabonnement. In de tabel achteraan worden deze tussenkomsten weergegeven voor 1 februari 2012. Deze vergoeding op basis van de werkgeversbijdrage in het maand- of weekabonnement moet steeds in haar geheel worden betaald en bovendien voor alle dagen van de week of maand, afhankelijk van het soort abonnement dat de werkgever als basis gebruikt. Een omrekening van de werkgeversbijdrage naar een dagbedrag is niet toegestaan. Bovendien worden deze bedragen jaarlijks op 1 februari geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS.
1.4 Vervoerskosten 1.4.1 Woon-werkverkeer Sinds 1975 moet de werkgever (een deel van) de kosten van het woon-werkverkeer terugbetalen. De tegemoetkoming (vanaf de eerste kilometer) is afhankelijk van het gebruikte vervoermiddel. Als je je verplaatst van je woonplaats naar de vestiging van de onderneming, de aanwervingsplaats of de ophaalplaats, dan heb je recht op een tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten. Er wordt een onderscheid gemaakt in tussenkomst naargelang het gebruikte vervoermiddel. De onderstaande regeling voor het woon-werkverkeer is ook van toepassing op leerlingen in een systeem van alternerend leren en voor arbeiders die zich verplaatsen om een competentietest voor een ervaringsbewijs af te leggen (maximaal 1 dag per kalenderjaar).
Voor de arbeiders die met de fiets naar het werk gaan, wordt de vergoeding op basis van de tabel achteraan beschouwd als fietsvergoeding. Specifieke bepalingen: Ook leerlingen in een systeem van alternerend leren die zich van hun woonplaats naar de vestiging van de onderneming, de aanwervingsplaats of de ophaalplaats begeven, hebben recht op een terugbetaling van de vervoerskosten door de werkgever. De terugbetaling gebeurt dan ook volgens dezelfde spelregels als voor de arbeiders die werkzaam zijn in de sector. Arbeiders die zich verplaatsen om een competentietest voor een ervaringsbewijs af te leggen, hebben ook recht op een terugbeta-
Als jij gebruik maakt van het openbaar of gecombineerd openbaar vervoer, dan krijg je een tussenkomst van de werkgever aan 80 % van de totale kost van het vervoerbewijs. Aan de werkgevers wordt bovendien aanbevolen om gebruik te maken van het 12
art Investeren in welva
inhoud
13
ustrie = Investeren in de ind
ling van de vervoerskosten door de werkgever. De terugbetaling gebeurt dan ook volgens dezelfde regels als voor het gewone woon-werkverkeer.
dex). Toch is het bedrag voor verplaatsingen met het vervoermiddel van de werkgever (type 3) alsook de chauffeursvergoeding begrensd tot het maximale RSZ-vrijgestelde bedrag.
1.4.2 Mobiliteit
Als je verschillende vervoermiddelen combineert, dan heb je voor elk deel van de afgelegde weg recht op de hiermee overeenstemmende werkgeverstegemoetkoming (voor zover de totale afstand meer dan 5 km bedraagt).
Daarnaast is er ook een regeling voor arbeiders die zich van hun woonplaats, de vestiging van de onderneming of de ophaalplaats naar een werf begeven die niet de aanwervingsplaats is en voor de verplaatsingen vanaf de werkplaats. Deze regeling wordt de ‘mobiliteitsvergoeding’ genoemd.
1.4.3 Kosten en vergoedingen voor verplaatsingen vanaf de plaats van tewerkstelling Arbeiders die zich van de plaats van tewerkstelling naar een andere plaats van tewerkstelling begeven (tussen werven bijvoorbeeld), ontvangen van de werkgever de integrale verplaatsingskosten.
Afhankelijk van het gebruikte vervoermiddel, heb je recht op een tussenkomst per kilometer. Onderstaande bedragen zijn van toepassing sinds 1 februari 2012: ● verplaatsingen met openbaar vervoer: werkgeverstegemoetkoming gelijk aan de volledige kost van het gebruikte openbaar vervoer (type 1); ● met persoonlijk vervoermiddel: 0,2508 euro per afgelegde kilometer (type 2); ● met voertuig van de werkgever: 0,1086 euro per afgelegde kilometer (type 3).
Deze verplaatsingskosten worden berekend volgens het officieel tarief van het normaal gebruikt vervoer (zie boven – 1.4.1). De verplaatsingstijd moet bovendien worden beschouwd als gepresteerde uren en ook zo betaald worden (zelfs bij een verplaatsing met het voertuig van de werkgever). Als de werkgever je naar een werf stuurt, dan moet hij behoorlijk kost en inwoning voorzien voor zover deze verplaatsing zorgt voor een dagelijkse afwezigheid van meer dan 12 uur van je woonplaats.
Als je met een bedrijfsvoertuig minstens 1 medepassagier vervoert, dan word je als chauffeur aanzien en ontvang je hiervoor een vergoeding van 0,1223 euro per afgelegde kilometer. Vóór 1 januari 2012 moest je minstens 3 medepassagiers hebben vervoerd.
1.5 Gereedschapskoffer
De bedragen van type 2 en type 3, alsook de chauffeursvergoeding worden jaarlijks geïndexeerd (op basis van de sociale in-
14
art Investeren in welva
De werkgever moet het nodige gereedschap ter beschikking te stellen van elke arbeider.
inhoud
15
ustrie = Investeren in de ind
Op
zak
Bij brugpensioen • Loonsverhoging van 0,3 % en daarna indexering van 3,18 % op 1 januari 2012 •E cocheques: 1 jaarlijkse betaling op 15 november met overgangsregeling voor 2011
Werkgever
- 20 jaar anciënniteit
28 dagen
+ 20 jaar anciënniteit
56 dagen
Niettemin werd in het nationaal akkoord 2011 – 2012 afgesproken dat de opzegtermijnen voor arbeiders die reeds in de sector werkzaam zijn, op hetzelfde niveau gebracht worden als voor de ‘nieuwe’ arbeiders. Dit gebeurt op het moment dat het nieuwe Koninklijk Besluit hieromtrent vanuit de sector van kracht wordt. Het verschil in het statuut van de arbeiders dat door de wetgever gecreëerd werd naar aanleiding van het IPA, wordt op die manier tenietgedaan. De nieuwe opzegtermijnen vanaf die datum worden dan:
•E cochèques: vaderschapsverlof nu ook gelijkgesteld •M obiliteit: versoepeling van de definitie ‘chauffeur’ en jaarlijkse indexering van de chauffeursvergoeding
2. Arbeidsvoorwaarden 2.1 Opzegtermijnen De kloof tussen de opzegtermijnen van de arbeiders en de bedienden blijft diep. Het is dan ook precies om die reden dat ABVV-Metaal het ontwerp van Interprofessioneel Akkoord 20112012 verworpen heeft. Er werd te weinig gedaan om eindelijk komaf te maken met deze schandelijke discriminatie. Hieronder vind je de tabellen met de opzegtermijnen met name het algemeen regime en de verkorte opzegtermijnen bij brugpensioen, geldig tot eind 2011.
16
art Investeren in welva
Algemeen regime
Werkgever
Arbeider
5 jaar anciënniteit
40 dagen
14 dagen
5 - 10 jaar
48 dagen
14 dagen 21 dagen
10 - 15 jaar
64 dagen
15 - 20 jaar
97 dagen
21 dagen
+ 20 jaar
129 dagen
28 dagen
Bij brugpensioen
Werkgever
Algemeen regime
Werkgever
Arbeider
5 jaar anciënniteit
5 weken
2 weken
- 20 jaar anciënniteit
28 dagen
5 - 10 jaar
6 weken
2 weken
+ 20 jaar anciënniteit
56 dagen
10 - 15 jaar
8 weken
3 weken
15 - 20 jaar
12 weken
4 weken
20 - 25 jaar
16 weken
5 weken
+ 25 jaar
17 weken
6 weken
2.2 Carenzdag De carenzdag is een van de meest opvallende vormen van discriminatie tussen arbeiders en bedienden. Arbeiders worden niet
inhoud
17
ustrie = Investeren in de ind
betaald door de werkgever of de mutualiteit voor de eerste of tweede dag van afwezigheid wegens ziekte, als hun arbeidsongeschiktheid minder dan 14 dagen duurt. De carenzdag is destijds ingevoerd om korte afwezigheden te ontmoedigen. De wetgever gaat ervan uit dat arbeiders nog altijd meer van het systeem proberen te profiteren. In deze sector is de werkgever verplicht zowel de eerste als de tweede (sinds 1 januari 2012) carenzdag van het kalenderjaar te betalen, ongeacht de duur van de ziekte.
Het Fonds voor Bestaanszekerheid voorziet een aanvullende vergoeding bij tijdelijke of volledige werkloosheid. De voorwaarden en bedragen vind je terug in de tabel van het hoofdstuk Fonds voor Bestaanszekerheid (zie punt 7). Binnen de sector geldt een afwijking op de algemene regeling economische werkloosheid. Bij een gebrek aan werk dat door economische factoren wordt veroorzaakt, mag de arbeidsovereenkomst voor arbeiders volledig worden geschorst voor hoogstens 8 weken. Deze afwijking geldt voor de hele duur van het akkoord 2011-2012.
2.3 Werkloosheid 2.3.1 Volledige werkloosheid
2.4 Ziekte & arbeidsongeval
Wie zonder werk valt, kan een werkloosheidsuitkering aanvragen. De werkloosheidsdienst van het ABVV gaat na of je recht hebt op een werkloosheidsvergoeding en overhandigt je een controlekaart. Binnen de 8 kalenderdagen na de uitkeringsaanvraag te hebben ingediend, moet je je inschrijven als werkzoekende bij de dienst voor arbeidsbemiddeling van je regio (VDAB voor Vlaanderen, Actiris voor Brussel en FOREM voor Wallonië). Onder bepaalde voorwaarden heb je ook recht op een aanvullende vergoeding van het Fonds voor Bestaanszekerheid (zie punt 7).
