Startinformatie voor september 2015 Den Haag, juli/ augustus 2015 Beste studenten, Van harte welkom op de Haagse Hogeschool en in het bijzonder op de Faculteit voor Gezondheid , Voeding en Sport. Hieronder vind je informatie die je helpt om een goede start te maken. Wanneer en waar word je verwacht? Je wordt verwacht op maandag 7 september a.s. om 8.30 uur in de Haagse Hogeschool, in de open ruimte tegenover kamer Slinger 5.57. Wat neem je mee naar je 1e studiedag? - Ingevulde en ondertekende werkgeversverklaring/overeenkomst (zonder dit document kan jij je niet inschrijven aan de HBO-V verkorte route)!! - Schrijfmateriaal, pen, agenda. - Vragen waar je antwoord op wilt hebben. Hoe ziet het programma eruit? Het programma staat deze eerste lesdag vooral in het teken van kennismaken met elkaar, het onderwijsprogramma, de docenten en de hogeschool. Voor nadere informatie: zie Bijlage 1. Duur programma: 8.30 – 17.00 uur. Willen jullie het blokboek van periode 1 lezen en meenemen: zie bijlage 4 Contact met de Faculteit voor Gezondheid, Voeding en Sport Academiebureau: 070 – 445 83 80 Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 15.00 uur. Rest mij jullie een hele fijne zomervakantie toe te wensen. Met een vriendelijke groet, Pit van Nes Coördinator HBO-V jaar 2 (hieronder valt de verkorte route jaar 1) Tel. 070 – 445 82 67 Email:
[email protected] 4 Bijlagen toegevoegd.
Bijlage 1 Programmabeschrijving
Programmabeschrijving WEEK 2 Introductie en de eerste lessen. Inleiding Het eerste gedeelte van de ochtend staat in het teken van kennismaken met elkaar. In de middag beginnen de eerste lessen. Te gebruiken literatuur n.v.t. Activiteit 1.1 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Hoorcollege intro (instructie) Welkom en voorstellen van de docenten. Er wordt een college gegeven over het gebruik van Blackboard, digitale studietools, het rooster en het blokboek. Aansluitend is er nog ruimte voor het stellen van allerlei (praktische) vragen. Tijdens het 2e gedeelte van het college vullen jullie gegevens in aan de hand van een lijst. Activiteit 1.2 Duur: 1 SBU D Werkvorm: Rondleiding Jullie krijgen de gelegenheid om het gebouw te leren kennen. De slb-groepen worden ondertussen samengesteld door de docenten. Activiteit 1.4 Duur: 3 SBU+ Werkvorm: SLB-bijeenkomst Tijdens de eerste slb-bijeenkomst maak jullie kennis met elkaar op een interactieve manier. Jullie gaan aan de slag in subgroepjes en presenteren daarna elkaars ‘portret’. Daarnaast zal er tijdens de bijeenkomst uitleg gegeven worden over de ervaringsreflectieleerlijn en gaan jullie een start maken met het praktijkleerplan in samenwerking met tweedejaars studenten. Verder krijgen jullie tijdens deze bijeenkomst de gelegenheid vragen te stellen aan je studieloopbaanbegeleider. Activiteit 1.5 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Werkcollege Leerdoelen De student: - is op de hoogte van de principes van het probleemgestuurd onderwijs - kan zijn kwaliteiten, leervragen en leerdoelen benoemen in de rol van ‘lid van een onderwijsgroep’ en ‘gespreksleider’ - kan eigen leervragen benoemen
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 2
Het eerste werkcollege staat in teken van een toelichting op het PGO. De docent zal in het bijzonder aandacht besteden aan de 7 sprong en de verschillende rollen bij PGO. De uitwerking van een groepsopdracht staat centraal tijdens het werkcollege.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 3
Bijlage 2
Overeenkomst met betrekking tot het praktijkleren HBO-V voor niveau-4 DUUR 3 JAAR De HBO-V opleiding voor niveau-4 en in-service-opgeleiden stellen voor een duale opleiding de volgende voorwaarden aan het praktijkleren van de student: 1. 2. 3.
De student wordt door een functionaris niveau-5 in de praktijk begeleid en beoordeeld De student besteedt gemiddeld vijf uur per week aan het praktijkleren In-service-opgeleide studenten lopen een externe stage in het tweede jaar van twintig dagen (160 uur)
Om toegelaten te worden tot deze opleiding dienen de student en de werkgever (een leidinggevende met bevoegdheid tot tekenen) zich te verbinden aan bovenstaande voorwaarden door ondertekening van deze overeenkomst. Dit formulier geeft u op 7 september 2015 aan mw. Pit van Nes, coördinator van de verkorte route propedeuse jaar . Student
Werkgever Zorginstelling
Naam …………………………………….
Naam …………………………………………
Handtekening ……………………….
Handtekening……………………………
Datum……………………………………..
Datum .…………………………………….
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 4
Bijlage 3 Leermiddelen Verkorte route duaal propedeuse 2015- 2016 Leerlijn Auteur + titel Uitgever Integraal Pool: Met het oog op de toekomst NIZW 2011 Jong, de: Handboek verpleegkunde BSL 2003 Gordon: Handleiding verpleegkundige diagnostiek Moorhead: Verpleegkundige zorgresultaten McCloskey: Verpleegkundige interventies Wilkinson: Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces Hunink: De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar Gezondheidsbevordering en zelfmanagement voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten | B. Sassen Schoemaker: Regie van het primaire proces Verbeek: Het spel van kwaliteit en zorg Hollands: Elementen van kwaliteitszorg Karen Cox, David de Louw, Joan
ISBN 9789088390111 9789031338474
Prijs 19,-71,99
Reed 2008
9789035229471
49,95
Reed 2011
9789035232334
92,95
Reed 2010
9789035231498
92,95
Pearson 2013 Thieme Meulenhoff 2011 2014
9789043023368
54,50
9789006952353
44,95
9789035238275
54,95
Noordhoff 2010 Reed 2004
9789001617622
42,95
9789035227040
51,50
Lemma 2011
9789059313378
13,50
Lemma 2012
97890593184
42,00
Pearson 2011 Bohn Stafleu Van Loghum 2001 Noordhoff 2008
9789043021975
41,95
9789031330850
26,99
9789001712174
29,75
Verhoef en Chris Kuiper: Evidencebased practice voor verpleegkundigen Beroepsvaardighedenlijn
Leerlijn persoonlijke ontwikkeling
methodiek en toepassing Brunklaus: Interactieve vaardigheden in de zorg Preventie en GVO / Skillslab-serie voor verpleegkundige beroepsvaardigheden Groen: Effectief handelen door reflectie
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 5
Leermiddelen Verkorte route duaal HOOFDFASE Titel Uitgever Grol & Wensing: Implementatie Elsevier 2012
ISBN 9789035234796
Verhoeven, N: Wat is onderzoek + website
Boom 2014
9789462363632
Visser, W.: Leren organiseren
Coutinho 2003
9789062833306
Prijs 83,75 39,50 26,--
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 6
Bijlage 4 Blokboek periode 1
De Haagse Hogeschool Academie voor Gezondheid
Opleiding HBO-Verpleegkunde Verkort duaal Studiejaar:
2015 - 2016
Jaar/periode:
1/1
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 7
Bestelinformatie Bestelnummer/prijs:
Titel:
Blokboek Verplegen op HBO-niveau, een oriëntatie
Studiejaar:
2015 - 2016
Jaar/periode:
1/1
Opleiding:
HBO-Verpleegkunde-Verkort duaal
Tijdsduur:
10 weken
Jaar van uitgave:
2015
Auteurs: Agnes van der Tol Anita Ham Dirkje Oldenhuis Met medewerking van: Norbert Huyer Pit van Nes Kitty Martens Versiedatum: Juli 2015
Copyright: 2015, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-Verpleegkunde. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en /of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de afdeling HBO-Verpleegkunde.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 8
VOORWOORD “Wij leren niet voor de school, maar voor het leven”. Seneca. Beste student, Van harte welkom op de Verkorte Opleiding HBO Verpleegkunde van de Haagse Hogeschool! Dit blokboek is bestemd voor blok 1 met alle onderdelen die je nodig hebt voor het onderwijs in blok 1. Je gaat je oriënteren op het Hbo-niveau van verplegen. De docenten van de HBOV wensen je een goede start toe van de opleiding!
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 9
INHOUDSOPGAVE 1.
ALGEMENE INLEIDING .............................................................................................. 12
INTEGRALE LEERLIJN ...................................................................................................... 14 Introductie ............................................................................................................................ 14 Programmaschema ............................................................................................................. 15 Programmabeschrijving ..................................................................................................... 16 WEEK 2 Introductie en de eerste lessen. ................................................................... 16 WEEK 3 ........................................................................................................................ 17 WEEK 4 ........................................................................................................................ 21 WEEK 5 ........................................................................................................................ 22 WEEK 6 ........................................................................................................................ 27 WEEK 7 ........................................................................................................................ 29 WEEK 8 ........................................................................................................................ 32 3. CONCEPTUELE LEERLIJN ........................................................................................... 34 Introductie ............................................................................................................................ 34 Programmaschema ............................................................................................................. 34 Programmabeschrijving ..................................................................................................... 35 4. BEROEPSVAARDIGHEDENLIJN................................................................................... 37 Introductie ............................................................................................................................ 37 Programmaschema ............................................................................................................. 37 Programmabeschrijving ..................................................................................................... 38 5.
LEERLIJN PERSOONLIJKE ONTWIKKELING/SLB ................................................... 43 Inleiding ........................................................................................................................ 43 Persoonlijk Professioneel Profiel (PPP) ....................................................................... 44 Inhoud/werkwijze .......................................................................................................... 45 Competenties ............................................................................................................... 49 Toetsing........................................................................................................................ 50
6. ERVARINGSREFLECTIELIJN ......................................................................................... 52 Introductie ............................................................................................................................ 52 Voorbereiding op praktijkleerperiode 1 ............................................................................ 53 Begeleiding tijdens de praktijkleerperiode ...................................................................... 55 De praktijkopdracht ............................................................................................................ 58 Praktijkopdracht : Verplegingswetenschappelijk onderzoek in de praktijk .................. 58 7. TOETSING ..................................................................................................................... 59
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 10
PROGRAMMASCHEMA VAN HET GEHELE BLOK
VK du Jaar 1 Onderwijseenheid
VP-INT1VKD-13 Schrift1: Toets Methodiek Toets01: Participatie Werkplaats Toets02: Participatie OWG’s VP-PRAK1VKD-14 Stage1: Praktijkleren Verslag1: Opdr.VWO VP-SLB12VKD-13 Verslag1: Portfolio SLB Toets01: Participatie .SLB Toets02: Participatie .CoVa
blokken 1
2
X
3
Competenties 4
Elementen I
B
O
S
Werkvorm (*aanwezigheidsplicht)
1.1, 5.1; 5.2
Contacturen
21
Zelfstudieuren
Studiepunten
84
Werkcolleges* Werkplaats* 1.1, 5.1; 5.2
X
X
X
9
187
X
1.1; 1.2; 1.3; 2.1; 2.2, 3.1; 3.2; 3.3 4.1;4.2, 5.1; 5.2
X
SLB-bijeenkomsten* Practica BV*
18
206
Toetsduur
Wegingsfactor
Toetsmoment/ Herkansing s moment
Open vragen toets (120 ‘) Participatie Participatie
100% (C)
1.10/2.9
0% (O/V) 0% (O/V)
1.9/2.9 1.9/2.9
Praktijkleren Verslag
85% (O/V) 15% (O/V)
1.10/2.9 1.8/2.5
Portfolio Participatie Participatie
100% (O/V) 0% (O/V) 0% (O/V)
2.8/3.5 2.9/3.9 2.9/3.9
7
Praktijkleren Praktijkopdrachten X
Cijfer/V/O
4
Hoorcolleges
X
Toetsvorm
8
1. Algemene inleiding Thematiek Tijdens de gehele opleiding staan de vijf rollen van de HBO-verpleegkundige centraal: de zorgverlener, de regisseur, de coach, de ontwerper en de beroepsbeoefenaar. In dit blok ben je vooral bezig met de rol van zorgverlener en beroepsbeoefenaar. In de rol van zorgverlener ligt de nadruk op verpleegkundige methodiek. Je zult je in je eerdere opleidingen en in je werksituatie al bezig gehouden hebben met het opstellen van verpleegplannen. Voor de HBO-verpleegkundige is het belangrijk dat ze in staat is bij het opstellen van verpleegplannen haar keuzes goed vanuit de wensen en kenmerken van de zorgvrager en de theorie van de verschillende vakgebieden te onderbouwen. Hierbij worden zowel ervaringen als resultaten van wetenschappelijk onderzoek meegenomen en gebruiken we classificatiesystemen. In de rol van beroepsbeoefenaar denk je na over het verschil tussen verpleegkundige op niveau 4 of 5. Er is namelijk nogal wat onduidelijkheid over dit verschil in de praktijk. Hierdoor is het soms lastig te motiveren waarom in bepaalde gevallen een HBO-verpleegkundige nodig is en wat dan de meerwaarde is van deze opleiding. Ook ga je nadenken over je rol als verpleegkundige in het beroep en hoe je daarbij kunt aansluiten bij de maatschappelijke ontwikkelingen. In alle rollen zijn communicatie en zelfreflectie belangrijke voorwaarden om je te ontwikkelen als HBO-verpleegkundige. In dit blok maak je daar een start mee.