2.4.1 Gewaarborgd loon Na een maand dienst heb je als arbeider recht op gewaarborgd loon. Je normale loon wordt uitbetaald bij een ziekte die minder dan 14 dagen duurt (volgens het medisch attest). Als een ziekte langer duurt dan 14 dagen, ontvang je je normale loon gedurende 4 weken. Daarvan komt een deel van je werkgever en wordt een ander deel bijgepast door het ziekenfonds. Wat vraag je aan je behandelende dokter? ● Medisch attest Op dit geneeskundig getuigschrift moet vermeld staan: - de arbeidsongeschiktheid - de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid - of je al dan niet je woning mag verlaten met het oog op de controle Bezorg dit attest binnen de 2 werkdagen aan je werkgever.
2.3.2 Tijdelijke werkloosheid Ben je gedeeltelijk werkloos (economisch, technisch of door weersomstandigheden), richt je dan ook tot de werkloosheidsdienst van het ABVV. Binnen je bedrijf biedt de syndicale delegatie je de nodige ondersteuning. Sinds 1 april 2011 wordt een verhoogde bedrijfsvoorheffing van 18,75 % ingehouden op de uitkeringen tijdelijke werkloosheid. 18
art Investeren in welva
inhoud
19
ustrie = Investeren in de ind
2.4.4 Controle
● Getuigschrift voor arbeidsongeschiktheid Dit getuigschrift laat je invullen door je behandelende arts om de tegemoetkoming van het ziekenfonds te kunnen ontvangen. Het formulier is verkrijgbaar bij je ziekenfonds.
Als je afwezig bent wegens ziekte, kunnen de werkgever en/of het ziekenfonds je laten controleren door een controlearts. Je bent verplicht om deze controle te ondergaan, op voorwaarde dat ze wordt uitgevoerd door een erkend arts.
OPGELET! Zonder getuigschrift of attest heb je geen recht op ziekte-uitkeringen, wanneer je langer dan 2 weken ziek bent.
Mag je volgens het medisch attest je woning niet verlaten, dan wordt van je verwacht dat je de controlearts bij je thuis ontvangt. Als de arts voor een gesloten deur staat, wordt ervan uitgegaan dat je de controle onmogelijk hebt gemaakt. Vermeldt het medisch attest dat je je woning wel mag verlaten, dan kan je verplicht worden om je aan te melden in de praktijk van de controlearts. Je verplaatsingskosten worden vergoed door je werkgever, als je gebruik maakt van het openbaar vervoer of in uitzonderlijke gevallen van een privévervoermiddel. Ook de kosten voor het medisch onderzoek zijn altijd ten laste van de werkgever.
2.4.2 Ziekenfonds Na een maand van ziekte betaalt het ziekenfonds je een ziekteuitkering die overeenkomt met 60 % van je (geplafonneerd) loon. Op de ziekte-uitkering is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Ze wordt wel belast zoals loon, maar er is een belastingvermindering voorzien.
2.4.3 Voorwaarden Om recht te hebben op een ziekte-uitkering van je ziekenfonds, moet je aan enkele voorwaarden voldoen. ● Je bent sinds 6 maanden (wachttijd) ingeschreven bij een ziekenfonds en hebt in die periode minstens 120 dagen gewerkt. Als dat nodig blijkt, kan de wachttijd voor deeltijdse arbeiders verlengd worden tot hoogstens 18 maanden. In dat geval moet je voor die verlengde periode de 120 gepresteerde dagen aantonen. ● Je beschikt over een medisch attest (zie 2.4.1). ● Je hebt de verklaring van arbeidsongeschiktheid ingediend (zie 2.4.1). ● Het inlichtingenblad dat je van je ziekenfonds ontvangt, heb je zorgvuldig ingevuld. Een gedeelte is bestemd voor de werkgever. 20
art Investeren in welva
Als de controlearts je arbeidsgeschikt verklaart en je het werk niet hervat, kan je je recht op gewaarborgd loon verliezen. Dat kan vanaf de datum van de eerste uitnodiging voor een afspraak in de dokterspraktijk of van het eerste huisbezoek van de controlearts. De periode van arbeidsongeschiktheid waarover geen geschil bestaat, valt hierbuiten. Als je het niet eens bent met de bevindingen van de controlearts, dan moet je dit laten noteren in het schriftelijke verslag. Het is ook mogelijk dat de attesten van je huisarts en de controlearts tegenstrijdig zijn.
inhoud
21
ustrie = Investeren in de ind
In dit geval is het mogelijk om binnen de 2 werkdagen nadat je het verslag van de controlearts hebt ontvangen, een scheidsrechterlijke procedure op te starten. Neem daartoe ook onmiddellijk contact op met je afgevaardigde of secretaris.
Hoe wordt het aanvullend pensioen gevormd? ► De som van de werkgeversbijdragen die voor jou tijdens je loopbaan werden gestort; ► Het voor jou opgespaard bedrag wordt bovendien verhoogd met een minimumrendement dat momenteel 3,25 % bedraagt.
Het Fonds voor Bestaanszekerheid van de sector voorziet ook in geval van ziekte een aanvullende vergoeding. De voorwaarden en bedragen vind je terug in de tabel in punt 7.
Je kan je aanvullend pensioen opvragen als kapitaal of als rente (op voorwaarde dat deze rente minstens 500 euro per jaar bedraagt) vanaf de eerste dag van de maand die volgt op: ► de maand waarin je met wettelijk pensioen (65 jaar) gaat. ► de maand waarin je vertrekt met vervroegd pensioen (tussen 60 en 65 jaar). ► de maand waarin je brugpensioen ingaat op voorwaarde dat je al 60 jaar bent.
2.5 Aanvullend pensioen Arbeiders in de sector van de elektriciens (PsC 149.01) hebben recht op een aanvullend sectoraal pensioen (tweede pijler) naast het wettelijk pensioen (eerste pijler). Hiertoe is het Sectoraal Pensioenfonds voor de elektriciens opgericht. Dit fonds ontvangt via de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de bijdragen die je werkgever voor je stort. Vrijwillige stortingen van de werkgever of een persoonlijke bijdrage zijn (nog) niet toegelaten. In ieder geval worden de werkgeversbijdragen berekend als een percentage van je brutoloon. In 2011 was dit 1,46 % en sinds 1 januari 2012 is dit percentage verhoogd tot 1,7 %.
Als je de sector verlaat voor een bedrijf in een andere sector, dan krijg je de keuze over wat er moet gebeuren met het voor jou opgespaard bedrag. In ieder geval kan je het bedrag niet opvragen tenzij je natuurlijk aan de bovenstaande voorwaarden voldoet. Wat kan wel? ● Je kan het bedrag laten staan in het Sectoraal Pensioenfonds tot het moment dat je met pensioen gaat, het bedrag wordt dan verhoogd met het minimumrendement (3,25 %). ● Je kan het bedrag laten overbrengen naar het pensioenstelsel van je sector of dat van je nieuwe werkgever. ● Je kan het bedrag laten overbrengen naar een andere instelling die aanvullende pensioenen beheert. Je wordt over deze mogelijkheden schriftelijk verwittigd. Laat je bij de keuze in ieder geval adviseren door je afgevaardigde of secretaris.
Alleen wie in totaal minstens 12 maand heeft gewerkt in de sector, heeft recht op een aanvullend pensioen. De gewerkte periode mag onderbroken zijn en verdeeld over meerdere werkgevers evenwel binnen de sector. Ook de aard (voltijds – deeltijds – bepaalde of onbepaalde duur) van je arbeidscontract speelt hierin geen rol. Periodes van uitzendwerk worden niet meegeteld als gewerkte periode. Je bent dan immers in dienst bij een uitzendkantoor en niet bij een bedrijf van de sector. Ter compensatie wordt het loon van de uitzendkracht verhoogd met een gelijkwaardige pensioenpremie.
22
art Investeren in welva
inhoud
23
ustrie = Investeren in de ind
3. Arbeidstijd
2.6 Precaire contracten In onze sector werken heel wat arbeiders met precaire contracten. Dat zijn tijdelijke contracten, uitzendcontracten en contracten voor een bepaald werk die je als werknemer geen werkzekerheid bieden.
3.1 Wekelijkse arbeidsduur De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 uren per week. Dat komt neer op 1756 uren per arbeider, rekening houdende met de feestdagen en de jaarlijkse vakantie.
Werk je met een dergelijk contract, dan neem je bij een omzetting naar een contract van onbepaalde duur de volledige anciënniteit over die je hebt opgebouwd in de onderneming. Bij de omzetting hoef je geen proefperiode meer af te leggen. Deze regeling geldt sinds 1 juli 2007.
3.2 Flexibiliteit 3.2.1 Betaling of recuperatie van overuren Als arbeider heb je de keuze om je eerste 65 overuren van het kalenderjaar te recupereren of uitbetaald te krijgen. Dat is wettelijk vastgelegd in het kader van een buitengewone vermeerdering van het werk.
Nieuw sinds 1 oktober 2011 is dat ondernemingen binnen de sector enkel een beroep kunnen doen op dagcontracten in de eerste en laatste kalenderweek van de opdracht.
Het is bovendien ook mogelijk om (binnen het wettelijk kader) de 2e schijf van 65 overuren (van 66 tot 130 overuren) in te voeren in bedrijven met een syndicale delegatie. Voorwaarde is wel dat er een ondernemingsovereenkomst wordt afgesloten over de verstrekking van informatie op semestriële basis aan de vakbondsafvaardiging. Dit akkoord betreft het totale aantal gepresteerde overuren (uitbetaalde en gerecupereerde overuren) en het gebruik van tijdelijke contracten (uitzendcontracten, contracten van bepaalde duur en onderaanneming). Bovendien moet in deze overeenkomst worden opgenomen op welke manier jaarlijks overleg zal worden gepleegd over de eventuele omzetting van structurele overuren en tijdelijke contracten in contracten van onbepaalde duur.
Bovendien krijg je als arbeider met een van deze niet-vaste contracten dezelfde rechten op vlak van opleiding en outplacementbegeleiding als je collega’s met een vaste arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat je minstens 1 jaar aaneensluitend in dienst bent bij dezelfde werkgever.