Opbouw Het onderwijs dat je volgt bestaat uit verschillende leerlijnen, die een relatie met elkaar hebben. In de integrale leerlijn staat probleem en proces gestuurd onderwijs centraal. Je leert om zelfstandig leerdoelen te formuleren naar aanleiding van een casus uit de praktijk en deze leerdoelen zelf uit te werken en met elkaar uit te wisselen. De ervarings-reflectieleerlijn sluit met de praktijkleeropdrachten aan bij de theorie vanuit de integrale leerlijn. De leerlijnen krijgen vorm door middel van jullie eigen bijdrage in het onderwijs, gerelateerd aan de praktijk. In alle leerlijnen heb je beroepsvaardigheden nodig. Omgekeerd is ook vanuit andere leerlijnen input voor de beroepsvaardigheden mogelijk. Uiteindelijk gaat het erom dat je kennis, attitude en vaardigheden van de verschillende leerlijnen leert integreren. De leerlijn persoonlijke ontwikkeling (studieloopbaanbegeleiding) ondersteunt je hierin. Ook leer je hier hoe je het beste kunt studeren. De overgang van MBO naar HBO, in combinatie met werken en je persoonlijke omstandigheden vraagt in het begin veel van je. Er wordt gebruik gemaakt van diverse werkvormen en toetsvormen. In dit blok kun je in totaal 15 ETS (studiepunten) behalen.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 12
Competenties In dit blok werk je aan de volgende kerncompetenties: ROL: Zorgverlener Kerncompetentie 1.1 Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de HBO- verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op maat. ROL: Beroepsbeoefenaar Kerncompetentie 5.1 Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie, die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de eenentwintigste eeuw, vervult de verpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn. Kerncompetentie 5.2 Om de kwaliteit van het verpleegkundige beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep Het overzicht van alle competenties kun je vinden op BlackBoard (BB). Leeswijzer Dit blokboek bestaat uit vijf onderdelen/leerlijnen die nauw met elkaar samenhangen: 1. integrale leerlijn; 2. conceptuele leerlijn; 3. beroepsvaardighedenleerlijn; 4. leerlijn persoonlijke ontwikkeling/ SLB; 5. ervaringsreflectieleerlijn. Achterin dit blokboek vind je bovendien informatie over de toetsing in blok 1. Om de blokboeken beknopt te houden, hebben we veel informatie op BB geplaatst. Waar nodig verwijzen we hiernaar in dit blokboek. Beginvereisten Voor de start van dit eerste blok is de beginvereiste dat je verpleegkundige op MBO-niveau hebt en minimaal 24 uur per week werkzaam bent in de praktijk. Soms kan op basis van andere vooropleidingen of cursussen een vrijstelling worden aangevraagd bij de Onderwijs- en Examencommissie. Als je in aanmerking denkt te komen voor vrijstelling, neem dan eerst contact op met je studieloopbaanbegeleider. Die kan je adviseren of het indienen van een verzoek om vrijstelling bij de Onderwijs- en Examencommissie zinvol is en zo ja, hoe je dat formeel kunt aanvragen. Uit 2014-2015 evaluaties zijn de volgende verbeteracties in dit blok opgenomen: • Praktijkleerplan inleveren in week 3 i.p.v. week 2 • Studenten beter informeren over blackboard • Aandacht voor het rooster • Blokboek meesturen met de zomerpost.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 13
Integrale leerlijn Introductie
De integrale leerlijn voor blok 1 bestaat uit drie onderdelen: - hoorcolleges, door docenten voor uitleg en instructies - hoorcolleges, door professionals uit het veld - werkcolleges, die vorm krijgen door probleemgestuurd (PGO-) onderwijs . In deze leerlijn leer je: - theorie op te zoeken, theorie samen te beoordelen en toe te passen; - casuïstiek uit de praktijk analyseren; - verschillende opties formuleren en keuzes maken op basis van analyses; - keuzes evalueren en verantwoorden; Tijdens de PGO-taken train je de toepassing van (beroeps)vaardigheden. De samenwerkingsvaardigheden die je traint zijn dezelfde vaardigheden die je nodig hebt voor de uitoefening van het beroep van verpleegkundige. In het leren in een probleemgestuurd onderwijssysteem staat centraal hoe je zelf en samen het leren vorm kunt geven. Hierbij horen de volgende onderwerpen: - het leren werken met de 7-sprong in een onderwijsgroep; - het zicht krijgen op jouw manier van werken, samenwerken en studeren; - het aanleren van vaardigheden om jouw manier van werken, samenwerken en studeren te verbeteren. Hierbij komen de volgende deelvaardigheden aan bod: - functioneren als gespreksleider, - naar elkaar luisteren, - uitleggen, - samenvatten, - evalueren, - observeren van ieders gedrag, - feedback geven - mondeling rapporteren van verzamelde informatie. De 7-sprong De methodiek die gehanteerd wordt bij het probleemgestuurd onderwijs is de 7-sprong. Deze bestaat uit de volgende stappen: 1. verhelder onduidelijkheden in de tekst van het probleem 2. definieer het probleem: wat is het centrale vraagstuk 3. brainstorm: produceer ideeën 4. Orden de ideeën en diep ze op systematische wijze uit; elaboreren 5. formuleer leerdoelen 6. zoek aanvullende informatie buiten de groep 7. de gevonden informatie bij elkaar brengen in de groep: synthetiseren
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 14
Programmaschema Overzicht van de onderwerpen die per week aan bod komen. Week Week 1
Onderwerp
Week 2
Geen onderwijs Introductie en kennismaking probleemgestuurd onderwijs (alle leerlijnen)
Week 3
Verplegen op Hbo-niveau en start verpleegkundige methodiek
Week 4
Verschillende fasen van de verpleegkundige methodiek
Week 5
De anamnese en de diagnose
Week 6
Van anamnese toe interventies
Week 7
Van anamnese tot evalueren
Week 8
Toepassing van alle fasen van de verpleegkundige methodiek
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 15
Programmabeschrijving WEEK 2 Introductie en de eerste lessen. Inleiding Het eerste gedeelte van de ochtend staat in het teken van kennismaken met elkaar. In de middag beginnen de eerste lessen. Te gebruiken literatuur n.v.t. Activiteit 1.1 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Hoorcollege intro (instructie) Welkom en voorstellen van de docenten. Er wordt een college gegeven over het gebruik van Blackboard, digitale studietools, het rooster en het blokboek. Aansluitend is er nog ruimte voor het stellen van allerlei (praktische) vragen. Tijdens het 2e gedeelte van het college vullen jullie gegevens in aan de hand van een lijst. Activiteit 1.2 Duur: 1 SBU D Werkvorm: Rondleiding Jullie krijgen de gelegenheid om het gebouw te leren kennen. De slb-groepen worden ondertussen samengesteld door de docenten. Activiteit 1.4 Duur: 3 SBU+ Werkvorm: SLB-bijeenkomst Tijdens de eerste slb-bijeenkomst maak jullie kennis met elkaar op een interactieve manier. Jullie gaan aan de slag in subgroepjes en presenteren daarna elkaars ‘portret’. Daarnaast zal er tijdens de bijeenkomst uitleg gegeven worden over de ervaringsreflectieleerlijn en gaan jullie een start maken met het praktijkleerplan in samenwerking met tweedejaars studenten. Verder krijgen jullie tijdens deze bijeenkomst de gelegenheid vragen te stellen aan je studieloopbaanbegeleider. Activiteit 1.5 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Werkcollege Leerdoelen De student: - is op de hoogte van de principes van het probleemgestuurd onderwijs - kan zijn kwaliteiten, leervragen en leerdoelen benoemen in de rol van ‘lid van een onderwijsgroep’ en ‘gespreksleider’ - kan eigen leervragen benoemen Het eerste werkcollege staat in teken van een toelichting op het PGO. De docent zal in het bijzonder aandacht besteden aan de 7 sprong en de verschillende rollen bij PGO. De uitwerking van een groepsopdracht staat centraal tijdens het werkcollege.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 16
WEEK 3 Inleiding Deze week wordt gestart met een taak waarbij je je verdiept in verschillen (en overeenkomsten) tussen verplegen op niveau 4 en niveau 5. Wat is nu het verschil, in theorie en praktijk, waaruit blijkt dit en hoe kun je hiermee omgaan? Ook maak je een start met verpleegkundige methodiek. Er zijn verschillende systemen/classificaties die je helpen om de verpleegkundige methodiek bij de patiënt/zorgvrager te hanteren. Zo zijn er classificaties voor verpleegkundige diagnoses, zorgresultaten en interventies. In het onderdeel ‘Verpleegkundige methodiek’ ga je verpleegplannen formuleren Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 17
voor patiënten/zorgvragers aan de hand van het boek van Wilkinson. Daarnaast ga je je ook verdiepen in verschillende classificatiesystemen. De Nanda-diagnoses voor verpleegkundige diagnoses, de Nursing Outcome Classification voor zorgresultaten en de Nursing Interventions Classification voor interventies. Al deze classificaties zijn een hulpmiddel, je kunt ze gebruiken bij het verlenen van goede zorg. De verpleegkundige methodiek bestaat uit de volgende fasen: 1. Gegevens verzamelen 2. Hypothese formuleren 3. Diagnose stellen 4. Resultaten formuleren 5. Interventies formuleren 6. Evalueren van de zorg 7. Bijstellen van de zorg Leerdoelen De student kan: - benoemen wat de karakteristiek is van verplegen op niveau 5 - de verschillende fases van het verpleegkundig proces benoemen - het belang benoemen van het werken volgens een verpleegkundige methodiek - de methodische beschrijving ziektebeeld/gezondheidsbeschrijving en casusanalyse gebruiken bij het verpleegkundig proces - kan de gebruikte literatuur beoordelen op kwaliteit, relevantie en betrouwbaarheid - kan de gebruikte literatuur onderbouwen, beargumenteren en verantwoorden Te gebruiken literatuur Boeken: - Pool e.a. ( 2011). Met het oog op de toekomst beroepscompetenties van hboverpleegkundigen. Utrecht: NIZW. - Wilkinson, J. M. (2013). Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces. Amsterdam: Pearson Education. - Jong van der. e.a. (2003). Handboek verpleegkunde. Houten: BSL. Hoofdstuk 8. - Hunink G. e.a.(2011). De verpleegkundige als beroepsbeoefenaar. Amersfoort: Thieme Meulenhoff Aanbevolen - Leistra E. e.a.(2009). Beroepsprofiel van de verpleegkundige. Amsterdam: Reed Business. Sites: -
Gekwalificeerd voor de toekomst. Kwalificatiestructuur en eindtermen voor Verpleging (1996). Commissie Kwalificatiestructuur. http://www.bigregister.nl/doc/pdf/05.%2520Gekwalificeerd%2520voor%2520de%2520toe komst_tcm18-11677_20522.pdf
Activiteit 3.1 Duur: 1 SBU+ Werkvorm: Hoorcollege door een professional uit het werkveld In dit hoorcollege geeft een verpleegkundige uit de praktijk een hoorcollege op verplegen op niveau 5. Activiteit 3.2 Duur: Werkvorm:
1 SBU+ Hoorcollege (instructie)
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 18
In dit hoorcollege bespreken we het beroep de rollen en competenties van de HBOVerpleegkundige in de praktijk vanuit het beroepsprofiel en worden de verschillende fasen/stappen van de verpleegkundige methodiek toegelicht. Activiteit 3.3 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Werkcollege In dit werkcollege wordt de onderstaande PGO-taak voor besproken aan de hand van stap 1 t/m 5 van de 7-sprong. Aan het eind van het werkcollege wordt de samenwerking en de verschillende rollen besproken. PGO-taak: Casus uit de praktijk. Waar doe ik het voor? Maria is al enkele jaren werkzaam als verpleegkundige in de thuiszorg. Ze was één van de eerste afgestudeerden van de opleiding verpleegkundige kwalificatieniveau 4 aan het plaatselijke ROC. In het laatste functioneringsgesprek met haar leidinggevende, werd geconstateerd dat Maria eigenlijk onvoldoende uitdaging ervaart in haar werk. Ze doet het goed, is graag met de directe patiëntenzorg bezig, maar vindt het moeilijk om te accepteren dat als de zorg complexer wordt, anderen voor haar bepalen hoe het verpleegplan van een specifieke patiënt of zorgvrager er uit ziet. Zij kan prima zelf verpleegkundige zorg plannen. Ook zou ze zich wel eens met kwaliteitszorg bezig willen houden, dat is hard nodig op deze afdeling. In het Tijdschrift voor Verpleegkundigen (TVZ) las Maria het artikel van Adriaansen: “Het nieuwe beroepsprofiel wordt momenteel in de laatste ronde besproken in het land, waarna het in het najaar definitief kan worden vastgesteld. De inhoud is gemoderniseerd, aangepast aan de nieuwe kwalificatiestructuur, met gebruik van hedendaagse terminologie. Een uitgebreid team van deskundigen heeft zich in de ontwikkelfase bemoeid met de totstandkoming van het laatste concept’. ….. ‘Al deze betrokkenen hebben uiteindelijk ingestemd met een beroepsprofiel waarin het onderscheid tussen kwalificatieniveau 4 en kwalificatieniveau 5 nadrukkelijk niet wordt gemaakt, en waar men het niveau van de benodigde competenties afhankelijk laat zijn van de veelvormigheid van de praktijk, de werksetting en de werkorganisatie. Momenteel zijn naast de verschillende beroepsopleidingen en instellingen in het werkveld ook verpleegkundige beroepsorganisaties (zoals NU ‘91 en de V&VN) heel druk bezig om meer duidelijkheid te krijgen over de voorstellen zoals beschreven in de nota ‘Gekwalificeerd voor de toekomst’. In “gekwalificeerd voor de toekomst” wordt het verschil o.a. aangegeven door middel van begrippen als zorginhoudelijke regiefunctie, het op ‘metaniveau’ kunnen reflecteren op eigen handelen en uitoefenen van een consultfunctie……” Voor een student HBO-verpleegkunde is het vooral relevant op welke manier het verschil tussen kwalificatieniveau 5 en kwalificatieniveau 4 wordt beschreven en in de praktijk in taken, verantwoordelijkheden en aantal functionarissen zal worden uitgedrukt. Wat betreft het aandachtsgebied dat gericht is op de directe zorg voor de patiënt – het primaire proces- blijken de verschillen tussen niveau 4 en 5 beperkt te zijn. Wat betreft het aandachtsgebied van verpleegkundigen dat gericht is op condities in de directe omgeving – de verpleegsituatie - blijken wel duidelijke taakverschillen te constateren. Om deze zogenaamde zorginhoudelijke regiefunctie te vervullen zal de HBO-verpleegkundige de nodige productieve vaardigheden moeten ontwikkelen. In TVZ vond ze in de volgende artikelen uitspraken over de HBO-verpleegkundige: Pool, e.a.:”De kracht van de HBO-verpleegkundige : Twee zaken kenmerken de beroepsuitoefening van de HBO-verpleegkundige. Zij is in staat in haar handelen het HBO-niveau en de verpleegkundige standaard te integreren. Haar rolvervulling en vaardigheden liggen vooral op het snijvlak van de zorguitvoering en de organisatie van de zorg. “ Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 19
Pasch, e.a.: Beroepscompetenties HBO-verpleegkunde beschreven: Pool benadrukt in dit artikel dat volgens hem het verschil tussen mbo-v‘ers en hbo-v’ers niet zit in de ingewikkeldheid van handelen, maar veel meer in het beoordelende vermogen. MBO-v’ ers zijn ook weldenkende verpleegkundigen met een goede opleiding. Ze hebben op veel terreinen met dezelfde zaken te maken als HBO-v’ers. De bejegening van de patiënt, het gevoel voor zorg, het versterken van de autonomie van de patiënt zijn ook voor MBO-v’ers belangrijke aandachtspunten. Het verschil zit volgens mij in het professionele oordeel……” Ook de laatste ontwikkeling volgde Maria over de positie van de HBO-verpleegkundige binnen de algemene ziekenhuizen (Taminiau, e.a. 2004) Maria gaat in gesprek met haar leidinggevende… voor welke rollen en competenties wordt zij opgeleid en wat heeft de HBO-V haar te bieden?
Activiteit 3.4 Duur: 1 SBUWerkvorm: Zelfstudie in groepsverband In dit uur maken jullie een start met het uitwerken van de leerdoelen van de PGO-taak casus uit de praktijk ‘Waar doe ik het voor’? Zoek bijpassende literatuur die je nodig hebt voor de uitwerking van de PGO taak.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 20
WEEK 4 Inleiding In deze week gaan jullie verder met de rollen en competentie van verplegen op niveau 5 en met de verschillende fasen in de verpleegkundige methodiek. Te gebruiken literatuur Boeken: - Wilkinson, J. M. (2013). Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces. Amsterdam: Pearson Education. - Jong van der. e.a. (2003). Handboek verpleegkunde. Houten: BSL. Hoofdstuk 8. Leerdoelen De student kan: - benoemen wat de karakteristiek is van verplegen op niveau 5; - rollen en competenties benoemen van de HBO-Verpleegkundige; - de verschillende fasen van het verpleegkundig proces toepassen; - het belang benoemen van het werken volgens een verpleegkundige methodiek; - belangrijke cognitieve vaardigheden van het kritisch denken kunnen benoemen en - hanteren in het verpleegkundig proces Activiteit 4.1 Duur: 4 SBUWerkvorm: Zelfstudie Lees uit het boek van Wilkinson het voorwoord, hoofdstuk 1 en 2 en noteer je vragen en onduidelijkheden. Je werk de leerdoelen van de PGO- taak ‘Waar doe ik het voor’ verder uit (individueel of met een subgroepje). Schrijf de vragen die je hebt op en stuur die uiterlijk vrijdag voor 17.00 uur op naar je docent. Activiteit 4.2 Duur: 2 SBU+ Werkvorm: Werkcollege De vragen en onduidelijkheden vanuit het voorwoord en hoofdstuk 1 en 2 uit het boek van Wilkinson worden besproken. Daarna gaan jullie in dit werkcollege de taak ‘Waar doe ik het voor’ nabespreken volgens stap 6 en 7 van de 7-sprong. Na het bespreken van de taak evalueren jullie de verschillende rollen en de samenwerking in de groep. Activiteit 4.3 Duur: 1 SBUWerkvorm: Zelfstudie Maak individueel of gezamenlijk een start met de zelfstudie voor week 5.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 21
WEEK 5 Inleiding In deze week gaan jullie je binnen de verpleegkundige methodiek richten op de anamnese en de diagnose. Te gebruiken literatuur Boeken: - Gordon, M. (2008). Handleiding verpleegkundige diagnostiek. Maarsen: Elsevier de tijdstroom. - Jong van der, e.a. (2003). Handboek verpleegkunde. Houten: BSL - Pool e.a. ( 2011). Met het oog op de toekomst, beroepscompetenties van hbo – verpleegkundigen. - Wilkinson, J. M. (2013). Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces. Pearson Education Benelux. BlackBoard: - CBO (2010). Richtlijn diagnostiek en behandeling van COPD, blz. 44 en 45, 49 t/m 51, 55. Leerdoelen De student kan: - de inhoud van de gezondheidspatronen van Gordon beschrijven - de relatie aangeven tussen de anamnese en de andere fases van het verpleegkundig proces; • gegevens verzamelen; • benoemen op welke wijze aanvullende gegevens verzameld kunnen worden; • benoemen hoe gegevens geverifieerd kunnen worden; -
het belang aangeven van een gestandaardiseerd verpleegkundig begrippenkader op basis van afspraken over diagnoses; • • •
-
feitelijke, dreigende en mogelijke verpleegkundige diagnoses op stellen; het proces van diagnostisch redeneren toepassen; NANDA-diagnose labels toepassen om zo een nauwkeurige, bondige en juiste verpleegkundige diagnose te stellen;
bij het opstellen van een verpleegkundige diagnose de PES-structuur toepassen aan de hand van een voorbeeld: onderscheid maken tussen subjectieve gegevens en objectieve gegevens; Prioriteiten aan brengen in de problemen van de cliënten, daarbij gebruik makend van een raamwerk of model
Activiteit 5.1 Duur: 5 SBUWerkvorm: Zelfstudie (Individueel of in groepsverband) Bestudeer uit het boek van Wilkinson de hoofdstukken 3, 4 en 5 en maak de vragen bij de hoofdstukken. Vervolgens bereid je op basis van de bestudeerde literatuur een presentatie voor waarin de leerdoelen expliciet aan de orde komen. Kijk ook naar activiteit 5.2. Schrijf de vragen die je hebt op en stuur die uiterlijk vrijdag voor 17.00 uur op naar je docent.
Activiteit 5.2 Duur:
1 SBU+
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 22
Werkvorm: werkcollege In dit werkcollege worden de presentaties gegeven door studenten en stil gestaan bij de functionele gezondheidspatronen van Gordon. Daarnaast wordt de anamnese en de verpleegkundige diagnose besproken door studenten. De presentaties wordt drie dagen van te voren gemaild naar de docenten. De docenten geven feedback op de presentaties m.b.t. inhoud en proces. Activiteit 5.3 Duur: 1 SBU+ Werkvorm: Werkcollege In dit werkcollege worden de vragen en onduidelijkheden van de presentaties en hoofdstukken 3,4 en 5 uit het boek van Wilkinson besproken. Activiteit 5.4 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Werkcollege In dit werkcollege gaan jullie in groepjes de informatie van de casus ‘Mevrouw Geel in het verpleeghuis’ ordenen onder de gezondheidspatronen van Gordon, de aanwijzingen opschrijven en clusters maken. Plenair wordt dit nabesproken.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 23
Casus Mevrouw Geel in het verpleeghuis Mevrouw Geel is opgenomen in het verpleeghuis om te revalideren van een gebroken heup. Mevrouw is zeventig jaar en gehuwd. Ze heeft twee zoons. Een van beide zoons woont in dezelfde woonplaats als zij. Deze zoon en zijn vrouw komen dagelijks even bij het echtpaar kijken, ook de kleinkinderen komen regelmatig langs. De andere zoon woont met zijn gezin op 150 kilometer afstand en komt bijna nooit. Zeven jaar geleden werd longemfyseem geconstateerd. Mevrouw vertelt altijd gezond te zijn geweest en nooit klachten van benauwdheid te hebben gehad. Ze zegt voeger veel gerookt te hebben, dertig sigaretten per dag. Nu rookt ze niet zoveel meer, af en toe een sigaret om goed te kunnen ophoesten: “dat kan toch geen kwaad”. Bij doorvragen blijkt mevrouw vroeger veel bronchitisklachten te hebben gehad; ze is vaak en langdurig verkouden en ze hoest en rochelt veel. Mevr. Geel zegt dat ze de longartsen nooit heeft geloofd en hen maar liet praten: “Het ging toch goed”. De laatste tijd gaat het echter niet goed. Mevrouw lijkt dit niet te kunnen begrijpen en vraagt steeds om uitleg. Regelmatig heeft zij longontstekingen, waarbij ze last heeft van vastzittend sputum, hoesten en benauwdheid. Het lijkt er op dat ze de kracht niet meer heeft om goed op te hoesten. Hoe dit komt lijkt zij niet te weten. “Ik kom al twee jaar de deur niet meer uit”, zegt zij. Sinds twee jaar krijgt zij 24 uur per dag zuurstof, twee liter, via een zuurstofconcentrator. De verpleegkundigen helpen haar volledig met de zuurstoftoediening. Tijdens een longontsteking schrijft de verpleeghuisarts over het algemeen een prednisonkuur van zeven dagen voor. Daarnaast vernevelt zij dan extra medicijnen. Voor de longontstekingen is mevrouw regelmatig opgenomen geweest. Mevrouw is heel mager en heeft een blauw-grauwe kleur. Ze heeft een piepende/fluitende ademhaling en is benauwd en kan daardoor moeilijk een gesprek voeren. Ze heeft een naar voren gebogen houding en haar borstkas is misvormd. Ze rochelt en heeft een zuursofslangetje (neusvorkje) in haar neus. Haar pols is 92 per minuut, temperatuur 39,5 C en haar bloeddruk 160/90 mm/Hg. In haar dossier is te vinden dat mevrouw last heeft van hypoxemie en hypercapnie. Vanwege de ernstige benauwdheid is eten en drinken zeer vermoeiend. Deze activiteiten kosten haar veel energie. Ook geeft mevrouw aan snel een vol gevoel te hebben. Mevrouw is het laatste half jaar 8 kilogram afgevallen en weegt nu slechts 45 kilo. Tijdens de laatste ziekenhuisopname heeft de diëtiste mevrouw nadrukkelijk geadviseerd meerdere maaltijden op een dag te gebruiken om een goed lichaamsgewicht te houden. Mevrouw zegt regelmatig dat het eten en drinken te vermoeiend voor haar is.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 24
Mevrouw vertelt de lunch vaak over te slaan/weinig te eten, omdat deze te snel na het ontbijt volgt. Ook de avondmaaltijd staat haar vaak tegen. Drinken doet ze niet zoveel, omdat ze dan vaak naar het toilet moet en dat is erg vermoeiend. Mevrouw is erg mager: gewicht 45 kg, lengte ± 1.76 meter. Haar huid is erg dun en droog; de huidturgor is slecht, blijft staan. Zelfstandig lopen is mogelijk met behulp van een rollator. Mevrouw loopt dan van het bed naar de badkamer en van de kamer naar de woonkamer. Zij is al lange tijd niet naar buiten geweest, uit angst kou te vatten en vanwege het zuurstofgebruik. Mevrouw is bang dat de kleine zuurstofcilinder onderweg opraakt; bovendien vindt ze het gestaar van mensen vervelend. Wél gaat mevrouw als ze een goede dag heeft met haar echtgenoot mee naar het winkeltje in het verpleeghuis. Overdag leest ze veel of kijkt televisie. Schrijven gaat moeilijk, omdat ze dan gaat trillen. Algemene Dagelijkse Levensbehoeften (ADL): na elke, ook minimale, inspanning is mevrouw uitgeput en moet zij happend naar adem ongeveer een kwartier bijkomen. Ze kan zeer weinig activiteiten verrichten en elke activiteit die ze onderneemt, doet ze snel en gehaast. Ze wordt dagelijks geholpen met het wassen en aankleden. De laatste maanden komt het vaker voor dat zij niet meer aangekleed wil worden aangezien het uitkleden ‘s avonds te inspannend is. Mevrouw zit continu in dezelfde houding, voorovergebogen in de stoel. Naast haar liggen een stapeltje boeken en de afstandsbediening van de televisie. Na een paar stappen lopen is zij uitgeput en kan enkele minuten niet praten. Ze zit op een speciaal kussen ter voorkoming van decubitus. Het gezichtsvermogen is goed met behulp van een bril. Zij heeft een aparte leesbril. Het gehoor is volgens mevrouw goed. Het geheugen is goed, ze weet alles tot in detail te vertellen, een enkele keer herhaalt ze dingen. Ze staat open voor nieuwe zaken , maar moet daar eerst aan wennen. Bij suggesties om de verzorging te veranderen, vraagt zij doorgaans wat bedenktijd. Bij navraag van de verpleegkundige zegt mevrouw niet te weten hoe zij longemfyseem heeft gekregen. Ze zegt ook niet te weten waarom zij regelmatig longontstekingen heeft. Mevrouw kan zich goed uitdrukken en is duidelijk in haar beslissingen over wat ze wel/en niet meer wil. Ze wil graag over de problemen omtrent haar ziekte praten. Soms praat ze over dingen heen of lijkt zij bepaalde dingen niet te willen horen. Regelmatig is mevrouw te benauwd om te praten. Het valt op dat mevrouw nog weinig weet over oorzakelijke relaties tussen de benauwdheid, moeite met ophoesten en roken. Ontlasting komt om de dag en is hard van consistentie, waar ze overigens geen last van heeft. Zij heeft geen last van buikkrampen. De urine komt regelmatig met kleine beetjes en is donker van kleur. Zij zegt geen incontinentieproblemen te hebben. Mevrouw heeft geen hulp nodig bij het naar het toilet gaan, hoewel dit zeer vermoeiend voor haar is. Zij heeft het niet snel warm of koud en transpireert zelden. Door het continue ademen door haar mond heeft zij last van een droge mond en keel.Mevrouw heeft droge schrale lippen en korstjes in haar mondhoeken. Mevrouw zegt geen problemen met het slapen te hebben. Zij neemt elke avond om 22.00 uur een slaaptablet en slaapt dan redelijk tot ongeveer 7.00 uur door. Om 9.00 uur staat ze op als de wijkverpleegkundige komt. Echt uitgerust voelt ze zich echter nooit. Mevrouw gaat 's middags regelmatig even naar bed om te rusten. Mevrouw ziet er moe uit met donkere kringen onder haar ogen. Het gezichtsvermogen is goed met behulp van een bril. Zij heeft een aparte leesbril. Het gehoor is volgens mevrouw goed. Het geheugen is goed, zij weet alles tot in details terug te vertellen, een enkele keer herhaalt zij dingen. Zij staat open voor nieuwe zaken maar moet hier altijd eerst aan wennen. Bij suggesties om wat in de verzorging te veranderen vraagt zij doorgaans wat Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 25
bedenktijd. Mevrouw kan zich goed uitdrukken en is duidelijk in haar beslissingen omtrent wat ze wel en niet meer wil. Ze wil graag over haar problemen omtrent haar ziekte praten. Soms praat ze over dingen heen of lijkt ze bepaalde zaken niet te horen. De radio of televisie staan vaak hard aan. Ondanks de steun en zorg van haar man en kinderen, ziet zij de toekomst somber in. Zij zegt zich vaak moedeloos en neerslachtig te voelen. Ook voelt ze zich vaak schuldig ten opzichte van haar gezin. Vroeger was zij altijd optimistisch en een echte doorzetter. Bij een benauwdheid is ze bang niet genoeg lucht te kunnen krijgen, dit gebeurt de laatste tijd steeds vaker. Mevrouw zegt ontevreden te zijn met haar uiterlijk: 'Vel over been'. Ook haar slechte conditie ergert haar. Haar jurk is veel te ruim en het haar is dof en slecht verzorgd. Haar nagels zijn kort afgeknipt. Mevrouw Geel woont met haar man in een serviceflat. Zij heeft een hechte band met haar man, kinderen en kleinkinderen. Haar vriendin komt haar wekelijks bezoeken. Met de medebewoners van de flat heeft het echtpaar een goed contact en regelmatig komt een van de buren langs. Mevrouw wil niet al haar problemen met haar familie bespreken, met name haar angst om te stikken wil ze met hen niet bespreken. Zij voelt zich erg afhankelijk en wil niet alles vragen aan haar naasten: ' Zij moeten al zoveel voor mij doen'. Haar familie is zeer bezorgd, maar verwoordt dit niet. Naast mevrouw staat de telefoon waar ze, als ze niet benauwd is, regelmatig gebruik van maakt om met haar kinderen te bellen. Met haar man heeft ze een warme relatie. Zij spreekt met veel liefde over hem. Sinds enige jaren heeft zij geen actieve seksuele relatie meer met haar man. Het echtpaar gaat liefdevol met elkaar om. Het echtpaar heeft 1 slaapkamer, ondanks het hoesten en de benauwdheid van mevrouw slapen zij samen. De lichamelijke achteruitgang van mevrouw, waardoor zij weinig activiteiten kan verrichten is volgens haar een grote stressfactor. Wel willen, maar niet kunnen! Zij zegt de hele dag bezig te zijn met lucht krijgen. Mevrouw geeft aan behoefte te hebben aan praten over haar toekomstverwachting en levenseinde. Zij doet dit alleen met professionele hulpverleners zoals de huisarts en de wijkverpleegkundige. Wanneer zij erg nerveus is mag zij van de huisarts een tabletje oxazepam nemen. Mevrouw geeft aan dat ze aan haar man en kinderen merkt dat ze zich zorgen maken over haar. Haar man en kinderen praten er met haar, maar ook met de huisarts en de wijkverpleegkundige niet over. Zij lijken het contact met huisarts en wijkverpleegkundige te mijden. Een gesprek met de partner en andere familie over andere dan praktische zaken gaat zeer moeizaam en wordt ontweken. Mw. G. is niet verbonden aan een kerk, wel gelooft zij in 'iets'. Zij wil graag dat iedereen eerlijk is tegen haar. Een kunstmatige levensverlenging wil zij niet. Zij heeft daarom verklaard niet gereanimeerd te willen worden. Mevrouw is eerst onrustig als dit onderwerp ter sprake is, in de loop van het gesprek wordt zij rustiger en kan goed aangeven waarom zij deze keuzes maakt. Aanvullende gegevens medicatie: ipratropium (Atrovent), unit-dose a 0,5 mg in 2 ml samen vernevelen 6x daags salbutamol (Ventolin), inhalatie vloeistof 5 mg/ml met 1 ml fysiologisch zout beclomethason (Becotide), 4 x daags een pufje met voorzetkamer prednison, 1x daags 5 mg oraal theophylline, 2x daags 300 mg acetylcysteïne, (Fluimucil), 2x daags 600 mg bruistablet temazepam (Normison), 1x daags 10 mg (voor het slapen) oxazepam (Seresta), zo nodig 10 mg calcium,1x daags 1000 mg alendroninezuur (Fosamax), 1x daags 10 mg
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 26
Activiteit 5.5 Duur: 1 SBUWerkvorm: Zelfstudie in groepsverband Jullie gaan verder met het uitwerken van de stappen van het diagnostisch redeneren.