Op
zak
• Gelijkschakeling opzegtermijnen tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ arbeiders op 1 januari 2012 • Verhoging van de bijdrage voor het sectoraal pensioenfonds op 1 januari 2012 tot 1,7 %
We herinneren eraan dat er enkel overuren mogen gepresteerd worden na de goedkeuring van de vakbondsafvaardiging. Dat is bepaald door de Arbeidswet.
•D agcontracten enkel mogelijk in de eerste en de laatste week van de opdracht
24
art Investeren in welva
inhoud
25
ustrie = Investeren in de ind
3.2.2 Glijdende werkweek
In de onderstaande tabel kan je aflezen met hoeveel vrije dagen dat overeenstemt.
Ondernemingen kunnen een glijdende werkweek instellen, op voorwaarde dat zij op jaarbasis de conventionele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur respecteren (zie hoofdstuk arbeidsduur). Het aantal uren dat hierbij gepresteerd mag worden boven of beneden het normaal dagrooster, zoals voorzien in het arbeidsreglement, bedraagt maximaal 2 per dag. Daarbij mag het maximum aantal te presteren uren nooit meer bedragen dan 9 uur per dag. Bovendien mogen er hoogstens 5 uur per week gepresteerd worden boven of beneden de conventionele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur. Dit regime kan leiden tot een urenkrediet van maximaal 45 uren per kalenderjaar (waarvoor dus geen overurentoeslag moet betaald worden). Elk uur dat deze 45 uren overschrijdt, moet vergoed worden met de overurentoeslag. Het urenkrediet van 45 uren én de eventuele overschrijding ervan moeten binnen het jaar (en uiterlijk voor 31 maart van het volgende kalenderjaar) worden gecompenseerd (in halve of volledige dagen).
3.3 Vakantie- en feestdagen 3.3.1 Jaarlijkse vakantie Elke werknemer heeft jaarlijks recht op betaalde vakantiedagen. Daarvoor moet je arbeid verricht hebben die is aangegeven bij de Rijksdienst Sociale Zekerheid in het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van de vakantie. Het aantal betaalde verlofdagen hangt af van het aantal effectief gewerkte en gelijkgestelde dagen. 26
art Investeren in welva
Totaal aantal gewerkte en gelijkgestelde dagen
Aantal vakantiedagen in vijfdagenweek
0-9
0
10-19
1
20-38
2
39-47
3
48-66
4
67-76
5
77-86
6
87-96
7
97-105
8
106-124
9
125-134
10
135-143
11
144-153
12
154-162
13
163-181
14
182-191
15
192-201
16
202-211
17
212-220
18
221-230
19
231 en +
20
Welke dagen worden gelijkgesteld? ● Ongeval of ziekte, arbeidsongeval of beroepsziekte ● Moederschapsrust ● Vaderschapsverlof
inhoud
27
ustrie = Investeren in de ind
● Tijdens het vakantiedienstjaar heb je je studie, leertijd of opleiding beëindigd en heb je ten minste 1 maand gewerkt als gewone loontrekkende (niet als jobstudent). ● Op het ogenblik dat je de jeugdvakantie opneemt, ben je verbonden door een arbeidsovereenkomst in de privésector.
● Dagen waarop je burgerlijke plichten moet verrichten, zoals zetelen in een jury ● Uitoefening van een openbaar mandaat ● Uitvoering van opdrachten in een paritair comité of in andere sociale organen (arbeidsrechtbanken, commissies voor advies,...) ● Uitvoering van opdrachten als lid van de syndicale afvaardiging, een gewestelijk of nationaal vakbondscomité of een nationaal vakbondscongres ● Stages of studiedagen in het kader van sociale promotie ● Stages of studiedagen die zijn ingericht door de representatieve vakbonden ● Lock-out, werkonderbreking of staking in de onderneming met akkoord van een vakbond ● Werkloosheid als gevolg van een staking (als het beheerscomité van de RVA de hoedanigheid van werkloze heeft toegekend) ● Werkloosheid om economische redenen ● Educatief verlof
Voor je jeugdvakantiedagen kan opnemen, moeten eerst de gewone betaalde vakantiedagen uitgeput zijn. Voor de dagen jeugdvakantie ontvang je een uitkering. Die uitkering komt van de werkloosheidsverzekering, maar ook het Fonds voor Bestaanszekerheid voorziet een aanvullende vergoeding. De voorwaarden en bedragen vind je terug in de tabel van het hoofdstuk Fonds voor Bestaanszekerheid (punt 7).
3.3.3 Seniorvakantie Ben je vijftigplusser en denk je recht te hebben op seniorvakantie? Om te kunnen genieten van deze regeling, dien je aan de volgende voorwaarden te voldoen: ● Je bent minstens 50 jaar op 31 december van het vakantiedienstjaar. ● Je hebt recht op minder dan 4 weken van betaalde vakantie in het vakantiejaar als gevolg van een periode van volledige werkloosheid of van invaliditeit in de loop van het vakantiedienstjaar. Is het verminderd aantal verlofdagen te wijten aan andere onderbrekingen, zoals tijdelijke werkloosheid, onbetaald verlof of loopbaanonderbreking, dan is deze regeling niet van toepassing. ● Je gewone betaalde vakantiedagen zijn al volledig uitgeput, hetzij tijdens een periode van tewerkstelling als loontrekkende, hetzij tijdens een periode van vergoede volledige werkloosheid.
3.3.2 Jeugdvakantie Ook als jongere heb je recht op vakantie, maar bij onvoldoende gepresteerde of gelijkgestelde dagen kan je een bijkomende jeugdvakantie opnemen. Daarvoor moet je je studie beëindigd hebben in het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de vakantie (vakantiedienstjaar). Toch is deze jeugdvakantie gebonden aan een enkele voorwaarden: ● Op 31 december van het vakantiedienstjaar (het vakantiedienstjaar is het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de jongere vakantie neemt) ben je nog geen 25 jaar.
28
art Investeren in welva
inhoud
29
ustrie = Investeren in de ind
De werkgever is verplicht de werknemers op de hoogte te brengen van de vervangingsdagen vóór 15 december van elk jaar. Daartoe wordt een gedagtekend en ondertekend bericht uitgehangen.
Voor de dagen seniorvakantie ontvang je een uitkering. Die uitkering komt van de werkloosheidsverzekering, maar ook het Fonds voor Bestaanszekerheid voorziet een aanvullende vergoeding. De voorwaarden en bedragen vind je terug in de tabel van het hoofdstuk Fonds voor Bestaanszekerheid (punt 7).
Werk je toch op een feestdag, dan moet je je inhaalrust nemen binnen de 6 weken na de feestdag. Wie meer dan 4 uur heeft gepresteerd op een feestdag, krijgt een volledige dag van inhaalrust. Voor prestaties van minder dan 4 uur heb je recht op minstens een halve dag inhaalrust voor of na 13 uur. Bovendien mag er op die dag niet langer dan 5 uur gewerkt worden.
3.3.4 Feestdagen De wet legt jaarlijks 10 feestdagen vast waarop niet gewerkt wordt: ● Nieuwjaar (1 januari) ● Paasmaandag ● Feest van de Arbeid (1 mei) ● Hemelvaartsdag ● Pinkstermaandag ● Nationale feestdag (21 juli) ● Maria-Hemelvaart ● Allerheiligen ● Wapenstilstand (11 november) ● Kerstmis
3.4 Klein verlet In de volgende situaties heb je recht op dagen van klein verlet of kort verzuim: ● Huwelijk - Eigen huwelijk Je krijgt 3 dagen vrijaf, zelf te kiezen. - Samenlevingsovereenkomst Je krijgt 3 dagen vrijaf, zelf te kiezen, bij de ondertekening en het officieel neerleggen van een samenlevingscontract. - Huwelijk van je vader, moeder, grootvader, grootmoeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader of stiefmoeder, eigen kind, regelmatig door jezelf opgevoed kind, kleinkind, broer, zus, schoonbroer of schoonzus, van een regelmatig door jezelf opgevoed kind, het kind van je echtgeno(o)t(e) of van een ander familielid dat woont onder hetzelfde dak als jij Je hebt recht op 1 vrije dag (de dag van het huwelijk).
Valt een feestdag samen met een zondag of een dag waarop gewoonlijk niet wordt gewerkt? Dan wordt die dag vervangen door een dag waarop er gewoonlijk wel wordt gewerkt. De vervangingsdag wordt gekozen door het bevoegde paritair comité, de ondernemingsraad, de syndicale delegatie of in overleg tussen werkgever en werknemer. Als de vervangingsdag niet via deze weg wordt vastgelegd, dan valt hij op de eerste gewone werkdag die volgt op de feestdag.
30
art Investeren in welva
inhoud
31
ustrie = Investeren in de ind
Je hebt recht op 1 vrije dag, namelijk de dag van de begrafenis. - Overlijden van eender welke bloedverwant die onder hetzelfde dak woont Je hebt recht op 1 vrije dag, namelijk de dag van de begrafenis. - Overlijden van een voogd(es) van de minderjarige arbeider, of van een minderjarig kind waarvoor je als voogd(es) optreedt Je hebt recht op 1 vrije dag, namelijk de dag van de begrafenis.
● Geboorte van je eigen kind (wettig of erkend) Je mag 10 dagen vrijaf kiezen binnen de 4 maanden die volgen op de bevalling. Tijdens de 3 eerste vrije dagen behoud je je normale loon, maar voor de volgende 7 dagen krijg je een uitkering van het ziekenfonds. ● Adoptie Wanneer er een kind in het gezin wordt onthaald in het kader van een adoptie, mag je 10 dagen vrijaf kiezen. Je moet deze dagen wel opnemen binnen de 30 dagen die volgen op de inschrijving van het kind in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente waar je woont. Tijdens de eerste 3 dagen vrijaf behoud je je normale loon, maar voor de volgende 7 dagen krijg je een uitkering van het ziekenfonds.