WEEK 6 Inleiding Jullie gaan verder met het diagnostisch redeneren en jullie gaan je door middel van zelfstudie de resultaten en interventies bestuderen. Te gebruiken literatuur Boeken: - Gordon, M. (2008). Handleiding verpleegkundige diagnostiek. Maarsen: Elsevier de tijdstroom. - Jong van der, e.a. (2003). Handboek verpleegkunde. Houten: BSL - Pool e.a. ( 2011). Met het oog op de toekomst, beroepscompetenties van hbo – verpleegkundigen.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 27
-
Wilkinson, J. M. (2013). Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces. Pearson Education Benelux.
BlackBoard: - CBO (2010). Richtlijn diagnostiek en behandeling van COPD, blz. 44 en 45, 49 t/m 51, 55 (zie op BB week 5) Leerdoelen De student kan: − de relatie aangeven en toepassen tussen de verschillende fases van het verpleegkundig proces; − activiteiten benoemen die in de planningsfase van het verpleegkundige proces plaatsvinden; − de begrippen verpleegkundige activiteiten, verpleegkundige activiteiten en verpleegkundige instructies definiëren; − ethische, juridische en culturele factoren beschrijven waar in de planning van interventies rekening mee gehouden moet worden; − het gebruik van gestandaardiseerde begrippen bij de verpleegkundige zorgresultaten en interventies beschrijven; Activiteit 6.1 Duur: 5 SBUWerkvorm: Zelfstudie − Werk de stappen van het diagnostisch redeneren aan de hand van de casus ‘Mevrouw Geel in het verpleeghuis’ verder uit. Het meest leerzaam is om dit in subgroepjes uit te werken. − Benoem vanuit de CBO-richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van COPD’ (hoofdstuk 2, blz. 43 t/m 45) drie activiteiten die voor de casus in het kader van zelfmanagement ondernomen zouden kunnen worden. Leg hierbij uit waarom je dit vindt. − Lees uit het boek van Wilkinson de hoofdstukken 6 en 7. − Schrijf de vragen die je hebt op en stuur die uiterlijk vrijdag voor 17.00 uur op naar je docent. Activiteit 6.2 Duur: 2SBU D+ Werkvorm: Werkcollege In dit werkcollege wordt activiteit 6.1 nabesproken. Daarnaast worden ook de vragen en onduidelijkheden van hoofdstuk 6 en 7 uit het boek van Wilkinson besproken. Activiteit 6.3 Duur: 1 SBUWerkvorm: Zelfstudie Maak individueel of gezamenlijk een start met activiteit 7.1.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 28
WEEK 7 Inleiding In deze week gaan jullie aan de slag met de zorgresultaten en interventies en daarbij passen jullie het gehele verpleegproces toe aan de hand van de PGO-taak. Te gebruiken literatuur Boeken: - Gordon, M. (2008). Handleiding verpleegkundige diagnostiek. Maarsen: Elsevier de tijdstroom. - Jong van der, e.a. (2003). Handboek verpleegkunde. Houten: BSL - Moorhead, e.a. (2011). Verpleegkundige resultaten. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. - McCloskey, J.C. e.a. (2010). Verpleegkundige interventies. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. - Pool e.a. ( 2011). Met het oog op de toekomst, beroepscompetenties van hbo – verpleegkundigen. - Wilkinson, J. M. (2013). Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces. Pearson Education Benelux. Leerdoelen De student kan: Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 29
− −
− − − − − − − −
De relatie aangeven en toepassen tussen de verschillende fases van het verpleegkundig proces; aan de hand van een voorbeeld: • meetbare, observeerbare en geïndividualiseerde zorgresultaten en interventies afleiden uit de verpleegkundige diagnose; • zorgresultaten en interventies formuleren die gericht zijn op speciale behoefte van de zorgvrager; • de NOC en NIC toepassen • verpleegkundige interventies met betrekking tot observatie, preventie, behandeling en gezondheidsbevordering herkennen; • gestandaardiseerde begrippen bij de verpleegkundige zorgresultaten en interventies toe passen. Leerdoelen van week 3 t/m 6 toepassen in een casus; De verschillende vormen van voortgangsrapportage beschrijven en vergelijken; Beschrijven hoe een verpleegkundig verpleeg/zorgplan kan worden bijgesteld; Het belang van cultuur en levensbeschouwing bij de evaluatie van het verpleegkundig proces benoemen; definiëren wat de evaluatie inhoudt in relatie tot het verpleegkundig proces en kwaliteit van zorg; aangeven wat het belang en het doel is van de evaluatie van het verpleegkundig proces en de kwaliteit van zorg; uitleggen hoe verpleegkundigen kritisch denken tijdens de evaluatie; de vooruitgang van de cliënt te evalueren ten aanzien van het bereiken van de resultaten;
Bij het voor- en nabespreken van de taak ‘Mevrouw Pijl’ worden nu, naast de anamnese volgens de functionele patronen van Gordon en de verpleegkundige diagnostiek ook de zorgresultaten en interventies beschreven.
Activiteit 7.1 Duur: 4 SBUWerkvorm: Zelfstudie Bestudeer uit het boek van Wilkinson de hoofdstukken 8 en 9. Vervolgens bereid je op basis van de bestudeerde literatuur een presentatie voor waarin de leerdoelen expliciet aan de orde komen. Kijk ook naar activiteit 7.2. Schrijf de vragen die je hebt op en stuur die uiterlijk vrijdag voor 1700 uur op naar je docent. Activiteit 7.2 Duur: 2 SBU+ Werkvorm: Werkcollege In dit werkcollege worden de presentaties gegeven door studenten en wordt specifiek ingegaan op de stappen ‘zorgresultaten en interventies’. Daarnaast zullen andere facetten van de verpleegkundige methodiek besproken worden, die nog vragen oproepen of verder aandacht nodig hebben. De docenten geven feedback over de inhoud en proces van de verschillende presentaties. Activiteit 7.3 Duur: Werkvorm:
2 SBU+ Werkcollege
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 30
In dit werkcollege wordt de PGO-taak voor besproken aan de hand van stap 1 t/m 5 van de 7sprong. Daarnaast worden vragen en onduidelijkheden uit hoofdstuk 8 en 9 door gesproken. Aan het eind van het werkcollege wordt de samenwerking en de verschillende rollen besproken. PGO-TAAK Mevrouw Pijl Mevrouw Pijl (55 jaar) is sinds vanmiddag opgenomen op de gesloten opname-afdeling van een APZ. Doelstellingen van deze afdeling zijn crisisinterventie en observatie. Mevrouw Pijl is daar gebracht door een ambulance en begeleid door een psychiater van de 24-uurs crisisdienst van het RIAGG. Aan deze opname is de volgende situatie voorafgegaan. Mevrouw Pijl woonde sinds jaar en dag in een flat in de buurt van het station. Na haar scheiding (17 jaar geleden) is ze daar gaan wonen met haar zoon. Nadat haar zoon in een andere stad ging studeren kreeg mevrouw in toenemende mate last van een depressieve stemming. De huisarts verklaarde de klachten in termen van 'de overgang’ en 'het lege nest syndroom’. Ze kreeg van de huisarts Prozac (20 mg d.d.) en Oxazepam (10 mg voor de nacht) voorgeschreven. Met deze medicatie hield mevrouw zich staande, maar ook haar sociale contacten waren inmiddels sterk verminderd. Door de depressieve stemming is mevrouw Pijl twee jaar geleden langdurig ziek geworden. Uiteindelijk is ze vanwege chronische vermoeidheid en sombere stemming arbeidsongeschikt verklaard en in de WAO beland. Voorheen werkte ze als bibliothecaresse op een middelbare school. Sinds ze niet meer werkt besteedt ze haar tijd aan het huishouden en aan allerlei toepassingen op de computer, zoals spelletjes en internet. Als op een dag in een brief van de woningbouwvereniging wordt aangekondigd dat de flat van mevrouw gerenoveerd moet worden reageert mevrouw Pijl met zich nog verder te isoleren. Ze wordt nog maar zelden in de buurtwinkel gezien, ze reageert niet op omwonenden, en omdat ze de rekening niet heeft betaald wordt ook de telefoon afgesloten. De zoon van mevrouw Pijl, die ver weg woont en een drukke baan heeft, krijgt argwaan als blijkt dat hij zijn moeder niet meer telefonisch kan bereiken. Als hij de volgende dag een afscheidsbrief van haar per post ontvangt belt hij in paniek de huisarts. De huisarts wordt na lang kloppen en bonzen op de deur door mevrouw Pijl binnengelaten. Op basis van wat hij in de flat ziet, besluit de huisarts de crisisdienst van het RIAGG in te schakelen. Mevrouw is ernstig vermagerd en ze ziet er verwaarloosd uit. In de flat is het een rommeltje. Ze vertelt dat het leven zo geen zin meer heeft. De psychiater en de SPV’ er van het RIAGG, die regelmatig te maken krijgen met de procedures rond dwangopnames, vinden dat mevrouw ernstig depressief is en dat er een dusdanig gevaar is voor suïcide, dat zij besluiten haar gedwongen op te nemen in een APZ. Na de opname wordt er een verpleegplan opgesteld voor de eerste dagen van haar verblijf op de afdeling. Dat plan staat in het teken van de algemene doelstellingen van de afdeling. Ook krijgt mevrouw een hogere dosis Prozac voorgeschreven. Mevrouw Pijl voelt zich daar niet prettig bij en klaagt over hartkloppingen.
Activiteit 7.4 Duur: 1 SBU+ Werkvorm: Zelfstudie in groepsverband Maak een gezamenlijke start met het uitwerken van de PGO-taak.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 31
WEEK 8 Inleiding In deze laatste week van het blok staat de toepassing van de verpleegkundige methodiek centraal en worden onduidelijkheden besproken. Te gebruiken literatuur Boeken: - Gordon, M. (2008). Handleiding verpleegkundige diagnostiek. Maarsen: Elsevier de tijdstroom. - Jong van der, e.a. (2003). Handboek verpleegkunde. Houten: BSL - Moorhead, e.a. (2011). Verpleegkundige resultaten. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. - McCloskey, J.C. e.a. (2010). Verpleegkundige interventies. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. - Pool e.a. ( 2011). Met het oog op de toekomst, beroepscompetenties van hbo – verpleegkundigen. - Wilkinson, J. M. (2013). Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces. Pearson Education Benelux.
Leerdoelen - De student kan alle fases van de verpleegkundige methodiek toepassen en toelichten op basis waarvan zij keuzes maakt; - Leerdoelen van week 3 t/m 8
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 32
Activiteit 8.1 Duur: 2 SBUWerkvorm: Zelfstudie Werk de PGO-taak “mevrouw Pijl’ uit. Lees uit het boek van Wilkinson hoofdstuk 10, Herhaal indien nodig onderdelen uit de voorgaande werkcolleges die jou niet helemaal duidelijk waren. Schrijf de vragen die je hebt op en stuur die uiterlijk vrijdag voor 17.00 uur op naar je docent. Activiteit 8.2 Duur: 2 SBU+ Werkvorm: Werkcollege In dit werkcollege wordt de PGO-taak ‘Mevrouw Pijl’ nabesproken, de vragen en onduidelijkheden uit hoofdstuk 10 van Wilkinson en nog resterende vragen over het onderdeel ‘de verpleegkundige methodiek’. Wanneer jullie nog specifieke vragen hebben over week 1 t/m 8, ‘de verpleegkundige methodiek’. Deze vragen ook vrijdag voor 1700 uur van tevoren aan de docent mailen.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 33
3. Conceptuele leerlijn Introductie De conceptuele leerlijn bestaat uit de werkplaats. Tijdens de bijeenkomsten van de werkplaats ben je ‘ambassadeur van je patiëntencategorie/zorgvragers en eigen instelling’. Tijdens de werkplaats zijn er begeleide en niet begeleide werkplaatsbijeenkomsten. De werkplaats is bedoeld om jullie de gelegenheid te geven je eigen leren en studeren, binnen bepaalde kaders, als HBO- verpleegkundige vorm en richting te geven. De werkplaats is dé omgeving waar jullie samen met medestudenten werken aan je eigen professionele ontwikkeling. De activiteiten in de werkplaats sluiten aan bij de rollen en (kern)competenties van de integrale leerlijn en de leerlijn beroepsvaardigheden. In de werkplaats werk je actief en leer je op basis van je eigen inbreng met ondersteuning van je medestudenten en de docent. De inhoud van de begeleide werkplaatsbijeenkomsten wordt door jou, in overleg met jouw begeleidende docent, vastgesteld. Jouw begeleidende docent bewaakt het niveau en de samenhang met de rollen en (kern)competenties, en de verschillende leerlijnen.
Programmaschema Week Week 4
Begeleide werkplaats 2 SBU+
Week 6
2 SBU+
Week 8
2 SBU+
Onbegeleide werkplaats
In dit programmaschema staan alleen de uren. De onderwerpen bepalen jullie als studenten zelf.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 34
Programmabeschrijving Inleiding In deze beschrijving lees je wat de werkwijze is van de begeleide werkplaats en wat er van jou als voorbereiding en bijdrage tijdens de begeleide werkplaats wordt verwacht. Iedere student heeft een inbreng van een patiënt/zorgvrager van de afdeling waar hij/zij werkt. Je gebruikt hierbij de werkwijze van de methodische beschrijving ziektebeeld/gezondheidsbeschrijving en de methodische casusanalyse. Deze kun je vinden op BB. Je formuleert bij je inbreng leervragen. Daarnaast kun je kiezen uit een van de volgende onderwerpen: - Je bespreekt een actueel artikel of review dat betrekking heeft op de patiëntencategorie/zorgvragers van je afdeling; - Je bespreekt een actueel thema dat speelt bij de patiëntencategorie/zorgvragers van je afdeling. Het kan ook een onderwerp zijn waarin je je specifiek hebt verdiept of dat je bezig houdt. Het onderwerp heeft wel een relatie met je patiëntencategorie/zorgvragers; - Je bespreekt belangrijke (verbeter)projecten die te maken hebben met je patiëntencategorie/zorgvragers of van belang zijn in de instelling waar je werkt; - Je bespreekt standaarden, protocollen en/of richtlijnen die een relatie hebben met je patiëntencategorie/zorgvragers. Elke inbreng wordt onderbouwd met actuele (verplegingswetenschappelijke) literatuur en bevat leervragen. De vorm waarin je je presentatie geeft, kan verschillend zijn. Denk bijvoorbeeld aan: - een presentatie, een referaat of een workshop - een casuïstiekbespreking - een stellingendiscussie - een rollenspel - een verslag van een congres of symposium Je begeleidend docent kan je ondersteunen bij de keuze van je werkvorm. Werkwijze begeleide werkplaats De werkwijze om tot invulling van de begeleide bijeenkomsten te komen is als volgt: Tijdens de eerste bijeenkomst van het blok worden de onderwerpen, thema’s die aan de orde kunnen komen met elkaar besproken. Het is zinvol en aan te bevelen om de onderwerpen waarmee jij in het praktijkleren bezig bent ( bijv. verpleegkundige methodiek, verplegen op Hboniveau) in te brengen in de werkplaats. Op deze wijze wordt een duidelijke relatie gelegd tussen de theorie en praktijk, kun je van elkaar leren en organiseer je je (praktijk)leren op een efficiënte manier. Er wordt een planning gemaakt. Tijdens elke bijeenkomst hebben twee studenten een inbreng. De voorbereiding 1. Voor de inhoudelijke voorbereiding kun jr terecht in de bibliotheek, al dan niet virtueel (Picarta, www.kb.nl, Cinahl, Medpub ed.) voor boeken en tijdschriftartikelen. Boeken en tijdschriften die niet in de bibliotheek van de Haagse Hogeschool staan maar wel bij andere bibliotheken aanwezig zijn, kunnen via het IBL (Interbibliothecair Leenverkeer) geleend worden. Het is ook interessant om te kijken naar onderzoekspublicaties, rapporten en projectverslagen. 2. Formuleer persoonlijke leerdoelen. Deze kunnen bijvoorbeeld gaan over de voorbereiding zoals het selecteren van literatuur, op de uitvoering zoals onderdelen van de presentatie, sociale vaardigheden, het stimuleren van groepsgenoten, het bewaken van de rode draad. Grijp hierbij Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 35
terug op eerdere opleidingen of ervaringen op je werk of tijdens andere didactische werkvormen tijdens deze opleiding, bijvoorbeeld werkcolleges/ het probleemgestuurd onderwijs en beroepsvaardigheden. 3. Brainstorm over een bij de doelstelling passende werkwijze. Zorg ervoor dat jij niet te hard hoeft te werken maar dat je vooral bezig bent met het in beweging krijgen van je groepsgenoten! 4. Ga na welke middelen en materialen ondersteunend kunnen zijn aan het bereiken van de doelstelling van de les. Maak een concrete opzet en tijdsplanning. 5. Bedenk evaluatiepunten waar je feedback op wilt hebben na afloop van de werkplaats. 6. Formuleer voor de medestudenten een lesopzet/ workshopopzet inclusief leervragen en literatuur om zich op de les/workshop voor te bereiden. Kopieer deze tijdig voor de docent en de medestudenten.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 36
4. Beroepsvaardighedenlijn Introductie Tijdens de trainingen beroepsvaardigheden word je voorbereid op verschillende communicatieve vaardigheden (COVA). Daarbij spelen de volgende aspecten een belangrijke rol: - interactie - methodiek - informatieoverdracht - reflectie - attitude (ethiek) - kennis Tijdens de trainingen is er aandacht voor de integratie van deze zes aspecten. We willen met de COVA- trainingen in dit eerste blok een goede basis te leggen om te leren van en met elkaar. Respect en veiligheid zijn belangrijke uitgangspunten om te leren. Na kennismaking en het bouwen van het Kinadorp komen in blok 1 de meest basale onderwerpen qua communicatie aan bod. Hierbij bouwen jullie voort op jullie eerder verworven competenties. Deze worden opnieuw in kaart gebracht, opgefrist en aangevuld
Programmaschema Week
Thema
Week 3 of 4
Kinadorp
Week 5 of 6
Contact maken, observatie en interpretatie, basisstructuur gesprek
Week 7 of 8
Luisterend helpen: actief luisteren en vragen stellen
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 37
Programmabeschrijving WEEK 3 Inleiding Het kinadorp staat tijdens de training centraal. Trainingsdoelen De student: - heeft een eerste ervaring opgedaan met het samenwerken in een taakgerichte groep - kan van de opgedane ervaringen leren en deze leerpunten voor zichzelf verwoorden en omzetten in leerpunten voor de toekomst volgens het principe SMART. - Heeft zich een eerste indruk gevormd van het boek “ Interactieve vaardigheden in de zorg” en de inhoud van deel 1 “ de kunst va het luisteren” bestudeerd Te gebruiken literatuur: - Burnklaus O. ( 2011). Interactieve vaardigheden in de zorg. Amsterdam: Pearson Education. Act. 3.1 Duur: 4 SBU DWerkvorm: Zelfstudie - Bekijk het boek Okko Brunklaus ‘Interactieve vaardigheden in de zorg ’ Communicatie in het perspectief van herstel. - Blader door op inhoudsopgave, delen, hoofdstukken, onderwerpen, thema’s, vragen, gebruikte bronnen, casuïstieken, communicatieprotocollen, algemene inleiding en verantwoording, introductie, gebruikswijzer e.a. Doel: je hebt kennis genomen van de inhoud van dit boek. Bestudeer Deel 1 De kunst van het luisteren. Dit deel bestaat uit 4 hoofdstukken o Hoofdstuk 1 “ Niet de techniek, maar wie je bent” o Hoofdstuk 2 “ Visies op zorg en hulpverlening” o Hoofdstuk 3 “ Werken in een team en een organisatie” o Hoofdstuk 4 “ Het beroepsprofiel” - Op blz. 64 vind je een Terugblik deel 1: Zicht krijgen op je eigen ontwikkeling. Lees dit aandachtig door en geef schriftelijk antwoord op vraag 1 t/m 8. Wees bondig doch duidelijk in je beantwoording
-
Act. 3.2 Duur: 3 SBU D+ Werkvorm: Begeleide training Stel je voor dat jullie groep een planologenteam is. Jullie hebben als opdracht om een ontwerp te maken voor een nieuw dorp. Jullie moeten gezamenlijk beslissen waar de diverse gebouwen, bruggen ed. die je in de bijgevoegde envelop aantreft, moeten komen Alle onderdelen dienen in het uiteindelijke ontwerp een plaats krijgen. Jullie zijn als planologenteam collectief verantwoordelijk voor het uiteindelijke ontwerp. Besluitvorming zal dus bij consensus genomen dienen te worden. Dit betekent dat alle betrokkenen het met alle te nemen besluiten eens zijn. Bij meningsverschil wordt er dus niet gestemd, maar een groepsbesluit genomen na zorgvuldige discussie Planning: Voor het ontwerpen van het dorp hebben jullie exact 1 uur de tijd. De docent is hierbij als observator aanwezig. Daarna volgt de nabespreking onder leiding van de docent.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 38
WEEK 5 Inleiding Contact maken, observatie, interpretatie en de basisstructuur van het gesprek worden besproken en uitgewerkt in deze training. Trainingsdoelen De student kan: - uitleggen waarom de verpleegkundige gezondheidspatronen belangrijk zijn - het verschil tussen observatie en interpretatie herkennen - vertellen wat het belang is van het eerste contact met de patiënt - benoemen hoe de basisstructuur van een gesprek in een verpleegsituatie eruit ziet De student kan vanuit de casusgegevens: - uitleggen welke gezondheidspatronen van belang zijn - contact maken met en patiënt - de basisstructuur van een kennismakingsgesprek toepassen Te gebruiken literatuur: - Burnklaus O ( 2011). Interactieve vaardigheden in de zorg, Amsterdam: Pearson Education. - Jong de. e.a. (2003). Handboek verpleegkunde. Houten: BSL
Act. 5.1 Duur: Werkvorm:
3 SBU DZelfstudie
Bestudeer uit uit het boek ‘interactieve vaardigheden in de zorg ’ (Brunklaus). • hoofdstuk 10 “ Actief luisteren” Bestudeer uit het Handboek verpleegkunde (de Jong) • hoofdstuk 8.4.2 De verpleegkundige diagnose. Casus mevrouw van het Hoofd Rol mevrouw van het Hoofd Je bent inmiddels 2 dagen in het ziekenhuis. Je hebt al met enkele verpleegkundigen kennisgemaakt. Gelukkig hebben ze naambordjes, want de namen vergeet je zo weer. Je vindt het eigenlijk wel een beetje vervelend dat je met zoveel verschillende verpleegkundigen te maken hebt. Vandaag komt er weer een verpleegkundige die je nog niet eerder gezien hebt. De verpleegkundige vertelt dat hij/zij graag met jou wil praten over hoe jij over jouw eigen gezondheid denkt en hoe jij eventueel denkt gezonder te kunnen leven. Galstenen kunnen iets met je eet gewoonten te maken hebben. Eigenlijk ben je nooit zo bezig geweest met je gezondheid. Je doet wat je lekker vindt. (Als je deze rol invult bedenk dan een aantal gezellige, gezonde en ongezonde gewoonten, waarvan je niet echt het idee hebt dat ze erg slecht zijn.) Rol verpleegkundige: Je bent een paar dagen vrij geweest en komt op de afdeling. Je hebt het verpleegkundig dossier van mevrouw van het Hoofd door gelezen. Je gaat met haar kennismaken. Je weet dat een goede kennismaking met een patiënt van groot belang is voor het verdere verloop van de relatie Je vertelt haar vervolgens dat je graag met haar wilt praten over haar patroon van gezondheidbeleving en instandhouding. (Hoe leg je haar trouwens uit wat dat is?) Je hebt van de teamleider de vraag gekregen of je hier met haar een gesprek over wilt voeren. Je moet hier een verslag over maken. Je hoeft zelf geen adviezen te geven. Daarvoor komt een speciale verpleegkundige. Je hebt je ingelezen in het patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 39
Beantwoord schriftelijk de volgende vragen met behulp van de casus mevrouw van het Hoofd A.Verpleegkundige methodiek • Bestudeer wat de functionele gezondheidspatronen zijn en waar deze patronen voor dienen. ( de Jong ). • Welk gezondheidspatroon vind je van belang bij mw. van het Hoofd en waarom? B.Contact maken Eerste indruk • Waar let jij vooral op wanneer je kennismaakt met iemand? • Welke conclusies trek je daaruit? Geef hier een voorbeeld van. • Welke gevolgen heeft jouw kennismakingsstrategie voor het vervolgcontact? C.Observatie en interpretatie • •
Wat is het verschil tussen observatie en interpretatie? Voor achtergrond zie Wilkinson ‘kritisch denken binnen het verpleegkundig proces’. o kader 2-6 en hoofdstuk 3.2.1 Subjectieve en objectieve gegevens
D.Basisstructuur gesprek • • •
Behalve dat je als verpleegkundige kennismaakt kom je meestal ook iets doen bij de patiënt. Hoe maak je duidelijk wat je komt doen bij de patiënt? Hoe ga je verder en hoe sluit je af? Wat is het verschil tussen een gepland gesprek en een informeel gesprek?
Act. 5.2 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Begeleide training - Per onderdeel komen de vragen en antwoorden van de theoretische voorbereiding aan bod. - Er worden verschillende oefeningen gedaan m.b.t. waarnemen en contact maken. - Het rollenspel wordt geoefend in de groep of in subgroepjes. - Evaluatie van de training (zoals: wat heb je geleerd, wat was moeilijk/gemakkelijk, welke leerdoelen heb je?) - Vooruitblik op de volgende training.
WEEK 7
Inleiding In de training staan de thema’s “ Luisterend helpen: actief luisteren en vragen stellen “ centraal. Trainingsdoelen De student kan: - verschillende soorten vragen stellen als een patiënt of medestudent hem/’haar iets vertelt - als observator aangeven welke soort vraag van toepassing kan zijn in een oefensituatie Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 40
-
verschillende luistervaardigheden toepassen bij patiënten, cliënten, medestudenten zoals gericht (selectief) luisteren en onbevangen luisteren.
De student kan vanuit de casusgegevens: - uitleggen welk gezondheidspatroon van belang is - een rollenspel observeren met behulp van een observatielijst - oefenen met soorten vragen stellen - oefenen met het toepassen van verschillende luistervaardigheden. Te gebruiken literatuur : - Burnklaus O ( 2011). Interactieve vaardigheden in de zorg, Amsterdam: Pearson Education.
Act. 7.1 Duur: Werkvorm:
4 SBU DZelfstudie
Bestudeer uit het boek ‘Interactieve vaardigheden in de zorg’ ( Brunkaus) • Nogmaals hoofdstuk 4.1 interactieve competenties • Hoofdstuk 10 “ Actief luisteren” • Hoofdstuk 11 “ Ervaringen helpen verwoorden” • Hoofdstuk 12 “ Tot de kern komen” Beantwoord daarna schriftelijk de volgende vragen - Herken je de verschillende interactieve competenties zoals beschreven in hfst 4.1 en geef bij elke competentie een voorbeeld.. - Wat is actief luisteren en uit welke vaardigheden bestaat het? - Bedenk van elke vaardigheid een voorbeeld. - Welke soorten vragen zijn er? - Maak een lijst van verschillende soorten vragen, die je aan mevrouw Feenstra zou kunnen stellen wanneer je haar activiteiten patroon en haar zelfbeleving patroon met haar zou willen bespreken. - Op welke momenten zijn de verschillende soorten vragen nuttig? - Bedenk of herinner je een korte situatie, waar je actief bij betrokken bent geweest. Tijdens de training vertel je de situatie aan een groepsgenoot. Je groepsgenoot zal oefenen met het stellen van verschillende soorten vragen en andere vaardigheden van het actief luisteren.
Casus mevrouw Feenstra In verpleeghuis Vlietzicht op afdeling Noord wordt mevrouw Feenstra verpleegd. Afdeling Noord is een verpleegafdeling, waar mensen na een ziekenhuis opname worden opgenomen, omdat zij niet meer van hun ziekte zullen herstellen. De patiënten krijgen een zo goed mogelijke lichamelijke verzorging. Bovendien streeft het verpleeghuis er naar om de patiënten een thuis te bieden, omdat de meeste patiënten het verpleeghuis niet meer zullen verlaten. Daarom is er ruim aandacht voor de belevingen en behoeften van de patiënt en zijn familie. Mevrouw Feenstra ligt bijna de hele dag in bed. Ze wordt in bed gewassen. Afhankelijk van hoe zij zich voelt komt zij uit bed wanneer het bed verschoond moet worden. Ze wordt dan wel gestimuleerd om uit bed te komen en op een stoel bij haar bed te gaan zitten.