● Allerlei - Een wettig, gewettigd, aangenomen, natuurlijk erkend of regelmatig door jou opgevoed kind neemt deel aan het feest der vrijzinnige jeugd of aan het vormsel Je krijgt 1 vrije dag, zelf te kiezen. - Je neemt deel aan een officieel bijeengeroepen familieraad Je krijgt de nodige tijd en hoogstens 1 dag vrijaf. - Je zetelt in een jury, bent opgeroepen als getuige voor een rechtbank, bent opgeroepen door de arbeidsrechtbank, oefent het ambt van bijzitter uit in een hoofdstembureau bij verkiezingen voor de gemeente- of provincieraad of voor de parlementen (deelstaten, federaal, Europees) Je krijgt de nodige tijd en hoogstens 5 dagen vrijaf.
● Overlijden - Overlijden van je echtgeno(o)t(e), je ouders (vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder), je kind of het kind van je echtgeno(o)t(e) Je hebt recht op 5 vrije dagen, te kiezen vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag na de begrafenis. - Overlijden van familieleden die bij je inwonen (broer, zus, schoonbroer of -zus, schoonzoon of -dochter, (achter)kleinkind, (over)grootvader of –moeder of diezelfde familieleden van echtgeno(o)t(e) Je hebt recht op 2 vrije dagen, te kiezen vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag na de begrafenis. - Overlijden van familieleden die niet bij je inwonen (broer, zus, schoonbroer of -zus, schoonzoon of -dochter, (achter) kleinkind, (over)grootvader of –moeder of diezelfde familieleden van echtgeno(o)t(e) 32
art Investeren in welva
3.5 Loopbaanverlof Sinds 1 januari 2012 heeft elke arbeider, van zodra hij de leeftijd van 58 jaar bereikt, recht op 1 dag extra verlof.
Op
zak
• Invoering van het loopbaanverlof • Kort verzuim ook bij ondertekening samenlevingscontract
inhoud
33
tregelen aan de maa Aangepast ord van 2012 ko ak er ge van het re
ustrie = Investeren in de ind
art Investeren in welva
4.Onderbreking van de loopbaan 4.1 Tijdskrediet en loopbaanvermindering [Situatie op 14 februari 2012] 4.1.1 Algemene regeling = tijdskrediet zonder motief Duur van het recht op onderbrekingsuitkeringen in het kader van het tijdskrediet zonder motief • ofwel 12 maanden volledige onderbreking • ofwel 24 maanden halftijdse vermindering • ofwel 60 maanden 1/5-vermindering • of een combinatie van deze stelsels tot een voltijds equivalent van 12 maanden (bijvoorbeeld 12 maanden halftijds en daarna 30 maanden 1/5)
34
Toegang tot tijdskrediet en recht op uitkeringen • 5 jaar beroepsloopbaan • 2 jaar anciënniteit (in de onderneming)
Uitbreidingsmogelijkheid
• Sectoraal uitbreiden is niet meer mogelijk.
inhoud
Pensioenrechten
Berekening op basis van het vroegere voltijdse loon geldt nog voor maximaal 1 kalenderjaar (voor zowel voltijdse als halftijdse vermindering) of 5 jaar voor 1/5-vermindering
35
tregelen aan de maa Aangepast ord van 2012 ko ak er ge van het re
ustrie = Investeren in de ind
art Investeren in welva
4.1.2 Tijdskrediet met motief Er bestaan 2 afzonderlijke motieven die gelden voor dit tijdskrediet. Enerzijds is er het motief ‘zorg en opleiding’ en anderzijds het motief ‘ziek kind’. Beide motieven worden verder gedefinieerd
36
en schematisch voorgesteld in onderstaande tabellen. Let wel: het tijdskrediet met motief komt er alleen in de veronderstelling dat er hierover een sectorale CAO wordt gesloten.
Motief ‘zorg en opleiding’
Duur van het recht op onderbrekingsuitkeringen in het kader van het tijdskrediet met motief
Toegang tot tijdskrediet en recht op uitkeringen
• Zorg dragen voor je kind tot 8 jaar • Palliatieve zorgen toedienen • Een zwaar ziek gezins- of familielid bijstaan of verzorgen • Een opleiding volgen
• Bijkomend recht van in totaal 36 maanden (dus bovenop 12 maanden proportioneel tijdskrediet zonder motief) • Als je echter al tijdskrediet met motief ‘ziek kind’ nam, wordt dit in mindering gebracht van deze 36 maanden (met uitzondering van de eerste 12 maanden, die geneutraliseerd worden). Voorbeeld: Je nam gedurende 12 maanden 1/5-tijdskrediet om voor je zwaar ziek kind te zorgen. Daarnaast zal je dan nog 36 maanden tijdskrediet met uitkeringen kunnen opnemen om een opleiding te volgen. • Er is geen proportionele berekening bij een deeltijdse formule. Dat wilt zeggen: je hebt recht op 36 maanden, of je nu kiest voor een volledige onderbreking, een halftijdse of een 1/5-vermindering.
• Geen voorwaarde beroepsloopbaan • 2 jaar anciënniteit (in de onderneming)
Motief ‘ziek kind’
Duur van het recht op onderbrekingsuitkeringen in het kader van het tijdskrediet met motief
Toegang tot tijdskrediet en recht op uitkeringen
• Zorg dragen voor je gehandicapt kind tot 21 jaar • Een zwaar ziek kind bijstaan of verzorgen (je eigen kind of een kind dat deel uitmaakt van het gezin)
• Bijkomend recht van in totaal 48 maanden (dus bovenop 12 maanden proportioneel tijdskrediet zonder motief) • Als je echter al tijdskrediet met motief ‘zorg en opleiding’ nam, wordt dit in mindering gebracht van deze 48 maanden. Voorbeeld: Je nam al 30 maanden tijdskrediet voor een opleiding, dus heb je nog recht op 18 maanden om je zwaar ziek kind te verzorgen. • Er is geen proportionele berekening bij een deeltijdse formule. Dat wilt zeggen: je hebt recht op 48 maanden, of je nu kiest voor een volledige onderbreking, een halftijdse of een 1/5-vermindering.
• Geen voorwaarde beroepsloopbaan • 2 jaar anciënniteit (in de onderneming)
inhoud
Pensioenrechten Pensioenrechten blijven volledig behouden.
Pensioenrechten Volledig behoud pensioenrechten
37
tregelen aan de maa Aangepast ord van 2012 ko ak er ge van het re
ustrie = Investeren in de ind
art Investeren in welva
4.1.3 Landingsbanen De regeling voor oudere werknemers die hun arbeidsprestaties stilaan willen verminderen, wordt strenger. Hieronder vind je de nieuwe regelgeving. Duur van het recht op onderbrekingsuitkeringen in het kader van eindeloopbaan • Minstens voor 6 maanden • Tot aan de pensioengerechtigde leeftijd of de leeftijd van ‘werkloosheid met bedrijfstoeslag’ (dat is het vroegere brugpensioen)
Toegang tot tijdskrediet en recht op uitkeringen
Principe: halftijdse of 1/5-vermindering - vanaf 55 jaar - mits een loopbaan van 25 jaar
• Voor 60 jaar: pensioenopbouw berekend op basis van het minimumrecht • Vanaf 60 jaar: pensioenopbouw 12 maanden equivalent volledige gelijkstelling en het resterend gedeelte wordt berekend op basis van het minimumrecht
Uitzondering 1: recht op halftijdse of 1/5-vermindering - vanaf 50 jaar - mits een loopbaan van 25 jaar - voor zware beroepen1 die staan op de lijst knelpuntberoepen Uitzondering 2: recht op 1/5-vermindering - vanaf 50 jaar - voor zware beroepen2 - OF voor werknemers met een loopbaan van 28 voltijdse jaren Uitzondering 3 recht op halftijdse en 1/5-vermindering - vanaf 50 jaar - onderneming in moeilijkheden of herstructurering
Volledige gelijkstelling voor de pensioenopbouw
(1) Dezelfde definitie als brugpensioen zwaar beroep: wisselende ploegen en onderbroken diensten (5 of 7 jaar in de 10 of 15 voorafgaande jaren). (2) Idem 38
inhoud
39
tregelen aan de maa Aangepast ord van 2012 ko ak er ge van het re
ustrie = Investeren in de ind
Het recht op alle soorten tijdskrediet die worden besproken in 4.1.1, 4.1.2 en 4.1.3, is beperkt tot 5 % van het personeelsbestand van de onderneming, plus 1 persoon die op tijdskrediet kan per schijf van 10 50-plussers in het bedrijf.
Vormen
Alle 55-plussers in bedrijven met meer dan 10 werknemers hebben bovendien recht op 4/5-tijdskrediet. De 55-plussers met 4/5-tijdskrediet worden niet meer meegeteld om de drempel te bepalen van het aantal werknemers dat tegelijk tijdskrediet mag opnemen. Zo komen plaatsen vrij in de groep van arbeiders (5 %) die tegelijk recht hebben op tijdskrediet.
Sociale rechten
4.2 Themaverlof
Recht
40
Verzorging zwaar ziek familielid
- Voor elke ouder - Elke werknemer - Kind jonger dan op voorwaarde 12 jaar zowel bij attest behandegeboorte als adoptie lend arts; - Voor 1 zieke kunnen meerdere werknemers hun recht opnemen
- Voltijds hoogstens 12 (*) maanden - Halftijds of 1/5 hoogstens 24 maanden
Voltijds of proportioneel hoogstens 2 maanden
De pensioen, ziekte- of werkloosheidvergoeding worden berekend op basis van het voltijds loon.
(*) Dit kan uitgebreid worden naar maximaal 24 maanden als alleenstaande en als er medische bijstand vereist is voor een kind van hoogstens 16 jaar.
4.3 Moederschaps- en vaderschapsverlof
Naast het recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering heeft elke arbeider recht op 3 soorten themaverloven in de vorm van ouderschapsverlof, verlof voor de verzorging van zwaar zieke familieleden en verlof voor palliatieve zorg. Je kan elk van deze soorten themaverloven opnemen zonder je recht op tijdskrediet te beïnvloeden. Ouderschapsverlof
- Voltijds 3 maand per kind - Halftijds 6 maand per kind - 1/5 gedurende 15 maanden
art Investeren in welva
4.3.1 Moederschapsverlof 4.3.1.1 Moederschapsrust De moederschapsrust duurt 15 weken die worden opgesplitst in 2 periodes: ● Prenatale of voorbevallingsrust: 6 weken Van de prenatale rust moet minstens één week worden opgenomen voor de vermoedelijke bevallingsdatum. De overige 5 weken mag je omzetten in postnatale rust. Let wel: dat geldt niet voor alle dagen prenatale rust. Onder meer werken stempeldagen en wettelijke vakantiedagen zijn wel overdraagbaar. Ziektedagen kan je in principe niet overdragen. ● Postnatale of nabevallingsrust: 9 weken De postnatale rust gaat in principe in vanaf de bevallingsdatum en telt 9 weken. Bevalt de werkneemster op een dag waarop ze het werk al heeft aangevat, dan begint de postnatale rust
Palliatieve zorg Elke werknemer op voorwaarde van een attest van de behandelend arts waaruit blijkt dat iemand terminaal is
inhoud
41
tregelen aan de maa Aangepast ord van 2012 ko ak er ge van het re
ustrie = Investeren in de ind
te lopen vanaf de dag na de bevalling. De postnatale rust kan worden verlengd met het overdraagbare gedeelte van de prenatale rust. Als de werkneemster de arbeidsonderbreking na de 9e week met minstens 2 weken kan verlengen, dan kunnen de 2 laatste weken van de postnatale rustperiode op haar vraag worden omgezet in verlofdagen van postnatale rust. Deze verlofdagen moet ze opnemen binnen de 8 weken te rekenen vanaf het einde van de periode van postnatale rust.
art Investeren in welva
Als werkneemster heb je het recht om je arbeidsovereenkomst te schorsen om je kind met moedermelk te voeden en/of melk af te kolven tot 9 maanden na de geboorte. De duur van de pauzes hangt af van de effectieve arbeidsduur: een pauze van een halfuur voor een prestatie van 4 uur of meer per dag; 2 pauzes van elk een halfuur die ze in 1 of 2 keer kan opnemen gedurende de dag voor een dagprestatie van minstens 7,5 uur. Het aantal pauzes dat je neemt , is onbeperkt.
4.3.1.2 Profylactisch verlof
Voor die uren of halfuren borstvoedingspauze krijg je een vergoeding van 82 % van het brutoloon dat verschuldigd zou zijn geweest voor de pauzes. Deze vergoeding valt ten laste van het ziekenfonds.
Een werkneemster kan profylactisch verlof opnemen, als zij borstvoeding geeft of als zij tijdens of na haar zwangerschap omwille van het risico voor haar gezondheidstoestand niet meer mag werken of althans niet op de post waar ze normaal tewerkgesteld wordt.
4.3.2 Vaderschapsverlof Bij de geboorte van een kind waarvan je vaderschap vaststaat, kan je 10 dagen vaderschapsverlof opnemen. Deze dagen moet je opnemen binnen de 4 maanden vanaf de dag van de bevalling. De 3 eerste dagen zijn ten laste van de werkgever, de 7 overige dagen worden vergoed door het ziekenfonds.
Als zij bijgevolg tijdelijk een andere job uitoefent, dan moet de werkgever het loon voor dat werk uitbetalen. Is er een loonverschil, dan wordt het loon voor de tijdelijke job bijgepast door een vergoeding. Bij een schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens profylactisch verlof, heeft zij geen recht op loon. Zij ontvangt dan een vergoeding van 90 % van haar begrensd brutoloon. Beide vergoedingen zijn ten laste van het ziekenfonds. 4.3.1.3 Borstvoedingspauzes Elke arbeidster heeft recht op borstvoedingspauzes (NAR-CAO nr. 80).
42
inhoud
43
tregelen aan de maa Aangepast ord van 2012 ko ak er ge van het re
ustrie = Investeren in de ind
art Investeren in welva
5. Brugpensioen
(nieuwe benaming: werkloosheid met bedrijfstoeslag)
[Situatie op 14 februari 2012]
5.1 BRUGPENSIOENEN VANAF 1 januari 2012 TOT EN MET 31 december 2014 Minimumleeftijd 60 jaar
44
Cao
Toepassing
Minimumloopbaan
Opmerkingen
CAO 17
Alle bedrijven in de privésector
• Mannen 35 jaar • Vrouwen 28 jaar
Nieuwe CAO op sector- of bedrijfsniveau, gesloten na 31 december 2012
Alle bedrijven in de privésector
In 2012, 2013 en 2014 • Mannen 35 jaar • Vrouwen 28 jaar In 2015 • Mannen 40 jaar • Vrouwen 31 jaar
58 jaar – lange loopbaan
Lopende CAO op sector- of bedrijfsniveau, gesloten en neergelegd vόór 1 januari 2012 of gesloten na 31 december 2011 maar met de ononderbroken verlenging van de bestaande CAO
• Metaalverwerking • Staal • Garages • Metaalhandel • Koetswerk • Metaalrecuperatie • Elektriciens • Edele metalen • Non-ferro
In 2012 en 2013 • Mannen 38 jaar • Vrouwen 35 jaar In 2014 • Mannen 38 jaar • Vrouwen 38 jaar
- Vόór 59 jaar pensioenopbouw à rato van het minimumrecht - Vanaf 59 jaar volledige gelijkstelling pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
58 jaar – zwaar beroep (5 of 7 jaar in de 10 of 15 voorafgaande jaren)
Lopende of nieuwe CAO op sector- of bedrijfsniveau
In geen enkele metaalsector loopt er momenteel een dergelijke CAO.
2012 en verder • Mannen 35 jaar • Vrouwen 35 jaar
Volledige gelijkstelling voor de pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
inhoud
Volledige gelijkstelling voor de pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
45
tregelen aan de maa Aangepast ord van 2012 ko ak er ge van het re
Minimumleeftijd
46
ustrie = Investeren in de ind
Cao
Toepassing
Minimumloopbaan
art Investeren in welva
Opmerkingen
57 jaar (tot eind 2014)
Lopende sectorale CAO
• Garages • Koetswerk • Metaalrecuperatie
Van 2012 tem 2014 Voor iedereen 38 jaar
56 (tot eind 2012) – 57 jaar (vanaf 1 januari 2013)
Lopende CAO op bedrijfsniveau of lopende sectorale CAO
• In een aantal ondernemingen van de metaalverwerking en non-ferro • Metaalhandel • Arbeidsters sector elektriciens en metaalverwerking • Monteerders en edele metalen (tot 30 juni 2013)
Van 2012 tem 2014 Voor iedereen 38 jaar
56 jaar – nachtarbeid (CAO 93)
Lopende sectorale CAO telkens naar aanleiding van en voor de duur van het IPA
• Metaalverwerking • Monteerders • Staal • Garages • Elektriciens • Metaalhandel
In 2012 Iedereen met een carrière van 33 jaar waarvan 20 jaar met nachtprestaties
-D e verlenging van dit BP hangt samen met het IPA. -V olledige gelijkstelling voor de pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
NIEUW Na 40 jaar loopbaan (vervangt BP 56 jaar - 40 jaar loopbaan (CAO 92 en 96))
Deze mogelijkheid wordt vastgelegd tot 31 december 2015 en vanaf dan gekoppeld aan het IPA.
• Metaalverwerking • Monteerders • Staal • Garages • Metaalhandel • Koetswerk • Elektriciens • Metaalrecuperatie
2012 – 2015 Iedereen met een loopbaan van 40 jaar bijv. wie begon te werken op 17 jaar kan op 57 jaar met brugpensioen
- De verlenging van dit BP hangt samen met het IPA. - Volledige gelijkstelling voor de pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
inhoud
- Vόór 59 jaar pensioenopbouw à rato van het minimumrecht -V anaf 59 jaar volledige gelijkstelling pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
47
tregelen aan de maa Aangepast ord van 2012 ko ak er ge van het re
Minimumleeftijd Onderneming in moeilijkheden
Onderneming in herstructurering
ustrie = Investeren in de ind
Cao
Toepassing
- De onderneming heeft in de jaarrekeningen die de datum van de aanvraag tot erkenning voor belastingen. - 52 jaar in 2012 52,5 jaar in 2013 53 jaar in 2014 - Op het ogenblik van het ontslag mag de dan de leeftijd die is aangekondigd in het
van de twee boekjaren voorafgaan, een verlies
leeftijd niet lager liggen Koninklijk Besluit.