Mevrouw Feenstra heeft veel last van artrose, ze is daardoor erg stijf en beweegt moeilijk. Ook heeft ze veel pijn wanneer verpleegkundigen haar onvoorzichtig bewegen. In het verpleegplan Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 41
staat dat mevrouw gestimuleerd moet worden om zelf haar gezicht en handen te wassen. De rest van de wasbeurt wordt door de verpleegkundige gedaan. Het is wel belangrijk dat mevrouw zelf aangeeft wanneer de verpleegkundige handelingen bij het wassen pijn doen. Mevrouw wil niet ‘kinderachtig’ zijn en klaagt niet gauw. Ze heeft er echter de hele dag last van wanneer iets bij het wassen geforceerd is gegaan. Het is de gewoonte dat patiënten na de wasbeurt kunnen kiezen welke pyjama ze aan willen en hoe ze opgemaakt willen worden. Mevrouw Feenstra weet precies hoe ze het hebben wil. De verzorging ’s morgens is eigenlijk een prima moment om contact te hebben over allerlei onderwerpen. Er is altijd wel iets te bespreken: gebeurtenissen uit de krant, familie van mevrouw, het koninklijk huis etc. Vandaag heb je een bijzonder onderwerp. Je hebt gezien dat mevrouw in het dossier dat mevrouw in het weekend jarig is.
Act. 7.2 Duur: 3 SBU D+ Werkvorm: Begeleide training - De verschillende situaties van de interactieve competenties worden nabesproken - De voorbeelden van het verschil in inhoud en betrekking van verschillende communicatieve boodschappen worden toegelicht. - De theorie van het actief luisteren wordt besproken n.a.v. de individuele voorbereiding. - Het rollenspel (casus mevrouw Feenstra) wordt klassikaal uitgespeeld en nabesproken. - Het rollenspel wordt in verband gebracht met het thema van deze training. - Oefening: soorten vragen/andere vaardigheden actief luisteren - Observatielijst checken en zo nodig aanvullen met persoonlijke aandachtspunten - De training wordt geëvalueerd.
Rollenspel 1: Rol mevrouw Feenstra U mocht na de lichamelijke verzorging even uitrusten. Het wassen was erg vermoeiend. U bent er zelfs wat misselijk van geworden en u heeft meer pijn. U denkt dat dat komt doordat u niet goed hebt geslapen. U hebt vannacht liggen tobben over uw verjaardag van aankomend weekend. U zou het fijn vinden als u een bekkentje krijgt voor het geval u zou moeten over geven. U vindt het namelijk erg vervelend als u toch zou moeten overgeven en niets bij de hand hebt. Dat is u al verschillende keren overkomen. Rol verpleegkundige Je merkt dat mevrouw Feenstra vermoeider is dan anders, ook geeft ze meer pijn aan, is vermoeider en geeft zelfs aan wat misselijk te zijn. Je vraagt je af of waar dat mee te maken heeft en bespreekt dit met mevrouw. Verder zorg je ervoor dat mevrouw een bekkentje bij de hand voor het geval ze zou moeten overgeven.
Rollenspel 2: Rol mevrouw Feenstra Vanochtend bent u niet uit bed geweest, omdat u zich niet lekker voelde en zelfs overgegeven heeft. Gelukkig voelt u zich nu weer wat beter. U bent geholpen door een aardige verpleegkundige. Ze moet echter nog wel veel leren. Als ze u vraagt hoe haar hulp was, geeft u aan wat u van haar verwacht.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 42
Rol verpleegkundige Je bespreekt met mevrouw Feenstra hoe ze het heeft ervaren dat je haar bed verschoond hebt met haar erin. Ook wil je specifiek weten hou zij jouw hulp daarbij heeft gevonden. Je wilt er graag iets van leren dus je gaat goed op haar commentaar in en vraagt net zo lang door tot je echt begrijpt hoe je het in het vervolg beter bij haar kunt doen.
5. Leerlijn persoonlijke ontwikkeling/SLB Inleiding Studieloopbaanbegeleiding (slb), de leerlijn van de persoonlijke ontwikkeling, loopt als een rode draad door je opleiding. Uiteraard begin je met het kennis maken met elkaar in je slbgroep. Daarnaast wissel je uit wat je motivatie is voor de opleiding tot verpleegkundige, welk beeld je hebt van het beroep en waarop het gebaseerd is, welke studievaardigheden je al ontwikkeld hebt en wat je goed of minder goed afgaat. De manier waarop jij het beste leert komt aan bod en natuurlijk de werkwijze in de slb-bijeenkomsten. Misschien is het wennen voor je om na te denken en te praten over je persoonlijke ontwikkeling en hoe jij je eigen persoonlijke ontwikkeling kan sturen (zelfregie nemen). Het helpt je wanneer je probeert een open, lerende houding te tonen. Dat betekent dat je bereid bent om kritisch naar jezelf te kijken, je kwaliteiten te ontwikkelen en je ontwikkelingsproces bespreekbaar te maken. Je doet dit in een veilige omgeving waarin je de kans krijgt om je te ontwikkelen op een manier die bij jou past, vanuit de kwaliteiten die je hebt. Daarbij steunen je groepsgenoten je en je studieloopbaanbegeleider. Het uitgangspunt is dat je zelf op proactieve wijze de verantwoordelijkheid neemt voor je leerproces. Voor slb gaat het erom dat je via een plan dat je opstelt, aan leerdoelen werkt die jou uitdagen om jezelf verder te ontwikkelen in de richting van de beste verpleegkundige die je in je hebt. Dat doe je op je eigen manier en vanuit je eigen kwaliteiten. Er zijn drie manieren waarop je je professionele ontwikkeling zichtbaar kunt maken, afhankelijk van je leerdoelen en competenties. Je kunt bepaald gedrag (a) demonstreren en je kunt er ook over (b) rapporteren of (c) communiceren. Zo kun je bijvoorbeeld daadwerkelijk initiatief tonen (demonstreren) in de groep(en) waarmee je samenwerkt tijdens de coaching.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 43
Bovendien kun je er mondeling en schriftelijk over rapporteren tijdens de slb-bijeenkomsten en in je reflectieverslagen. Daarnaast zijn er ook bepaalde aspecten van functioneren die slechts indirect gedemonstreerd kunnen worden. Maar je kunt er wel over communiceren. Een voorbeeld hiervan is de manier waarop je met onzekerheid omgaat. Hier gaat het veelal om denkpatronen en gevoelens die slechts gedeeltelijk zichtbaar worden in gedrag. Door hierover met anderen te praten en hierop te reflecteren in een verslag kun je zichtbaar maken hoe dit bij jou werkt. Persoonlijk Professioneel Profiel (PPP) Het uitgangspunt voor de omschrijving van professionaliteit en professioneel handelen is als volgt verwoord: ‘Professioneel gedrag is observeer baar gedrag waarin de waarden en normen van de beroepsuitoefening zichtbaar zijn. Het komt tot uitdrukking in woord, gedrag en uiterlijk en is van groot belang voor het basisvertrouwen dat een patiënt in een beroepsbeoefenaar moet kunnen stellen. Binnen professioneel gedrag worden drie dimensies onderscheiden, te weten: omgaan met beroep en (studie)werk, omgaan met anderen en omgaan met zichzelf’. Deze drie dimensies accentueren gedragingen die zich richten op een kwalitatief hoogwaardige hulpverlening, een constructieve samenwerking (met de patiënt en andere professionals die bij de hulpverlening betrokken zijn) en de ontwikkeling op langere termijn (‘lifelong learning’). Daarmee vormen zij het persoonlijk professioneel profiel van de verpleegkundige.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 44
Inhoud/werkwijze Competenties In de slb ga je verder aan het werk met het ontwikkelen van de Dublin Descriptoren die je nodig hebt om professioneel te kunnen functioneren als verpleegkundige. Aan het einde van periode 3 dienen de Dublin Descriptoren effectieve leerhouding, samenwerken en reflecteren op niveau 3 te zijn behaald. En Vakbekwaamheid en Kritisch Denken op niveau 2/3 te zijn behaald. Zie blackboard voor het beoordelingsschema van slb. Voor periode 1 formuleer je 3 persoonlijke leerdoelen om op het gewenste niveau van de Dublin Descriptoren te komen. De Dublin Descriptoren vind je op de volgende pagina’s.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 45
NIVEAU
TOEPASSEN VAN KENNIS EN INZICHT (VAKBEKWAAMHEID)
COMMUNICATIE (SAMENWERKEN EN (SOCIAAL COMMUNICATIEVE BEKWAAMHEID)
OORDEELSVORMING (KRITISCH DENKEN, CREATIVITEIT)
1 2
• Handelt zonder de situatie te analyseren. • Is afhankelijk van de begeleider bij het bepalen van de activiteiten. • Verantwoordt niet waarop het handelen is gebaseerd en vraagt hier niet naar • Heeft voortdurend inhoudelijke ondersteuning nodig bij het uitvoeren van de activiteiten
• Geeft op vraag van begeleider • Moet attent gemaakt worden op verschillende persoonlijke, ethische, observaties door sociaal-maatschappelijke en • Betrekt de belangen van de wetenschappelijke aspecten in zorgvrager niet in het handelen verpleegsituaties • Communiceert alleen na • Merkt geen veranderingen op in aansporing van de begeleider aspecten van werksituaties • Weet niet wie vanuit welke • Komt niet met ideeën verantwoordelijkheid handelt • Benadert werksituaties vanuit intuïtie
• Voert de competentie uit in weinig complexe situaties • Voert de competentie volgens protocol of aanwijzingen (b.v. criteria opdracht) uit • Stelt vragen over het verpleegkundig handelen vanuit een theoretisch kader • Geeft grenzen eigen deskundigheid aan • Voert in overleg met en na uitleg van begeleider zelfstandig activiteiten uit
• Geeft observaties door aan begeleider • Houdt rekening met de belangen van de zorgvrager • Communiceert adequaat met zorgvrager en begeleider • Vraagt na wat tot verantwoordelijkheid verpleegkundige in opleiding behoort
• Vraagt naar de betekenis van persoonlijke, ethische, sociaalmaatschappelijke en wetenschappelijke aspecten bij het verlenen van zorg • Merkt veranderingen op in aspecten van werksituaties en vraagt naar de betekenis hiervan voor het handelen • Komt met (vernieuwende) ideeën • Overlegt met begeleider hoe een verpleegsituatie ingeschat moet worden
LEERVAARDIGHEDEN EFFECTIEVE LEERHOUDING • Komt alleen tot een plan na aanwijzingen van de begeleider en stelt zich passief op • Moet aangespoord worden om de praktijkleeropdrachten uit te voeren • Heeft veel begeleiding nodig om de opdrachten in de beschikbare tijd af te ronden • Integreert feedback niet of beperkt in het leerproces • Moet door begeleider gemotiveerd worden • Kan een planning van het leerproces maken en voert deze met ondersteuning van de begeleider uit • Kent eigen grenzen en vraagt hulp indien nodig • Onderkent consequenties eigen keus, maar neemt hiervoor nog niet altijd de verantwoordelijkheid • Vraagt naar feedback en kan dit met ondersteuning integreren in het leerproces • Is nieuwsgierig naar nieuwe ontwikkelingen
REFLECTEREN • Verantwoordt “hoe en waarom” van handelen niet • Benoemt niet de effecten van eigen gedrag op anderen en gedrag van anderen op zichzelf • Evalueert ervaringen niet en wacht op taakopdrachten • Bekijkt probleem vanuit één invalshoek
• Verantwoordt na doorvragen van begeleider “hoe en waarom”van handelen • Benoemt de effecten van gedrag van anderen op zichzelf en vraagt feedback aan anderen over eigen gedrag • Vergaart onder begeleiding kennis en evalueert ervaringen • Stelt na doorvragen van begeleider vast welke persoonsgebonden factoren van invloed zijn op het handelen
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool
46
NIVEAU
TOEPASSEN VAN KENNIS EN INZICHT (VAKBEKWAAMHEID)
3
• Analyseert benodigde kennis, vaardigheid en attitude in verpleegsituaties en handelt hiernaar • Bepaalt eigen deskundigheid in een verpleegsituatie en schakelt indien nodig de juiste deskundigen in • Handelt effectief, efficiënt en veilig • Voert de activiteiten zelfstandig uit volgens plan en legt verantwoording af over het handelen
COMMUNICATIE (SAMENWERKEN EN (SOCIAAL COMMUNICATIEVE BEKWAAMHEID) • Heeft een professionele inbreng in overdracht en werkoverleg • Houdt rekening met de belangen van de zorgvrager en de collega’s • Communiceert adequaat met zorgvrager, begeleider, verpleegkundig team en andere disciplines m.b.t. de uitvoering van de zorg • Handelt vanuit toegekende verantwoordelijk en bevoegdheid verpleegkundige discipline en vraagt dit na m.b.t. andere disciplines
OORDEELSVORMING (KRITISCH DENKEN, CREATIVITEIT) • Houdt rekening met enkele persoonlijke, ethische, sociaalmaatschappelijke en wetenschappelijke aspecten bij het interpreteren van de gegevens van uiteenlopende werksituaties en handelt hiernaar. • Merkt veranderingen op in aspecten van werksituaties en handelt hier na overleg met de begeleider naar • Komt met een eenvoudig plan voor vernieuwing • Maakt gebruik van het verpleegplanen –dossier en behandelde theorie verpleegsituaties in te schatten
LEERVAARDIGHEDEN EFFECTIEVE LEERHOUDING • Structureert, plant en stuurt het eigen leerproces met geringe begeleiding • Bewaakt in overleg met de begeleider eigen grenzen van deskundigheid en verantwoordelijkheid • Draagt de consequenties van eigen keuzes in de meerderheid van de gevallen • Vraagt naar feedback en integreert dit zelfstandig in het leerproces • Staat open voor (nieuwe) ontwikkelingen
REFLECTEREN • Verantwoordt “hoe en waarom”van handelen met gebruikmaking van meerdere theorieën en modellen • Is zich bewust van effecten van handelen op zichzelf en anderen en houdt hier rekening mee • Vergaart zelfstandig kennis, evalueert ervaringen en verwerkt de uitkomsten onder begeleiding in een nieuwe aanpak
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool
47
NIVEAU
TOEPASSEN VAN KENNIS EN INZICHT (VAKBEKWAAMHEID)
4
• Analyseert benodigde kennis, vaardigheid en attitude in complexe verpleegsituaties en handelt hiernaar • Plant de activiteiten zelfstandig en voert deze activiteiten uit en legt verantwoording af over het handelen • Waarborgt kwaliteit van het verpleegkundig handelen • Verantwoordt haar handelen vanuit de laatste evidence-based ontwikkelingen binnen het vakgebied • Ontwikkelt nieuwe werkwijzen ter verbetering van bestaande methoden en technieken
COMMUNICATIE (SAMENWERKEN EN (SOCIAAL COMMUNICATIEVE BEKWAAMHEID) • Initieert overlegsituaties en heeft een professionele inbreng in uiteenlopende (multi)disciplinaire overleggen • Betrekt de beroepscontext bij samenwerken en houdt rekening met individuele belangen • Communiceert adequaat in uiteenlopende werksituaties • Handelt vanuit toegekende verantwoordelijkheid en bevoegdheid
OORDEELSVORMING (KRITISCH DENKEN, CREATIVITEIT)
LEERVAARDIGHEDEN
• Houdt rekening met de verschillende persoonlijke, ethische, sociaal-maatschappelijke en wetenschappelijke aspecten bij het interpreteren van de gegevens van uiteenlopende werksituaties en handelt hiernaar. • Merkt veranderingen in de aspecten van de werksituaties op en past zijn handelen hierop aan • Komt met uitvoerbare plannen voor vernieuwing • Maakt gebruik van meerdere beschikbare informatiebronnen om werksituaties in te schatten.