- Ondernemingen die overgaan tot collectief ontslag - Ondernemingen die geconfronteerd worden met tijdelijke werkloosheid om economische redenen erkenningsperiode. - Er is een erkenningsprocedure en een - In 2012 • 52 jaar bij 20 % collectief ontslag of tijdelijke werkloosheid • 55 jaar bij 10 % collectief ontslag - Vanaf 2013 • 55 jaar als de erkenningsperiode vanaf 2013 begint
art Investeren in welva
Minimumloopbaan
Opmerkingen
• ofwel 10 jaar dienst in de sector binnen de 15 jaar voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; • ofwel 20 jaar dienst op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
Volledige gelijkstelling voor de pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
• ofwel 10 jaar dienst in de sector binnen de 15 jaar voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; • ofwel 20 jaar dienst op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
Volledige gelijkstelling voor de pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
Minimumloopbaan
Opmerkingen
5.2 BRUGPENSIOENEN VANAF 1 januari 2015 TOT ... [Situatie op 14 februari 2012] Minimumleeftijd 60 jaar
48
CAO CAO 17
Toepassing Alle bedrijven in de privésector
inhoud
In 2015 • Mannen 40 jaar • Vrouwen 31 jaar In 2016 tot 2024 • Mannen 40 jaar • Vrouwen 31 + 1 jaar per bijkomend jaar → tegen 2024: 40 jaar
49
tregelen aan de maa Aangepast ord van 2012 ko ak er ge van het re
Minimumleeftijd
50
ustrie = Investeren in de ind
CAO
Toepassing
Minimumloopbaan
art Investeren in welva
Opmerkingen
In 2015 • Mannen 40 jaar • Vrouwen 38 jaar In 2016 • Mannen 40 jaar • Vrouwen 39 jaar In 2017 Mannen en vrouwen 40 jaar
-V anaf 2015 is voor vrouwen BP op 60 (zie hoger) gemakkelijker qua loopbaanvoorwaarde - Pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
Voor iedereen 35 jaar
Pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
sectorale CAO
Vanaf 2015 Voor iedereen 40 jaar
- Vanaf 2015 is voor vrouwen BP op 60 (zie hoger) gemakkelijker qua loopbaanvoorwaarde - Pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
Lopende sectorale CAO telkens naar aanduur van het IPA
leiding van en voor de
Vanaf 2015 Iedereen met een carrière van 33 jaar waarvan 20 jaar met nachtprestaties
-H et voortbestaan van dit BP hangt samen met het IPA. -V olledige gelijkstelling voor de pensioenopbouw op basis van het vorig voltijds loon
Deze mogelijkheid wordt vastgelegd tot 31 dan gekoppeld aan het IPA.
december 2015 en vanaf
Voor iedereen 40 jaar
Pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
60 jaar (vroeger 58 jaar) – lange loopbaan
Alle CAO’s op sectoraal of bedrijfsniveau
58 jaar – zwaar beroep (5 of 7 jaar in de 10 of 15 voorafgaande jaren)
Lopende of nieuwe CAO op sector- of bedrijfsniveau
60 jaar (vroeger 55-56-57 jaar)
Lopende CAO op bedrijfsniveau of lopende
IPA 56 jaar – nachtarbeid (CAO 93)
Na 40 jaar loopbaan
Toepassing mogelijk op sector- of bedrijfsniveau
inhoud
51
tregelen aan de maa Aangepast ord van 2012 ko ak er ge van het re
Minimumleeftijd Onderneming in moeilijkheden
Onderneming in herstructurering
52
ustrie = Investeren in de ind
CAO
Toepassing
- De onderneming heeft in de jaarrekeningen die de datum van de aanvraag tot erkenning voor belastingen. - 53,5 jaar in 2015 54 jaar in 2016 54,5 jaar in 2017 55 jaar in 2018 - Op het ogenblik van het ontslag mag de dan de leeftijd die is aangekondigd in het - Ondernemingen die overgaan tot collectief - Ondernemingen die geconfronteerd worden heid om economische redenen - E r is een erkenningsprocedure en een - Vanaf 2015 55 jaar
van de twee boekjaren voorafgaan, een verlies
leeftijd niet lager liggen Koninklijk Besluit. ontslag met tijdelijke werklooserkenningsperiode.
inhoud
Minimumloopbaan
art Investeren in welva
Opmerkingen
• ofwel 10 jaar dienst in de sector binnen de 15 jaar voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; • ofwel 20 jaar dienst op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
Pensioenopbouw op basis van vorig voltijds loon
• ofwel 10 jaar dienst in de sector binnen de 15 jaar voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; • ofwel 20 jaar dienst op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
Pensioenopbouw op basis van het laatste voltijds loon
53
ustrie = Investeren in de ind
6. Vorming & opleiding
De bijdrage die de werkgevers betalen voor permanente vorming bedraagt 0,60 % van de brutolonen van de arbeiders.
6.1 Vormingskrediet en bedrijfsopleidingsplannen
6.2 Recht op opleiding
Permanente vorming gebeurt tijdens de werkuren en moet zo veel mogelijk verlopen via de paritaire vormingsinstelling Vormelek. Meer informatie over Vormelek kan je ook vinden op hun website: www.vormelek.be
Terwijl vroeger enkel de werkgever de inschrijving van zijn arbeider(s) kon regelen, kunnen nu ook arbeid(st)ers op eigen initiatief en zowel binnen als buiten de arbeidsuren een Vormelek-opleiding volgen. Elke arbeider heeft dus recht op 1 dag opleiding per 2 jaar! Hij moet hiervoor wel 2 jaar voor de onderneming werken en mag de afgelopen 2 jaar geen opleiding genoten hebben bij de betrokken onderneming.
Elke werkgever bouwt een vormingskrediet op van 8 uur per jaar en per arbeider. Dit vormingskrediet wordt zoveel mogelijk gespreid over alle categorieën arbeiders. Telkens als de werkgever dit krediet afbouwt door door Vormelek erkende opleidingen te organiseren voor zijn arbeiders, krijgt hij hiervoor een premie. Voorwaarde is wel dat hij hiervoor bij Vormelek een correct ingevuld premieaanvraagdossier indient. De arbeider zelf krijgt gedurende de opleiding zijn loon van de werkgever doorbetaald.
Naast het hierboven omschreven ‘individueel recht op vorming’, blijft het vroeger systeem bestaan dat een werkgever zijn arbeiders kan inschrijven om een Vormelek-erkende opleiding te volgen. Deze opleiding kan opnieuw enkel plaatsvinden binnen de werkuren.
Vormelek moet een ondersteunende rol spelen bij de uitwerking van het opleidingsplan, zowel voor bedrijfsleiders als voor vakbondsafgevaardigden. Bovendien moet Vormelek de bedrijfsopleidingsplannen opvolgen, met als doel de verhoging van het aantal opleidingsplannen enerzijds en de verbetering van de kwaliteit van de sectorale opleidingsplannen anderzijds. Ondernemingen mét vakbondsafvaardiging zijn verplicht jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan op te maken in samenspraak met deze afvaardiging.
In ondernemingen met een vakbondsafvaardiging moet de opstelling en de wijziging van een bedrijfsopleidingsplan paritair worden goedgekeurd. Wanneer een arbeider uit de sector heeft deelgenomen aan een door Vormelek erkende opleiding, krijgt hij ten persoonlijke titel een deelnameattest toegestuurd dat in het persoonlijk opleidingspaspoort moet worden gekleefd. Dit opleidingspaspoort geeft de arbeider een overzicht van de Vormelek-erkende opleidingen die hij heeft gevolgd.
Voor de erkende opleidingen die een competentietest voorzien, wordt een recht op remediëring voorzien. Wie niet slaagt, heeft eenmalig recht op een herkansing, eventueel met steun en bijkomende opleiding vanuit Vormelek. 54
art Investeren in welva
Voor opleidingen die door Vormelek erkend zijn en waarvoor een competentietest moet worden afgelegd, wordt een recht op inhoud
55
ustrie = Investeren in de ind
art Investeren in welva
6.5 Betaald educatief verlof
remediëring voorzien. Wie niet slaagt, heeft eenmalig recht op een herkansing, eventueel met steun en bijkomende opleiding vanuit Vormelek.
In het kader van BEV erkent de wet beroepsopleidingen en algemene opleidingen. Ook cursussen die zijn georganiseerd door de representatieve vakbonden, dus ook de vormingen van ABVV-Metaal, worden beschouwd als algemene opleidingen.
6.3 Risicogroepen Daarnaast zal Vormelek verder werken aan een aantal sectorspecifieke initiatieven voor de zogenaamde risicogroepen. Samenwerkingen met zowel VDAB, ‘derdenprojecten’ en Syntra, als deeltijds en voltijds onderwijs worden op poten gezet of verder uitgewerkt. De sector gaat zich daarenboven toespitsen op vernieuwende projecten.
Alle werknemers die voltijds1 werken, hebben recht op betaald educatief verlof. Leeftijd speelt hierbij geen rol. Toch is het BEV ook mogelijk voor deeltijdse werknemers in bepaalde gevallen. ► Je werkt in een 4/5-stelsel en volgt een beroeps- en/of een algemene opleiding. ► Je werkt minstens in een 1/3-stelsel, maar in een variabele werktijdregeling en volgt een beroeps- en/of een algemene opleiding. ► Je werkt minstens halftijds en volgt tijdens de werkuren een beroepsopleiding (BEV in verhouding tot de wekelijkse arbeidsduur).
De sector zal ook inspanningen leveren om het technologisch onderzoek binnen de sector te ondersteunen, via de vzw Tecnolec (paritair samengesteld). Het gaat hier meer bepaald om onderzoek van de weerslag van nieuwe technologieën op werkgevers en arbeiders van de sector, milieutechnologie en de impact ervan op de sector, sectorlabelling en bedrijfscertificering op technologisch vlak.
6.4 Ervaringsbewijs
Het aantal uren dat je van het werk afwezig mag zijn met behoud van loon, is gelijk aan het aantal lesuren dat je volgt. Je krijgt wel enkel de uren uitbetaald waarop je daadwerkelijk de cursus bijwoonde. Het loon bij de opname van BEV is begrensd op 2.653 euro bruto per maand voor het schooljaar 2011-2012.
De tijd die een arbeider nodig heeft om een competentietest voor een ervaringsbewijs af te leggen, moet worden beschouwd als een betaalde afwezigheid, met een maximum van 1 dag per kalenderjaar. Bovendien ontvang je als arbeider verplaatsingskosten voor de verplaatsing die je die dag hebt gedaan.
Deze plafonnering geldt (met terugwerkende kracht) vanaf 1 september 2011 en blijft gelden voor het schooljaar 2011-2012. Ook (1) J e werkt voltijds wanneer je evenveel uren werkt als de normale arbeidsduur in jouw onderneming of sector. Je kan dit aantal uren ook bereiken door verschillende deeltijdse contracten te combineren.
56
inhoud
57
ustrie = Investeren in de ind
7. Fonds voor Bestaanszekerheid
het aantal uren is jaarlijks begrensd naargelang de aard van de opleiding (zie onderstaand schema). Soort opleiding
Schooljaar 2011/2012(*)
Beroepsopleiding Algemene opleiding Beroepsopleiding + algemene opleiding Universitaire opleidingen Als werk en opleiding samenvallen Beroepsopleiding Algemene opleiding Beroepsopleiding + algemene opleiding Met of zonder samenvallen van werk en opleiding
100 80
Hier vind je een overzicht van de aanvullende vergoedingen die worden betaald door het Fonds van Bestaanszekerheid (vanaf 1 oktober 2011). I. Tijdelijke werkloosheid
100
Voorwaarden: * genieten van de wettelijke werkloosheidsvergoedingen * in dienst zijn bij een werkgever van de sector
120
120 80
Taalopleiding
80 100
II. Volledige werkloosheid Voorwaarden: * genieten van de wettelijke werkloosheidsvergoedingen * ontslagen zijn door een werkgever van de sector * minstens 5 jaar anciënniteit in de sector * 30 kalenderdagen wachttijd
(*) Onder schooljaar 2011-2012 wordt verstaan, de periode van 1 september 2011 tot 31 augustus 2012. Om recht te geven op betaald educatief verlof, moeten de cursussen minstens 32 uur per jaar omvatten.
zak
58
4,25 EUR per halve werkloosheidsuitkering
De aanvullende vergoedingen vanaf de 61e dag worden gerecupereerd bij de werkgever.
Examen middenjury
Op
8,50 EUR per werkloosheidsuitkering
maximaal 150 uitkeringen per kalenderjaar
120
Taalopleiding + beroepsopleiding
art Investeren in welva
5,49 EUR per werkloosheidsuitkering 2,75 EUR per halve werkloosheidsuitkering gedurende 120 dagen gedurende 200 dagen als de betrokkene ouder is dan 45 jaar bij begin werkloosheid
De voorwaarden om recht te hebben op een individueel recht op opleiding worden afgezwakt.
inhoud
59
ustrie = Investeren in de ind
III. Oudere werklozen zonder recht op conventioneel brugpensioen + 55 jaar Voorwaarden: * genieten van de wettelijke werkloosheidsvergoedingen * ontslagen zijn door een werkgever van de sector * minstens 5 jaar anciënniteit in de sector
V. Ziekte Voorwaarden: * in dienst zijn bij een werkgever van de sector * genieten van de wettelijke ziektevergoedingen * 30 kalenderdagen wachttijd * bij deeltijdse werkhervatting: pro-ratatoekenning van aanvullende ziektevergoeding
5,38 EUR per volledige werkloosheidsuitkering 2,69 EUR per halve werkloosheidsuitkering tot aan het wettelijk pensioen
+ 55 jaar Voorwaarden: * in dienst zijn bij een werkgever van de sector * genieten van de wettelijke ziektevergoedingen * 30 kalenderdagen wachttijd * bij deeltijdse werkhervatting: pro- ratatoekenning aanvullende ziektevergoeding
Ten laste van het Fonds: de helft van het verschil tussen het netto referteloon (= laatste nettoloon) en de werkloosheidsuitkeringen met een minimum van 5,49 EUR per dag minstens 5 jaar anciënniteit in de sector
0,77 EUR/halve dag (6 uitkeringen per week) gedurende maximaal 36 maanden
5,49 EUR per volledige ziekteuitkering 2,75 EUR per halve ziekte-uitkering tot aan wettelijk pensioen wachttijd: 30 kalenderdagen
VII. Vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking + 53 jaar Voorwaarden: * genieten van een RVA-uitkering
60
1,54 EUR/dag (6 uitkeringen per week)
VI. Oudere Zieken
IV. Brugpensioen Vanaf 56 jaar: mannen & vrouwen (ploeg en lange loopbaan) 56 jaar: vrouwen 58 jaar: mannen & vrouwen 56 jaar: halftijds brugpensioen
art Investeren in welva
inhoud
68,10 EUR/maand gedurende maximaal 60 maanden
61
ustrie = Investeren in de ind
Voor de ondernemingen waar meer dan 200 arbeiders zijn tewerkgesteld, wordt een bijkomende effectieve en plaatsvervangende afgevaardigde aangewezen per begonnen schijf van 50 arbeiders.
VIII. Sluiting van onderneming Voorwaarden: * minstens 45 jaar oud zijn * 5 jaar anciënniteit in het bedrijf * 30 kalenderdagen wachttijd
Op
zak
272,41 EUR + 13,72 EUR per jaar anciënniteit maximaal 898,46 EUR
Ook in kleinere ondernemingen met minder dan 50 arbeiders kan een vakbondsafvaardiging worden opgericht. Het moet dan wel gaan over ondernemingen met minstens 35 werknemers, waarvan er minstens 30 het arbeidersstatuut hebben. Binnen deze ondernemingen kan er op schriftelijke vraag van 1 of meerdere vakbonden een vakbondsafvaardiging worden opgericht. Voor deze ondernemingen zijn er 2 effectieve mandaten beschikbaar. Voorwaarde is wel dat minstens 50 % van de arbeiders om een vakbondsafvaardiging verzoekt.
Indexering van de aanvullende vergoedingen met 2,12 %
8. Sociaal overleg 8.1 Syndicale delegatie
Wens je hierover meer informatie, aarzel dan niet contact op te nemen met een ABVV-Metaal-kantoor.
Het is mogelijk om binnen de onderneming een vakbondsafvaardiging op te richten. Dit is wel gebonden aan bepaalde voorwaarden.
8.2 Werkzekerheid Geen enkele onderneming in onvoorzienbare en onvoorziene economische en/of financiële omstandigheden kan meervoudig ontslag doorvoeren, voordat:
Binnen de sector van de elektriciens kan een vakbondsafvaardiging worden opgericht in onderstaande gevallen:
● alle tewerkstellingsbehoudende maatregelen - met inbegrip van tijdelijke werkloosheid - zijn uitgeput; ● de mogelijkheid tot beroepsopleiding voor de getroffen arbeiders werd onderzocht.
Voor ondernemingen vanaf 50 arbeiders wordt het aantal afgevaardigden als volgt bepaald: ● 5 0 tot en met 150 arbeiders: 4 effectieve afgevaardigden + 4 plaatsvervangende afgevaardigden; ● 151 tot en met 200 arbeiders: 5 effectieve afgevaardigden + 5 plaatsvervangende afgevaardigden.
62
art Investeren in welva
Voor de arbeiders die ouder zijn dan 45 zal prioritair naar tewerkstellingsbehoudende maatregelen worden gezocht.
inhoud
63
ustrie = Investeren in de ind
A. VERVOERSKOSTEN
Meervoudig ontslag wil zeggen dat: ● minstens 3 arbeiders in een onderneming met 23 arbeiders of minder; ● minstens 5 arbeiders in een onderneming met 24 tot 47 arbeiders; ● minstens 6 arbeiders in een onderneming met 48 tot 78 werknemers; ● minstens 8 % van de arbeiders in een onderneming vanaf 80 arbeiders
Tabel werkgeversbijdrage woon-werkverkeer bij een verplaatsing met een privévervoermiddel (op 1 februari 2012).
telkens binnen een periode van 60 kalenderdagen worden ontslagen. Daarenboven werd er, onder andere om de bovenstaande werkzekerheidclausule te verbeteren, binnen het opleidingsinstituut Vormelek tijdens voorgaande akkoorden een sectorale tewerkstellingscel opgericht. Deze tewerkstellingscel moet uitvoering geven aan zowel de afspraken in het Generatiepact over ondernemingen in herstructurering, als aan de regelgeving hierover op regionaal niveau. Vormelek krijgt ook een rol toebedeeld bij outplacement. Zo sluit het overeenkomsten met outplacementkantoren en verspreidt het hun adressenlijsten aan de werkgevers van de sector. Vormelek verzekert ook een aantal taken aangaande informatie en oriëntatie op het vlak van tewerkstelling en opleiding.
64
art Investeren in welva
inhoud
Aantal km
Wekelijkse bijdrage van de werkgever (EUR)
Maandelijkse bijdrage van de werkgever (EUR)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
4,47 4,99 5,50 5,93 6,44 6,86 7,18 7,60 8,01 8,42 8,95
14,87 16,65 18,09 19,77 21,21 22,67 24,13 25,37 27,04 28,08 30,16
12
9,36
31,20
13
9,78
32,24
14
10,19
34,32
15
10,62
35,35
16
11,13
36,92
17
11,55
38,47
18
11,97
39,52
19
12,48
41,59
20
12,90
42,65
21
13,31
44,20
22
13,73
45,77
23
14,25
47,32
24
14,67
48,36 65
ustrie = Investeren in de ind
66
Aantal km
Wekelijkse bijdrage van de werkgever (EUR)
Maandelijkse bijdrage van de werkgever (EUR)
25
14,98
50,44
26
15,61
51,48
27
15,91
53,05
28
16,22
55,12
29
16,85
56,17
30
17,16
57,20
31 - 33
17,89
60,32
34 - 36
19,34
64,48
37 - 39
20,48
68,64
40 - 42
21,84
72,81
43 - 45
23,09
76,97
46 - 48
24,54
81,12
49 - 51
25,69
86,33
52 - 54
26,52
89,45
55 - 57
27,55
91,52
58 - 60 61 - 65 66 - 70 71 - 75 76 - 80 81 - 85 86 - 90 91 - 95 96 - 100 101 - 105 106 - 110 111 - 115 116 - 120
28,60 29,65 31,20 32,24 34,32 35,35 36,92 38,47 39,52 41,08 42,65 44,20 45,77
94,64 97,76 102,97 108,17 112,32 117,53 122,72 126,89 132,09 137,29 142,48 146,64 151,84
inhoud
art Investeren in welva
Aantal km
Wekelijkse bijdrage van de werkgever (EUR)
Maandelijkse bijdrage van de werkgever (EUR)
121 - 125 126 - 130 131 - 135 136 - 140 141 - 145 146 - 150 151 - 155 156 - 160 161 - 165 166 - 170 171 - 175 176 - 180 181 - 185 186 - 190 191 - 195
46,81 48,36 49,93 50,96 53,05 55,12 55,12 57,20 58,24 59,29 61,36 62,41 64,48 65,52 66,56
156,01 161,21 166,41 171,61 175,77 182,01 185,13 189,29 194,49 198,65 203,84 209,05 212,18 217,37 222,57
196 - 200
68,64
226,73
67
ustrie = Investeren in de ind
B. MINIMUMLONEN
c. Overzichtstabel van de anciënniteitstoeslagen op 1 januari 2012 voor 38-urenweek
Hier vind je de minimumuurlonen in de sector van de elektriciens op 1 januari 2012. Spanning
Op basis van 38-urenweek
A.1. Hulpwerkman
100
11,91 €
B. Geoefende werkman 2e categorie
106
12,62 €
Categorie
C. Geoefende werkman 1e categorie
115
13,70 €
Jaren
Sector elektriciens
D. Geschoolde arbeider 3 categorie
125
14,89 €
E. Geschoolde arbeider 2e categorie
132
15,72 €
F. Geschoolde arbeider 1e categorie
140
16,67 €
e
68
art Investeren in welva
Ancienniteitstoeslag op basis van minimumuurlonen 1 januari 2012
inhoud
C.