• Structureert, plant en stuurt zelfstandig het eigen leerproces en vraagt tijdig om ondersteuning • Bewaakt eigen grenzen van deskundigheid en verantwoordelijkheid • Draagt de consequenties van eigen keuzes • Verwerkt feedback in het eigen handelen • Motiveert zichzelf • Werkt mee aan nieuwe ontwikkelingen
EFFECTIEVE LEERHOUDING
REFLECTEREN • Gebruikt theoretisch kader voor analyse verpleeg- en samenwerkingssituaties • Confronteert anderen met de effecten van hun gedrag , is zich bewust van effect van eigen gedrag op anderen en houdt hier rekening mee • Vergaart vanuit analyse zelfstandig kennis, evalueert ervaringen en verwerkt uitkomsten in een nieuwe aanpak • Stelt vast welke factoren uit de persoons- en beroepscontext van invloed zijn op het handelen.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool
48
Studieloopbaanbegeleider Tijdens elk leerjaar heb je een studieloopbaanbegeleider ( slb ‘er) die zowel de groep waarin je wordt ingedeeld als jou persoonlijk begeleidt gedurende deze periode. De ‘slb’ er begeleidt jou als student, maar ook het groepsproces. Een groot deel van vragen of problemen die je tegenkomt in de loop van je studie kan je in slb-bijeenkomsten bespreken. Soms is het nodig om een individuele afspraak met je slb’er te maken. SLB-bijeenkomsten Je wordt ingedeeld in een slb- groep uit je klas. Eén keer per twee weken heb je een slbbijeenkomst van 3 lesuren waarin je met je medestudenten stil staat bij je persoonlijke professionele ontwikkeling en het groepsproces. Op basis van intervisie wordt elke bijeenkomst ingericht. Dit is een methode waarin je met elkaar op een gestructureerde manier praat en nadenkt over vragen en problemen tijdens je studie. Doel hiervan is het leren van je ervaringen om zodoende je persoonlijk professionele ontwikkeling te bevorderen. Als er tussentijds problemen zijn bespreek je deze met elkaar. Onderwerpen Binnen het onderwijs van de opleiding wordt veel nadruk gelegd op groepswerk, omdat samenwerken een belangrijke vaardigheid is van verpleegkundigen. Daarom zal het groepsproces elke keer aan bod komen als leerinhoud, waarin communicatie en feedback een centrale rol spelen. Daarnaast brengen jullie je eigen verhalen met leervragen in. Competenties De verpleegkundige beroepscompetenties zijn leidend voor de invulling en formulering van je leerdoelen. Je wilt bijvoorbeeld leren om een empathische houding aan te nemen of je wilt leren hoe jij je eigen grenzen bewaakt. Aan het eind van het blok stel je via de competentiekaart vast hoever je bent met je competenties. Op basis hiervan bepaal je waar je in het volgende blok mee verder gaat. Uiteraard ga je dat dan weer verbinden met de nieuwe verwachtingen uit het komende blok ten aanzien van je competenties. Tweewekelijkse reflectieverslagen Naar aanleiding van elke slb- bijeenkomst maak je een individueel reflectieverslag, dat je steeds uiterlijk twee werkdagen voor de volgende slb-bijeenkomst inlevert bij je slb’er en groepsgenoten. Gebruik bij het schrijven van het reflectieverslag de volgende aandachtspunten: - Hoe ben je de afgelopen weken met je leerdoelen bezig geweest? - Wat is er de afgelopen weken gebeurd dat van belang is voor jouw persoonlijke professionele ontwikkeling? - Welke betekenis heeft wat er gezegd wordt/gebeurd is voor jou? - Welke betekenis heeft de behandelde theorie/literatuur voor jou? Selecteer die dingen die voor jou persoonlijk van betekenis zijn en geef die zoveel mogelijk kernachtig weer. Het verslag dient over jezelf te gaan, niet over je groepsgenoten. Uiteraard mag je je groepsgenoten wel noemen, maar het is de bedoeling dat je reflecteert op je eigen functioneren. Houd voor het verslag een lengte aan van 1 à 2 A4’tjes. Aan het begin van elke intervisie komen de verslagen aan de orde. Om zicht te houden op je ontwikkelingsproces in de loop van je studie is het belangrijk om een portfolio aan te leggen waarin je al je verslagen en andere documenten met betrekking tot de slb bewaart. Procesverslagen Naast de individuele reflectieverslagen schrijft je in tweetallen om de beurt een procesverslag, waarin je het groepsproces beschrijft. Dit doe je vanuit jouw perspectief,
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 49
zoals jij het groepsproces ervaart. Het gaat dus niet om de waarheid over het groepsproces (die bestaat namelijk niet…..), maar om jouw waarneming van dit proces. Aandachtspunten hierbij zijn: - Hoe gaan jullie als groep te werk? - Hoe gaan jullie om met afspraken? - Wat is ieders rol en bijdrage in de groep? - Hoe verloopt de samenwerking? - Wat belemmert/bevordert de samenwerking? - Hoe gaan jullie hiermee om? Evenals voor het individuele reflectieverslag, geldt voor het procesverslag dat je die dingen die voor jou van betekenis zijn kernachtig weergeeft. Het procesverslag wordt samen met het individuele verslag ingeleverd, dat wil zeggen uiterlijk twee werkdagen voor de volgende slb-bijeenkomst, zowel bij je slb’ er als bij je groepsgenoten. Jullie maken als groep afspraken over wie wanneer het procesverslag schrijft. Voorbereiding Ter voorbereiding op elke slb-bijeenkomst bestudeer je elkaars reflectie- en procesverslagen. Bij beiden noteer je dingen die je opvallen en waar je op wilt reageren. Bovendien ga je na wat je in de bijeenkomst wilt inbrengen. Het kan zijn dat je hierover al hebt geschreven in je reflectieverslag, maar misschien is er iets anders dat je bezighoudt en dat je zou willen inbrengen. Condities Tijdens de eerste slb- bijeenkomst zal de slb’ er met de groep afspraken maken over de manier van werken en omgaan met elkaar. Ten aanzien van het hele slb-traject geldt dat wederzijds vertrouwen, respect en veiligheid essentiële voorwaarden zijn. Een absolute voorwaarde is dat alles wat in de slb-bijeenkomsten wordt besproken, vertrouwelijk blijft en niet aan anderen wordt doorverteld. Dit betekent dat ook de slb’ er de informatie uit gesprekken en verslagen vertrouwelijk behandelen. Organisatie van de coaching Je hebt steeds één keer per twee weken een slb-bijeenkomst van vier lesuren, begeleid door je slb’ er. De vierde en laatste bijeenkomst van een blok staat in het teken van de evaluatie en beoordeling van je leerproces. Toetsing Bij de beoordeling van je leerontwikkeling wordt gelet op wat je demonstreert, rapporteert en communiceert met betrekking tot je persoonlijk professionele ontwikkeling. Onderdelen toetsing: 1) Actieve participatie (100%) 2) Een presentatie eind blok 2 ( diagnostisch), blok 3 ( beoordeling) en blok 4 ( beoordeling), aan je studieloopbaanbegeleider en slb-groep 3) Portfolio met daarin: • de competentiekaart (door student zelf en door de slb’er in te vullen) • minimaal 3 persoonlijke leerdoelen (SMART) aan de hand van de Dublindescriptoren leerdoelen (wat ga ik doen, hoe ga ik dat doen en hoe ga ik dat bewijzen, wat is mijn eindniveau) • bewijzen (meerdere bronnen) • reflectieverslagen (3 individueel en 1 groepsverslag) • eindverslag na elk blok Eindverslag Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 50
Na de derde slb-bijeenkomst schrijf je een eindverslag, waarbij je antwoord geeft op de volgende vragen: 1) Wat heb je ontdekt over je leerstijl? Hoe heb jij je hierin ontwikkeld? 2) Wat heb je geleerd over de verschillende onderwerpen die binnen de slb aan de orde zijn geweest? Het gaat hierbij niet om algemeenheden, maar om dingen die voor jou persoonlijk van belang zijn. Betrek hierbij gelezen literatuur of uitgevoerde oefeningen. Het is niet de bedoeling dat je daar samenvattingen van geeft, maar dat je de onderwerpen op jezelf betrekt. 3) Welke (kern) kwaliteiten van jou zijn naar voren gekomen? En hoe? 4) Welke betekenis heeft datgene, wat je in de afgelopen periode in de opleiding geleerd hebt, voor jou? Hoe zie je jezelf als toekomstig verpleegkundige? 5) Wat waren je leerdoelen? Hoe heb je hieraan gewerkt? 6) Wat zijn je leerdoelen voor de volgende periode? Waarom deze? Hoe ga je daar concreet en stapsgewijs aan werken? 7) Hoe heb je de slb-bijeenkomsten ervaren? Invullen competentiekaart Je vult je behaalde niveaus op de competentiekaart in en geeft aan waarom je deze op deze wijze ingevuld hebt. Je coach vult ook een competentiekaart voor jou in. Tijdens de laatste bijeenkomst worden beide competentiekaarten met elkaar vergeleken. Het eindverslag plus de ingevulde competentiekaart worden uiterlijk drie werkdagen voor de laatste slbbijeenkomst ingeleverd bij je groepsgenoten en je coach.
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 51
6. Ervaringsreflectielijn Introductie De ervarings- reflectieleerlijn voor praktijkleerperiode 1 bestaat uit de volgende onderdelen: − Voorbereiding op de praktijkleerperiode − Begeleiding tijdens de praktijkleerperiode − Maken van een praktijkleerplan − Praktijkopdrachten − SLB-bijeenkomsten tijdens de praktijkleerperiode In deze leerlijn leer je : − hoe je je voorbereidt op de praktijk − een planning maakt voor je leerproces in de praktijk − hoe je reflecteert op je handelen in de praktijk Na afloop van de praktijkleerperiode en de SLB-bijeenkomsten kun je: − beschrijven welke leerpunten voor jou relevant zijn bij de voorbereiding op praktijk − je ontwikkeling ten aanzien van de verpleegkundige competenties op niveau 5 beschrijven − activiteiten selecteren, die bijdragen aan het ontwikkelen van de competentie die je deze praktijkleerperiode dient te behalen − onderdelen van behandelde theorie in de praktijk toepassen − noodzakelijke bronnen raadplegen om zicht te krijgen op het functioneren van de verpleegafdeling − deelnemen aan relevant overleg, zodat je het verpleegkundig handelen optimaal voorbereidt, uitvoert en evalueert; − je leerervaringen schriftelijk vast leggen − praktijksituaties analyseren. Te gebruiken literatuur Boeken tijdens de gehele praktijkleerperiode: - Groen, M. (2008). Effectief handelen door reflectie. Groningen: Noordhoff. - Pool e.a. ( 2011). Met het oog op de toekomst beroepscompetenties van hboverpleegkundigen. Utrecht: NIZW. - Wilkinson, J. M. (2013). Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces. Amsterdam: Pearson Education. - Jong van der. e.a. (2003). Handboek verpleegkunde. Houten: BSL
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 52
Voorbereiding op praktijkleerperiode 1 Inleiding Om effectief te kunnen leren tijdens de praktijkleerperiode ga je je voorbereiden op de volgende punten: − je verzamelt en bestudeert informatie over de instelling, afdeling en doelgroep door middel van de uitvoering van de voorbereidingsopdrachten − je schrijft een praktijkleerplan met CV en laat deze goedkeuren door je studieloopbaanbegeleider − je weet wie jou gaat begeleiden tijdens de 1e praktijkleerperiode − de competenties die je moet behalen in praktijkleerperiode 1. Voorbereidingsopdrachten De voorbereidingsopdrachten onderdeel A,B,C, D en E rond je af in de eerste drie weken van de periode. A: Informatie uitzoeken over de instelling Voordat je start met je praktijkleerperiode is het belangrijk om een beeld te hebben van de setting waarin deze plaatsvindt. Zoek antwoord op de volgende vragen: − Is het een particuliere of een overheidsinstelling? − Valt de instelling onder een stichting/koepelorganisatie? − Welke functie heeft de instelling in deze regio? − Welke doelgroep kun je verwachten? − Wat is het doel van de instelling (behandelen, revalideren, wonen, preventie)? − Wat is de visie van de instelling? − Hoeveel zorgvragers worden bediend? Hoeveel, bedden, behandelplaatsen, wooneenheden? − Hoeveel locaties telt de instelling? − Hoe is de samenstelling van het verplegend personeel (helpende, verzorgende, verpleegkundigen, gespecialiseerde verpleegkundigen, nurse practitioners)? De informatie kun je op de volgende manieren verkrijgen: − opzoeken op internetsites − folders van je instelling en afdeling − in een kennismakingsgesprek met je begeleider in de instelling − Verzamel de informatie en maak hiervan een overzichtelijk verslag (niet in de vorm van beantwoorden van de vragen), dat je opneemt in je praktijkleerplan. Benoem wat jij belangrijk vindt bij het verplegen van de doelgroep van je werkplek (max. 3 pagina’s). B. Relevante ontwikkelingen in de gezondheidszorg Politieke besluiten of tendensen binnen de gezondheidszorg kunnen invloed hebben op de vormgeving van de zorg binnen de instelling. Ga op zoek naar vraagstukken, die op dit moment van invloed zijn op de setting waar jij werkt. Gebruik hiervoor tijdschriften, kranten of internet. Beschrijf de relevante ontwikkelingen, die van toepassing zijn, in een kort overzichtelijk verslag (max. 2 pagina’s), voeg minimaal 1 artikel toe en neem het geheel op in je praktijkleerplan. C. Organisatie van de begeleiding op de praktijkleerplaats Breng in kaart hoe de begeleiding op de praktijkleerplaats is georganiseerd. Punten die van belang zijn: - wie gaat je beoordelen - welke rol hebben je verschillende begeleiders (in de begeleiding en de beoordeling) - wat wordt er van jou verwacht t.a.v. de begeleiding - wat heb jij nodig t.a.v. de begeleiding; maak dat ook bespreekbaar. Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 53
D. Algemene oriëntatie op de afdeling Als je optimaal wilt functioneren op een afdeling, dan is kennis van en inzicht in de organisatie van groot belang. Gebruik de eerste twee weken van de praktijkleerperiode om informatie uit te zoeken over de afdeling door het stellen van vragen, informatie op de afdeling te lezen, medewerkers te observeren en meelopen met je begeleider. De volgende punten zijn van belang om te weten: − Hoe is de afdeling georganiseerd, hoe is de besluitvormingsprocedure, welke verantwoordelijkheden hebben de verschillende functionarissen? − Welke disciplines zijn op de afdeling en wat zijn hun taken? − Welke diensten hebben verpleegkundigen en welke draai jij als student? − Vanuit welke visie wordt verpleegd en hoe wordt dit zichtbaar in het zorgorganisatiemodel? − Hoe is de afdeling ingedeeld en welke procedures zijn van belang (ruimten, telefoon/oproepsysteem, alarmsysteem, overlegmomenten, opnameprocedures, ontslagprocedures, logistiek)? − Hoe vindt de personeelsplanning plaats en door wie (units, diensten, roosters, pauzes, coördinatie)? − Hoe ziet de dagindeling eruit (welke werkzaamheden, wanneer, door wie en met welk doel)? − Hoe is het verpleegdossier opgebouwd (welke ordening, structuur wordt gehanteerd bij het verpleegplan, verslaglegging)? − Welke werkprocedures, protocollen en richtlijnen zijn aanwezig en hoe wordt de actualiteit/kwaliteit hiervan bewaakt? − Met welke disciplines, afdelingen wordt samengewerkt (bv. polikliniek, geriater, huisarts, psycholoog, arbeidstherapeut, keuken, magazijn)? Inventariseer punten, die je aanspreken, zijn opgevallen, die je moeilijk vindt en twee punten, die volgens jou beter anders kunnen en bespreek deze bevindingen aan het eind van de eerste twee weken met je begeleider. Bespreek hierbij ook je eigen leerhouding in de eerste twee weken wat betreft initiatief nemen, vragen stellen en observeren. Maak een verslag van de resultaten van dit gesprek, laat dit ondertekenen door je begeleider en neem het op in je praktijkleerplan als kritisch bewijs (Max.1 pagina) E: Oriëntatie op de zorgcategorie Tegelijkertijd met het kennismaken met de afdeling, begin je je een beeld te vormen over de zorgcategorie. Om de zorgvrager goed te kunnen verplegen en begeleiden heb je kennis nodig over ziektebeelden en behandeling, zowel medisch als verpleegkundig. Verdiep je hierin en sla je studieboeken er op na. Vervolgens participeer je in de zorgverlening. De volgende informatie is minimaal nodig: − Kennis van de meest voorkomende ziektebeelden/gezondheidsverstoringen (minimaal 5), die van belang is voor het observeren en uitvoeren van de zorg aan de toegewezen zorgvragers Maak hiervoor gebruik van de bijlage MBZ in de studiehandleiding integrale leerlijn − Dossiers toegewezen zorgvragers lezen: onbekende begrippen opzoeken en onduidelijkheden navragen − Welke zorg geboden wordt (meest voorkomende verpleegkundige diagnoses en interventies, verpleegtechnische vaardigheden, communicatieve vaardigheden) − Kennis van medicatie toegewezen zorgvrager (werking, bijwerking, observatie) − Hoe vindt informatie-uitwisseling over de zorgvrager plaats ( overdrachtsmomenten, visites, overleggen)? − Activiteiten van andere bij de zorg van de toegewezen zorgvrager betrokken disciplines (onderzoek, therapie, gesprekken, ingrepen, dieetvoorschriften, behandelvoorschriften) Maak een verslag van de verzamelde resultaten en voeg dit toe aan je praktijkleerplan (max. 5 pagina’s). Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 54
Begeleiding tijdens de praktijkleerperiode Inleiding Je krijgt tijdens de praktijkleerperiode begeleiding vanuit de opleiding en de zorginstelling. Hierdoor wordt de integratie theorie en praktijk bevorderd en het reflecteren op het verpleegkundig handelen en het leerproces gestimuleerd. Hieronder wordt de begeleiding toegelicht en komen de onderdelen evaluatie en de bewaking van continuïteit van het leerproces aan de orde. Begeleiding vanuit de opleiding tijdens de SLB- bijeenkomsten Binnenschools word je tijdens de SLB-bijeenkomsten begeleid door je studieloopbaanbegeleider (slb ‘er). Tijdens deze bijeenkomsten besteedt de slb ’er samen met jou en je groepsgenoten, aandacht aan het werken en leren in de praktijk en de ervaringen die je daarbij op doet. Centraal staat de manier waarop je ervaringen kunt gebruiken bij je groei als professional. Begeleiding in de instelling Binnen de instelling krijg je begeleiding van een werkbegeleider, praktijkopleider (begeleidt op afstand en is verantwoordelijk voor de leervoorwaarden op een afdeling). De werkbegeleider is je eerste aanspreekpunt bij vragen en onduidelijkheden. De begeleider zorgt er op die manier voor dat je kunt werken aan het behalen van je (persoonlijke) doelen en de opdrachten. Contact stage-instelling en de Haagse Hogeschool Wanneer er tijdens de praktijkleerperiode problemen of vragen zijn bij je praktijkbegeleider neemt deze, na overleg met jou, contact op met je slb’ er. Vermeld daarom altijd de naam (en het telefoonnummer) van je studieloopbaanbegeleider en praktijkbegeleider op je praktijkleerplan. Wanneer de situatie daar aanleiding toe geeft, kan de slb’ er besluiten ‘derden’ in te schakelen. De SLB’ er neemt in de periode rondom tussen -, en eindevaluatie contact op met de begeleider in de praktijk. In bijzondere gevallen kan de slb ‘er aanwezig zijn bij de (tussen) beoordeling. Beoordeling praktijkleerperiode 1 Jouw functioneren in de praktijk wordt aan de hand van de competentiekaart (zie BB) beoordeeld door je praktijkbegeleider. Het vereiste eindniveau is 2 voor de deelcompetenties 1.1., 5.1 en 5.2. Halverwege de praktijkleerperiode (na 5 weken) vindt een tussenbeoordeling plaats. Criteria voor de tussenbeoordeling Om voor een voldoende tussenbeoordeling in aanmerking te komen dient de student: - het definitieve praktijkleerplan uiterlijk week 4 ( 21 september) afgerond te hebben en ingeleverd waarbij de feedback van de slb ‘er en de begeleider is verwerkt. - te kunnen verwoorden welke resultaten bereikt zijn m.b.t. het behalen van persoonlijke leerdoelen en het vereiste competentieniveau en dit toe te kunnen lichten aan de hand van concrete voorbeelden, waaruit groei blijkt.
De studiepunten voor de praktijkleerperiode 1 worden toegekend, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: - het functioneren in de praktijk is met een voldoende beoordeeld - het beoordelingsformulier is ingeleverd (in de eerste week na beëindiging van de praktijkleerperiode 1). - voldoende aanwezigheid van en actieve participatie tijdens, de SLB-bijeenkomsten. - de praktijkopdrachten zijn door de praktijkbegeleider ‘op waarheid’ beoordeeld. - de praktijkopdracht WO is door de docent integrale leerlijn met een voldoende beoordeeld. Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 55
Het maken van het praktijkleerplan Inleiding Aan het begin van de praktijkleerperiode maak je na bestudering van de ervarings-reflectieleerlijn een praktijkleerplan. Hierin beschrijf je waar je tijdens de komende tien weken aan gaat werken. Het praktijkleerplan is een hulpmiddel om je leerproces goed te laten verlopen. Het maakt je leerproces inzichtelijk voor jou en je begeleiders. In de eerste week start je direct met het maken van een praktijkleerplan. In de volgende twee weken specificeer je het plan naar de doelgroep (zorgcategorie) en de mogelijkheden van de afdeling waar je werkt. Je neemt de eerste versie (concept) van het praktijkleerplan op een USB-stick mee naar de eerste SLB-bijeenkomst ( 8 september). Daar worden 2 praktijkleerplannen uit de groep met elkaar besproken. Je levert je (concept)praktijkleerplan ook in bij je werk/praktijkbegeleider. Deze geeft eveneens feedback en beoordeelt het plan op haalbaarheid. De feedback wordt gegeven aan de hand van de criteria van het praktijkleerplan (zie BB ). Je verwerkt de feedback van je studieloopbaanbegeleider en de werk/praktijkbegeleider en levert begin week vier ( 21 september) je definitieve praktijkleerplan in bij je praktijkbegeleider en bij je studieloopbaanbegeleider (via de mail). Van je studieloopbaanbegeleider ontvang je dan schriftelijk feedback aan de hand van de criteria van het praktijkleerplan.
Inhoud praktijkleerplan - Introductie van jezelf, inclusief CV - Een actuele SWOT- analyse met daarbij de implicaties van de sterke en zwakke punten voor het functioneren tijdens de stage. - De uitwerking van de voorbereidende opdrachten. - Persoonlijke leerdoelen. Bij de doelen formuleer je activiteiten, waarmee jij je doelen wilt behalen en evaluatiecriteria waaraan de activiteiten moeten voldoen. De doelen zijn SMART geformuleerd en gebaseerd op de SWOT analyse. - De opdracht tijdens de stage. Je geeft korte een beschrijving van de opdracht en de wijze waarop je de opdracht wilt gaan behalen. - Je geeft een beschrijving van de activiteiten, leerdoelen,waarmee je het gewenste competentie niveau van de minimaal te behalen kern- en deelcompetenties wilt behalen. Maak hiervan een schematisch overzicht. Kijk op BB voor het format van het praktijkleerplan blok 1.1
De ontwikkeling van de volgende competenties van de vijf rollen van de HBOverpleegkundige staan centraal in blok 1.1: Nr. 1.1
5.1
1
Competentie Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de HBOverpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op maat. 1 - Alle deelcompetenties voor zover van toepassing, m.u.v. 1.1.4 Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de 21-ste eeuw, vervult de HBOverpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn. - De deelcompetenties 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.4
niveau 2
2
Bron: Document: “Uitwerking kerncompetenties”, welke te vinden is op BB
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 56
5.2
Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de HBO- verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep. Alleen de deelcompetenties 5.2.1, 5.2.2 en 5.2.4 (alleen bijwonen van
2
klinische lessen)
Toelichting uitwerking competenties -
-
Je werkt minimaal aan de bovenstaande rollen, kern- en deelcompetenties en laat hierbij het gedrag zien dat beschreven is bij niveau 2 van de competentiekaart ( blz. 44). Het betreft de competenties vakbekwaamheid, samenwerken, oordeelsvorming, effectieve leerhouding en reflecteren; deze moet je minimaal op niveau 2 behaald hebben. De rollen beschrijf je aan de hand van het format praktijkleerplan volgens de volgende methodiek : • Je noteert minimaal twee persoonlijke leerdoelen in de context van deze beroepsrol • Je laat deze leerdoelen logisch voortvloeien uit je SWOT, de competentieomschrijving, het gewenste competentieniveau bij deze stage en uit de voorbereidingsopdrachten. Formuleer jouw leerdoelen SMART • Je beschrijft per leerdoel concrete activiteiten die jou helpen het benodigde niveau te bereiken • Je noteert per leerdoel kort welke bewijsstukken jij wilt verzamelen om jouw competentieniveau inzichtelijk te maken
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 57
De praktijkopdracht Naast het werken aan de kerncompetenties van de rol van zorgverlener en beroepsbeoefenaar maak je 1 praktijkopdracht. PRAKTIJKOPDRACHT : VERPLEGINGSWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK IN DE PRAKTIJK Tijdens de studieactiviteiten tijdens de lesdagen is gekeken op welke wijze onderzoeksresultaten vertaald kunnen worden naar de praktijk. In deze opdracht ga je bij een bestaand protocol dat je hebt gebruikt in onderdeel op zoek naar de onderliggende onderzoeksresultaten. Je beoordeelt de wijze waarop de literatuur is vertaald naar de praktijk en wat het effect van het protocol is op de verleende zorg.
1. Zoek op je werkplek een protocol waarmee dagelijks gewerkt wordt. 2. Onderzoek waarop dit protocol gebaseerd is. Dus welke bronnen zijn gebruikt. 3. Er zijn nu twee mogelijkheden: -
Het protocol is gebaseerd op een richtlijn Ga op zoek naar deze richtlijn en kijk in de richtlijn op basis van welke literatuur deze tot stand is gekomen. Zoek vervolgens een van de originele artikelen waarop de richtlijn is gebaseerd.
-
Het protocol is niet gebaseerd op een richtlijn Zoek een richtlijn op, die aansluit bij het protocol. Ga na op basis van welke literatuur deze richtlijn tot stand is gekomen. Ga vervolgens op zoek naar één van de originele artikelen, waarop de richtlijn is gebaseerd.
4. Lees het artikel en beoordeel of je de conclusies van het artikel terug ziet in het protocol van de afdeling. Beschrijf wat het effect van de bestudering van het protocol is geweest (of kan zijn) voor de uitvoering van de zorg. (Max 1 A-viertje)
5. Je levert bij de docent de volgende documenten in: -
het door jouw gebruikte artikel en protocol Je conclusies over de wijze waarop het artikel herkenbaar is in het protocol en wat het effect van het bestuderen van het protocol is geweest (of kan zijn) voor de uitvoering van de zorg. (Max 1 A-viertje)
De opdracht wordt beoordeeld door de SLB ‘er. De begeleider in de praktijk beoordeelt de opdracht op waarheid en volledigheid. Zie BB voor de beoordelingsformulieren. 2
Conform de OER wordt de opdracht in week 8 van periode 1 ingeleverd bij de docent van de integrale leerlijn.
2
Zie hiervoor blz. 55 van de studiegids
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 58
7. Toetsing
Gedurende de gehele periode wordt 100% participatie tijdens alle lessen van je verwacht.
In week 8 en 10 vinden de toetsen plaats. Het blok wordt op onderstaande wijze getoetst: -
-
-
Integrale leerlijn: • Toets Methodiek met open vragen • Participatie OWG’ s Conceptuele leerlijn: • Participatie tijdens de werkplaats Beroepsvaardighedenleerlijn • Participatie Cova Leerlijn persoonlijke ontwikkeling (SLB) • Portfolio SLB • Participatie SLB Ervaringsreflectieleerlijn: • Beoordeling praktijk voldoende (met behulp van de competentiekaart) • Praktijkopdracht VWO voldoende 3 Conform de OER wordt de opdracht in week 8 van periode 1 ingeleverd.
HERKANSING De herkansing vindt plaats conform de regels van het tentamenreglement, die zijn beschreven in de OER 2015-2016.
3
Zie hiervoor blz. 55 van de studiegids
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie, 2015-2016, jaar 1 periode 1, definitieve versie, juli 2015, opleiding HBO-V verkort duaal, De Haagse Hogeschool 59
Hbo-V Periode 1: BLOK 1.1 VK
VK du Jaar 1 Onderwijseenheid
VP-INT1VKD-13 Schrift1: Toets Methodiek Toets01: Participatie Werkplaats Toets02: Participatie OWG’s VP-PRAK1VKD-14 Stage1: Praktijkleren Verslag1: Opdr.VWO VP-SLB12VKD-13 Verslag1: Portfolio SLB Toets01: Participatie .SLB Toets02: Participatie .CoVa
blokken 1
2
X
3
Competenties 4
Elementen I
B
O
S
Werkvorm (*aanwezigheidsplicht)
1.1, 5.1; 5.2
Contacturen
21
Zelfstudieuren
Studiepunten
84
Werkcolleges* Werkplaats* 1.1, 5.1; 5.2
X
X
X
9
187
X
1.1; 1.2; 1.3; 2.1; 2.2, 3.1; 3.2; 3.3 4.1;4.2, 5.1; 5.2
X
SLB-bijeenkomsten* Practica BV*
18
206
Toetsduur
Wegingsfactor
Toetsmoment/ Herkansing s moment
Open vragen toets (120 ‘) Participatie Participatie
100% (C)
1.10/2.9
0% (O/V) 0% (O/V)
1.9/2.9 1.9/2.9
Praktijkleren Verslag
85% (O/V) 15% (O/V)
1.10/2.9 1.8/2.5
Portfolio Participatie Participatie
100% (O/V) 0% (O/V) 0% (O/V)
2.8/3.5 2.9/3.9 2.9/3.9
7
Praktijkleren Praktijkopdrachten X
Cijfer/V/O
4
Hoorcolleges
X
Toetsvorm
8
61