38u
A.
B.
D.
E.
F.
0-1
11,91
12,62
13,70
14,89
15,72
16,67
1
12,03
12,75
13,84
15,04
15,88
16,84
2
12,09
12,81
13,91
15,11
15,96
16,92
3
12,15
12,87
13,97
15,19
16,03
17,00
4
12,21
12,94
14,04
15,26
16,11
17,09
5
12,27
13,00
14,11
15,34
16,19
17,17
6
12,33
13,06
14,18
15,41
16,27
17,25
7
12,39
13,12
14,25
15,49
16,35
17,34
8
12,45
13,19
14,32
15,56
16,43
17,42
9
12,51
13,25
14,39
15,63
16,51
17,50
10
12,57
13,31
14,45
15,71
16,58
17,59
11
12,62
13,38
14,52
15,78
16,66
17,67
12
12,68
13,44
14,59
15,86
16,74
17,75
13
12,74
13,50
14,66
15,93
16,82
17,84
14
12,80
13,57
14,73
16,01
16,90
17,92
15
12,86
13,63
14,80
16,08
16,98
18,00
16
12,92
13,69
14,86
16,16
17,06
18,09
17
12,98
13,76
14,93
16,23
17,13
18,17
18
13,04
13,82
15,00
16,30
17,21
18,25
19
13,10
13,88
15,07
16,38
17,29
18,34
20
13,16
13,95
15,14
16,45
17,37
18,42
69
ustrie = Investeren in de ind
Jacob Jordaensstraat 17 - 1000 Brussel Tel: 02/627.74.11 - Fax: 02/627.74.90
[email protected] www.abvvmetaal.be
Ancienniteitstoeslag op basis van minimumuurlonen 1 januari 2012 Categorie
38u
A.
B.
C.
D.
E.
F.
13,22
14,01
15,21
16,53
17,45
18,50
22
13,28
14,07
15,28
16,60
17,53
18,59
23
13,34
14,13
15,34
16,68
17,61
18,67
Jaren 21
24
13,40
14,20
15,41
16,75
17,69
18,75
25
13,46
14,26
15,48
16,83
17,76
18,84
art Investeren in welva
Voorzitter: Herwig JORISSEN Ondervoorzitter: Georges DE BATSELIER Algemeen Secretaris: Ortwin MAGNUS
ABVV-METAAL ANTWERPEN Provinciaal secretariaat: Ommeganckstraat 47/49 – 2018 Antwerpen Tel. 03/203.43.40 – Fax 03/203.43.56 Voorzitter: Eddy GOOVAERTS – Tel. 03/203.43.60
[email protected] Algemeen secretaris: Ivan AERTS – Tel. 03/203.43.50
[email protected] Afdeling Antwerpen Afdelingssecretarissen: Marc POTTELANCIE – Tel. 03/203.43.66
[email protected] Luc VAN DER VINCK – Tel. 03/203.43.64
[email protected] Secretaris: Wim LEYZEN – Tel. 03/203.43. 69
[email protected]
70
inhoud
71
ustrie = Investeren in de ind
art Investeren in welva
ABVV-METAAL LIMBURG
Bureel Antwerpen Ommeganckstraat 47/49 – 2018 Antwerpen Alg. tel. 03/203.43.40 – Fax 03/232.78.74
Volksontwikkeling, Jekerstraat 59 – 3700 Tongeren Tel. 012/39 87 00 – Fax 012/23 07 85
Bureel Boom Antwerpsestraat 33 – 2850 Boom Tel./Fax 03/844.74.63
Provinciaal voorzitter: Rohnny CHAMPAGNE – GSM 0495/30.28.82
[email protected] Provinciale secretarissen: Johnny FRANS – GSM 0475/34.71.16
[email protected] Pierre VRANCKEN – GSM 0495/20.55.57
[email protected] Frank STEVENS – GSM 0496/05.60.75
[email protected]
Afdeling Mechelen – Kempen Afdelingssecretaris: Hans VANEERDEWEGH – Tel. 014/56.26.06
[email protected] Secretarissen: Patrick VANDERLOOVEN – Tel. 015/29.90.60
[email protected] Patrick ELSEN – Tel. 015/29.90.61
[email protected]
ABVV-METAAL OOST-VLAANDEREN Vrijdagmarkt 9 – 9000 Gent Tel. 09/265.52.95 – Fax 09/265.52.98
Bureel Mechelen Zakstraat 16 – 2800 Mechelen Alg. tel. 015/29.90.62 – Fax 015/21.94.74
Provinciaal secretaris: Patrick MERTENS – GSM 0478/23.44.94
[email protected]
Bureel Willebroek Dr. H. Persoonslaan 15 E – 2830 Willebroek Tel. 03/886.91.80 – Fax 03/886.81.35
Provinciaal voorzitter: Jo DE MEY – GSM 0477/38.11.63
[email protected]
Bureel Geel Lebonstraat 40d – 2440 Geel Alg. tel. 014/56.26.00 – Fax 014/56.26.09
Regio Gent – Eeklo Vrijdagmarkt 9 – 9000 Gent Tel. 09/265.52.91 – Fax 09/265.52.98 Gewestelijke secretaris: Marc STAELENS – GSM 0476/67.09.34
[email protected]
72
inhoud
73
ustrie = Investeren in de ind
Secretaris: Brenda VANDERDONCKT – GSM 0473/91.87.89
[email protected]
Secretaris: Luc JANSSENS
[email protected]
Regio Waas en Dender Dijkstraat 59 – 9200 Dendermonde Tel. 052/25.92.79/80 – Fax 052/25.92.81 Vermorgenstraat 11 – 9100 Sint-Niklaas Tel. 03/760.04.15/16 – Fax 03/760.04.17
Afdeling Vilvoorde Mechelsestraat 6 – 1800 Vilvoorde Tel. 02/251.60.20 – Fax 02/251.73.74 Afdeling Leuven Maria Theresiastraat 119 – 3000 Leuven Tel. 016/20.29.12 – Fax 016/29.00.04
Gewestelijk secretaris: Frank VAN DORSSELAER – GSM 0473/89.03.11 e-mail:
[email protected]
Afdeling Halle Edingensesteenweg 16 – 1500 Halle Tel. 02/356.66.56 – Fax 02/361.31.25
Regio Zuid-Oost-Vlaanderen Houtmarkt 1 – 9300 Aalst Tel. 053/78.78.78 – Fax 053/77.47.52 Stationsstraat 21 – 9600 Ronse Tel. 055/21.19.20 – Fax 055/33.90.59
Afdeling Burgerluchtvaart Mechelsestraat 6 – 1800 Vilvoorde Tel. 02/251.60.20 – Fax 02/251.73.74
Gewestelijk secretaris: Jo DE MEY – GSM 0477/38.11.63
[email protected]
ABVV-METAAL WEST-VLAANDEREN Conservatoriumplein 9/6 – 8500 Kortrijk Tel. 056/23.50.85 – Fax 056/21.45.46 www.abvvmetaal-wvl.be
FEDERATIE DER METAALINDUSTRIE VLAAMS-BRABANT
Provinciaal secretaris: John DEBROUWERE
[email protected]
Mechelsestraat 6 – 1800 Vilvoorde Tel. 02/251.60.20 – Fax 02/251.73.74 Provinciaal secretaris: Karel GACOMS
[email protected]
Regio Kortrijk Conservatoriumplein 9/5 – 8500 Kortrijk Tel. 056/23.50.80 – Fax 056/21.45.46
Adjunct provinciaal secretaris: Denis DE MEULEMEESTER
[email protected]
74
art Investeren in welva
Gewestelijk secretaris: Marc DEMUYNCK
[email protected]
inhoud
75
Bezoek onze in welvaart ustrie = Investeren Investeren in de ind VERNIEUWDE WEBSITE
www.abvvmetaal.be
Regio Roeselare Zuidstraat 22-24 – 2e verdiep. – 8800 Roeselare Tel. 051/26.00.88 – Fax 051/26.00.98 Gewestelijk secretaris: Steven Van Eeckhoutte
[email protected] Regio Ieper – Wevelgem – Menen Conservatoriumplein 9/5 – 8500 Kortrijk Tel. 056/23.50.86 – Fax 056/21.45.46 Korte Torhoutstraat 27 – 8900 Ieper Tel. 057/21.83.75 – Fax 056/21.45.46 Gewestelijk secretaris: Veronique Rogiers
[email protected] Regio Brugge Zilverstraat 43 – 8000 Brugge Tel. 050/44.10.28 – Fax 050/44.10.30 Gewestelijk secretaris: Freddy RAMON
[email protected] Regio Oostende – Veurne – Diksmuide J. Peurquaetstraat 27-29 – 8400 Oostende Tel. 059/55.60.75 – Fax 059/55.60.76
Alle up-to-date sectorinformatie, de volledige actualiteit van de metaal én van het vakbondsleven... om helemaal op de hoogte te blijven
Gewestelijk secretaris: Freddy RAMON
[email protected]
76
inhoud
77